Denkwijze ICT & Techniek Academie Versie 2.0
Peter van Bleijswijk MBO Utrecht juni 2013 1
Inhoud Samenvatting
3
De interconfessionele identiteit van de organisatie is terug te zien in het handelen van de medewerkers van de organisatie. Het is op de achtergrond aanwezig en terug te zien in deze denkwijze. Het is een denkwijze met respect voor elkaars meningen en ideeën. 4 1. Inleiding
5
2. Het brede kader van de denkwijze
5
3. SOPmodel en actief gestuurde onderwerpen
6
3.1
Denkwijze van de ICT- en Techniek Academie
7
3.1.1 De student centraal
7
3.1.2 Onderwijs
8
3.1.3 Processen
9
3.2
De onderwerpen voor de komende jaren.
3.2.1 Plezier
9 9
3.2.2 Ondernemerschap
10
3.2.3 Internationalisering
10
3.2.4 Identiteit
10
4. Vertaling van de denkwijze voor de komende twee tot vijf jaar
10
5. Gebruikte literatuur
11
2
3
Samenvatting
Binnen de ICT- en Techniek academie van het MBO Utrecht is een denkwijze ontwikkeld waarin de student centraal staat. Deze denkwijze is een specificering van de missie, visie, merkwaarden en merkbelofte van de school. De visie en missie van het MBO Utrecht en de merkwaarden “persoonlijk, ondernemend en ambitieus” zijn binnen de ICT- en Techniek Academie vertaald in het SOPmodel (Student, Onderwijs en Proces). Het model is een vertaling waarin de merkbelofte Ambitie in Leren het brede kader vormt (zie figuur 1.).
In het SOPmodel is de student leidend voor zowel het onderwijs als de processen. Het onderwijs, docenten en processen zijn allen gericht op de student. Het SOPmodel is deels ontleend aan de vijf basisprincipes die binnen “Starbucks” voor medewerkers ontwikkeld zijn (maak het je eigen, alles is belangrijk, verras en verheug, verwelkom verzet en laat je sporen na). Deze basisprincipes worden ingezet om een organisatie te creëren waarin gestreefd wordt naar kwaliteit zonder dat dit wordt afgedwongen door het management. Docenten en medewerkers gaan zich eigenaar voelen en streven met plezier naar professionaliteit en kwaliteit. De student is binnen het MBO Utrecht niet alleen “klant” zoals bij Starbucks, maar wordt gestimuleerd om actiever en meer van nabij betrokken te worden bij het onderwijs en het eigen leerproces. De student participeert in het onderwijs, neemt verantwoordelijkheid en wordt hierbij actief ondersteund door de docent die het leerproces van de student centraal stelt. Ouderbetrokkenheid, een speelt in dit proces ook een rol. Kinderen zijn door ouder betrokkenheid gelukkiger, kunnen hun talenten beter ontplooien en halen betere resultaten op school als hun ouders en leraren met elkaar samenwerken.
Binnen het onderwijs is er sprake van een verschuiving van onderwijzend leren naar studentgecentreerd onderwijs..In studentgecentreerd leren krijgt de student een actieve rol en wordt gestimuleerd meer verantwoordelijkheid voor het leren te nemen. Studentgecentreerd leren is “leren leren”/ competentiegericht onderwijs, in een omgeving waar de docent maatwerk onderwijs biedt. Goede docenten zijn cruciaal voor de realisatie van de onderwijsdoelstellingen en wanneer het onderwijs meer studentgecentreerd wordt, plaatst dit de docent in een actieve rol. De nieuwe rol vraagt om een lerende houding en visie op het eigen werk van de docent. Maar de docent moet hierbij ook gefaciliteerd worden. “Voor leraren is een inspirerende leeromgeving nodig om het beroep met voldoende motivatie en betrokkenheid te kunnen blijven uitoefenen”. Hierin kunnen Informeel leren ,werkplekleren, training & coaching on the job en docentenstages een rol spelen. Zo’n omgeving creëert bevlogen medewerkers die beter presteren creatief, proactief én actieve leerders zijn. Bevlogen medewerkers veranderen actief hun werkomgeving en wanneer zij de student centraal stellen ervaart deze een uitdagende onderwijsbeleving.
