Studiegids. KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten BaSO Instroomjaar 1 ste Bachelor 2 de Bachelor Afstudeerjaar

Studiegids KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten BaSO Instroomjaar – 1ste Bachelor – 2de Bachelor – Afstudeerjaar

Academiejaar 2014-2015

Opleiding tot professionele bachelor in het onderwijs: Secundair onderwijs

Aardrijkskunde Biologie Engels Frans Geschiedenis Godsdienst Nederlands Project Algemene Vakken Wiskunde

KHLim Next Lerarenopleiding BaSO

Studiegids 2014-2015

1

2



INHOUD

I

Algemeen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

II

Inleiding Opleidingsvisie Opleidingsconcept Competentieprofiel Identificatieblad Over werken en studeren Instromen in de opleiding Het opleidingstraject

4 5 7 9 10 11 11 13

AANVULLINGEN ONDERWIJSREGELING EN EXAMENREGLEMENT 1. Algemeen 2. ECTS en volgtijdelijkheid 3. EVK – EVC 3.1. EVK 3.2. EVC 4. Evaluatie en examens 4.1. Examencommissie en ombudsdienst 4.2. Examenregeling en inhalen van examens 4.3. Tolerantieregels 5. Praktijk 5.1. Werkplekleren en voorwaarden deelname praktijkassessment 5.2. Kiezen van een stageschool 5.3. Volgtijdelijkheid en bissen praktijk 5.4. Beoordeling praktijk

14 15

6. Toekennen van graad van verdienste 7. Aanrekening extra studiekosten

25 25

15 17 20 20 21 22 23 23 24

III

OPLEIDINGSPROGRAMMA

26

IV

ECTS-fiches

28



3

I

Algemeen 1. Inleiding Deze studiegids geeft je informatie over het deeltijds studieprogramma gericht op volwassenen en werkstudenten, dat leidt tot het behalen van het diploma en de graad Bachelor in het onderwijs – Secundair onderwijs. Dit zijn de specifieke accenten die we voor onze volwassenen en werkstudenten leggen… Leren en leven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; bijgevolg is het leerproces voor iedereen anders. Daarom vinden we het belangrijk dat de student op basis van zijn eigen sterktes en zwaktes zelf kiest en bepaalt welk praktijktraject hij volgt. In de leergroepen wordt de student ondersteund bij het leren kijken naar zichzelf en het ontwerpen van zijn persoonlijk traject. We willen bezig zijn met de essentie van leraar zijn. De contacturen met begeleiders en docenten zijn beperkt; ze zijn immers slechts een schakeltje in het geheel van het onderwijsleerproces. Daarnaast zijn zelfstudie, leren in en door de praktijk en e-learning belangrijke componenten. Het is dus van belang dat je jezelf stuurt en de discipline opbrengt om zelfstandig leerinhouden te verwerven. Het theoretisch leren en het leren in en door de praktijk gaan hand in hand. Daarom vinden we het belangrijk dat je van bij de aanvang van deze opleiding bezig kan zijn in de praktijk. Dit betekent concreet dat iedere student gedurende een jaar verbonden is aan een school en minstens een halve dag per week ervaringen opdoet in de praktijk. Werkplekleren staat bij ons dus centraal. In deze opleiding word je niet bij het handje genomen: we verwachten dat je zelf initiatieven neemt in functie van je eigen ontwikkeling. Je wordt beschouwd als een lerende volwassene die zichzelf vragen stelt en actief op zoek gaat naar antwoorden.

4



2. Opleidingsvisie Visie op leraarschap binnen de KHLim-lerarenopleiding In deze visietekst verwoorden we wat voor ons de essentie is van leraarschap en wat dus gemeenschappelijk en van waarde is voor elke leraar. De zoektocht naar de essentie is voor ons van belang, omdat we willen dat een visie duurzaam is en een tijdloos karakter heeft. Een visie is op die manier een baken om met een complexe en steeds wijzigende onderwijscontext om te gaan. Met deze visie bekennen we kleur: we gaan staan voor wat we belangrijk vinden aan leraarschap binnen de KHLim. Studenten, collega’s, het werkveld en andere opleidingen… kunnen ons hierop aanspreken. Het expliciteren van deze visie betekent voor ons een toetssteen neerleggen en dit zowel voor studenten, docenten, het werkveld als het beleid. Studenten, praktijkscholen en mentoren kunnen in deze visie lezen hoe wij kijken naar goed leraarschap. Beginnende of ervaren docenten kunnen de visie als baken hanteren voor het vormgeven van hun leeromgeving en het werken met studenten. Deze visie is ook voor het beleid op departementaal en opleidingsniveau een richtingwijzer om ‘samen’ te bepalen welke kwaliteit we nastreven in het onderwijs. Dit vormt de basis om een goed kwaliteitszorgbeleid uit te werken. Deze visie inspireert ons om samen aan de slag te gaan. Ze is een spiegel voor iedere opleiding om te zien waar de eigen krachten en uitdagingen liggen om van hieruit blijvend in ontwikkeling te zijn. Aan de KHLim willen we leraren opleiden tot meesterschap Leraren die opgeleid worden tot meesterschap erkennen de complexiteit van hun opdracht binnen een steeds sneller veranderende maatschappelijke context. Ze zijn steeds zoekend om bij kinderen en jongeren interesse op te wekken om open naar een onbekende wereld te kijken en deze te durven verkennen, zodat verbondenheid ontstaat met de wereld waarin ze leven. Meesterschap betekent ook dat je als leraar bezorgd bent om je eigen gedrag, woorden en daden omdat je op intellectueel, moreel en maatschappelijk vlak een inspiratie bent voor kinderen en jongeren. Leraars zijn meesters, geen uitvoerders. Zij nemen weloverwogen beslissingen om leren op gang te brengen en zijn steeds onderzoekend om hun eigen deskundigheid, opvattingen en waarden in dialoog met anderen te bevragen en te verdiepen.



5

Dat meesterschap kan maar volledig tot zijn recht komen als onze medewerkers, onze studenten en onze afgestudeerden… AUTHENTIEK ZIJN

FUNDAMENTEEL LEREN

Kiezen voor meesterschap betekent dat we leraren willen opleiden die AUTHENTIEK zijn.

Kiezen voor meesterschap betekent dat we radicaal kiezen voor FUNDAMENTEEL LEREN.

Wie je bent als persoon, waar je voor staat en hoe je in relatie treedt, beïnvloedt anderen. Als je kinderen en jongeren wil aanspreken als leraar moet je je hiervan bewust zijn: je hebt zicht op wat je voelt, wat je denkt, wat je wil én je kan dit perspectief ook innemen bij de ander. Het betekent ook dat je je waarden en opvattingen durft te expliciteren en kritisch te toetsen aan anderen en aan je eigen gedrag. Hierover in dialoog gaan met collega’s vormt de motor voor professionele ontwikkeling.

Fundamenteel leren vertrekt vanuit de leraar die vanuit een passie voor leren kinderen en jongeren aan de grens van hun kunnen brengt. Dit betekent hen zo begeleiden dat ze openstaan voor een onbekende wereld, deze durven verkennen en er betekenis aan leren geven. Dit maakt dat ze steeds meer van de werkelijkheid kunnen vatten, er steeds meer in kunnen zien, er steeds meer van kunnen maken.

