Studiegids Academie voor Popcultuur 2011-2012
Inhoudsopgaaf 1 Voorwoord
3 8.5 School Medezeggenschapsraad (SMR)
2 Omschrijving van het onderwijs 2.1 Missie 2.2 Ontwikkelingen in het werkveld 2.3 De arbeidsmarkt voor popcultuur 2.4 Strategische plannen in de komende jaren
3 Onderwijskundige opzet
7 7
46
8.6 Opleidingscommissie
47
9 Huisregels
49
12
9.1 Toegang, orde en netheid
49
13
9.2 Roken, drank en drugsgebruik in en rond het gebouw
49
18
9.3 PSU-m (Persoonlijke Student Uitrusting - muzikanten)
50
9.4PSU-v(Persoonlijke Student Uitrusting - vormgeving)
75
23
10 Faciliteiten
75
3.1 Het algemene lesprogramma
24
3.2 Studieloopbaanbegeleiding
27
10.1 Openingstijden van het gebouw
55
3.3 Major-minorstructuur, specialisaties en vrije keuze en individuele profilering
29
10.2 Kopieren en printen
55
3.4 Beoordeling en keuze competenties voor individuele profilering
31
10.3 Uitleenapperatuur aan studenten
55
3.5 Voltijd, deeltijd en duaal
33
10.4 Helpdesk
60
10.5 Mediatheek
60
10.6 Decanaat
60
10.7 Catering
62
4 Studieinformatie
37
4.1 Studentenstatuut
37
4.2 Examenregeling
37
4.3 Onderwijsregeling
37
11 Kosten van de opleiding en bijkomende kosten
65
4.4 Examencommissie
38
11.1 Lokalengrote , zaal en oefenruimtes en studio s
65
4.5 Vrijstelling
38
11.2 Atelier Scheepstra
66
11.3 Ruimtes boeken
67
11.4 Ruimtes boeken
67
5 Samenvatting Onderwijsregeling
39
5.1 Toetsing & Beoordeling
39
5.2 Bindend Studie Advies (BSA)
39
12 Organisatie AvP
69
12.1 Namen van medewerkers
6 Organisatie van Hanzehogeschool Groningen
41
7 Contactgegevens van de MINERVA Academie voor Popcultuur
41
8 Interne communicatie en informatie
45
8.1 Informatie via bladen en publicatieborden
45
8.2 Postvakjes
45
8.3 Mededelingenbord
46
8.4 Ziekmelden
46
69
De studiegids is opgesteld op basis van die van vorig jaar . Vormgeving:
Bijgewerkt door: Jan Pier Brands
Albert van der Kooij
Hendrik Jan Vermeulen
Kim Bary
Tjeerd van Sas
1 Voorwoord Voor je ligt de studiegids 2011 - 2012 van de Minerva Academie voor Popcultuur (AvP). Deze gids is bedoeld als informatiebron voor je studie aan de AvP. In de studiegids vind je de praktische informatie voor je studie en voor je activiteiten en werkzaamheden op de academie. De studiegids is samen met de formele regels en afspraken uit de Onderwijsregeling Minerva Academie voor Popcultuur (zie 3) de basis voor de organisatie van het onderwijs op de Academie. In de Onderwijsregeling vind je o.a. het beroeps- en opleidingsprofiel, een uitgebreide beschrijving van het onderwijsmodel en het curriculum, de studiepuntentabel en de regels voor in- en uitstroom. In het studentenstatuut en de examenregeling van de Hanzehogeschool Groningen vind je alle rechten en plichten van studenten tijdens de studie en de examens/beoordelingen. Deze regelingen en statuten kun je vinden op intranet, onder Academie Minerva> Minerva Academie voor Popcultuur (http://intranet. hanze.nl) Buiten informatie en verwijzingen over de formele regels en afspraken vind je in deze studiegids vooral praktische informatie over de uitgangspunten van het onderwijs en lesprogramma, de structuur van de opleiding, de organisatie en de interne communicatie, de faciliteiten en de huisregels. De Minerva Academie voor Popcultuur is één van de afdelingen die valt onder de Academie voor beeldende kunst, vormgeving en popcultuur MINERVA. De Academie MINERVA maakt met nog 17 andere Schools deel uit van Hanzehogeschool Groningen (HG) (zie 5). De Minerva Academie voor Popcultuur heeft ondertussen haar onderwijswerkvormen vervolmaakt. Daarmee is de AvP niet uitontwikkeld maar blijft steeds in ontwikkeling en zal zichzelf net als de popcultuur continue vernieuwen. Om jullie zo optimaal mogelijk te kunnen informeren wordt deze gids daarom in de loop van het ieder studiejaar bijgesteld en aangevuld. De meest recente versie van de studiegids vind je op het Intranet van de Hanzehogeschool Groningen. Via email houden we je op de hoogte van relevante wijzigingen. Ook extern is het Hoger Beroepsonderwijs en het beroepenveld in beweging. Daarop willen
4
we als opleiding zoveel mogelijk inspelen. Daarvoor is het noodzakelijk dat studenten, het docententeam, management en de buitenwereld niet afwachten, maar actief bijdragen aan het vormgeven van en meedenken over de opleiding. Door die samenwerking is en blijft de Minerva Academie voor Popcultuur een kwalitatief hoogstaande opleiding met een hoge waardering van zowel de onderwijs-wereld als het beroepsveld. Albert van der Kooij Leeuwarden, september 2011
2 Omschrijving van het onderwijs In dit hoofdstuk vind je een beknopte beschrijving van de uitgangspunten (missie en onderwijskundige opzet) van ons onderwijs. Een uitgebreide beschrijving, de officiële regelingen vind je in de Onderwijsregeling 2011 – 2012. Daarin is ook het studentenstatuut van de HG opgenomen met daarin alle rechten en plichten die je als student hebt.
2.1 Missie Algemeen De AvP is een nieuwe vorm van kunsteonderwijs die zich primair richt op de popcultuur als belangrijkste hedendaagse cultuurstroming. De AvP is een leergemeenschap van popcultuur met gebruikmaking van adequate onderwijskundige methodes. Daarmee speelt de AvP een stimulerende en initiërende rol ten behoeve van de ontwikkeling en functie vand e popcultuur in de samenleving. Cultuurinhoudelijk De AvP oriënteert zich op de kern, dynamiek en wetmatigheden van de popcultuur en haar plek in de maatschappij en gebruikt dat als uitgangspunt voor haar systematiek en methodiek. Bij de AvP worden in dat verband de volgende kenmerken onderscheiden: • de samenhang en afhankelijkheid van de verschillende kunstdiscipline • het concept als maatgevend criterium • de marktgerichtheid van de popartiest • de gerichtheid op de samenleving • de samenhang en afhankelijkheid van de verschillende kunstdisciplines Net als in de wetenschap heeft in de kunst de afgelopen twee eeuwen een proces van steeds voortgaande specialisatie plaatsgevonden. Ook hier zijn experimenten in de frontlinie van verschillende kunstdisciplines nog maar door enkele zeer goed ingewijden te volgen en te waarderen. Popcultuur is in alle opzichten een uiting als reactie op deze ontwikkelingen. Kenmerk van Popcultuur is juist met zoveel mogelijk mensen kunstzinnige ervaringen te ondergaan. Bovendien blijven binnen popcultuur uitingen niet beperkt tot één zintuig, maar wordt geprobeerd juist zoveel mogelijk zintuigen te prikkelen.
8
Dat betekent dat popcultuuruitingen zoveel mogelijk facetten van de menselijke geest op een toegankelijke wijze willen aanspreken. Daarvoor wordt geput uit de bron van verschillende kunstdisciplines. Anders geformuleerd richt men zich binnen “oude” (klassieke) cultuur op verdieping van specialismen. Popcultuur daarentegen kenmerkt zich door een verbre-ding waarin verschillende kunstvormen op een toegankelijke wijze worden verenigd. De AvP streeft om die reden naar een leerprogramma waarin uiteenlopende kunstvormen op een relevante wijze aan de orde worden gesteld. Het concept als maatgevend criterium In popcultuur is technische perfectie noch ongebreidelde creativiteit garantie voor succes. Technische perfectie is slechts door enkele vakgenoten en toegewijde volgers te onderkennen en te waarderen. Ongebreidelde creativiteit levert nogal eens interessant studiemateriaal op maar is slechts zelden in staat groepen mensen aan te spreken. Het is veeleer het concept of de idee dat doorslaggevend is voor succes. Kenmerkend voor deze concepten is dat ze appelleren aan verschillende zintuigen, een zekere mate van interne coherentie bevatten, iets nieuws pretenderen te brengen en grote groepen mensen proberen aan te spreken. In de visie van de AvP is het ontwikkelen van concepten een vruchtbaar combineren van ambachtelijke kennis en kunde met gerichte creativiteit. In de leer- en ontwikkelmethodiek van de AvP wordt derhalve aandacht besteed aan de basisvorming van ambachtelijke vaardigheden, het stimuleren van de creativiteit en het vermogen tot conceptualiseren. De gerichtheid op de markt van de popartiest Belangrijk kenmerk van “oude”, klassieke en veelal elitaire cultuur is de subsidieafhankelijkheid van de kunstenaar. Aangezien deze zich manifesteert op een specialistisch terrein met een beperkt potentieel publiek, is financiële ondersteuning van de overheid noodzakelijk om deze activiteit over een langere periode te kunnen voortzetten. Binnen popcultuur richtmen zich niet op specialistische grensverleggende gebeurtenissen maar tracht men zoveel mogelijk mensen zintuiglijk aan te spreken.
9
Door deze doelstelling zal de popartiest niet primair aankloppen bij een subsidiërende overheid. De popartiest heeft in zijn attitude een natuurlijke neiging tot marktgericht optreden ontwikkeld. De opleiding besteedt in dat verband de nodige aandacht aan de verkenning van de omgeving waarin popcultuur zich bevindt en accentueert het belang van een marktgerichte benadering.
