Studiegids Academie voor ICT en Business 2009-2010
Inhoudsopgave 1.
Algemene informatie 1.1. Algemene informatie Avans Hogeschool 1.1.1. Structuur en organisatie Avans 1.1.2. Visie, missie en doelstellingen 1.1.3. Ondersteunende diensten 1.1.4. Visie op leren en onderwijs 1.1.5. Hogeschoolregelingen 1.1.6. OER 1.1.7. Huisregels Avans Hogeschool 1.1.8. Locaties 1.1.9. Openingstijden gebouwen 1.1.10. Praktische voorschriften en aanwijzigingen 1.1.11. Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen 1.1.12. Wegwijs in de gebouwen 1.1.13. Faciliteiten en diensten voor studenten 1.1.14. ICT faciliteiten 1.1.15. Topsport 1.1.16. Promo(tie) student 1.2. Algemene informatie AIB 1.2.1. Visie en missie AIB 1.2.2. Kernwaarden AIB 1.2.3. Onderwijsconcept AIB 1.2.4. Structuur en organisatie AIB 1.2.4.1. Directie 1.2.4.2. Profielmanagers 1.2.4.3. Onderwijseenheid eigenaren 1.2.4.4. Groot MT 1.2.4.5. Werkveld Adviesraad 1.2.4.6. Academieraad 1.2.4.7. Examencommissies 1.2.4.8. Opleidingscommissies 1.2.4.9. Onderwijscommissies 1.2.4.10. Directiesecretariaat 1.2.4.11. Onderwijsbureau 1.2.4.12. Toetscoördinator 1.2.4.13. Examenprogramma beheer 1.2.4.14. Relatiemanagement 1.2.4.15. ELCO/ICT-contactpersoon 1.2.4.16. Student-assistenten 1.2.4.17. Decaan 1.2.4.18. Studieloopbaanbegeleider 1.2.4.19. Studieadviseur 1.2.4.20. Vertrouwenspersoon 1.2.4.21. Klankbord 1.2.5. Lesuren 1.2.6. Vakanties en vrije dagen 1.2.7. Wegwijs in de AIB 1.2.8. Studentenverening
2. Inrichting en organisatie opleidingen BI en I 2.1. Opleidingsvarianten 2.1.1. Informatica 2.1.2. Bedrijfskundige Informatica 2.2. Opleidingsstructuur 2.2.1. Reguliere opleidingsroute 2.2.2. Verkorte opleidingsroutes 2.2.3. Deeltijd opleidingsroute 2.3. Studiebegeleiding 2.3.1. Studieloopbaanbegeleider 2.3.2. Studieadviseur 2.3.3. Registratie studievoortgang
1 1 1 1 2 3 3 4 4 4 5 5 5 6 9 12 13 13 14 14 14 14 15 15 15 15 17 17 17 18 18 19 20 20 20 20 20 21 21 21 22 22 22 23 23 23 24 24 25 25 25 26 27 27 27 28 28 28 28 28
2.4. Studieadvies en bindende afwijzing 2.4.1. Voorlopig studieadvies 2.4.2. Definitief studieadvies voltijd opleidingen 2.4.3. Definitief studieadvies deeltijd opleidingen
29 29 29 30
3.
Propedeuse 3.1. Inrichting propedeuse voltijd 3.1.1. Leerroute propedeuse Informatica voltijd 3.1.2. Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd 3.1.3. Leerroute propedeuse Informatica voltijd verkort 3.1.4. Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd verkort 3.2. Inrichting propedeuse deeltijd 3.2.1. Leerroute propedeuse Informatica deeltijd 3.2.2. Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica deeltijd 3.3. Instroom en toelating propedeuse 3.3.1. Vooropleidingseisen voor een buitenlands diploma 3.3.2. Toelatingsonderzoek 3.3.3. Werkkring 3.4. Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum
32 32 32 33 33 33 34 34 35 35 35 35 36 36
4.
Hoofdfase / bachelorfase / postpropedeutische fase 4.1. Inrichting postpropedeutische fase voltijd 4.1.1. Leerroute postpropedeutische fase Informatica voltijd 4.1.2. Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica voltijd 4.1.3. Leerroute postpropedeutische fase Informatica voltijd verkort 4.1.4. Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica voltijd verkort 4.2. Inrichting postpropedeutische fase deeltijd 4.2.1. Leerroute postpropedeutische fase Informatica deeltijd 4.2.2. Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica deeltijd 4.3. Instroom en toelating postpropedeutische fase 4.4. Stage en afstudeerperiode 4.5. Minor 4.5.1. Minor voltijd 4.5.2. Minor deeltijd 4.6. Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum
37 37 38
5.
Toetsen en herkansingen 5.1. Tentamen 5.2. Toetsaanbod en herkansing 5.3. Inschrijven voor toetsen 5.4. Uitslagen 5.5. Inzage en herbeoordeling 5.6. Vrijstellingen 5.7. Gedragsregels tentamens 5.8. Onregelmatigheden en fraude
43 43 43 44 44 44 45 45 45
6.
Getuigschriften en titulatuur 6.1. Graadverlening 6.1.1. Bachelor 6.1.2. Cum laude slagen 6.2. Procedure afgifte getuigschrift 6.3. Vervolgmogelijkheden
47 47 47 47 47 47
7.
Klachten, bezwaar en beroep 7.1. Bezwaar 7.2. Beroep 7.3. Klachtrecht
48 48 48 49
38 38 39 39 40 40 40 40 41 41 41 42
Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 8a: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12: Bijlage 13: Bijlage 14: Bijlage 15: Bijlage 16:
Huisregels Avans Hogeschool Protocol Studentenvoorzieningen en Nettiquette Niet-roken beleid Avans Hogeschool Alcoholbeleid Avans Hogeschool Gebruikshandleiding chipkaart Lijst met afkortingen Mutatieformulier cijferverwerking Handleiding Osiris Student versie 451 Handleiding Osiris student verkorte versie 442 Regeling faciliteiten studenten-topsporters Regeling voor opleidingscommissies AIB jaarrooster 2009-2010 Inhoud aangeboden onderwijseenheden Toetsregeling Stagevrijstellingformulier-jaar3-Informatica Stagevrijstellingformulier-jaar3-Bedrijfskundige Informatica Vrijstellingsformulier (module)
50 50 56 63 65 68 70 71 72 73 77 84 90 91 170 174 180 182
Voorwoord De start met een nieuwe opleiding betekent een nieuwe fase in je leven. In het begin van deze fase krijg je een grote hoeveelheid informatie en indrukken te verwerken. Deze studiegids helpt je om daarin een weg te vinden. Wie doet wat, waar moet je heen als je problemen hebt, wat wordt er van je verwacht? Op dit soort vragen geeft de studiegids je antwoord. Het Instructie Handboek voor de AIB propedeuse studenten voltijd komt bij de uitgave van deze studiegids te vervallen. Verder is deze studiegids een levend document, dus de meest recente versie is te vinden op BlackBoard. We hebben geprobeerd deze gids zo volledig mogelijk te maken. Als je zaken mist of onduidelijk omschreven vindt, laat dat dan weten bij de studieadviseur van de AIB: Fiona Koevoets, email:
[email protected]. Ook andere suggesties ter verbetering van de gids zijn hier van harte welkom! Breda, januari 2010 Petra Koenders Directeur Academie voor ICT en Business
1.
Algemene informatie
1.1.
Algemene informatie Avans Hogeschool
1.1.1.
Structuur en organisatie Avans
Figuur 1: Structuur (organogram) Avans Hogeschool
Organisatie De organisatiestructuur van Avans Hogeschool is, naast een relatief kleine staf, onderverdeeld in 19 academies en 5 ondersteunende (dienst-)eenheden. De academies zijn geografisch gespreid over de 3 vestigingsplaatsen: Breda, ’s-Hertogenbosch en Tilburg. De hoofdvestiging van de diensteenheden en van het LIC is Breda. De huisvestingsactiviteiten zijn ondergebracht in de volgende stichtingen: - Stichting Huisvesting Avans Hogeschool Breda; - Stichting Huisvesting Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch; - Stichting Instituut voor Bestuurs-, Beroeps- en Bedrijfsdiensten. Daarnaast behoren de volgende deelnemingen tot de Stichting Avans: - Avans Contractactiviteiten B.V. (100%); - Avans Hogeschool B.V. (100% deelneming Avans Contractactiviteiten B.V.) 1; - Stichting Juridische Hogeschool Avans – Fontys (50%) 1.1.2.
Visie, missie en doelstellingen
Visie en Missie Avans Hogeschool wil een topinstituut zijn dat toekomstige beroepsbeoefenaren opleidt tot excellente professionals, die zichzelf en hun beroep voortdurend blijven ontwikkelen. Daarnaast willen we voor specifieke bedrijven en organisaties een vanzelfsprekende partner zijn in het ontwikkelen en delen van kennis. In de vernieuwde onderwijsvisie van Avans Hogeschool zijn de diversiteit van studenten (indivudueel/groepsgewijs) en de vertaling naar de leeromgeving, programma’s en toetsing belangrijke aandachtspunten.
1
Avans Hogeschool B.V. opereert onder de werknaam Avans Plus / Avans +
1
Strategische doelstellingen In het kader van het meerjarenbeleidsplan zijn vijf strategische doelstellingen bepaald. De aanpak en realisatie van het beleidsplan zijn gericht op de student, de beroepsontwikkeling en professionalisering van de organisatie. 1. De groei van het aantal studenten bij Avans Hogeschool zal in de periode 2007-2010 tenminste de demografische ontwikkeling van gemiddeld 2,5% per jaar bijhouden. Het aantal studenten dient daarom in 2010 tenminste 10,4% meer te bedragen dan de aantallen per 1 oktober 2006. 2. Aan het einde van de planperiode dient het aantal studenten dat jaarlijks zonder diploma tussentijds bij Avans Hogeschool stopt, gemiddeld minder te zijn dan 10% van het totale aantal ingeschreven studenten van dat jaar. 3. De tevredenheid van in hun beroep enigszins gerijpte afgestudeerden van Avans Hogeschool (= 3 jaar na hun afstuderen) over de hogeschoolverrichtingen in relatie tot de beroepsuitoefening dient aan het eind van de planperiode tenminste een ‘7’ te bedragen. 4. In 2010 beantwoordt iedere academie tenminste vijf (onderzoeks-)vragen van onze partners. 5. Alle medewerkers hebben in de planperiode aantoonbaar gewerkt aan hun eigen professionele ontwikkeling in het kader van hun functie en van de doelstelling van de hogeschool. Bij de start is afgesproken om halverwege de planperiode (na twee jaar) een tussentijdse evaluatie uit te voeren, die heeft plaatsgevonden in het najaar van 2008. De evaluatie richtte zich op zowel de mate waarin de vijf strategische doelen zijn bereikt als op het draagvlak voor en het effect van de gekozen aanpak van procesmatig veranderen. De conclusies zijn de volgende: Met uitzondering van doelstelling 2 ligt het realiseren van de doelstellingen op schema. De doelstelling met betrekking tot het terugdringen van studentenuitval vraagt urgent om gecoördineerde actie. Vanaf eind 2008 is het “oogsten” op gang gekomen. Er is vertrouwen in het eindresultaat. Het vraagt alertheid om de resultaten ook zichtbaar te maken en te verbreden in de hele organisatie. De gekozen aanpak van procesmatig veranderen wordt positief ervaren. De nieuwe aanpak leidt tot synergie en samenwerking tussen medewerkers. Wel is het aantal medewerkers dat bewust bij de realisatie betrokken is nog te klein. Er is voldoende financiële ruimte om te verbreden. 1.1.3.
Ondersteunende diensten
DIF – Diensteenheid ICT en Facilitaire Dienst Alle activiteiten op het gebied van ICT, facilitaire zaken, roosteren en tentamineren binnen Avans Hogeschool zijn samengevoegd tot één centrale diensteenheid: "Diensteenheid ICT en Facilitaire Dienst", afgekort DIF. Ook kun je bij DIF terecht voor het reserveren van ruimtes en vragen over chipkaarten. In geval van storingen met betrekking tot ICT / Facilitaire dienstverlening kun je terecht bij de Servicedesk DIF. Deze is te bereiken op ( 076 - 523 ) 8888 , of via het e-mailadres
[email protected]. DP&O – Diensteenheid Personeel en Organisatie Deze diensteenheid is verantwoordelijk voor de dienstverlening op het gebied van het personeel van de Avans Hogeschool. DFS – Diensteenheid Financiën en Studentenadministratie DFS verzorgt zaken als: registratie van studentgegevens, cijfers, het inschrijven van studenten, het verwerken van aanvragen voor vrijstellingen en diplomering. Wil je iets over deze zaken weten dan kun je dit regelen via het CIC (zie paragraaf 1.1.13), zij gaan dit dan voor je na. DMCS – Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentzaken Deze dienst houdt zich bezig met het marketing- en communicatiebeleid van de academies en de hogeschool in zijn geheel. Te denken valt aan contacten met toeleverende scholen, voorlichting, organiseren open dagen, informatie over toelatingseisen etc.
2
Daarnaast bestaat er ook een afdeling Studentenzaken waar je informatie en antwoorden op vragen kunt krijgen op het gebied van medezeggenschap, het studentenstatuut, het decanaat, vertrouwenspersonen, vervolgstudies etc. LIC Het Leer- en innovatiecentrum (LIC) bevat o.a. Xplora, maar ook consultants op het gebied van onderwijskunde, eLearning, kwaliteitszorg en onderzoek. Ontwikkelingen in binnen- en buitenland worden op de voet gevolgd: de opgedane kennis ondersteunt het onderwijs binnen Avans Hogeschool als geheel en waar nodig is er een directe uitwerking mogelijk voor studenten binnen het aanbod van Xplora. 1.1.4.
Visie op leren en onderwijs
Niet alleen de medewerkers en de professionals in het werkveld werken met kennis. De student doet dat ook. Samen vormen zij in opleidingen en academies een dynamisch netwerk naar gelang de aard en het doel van hun opdracht. De netwerken veranderen van gedaante, als de lijnen die je kunt trekken tussen sterren waardoor steeds andere constellaties ontstaan. In de wijze waarop Avans Hogeschool de curricula, de didactiek en de toetsing vormgeeft, staat zij borg voor een gevarieerde en rijke leeromgeving: een bron van inspiratie waarin nieuwe verbanden ontdekt kunnen worden. De opdracht van Avans Hogeschool is volgens haar missie, het opleiden van excellente professionals en partnerschap in kennisontwikkeling. De onderwijsvisie van Avans Hogeschool is congruent met haar missie. Bij het opleiden van excellente professionals zijn de belangrijkste spelers: de studenten, de medewerkers en de professionals in het werkveld. Avans Hogeschool creëert samen met deze spelers een dynamische leeromgeving. De diverse talenten en perspectieven van alle betrokkenen worden verbonden ten behoeve van de individuele kennisontwikkeling, de kennisontwikkeling als collectief en de kennisontwikkeling bij de partners van Avans Hogeschool. Zie voor de volledige visie op leren en onderwijs de volgende link: http://avanshogeschool.wetpaint.com/page/Visie+op+leren+en+onderwijs 1.1.5.
Hogeschoolregelingen
De rechten en plichten van de studenten van Avans Hogeschool zijn vastgelegd in het studentenstatuut en een aantal hieronder vallende regelingen en protocollen. De regelingen en protocollen die onder het studentenstatuut vallen zijn: Inschrijvingsvoorwaarden 2009-2010 Algemene klachtenregeling voor studenten 2009-2010 Klachtenregeling ongewenst gedrag voor medewerkers en studenten 2009-2010 Algemene bezwaar en beroepsprocedure studenten 2009-2010 Reglement Colleges van Beroep 2009-2010 Regeling afstudeersteun 2009-2010 Regeling financiele ondersteuning studenten/topsporters 2009-2010 Regeling noodfonds voor studenten 2009-2010 Faciliteitenregeling bestuurlijk actieve studenten 2009-2010 Reglement bescherming persoonsgegevens studenten 2009-2010 Reglement voor opleidingscommissies 2009-2010 Protocol sancties en ordemaatregelen studenten 2009-2010 Protocol medische zorg 2008-2009 Model stageovereenkomst 2009-2010 Modelcontract stageovereenkomst 2009-2010 NL versie WORD FORM Dutch Placement Modelcontract 2009-2010 Dutch Placement Modelcontract 2009-2010-EN WORD FORM Model Work Placement Abroad Contract 2009-2010 Gedragscode Anderstalig Onderwijs Stagecode HBO VNO MKB Zie het intranet voor meer informatie over de verschillende regelingen en protocollen: https://my.avans.nl
3
1.1.6.
OER
Voor elke opleiding in het Hoger Onderwijs wordt een Onderwijs- en examenregeling (OER) vastgesteld. Hierin staan het onderwijsprogramma en diverse organisatorische aangelegenheden vermeld. De OER is te vinden op Blackboard via de volgende link: https://bb.avans.nl 1.1.7.
Huisregels Avans Hogeschool
DIF (Diensteenheid ICT en Facilitaire Dienst) biedt ruimte aan studenten (en medewerkers) die gebruik maken van de faciliteiten conform het Besluit Huisregels Avans Hogeschool. Alle gebruikers worden verondersteld bekend en akkoord te zijn met deze huisregels, zie bijlage 1. Onder dit besluit vallen ook 3 deelregelingen: - Protocol Studentenvoorzieningen en Nettiquette (sept 2007), zie bijlage 2 - Niet-roken beleid Avans Hogeschool (okt 2007), zie bijlage 3 - Alcolholbeleid Avans Hogeschool (okt 2007), zie bijlage 4 1.1.8.
Locaties
Breda -
Hogeschoollaan 1 4818 CR Breda Receptie (076) 525 05 00
Postadres: Avans Hogeschool Postbus 90.116 4800 RA Breda
-
Lovensdijkstraat 61-63 4818 AJ Breda Receptie (076) 525 05 00
Postadres: Avans Hogeschool Postbus 90.116 4800 RA Breda
-
Beukenlaan 1 4834 CR Breda Receptie (076) 525 05 00
Postadres: Avans Hogeschool Postbus 90.116 4800 RA Breda
Tilburg -
Professor Cobbenhagenlaan 13 5037 DA Tilburg Receptie (013) 595 81 00
Postadres: Avans Hogeschool Postbus 1097 5004 BB Tilburg
‘s-Hertogenbosch -
Onderwijsboulevard 215 5223 DE `s-Hertogenbosch Receptie (073) 629 52 95
Postadres: Avans Hogeschool postbus 732 5201 AS, `s-Hertogenbosch
-
Onderwijsboulevard 256 5223 DJ `s-Hertogenbosch Receptie (073) 629 54 60
Postadres: Avans Hogeschool postbus 732 5201 AS, `s-Hertogenbosch
Zie voor gedetailleerde informatie over de verschillende Avans locaties de volgende link: http://www.avans.nl
4
1.1.9.
Openingstijden gebouwen
Breda: - Lovensdijkstraat: - Hogeschoollaan: - Beukenlaan:
ma/do 7:30-22:30, vr 7:30-18:00 ma/do 7:30-22:30, vr 7:30-18:00, ma/wo 8:00-20:00, do 8:00-21:00, vr 8:00-18:00
Tilburg: - Prof. Cobbenhagenlaan:
ma/wo/vr 7:45 - 18:00, di/do 7:45 - 22:00
’s Hertogenbosch: - Onderwijsboulevard 215: - Onderwijsboulevard 256:
ma/do 7:30-22:00, vr 7:30-18:00 ma/do 8:00-22:00, vr/za 8:00-18.00
!
In de vakantieperiodes gelden andere openings- en sluitingstijden.
1.1.10.
Praktische voorschriften en aanwijzingen
Binnen de hogeschool gelden de volgende praktische regels: -
Indien gevraagd, moet men zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. Mobiele telefoons dienen tijdens de lessen uitgeschakeld te worden. Laptops dienen alleen gebruikt te worden tijdens lessen wanneer hiervoor toestemming is verleend door de docent. Studenten die te laat komen, kunnen geweigerd worden in de lessen. Het is verboden te eten in de leslokalen. Roken in het gebouw is verboden, behalve in de daarvoor aangewezen speciale rookvoorzieningen die zich in alle gevallen buiten de gebouwen van Avans Hogeschool bevinden. In het gebouw is het niet toegestaan te fietsen, te rolschaatsen, te skaten of om huisdieren mee te nemen. Afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor bestemde containers en prullenbakken. Eigendommen van de academie mogen niet zonder schriftelijke toestemming meegenomen worden uit het pand. Het aanplakken van affiches is alleen toegestaan op de daarvoor bestemde prikborden.
Alarmnummer In geval van brand, een ongeval of een andere dringende hulpvraag kan het alarmnummer gebeld worden: 5555, optie 1. Dit verkorte nummer is enkel voor intern gebruik op alle locaties (Breda, Tilburg en Den Bosch) en met een vast toestel. Indien er geen gebruik gemaakt kan worden van een vaste telefoon dan kan het volgende alarmnummer via de mobiele telefoon gebeld worden: 073-6295555. 1.1.11.
Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen
In beginsel ben je als student zelf aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan derden en gevolgen van ongevallen. Als secundaire dekking heeft Avans Hogeschool voor haar studenten en stagiairs een collectieve aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering afgesloten. -
-
In eerste instantie is de stageverlener op grond van hoofdstuk 6, artikel 170 BW, aansprakelijk voor schade door ondergeschikten (in casu vallen ook stagiairs hieronder) jegens derden; Geeft de aansprakelijkheidsverzekering van de stageverlener geen of onvoldoende dekking, dan dient de stagiair eerst zijn eigen particuliere WA-verzekering aan te spreken; is in voormelde acties geen dekking te vinden dan kan de collectieve aansprakelijkheidsverzekering van Avans Hogeschool als vangnet gelden voor acties van derden inzake wettelijke aansprakelijkheid. Deze verzekering dekt de schade aan zaken die toebehoren aan, onder beheer en/of verantwoordelijkheid zijn van stageverlener, veroorzaakt door stagiair, tijdens en in verband met zijn tewerkstelling. De collectieve ongevallenverzekering geeft slechts een beperkte dekking. Aan de student/stagiair wordt dan ook dringend aanbevolen om zelf een ongevallenverzekering af te sluiten.
5
1.1.12.
Wegwijs in de gebouwen
Gebruik de bewegwijzering die je overal in de gebouwen vindt om het nummer van de juiste collegezaal, klaslokaal, projectruimte of kantoorruimte te vinden, zie figuur 2. Telefoonnumers Het centrale nummer van de Avans Hogeschool is: 076–525000. Op Blackboard, de e-learning omgeving van Avans Hogeschool, vind je onder je STARTmenu, Algemeen, het telefoonboek van Avans hogeschool. Receptie Gevonden voorwerpen kun je afgeven bij de receptie van het gebouw waar het voorwerp gevonden is. Als er zaken van de hogeschool (door welke oorzaak dan ook) kapot zijn, meld je dit even bij de receptie. Zij spelen jouw informatie dan weer door naar de juiste personen. Ook als je een van de conciërges wilt spreken kun je dit het beste eerst even bij de receptie melden. Gehandicaptenvoorzieningen De gebouwen van Avans Hogeschool zijn zoveel mogelijk toegankelijk gemaakt voor mindervaliden. Er zijn voorzieningen ten aanzien van toiletten, liften en parkeerplaatsen. Mindervalidentoiletten bevinden zich verspreid door de gebouwen. Gebouw Hogeschoollaan
Ruimtenummer mindervalidentoiletten HB006, HB315, HC170, HC270
Parkeren Aan de Hogeschoollaan zijn voldoende fietsenstallingen; het zijn ook de enige plekken waar fietsen, scooters, brommers en motoren gestald mogen worden. Het parkeren van je auto is voor voltijd-studenten niet toegestaan op de met een slagboom bediende parkeerruimte aan de Molengracht ingang. Wel kun je terecht tegenover de ingang aan de Hogeschoollaan, waar een vrije parkeerruimte is. Wanneer deze parkeerplaats vol is, kun je uitwijken naar de parkeerplaatsen op het parkeerterrein tegenover Lovensdijkstraat 61 (2 minuten loopafstand). Straten tussen de hogeschool en het stadscentrum kennen een betaald parkeren voorziening. Op het gras of stoep parkeren levert met een zekere regelmaat een parkeerbon op!
6
Figuur 2: Plattegrond Avans Hogeschool, Hogeschoollaan 1 te Breda
7
Figuur 3: Legenda plattegrond Avans Hogeschool, Hogeschoollaan 1 te Breda
8
1.1.13.
Faciliteiten en diensten voor studenten
Xplora De informatiemaatschappij is constant in beweging. De Avans Hogeschool biedt met Xplora een wereld vol informatie die optimaal aansluit bij ieders opleiding. Naast boeken en naslagwerken zijn er scripties, (vak)tijdschriften, audiovisuele materialen, cd-roms en een groot aantal databanken te vinden. Als je een videoverslag of presentatie moet maken bezoek je onze multimedia-unit, met een opnamestudio en alle benodigde apparatuur om beeld en geluid te monteren. In Xplora staan er 350 pc’s ter beschikking. Maar je kunt ook je eigen laptop meenemen en verbinden met het draadloos netwerk. Een groot deel van de meer dan 1.000 zitplaatsen is ingericht op groepswerk. Daarnaast zijn er 200 individuele plaatsen waar je met of zonder pc kunt werken.
!
Alleen de computers in de AIB computerlokalen HA101, HA103, HA105, HA109 en HA111 hebben AIB specifieke software.
De catalogus kun je op verschillende manieren raadplegen: in Xplora dmv de opzoek pc’s, via de portal van Avans Hogeschool of direct via internet: http://opc4.avans.nl. Op drukke tijden is het verstandig om een pc, werkplek of ruimte te reserveren via het online booking-systeem: https://netloan.avans.nl. Ook is er een internetcafé. Openingstijden Xplora: Maandag 08:00-22:00 Dinsdag 08:00-22:00 Woensdag 08:00-22:00 Donderdag 08:00-22:00 Vrijdag 08:00-17:00
!
In de vakantieperiodes gelden andere openings- en sluitingstijden.
Kantine/Restaurant De exploitatie van de kantinevoorziening is in handen van Sodexo Catering. Het assortiment omvat diverse belegde broodjes, dranken, warme en koude snacks en een studentenmenu. De openingstijden van de catering zijn van 9.00 tot 20.00 uur.
!
In de vakantieperioden gelden gewijzigde openingstijden.
Repro Bij de Repro kun je grotere kopieeropdrachten aanbieden, werkstukken laten inbinden en kantoorartikelen kopen. Hier kun je ook terecht voor het afdrukken en ontwerpen van flyers, folders en posters. Tevens kun je hier zaken laten plastificeren. Grand Cafe Openingstijden: Maandag t/m donderdag:
- Breda: 10.00-19.00 uur (Keuken sluit om 18.00 uur) - Den Bosch: 10.00-17.30 uur (Keuken sluit om 17.00 uur) Vrijdag: 10.00-17.00 uur (Keuken sluit om 16.00 uur) Gesloten tijdens de onderwijsluwe weken (eventueel op aanvraag open in deze periodes voor evenementen). Het Grand Café is tijdens de bovenstaande openingstijden altijd open voor studenten en kan niet ten behoeve van een besloten evenement volledig gereserveerd worden. Buiten bovenstaande openingstijden is het Grand Café op afspraak wel te reserveren voor een besloten evenement. CIC Bij het Centraal Informatie Centrum (CIC) kun je terecht met al je vragen over je studie aan Avans Hogeschool en over studeren in het algemeen. De medewerkers kunnen je o.a. helpen met vragen over studiefinanciering, je inschrijving bij de hogeschool, betaling van je collegegeld. Adreswijzigingen kun je doorgeven via www.studielink.nl. Vragen kun je ook stellen via Question Point, zie hiervoor de volgende link op intranet: https://my.avans.nl.
9
Je vindt de informatiecentra op de volgende locaties: ▪
Breda - Hogeschoollaan, HA 023 Openingstijden ma t/m do van 09.00 - 17.00 uur, vr van 09.00 - 16.00 uur Tel: 076-525 0550
▪
Breda - Lovensdijkstraat, 61.011a Openingstijden ma t/m vr van 8.30-12.30 uur Tel: 076-525 0550
▪
Tilburg - Cobbenhagenlaan, 0.01b Openingstijden ma t/m do van 08.30 - 16.00 uur Tel: 076-525 0550
▪
’s-Hertogenbosch - Onderwijsboulevard 215, E 002 Openingstijden ma t/m vrij van 8.30 - 17.00 uur Tel: 073-629 5250
International Office Word jij ook wel eens gek van dit koude kikkerlandje? Wil jij je talenkennis opkrikken? Internationale ervaring opdoen tijdens een studie of stage? Kortom: zin om een deel van je studie in het buitenland door te brengen? Hiervoor kun je terecht bij het International Office. Let op! Je hebt wel toestemming nodig van de examencommissie om een gedeelte van je studie in het buitenland te volgen. International Office Breda: Patricia Gijzen / Jacqueline Milius-van Gameren E:
[email protected] T: (076) 523 80 01 Huisvesting Nieuwe opleiding, nieuwe stad en nieuwe woning! Je gaat studeren bij Avans Hogeschool op één van de drie locaties Breda, Tilburg of 'sHertogenbosch en bent op zoek naar een kamer. Onder de verschillende steden vind je informatie die je kan helpen bij het vinden van deze kamer. - Breda Volg jij een voltijdstudie in Breda, dan kun je voor een kamer terecht bij Woonloket Breda. Dit is een samenwerkingsverband van de drie Bredase woningcorperaties op het gebied van woonruimtebemiddeling. Als je voldoet aan bepaalde regels, kun je gebruik maken van huursubsidie. Kijk voor meer informatie op: www.woonloketbreda.nl - Tilburg In Tilburg kun je voor een kamer terecht bij Kamerpunt van Wonen Breburg. Dit is het centrale punt om een kamer te vinden. Kijk voor meer informatie op: www.wonenbreburg.nl www.woninginzicht.nl www.kamerbemiddelingtilburg.nl - 's-Hertogenbosch Als student aan Avans Hogeschool, locatie 's-Hertogenbosch heb je recht op inschrijving bij woningbouwvereniging BrabantWonen. Inschrijfformulieren en de gratis folder hiervoor zijn te verkrijgen bij het Centraal Informatie Centrum en bij BrabantWonen (adres: Graafseweg 29, 5213 AS 's-Hertogenbosch, tel: 073 - 681 45 00) Of kijk voor meer informatie op: • www.studentenplaats.nl • www.kamergids.com • www.studentopkamers.nl • www.blijstuderen.nl • www.onderwijsboulevard.nl • www.kamertje.nl
10
Hogeschoolkrant ‘Punt’ Zoals veel andere hogescholen en universiteiten in Nederland heeft Avans Hogeschool een eigen krant: Punt. Deze krant brengt op onafhankelijke wijze nieuws over allerlei zaken die met Avans Hogeschool, jouw academie of diensteenheid en onderwijs in het algemeen te maken hebben. De krant verschijnt driewekelijks en wordt verspreid via de uitdeelbakken in de hogeschool. Daarnaast brengt Punt dagelijks nieuws op de website: http://punt.avans.nl. Naast het ‘harde’ nieuws vind je hier columns, polls en filmpjes. Printen, kopiëren, plotten DIF stelt printfaciliteiten ter beschikking via het reguliere netwerk. Het betreft: - printfaciliteiten in zw/w op A4 en A3 formaat; - printfaciliteiten in kleur op A4 formaat; - beschikbaar stellen scanapparatuur voor het scannen van A4 documenten bij de Servicebalies en mediatheek; - het vervangen van toners/inktcatridges van netwerkprinters voor algemeen gebruik. Voor het gebruik van printers heeft men een netwerkaccount, een PC aangesloten op het hogeschoolnetwerk en een chippas nodig. Printen kan alleen tijdens openingstijden van het gebouw. Wil je draadloos printen (vanaf je laptop bijvoorbeeld) kijk dan op: http://draadloosprinten.avans.nl In opdracht van academie of dienst kunnen ook printfaciliteiten in kleur A3 beschikbaar gesteld worden. Op diverse locaties staan apparaten waarmee naast kopiëren ook geprint kan worden. Ook kleurenprinters zijn in voldoende mate aanwezig. Je kunt je ook melden bij de Servicebalie van de betreffende locatie. Je kunt met je chippas kopiëren en printen. Zie hieronder voor meer informatie over de chippas. Scannen en cd-branden De Servicebalies en of mediatheken beschikken over computers met cd-branders voor het veiligstellen van persoonlijke bestanden. Scannen en branden kan alleen tijdens openingstijden van de Servicebalies en/of mediatheek. Sporten Allerlei sporten kun je beoefenen via de Bredase Studenten Sportvereniging (BRESS). Voor meer informatie: www.bress.nl. Telefoon: 076 5250517. Chippas Studenten en medewerkers van Avans gebruiken een persoonsgebonden (chip)pas. Deze (chip)pas wordt per post toegestuurd op het correspondentieadres. In een begeleidende brief worden ook de inlogaccount-gegevens vermeld. Bij vragen of problemen met betrekking tot de (chip)pas kun je terecht bij de Servicepunten Chipkaart of bij de ICT Servicebalies. Een overzicht hiervan en verdere algemene informatie tref je aan in de Gebruikshandleiding Chippas, zie bijlage 5. Wanneer je je (chip)pas kwijt bent informeer je eerst bij de centrale receptie of iemand je pas daar heeft gedeponeerd. Als je (chip)pas echt zoek is kun je bij de het Centraal Informatiecentrum (CIC) een nieuwe kaart aanvragen. Daaraan zijn echter wel kosten verbonden. Opwaarderen van de (chip)pas kan m.b.v. de opwaardeerautomaat in de hal. Algemene Medezeggenschapsraad (AMR) De medezeggenschapsraad van de hogeschool bestaat uit gekozen medewerkers en studenten van de hogeschool en is bevoegd tot bespreking van alle aangelegenheden die de hogeschool betreffen. Studentenpastoraat, verlies- en rouwverwerking, stiltegebied Het studentenpastoraat is gevestigd in het hoofdgebouw van de Hogeschool: Hogeschoollaan 1, Breda, tel. via de receptie: 076 - 5250500. Voor begeleiding bij verlies- en rouwverwerking: 076 - 5250472.
11
Op de locaties Breda en 's Hertogenbosch is er de gelegenheid gebruik te maken van het Stiltegebied. In Breda vind je het Stiltegebied in HGS08; in 's-Hertogenbosch is de ruimte te vinden in C309. Zowel in Breda als in 's-Hertogenbosch worden er gedurende het jaar diverse workshops georganiseerd die te vinden zijn via de volgende link: http://www.avans.nl. Veel gestelde vragen van nieuwe studenten Op de Avans site kun je een hele lijst met vragen vinden, die nieuwe studenten het meest stellen. Zie de volgende link: http://www.avans.nl. In bijlage 6 vind je een lijst met afkortingen die vaak gebruikt worden. 1.1.14.
ICT faciliteiten
Internet Avans Hogeschool stelt via SURFnet snelle internetverbindingen ter beschikking aan studenten en medewerkers. Intranet De URL van het intranet luidt: intranet.avans.nl. Op het intranet vind je de niet aan het onderwijs gerelateerde informatie. Blackboard Op Avans Hogeschool wordt gebruik gemaakt van e-learning, dit is studeren via een digitale leeromgeving op het Internet. Alle academies van Avans Hogeschool maken gebruik van Blackboard (https://bb.avans.nl) als digitale leeromgeving, zo ook de Academie voor ICT en Business. Via Blackboard kun je o.a. onderwijsinhoud lezen, ophalen en verzenden. Daarnaast kun je mailen en chatten met medestudenten en docenten. Je academie bepaalt of en hoe Blackboard gebruikt wordt in het onderwijsproces. Blackboard wordt op Avans Hogeschool ook ingezet als informatiebron voor academies, diensten en lopende projecten. Je kunt Blackboard openen via een snelkoppeling op je pc of via Avans Hogeschool-site. Je loginnaam voor Blackboard is dezelfde als voor het Avans Hogeschool-netwerk. Je wachtwoord ook. Zodra je bent ingelogd kun je gebruik maken van Blackboard. Zie paragraaf ‘2.4.15. ELCO/ICT-contactpersoon’ voor toegang tot een bepaalde Course en Community en tot je eigen projectkantoor. Onder het menu ‘Blackboard Support’ staan de handleidingen voor Blackboard. Studentenmail Elke student en medewerker van Avans Hogeschool krijgt een eigen emailadres en een mailbox. Je ontvangt dit emailadres tegelijk met je loginnaam en wachtwoord. Wijzig dit niet te snel, want je hebt het nodig voor de allereerste digitale toetsen in de eerste weken. Het Avans Hogeschool-netwerk geeft je toegang tot het programma Groupwise, waarmee je jouw e-mail kunt beheren. De e-mailadressen van alle studenten, docenten en medewerkers staan in het Adresboek van de Groupwise mailapplicatie. Via Internet kun je je mailbox ook benaderen van waar je maar wilt (b.v. op school, thuis of waar ook ter wereld) via het volgende adres: https://webmail.avans.nl. Web-mail Je kunt via Internet beschikken over de mailomgeving van de Hogeschool. Webmail heeft tevens een uitgebreide Helpfunctie. Om webbased toegang te krijgen tot je e-mail en agenda moet je ook je accountgegevens invoeren (loginnaam en wachtwoord). De grootte van de te verzenden of ontvangen berichten is maximaal 5 Mb. Als je ervoor kiest om je mail naar een ander e-mailadres te laten doorsturen kan de ICT- Dienst niet garanderen dat deze mail ook aankomt. Gebruik van de doorstuurfunctie is voor eigen risico. De ondersteunende dienst servicedesk DIF ondersteunt de gebruikers met een Groupwisehandleiding die te vinden is op dit intranet onder het menu-item 'DIF Help/Handleidingen en cursussen'. Surfspot SURFSPOT.NL is de online webwinkel van SURFdiensten waar zowel instellingen, voor instellingsgebruik als studenten en medewerkers, voor eindgebruik, online rechtstreeks voordelige software en andere ICT-producten kunnen aanschaffen.
12
Ga naar http://www.surfspot.nl. Vervolgens selecteer je ‘Avans Hogeschool’ en klik op OK. De inlognaam en wachtwoord die je vervolgens moet intypen zijn hetzelfde als die je gebruikt voor het netwerk van de Hogeschool. Informatie verzending vanuit de academie Er is een aantal manieren waarop informatie van de opleiding naar jou wordt gestuurd: • Een aantal zaken gaat via TPG-Post naar het door jou opgegeven correspondentie-adres. Het is daarom noodzakelijk dat je adreswijzigingen zo snel mogelijk aangeeft via www.studielink.nl. • E-mail: GroupWise. Individueel berichtenverkeer tussen de opleiding, docenten en de studenten verloopt in principe per e-mail. Omdat van iedereen (studenten en docenten) wordt verwacht minimaal 1 x per dag de ontvangen mail te lezen, heeft onderlinge communicatie per mail de voorkeur (en dat werkt ook het snelste!) OSIRIS Dit is het digitale studentenregistratiesysteem zowel voor studentzaken als voor studievoortgang. Je kunt d.m.v. OSIRIS: - inschrijven voor toetsen (week 4 van elke periode) - je opgeven voor onderwijs (projecten, cursussen en trainingen) en toetsen, - jouw studieresultaten inzien Pas op voor spraakverwarring! De academie maakt in haar programma onderscheid tussen projecten, cursussen en trainingen. Terwijl dit in Osiris allemaal toetsen zijn. Wanneer er cijfers toegevoegd of veranderd moeten worden dien je hiervoor het cijfermutatieformulier in te vullen en in het postvak van de desbetreffende docent te posten eventueel met een bewijsvoering hiervoor. Dit formulier is te vinden op Blackboard. Zie ook bijlage 7. Zie bijlage 8 en 8a voor een handleiding OSIRIS. Osiris is bereikbaar via intranet, maar kan ook via een directe URL: https://studievolg.avans.nl. 1.1.15.
Topsport
De regeling biedt studenten die tijdens hun studie topsport beoefenen de mogelijkheid om na het verstrijken van de beursperiode de studie voort te zetten met financiële steun van Avans Hogeschool. Onder topsport wordt verstaan (criteria vastgesteld door het NOC): 1. zij die presteren op het niveau van finales van Europese- en Wereldkampioenschappen (Acategorie) en/of Olympische Spelen, uitgaande van een voldoende aantal internationale vertegenwoordigers in de tak van sport; 2. sportbeoefenaars die door hun jeugdige leeftijd en/of door hun gebrek aan ervaring nog niet rijp zijn voor wedstrijden op het hoogste internationale niveau, maar die de belofte inhouden om tot de A-categorie te gaan behoren. Voor meer informatie of advies maak een afspraak met een van de studentendecanen. Zie bijlage 9 Regeling faciliteiten studenten-topsporters. 1.1.16.
Promo(tie) student
De AIB heeft een enthousiast team van studenten die meewerken aan verschillende voorlichtingsen promotieactiviteiten voor de academie. Je kunt hierbij denken aan: -
Meehelpen of coördineren tijdens de open dagen Meehelpen met PR-activiteiten van de AIB: techniekweek, profielevent, meeloopdagen , proefstuderen, ouderavond, girlsday, AIB Innovation Event, MBO middag Een voorlichting op Havo, VWO of MBO scholen (bijvoorbeeld je oude school) Samenwerken met een docent tijdens een gastlest en/of aankomende studenten helpen met hun studiekeuze.
13
Naast dat het leuk staat op je CV en dat het leerzaam is, kun je hier ook ECA punten mee verzamelen of geld mee verdienen. Daarnaast heb je dan ook toegang tot de promolunch, waar je je kunt laten horen en jouw mening kunt geven. Ook krijg je hierdoor toegang tot de promoworkshop waar onderwerpen door de promo studenten zelf gekozen worden. Bij ons geldt: zet jij je in voor ons, dan krijg je er zeker iets voor terug! Heb je interesse? Stuur een email naar:
[email protected] 1.2.
Algemene informatie AIB
1.2.1.
Visie en missie AIB
Wij willen een academie zijn die zowel bij (potentiële) studenten, in het werkveld, bij onze externe partners én binnen Avans Hogeschool erkend wordt als een excellente opleider en kennispartner binnen het ICT-domein. Excellentie richt zich op de inhoud, de wijze waarop het onderwijs gegeven wordt, de aandacht voor potentiële en huidige studenten, onze relatie met alumni, de kwaliteit van de processen, de kwaliteit van de medewerkers en de relatie met onze partners. 1.2.2.
Kernwaarden AIB
Kernwaarden van de academie zijn: Initiatief Creativiteit Vernieuwing Flexibiliteit
Kwaliteit Verantwoordelijkheid Betrouwbaarheid Discipline
Kennis
Samenwerking Teamgeest Openheid Plezier
1.2.3.
Onderwijsconcept AIB
Het leren op de Avans Hogeschool gaat iets anders dan op het middelbaar onderwijs. Er wordt gewerkt door middel van competenties. Als je aan een hbo-opleiding gaat studeren, kun je niet om het begrip competentie heen. Vrijwel elke hbo-opleiding heeft zijn opleiding ingedeeld op basis van die competenties. Het lijkt een vaag begrip en het heeft inderdaad wat uitleg nodig. Met een definitie kom je nog niet zo ver: Een competentie is een vermogen dat kennis, inzicht, attitude en vaardigheidsaspecten omvat om in concrete taaksituaties doelen te bereiken. Het gaat in elk geval om dat wat je moet kunnen als je straks een beroep gaat uitoefenen. Je wordt geacht beroepsproblemen adequaat te kunnen oplossen en daarvoor heb je gereedschap nodig. Het competentie gericht leren moet het leren met de praktijk verbinden. Een competentie is meestal opgebouwd uit een aantal onderdelen die je tegelijk gebruikt als je aan het werk bent op hbo-niveau. Je oefent zo'n competentie ook als een geheel tijdens de opleiding. Je krijgt vaak opdrachten waarbij je moet laten zien dat je die competentie ontwikkelt. Deze algemene gedragscompetenties, die de kwaliteit van het functioneren bepalen, kom je in elk hbo-beroep tegen. Elke hbo’er moet in staat zijn om een probleemoplossingsproces uit te voeren. Dat begint met signaleren dat er een probleem is, informatie over het probleem verzamelen en deze analyseren, oplossingsmogelijkheden onderzoeken, conclusies trekken, de oplossing uitvoeren en evalueren hoe het gegaan is. Deze competenties bepalen het hbo-niveau van de opleiding. Het zijn denkvaardigheden die een mbo-er vaak in mindere mate hoeft te hebben.
14
1.2.4.
Structuur en organisatie AIB
1.2.4.1.
Directie
De academiedirectie heeft op basis van het bestuursreglement van de hogeschool de taak om zorg te dragen voor: • de onderwijsontwikkeling • de onderwijsuitvoering • de kwaliteit van het onderwijs. Kortom: de kwaliteit van de desbetreffende bacheloropleiding. - Directeur: Petra Koenders E:
[email protected] T: 076 523 8831 M: 06 20300617 Portefeuille: Academiebeleid, financiën, PR + communicatie, operationele zaken en contractactiviteiten. - Adjunct-Directeur: Christophe Otto E:
[email protected] T: 076 5238561 M: 06 20301431 Portefeuille: Academiebeleid, onderwijsontwikkeling, kwaliteitszorg, operationele zaken en contractactiviteiten. 1.2.4.2.
Profielmanagers
De profielmanagers zijn eindverantwoordelijk voor het curriculum en voor het coördineren van de onderwijsontwikkeling. Tevens zijn de profielmanagers de voorzitters van de onderwijscommissies, zie paragraaf 1.2.4.9. - Profielmanager Informatica (I): Ger Oosting E:
[email protected] T: 076 5250523 - Profielmanager Bedrijfskundige Informatica (BI): Wil van den Bogaard E:
[email protected] T: 076 5250943 1.2.4.3.