ZICH ENGAGEREN

INHOUDELIJK EXPERT ZIJN Kiezen voor meesterschap betekent dat we leraren willen opleiden die INHOUDELIJK EXPERT ZIJN We willen leraren die vanuit een liefde voor het vak het verschil maken. We vinden ‘grondigheid’ daarbij van belang: een leraar moet niet enkel een uitgebalanceerde en goed gekozen kennisbasis bezitten, maar deze ook kunnen inzetten om gepaste antwoorden te vinden binnen de complexe onderwijspraktijk. Een inhoudelijk expert zijn betekent ook je ervan bewust zijn dat kennis steeds in ontwikkeling is, dat vragen stellen soms belangrijker is dan antwoorden geven.

Kiezen voor meesterschap betekent dat leraren zich ENGAGEREN IN DE MAATSCHAPPIJ .vanuit een confrontatie met de christelijke traditie Onderwijs en opvoeding kunnen niet waardevrij zijn. Leraren erkennen de diversiteit in de klas, de school ,de maatschappij en nemen verantwoordelijkheid om mee te bouwen aan de toekomst. Dat doen ze door op te komen voor een betere wereld, een ideaal dat ze nastreven en vormgeven vanuit de confrontatie met de figuur van Jezus Christus als mogelijke gids en inspiratie.

Bronnen en inspiratie: Kernproject ‘Leraar 2030’ SoE Januari 2011 De schaduwzijde van de welwillendheid Jan Masschelein en Maarten Simons, kritische studies van de pedagogische actualiteit Acco 2008 Leraars zijn ook onderzoekers, Hilde De Wever Velon Velov congres maart 2010 Change Forces, the sequal Michael Fullan 2000 Developing a pedagogy of teacher education John Loughran 2006 De kwaliteit van kwetsbaarheid, tegendraadse gedachten over de professionele identiteit van leraren Geert Kelchtermans in Schoolwijzer 2003 Op zoek naar de betekenis van onderwijs. Voorbij functionalisme en paradigmadruk Geert Kelchtermans en Maarten Simons in Pedagogische Studieën 2007

6



3. Opleidingconcept Het verhaal van onze opleiding werd – vanuit het perspectief van de dagopleiding (LER BaSO) – in een opleidingsinfographic zichtbaar gemaakt.

Hoe we ons onderscheiden:

De bovenste horizontale lijn start met het getal 200 tot de derde macht. We onderscheiden ons door de meer dan 200 combinatiemogelijkheden en 24 vakken die we in de totaliteit van de drie leerwegen (de dagen avondopleiding én bi-diplomering) aanbieden. Het docententeam gelooft daarnaast dat liefde voor het vak een belangrijke ingang is om leerlingen te raken. Het derde beeld ten slotte vertelt dat we binnen onderwijs, onderzoek en dienstverlening een bijzondere expertise voor vakdidactiek uitgebouwd hebben.

Hoe we naar het lerarenprofiel kijken:

De tweede lijn maakt duidelijk hoe we naar het lerarenprofiel kijken: onze opleidingsvisie MEESTERSCHAP en twee competentielijsten, de stagecompetenties en de bachelorcompetenties, beschrijven de competenties die richting geven aan onze opleiding.

Hoe we opleiden:

Het vak3dactisch model dat onderzoekers uit onze opleiding ontwikkelden, inspireerde ons om een heldere ordening te geven aan onze opleiding. De opleiding bestaat grosso modo uit vier blokken: didactiek, vakkennis, vakdidactiek/stage en ondersteunende vakken. Deze laatste cluster heeft als doel om de andere elementen te versterken en bestaat uit volgende themata: onderzoeksvaardigheden, ICT, taal en RZL. Het beeld daarnaast stelt ons gebouw de Ark voor. De zes delen van de Ark symboliseren de zes semesters van de opleiding. De onderste verdieping is semester 1, het bovenste gele segment semester 6. Het algemene opleidingsthema in semester 1 is ‘de leraar’. Daarna volgen de leerling, leren, diversiteit en de grotere context. In semester 6 bewijst de student dat hij competent is om af te studeren. Het laatste beeld van deze rij geeft aan dat we stages zeer belangrijk vinden. Elk venster in het gebouw stelt een stageweek voor. Rechts zie je de namen van de verschillende stageblokken.



7

8

Hoe we begeleiden:

Studenten komen naar onze opleiding omdat je hier goed begeleid wordt. Het groeiend aantal niet-generatiestudenten en zij-instromers dat we aantrekken, maakt deze stelling ook kwantitatief hard. Het eerste beeld maakt duidelijk dat we daarbij kiezen voor de weg van de geleidelijkheid. Studenten krijgen in OF1 nog veel begeleiding. In OF3 zijn de ondersteunende pilaren onder het gebouw tot een minimum herleid. Het drielijnenmodel symboliseert onze kijk op begeleiden. Op de eerste lijn begeleiden docenten hun studenten door goed les te geven. Op de tweede lijn organiseren we gerichte trajecten voor studenten met specifieke noden. Als dat nodig is, verwijzen we op de derde lijn studenten door naar gespecialiseerde instanties. De nullijn geeft aan dat we projecten uitzetten waarbij derdejaars nieuwe studenten begeleiden. Ten slotte geven we aan dat een warme, betrokken en persoonlijke grondhouding in het DNA van onze docenten zit.

Hoe we evalueren:

De bouwstenen van de evaluatiepraktijken zijn in OF1 eerder klassiek. In OF3 gebruiken we andere evaluatievormen: meer inbreng van studenten, complexere en meer integrale toetsen. De woorden op de evaluatiestenen maken duidelijk dat we aan het bouwen zijn aan een gemeenschappelijk vocabularium over evalueren en evaluatievormen.



4. Competentieprofiel Het opleidingsprogramma richt zich op het verwerven van de basiscompetenties leraar secundair onderwijs. Deze competenties worden ook verder geconcretiseerd in de stagecompetenties, of het stagevenster BaSO (cf. evaluatiedocumenten van de praktijk). Raadpleeg voor een overzicht van de basiscompetenties leraar secundair onderwijs: http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws/archief/2007/2007p/files/0420-bijlage4.pdf

Raadpleeg het stagevenster BaSO via: http://www.khlim.be/sites/default/files/users/kcosters/STAGEVENSTER%20%20%20KHLim%20BaSO.pdf



9

5. Identificatieblad

Naam opleiding

KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten

Professionele bachelor in het onderwijs: Secundair onderwijs Graad opleiding

Bachelor

Kwalificatie opleiding

Professioneel

Aantal studiepunten

180 studiepunten (vrijstellingen via EVK en EVC)

Diploma’s die toegang verlenen tot de opleiding Voltijds of anders opgebouwd onderwijs

Secundair onderwijs, Bachelor en Master

Contact- en/of afstandsonderwijs

Contact- en afstandsonderwijs

Overzicht afstudeerrichtingen

De student kiest voor 2 onderwijsvakken die in onderstaande tabel niet in dezelfde kolom staan (onder voorbehoud van voldoende inschrijvingen).