10
Participeren in de samenleving De AvP kiest niet alleen voor het samenwerken met partijen in de samenleving, maar voor participeren in de samenleving. We willen een bijdrage aan de samenleving, waar we deel van uitmaken, leveren vanuit een aantal kernwaarden • De bevolking van de AvP wil een independent community vormen die een weerspiegeling is van vernieuwing en verandering binnen de subculturen in de popcultuur waarvoor het onderwijsconcept maximale flexibiliteit biedt. • De AvP wil nationaal en internationaal haar unieke karakter als voorhoedespeler in kunstenonderwijs, cultuuruitingen en maatschappelijke ontwikkelingen uitdragen en profileren door zich vanuit haar lokale noordelijke identiteit en haar visie op onderwijs te bewegen op het internationale vlak. • De AvP wil een belangrijke, herkenbare bijdrage leveren aan de maatschappelijke ontwikkelingen door te kiezen voor deelname aan projecten waarin duurzaamheid en nieuwe vormen van creatieve economische bedrijvigheid centraal staan. Daarmee wil de AvP van haar creatieve en conceptuele kracht inbrengen en werken aan nieuwe economische modellen als distributed economy, collectieven, samenwerking, versterken en aanvullen in plaats van concurreren en het optimaal gebruik maken van social media. • Het team en de studenten van de AvP hebben gedeelde waarden: • Respect voor elkaar vanuit gezamenlijkheid en leren van elkaar • Duurzame innovatie/creativiteit/kwaliteit • We handelen niet vanuit concurrentie, maar vanuit versterken en aanvullen. • We staan middenin de samenleving Maatschappelijke/sociale gerichtheid en betrokkenheid is eigen aan ons handelen. • De ontwikkeling van de student staat centraal. • Vertrouwen en verantwoordelijkheid. • Gelijkheid in diversiteit.
11
De driehoek hieronder is een vertaling van bovenstaande en bedoeld als uitgangspunt voor inrichting van onze organisatie. Op de punten van de driehoek de kenmerken van de profilering van onze opleiding. In het midden de onderliggende waarden. Voorhoede/Niche
2.2 Ontwikkelingen in het werkveld
Duurzaamheid Vertrouwen Authenticiteit Grassroots
Sociaal Economisch Maatschappelijk
Regionaal/Internationaal (glokaal)
Grassroots (“graswortels”) is een Engelse term voor politieke processen die aan de basis worden ontwikkeld. Vaak betekent dit dat burgers in plaats van beleidsmakers initiatieven ontwikkelen en beslissingen nemen. Glokaal is een portmonteau van “globaal” en “lokaal” en staat voor de wisselwerking en verbondenheid met zowel mondiale als regionale verschijnselen en activiteiten.
12
Academie voor Popcultuur = • Industrieel • Multidisciplinair • Procesmatig • Teamverband • Positionering in de markt • Processturing • Omgevingsgericht • Ondernemerschap • Beoordeeld door publiek • Creatieve bedrijvigheid
De popcultuur is een levende cultuur die onderdeel uitmaakt van de jongerencultuur van de straat en in de loop der jaren ook voor een deel onderdeel van de “hogere” cultuur is geworden. Op de straat, in de samenleving ontstaan de nieuwe stijlen en trends in vormgeving, dans, theater en muziek: vernieuwend en grensverleggend. De popcultuur is ook internationaal en intercultureel en speelt zich af binnen regionale, landelijke en internationale netwerken. Deze netwerken zijn ook veelal een voorwaarde voor het verkrijgen van werk. De relatie tussen creatieve industrie, (internationale) netwerken en creatief ondernemerschap vormt de uitdaging voor zowel de opleiding als de popartiest in spe. Uit onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van OCW blijkt dat zowel regionaal als landelijk het belang van de ontwikkeling van de creatieve en kunstensector voor de economische ontwikkeling groot is. In de praktijk blijkt dat 80% van de creatieve ondernemers als zelfstandige in het midden- of kleinbedrijf actief werkt. De externe gerichtheid van de popcultuur, ondernemerschap en innovatieve kracht sluiten bij die ontwikkeling aan. In de dagelijkse praktijk werken creatieve ondernemers in wisselende samenstellingen samen aan projecten. Het creëren en onderhouden van een netwerk is daarom onontbeerlijk.
De genoemde ontwikkelingen en kenmerken binnen het werkveld bepalen in hoge mate de doelen voor het onderwijs (de beroepscompetenties en opleidingskwalificaties) en de wijze waarop het onderwijs is ingericht. De popcultuur onderscheidt zich in veel opzichten van de “hogere” cultuur waaruit aanvankelijk de kunsten-opleidingen zijn . Popcultuur richt zich op reproductie De ontwikkelingspraktijk van de popcultuur is die van het reproduceren. Reproduceren niet alleen in de zin van het verspreiden van kopieën maar ook in de zin van navolgen, citeren en imiteren. Vernieuwingen ontstaan volgens evolutionaire principes; door afwijkingen in de navolging ontstaan mutaties, variaties en emulaties. Deze reacties nemen soms vorm aan van negatieve navolging; een cultuur van afwijzing. De commerciële praktijk van de popcultuur is die van de creatieve bedrijvigheid. Het op de markt brengen van het autonome product van de popcultuur is slechts een klein deel van deze praktijk. De toepassing van de popcultuur in allerlei producten en diensten gebeurt op een veel grotere schaal. In communicatie, reclame, entertainment en “ervaringsindustrie” wordt gebruik gemaakt van muziek en vormgeving die ontleend is aan de popcultuur. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten wordt rekening gehouden met of inspiratie geput uit de trends binnen de popcultuur.
2.3 De arbeidsmarkt voor popcultuur Creatieven die thuis zijn in de popcultuur kunnen in deze commerciële praktijk verschillende rollen spelen: als initieel creator van concepten, als vormgever of als uitvoerend artiest. Ook in de distributie en detailhandel worden vaak creatieve concepten toegepast. De omvang van de werkgelegenheid voor bovengenoemde Creatieven is in de afgelopen jaren (ook in Nederland) onderzocht. Het belang van de creatieve industrie wordt unaniem onderstreept. De beperkte definitie van creatieve bedrijvigheid omvat alleen de sectoren waar initiële creatie plaatsvindt. In 2004 bedroeg de werkgelegenheid 150.000 banen, twee procent van de totale werkgelegenheid in Nederland. Waar het totaal aantal banen in Nederland tussen 1996 en 2004 met zeventien procent steeg,
14
groeide de werkgelegenheid in de creatieve sectoren met 34%. De ruime definitie telt ook een aantal creatieve sectoren mee dat zich op productie, distributie en detailhandel toelegt: musea, boekhandels en bioscopen bijvoorbeeld. In 2004 bedroeg de werkgelegenheid 240.000 banen, 3,2% van het totaal, en de groei tussen 1996 ontstaan en stelt andere eisen aan de beroepsbeoefenaar en de opleiding tot professional. Popcultuur is interdisciplinair, communicatief en sensitief Kruisingen en cross-overs tussen stijlen, subculturen, disciplines of media, zorgen vaak voor de meest cruciale ontwikkelingen. Diversiteit bevordert die evolutie. Popcultuur vernieuwt zich vooral op plekken met een grote culturele diversiteit en op momenten van sterke maatschappelijke verandering. Vanwege de communicatieve intentie is het ook van belang dat de uiting verstaanbaar is. Excellentie binnen de popcultuur kenmerkt zich vooral door inventiviteit en onderscheidend en aansprekend vermogen. Interdisciplinariteit, het mogelijk gebruik van praktisch alle media en hoge sensitiviteit voor het publiek en tijdgeest, maakt de praktijk van de popcultuur zeer complex. De popcultuur ontwikkelt zich dan ook in een intensieve dialoog tussen maker en gebruiker. Regelmatig worden deze rollen ook gewisseld. Het experiment vindt vaak plaats en publique en wordt ter plekke geëvalueerd. Popcultuur richt zich op het alledaagse De gebruikspraktijk van de popcultuur is een alledaagse praktijk. Haar producten zijn gebruiksmiddelen die zorgen voor ondermeer verstrooiing, opwekking of troost. Toch voorziet de popcultuur in meer dan persoonlijke consumptie; het biedt ook een sociaal instrumentarium. Met de middelen van de popcultuur kan men zijn identiteit uitdragen en zijn intenties kenbaar maken. Voor ieder moment van de dag, in iedere levensfase, bij iedere activiteit is er typische muziek, (aan-)kleding of gedrag voor handen. De popcultuur begeleidt werk, vrije tijd, liefde, conflict, winst of verlies en v oorziet zo op moderne wijze in de oeroude behoefte aan ritueel. Door de invloed van de jeugd staat de popcultuur vaak bol van uitingen van vitaliteit en viriliteit. Overal waar de jeugd elkaar ontmoet ontstaan rituele metingen van deze kracht zoals in streetdance, streetraces, freestyling en straatsporten zoals skating en basketbal. De popcultuur is op deze wijze functioneel op maatschappelijk niveau. 15
voorziet zo op moderne wijze in de oeroude behoefte aan ritueel. Door de invloed van de jeugd staat de popcultuur vaak bol van uitingen van vitaliteit en viriliteit. Overal waar de jeugd elkaar ontmoet ontstaan rituele metingen van deze kracht zoals in streetdance, streetraces, freestyling en straatsporten zoals skating en basketbal. De popcultuur is op deze wijze functioneel op maatschappelijk niveau. en 2004 25%. Kennelijk zat de groei dus vooral in de initiële creatie, die in de beperkte definitie een zwaarder gewicht inneemt. Opmerkelijk is dat het aandeel in de werkgelegenheid in de afgelopen twee jaar weer iets lijkt af te nemen. Dat kan er op wijzen dat de sectoren meer dan gemiddeld conjunctuurgevoelig zijn. In de volgende tabel is een overzicht gegeven van beoogde bedrijfstakken voor afgestudeerden in de Popcultuur. Overzicht beoogde bedrijfstakken Academie voor Popcultuur (indeling Kamer van Koophandel) Initiële/ conceptuele creatie
Productie
Beroepsprofiel De studenten van de AvP worden opgeleid tot interdisciplinair artiest/creatief ondernemer. Behalve dat de AvP opleidt tot artiest, zijn studenten actief in een breed werkveld, zoals educatie, communicatie, reclame, entertainment- en de ervaringsindustrie, maar ook in de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten in het bedrijfsleven. De landelijke competentieprofielen Muziek en Vormgeving zijn daarbij leidend. Studenten zijn tijdens de studie en daarna actief: • als zelfstandig ondernemer in de creatieve industrie; • in creatieve teams (Collectieven, bands…); • als artiest componist, performer, producer, ontwerper, regisseur, labeleigenaar, boeker/programmeur, conceptontwikkeling in lifestyle, festivalontwerp (fysiek en inhoudelijk), muziektheater, (festival)organisatie, projectleiding, poppodia … • in creatieve functies in communicatie, organisatie, management, marketing, educatie.