Onderwijseenheid eigenaren
Een onderwijseenheid eigenaar zorgt ervoor dat de uitvoering van een periode van 10 weken (VP1, DBI1, DI1, VP2, DBI2, DI2, etc.) naar wens verloopt. Hij/zij is het eerste aanspreekpunt voor zaken die te maken hebben met de inhoud en organisatie van een periode. De meest actuele lijst met onderwijseenheid eigenaren is te vinden op Blackboard onder het kopje ‘AIB info’. PVO-overleg Het Periodiek Voortgangsoverleg is een overleg tussen de onderwijseenheid eigenaar (coördinator van een periode) en afgevaardigden uit alle profgroepen die de betreffende periode volgen. Voorzitter is de onderwijseenheid eigenaar.
15
Figuur 4: Overzicht van onderwijseenheid eigenaren
16
1.2.4.4.
Groot MT
Het groot MT bestaat uit beide directie leden en de profielmanagers en bespreekt beleid en operationele zaken, die de academie en de opleidingen aangaan. 1.2.4.5.
Werkveld Adviesraad
Elke opleiding heeft een werkadviesraad (WAR) die bestaat uit vertegenwoordigers uit het beroepenveld. Daartoe bevinden zich ook oud-studenten. De WAR adviseert de opleiding over haar beroepsprofiel, de aansluiting op de arbeidsmarkt en andere relevante zaken. De opleidingsadviesraden spelen een belangrijke rol in het streven van de Academie voor ICT en Business naar kwalitatief goed en praktijkgericht onderwijs. Beroepenveld: - Dhr. ir. T. Bommelijn Easyflex
Academie voor ICT en Business: - Mevr. P.T.C. Koenders Academie voor ICT & Business
- Dhr. A. Dekkers Gemeente Breda, Shared Service Center
- Dhr. C.H.W. Otto Academie voor ICT & Business
- Dhr. P.A.F. Engelenburg Ordina System Integration & Development B.V.
- Dhr. G. Oosting Academie voor ICT & Business
- Dhr. R. Goedhart PMtD
- Dhr. W.J.A.M. van den Bogaard Academie voor ICT & Business
- Dhr. A. Litjens Ministerie van Economische zaken, Cluster Informatievoorziening - Dhr. M. Noordermeer Ericsson - Dhr. T. Tetteroo Fokker Elmo - Dhr. W. van Beek Progress - Dhr. E. van Lubeek OCLC B.V. - Mevr. M. van Steenhoven Achmea IT Business Solutions Kanalen Bank 1.2.4.6.
Academieraad
De Academie voor ICT en Business kent een academieraad (AR). Ook andere academies van de Hogeschool hebben zo’n AR. De algemene medezeggenschapsraad (AMR) is het overkoepelende orgaan van de AR. De leden van de AR zijn gekozen uit en door studenten, docenten en onderwijsondersteunend personeel. De verhouding tussen de geledingen is wettelijk vastgelegd. Uitgangspunt voor wat betreft de werkzaamheden van de raden is dat zij een aantal bevoegdheden hebben, die er in de praktijk op neerkomt dat men altijd advies over elke zaak kan uitbrengen en dat er bovendien een aantal zaken zijn waarover het bestuur van de Hogeschool c.q. de directie van de academie verplicht is advies te vragen, respectievelijk verplicht is instemming van de academie- (AR) dan wel algemene medezeggenschapsraad (AMR) te vragen. Deze laatste bevoegdheid is de meest vergaande. Wanneer de academie- (AR) dan wel algemene medezeggenschapsraad (AMR) aan een bepaald voorstel van het bevoegd gezag zijn goedkeuring onthoudt, dan kan dat voorstel, althans naar de mening van beide raden, geen doorgang vinden. Dit betekent dus dat de leden van de AR en AMR een grote verantwoordelijkheid dragen en zich bij de uitoefening van hun taak daarvan terdege bewust dienen te zijn. Zij zijn immers medeverantwoordelijk voor het goed functioneren van de academie en Avans Hogeschool.
17
De wettelijke bevoegdheden om te adviseren over het Onderwijs en Examen Reglement (OER) van de opleidingscommissie zijn binnen AIB neergelegd bij de Academieraad (AR). Leden van de AIB Academieraad en de daarbij behorende functies zijn: - Gerard Wagenaar: voorzitter, docent Informatica - Steven Gerritsen: secretaris, student Informatica - Ilonka Smeenk: lid, Coördinator Osiris en PR&V - Carla Smulders: lid, docent Bedrijfskundige Informatica Speciaal aandachtsgebied: Kennis- en ContentManagement (KCM) - Remco van der Stelt: lid, student Bedrijfskundige Informatica - Leon Truong: lid, student Bedrijfskundige Informatica - Linda Tuerlings: lid, student Bedrijfskundige Informatica 1.2.4.7.
Examencommissies
De examencommissie is verantwoordelijk voor de besluitvorming met betrekking tot de studievoortgang van de studenten. De examencommissie is samengesteld uit docenten, die werkzaam zijn binnen de opleiding van de Academie. De examencommissie is bedoeld als de eerste arbiter waar het vragen of (eventuele) geschillen betreft aangaande het OER (Onderwijs en Examen Reglement), geschillen over de hoogte van cijfers, over vrijstellingen etc. De examencommissie heeft dan ook bevoegdheden om besluiten te nemen inzake deze geschillen. De examencommissie vergadert minimaal twee keer per periode. In het OER (zie paragraaf 1.1.6) staan de taken en bevoegdheden van de examencommissie beschreven. Leden van de examencommissie Informatica: - Ger Oosting (voorzitter) E:
[email protected] T: 076 5250523 - Tommy Heunks E:
[email protected] T: 076 5250227
- Evert Jan de Voogt E:
[email protected] T: 076 5250138
Leden van de examencommissie Bedrijfskundige Informatica: - Jean Paul Hagenberg (voorzitter) E:
[email protected] T: 076 5250907 - Elly de Bruijn E:
[email protected] T: 076 5250835
- Marga Jacobs E:
[email protected] T: 076 5250975
- Andre Jaspers E:
[email protected] T: 076 5250903
- Wil van den Bogaard E:
[email protected] T: 076 5250943
1.2.4.8.
Opleidingscommissies
Elke opleiding kent een opleidingscommissie die bestaat uit studenten en docenten. De taken van deze opleidingscommissie zijn vooral gericht op de kwaliteit en beoordeling van het onderwijs en het adviseren over de uitvoering van de OER (Onderwijs- en examenregeling). Een uitgebreide beschrijving van taken, bevoegdheden en werkwijze van de commissie is opgenomen in een reglement dat je kunt vinden op Blackboard via het Avans studentenstatuut. Zie bijlage 10. Een korte taakbeschrijving volgt hieronder: • • • •
De commissie brengt advies uit over het Onderwijs- en Examenreglement; De commissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van de Onderwijs- en Examenregeling Desgevraagd of uit eigen beweging kan de commissie advies uitbrengen aan de AR en bevoegd gezag over alle andere aangelegenheden in het kader van kwaliteitszorg. De commissie adviseert over de procedures en instructies die door de opleiding gehanteerd wordt in het kader van kwaliteitszorg
18
•
De commissie adviseert over de resultaten van evaluatie die plaatsvinden in het kader van kwaliteitszorg.
Docent leden opleidingscommissie I: - Ralph Simons (voorzitter) E:
[email protected] T: 076 5250609 - Jan Montizaan E:
[email protected] T: 076 5250899
Student leden opleidingscommissie I: - Angelique Lamper E:
[email protected] - Dennis van Oosterhout E:
[email protected]
- Tommy Heunks E:
[email protected] T: 076 5250227 Docent leden opleidingscommissie BI: - Paul Walraven (voorzitter) E:
[email protected] T: 076 5238563 - André Jaspers E:
[email protected] T: 076 5250903 - Jolanda van Houten E:
[email protected] T: 076 5238575 - Sebastiaan Mooij E:
[email protected] T: 076 5238855
Student leden opleidingscommissie BI: - Joost van Beijsterveld E:
[email protected] - Jorg Maanders E:
[email protected] - Maarten Kats E:
[email protected] - Sander Cramer E:
[email protected] - Raymond Krijnen E:
[email protected]
- Carla Smulders E:
[email protected] T: 076 5238663 1.2.4.9.
Onderwijscommissies
De Onderwijscommissie is onder leiding van de profielmanager verantwoordelijk voor het vaststellen van de eindcompetenties van de opleiding. Verder is de onderwijscommissie verantwoordelijk voor de inrichting van het curriculum wat uiteindelijk tot het behalen van de eindcompetenties moet leiden. Leden van de onderwijscommissie I: - Ger Oosting(voorzitter) E:
[email protected] T: 076 5250523
- Gerard Wagenaar E:
[email protected] T: 076 5250206
- Tommy Heunks E:
[email protected] T: 076 5250227
- Ad Voesenek E:
[email protected] T: 076 5250944
Leden van de onderwijscommissie BI: - Wil van den Bogaard (voorzitter) E: E:
[email protected] T: 076 5250943
- Jean Paul Hagenberg E:
[email protected] T: 076 5250907
- André Jaspers E:
[email protected] T: 076 5250903
- Marga Jacobs E:
[email protected] T: 076 5250975
19
1.2.4.10. Directiesecretariaat Ter ondersteuning van de directie is er een directiesecretariaat. - Senior management assistente: Monique van de Winkel E:
[email protected] T: 076 5238516 1.2.4.11. Onderwijsbureau Het onderwijsbureau van de academie zorgt onder andere voor de volgende zaken: • aanvraag van getuigschriften en bijbehorende cijferlijsten • organiseren van de propedeuse en diploma uitreikingen • de administratieve verwerking van cijfers • het inventariseren en publiceren van de boekenlijsten • de tentamenorganisatie • versturen van informatiepakketten aan nieuwe studenten Hoewel het onderwijsbureau veel voor je doet kun je een aantal zaken heel eenvoudig zelf opzoeken, zoals bijvoorbeeld: • De roosters van de docenten zijn te vinden op Blackboard (https://bb.avans.nl) • Een tentameninzage is terug te vinden via Blackboard (https://bb.avans.nl) • Cijfers zijn te raadplegen via OSIRIS (http://studievolg.avans.nl) - Monique Groot-de Verduijn E:
[email protected] T: 076 5250274
- Anita Willemse E:
[email protected] T: 076 5250274
1.2.4.12. Toetscoördinator De toetscoördinator plant toetsen in. Daarnaast lost zij problemen van studenten met inschrijvingen voor toetsen op. Verder verstuurt zij een inschrijfherinnering aan alle studenten voor de inschrijfweek. - Anita Willemse E:
[email protected] T: 076 5238193 1.2.4.13. Examenprogramma beheer Het examenprogramma beheer heeft de volgende taken: • examenprogramma’s in OSIRIS invoeren • het bouwen van nieuwe examenprogramma’s • aanpassen en verbouwen van bestaande examenprogramma’s • het bouwen en koppelen van minoren in OSIRIS en op de Avans Portal • toekennen van het BSA (bindend studie advies) kenmerk • BSA (bindend studie advies) verwerken • het koppelen van studenten aan examenprogramma’s • verzorgen van de introductie van OSIRIS voor nieuwe studenten • checken van tentamens op wijziging toetsvorm ten opzichte van vorig jaar - Ilonka Smeenk E:
[email protected] T: 076 5238043 1.2.4.14. Relatiemanagement De stage- en afstudeercoördinator houdt zich o.a. bezig met de acquisitie van stage- en afstudeeropdrachten bij de bedrijven en instellingen. Het stagebureau is het eerste aanspreekpunt voor alle algemene en organisatorische zaken m.b.t. het stage- en afstudeertraject en verzorgt de communicatie hierover met alle betrokken partijen (de interne AIB organisatie, de bedrijven en de studenten).
20
- Leonie van Diepen E:
[email protected] T: 076 5250382 1.2.4.15. ELCO/ICT-contactpersoon De organisatie van BlackBoard is in handen van de 'elco' (e-learning coördinator). Deze coördinator zorgt er ook voor, dat jij toegang hebt tot de course-mappen die horen bij jouw programma. Mocht daarbij iets niet correct zijn verlopen, neem dan contact op met de elco (zie de academie-portal voor nadere info). E:
[email protected] 1.2.4.16. Student-assistenten Een student-assistent is een student die werkzaam is op de Avans Hogeschool. Wanneer er ergens een student-assistent gezocht wordt dan staat dit op BlackBoard. Bij ons ondersteunen de student-assistenten de Elco/ ICT-contactpersoon op het gebied van Blackboard beheer. Dit zijn: - Steven Gerritsen - Wout ter Beek 1.2.4.17. Decaan De decaan behartigt de belangen van studenten, staat onafhankelijk van de opleiding en heeft geheimhoudingsplicht. De student kan daar terecht voor vragen over studieloopbaan, vragen over jezelf en vragen over studentenvoorzieningen. De student moet in ieder geval naar de decaan gaan voor meldingen van bijzondere omstandigheden, waardoor er sprake is van studievertraging. Alleen via de decaan kan er studieverlenging verkregen worden. - Carla Bertelsmann E:
[email protected] T: 076 5250848 afspraken via 076 5250550 (CIC, zie paragraaf 1.1.13) Vanaf 1 maart 2010 zal er een nieuwe decaan starten: - Daniëlle Keijzers E:
[email protected] T: 076 5238569 afspraken via 076 5250550 (CIC, zie para1.1.13) Functiestoornis Bij de ‘Stichting Handicap en Studie’ (H&S) kun je informatie inwinnen over studeren met een handicap. Ziekte en psychische aandoening Op de website ‘www.begeleidleren.nl’ kun je meer informatie vinden over het studeren met een psychiatrische achtergrond. Verder is de ‘GGZ Breda’ het aangewezen instituut voor gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg. Ook is er een training ‘Grip op je dip’, waarover je meer informatie kunt vinden bij je decaan. Het IMW (Instituut voor maatschappelijk werk) is er voor de eerstelijns psychosociale hulpverlening en maatschappelijke dienstverlening. Dyslexie Als je bijvoorbeeld door dyslexie tentamenverlenging nodig hebt, vraag je dat aan bij de decaan. Zij brengt je dan op de hoogte van de procedure. Ook informatie over andere faciliteiten kan zij je melden. Bijzondere persoonlijke omstandigheden Je kunt altijd een afspraak met de decaan of met je studieloopbaan begeleider maken voor een persoonlijk individueel gesprek bij bijzondere persoonlijke omstandigheden. Loop je een forse
21
achterstand op in je studie dan is er een studieadviseur, die je daarin ondersteunt en jou het bewuste duwtje in de rug geeft om je tot de noodzakelijke acties te brengen. 1.2.4.18. Studieloopbaan begeleider Vanaf de eerste dag van je opleiding tot het moment van de diploma-uitreiking krijg je één en dezelfde studieloopbaan begeleider toegewezen. Dit is een docent van de academie die je kunt beschouwen als je persoonlijke coach. Je zult regelmatig overleggen met hem/ haar. In eerste instantie kun je terecht bij je studieloopbaan begeleider met vragen, opmerkingen over het onderwijs en problemen over de voortgang van je studie. Een belangrijke taak van de studieloopbaan begeleider is te sturen op je prestaties en deze samen te bespreken. De studieloopbaan begeleider verwijst je zo nodig door naar de juiste persoon. Bij problemen van persoonlijke aard hebben de studieloopbaan begeleiders en studieadviseur een signalerende rol en kunnen zij je doorverwijzen naar de decaan. Zelf ben je altijd vrij om bij dit soort problemen contact op te nemen met de decaan. Voltijd De voltijd studenten zullen tijdens de propedeuse na iedere periode van 10 of 11 weken uitgenodigd worden voor een gesprek met de studieloopbaan begeleider. In de hoofdfase zal dit minimaal 1x per jaar zijn. Deeltijd De deeltijd studenten zullen tijdens de propedeuse 2x per jaar uitgenodigd worden door de studieloopbaan begeleider om de studieresultaten te bespreken. In de hoofdfase zal dit miminaal 1x per jaar zijn. Daarnaast kan de student ook zelf een gesprek aanvragen met de persoonlijk studieloopbaan begeleider. 1.2.4.19. Studieadviseur De studieadviseur nodigt studenten die meer dan een half jaar studievertraging oplopen uit voor een individueel studievoortgangsgesprek. Doel van die gesprekken is om de studieaanpak te bespreken, te achterhalen wat de oorzaken van de opgelopen vertraging zijn en waar nodig afspraken ter verbetering te maken. Als je gedurende een kwartaal vertraging dreigt op te lopen door bijvoorbeeld ziekte of persoonlijke omstandigheden neem dan zelf contact op met de studieadviseur in samenspraak met de decaan. Indien noodzakelijk kan dan in samenspraak met de decaan meteen de studieroute aangepast worden. Bovendien kan de studieadviseur je informeren over zowel wettelijke als Avansregelingen die relevant zijn. Als een student zijn studie wil beëindigen, of wil overstappen naar een andere opleiding, dan moet hij dit melden bij zijn studieadviseur. Daarnaast kan de student bij de studieadviseur terecht met allerlei vragen over de opleiding, leerroute, studievaardigheden, mogelijke vervolgstudies en overstapmogelijkheden. - Fiona Koevoets E:
[email protected] T: 076 5250309 1.2.4.20. Vertrouwenspersoon Naast een decaan kent een academie ook een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon ondersteunt je als je op school met ongewenst gedrag van anderen (medestudenten, docenten, medewerkers) te maken krijgt. Denk bij ongewenst gedrag aan pesten, (seksuele) intimidatie, discriminatie. Voor meer informatie zie Blackboard, AIB-info, Wie-wat-waar, Vertrouwenspersoon AIB. - Elly de Bruijn E:
[email protected] T: 076 5250835
22
1.2.4.21. Klankbord Elke maand is er binnen de AIB een overleg van de klankbordgroep bestaande uit een aantal studenten per opleiding en een lid van het management. Alle onderwijsoverstijgende en algemene zaken kunnen in dit overleg aan bod komen. 1.2.5. lesuur 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Lesuren lestijd 08:00 08:45 09:35 pauze 10:35 11:25 12:15 13:00 13:50 14:40 pauze 15:40 16:30 17:15 18:00 18:45 19:30 pauze 20:30 21:15
– 08:45 – 09:30 – 10:20 – – – – – –
11:20 12:10 13:00 13:45 14:35 15:25
– – – – – –
16:25 17:15 18:00 18:45 19:30 20:15
– 21:15 – 22:00
Het voltijdonderwijs zal zoveel mogelijk geroosterd worden op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 uur en 17:15 uur. Het deeltijdonderwijs is ingeroosterd op maandag tussen 18:45 uur en 22:00 uur en op donderdag tussen 14:40 uur en 22:00 uur. 1.2.6. Vakanties en vrije dagen In de jaarkalender staan de vakanties en vrije dagen voor het studiejaar 2009/2010, zie bijlage 11. Vakantieperiodes 2009-2010: Kerstvakantie: 19 december 2009 t/m 3 januari 2010 Voorjaarsvakantie: 13 februari 2010 t/m 21 februari 2010 Meivakantie: 30 april 2010 t/m 9 mei 2010 Zomervakantie: 17 juli 2010 t/m 5 september 2010 Officiële vrije dagen (feestdagen) 2009-2010: 1e en 2e Kerstdag: vrijdag 25 en zaterdag 26 december 2009 Nieuwjaarsdag: vrijdag 1 januari 2010 Goede vrijdag: vrijdag 2 april 2010 Pasen: zondag 4 april en maandag 5 april 2010 Koninginnedag: vrijdag 30 april 2010 Bevrijdingsdag: woensdag 5 mei 2010 Hemelvaart: donderdag 13 en vrijdag 14 mei 2010 1e en 2e Pinksterdag: zondag 23 en maandag 24 mei 2010
!
Tijdens de volgende weken kunnen herkansingen ingepland zijn:
• • •
week 11 periode 4: week -1 periode 5: week 0 periode 5:
maandag 5 juli 2010 t/m vrijdag 9 juli 2010 maandag 16 augustus 2010 t/m vrijdag 20 augustus 2010 maandag 23 augustus t/m vrijdag 27 augustus 2010
23
1.2.7. Wegwijs in de AIB Op de Hogeschoollaan zullen de meeste lessen van AIB plaatsvinden in de A- en B-zone. Let goed op het rooster, waarop de lokalen aangegeven staan. Voorbeeld daarvan is: HA101: H->Hogeschoollaan, A->A-zone, 1->1e verdieping, 01->1e lokaal. Postvakken Soms zul je opdrachten/werkstukken ook fysiek dienen aan te leveren in het postvak van een docent. De postvakjes van alle medewerkers van de opleidingen Bedrijfskundige Informatica en Informatica vind je op de eerste verdieping van de Hogeschoollaan 1, schuin tegenover de medewerkerskamer HC102. Aanwezigheidsbord AIB Bij de ingang van de Academie voor ICT en Business vind je een aanwezigheidsbord met daarop alle namen van de AIB medewerkers. Op deze manier kun je gemakkelijk zien of bijvoorbeeld een docent aanwezig is voor een vraag of afspraak. Telefoonnummers Bij de ingang van de Academie voor ICT en Business vind je een lijst met de telefoonnummers van alle AIB medewerkers (dus ook docenten). Mocht je een AIB medewerker willen spreken dan zoek je het telefoonnummer op en bel je diegene met behulp van de balietelefoon op. Openen lokalen Het openen van klaslokalen die op slot zitten is voorbehouden aan de docenten. Uitzondering hierop is de reservering van een AIB klaslokaal via de Diensteenheid ICT en Facilitaire Dienst (DIF). In dit geval dient de sleutel bij DIF (Helpdesk) afgehaald en teruggebracht te worden, dus in HA106. ICT-laboratorium/studielandschap De ICT-laboratoria bevinden zich in het gebouw van de Hogeschoollaan 1. Deze lokalen zijn uitgerust met ca. 300 PC’s. Deze PC’s hebben AIB specifieke software. Het gaat hier om de lokalen HA101, HA103, HA105, HA109 en HA111. De ICT-laboratoria worden op bepaalde uren gereserveerd voor onderwijs, op andere uren zijn zij vrij toegankelijk voor studenten. De medewerkers van de helpdesk zijn beschikbaar om te helpen bij vragen en problemen. De openingstijden van de helpdesk worden via Blackboard bekend gemaakt. In de loop van het studiejaar beschikt de AIB over een eigen labruimte in HA111. Wanneer deze ruimte niet in gebruik is voor onderwijs dan kan er ook van deze ruimte gebruik gemaakt worden. De sleutel voor deze labruimte kan afgehaald en teruggebracht worden bij het AIB onderwijsbureau. 1.2.8.
Studentenvereniging
De AIB opleiding heeft vanaf het studiejaar 2009-2010 weer een eigen studentenvereniging. De studentenvereniging organiseert o.a. het introductiekamp, maar er zal nog veel meer ondernomen worden. Bestuur: - Tim van Breda – voorzitter E:
[email protected] -
-
Simon van der Steen E:
[email protected]
Remco van Bers E:
[email protected]
De organisatie van het introductiekamp wordt verzorgd door: -
Thijmen Groenewegen E:
[email protected]
-
Rudy van den Boer E:
[email protected]
24
2.
Inrichting en organisatie opleidingen BI en I
2.1.
Opleidingsvarianten
De academie voor ICT en Business biedt het studiejaar 2009-2010 de volgende opleidingen aan: • Informatica Voltijd • Informatica Deeltijd • Bedrijfskundige Informatica Voltijd • Bedrijfskundige Informatica Deeltijd Het onderwijs van de voltijdsopleidingen wordt zoveel mogelijk van maandag tot en met vrijdag ingeroosterd tussen 8:00 en 17:15 uur. Tevens maak je veelvuldig kennis met de praktijk: gastdocenten uit de praktijk, excursies en vooral de stage in het derde jaar, waardoor je compleet wordt ‘ondergedompeld’ in de wereld waarin je straks komt te werken. Het onderwijs van de deeltijdopleidingen wordt op twee dagdelen per week ingeroosterd: - Informatica: • maandag- en donderdagavond tussen 18:45 en 22:00 uur. - Bedrijfskundige Informatica: • maandag- en donderdagavond tussen 18:45 en 22:00 uur. of • donderdagmiddag en -avond tussen 14:40 en 22:00 uur. Er kan voor de deeltijdopleidingen een vrijstelling van de stage worden verkregen indien de omvang van de werkervaring voldoende groot is en de werkervaring relevant voor de opleiding. De afstudeeropdracht zal uitgevoerd worden in de organisatie waar men reeds werkzaam is. Wel dient deze opdracht aan te sluiten op de opleiding. 2.1.1.
Informatica
De opleiding Informatica leid je op tot een expert op het gebied van informatiestromen, -systemen en -architectuur. Je verdiept je in onderwerpen als programmeren van de computer, digitale elektronica, modelleren, software engineering, toepassingen van ICT en adviseren. Als Informaticus ontwerp en bouw je o.a. complexe informatiesystemen, softwareapplicaties op maat en websites. Ook pas je bestaande systemen aan en breid je ze uit met nieuwe onderdelen. Hierbij houd je rekening met de mensen die ermee gaan werken. Kennis en vaardigheden op het gebied van ICT zijn belangrijk, maar ook vaardigheden als samenwerken, effectief vergaderen, presenteren en rapporteren. Tijdens de opleiding werk je veel aan praktijkgerichte opdrachten, zelfstandig en in groepsverband. Naarmate de studie vordert zal je zelfstandiger gaan werken. Verder in de opleiding zal er veel aandacht geschonken worden aan het in teamverband bouwen van een groot informatiesysteem in Java. Ook specifieke onderwerpen als ‘hoe moet je het ontwerpen en ontwikkelen van een applicatie/ database aanpakken als je dit samen met een echte klant moet uitvoeren’ en ‘wat komt er allemaal bij kijken op organisatorisch en technisch vlak als je een standaard ERP-systeem moet invoeren bij een opdrachtgever’. Tenslotte leer je om een webbased informatiesysteem te bouwen: een programma dat je vanuit een browser kunt gebruiken. Daarnaast leer je hoe je een programma op een mobieltje kunt ontwerpen en programmeren. Uitstroomprofielen - Minors In het vierde jaar, voordat je gaat afstuderen, krijg je de gelegenheid om je studie nog meer een eigen karakter te geven. Je kiest een van de volgende minors als specialisatie: Softwaresystemen Mediasystemen Futurelab ICT & Innovatie X/Y
25
X/Y Wil je liever je eigen minor samenstellen, dan kan dat ook. Je kunt dan naar eigen keuze vakken opnemen uit verschillende opleidingen en specialisaties. Deze minor wordt wel altijd voorgelegd aan de examencommissie van de desbetreffende opleiding, die dit dient goed te keuren. Afstuderen De afstudeeropdracht volbreng je in een omgeving die gelijk is aan de praktijkomgeving waarin je na je afstuderen gaat werken. Tijdens deze opdracht laat je zien dat je over alle bekwaamheden beschikt die een beginnend informaticus op hbo-niveau nodig heeft. Beroepsprofiel Als Informaticus bouw je systemen op maat, die bedrijfsprocessen en het werk van mensen ondersteunen. Jij overziet het gehele traject: van het ontwerp, het programmeren tot de invoering ervan. Hierbij denk je ook aan zaken als testen, onderhoudbaarheid, documentatie en training van medewerkers. Je werkt vaak in een team met andere ICT’ers, interactieontwerpers, vormgevers en mediamensen. Goed samenwerken is dan van belang. Bovendien ben je in staat om goed te luisteren naar gebruikers en opdrachtgevers. Dat is essentieel om een bruikbaar informatiesysteem op te leveren. Kortom: met jouw kennis, je communicatieve vaardigheden en je gestructureerde aanpak zorg je ervoor dat software en informatiesystemen precies doen wat ze moeten doen. 2.1.2.
Bedrijfskundige Informatica
Bedrijfskundige Informatica is een deel bedrijfskunde en een deel informatica, maar vooral de combinatie van die twee. Je leert hoe ICT mensen in hun werk kan ondersteunen en hoe ICT bedrijfsprocessen eenvoudiger of beter kan maken. Je bedenkt oplossingen en je bent flexibel genoeg om jouw oplossingen aan te passen als ze in de praktijk niet goed blijken te werken. Je hebt als bedrijfskundig Informaticus verstand van ICT, organisaties en mensen. Je weet veel van software en ICT-toepassingen, maar je programmeert in principe niet zelf. Jouw rol is om te achterhalen wat bedrijven en gebruikers willen en nodig hebben. Hierbij houd je ook rekening met de juridische en financiële kanten. Het werk van een bedrijfskundig Informaticus begint altijd met een grondige analyse van het bedrijf. Hoe zit de organisatie in elkaar? Wat doen ze? Wat is er al op gebied van ICT? Nadat je dit in kaart hebt gebracht, adviseer je de klant over hoe hij zijn bedrijfsproces kan verbeteren. Daarna kun je aan de slag met het ontwerpen van een goed, onderhouds- en gebruiksvriendelijk systeem. Er zijn ook bedrijfskundige informatici die zich vooral bezighouden met alleen het analyseren van organisaties. Of het beheren van systemen. Het invoeren van ICT-toepassingen heeft meestal grote invloed binnen een bedrijf. Bedrijfsprocessen worden anders ingericht en personeel moet anders gaan werken. Jij kunt die veranderingen managen. Jij hebt oog voor de mensen binnen de organisatie. Je weet hen te motiveren en te begeleiden bij ICT-veranderingen. Tijdens de opleiding doe je niet alleen technische en bedrijfkundige kennis en vaardigheden op. Je leert ook projectmatig werken, presenteren en communiceren. Je bent sociaal vaardig en je kunt met anderen samenwerken, dus je leert om te gaan met conflicten, vergadertechnieken en effectief samenwerken in teams. Uitstroomprofielen - Minors In het vierde jaar, voordat je gaat afstuderen, krijg je de gelegenheid om je studie nog meer een eigen karakter te geven. Je kiest een van de volgende minors als specialisatie: Innovatie: onderzoek en advies Kennis- en Contentmanagement Futurelab ICT & Innovatie X/Y
26
X/Y Wil je liever je eigen minor samenstellen, dan kan dat ook. Je kunt dan naar eigen keuze vakken opnemen uit verschillende opleidingen en specialisaties. Deze minor wordt wel altijd voorgelegd aan de examencommissie van de desbetreffende opleiding, die dit dient goed te keuren. Afstuderen De afstudeeropdracht volbreng je in een omgeving die gelijk is aan de praktijkomgeving waarin je na je afstuderen gaat werken. Tijdens deze opdracht los je volgens een bepaalde planning een concreet bedrijfsprobleem op. Hierbij laat je zien dat je over alle bekwaamheden beschikt die een beginnend bedrijfskundig informaticus op hbo-niveau nodig heeft. Beroepsprofiel Bij Bedrijfskundige Informatica staat de relatie tussen ICT, mensen en bedrijfsprocessen en organisatie centraal. Door de inzet van geautomatiseerde systemen help je organisaties automatisering optimaal te benutten. Je ondersteunt hen en hun medewerkers bij het gebruik van ICT. Je bedenkt oplossingen, waarvoor je niet alleen slim, maar ook creatief moet zijn. 2.2.
Opleidingsstructuur
2.2.1.
Reguliere opleidingsroute
De opleidingen van de academie voor ICT en Business bestaan uit twee studiefases: • •
de propedeutische fase (jaar 1) de hoofdfase ook wel postpropedeuse fase of bachelor fase genoemd (jaar 2, 3 en 4)
Een opleiding heeft een omvang van 240 studiepunten. Eén studiepunt komt overeen met 28 studiebelastingsuren. Eén studiejaar omvat 42 weken, heeft een omvang van 60 studiepunten (1680 studiebelastingsuren) en is onderverdeeld in vier perioden van telkens 10 weken. Over het algemeen worden de eerste 7 weken gebruikt voor lessen. De 8e week is ingeruimd voor kennistoetsen (tentamens). Tijdens de 9e week dienen vaak de (groeps) opdrachten ingeleverd te worden en zullen de assessments plaatsvinden. De 10e week is voor herkansingen. Zie bijlage 11 voor het jaarrooster.
Propedeuse Periode Periode Periode 1 2 3
Hoofdfase, Postpropedeuse, Bachelor fase Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3
1e jaar
2e jaar
3e jaar
Periode 4
4e jaar
Figuur 5: Structuur opleidingen AIB
2.2.2.
Verkorte opleidingsroutes
De voltijdse opleidingen Informatica en Bedrijfskundige Informatica kennen een verkort traject voor studenten die in het bezit zijn van het diploma / getuigschrift van een vierjarige MBO ICTgeoriënteerde opleiding welke aansluit op de betreffende opleiding binnen de AIB. Een verkort opleidingstraject is alleen van toepassing indien de desbetreffende MBO (ICTgeoriënteerde) opleiding aansluit bij de opleidingskeuze binnen de AIB. De beoordeling hiervan is aan de examencommissie. De examencommissie kan besluiten dat een voorafgaand schakelprogramma met goed gevolg afgerond moet zijn voordat toelating wordt verkregen tot het verkorte programma. De totale studielast van de opleiding blijft 240 studiepunten. Op grond van het MBO (ICT/georiënteerde) diploma en de behaalde vakken van het schakelprogramma krijgt de student vrijstelling voor 30 studiepunten in de propedeutische fase.
27
In de postpropedeutische fase is een vrijstelling of verkorting van de stage (Werkend Leren 1) mogelijk wanneer de MBO-stage op voldoende ICT-niveau is uitgevoerd. De beoordeling hiervan is aan de examencommissie. Het verkorte MBO-traject heeft dus een omvang van 210 - 180 studiepunten en duurt 3½ - 3 jaar. Propedeuse Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4
Hoofdfase, Postpropedeuse, Bachelor fase Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2
2e jaar
1e jaar
3e jaar
4e jaar
Figuur 6: Structuur verkort traject 210 studiepunten
Propedeuse Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4
Hoofdfase, Postpropedeuse, Bachelor fase Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4 1 2 3 4
1e jaar
2e jaar
3e jaar
Figuur 7: Structuur verkort traject 180 studiepunten
2.2.3.
Deeltijd opleidingsroute
Een deeltijd opleiding heeft ook een omvang van 240 studiepunten en een studieduur van 5 jaar, echter met passende werkervaring en erkennen van verworven competenties kan dit verminderd worden tot minimaal 4 jaar. 2.3.
Studiebegeleiding
De opleiding kent een systeem van individuele studiebegeleiding. De studiebegeleiding is gericht op het voorkomen, dan wel tijdig signaleren van studieproblemen en het bieden van ondersteuning bij het oplossen ervan. 2.3.1.
Studieloopbaan begeleider
De studieloopbaan begeleider is het eerste aanspreekpunt voor studenten met betrekking tot studiebegeleiding. Deze begeleiding heeft als doel de student te adviseren en te begeleiden bij de studievoortgang. Zie verder paragraaf 2.1.4.18. 2.3.2.
Studieadviseur
De studieadviseur is het tweede aanspreekpunt voor studiebegeleiding en hier kun je terecht wanneer er sprake is van meer dan een half jaar studievertraging. Deze begeleiding heeft als doel de studievertraging niet verder op te laten lopen en de doorstroom te bevorderen. Zie verder paragraaf 1.2.4.19. 2.3.3.
Registratie studievoortgang
De aantekeningen van studiebegeleidinggesprekken worden in OSIRS vastgelegd. Deze aantekeningen kunnen worden afgeschermd voor anderen en zelfs voor de student. Deze registratie moet voldoen aan de regels van de "regeling bescherming persoonsgegevens studenten" van de Avans Hogeschool. Deze regeling is onderdeel van het Studentenstatuut.
28
Je hebt via een internetkoppeling met de studievoortgangadministratie (OSIRIS) voortdurend inzicht in jouw behaalde studieresultaten. Ook deze gegevens moeten voldoen aan de regels van de "regeling bescherming persoonsgegevens studenten" van de Avans Hogeschool. Deze regeling is onderdeel van het Studentenstatuut. 2.4.
Studieadvies en bindende afwijzing
2.4.1.
Voorlopig studieadvies
Iedere student die voor 1 november is ingeschreven in de propedeutische fase ontvangt vóór 1 februari van de academiedirecteur een voorlopig, schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding. 2.4.2.
Definitief studieadvies voltijd opleidingen
De Raad van Bestuur van Avans Hogeschool heeft besloten voor het studiejaar 2009-2010 aan een negatief studieadvies een bindend karakter te geven voor de voltijd opleidingen. Dit houdt in dat iedere voltijd student van de academiedirecteur schriftelijk een definitief studieadvies ontvangt over de voortzetting van de studie voor het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase (voor 1 september). Hierbij zal rekening gehouden worden met persoonlijke omstandigheden.
!
Je zult de opleiding na het verstrijken van het eerste studiejaar (propedeuse) niet meer mogen vervolgen wanneer: - je minder dan 45 studiepunten hebt behaald, exclusief vrijstellingen
!
In het geval je vrijstellingen hebt ontvangen voor de propedeuse mag je de opleiding niet meer vervolgen na het verstrijken van het eerste studiejaar (propedeuse) wanneer: - je minder dan 75% van de nog te behalen studiepunten na aftrek van de vrijstellingen hebt behaald
Bij de berekening van het totale aantal studiepunten worden studiepunten meegeteld die behaald zijn voor toetsen van de propedeutische fase, waarbij geen formele toekenning i.v.m. afronding van een onderwijseenheid is vereist.
!
Je zult de opleiding na het verstrijken van 2 studiejaren niet meer mogen vervolgen wanneer: - je de propedeutische fase niet geheel behaald hebt
Verkorte instroom De studenten die per 1 februari via de verkorte instroom zijn gestart met de opleiding ontvangen dit definitief studieadvies eveneens voor het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase (na 12 maanden). Hierbij zal ook rekening gehouden worden met persoonlijke omstandigheden. Ook voor de studenten die per 1 februari via de verkorte instroom zijn gestart met de opleiding ontvangen het definitief studieadvies voor het einde van het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase (24 maanden). Hierbij zal ook rekening gehouden worden met persoonlijke omstandigheden. Onder a b c
de persoonlijke omstandigheden wordt het volgende verstaan: ziekte, lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of zwangerschap van de student; bijzondere familieomstandigheden; lidmaatschap of voorzitterschap van de opleidingscommissie, de AMR, de academieraad, of de Hogeschool studentenraad; d eventuele andere door de Raad van Bestuur nader aan te geven activiteiten in het kader van de organisatie van het bestuur van de instelling; e lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel van een vergelijkbare organisatie van maatschappelijk belang, mits van enige omvang en mits deze organisatie daadwerkelijk activiteiten ontplooit;
29
f
overmacht anderszins.
Een student die een bindende afwijzing heeft ontvangen kan zich alleen opnieuw inschrijven voor de betreffende opleiding indien hij aan de academiedirecteur aannemelijk kan maken dat hij als gevolg van studie elders, vanwege opgedane werkervaring, dan wel om andere redenen, in staat is om de opleiding met goed gevolg te kunnen afsluiten. De nieuwe inschrijving kan niet eerder dan na minstens één jaar na het uitbrengen van het bindend afwijzend studieadvies plaatsvinden. Als de academiedirecteur voornemens is om een bindende afwijzing te verbinden aan het studieadvies wordt de student schriftelijk van dat voornemen in kennis gesteld en hem de gelegenheid geboden om voorafgaande aan het uitbrengen van het advies een gesprek te hebben over zijn studievorderingen met een door de academiedirectie aan te wijzen medewerker. De student heeft het wettelijke recht om tegen het bindend afwijzend studieadvies rechtstreeks beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Ook kan de student binnen vier weken bezwaar maken tegen het bindend afwijzend studieadvies bij de examencommissie. In dat geval gaat de termijn voor het aantekenen van het beroep pas in na uitspraak van de examencommissie. Er zal geen studieadvies uitgebracht worden aan studenten: die schriftelijk de uitschrijving hebben aangevraagd voor 31 januari van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase. die vóór 1 februari van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse de inschrijving wijzigt van voltijd naar deeltijd of duaal en dus na deze wijziging deeltijd- of duale student worden die na 1 februari van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse de inschrijving wijzigt van voltijd naar deeltijd of duaal en dus voor deze wijziging voltijd student waren 2.4.3.
Definitief studieadvies deeltijd opleidingen
De academiedirectie heeft besloten voor het studiejaar 2009-2010 aan een negatief studieadvies een bindend karakter te geven voor de deeltijd opleidingen. Dit houdt in dat iedere deeltijd student van de academiedirecteur schriftelijk een definitief studieadvies ontvangt over de voortzetting van de studie voor het einde van de nominale propedeuseperiode . Hierbij zal rekening gehouden worden met persoonlijke omstandigheden.
!
Je zult de opleiding na het verstrijken van de nominale propedeuseperiode niet meer mogen vervolgen wanneer: - je minder dan 30 studiepunten hebt behaald, exclusief vrijstellingen
!
In het geval je vrijstellingen hebt ontvangen voor de propedeuse mag je de opleiding niet meer vervolgen na het verstrijken van de nominale propedeuseperiode wanneer: - je minder dan 50% van de nog te behalen studiepunten na aftrek van de vrijstellingen hebt behaald
Bij de berekening van het totale aantal studiepunten worden studiepunten meegeteld die behaald zijn voor toetsen van de propedeutische fase, waarbij geen formele toekenning i.v.m. afronding van een onderwijseenheid is vereist.
!
Je zult de opleiding na het verstrijken van 2 studiejaren niet meer mogen vervolgen wanneer: - je de propedeutische fase niet geheel behaald hebt
Wanneer je tussentijds ingestroomd bent ontvang je dit definitief studieadvies eveneens voor het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase (na 12 maanden). Hierbij zal ook rekening gehouden worden met persoonlijke omstandigheden. Ook wanneer je tussentijds ingestroomd bent ontvang je het definitief studieadvies voor het einde van het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase (24 maanden). Hierbij zal ook rekening gehouden worden met persoonlijke omstandigheden.
30
Onder a b c
de persoonlijke omstandigheden wordt het volgende verstaan: ziekte, lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of zwangerschap van de student; bijzondere familieomstandigheden; lidmaatschap of voorzitterschap van de opleidingscommissie, de AMR, de academieraad, of de Hogeschool studentenraad; d eventuele andere door de Raad van Bestuur nader aan te geven activiteiten in het kader van de organisatie van het bestuur van de instelling; e lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel van een vergelijkbare organisatie van maatschappelijk belang, mits van enige omvang en mits deze organisatie daadwerkelijk activiteiten ontplooit; f overmacht anderszins.
Een student die een bindende afwijzing heeft ontvangen kan zich alleen opnieuw inschrijven voor de betreffende opleiding indien hij aan de academiedirecteur aannemelijk kan maken dat hij als gevolg van studie elders, vanwege opgedane werkervaring, dan wel om andere redenen, in staat is om de opleiding met goed gevolg te kunnen afsluiten. De nieuwe inschrijving kan niet eerder dan na minstens één jaar na het uitbrengen van het bindend afwijzend studieadvies plaatsvinden. Als de academiedirecteur voornemens is om een bindende afwijzing te verbinden aan het studieadvies wordt de student schriftelijk van dat voornemen in kennis gesteld en hem de gelegenheid geboden om voorafgaande aan het uitbrengen van het advies een gesprek te hebben over zijn studievorderingen met een door de academiedirectie aan te wijzen medewerker. De student heeft het wettelijke recht om tegen het bindend afwijzend studieadvies rechtstreeks beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Ook kan de student binnen vier weken bezwaar maken tegen het bindend afwijzend studieadvies bij de examencommissie. In dat geval gaat de termijn voor het aantekenen van het beroep pas in na uitspraak van de examencommissie. Er zal geen studieadvies uitgebracht worden aan studenten: die schriftelijk de uitschrijving hebben aangevraagd voor 31 januari van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase. die op enig moment van inschrijving voor de propedeuse de inschrijving wijzigt van deeltijd naar voltijd of duaal en dus na deze wijziging voltijd- of duale student worden
31
3.
Propedeuse
De inhoud van het propedeusegedeelte van deze studiegids omvat de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) voor de propedeuse 2009-2010. De onverkorte versie van de OER is digitaal terug te vinden op Blackboard: https://bb.avans.nl/ Alleen aan de integrale tekst van de OER kan rechtskracht ontleend worden. Aan de propedeuse is een propedeutisch examen verbonden. Hiervoor ben je geslaagd als alle onderwijseenheden binnen de propedeutische fase met goed gevolg zijn afgesloten. Je ontvangt in dat geval het getuigschrift propedeuse van de opleiding. 3.1.
Inrichting propedeuse voltijd
De studielast van de propedeuse is voor de reguliere student (zonder vrijstellingen) 60 studiepunten. Uitgangspunt is om deze studielast zo gelijkmatig mogelijk over het studiejaar te verspreiden, waardoor voor iedere periode 13 studiepunten te behalen zijn. Daarnaast zijn er nog 8 studiepunten te behalen door middel van Extra Curriculum Activiteiten. Eén punt stemt voor de gemiddelde student normaal gesproken overeen met 24 tot 30 werkuren. Deze studielast is inclusief het bijwonen van lessen, individuele studie, de voorbereiding van en het afleggen van examens enz. Code VP1 VP2 VP3BI VP4BI VP3I VP4I ALG1
Onderwijseenheid De ondernemende AIB student De aspirant Systeemontwikkelaar De aspirant Informatieanalist Informatieontsluiting en beheer De aspirant Systeemontwerper De aspirant Software Engineer Extra Curriculumactiviteiten Professionele en ontwikkelcompetenties
Studiepunten 13 13 13 13 13 13 8
Tabel 1: Onderwijseenheden propedeuse voltijd
Zie bijlage 12 voor de beschrijving van iedere bovengenoemde onderwijseenheid. 3.1.1.