Mogelijke vervolgopleidingen

Deeltijds onderwijs voor werkstudenten

Nederlands

Frans

Wiskunde

Geschiedenis

Aardrijkskunde

Biologie

Godsdienst

Engels

PAV

Vervolgopleidingen KHLim: Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Andere vervolgopleidingen: www.hogeronderwijsregister.be

10



6. Over werken en studeren In deze opleidingsvariant kan je een bachelor leraar behalen terwijl je blijft werken. Daarom worden de sessies ’s avonds georganiseerd. Het is echter van belang om goed in te schatten of dit voor jou haalbaar is. Kan je tijd vrijmaken voor praktijk en stage? Kan je tijd investeren om zelfstudie een plek te geven in je leven? Een bacheloropleiding is zeer moeilijk te combineren met een fulltime job. Jouw studieprogramma wordt uitgedrukt in studiepunten (SP). Ieder studiepunt staat voor 25 à 30 uur studietijd. Een voltijds studietraject bestaat in het dagonderwijs uit 60 studiepunten per academiejaar. In deze opleidingsvariant is dat 40 à 46 studiepunten. Zo kan je nagaan of het haalbaar is je studie en je werk te combineren. Zorg ervoor dat je aan de minimale praktijkeisen van de opleiding kan beantwoorden. Dit vraagt soms goed overleg met je werkgever. Leerkrachten die reeds werken in het onderwijsniveau waarvoor ze een diploma willen behalen, kunnen hun stage doen in de eigen school/ klas. Zij moeten echter goed overleggen met hun directeur zodat ze aan de verwachtingen van de opleiding kunnen voldoen. Je kan het inschrijvingsgeld gedeeltelijk betalen met opleidingscheques. Je vraagt deze aan bij de VDAB.

7. Instromen in de opleiding Deze opleiding is gericht op volwassenen en niet op de student die na zijn studies secundair onderwijs naar het hoger onderwijs gaat. Het gevolg hiervan is dat de achtergrond van onze studenten zeer divers is. We bieden daarom verschillende modeltrajecten aan die rekening houden met ieders vooropleiding. Vooropleiding Secundair onderwijs Professionele Bachelor/ Academische Bachelor / Master Bachelor + SLO Bachelor Leraar / Academische Bachelor of Master die ervoor kiest om leraar secundair onderwijs te worden in zijn vak en in een tweede vak / Master + SLO Bachelor Leraar Secundair Onderwijs die kiest voor een extra vak

Modeltraject 1 2

Aantal studiepunten 180 SP +/- 115 SP

Aantal opleidingsjaren 4 3

3 4

+/- 100 SP +/- 80 SP

3 2

5

+/- 40 SP

2

Studenten kunnen naast deze modeltrajecten een bijkomende vraag stellen naar studietijdvermindering door het inzetten van EVK (elders verworven kwalificaties) en/of EVC (eerder verworven competenties). Dit kan leiden tot een persoonlijk traject.



11

Schematisch ziet het instroombeleid van de opleiding er als volgt uit: Kandidaat student

Zonder diploma secundair onderwijs

Toelatingsproef Hoger Onderwijs Info/aanmelding: www.khlim.be  Toekomstige studenten  Toelatingsonderzoek

Enkel met diploma secundair onderwijs

Volledig studieprogramma van 180 SP = Modeltraject 1

Naast diploma SO ook andere diploma’s of creditbewijzen (uit onafgewerkte studies)

Studieduurverkorting via EVK: Op basis van Eerder Verworven Kwalificaties kunnen vrijstellingen aangevraagd worden. Modeltrajecten 2, 3, 4 en 5 bieden een specifiek programma aan op basis van een behaald diploma. Ook met een gedeeltelijk afgelegde opleiding kan je in aanmerking komen voor vrijstellingen. Een aanvraag doe je door een dossier samen te stellen, waarin je aantoont dat je reeds behaalde kwalificatie overeenkomt met de inhoud van het betreffende opleidingsonderdeel.

Studieduurverkorting via EVC: EVC staat voor ‘Eerder Verworven Competenties’. Een competentie is het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waardoor iemand in staat is effectief en kwaliteitsvol te presteren in een bepaalde functie of rol. Mensen verwerven competenties ook buiten de hogeschool of universiteit. Bijvoorbeeld via een job, vrijwilligerswerk… Deze competenties zijn misschien gelijk aan bepaalde competenties van de opleiding. In dat geval kunnen deze als eerder verworven competenties erkend worden en leiden tot vrijstellingen voor deze delen van de opleiding. Een EVC-procedure moet strikt gevolgd worden en is een onderzoek waarvoor de kandidaat moet betalen. In onze opleiding is het in aanloop van het academiejaar 2014-2015 enkel mogelijk om een EVCprocedure aan te vatten voor de volgende competenties: - het geheel van startcompetenties bachelor (zie programma instroomjaar) Behaalde EVC’s kunnen een vrijstelling opleveren binnen het programma van het instroomjaar.

12



8. Het opleidingstraject Het volledige opleidingsprogramma wordt hieronder weergegeven. Het onderstaande programma komt overeen met Modeltraject 1, het traject zonder vrijstellingen. Waaruit de verschillende modeltrajecten bestaan, vind je verderop in de studiegids (III. Opleidingsprogramma KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten). Instroomjaar (44 SP) 

Startcompetenties bachelor: taalcompetentie, cognitieve en metacognitieve vaardigheden, informatie verwerven en verwerken, ervaringsleren (12 SP) Praktijkverkenning en onderwijsassistent (5 SP) Vraagstukken over opvoeding (3 SP) De leraar als teamlid en als partner van ouders: communicatie (3 SP) De leraar als cultuurparticipant (3 SP) De leraar als lid van de (onderwijs)gemeenschap: omgaan met diversiteit (3 SP) Christen zijn vandaag, leraar worden in een katholieke school, omgaan met levensvragen (RZL) (3 SP) Oriëntering op onderwijsvak 1 deel 1 (3 SP) Oriëntering op onderwijsvak 1 deel 2 (3 SP) Oriëntering op onderwijsvak 2 deel 1 (3 SP) Oriëntering op onderwijsvak 2 deel 2 (3 SP)

          ste

1

    de

2

   

Bachelor (46 SP) Inhoudelijke expert en onderwijsvaardigheden van alle vakgebieden (27 SP) Praktijk deel 1 (werkplekleren en stage): observeren, meedoen en zelf lesgeven in de praktijk (7 SP) Reflectief leren: eigen praktijktraject ontwikkelen, kritisch kijken naar zichzelf en leren aan ervaring (3 SP) Leren en ontwikkelen: basiskennis en basisvaardigheden pedagogie, leer- en ontwikkelingspsychologie (3 + 6 SP) Bachelor (46 SP) Inhoudelijke expert en onderwijsvaardigheden van alle vakgebieden (30 SP) Praktijk deel 2 (werkplekleren en stage): observeren, meedoen en zelf lesgeven in de praktijk (7 SP) Praktijkinnovatie: in een projectgroep een gezamenlijk praktijkproject ontwikkelen (6 SP) Leren en ontwikkelen: verdieping van de basiskennis en basisvaardigheden pedagogie, leer- en ontwikkelingspsychologie (3 SP)

Afstudeerjaar (44 SP)    

Werkplekleren (20 SP) Zorgbreed werken in een zorgzame school (5 SP) Bachelorproef (6 SP) Uitdieping en vervolmaking: keuzesessies, keuzeopdrachten (13 SP)



13

II

AANVULLINGEN ONDERWIJSREGELING EN EXAMENREGLEMENT

Voor het gemeenschappelijke “Onderwijs- en Examenreglement 2014-2015” van KHLimKHLeuven-Groep T (kortweg: “OER 2014-2015”) verwijzen we naar de website van de KHLim: www.khlim.be. Dit “OER 2014-2015” is de basis. Daarnaast zijn er specifieke beslissingen die de opleiding maakte. Hieronder staan deze regelingen. Waar nodig verwijzen we naar de paragraaf in het “OER 2014-2015”.