Distributie en retail
Beeldende kunst Podiumkunst Festivals / evenementen / tentoonstellingen / recreatiecentra
Film TV/Radio Literatuur /boeken
Journalistiek
+ = onderdeel beroepsprofiel AVP o = mogelijk onderdeel beroepsprofiel AVP
16
17
Maatschappelijk profiel Minerva Academie voor Popcultuur wil een belangrijke, herkenbare bijdrage leveren aan de maatschappelijke ontwikkelingen door te kiezen voor deelname aan projecten waarin duurzaamheid en nieuwe vormen van creatieve economische bedrijvigheid centraal staan. Het lectoraat Popcultuur, Duurzaamheid en Innovatie draagt daar voor een belangrijk deel aan bij. De AvP kiest voor participatie in de noordelijke regio, en onderscheidt zich door: • haar onderwijsconcept: competentiegestuurd, praktijkgestuurd en studentgecentreerd. Zij biedt in haar programma maximale flexibiliteit voor de artistieke en persoonlijke ontwikkeling van de student; • de bachelor muziek is samengevoegd met de bachelor vormgeving tot een onderwijs-programma dat samen met maximale keuzemogelijkheden van de student biedt een inter- en transdisciplinair curriculum; ambacht is niet doel maar middel, niet het instrument of de discipline staat centraal, maar het concept en de subcultuur zijn startpunt; • het programma is gebouwd op drie pijlers: research & development (onderzoek, persoonlijke en artistiek ontwikkeling), ondernemerschap, concept en co-creatie. (Ofwel: bedenk, maak en verkoop/deel je product). Omgevingsprofiel Minerva Academie voor Popcultuur wil regionale verankering in een internationale oriëntatie van het unieke karakter van de Academie voor Popcultuur als voorhoedespeler in kunstenonderwijs. We bouwen verbindingen uit met bestaande partners: TAMK Tampere (Finland), Liepaja University (Letland), Budapest College of Communication and Business (Hongarije) en potentiële partners uit de Noordelijke Europese regio. De AvP werkt intensief samen met de Noordelijke Hogeschool (NHL), regionale overheden (provincies, gemeenten), niet-kunstenopleidingen als sensortechnologie, organisaties en bedrijven (cultureel, educatief, talentontwikkeling, bedrijfsleven) in regionale en internationale projecten. Nationaal werkt zij samen met de landelijke popopleidingen aan de ontwikkeling (van de kwaliteit) van het poponderwijs en in wisselende samenwerkingsverbanden (TU Delft, Festivals als Into the Great Wide Open, IslandCQ,...)
18
2.4 Strategische plannen in de komende jaren Het verder ontwikkelen van het unieke onderwijsconcept door: • scholing van docenten (zie scholingsplan voor de komende vier jaar: alle docenten PDB, specifieke teamtrainingen) • onderzoekscomponent versterken in het curriculum • professionalisering van de begeleiding van studenten • het profileren en exporteren van haar onderwijsconcept als basis voor verdere samenwerking met nieuwe partners • studenten in hun ondernemerschap stimuleren door ze zelf verantwoordelijk te maken voor eigen leerproces; in de praktijk betekent dat het ontwikkelen en realiseren van eigen projecten in binnen- en buitenland. Het verder ontwikkelen van het netwerk (in wording) door: • met verwante opleidingen die het gedachtegoed van de AvP delen in het Noorden (TAMK, Tampere; Liepaja University en de rest van Europa Weimar Bauhaus University,…); • het eens per twee jaar organiseren van een internationaal evenement voor deze partners (Erasmus); • het realiseren van uitwisseling van studenten van de verschillende opleidingen (minors, projecten en workshops); • Het kiezen van een aantal partners die specifiek gericht zijn op muziek in Europa (popacademie Mannheim) Londen en VS (bijvoorbeeld LA Music Institute); • Studenten faciliteren en begeleiden in het uitstippelen van de eigen internationale plannen als onderdeel van hun leren; • Lokaal strategische samenwerkingen aangaan met: • Mbo-opleidingen in Fryslân voor talentontwikkeling en scouting; • Friesland Pop en Popnet (gezamenlijke opleidingen en poppodia in Fryslân); • De Popfabryk, Fries productiehuis popcultuur (i.s.m. Productiehuis Groningen) • Provincie Fryslân en gemeente Leeuwarden als het gaat om culturele en economische ontwikkeling denk ook aan Fryslân Kulturele Haedstêd. • Festivals: Freeze, Island, Into the Great Wide Open, Noorderzon (Noorderslag is eerder een podium en een plek om ons te profileren: daarbuiten met de alternatieve benadering en intern op Noorderslag en Eurosonic.
19
Daarnaast: • Samenwerking Media Art Friesland, Noordelijke Film Festival • In Groningen specifiek en incidenteel: de podia (Simplon en Vera) • Uitbouwen van de jaarlijkse werkveldconferentie van de AvP in samenwerking met Friesland Pop naar een landelijk evenement. • Samenwerking met Creatieve bedrijven en instellingen in het Noorden en landelijk ism met Scheepstra/DBF, de ‘Academies’ in Fryslân, maar ook bijvoorbeeld Lopend Vuur, De Ondernemers, Snowvideo, … Landelijk: • Samenwerking met de twee andere popopleidingen in Nederland (o.a. Music Academy in Haarlem en Rockacademie) als het gaat om het delen van strategische internationale contacten, ontwikkeling landelijk profiel, uitwisseling onderwijsconcept en curriculum.
20
3 Onderwijskundige opzet
3.1 Het algemene lesprogramma
In onderwijskundige zin is de Minerva Academie voor Popcultuur voortdurend in ontwikkeling. Als basis van het onderwijskundig model geldt het competentiegericht leren, praktijk- en vraaggestuurd onderwijs en projectmatig werken met als doel stimulans van de ontwikkeling van de student op persoonlijk, technisch, artistiek en organisatorisch niveau. Het lesprogramma is op deze uitgangspunten afgestemd. Twee zaken komen hierin in het bijzonder aan de orde:
Een uitgebreide beschrijving van het lesprogramma vind je op Blackboard => Organizations => Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving => Popcultuur => Curriculum => Propedeuse of Hoofdfase (zie 7.6) Het propedeuseprogramma beslaat het eerste jaar van de opleiding en heeft een omvang van 60 EC. Het propedeuseprogramma bestaat uit een viertal opeenvolgende projecten waarin groepsgewijs op basisniveau aan vastgestelde competenties wordt gewerkt.
Het lesprogramma is intensief en veelzijdig Studenten maken kennis met en verdiepen zich in een groot aantal verschillende onderdelen. Van de student wordt daarom een open en leergierige houding verwacht. In de praktijk betekent studeren aan de Minerva Academie voor Popcultuur een tijdsinvestering van meer dan 40 uur per week vergelijkbaar met die van de uiteindelijke beroeps-praktijk. De student wordt daarom geselecteerd op en gestimuleerd in een authentieke leergierige houding. De studieperiode op de AvP is daarmee een unieke kans om de eigen ontwikkeling een wezenlijke versnelling te geven.
3.1.1 Propedeuse
The learning and producing community Hoofddoelstelling van de AvP is het bieden van randvoorwaarden waarmee de ontwikkeling van alle betrokkenen optimaal wordt gefaciliteerd. Op organische wijze ontstaan vanuit deze gemeenschap concepten, ideeën en concrete producten die een bijdrage vormen aan de ontwikkeling van de popcultuur. Samenwerking tussen studenten onderling, uit de verschillende stromingen, en samenwerking tussen studenten en docenten, wordt nadrukkelijk gestimuleerd. Daarbij wordt er zoveel mogelijk naar gestreefd producten aan publiek te tonen, door evenementen en door het uitvoeren van opdrachten voor derden. Het gebouw dient daarvoor als laboratorium, repetitie- en bouwruimte.