Leerroute propedeuse Informatica voltijd
De propedeutische leerroute van de voltijd student Informatica ziet er als volgt uit:
JAAR 1
PERIODE 1 VP1: De ondernemende AIB student
PERIODE 2 VP2: De aspirant Systeemontwikkelaar
PERIODE 3 VP3I: De aspirant Systeeemontwerper
PERIODE 4 VP4I: De aspirant Software Engineer
Figuur 8: Leerroute propedeuse Informatica voltijd
Je maakt dus aan het einde van het eerste half jaar (onderwijssemester) als voltijd student een keuze voor de opleiding I of BI.
32
3.1.2.
Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd
De propedeutische leerroute van de voltijd student Bedrijfskundige Informatica ziet er als volgt uit:
JAAR 1
PERIODE 1 VP1: De ondernemende AIB student
PERIODE 2 VP2: De aspirant Systeemontwikkelaar
PERIODE 3 VP3BI De aspirant Informatieanalist
PERIODE 4 VP4BI: Informatieontsluiting en beheer
Figuur 9: Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd
Je maakt dus aan het einde van het eerste half jaar (onderwijssemester) als voltijd student een keuze voor de opleiding I of BI. 3.1.3.
Leerroute propedeuse Informatica voltijd verkort
De propedeutische leerroute van de voltijd Informatica student die de verkorte opleidingsroute heeft gekozen startend in februari ziet er als volgt uit:
JAAR 1
PERIODE 3 PERIODE 4 VP3I: VP4I: De aspirant De aspirant Systeeemontwerper Software Engineer
Figuur 10: Leerroute propedeuse Informatica voltijd verkort vanaf februari
De propedeutische leerroute van de voltijd Informatica student die de verkorte opleidingsroute heeft gekozen startend in september ziet er als volgt uit:
JAAR 1
PERIODE 1 VP3I: De aspirant Systeeemontwerper
PERIODE 2 VP4I: De aspirant Software Engineer
PERIODE 3 VI5: De junior business intelligence-consultant
PERIODE 4 VI6: De junior Implementatieconsultant
Figuur 11: Leerroute propedeuse Informatica voltijd verkort vanaf september
3.1.4.
Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd verkort
De propedeutische leerroute van de voltijd Bedrijfskundige Informatica student die de verkorte opleidingsroute heeft gekozen ziet er als volgt uit:
JAAR 1
PERIODE 3 VP3BI: De aspirant Informatieanalist
PERIODE 4 VP4BI: Informatieontsluiting en Beheer
Figuur 12: Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd verkort vanaf februari
JAAR 1
PERIODE 1 VP3BI: De aspirant Informatieanalist
PERIODE 2 VP4BI: Informatieontsluiting en Beheer
PERIODE 3 VBI5: De junior Kennismanager
PERIODE 4 VBI6: De junior Implementatieconsultant
Figuur 13: Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd verkort vanaf september
33
3.2.
Inrichting propedeuse deeltijd
De studielast van de propedeuse deeltijd is (zonder vrijstellingen) 60 studiepunten. Uitgangspunt is om deze studielast zo gelijkmatig mogelijk over het studiejaar te verspreiden, waardoor voor iedere periode 10 studiepunten te behalen zijn. Daarnaast zijn er nog 20 studiepunten te behalen door middel van Elders Verworven Competenties. Eén punt stemt voor de gemiddelde student normaal gesproken overeen met 24 tot 30 werkuren. Deze studielast is inclusief het bijwonen van lessen, individuele studie, de voorbereiding van en het afleggen van examens enz. De aard en inhoud van Elders Verworven Competenties (EVC-propedeuse) zijn: •
voor de opleiding I:
- elementaire vaardigheid in programmeren - elementaire vaardigheid in projectmatig werken
•
voor de opleiding BI:
- relevante werkervaring - economiekennis en –vaardigheid op het niveau van HAVO
Het bezit van deze competenties dient schriftelijk aangetoond te worden, conform de richtlijnen van de examencommissie. Wanneer dit niet aangetoond kan worden dient er een aanvullend onderwijsprogramma gevolgd te worden voorafgaand aan de onderwijseenheden die hieronder genoemd worden. De examencommissie kan hiervan afwijken door expliciet aan te geven voor welke onderwijseenheid een betreffende erkend verworven competentie aangetoond dient te zijn. Code DI1 DBI1 DI2 DBI2 DI3 DBI3 DI4 DBI4 EVC
Onderwijseenheid Object georiënteerde systeemontwikkeling Organisatiekunde en Economie Object georiënteerd programmeren Informatieplanning Systeemontwikkeling en databases Systeemontwikkeling Informatieplanning en bedrijfsproces Informatieontsluiting en beheer Erkennen van verworven competenties
Studiepunten 10 10 10 10 10 10 10 10 20
Tabel 2: Onderwijseenheden propedeuse deeltijd
Zie bijlage 12 voor de beschrijving van iedere bovengenoemde onderwijseenheid. 3.2.1.
Leerroute propedeuse Informatica deeltijd
De propedeutische leerroute van de deeltijd student Informatica ziet er als volgt uit:
JAAR 1
PERIODE 1 DI1: Object georiënteerde systeemontwikkeling
PERIODE 2 DI2: Object georiënteerd programmeren
PERIODE 3 DI3: Systeemontwikkeling en databases
PERIODE 4 DI4: Informatieplanning en bedrijfsproces
Figuur 14: Leerroute propedeuse Informatica deeltijd
34
3.2.2.
Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica deeltijd
De propedeutische leerroute van de deeltijd student Bedrijfskundige Informatica ziet er als volgt uit:
JAAR 1
PERIODE 1 DBI1: Organisatiekunde en Economie
PERIODE 2 DBI2: Informatieplanning
PERIODE 3 DBI3: Systeemontwikkeling
PERIODE 4 DBI4: Informatieontsluiting en beheer
Figuur 15: Leerroute propedeuse Bedrijfskundige Informatica deeltijd
3.3.
Instroom en toelating propedeuse
Wanneer je in bezit bent van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Vwo) gelden er geen verdere toelatingseisen. Wanneer je in bezit bent van een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs (Havo) zijn de volgende vooropleidingseisen van kracht: • het profiel Economie en Maatschappij (E + M) • het profiel Natuur en Gezondheid (N + G) • het profiel Natuur en Techniek (N + T) • het profiel Cultuur en Maatschappij (C + M) met in dit profiel economie of management & organisatie én Wiskunde A of Wiskunde B Wanneer je in bezit bent van een WEB-diploma middenkaderopleiding of specialisten-opleiding gelden er geen verdere toelatingseisen. In het geval jouw vooropleiding Havo/Vwo nog niet gebaseerd was op de zogenaamde vernieuwde 2e fase of wanneer jouw vooropleiding MBO die nog niet gebaseerd was op de WEB, wordt een aanvullend onderzoek gedaan naar het voldoen aan de volgende vakkenpakketeisen: •
een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs heeft geen vakkenpakketeisen.
•
het diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs oude stijl heeft de volgende vakkenpakketeisen: één van de vakken wiskunde A, wiskunde B, economie, handelswetenschappen en recht
•
het diploma van een MBO-opleiding oude stijl heeft de volgende vakkenpakketeisen: één van de vakken wiskunde, algemene economie, commerciële economie en calculatie, bedrijfseconomie en calculatie, bedrijfsadministratie
3.3.1.
Vooropleidingseisen voor een buitenlands diploma
Wanneer je een diploma hebt dat in het buitenland is afgegeven en dat gelijkwaardig is aan de vooropleidingseisen dan heb je het staatsexamen NT2 niveau 4 (Nederlands als tweede taal) nodig voor toelating. De academiedirectie kan ook een ander onderzoek stellen als toelatingseis, waarmee voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt aangetoond. Vlaamse studenten zijn uitgezonderd van deze onderzoeken. Ook studenten van het verkorte (Engelstalige) opleidingstrajecten Informatica met een ESAIP opleiding ‘Chef de project international en informatique et reseaux’ (Ecole supérieure angevine d'informatique et de productique te Angers, Frankrijk) of soortgelijke opleidingen zijn uitgezonderd van deze onderzoeken. 3.3.2.
Toelatingsonderzoek
Wanneer je 21 jaar of ouder bent en niet voldoet aan de vooropleidingseisen genoemd in paragraaf 3.3 of 3.3.1 kun je alsnog toegelaten worden als je voldoet aan de eisen van het toelatingsonderzoek of wanneer je hiervan vrijgesteld bent op basis van artikel 14 in de OER.
35
De academiedirectie kan besluiten dat de leeftijdsgrens van 21 jaar niet van toepassing is wanneer je in bezit bent van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toelating geeft tot een opleiding aan een instelling voor hoger onderwijs. Het toelatingsonderzoek is een onderzoek naar de geschiktheid voor het onderwijs in de opleiding en in het bijzonder de beheersing van de Nederlandse taal. De eisen van het toelatingsonderzoek zijn: voldoende (minimaal MBO/Havo niveau) beheersing van de Nederlandse en Engelse taal in woord en geschrift, voldoende niveau van algemene ontwikkeling (minimaal MBO/Havo niveau) om het onderwijs met succes kunnen volgen, en voldoende niveau voor de vakken zoals genoemd onder paragraaf 3.3. Het toelatingsonderzoek wordt uitgevoerd door of namens de examencommissie. Studenten uit het buitenland, die niet een nationaliteit van een EU-land hebben en die verblijf in Nederland zoeken in het kader van het volgen van een Engelstalige opleiding bij de Avans Hogeschool moeten op een IELTS-toets de minimumscore hebben behaald van: • precourse voor ba (ten minste 5 maanden) 5.0 • bacheloropleiding 6.0 Voor uitzonderingen inzake Engelstalige vooropleiding en stages wordt verwezen naar de volledige tekst van het bindingsbesluit HBO-raad dd. 30 september 2005. 3.3.3.
Werkkring
Voor de inschrijving voor de deeltijdse opleiding worden geen eisen aan de werkkring gesteld. Werkervaring kan leiden tot vrijstelling van programmaonderdelen volgens de regeling ‘Erkennen van verworven competenties’ (EVC-regeling). 3.4.
Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum
In 2009-2010 is gestart met een nieuw curriculum voor zowel de voltijds opleiding Informatica als Bedrijfskundige Informatica. Alleen voor de verkorte instroom die in september 2009 is gestart geldt dat die een aantal onderwijseenheden uit het oude curriculum krijgen aangeboden.
36
4.
Hoofdfase / Bachelorfase / Postpropedeutische fase
De inhoud van het bachelorgedeelte van deze studiegids omvat de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) voor de bachelorfase 2009-2010. De onverkorte versie van de OER is digitaal terug te vinden op Blackboard: https://bb.avans.nl Alleen aan de integrale tekst van de OER kan rechtskracht ontleend worden. Aan de bachelorfase is een bachelor examen verbonden. Hiervoor ben je geslaagd als alle onderwijseenheden binnen de bachelorfase met goed gevolg zijn afgesloten. Je ontvangt in dat geval het getuigschrift bachelor van de opleiding. 4.1.
Inrichting postpropedeutische fase voltijd
De postpropedeutische fase voor de voltijd opleidingen is verdeeld in de volgende subfasen: a. Leerjaar 2, verdeeld in vier onderwijseenheden b. Leerjaar 3, bestaande uit een stage (werkend leren component) van 2 onderwijs-eenheden en 2 onderwijseenheden, c. Leerjaar 4, bestaande uit 2 onderwijseenheden gevolgd door een afstudeerperiode van 2 onderwijseenheden (een werkend leren component) Code VI3 VBI3 VI4 VBI4 VI5 VBI5 VI6 VBI6 ALG2 Code Periode Periode VI7 VBI7 VI8 VBI8 ALG3 Code VI9 VI10 Periode Periode
1 2
3 4
Onderwijseenheid - studiejaar 2 De junior Systeemontwikkelaar De junior Organisatieanalist De junior Applicatieontwikkelaar De junior Applicatieontwikkelaar De junior business intelligence-consultant De junior Kennismanager De junior Implementatieconsultant De junior Implementatieconsultant Curriculum aanvullende activiteiten Professionele en ontwikkelcompetenties Onderwijseenheid - studiejaar 3 Werkend leren 1 (stage)
Studiepunten 13 13 13 13 13 13 13 13 8
Web-based informatiesystemen De ICT-manager Informatieontsluiting en ICT-service management De Veranderkundige Extra Curriculumactiviteiten Onderwijseenheid - studiejaar 4 Minor
14 14 14 14 2 Studiepunten 30
Studiepunten 30
Afstudeerproject
30
Tabel 3: Onderwijseenheden postpropedeutische fase voltijd
Zie bijlage 12 voor de beschrijving van iedere bovengenoemde onderwijseenheid.
37
4.1.1.
Leerroute postpropedeutische fase Informatica voltijd
De postpropedeutische leerroute van de voltijd student Informatica ziet er als volgt uit:
JAAR 2
JAAR 3
JAAR 4
PERIODE 1 VI3: De junior Systeemontwikkelaar
PERIODE 2 VI4: De junior Applicatieontwikkelaar
PERIODE 3 VI5: De junior business intelligence-consultant
PERIODE 4 VI6: De junior Implementatieconsultant
Werkend Leren 1 (Stage)
Werkend Leren 1 (Stage)
VI7: Web-based informatiesystemen
VI8: Informatieontsluiting en ICT-service management
VI9: Minor
VI10: Minor
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Figuur 16: Leerroute postpropedeutische fase Informatica voltijd
4.1.2.
Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica voltijd
De postpropedeutische leerroute van de voltijd student Bedrijfskundige Informatica ziet er als volgt uit:
JAAR 2
JAAR 3
JAAR 4
PERIODE 1 VBI3: De junior Organisatieanalist
PERIODE 2 VBI4: De junior Applicatieontwikkelaar
Werkend Leren 1 (Stage)
Werkend Leren 1 (Stage)
VI9: Minor
VI10: Minor
PERIODE 3 VBI5: De junior Kennismanager
PERIODE 4 VBI6: De junior Implementatieconsultant
VI7: De ICT-manager
VI8: De Veranderkundige
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Figuur 17: Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica voltijd
4.1.3.
Leerroute postpropedeutische fase Informatica voltijd verkort
De postpropedeutische leerroute van de voltijd Informatica student die de verkorte opleidingsroute heeft gekozen startend in september ziet er als volgt uit: PERIODE 1 VI3: De junior Systeemontwikkelaar
PERIODE 2 VI4: De junior Applicatieontwikkelaar
PERIODE 3 VI7: Web-based informatiesystemen
PERIODE 4 VI8: Informatieontsluiting en ICT-service management
JAAR 3
VI9: Minor
VI10: Minor
Werkend Leren 1 (Stage)
Werkend Leren 1 (Stage)
JAAR 4
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
JAAR 2
Figuur 18: Leerroute postpropedeuse Informatica voltijd verkort vanaf september
38
Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica voltijd verkort
4.1.4.
De postpropedeutische leerroute van de voltijd Bedrijfskundige Informatica student die de verkorte opleidingsroute heeft gekozen startend in september ziet er als volgt uit: PERIODE 1 VBI3: De junior Organisatieanalist
PERIODE 2 VBI4: De junior Applicatieontwikkelaar
PERIODE 3 VBI7: De ICT-manager
PERIODE 4 VBI8: De Veranderkundige
JAAR 3
VI9: Minor
VI10: Minor
Werkend Leren 1 (Stage)
Werkend Leren 1 (Stage)
JAAR 4
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
JAAR 2
Figuur 19: Leerroute postpropedeuse Bedrijfskundige Informatica voltijd verkort vanaf september
4.2.
Inrichting postpropedeutische fase deeltijd
De postpropedeutische fase van de deeltijd opleidingen is verdeeld in de volgende subfasen: a. Leerjaar 2, verdeeld in vier onderwijseenheden b. Leerjaar 3, bestaande uit 4 onderwijseenheden en een stage (werkend leren component) waarvoor vrijstelling kan worden verkregen indien de omvang van de werkervaring voldoende groot is en de werkervaring relevant voor de opleiding is c. Leerjaar 4, bestaande uit 2 tot 4 onderwijseenheden (competenties verworven door bijzondere werkervaring van het goede niveau en op het gebied van de opleiding kan leiden tot vrijstelling van een deel van de minor onderwijseenheden) gevolgd door een afstudeerperiode van 2 onderwijseenheden (een werkend leren component) Code D-BI-5 D-BI-6 D-BI-7 D-BI-8 Code D-BI-9 D-BI-10 D-BI-11 D-BI-12 Periode 1 Periode 2 Code D-BI-13 D-BI-14/15/16
Onderwijseenheid – studiejaar 2 Organisatiekunde 2 Content management systemen Bedrijfskundige diagnose 4GL systeemontwikkeling met DSDM en RAD Onderwijseenheid – studiejaar 3 Implementatieconsultant Verandermanagement 1 Verandermanagement 2 ERP implementatie Werkend leren 1 (stage)
Studiepunten 10 10 10 10 Studiepunten 10 10 10 10 30
Onderwijseenheid – studiejaar 4 De ICT manager Minor
Studiepunten 10 30
AFP
Afstudeerproject
30
Tabel 4: Onderwijseenheden postpropedeutische fase deeltijd
39
4.2.1.
Leerroute postpropedeutische fase Informatica deeltijd
De postpropedeutische leerroute van de deeltijd student Informatica ziet er als volgt uit: PERIODE 1
PERIODE 2
PERIODE 3
PERIODE 4
JAAR 2
DI5: 4 GL applicatieontwikkeling
DI6: RAD/DSDM systeemontwikkeling
DI7: Ontwerpen onder het V-model
DI8: Bouwen onder het Vmodel
JAAR 3
DI9: Implementatieconsultant
DI10: Web-based Informatiesystemen
DI11: Architectuur
DI12 Informatieontsluiting
Werkend Leren 1 (Stage)
Werkend Leren 1 (Stage)
DI13: ICT-service management en bedrijfscultuur
DI14: Minor
DI15: Minor
DI16: Minor
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
JAAR 4
Figuur 20: Leerroute postpropedeutische fase Informatica deeltijd
4.2.2.
Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica deeltijd
De postpropedeutische leerroute van de deeltijd student Bedrijfskundige Informatica ziet er als volgt uit:
JAAR 2
JAAR 3
JAAR 4
PERIODE 1
PERIODE 2
DBI5: Organisatiekunde 2
DI6: Content management
DI9: Implementatieconsultant
DI10: Verandermanagement I
Werkend Leren 1 (Stage)
Werkend Leren 1 (Stage)
DI13: ICT-manager
DI14: Minor
PERIODE 3
PERIODE 4
DI7: Bedrijfskundige diagnose DI11: Verandermanagement II
DI8: RAD / DSDM / Sybase
DI15: Minor
DI16: Minor
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
Werkend Leren 2 (Afstuderen)
DI12 ERP implementatie
Figuur 21: Leerroute postpropedeutische fase Bedrijfskundige Informatica deeltijd
4.3. Je mag -
4.4.
Instroom en toelating postpropedeutische fase instromen in de postpropedeutische fase wanneer je: het propedeutische examen met goed gevolg hebt afgelegd in de propedeutische fase 55 studiepunten hebt behaald in de propedeutische fase 45 studiepunten hebt behaald met daarbij een door de examencommissie goedgekeurd studieplan waarin voldoende prioriteit wordt gelegd bij de propedeuseonderdelen die nog behaald moeten worden Stage en afstudeerperiode
Je wordt toegelaten tot de stageperiode (Werkend Leren 1) van het derde jaar wanneer je de propedeuse en daarnaast nog 45 studiepunten van het 2e studiejaar hebt behaald. Je wordt toegelaten tot de afstudeerperiode (Werkend Leren 2) van het vierde studiejaar wanneer je de studiepunten van alle voorafgaande onderdelen van jouw programma hebt behaald.
40
De regeling betreffende de stage (werkend leren) en de afstudeerperiode is beschreven in het Handboek Werkend Leren 1, c.q. het Handboek Afstudeerperiode. 4.5.
Minor
De verdiepingsfase van de studie wordt ook wel de ‘minor’ genoemd. Deze fase omvat 2 onderwijsperioden tijdens de voltijd opleidingen en 3 onderwijsperioden tijdens de deeltijd opleidingen. In beide gevallen staat de minor voor 30 studiepunten. 4.5.1. Minor voltijd De opleidingen van de academie voor ICT en Business bestaan uit 2 delen: A) de beroepsprofilering - Major dit deel heeft betrekking op de domeincompetenties en omvat één major met een omvang van 210 studiepunten. B) de individuele profilering - Minor dit deel is een vrije keuze en kan al of niet betrekking hebben op de domein-competenties en heeft een omvang van 30 studiepunten. Ter invulling van dit deel kan je een keuze maken uit de minors die zijn opgenomen in de minorcatalogus van Avans Hogeschool of uit andere onderwijseenheden. Major
Major
Minor
Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4
Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4
2e jaar
4e jaar
1e jaar
3e jaar
Figuur 22: Structuur major en minor van de opleidingen AIB
Meer informatie over de verschillende minors is te vinden in paragraaf 2.1.1. en 2.1.2. De examencommissie dient de keuze voor een minor altijd goed te keuren. 4.5.2. Minor deeltijd De deeltijd opleidingen van de academie voor ICT en Business bestaan uit 2 delen: A) de beroepsprofilering - Major dit deel heeft betrekking op de domeincompetenties en omvat één major met een omvang van 210 studiepunten. B) de individuele profilering - Minor dit deel is een vrije keuze en kan al of niet betrekking hebben op de domein-competenties en heeft een omvang van 30 studiepunten. Ter invulling van dit deel kan je een keuze maken uit de minors die zijn opgenomen in de minorcatalogus van Avans Hogeschool of uit andere onderwijseenheden. Major
Minor
Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4
Periode Periode Periode Periode 1 2 3 4
2e jaar
4e jaar
1e jaar
3e jaar
Figuur 23: Structuur major en minor van de deeltijd opleidingen AIB
Meer informatie over de verschillende minors is te vinden in paragraaf 2.1.1. en 2.1.2. De examencommissie dient de keuze voor een minor altijd goed te keuren.
41
4.6.
Overgangsregeling van oude naar nieuwe curriculum
Voor zover er in achtereenvolgende jaren wijzigingen optreden in het programma dient het mogelijk te zijn dat, in het geval dat de student een studieachterstand heeft, aan hem andere onderwijseenheden en bijbehorende tentamens worden aangeboden dan die welke zijn beschreven in het voor hem geldende cohortprogramma. Voorzover nieuwere cohortprogramma’s bepalingen bevatten die gunstiger zijn dan bij oudere cohortprogramma’s, gelden die ook voor eerdere cohorten. Andersom is het zo dat een beroep op de oude regeling mogelijk blijft, indien en voor zover het bepaalde in de oude regeling voor de student gunstiger is. Als gevolg van veranderingen van het curriculum kan de samenstelling van de propedeutische en/of postpropedeutische fase per cohort verschillen. Dat kan tot gevolg hebben dat de student die een studieachterstand heeft, andere (delen van) onderwijseenheden en bijbehorende tentamens aangeboden krijgt dan beschreven in het programma dat voor zijn cohort van toepassing is. Bij een wijziging zoals hierboven beschreven heeft de student garantie op de inhoud van een curriculumonderdeel wanneer de studieachterstand niet meer dan een studiejaar bedraagt ten opzichte van het gewijzigde curriculumonderdeel. Ter verduidelijking: een student heeft in dit geval nog één jaar recht op toetsing gebaseerd op oude curriculum en moet indien hij/zij dit niet met goed gevolg afrond de toetsing daarna doen conform het nieuwe curriculum. Toetsvormgarantie Voor de toetsvorm van een tweede of volgende toets geldt dat deze gedurende een jaar na de eerste afname identiek is aan die van deze eerste toets (zie ook paragraaf 5.2), tenzij de student instemt met een andere vorm.
42
5.
Toetsen en herkansingen
De inhoud van dit hoofdstuk omvat de Onderwijs- en Examen Regeling (OER). De onverkorte versie van de OER is digitaal terug te vinden op Blackboard: https://bb.avans.nl/ Alleen aan de integrale tekst van de OER kan rechtskracht ontleend worden. In dit hoofdstuk staat de examinering binnen de Academie voor ICT en Business centraal. Het betreft hier een verkorte weergave van het Onderwijs en Examenreglement (OER), welke digitaal in zijn geheel op Blackboard is te vinden. 5.1.
Tentamen
Iedere onderwijseenheid (periode) wordt afgesloten met een tentamen. Het tentamen kan bestaan uit meerdere onderdelen (toetsen), gericht op de beoordeling van specifieke onderdelen uit de onderwijseenheid. Het tentamen van de onderwijseenheid is behaald wanneer je aan de gestelde eisen van die onderwijseenheid hebt voldaan. Deze eisen zijn vastgelegd in de periodewijzer van de desbetreffende onderwijseenheid. Een tentamen van een onderwijseenheid is behaald wanneer je de beoordeling 5,5 of hoger, ‘voldoende’ of hoger, of ‘voldaan’ hebt ontvangen. Wanneer je het tentamen met goed gevolg hebt afgelegd worden de bijbehorende studiepunten toegekend. Elk tentamen van een onderwijseenheid omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden, alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek. Dit onderzoek kan plaatsvinden door middel van een assessment, schriftelijke of mondelinge vragen, een studietaak of -opdracht, een werkstuk, het uitvoeren van praktische verrichtingen, een scriptie, een onderzoeksverslag, een stageverslag, de uitvoering van stageopdrachten, practica of veldwerk. De tentamengelegenheden zijn voorgeschreven. Je bent dan ook niet vrij in het kiezen van de tentamenmomenten. Deze momenten zijn voor de verschillende categorieën van studenten vastgesteld en afwijken hiervan kan alleen geschieden na toestemming van de examencommissie. 5.2.
Toetsaanbod en herkansing
In de weken 8, 9 en 10 van iedere onderwijseenheid (periode) worden er toetsen afgenomen. Tijdens de weken 8 en 9 doe je tentamen in het kwartaal dat je dan gevolgd hebt. In week 10 vinden de herkansingen van het kwartaal ervoor plaats. Incidenteel kan hiervan afgeweken worden. Per studiejaar heb je voor een toets minimaal twee deelnamekansen.
!
Wanneer je een eerste kans van een tentamen niet gehaald hebt mag je aan de tweede kans in het daaropvolgende kwartaal deelnemen. De herkansing van kwartaal 4 vindt direct na week 10 plaats, maar ook in week -1 en 0 van het volgende studiejaar. Zie paragraaf 1.2.6.
De vakinhoud van het tweede of volgend tentamen in hetzelfde collegejaar is dezelfde als die van het eerste tentamen of tentamenonderdeel. Het niet deelnemen aan een tentamen geeft geen recht op een extra tentamen in de loop van hetzelfde studiejaar. De examencommissie is bevoegd om je in bijzondere gevallen alsnog een extra tentamenmogelijkheid in hetzelfde studiejaar aan te bieden. Dit is echter geen recht. In het geval je een functiebeperking hebt krijg je de gelegenheid om de tentamens en toetsen op zoveel mogelijk aan jouw individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. Je bespreekt de aard van je beperking met de decaan. De tentamengelegenheden zijn voorgeschreven, dus je bent NIET vrij in het kiezen van de tentamenmomenten. Deze momenten zijn vastgesteld en afwijken hiervan kan alleen na toestemming van de examencommissie.
43
R-toetsen zijn met ingang van het kwartaal zichtbaar in je rooster op BlackBoard. Mondelinge toetsen, assessments, een verdediging, etc. worden in een apart scherm via BlackBoard gepubliceerd. 5.3.
!
Inschrijven voor toetsen
Je dient jezelf in te schrijven voor alle toetsen van een onderwijseenheid (periode). Naast de tentamens en hertentamens dien je je dus ook voor andere toetsen. De regel is dan ook: voor iedere toets waar je een cijfer/ beoordeling voor wit krijgen dien je jezelf eerst in te schrijven. Dus: NIET INSCHRIJVEN = GEEN BEOORDELING!
Inschrijven voor toetsen vindt plaats in de 4e lesweek van een periode (kwartaal). Dit verloopt via OSIRIS. Wanneer deze faciliteit niet werkt zal er een alternatieve manier van inschrijven aangeboden worden. Mocht er een storing optreden in de internetfaciliteit dan betekent dit dus niet dat je je niet kunt inschrijven. Wanneer je je niet binnen de aangegeven reguliere inschrijvingsperiode hebt ingeschreven is het alsnog mogelijk om je in te schrijven tot uiterlijk 5 werkdagen voor het tentamen/toets, tegen betaling van Euro 25,- administratiekosten (in geval van een meervoudige gelijktijdige aanmelding voor een cluster van tentamens/toetsen geldt Euro 25,- per cluster). Na deze periode is deelname aan het betreffende tentamen of toets niet meer mogelijk. Indien je niet deelneemt aan het tentamen (of toets) waarvoor je je wel hebt aangemeld dien je jezelf uiterlijk 2 dagen voor het tentamen af te melden bij het onderwijsbureau:
[email protected]. Zie bijlage 13 voor de toetsregeling. 5.4.
Uitslagen
De uitslag van het tentamen wordt uiterlijk binnen 15 werkdagen na afname schriftelijk en/ of via Blackboard gecommuniceerd. Alle tentamens / tentamenonderdelen worden beoordeeld door de betrokken examinatoren volgens de vooraf gestelde en gepubliceerde (in de periodewijzer van elke periode) beoordelingscriteria en beoordelingsnormen. Op grond van een analyse van de tentamenresultaten kan de examinator besluiten om een beoordelingsnorm achteraf te wijzigen. De examinator legt het voornemen tot een dergelijke wijziging ter instemming voor aan de examencommissie. Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk bekend gemaakt aan de betrokken studenten. Een dergelijke wijziging kan niet ten nadele zijn van de student. De examencommissie stelt de uitslag van het propedeutische examen vast en maakt deze schriftelijk bekend, zodra je bent geslaagd voor alle tentamens die behoren bij de onderwijseenheden van de propedeutische fase. Eveneens stelt de examencommissie de uitslag van het afsluitend examen vast en maakt deze schriftelijk bekend, zodra je voldaan hebt aan de eisen van de tentamens die behoren bij de onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 5.5.
Inzage en herbeoordeling
Gedurende maximaal 20 werkdagen na het bekendmaken van het resultaat van een schriftelijk tentamen krijg je op verzoek inzage in je beoordeeld werk. Wanneer je niet akkoord gaat met de beoordeling, wordt door de examencommissie een andere examinator aangewezen om het werk te beoordelen. Deze beoordeling is bindend. Gedurende maximaal 20 werkdagen na het bekendmaken van het resultaat van een schriftelijk tentamen kan elke belanghebbende kennis nemen van de vragen en de opdrachten van het desbetreffende tentamen en, zo mogelijk, van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Belanghebbenden dienen hiervoor contact op te nemen met de voorzitter van de examencommissie. Zie paragraaf 1.2.4.7.
44
5.6.
Vrijstellingen
De examencommissie kan je op schriftelijk verzoek, vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens of tentamenonderdelen, op grond van het bezit van een akte, diploma, getuigschrift of andere verklaring waaruit blijkt dat je reeds aan de vereisten van het desbetreffende tentamen of tentamenonderdeel hebt voldaan. De geldigheidsduur van een vrijstelling is 5 jaar. De examencommissie is bevoegd om deze termijn te verlengen De procedure voor het aanvragen en verlenen van vrijstellingen is als volgt: a. Je dient een schriftelijk en onderbouwd verzoek in tot vrijstelling voor een tentamen of tentamenonderdeel bij de voorzitter van de examencommissie of diens vertegenwoordiger. Het verzoek tot vrijstelling gedurende een studiejaar wordt niet meer in behandeling genomen nadat de onderwijseenheid doorlopen is. Vrijstelling achteraf is daarom niet mogelijk. Wanneer mogelijk voeg je de volgende zaken toe aan je verzoek: - een kopie van het behaalde getuigschrift, akte, diploma of verklaring; - een kopie van de daarbij behorende lijst van kwalificaties; - een lijst van bestudeerde literatuur, collegedictaten, readers, e.d.; - wanneer de inhoud van het onderdeel waarvoor vrijstelling wordt gevraagd geen onderdeel is geweest van het examen of tentamen, dien je een bewijs te overleggen waaruit blijkt dat je het desbetreffende onderdeel hebt gevolgd. b. De examencommissie beslist zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 20 werkdagen na indiening van jouw verzoek, al of niet in overleg met de betrokken examinatoren, of jouw verzoek wordt gehonoreerd dan wel wordt afgewezen en laat jou dit weten.. c. Een toegekende vrijstelling wordt als behaald tentamen of tentamenonderdeel geregistreerd in het studievoortgangsregistratiesysteem. d. Wanneer je de bewijsstukken niet kan overleggen maar toch meent voor de vrijstelling in aanmerking te komen, kan de examencommissie: - besluiten om je een voortentamen af te laten leggen. Als dit voortentamen met goed gevolg wordt afgelegd, wordt dit beschouwd als een vrijstelling. Je ontvangt schriftelijk bericht van de uitslag en de verkregen vrijstelling wordt geregistreerd in het studievoortgangregistratiesysteem. - de vrijstelling toch toekennen indien voldoende is aangetoond dat de competenties (eventueel elders) zijn behaald. Je kan beroep aantekenen tegen de beslissing van de examencommissie op grond van de bezwaaren beroepsregeling, zie hoofdstuk 7. Zie bijlage 14 tot en met 16 voor de verschillende vrijstellingsaanvraagformulieren. 5.7.
Gedragsregels tentamens
Tijdens toetsen die voor het examen meetellen is legitimatie verplicht. Avans Hogeschool accepteert alleen wettelijk geldige legitimatiebewijzen. De precieze regeling, waarin is aangegeven welke dit zijn, is beschikbaar op Blackboard bij DIF/RET. Wanneer je je niet kunt legitimeren mag je niet deelnemen aan de toets. De andere gedragsregels zijn opgenomen in het gehele Onderwijs en Examenreglement (OER), welke tevens op Blackboard te vinden is. 5.8.
Onregelmatigheden en fraude
Wanneer je je ten aanzien van enig deel van een tentamen of het tentamenprotocol schuldig maakt aan enige onregelmatigheid of bedrog, kan de examinator of de toezichthouder tijdens het tentamen, je de deelneming of verdere deelneming aan het tentamen ontzeggen. Wanneer de onregelmatigheid of het bedrog na afloop van het tentamen wordt ontdekt, kan de examinator besluiten om geen beoordeling uit te reiken of kan hij bepalen dat deze beoordeling pas wordt uitgereikt na een hernieuwd tentamen.
45
Wanneer de onregelmatigheid of het bedrog na afloop van alle tentamens van de propedeutische fase of de postpropedeutische fase wordt ontdekt, kan de examencommissie besluiten om geen getuigschrift uit te reiken, of kan zij bepalen dat het getuigschrift pas wordt uitgereikt na een hernieuwd tentamen over de onderwerpen en in de vorm die door de examencommissie wordt bepaald. Naast bovenstaande regels kan de examencommissie afhankelijk van de ernst van de onregelmatigheden je het recht ontnemen om gedurende maximaal 1 jaar, één of meer tentamens of examens af te leggen. Je hebt te allen tijde het recht om binnen vier weken tegen een van de bovengenoemde beslissingen van de examinator, de toezichthouder tijdens het tentamen, de examencommissie of de voorzitter van de examencommissie in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de Examens. De beroepsprocedure is opgenomen in het Reglement van orde van het College van Beroep voor de Examens. Dit reglement is op te vragen bij de decanen, bij de studentenadministraties, bij de mediatheek en het Studie Informatiecentrum.
46
6.
Getuigschriften en titulatuur
De inhoud van dit hoofdstuk omvat de Onderwijs- en Examen Regeling (OER). De onverkorte versie van de OER is digitaal terug te vinden op Blackboard: https://bb.avans.nl Alleen aan de integrale tekst van de OER kan rechtskracht ontleend worden. Om te bewijzen dat het propedeutische examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift met bijbehorend supplement uitgereikt. Om te bewijzen dat het afsluitende bachelorexamen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift met bijbehorend supplement uitgereikt. 6.1
Graadverlening
6.1.1.
Bachelor
Het instellingsbestuur verleent de graad van Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitende examen van de bacheloropleiding heeft afgelegd en voegt aan een graad toe de vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft. 6.1.2.
Cum laude slagen
Je bent cum laude geslaagd wanneer je voor je postpropedeutische examen aan de volgende voorwaarden hebt voldaan: 1 Het gewogen gemiddelde van de onderwijseenheden op de cijferlijst die behoort bij het getuigschrift is gelijk aan of hoger dan een onafgeronde acht (8,00) 2 Er komt geen cijfer lager dan een 7,0 op de cijferlijst voor 3 Het cijfer voor de afstudeeropdracht is minimaal een 8,0. 4 Er is nimmer sprake geweest van geconstateerde fraude tijdens de bacheloropleiding De examencommissie bepaalt hoe onderwijseenheden waarvoor vrijstelling is verleend of die zijn gewaardeerd met ‘voldaan’, worden meegewogen in het besluit inzake de toekenning van het predikaat ‘cum laude’. 6.2.
Procedure afgifte getuigschrift
Voorafgaand aan de uitreiking van een getuigschrift worden de volgende stappen doorlopen: a. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast op basis van de studievoortganggegevens. b. De getuigschriften van de studenten die zijn geslaagd voor het betreffende examen worden aangemaakt. c. De inschrijving en betaling wordt gecontroleerd. Wanneer je meer dan één tentamen met goed gevolg hebt afgelegd, maar niet in aanmerking komt voor een getuigschrift ontvang je op verzoek een verklaring van de examencommissie waarin de tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd. Je dient dit verzoek schriftelijk in te dienen bij de voorzitter van de examencommissie. 6.3.
Vervolgmogelijkheden
Er zijn verschillende vervolgmogelijkheden, zoals een Master opleiding. Je kunt meer informatie hierover vinden bij het CIC (Centraal Informatie Centrum). Zie paragraaf 1.1.13.
47
7.
Klachten, bezwaar en beroep
De inhoud van dit hoofdstuk omvat de Onderwijs- en Examen Regeling (OER). De onverkorte versie van de OER is digitaal terug te vinden op Blackboard: https://bb.avans.nl/ Alleen aan de integrale tekst van de OER kan rechtskracht ontleend worden. 7.1.
Bezwaar
Wanneer je meent dat je belangen zijn geschaad als gevolg van een naar jouw oordeel onjuiste toepassing van regels uit de onderwijs- en examenregeling (OER) door medewerkers van de opleiding of academie (m.u.v. een beslissing van de examencommissie of examinator) kan hiertegen binnen 4 weken schriftelijk en gemotiveerd bezwaar aangetekend worden bij de examencommissie. Dit bezwaar dien je naar de voorzitter van de betreffende examencommissie te versturen: -
-
Bedrijfskundige Informatica: Voorzitter: J.P. Hagenberg Hogeschoollaan 1, Postbus 90.116, 4800RA Breda email:
[email protected] Informatica: Voorzitter: G. Oosting Hogeschoollaan 1, Postbus 90.116, 4800RA Breda email:
[email protected]
Binnen 3 weken na dagtekening van het bezwaarschrift neemt de examencommissie een beslissing en deelt deze schriftelijk en gemotiveerd mede aan jou. Tegen de beslissing van de examencommissie kun je beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens, zoals beschreven in paragraaf 2 hieronder. 7.2.
Beroep
Wanneer je meent dat je belangen zijn geschaad als gevolg van een beslissing van de examencommissie of een examinator kan hiertegen binnen 4 weken na dagtekening van deze beslissing, schriftelijk en gemotiveerd beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens. Het college van Beroep voor de Examens geeft een oordeel over het beroep dat is ingesteld tegen: 1. beslissingen van de examencommissie en examinatoren; 2. beslissingen tot het bindend studieadvies (zie hoofdstuk 2, paragraaf 4); 3. beslissingen met betrekking op de toelating tot de examens; 4. beslissingen met betrekking op de vaststelling van het aantal behaalde studiepunten; 5. beslissingen van commissies met betrekking tot vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek. Het beroep kan worden ingesteld als: 1. de beslissing in strijd is met enig algemeen verbindend voorschrift; 2. het desbetreffende orgaan bij het nemen van de beslissing zijn bevoegdheid kennelijk tot een ander doel gebruikt heeft dan tot de doeleinden waartoe de bevoegdheid is gegeven; 3. het desbetreffende orgaan bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot de beslissing heeft kunnen komen; 4. de beslissing in strijd is met enig ander in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur. Een beslissing welke vatbaar is voor beroep wordt altijd schriftelijk en gemotiveerd uitgebracht. Hiervoor word je gewezen op je beroepsrechten en de hiervoor geldende termijn. De verdere bepalingen met betrekking tot de procedure, de behandeling en de uitspraak zijn vastgelegd in het Reglement van Orde van het College van Beroep voor de Examens. Deze regeling is te vinden op de portal van Avans Hogeschool.
48
7.3.
Klachtrecht
Iedere student heeft het recht een klacht in te dienen over een bepaalde gang van zaken binnen Avans Hogeschool, het gedrag van een medewerker of van een medestudent in de hogeschool. De verdere bepalingen met betrekking tot de procedure, de behandeling en de uitspraak zijn vastgelegd in de Algemene Klachtenregeling voor Studenten. Zie voor meer informatie paragraaf 1.1.5: Hogeschoolregelingen.
49
Bijlage 1: Huisregels Avans Hogeschool
50
51
52
53
54
55
Bijlage 2: Protocol Studentenvoorzieningen en Nettiquette Protocol Studentenvoorzieningen en Nettiquette 2007/2008
56
57
58
59
60
61
62
Bijlage 3: Niet-rokenregeling Avans Hogeschool
63
64
Bijlage 4: Alcoholbeleid Avans Hogeschool
65
66
67
Bijlage 5: Gebruikershandleiding Chipkaart
Reglement
• • • • • • •
De chippassen worden op naam en/of afdeling uitgegeven aan de zgn. pashouder. Deze pashouder is verantwoordelijk voor het gebruik ervan. Een persoonsgebonden Studenten- of Medewerkerspas wordt bij aanvang van de studie, resp. bij indiensttreding, eenmalig gratis verstrekt door Avans Hogeschool en blijft de gehele studie- resp. arbeidsduur geldig. Bij verlies, diefstal of beschadiging kan een vervangende pas worden aangevraagd. Indien de pas niet ouder is dan 5 jaar wordt hiervoor € 10 in rekening gebracht. Ter voorkoming van beschadiging wordt op verzoek van de pashouder kosteloos een beschermhoes verstrekt. Verlies of diefstal dient direct gemeld te worden bij het Servicepunt Chipkaart. Voor andere passen dan de persoonsgebonden Studenten- of Medewerkerspassen, wordt €15 borg in rekening gebracht.
Rechten op de pas Met de medewerkerspas kan gekopieerd worden op een budget van de Academie of Dienst waarbij de medewerker werkzaam is. Men is alleen persoonlijk gerechtigd van dit kopieerrecht gebruik te maken. Het is niet toegestaan anderen van de chippas gebruik te laten maken. Daarnaast zijn er koffierechten in de personeelskantine in Tilburg. Hiervoor geldt hetzelfde beding. Algemeen De pas wordt uitgegeven door Avans Hogeschool. Het beheer wordt verzorgd via de ‘Servicepunten Chipkaart’ van DIF. Voor de locaties daarvan zie kader. Met de pas kan men zich identificeren en gebruik maken van de verschillende producten en diensten van Avans Hogeschool: kopiëren, printen, catering en automaten, winkels, Mediatheek en toegang tot gebouwen en ruimtes. Voor de producten en diensten waarvoor betaald moet worden kan de pas met privé-budget opgewaardeerd worden, zowel giraal (pin) als chartaal (munt en biljetten), zie het kader. Tips voor goed gebruik • Pas na de piep (!) de chippas verwijderen uit de kaartlezer. Dit is vooral belangrijk bij kopieerapparaten en printers, omdat anders het reeds (vooraf) afgeboekte saldo minus de verbruikte hoeveelheid niet meer teruggezet wordt op de pas! • Bij het pinnen duurt het even voordat de transactie afgerond is. • De pas mag niet gebogen worden en dus bij voorkeur niet los, bv in een broekzak, bewaard worden. • De pas kan er niet goed tegen als hij in de wasmachine gaat. • Ga opwaarderen op rustige momenten. • Vergeet niet bij diefstal of verlies van de pas, dit zo snel mogelijk te melden bij het Servicepunt, maar vooral ook bij de Mediatheek! Dit om misbruik van de pas te voorkomen of beperken!
68
locatie (adres)
Beukenlaan 1 Breda Cobbenhagenlaan 13 Tilburg Cobbenhagenlaan 51 Tilburg Hogeschoollaan 1 Breda Ingenhouszplein 2 Breda Lovensdijkstraat 61-63 Breda Onderwijsboulevard 215 (hoofdgebouw) ’s-Hertogenbosch Onderwijsboulevard 256 (kunst) ’s-Hertogenbosch Verbeetenstraat 42-44 Breda
waar (ruimte) vind of kan ik …… servicepunt opwaarderen munt & biljet hal B 0.04 geen dictatenwinkel B 04 hal 0.27 geen geen dictatenwinkel C 0.65 naast restaurant (Gastenautomaat) dictatenwinkel 31 geen dictatenwinkel 61.001 geen Serviceafdeling/winkel hal begane grond GS42 geen geen 0.19
Overzicht functionaliteit chippas. kopiëren studentenpas met barcode; persoonlijk met foto medewerkerpas met barcode; persoonlijk met foto
privé-budget
geen
privé aankopen (catering, winkel e.d.) privé-budget
pin hal C 0.01 hal 0.27 geen naast restaurant en achter A-receptie hal S 22 hal LD 63 hal begane grond en souterrain naast winkel GS42 hal (gang naast trap) gang (021) tegenover dictatenwinkel
koffie/ thee
kosten (borg is € 10)
toegang
privébudget 8 koffie/thee
bij aanmelding éénmalig kosteloos verstrekt kosteloos verstrekt bij hogeschoolvervangingen
‘s Hertogenbosch tbv gebouwtoegang, autorisatie via beveiligingssysteem ‘s Hertogenbosch tbv gebouwtoegang, autorisatie via beveiligingssysteem
per groep op afdelingsbudget keuze … per maand of ….
privé-budget
afdelingspas; anoniem, kaartnummer afdelingen geregistreerd op afdeling, kaarnummers studenten niet geregistreerd. Wordt vervangen door Servicepas bezoekerspas (veelal voor niet hogeschoolmedewerkers) ; anoniem,
Per groep op afdelingsbudget keuze … per maand of ….