1. Algemeen De KHLim Next Lerarenopleiding BaSO biedt de mogelijkheid voor volwassenen en werkstudenten om Bachelor Leraar in het Secundair Onderwijs te worden. Kandidaat leraars secundair onderwijs kiezen voor 2 onderwijsvakken die in onderstaande tabel niet in dezelfde kolom staan (onder voorbehoud van voldoende inschrijvingen). Nederlands

Frans

Wiskunde

Geschiedenis

Aardrijkskunde

Biologie

Godsdienst

Engels

PAV

De KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten BaSO wil zo goed als kan aansluiten bij de persoonlijke context van studenten, zowel rekening houdend met de vooropleiding als met de persoonlijke werken leefsituatie van studenten. We opteren ervoor om dit te doen door flexibiliteit structureel in te bouwen in de opleiding en te werken met een aantal heldere principes. Principes van de KHLim Next Lerarenopleiding BaSO

14



We bieden standaard 5 modeltrajecten aan die rekening houden met de vooropleiding van studenten.



Een EVK die wordt erkend, betekent dat de student deze competenties bezit en dus kan inzetten in diverse (praktijk)situaties.



EVC-onderzoek voor instromers maakt het mogelijk dat sterke kandidaten uit Modeltraject 1 toch de opleiding in 3 jaar kunnen afwerken.



We bieden de mogelijkheid om de praktijk en de opleidingsonderdelen van het instroomjaar doorheen de opleiding gespreid op te nemen.



De 3 examenperiodes januari, juni en september willen we allemaal als volwaardige de kansen zien (september wordt dus niet gebrandmerkt als een 2 zit na falen).



In principe is spreiding mogelijk voor alle opleidingsonderdelen, behalve voor de de praktijk (geen 2 zit voor praktijk).



De praktijk moet afgerond zijn voor de praktijkevaluatie in juni. Studenten die geslaagd zijn voor de meeste opleidingsonderdelen maar niet voor praktijk kunnen, bij gunstig advies van de evaluatiecommissie, praktijk meenemen naar een volgend academiejaar.





Slagen voor Startcompetenties (12 SP) in het instroomjaar is een voorwaarde om ste door te stromen naar de 1 bachelor. Niet slagen voor de Praktijkverkenning (5 SP) in het instroomjaar betekent een negatief advies om de studies verder te zetten.



Als opleiding(svariant) binnen de Katholieke Hogeschool Limburg houdt de KHLim Next lerarenopleiding BaSO zich aan het Onderwijs- en Examenreglement KHLimKHLeuven-Groep T 2014-2015. Dit vind je op www.khlim.be > Studenten > Examenreglement (onder het kopje “Praktisch”). Informatie over de werking van de ombudsdienst en voortijdig uitschrijven vind je ook daar (respectievelijk onder de kopjes “Begeleiding op je KHLim-tocht” en “Praktisch”).

2. ECTS en volgtijdelijkheid (OER 2014-2015 § 4.2.) Per opleidingsonderdeel werd binnen de KHLim Next lerarenopleiding een ECTS-fiche opgesteld (European Credit Transfer System). Hierin vind je steeds minimaal volgende informatie terug: - Doelstellingen (gelinkt aan de te bereiken competenties en de concretisering ervan) - Begintermen - Inhoud - Studiemateriaal - Toelichting werkvorm - Toelichting evaluatie Onder competenties verstaan wij in de opleiding:  

Een competentie verwijst naar wat een student moet kunnen inzetten in de beroepspraktijk Een competentie is een samengaan van kennis, vaardigheden en attitudes die in een reële praktijksituatie kunnen getoond worden (transfer is hier belangrijk)

De toetsing van een competentie benadert zo zuiver mogelijk de verwachte competentie. De gedragsindicatoren en evaluatie omschreven op de ECTS-fiche geven aan hoe een student moet bewijzen dat de competenties zijn behaald. Op de ECTS-fiche van elk opleidingsonderdeel vind je de volgtijdelijkheidsvoorwaarden vermeld.

3. EVK – EVC (OER 2014-2015 § 5.2.) 3.1 EVK-procedure De opleiding vangt de EVK-aanvragen op door haar modeltrajecten. Deze EVK’s worden (h)erkend bij de inschrijving. De student brengt zo snel mogelijk een kopie van zijn diploma binnen als wettiging van zijn inschrijving in het modeltraject. Daarnaast kunnen studenten, op basis van een EVK-aanvraag, (bijkomende) aanvragen doen voor vrijstellingen bovenop een modeltraject.



15

Modeltrajecten

Andere

Bachelor / Master behaald: vrijstellingspakket van +/- 60 SP = Modeltraject 2

Diploma SO + SLO:

Bachelor + SLO: vrijstellingspakket van +/- 75 SP = Modeltraject 3

BaNaBa BuO/Zorg:

vrijstellingspakket van 26 SP: Startcompetenties (12 SP) Praktijkverkenning en onderwijsassistent (5 SP) Vraagstukken over opvoeding (3 SP) Communicatie (3 SP) Diversiteit (3 SP)

EVK voor:

-

Zorgbreed werken in een zorgzame school (5 SP)

Reeds Bachelor Leraar: Vrijstellingspakket van 100 SP = Modeltraject 4 Reeds Bachelor Leraar SO: Vrijstellingspakket van 140 SP = Modeltraject 5

Min. 60 SP credits behaald aan lerarenopleiding of andere opleiding hogeronderwijs (met een verband met de huidige opleiding) -

-

Volledige vrijstelling van het Instroomjaar SP tellen en altijd zoeken naar een coherent programma: indien mogelijk aansluiten bij een leergroep (Reflectief leren) + zoveel mogelijk aansluiten bij 1ste en 2de bachelor.

Bij EVK’s die bovenop een modeltraject gegeven worden dient de student rekening te houden met de volgende aandachtspunten: 







Houd rekening met het aantal studiepunten in het reeds ingebouwde vrijstellingspakket van het modeltraject. Het is niet mogelijk om meer SP vrijgesteld te krijgen dan de grootte van de oorspronkelijk behaalde EVK. Een vrijstelling houdt in dat de competenties van het opleidingsonderdeel verworven geacht worden. In onze praktijkgerichte opleiding kan een vrijstelling nooit ingeroepen worden als reden om in de praktijk deze competenties niet te tonen. Een aanvraag tot vrijstelling veronderstelt zicht op mogelijke overeenkomsten tussen vroeger gevolgde programma’s en nieuwe opleidingsonderdelen. De ECTS-fiches en een gesprek met de docent kunnen hierin verhelderend zijn. EVK’s kunnen aangevraagd worden tot en met 15 november voor vakken uit semester 1 en tot en met 1 maart voor vakken uit semester 2.

De aanvraagprocedure bestaat uit 5 stappen: Stap 1: Anvraag a. Aanvraagbrief/-mail met daarin: i. naam, adres, telefoon/gsm-nummer van aanvrager ii. een schets van de beginsituatie: a. naam, adres van opleidingsinstituut waar vorige opleiding gevolgd werd b. benaming van de opleiding c. situering in de tijd d. behaald diploma of behaalde creditbewijzen a. Bijlagen: i. Kopie van rapporten of afschrift van het diploma, als wettiging voor de aanvraag ii. Overzichtstabel: Naam opleidingsonderdeel vorige opleiding

16


SP

Naam opleidingsonderdelen KHLim Next LER BaSO

SP


iii. Een formele beknopte inhoudsopgave van de relevante opleidingsonderdelen uit de gevolgde opleiding (of studiegids, met een expliciete verwijzing naar de pagina’s waarop de betrokken onderdelen duidelijk gemarkeerd worden) Stap 2: Afspraak met trajectbegeleider De student maakt een afspraak met de trajectbegeleider. Het gesprek is erop gericht om de aanvraag precies in te schatten en bijkomende info te verwerven bij de schriftelijke aanvraag. Stap 3: Onderzoek van de aanvraag Als het dossier volledig is, onderzoekt de trajectbegeleider de aanvraag en wint zo nodig bijkomend advies in (bv. van vakdeskundigen). Stap 4: Meedelen van de beslissing De trajectbegeleider neemt contact op ten laatste 10 dagen na het gesprek en deelt de beslissing van de vrijstellingsaanvraag mee. Stap 5: Aanpassen van het opleidingsprogramma De student neemt contact op met de opleidingssecretaris om het nieuwe inschrijvingsprogramma te ondertekenen.