Tijdens het eerste semester zijn naast de competenties ook indicatoren en normering vastgelegd. Tijdens het tweede semester stelt de student per project zelf, in samenspraak met begeleidende docenten, de normering op. Omdat de normering de richtlijn aangeeft waarmee het gewenste niveau kan worden aangetoond gaan we er tijdens de beoordeling vanuit dat de student in principe aan alle normeringen voldoet. Wanneer dit niet het geval is wordt per student bekeken hoe de onvoldoende beoordeling zich verhoudt tot het geheel. Aan de hand van het eindassessment spreekt de assessmentcommissie zich per competentie uit over de ontwikkeling van de student. De propedeuse heeft een inleidende, oriënterende, selecterende en verwijzende functie. Wanneer een student heeft voldaan aan de eisen die aan de propedeuse zijn gesteld, ontvangt hij/zij het propedeutische getuigschrift. Wanneer de student niet voldoet aan de eisen die aan de propedeuse zijn gesteld, ontvangt hij/zij een bindend studieadvies. Op basis van dit advies kan de student zijn/haar studie in de hoofdfase niet voortzetten. Projectgroepen en Constructen Studenten werken in het eerste jaar in projectgroepen bestaande uit vijf studenten. De eerste twee projecten (van het eerste semester) worden met de door de opleiding samengestelde projectgroep uitgevoerd. De projecten van het tweede semester voeren de studenten uit met projectgroepen die ze zelf samenstellen. Een bundeling van een aantal projectgroepen (maximaal 5) vormt een construct. Binnen de construct wisselen projectgroepen ideeën, opvattingen en ervaringen uit. Daarbij wordt in verschillende settings ondersteuning geboden een projectcoach, R&D docent en SLB-er (het ‘construct-team’) en verschillende vak – en gastdocenten.
24
25
Consults Iedere student kan voor gerichte vragen gebruik maken van consults. Denk hierbij aan ondersteuning op het gebied van studiotechniek, software, foto en video, theorie, financiën, onderzoek, compositie et cetera. Vanaf het tweede semester gaat onderwijs op consultbasis een grotere rol spelen, met name op de genoemde disciplines en vaktechnisch gerichte ontwikkeling.
3.1.2 Hoofdfase De hoofdfase bestaat uit het tweede, derde en vierde studiejaar. De functie van de hoofdfase is vooral verbredend en verdiepend van aard. De omvang van de hoofdfase is 180 EC. De hoofdfase kent zes te onderscheiden periodes: het kernprogramma (projectmanagement), een periode individuele profilering, een periode specialisatie I, een stageperiode, een afstudeerperiode en een periode vrije keuzeruimte (specialisatie II of Minor) Heeft een student aan alle eisen van de hoofdfase voldaan, dan ontvangt de student het afsluitende getuigschrift. Dit getuigschrift geeft recht op het voeren van de titel “Bachelor of Music” of “Bachelor of Design”, afhankelijk van de keuze van de student voor de richting Muziek of Vormgeving. Periode Vrije Ruimte (Specialisatie II of Minor) De hoofdfase kent een periode voor vrije ruimte met een omvang van minimaal 30 EC (zie major- minormodel). In die periode is het mogelijk om aan competenties te werken die niet direct gerelateerd zijn aan het beroeps- en opleidingsprofiel van de opleiding. In overleg kan een dergelijke persoonlijke studievariant worden gekozen. Voor zo’n variant moet wel vooraf toestemming van je persoonlijke studieloopbaanbegeleider (SLB) als gedelegeerde van de examencommissie worden gevraagd en worden opgenomen in je persoonlijk ontwikkelingsplan (POP).Productiehuis Alle studenten in de hoofdfase werken in een van de productiehuizen. Voor stagiaires en afstudeerders zijn speciale productiehuizen ingericht.
Productiehuis Een productiehuis is een groep van ongeveer 20 studenten, die op basis van gemeenschappelijke opvattingen, een thema of opdracht is georganiseerd samengesteld. Een productiehuis geeft structuur aan de organisatie voor ondersteuning in bij het realiseren van producties door studenten. Een productiehuis heeft gedurende een semester lang dezelfde samenstelling. Bij de kick off van elk semester presenteren studenten hun plannen voor het komende semester. Op basis van die plannen worden zij geselecteerd voor 1 van de productiehuizen. Elk productiehuis wordt begeleid door een team van twee docenten. Een productiehuis kent twee onderdelen: research en devellopment (R&D), waarin de artistieke inhoud en maatschappelijke betekenis van de projecten worden besproken, en projectcoaching, waarbij het gaat om de productionele en organisatorische kant van het project. Studenten kunnen zelfstandig consulten met docenten afspreken, gastlessen en trainingen orga-niseren. Daarnaast is er een aanbod van trainingen vanuit de opleiding waar studenten uit kunnen kiezen. De uitwerking van de werkwijze en procedure worden is vastgelegd in de een jaarlijks te verschijnen handleiding onderwijs Consults Iedere student kan altijd voor gerichte vragen gebruik maken van consults en trainingen. Denk hierbij aan ondersteuning op het gebied van concepting, onderzoek, art-direction, studiotechniek, software, foto en video, theorie, financiën, onderzoek, compositie et cetera. Maar denk daarbij dus ook aan diepere specialisatie op het gebied van je instrument. Sommige disciplines zijn georganiseerd in werkplaatsen, anderen zijn op persoonlijke afspraak met docenten. Overleg met je SLB-er over welke docent je kunt raadplegen met betrekking tot jouw specifieke leervraag.De opleiding begint breed in de propedeuse. Het programma is voor 60 EC verplicht voor alle studenten. De student maakt een keuze aan het begin van de propedeuse voor Muziek of Vormgeving. De student kan tot het einde van de propedeuse wisselen van richting maar is daarbij wel gebonden aan de instroomeisen zoals geformuleerd voor tijdens/na de intake.
In de hoofdfase kiest de student voor een of meerdere specialisaties op het 26
27
gebied van de gekozen richting Muziek of Vormgeving of voor minors gekoppeld aan competenties die gerelateerd zijn aan de specialisaties en de gekozen beroepsrollen. Na elke periode kan de keuze bijgesteld worden op grond van het POP van de student. De wijze en het niveau van beoordelen van de verdieping of verbreding kan de student zelf bepalen door het formuleren van criteria en normen en door de keuze van activiteiten.
3.1.3 Keuzemomenten SLB Het StudieLoopaanBegeleidings-traject loopt als een rode draad door de gehele studie. Het doel van StudieLoopbaanBegeleiding (SLB) is om je te begeleiden in het uitstippelen van jouw studieloopbaan, en het maken van de juiste keuzes. In dit traject bekijk je welke rollen en taken het best passen bij jouw talenten, dromen en ambities.
De taken en verantwoordelijkheden van de SLB-er: • Begeleidt je de gehele studieloopbaan • Begeleidt de persoonlijke ontwikkeling • Houdt overzicht over alle kerntaken en competenties in het POP • Beoordeelt de gehele POP POP Samen met de SLB-er stel je een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) op. Het POP is een document waarin overzichtelijk staat beschreven wat jouw persoonlijke ambities op de langere en kortere termijn zijn, vertaald naar een vraaggericht en project gestuurd onderwijsprogramma. Elk blok schrijf je een nieuwe POP waarin je indien nodig je ambities bijstelt en volgende projecten beschrijft. Het doel van het POP is om je bewust te maken van de keuzes die je moet maken en de stappen die je moet ondernemen om je ambities binnen je studie zoveel mogelijk te verwezenlijken.
De centrale vraag tijdens de SLB is altijd: “Wat wil jij leren en wat ga je daarin doen?”
3.2 Studieloopbaanbegeleiding Iedere student krijgt een StudieLoopbaanBegeleider toegewezen. Met de StudieLoopbaanBegeleider wordt het POP opgesteld. In dit POP worden de projecten beschreven en aan welke competenties op welk niveau wordt gewerkt. Ook staat in het POP de wijze van assessment beschreven. De StudieLoopbaanBegeleider helpt de student in het maken van keuzes voor te verwerven competenties, het niveau per competentie en de vraag voor onderwijs. Je hebt per periode minimaal 3 keer een bijeenkomst met je SLB-er. Gesprek 1: Gezamenlijke bespreking Gesprek 2: Individueel gesprek Gesprek 3: Gezamenlijke bespreking
28
29
3.3 Major-minorstructuur, specialisaties en vrije keuze en individuele profilering Voltijd onderwijs De voltijd opleidingen binnen Hanzehogeschool Groningen hebben een majorminor structuur. Dat betekent dat de student naast de major (hoofdrichting) een minor kan volgen. In de regel omvat de major 210 studiepunten en de minor 30 studiepunten. Major/minors en keuze-onderwijs op de Minerva Academie voor Popcultuur In 2006 is op de Minerva Academie voor Popcultuur de major-, minorstructuur ingevoerd dat heeft geleid tot een nieuw competentiegericht curriculum. Onderstaande opbouw van het onderwijs is een programma dat van toepassing is op alle studenten, behalve op het cohort 2005 – 2006 of eerder en op de studenten die hun hoofdfase gestart zijn in september 2007. Zij worden in staat gesteld achterstanden uit eerdere jaren in te halen of door de examencommissie in staat gesteld een aangepast programma te volgen om die achterstanden weg te werken. Voor het cursusjaar 2011 – 2012 geldt het hieronder beschreven programma voor tweede-, derde en vierdejaars studenten van alle cohorten. De Minerva Academie voor Popcultuur kiest voor maximale keuzevrijheid en maximale flexibiliteit en is gebaseerd op de visie dat popcultuur inter- en multidisciplinair, dynamisch en flexibel is (zie Beroepsprofiel Minerva Academie voor Popcultuur). De maximale keuzevrijheid en flexibiliteit doet bovendien recht aan het competentiegerichte en vraaggestuurde onderwijsconcept van de opleiding. Major De Minerva Academie voor Popcultuur kent een major van minimaal 210 EC. Deze major is een keuze uit een van de twee Croho-opleidingen uit het Kunstendomein: Vormgeving en Muziek. Elke student kiest aan het begin van de studie voor muziek of vormgeving. De major bestaat uit zes onderdelen: kernprogramma, individuele profilering, stage, specialisatie I, vrije keuzeruimte en afstuderen. (In plaats van specialisatie II kan ook een minor worden gekozen (30 EC)) 30
Van de 240 EC zijn 120 EC als verplicht onderdeel gedefinieerd in termen van competenties, gedragsindicatoren en normering en daarmee het te verwerven niveau: • 60 EC van het verplichte deel vallen onder de propedeuse • 30 EC van het kernprogramma (kernprogramma totaal 60 EC) • 15 EC van de stage (stage totaal 30 EC) • 15 EC van het afstudeerproject (afstuderen totaal 30 EC) De overige EC’s kunnen worden ingevuld met een individuele profilering, maar zijn altijd gekoppeld aan competenties en gedragsindicatoren uit het beroepsprofiel. Het niveau en de normering wordt na goedkeuring van de SLB-er vastgesteld. Minimaal één specialisatie met een grootte van 30 EC maakt deel uit van de hoofdfase. De hoofdfase (210 EC) wordt aangevuld met Vrije Keuze Ruimte: een tweede specialisatie of een minor (30 EC) Minor De Minerva Academie voor Popcultuur biedt de mogelijkheid om naast de major, een minor te volgen buiten de opleiding. Een minor is altijd 30 EC en wordt in blokken van minimaal 15 EC aangeboden door externe opleidingen. Een minor is een samenhangend aanbod van keuzeonderwijs gericht op verbreding en volg je veelal buiten je eigen major. De omvang is 30 studiepunten, bestaande uit twee samenhangende blokken binnen een semester. Minors worden in blokvorm aangeboden (m.u.v. de minor Talen). De minor wordt op het diplomasupplement vermeld. De hogeschool heeft een veelzijdig aanbod van minors ontwikkeld, waaruit (via de DOP) gekozen kan worden. Aan het volgen van minors worden de volgende voorwaarden gesteld: • een minor is gerelateerd aan de persoonlijke ontwikkeling van de student. • de minor wordt pas toegestaan na toestemming van de studieloopbaanbegeleider als gedelegeerde van de examencommissie In plaats van één minor kan een student twee keuzeblokken van 15 EC bij andere opleidingen volgen of één van de twee keuzeblokken invullen met vrije keuze onderwijs bestaande uit eenheden van 3 EC.