Bij de processen die een rol in het onderwijs spelen is de kwaliteit en de gerichtheid op de student op alle niveaus van belang.
Het SOPmodel dat binnen de ICT- en Techniek Academie door de medewerkers is ontwikkeld geeft richting aan de onderwerpen waarop de komende jaren actief gestuurd wordt door de teammanager van de 4
5
Inspireren en verzorgen van de studentontwikkeling; Student centraal, uitdagende onderwijs beleving, een geoliede organisatie
1. Inleiding Binnen de ICT- en Techniek academie is een denkwijze ontwikkeld die hieronder wordt beschreven. Het is een denkwijze waarin de student centraal staat en die is samengevat in het SOPmodel (Student, Onderwijs en Proces). De denkwijze komt voort uit de strategische koers van het MBO Utrecht. De visie, missie, merkwaarden en ambities van ons MBO Utrecht zijn studerend voor dit model.
“Inspireren en verzorgen van de studentontwikkeling; Student centraal, uitdagende onderwijs beleving, een geoliede organisatie” zoals hierboven beschreven is een vertaling van de speerpunten (periode 2013-2014) die recent door het College van bestuur van het MBO Utrecht zijn opgesteld. Het gaat hier om de speerpunten “Solide basis; Zijn uitblinkers onze ambassadeurs; Door Excellente teams van professionals; In een geoliede organisatie”. Deze speerpunten, de missie en visie van het MBO Utrecht en de merkwaarden zijn de “rode draad” en het brede kader van deze denkwijze. 2. Het brede kader van de denkwijze Het MBO Utrecht is op 1 januari 2013 van start gegaan als hoogwaardige, regionale en kleinschalige organisatie voor middelbaar beroepsonderwijs. De school speelt snel in op de veranderde arbeidsmarkt en legt het accent op het hoogste niveau van het MBO.
De visie van het MBO Utrecht “Wij geloven in een talentontwikkeling en toekomstkansen van jonge mensen” en de missie “Wij bieden onze studenten meer dan een opleiding en leren hen meer dan een vak. Daarmee leveren wij een bijdrage aan hun ontwikkeling tot zelfbewuste professionals” is het uitgangspunt voor de denkwijze van de ICT- en Techniek Academie.
De visie van MBO Utrecht is vertaald in de volgende onderdelen: - De kwaliteit van ons onderwijs en onze examinering voldoet over de volle breedte aan de normen en de verwachtingen van onze stakeholders. - Wij zijn een gekende en gewilde partner voor het regionale beroepenveld en de gemeenten in onze regio en dragen aldus bij aan de regionale kennisinfrastructuur. - Wij verzorgen een diversiteit aan opleidingen aan de bovenkant van het MBO en hebben doorlopende leerlijnen van het VMBO via het M(H)BO naar het HBO. - Wij scoren hoog op de tevredenheid van onze stakeholders. - Medewerkers voelen zich geïnspireerd door onze (onderwijs)visie en investeren in de ontwikkeling van de eigen professionaliteit. - Wij hebben een positief bedrijfsresultaat en een doelmatige bedrijfsvoering. - Ons leiderschap kenmerkt zich door openheid, resultaatgerichtheid en afspraakbetrouwbaarheid.
6
Zowel de visie van het MBO Utrecht en de merkwaarden “persoonlijk, ondernemend en ambitieus” en de missie zijn binnen de ICT- en Techniek Academie omgezet in een denkwijze, het SOPmodel (student, Onderwijs en Proces). Dit model is niet alleen een weerslag van de missie en visie, maar het is een vertaling waarin ook de merkbelofte Ambitie in Leren het brede kader vormt.