-
voor afdelingspa ssen soms onbeperkt
kosteloos doch beperkt in aantal verstrekt bij hogeschoolvervangingen
privebudget
privebudget
servicepas (veelal voor secretariaten en/of kort verblijvende medewerkers zoals uitzendkracht, stage, accountants, nieuw personeel nog zonder pas, e.d.) ; anoniem, kaartnummer afdelingen geregistreerd op afdeling
5000 per maand (veelal secr.) of 300 éénmalig (strippenkaart)
niet
op verzoek
te koop in automaat en bij servicepunten voor € 15 incl. borg. Bij inlevering saldo + borg retour, afgerond op €0,05. uitgifte tegen borgvergoeding
medewerkers pilot P&O/IVAC A3 domein; autorisatie via Coördinator FD
niet toepasbaar voor beveiliging ivm anonimiteit.
‘s Hertogenbosch tbv gebouwtoegang, autorisatie via beveiligingssysteem medewerkers pilot P&O/IVAC A3 domein; autorisatie via Coordinator FD
69
Bijlage 6: Lijst met afkortingen ARER BITO BOWI BRAA BRCB BUIN DEFR DILE GEAN HAJE HAMU HETO HOJP HUJS JAMB JAAN JOCC KOPE KOFI LAED MANB MEPB MOJA MOSE OOGR OTCR ROJB ROAD SECE SIRA SMIL SMCA SWHE GRMP VOAR VOEV VUJA WAGN WAPA WIAA WIMO
Erco Tolja Wil Arald Elly Innocent Frank Leonie Annemarie Jean Paul Maurice Tommy Jolanda Jessica Marga Dré Carla Petra Fiona Ed Natasja Paul Jan Sebastiaan Ger Christophe Dolly Adrie Cees Ralph Ilonka Carla Harrie Monique Ad Evert Jan Jan Gerard Paul Anita Monique
AD AMR AIB AR BRESS BI CIC DIF DP&O DFS DMCS ELCO EVC HBO I LIC MBO OER PVO VSA DSA
Associate Degree Avans Medezeggenschapsraad Academie voor ICT en Business Academieraad Bredase Studenten Sportvereniging Bedrijfskundige Informatica Centraal Informatie Centrum Diensteenheid ICT en Facilitaire dienst Diensteenheid Personeel en organisatie Diensteenheid Financien en Studentenadministratie Diensteenheid Marketing, Communicatie en Studentzaken E-learning coördinator Extra Curriculum Activiteiten / Extern Verworven Competenties Hoger beroepsonderwijs Informatica Leer- en Innovatiecentrum Middelbaar beroepsonderwijs Onderwijs- en examenregeling Periodiek Voortgangsoverleg Voorlopig studieadvies Definitief studieadvies
van de van den den de
van
van van
van
de
de van
van de
Argante Bilt Bogaard Braber Bruijn Buzugbe Dekkers Diepen Geerts Hagenberg Haperen Heunks Houten Huls Jacobs Jaspers Jongen Koenders Koevoets Landman Martens Mennens Montizaan Mooij Oosting Otto Rossem Rovers Segers Simons Smeenk Smulders Swart Verduijn-de Groot Voesenek Voogt Vugt Wagenaar Walraven Willemse Winkel
70
Bijlage 7: Mutatieformulier cijferverwerking
Mutatieformulier cijferverwerking per docent.
INLEVEREN IN POSTVAK DOCENT
Academie voor ICT & Business (Kruis aan)
Opleiding:
Bedrijfskundige Informatica Informatica Voltijd Deeltijd
Naam docent: (invullen) Naam student: Studentnummer: Huidig jaar (kruis aan):
1
2
3
4
Hogere jaars
Klas:
Kruis aan wat van toepassing is:
Cursuscode
Toets
□ cijfer corrigeren □ cijfer toevoegen □ Huidig Cijfer in OSIRIS
vrijstelling(VT) verlenen
Cijfer Volgens student
Datum cijferinvoer
Wel/Niet akkoord
Eventuele opmerkingen:
Naam docent: Datum:
Handtekening docent:
Naam student: Datum:
Handtekening student:
71
Bijlage 8: Handleiding OSIRIS Student versie 451 In ontwikkeling
72
Bijlage 8a: Handleiding OSIRIS Student verkorte versie 442
73
74
75
76
Bijlage 9: Regeling faciliteiten studenten-topsporters Regeling faciliteiten studenten-topsporters 2009/2010
77
78
79
80
81
82
83
Bijlage 10: Regeling voor opleidingscommissies Regeling voor opleidingscommissies 2009/2010
84
85
86
87
88
89
Bijlage 11: AIB jaarrooster_2009-2010
90
Bijlage 12: Beschrijving van de verschillende onderwijseenheden Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VP1 – de ondernemende AIB-er Voltijd Onderwijseigenaar: Jolanda van Houten Korte omschrijving: Aan de hand van een casus, de theorie en een echt ERP pakket (ISAH-7) analyseren de studenten de context, de belanghebbenden, een risico-analyse en de mogelijke problemen en veranderingen van de implementatie van dit ERP pakket( ISAH). Ze maken op basis hiervan een opzet voor de implementatie en leveren op: een Contextanalyse met scope en impact, een Procesherontwerp in bizzdesign en een Gapanalyse. Vervolgens wordt het ERP pakket conform opzet ingericht en voorzien van scripts en getest. Daarnaast wordt de systeemdocumentatie en de A.O. voor de organisatie afgemaakt en voorzien van procesbeschrijving, functie en taakomschrijvingen, inrichtingsmodel, autorisatieschema en testrapport (onderdeel). Het ingerichte systeem wordt werkend opgeleverd en gedemonstreerd. In deze module werken BI en I studenten samen in een team en is er ook een zekere vakgerichte taakverdeling. Op het eind zijn er voor alle relevante onderdelen nog individuele toetsen en een assessment over met name de implementatietheorie Belangrijkste competenties: Basiskennis organisatiekunde beheersen en toepassen, Webdesign, Opsporen van informatie, ICT basiskennis efficiënt en effectief gebruiken, Samenwerken, Leren en ontwikkelen (L&O), Projectmatig werken (PRM) en Omgevingsbewust denken en handelen (OBDH). Belangrijkste kennisobjecten: Organisatiekunde: Inzicht in organisaties, oa. Rechtsvormen en processen. Opstellen van een ondernemingsplan voor een fictieve innovatieve onderneming. Websdesign: eerts kennismaking met programmeren. Het ontwikkel en ontwerptraject van een website wordt doorlopen, van siteplan tot oplevering van de site. Het gaat daarbij over het ontwerpen en bouwen van de gewenste functionaliteit op het web. Kennis en vaardigheid in Dreamweaver, HTML, CSS, Flash en Fireworks. Projectmanagement Het maken van een Plan van Aanpak voor de groepsopdracht met veel aandacht voor het plannen van deelactiviteiten en de risico-analyse. Individuele opdracht(en): De IPR geeft inzicht in het beroepenveld van de BI-er en I-er. Het doel is een kennismaking met de mogelijkheden, de overeenkomsten en verschillen binnen het werkveld van een BI-er en I-er waardoor je aan het eind van periode 2 een bewuste keuze voor de BI of I-opleiding kunt maken. De IPR bestaat uit 2 delen. In duo’s maak je een korte informatieve film over het werkveld van een BI-er of I-er. En individueel bouw je een onderzoeksdossier op, waarin je door literatuuronderzoek, ondermeer via het web en een interview je verdiept in het beroepsveld van een BI-er of I-er (afhankelijk van de keuze van de opleiding van de student). Colleges Opstartcollege, gastcolleges en colleges Automatisering van de Informatievoorziening. Traingen Trainingen Webdesign (div. softwarepakketten) Trainingen VIDEO (concept, filmtechniek & montage) Trainingen Organisatiekunde (financiële en commerciële aspecten) Trainingen INFO (opsporen van informatie) Trainingen P&OC’s (Groepsdynamica & Projectmanagement) Profvertegenwoordigersoverleg (PVO) Senioroverleg (expertuur voor vragen over/n.a.v. de trainingen organsiatiekunde) Proftaak: Studenten schrijven een ondernemingsplan en bouwen een promotionele website voor een fictieve innovatieve onderneming. Zij zijn vrij in de keuze van het soort onderneming, zolang het innovatieve aspect aan de onderneming is gewaarborgd. Literatuur Literatuurlijst Vak Professionele en Ontwikkelcompetenties Titel Rapportagetechniek. Handboek. Auteur Elling, R. e.a. Editie Derde druk Uitgever Noordhoff Uitgevers B.V.
91
Jaar ISBN
2005 9789001291389
licentie hogeschooltaal http://ideal.hogeschooltaal.nl kosten 50 euro Vak Titel Auteur Editie Uitgever Jaar ISBN
Opsporen van Informatie Internetresearch Dasselaar, A. Vierde druk Van Duuren Media 2008 9059403606
Vak Titel Auteur Editie Uitgever Jaar ISBN
Automatisering van de Informatievoorziening Informatiemanagement Grit, R. Derde druk Wolters-Noorhoff 2008 9789001385644
Vak Organisatiekunde Titel Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering Auteur Dam van, N. en Joel Marcus Editie zesde druk Uitgever Noordhoff Uitgevers B.V. Jaar 2009 ISBN 978-90-01-76665-8 AANBEVOLEN LITERATUUR Vak Organisatiekunde Titel Trends in IT Auteur Noordam, P. en Aart van der Vlist en Barry Derksen Editie Uitgever SDU Jaar 2008 ISBN 9789080905146 Vak Organisatiekunde Titel Zo maak je een ondernemingsplan Auteur Grit, R. Editie 1e druk Uitgever Wolters-Noordhoff BV Jaar 2008 ISBN 978-90-01-71284-6 Toetsen en assessments Toets Webdesign Toets Organisatiekunde Toets AIV Toets INFO Plan van Aanpak (rapport) IPR (film & onderzoeksdossier) Proftaak (siteplan/website/ondernemingsplan/eindpresentatie)
92
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VP3I VP3I: De aspirant systeemontwerper Onderwijseigenaar: Gerard Wagenaar Korte omschrijving In het 2de half jaar van de propedeuse, dat zijn de periodes V-P-3/I en V-P-4/I samen, komt de hele Informaticaopleiding in vogelvlucht aan de orde. Programmeren, systeemontwikkeling, databases en bedrijfskunde maken allemaal deel uit van dit half jaar studie, naast standaardonderdelen als P&OC (Persoonlijke en OntwikkelCompetenties) en ECA (ExtraCurriculaire Activiteiten). De beide periodes vormen een eenheid in die zin dat in deze periodes samen een compleet traject van systeemontwikkeling gevolgd wordt inclusief de bouw van een informatiesysteem. In periode V-P-3/I speel je de rol van aspirant systeemontwerper en ontwerp je het informatiesysteem; in periode V-P-4/I neem je de rol van software engineer aan en bouw je het informatiesysteem. Het (fictieve) bedrijf waar je werkzaam bent en de rol van aspirant systeemontwerper vervult heet “Infosys”; je werkt er onder leiding van een senior systeemontwerper. De klant voor wie de opdracht wordt uitgevoerd is het (fictieve) eetcafé “De Hartige Hap”. “De Hartige Hap” is door een innovatief concept een goed bezocht bedrijf, maar de aandacht voor organisatorische zaken, bedrijfsprocessen en informatiesystemen is (ver) achtergebleven. De vraag van “De Hartige Hap” aan Infosys is dan ook gericht op de ontwikkeling van een nieuw geïntegreerd informatiesysteem (een soort ERP-systeem voor Enterprise Resource Planning); dit systeem zou na een half jaar bij het bedrijf in een 1ste versie ingezet moeten worden. De systeemontwikkeling wordt daarbij uitgevoerd aan de hand van de RUP-methode (Rational Unified Process); deze methode wijkt af van het bekende waterval-model (SDM). Om een ERP-pakket te ontwerpen (en bouwen) is een indringende kennis van een betrokken organisatie noodzakelijk. Organisatie, informatievoorziening, bedrijfsprocessen en informatiebehoeften (bijvoorbeeld op economisch gebied) moeten in kaart gebracht en zelfs waar nodig verbeterd worden. Systeemontwikkelingmethode, ontwerpen, UML, programmeren en databases zijn onderwerpen die in een traject van systeemontwikkeling niet kunnen ontbreken. Belangrijkste competenties In deze periode komen vrijwel alle competenties van een informaticus aan bod, zij het op een niveau dat passend is bij de studiefase (propedeuse). Daarmee worden deze competenties op een beginnend niveau geoefend. Belangrijkste kennisobjecten Bedrijfsinrichting: Door (een introductie in) bedrijfsprocessen en bedrijfseconomie/-administratie wordt het functioneren van organisaties bekeken. Databases: Uitbreidingen van het standaard Entiteit-Relatie Diagram (ERD) en de bijbehorende consequenties voor ontwerp en normaliseren evenals uitbreidingen op de vraagtaal SQL leiden tot een dieper begrip van het realiseren van een database. Programmeren: Kennis van programmeren wordt uitgebreid met het begrip "Object-Oriëntatie' en een darmee gepaard gaande overstap van de programmeertaal PHP naar Java. Systeemontwikkeling: Na de kennismaking met het watervalmodel wordt nu gebuikt gemaakt van de iteratieve methode RUP (Rational Unified Process). Proftaak Voer een traject van systeemontwikkeling uit en ontwerp en realiseer een informatiesysteem, bestaande uit een aantal deelsystemen, dat “De Hartige Hap” ondersteunt bij de informatievoorziening. Individuele opdracht Maak een beschrijving van een organisatie met betrekking tot: structuur; bedrijfsprocessen; een informatiesysteem of softwarepakket en de informatiebehoefte die dat systeem/pakket ondersteunt; functionaliteit van het gekozen informatiesysteem. Colleges Introductie, Bedrijfsprocessen, RUP/UML, Java, Databases, Bedrijfseconomie/Bedrijfsadministratie Trainingen Bedrijfsprocessen, RUP/UML, Java, Databases, Bedrijfseconomie/Bedrijfsadministratie,
93
Persoonlijke en OntwikkelCompetenties Literatuur Titel Auteur Bedrijfseconomische J.M.M.J. grondbeginselen praktisch Clerx toegepast Programmeren in Java met D. Barnes, BlueJ M. Kölling Praktisch UML A. Kleppe, J. Warmer, Software engineering met UML Ken Lunn RUP op maat E. Dekker, R.A. Collaris Bestuurlijke W. Leijnse Informatievoorziening hoofdboek Inleiding Database Gillenson Managementsystemen Licentie Hogeschooltaal Toetsen en assessments De toetsing bestaat uit de volgende onderdelen. Cursusnaam Bedrijfsinrichting Databases Praktijk systeemontwerp Programmeren Systeemontwerp
Uitgever Wolters Noordhoff
ISBN 9789001818319
Pearson
9789043013888
Pearson Education
9789043012652
Academic Service Academic Service
9789039522530 9789012126021
Wolters Noordhoff
9789001536091
Academic Service
9789039523285
http://ideal.hogeschooltaal.nl
Toetsnaam Bedrijfsprocessen Bedrijfseconomie Databases Proftaak Individuele praktijkreflectie Java RUP/UML
EC 1½ 1½ 2 3 1 2 2
94
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VP3BI VP3BI: de aspirant informatieanalist Onderwijseigenaar: Wil van den Bogaard Korte omschrijving De informatievorziening van een (casus) organisatie in kaart brengen middels een informatieplan en een advies uitbrengen m.b.t. ee aan te schaffen intergraal informatiesysteem (ERP-systeem) met daarbij de nadruk op bedrijfsprocessen en functionele informaitebehoeften Belangrijkste competenties: 1. Doet voorstellen voor verbetering en innovatie van organisatie en bedrijfsprocessen op basis van ICT-ontwikkelingen, resultaten van bedrijfskundige diagnose en/of informatieanalyse A203. 2. Stelt specificaties van een bedrijfsproces op B201 (B/I). 3. (Her)ontwerpt een bedrijfsproces B202 (B). 4. Stelt een informatie beleid – en plan op (1.6) A103 (B/I). 5. Analyseert en (her)ontwerpt de architectuur en een informatiesysteem C102 (I/B). 6. Ontwerpt een bedrijfskundig informatiesysteem C203 (B/I/T). 7. Stelt specificaties op van informatiesystemen a.d.h.v. het bedrijfsproces C201 (B/I). 8. Selecteert een applicatiepakket C208 (I/B). 9. Stelt specificaties op voor een software systeem C209 (T/I). 10. Vertaalt de specificaties van een bedrijfskundig informatiesysteem naar de daarvoor benodigde ICT-infrastructuur D201 (I/B). 11. Betrekt de omgeving bij het opstellen van specificaties van een informatiesysteem C101 (B/I). 12. Identificeert belangrijke informatie in mondelinge mededelingen. Vraagt actief door en gaat in op reacties. 13. Reflecteert op eigen professioneel functioneren. 14. Presenteert de resultaten van het onderzoek op een professionele wijze aan de klant. Belangrijkste kennisobjecten: Bedrijfsprocessen (inleiding administratieve organisatie), Oranisatiekunde: hiërarchering, verbijzondering, inleiding logisitiek, bedrijfseconomie, pakketselectie, informatievoorziening, informatiebehoeften (functional requirements) Proftaak (in enkele zinnen) Voor een productiebedrijf met problemen op het gebied van informatievoorziening opstellen van een informatieplan met de huidige situatie m.b.t. de informatievoorziening en een advies m.b.t. een gewenste situatie. Vanuit dit informatieplan een advies uitbrengen aan het bedrijf over de aanschaf van een ERP softwarepakket gebaseerd op de huidige bedrijfsprocessen en informatiebehoeften en rekening houdend met verbeteringen in de bedrijfsprocessen en uitbreiding van de informatiebehoeften Individuele opdrachte(en) in enkele zinnen De inhoud van de individuele opdracht is vergelijkbaar met die van de proftaak met dien verstande dat nu voor een echt bedrijf een beschrijving gemaakt wordt van de informatievoorziening, de organisatie, de bedrijfsprocessen en de beschikbare software. Het is een beschrijvende opdracht dus in dit geval geen adviserende. Inhoud van colleges en trainingen: Trainingen bedrijfsprocessen en organisatie: deze trainingen omvatten o.a. een eerste kennismaking met bedrijfsprocessen, heel concreet wat is een inkoop-, verkoop-, magazijn-, productieproces, hoe ziet zo’n proces er uit. Wat is standaard applicatiesoftware en hoe verloopt een pakketselectieprocedure. Trainingen Bedrijfseconomie: hierin worden onderwerpen behandeld als: Jaarrekening, Grootboek, Journaal, Kolommenbalans, Kostprijs, Directe indirecte kosten, Kentallen Voorgeschreven literatuur: Bestuurlijke informatievoorziening, W. Leijnse, Wolters Noordhoff, ISBN: 90-01-53609-3. Bedrijfsprocessen en logistiek, C. Bakker & M. Mittelmeijer, Wolters Noordhoff, ISBN: 90-0130136-1. Bedrijfseconomische grondbeginselen praktisch toegepast, T.P.M. Welten & J.M.M.J. Clerx, Wolters-Noordhoff. ERP met Navision, F. J Schoolderman & C.A. Overgaag, Brinkman uitgeverij, ISBN: 90-5752-0893
95
De structuur van de organisatie, Open Universiteit Projectmanagement, R. Grit, Wolters-Noordhoff, laatste druk Rapportagetechniek, Elling, Wolters-Noordhoff, laatste druk Toetsen en assessment: Groepsbeoordeling: Informatieplan Adviesrapport pakketselectie Individuele beoordeling: IPR Toest bedrijfseconomie
96
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VP2 VP2: De aspirant systeemontwikkelaar Onderwijseigenaar: Wil van den Bogaard Korte omschrijving In deze periode staat de orientatie op de verschillende opleidingen centraal. De proftaak omvat dan ook onderwerpen zowel vanuit de BI als vanuit de I opleiding. Studenten bepalen middels een systeemontwikkeltraject (voortraject BI en ontwerp- en bouwfase I) hun definiteve keuze. In een verdiepingsweek kan deze keuze bevestigd of ontkracht worden a.d.h.v. een bedrijfsbezoek. Belangrijkste competenties: ontwikkelt gefaseerd een (object georiënteerd) informatiesysteem; heeft kennis en inzicht in computer en chipkaartarchitectuur; ontwerpt en bouwt een database met applicaties; plaatst een informatiesysteem in zijn organisatorische context; kan ontwikkelen in Java; kan projectmatig werken in een team; ontwikkelt professionele & ontwikkelvaardigheden. Belangrijkste kennisobjecten: Systeemontwikkeling volgens de watervalmethode; Organisatiekunde; Bedrijfsprocessen; Programmeren in Java; Programmeren in Access; Algemene kennis van ICT. Proftaak (in enkele zinnen) De proftaak bestaat uit het analyseren, ontwerpen en ontwikkelen van een baanafhangsysteem voor een tennisvereniging volgens een bepaald stappenplan uit de waterval ontwikkelmethode SDM. Individuele opdrachte(en) in enkele zinnen IPR1 bestaat uit een onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van een chiopcard. IPR2 omvat een onderzoek naar de technische aspecten, mogelijkheden en onmogelijkheden van een chipcard. Voorgeschreven literatuur: De structuur van de organisatie, Deel 2. Jägers, Jansen, Coun, de Man, Lemma, Open Universiteit - Utrecht – 2002, ISBN 90 5189 5232 Programmeren in Java met BlueJ, David J. Barnes & M. Kolling, 2e editie, Pearson Education Benelux B.V. , 2005, ISBN: 90 4300 9881 Informatiemanagement / druk 3, Noordhoff Uitgevers B.V., ISBN10: 9001385648 | ISBN13: 9789001385644 Projectmanagment, R. Grit, 4e druk, Wolters Noordhof, Groningen 2000, ISBN 90 1347 037
97
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VPI4 VPI4: De Aspirant Software Engineer Onderwijseigenaar: Ad Voesenek Korte omschrijving: In het tweede semester van het eerste jaar komt de hele Informaticaopleiding aan de orde. Om dit te bereiken vormt deze periode samen met de vorige onderwijseenheid VP3-I een eenheid in die zin dat in deze beide periodes samen een compleet informatiesysteem ontwikkeld wordt. In periode VP3-I speelde je de rol van aspirant systeemontwerper en ontwierp je het informatiesysteem. In periode VP4-I wordt de bouw van het systeem ter hand genomen en speel je de rol van software engineer. In deze periode worden met name de software engineering aspecten in kaart gebracht en zelfs waar nodig verbeterd. Systeemontwikkelingmethode, ontwerpen, UML, programmeren, databases, testen en beheren zijn onderwerpen die in een traject van systeemontwikkeling niet kunnen ontbreken. Al deze onderwerpen zullen in trainingen worden aangeboden en staan dus in het teken van de proftaak. Belangrijkste competenties: • Analyseert en (her)ontwerpt de informatiearchitectuur en de systeemarchitectuur • Faseert, structureert en adapteert een ICT-ontwikkelproces • Voert een informatieanalyse uit • Stelt a.d.h.v. specificaties van het bedrijfsproces specificaties op van aan het bedrijfsproces gerelateerde informatiesystemen • Stelt een specificatie op van een (technisch) informatiesysteem • Ontwerpt een (bedrijfskundig/ multi-media enz.) informatiesysteem • Specificeert, voert uit en beoordeelt testen van informatiesystemen • Overziet de gevolgen voor Exploitatie & Beheer van de gemaakte keuzes bij het opstellen van het ontwerp • Hanteert programmeerparadigma’s, -talen, -methoden –technieken en programmacomponenten • Ontwerpt mens-machine interface Belangrijkste kennisobjecten: Ontwikkel een geïntegreerd informatiesysteem voor de belangrijkste primaire bedrijfsprocessen volgens de RUP-methode en gebruik makend van: • UML als communicatiemiddel; • NetBeans als tool voor het modeleren van bedrijfsprocessen en UML-diagrammen; • MySQL als DBMS; • Java als programmeertaal; • NetBeans als ontwikkelplatform. • Junit als testomgeving • De integratie houdt in dat al de groepen een en dezelfde database gebruiken. Proftaak: De opdracht van “De Hartige Hap” is door de directie van Infosys ten behoeve van de Aspirant Software engineers vertaald in: “voer een traject van software engineering uit en ontwerp en realiseer een deel van het informatiesysteem dat De Hartige Hap kan ondersteunen bij hun informatievoorziening”. Individuele opdracht(en): IPR1:Implementatie Je maakt een opleidingsplan: voor de mensen die met het systeemgaanwerken. IPR2: Beheer Je richt voor De Hartige Hap een technisch beheerorganisatie in conform de operationele ITIL-processen. Colleges en training • hoorcollege en training software engineering RUP/UML; • hoorcollege, trainingen en support programmeren met JAVA; • hoorcollege en trainingen databases; • hoorcolleges en trainingen Implementatie • hoorcolleges en trainingen Beheer Traingen en coaching • trainingen en coaching tbv persoonlijke ontwikkelcompetenties; • gesprekken met de senior software engineer over de producten / mijlpalen Literatuur Het boek “Software engineering met UML ”: • Bouwen, testen en inzetten
98
Het boek ”RUP op Maat”: • De activiteiten van de construction fase • De producten die opgeleverd worden bij elke iteratie Het boek “Software ontwikkeling met UML en Java”: • Een herhaling van de analyse (hfdstk 1t/m 4) • Een verdieping van de ontwerp- en constructieactiviteiten (hfdstk 5 en 6 Toetsen: Groepsbeoordeling: De volgende artefacten worden opgeleverd en beoordeeld • Project management plan • Ontwerp documentatie • Testplan • Implementatie Naast de producten wordt er ook een beoordeling gegeven voor procesgang. Individuele beoordeling: Ter afsluiting wordt een individueel assessment georganiseerd. Dit assessment gaat bijna een gehele dag duren. Tijdens dit assessment ga je het systeem, dat jullie gemaakt hebben, uitbreiden met nieuwe functionaliteiten.
99
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VP4-BI Aspirant Informatiespecialist Periode: 1e leerjaar 2e kwartaal (verkorte instroom) en 4e kwartaal (reguliere instroom) VP4-BI: Aspirant Informatiespecialist Onderwijseigenaar: Carla Smulders Korte omschrijving: Organisaties genereren steeds grotere hoeveelheden informatie. Een groot deel van deze informatie is documentaire informatie: teksten op de website en het intranet, in technische rapporten, handleidingen en in offertes aan klanten. Het beheer van deze documentaire informatie is lastig, vanwege het versiebeheer en het feit dat de documenten zijn opgeslagen in verschillende informatiesystemen. Toch is een goed beheer van groot belang vanwege de eisen van wet- en regelgeving, maar ook vanwege het hergebruik van beschikbare kennis. Dat in de meeste organisaties sprake is van een hybride situatie, gedeeltelijk digitaal en gedeeltelijk op papier, maakt het niet makkelijker. In deze onderwijsperiode wordt een fundament gelegd voor zowel het omgaan met het vinden, identificeren, analyseren en beoordelen van documentaire informatie, als ook voor het toegankelijk maken van deze informatie in een eenvoudig informatiesysteem. Bij het inrichten van het informatiesysteem staan de basisvaardigheden van metadatamanagement centraal. Information retrieval Studenten onderzoeken individueel een (deel)onderwerp op het gebied van (documentaire) informatievoorziening. Met een eigen onderzoeksvraag als uitgangspunt stelt de student een efficiënte zoekstrategie op en selecteert hij relevante bronnen. Vervolgens voert hij in deze bronnen zijn zoekacties uit en selecteert de meest relevante en betrouwbare bronnen. De betrouwbaarheid van de gevonden informatie wordt vastgesteld. Uit de aldus verkregen informatie beantwoordt de student in eigen bewoording zijn onderzoeksvraag. De uitkomsten van het literatuuronderzoek worden in een rapportage verantwoord en de gemaakte keuzes worden toegelicht. Documentmanagement De studenten leren de basisbeginselen van het uitvoeren van een documentaire informatieanalyse. Ze maken kennis met de basisprincipes van het beheren van documentaire informatie en het belang daarvan voor overheidsorganisaties en bedrijven. Inrichten informatiesysteem Sociale media krijgen een steeds belangrijkere plaats onder de informatiesystemen die organisaties gebruiken. In deze onderwijsperiode richten de studenten een wiki in, gebruikmakend van open source software. Bij die inrichting staat de mogelijkheid om samen teksten te schrijven en de inrichting op basis van correcte toepassing van metadatamanagement centraal. Metadatamanagement. De studenten leert de basisprincipes van het toegankelijk maken van informatie met behulp van: trefwoordensystemen, thesauri, classificaties, taxonomieën en ontsluiting op formele kenmerken. Voor de toepassing in de wiki ligt de nadruk op het toepassen van de formele ontsluiting en de basisprincipes van trefwoorden en classificatie. Belangrijkste competenties: 1. Kan belangrijke algemene informatiebronnen en –kanalen identificeren, selecteren en valideren. 2.
Kan voor een zoekvraag op het eigen studie- en werkterrein een informatiezoekstrategie opstellen.
3.
Kent de basisprincipes van het beheren van documentaire informatie en het belang daarvan voor overheidsorganisaties en bedrijven.
4.
Kent de basisprincipes van een eenvoudige documentaire informatie-analyse en kan deze toepassen.
5.
Kent de basisbeginselen van metadatasystemen voor de documentaire informatie: trefwoordensystemen, thesauri, classificaties, taxonomieën en ontsluiting op formele kenmerken.
100
6.
Kan de basisprincipes van metadatasystemen toepassen voor wat betreft eenvoudige trefwoordensystemen, classificatiesystemen en ontsluiting op formele kenmerken.
7.
Kan een eenvoudig informatiesysteem inrichten.
8.
Kan professioneel en op maat een eenvoudig rapport schrijven.
9.
Heeft basiskennis over het schrijven voor het web en kan deze toepassen.
10. Kent enkele sociale media (blogs en wiki’s) en kan deze gebruiken.
Belangrijkste kennisobjecten: • information retrieval • documentmanagement • social media • metadatamanagement • communicatie Proftaak: Het inrichten van een informatiesysteem, een wiki. Samen stukken schrijven en de gezamenlijke informatie goed toegankelijk maken. Individuele opdracht(en): Het individueel opsporen van informatie over een bepaald vraagstuk, dit beantwoorden en de zoekweg en gemaakte keuzes verantwoorden in een rapport. Inhoud van colleges en trainingen: Documentmanagement Terminologie. Documentmanagement, functionele eisen, documentmanagementsystemen (DMS), op papier en digitaal. Documentmanagement in organisaties, in relatie tot bedrijfs-processen en bedrijfsapplicaties. Information audit. Ontsluiting en analyse van documenten. Metadatamanagement Formele ontsluiting van documentaire informatie. Informatietalen en inhoudelijke ontsluiting. Woorden en Termen. Verwijzingen en thesaurus. Relaties, classificaties en taxonomieën. Opsporen van informatie Training gericht zoeken en zoekstrategieën op het internet en in de databases die X-plora, een gefaciliteerde leeromgeving, beschikbaar stelt. Het nader bepalen van de onderzoeksvragen voor de proftaak en de IPR wordt hier expliciet ondersteund. Wiki Practicum met basisbewerkingen zoals het aanmaken en linken van artikelen. Het opmaken van teksten, toevoegen van afbeeldingen en documenten aan pagina’s. Het toekennen van trefwoorden en weergeven van een trefwoordenlijst, toekennen van categorieën en weergeven van classificaties. Communicatie Structuur rapport. Schrijven voor het web. Maken en schrijven van een blog. Voorgeschreven literatuur: Andere (meer representatieve, actuelere) publicaties zijn mogelijk (zie de digitale Studiegids) •
Eck Poppe, Margriet van. Informatie in bedrijf : werkboek voor succesvol informatiebeheer – Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever, 2003. ISBN-10: 9075727682. ISBN-13: 9789075727685
101
•
Magrijn, H., S.A.Th.M. Pontzen, G.J.A. Riesthuis, e.a. Woordsystemen: theorie en praktijk van thesauri en trefwoordensystemen – Den Haag: Biblion Uitgeverij, 2000. ISBN-10: 9054832150. ISBN-13: 9789054832157
•
Indien niet eerder in de eerste periode VP1 aangeschaft: Elling, R. & Andeweg, B., Rapportagetechniek – Groningen: Wolters-Noordhoff 3e druk 2005. ISBN-10: 9001291384 ISBN-13: 978-90-01-29138-9
•
Indien niet eerder in de eerste periode VP-1 aangeschaft: Dasselaar, Arjan. Handboek internetresearch – Culemborg: van Duuren Media, 4e geheel geactualiseerde druk 2008. ISBN-10: 9059403606. ISBN-13: 9789059403604
•
Mogelijk nieuwe titel: Kuiper, Frank J. et al. Zaakgericht werken : koude en warme digitale dossiers : een vergelijkend onderzoek naar gemeentelijke documentmanagement- en workflowoplossingen – Den Haag: Academic Sevice, 2008. ISBN-10: 9012580935. ISBN-13: 9789012580939
Readers worden digitaal beschikbaar gesteld Tenminste de volgende titels worden via BlackBoard ter beschikking gesteld. •
Riesthuis, G.J.A. Classificaties en systematische catalogi blz. 297-314 (staat op Blackboard)
•
Van Driel, J. van en M. Jacobs. Formele ontsluiting,- Breda : AIM, jan 2004
•
Van Driel, J. Refereren - Breda : AIM, april 2004
•
Wiki cookbook - BlackBoard
102
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI3 VI3: De junior Systeemontwikkelaar Onderwijseigenaar: Jan Montizaan (back-up Tommy Heunks) Korte omschrijving: De eerste periode van het tweede jaar van het I-profiel staat in het teken van het ontwikkelen van een informatiesysteem in Java volgens een lineaire systeemontwikkelmethode: het V-model. Het ontwikkelen van software volgens het V-model legt geen beperkingen op met betrekking tot de te gebruiken technieken. In deze proftaak gebruiken de studenten een aantal object georiënteerde technieken en maken geen gebruik van een reeds ontwikkeld en op de markt gebracht data management systeem (DBMS). Studenten ontwerpen zelf de bestanden, implementeren en onderhouden deze middels het ontwikkelde informatiesysteem. Dat betekent dat ze de noodzakelijke controles zelf in moeten bouwen om de integriteit van de gegevens en de consistentie tussen de gegevens en bestanden te waarborgen. De casus betreft een Medisch Centrum, waar huisartsen, fysiotherapeuten, apothekers en thuiszorg samen naar een systeem willen met een centrale receptie. Bij het ontwerp en de bouw van dit systeem wordt een reeks producten achtereenvolgens uitgewerkt door verschillende teams. Elk team heeft een afgebakende taak. Dit betekent dat elk team in een bepaalde fase van het V-model een mijlpaal oplevert die doorgegeven wordt aan een ander team. Dit proces van overdracht vindt plaats middels review-sessies en neemt een belangrijke plaats in bij deze periode. Op het eind wordt een werkend systeem opgeleverd. Belangrijkste competenties: 1. een projectvoorstel uit een innovatieplan interpreteren en uitvoeren. 2. een ontwikkelproces faseren en (her)structureren. 3. in een gegeven situatie functionele specificaties van een informatiesysteem opstellen. 4. aangeven of functionele specificaties van een informatiesysteem overeenkomen met de gebruikerswensen en –eisen. 5. uitgaande van de functionele specificaties een technisch ontwerp van een te bouwen informatiesysteem opstellen.. 6. een lineaire ontwikkelmethode toepassen in een systeemontwikkelingtraject. 7. UML gebruiken om objectgeoriënteerde informatiesystemen te ontwikkelen. 8. De student beheerst JAVA om op basis van een ontwerp een informatiesysteem te bouwen. 9. kan een veranderingsanalyse uitvoeren. 10. kan systeem- , module- en integratietests opstellen, uitvoeren en beoordelen. 11. kan een keuze maken uit geschikte testmethoden en –technieken. 12. maakt gebruikersdocumentatie (helpteksten en handleidingen). Belangrijkste kennisobjecten: Hanteren van de lineaire systeemontwikkelmethode: het V-model Ontwerpen, implementeren en onderhouden van bestanden Uitvoeren van white box en black box testen Uitbreiden van Java en UML kennis Proftaak: Studenten ontwerpen en bouwen een informatiesysteem. Elke profgroep ontwikkelt zijn eigen deelsysteem. Bij het ontwikkelproces zijn verschillende teams betrokken: Het Innovatieteam voor de veranderingsanalyse en de acceptatietest, Het Analyseteam voor de functionele eisen, Het Realisatieteam voor het software-ontwerp en de bouw ervan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van UML. Elk team is ook verantwoordelijk voor de bijbehorende tests. De overdracht tussen teams van producten geschiedt met review-sessies. Hierbij zijn verschilllende rollen vertegenwoordigd. Op verschillende niveaus (module-, integratie-, systeem- en acceptatietest) worden tests uitgevoerd. Uiteindelijk wordt een werkend systeem opgeleverd. Individuele opdracht(en): In periode 3 vinden er geen IPR activiteiten plaats . Colleges • Ontwikkelen volgens het V-model. • Veranderingsanalyse • Kwaliteit van software-engineering in Requirements Analysis Document • Kwaliteit van software-engineering in Object Design Document Traingen • Training reviewtechnieken; criteria en de rollen. • Training testen; blackbox, whitebox, TMap, JUnit • Training gebruikershandleiding schrijven. • Training UML en Java; het gebruik van modern casetools Literatuur
103
Gertjan Laan, Softwareontwikkeling met UML en Java, Academic Service, 2007, ISBN 978-90430-1242-3. (reeds aangeschaft voor VP4I) • R. Grit, Projectmanagement; 5e druk, Groningen, Noordhoff uitgeverij, 2007. (reeds aangeschaft voor VP1I) • Ken Lunn, Software engineering met UML, AS, ISBN 9789039522530. (reeds aangeschaft voor VP3I) • R.A. Collaris, RUP op maat, AS, ISBN 9789012114134. (reeds aangeschaft voor VP3I) • Kleppe c.s., Praktisch UML, Pearson Education, ISBN 9789043012652 (reeds aangeschaft voor VP3I) Toetsen en assessments • Schrijven van een veranderingsanalyse (groep)(2,5 ec)(code: IMINANALYSVI3-07) • Schrijven van een systeemtestplan (groep)(1,5 ec) (code: IMINANALYSVI3-07) • Schrijven van een integratietestplan (groep)(1,5 ec) (code: IMINONTWERVI3-07) • Ontwerpen van een applicatie met o.a.UML(individueel assessment)(2,5) (code: IMINONTWERVI3-07) • Bouwen van een applicatie met Java (individueel assessment)(4,0 ec)(code: IMINREALISVI307) • Presentatie en overdracht van een systeem (groeps-assessment)(1,0 ec) (code: IMINREALISVI3-07) •
104
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VBI3, DBI7 Periode: 1e kwartaal 2e leerjaar en Deeltijd: 3e kwartaal 2e jaar VBI3: Junior Organisatieanalist; DBI7: Bedrijfskundige Diagnose Onderwijseigenaar: Andre Jaspers Korte omschrijving: Studenten oefenen in het opzetten en uitvoeren van een bedrijfskundige diagnose. Ze doen onderzoek naar de omgevingsaspecten van een bedrijf met een STEP analyse en het 5 krachtenmodel, brengen de structuur (inrichting) in kaart aan de hand van de typologie van Mintzberg, analyseren de cultuur van het bedrijf met twee meetinstrumenten en concluderen of er een goede samenhang is tussen omgeving, de structuur en de cultuur van het bedrijf. Daarnaast analyseren ze een bedrijfsproces en doen daarvoor verbetervoorstellen. De eerste 6 weken worden de theorie en de instrumenten bestudeerd en maken ze een onderzoeksopzet. Daarna wordt in het bedrijf het onderzoek uitgevoerd en de resultaten gepresenteerd middels een rapport en een presentatie. Op het eind is er nog een algemeen assessment over alle kennisobjecten Belangrijkste competenties: Inleiding onderzoeksopzet, decomponeren onderzoeksvragen, uitvoeren bedrijfskundige omgevingsanalyse, uitvoeren cultuuranalyse, beschrijven en analyseren organisatietypologie volgens Mintzberg, procesbeschrijven met DPS. Belangrijkste kennisobjecten: Onderzoek: Onderzoeksdoel, Praktijkdoel, Centrale vraag definiëren, decomponeren deelvragen en onderzoeksvragen, interviewen. Omgevingsanalyse: STEP model toepassen, Inleiding 5 krachtenmodel van Porter, eenvoudige SWOT analyse. Organisatiekunde, structuur: Denkrichtingen organisatiekunde: Taylor, Behaviorisme, Configuratietypologie en Contingentietheorie van Mintzberg. Organisatiecultuur: model van Harrison & Handy, Vokipo klimaattypologie, Motivatietheorieën: Maslow, Vroon, Intern en extern attribueren, intrinsiek en extrinsiek motiveren, Inleiding groepsdynamica, Organisatiecultuur. Processen: Verschillende schematechnieken A.O met name DPS maken. Proftaak Studenten zetten onderzoek op naar de omgeving, de structuur en de cultuur van een bedrijf en voeren het onderzoek uit binnen een zelf te zoeken bedrijf van enige omvang. In het onderzoek moeten diverse methoden worden toegepast: interviews, enquêtes, documentstudie en (participerende) observatietechnieken. Er wordt een onderzoeksrapport opgeleverd dat in en aan het bedrijf wordt gepresenteerd. Individuele opdracht(en): IPR2 omgevingsanalyse. Zelfstandig uitvoeren van STEP en 5 Forces analyse voor onderzoeksbedrijf; IPR1 organisatiecultuur. Individueel bestuderen van reader en maken van 10 vraagstukken op het gebied van motivatie, groepsprocessen en organisatiecultuur; het uitvoeren van een 2 verschillende cultuurenquêtes en verwerken, interpreteren en presenteren van de resultaten. Inhoud van colleges en trainingen Opzetten onderzoek: Training 1 Onderzoeksdoel, praktijkdoel, Hoofdvraag formuleren Training 2: Decomponeren naar deel- en onderzoeksvragen, eenheid van onderzoek, bronnen verschillende methoden (enquete, interview, veldstudie, observatie) Omgevingsanalyse: College : STEP, 5 Forces, SWOT Training: Voor een algemeen bekend bedrijf wordt groepsgewijs een step en 5 Krachten analyse gemaakt en gepresenteerd; Organisatiestructuur: College: geschiedenis van organisatiedenken, Taylorisme, horizontale en verticale verdelingen, behaviorisme, revisionisme, College: organisatietypologie Mintzberg Training: groepsgewijs worden 5 cases geanalyseerd naar de typologie van Mintzberg; Organisatiecultuur College: individueel perspectief (attitude, motivatie) groepsdynamica en cultuur. Training: studenten maken kwalitatieve cultuuranalyse voor eigen bedrijfssituatie. Training: Interviewen. Interview opstellen en klassikaal afnemen met feed back Processen College 2 x: inleiding A.O en procestechnieken Training 1: bestuderen en uitwerken verschillende modeleringstechnieken uit A.O.