31
3.4 Beoordeling en keuze competenties voor individuele profilering In aansluiting op het kernprogramma kan de student zichzelf profileren middels het verwerven van competenties naar keuze. Het betreft competenties die niet voorkomen in het voorgeschreven kernprogramma of het brengen van competenties uit dit programma op expert niveau. Deze worden gescoord in eenheden van 3 EC per competentie. In totaal kunnen 30 EC op deze wijze worden verworven. NB: tijdens de hoofdfase moeten minimaal 30 EC verworven worden in opdracht van derden. Dit is onder andere mogelijk bij het verwerven van competenties uit kernprogramma, uit de individuele profilering of bij de specialisatie. Criteria voor vaststellen activiteiten: • verbreding of verdieping van eerdere activiteiten/projecten • aansluiting bij de gekozen opleiding • aansluiting bij de ambitie van de student • biedt uitdaging aan de student • realistisch en haalbaar • Indien van toepassing: competenties uit het kernprogramma passen in het project. Criteria voor het vaststellen EC’s individuele profilering: • altijd in eenheden van 3 EC’s per competentie • in de hoofdfase is gevorderd competentieniveau verplicht • relatie met complexiteit en tijdsinvestering in project
32
Specialisatie In de ruimte om je te specialiseren biedt de AvP drie erkende specialisaties per opleiding aan: muziek (Crohonummer 34739C) • compositie • uitvoerend muzikant • producer/technicus vormgeving (Crohonummer 39111C ) • grafische vormgeving • ruimtelijke vormgeving • mediavormgeving De specialisatie wordt in principe in twee blokken van 15 EC gerealiseerd, dat maakt 30 EC totaal. Van deze regel kan worden afgeweken na goedkeuring van de studieloopbaanbegeleider. Een student kiest minimaal één specialisatie (een specialisatie is altijd een verdieping van de eigen richting: muziek of vormgeving). Een specialisatie is altijd gekoppeld aan competenties uit het opleidingsprofiel op minimaal gevorderd en bij voorkeur expertniveau. De invulling van de gedragsindicatoren en de normering is afhankelijk van de inhoud van de gekozen projecten en de individuele keuze van de studenten.
33
Model Major/Minorstructuur van de Minerva Academie voor Popcultuur 30 EC
Minor gerelateerd aan POP student Of: Vrije Keuze Ruimte (VKR) Of: verdere specialisatie gevorderd/expert
30 EC
Hoofdfase afstuderen waarvan 15 EC verplicht te verwerven en vooraf gedefinieerde competenties, gedragsindicatoren en normering en 15 EC eigen keuze voor competenties en gedragsindicatoren
30 EC
Specialisatie gevorderd/expertniveau (gekoppeld aan de eigen richting Muziek of Vormgeving) op basis van POP minimaal gevorderd niveau op basis van competentieprofiel met een specifieke individuele invulling van de gedragsindicatoren en normering
30 EC
Stage waarvan 15 EC verplicht gedefinieerde competenties en 15 EC specifieke individueel (profilering) ingevuld met gedragsindicatoren en normering voor Muziek of Vormgeving
60 EC
Kernprogramma 30 EC Verplicht. Je werkt aan competenties op gevorderd niveau in de hoofdfase Biedt , naast het verder leren werken met normering , veel meer ruimte voor individuele ontplooiing. Individuele profilering 30 EC zijn gebaseerd op je individuele profilering. Binnen de individuele profilering heb je ruimte om cross-over activiteiten op te nemen: bijvoorbeeld vormgeving voor muziekstudenten en andersom.
60 EC
Propedeuse alle competenties op basisniveau De competenties zijn gekoppeld aan vier projecten. In het tweede semester heb je de mogelijkheid om voor 3EC een stukje eigen profilering in te vullen.
3.5 Voltijd, deeltijd en duaal De opleiding kent alleen een voltijd variant. 34
4 Studieinformatie Studie-informatie is de informatie over je studie en de zaken daar omheen en is verdeeld over verschillende formele en informele informatiebronnen. Van belang zijn: het Hanzehogeschool Studentenstatuut, de Hanzehogeschool Examenregeling en de Onderwijsregeling met de verschillende bijlagen.
4.1 Studentenstatuut Het Studentenstatuut van de Hanzehogeschool Groningen is voor alle studenten hetzelfde. Het beschrijft de rechten en de plichten van de student die ingeschreven staat bij de Hanzehogeschool. Het Studentenstatuut is te bekijken op intranet onder regels & regelingen. http://intranet.hanze.nl/
4.2 Examenregeling
4.4 Examencommissie De Examencommissie als bedoeld in artikel 7.12 lid 1 WHW bewaakt de uitvoering van de Onderwijsregeling en de Examenregeling en daarmee de kwaliteit van het onderwijs. De commissie is op het niveau van de School, Academie voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA, waarvan de AvP deel uitmaakt, gevormd. Voorzitter van de Examencommissie is Jan Pier Brands (AvP).
4.5 Vrijstelling Als je meent dat je recht hebt op vrijstelling voor een bepaald studieonderdeel, dan kan je een verzoek voor vrijstelling indienen bij je studieloopbaanbegeleider. Een vrijstelling wordt in geen geval zonder meer verleend, maar altijd op basis van een assessment. Neem eventuele aanpassingen op in je POP.
De Hanzehogeschool kent een uniforme Examenregeling welke te vinden is in het Studentenstatuut. Deze Examenregeling geldt voor alle studenten van de Hanzehogeschool. Wanneer een opleiding afwijkt van deze regeling, dan wordt die afwijking genoemd in de Onderwijsregeling van de opleiding.
4.3 Onderwijsregeling Iedere opleiding kent een eigen Onderwijsregeling. Daarin staat beschreven wat de essentie van de opleiding is en -in de bijlagen- hoe de opleiding er uit ziet in studiepunten, lesopbouw en lesinhoud. In deze gids vind je deze informatie. Ieder vak staat beschreven op Blackboard. De lesinhoud en de wijze van beoordeling per periode wordt bekendgemaakt in de periodehandleidingen of projecthandleidingen.
38
39
5 Samenvatting Onderwijsregeling Hieronder vind je een aantal zaken uit de Examenregeling en de Onderwijsregeling die van belang zijn voor je studievoortgang:
5.1 Toetsing & Beoordeling Aan het eind van elke periode van een semester wordt je studievoortgang geëvalueerd. In de regel zal deze evaluatie de vorm hebben van een assessment met een summatief karakter. Dit zijn de toetsen waaraan het behalen van de studiepunten zijn gekoppeld. Specifieke informatie over de toetsprocedure wordt gegeven in de “Handleiding Onderwijs” en in de “Assessmentprocedure AvP”. Deze documenten zijn te vinden op Blackboard.
5.2 Bindend Studie Advies (BSA) Zolang je nog niet het propedeutisch getuigschrift hebt behaald in de eerste twee jaren van je studie, kan de Examencommissie voorstellen je een BSA te geven. Voor zo’n advies kom je in aanmerking in het eerste jaar als je minder dan 40 studiepunten hebt verworven; aan het eind van het tweede jaar kan het BSA worden gegeven als je de propedeuse niet hebt behaald (wat betekent dat je de opleiding moet verlaten!). De puntenaantallen geven overigens niet de doorslag; voor de AvP is de kwaliteit van de student van belang. Iemand die niet voldoende punten heeft, kan nog wel degelijk beschikken over talent. Er wordt dus heel nauwkeurig gekeken naar de oorzaken van de puntentekorten voordat de zeer zware beslissing uiteindelijk door de Examencommissie wordt genomen. Iedere student van wie de studieresultaten na afloop van het eerste semester achterblijven (minder dan 20 punten) krijgt vóór 1 maart een waarschuwing m.b.t. het BSA. Een BSA betekent dat je van verdere studie aan de opleidingen van de Minerva Academie voor Popcultuur wordt uitgesloten.