Figuur 1 Relatie Missie en Visie MBO Utrecht, Denkwijze/SOPmodel
In het hieronder beschreven SOPmodel is de student niet alleen richtinggevend, maar is hij leidend voor zowel het onderwijs als voor de processen binnen de Academies. De student speelt een cruciale rol en is het uitgangspunt van zowel het handelen als het denken van de medewerkers en docenten. De student en haar ontwikkeling staat centraal, stuurt het onderwijs en bepaalt het handelen van docenten. Dit gebeurt in persoonlijke een kleinschalige leer- en werkomgeving binnen het MBO Utrecht waarin de student wordt uitgedaagd om zijn talent optimaal tot zijn recht te laten komen. Er is in deze omgeving oog voor ondernemend gedrag en ruimte voor waardering en eigen initiatief. 3. SOPmodel en actief gestuurde onderwerpen Het SOPmodel dat binnen de ICT- en Techniek Academie van ons MBO Utrecht door de medewerkers is ontwikkeld geeft richting aan de onderwerpen waarop de komende jaren actief gestuurd wordt door de teammanager van de Academies. Het gaat hier om de volgende onderwerpen: plezier, ondernemerschap, internationalisering en identiteit. Deze onderwerpen komen voort uit de merkwaarden van het MBO Utrecht: Persoonlijk (student centraal, identiteit en plezier), ondernemend (ondernemerschap) en ambitieus (studentgecentreerd leren en internationalisering). Drie van de actief gestuurde onderwerpen (ondernemerschap, internationalisering en identiteit) zijn in aparte startdocumenten beschreven en zijn kort samengevat in dit document. Het vierde onderwerp plezier is integraal in alle onderwerpen aanwezig. Plezier is voor zowel de docent als de student in alle facetten in het onderwijs zichtbaar. Plezier is in 3.2.1 beschreven.
Het SOPmodel heeft daarnaast een relatie met de teamplannen (A3 trap). De onderwerpen uit de teampannen (A3) voor de ICT- en Techniek Academies zijn in een bijlage opgenomen bij deze tekst. Dit geldt ook voor de punten uit focus op vakmanschap. Het contact met de buitenwereld, het beroepenveld en stakeholders, is beschreven in het plan van aanpak
7
“verhogen instroom ICT en Techniek Academies”. In dit plan van aanpak is ook de rol van de ouders beschreven en hoe zij een rol kunnen spelen in het onderwijs.
8
3.1 Denkwijze van de ICT- en Techniek Academie Binnen de ICT- en Techniek Academie is een denkwijze ontwikkeld waarin de student centraal staat. In deze denkwijze is de student leidend voor zowel het onderwijs als de processen. Student centraal is vormgegeven in het SOPmodel. In dit model is het onderwijs, de docenten en processen allen gericht op de student. Onder de kopjes: de student centraal, onderwijs, en processen is het model gespecificeerd beschreven.
Het SOPmodel is deels ontleend aan de vijf basisprincipes die binnen “Starbucks” voor medewerkers ontwikkeld zijn (maak het je eigen, alles is belangrijk, verras en verheug, verwelkom verzet en laat je sporen na1). De vijf basisprincipes van Starbucks (een koffiebedrijf met vestigingen in 37 landen) worden ingezet om een organisatie te creëren waarin gestreefd wordt naar kwaliteit zonder dat dit wordt afgedwongen door het management. In de juiste omgeving wordt de intrinsieke motivatie van medewerkers gestimuleerd. Hierdoor wordt het belang van de klant voorop gesteld en doen medewerkers met veel plezier en inzet hun werk. De ICT- en Techniek academies zijn geen bedrijven maar van de principes van Starbucks is te leren. Ze kunnen voor het onderwijs vertaald worden als eigenaarschap, kwaliteit opleiding, plezier, professionaliteit en identiteit. Een onderwijsorganisatie waarin docenten en medewerkers zich eigenaar voelen en met plezier streven naar professionaliteit en kwaliteit biedt studenten een geoliede professionele organisatie. Het creëert bevlogen medewerkers die beter presteren creatief, proactief én actieve leerders zijn2. Bevlogen medewerkers veranderen actief hun werkomgeving en wanneer zij de student centraal stellen ervaart deze een uitdagende onderwijsbeleving. De student is in zo’n omgeving niet alleen “klant” zoals bij Starbucks, maar wordt ook gestimuleerd om actiever en meer van nabij betrokken te worden bij het onderwijs en zijn eigen leerproces.