105
Training 2: maken van DPS voor casus Voorgeschreven literatuur: H. Mintzberg: Organisatiestructuren; ISBN 9043012963 Gert Alblas, Ella Wijsman: Gedrag in Organisaties; Wolters Noordhoff, ISBN 90 01 032095 Jeroen van den Oever, Peter Noordam: Handen & voeten aan de administratieve organisatie; vastleggen gericht op analyse, ontwerp en beheersing Tweede druk, Kluwer 1999, ISBN 9020732072 W. Leijnse: Bestuurlijke Informatiekunde; Wolters Noordhoff, Groningen; 2006, ISBN 9001536093 Aanbevolen: Dr. D.B. Baarda, Dr. M.D.M. de Goede: Basisboek kwalitatief onderzoek; praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van een kwalitatief onderzoek Tweede druk, ISBN 90 20731793 Readers worden digitaal beschikbaar gesteld André Jaspers: Mens, organisatie en cultuur januari 2003, Academie voor ICT en Management André Jaspers, Paul Walraven: Opzetten van onderzoek april 2007, Academie voor ICT en Management André Jaspers: Omgevingsanalyse, Aim 2006
106
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI4/ VBI4 VI4 / VBI4: Junior Applicatie ontwikkelaar; Voltijd: Onderwijseigenaar: Evert Jan de Voogt (back-up Gerard Wagenaar) Korte omschrijving: In deze periode komt een nieuwe manier van applicatieontwikkeling aan bod. Voor applicatieontwikkeling bestaan er verschillende soorten ontwikkelingsmethoden. Twee bekende categorieën zijn lineaire (waterval) methoden en incrementele (evolutionaire/ iteratieve) methoden. Beide methoden kennen een eigen manier van fasering, hoewel de fasen zelf deels wel overeenkomen. Lineaire methoden hebben als kenmerk dat de te ontwikkelen applicatie als één geheel iedere fase doorloopt en na de laatste fase ook als één geheel wordt opgeleverd Bij incrementele methoden wordt de totale applicatie in delen ontwikkeld en ook in delen opgeleverd zo heeft de opdrachtgever sneller de beschikking over (een deel van) de gewenste functionaliteit. De samenstelling van de delen (incrementen) wordt zo gekozen dat ze ieder afzonderlijk een zelfstandig bruikbare functionaliteit leveren aan de opdrachtgever. Een verschil met lineaire methoden is ook dat ieder deel (increment) meerdere keren een fase kan doorlopen. Een ander belangrijk verschil met lineaire methoden is dat de toekomstige gebruiker gedurende bijna alle fasen meer en interactief betrokken is bij de ontwikkeling. In deze aanpak groeit de te bouwen applicatie als het ware naar het uiteindelijke resultaat toe. Incrementele ontwikkelmethoden komen in deze periode van het 2de jaar binnen zowel de opleiding Informatica (I) als de opleiding Bedrijfskundige Informatica (BI) aan bod. Bij het gebruik van incrementele methoden past het gebruik van toepasselijke hulpmiddelen, met name zogenaamde 4de generatie programmeertalen In de eerste helft van deze periode wordt door middel van een RAD-traject met behulp van de 4GL-ontwikkelomgeving Sybase een applicatie gerealiseerd. In de tweede helft van de periode wordt eveneens een applicatie ontwikkeld met Sybase, maar nu door middel van de RAD-variant DSDM. Op het eind zijn er voor alle relevante onderdelen nog individuele toetsen en een presentatie van de ontwikkelde applicaties. Belangrijkste competenties: De student(e) kan een incrementele methode voor het ontwikkelen van (bedrijfskundige) informatiesystemen selecteren en toepassen, te specificeren met: Student kent de kenmerken van Rapid Application Development. Student kan een RAD-ontwikkelproces faseren en (her)structureren. Student kan binnen een RAD-realisatietraject fungeren in de rol van analist, ontwerper, gegevensbeheerder, ontwikkelaar, scribent en klant. Student kan in een gegeven situatie functionele specificaties van een eenvoudig applicatie opstellen, door gebruik te maken van prototyping (de gebruiker tot het moment van tevredenheid steeds weer confronteren met een nieuwe versie van de applicatie). De student(e) kan een deel van een (bedrijfskundige) applicatie bouwen met geëigende middelen, te specificeren met: Student kan een database ontwerpen bouwen, inclusief het technisch ontwerp. Student kan in een 4GL-omgeving, door gebruik te maken van een methode, op gestructureerde wijze informatiesystemen bouwen. Belangrijkste kennisobjecten: Applicatieontwikkeling in de 4GL-omgeving Sybase. Leren werken volgens een incrementele systeemontwikkelingsmethode: • Rapid Application Development (RAD) en • de RAD-variant Dynamic Systems Development Method (DSDM). Proftaak: Iedere student is in deze periode lid van een team binnen een fictieve ICT-dienstverlenende organisatie. Er zijn 2 proftaken, proftaak A en B. Ieder team dient voor een opdrachtgever een applicatie te ontwikkelen. In proftaak A ontwikkelen de studenten volgens de RAD methodiek een applicatie in Sybase. In proftaak B ontwikkelen de studenten volgens de DSDM methodiek eveneens in Sybase een andere applicatie. Individuele opdracht(en): IPR1: Onderzoeksopdracht RAD
107
Tijdens sessies in een RAD-project is een aantal rollen mogelijk. In het kader van proftaak A geeft de student binnen de workshops (sessies) zelf invulling aan een aantal rollen. Bij de Onderzoeksopdracht RAD geeft de student weer welke rollen hij heeft vervult binnen de proftaak. Hij reflecteert op de volgende punten: • Wat houdt die rol volgens de theorie in, bijvoorbeeld: Welke taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vallen er onder de rol? Welke persoonlijke competenties zijn belangrijk binnen de rol?
• Hoe heb jij die rol ingevuld (spiegeling theorie – praktijk)? • Welke rol past het meest/minst bij je, en waarom? IPR2: Onderzoeksopdracht DSDM Systeemontwikkeling volgens DSDM is systeemontwikkeling volgens een schema met een aantal specifieke (DSDM-kenmerken). De kern is het onderzoeken naar het voldoen van dit schema in de dagelijkse praktijk. Om dit te bereiken is pas je de theorie rondom DSDM toe op jouw persoonlijke uitvoering van proftaak B. IPR2 wordt uitgevoerd in de vorm van een logboek, waarin met een maximale tijdseenheid va een dag aangeven wordt welke DSDM-elementen aan bod gekomen zijn in proftaak B. Colleges Periode-overzicht Dit college begint met een overzicht van de periode met een introductie van de verschillende onderdelen, waaronder de proftaken. Verder geeft het college een globale introductie op de 4GLontwikkelomgeving Sybase. 0.1.1
LAD versus RAD
Het college gaat in op verschillende soorten systeemontwikkelingsmethoden: lineair, iteratief, incrementeel. Het gedachtegoed van Rapid Application Development (RAD) wordt uitgebreid besproken. 0.1.2
DSDM
Dit college introduceert (ervaringen met) de RAD-variant DSDM Trainingen 0.1.3
Sybase ASA/ PowerDesigner/ PowerBuilder
In deze trainingen en/of practica wordt ingegaan op de diverse onderdelen van de 4GLontwikkelomgeving Sybase. Voor ASA en PowerDesigner bestaan de trainingen uit een mix van theorie, gepresenteerd door de docent, en (kleine) oefeningen. PowerBuilder vindt plaats aan de hand van een syllabus, die in een aantal practica zelfstandig, maar onder begeleiding van een docent, wordt doorgewerkt. 0.1.4
JRP/JAD-sessie, RAD-technieken
In deze trainingen worden vaardigheden geoefend in de genoemde onderdelen van een RADtraject. 0.1.5
DSDM-1, 2 en 3 In deze trainingen wordt, deels door middel van een spel (verder) ingegaan op elementen van DSDM, zoals documentatie of fasering.
0.1.6
Conversie In de training Conversie wordt ingegaan op de manier om op betrouwbare manier (grote) hoeveelheden gegevens over te zetten van één (oud) naar een ander (nieuw) systeem.
Literatuur De benodigde literatuur is on-line beschikbaar via BlackBoard. Toetsen en assessments Het resultaat van proftaak A wordt niet beoordeeld; wel wordt hierop feedback gegeven Proftaak B: • Presentatie applicatie (groep) • DSDM-documentatie (groep) IPR1 en 2 (individueel) Assessment: Toets Sybase (individueel) Assessment: Verdediging theorie en werkwijze (individueel)
108
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI5 VI5: Junior Bedrijfsanalist Onderwijseigenaar: Evert Jan de Voogt Korte omschrijving: In deze module wordt Business Intelligence vanuit 2 invalshoeken belicht. Vanuit bedrijfskundig invalshoek is Business Intelligence het continue proces waarmee organistaties op gerichte wijze data verzamelen en registreren, analyseren en daaruit resulterende informatie en kennis in besluitvormingsprocessen toepassen om de prestaties van de organisatie te verbeteren. Vanuit ICT invalshoek worden bij Business Intelligence uit diverse operationele systemen wordt d.m.v. Extractie, Transformatie en Laden (ETL) gegevens overgezet als informatie naar het data Warehouse. Vanuit het Data Warehouse kan de Informatie d.m.v. rapporten ontsloten worden. Studenten zetten een BI-systeem op waarmee bedrijfsresultaten binnen een fictief bedrijf inzichtelijk gemaakt worden. De resultaten worden aan het management de organisatie gepresenteerd. Op het eind zijn er voor alle relevante onderdelen nog individuele toetsen en een presentatie van de ontwikkelde applicaties. Belangrijkste competenties: Vakinhoudelijke competenties: 1. Richt in, zet op en voert uit een adviestraject met betrekking tot strategieontwikkeling 2. Betrekt de omgeving bij het opstellen van specificaties van een informatiesysteem 3. Doet voorstellen voor de inzet van informatie-systemen 4. Voert een bedrijfs-kundige diagnose uit 5. Voert een informatie-analyse uit 6. Stelt een specificatie op van een technisch informatie-systeem 7. Ontwerpt een (bedrijfskundig/ multi-media enz.) informatie-systeem 8. Hanteert programmeerparadigma’s, -talen, -methoden –technieken en programmacomponenten 9. Gebruikt formele methoden en technieken bij het ontwerp en verificatie van een softwaresysteem of componenten daarvan Niet-vakinhoudelijke competenties: 10. Voert een probleemanalyse uit; 11. Komt tot oplossingsalternatieven; 12. Neemt besluiten en voert deze uit. Belangrijkste kennisobjecten: Leren begrijpen wat Business Intelligence is en hoe dit wordt ingezet binnen organisaties. Ontwikkelen van een ster-database. Schonen van data d.m.v. queries Grafisch weergeven van dataverzamelingen Proftaak: Studenten maken deel uit van een fictieve organisatie. Zij moeten vragen die het management heeft m.b.t. bedrijfsvoering beantwoorden door een analyse op de verzamelde data uit te voeren. Deze data staat in verschillende bronnen in verschillend formaat en dient dus eerst eenduidig gemaakt te worden. Daarna wordt deze data in een door de studenten zelf ontworpen en gebouwde sterdatabase ingevoerd. Uit deze verzamelde data worden doorsneden genomen die een cijfermatige onderbouwing geven van De proftaak bestaat uit de volgende onderdelen: MP1: Het verslag “Het richten van BI” De inhoud bestaat uit BI-scope, doelen, informatievraag en bronnen. ; MP2: Ontwerp en bouw van sterdatabase MP3: Verslag ETL en daaruit voortvloeiende dataverzameling. In het verslag staat vermeld uit welke bronnen de data afkostig zijn en op welke wijze de data geëxtraheerd, gecontroleerd, schoongemaakt, getransformeerd en geïntegreerd is MP4: Management rapportage Individuele opdracht(en): De opdracht dient binnen een door de student te zoeken bedrijf te worden uitgevoerd. Hierbij moeten de volgende vragen beantwoord worden:
109
Wat is de BI-scope van de organisatie? - Om welke businessprocessen, activiteiten, afdelingen, regio’s, producten en diensten gaat het - Wie zijn de opdrachtgevers, sponsors, stakeholders en wat zijn hun belangen - Wat is de business problematiek Welke informatie is -
er nodig? Met welke prioriteiten Op welke wijze aanbieden(context, vorm, frequentie, analysemogelijkheden Voor welke doelgroepen?
Welke relevante bronnen zijn er? - Beschikbaarheid metadata, combinaties van bronnen? - Consistentie, geschiktheid, kwaliteit? Verder ontwikkel de student voor de geselecteerde organisatie een cockpit waarin de benodigde stuurgegevens gepresenteerd worden. Colleges Week 1:
Start-up college uitleg kwartaal en BI algemeen
Week 2:
Nut en noodzaak van BI
Week 3:
Het richten van BI
Week 4:
Instrumenten voor BI
Week 5:
Implementatie BI
Trainingen Performance management Databases stermodel, ETL tools Training rapportage tools Literatuur Efraim Turban, Business Intelligence ISBN 978 0 13 2347617 Toetsen en assessments Database Performance management, ETL, Assessment presentatie gegevens en bronselectie
110
VBI5 Junior Kennismanager Periode: 3e onderwijsperiode 2e leerjaar In de deeltijd periode 2 van het tweede jaar. Onderwijseigenaar: Sebastiaan Mooij Korte omschrijving Studenten bouwen een webportal over een vooraf vastgesteld onderwerp met behulp van een open source Content Management Systeem (CMS). De onderwerpen zijn bijvoorbeeld serious gaming of web 2.0. De studenten voeren daartoe een informatieanalyse uit op de verzamelde informatiebronnen, brengen de wensen van de gebruikers in kaart met een onderzoek naar de informatiebehoefte en richten het CMS in aan de hand van de eisen en wensen van de opdrachtgever. Bij het inrichten van de webportal staan de manieren waarop informatie toegankelijk gemaakt kan worden centraal en de juridische aspecten zoals intellectueel eigendom. Het kader waarin de opdracht geplaatst wordt is kennismanagement. Naast het inrichten van de webportal moeten de studenten ook een advies gegeven over het toekomstige beheer, waarbij de nadruk ligt op het beheer van de content en de nog toe te passen functionaliteiten van het CMS. Belangrijkste competenties Maken onderzoeksopzet, decomponeren onderzoeksvragen, uitvoeren interviews en verwerken van de resultaten, analyse van de informatie (content) en de informatiebehoefte, implementeren van inhoudelijke ontsluitingssystemen, plaatsen van documentaire informatie in juridische context, overtuigen, adviseren en rapporteren. Belangrijkste kennisobjecten Onderzoek: Maken onderzoeksopzet, decomponeren onderzoeksvragen, uitvoeren interviews en verwerken van de resultaten Informatieanalyse: Relevante informatie opsporen, analyseren en selecteren. Informatie ontsluiten: Classificatie en taxonomiebouw, trefwoorden en thesaurusbouw. Wet- en regelgeving: Intellectueel eigendom, Wet bescherming Persoonsgegevens en Computercriminaliteit. P&OC's: Overtuigen. Processen: Kennis- en documentmanagement ICT: Open source software en Content Management Systeem Proftaak Studenten onderzoeken de informatiebehoefte van de toekomstige gebruikers van een webportal, ze bouwen dit portal in een CMS voor een opdrachtgever en geven daarbij een advies over het verdere beheer. Individuele opdracht (IPR) In de IPR bereiden de studenten zich voor op de uitvoering van de groepsopdracht en laten zien op welke manier zijn de stof van de periode individueel verwerkt hebben door: − eigen verslag van interview naar informatiebehoefte; − verslagen te maken van de gastcolleges met daarbij reflectie gericht op de relevantie voor hun beroepspraktijk; − een artikel te schrijven over een juridisch onderwerp; − een minithesaurus te bouwen; − twee websites te analyseren een gericht op de functionaliteiten van het CMS, de andere gericht op de ontsluiting. Inhoud van colleges en trainingen Colleges CMS Over Content Management Systemen, Enterprise Information Portals en Kennismanagement. Colleges VBI-5 Gastcolleges van experts en bedrijven op het brede gebied van deze onderwijseenheid. Trainingen Toepassen van Informatie: Basistheorie ontsluiting verdiepen en begeleiding bij het bouwen van de classificatie/taxonomie en een minithesaurus. Classificaties en taxonomieën zijn methoden om informatie te organiseren. Methoden van onderzoek Begeleiding bij het uitvoeren van je gebruikersonderzoek + bespreken boek (Baarda en de Goede)
111
Practica CMS Trainingen voor het leren werken met het CMS. Juridische aspecten van de informatievoorziening Intellectueel eigendom, Wet bescherming Persoonsgegevens en Computercriminaliteit. Overtuigen Training Voorgeschreven literatuur Baarda, D. en M. de Goede: Basisboek kwalitatief onderzoek; praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van een kwalitatief onderzoek Tweede druk, ISBN 90 20731793 Bruggen, van R.D. en andere. Juridische aspecten van de informatievoorziening - Schoonhoven: Academic Service, derde herziene druk 2002, ISBN 9789029518878. Koning, J.W., Content Management. Academic Service, Den Haag, 2006, ISBN 9021116236 Daarnaast artikelen over Kennismanagement en sheets e.d. bij de trainingen. Toetsen en assessment Onderzoek: Proftaak deel 1 (groep), Onderdeel IPR (individueel) en schriftelijke toets (individueel) Informatieanalyse: Proftaak deel 1 (groep). Onderdeel IPR (individueel) Informatie ontsluiten: Proftaak deel 1(groep), Onderdeel IPR (individueel) Wet- en regelgeving: Proftaak deel 2 (groep), Onderdeel IPR (individueel) en schriftelijke toets (individueel) P&OC's: Proftaak deel 2 (groep). Onderdeel IPR (individueel) Processen: Proftaak deel 2 (groep), Onderdeel IPR (individueel) en schriftelijke toets (individueel) ICT: Proftaak deel 2 (groep), Onderdeel IPR (individueel) en schriftelijke toets (individueel)
112
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI6 / VBI6 VI6 / VBI6: Junior Implementatieconsultant Onderwijseigenaar: Ralph Simons (back-up Andre Jaspers) Korte omschrijving: Aan de hand van een casus, de theorie en een echt ERP pakket (ISAH-7) analyseren de studenten de context, de belanghebbenden, een risico-analyse en de mogelijke problemen en veranderingen van de implementatie van dit ERP pakket (ISAH). Ze maken op basis hiervan een opzet voor de implementatie en leveren op: een contextanalyse met scope en impact, een procesherontwerp in Bizzdesigner en een gapanalyse. Vervolgens wordt het ERP pakket conform opzet ingericht en voorzien van meerdere scripts en getest. Daarnaast wordt de systeemdocumentatie en de A.O. voor de organisatie afgemaakt en voorzien van procesbeschrijving, functie en taakomschrijvingen, inrichtingsmodel, autorisatieschema en testrapport (onderdeel). Het ingerichte systeem wordt werkend opgeleverd en gedemonstreerd. In deze module werken BI en I studenten samen in een team en is er ook een zekere vakgerichte taakverdeling. Op het eind zijn er voor alle relevante onderdelen nog individuele toetsen en een assessment over met name de implementatietheorie Belangrijkste competenties: Projectmatig opzetten en plannen van een ICT implementatie ; Inrichten en aanpassen van een ERP applicatie in een gegeven situatie; Maken van een volledig en gedocumenteerd procesontwerp met een ontwerpinstrument; Maken en ontwerpen van een A.O. en Informatie ontwerp; Uitvoeren en begeleiden migratietraject van een ICT implementatie. Belangrijkste kennisobjecten: Implementatietheorie: context- en belanghebendenanalyse, objecten van verandering, scope en impact van een implementatie, risico-analyse, veranderingstrategieën, fasering en inhoud van een implementatieproces; inleiding in bedrijfs- en informatiearchtectuur. Procesherontwerp: procesherontwerp met Bizzdesigner, actoren en realties, A.O. functiescheiding, Business Rules; Informatieontwerp: autorisatie, testontwerp, gebruikershandleiding, scripten, eenvoudige dictionary, systeeminrichting; Proftaak: Studenten ontwerpen implementatie en richten erp pakket in en demonstreren werkend systeem conform klanteisen inclusief gebruikersdocumentatie en advies voor de implementatie. Individuele opdracht(en): IPR is een duo opdracht apart voor BI en I studenten. Elk duo (soms trio) doet klein maar gedegen minionderzoek binnen een werkorganisatie.De BI studenten doen onderzoek naar de veranderingen in het werk, de werkprocessen, de organisatie(structuur) en de veranderingen in de kwaliteit van de arbeid als gevolg van een ICT implementatie(s) in een organisatie. De I studenten doen onderzoek naar de veranderingen in de gehele technische infrastructuur en de aanpak van beheersaspecten en beveiligingmaatregelen als gevolg van een ICT implementatie(s) in een organisatie. De resultaten worden verwerkt in een video presentatie. Colleges Demonstratie ISAH en overzicht van verschillende ERP software Procesmodelleren en instructie Bizzdesigner Gastcollege Implementatie van de heer Kruithof (auteur voorgeschreven SIM boeken) Architectuur en implementatie Traingen Functionele ISAH training welke wordt gegeven door studenttrainers Training Krachtenveld en risico’s bij een implementatie; presentaties en discussie Training Bizzdesigner en procesmodellering Functionele ISAH training (mede gegeven door studenttrainers) Training Architectuur en infrastructuur Logistieke training. Kennismaking met logistieke principes door middel van een spel Training scripten binnen ISAH (alleen voor I studenten) Training over het ontwerpen van acceptatietesten (alleen voor de B studenten van een profgroep verplicht). Training over het maken van conversie specificaties Literatuur SIM3 In Theorie, methodische aanpak van de implementatie van standaard software en informatiesystemen (E.J.D. Kruithof en Margareth Jonker), Academic Service, 2000, ISBN 90 395 1574 3; SIM3 in Praktijk (E.J.D. Kruithof en Margareth Jonker), Academic Service, 2000, ISBN 90 395 1575 1;
113
Grondslagen administratieve organisatie, Deel A: Algemene beginselen, Negentiende editie, Stenfert Kroese 2000, ISBN 90 207 3047 9 Peter Noordam Handen & voeten aan de administratieve organisatie; vastleggen gericht op analyse, ontwerp en beheersing. Tweede druk, Kluwer 1999, ISBN 902 Een introductie tot T-Map (Martin Pol), Tutein Nolthenius, ISBN 90 721 9445 4. Toetsen en assessments Assessment voorbereiding implementatie (groep) Assessment ontwerp en inrichting implementatie (groep) Praktijkonderzoek implementatie (duo) Mondeling theorie implementatie (individueel) Schrijven implemetatieplan (individueel) Hands-on systeeminrichting ISAH Procesmodellering met BizzDesigner
114
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI7 VI7:Webbased Informatie Systemen: Onderwijseigenaar: Tommy Heunks Korte omschrijving: De periode Webbased Informatiesystemen niet meer zozeer verbonden aan een toekomstige functie van de student informatica, maar met het onderwerp dat hij zal bestuderen. Dit is niet helemaal toevallig omdat we ons na de periode van werkend leren wat meer gaan richten op een systeem, en minder op een functie. Een onderwerp is Bedrijfsarchitectuur beschouwen. Met name aan de orde komen Business-, Information-, Information Systems- en Technische architectuur. In deze periode zullen we uitvoerig aandacht besteden aan Mens Machine Interactie. Het meest interessante daarbij zijn de cognitieve processen. De omgeving waarin we een website zullen bouwen in deze periode is een implementatie van de Java 2 Enterprise Edition (J2EE) architectuur. We zullen HTML- en JSP-pagina’s, Servlets en Beans maken. We zullen werken in een omgeving van NetBeans in combinatie met Sybase producten als PowerDesigner en PowerBuilder. Aan bod komen ook de Professionele- en Ontwikkel Competenties (P&OC), XML en netwerken. Alle onderdelen worden gecombineerd in de proftaak. Belangrijkste competenties: Analyseren en (her)ontwerpen de informatiearchitectuur en de systeemarchitectuur. Beoordelen van ICT-ontwikkelingen op relevantie van het (media)domein. Vertalen van specificaties van een bedrijfskundig informatiesysteem naar de daarvoor benodigde ICT-infrastructuur. Hanteren van programmeerparadigma’s, -talen, -methoden –technieken en programmacomponenten. Ontwerpen mens-machine interface. Specificeren en uitvoeren van module- en integratietesten Belangrijkste kennisobjecten: Java to Enterprise Edition: JSP pagina’s, Servlets, Beans, MVC. Bedrijfsarchitectuur: Business-, Information-, Information Systems- en Technische architectuur. XML en netwerken Proftaak: Alle onderdelen worden gecombineerd in de proftaak. We gaan daarbij uit van een uitgewerkte casus met een interne opdrachtgever. die in samenwerking met een bedrijf zal worden uitgevoerd. Individuele opdracht(en): Geen speciale individuele praktijk reflexies. Colleges J2EE Bedrijfsarchitectuur. Netwerken. XML Traingen Bedrijfsarchitectuur. Ontwikkelen J2EE applicaties in NetBeans. XML Netwerken Literatuur HCI: Preece, Rogers, Sharp: “Interaction Design, beyond human-computer interaction” John Wiley &Sons. ISBN 0-471-49278-7 Architectuur: Roel Wagter, Martin van den Berg, Joost Luijpers en Marlies van Steenbergen: “DYA: snelheid en samenhang in business en ICT-architectuur”. SOGETI. ISBN 90-72194-62-4. J2EE: Hans Bergsten: “Java Server Pages”. Third edition. O’Reilly. ISBN 0596005636 XML: Basiscursus XML, Herzien editie Harry Heijkoop, 2005, Academic Service ISBN: 9039522685 (prijs € 19,95) Netwerken: Computernetwerken, een top down benadering, J.F. Kurose, 2003, Amsterdam, ISBN 90-430-0806-0, Pearson Toetsen en assessments Praktijkbeoordelingen van J2EE, netwerken en XML. Mondelinge assessments J2EE Toetsen XML en netwerken Individueel assessment bedrijfsarchitectuur P&OC assessments
115
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VBI7* Periode: 3e kwartaal 3e leerjaar VBI7: De ICT-manager * Onderwijseigenaar: Jean Paul Hagenberg Korte omschrijving: Het bedrijfsmanagement van een business unit (Schade Particulier) van een verzekeringsbedrijf (VIHG) bestaat docenten. Ten behoeve van het bedrijfsmanagement moeten de studenten de huidige inrichting van de ICT-beheerorganisatie evalueren, de uitkomsten daarvan analyseren en aanbevelingen doen voor een betere inrichting. In dit kader dienen ze tevens expliciet aandacht te besteden aan het vigerende informatiebeveiligingsbeleid en de toegepaste beveiligingsmaatregelen. Daarnaast moeten ze een audit uitvoeren m.b.t. de informatievoorziening en de onderliggende processen. Tevens worden ze geacht de bij het bedrijfsmanagement aanwezige informatiebehoefte in kaart te brengen en te komen met concrete voorstellen voor de invoering van Business Intelligence (BI) c.q. managementondersteunende systemen en een financieel meet- en beheersingssysteem. Sommige voorstellen dienen onderbouwd te worden met een zogenaamde “business case”, of te wel bedrijfsmatige onderbouwing, en een bijbehorende kosten-batenanalyse waarbij tevens mogelijke risico’s in kaart worden gebracht. Belangrijkste competenties: ICT-beheer op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Informatiebeveiligingsmaatregelen en het opstellen van een informatiebeveiligingsplan, architectuur beschrijven, verschillende Business Intelligence-systemen kunnen onderscheiden, strategische/financieel-economische informatiebehoefte in kaart brengen. Belangrijkste kennisobjecten: Kwaliteit en Beheer van de IV: Functioneel Beheer (BISL), ApplicatieBeheer (ASL) en Exploitatie van ICT (ITIL) Informatiebeveiling: Verschillende beveiligingsmaatregelen, code voor informatiebeveiliging, Bautz-kubus Management van de IV: de DYA methode van Sogeti, Archimate, de tool Bizzdesign Architect, diverse architectuur frameworks (Zachman, Kruchtens 4+1, Togaf, IAF). Business Intelligence: traditionele management support systemen vs. business intelligence, datawarehousing, decision support systems, executive information systems Financiële meet- en beheersingssystemen: Management Accounting vs. Financial Accounting, Activity Based Costing (Management), total lifecycle costing, Strategiekaarten en Balanced Scorecard, investeringsselectie en kosten-baten analyses. Proftaak Studenten dienen het volgende op te leveren t.b.v. het management van de betreffende business unit: een beslissingsdocument t.b.v. een betere inrichting van de IV-beheerorganisatie, een informatiebeveilingsplan, architectuurbeschrijving, een presentatie t.b.v. een keuze voor een business intelligence systeem en een beslissingsdocument met daarin een ABC-analyse, een mogelijke opzet voor een prestatiemeetsysteem en twee uitgewerkte business cases. Individuele opdracht(en): IOP1 Beheer en Kwaliteit van de IV: Toets IOP2 Informatiebeveiliging: Het verzorgen van een presentatie over een specifieke beveiligingsmaatregel en het opleveren van een daaraan gerelateerd onderzoeksdocument IOP3 Management van de IV: Individuele opdracht IOP4 Business Intelligence: Het uitvoeren van een onderzoek naar een business intelligence systeem in de praktijk FMS Financiële meet- en beheersingssystemen: Toets Inhoud van colleges en trainingen Colleges: Zie onderdeel “Belangrijkste kennisobjecten” Trainingen: Trainingen Managementvaardigheden Onder andere onderhandelen, leiderschapsstijlen en conflicthantering. Trainingen Kosten/baten-analyse In deze trainingen wordt geoefend met het gestructureerd vaststellen van baten die zich bij een wijziging in de bedrijfsprocessen en/of de informatievoorziening kunnen voordoen. Een aantal veelvoorkomende baten passeren de revue en er wordt geoefend met het categoriseren van de verschillende baten. Vanuit de Total Cost of Ownership – benadering wordt de kostenkant van een dergelijke
116
investering benaderd. Ook hier wordt geoefend in het categoriseren van de verschillende kosten en het op overzichtelijke wijze presenteren daarvan als voorbereiding op een mogelijke return on investment-berekening. Trainingen Informatiebeveiliging De trainingen informatiebeveiliging omvatten de presentaties van studenten m.b.t. het paper dat zij over een deelonderwerp hebben geschreven. Elk studentenduo krijgt 15 minuten tijd voor een presentatie en/of discussie. Het paper wordt aan alle overige studenten via Blackboard ter beschikking gesteld en kan basisinformatie vormen voor het informatiebeveiligingsplan dat door elke groep wordt geschreven. Voorgeschreven literatuur: “Informatiebeveiliging onder controle”; P. L. Overbeek, E. Roos Lindgreen; Pearson Education Benelux BV, tweede druk, 2005; ISBN 9043006920 http://www.pearsoneducation.nl “Code voor informatiebeveiliging”; Nederland Normalisatie-instituut; in PDF formaat via Blackboard. “DYA: snelheid en samenhang in business en ICT-architectuur”, Roel Wagter, Martin van den Berg, Joost Luijpers, Marlies van Steenbergen, 3e editie, uitgever: Tutein Nolthenius: http://www.utn.nl, ISBN: 9072194624. Wordt schriftelijk getentamineerd Aanbevolen (niet verplichte) literatuur: ”Informatiekunde voor het HBO, AIV”; Th. Derksen, H. Crins; Academic Service, zesde druk; ISBN 9039512833 http://www.academicservice.nl Tijdens de colleges zal gewezen worden op aanvullende on-line literatuur. “Management accounting”; A.A. Atkinson, R.S. Kaplan, S.M. Young; Pearson Education Benelux, vierde druk, 2006; ISBN 9043011223 http://www.pearsoneducation.nl Wordt schriftelijk getentamineerd
* DBI13 is inhoudelijk gelijk aan VBI7 uitgezonderd de trainingen en het onderdeel Financiële meet- en beheersingssystemen. Dit laatste onderdeel wordt aangeboden in het derde leerjaar DBI10 Implementatie met als omschrijving “cost information systems”.
117
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI8 VI7:Onsluiting informative Systemen: Onderwijseigenaar: Tommy Heunks Korte omschrijving: Veel bedrijven en organisaties hebben meerdere informatiesystemen. Sommige systemen zijn met elkaar gekoppeld, vele echter niet of in gering mate. Denk hierbij niet alleen aan financiële systemen, maar ook verzendlijsten voor klanten, relaties, oud-medewerkers, enzovoort. Vaak zien we problemen als: Men wil meer informatie uit de systemen halen voor de bedrijfsvoering of voor klanten, zowel operationeel als strategisch en de wijze van informatie verschaffing: tegenwoordig zijn hier vele media. Bij het maken van dit soort toepassingen komen de volgende vragen aan de orde: wat is de (software) architectuur van de toepassingen, hoe koppelen we verschillende databases aan verschillende toepassingen, gebruiken we php, asp, corba, html enz, hoe gaat de communicatie naar het consumentenapparaat en hoe wordt deze communicatie verzorgd. Bovendien schenken we in deze periode ook aandacht aan het langste deel van de levenscyclus van elke applicatie: het beheer. En zoals hiervoor al geconstateerd is: Veel bedrijven en organisaties hebben meerdere informatiesystemen, waarmee ze informatie ontsluiten. Het bouwen ervan is één, maar het is ook een behoorlijke uitdaging om ze gedurende (tientallen) jaren in de lucht te houden. Het oogt misschien minder spectaculair dan ontwikkeling, maar in beheer gaat meer tijd en geld om! Reden te meer om dit goed te regelen. Belangrijkste competenties: Ontwerpen van een ICT-architectuur, Analysefen en (her)ontwerpen van de architectuur van een informatiesysteem, bepalen van de hardware en software architectuur. Vertalen van de specificaties van een bedrijfskundig informatiesysteem naar de daarvoor benodigde ICTinfrastructuur. Toepassen van programmeerparadigma’s, -talen, -methoden –technieken en programmacomponenten. Verifieren en valideren van de kwaliteit van de specificaties. Overzien van de gevolgen voor Exploitatie & Beheer van de gemaakte keuzes van het ontwerp. Opstellen van specificaties op voor een software systeem. Belangrijkste kennisobjecten: ICT service management: Basis (vraag/aanbod, ICT voorzieningen, sturing), ITIL, ASL, BISL. Applicaties voor mobiele telefonie: NRG Parlay, MIDlets, IMS, SDS. Software architectuur: Stijlen, RUP, kwaliteit. Proftaak: Ontwerp een systeem dat in staat is dit soort informatie te ontsluiten en wel met behulp van bijvoorbeeld een mobiele telefoon, een PDA, een computer met een internetbrowser enzovoorts. Individuele opdracht(en): Voor ICT service management werken de studenten een casus uit of beschrijven zij een praktijksituatie. Colleges Rode draad, casus, archtectuur theorie en casus, NRG Parlay, P&OC, ICT service management. Traingen NRG Parlay. ICT service management. Architectuur Literatuur Geen aan te schaffen boeken; materiaal wordt electronisch beschikbaar gesteld. Toetsen en assessments RUP + software architectuur. Applicaties met Parlay ICT service management Project
118
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VBI8 Periode: Voltijd: 4e kwartaal De veranderkundige Onderwijseigenaar: Jessica Huls Korte omschrijving: Centraal in deze module staan de thema’s analyse, strategie, innovatie en verandering. De rol waaromheen de onderwijseenheid is georganiseerd is die van de Veranderkundige. De competenties van een veranderkundige BI-er variëren van het begrijpen hoe organisaties zich vanuit interne dynamiek zich op hun context oriënteren. Om tot een daadwerkelijke verandering te kunnen komen moet de BI-veranderaar zich een beeld kunnen vormen van de context van organisaties in samenhang met de inrichting van organisaties (analyse), begrijpen hoe veranderingen in organisaties gestalte krijgen (strategie) en hoe de aanpak verschilt naar de aard van de organisatie (verander management). Omdat de BI-er met name oog heeft voor de dynamiek zoals die voortkomt uit ontwikkelingen in de IT, kunnen deze veranderingen ook innovatie betreffen. Als Bedrijfskundig Informaticus dien je als interne/externe consultant een bijdrage te leveren aan het innoveren en transformeren van bedrijfsprocessen en bedrijven, gericht op het beter bedienen van de klant. Het vervullen van deze rol stelt hoge eisen aan de BI-er, qua kennis, maar vooral ook qua beroepshouding. De eisen die in dit kwartaal aan de BI-er worden gesteld horen bij de beroepspraktijk van de BI-er die zijn omgeving actief helpt veranderen. Dat vraagt niet alleen inzicht in hoe processen werken, maar ook inzicht in hoe mensen daarin opereren en zelfkennis, hoe de BI-er zelf als trekker en duwer aan de verandering gestalte geeft. Om deze reden is de onderwijseenheid verandermanager één van de laatste die de BI-er in de opleiding doet en heel geschikt als voorbereiding voor de allerlaatste fase, die van het afstuderen. Deze onderwijseenheid vormt de basis voor alle uitstroomprofielen binnen de opleiding Bedrijfskundige Informatica. Belangrijkste competenties: • • • • • •
De organisatieadviseur kan de organisatie analyseren, stelt de diagnose en komt tot een advies. Daartoe moet hij of zij beschikken over de volgende competenties: Richt in, zet op en voert uit een adviestraject met betrekking tot strategieontwikkeling Beoordeelt ICT-ontwikkelingen met het oog op innovaties en/of verbeteringen binnen het bedrijfskundig domein. Wint advies in en gaat na of en in welke mate nieuwe ontwikkelingen haalbaar en aanvaardbaar zijn (stoepje: HBO-I 9). Doet voorstellen voor verbetering en innovatie van organisatie en bedrijfsprocessen op basis van ICT-ontwikkelingen en resultaten van bedrijfskundige diagnose. Besteedt aandacht aan informatie-ethische kwesties.
De verandermanager is de persoon die een veranderingstraject in een organisatie kan initiëren en tot een goed einde brengen. Daartoe moet hij of zij beschikken over: Kennis • • •
op het gebied van Verandermanagement: aard van de mens in veranderingstrajecten aard van de organisatie match tussen project en organisatie
Vaardigheid op het gebied van: • coaching en omgaan met mensen in veranderingstrajecten • toepassen van analyse instrumenten op organisaties • opstellen van projectplannen • opstellen van adviesrapportages Attitudes die leiden tot • Mens gericht zijn; nieuwsgierigheid naar wat de mens beweegt • Doelgericht zijn; het beoogde resultaat willen bereiken • Procesgericht zijn; wens om een verandering te kunnen sturen of zelfs controleren • Conceptueel kunnen denken; advies gefundeerd in analyse Vanzelfsprekend staan ook de 6 P&OC-competenties (niveau 3) van BI centraal.
119
De onderwijseenheden: • Strategisch management en IT • Herontwerp bedrijfsprocessen • Organisatie psychologie • Bedrijfs en Informatie-ethiek • Sociotechniek • Management van veranderingsprocessen • Profopdracht verandermanagement Proftaak De studenten leveren aan het eind van de module het volgende op: • Groepsopdracht bestaande uit een productverslag. Het productverslag is het ongevraagd organisatie-advies inclusief een implementatie-advies waarin aangegeven wordt hoe het advies succesvol geïmplementeerd dient te worden in de organisatie. Dus geen projectplan! Het implementatie-advies dient uit de volgende onderdelen te bestaan: wie zijn de betrokkenen, mogelijke weerstanden, hoe met deze weerstanden om te gaan, een kort communicatieplan, geef aan hoe de organisatie het advies dient te implementeren (denk aan te ondernemen acties/stappenplan, trainingen, workshops, voorlichting of overleg is voldoende). • Individuele procesverslag. Ieder student schrijft een procesverslag (2 A-4tjes). In het procesverslag worden 2 verbeterpunten (gerelateerd aan het BI-profiel) gereflecteerd met behulp van de reflectie tools en theorie uit organisatie psychologie. Aan het einde van de module worden zowel het groepswerk als het individuele werk verdedigd aan een commissie. De verdediging zal meegenomen worden in de beoordeling. Zowel de groepsopdracht als het individuele procesverslag moet voldoende zijn. Individuele opdracht(en): Zie profopdracht. • Inhoud van colleges en trainingen: wordt bepaald door de docenten die de onderwijseenheden geven. Voorgeschreven literatuur: Prof opdracht: Aanbevolen Literatuur • P. Kempen en J. Keizer – “De competent afstuderen en stage lopen” (ISBN10: 9001468241 | ISBN13: 9789001468248), derde druk Wolters-Noordhoff B.V. • Hanna Nathans – “Adviseren als tweede beroep”(ISBN10: 9013028802 | ISBN13: 9789013028805), derder druk, Kluwer Bedrijfs en Informatie-Ethiek:: Verplichte literatuur: Wil de ethische expert opstaan? 0.1.6.1 Een nieuwe rol voor bedrijfsethiek Suzan Langenberg & Annette Sillje (red.) Garant, 2005, Isbn: 90-441-1836-6
120
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI9-Media Systemen VI9 - Minor Media Systemen Onderwijseigenaar: Jan Montizaan Korte omschrijving: De minor mediasystemen beslaat 2 perioden: VI9 en VI10. In beide perioden besteed je 10 EC aan minor-specifieke vakken. Dat betekent, dat je daarnaast nog 5 EC per periode dient te besteden aan anderen modulen, te weten keuzevakken (4 EC per periode) en Extra-CurriculaireActiviteiten (1 EC per periode). In periode VI9 - Media Systemen gaan we in op het creatieve aspect van mediaystemen. Het gaat daarbij om: welke informatie wil je overbrengen, hoe doe je dat, hoe kun je onderscheidend zijn t.o.v. anderen, welke uitstraling geef je je informatie mee, etc. Dat resulteert in een kort filmpje, waarin je je 'eigen universum' weet te creëren en in een protoype van een vernieuwend MediaMagazine op DVD. Belangrijkste competenties: 1. Stelt een concept op voor een multimedia-toepassing. Volgt de ontwikkelingen op het gebied van media en weet het concept op waarde te beoordelen. 2. Maakt een proof-of-concept van een multimedia magazine met moderne technieken en tools. 3. Weet dit prototype op professionele en pakkende wijze middels een ‘pitch’ onder de aandacht te brengen. 4. Heeft inzicht in de kracht van beeld en in de manieren, waarop je dit kunt inzetten om een boodschap over te dragen. Daarbij rekening houdend met de wijze, waarop je de informatie wilt laten overkomen. Belangrijkste kennisobjecten: • Basistechnieken voor het maken van een film. Idee, storyboard, draaiboek, montage. • Theoretische en technische aspecten van beeld en geluid, waaronder digitalisering en compressie. • Het komen tot een concept met daarin o.a. aandacht voor onderwerp, doelgroep, uitstraling, meerwaarde, concurrentie, sfeerbladen • Toepassen van Flash en XML. Proftaak: • Je maakt een multimedia magazine; zowel concept als prototype. • Individueel maakt elke student ook een korte pakkende film over een onderwerp, dat hem/haar raakt. Individuele opdracht(en): Er vinden geen IPR activiteiten plaats . Colleges • Geen colleges Traingen • Training Flash • Training media technologie • Training film en montage • Training concept opstellen Literatuur • geen Toetsen en assessments • Opstellen en presenteren van een concept (1 ec) (code: IMINMULMAGVI9-07) • Maken van een prototype voor een multimedia magazine en houden van een ‘pitch’ (4 ec) (code: IMINMULMAGVI9-07) • Toets media technieken (1 ec) (code: IMINMEDCREVI9-07) • Creatie van een film (4 ec) (code: IMINMEDCREVI9-07) • Keuzevak (4 ec) (code: IMINVRYKEUVI9-07) • ECA (1 ec)
121
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI9 VI9: Minor Software Engineering: onderdeel Design Patterns Onderwijseigenaar: Ad Voesenek Korte omschrijving: Je bent een beginnende software engineer en sinds kort werkzaam bijeen bedrijf In deze periode gaan we dieper in op het oplossen van ontwerpproblemen met behulp van van design patterns. We gaan er van uit dat je voldoende kennis en vaardigheid hebt in het uitvoeren van een object georiënteerd analyse en het opzetten van een relevante architectuur. Je leert hoe je vanuit het system design achtereenvolgens de ontwerpproblemen onderkent, voor elk probleem een adequate oplossing vindt en die oplossing vervolgens ook programmeert, test en oplevert. Belangrijkste competenties: Kan in een eenvoudig SE-project al de onderstaande onderdelen uitvoeren. • Kan op basis van specificaties een ontwerp maken van een te bouwen interactief informatiesysteem • Kan ontwerp problemen oplossingen en implementeren met behulp van design patterns • Kan de technische specificatie van belangrijke operaties van klassen met behulp van OCL omschrijven • Kan een interactief software architectuur als MVC ontwerpen • Kan een grafische component correct implementeren. • Kan OCL correct verwerkten in Junit testen. • Kan voor de bovenstaande doelstellingen een casetool in voldoende mate en correct toepassen. Belangrijkste kennisobjecten: Het maken van een projectplan is geheel de verantwoordelijkheid van de profgroep. In de “Ontwerpen met design patterns” cyclus leer je specifieke ontwerpproblemen op te lossen met design patterns. Natuurlijk wil je ook weten hoe je zo’n design pattern moet programmeren. Daarvoor is de lessencyclus “Programmeren van design patterns”. In deze laatste cyclus leer je ook een nieuwe specificatietechniek (OCL) en een techniek om het ontwikkelen van unittesten te automatiseren (JUnit). Proftaak: Om deze onderwerpen te kunnen oefenen hebben we gekozen voor het ontwikkelen van een applicatie waar veel interactie met verschillende hardware componenten in zit. Je ontwikkelt een applicatie waarmee een wandelaar mbv een gps-ontvanger een tevoren gedefinieerde route gaat lopen. Tijdens de wandeling zal de wandelaar gewezen worden op een aantal bezienswaardigheden. Individuele opdracht(en): Ofschoon er geen individuele opdracht is,wordt er verwacht dat iedereen een of meer design patterns in deze applicatie ontwikkelt. Colleges Geen Trainingen Gedurende 7 weken zal er elke week met enkele design patterns geoefend worden. Literatuur • “Bernd Bruegge, Allen H. Dutoit, Object-oriented software engineering, Prentice Hall •
Design Patterns “Head First Methode” ,Eric Freeman, Academic Service
Toetsing Groepsbeoordeling • Het aangepaste Analyse document wordt als groepsproduct beoordeeld. • Het System Design document wordt als groepsproduct beoordeeld Individuele beoordeling • Je presenteert van jouw onderdeel het object design van de design patterns die jij opgenomen hebt in het ontwerp en in de code.
122
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI9 VI9: Minor Software Engineering: onderdeel Abstracte Datatypen Onderwijseigenaar: Ad Voesenek Korte omschrijving: Deze module is een voortzetting van het programmeren zoals dat in het eerste en het tweede studiejaar is behandeld. Aan de orde komen allerlei standaard datastructuren zoals stacks, queues, lijsten en bomen. Deze datastructuren komen in vele programma’s voor. Het is daarom nodig dat jij over een gedegen kennis van deze datastructuren beschikt. Belangrijkste competenties: • alle constructies van de taal Java begrijpen en toepassen; • abstracte datastructuren toepassen in praktische situaties; • een stack en queue implementeren m.b.v. een gelinkte structuur; • een verbonden lijst implementeren; • een binaire (zoek)boom implementeren; • Generieke typen begrijpen en kunnen toepassen in het Collection framework • gebruiken van datastructuren uit het Collections Framework: List, HashMap, TreeMap, TreeSet, HashSet; • gebruiken van algoritmen uit het Collections Framework: Collections en Arrays. Belangrijkste kennisobjecten: De nadruk in deze module ligt op het kiezen van het juiste algoritme en/of datastructuur als bestaande component uit het Collections Framework gegeven een bepaalde context. De datastructuren lijst en boom worden tot op Java statement behandeld. Om dit te kunnen behandelen zal de kennis van de programmeertaal Java verder worden uitgebreid (o.a. recursie). Proftaak: nvt Individuele opdracht(en): nvt Colleges nvt Trainingen • Training voor ADS Literatuur • “Gertjan Laan, Datastructuren in Java 2e druk(!), Academic Service Toetsing: De beoordeling geschiedt aan de hand van een praktijktoets van 200 minuten. Daarnaast zullen programmeeropdrachten in tweetallen moeten worden ingeleverd. Indien niet alle programmeeropdrachten op tijd ingeleverd zijn moet er naast de reguliere opgaven een herkansingsopdracht gemaakt worden. Het eindcijfer wordt voor 1/3 bepaald door het cijfer van de in te leveren programmeeropgaven en voor 2/3 bepaald door het cijfer van de praktijktoets. Er wordt pas een eindcijfer bepaald als het cijfer van de praktijktoets >=4.0 is.