40
6 Organisatie van Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen is de grootste hbo-instelling in het noorden van het land met ruim 20.000 studenten en 2.500 medewerkers. Studenten uit binnen en buitenland studeren aan ruim zeventig opleidingen. Ook buiten het reguliere hbo-onderwijs heeft de hogeschool een breed scholingsaanbod. Onder de naam Hanze Connect biedt zij een groot aantal cursussen, (post-hbo) opleidingen, trainingen en workshops aan. Hanzehogeschool Groningen heeft in 2004 haar verschillende opleidingen ingedeeld in zeventien ‘Schools’. In deze Schools wordt het onderwijs naar internationaal voorbeeld ingericht en flexibel vormgegeven. De student krijgt meer keuzevrijheid en kan daarbij putten uit het totale aanbod van de hogeschool. De Hanzehogeschool kan in de volle breedte expertise bundelen en combinaties maken en speelt hiermee in op de toegenomen diversiteit van de onderwijsvraag en de mogelijkheden binnen de bachelor-masterstructuur. Eén van de Schools is de Academie voor Beeldende kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA. De Minerva Academie voor Popcultuur maakt deel uit Academie MINERVA. De AvP kent twee erkende hbo-opleidingen: Muziek en Vormgeving. De gebouwen van de Hanzehogeschool staan voor een groot deel op het Zernikecomplex, een stadsdeel aan de noordkant van de stad Groningen. De overige gebouwen staan verspreid over de stad. Eén locatie is te vinden in Leeuwarden, nl. de Minerva Academie voor Popcultuur. De AvP is op 1 september 2003 in Leeuwarden gestart.
7 Contactgegevens van de MINERVA Academie voor Popcultuur Minerva Academie voor Popcultuur Achter de Hoven 23 8933 AG Leeuwarden Tel: 058-292 1600 E-mail:
[email protected]
42
8 Interne communicatie en informatie 8.1 Informatie via bladen en publicatieborden Voor cursus en lesinformatie maakt de opleiding gebruik van de elektronische leeromgeving Blackboard: http://helo.hanze.nl Voor organisatie informatie kan je terecht op het intranet van de Hanze: http://intranet.hanze.nl/ Er wordt ook geregeld informatie verstrekt via email, zoals beoordelingsresultaten. Van studenten wordt verwacht dat zij de email op het door de hogeschool verschafte e-mailadres elke dag lezen. Op het beeldscherm in de hal boven de balie staan actuele mededelingen als ziek-meldingen, roosterwijzigingen en oproepen. Hanze Magazine, het orgaan voor de gehele hogeschool, bevat ook vaak belangrijke informatie voor studenten.
8.3 Mededelingenbord Uitsluitend de officiële mededelingenborden in de entreehal zijn bestemd voor mededelingen, aankondigingen, affiches, posters en dergelijke. Het maken van reclame voor particuliere bedrijven en instellingen, politieke partijen, kerkelijke instellingen en dergelijke is niet toegestaan. In overleg met de directie kan voor bepaalde vormen van reclame met een algemeen doel van deze regel worden afgeweken (daartoe bij voorkeur een schriftelijk verzoek indienen via het secretariaat).Op de daarvoor bestemde plaatsen mogen studenten gebruik maken van het mededelingenbord voor mededelingen die niet in strijd zijn met bovenstaande regels. Van degene die een mededeling aanbrengt op het mededelingenbord, wordt verwacht dat hij haar zelf weghaalt wanneer het niet meer actueel is.
8.4 Ziekmelden Ben je ziek, dan geef je dit uiterlijk voor 10 uur ’s ochtends door via het nummer 058-292 1600 en je SLB’er of aan die docenten of studenten waar je afspraken mee hebt. De eerste dag dat je weer beter bent, geef je dit ook door via dit nummer.
8.2 Postvakjes De docenten en overige medewerkers hebben ieder een postvakje op de tussenverdieping in de docentenkamer. Studenten kunnen van die postvakjes gebruik maken voor het toesturen van schriftelijke informatie aan een docent.
46
8.5 School Medezeggenschapsraad (SMR) De Minerva Academie voor Popcultuur maakt deel uit van de Academie voor Beeldende kunst, Vormgeving en Popcultuur MINERVA, samen met de opleidingen Autonoom Beeldende Kunst, Vormgeving, Docent BKV en de masteropleidingen van het Frank Mohr instituut. Jaarlijks worden de leden van de School Medezeggenschapsraad gekozen. De School Medezeggenschapsraad bestaat uit studenten en personeelsleden. De SMR heeft instemmings- en adviesrecht op terrein van beleid en personeel. Voorzitter van de SMR is Johan Westerman ( ‘Johanz Westerman’
[email protected])
47
8.6 Opleidingscommissie De AvP zelf kent een opleidingscommissie die het management adviseert over de uitvoering van de Onderwijsregeling en alles wat daarmee samenhangt. De commissie wordt jaarlijks samengesteld en bestaat in 2011 – 2012 uit de volgende leden: Studentleden Robbin Gielen Kim Dekker Paulus de Jong Anne Faber Sanne de Waard Lucas Schuzler
48
Docentleden Hendrik Jan Vermeulen Anne Karen de Boer Hans Duynhoven Patries van Iterson Albert van der Kooij (vz./directeur) Kim Bary (secretaris)
9 Huisregels 9.1 Toegang, orde en netheid Het gebouw, de pleinen en de stoep zijn van ons allemaal. Als studenten en medewerkers dragen we bij aan een goed leefklimaat in en om de gebouwen. In verband met de hygiëne en kans op apparatuurschade nemen we geen etenswaren en dranken mee naar de leslokalen en practicumruimten. Daarvoor is de drinking- en eatingzone: kantine of buiten. Afval en schillen en dergelijke doen we in de vuilnisbakken. Hoewel er op de AvP volop geluid geproduceerd wordt, moet geluidsoverlast in de school zoveel mogelijk worden vermeden in verband met het onderwijs. Kort gezegd: we ruimen onze rommel op en houden rekening met elkaar.
9.2 Roken, drank en drugsgebruik in en rond het gebouw Roken is sinds 1 september 2000 in het gehele gebouw niet toegestaan. Roken op de stoep voor de hoofdingang is niet toegestaan. Het rookverbod geldt voor studenten, medewerkers en bezoekers. Buiten (achter) het gebouw is een voorziening ingericht waar gerookt kan worden. Drugs- en drankgebruik (soft en hard) is niet toegestaan in en rond het gebouw. Ook de voorbereidingen voor drugsgebruik, zoals het rollen van een joint, is niet toegestaan. Voor alle muzikanten geldt dat zij in het bezit moeten zijn van een aantal zaken. Deze zaken dien je zelf mee te nemen en kun je dus niet lenen bij de uitleenbalie. Ben je nog van plan om aan-kopen te doen, vraag dan advies aan de docent.
9.3 PSU-m (Persoonlijke Student Uitrusting - muzikanten) Voor alle muzikanten geldt dat zij in het bezit moeten zijn van een aantal zaken. Deze zaken dien je zelf mee te nemen en kun je dus niet lenen bij de uitleenbalie. Ben je nog van plan om aankopen te doen, vraag dan advies aan de docent. Gitaristen/Bassisten: • stemapparaat • reserve snaren • (bas)gitaar + toebehoren • kabel(s) Toetsenisten: • kabels Drummers: • diverse drumstokken • stemsleutel • bekkens Zanger(e)s(sen): • zangmicrofoon + XLR kabel Producer/DJ: • naalden + element Alle muzikanten: De aanschaf van een laptop, koptelefoon voor het werken met de PC of harddiskrecorder en oordoppen wordt aangeraden De studenten van de Hanzehogeschool kunnen via Surfnet software tegen (iets) gereduceerde prijzen kopen. Kijk hiervoor op : www.surfspot.nl/ Alle lesmaterialen (zoals bv. boeken), en alle gebruiks- en verbruiksmaterialen (zoals bv. snaren, vellen, brandbare schijfjes etc.) dienen zelf aangeschaft te worden. Te allen tijde moeten werkstukken, gemaakt op de computer, gebackupped worden op een externe harddisk, CD’s of DVD’s.
50
51
Wanneer studenten willen werken met apparatuur van een ander hoofdvak, dan is het uitleensysteem van toepassing.
9.4 PSU-v (Persoonlijke Student Uitrusting - vormgeving) Voor alle vormgevers geldt dat zij in het bezit moeten zijn van eigen materiaal en/of klein ‘gereedschap’. Deze materialen dien je zelf mee te nemen en kun je dus niet lenen bij de uitleenbalie. Ben je nog van plan om aankopen te doen, vraag dan advies aan de docent. Werk je digitaal, dan is een externe harde schijf verplicht. Een laptop, fotocamera, mini-DV camera en externe harde schijf enz. schaf je aan wanneer dat je ‘instrument’ is waar je het meest mee werkt. De uitleen mogelijkheden zijn beperkt.
10.5 Software met educatieve licentie De studenten van de Hanzehogeschool kunnen via Surfnet software tegen gereduceerde prijzen kopen. Kijk hiervoor op : www.surfspot.nl/ Alle lesmaterialen (zoals bv. boeken), en alle gebruiks- en verbruiksmaterialen (zoals bv. papier, hout, verf, brandbare schijfjes, mini-DV tapes, etc) dienen zelf aangeschaft te worden. Te allen tijde moeten werkstukken, gemaakt op de computer, gebackupped kunnen worden op een externe harddisk, CD-r of CD-rw schijfjes.
52
10 Faciliteiten 10.1 Openingstijden van het gebouw Het gebouw is geopend van maandag t/m vrijdag van 07.30 uur tot 17.30 uur. Op dinsdag en woensdag is het gebouw tot 21.00 uur geopend. In de roostervrije perioden gelden afwijkende openingstijden. Deze tijden worden tevoren op Blackboard gepubliceerd en per mail bekend gemaakt.
..