3.2. EVC-procedure De KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten richt sinds 2010 ook jaarlijks een EVC-onderzoek in. Daarin kunnen kandidaten die van oordeel zijn dat ze over competenties voor het hoger onderwijs beschikken, deze laten onderzoeken in een bekwaamheidsonderzoek. Hierbij wordt het volgende stappenplan gevolgd: Stap 1: Informatie Stap 2: Heb ik EVK's? Stap 3: Intake EVC Stap 4: Assessment EVC Stap 5: Beoordeling Stap 6: Uitreiking bewijzen van bekwaamheid en nazorg Stap 1: Informatie Wanneer je eraan denkt vrijstellingen aan te vragen, kan je beschikken over de volgende informatiebronnen: - infoavond - documenten verdeeld en toegelicht op de infoavond: 1. Handleiding EVC & Hand-outs van PowerPointpresentatie 2. 'Bewijs je bekwaamheid' (Ministerie van Vlaamse Gemeenschap) & 'Studeren kan flexibeler' (Associatie KULeuven) 3. Modeltrajecten in KHLim Next LER BaSO 4. EVK-beleid in KHLim Next LER BaSO: aanvraagprocedure - een begeleider die je wegwijs maakt doorheen het hele EVK/ EVC-proces: een hulp bij het aanvragen, bij het beslissen om al dan niet de EVC-procedure op te starten, bij het uittekenen van het opleidingstraject... Stap 2: Heb ik EVK's? Om vrijstellingen aan te vragen op basis van wat je reeds behaalde aan credits, diploma's, attesten... doorloop je de EVK-aanvraagprocedure.



17

Daarin wordt duidelijk gemaakt dat je een aanvraagdossier dient samen te stellen. Ook de verdere stappen staan daarin beschreven. Het is belangrijk om eerst goed na te gaan of je eerder verworven kwalificaties hebt. Indien je geen EVK's kan laten erkennen door de opleiding, kan je overwegen om de volgende stap te zetten: nl. het opstarten van een EVC-procedure. Stap 3: Intake EVC Wanneer je allerlei ervaringen hebt opgedaan als kinderverzorgster in een kleuterklas of wanneer je bij het lezen van de competentielijst jezelf en je eigen bekwaamheden herkent, zoals je die in je (vrijwilligers)werk hebt moeten inzetten, kan je beslissen een EVC-procedure op te starten. De Lerarenopleiding aan de Katholieke Hogeschool Limburg is opgebouwd rond het verwerven en verder ontwikkelen van competenties. Deze beschrijven, in opvolging van de decretaal bepaalde basiscompetenties van de leraar, welke kennis, attitudes, vaardigheden... studenten doorheen hun opleiding leren beheersen en inzetten. Sinds 2010 is het mogelijk om vóór de aanvang van de opleiding aan te tonen dat je enkele van deze competenties reeds verworven hebt. Jouw competenties die ook erkend worden in het EVConderzoek krijg je in je opleiding vrijgesteld. In sommige gevallen kan dit ook een studieduurverkorting opleveren. De EVC-procedure start met een intakegesprek. Dit gesprek helpt je om tot een goede beslissing te komen over verder te nemen stappen: is de EVC-procedure iets voor jou ? Voor welke competenties loont het de moeite om je te laten testen ?... Het intakegesprek zal je hebben met je EVC-begeleider. Als voorbereiding van het gesprek vul je de Quickscan EVC/ EVK in. In die quickscan probeer je zelf in te schatten in hoeverre je de competenties reeds verworven hebt en in welke context deze competenties zich hebben kunnen ontwikkelen. Dit document zal de basis van het intakegesprek vormen. Je bezorgt het vooraf aan je EVC-begeleider. In het intakegesprek zal je begeleider een advies formuleren i.v.m. het al dan niet opstarten van een EVC-procedure. Na het intakegesprek beslis je echter zelf of je je wil inschrijven. De EVC-begeleider zal op basis van de competenties die je wil laten onderzoeken de kosten aanvullen. Eens je betaald hebt, kan je aan de begeleidingssessies en toetsen deelnemen. Afhankelijk van de toetsing zal de prijs variëren van €50 tot €150. Indien je meerdere competenties laat testen, loopt dit bedrag natuurlijk op. Wanneer je achteraf inschrijft voor de opleiding aan de KHLim, krijg je 20 % van dit bedrag terugbetaald in de vorm van korting op je inschrijvingsgeld. Naast de tarieven voor de toetsen, betaal je een vaste administratieve kost van €55. Je kan je voor de EVC-procedure inschrijven tot uiterlijk 15 mei als je de opleiding wil starten in september. Stap 4: Assessment EVC Eens je je hebt ingeschreven in de EVC-procedure en de kosten betaald zijn, kan je deelnemen aan de toetsen m.i.v. de begeleidingssessies (gezamenlijk en individueel). PORTFOLIO Een portfolio is een toetsvorm, waarbij je bewijsmateriaal zoekt voor elke competentie die je wil aantonen. In de portfolio-opdracht wordt je uitgelegd hoe je hiervoor te werk gaat. Bij de eerste begeleidingssessie ontvang je deze handleiding voor het samenstellen van het portfolio. De 4 begeleidingssessies zijn gericht op het samenstellen van het portfolio en de voorbereiding van het criteriumgericht interview waarin je jezelf ook in beeld moet brengen.