3.1.1 De student centraal In het SOPmodel is de student het middelpunt van het onderwijs en de processen. Het model heeft overeenkomsten met studentgecentreerd leren. “Studentgecentreerd leren is een visie op leren die focust op de lerende en zijn behoeftes”.3 Het staat tegenover docent gecentreerd leren waarin wordt uitgegaan van de input van de docent.4.In
1 Deze principes zijn uitgebreid beschreven in Starbucks, de 5 principes van het succesverhaal, Joseph A. Michelli, spectrum
2012 2 Memo bevlogenheid MBO Utrecht 3Advies over studentgencetreerd leren (Vlaamse onderwijsraad 2011) 4 In student gecentreerd leren wordt van de student gevraagd dat zij zelf hun verantwoordelijkheid opnemen voor het
leerproces. Van de docent wordt gevraagd dat hij de condities opbouwt die ervoor zorgen dat de leeromgeving stimulerend werkt. Dit gebeurt in dialoog met de student.
9
studentgecentreerd leren krijgt de student een actieve rol en wordt gestimuleerd meer verantwoordelijkheid voor het leren te nemen. Studentgecentreerd leren is “leren leren”/ competentiegericht onderwijs, in een omgeving waar de docent maatwerk onderwijs biedt. Waar voorheen werd uitgegaan van overdracht van een hoeveelheid kennis en vaardigheden en daarnaast een stukje attitudevorming, wordt nu uitgegaan van de competentieontwikkeling van een complete persoon in een concrete leer- en werkomgeving5. In een student georiënteerde leeromgeving is er aandacht voor de ontwikkeling van de student in het onderwijs maar ook in ondernemend gedrag en maatschappelijke betrokkenheid. De student wordt niet alleen gestimuleerd binnen de opleiding, maar stelt zich actief op naar de omgeving buiten de school zoals het bedrijfsleven of het HBO. In focus op vakmanschap staat geschreven de“ leerlingen worden uitgedaagd een prestatie te leveren waarop ze trots kunnen zijn”6. De student kan hierdoor een uitblinker in zijn opleiding worden en hij krijgt een solide basis om zich goed te kunnen ontwikkelen voor het beroep dat hij gaat uitoefenen. De ICT- en Techniek Academie voegen hier aan toe dat zij door een student gecentreerde houding studenten afleveren die ambassadeurs van hun opleiding zijn. In het SOPmodel is de student de “klant” (Starbucks) maar is tegelijkertijd een actieve participant in studentgecentreerd leren. De student participeert in het onderwijs, neemt verantwoordelijkheid en wordt hierbij actief ondersteund door de docent die het leerproces van de student centraal stelt. Het centraal stellen van de student heeft consequenties en vraagt een andere attitude van de hele ICT en Techniek Academie. Dit geldt zowel voor docenten, medewerkers als studenten.