10.2 Kopieren en printen De studenten kopieerapparaten staan beide in het lokaaltje tegenover lokaal 1.19 (halverwege de gang op de bovenverdieping). Op de Macs zijn de printers reeds geïnstalleerd. Op de Hanzewerkplekken moet je ze zelf installeren. Ga hiervoor naar http://www.helo.hanze.nl en klik op Printers. Volg vervolgens de handleiding om ze te installeren. De kosten per printje zijn: Zwart/wit A4 Eur 0.05 Zwart/wit A3 Eur 0.10
Kleur Kleur
A4 A3
Eur 0.50 Eur 1.00
Voor ondersteuning bij problemen kun je bellen met 050-595 4566 (Helpdesk Hanze) of langskomen bij Bob Kolsters op locatie.
10.3 Uitleenapperatuur aan studenten De insteek is dat iedereen alles mag lenen. Met het oog op behoud en optimal beschikbaarheid van de spullen zijn er twee uitzonderingen: 1 Er zijn een aantal duurdere artikelen die uitleg behoeven. Het gaat om bijvoorbeeld de duurdere microfoons en de schoudercamera. Voordat deze apparatuur geleend kan worden moet eerst cursus worden gevolgd bij de desbetreffende docent. 2 Van studenten wordt verwacht dat ze hun eigen hoofdinstrument meenemen. Een gitarist moet bijvoorbeeld zijn eigen gitaar meenemen (zie PSU-muzikanten). De uitleengitaar is aangeschaft voor anderen die ook willen leren spelen, maar niet meteen kunnen investeren in een eigen instrument. Wil de gitarist de gitaar toch lenen dan betaalt hij 2 euro per dag. Hetzelfde geldt voor basgitaren, bekkens etc. Apparatuur boeken en het niet komen ophalen kost eveneens 2 euro. 56
Om gebruik te kunnen maken van de uitleenapparatuur moet je aan de volgende voorwaarden voldoen: • gebruik van apparatuur ten behoeve van lessen gaat altijd voor op individueel gebruik • reserveren is noodzaak voor iedereen, studenten en docenten • spullen worden alleen uitgeleend na overleg van een kopie van de WA • verzekering (Aan het begin van het jaar tekenen alle studenten een overeenkomst met het uitleencentrum waarop de student aansprakelijk wordt gesteld voor alles wat hij/zij leent) • apparaten worden niet langer dan 15 minuten na de afgesproken tijd vastgehouden • bij het afhalen van de apparatuur wordt de studentenkaart gescand • bij het afhalen wordt als eerste gecheckt of alles in goede staat is en werkt. Is dit niet het geval, dan wordt dit gemeld bij de ‘uitleenbalie’. De vorige gebruiker is dan nog verantwoordelijk • nadat de student de spullen in ontvangst heeft genomen, draagt deze de verantwoordelijkheid voor de apparatuur • Een student kan apparatuur boeken door zich in te tekenen voor een bepaald blok in het uitleenprogramma op Blackboard. Een blok duurt maximaal 2 uur. Als de apparatuur na afloop van de geboekte periode niet door een ander gereserveerd is, kan er weer geboekt worden. Langer dan twee uur boeken is alleen mogelijk tijdens de avondopenstelling. Dan loopt het blok van 18:00 tot 21:00 uur. • Voor de uitleen van fototoestellen en videocamera’s geldt een afwijkende termijn van 2 dagen (1 nacht). Wanneer een toestel vrijdag geleend wordt, mag het maandag worden geretourneerd. • De lener is aansprakelijk bij nalatigheid en/of slordig of onverantwoord gebruik. (Met nalatigheid wordt onder andere bedoeld: apparatuur in een auto achterlaten, of in een onafgesloten tas vervoeren, of onbeheerd in een onafgesloten lokaal achterlaten) • Als tijdens gebruik de apparatuur het begeeft dan wordt dit direct gemeld. • De apparatuur mag alleen voor AvP-opdrachten worden gebruikt. • Apparatuur - uitgezonderd de 3-delige lichtset, de foto- en filmcamera’s mag het pand niet verlaten.
57
In het geval van AvP projecten van het projectbedrijf kan een uitzondering worden gemaakt. Stuur hiervoor een mail naar
[email protected] met een gespecificeerde lijst en een goede motivatie. Gebruik voor andere doeleinden kan alleen in overleg. De apparatuur kan na afloop weer worden ingeleverd bij de balie. Daar wordt het apparaat wederom gescand. Wanneer de volgende bezoeker bij aanvang gebreken constateert zijn deze voor rekening van de vorige lener. Worden de spullen niet (op tijd) ingeleverd, onbeheerd op de balie achtergelaten of zijn er gebreken, dan zijn de gevolgen altijd voor rekening van de lener. De kosten van defecten zijn ook altijd voor rekening van de lener mits duidelijk kan worden aangetoond dat de oorzaak van het defect in het object zelf gevonden kan worden.
Boeteregeling Apparatuur / Lokalen Bij overschrijding van de overeengekomen uitleenperiode wordt een boete opgelegd, eventueel verhoogd met de huurprijs. Deze boete wordt altijd de lener opgelegd en niet de projectgroep (of ander samenwerkingsverband) waarin wordt gewerkt. Wanneer er niet wordt gereageerd op de oproepen (per mail of brief) tot betalen van de boete, zal na de derde oproep de nieuwprijs van het apparaat in rekening worden gebracht. Alle studenten dienen elke werkdag hun Hanzemail in te kijken. Wanneer een defect aan apparatuur of lokaal bewust niet wordt gemeld, volgt een nader te bepalen maatregel.
Uitleentarieven Om de uitleen mogelijk te maken, wordt een minimale bijdrage gevraagd van studenten. Deze bijdrage wordt gebruikt om nieuwe apparatuur aan te schaffen of voor reparatie en vervanging van de huidige materialen en apparatuur.
Uitleentarief De standaarduitrusting blijft gratis (2 microfoons, 2 xlr’s, 1 jack). Aanvullende zaken moeten worden geleend tegen onderstaande tarieven. Instrumenten
€ 2,- per dag
Fotocamera
€ 2,- per dag
Kleinste videocamera
€ 2,- per dag
Grote schoudercamera
€ 5,- per dag
De uitleen van camera’s geldt steeds voor maximaal 1 nacht. Afwijking hiervan alleen in speciale gevallen en in overleg met Bob Kolsters. Afkoopregeling Als je veel en vaak leent, willen we je het iets gemakkelijker maken: Voor € 70,kun je het uitleentarief afkopen voor het gehele cursusjaar. Daarvoor kun je onbeperkt lenen.
58
59
Beschikbaarstelling lokalen aan studenten Er worden geen lokaalsleutels uitgeleend zonder dat er een kopie van de WA verzekering is overlegd. Aan het begin van het jaar tekenen alle studenten een bruikleenovereenkomst met het uitleencentrum waarop de student aansprakelijk wordt gesteld voor alles wat hij/zij leent. Een student kan een lokaal boeken door zich via het uitleenprogramma op Blackboard in te tekenen voor een bepaald blok. Lokalen worden niet langer dan 15 minuten na de afgesproken tijd vastgehouden. De sleutel wordt gescand voor hij aan de student wordt uitgeleend. Hij/zij draagt vanaf dit tijdstip de verantwoordelijkheid voor de staat en de inhoud van het lokaal. Als eerste wordt gecheckt of alle apparatuur die in het lokaal moet staan ook daadwerkelijk aanwezig is en werkt. (Op de deur staat aangegeven wat er in het lokaal aanwezig zou moeten zijn.) Mankeert er iets dan wordt dit gemeld bij de ‘uitleenbalie’. De vorige gebruiker is dan nog verantwoordelijk. Spullen blijven in het eigen lokaal staan. Het lokaal moet, wat betreft apparatuur en interieur, door de gebruiker voor afloop van het blok in oorspronkelijke staat worden teruggebracht. Dit houdt tevens in dat er geen rotzooi in het lokaal wordt achtergelaten. De lokaalsleutel wordt na afloop ingeleverd bij de balie. Daar wordt de sleutel wederom gescand. Wanneer de volgende bezoeker bij aanvang gebreken constateert zijn deze voor rekening van de vorige lener. De kosten van defecten zijn altijd voor rekening van de lener, mits duidelijk kan worden aangetoond dat de oorzaak van het defect in het object zelf gevonden kan worden. GEBRUIK VAN REPETITIERUIMTES DOOR EXTERNEN Het is toegestaan voor mensen van buiten om samen met studenten van de AvP te repeteren in de repetitieruimtes. Per keer kost dat € 5,- per extern persoon per dagdeel met een maximum van € 10,- per groep. De derde persoon (en de vierde, en vijfde, …) is dus gratis. Degene die de ruimte boekt dient verplicht aanwezig zijn bij de repetities.
60
10.4 Helpdesk Vragen over Blackboard-zaken (storingen/accounts/etc.) zijn te stellen aan de helpdesk van de Hanzehogeschool: 050-595 4566 Technische ondersteuning en ICT op de Academie zelf: Bob Kolsters 058-2921601
[email protected]
10.5 Mediatheek Alle studenten van de Hanzehogeschool kunnen gebruikmaken van alle Mediatheekfaciliteiten die de Hanzehogeschool te bieden heeft. Hieronder valt ook de Mediatheek van de Academie Minerva. Op de AvP is een kleine collectie tijdschriften en boeken beschikbaar. Deze boeken en tijdschriften worden uitgeleend bij de conciërges. (Jan, Harry, Ben)
10.6 Decanaat Studentendecanen informeren, adviseren en ondersteunen je bij zaken waar je in je studie en in je privéleven mee te maken kunt krijgen. Soms verwijst een decaan naar een externe deskundige, bijvoorbeeld een psycholoog. Ook voor zaken die buiten de studie liggen kun je bij de studentendecanen terecht, omdat zij over uitgebreide informatie en contacten op een breed terrein beschikken. Om voor bepaalde voorzieningen in aanmerking te komen is tijdige melding bij de studentendecanen vereist. Studentendecanen hebben een onafhankelijke positie ten opzichte van Schools en opleidingen. Gesprekken met een decaan zijn strikt vertrouwelijk. Zonder toestemming van de student wordt geen informatie aan derden verstrekt.