18



De kwaliteit van het bewijsmateriaal dat je aanlevert in je portfolio wordt getoetst op de volgende 5 aspecten: authenticiteit: is het materiaal het bewijs van jouw functioneren (en niet van collega's, het hele team, de organisatie...)? Maak dus duidelijk zichtbaar wat jouw bijdrage in de situatie was. actueel: weerspiegelt het bewijsmateriaal je huidige niveau van presteren? relevant: zegt het materiaal iets over de competentie die je wil aantonen? kwantiteit: verwijst het materiaal naar een voldoende lange periode van functioneren? Het gaat dus m.a.w. niet om eenmalige, korte activiteiten waar je een bepaalde competentie toonde, maar dergelijke activiteiten komen herhaaldelijk voor. variatie in contexten: zijn competenties in verschillende contexten zichtbaar geworden? Dit zegt iets over het transfervermogen. Het portfolio dient ten laatste op de eerste maandag van juli ingeleverd te zijn. Bij het indienen vraag je naar een ontvangstbewijs van het portfolio. CRITERIUMGERICHT INTERVIEW Het criteriumgericht interview wordt afgenomen door 2 assessoren die je portfolio met aandacht hebben doorgenomen. Zij zullen de bewijzen bevragen op de authenticiteit, actualiteit, relevantie, kwantiteit en variëteit. Je brengt jezelf ook in beeld door een presentatie. Na het interview schrijf je hierover nog een leerverslag. Ook hierop word je voorbereid tijdens de begeleidingssessies. Het criteriumgericht interview wordt afgenomen tijdens de eerste 2 weken van de derde examenperiode. Stap 5: Beoordeling De beoordeling gebeurt door 2 assessoren die onafhankelijk van elkaar de portfolio doornemen. Ze zijn beiden aanwezig bij het criteriumgericht interview. Voor de kennistoetsen worden tevens de docenten die titularis zijn van het vak ingeschakeld. Nadat de kandidaat alle toetsen waarvoor hij zich inschreef, heeft afgelegd, gaan de assessoren in overleg en spreken uit of de kandidaat bewezen heeft te beschikken over de competenties. De kandidaat wordt gecontacteerd door de EVC-begeleider. Stap 6: Uitreiking bewijzen van bekwaamheid en nazorg Na het vernemen van de beoordeling maakt de kandidaat een afspraak met de EVC-begeleider om te bespreken hoe zijn verdere traject er zou kunnen uitzien, indien hij zich wenst in te schrijven bij KHLim NEXT Lerarenopleiding BaSO. Indien hij geslaagd is, ontvangt hij voor het einde van het nieuwe academiejaar zijn behaalde bewijzen van bekwaamheid.



19

4. Evaluatie en examens 4.1. Examencommissie (OER 2014-2015 Artikel 115) en –ombudspersoon (OER 2014-2015 Artikel 106) In uitvoering van Art. 115 van het Onderwijs- en Examenreglement van de KHLim/ KHLeuven/ Groep T heeft het DMT LER ARK (het bevoegde orgaan bijv. DMT) de samenstelling van de examencommissie als volgt bepaald:

Voorzitter (stemgerechtigd): Eddy Exelmans 1

Secretaris (al dan niet stemgerechtigd ): Lieve De Wit Examenombuds (niet stemgerechtigd): Liesbeth Hendrikx 2

Leden (minstens 4, afhankelijk van de secretaris) : Véronique Punie, Reinoud Vandervelden, Mark Kuijpers, Anouck Gierts, Barbara De Graeve, Jan Coenegrachts

Plaatsvervangende leden: Marlies Cornelissen, Anneleen Vuurstaek, Miet Gielkens, Jeroen Vanesser, Tobias Frenssen De examencommissie komt samen op dinsdag 27 januari, op maandag 9 maart (3 SEM), op maandag 22 juni (afstudeerders), op dinsdag 23 juni en op vrijdag 4 september 2015. Wanneer studenten de examenombudspersoon nodig hebben, kunnen ze zich wenden tot Liesbeth Hendrikx (bureau in gebouw “de Ark”, [email protected] of 011 180400).

4.2. Examenregeling (OER 2014-2015 Artikel 92) en inhalen van examens (OER 2014-2015 Artikel 98) Het concrete examenrooster wordt en laatste 30 kalenderdagen vóór de aanvang van de examenperiode bekendgemaakt op Toledo > Virtueel loket > Planning. Van de eerste examenperiode worden de resultaten ter beschikking van de student gesteld max. 10 werkdagen na het einde van de examenperiode. Daarna kunnen studenten contact opnemen met hun docenten om de examens te kunnen inkijken, tenzij de docent een eigen regeling treft om de examens te bespreken. Er worden geen inhaalexamens georganiseerd. Als een student ziek is of om een andere reden een examen niet kan afleggen, kan hij gebruik maken van zijn tweede examenkans in september. Zijn eerste examenkans is dan voorbij. Hierop kan een uitzondering gemaakt worden bij mondelinge examens, op voorwaarde dat een student kan aansluiten bij een reeds 1

Art 121

2

Art 115

20

Het departement bepaalt welke leden van de examencommissie stemgerechtigd zijn. De examenombuds neemt aan de beraadslaging deel met raadgevende stem De examencommissie is respresentatief samengesteld. Zij bestaat uit ten minste zes stemgerechtigde leden



gepland ander examen of aanwezigheid van de docent. Voor (eventuele) deelexamens van januari wordt een inhaalexamen voorzien op het moment van het definitieve examen van het desbetreffende opleidingsonderdeel in juni.

4.3. Tolerantieregels en de gevolgen voor het samenstellen van een persoonlijk opleidingstraject (OER 2014-2015 § 1.14.) In navolging van art. 136 uit het OER 2014-2015 verwachten we van onze studenten dat ze voor de start van het nieuwe academiejaar aan de opleidingssecretaris bekendmaken wat ze met hun tolereerbare onvoldoendes zullen doen. Tolereerbare onvoldoendes zijn binnen KHLim Next lerarenopleiding BaSO: 8 of 9/20 (enkel in geval van voldoende tolerantiekrediet: zie rapport) behaald op alle opleidingsonderdelen, behalve: - Praktijkverkenning en onderwijsassistent (Instroomjaar)

- Oriëntering op onderwijsvak 1 deel 1 (Instroomjaar) - Oriëntering op onderwijsvak 1 deel 2 (Instroomjaar) - Oriëntering op onderwijsvak 2 deel 1 (Instroomjaar) - Oriëntering op onderwijsvak 2 deel 2 (Instroomjaar) - Leren en ontwikkelen deel 1 (1 BaSO) - Praktijk – Deel 1 (1BaSO) - Praktijk en Reflectief leren (1 BaSO, MDT 5) - Inhoudelijk expert deel 1 (1 BaSO) - Inhoudelijk expert deel 2 (1 BaSO) - Onderwijsvaardigheden deel 1 (1 BaSO) - Praktijk – Deel 2 (2 BaSO) - Werkplekleren (Afstudeerjaar) Er zijn verschillende mogelijkheden en beperkingen: JUNI Tolereerbare onvoldoende Niet-tolereerbare onvoldoende

Sterk aanbevolen: de 2 examenkans* opnemen in zittijd augustus/ september de

2 examenkans* opnemen in zittijd augustus/ september

* Het eerder behaalde resultaat (8 of 9) voor het opleidingsonderdeel blijft behouden als het hoger is dan het resultaat behaald bij de 2de examenkans (OER 2014-2015 Artikel 135).

SEPTEMBER

Tolereerbare onvoldoende Niet-tolereerbare onvoldoende

Tolerantie inzetten (= behoud van tolereerbare onvoldoende) Info zie OER 2014-2015 Artikel 137 ONMOGELIJK

Geen tolerantie inzetten (= opleidingsonderdeel opnieuw afleggen) Herinschrijven (= bissen) in 2015-2016

Herinschrijven in later academiejaar (Let op voor volgtijdelijkheid !)

Binnen deze opleiding is geen tolerantie mogelijk voor de hoger vermelde opleidingsonderdelen (zie alinea 2). Daarnaast mag er slechts 1 tolereerbare onvoldoende ste de voorkomen binnen eenzelfde vakgebied van de 1 en/of de 2 Bachelor; het gaat hierbij om volgende groepen opleidingsonderdelen: m.b.t. de zelf gekozen onderwijsvakken: - Inhoudelijke expert van eenzelfde onderwijsvak - Onderwijsvaardigheden van eenzelfde onderwijsvak



21

m.b.t. de gemeenschappelijke domeinen: - Leren en ontwikkelen, Reflectief Leren, Praktijkinnovatie In uitzonderlijke omstandigheden kan de examencommissie een individuele student toestemming geven om een opleidingsonderdeel vervroegd af te leggen (zie ook praktijk). Binnen een diplomacontract vormen Praktijk, Reflectief Leren en Onderwijsvaardigheden steeds een samengaand geheel. D.w.z. dat ze samen opgenomen worden in een inschrijvingsprogramma, tenzij een van de opleidingsonderdelen reeds met vrucht werd afgelegd. Het al dan niet mogelijk zijn van een examencontract moet steeds met de trajectbegeleider bekeken worden.