3.1.2 Onderwijs In het SOPmodel is het onderwijs gericht op de student. De docent is voor de student vaak het eerste persoonlijke didactische contact met de opleiding en staat synoniem met waardering hiervoor. Voor de student is de docent bepalend voor het beeld dat hij/zij van het onderwijs heeft. De verschuiving van onderwijzend leren naar studentgecentreerd onderwijs heeft dan ook grote gevolgen voor de docent. De nieuwe rol vraagt om een lerende houding en visie op het eigen werk van de docent. De docenten stellen een lerarenportfolio samen waarmee zij reflecteren op hun functioneren als leraar, de beroepsuitoefening, bekwaamheid en hun competenties. Hiermee werkt de docent aan zijn eigen professionele ontwikkeling en bouwt de condities op voor een leeromgeving die student gecentreerd is en stimulerend werkt. De houding en het gedrag van de docent dragen bij aan de attitude die een student ontwikkelt ten opzicht van zijn opleiding en latere beroep. Goede docenten zijn dan ook cruciaal voor de realisatie van de onderwijsdoelstellingen7 en wanneer het onderwijs meer studentgecentreerd wordt, plaatst dit de docent in een actieve rol. Maar ook de docent moet hierbij gefascineerd worden. “Voor leraren is een inspirerende leeromgeving nodig om het beroep met voldoende motivatie en betrokkenheid te kunnen blijven uitoefenen”.8 Hierin kunnen Informeel leren9 ,werkplekleren, training & coaching on the job en docentenstages een rol spelen. Om informeel leren te realiseren moet aan voorwaarden/condities worden voldaan. Informeel leren moet goed gefaciliteerd worden door feedback, steun en wederzijdse kennisuitwisseling met andere leraren en studenten. Er moet met andere
5 Visiedocument competentieontwikkeling in het Beroepsonderwijs (Stichting Consortsium Beroepsonderwijs 2011) 6 Actieplan MBO Focus op Vakmanschap Bijsterveldt (2011). 7 Actieplan MBO Focus op Vakmanschap Bijsterveldt (2011) 8 Meerdere wegen naar professionalisering, open universiteit 2010
9 Informeel leren wordt omschreven als het leren dat doorgaans niet intentioneel, niet georganiseerd, niet-institutioneel
plaatsvindt
10
woorden een krachtige leeromgeving zijn10. Dit geldt zowel voor de docent als voor de student. Voor de student is de houding van de docent dus cruciaal. Kijkend naar Starbucks kan men leren dat plezier in het werk naast vakkennis een belangrijke drive kan zijn. Voor de docent werkt dit motiverend en stimulerend en het geeft energie aan de student. In een student gecentreerde omgeving is de feedback van de studenten, zowel de positieve als de negatieve, belangrijk om het onderwijs continue te verbeteren. Negatieve ervaringen gebruikt de organisatie om van te leren en het onderwijs te verbeteren en de positieve dragen bij aan de bevestiging van het werkproces. Het onderwijs wordt in een student gecentreerde omgeving een proces waarin de student-ontwikkeling centraal staat en wordt verzorgd.
10 Meerdere wegen naar professionalisering, open universiteit 2010
11
3.1.3 Processen
Processen zijn er niet alleen om het onderwijs te reguleren of controleren. Voor de processen die een rol in het onderwijs spelen is de kwaliteit en de gerichtheid op de student op alle niveaus van belang. De ICT en Techniek Academies voldoen aan de inspectienormen en de wettelijke kaders en richten een student gecentreerde omgeving in waarin er naast het onderwijs ook aandacht is voor de kleine kwaliteit (roosters, tijdig melden dat een les uitvalt). Voor veel studenten speelt dit een rol in de waardering en het plezier dat zij in het onderwijs hebben en of zij de opleiding als een geoliede organisatie ervaren. Ook de contacten met het werkveld en andere scholen, doorstroom van MBO naar HBO en de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen worden gestroomlijnd en ingezet als een continu proces. 3.2 De onderwerpen voor de komende jaren. In deze denkwijze staan een aantal onderwerpen centraal die de basis vormen voor het handelen van de medewerkers aan de ICT - en Techniek academies en het beleid dat hieraan ten grondslag ligt. Deze onderwerpen zijn verwerkt in het SOPmodel en voortgekomen uit de missie en visie van MBO Utrecht en ze worden ingezet als speerpunt voor de komende periode. Het gaat om de volgende onderwerpen:
•
Plezier
•
Ondernemerschap
•
Internationalisering
•
Identiteit
De onderwerpen Ondernemerschap, Internationalisering en identiteit zijn in aparte teksten beschreven. Ze zijn allen gerelateerd aan het uitgangspunt “de student centraal” 3.2.1 Plezier Plezier is de basis van het handelen. Plezier doorbreekt sleur, motiveert, geeft een hogere inzet / productiviteit en vergroot het engagement. Plezier werkt zowel positief op de houding en inzet van de docent als voor de student. Plezier inspireert en verzorgt de studentontwikkeling en kan een uitdagende onderwijsbeleving geven. Plezier in het werk uit zich niet alleen in de werkhouding van de medewerkers van de ICT- en Techniek Academies,het zal ook in het contact tussen de docent en de student zichtbaar zijn en in het lesmateriaal dat wordt aangeboden.