123
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VBI9 en VBI10 Periode: 1e en 2e kwartaal 4e leerjaar VBI9 en VBI10: Minor Innovatie: Onderzoek en Advies Onderwijseigenaar: Jessica Huls Korte omschrijving: Het centrale thema van deze minor heeft betrekking op technologie en innovatie en de mogelijkheden van innovatie om verbeteringen in de bedrijfsvoering van organisaties door te voeren. Innovatie of vernieuwing is het invoeren van nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen. Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait om dingen op een nieuwe (en zo mogelijk ook betere) manier aan te pakken. Naast innovatie staat het opzetten en uitvoeren van een onderzoek in deze minor centraal. Door middel van het uitvoeren van een onderzoek kan een professional zich verdiepen in een onderwerp en/of probleemstelling. Afhankelijk van het doel van het uit te voeren onderzoek zijn er verschillende soorten onderzoek. In het kader van deze minor zullen we ons voornamelijk beperken tot het uitvoeren van een beschrijvend en/of exploratief onderzoek. Door uit te gaan van een concrete bedrijfscasus zal het uit te voeren onderzoek zich kunnen richten op de (on)mogelijkheden van innovatie om verbeteringen in de bedrijfsvoering van een organisatie door te voeren en/of een oplossing te bieden voor een reeds aanwezig probleem. Gekoppeld aan het opzetten en uitvoeren van een onderzoek, staat de acceptatie en betrokkenheid van de mens bij de inrichting en uitvoering van veranderprocessen centraal. Deze mensgerichte benadering komt tot uiting op meerdere niveaus: van het topmanagement van organisaties tot de werkvloer en van maatschappelijke veranderprocessen tot individuele loopbaan- en ontwikkeltrajecten. In deze module is er voor gekozen om dit laatste niveau en het groepsproces als uitgangspunt te hanteren en aldus een aantal Onderzoeks- en adviescompetenties centraal te stellen. Hierbij kan men denken aan adviesvaardigheden, presenteren, analyseren, oordeelsvorming, interviewen en innovatief ondernemen. Belangrijkste competenties: Innovaties benoemen, categoriseren en analyseren, uitvoeren van onderzoek met behulp van een onderzoeksontwerp, creativiteit, samenwerken en time management. Belangrijkste kennisobjecten: Technologie en innovatie: strategy and technology mapping, intra organizational ecology of strategy, creating capablilities, managing teams, induced and autonomous strategic process Onderzoek en advies: Onderzoeksontwerp, conceptueel ontwerp, technisch ontwerp, onderzoeksdoelstelling, -model, -vraagstelling, -strategie, -materiaal, -planning Simulatie en scenarioplanning: Discrete-event simulation, continuous simulation, Monte Carlo simulation, hybrid simulation, simulatiemodellen, iconische, analoge en symbolische modellen, endogene en exogene elementen, modelbouw, systeemtheorie, Ithink-modellering, scenarioplanning Internationalisering: functional distance, the information revolution, New Keynesian, Monetarists, history of economic thought, market place theories, economic clusters, history of globalization, global, national and corporate governance, global cultural diversity and cross cultural management Datacommunicatienetwerken: OSI-model, toepassingslaag, sockets, HTTP, FTP, DNS, DHCP, ethereal, IP-stack, transportlaag, TCP/UDP, netwerklaag, IP-adressering, datalinklaag, ARP, hubs, bridges, switches, WIFI Marketing en E-business Total Quality Mangement: Kwaliteit is een kameleolontisch begrip; iedereen gebruikt het en tevens geeft eenieder er zijn eigen betekenis aan. Er wordt gestart met een stukbegripsbepaling, waarna verder wordt geborduurd op de wijze lessen van de kwaliteits Gurus. Tools en methodieken behorende tot het vakgebied worden behandeld en er wordt ingegaan op de gevolgen van kwaliteitsprijzen en systeemcertificatie. Marketing en E-business: E-business is niet meer weg te denken uit onze hedendaagse maatschappij. De OWE heeft een exploratief karakter waar bij we de ontwikkelingen op het vakgebied onder de loep nemen en kijken welke opportunities het organisaties kan verschaffen. Enterprise architectuur: de DYA methode van Sogeti, Archimate, de tool Bizzdesign Architect, diverse architectuur frameworks (Zachman, Kruchtens 4+1, Togaf, IAF).. Proftaak (geldt alleen voor het voltijd programma) het doen van onderzoek naar de actuele toepassingen (introspectie) het eventueel afstemmen en voorbereiden met instituten (universiteiten) en bedrijven van die
124
bekend zijn met de toepassing het voorbereiden, opzetten, inrichten en testen van de resultaten of toepassingen in een workshop, digitale expositie, publicatie, of andere promotievorm. Eventueel: o het samenstellen van het informatiemateriaal o Het verzorgen van de nodige, passende publiciteit o Het verzorgen van de workshop aan (externe) genodigden. Het samenstellen van een onderzoeksrapport Aanwezigheid trainingen en assessment inzake het doorlopen groepsproces Opdrachten Enterprise architectuur:Het architectuurdenken is in Nederland, maar ook wereldwijd, vooralsnog voorbehouden aan Universiteiten en grote organisaties. Met name overheid en semieoverheidsorganisaties, b.v. belastingdienst en UWV, maar ook grote bedrijven, alle banken, verzekeringsbedrijven en grote productiebedrijven, houden zich bezig met Enterprise architectuur. Kies een van de stagebedrijven van deelnemers uit de profgroep en ontwikkel voor dit bedrijf de enterprise architectuur volgens de DYA-methode (strategische dialoog, business case, architectuur services, etc.). Een van de architectuurservices daarbij is het middels archimateschema’s in beeld te brengen en voor zover mogelijk een advies te geven m.b.t. de toekomstige invulling van deze architectuur. Tot slot is er nog een toets. Simulatie- en scenarioplanning: Presentatie praktijkvoorbeeld simulatie, bouwen simulatie model m.b.v. Ithink, toets Internationalisering: Opdracht Datacommunicatienetwerken: Samenstellen logboek van uitgevoerde handelingen in het kader van een IT-practicum Inhoud van colleges en trainingen Colleges: Zie onderdeel “Belangrijkste kennisobjecten” Trainingen: -
Trainingen presenteren, samenwerken, organiseren workshop en time management Voorgeschreven literatuur: Trends in IT, P. Noordam en A. van der Vlist, 2006/2007 Paperback | 194 Pagina's | Sdu Uitgevers ISBN10: 9012114896 | ISBN13: 9789012114899 Strategic Management of Technological Innovation, (SMTI) Meslissa A. Schilling, Paperback | 304 Pagina's | McGraw-Hill Education - Europe | New title ISBN10: 0072942983 | ISBN13: 9780072942989 Over Innovatie, artikelen van Harvard Business Review Paperback | 162 Pagina's | Uitgeverij Thema ISBN10: 9058710831 | ISBN13: 9789058710833 Worden digitaal beschikbaar gesteld en op website: http://www.businessmodeldesign.com/business-model-research.html http://www.e3value.com/ Alexander Osterwalder (2004) The Business Model Ontology - a proposition in a design science approach, PhD Dissertation, University of Lausanne, Switzerland (pdf) (3mb) Alexander Osterwalder, Yves Pigneur & Christopher Tucci (2005) Clarifying Business Models: Origins, present and Future of the Concept, CAIS (preprint) Jaap Gordijn. E3value in a Nutshell. Technical report, HEC University Lausanne, 2002. PDF Abstract. Jaap Gordijn. Value-based requirements Engineering: Felix Janszen, Innovatief Ondernemerschap en Innovatiemanagement, Inpaqt, Rotterdam 2005. pdf file Reader Triz Reader SIT
125
Piet Verschuren, Hans Doorewaard. Het ontwerpen van een onderzoek, Boom, Lemma. 2007 ISBN 978 90 593 1496 2 Nel Verhoeven. Wat is onderzoek ? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. ISBN 978 90 473 0001 4 Licentie Hogeschooltaal. Basis- en beroepsvaardigheden schriftelijke taalvaardigheid. Via Academie Global Organizational Networks by Jelle Alkema 2007 Chapter two: “Global organizational Patterns” Reader Globalization November 2006 Mondialisering, door Lou Keune Globalization as a theme in Organizational Science, by Jelle Alkema 0.1.6.1.1.1
Globalisering, kans of bedreiging, door Jan peter Balkenende
Rethinking American Management Strategies by Stephen Kelly Professional culture in education in a consumer market, by Jelle P. Alkema Hofstede's Model of National Cultural Differences and Their Consequences by Dr. Brendan McSweeney On competition by Porter Computernetwerken, 3e druk / 2005, James F. Kurose, Keith W. Ross, ISBN 9043009865, Pearson education
126
Minor Kennis- en Contentmanagement (KCM) Periode: 1e en 2e kwartaal 4e leerjaar BI (VBI-9 en VBI-10) Onderwijseigenaar: Marga Jacobs Korte omschrijving: In de minor Kennis- en contentmanagement worden de competenties van studenten op het gebied van kennis, content en documentmanagement verdiept. Dat betekent dat ze op deze gebieden systemen inrichten, praten met opdrachtgevers en adviseren over de beheersaspecten en uitbouwmogelijkheden. De nadruk ligt daarbij op de bedrijfsprocessen (vooral bij de DMS) en op de manieren waarop informatie toegankelijk gemaakt kan worden. Deze competenties worden verdiept en taxonomiebouw en ontologien komen daarbij aan de orde. Om niet alleen zoekmogelijkheden als bouwer te leren kennen wordt ook gewerkt aan de verdieping van de vaardigheden op het gebied van information retrieval in geavanceerde databases en de rapportage hierover. In de minor wordt onderwijskundig een brug geslagen naar het afstuderen. Dat betekent dat de studenten steeds verder gaand zelfstandig de opdrachten in overleg met de opdrachtgevers concretiseren en zelf bepalen welke aanpak ze kiezen voor de realisatie. Zoveel mogelijk wordt in deze periode aan echte opdrachten uit de praktijk gewerkt of worden daaraan bijdrages geleverd. Het beleidsmatig een eigen visie kunnen ontwikkelen en formuleren ondersteund met vakken op het gebied van trendsanalyse en collectiebeleid. Daarbij worden artikelen geschreven om ook de communicatieve vaardigheden richting doelgroepen buiten de ict-sector te vergroten. Belangrijkste competenties: Onderzoeken gespecialiseerde informatiebronnen, argumenteren, adviseren, bouwen taxonomie, kennis op het gebied van kennismanagement, documentmanagement, uitvoeren interviews en verwerken van de resultaten, analyse van de informatie (content) en de informatiebehoefte, implementeren van inhoudelijke ontsluitingssystemen, trendsanalyse en schrijven voor een groter publiek. Belangrijkste kennisobjecten: Onderzoek: Interviewen opdrachtgever, literatuuronderzoek Informatieanalyse: Analyseren en selecteren uit gespecialiseerde bronnen, digitale collectievorming. Informatie ontsluiten: Taxonomie bouwen en trefwoorden toepassen. P&OC's: Schriftelijke communicatie (schrijven artikelen), adviseren, presenteren. Beleid: Kennismanagement, trendsanalyse. Informatiekunde: Contentmanagement en documentmanagement inrichten, information retrieval Bedrijfsprocessen: Bedrijfsprocessen in workflow vertalen voor het DMS. ICT: Content Management Systeem, Wiki en Document Management Systeem (allen open source). Proftaken De groepsopdrachten van de minor betreffen het inrichten van een wiki en een Content Management Systeem. Bij de wiki hoort ook het maken van een communicatieplan en bij de CMS een advies over het beheer. Individuele opdrachten − De minor kent een veelheid aan kleine individuele opdrachten die in de vorm van portfolio’s worden opgeleverd. − Daarnaast zijn er twee grotere individuele opdrachten: een gespecialiseerd bronnenonderzoek en het inrichten van een workflow in een DMS. Inhoud van colleges en trainingen Informatiebronnen (werkcolleges) Over gespecialiseerde databases met veel verschillende soorten informatie en manieren om informatie toegankelijk te maken. DMS (colleges en practica) Over het inrichten van Document Managementsystemen en het ontwerpen van een workflow daarbinnen. Trends in documentaire informatie (werkcollege) Over het analyseren van trends en ondersteuning bij het schrijven van artikelen daarover. Collectievorming en collectiebeleid Over digitale collectievorming, serials crisis, wetenschappelijke informatievoorziening, gebruikersonderzoek en information literacy.
127
Taxonomiebouw Verdiepen kennis classificatie, bouwen taxonomie. Kennismanagement Kennismanagement met nadruk op het managen van de tacit kennis en over kenniskaarten en concept maps, mogelijkheden ontologie. CMS (werkcollege en practica) Open source CMS inrichten met de nadruk op de terugvindbaarheid van de informatie Voorgeschreven literatuur Mathieu Weggeman, Kennismanagement: de praktijk / druk 1 Hardcover | 243 Pagina's | Scriptum ISBN10: 9055941808 | ISBN13: 9789055941803 Peter Noordam, Aart van der Vlist & Barry Derksen: Trends in IT 2008/2009 / druk 1 Op tijd investeren in de juiste technologie 2008; 256 Pagina's ISBN13: 9789080905146 Verder artikelen op de uiteenlopende gebieden. Toetsen (totaal 30 ECTS)
ECTS
Gespecialiseerd bronnenonderzoek
individueel
2
Praktijkopdracht Documentaire Informatie
groep
4
Informatie zoekopdracht en rapportage
individueel
2
Collectievorming en -beleid
individueel
2
Praktijkopdracht Informatiebronnen
groepsopdracht
4
Trends in documentaire informatie
individueel
2
Kennismanagement
individueel
4
Praktijkopdracht contentmanagement 1
individueel
4
Praktijkopdracht contentmanagement 2
groepsopdracht
4
Kennistransfer 1
individueel
1
Kennistransfer 2
individueel
1
128
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI10-Media Systemen VI10 - Minor Media Systemen Onderwijseigenaar: Jan Montizaan Korte omschrijving: De minor mediasystemen beslaat 2 perioden: VI9 en VI10. In beide perioden besteed je 10 EC aan minor-specifieke vakken. Dat betekent, dat je daarnaast nog 5 EC per periode dient te besteden aan anderen modulen, te weten keuzevakken (4 EC per periode) en Extra-CurriculaireActiviteiten (1 EC per periode). In periode VI10-MedSys komt het systeem aan de orde. Bij media-systemen zal de informatie en de assets (foto, film, geluid, tekst, ..) vaak op meerder servers zijn opgeslagen. Je krijgt dan te maken met een gedistribueerd systeem. Videofilmpjes en geluid worden veelal aangeboden als stream. Je bouwt dan ook in een groep een multimedia uitgeversysteem waarin beide aspecten aanwezig zijn. De media-wereld verandert snel. Je moet dus bijblijven. Daarom voer je een kort onderzoek uit, naar een up-to-date en media-gerelateerd onderwerp. Dat resulteert dan in een werkend proof-ofconcept, waarin je de mogelijkheden van het idee laat zien. Belangrijkste competenties: 5. Heeft kennis van ICT-ontwikkelingen in het media-domein en weet deze toe te passen. 6. Selecteert en past methoden voor softwareontwikkeling toe 7. Ontwerpt en bouwt een software systeem voor het overdragen van multimediale informatie 8. Ontwerpt een mens-machine interface 9. Selecteert geschikte ontwikkelings hulpmiddelen en –standaarden voor systeem ontwikkeling 10. Bepaalt de hardware en software architectuur (incl. de technische infrastructuur) Belangrijkste kennisobjecten: • Streaming; server opzetten, protocollen, netwerk • Gedistribueerde applicatie met webservices; SOAP • Toepassen nieuwe techniek; variërend: mobile devices, J2ME, Flex, etc. • Gezamenlijk in groepen bouwen van een complex systeem. Proftaak: • Je bouwt in een groep een complex uitgeverij-systeem, dat gebruik kan maken van systemen van andere groepen. Hierbij worden webservices en streaming toegepast. Het geheel wordt geplaatst in de context van een fictief bedrijf. • Je voert individueel een ‘onderzoek’ uit naar een moderne (nieuwe media) techniek en past deze toe in een werkend prototype. Individuele opdracht(en): Er vinden geen IPR activiteiten plaats . Colleges • Geen colleges Traingen • Training gedistribueerde systemen; m.n. webservices met SOAP • Training streaming; opzetten van een server, theorie van bijbehorende netwerkprotocollen, monitoring van netwerkverkeer • Verder zijn er voortgangsbijeenkomsten in het kader van je groepsopdracht en je individuele onderzoeksopdracht m.b.t. nieuwe media. Literatuur • Netwerken, een top-down benadering van Kurose en Ross. Daaruit hoofdstuk 7: Multimedianetwerken. (Is reeds aangeschaft in een vorige periode.) Toetsen en assessments • Streaming; theorietoets (multiple-choice) en praktijkopdrachten. (2 ec) (code: IMINSTREAVI10-07) • Gedistribueerde Systemen; individuele beoordeling van practicum-opdracht. (2 ec) (code: IMINGESYSVI10-07) • Project uitgeverij: Groeps-assessment op basis van opgeleverde producten. (4 ec) (code: IMINPRUITVI10-07) • Onderzoek nieuwe media: Individuele beoordeling op basis van opgeleverde prototype met bijbehorende documentatie. (2 ec) (code: IMINONNIMVI10-07) • Keuzevak (4 ec) (code: IMINVRYKEVI10-0) • ECA (1 ec)
129
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: VI10 VI10: Minor Software Engineering: Re-engineering en WebServices Onderwijseigenaar: Ad Voesenek Korte omschrijving: In de meeste perioden kreeg je de opdracht om een compleet nieuwe systeem te ontwikkelen. In de praktijk is dat meestal niet het geval. Er zijn veel zogenaamde legacy systemen. In deze periode ga je een bestaand systeem re-engineeren en aanpassen zodat het weer bruikbaar wordt in een omgeving waarin je niet om netwerken heen kunt. Belangrijkste competenties: • Kan de kwaliteit van een te re-engineeren systeem vaststellen. • kan mbv een case-tool de audit op een eenvoudig bestaand informatiesysteem uitvoeren en gebruiken voor de re-engineering • kan mbv een case-tool de software metrieken van een bestaand informatiesysteem en gebruiken voor de re-engineering • kan testcases opstellen en toepassen voor onderdelen van een eenvoudig informatiesysteem • kan een case-tool gebruiken om re-engineering en re-factoring te ondersteunen op onderdelen van een eenvoudig informatiesysteem • kan een webservice ontwikkelen voor een lagenarchitectuur • kan een webservice in een SOA geschikt maken voor een ESB (Enterprise Service Bus ) • kan de verschillende webservices integreren tot een nieuwe dienst. • Kan een onderzoek verrichten naar de specifieke security voor een bepaalde webservice Belangrijkste kennisobjecten: Er zal een informatiesysteem geanalyseerd worden mbv audit en metrieken. Vanuit bestaande code zal er re-engineering worden toegepast waarbij zowel structuur, denk aan een SOA (Software Oriented Architecture), als ook enkele relevante webservices aan de orde komen. Vervolgens wordt er middels het aangepaste model met behulp van forward-engineering code opgeleverd waarin m.b.v de webservices een nieuwe dienst gerealiseerd wordt. De nieuwe dienst zal gebruik maken van een ESB (Enterprise ServiceBus). Voor het ontwerpen en programmeren maak je gebruik van de Oracle SOA Suite. Deze ontwikkelomgeving ga je in de voorbereiding zelf inrichten Proftaak: In het tweede leerjaar is er een informatiesysteem voor MCZ, Medisch Centrum Zorgzaam, ontwikkeld. In dit informatiesysteem werden afspraken voor huisartsen, tandartsen fysiotherapeuten etc. gemaakt. Er zijn heel veel informatiestromen in MCZ. Natuurlijk is het ook handig als MCZ kan communiceren met, en diensten kan afnemen van andere organisaties zoals ziekenhuizen. Allereerst ga je bestaande systeem analyseren en verbeteren. Daarna ga je bekijken hoe dit systeem d.m.v. webservices voor de buitenwereld diensten kunt laten verrichten. Als laatste stap ga je een nieuwe applicatie ontwikkelen waarin verschillende webservices gecombineerd worden tot een nieuwe dienst. Individuele opdracht(en): • nvt Colleges • Er worden enkele gasten uitgenodigd om hun visie op SOA te geven Trainingen • De student werkt zo veel mogelijk met het studiemateriaal van Oracl SOA Suite Literatuur • Understanding SOA with Web Services Uitgeverij Addison Wesley/ Peachpit • The Definitive Guide to SOA: BEA AquaLogic Service Bus, Apress, • Object-oriented software engineering, Bernd Bruegge, Allen H. Dutoit, Prentice Hall, Toetsing en assessments Groepsassessment Het groepsresultaat van de proftaak wordt opgeleverd en gepresenteerd. Individueel assessment De individuele kennis en vaardigheid worden in een individueel assessment aangetoond. Zowel de groepsresultaten als de individuele resultaten moeten voldoen aan de normen en criteria die tevoren worden medegedeeld. Gebieden die beoordeeld worden 1. De re-engineering en refactoring van het oude systeem (MCZ)
130
2. Verbetering van het systeem. De reparaties van de essentiële gerepareerde documenten, modellen en programma’s 3. Het systeem wordt voorzien van de juiste testcases, zodat er weer verder kan worden ontwikkeld. De softwareontwikkeling is zo ingericht dat forward engineering met continue integratie mogelijk is. 4. Het bestaande systeem wordt op een juiste manier uitgebreid met webservices 5. De webservices worden geïntegreerd d.m.v. een ESB. 6. Speciale aandacht voor de security van de webservice 7. Het aanbieden van een nieuwe dienst. 8. Het geheel wordt ontwikkeld volgens een passende ontwikkelmethode
131
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: D-I-1 D-I-1: Aspirant Software Engineer; Deeltijd: Onderwijseigenaar: Ad Voesenek Korte omschrijving: Je bent een beginnende software engineer en sinds kort werkzaam bij het bedrijf Safe4U, een bedrijf dat beveiliging- en bewakingssystemen bouwt. Het bedrijf vraagt jou een parkeersysteem te ontwerpen dat door andere ontwikkelaars geprogrammeerd zou kunnen worden. In deze casus maak je kennis met al de aspecten van een aspirant software engineer zoals: projectmatig werken, analyseren wat er gemaakt moet worden en bedenken hoe het gemaakt moet worden. Dit alles moet met behulp van een casetool achter een tekentafel gedocumenteerd worden Belangrijkste competenties: Je maakt een plan van aanpak voor een software ontwikkelingstraject. Je voert een software engineeringtraject uit volgens een plan van aanpak. Gedurende dat traject voer je een objectgeoriënteerde analyse uit van een eenvoudig informatiesysteem met technische aspecten en je gebruikt hierbij een case-tool. Je maakt een ontwerp op basis van de analyse. Je reflecteert regelmatig op je eigen professioneel functioneren. Je werkt samen, communiceert, analyseert, oordeelt, en handelt omgevingsbewust. Belangrijkste kennisobjecten: Je start met de planning van alle rollen, tussenproducten en activiteiten. Door middel van het Plan van Aanpak toont de projectgroep aan dat zij de uit te voeren werkzaamheden goed in kaart heeft gebracht. Uit dit Plan maak je voor jezelf een individuele planning. In de analyse fase worden de eisen van het parkeersysteem in het Requirements Analysis Document verzameld. In het System Design Document wordt het systeem opgedeeld in kleinere eenheden met ieder hun eigen taak. In het Object Design Document ontwikkel je in tweetallen een subsysteem. De kleine eenheden worden zo ver uitgewerkt dat ze geprogrammeerd kunnen worden Als voorstudie voor het analyseren en ontwerpen verricht jet een individuele studie naar de vraag “wat is object georiënteerd programmeren?”. Proftaak: De opdrachtgever vraagt jou om methoden, technieken en tools te ontwikkelen om de software, op basis van een ontwerpspecificatie elders te laten bouwen. We gaan voor de eerste keer dit traject uitvoeren op basis van een standaard parkeersysteem Individuele opdracht(en): Individueel projectplan Een studie naar: “Wat is object georiënteerd programmeren?” Colleges Training voor systeemontwikkelingstechniek UML Gesprekken met de Senior over de producten die je hebt gemaakt Gesprekken met de studieloopbaanbegeleider over projectmatig werken, Traingen Training voor systeemontwikkelingstechniek UML Literatuur “Object-Oriented Software Engineering”, using UML, Patterns, and Java door Bernd Bruegge en Allen H. Dutoit, “Programmeren in Java met BlueJ”,: David Barnes, Michael Kölling “Projectmanagement. Projectmatig werken in de praktijk.” Roel Grit, Toetsen: producten De groepsproducten(4) die tijdens de ontwikkeling ontstaan. De individuele producten (2) als resultaat van de individuele opdrachten Toets: Kennis en vaardigheid UML toets (individueel) De modelleercompetenties worden getoetst d.m.v. een theorie en vaardigheidstoets.
132
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI1 DBI1: Organisatiekunde en Economie periode 1; Deeltijd: Onderwijseigenaar: Paul Mennens Docenten: Jessica Hulst (economie) en Paul Mennens (organisatiekunde) Korte omschrijving: Economie. De theorie bestaat uit de onderdelen: Eindbalans, winst- en verliesrekening en liquiditeitsoverzicht; Vaste en variabele kosten, integrale kosprijsmethode; Voor- en nacalculatie en verschillenanalyse; Directe en indirecte kosten, direct costing en absorbtion costing. Het onderdeel Bedrijfseconomie/bedrijfsadministratie wordt op hoofdlijnen behandeld in zeven colleges. Iedere week vindt er een college van 4 lesuren plaats waarin de rode draad aangegeven wordt. Tijdens het college zullen extra opdrachten uitgereikt worden. Via het AIMweb worden oefeningen en opdrachten gepubliceerd, waarmee de lesstof wordt verbreed en verdiept. Organisatiekunde. Middels behandeling van de theorie krijgt de student kennis van en inzicht in de relatie tussen organisaties en hun omgeving. De theorie bestaat uit de onderdelen: Enkele belangrijke denkrichtingen en persoonlijkheden uit de geschiedenis van de organisatiekunde; Partijen en omgevingsfactoren die invloed uitoefenen op organisaties; Het proces van strategisch management en de diverse omgevings- en organisatieanalyse instrumenten. De student heeft inzicht in recente benaderingen van Strategisch Management; De student kan verschillende typen bedrijfsprocessen benoemen. De student heeft inzicht in, zowel de wijze waarop bedrijfsprocessen worden beheerst, als de relatie tussen bedrijfsprocessen en toegevoegde waarde; Mintzberg en de opbouw en werking van zijn configuraties. Communicatie- en Overlegstructuren; De student heeft kennis van en inzicht in het effectiviteitstreven van organisaties en aspecten van organisatiecultuur, en het werken in teams. Belangrijkste competenties: Zie omschrijving. Belangrijkste kennisobjecten: Zie omschrijving. Proftaak: n.v.t. Individuele opdracht(en): Economie. Het onderdeel Bedrijfseconomie/bedrijfsadministratie wordt afgesloten door middel van een schriftelijke toets van 100 minuten. Deze BEC/BAD-toets heeft betrekking op bovenstaande literatuur en zal worden herkanst aan het eind van het volgend kwartaal in onderwijsweek 10. Organisatiekunde. Maken van een Paper over de theorie in de praktijksituatie van de student dan wel van de case De Opbouw, waarbij tevens een aantal theorievragen moeten zijn beantwoord. De paper moet zijn ingeleverd in week 9. Colleges Economie. Het onderdeel Bedrijfseconomie/bedrijfsadministratie wordt op hoofdlijnen behandeld in zeven colleges. Iedere week vindt er een college van 4 lesuren plaats waarin de rode draad aangegeven wordt. Tijdens het college zullen extra opdrachten uitgereikt worden. Via BlackBoard worden oefeningen en opdrachten gepubliceerd, waarmee de lesstof wordt verbreed en verdiept. Organisatiekunde. Het onderdeel organisatiekunde wordt in acht colleges van 3 lesuren behandeld. Via Blackboard wordt de theorie gepubliceerd (sheets en readers). Traingen n.v.t. Literatuur Economie.
133
Bedrijfseconomische grondbeginselen praktisch toegepast (T.P.M. Welten, J.M.M.J. Clerx) Wolters Noordhoff, 4e druk, 2001 ISBN 90 01 81831 5 Organisatiekunde: Titel: Een praktijkgerichte benadering van organisatie & management Auteur: Van Dam & Marcus Uitgever: Wolters Noordhoff ISBN: 90 01 21027 9 nieuwe druk 6: 9789001766658 Titel: Auteur: Uitgever: ISBN:
De Opbouw Bedrijfseconomisch en andere aspecten van een steenfabriek Broere & Dijksma Wolters Noordhoff 90 01 16806 X
Toetsen en assessments Economie: schriftelijk tentamen. Organisatiekunde: paper
134
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: D-I-2 D-I-2: Aspirant Software Ontwikkelaar Onderwijseigenaar: Paul de Mast Korte omschrijving: In de voorgaande periode heb je technieken aangeleerd m.b.t. software engineering. Door het opstellen van een RAD, SDD en ODD heb je een nauwkeurige specificatie van een te bouwen applicatie. Om applicatie uitgaande van deze specificatie te realiseren is kennis en vaardigheid in OO programmeren noodzakelijk. In deze periode leer je in de eerste 6 weken de basis van de programmeertaal Java. Vervolgens ga je aan de slag als software ontwikkelaar om een applicatie te bouwen. Hierbij kun je verder gaan op basis van het ontwerp van de voorgaande periode (parkeersysteem), maar er zal ook een alternatieve ontwikkelopdracht worden aangereikt. Hierbij maak je een applicatie voor het visualiseren van meetgevens van het Avans weerstation en statistieken met betrekking tot deze meetgegevens. Belangrijkste competenties: Je gaat in deze periode leren hoe je een klassendiagram en bijbehorende methoden kunt uitwerken in een Java programma. Hiervoor leer je de syntax van de taal Java , de voorgedefinieerde typen in de taal Java, het maken van een eigen klasse en het maken van methoden in klassen. Voor het programmeren van de methoden moet je vaardig worden in de controlestructuren die de taal Java kent. Ten behoeve van de proftaak leer je ook hoe je een grafische gebruikersinterface (gui) in Java kunt maken. De gegevens voor de applicatie komen uit een database, daarom is het belangrijk om vanuit Java een koppeling te kunnen maken met een database. Belangrijkste kennisobjecten: Objecten en klassen: methoden, parameters, interfaces en encapsulation, klassendocumentatie (javadoc) Interactie van objecten, Objecten groeperen Java controle structuren: sequentie, keuze structuur, loops Datastructuren in Java: ArrayList, Sets en maps Testen en debuggen Grafische gebruikersinterface in Java Interactie met een database vanuit Java Proftaak (keuze binnen de projectgroep): [optie 1] De opdrachtgever vraagt jou om een prototype implementatie te bouwen voor de specificatie van de applicatie parkeergarage. [optie 2] De opdrachtgever vraagt jou om een applicatie te bouwen voor het inzichtelijk maken van meetgegevens van een weerstation. Individuele opdracht(en): • Groeidocument met uitwerking van de programmeeropdrachten Colleges • Training voor de OO programmeertaal Java • Training over ‘leren leren’ timemanagement • Gesprekken met de studieloopbaanbegeleider over projectmatig werken, Traingen • Training over OO programmeren in Java Literatuur, • “Programmeren in Java met BlueJ”,: David Barnes, Michael Kölling • “Projectmanagement. Projectmatig werken in de praktijk.” Roel Grit, Toetsen: producten • De groepsproducten(4) die tijdens de ontwikkeling ontstaan. • De individuele producten (1) als resultaat van de individuele opdrachten Toets: Kennis en vaardigheid • Java toets (individueel) De competenties met betrekking tot programmeren worden getoetst d.m.v. een theorie en vaardigheidstoets.
135
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI2 Deeltijd: DBI2 Informatieplanning Onderwijseigenaar: Wil van den Bogaard Korte omschrijving: De informatievoorziening van een (casus) organisatie in kaart brengen middels een informatieplan en een advies uitbrengen m.b.t. een aan te schaffen intergraal informatiesysteem (ERP-systeem) met daarbij de nadruk op bedrijfsprocessen en functionele informatiebehoeften Belangrijkste competenties: • Het kunnen maken van een verkort en aangepast plan van aanpak voor een traject van informatieplanning; • Het kunnen opstellen van een informatieplan; • Het kunnen modelleren van de bedrijfsprocessen met behulp van BizzDesigner; • Het kunnen uitvoeren van de voorbereidingen voor de selectie van ERP pakket. Belangrijkste kennisobjecten: Bedrijfsprocessen (inleiding administratieve organisatie), Oranisatiekunde: hiërarchering, verbijzondering, inleiding logisitiek, bedrijfseconomie, pakketselectie, informatievoorziening, informatiebehoeften (functional requirements) Proftaak: Voor een productiebedrijf met problemen op het gebied van informatievoorziening opstellen van een informatieplan met de huidige situatie m.b.t. de informatievoorziening en een advies m.b.t. een gewenste situatie. Vanuit dit informatieplan een advies uitbrengen aan het bedrijf over de aanschaf van een ERP softwarepakket gebaseerd op de huidige bedrijfsprocessen en informatiebehoeften en rekening houdend met verbeteringen in de bedrijfsprocessen en uitbreiding van de informatiebehoeften Individuele opdracht(en): Geen individuele opdracht Colleges: Op de donderdagavonden worden colleges en trainingen gegeven met als onderwerpen: Informatieplanning; Bedrijfsprocessen Bizzdesigner; Informatiesystemen; Pakketselectie. Traingen: Zie colleges Literatuur: Reader PVA: Maken van een plan van aanpak, Reader INP: Informatieplanning Reader CAP: Capita selecta Reader PAK: Pakketselectie Reader INF: Informatiebehoeften Reader BPR: Bedrijfsprocessen Reader VER: Veranderingsanalyse Toetsen en assessments: De vorm en inhoud van de documenten: informatieplan en voorbereiding pakketselectie. De eindpresentatie.
136
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DI3 / DBI3 DI3 / DBI3: De aspirant systeemontwikkelaar Onderwijseigenaar: Ralph Simons Korte omschrijving: De proftaak bestaat uit het analyseren, ontwerpen en ontwikkelen van een informatiesysteem voor Proma volgens een bepaald stappenplan. Proma is een dienstverlenende organisatie die zich toelegt op het managen van projecten in de woningbouw. Dit doe je als groep onder begeleiding van een senior. Grofweg bestaat deze module uit een 3-tal blokken: 1. Het project: Het analyseren, ontwerpen en ontwikkelen van een informatiesysteem voor Proma volgens een bepaald stappenplan (RUP) onder begeleiding van een senior waar je wekelijks overleg mee hebt. 2. Trainingen SQL en databases: Deze trainingen ondersteunen de zelfstandige bestudering van het boek. Verder zijn deze trainingen onontbeerlijk voor de juiste uitvoering van het project. Er worden drie hoofdonderwerpen behandeld: normaliseren, het maken van ERD's en een applicatie bouwen m.b.v. SQL. Je leert hoe je een database moet ontwerpen, bouwen en implementeren. Tenslotte leer je hoe je uit een database gegevens kunt genereren, die je vervolgens kunt gebruiken voor de proftaak. De trainingen SQL en databases zijn sterk aan elkaar gelinkt en tussen deze beide trainingen heb je de tijd om individueel of in groepen opdrachten uit te voeren die in de volgende training worden besproken. 3. Trainingen RUP / Systeemontwikkeling: Om op een gestructureerde manier informatiesystemen te ontwikkelen bestaan er diverse methoden en technieken. In dit kwartaal staat de systeemontwikkelingsmethode RUP centraal. Belangrijkste competenties: De aspirant systeemontwikkelaar: • ontwikkelt gefaseerd een (object georiënteerd) informatiesysteem; • ontwerpt en bouwt in Access een database met applicaties; • plaatst een informatiesysteem in zijn organisatorische context; • kan projectmatig werken in een team; • ontwikkelt professionele & ontwikkelvaardigheden.. Belangrijkste kennisobjecten: Systeemontwikkeling, projectmanagement, Databases ontwerpen en bouwen, SQL, ERD Proftaak: Studenten analyseren, ontwerpen en ontwikkelen van een informatiesysteem voor Proma volgens een bepaald stappenplan (syteemontwikkelmethode). Individuele opdracht(en): Om nader kennis te maken met de praktijk ga je zelf een persoon in jouw bedrijf interviewen die de rol van projectleider uitoefent. Op basis van dit professionele interview en een training projectmanagement schrijf je een gedegen rapport (inclusief persoonlijke reflectie) over de verschillen tussen projectmanagement in de theorie en de praktijk. Colleges 7 Colleges RUP / Systeemontwikkeling 7 Colleges SQL en databases Traingen 7 Trainingen RUP / Systeemontwikkeling 7 Trainingen SQL en databases 1 Training Projectmanagement Literatuur Mark L. Gillenson Inleiding databasemanagementsystemen. Academic Service, 2004. ISBN 9039523282 Projectwijzer + CD-ROM / druk 1., Paperback, 161 pagina's | Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 10: 9001577962 Toetsen en assessments Assessment Proftaak/project (groep) Toets SQL / databases (individueel) Toets RUP/ systeemontwikkeling (individueel) Rapport/onderzoek projectmanagement (individueel)
137
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DI4 DI4 - Informatieplanning Onderwijseigenaar: Ger Oosting Korte omschrijving: In dit kwartaal wordt ingegaan op het voortraject van een systeemontwikkelmethode, het schrijven van een informatieplan. Vervolgens staat een andere vorm van systeemontwikkeling centraal, namelijk niet de bouw van een systeem maar de aanschaf van de benodigde onderdelen, met name de software. Er dient een pakketselectie te worden uitgevoerd. Voor een juiste keuze van een geïntegreerd softwarepakket is een indringende kennis van het bedrijf op velerlei gebied noodzakelijk. Organisatie, informatievoorziening, bedrijfsprocessen, bedrijfsfuncties en informatiebehoeften (bijvoorbeeld op economisch gebied) worden in kaart gebracht en zelfs waar nodig verbeterd. Belangrijkste competenties: Doet voorstellen voor verbetering en innovatie van organisatie en bedrijfsprocessen op basis van ICT-ontwikkelingen, resultaten van bedrijfskundige diagnose en/of informatieanalyse; Stelt specificaties van een bedrijfsproces op; Stelt een informatie beleid – en plan op; Ontwerpt een bedrijfskundig informatiesysteem; Voert een pakketselectie uit; Vertaalt de specificaties van een bedrijfskundig informatiesysteem naar de daarvoor benodigde ICT-infrastructuur. Belangrijkste kennisobjecten: Het opstellen van een informatieplan (informatieplanning) Het modelleren van bedrijfsprocessen in BizzDesigner Het uitvoeren van de voorbereidingen voor de selectie van een ERP pakket Proftaak: Het opstellen van een informatieplan en veranderingsanalyse waarbij gebruik wordt gemaakt van een ERP-pakket als oplossing voor het geschetste bedrijfsprobleem. Individuele opdracht(en): N.v.t. Colleges Informatieplanning Bedrijfsbeleid en informatiebeleid Bedrijfsprocessen ERP Veranderingsanalyse Pakketselectie Het informatiekruis Trainingen Bizzdesigner Literatuur Reader met daarin de verschillende te behandelen onderwerpen Toetsen en assessments Informatieplanning 5 EC IMINFPLADD4-07 TOETS1 Project Informatieplanning 5 EC IMINFPLADD4-07 TOETS2
138
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI4 Informatie ontsluiting en beheer Periode: 4, leerjaar 1 Deeltijd Onderwijseigenaar: Carla Smulders Korte omschrijving: Organisaties genereren steeds grotere hoeveelheden informatie. Een groot deel van deze informatie is documentaire informatie: teksten op de website en het intranet, in technische rapporten, handleidingen en in offertes aan klanten. Het beheer van deze documentaire informatie is lastig, vanwege het versiebeheer en het feit dat de documenten zijn opgeslagen in verschillende informatiesystemen. Toch is een goed beheer van groot belang vanwege de eisen van wet- en regelgeving, maar ook vanwege het hergebruik van beschikbare kennis. Dat in de meeste organisaties sprake is van een hybride situatie, gedeeltelijk digitaal en gedeeltelijk op papier, maakt het niet makkelijker. In deze onderwijsperiode wordt een fundament gelegd voor zowel het omgaan met het vinden, identificeren, analyseren en beoordelen van documentaire informatie, als ook voor het toegankelijk maken van deze informatie in een eenvoudig informatiesysteem. Bij het inrichten van het informatiesysteem staan de basisvaardigheden van metadatamanagement centraal. Information retrieval Studenten onderzoeken individueel een (deel)onderwerp op het gebied van (documentaire) informatievoorziening. Met een eigen onderzoeksvraag als uitgangspunt stelt de student een efficiënte zoekstrategie op en selecteert hij relevante bronnen. Vervolgens voert hij in deze bronnen zijn zoekacties uit en selecteert de meest relevante en betrouwbare bronnen. De betrouwbaarheid van de gevonden informatie wordt vastgesteld. Uit de aldus verkregen informatie beantwoordt de student in eigen bewoording zijn onderzoeksvraag. De uitkomsten van het literatuuronderzoek worden in een rapportage verantwoord en de gemaakte keuzes worden toegelicht. Documentmanagement De studenten leren de basisbeginselen van het uitvoeren van een documentaire informatieanalyse. Ze maken kennis met de basisprincipes van het beheren van documentaire informatie en het belang daarvan voor overheidsorganisaties en bedrijven. Inrichten informatiesysteem Sociale media krijgen een steeds belangrijkere plaats onder de informatiesystemen die organisaties gebruiken. In deze onderwijsperiode richten de studenten een wiki in, gebruikmakend van open source software. Bij die inrichting staat de mogelijkheid om samen teksten te schrijven en de inrichting op basis van correcte toepassing van metadatamanagement centraal. Metadatamanagement. De studenten leert de basisprincipes van het toegankelijk maken van informatie met behulp van: trefwoordensystemen, thesauri, classificaties, taxonomieën en ontsluiting op formele kenmerken. Voor de toepassing in de wiki ligt de nadruk op het toepassen van de formele ontsluiting en de basisprincipes van trefwoorden en classificatie. Belangrijkste competenties: 11. Kan belangrijke algemene informatiebronnen en –kanalen identificeren, selecteren en valideren. 12. Kan voor een zoekvraag op het eigen studie- en werkterrein een informatiezoekstrategie opstellen. 13. Kent de basisprincipes van het beheren van documentaire informatie en het belang daarvan voor overheidsorganisaties en bedrijven. 14. Kent de basisprincipes van een eenvoudige documentaire informatie-analyse en kan deze toepassen. 15. Kent de basisbeginselen van metadatasystemen voor de documentaire informatie: trefwoordensystemen, thesauri, classificaties, taxonomieën en ontsluiting op formele kenmerken.