5. Praktijk 5.1. Werkplekleren en voorwaarden deelname praktijkassessment Leren in en door de praktijk noemen we werkpekleren. Dit houdt in dat je minimum een halve dag per week of één dag per veertien dagen in de stageschool bent. In totaal komt dat dus neer op 2 dagen voor de herfstvakantie en 3 dagen in de periode tussen de herfstvakantie en de kerstvakantie. Tussen de krokusvakantie en de paasvakantie ben je 3 dagen op de stageschool en tussen Pasen en de stage nog 2 dagen. Studenten in 2 BaSO NEXT doen voor de stage in mei begint een equivalent van 10 hele dagen werkplekleren. Je plant dit werkplekleren in samenspraak met je mentor. Dit mag met halve dagen, hele dagen of een combinatie. Er mag zelfs een blokje van meerdere dagen in zitten. Zorg voor een goede spreiding! Het werkplekleren wordt gepland in samenspraak met de mentor. Volgende principes zijn daarbij van belang:  Gericht op leren (niet op afwerken van opdrachten)  Zelfsturing (eigen leerdoelen)  Geleidelijkheid (haalbare en uitdagende stappen)  Ervaringsleren (reflectie) Het is steeds de verantwoordelijkheid van de student om duidelijke afspraken te maken met de stageschool en ervoor te zorgen dat aan de praktijkeisen van de opleiding voldaan wordt. Zonder contract met een werkplek of stageschool is het niet zinvol om de opleiding verder te zetten. De student krijgt tot 22 oktober om dit in orde te maken. Wanneer dit niet in orde is na deze datum, kan de student het OPO van de praktijk niet meer opnemen in zijn contract van 2014-2015. Studenten hebben de vrijheid om meer dagen werkplekleren te doen, indien ze de stageovereenkomst aanpassen. De werkplekgegevens worden bijgehouden in SIS, een online-databestand. De student zorgt ervoor dat deze gegevens steeds up-to-date zijn. De docenten moeten de stageschool steeds kunnen contacteren. Wanneer dit niet in orde is, gaat de opleiding ervan uit dat de student niet in orde is voor werkplekleren. Niet in orde zijn voor werkplekleren, kan leiden tot het niet kunnen beoordeeld worden voor praktijk. Op het rapport wordt dit ook zo aangegeven.

22



5.2. Kiezen van een stageschool Studenten kiezen zelf hun stageschool. Zij moeten ermee rekening houden dat ze gedurende de verschillende opleidingsjaren in contact komen met diverse praktijksituaties. Dit betekent:  Studenten kiezen ieder opleidingsjaar voor een andere school;  Studenten kiezen in hun eerste jaar liefst voor de eerste graad ASO, TSO, BSO, KSO. Het tweede jaar worden praktijkervaringen opgedaan in hogere graden en/of andere onderwijstypes;  Studenten kunnen enkel in het afstudeerjaar stage doen in het Buitengewoon Onderwijs. Studenten die al leraar zijn en slechts 2 jaar opleiding volgen kunnen dus geen stage doen in het Buitengewoon Onderwijs;  Studenten kunnen stage doen op de school waar ze werkzaam zijn, op voorwaarde dat ze aan de praktijkeisen van de opleiding kunnen voldoen;  We zijn een lerarenopleiding van een katholieke hogeschool. Wij staan voor een christelijk geïnspireerd en katholiek opvoedingsproject. De student wordt uitgenodigd om praktijk te doen in scholen die met onze lerarenopleiding een samenwerkingscontract aangingen en zo mee het opvoedingsproject onderschrijven. Door omstandigheden kiest de student soms voor een school met een ander opvoedingsproject. Vanuit onze visie op diversiteit kan dit.

5.3. Volgtijdelijkheid en bissen praktijk SAMENHANG PRAKTIJK, REFLECTIEF LEREN EN ONDERWIJSVAARDIGHEDEN Binnen een diplomacontract vormen Praktijk, Reflectief Leren en Onderwijsvaardigheden steeds een samengaand geheel. D.w.z. dat ze samen opgenomen worden in een inschrijvingsprogramma, tenzij een van de opleidingsonderdelen reeds met vrucht werd afgelegd. In uitzonderlijke omstandigheden kan de examencommissie een individuele student toestemming geven om een opleidingsonderdeel vervroegd af te leggen. VERKORT TRAJECT VERSUS PRAKTIJKVERKENNING INSTROOMJAAR Studenten die in een verkort traject zitten en de praktijkverkenning van het instroomjaar (9SP) moeten afleggen in een ander jaar, doen dit bij voorkeur in het eerste jaar ste (1 Bachelor). Dit betekent dat de student i.p.v. een halve dag per week een hele dag per week werkplekleren doet. Dit is duidelijk zichtbaar op de stageovereenkomst en in het logboek dat de student bijhoudt. BISSEN VOOR HET OPLEIDINGSONDERDEEL ‘PRAKTIJK’ We onderscheiden 2 categorieën van bisstudenten ‘praktijk’: a) studenten die met een 9/20 moeten bissen b) studenten die met een 8/20 of minder moeten bissen Studenten die het opleidingsonderdeel ‘praktijk’ moeten bissen omdat ze een 9/20 behaalden op het opleidingsonderdeel ‘praktijk’, kunnen bij de praktijkverantwoordelijke een



23

gemotiveerde aanvraag doen om ‘praktijk’ vervroegd af te leggen in januari. Indien ze in januari geslaagd zijn, kunnen ze aansluitend het volgende opleidingsonderdeel ‘praktijk’ opnemen. De examencommissie geeft deze toestemming enkel op basis van een gunstig advies, door praktijkbegeleider en docenten geformuleerd tijdens de praktijkevaluatie, en enkel indien aan volgende voorwaarden voldaan wordt: 1. De student is voor alle andere OPO’s geslaagd. 2. De student heeft het werkplekleren verder ‘volledig’ gedaan en is niet zonder overleg afgeweken van de noodzakelijk te presteren dagen voor praktijk. Dat betekent dus dat het kan gebeuren dat: - een student met een 9 én geen enkel onvoldoende op een OPO, toch GEEN gunstig advies krijgt; - dat het advies van de praktijkdeliberatie uitgesteld van kracht gaat na het afleggen van de tweede zit. LET OP Een student die in januari NIET slaagt voor dit vervroegd traject valt onder artikel 80 (OER 2014-2015).

5.4. Beoordeling praktijk Al de praktijkonderdelen (werkplekleren en stage) moeten afgerond zijn vóór de praktijkevaluaties. Dit is een voorwaarde om te slagen voor praktijk. Er is geen 2de zit voorzien voor praktijk. Het praktijkassessment vindt plaats tijdens het doorgroeigesprek/ uitgroeigesprek op de stageschool. 

Als voorbereiding van dit assessment gebruikt de praktijkbegeleider de stagemap, het observatieverslag van de docent waarin de competenties werden geobserveerd, het evaluatieverslag van de stageschool waar het resultaat van het leerproces van de student wordt beschreven en de zelfevaluatie van de student. Via een criteriumgericht interview (doorgroeigesprek) met de mentor, de student en de praktijkbegeleider wordt de inhoud en het niveau van de behaalde competenties bepaald.