In alle onderdelen van het SOPmodel is plezier de basis. Voor “student centraal” betekent dit een leeromgeving die uitdagend is. Plezier is het uitgangspunt in het onderwijs. Plezier stimuleert nieuwsgierigheid en zorgt ervoor dat de medewerkers (OP en OBP) bevlogen mensen zijn die in hun gedrag vitaliteit, toewijding en absorptie vertonen.
12
“Plezier in het werk bepaal je zelf”, die is één van de vier basisprincipes van de Fish filosofie die een aantal jaar geleden ontwikkeld is naar aanleiding van de viswinkel Pike Place in Seattle11. Vroeger was de viswinkel een plek waar het eigenlijk niet zo leuk werken was: saaie, lange werkdagen, met stank van vis en de kou van de koeling. Op een dag doorbraken de medewerkers de sleur: ze gingen spelen met hun producten, met hun publiek en met elkaar. En dit had én heeft een wonderlijke uitwerking op het verkoopteam en op de klanten. Door hun eigen houding te veranderen, wist het verkoopteam een totaal andere omgeving en een nieuwe werkfilosofie te creëren: de FISH! Filosofie. Sneller dan gedacht veranderde de winkel in een doorlopende voorstelling voor winkelend publiek.
3.2.2 Ondernemerschap In het startdocument ondernemerschap is het ondernemerschap voor de Techniek & ICT Academies beschreven. Het doel is om een ondernemende houding bij alle studenten (en dan dus ook bij alle docenten) te stimuleren, én het bevorderen van echt ondernemerschap bij een deel van de studenten12.
3.2.3 Internationalisering Internationalisering wordt ingezet vanuit de overtuiging dat het voor de ontwikkeling van ieder mens goed is om een periode in het buitenland te verblijven13. Dit geldt ook voor studenten die in het kader van hun MBO-opleiding een internationale leerervaring opdoen. Internationalisering beïnvloedt hoe studenten tegen de wereld, diversiteit en Nederland aankijken. De Techniek en ICT Academie MBO Utrecht wil zich internationaal gaan oriënteren. In de notitie‘ICT & Techniek academies MBO Utrecht hebben internationale ambities’ (mei 2013) is de internationalisering uitgebreid beschreven.
3.2.4 Identiteit De interconfessionele identiteit van de organisatie is terug te zien in het handelen van de organisatie. Het is op de achtergrond aanwezig en terug te zien in deze denkwijze. Het is een denkwijze met respect voor elkaars meningen en ideeën.