139
16. Kan de basisprincipes van metadatasystemen toepassen voor wat betreft eenvoudige trefwoordensystemen, classificatiesystemen en ontsluiting op formele kenmerken. 17. Kan een eenvoudig informatiesysteem inrichten. 18. Kan professioneel en op maat een eenvoudig rapport schrijven. 19. Heeft basiskennis over het schrijven voor het web en kan deze toepassen. 20. Kent enkele sociale media (blogs en wiki’s) en kan deze gebruiken. Belangrijkste kennisobjecten: • information retrieval • documentmanagement • social media • metadatamanagement • communicatie Proftaak: Het inrichten van een informatiesysteem, een wiki. Samen stukken schrijven en de gezamenlijke informatie goed toegankelijk maken. Individuele opdracht(en): Het individueel opsporen van informatie over een bepaald vraagstuk, dit beantwoorden en de zoekweg en gemaakte keuzes verantwoorden in een rapport. Inhoud van colleges en trainingen: Documentmanagement Terminologie. Documentmanagement, functionele eisen, documentmanagementsystemen (DMS), op papier en digitaal. Documentmanagement in organisaties, in relatie tot bedrijfs-processen en bedrijfsapplicaties. Information audit. Ontsluiting en analyse van documenten. Metadatamanagement Formele ontsluiting van documentaire informatie. Informatietalen en inhoudelijke ontsluiting. Woorden en Termen. Verwijzingen en thesaurus. Relaties, classificaties en taxonomieën. Opsporen van informatie Training gericht zoeken en zoekstrategieën op het internet en in de databases die X-plora, een gefaciliteerde leeromgeving, beschikbaar stelt. Het nader bepalen van de onderzoeksvragen voor de proftaak en de IPR wordt hier expliciet ondersteund. Wiki Practicum met basisbewerkingen zoals het aanmaken en linken van artikelen. Het opmaken van teksten, toevoegen van afbeeldingen en documenten aan pagina’s. Het toekennen van trefwoorden en weergeven van een trefwoordenlijst, toekennen van categorieën en weergeven van classificaties. Communicatie Structuur rapport. Schrijven voor het web. Maken en schrijven van een blog. Voorgeschreven literatuur: Andere (meer representatieve, actuelere) publicaties zijn mogelijk (zie de digitale Studiegids) •
Eck Poppe, Margriet van. Informatie in bedrijf : werkboek voor succesvol informatiebeheer – Amsterdam: Otto Cramwinckel Uitgever, 2003. ISBN-10: 9075727682. ISBN-13: 9789075727685
•
Magrijn, H., S.A.Th.M. Pontzen, G.J.A. Riesthuis, e.a. Woordsystemen: theorie en praktijk van thesauri en trefwoordensystemen – Den Haag: Biblion Uitgeverij, 2000. ISBN-10: 9054832150. ISBN-13: 9789054832157
140
•
Indien niet eerder in de eerste periode VP1 aangeschaft: Elling, R. & Andeweg, B., Rapportagetechniek – Groningen: Wolters-Noordhoff 3e druk 2005. ISBN-10: 9001291384 ISBN-13: 978-90-01-29138-9
•
Indien niet eerder in de eerste periode VP-1 aangeschaft: Dasselaar, Arjan. Handboek internetresearch – Culemborg: van Duuren Media, 4e geheel geactualiseerde druk 2008. ISBN-10: 9059403606. ISBN-13: 9789059403604
•
Mogelijk nieuwe titel: Kuiper, Frank J. et al. Zaakgericht werken : koude en warme digitale dossiers : een vergelijkend onderzoek naar gemeentelijke documentmanagement- en workflowoplossingen – Den Haag: Academic Sevice, 2008. ISBN-10: 9012580935. ISBN-13: 9789012580939
Readers worden digitaal beschikbaar gesteld Tenminste de volgende titels worden via BlackBoard ter beschikking gesteld. •
Riesthuis, G.J.A. Classificaties en systematische catalogi blz. 297-314 (staat op Blackboard)
•
Van Driel, J. van en M. Jacobs. Formele ontsluiting,- Breda : AIM, jan 2004
•
Van Driel, J. Refereren - Breda : AIM, april 2004
•
Wiki cookbook - BlackBoard
141
Nummer / Naam Onderwijseenheid: D-I-5: Database met 4GL-tools D-I-6: DSDM-applicatieontwikkeling met 4GL-tools Onderwijseigenaar: Gerard Wagenaar (Maurice van Haperen) Korte omschrijving De onderwijseenheden D-I-5 en D-I-6 vormen samen een (doorlopend) programma. Ten behoeve van de beheersing van software ontwikkelprojecten bestaan verschillende soorten systeemontwikkelingsmethoden. Twee bekende categorieën zijn lineaire (waterval) methoden en iteratieve / incrementele (evolutionaire) methoden. Beide methoden kennen een eigen manier van fasering, hoewel de fasen zelf deels wel overeenkomen. Lineaire methoden hebben als kenmerk dat het te ontwikkelen informatiesysteem als één geheel iedere fase doorloopt en na de laatste fase ook als één geheel wordt opgeleverd aan de opdrachtgever en geïmplementeerd. Wanneer een fase doorlopen is, start de volgende fase; er wordt niet teruggekeerd naar een vorige fase, tenzij in een volgende fase een belangrijke fout of omissie ontdekt wordt. Deze methoden worden vaak gebruikt bij het ontwikkelen van een informatiesysteem dat niet in delen ontwikkeld kan worden omdat de delen geen zelfstandige functionaliteit hebben en alleen zinvol kunnen functioneren in combinatie met de andere delen. Lineaire methoden zijn eerder in de opleiding aan bod gekomen. Bij iteratieve/incrementele methoden wordt het totale systeem in delen ontwikkeld en ook in delen opgeleverd aan de opdrachtgever en geïmplementeerd. Hierbij is het belangrijk om de samenstelling van de delen (incrementen) zo te kiezen dat ze ieder afzonderlijk een zelfstandig bruikbare functionaliteit leveren aan de opdrachtgever. Een verschil met lineaire methoden is dat ieder deel (increment) meerdere keren een fase kan doorlopen. Omdat het gehele informatiesysteem in delen wordt opgeleverd, heeft de opdrachtgever sneller de beschikking over (een deel van) de gewenste functionaliteit. Een ander belangrijk verschil met lineaire methoden is dat de toekomstige gebruiker gedurende bijna alle fasen meer en interactief betrokken is bij de ontwikkeling (iteraties). In deze aanpak groeit het te bouwen informatiesysteem als het ware naar het uiteindelijke resultaat toe. Incrementele ontwikkelmethoden komen in deze module van het 2de jaar aan bod. Bij het gebruik van iteratieve/incrementele methoden past het gebruik van toepasselijke hulpmiddelen, met name zogenaamde 4de generatie programmeertalen. Een 4GL is niet zozeer een programmeertaal als wel een verzameling hulpmiddelen (gereedschappen, tools) voor het ontwikkelen (genereren) van applicaties. Alhoewel de noemer “4GL”, zeker tegenwoordig, toegekend wordt aan een veelheid van producten, is toch een aantal relevante kenmerken te onderscheiden. Een 4GL: • beschikt vrijwel altijd over faciliteiten voor het (grafisch) definiëren van (invul)formulieren, dialoogmechanismen en uitvoerrapporten. Daarnaast is er meestal ook sprake van de mogelijkheid tot gebruik van een (traditionele, 3GL) programmeertaal. • is vaak gekoppeld aan een (relationeel) databasemanagementsysteem (DBMS) of beschikt over een interface daar naar toe. • wordt interactief gebruikt. Hoewel één van de oorspronkelijke claims van de 4GL, de gebruiker kan zelf een applicatie maken, waarschijnlijk overdreven is, geeft deze claim wel een beeld van de bediening die kenmerkend is voor een 4GL. Een 4GL leent zich dan bij uitstek voor gebruik in iteratieve/incrementele methoden, omdat het in dergelijke methoden van het grootste belang is om snel en simpel, in interactie met gebruikers, een applicatie op te bouwen. Met een 4GL kunnen applicatieontwikkelaars wensen van gebruikers snel vertalen naar (wijzigingen in) een applicatie. D-I-5 staat hierbinnen in het kader van het ontwikkelen van een database in een 4GL-omgeving; D-I-6 past een DSDM-systeemontwikkelingstraject toe om (iteratief en incrementeel) een volledige applicatie te ontwikkelen. Belangrijkste competenties De vakinhoudelijke competenties die centraal staan in dit kwartaal zijn: • De student(e) kan een incrementele methode voor het ontwikkelen van (bedrijfskundige) informatiesystemen selecteren en toepassen, te specificeren met: Student kent de kenmerken van Rapid Application Development.
142
Student kan een RAD-ontwikkelproces faseren en (her)structureren. Student kan DSDM toepassen in een RAD-traject. Student kan binnen een RAD-realisatietraject fungeren in de rol van analist, ontwerper, gegevensbeheerder, ontwikkelaar, scribent en klant.
Student kan in een gegeven situatie functionele specificaties van een eenvoudig
informatiesysteem opstellen, door gebruik te maken van prototyping (de gebruiker tot het moment van tevredenheid steeds weer confronteren met een nieuwe versie van de applicatie). • De student(e) kan een deel van een (bedrijfskundig) informatiesysteem bouwen met geëigende middelen, te specificeren met: Student kan E/R, Relationeel en Object Oriented ontwerp maken van een database. Student kan in een 4GL-omgeving (inclusief het gebruik van SQL), door gebruik te maken van een methode, op gestructureerde wijze informatiesystemen bouwen. Belangrijkste kennisobjecten Database-ontwerp en –bouw: Toepassing 4GL-tool voor logisch ontwerp tot en met generatie SQL-script, Toepassing (R)DBMS voor implementatie database, Gebruik SQL(-scripting) voor gegevensvragen, Applicatiebouw: Toepassing 4GL-tool voor (grafische) opbouw applicatie plus gebruik bijbehorende code-editor Systeemontwikkeling: DSDM-systeemontwikkelings methode met bijbehorende technieken: facilitated workshops (klantinteractie), MoSCoW-prioritering, TimeBoxing Proftaak D-I-5: Bouw een database(-applicatie) met behulp van Sybase ASA voor een casus (momenteel camping “De Flierefluiter”) aan de hand van verstrekte specificaties. Analyseer hiertoe de specificaties en modelleer deze, via PowerDesigner, in een ERD. Vertaal dit ERD naar een relationeel ontwerp, en vervolgens naar een (ASA9) database. Bouw een ‘applicatie’ hieromheen met behulp van SQL. Presenteer het geheel. D-I-6: Voer in circa 8 weken een volledig DSDM-traject uit, gegeven een casus (momenteel de administratie van de regionale omnisportvereniging Sport Pleziert Elk Lichaam, SPEL) Individuele opdracht(en) D-I-5: Het individueel tentamen is een praktische toets waarin vaardigheden met de diverse Sybase-producten centraal staan. Dit houdt concreet in dat tijdens de toets praktische opgaven uitgevoerd moeten worden; er worden geen theoretische vragen gesteld. Alle opgaven hebben betrekking op de Sybase-producten ASA, PowerDesigner, PowerBuilder. In deze toets toont de student(e) aan dat hij/zij in staat is om binnen de 4GL-ontwikkelomgeving Sybase modellen te ontwerpen, databases te bouwen en applicaties te genereren. D-I-6: Voer gedurende het kwartaal een onderzoeksopdracht uit, aan de hand van de volgende aanwijzingen. Systeemontwikkeling volgens DSDM is systeemontwikkeling volgens een (strak) schema. De kern van de opdracht is het onderzoeken naar het voldoen van dit schema in de dagelijkse praktijk. Om dit te bereiken is het de bedoeling dat een organisatie gezocht wordt die, bij voorkeur, DSDM of (eventueel een andere RAD-achtige methode) toepast. Bij deze organisatie wordt onderzocht in hoeverre de praktijksituatie lijkt op die van DSDM, en hoe de ervaringen van de organisatie ermee zijn. Ook kan natuurlijk bij een organisatie nagegaan worden waarom deze juist niet DSDM toepast. In ieder geval wordt het onderzoek afgesloten met een duidelijke en kernachtige conclusie. Colleges D-I-5: Introductie D-I-6: Overzicht DSDM Trainingen D-I-5: Practica Sybase ASA, PowerDesigner, PowerBuilder D-I-6: DSDM- workshops, -documentatie, -technieken, Conversie, GUI Literatuur Alle literatuur wordt elektronisch ter beschikking gesteld: • ASA Student Guide • PowerDesigner Student Guide • Syllabus PowerBuilder • DSDM-manual Toetsen en assessments De toetsing concentreert zich op de beide proftaken en individuele opdrachten.
143
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI5 Deeltijd: DBI5 Organisatiekunde 2 (Administratieve Organisatie) Onderwijseigenaar: Wil van den Bogaard Korte omschrijving: De basis voor deze periode is kennis en begrip van bedrijfsprocessen in hun onderlinge samenhang en de administratief organisatorische voorwaarden die hieraan ten grondslag liggen. De kenis wordt opgedaan tijdens colleges en trainingen met als hoofdonderwerpen de verder genoemde bedrijfsprocessen en het inzicht en de vaardigheid krijgt de student middels een beschrijving van de AO van een bestaand bedrijf. Belangrijkste competenties: • kent de volgende soorten processen in een organisatie: o verkoopproces; o inkoopproces; o magazijnproces; o productieproces; o logistieke proces; o financieel logistiek proces; o dienstverlenende processen; • kent de relaties tussen de hierboven benoemde processen; • kent de aan het proces gerelateerde informatiebehoefte • kan eerdergenoemde processen analyseren en beschrijven m.b.v. een case-tool (Bizzdesigner) Belangrijkste kennisobjecten: 1. Typologie; 2. waardenkringloop 3. functiescheiding 4. Informatiebehoeften: 5. Processen: a. inkopen; b. verkopen; c. magazijn beheren; d. produceren; e. logistiek; f. diensten verlenen. 6. verbandscontroles 7. Bizzdesignermodel 8. Logistiek. Proftaak: De beschrijving van de bedrijfsprocessen en AO van één van de bedrijven van de deelnemende studenten aan de profgroep. De bedrijfsprocessen worden ook gemodelleerd m.b.v. Bizzdesigener. Individuele opdracht(en): Geen individuele opdracht wel een tentamen. Colleges: Per college op donderdagavond wordt één bedrijfsproces besproken en de daaropvolgende training bestaat uit het beschrijven van het proces van een casusbedrijf volgens een vaststaand stramien. Traingen: Zie colleges Literatuur: Aan te schaffen: Auteur: Prof. E.O.J. Jans Titel: Grondslagen van de administratieve organisatie, deel B: processen en systemen, twintigste druk. Uitgever: Wolters Noordhoff ISBN: 90-01-60097-6 Auteur(s): Jeroen van den Oever, Peter Noordam Titel: Handen & Voeten aan de administratieve organisatie Uitgever: 't HardePad
144
ISBN 90-808289-2-0 Uit: Auteur: Prof. E.O.J. Jans Titel: Grondslagen van de administratieve organisatie, deel A: algemene beginselen Uitgever: Stenfert Kroese ISBN: 90-207-3047-9 wordt hoofdstuk 3 gekopieerd en in de eerste les aangeboden. Toetsen en assessments: Proftaak. Schriftelijk tentamen over de theorie en praktijd van het beschrijven van bedrijfsprocessen en AO.
145
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI6 DBI6: Content Management; Deeltijd Onderwijseigenaar: Sebastiaan Mooij Korte omschrijving: Content Management is een vakgebied dat zich bezighoudt met het beheren van informatie die niet gestructureerd is. Hierbij moet men denken aan informatie in de breedste zin; de documenten die een afdeling nodig heeft voor besluitvorming, maar ook pagina’s op het intranet of bijvoorbeeld videodocumentaires in een mediatheekcollectie. Vaak heeft dergelijke informatie een raakvlak met kennismanagement; het beheren van kennis binnen een organisatie. Content management is dus al lang niet meer enkel het beheren van een website. Veel organisaties krijgen in het digitale tijdperk te maken met thema’s zoals het digitale archief, digitale rechtsgeldigheid en kennisontwikkeling. De (technische) systemen die hierbij ingezet worden zijn bijvoorbeeld Wiki’s, Web Content Management Systemen (WCMS) of Document Management Systemen (DMS). Terugkerende vragen in deze context zijn: -
Wat is betrouwbare en relevante informatie voor organisatie en klant? Hoe richten we processen in rond het aanmaken, valideren, wijzigen en verwijderen van informatie? Hoe gaan wij om met verschillende versies van content? Hoe maken we kennis en content vindbaar voor de juiste doelgroep? Welk type systeem past het beste bij onze doelstellingen?
Kennisorganiserende systemen (KOS) spelen een belangrijke rol bij het toegankelijk (en daarmee terugvindbaar) maken van informatie. Veel moderne systemen bieden mogelijkheden tot ontsluiting, maar welke vormen zijn er en welk systeem sluit het beste aan bij onze behoeften? Is een populaire techniek zoals ‘tagging’ geschikt of kan mijn organisatie beter voor een traditionele taxonomie kiezen? Ook deze vraagstukken spelen in dit kwartaal een rol. DBI6 bouwt voort op DBI4 (jaar 1, kwartaal 4) waarin studenten leren om informatie te verzamelen en te ontsluiten met een literatuuronderzoek. In DBI6 ligt de nadruk wederom op informatievaardigheden, maar deze keer wordt de studenten gevraagd om rondom een actueel thema een portal te bouwen waarin kwalitatief hoogwaardige informatie goed ontsloten en vindbaar gepresenteerd wordt aan een doelgroep. Hierbij speelt de juridische context, vindbaarheid en kennismanagement een centrale rol. Om de student ook gevoel te geven bij de beroepspraktijk zullen er tijdens deze periode een aantal gastsprekers uitgenodigd worden die werkzaam zijn binnen het bovengenoemde vakgebied. Belangrijkste competenties: Het analyseren van documenten en andere media op het gebied van betrouwbaarheid, relevantie en bruikbaarheid voor een organisatie. Het bouwen, implementeren en evalueren van een ontsluitingssysteem om informatie toegankelijk te maken op een website of intranet. De juridische context van informatievoorziening leren kennen. Adviseren over de selectie, bouw en implementatie van diverse content beheer systemen (web content management, document management, kennismanagement) Anderen (inhoudelijk) weten te overtuigen van een advies en/of standpunt door goed gebruik van inhoudelijke argumenten. Belangrijkste kennisobjecten: Content Management: het beheren van informatie binnen diverse organisaties die niet gestructureerd is (intranet, internet, documenten, multimedia). Dit omvat zowel de processen als de ondersteunende systemen. Ontsluiting van informatie: het toegankelijk maken van documentaire informatie middels kennisorganiserende systemen (classificaties, taxonomieën, trefwoordsystemen, thesauri en ontologieën). Juridische aspecten van informatievoorziening: het effectief kunnen werken met externe en interne informatie binnen de wettelijke kaders die gelden voor een organisatie en persoon. Leren & ontwikkelen: het leren overtuigen van een andere door goede argumentatie (nevenschikkend, onderschikkend etc.) in advies, presentaties en reviewprocessen. Proftaak: Studenten kiezen in groepen van 4 tot 6 personen een thema gerelateerd aan kennis- of
146
contentmanagement. Rondom dit thema doen zij onderzoek, selecteren zij informatie en richten zij een portal in. Het inrichten van deze portal is functioneel van aard; de nadruk ligt op structuur en inhoud en niet op technologie. Individuele opdracht(en): In dit kwartaal wordt één individuele opdracht uitgevoerd. De individuele opdracht bestaat uit een dossier met drie onderdelen: 1. Verslagen van gastcolleges die gedurende de periode gegeven worden door vakexperts. 2. Een evaluatie van een bestaande website/portal betreffende de ontsluiting en vindbaarheid van informatie. 3. Een individueel ontworpen thesaurus (hiërarchische ordening van onderwerpen t.b.v. bijvoorbeeld het bouwen van een zoekmachine). Colleges Colleges kennis- en contentmanagement: In deze colleges wordt het theoretische kader dat hoort bij het vakgebied toegelicht middels een zestal hoorcolleges. Juridische aspecten van informatievoorziening: In deze colleges wordt de juridische context besproken waarmee men te maken krijgt als men zelf informatie publiceert of overneemt van anderen. Daarnaast worden thema’s zoals aanbestedingen en de telecommunicatiewet behandeld. Trainingen Practicum contentmanagement systemen: In deze practica worden de werking en functies van het web contentmanagement systeem waarmee de groepsopdracht uitgevoerd wordt onderzocht. Dit wordt gedaan middels een werkboek en ondersteuning van de docent. Training overtuigingskracht: In deze eenmalige training wordt de theorie van het argumenteren besproken en beoefend middels een debat. De theorie is toe te passen op het schrijven van een advies en het presenteren van het eindproduct (de portal). Trainingen ontsluiten van informatie: tijdens deze trainingen (2 in totaal) haalt de student de kennis uit kwartaal 4 van leerjaar 1 weer op en verdiept hij of zij zich in thesaurusbouw (complex woordsysteem t.b.v. zoekmachine ontwerp). Literatuur Bruggen, van R.D. en andere. Juridische aspecten van de informatievoorziening Schoonhoven: Academic Service, derde herziene druk 2002. ISBN 9789039518878. Elling, R. e.a., Rapportagetechniek. - Groningen: Wolters Noordhoff, 2004 Koning, de J. en andere. Content Management. – Den Haag: SDU Uitgevers, 2006. ISBN 9012116236. Magrijn, H., S.A.Th.M. Pontzen, G.J.A. Riesthuis, e.a. Woordsystemen: theorie en praktijk van thesauri en trefwoordensystemen – Den Haag : Biblion Uitgeverij, 2000. ISBN 9054832150. Toetsen en assessments Producten -
De groepsopdracht (portal en advies) worden gepresenteerd aan medestudenten en beoordeeld door de begeleidende docent in de laatste week van het kwartaal. De individuele opdracht (drieledig dossier) wordt eveneens aan het einde van het kwartaal beoordeeld door de begeleidende docent.
Toetsen In deze periode zullen er twee kennistoetsen afgenomen worden. De eerste toets is de toets “juridische aspecten van informatievoorziening” en de tweede toets is de toets “kennis- en content management”. Beide toetsen gaan over de besproken thema’s tijdens de colleges en de literatuur die daarbij hoort.
147
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: D-I-7 D-I-7: Junior Systeem Ontwerper; Deeltijd: Onderwijseigenaar: Ad Voesenek Korte omschrijving: In deze periode ga je dieper in op het ontwikkelen van een systeem. Als kijk je dmv een veranderingsanalyse naar een van de vele manieren waarop een project kan starten. Daarna doorloop je het software engineeringstraject dmv een V-model. Deze keer is er aandacht voor de kwaliteit van de producten en de wijze waarop je kwaliteite kunt realiseren. Ook nieuw in deze periode is het gehele testtraject. In deze periode kom je tot het globaal ontwerp. In de volgende periode ga je programmeren en testen. Belangrijkste competenties: • Student kan een projectvoorstel uit een veranderingsanalyse interpreteren en uitvoeren. • Student kan een ontwikkelproces volgens het V-model faseren en (her)structureren. • Student een systeem ontwikkelen dat voldoet aan vooraf gedefinieerde kwaliteitseisen. • Student kan in een gegeven situatie functionele specificaties van een informatiesysteem opstellen. • Student kan aangeven of functionele specificaties van een informatiesysteem overeenkomen met de gebruikerswensen en –eisen. • Student kan uitgaande van de functionele specificaties een RAD document, een SDD document en een ODD document van een te bouwen informatiesysteem opstellen. • Student kan systeem- , module- en integratietests opstellen en uitvoeren. • Student kan een keuze maken uit geschikte testmethoden en –technieken. Belangrijkste kennisobjecten: In deze en de volgende periode staan de volgende onderwerpen centraal: Ontwikkelen van een administratief informatiesysteem voor één van de vier specialismen Hanteren van de lineaire systeem ontwikkelmethode: het V-model Ontwerpen, implementeren en onderhouden van bestanden Programmeren in Java Combineren van groepsactiviteiten en individuele activiteiten Ontwikkelen van deel(informatie)systemen die later geïntegreerd worden tot één informatiesysteem • Ontwikkelen onder een beheersysteem • Ontwikkelen volgens een kwaliteitsplan • Uitvoeren van white box en black box testen • Uitbreiden van Java en UML kennis Proftaak: De opdracht voor de proftaakgroepen bestaat uit het ontwikkelen van een informatiesysteem in Java met gebruikmaking van de ontwikkelmethode: het V-model. Het project start na een veranderingsanalyse. Hierna wordt de opdracht globaal per fase van het V-model uitgewerkt. De eindrapportages van iedere fase dienen zo te zijn dat de opzet en de inhoud van het rapport als basisdocument kan dienen voor de volgende fase, zodat de volgende fase door een ander profteam kan worden uitgevoerd. Na elke fase wordt het tussenproduct na een review of test overgedragen aan een andere profgroep die de volgende fase uitwerkt. Uiteindelijk levert het eerste team, dat altijd de eigenaar van zijn eerste idee blijft, het eindproduct op bij de opdrachtgever. In dit project hebt je de rol van junior systeem ontwerper.. In deze periode kom je tot het system design. In de volgende periode ga je het ontwerp detailleren, programmeren testen en opleveren Individuele opdracht(en): Zowel in kwartaal 3 als in kwartaal 4 vinden er geen IPR activiteiten plaats. Colleges • Veranderingsanalyse • Kwaliteit in specificaties • Reviewtechnieken • Configuration management Trainingen • Object Design en Java Literatuur • Gertjan Laan, Softwareontwikkeling met UML en Java, Academic Service, • Bruegge en Dutoit, Object oriented software engineering, Pentice Hall • • • • • •
148
Toetsen: Groepsgedeelte Tijdens dit groepsgedeelte zal het eerste team, dat voor een project de veranderingsanalyse uitgevoerd heeft de opdrachtgever een overzicht geven van de uitvoering van het project tot nu toe. Twee belangrijke onderdelen van de dit assessment zijn: • Het aantonen hoe de gewenste kwaliteit gerealiseerd gaat worden. • Een risicoanalyse waarin aangetoond wordt dat het project met de gewenste kwaliteit haalbaar is. De grootse risico’s dienen dus besproken te worden. Individueel gedeelte Dit assessment is een sessie van de docenten en één of twee studenten. Tijdens dit assessment verdedigt de student de (tussen)producten die hij met zijn groep zelf gemaakt heeft. Er wordt met name gekeken naar de wijze waarop de groep met de reviewresultaten is omgegaan. De student zal aan de hand van vragen van de experts SE de groepsproducten moeten verdedigen en moeten aantonen dat hij voldoende kennis heeft van de toegepaste technieken
149
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: D-I-8 D-I-8: Bouwen in V-model Onderwijseigenaar: Jan Montizaan Korte omschrijving: Deze periode is het vervolg van de periode ‘ DI7 - Ontwerpen onder V-model ‘. Je gaat het systeem, waarvoor je in DI7 een globaal ontwerp hebt gemaakt (SDD-document), nu in detail uitwerken en bouwen. Je maakt hiertoe een Object Design Document.. Ook nu vinden er weer review-sessies plaats bij de overdracht tussen ontwikkelteams. Je programmeert de applicatie en voert de bijbehorende tests uit. Belangrijkste competenties: 13. aangeven of functionele specificaties van een informatiesysteem overeenkomen met de gebruikerswensen en –eisen. 14. uitgaande van de functionele specificaties een technisch ontwerp van een te bouwen informatiesysteem opstellen.. 15. een lineaire ontwikkelmethode toepassen in een systeemontwikkelingtraject. 16. UML gebruiken om objectgeoriënteerde informatiesystemen te ontwikkelen. 17. De student beheerst JAVA om op basis van een ontwerp een informatiesysteem te bouwen. 18. kan systeem- , module- en integratietests opstellen, uitvoeren en beoordelen. 19. kan een keuze maken uit geschikte testmethoden en –technieken. • maakt gebruikersdocumentatie (helpteksten en handleidingen). Belangrijkste kennisobjecten: In deze en de volgende periode staan de volgende onderwerpen centraal: Ontwikkelen van een administratief informatiesysteem voor één van de vier specialismen Ontwerpen, implementeren en onderhouden van bestanden Combineren van groepsactiviteiten en individuele activiteiten Ontwikkelen van deel(informatie)systemen die later geïntegreerd worden tot één informatiesysteem • Ontwikkelen onder een beheersysteem • Ontwikkelen volgens een kwaliteitsplan • Uitvoeren van white box en black box testen • Uitbreiden van Java en UML kennis. Programmeren in Java • Hanteren van de lineaire systeemontwikkelmethode: het V-model Proftaak: De opdracht voor de proftaakgroepen bestaat uit het ontwikkelen van een informatiesysteem in Java met gebruikmaking van de ontwikkelmethode: het V-model. Na elke fase wordt het tussenproduct na een review of test overgedragen aan een andere profgroep die de volgende fase uitwerkt. Uiteindelijk levert het eerste team, dat altijd de eigenaar van zijn eerste idee blijft, het eindproduct op bij de opdrachtgever. Je gaat hierbij uit van het system design uit periode DI7 (RAD en SDD documenten). In deze periode DI8 ga je het ontwerp detailleren, programmeren , testen en opleveren Individuele opdracht(en): In kwartaal 4 vinden er geen IPR activiteiten plaats. Colleges • documenteren Trainingen • Object Design en Java • Creatief denken • overtuigingskracht Literatuur • Gertjan Laan, Softwareontwikkeling met UML en Java, Academic Service, • Kleppe c.s., Praktisch UML, Pearson Education, ISBN 9789043012652 • • • •
150
Toetsen: De volgende toetsen vinden plaats in deze cursus MINBOUVMODB4-07 • Assessment 2 (groep): Presentatie en overdracht van een systeem . • Assessment 2 (individueel): Mondeling assessment, waarbij de student moet kunnen aantonen, dat hij voldoende kennis heeft van de toegepaste technieken zoals ODD, Java, testen en het V-model. • Rapportage: Beoordeling van de gemaakte testplannen en de uitgevoerde testrapporten van het V-model.
151
Nummer / Naam Onderwijseenheid: D-BI-8: Applicatieontwikkeling met DSDM in een 4GL-omgeving Onderwijseigenaar: Gerard Wagenaar Korte omschrijving Ten behoeve van de beheersing van software ontwikkelprojecten bestaan verschillende soorten systeemontwikkelingsmethoden. Twee bekende categorieën zijn lineaire (waterval) methoden en iteratieve/incrementele (evolutionaire) methoden. Beide methoden kennen een eigen manier van fasering, hoewel de fasen zelf deels wel overeenkomen. Lineaire methoden hebben als kenmerk dat het te ontwikkelen informatiesysteem als één geheel iedere fase doorloopt en na de laatste fase ook als één geheel wordt opgeleverd aan de opdrachtgever en geïmplementeerd. Wanneer een fase doorlopen is, start de volgende fase; er wordt niet teruggekeerd naar een vorige fase, tenzij in een volgende fase een belangrijke fout of omissie ontdekt wordt. Deze methoden worden vaak gebruikt bij het ontwikkelen van een informatiesysteem dat niet in delen ontwikkeld kan worden, omdat de delen geen zelfstandige functionaliteit hebben en alleen zinvol kunnen functioneren in combinatie met de andere delen. Bij iteratieve/incrementele methoden wordt het totale systeem in delen ontwikkeld en ook in delen opgeleverd aan de opdrachtgever en geïmplementeerd. Hierbij is het belangrijk om de samenstelling van de delen (incrementen) zo te kiezen dat ze ieder afzonderlijk een zelfstandig bruikbare functionaliteit leveren aan de opdrachtgever. Een verschil met lineaire methoden is dat ieder deel (increment) meerdere keren een fase kan doorlopen (iteratie). Omdat het gehele informatiesysteem in delen wordt opgeleverd, heeft de opdrachtgever sneller de beschikking over (een deel van) de gewenste functionaliteit. Een ander belangrijk verschil met lineaire methoden is dat de toekomstige gebruiker gedurende bijna alle fasen meer en (inter)actiever betrokken is bij de ontwikkeling. In deze aanpak groeit het te bouwen informatiesysteem als het ware naar het uiteindelijke resultaat toe. Een iteratieve/incrementele ontwikkelmethode komt in deze module van het 2de jaar aan bod. Bij het gebruik van iteratieve/incrementele methoden past het gebruik van toepasselijke hulpmiddelen, met name zogenaamde 4de generatie programmeertalen. Een 4GL is niet zozeer een programmeertaal als wel een verzameling hulpmiddelen (gereedschappen, tools) voor het ontwikkelen (genereren) van applicaties. Alhoewel de noemer “4GL”, zeker tegenwoordig, toegekend wordt aan een veelheid van producten, is toch een aantal relevante kenmerken te onderscheiden. Een 4GL: • beschikt vrijwel altijd over faciliteiten voor het (grafisch) definiëren van (invul)formulieren, dialoogmechanismen en uitvoerrapporten. Daarnaast is er meestal ook sprake van de mogelijkheid tot gebruik van een (traditionele, 3GL) programmeertaal. • is vaak gekoppeld aan een (relationeel) databasemanagementsysteem (DBMS) of beschikt over een interface daar naartoe. • wordt interactief gebruikt. Hoewel één van de oorspronkelijke claims van de 4GL, de gebruiker kan zelf een applicatie maken, waarschijnlijk overdreven is, geeft deze claim wel een beeld van de bediening die kenmerkend is voor een 4GL. Een 4GL leent zich dan bij uitstek voor gebruik in iteratieve/incrementele methoden, omdat het in dergelijke methoden van het grootste belang is om snel en simpel, in interactie met gebruikers, een applicatie op te bouwen. Met een 4GL kunnen applicatieontwikkelaars wensen van gebruikers snel vertalen naar (wijzigingen in) een applicatie. Deze onderwijseenheid staat dan concreet in het teken van het ontwikkelen van een databaseapplicatie in een 4GL-omgeving volgens een iteratieve / incrementele systeemontwikkelingsmethode, en wel de RAD-variant Dynamic Systems Development Method (DSDM). Hierbij wordt gebruik gemaakt van een professionele 4GL-omgeving om de gewenste applicatie te ontwerpen en te bouwen: Sybase. Belangrijkste competenties De vakinhoudelijke competenties die centraal staan in dit kwartaal zijn: • De student(e) kan een incrementele methode voor het ontwikkelen van (bedrijfskundige) informatiesystemen selecteren en toepassen, te specificeren met: Student kent de kenmerken van Rapid Application Development. Student kan een RAD-ontwikkelproces faseren en (her)structureren. Student kan DSDM toepassen in een RAD-traject. Student kan binnen een RAD-realisatietraject fungeren in de rol van analist, ontwerper, gegevensbeheerder, ontwikkelaar, scribe en klant.
152
Student kan DSDM toepassen in een RAD-traject. Student kan in een gegeven situatie functionele specificaties van een eenvoudig
informatiesysteem opstellen, door gebruik te maken van prototyping (de gebruiker tot het moment van tevredenheid steeds weer confronteren met een nieuwe versie van de applicatie). • De student(e) kan een deel van een (bedrijfskundig) informatiesysteem bouwen met geëigende middelen, te specificeren met: Student kan een ontwerp maken van een database. Student kan in een 4GL-omgeving (inclusief het gebruik van SQL), door gebruik te maken van een methode, op gestructureerde wijze informatiesystemen bouwen. Belangrijkste kennisobjecten Applicatiebouw: Toepassing 4GL-tool voor logisch ontwerp tot en met generatie SQL-script, Toepassing (R)DBMS voor implementatie database, Toepassing 4GL-tool voor (grafische) opbouw applicatie plus gebruik bijbehorende code-editor Systeemontwikkeling: DSDM-systeemontwikkelings methode met bijbehorende technieken: facilitated workshops (klantinteractie), MoSCoW-prioritering, TimeBoxing Proftaak Bouw een applicatie via DSDM-systeemontwikkeling en met behulp van Sybase 4GL-tools voor camping “De Flierefluiter”. Individuele opdracht Aan het einde van het kwartaal vindt een (individuele) 4GL Sybase toets plaats; dit is een praktische toets waarin vaardigheden met de diverse Sybase-producten centraal staan. Hier toont de student(e) aan dat hij/zij zelfstandig in staat is om binnen de 4GL-ontwikkelomgeving Sybase modellen te ontwerpen, databases te bouwen en applicaties te genereren. Colleges Introductie, Overzicht DSDM Trainingen DSDM-workshops, -documentatie, Practica Sybase ASA, PowerDesigner, PowerBuilder Literatuur Alle literatuur wordt elektronisch ter beschikking gesteld: • ASA Student Guide • PowerDesigner Student Guide • Syllabus PowerBuilder • DSDM-manual Toetsen en assessments De toetsing concentreert zich op de proftaak (presentatie, applicatie, documentatie) en de individuele opdracht.
153
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DI9 / DBI9 DI9 / DBI9: Implementatieconsultant Onderwijseigenaar: Ralph Simons (back-up Andre Jaspers) Korte omschrijving: Aan de hand van een casus, de theorie en een echt ERP pakket (ISAH-7) analyseren de studenten de context, de belanghebbenden, een risico-analyse en de mogelijke problemen en veranderingen van de implementatie van dit ERP pakket (ISAH). Ze maken op basis hiervan een opzet voor de implementatie en leveren op: een contextanalyse met scope en impact, een procesherontwerp in Bizzdesigner en een gapanalyse. Vervolgens wordt het ERP pakket conform opzet ingericht en voorzien van meerdere scripts en getest. Daarnaast wordt de systeemdocumentatie en de A.O. voor de organisatie afgemaakt en voorzien van procesbeschrijving, functie en taakomschrijvingen, inrichtingsmodel, autorisatieschema en testrapport (onderdeel). Het ingerichte systeem wordt werkend opgeleverd en gedemonstreerd. In deze module werken BI en I studenten samen in een team en is er ook een zekere vakgerichte taakverdeling. Op het eind zijn er voor alle relevante onderdelen nog individuele toetsen en een assessment over met name de implementatietheorie Belangrijkste competenties: Projectmatig opzetten en plannen van een ICT implementatie ; Inrichten en aanpassen van een ERP applicatie in een gegeven situatie; Maken van een volledig en gedocumenteerd procesontwerp met een ontwerpinstrument; Maken en ontwerpen van een A.O. en Informatie ontwerp; Uitvoeren en begeleiden migratietraject van een ICT implementatie Belangrijkste kennisobjecten: Implementatietheorie: context- en belanghebendenanalyse, objecten van verandering, scope en impact van een implementatie, risico-analyse, veranderingstrategieën, fasering en inhoud van een implementatieproces; inleiding in bedrijfs- en informatiearchtectuur. Procesherontwerp: procesherontwerp met Bizzdesigner, actoren en realties, A.O. functiescheiding, Business Rules; Informatieontwerp: autorisatie, testontwerp, gebruikershandleiding, scripten, eenvoudige dictionary, systeeminrichting; Proftaak: Studenten ontwerpen implementatie en richten ERP pakket in en demonstreren werkend systeem conform klanteisen inclusief gebruikersdocumentatie en advies voor de implementatie. Individuele opdracht(en): Het maken van een individueel implementatieplan voor het casus bedrijf. Colleges Demonstratie ISAH en overzicht van verschillende ERP software Procesmodelleren en instructie Bizzdesigner College Implementatie College Architectuur en implementatie Traingen Functionele ISAH trainingen welke wordt gegeven door studenttrainers Training Krachtenveld en risico’s bij een implementatie; presentaties en discussie Training Bizzdesigner en procesmodellering Training Architectuur en infrastructuur Training scripten binnen ISAH (alleen voor I studenten) Training over het ontwerpen van acceptatietesten (alleen voor de BI studenten van een profgroep verplicht). Literatuur SIM3 In Theorie, methodische aanpak van de implementatie van standaard software en informatiesystemen (E.J.D. Kruithof en Margareth Jonker), Academic Service, 2000, ISBN 90 395 1574 3; SIM3 in Praktijk (E.J.D. Kruithof en Margareth Jonker), Academic Service, 2000, ISBN 90 395 1575 1; Grondslagen administratieve organisatie, Deel A: Algemene beginselen, Negentiende editie, Stenfert Kroese 2000, ISBN 90 207 3047 9 Peter Noordam Handen & voeten aan de administratieve organisatie; vastleggen gericht op analyse, ontwerp en beheersing. Tweede druk, Kluwer 1999, ISBN 902 Een introductie tot T-Map (Martin Pol), Tutein Nolthenius, ISBN 90 721 9445 4. Toetsen en assessments Assessment voorbereiding implementatie (groep)
154
Assessment ontwerp en inrichting implementatie (groep) Mondeling theorie implementatie (individueel) Hands-on systeeminrichting ISAH Procesmodellering met BizzDesigner
155
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DI10 DI10:Webbased Informatie Systemen: Onderwijseigenaar: Tommy Heunks Korte omschrijving: De deeltijdperiode Webbased Informatiesystemen is afgeleid van de voltijdmodule VI7. Ze is niet meer zozeer verbonden aan een toekomstige functie van de student informatica, maar met het onderwerp dat hij zal bestuderen. We gaan ons wat meer gaan richten op een systeem, en minder op een functie. In deze periode zullen we uitvoerig aandacht besteden aan Mens Machine Interactie. Het meest interessante daarbij zijn de cognitieve processen. De omgeving waarin we een website zullen bouwen in deze periode is een implementatie van de Java 2 Enterprise Edition (J2EE) architectuur. We zullen HTML- en JSP-pagina’s, Servlets en Beans maken. We zullen werken in een omgeving van NetBeans in combinatie met bijvoorbeeld Sybase producten als PowerDesigner en PowerBuilder. Als ontwikkelomgeving kiezen we e-DSDM. Belangrijkste competenties: Analyseren en (her)ontwerpen de informatiearchitectuur en de systeemarchitectuur. Beoordelen van ICT-ontwikkelingen op relevantie van het (media)domein. Hanteren van programmeerparadigma’s, -talen, -methoden –technieken en programmacomponenten. Ontwerpen mens-machine interface. Specificeren en uitvoeren van module- en integratietesten. Belangrijkste kennisobjecten: Java to Enterprise Edition: JSP pagina’s, Servlets, Beans, MVC. HCI: Professioneel inrichten van de gebruikersinterface van applicaties. e-DSDM: Ontwikkelmethodiek gericht op internetapplicaties. Proftaak: Alle onderdelen worden gecombineerd in de proftaak. We gaan daarbij uit van een uitgewerkte casus met een interne opdrachtgever. die in samenwerking met een bedrijf zal worden uitgevoerd. Individuele opdracht(en): Geen speciale individuele praktijk reflecties. Colleges J2EE e-DSDM Traingen e-DSDM Ontwikkelen J2EE applicaties in NetBeans. Literatuur J2EE: Hans Bergsten: “Java Server Pages”. Third edition. O’Reilly. ISBN 0596005636 Toetsen en assessments Praktijkbeoordelingen van J2EE en systeemontwikkeling.. Mondelinge assessments J2EE Beoordeling proftaak.
156
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI10,11 (schooljaar 2008-2009) Periode: Deeltijd: 2e kwartaal en 3e kwartaal (leerjaar 3) De veranderkundige Onderwijseigenaar: Jessica Huls Korte omschrijving: Centraal in deze module staan de thema’s analyse, strategie, innovatie en verandering. De rol waaromheen de onderwijseenheid is georganiseerd is die van de Veranderkundige. De competenties van een veranderkundige BI-er variëren van het begrijpen hoe organisaties zich vanuit interne dynamiek zich op hun context oriënteren. Om tot een daadwerkelijke verandering te kunnen komen moet de BI-veranderaar zich een beeld kunnen vormen van de context van organisaties in samenhang met de inrichting van organisaties (analyse), begrijpen hoe veranderingen in organisaties gestalte krijgen (strategie) en hoe de aanpak verschilt naar de aard van de organisatie (verander management). Omdat de BI-er met name oog heeft voor de dynamiek zoals die voortkomt uit ontwikkelingen in de IT, kunnen deze veranderingen ook innovatie betreffen. Als Bedrijfskundig Informaticus dien je als interne/externe consultant een bijdrage te leveren aan het innoveren en transformeren van bedrijfsprocessen en bedrijven, gericht op het beter bedienen van de klant. Het vervullen van deze rol stelt hoge eisen aan de BI-er, qua kennis, maar vooral ook qua beroepshouding. De eisen die in dit kwartaal aan de BI-er worden gesteld horen bij de beroepspraktijk van de BI-er die zijn omgeving actief helpt veranderen. Dat vraagt niet alleen inzicht in hoe processen werken, maar ook inzicht in hoe mensen daarin opereren en zelfkennis, hoe de BI-er zelf als trekker en duwer aan de verandering gestalte geeft. Om deze reden is de onderwijseenheid verandermanager één van de laatste die de BI-er in de opleiding doet en heel geschikt als voorbereiding voor de allerlaatste fase, die van het afstuderen. Deze onderwijseenheid vormt de basis voor alle uitstroomprofielen binnen de opleiding Bedrijfskundige Informatica. Belangrijkste competenties: • • • • • •
De organisatieadviseur kan de organisatie analyseren, stelt de diagnose en komt tot een advies. Daartoe moet hij of zij beschikken over de volgende competenties: Richt in, zet op en voert uit een adviestraject met betrekking tot strategieontwikkeling Beoordeelt ICT-ontwikkelingen met het oog op innovaties en/of verbeteringen binnen het bedrijfskundig domein. Wint advies in en gaat na of en in welke mate nieuwe ontwikkelingen haalbaar en aanvaardbaar zijn (stoepje: HBO-I 9). Doet voorstellen voor verbetering en innovatie van organisatie en bedrijfsprocessen op basis van ICT-ontwikkelingen en resultaten van bedrijfskundige diagnose. Besteedt aandacht aan informatie-ethische kwesties.
De verandermanager is de persoon die een veranderingstraject in een organisatie kan initiëren en tot een goed einde brengen. Daartoe moet hij of zij beschikken over: Kennis • • •
op het gebied van Verandermanagement: aard van de mens in veranderingstrajecten aard van de organisatie match tussen project en organisatie
Vaardigheid op het gebied van: • coaching en omgaan met mensen in veranderingstrajecten • toepassen van analyse instrumenten op organisaties • opstellen van projectplannen • opstellen van adviesrapportages Attitudes die leiden tot • Mens gericht zijn; nieuwsgierigheid naar wat de mens beweegt • Doelgericht zijn; het beoogde resultaat willen bereiken • Procesgericht zijn; wens om een verandering te kunnen sturen of zelfs controleren
157
•
Conceptueel kunnen denken; advies gefundeerd in analyse
Vanzelfsprekend staan ook de 6 P&OC-competenties (niveau 3) van BI centraal. De onderwijseenheden: • Strategisch management en IT • Herontwerp bedrijfsprocessen • Organisatie psychologie • Bedrijfs en Informatie-ethiek • Sociotechniek • Management van veranderingsprocessen • Profopdracht verandermanagement Proftaak De studenten leveren aan het eind van de module het volgende op: • Groepsopdracht bestaande uit een productverslag. Het productverslag is het ongevraagd organisatie-advies voor een organisatie. Aan het einde van de module wordt het groepswerk verdedigd voor een commissie. De verdediging zal meegenomen worden in de beoordeling. Opdracht(en): Strategisch management: het maken van een scenarioplanning en een toets Organisatie psychologie: opdracht Bedrijfs- en informatie-ethiek: opdracht Management van veranderingsprocessen: opdracht Voorgeschreven literatuur: Vak Titel Auteur
Moderne Sociotechniek (MST) (periode 3) De moderne scociotechnische benadering, P. van Amelsfoort
Editie Uitgever
St-groep, Vlijmen
Jaar
1999
ISBN
9080138568
Vak Titel
MVP (periode 3) Adviseren als tweede beroep; resultaat bereiken als adviseur
Auteur Editie
hannah nathans 3e geheel herziene druk 2005
Uitgever
kluwer
Jaar
na
ISBN
978-90-13-02880-2
Vak Titel
Herontwerp bedrijfsprocessen (periode 2)
Auteur
J.E. Poll
Editie
druk 1
Uitgever
Lemma
Herontwerp van bedrijfsprocessen
Jaar ISBN
978-90-5189-802-6
Vak Titel
Prof opdracht de Veranderkundige (periode 2 en 3) Competent afstuderen en stagelopen, een advieskundige benadering,
Auteur
Piet Kempen & Jimme Keizer,
Editie Uitgever
Noordhoff Uitgevers
158
Jaar ISBN
ISBN 90 01 46824 1.