Tijdens het praktijkassessment (in de KHLim) worden naast de stagemap max.3 documenten gebruikt en besproken (het zelfevaluatieverslag van de student, het evaluatieverslag van de stageschool en het observatieverslag van de opleiding). Deze documenten worden door de opleiding ter beschikking gesteld, enkel deze kunnen gebruikt worden. De stagemap is ten laatste 4 dagen na het beëindigen van de stage aanwezig in het opleidingsinstituut.



Het cijfer voor het opleidingsonderdeel praktijk wordt vastgelegd tijdens de praktijkevaluatie waar alle betrokken docenten aanwezig zijn. De praktijkbegeleider doet een voorstel van beoordelingscategorie op basis van de synthese van het praktijkassessment.

Er is geen tweede zittijd mogelijk voor praktijk.

24



BEOORDELINGSCATEGORIEËN EINDEVALUATIE PRAKTIJK Volstrekt onvoldoende: problematische en overduidelijke tekorten met onvoldoende perspectief voor verbetering

CIJFER /20 <7

Onvoldoende: de student is nog niet klaar om een volgende fase van de opleiding aan te vatten. Dit uit zich in één zwaar tekort of verschillende lichte tekorten waaraan onvoldoende werd gewerkt.

7-8

Voldoet net niet: er is veel twijfel of deze student de nodige praktijkcompetenties heeft verworven om een volgende fase aan te vatten.

9

Voldoet nipt: de student moet nog groeien maar het geloof in ontwikkeling is er. Er zijn een aantal lichte tekortkomingen of er was een zware tekortkoming maar er is aan gewerkt met resultaat.

10-11

In orde: de student voldoet. Er zijn geen ernstige tekorten maar ook geen opvallende uitschieters. Werkpunten werden met resultaat opgevolgd .

12

Dat overtuigt: de student heeft het prima gedaan, er zijn geen belangrijke bedenkingen en als die er waren worden ze gecompenseerd door eigenschappen die zich boven het gemiddelde situeren.

13

Deze student onderscheidt zich wegens ……………………..…….( moet benoemd worden); er werden geen tekorten vastgesteld.

14-15

Deze student onderscheidt zich op meerdere vlakken overduidelijk……………………………………………………………………(moet benoemd worden); er werden geen tekorten vastgesteld

16-17

Uitstekend: de student onderscheidt zich op alle competenties

18-19

6. Toekennen van graad van verdienste (OER 2014-2015 Artikel 126) De berekening vindt plaats op de volgende opleidingsonderdelen: voor Modeltraject 1, 2 en 3: alle opleidingsonderdelen uit de 2de Bachelor én het Afstudeerjaar voor Modeltraject 4 en 5: alle opleidingsonderdelen uit de 2de Bachelor

7. Aanrekening extra studiekosten Studenten krijgen eenmaal per jaar een forfaitaire rekening thuis toegestuurd. Hierin worden extra studiekosten en administratieve kosten aangerekend.



25

III

OPLEIDINGSPROGRAMMA KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten:

MDT 1

MDT 2

MDT 3

MDT 4

MDT 5

Startcompetenties Bachelor

12 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

Praktijkverkenning en onderwijsassistent

5 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

Vraagstukken over opvoeding

3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

De leraar als teamlid en als partner van ouders: communicatie

3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

De leraar als cultuurparticipant

3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

De leraar als lid van de (onderwijs)gemeenschap: omgaan met diversiteit

3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

Christen zijn vandaag, leraar worden in een katholieke school, omgaan met levensvragen (RZL)

3 SP

*

*

*

*

Oriëntering op onderwijsvak 1 deel 1

3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK


3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK


3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK


3 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

Opleidingsonderdelen Instroomjaar

26



Legende: EVK = gecoverd via EVK * = wordt in overleg met de trajectbegeleiding vastgelegd

Leraar in het Secundair Onderwijs

MDT 2

MDT 3

MDT 4

MDT 5

Leren en Ontwikkelen deel 3

3 SP

3 SP

3 SP

EVK

EVK

Vak 1: Inhoudelijk expert Deel 3

4 SP

4 SP

4 SP

4 SP

4 SP


4 SP

4 SP

4 SP

4 SP

4 SP

Vak 1: Onderwijsvaardigheden Deel 2

7 SP

7 SP

7 SP

7 SP

7 SP


4 SP

4 SP

4 SP

4 SP

EVK


4 SP

4 SP

4 SP

4 SP

EVK

Vak 2: Onderwijsvaardigheden Deel 2

7 SP

7 SP

7 SP

7 SP

EVK

Praktijkinnovatie

6 SP

6 SP

6 SP

6 SP

3 SP

Praktijk - Deel 2

7 SP

7 SP

7 SP

7 SP

4 SP

MDT 1

MDT 2

MDT 3

MDT 4

MDT 5

Werkplekleren

20 SP

11 SP

5 SP

EVK

EVK

Zorgbreed werken in een zorgzame school

5 SP

5 SP

5 SP

EVK

EVK

Bachelorproef

6 SP

EVK

EVK

EVK

EVK

Uitdieping en vervolmaking inhoudelijke expertise

13 SP

6 SP

3 SP

EVK

EVK

Bachelor

Opleidingsonderdelen Afstudeerjaar

Opmerking m.b.t. het bijzonder traject “CDSL” BEGINTERMEN 1. CDSL kan enkel in het afstudeerjaar opgenomen worden. 2. CDSL kan enkel door studenten opgenomen worden, die in de voorafgaande opleidingsfase minstens 12/20 voor stage gescoord hebben.



27

Legende: EVK = gecoverd via EVK * = wordt in overleg met de trajectbegeleiding vastgelegd

MDT 1

Opleidingsonderdelen 2de

IV

ECTS-fiches

Voor elk opleidingsonderdeel is een ECTS-fiche opgesteld volgens het European Credit Transfer System. Van de volgende domeinen vind je een of meerdere ECTS-fiches terug (in de online programmagids op de KHLim-website: http://onderwijsaanbod.khlim.be/opleidingen/n/CQ_51846451.htm ):

Instroomjaar 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Startcompetenties Bachelor Praktijkverkenning en Onderwijsassistent Vraagstukken over opvoeding en onderwijs De leraar als cultuurparticipant De leraar als teamlid en als partner van ouders: communicatie De leraar als lid van de (onderwijs)gemeenschap: omgaan met diversiteit Christen zijn vandaag en leraar worden in een katholieke school, omgaan met levensvragen (RZL) 8. Oriëntering op… Onderwijsvakken deel 1 en deel 2

1ste Bachelor en 2de Bachelor 9. 10. 11. 12.

Leren en ontwikkelen Reflectief Leren (1 BaSO) Praktijkinnovatie (2 BaSO) Praktijk deel 1 en deel 2

Onderwijsvakken 1. Aardrijkskunde 3. Engels 5. Geschiedenis 7. Nederlands 9. Wiskunde

2. Biologie 4. Frans 6. Godsdienst 8. PAV

Afstudeerjaar: 13. 14. 15. 16.

28

Werkplekleren Zorgbreed werken in een zorgzame school Bachelorproef Uitdieping en vervolmaking inhoudelijke expertise



Studiegids. KHLim Next Lerarenopleiding voor volwassenen en werkstudenten BaSO Instroomjaar 1 ste Bachelor 2 de Bachelor Afstudeerjaar

Recommend Documents