61
Bij studentendecanen kun je als HG student terecht met vragen en problemen over: Studie, zoals bijvoorbeeld: • studievaardigheden • studiekeuze (decanen verzorgen de cursus studiekeuze) • bindend studieadvies • doorstuderen Studievertraging als gevolg van handicap/ziekte/bijzondere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld: • psychische problemen • faalangst • assertiviteit • dyslexie • stress
Afspraken kunnen gemaakt worden aan de balie van het studentendecanaat op Zernikeplein 11 9747 AS Groningen Kamer A 1.05 Tel: 050-595 40 28 Je kunt natuurlijk ook gewoon binnenlopen of je vraag stellen via e-mail. (
[email protected])
10.7 Catering Studenten kunnen (tegen betaling) gebruik maken van de catering van Eurest. Het is studenten niet toegestaan eigen catering te verzorgen bij schoolprojecten en/of afstudeerprojecten binnen de AvP. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van Eurest Catering. Aanvragen hiervoor lopen via het secretariaat.
In en uitschrijving, zoals bijvoorbeeld: • uitschrijven in de propedeuse of hoofdfase • tweede inschrijving Financiën, zoals bijvoorbeeld: • studiefinanciering • financiële ondersteuning in geval van studievertraging • topsportbeurs • subsidie voor psychosociale hulpverlening Advies bij conflicten, zoals bijvoorbeeld: • problemen met de opleiding • beroepsprocedures Uitgebreide informatie over bovengenoemde onderwerpen kun je vinden op “Blackboard” (http://helo.hanze.nl) onder HG gids / studentenbegeleiding/studentendecanen.
62
63
11 Kosten van de opleiding en bijkomende kosten Het collegegeld is wettelijk vastgelegd. Voor voltijdstudenten in het studiejaar 2011-2012 is dit € 1.713,–. Je moet het collegegeld uiterlijk 1 oktober 2011 betaald hebben. Dit kan via een machtiging die je wordt toegestuurd. De mogelijkheid bestaat om het collegegeld in acht termijnen te betalen. De informatie hierover ontvang je tegelijk met de machtiging.
12.1 Aanschaf apparatuur en studieboeken Voor het studiejaar 2011 - 2012 zul je boeken en apparatuur moeten aanschaffen. Op Blackboard en in de projecthandleidingen lees je per vak welke boeken en ander materiaal je dient aan te schaffen. In principe geldt dat je al het materiaal voor opdrachten van school zelf aanschaft. Reken voor je kosten voor boeken en materiaal, naast je PSU op ongeveer €1.000 per jaar. Voor iedereen geldt dat een computer met internetaansluiting absolute noodzaak is. De AvP adviseert om een notebook aan te schaffen. Voor muzikanten geldt dat zij moeten beschikken over een eigen instrument met toebehoren (snoeren, effectapparatuur, stemapparatuur, stokken, plectra, snaren etc.). Daarnaast dienen alle muziekstudenten in het bezit te zijn van een toetseninstrument. Elders in deze studiegids staat precies beschreven wat je geacht wordt in bezit te hebben.
AvP geeft geen recht op gebruik van deze ruimten. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor het beschikken over repetitieruimte, atelierruimte en opnamefaciliteiten buiten de Academie. Een overzicht van de faciliteiten: - grote zaal (oefenruimte en geschikt voor live registratie - opnamestudio met semi professionele mogelijkheden voor live registratie - bunkers 1 & 2: eenvoudige faciliteiten voor opname en muziekbewerking - bunkers 3 & 4: opnamefaciliteiten voor live registratie in beide bunkers - bunkers 5 & 6: repetitieruimten voor musici - grote repetitieruimte voor musici op de begane grond Studenten van de AvP, die willen repeteren met personen die geen student zijn aan de AvP, hebben het recht oefenruimte te huren à 10 euro. Reserveren kun je via Blackboard. Zie hiervoor ook 8.3 Uitleen apparatuur aan studenten.
11.2 Atelier Scheepstra Achter de AvP bevindt zich Atelier Scheepstra. Dit gebouw kan worden gebruikt door studenten en docenten voor onderwijs en projectdoeleinden. Er kan ook – altijd onder begeleiding van Jan Klooster - gebruik worden gemaakt van de houtwerkplaats en natte werkplaats. Het gebouw is eigendom van DBF, een projectontwikkel- en beheerorganisatie. Je hoort je te houden aan de regels en aanwijzingen van DBF. Wil je gebruik maken van deze ruimten, dan moet je altijd reserveren via Bob Kolsters of bij de uitleenbalie.
11.1 Lokalen, grote zaal en oefenruimtes
,
en studio s De AvP beschikt naast leslokalen over een aantal oefen- en studioruimtes. Deze ruimten zijn primair beschikbaar voor lessen en projecten van de AvP. Als extra service kun je deze ruimten reserveren via Blackboard. Studeren aan de
66
67
11.3 Ruimtes boeken Via Intranet>Webroombooking, kun je de repetitieruimtes van de benedenverdieping boeken. Sleutels kun je ophalen bij de uitleenbalie. Als je bij het boeken je Hanze-emailadres juist invoert, krijg je een mail van de boeking op je Hanzemail. In de mailstaat een link. Met deze link kun je de boeking zo nodig weer ongedaan maken. Soms boeken mensen wel, maar komen niet opdagen en/of wordt de boeking niet opgeheven via de link. Aangezien de vraag naar repetitieruimtes groot is, komt 15 minuten na aanvang van een boeking de sleutel beschikbaar voor andere leners. De oorspronkelijke boeker krijgt 2 euro boete voor het niet opheffen van zijn boeking. Zie hiervoor ook 8.3 Uitleen apparatuur aan studenten.
11.4 Ruimtes boeken Via Intranet>Webroombooking, kun je de repetitieruimtes van de benedenverdieping boeken. Sleutels kun je ophalen bij de uitleenbalie. Als je bij het boeken je Hanze-emailadres juist invoert, krijg je een mail van de boeking op je Hanzemail. In de mailstaat een link. Met deze link kun je de boeking zo nodig weer ongedaan maken. Soms boeken mensen wel, maar komen niet opdagen en/of wordt de boeking niet opgeheven via de link. Aangezien de vraag naar repetitieruimtes groot is, komt 15 minuten na aanvang van een boeking de sleutel beschikbaar voor andere leners. De oorspronkelijke boeker krijgt 2 euro boete voor het niet opheffen van zijn boeking. Zie hiervoor ook 8.3 Uitleen apparatuur aan studenten.
68
12 Organisatie AvP De Minerva Academie voor Popcultuur is een kleine organisatie, waar niet iedereen voltijd werkt. De organisatie is opgebouwd uit docenten, management en ondersteunende medewerkers.
Onderwijscoördinator Hoofdfase/Hogeschooldocent: Jan Pier Brands
[email protected]
De directeur/teamleider van de AvP is Albert van der Kooij. Het Kernteam wordt gevormd door Albert van der Kooij, Jan Pier Brands (coordinator hoofdfase), Hendrik Jan Vermeulen (coördinator propedeuse) en Ellis Boom (coördinator studieloopbaanbegeleiding). Kim Bary is secretaris van het kernteam.
Onderwijscoördinator Propedeuse/Hogeschooldocent: Hendrik Jan Vermeulen
[email protected]
Ype van der Ploeg en Anne Karen de Boer zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van het Projectbedrijf en de stages. De ondersteuning bestaat uit Kim Bary (managementassistente), Gerda Postma, Wynanda Faber (managementsecretaresses), Bob Kolsters (technische ondersteuning en ICT) en Jan Klooster en Harry Renken (Facilitaire dienst). De catering van de AvP wordt verzorgd door Sjoeke Torensma namens Eurest Catering. De openingstijden zijn maandag tot en met vrijdag van 10.00 – 15.00 uur.
12.1 Namen van medewerkers Onderstaand volgt een overzicht van de medewerkers die direct betrokken zijn bij de opleiding. Directeur/teamleider Minerva Academie voor Popcultuur: Albert van der Kooij
[email protected] Onderwijsontwikkeling/Hogeschooldocent: Thuur Caris
[email protected]
70
058-2921600
Coördinatie SLB Ellis Boom
[email protected] Administratie & Secretariaat Kim Bary 058-2921604 managementassistente
[email protected] Wynanda Faber 058-2921600 managementsecretaresse
[email protected] Gerda Postma - Haijma 058-2921600 managementsecretaresse
[email protected] Technische ondersteuning en ICT Bob Kolsters 058-2921601
[email protected] Facilitaire Dienst: Jan Klooster 058-2921605
[email protected] Harry Renken 058-2921622
[email protected]
71
Studentendecaan: Peter Tjeerdsma 050-5954028
[email protected] Coördinatie Kwaliteitszorg Hans Duynhoven
[email protected] Open dagen, voorlichting, werving en internationalisering Ans Buursma
[email protected] Docenten: Dries Bijlsma
[email protected]
Cor Giesing
[email protected]
Jos Blomsma
[email protected]
Sietse Huisman
[email protected]
Anne Karen de Boer
[email protected]
Iris van Sen
[email protected]
Jan Pier Brands
[email protected]
Patries van Iterson
[email protected]
Ton Brandsen
[email protected]
Rutger Middendorp
[email protected]
Ans Buursma
[email protected]
Roger Muskee
[email protected]
Hans Duynhoven
[email protected]
Lauren van der Meulen
[email protected]
Hugo Engwerda
[email protected]
Tollak Ollestad
[email protected]
72
Mirjam van Oss
[email protected]
Niek Schutter
[email protected]
Michel Pitstra
[email protected]
Hendrik Jan Vermeulen
[email protected]
Ype v.d. Ploeg
[email protected]
Johanz Westerman
[email protected]
Adri Schokker
[email protected]
Koos Wiltenburg
[email protected]
73