Vak Titel
Strategisch management en IT (periode 2)
Auteur
Porter over Concurrentie Micheael E. Porter
Editie
derde druk
Uitgever
Business Contact
Jaar
2007
ISBN
978 90 254 9613 5
Vak Titel
Bedrijfs- en informatie-ethiek (periode 3) Geen verplichte literatuur. In de leerwijzer staat een overzicht met aanbevolen literatuur.
Vak Titel
Organisatie Psychologie (periode 2) Geen verplichte literatuur.
Auteur
159
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid DI11 - Architectuur Onderwijseigenaar: Ger Oosting Korte omschrijving: Het begrip architectuur binnen de ICT is relatief nieuw, veelomvattend, divers, en zelfs omstreden. Binnen de opleiding Informatica wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen (ontwerpen, bouwen, implementeren en onderhouden) van informatiesystemen, waarbij de nadruk ligt op de softwaresystemen (applicaties) en waar programmeren dus een belangrijke plaats inneemt. Er wordt hierin onderscheid gemaakt in software-architectuur en enterprise-architectuur. Applicaties worden altijd ingezet in een organisatorische context, ze bestaan niet op zich maar worden ingezet ter ondersteuning van de bedrijfsprocessen die in die bepaalde organisatie worden gebruikt om de bedrijfsfuncties te kunnen vervullen. Hiermee houdt enterprisearchitectuur zich bezig. Op het software aspect wordt verder ingezoomd en worden er verschillende software-architecturen behandeld. Belangrijkste competenties: Ontwerpt een ICT-architectuur; Analyseert en (her)ontwerpt de architectuur van een informatiesysteem; Bepaalt de hardware- en software architectuur (incl. de technische infrastructuur); Vertaalt de specificaties van een bedrijfskundig informatiesysteem naar de daarvoor benodigde ICT-infrastructuur. Belangrijkste kennisobjecten: Enterprise architectuur: middels Archimate en de case-tool Bizzdesign Architect volgens de DYA methode een enterprise architectuur opstellen. Software architectuur: middels UML en de case-tool Together Architect de software architectuur beschrijven. Proftaak: Ontwikkel voor de gekozen organisatie de enterprise architectuur volgens de DYA-methode (strategische dialoog, business case, architectuur services, etc.). Een van de architectuurservices daarbij is het middels Archimate schema’s in beeld te brengen en voor zover mogelijk een advies te geven m.b.t. de toekomstige invulling van deze architectuur alsook de software architectuur. Individuele opdracht(en): N.v.t. Colleges Enterprise architectuur DYA Software architectuur Service oriented architectuur Traingen Bizzdesign Architect Together Architect Literatuur DYA: snelheid en samenhang in business en ICT-architectuur, Roel Wagter, Martin van den Berg, Joost Luijpers, Marlies van Steenbergen; SOGETI; ISBN 90-72194-62-4 Toetsen en assessments Rapport enterprise architectuur (groep) 3 EC IMINENTARCDB7-07 Rapport software architectuur (groep) 3 EC IMINSOFARCDB7-07 Tentamen architectuur (individueel) 4 EC IMINSOFARCDB7-07
160
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DI12 DI12:Onsluiting informative Systemen: Onderwijseigenaar: Tommy Heunks Korte omschrijving: Deze deeltijdperiode is afgeleid van de voltijdperiode VI8. Veel bedrijven en organisaties hebben meerdere informatiesystemen. Sommige systemen zijn met elkaar gekoppeld, vele echter niet of in gering mate. Denk hierbij niet alleen aan financiële systemen, maar ook verzendlijsten voor klanten, relaties, oud-medewerkers, enzovoort. Vaak zien we problemen als: Men wil meer informatie uit de systemen halen voor de bedrijfsvoering of voor klanten, zowel operationeel als strategisch en de wijze van informatie verschaffing: tegenwoordig zijn hier vele media. Bij het maken van dit soort toepassingen komen de volgende vragen aan de orde: wat is de (software) architectuur van de toepassingen, hoe koppelen we verschillende databases aan verschillende toepassingen, gebruiken we php, asp, corba, html enz, hoe gaat de communicatie naar het consumentenapparaat en hoe wordt deze communicatie verzorgd. Belangrijkste competenties: Ontwerpen van een ICT-architectuur, Analysefen en (her)ontwerpen van de architectuur van een informatiesysteem. Toepassen van programmeerparadigma’s, -talen, -methoden –technieken en programmacomponenten. Verifieren en valideren van de kwaliteit van de specificaties. Opstellen van specificaties op voor een software systeem. Belangrijkste kennisobjecten: Applicaties voor mobiele telefonie: NRG Parlay, MIDlets, IMS, SDS. Proftaak: Ontwerp een systeem dat in staat is dit soort informatie te ontsluiten en wel met behulp van bijvoorbeeld een mobiele telefoon, een PDA, een computer met een internetbrowser enzovoorts. Individuele opdracht(en): . Colleges NRG Parlay MIDlets IMS Traingen NRG Parlay MIDlets IMS Literatuur Geen aan te schaffen boeken; materiaal wordt electronisch beschikbaar gesteld. Toetsen en assessments Praktijkbeoordeling programmeertechnieken. Mondeling assessment programmeertechnieken. Beoordeling proftaak.
161
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI12 DBI2: ERP implementatie Onderwijseigenaar: Adrie Rovers In ontwikkeling.
162
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid DI13 – ICT Service Management Onderwijseigenaar: Ger Oosting Korte omschrijving: In dit kwartaal wordt aandacht besteed aan de laatste fase uit de levenscyclus van een informatiesysteem: het beheer. Naast beheermethoden an sich wordt er vanuit services gekeken naar de vraag en aanbod kant van beheer services en hoe dit kan worden ingericht. Het is hierbij van belang dat je leert kijken naar (complexe) organisaties. Je krijgt inzicht in de principes en toepassingen van ICT binnen organisaties. Je bent in staat om een organisatie en haar bedrijfsvoering en informatievoorziening verantwoord te diagnosticeren, knelpunten te signaleren en op te lossen. Belangrijkste competenties: Kan architectuur ICT voorzieningen analyseren, ontwerpen en hierover adviseren; Kan voorstellen doen voor het methodisch beheren van een exploitatieomgeving; Kan voorstellen doen voor onderhoud en ontwikkeling van applicaties; Kan Service Level Agreement (SLA) samen stellen; Kan aangeven hoe beheer als dienst ook in de toekomst ingezet kan worden; Kan een cultuuranalyse uitvoeren voor een organisatie; Kan gedrag van individuen en groepen in organisaties analyseren en verklaren. Belangrijkste kennisobjecten: • afbakening, doelstelling en belang van ICT Service Management • klassiek beheer • vraag- en aanbodkant: functioneel beheer, applicatiebeheer, exploitatie • methoden (ITIL ASL, BISML et cetera). • organisatie van taken en processen • objecten van sturing en beheer • sturing van ICT-voorzieningen • aspecten: financieel, personeel, inkoop van producten en diensten • contracten • organiseren en individu; groepen in organisaties; wat is het belang van cultuur • kwantitatieve cultuuronderzoek instrumenten Vokipo en Handerson & Handy Proftaak: N.v.t. Individuele opdracht(en): Maken vragen uit de Cultuur reader Uitvoeren cultuuronderzoek Colleges ITIL ASL BISL Vraag en aanbod van beheerservices Cultuur Traingen N.v.t. Literatuur ITSMF IT Service Management een introductie op basis van ITIL ISBN: 90-806713-2-0 Een Framework voor Functioneel Beheer en Informatiemanagement ISBN: 90-77212-40-X Gedrag in Organisaties ISBN: 90 01 032095 Digitale reader van André Jaspers: Mens, organisatie en cultuur januari 2003, Academie voor ICT en Business Toetsen en assessments ICT Service Management 6 EC IMINICTSERBD9-08 Cultuuranalyse 4 EC IMINCULTANBD9-08
163
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI13* Periode: Deeltijd: 1e kwartaal 4e leerjaar DBI13: De ICT-manager* Onderwijseigenaar: Jean Paul Hagenberg Korte omschrijving: Het bedrijfsmanagement van een business unit (Schade Particulier) van een verzekeringsbedrijf (VIHG) bestaat docenten. Ten behoeve van het bedrijfsmanagement moeten de studenten de huidige inrichting van de ICT-beheerorganisatie evalueren, de uitkomsten daarvan analyseren en aanbevelingen doen voor een betere inrichting. In dit kader dienen ze tevens expliciet aandacht te besteden aan het vigerende informatiebeveiligingsbeleid en de toegepaste beveiligingsmaatregelen. Daarnaast moeten ze een beschrijving maken van architectuur. Tevens worden ze geacht de bij het bedrijfsmanagement aanwezige informatiebehoefte in kaart te brengen en te komen met concrete voorstellen voor de invoering van Business Intelligence (BI) c.q. managementondersteunende systemen en een financieel meet- en beheersingssysteem. Sommige voorstellen dienen onderbouwd te worden met een zogenaamde “business case”, of te wel bedrijfsmatige onderbouwing, en een bijbehorende kosten-batenanalyse waarbij tevens mogelijke risico’s in kaart worden gebracht. Belangrijkste competenties: ICT-beheer op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Informatiebeveiligingsmaatregelen en het opstellen van een informatiebeveiligingsplan, architectuurbeschrijving, verschillende Business Intelligence-systemen kunnen onderscheiden. Belangrijkste kennisobjecten: Kwaliteit en Beheer van de IV: Functioneel Beheer (BISL), ApplicatieBeheer (ASL) en Exploitatie van ICT (ITIL) Informatiebeveiling: Verschillende beveiligingsmaatregelen, code voor informatiebeveiliging, Bautz-kubus Management van de IV: de DYA methode van Sogeti, Archimate, de tool Bizzdesign Architect, diverse architectuur frameworks (Zachman, Kruchtens 4+1, Togaf, IAF). Business Intelligence: traditionele management support systemen vs. business intelligence, datawarehousing, decision support systems, executive information systems Proftaak Studenten dienen het volgende op te leveren t.b.v. het management van de betreffende business unit: een beslissingsdocument t.b.v. een betere inrichting van de IV-beheerorganisatie, een informatiebeveilingsplan, een architectuurbeschrijving, een presentatie t.b.v. een keuze voor een business intelligence systeem. Individuele opdracht(en): IOP1 Beheer en Kwaliteit van de IV: Toets IOP2 Management van de IV: Individuele opdracht IOP3 Business Intelligence: Het uitvoeren van een onderzoek naar een business intelligence systeem in de praktijk Inhoud van colleges en trainingen Colleges: Zie onderdeel “Belangrijkste kennisobjecten” Voorgeschreven literatuur: “Informatiebeveiliging onder controle”; P. L. Overbeek, E. Roos Lindgreen; Pearson Education Benelux BV, tweede druk, 2005; ISBN 9043006920 http://www.pearsoneducation.nl “Code voor informatiebeveiliging”; Nederland Normalisatie-instituut; in PDF formaat via Blackboard. “DYA: snelheid en samenhang in business en ICT-architectuur”, Roel Wagter, Martin van den Berg, Joost Luijpers, Marlies van Steenbergen, 3e editie, uitgever: Tutein Nolthenius: http://www.utn.nl, ISBN: 9072194624. Wordt schriftelijk getentamineerd Aanbevolen (niet verplichte) literatuur: ”Informatiekunde voor het HBO, AIV”; Th. Derksen, H. Crins;
164
Academic Service, zesde druk; ISBN 9039512833 http://www.academicservice.nl Tijdens de colleges zal gewezen worden op aanvullende on-line literatuur. Wordt schriftelijk getentamineerd
* DBI13 is inhoudelijk gelijk aan VBI7 uitgezonderd de trainingen en het onderdeel Financiële meet- en beheersingssystemen. Dit laatste onderdeel wordt aangeboden in het derde leerjaar DBI10 Implementatie met als omschrijving “cost information systems”.
165
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid DI14 – Design patterns Onderwijseigenaar: Ger Oosting Korte omschrijving: In deze periode gaan we dieper in op het oplossen van ontwerpproblemen met behulp van design patterns. We gaan er van uit dat je voldoende kennis en vaardigheid hebt in het uitvoeren van een object georiënteerd analyse en het opzetten van een relevante architectuur. Je leert hoe je vanuit het system design achtereenvolgens de ontwerpproblemen onderkent, voor elk probleem een adequate oplossing vindt en die oplossing vervolgens ook programmeert, test en oplevert. Ten slotte lever je als groep het product op. Tijdens de oplevering worden de bij de doelstellingen vermelde competenties tijdens een assessment beoordeeld. Belangrijkste competenties: Bepaalt de hardware en software architectuur. Gebruikt formele methoden en technieken bij het ontwerp en verificatie van een softwaresysteem of componenten daarvan. Ontwerpt en bouwt een softwaresysteem, waarbij omvang en complexiteit groot zijn. Belangrijkste kennisobjecten: Design patterns ontwerp: in de case-tool Together Developer design patterns op ontwerpnivo toepassen. Design patterns programmeren: in de case-tool Together Developer design patterns implementeren als ook OCL toepassen. Proftaak: De proftaak omhelst het ontwikkelen van een applicatie waar veel interactie met verschillende hardware componenten in zit. Je ontwikkelt een applicatie waarmee een wandelaar m.b.v. een gpsontvanger een tevoren gedefinieerde route gaat lopen. Tijdens de wandeling zal de wandelaar gewezen worden op een aantal bezienswaardigheden. Individuele opdracht(en): N.v.t. Colleges Design patterns OCL Traingen Together Developer Literatuur Design Patterns “Head First Methode” , Eric Freeman, Academic Service, ISBN 978-90-774-42715 Toetsen en assessments Design Patterns Ontwerp (groep) IMINDPONMIDSS-08 (4 EC) Design Patterns Bouwen (individueel) INMINPRGSMIDSS-08 (5 EC) Project Grote Systeen (groep) IMINPRGSMIDSS-08 (1 EC)
166
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid: DBI4 - 16 Deeltijd: 2e + 3e + 4e kwartaal 4e leerjaar DBI14-16: Minor Innovatie: Onderzoek en Advies Onderwijseigenaar: Jessica Huls Korte omschrijving: Het centrale thema van deze minor heeft betrekking op technologie en innovatie en de mogelijkheden van innovatie om verbeteringen in de bedrijfsvoering van organisaties door te voeren. Innovatie of vernieuwing is het invoeren van nieuwe ideeën, goederen, diensten en processen. Innovatie kan plaatsvinden binnen organisaties maar ook binnen bredere verbanden. Het proces van innovatie draait om dingen op een nieuwe (en zo mogelijk ook betere) manier aan te pakken. Naast innovatie staat het opzetten en uitvoeren van een onderzoek in deze minor centraal. Door middel van het uitvoeren van een onderzoek kan een professional zich verdiepen in een onderwerp en/of probleemstelling. Afhankelijk van het doel van het uit te voeren onderzoek zijn er verschillende soorten onderzoek. In het kader van deze minor zullen we ons voornamelijk beperken tot het uitvoeren van een beschrijvend en/of exploratief onderzoek. Door uit te gaan van een concrete bedrijfscasus zal het uit te voeren onderzoek zich kunnen richten op de (on)mogelijkheden van innovatie om verbeteringen in de bedrijfsvoering van een organisatie door te voeren en/of een oplossing te bieden voor een reeds aanwezig probleem. Gekoppeld aan het opzetten en uitvoeren van een onderzoek, staat de acceptatie en betrokkenheid van de mens bij de inrichting en uitvoering van veranderprocessen centraal. Deze mensgerichte benadering komt tot uiting op meerdere niveaus: van het topmanagement van organisaties tot de werkvloer en van maatschappelijke veranderprocessen tot individuele loopbaan- en ontwikkeltrajecten. In deze module is er voor gekozen om dit laatste niveau en het groepsproces als uitgangspunt te hanteren en aldus een aantal Onderzoeks- en adviescompetenties centraal te stellen. Hierbij kan men denken aan adviesvaardigheden, presenteren, analyseren, oordeelsvorming, interviewen en innovatief ondernemen. Belangrijkste competenties: Innovaties benoemen, categoriseren en analyseren, uitvoeren van onderzoek met behulp van een onderzoeksontwerp, creativiteit, samenwerken en time management. Belangrijkste kennisobjecten: Technologie en innovatie: strategy and technology mapping, intra organizational ecology of strategy, creating capablilities, managing teams, induced and autonomous strategic process Onderzoek en advies: Onderzoeksontwerp, conceptueel ontwerp, technisch ontwerp, onderzoeksdoelstelling, -model, -vraagstelling, -strategie, -materiaal, -planning Simulatie en scenarioplanning: Discrete-event simulation, continuous simulation, Monte Carlo simulation, hybrid simulation, simulatiemodellen, iconische, analoge en symbolische modellen, endogene en exogene elementen, modelbouw, systeemtheorie, Ithink-modellering, scenarioplanning Internationalisering: functional distance, the information revolution, New Keynesian, Monetarists, history of economic thought, market place theories, economic clusters, history of globalization, global, national and corporate governance, global cultural diversity and cross cultural management Total Quality Mangement: Kwaliteit is een kameleolontisch begrip; iedereen gebruikt het en tevens geeft eenieder er zijn eigen betekenis aan. Er wordt gestart met een stukbegripsbepaling, waarna verder wordt geborduurd op de wijze lessen van de kwaliteits Gurus. Tools en methodieken behorende tot het vakgebied worden behandeld en er wordt ingegaan op de gevolgen van kwaliteitsprijzen en systeemcertificatie. Marketing en E-business: E-business is niet meer weg te denken uit onze hedendaagse maatschappij. De OWE heeft een exploratief karakter waar bij we de ontwikkelingen op het vakgebied onder de loep nemen en kijken welke opportunities het organisaties kan verschaffen. Proftaak De profopdracht is de groepsopdracht behorende bij Technologie en Innovatie. Informatie is te vinden bij ‘opdrachten’. Opdracht(en): Internationalisering: Opdracht Onderzoek en Advies: een onderzoeksopzet maken. Technologie en Innovatie: Deel 1: Voor een concreet bedrijfsprobleem of opportunity wordt met de Triz en SIT methodiek een oplossing conceptueel uitgewerkt en ontworpen. Dit concept wordt voorzien van een verdien-of bedrijfsmodel met het business model framework van Osterwalderconfmorm .Er wordt een innovatiescan ontworpen en uitgevoerd bij het innovatiebedrijf. Het geheel resulteert in een beknopt rapport en een presentatie.
167
Deel 2:Op basis van een innovatiescan wordt zowel een branche analyse van de technologische en innovatie ontwikkelingen gemaakt als een analyse van de innovatiecapaciteit van de betreffende organisatie. Het geheel resulteert in een advies voor de betreffende organisatie voor het maken van keuzes inzake innovaties en de interne ontwikkel inspanningen om deze te kunnen realiseren. Simulatie- en scenarioplanning: Presentatie praktijkvoorbeeld simulatie, bouwen simulatie model m.b.v. Ithink, toets Inhoud van colleges en trainingen Colleges: Zie onderdeel “Belangrijkste kennisobjecten” Voorgeschreven literatuur: Trends in IT, P. Noordam en A. van der Vlist, 2006/2007 Paperback | 194 Pagina's | Sdu Uitgevers ISBN10: 9012114896 | ISBN13: 9789012114899 Strategic Management of Technological Innovation, (SMTI) Meslissa A. Schilling, Paperback | 304 Pagina's | McGraw-Hill Education - Europe | New title ISBN10: 0072942983 | ISBN13: 9780072942989 Over Innovatie, artikelen van Harvard Business Review Paperback | 162 Pagina's | Uitgeverij Thema ISBN10: 9058710831 | ISBN13: 9789058710833 Worden digitaal beschikbaar gesteld en op website: http://www.businessmodeldesign.com/business-model-research.html http://www.e3value.com/ Alexander Osterwalder (2004) The Business Model Ontology - a proposition in a design science approach, PhD Dissertation, University of Lausanne, Switzerland (pdf) (3mb) Alexander Osterwalder, Yves Pigneur & Christopher Tucci (2005) Clarifying Business Models: Origins, present and Future of the Concept, CAIS (preprint) Jaap Gordijn. E3value in a Nutshell. Technical report, HEC University Lausanne, 2002. PDF Abstract. Jaap Gordijn. Value-based requirements Engineering: Felix Janszen, Innovatief Ondernemerschap en Innovatiemanagement, Inpaqt, Rotterdam 2005. pdf file Reader Triz Reader SIT Piet Verschuren, Hans Doorewaard. Het ontwerpen van een onderzoek, Boom, Lemma. 2007 ISBN 978 90 593 1496 2 Nel Verhoeven. Wat is onderzoek ? Praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. ISBN 978 90 473 0001 4 Licentie Hogeschooltaal. Basis- en beroepsvaardigheden schriftelijke taalvaardigheid. Via Academie Global Organizational Networks by Jelle Alkema 2007 Chapter two: “Global organizational Patterns” Reader Globalization November 2006 Mondialisering, door Lou Keune Globalization as a theme in Organizational Science, by Jelle Alkema 0.1.6.1.1.2
Globalisering, kans of bedreiging, door Jan peter Balkenende
Rethinking American Management Strategies by Stephen Kelly Professional culture in education in a consumer market, by Jelle P. Alkema
168
Hofstede's Model of National Cultural Differences and Their Consequences by Dr. Brendan McSweeney On competition by Porter Computernetwerken, 3e druk / 2005, James F. Kurose, Keith W. Ross, ISBN 9043009865, Pearson education
169
Minor Kennis- en Contentmanagement (KCM) Periode: 2e, 3e en 4e kwartaal 4e leerjaar BI (DBI14-DBI16) Onderwijseigenaar: Marga Jacobs Korte omschrijving: In de minor Kennis- en contentmanagement worden de competenties van studenten op het gebied van kennis, content en documentmanagement verdiept. Dat betekent dat ze op deze gebieden systemen inrichten, praten met opdrachtgevers en adviseren over de beheersaspecten en uitbouwmogelijkheden. De nadruk ligt daarbij op de bedrijfsprocessen (vooral bij de DMS) en op de manieren waarop informatie toegankelijk gemaakt kan worden. Deze competenties worden verdiept en taxonomiebouw en ontologien komen daarbij aan de orde. Om niet alleen zoekmogelijkheden als bouwer te leren kennen wordt ook gewerkt aan de verdieping van de vaardigheden op het gebied van information retrieval in geavanceerde databases en de rapportage hierover. In de minor wordt onderwijskundig een brug geslagen naar het afstuderen. Dat betekent dat de studenten steeds verder gaand zelfstandig de opdrachten in overleg met de opdrachtgevers concretiseren en zelf bepalen welke aanpak ze kiezen voor de realisatie. Zoveel mogelijk wordt in deze periode aan echte opdrachten uit de praktijk gewerkt of worden daaraan bijdrages geleverd. Het beleidsmatig een eigen visie kunnen ontwikkelen en formuleren ondersteund met vakken op het gebied van trendsanalyse en collectiebeleid. Daarbij worden artikelen geschreven om ook de communicatieve vaardigheden richting doelgroepen buiten de ict-sector te vergroten. Belangrijkste competenties: Onderzoeken gespecialiseerde informatiebronnen, argumenteren, adviseren, bouwen taxonomie, kennis op het gebied van kennismanagement, documentmanagement, uitvoeren interviews en verwerken van de resultaten, analyse van de informatie (content) en de informatiebehoefte, implementeren van inhoudelijke ontsluitingssystemen, trendsanalyse en schrijven voor een groter publiek. Belangrijkste kennisobjecten: Onderzoek: Interviewen opdrachtgever, literatuuronderzoek Informatieanalyse: Analyseren en selecteren uit gespecialiseerde bronnen, digitale collectievorming. Informatie ontsluiten: Taxonomie bouwen en trefwoorden toepassen. P&OC's: Schriftelijke communicatie (schrijven artikelen), adviseren, presenteren. Beleid: Kennismanagement, trendsanalyse. Informatiekunde: Contentmanagement en documentmanagement inrichten, information retrieval Bedrijfsprocessen: Bedrijfsprocessen in workflow vertalen voor het DMS. ICT: Content Management Systeem, Wiki en Document Management Systeem (allen open source). Proftaken De groepsopdrachten van de minor betreffen het inrichten van een wiki en een Content Management Systeem. Bij de wiki hoort ook het maken van een communicatieplan en bij de CMS een advies over het beheer. Individuele opdrachten − De minor kent een veelheid aan kleine individuele opdrachten die in de vorm van portfolio’s worden opgeleverd. − Daarnaast zijn er twee grotere individuele opdrachten: een gespecialiseerd bronnenonderzoek en het inrichten van een workflow in een DMS. Inhoud van colleges en trainingen Informatiebronnen (werkcolleges) Over gespecialiseerde databases met veel verschillende soorten informatie en manieren om informatie toegankelijk te maken. DMS (colleges en practica) Over het inrichten van Document Managementsystemen en het ontwerpen van een workflow daarbinnen. Trends in documentaire informatie (werkcollege) Over het analyseren van trends en ondersteuning bij het schrijven van artikelen daarover. Collectievorming en collectiebeleid Over digitale collectievorming, serials crisis, wetenschappelijke informatievoorziening, gebruikersonderzoek en information literacy.
170
Taxonomiebouw Verdiepen kennis classificatie, bouwen taxonomie. Kennismanagement Kennismanagement met nadruk op het managen van de tacit kennis en over kenniskaarten en concept maps, mogelijkheden ontologie. CMS (werkcollege en practica) Open source CMS inrichten met de nadruk op de terugvindbaarheid van de informatie Voorgeschreven literatuur Mathieu Weggeman, Kennismanagement: de praktijk / druk 1 Hardcover | 243 Pagina's | Scriptum ISBN10: 9055941808 | ISBN13: 9789055941803 Peter Noordam, Aart van der Vlist & Barry Derksen: Trends in IT 2008/2009 / druk 1 Op tijd investeren in de juiste technologie 2008; 256 Pagina's ISBN13: 9789080905146 Verder artikelen op de uiteenlopende gebieden. Toetsen (totaal 30 ECTS)
ECTS
Gespecialiseerd bronnenonderzoek
individueel
2
Praktijkopdracht Documentaire Informatie
groep
4
Informatie zoekopdracht en rapportage
individueel
2
Collectievorming en -beleid
individueel
2
Praktijkopdracht Informatiebronnen
groepsopdracht
4
Trends in documentaire informatie
individueel
2
Kennismanagement
individueel
4
Praktijkopdracht contentmanagement 1
individueel
4
Praktijkopdracht contentmanagement 2
groepsopdracht
4
Kennistransfer 1
individueel
1
Kennistransfer 2
individueel
1
171
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid DI15 – Service Oriented Architecture (theorie) Onderwijseigenaar: Ger Oosting Korte omschrijving: SOA gaat over ontwerpen, over architectuur, niet alleen van software, maar ook van bedrijfsprocessen. In de SOA-ontwerpstijl speelt het servicebegrip de centrale rol. Daarmee onderscheidt deze stijl zich van andere zoals de gegevens-gerichte en werkstroom-gerichte manier van ontwerpen. Belangrijkste competenties: Past ICT-ontwikkelingen in een te (her)ontwerpen bedrijfsproces in Analyseert en (her)ontwerpt de informatiearchitectuur en de systeemarchitectuur Belangrijkste kennisobjecten: 1. Introductie in het begrip service-oriëntatie: a. Wat zijn de beloften van een servicegerichte proces-integratie c. Een theoretisch kader voor service-oriëntatie d. Service-oriëntatie, maar nu ondersteund met IT-technologie 2. SOA en BPM, ESB, SAAS, webservices, Web 2.0 en wat deze aangrenzende gebieden met SOA van doen hebben 3. NORA – Nederlandse Overheid Referentie Architectuur Proftaak: Gezamenlijke visie-ontwikkeling (in groepjes) wat een service georiënteerde procesintegratie betekent voor de competenties van werknemers (top- en middenmanagement, kenniswerkers) en hun werkwijzen in de organisaties (uit te werken in een discussiestuk). Individuele opdracht(en): N.v.t. Colleges SOA binnen een organisatie SOA en webservices SOA en security SOA en Shared Service Center Traingen N.v.t. Literatuur Bronnen op internet Toetsen en assessments SOA(individueel) IMINSOATMIDSS-08 (3 EC) Re-engineering (groep) IMINREENMIDSS-08 (2 EC) Keuzevak IMINKEUZEDI15-08 (5 EC)
172
Nummer en Naam van de Onderwijseenheid DI16 – Service Oriented Architecture (praktijk) Onderwijseigenaar: Ger Oosting Korte omschrijving: In deze periode zal de theorie van SOA omgezet worden in de praktijk. Gevraagd wordt om vanuit de specificatie van Project Grote Systemen iteratief en incrementeel het systeem m.b.v. webservices te ontwikkelen. Belangrijkste competenties: Stelt a.d.h.v. specificaties van het bedrijfsproces specificaties op van aan het bedrijfsproces gerelateerde informatiesystemen Ontwerpt en bouwt een softwaresysteem, waarbij omvang en complexiteit groot zijn Hanteert programmeerparadigma’s, -talen, -methoden –technieken en programmacomponenten Belangrijkste kennisobjecten: Webservices programmeren: in de ontwikkelomgeving Oracle SOA-suite webservices implementeren. Proftaak: Als casus wordt een inzetsysteem voor de AIB genomen waarvan een Business Area Document als input is gegeven in het onderdeel DI15-PGS. Voor het ontwerpen en programmeren maak je gebruik van Java en een ontwikkelplatform voor SOA. Deze ontwikkelomgeving ga je in de voorbereiding zelf inrichten. Om tot een werkend programma te komen zullen er testcases moeten worden opgesteld als ook fysieke testgevallen. Er wordt naar gestreefd om de organisatie zo snel mogelijk kennis te laten maken met functionaliteit van het nieuwe systeem. Een iteratieve en incrementele ontwikkelmethode is name geschikt voor deze casus, omdat je hierin incrementeel ontwikkelt, van testcases uitgaat en continue integreert. Individuele opdracht(en): N.v.t. Colleges Gastcollege – praktijk van Service Oriented Architectuur (Accenture) Traingen Oracle JDeveloper Oracle SOA-suite Literatuur Diverse tutorials van Oracle JDeveloper beschikbaar op het Oracle Technology Network Toetsen en assessments SOA – praktijk (groep) IMINSOAPMIDSS-08 (5 EC) Keuzevak (individueel) IMINKEUZEDI16-08 (5 EC)
173
Bijlage 13: Toetsregeling
174
Studenten van Avans Hogeschool zijn verplicht zich volgens de regels in te schrijven voor toetsen. Onder toetsen wordt in dit document verstaan: alle toetsen waar je een cijfer voor kunt behalen (bijvoorbeeld theorie-, praktijktoets, verslag, stage ed). In lesweek 5 van iedere periode kun je je inschrijven voor de toetsen via Osiris. Op Intranet (BlackBoard) vind je de werkwijze ‘Osiris instructie’. Let op: je moet je niet inschrijven voor cursussen alleen voor toetsen! Wanneer je te laat bent, is inschrijven nog mogelijk precies tot 5 werkdagen voorafgaande aan de toetsdatum. Je bent dan wel verplicht een bijdrage van 25 Euro te betalen. De betaling van deze bijdrage wordt gedaan door het ondertekenen van een machtiging bij een van de servicebalies van de afdeling Roosteren, Evenementen en Tentamineren (HA019). Dat kan dagelijks tussen 10.00 en 15.00 uur. Wanneer gebruik wordt gemaakt van deze € 25,- regeling, kom je op een aparte presentielijst terecht, samen met andere ‘te late inschrijvers’. Let dus op in welk lokaal je verwacht wordt. Studenten die niet op de presentielijst voorkomen, wordt de toegang tot het tentamen ontzegd. Het ongedaan maken van de getekende machtiging kan uitsluitend indien je in beroep gaat bij de examencommissie van je opleiding. Alleen met toestemming van de examencommissie van de academie/opleiding wordt het bedrag op je rekening teruggestort. Inschrijving binnen 1 week voor de toetsdatum is alleen in hoge uitzondering mogelijk en alleen na toestemming van de examencommissie van de opleiding! Ook dan ben je 25 Euro verschuldigd. Wanneer er nog vragen zijn m.b.t. bovenstaande informatie, kun je je wenden tot de servicebalie van RET (HA019).
175
176
177
Bijlage 14: Stagevrijstellingformulier-jaar3-Informatica Academie ICT en Business Breda OPLEIDING INFORMATICA
Datum
Paraaf
Ontvangst Advies Examen Commissie
wel / niet akkoord
Afwikkeling
AANVRAAG STAGEVRIJSTELLING OPLEIDING Specialisatie NAAM STUDENT
studentnummer
dhr/mevr
Adres
nr.
Postcode
Woonplaats
Telefoon privé
Telefoon werk
E-mail NAAM WERKGEVER Adres
nr
Postcode
Plaats
Contactpersoon
Functie cont.pers.
Afdeling student Aantal personen afdeling
Aantal personen organisatie
Huidige functie student
Omvang
Datum indiensttreding bij bedrijf
Datum ingang huidige functie
Naam direct leidinggevende
Functie
Participeert de student in overlegsituaties in de organisatie?
0 ja
fte
0 nee
Zo ja, wat is de aard van deze overlegsituaties?
Aanvullende opmerkingen:
VERPLICHT TOE TE VOEGEN BIJLAGEN - recent C.V. - organisatieschema - kopie arbeidsovereenkomst - werkgeversverklaring
Voor richtlijnen: zie laatste pagina
Handtekening direct leidinggevende
Bedrijfsstempel
Handtekening student
________________________________
Datum:_____________
__________________________________
178
COMPETENTIESCORES Deze pagina moet ingevuld en ondertekend worden door uw direct leidinggevende Uit de opgedane werkervaring moet blijken dat de student hbo-waardige activiteiten verricht. Hiertoe dienen de onderstaande waarderingsmogelijkheden voor de aanvraag te worden ingevuld. De waardering loopt op van 1 (is zeer slecht) tot en met 10 (is uitmuntend) De criteria zijn gebaseerd op de kernkwalificaties voor hbo-bacheloropleidingen ICT (zie bijlage).
A1. Brede professionalisering
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A2. Multidisciplinaire integratie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A3. Wetenschappelijke toepassing
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A4. Transfer en brede inzetbaarheid
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A5. Creativiteit en complexiteit in handelen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A6. Probleemgericht werken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A7. Methodisch en reflectief denken en handelen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A8. Sociaalcommunicatieve bekwaamheid
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A9. Basiskwalificering voor managementfuncties
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
A10 Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Datum Naam direct leidinggevende
Bedrijfsstempel
Handtekening direct leidinggevende
179
COMPETENTIESCORES Deze pagina moet ingevuld en ondertekend worden door uw direct leidinggevende Uit de opgedane werkervaring moet blijken dat de student hbo-waardige activiteiten verricht. Hiertoe dienen de onderstaande waarderingsmogelijkheden voor de aanvraag te worden ingevuld. De waardering loopt op van 1 (is zeer slecht) tot en met 10 (is uitmuntend) De criteria zijn gebaseerd op de kernkwalificaties voor hbo-bacheloropleidingen ICT (zie bijlage).
B1 Analyseren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
B2 Adviseren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
B3 Ontwerpen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
B4 Realiseren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
B5 Beheren
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Datum Naam direct leidinggevende
Bedrijfsstempel
Handtekening direct leidinggevende
180
RICHTLIJNEN VOOR DE BIJLAGEN - RECENT C.V. - KOPIE ARBEIDSOVEREENKOMST U kunt - voor zover gewenst - 'gevoelige' informatie (bijv. salaris) onleesbaar maken - ORGANISATIESCHEMA Geef hierop duidelijk aan wat de plaats is van de uitgeoefende functie en laat de relaties tot uiting komen. Het organigram moet door uw direct leidinggevende geparafeerd worden.
- WERKGEVERSVERKLARING
Het doel van de werkgeversverklaring dient te zijn dat u aantoont minimaal 1,5 jaar relevante en recente werkervaring te bezitten, waarvan minimaal 6 maanden op hbo-niveau. De 1,5 jaar werkervaring moet minimaal 20 uur per week zijn of een totaal van 1200 uur. Stage lopen om hbo-niveau te krijgen is totaal 400 uur (= 0,5 jaar). Stages gelopen tijdens voorgaande studies tellen niet mee als werkervaring! Een werkgeversklaring dient de volgende elementen te bevatten: 1.
De benaming van de functie(s) die u de afgelopen 1,5 jaar vervuld heeft en per wanneer van welke functie sprake is.
2.
De plaats van de functie binnen de organisatie.
3.
Functieomschrijving: een uitgebreide omschrijving van de werkzaamheden, waarin een duidelijke opsomming van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden is opgenomen. Deze functieomschrijving dient voorzien te zijn van een firmastempel en de handtekening van uw direct leidinggevende en datum van opmaak.
4.
Wanneer de student zelfstandig ondernemer is, dienen er referenties te worden opgegeven die door de Deeltijd opleiding Informatica kunnen worden nagetrokken. Verder dient een uittreksel van de Kamer van Koophandel te worden meegestuurd.
De werkgeversverklaring dient te zijn ondertekend door een daartoe bevoegd persoon (hoofd personeelszaken of directielid van het betreffende bedrijf) en te zijn opgesteld op officieel briefpapier van het bedrijf. Mocht u uw huidige functie nog geen 1,5 jaar (waarvan 6 maanden op hboniveau) uitoefenen, dan dient u ook een werkgeversverklaring(en) van uw vorige werkgever(s) bij te voegen.
Afgeven bij het Onderwijsbureau AIB (HC102) óf deponeren in postvak Onderwijsbureau AIB óf opsturen naar: Academie ICT en Business T.a.v. Onderwijsbureau AIB (HC102) Postbus 90116 4800 RA Breda
181
Bijlage (Afkomstig uit de publicatie “Bachelor of ICT, Een competentiegerichte profielbeschrijving” HBO-I platform, december 2004) Tabel 3: Bouwstenen voor competenties voor de Bachelor of ICT
Algemene bouwstenen voor competenties voor de Bachelor of ICT (de hbokernkwalificaties toegepast op de Bachelor of ICT) A1 Brede professionalisering Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team, ook in een internationale omgeving. Geeft richting en inhoud aan de ontwikkeling van de persoonlijke beroepsrelevante competenties, onder andere op basis van feedback en zelfreflectie. Kan (recente wetenschappelijke) kennis en inzichten toepassen in verschillende beroepssituaties. Is ondernemend, toont initiatief en durft risico te nemen. Is toegerust met actuele kennis die aansluit op recente (wetenschappelijke) kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten. Is resultaatgericht en stressbestendig bij kritische beroepssituaties. A2 Multidisciplinaire integratie Is toegerust om oplossingen te bieden voor vraagstukken gesteld vanuit verschillende disciplines van het beroepenveld. Kan kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden van verschillende vakinhoudelijke disciplines integreren vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen als ict’er. A3 (Wetenschappelijke) toepassing Kan (recente wetenschappelijke) kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toepassen op een voorspelbare en betrouwbare manier in verschillende beroepssituaties. Kan relevante informatie verzamelen uit diverse bronnen. A4 Transfer en brede inzetbaarheid Kan kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in verschillende beroepssituaties. Kan kennis, inzichten en vaardigheden overdragen aan ict-professionals en aan andere professionals binnen een organisatie. A5 Creativiteit en complexiteit in handelen Kan vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn, analyseren. Komt met ideeen voor oplossingen. Is creatief, heeft zicht op (on)mogelijkheden van ‘nieuwe’ media, en denkt vanuit de gebruiker. A6 Probleemgericht werken Kan zelfstandig een probleem definiëren bij een (complexe) praktijksituatie of bij het uitvoeren van het beroep van ict’er. Analyseert de gestelde eisen en mogelijkheden. Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten. Ontwikkelt en past zinvolle (nieuwe) oplossingstrategieën toe en kan de effectiviteit hiervan beoordelen. A7 Methodisch en reflectief denken en handelen Kan in een (multidisciplinaire) omgeving een onderzoekstraject, ontwikkeltraject en beheertraject (projectmatig) inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen. Stelt realistische doelen. Stelt projectplannen op. Kan een projectplan beoordelen op inhoudelijke, financiële en organisatorische gronden. Voert werkzaamheden van het project uit volgens de geselecteerde methoden en technieken. Reflecteert op het (beroepsmatig) handelen op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. A8 Sociaalcommunicatieve bekwaamheid Communiceert op diverse manieren effectief met verschillende geledingen. Werkt zelfstandig en werkt resultaatgericht samen in een multidisciplinair team. Kan luisteren naar de inbreng van een ander. Heeft een eigen inbreng. Reflecteert op eigen gedrag. Kan conflicten hanteren. Kan vakliteratuur in de Nederlandse en de Engelse taal lezen. Kan een verslag of rapport opstellen conform de richtlijnen.
182
A9 Basiskwalificering voor managementfuncties Kan eenvoudige leidinggevende en managementtaken uitvoeren. Is in staat om duidelijke instructies te geven en planningen op te stellen. Controleert de voortgang in een project en kan anticiperen op onvoorziene omstandigheden. Voert effectief en efficiënt overleg met betrokkenen. Kan werk verdelen en delegeren binnen een project. A10 Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Heeft de juiste beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische aspecten. Is betrokken bij haar of zijn taakstelling, kwaliteitsgericht, prestatiegericht en gericht op dienstverlening.
Specifieke bouwstenen voor competenties voor de Bachelor of ICT B1 Analyseren Voert een analyse uit van processen, producten en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving. Stelt functionele specificaties op. B2 Adviseren Formuleert op basis van een analyse en in overleg met stakeholders een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en/of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen ict-systeem. Betrekt hierin financiële aspecten, tijdsaspecten, de organisatie(verandering), haalbaarheid en risico’s en mogelijkheden voor outsourcing. B3 Ontwerpen Ontwerpt een ict-systeem op basis van een architectuurbeschrijving en specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. B4 Realiseren Bouwt en implementeert een ict-systeem op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie en beheer. B5 Beheren Geeft vorm aan de exploitatie en het beheer van ict-systemen. Zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van een nieuw(e release van een) ict-systeem. Verleent diensten die zijn overeengekomen (in een Service Level Agreement ) binnen de gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. Zorgt in samenhang met ontwerp en bouw voor het onderhoud van ict-systemen.
183
Bijlage 15: Stagevrijstellingformulier-jaar3-Bedrijfskundige Informatica
Academie voor ICT & Business AIM deeltijd OPLEIDING BI - I (jr 4>)
Datum
Paraaf
Ontvangst MA Advies HO
wel / niet akkoord
Verwerkt
AANVRAAG STAGEVRIJSTELLING - leerjaar
3
(op grond van werkervaring - wordt tijdens de bedrijfspresentatie getoetst) OPLEIDING Specialisatie AANVRAGER
stud. nr.
Adres
nr.
Postcode Plaats Telefoon privé Telefoon zakelijk BEDRIJF Adres
nr
Postcode Plaats Contactpersoon Functie contactpersoon Telefoon Afdeling werknemer Aantal personen afdeling Aantal personen organisatie Datum indiensttreding Huidige functie werknemer Datum ingang huidige functie
omvang te (%)
Directe chef Functie directe chef
184
Afgeven bij het Onderwijsbureau AIB (HC102) óf deponeren in postvak Onderwijsbureau AIB óf opsturen naar: Academie ICT en Business T.a.v. Onderwijsbureau AIB (HC102) Postbus 90116 4800 RA Breda
185
Bijlage 16: Vrijstellingsformulier (module) Academie voor ICT & Business AIB deeltijd formulier voor het aanvragen van vrijstellingen studiejaar 2008/2009 Voor elke module dient afzonderlijk een verzoek te worden ingediend.
in te vullen door de student
dd._____________
Studentnr. __________________Naam:_________________________________________ Leerjaar _______ studierichting ________ Vraagt een vrijstelling aan voor de module __________________________________________________ Die verzorgd wordt door docent: __________________________________________________________
wegens behaalde resultaat tijdens vooropleiding (HAVO/VWO/MLO/ ……………)
wegens behaalde resultaat voor een vergelijkbaar vak/module
vak/modulenaam: ____________________________ score: ________________ behaald op : ____________________ Een kopie van relevante documenten aan dit formulier nieten en inleveren: Afgeven bij het Onderwijsbureau AIB (HC102) óf deponeren in postvak Onderwijsbureau AIB óf opsturen naar: Academie ICT en Business T.a.v. Onderwijsbureau AIB (HC102) Postbus 90116 4800 RA Breda In te vullen door de docent Gezien de voorgelegde gegevens adviseert docent: _____________________________________
Voor de module __________________________vrijstelling te verlenen
Voor de module __________________________ het cijfer ___________ toe te kennen
Geen vrijstelling of cijfer toe te kennen omdat de behaalde score c.q. vakinhoud onvoldoende is om voor vrijstelling in aanmerking te komen.
Handtekening docent: ______________________________ dd. _________________________
Handtekening voorzitter examencommissie: __________________________________________ Op de administratie verwerkt door: ________________ in kwartaal______dd. _______________
186