De FISH! filosofie kent vier basisprincipes: 1. Play – Werk niet, maar speel! Energie uit je werk halen, heeft alles met spelen te maken. Spelen is menselijk, brengt plezier, bevordert de spontaniteit en creativiteit. 2. Make their day – Het is het feestje van de klant “Iemand blij maken, zijn dag goed maken, zit 'm in kleine dingen. Noem die onopvallende leerling bij zijn naam, zeg iets aardigs tegen een leerling die niet zo lekker in z’n vel zit. Laat zien dat je je betrokken voelt. De mogelijkheden daartoe zijn er altijd en op ieder moment. En je geeft er net iets meer mee, dan men van je verwacht”11. 3. Be there – Zet je volledig in Wees aanwezig en zet je volledig in. Wees fysiek en emotioneel aanwezig voor studenten en collega’s als zij dit nodig hebben. Aanwezigheid heeft een versterkende invloed op de relaties met mensen in je omgeving. 4. Choose your attitude – Jij bepaalt wie en hoe je wilt zijn Met de houding die je kiest, wordt je omgeving beïnvloed. Door een houding te kiezen bepaal je wat je van je omgeving terugkrijgt.
12 Startdocument ondernemerschap (mei 2013) 13 ICT & Techniek academies MBO Utrecht hebben internationale ambities (mei 2013)
13
4. Vertaling van de denkwijze voor de komende twee tot vijf jaar Aan de hand van een document met vragen (en binnen professionalisering programma) zal de docent geholpen worden deze denkwijze SMART in het les- en studieprogramma in te zetten. Hierbij speelt de wereld buiten de school een belangrijke rol zoals de ouders en bedrijven.
Ouderparticipatie wordt ingezet in het onderwijs. Ouders worden betrokken bij het leerproces en zij worden geïnformeerd via een krant die periodiek geschreven wordt, gericht op de ouders. De rol van de ouders is ook in het plan van aanpak verhogen instroom ICT en Techniek academies beschreven. “kinderen zijn gelukkiger, kunnen hun talenten beter ontplooien en behalen betere resultaten op school als hun ouders en leraren met elkaar samenwerken”.14 Ouderbetrokkenheid is dus van groot belang voor het onderwijs Het beroepenveld wordt betrokken bij het onderwijs via beroepenveldcommissies en wordt geïnformeerd via het contact met de docent (BPV) en door een krant gericht op de bedrijven. Daarnaast worden de medewerkers binnen de academies actiever betrokken bij het onderwijs door een krant met informatie gericht op docenten en medewerkers. Goed geïnformeerde medewerkers kunnen beter functioneren en dragen positief bij aan het imago van het MBO Utrecht.
5. Gebruikte literatuur • Actieplan MBO Focus op Vakmanschap. Den Haag: Kamerstuk: Kamerbrief | 16-02-2011 | OCW.Bijsterveldt, M. v. (2011) • Goed opgeleide leraren voor het (voorbereidend) middelbaar beroepsonderwijs, Onderwijsraad 2011 • Advies over studentgencetreerd leren, Brussel, Vlaamse onderwijsraad (2011) • Vaar wel met Vis!, Van twaalf tot achttien, maart 2004, 28-29 SJ.Simons / A. Cox • Starbucks, de 5 principes van het succesverhaal, Joseph A. Michelli, (2007) • Meerdere wegen naar professionalisering, Validering en certificering van informeel leren door leraren, Marja van den Dungen/ Wouter Smit, Ruud de Moor Centrum Open Universiteit, 2010 • Startdocument Ondernemerschap, IC T en Techniek Academie MBO Utrecht, (2013) • ICT & Techniek academies MBO Utrecht hebben internationale ambities, MBO Utrecht (2013) •
Visiedocument, Competentieontwikkeling in het Bereopsonderwijs, Visie op Leren en Kwalificeren in CGO – in ontwikkeling- dr Ellen Klatter, Stichting Consortium Beroepsonderwijs, 2011
•
Ouderbetrokkenheid voor elkaar, cps visie ouderbetrokkenheid,
•
14
Ouderbetrokkenheid voor elkaar, cps visie ouderbetrokkenheid 14