STUDIE 111 OPLEIDINGSPROFIEL industrieel ingenieur chemie optie biochemie
OPLEIDINGSPROFIEL industrieel ingenieur chemie optie biochemie
studiegebied
: industriële wetenschappen & technologie
basisopleiding : tweede cyclus chemie (opleiding van academisch niveau)
graad
: industrieel ingenieur in chemie, optie biochemie
Sectorcommissie hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/53 De leden van de sectorcommissie zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De VLOR staat in voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
I N H O U D
HOOFDRUBRIEK 1
1
INLEIDING
1.1 1.2 1.3
Identificatie van het opleidingsprofiel Opdracht Ontwikkelingsproces
HOOFDRUBRIEK 2
1 1 1
2
SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 2.1.2 2.1.3
2.2
Beroepenstructuur Geraadpleegde beroepsprofielen Visie
Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9
Studiegebied, opleidingen en opties Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Diploma's en getuigschriften Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de opleiding Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen Infrastructuur Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de opleiding 2.2.10 Reële studieduur 2.2.11 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland
2.3
Verantwoording van de opleiding
HOOFDRUBRIEK 3
2 2 2 2 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 5 5 5
6
HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1 3.2
De exacte benaming van de opleiding De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding
6 6
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1
3.3.2 3.3.3
3.4
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen 3.3.1.1 Wetenschappelijke basiskennis 3.3.1.2 Brede technische kennis 3.3.1.3 Vermogen tot problem solving: van analyse tot synthese 3.3.1.4 Aanvullende en ondersteunende kennis en attitudes Sociale vaardigheden Effectiviteitsattitudes
Het opleidingsprofiel industrieel ingenieur chemie optie biochemie
HOOFDRUBRIEK 4
6 6 6 6 7 7 7 7 7
9
DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
HOOFDRUBRIEK 5
10
BIBLIOGRAFIE
HOOFDRUBRIEK 6 MEDEWERKERS
11
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR
HEMIE
OPTIE BIOCHEMIE
1
HOOFDRUBRIEK 1 INLEIDING
1.1
Identificatie van het opleidingsprofiel Studiegebied : Industriële Wetenschappen en Technologie Basisopleiding : 2C Chemie (opleiding van academisch niveau) Graad : Industrieel Ingenieur in Chemie, optie Biochemie
1.2
Opdracht Vlaamse Onderwijsraad : Stuurgroep Opleidingsprofielen Industrieel Ingenieur.
1.3
Ontwikkelingsproces − 05/12/1995 : eerste overlegronde in een beperkte stuurgroep tussen 8 vertegenwoordigers van hogescholen en een vertegenwoordiger van VIK en NUTI − 23/01/1996 : overlegronde in de uitgebreide stuurgroep (uitbreiding met de sociale partners) i.v.m. de verdere werking en de samenstelling van subwerkgroepen per opleiding − 30/01/1996 : 1e vergadering subwerkgroep “Chemie, Milieukunde, Kernenergie en verpakking en conditionering” − 27/02/1996 : 2e vergadering subwerkgroep “Chemie, Milieukunde, Kernenergie en verpakking en conditionering” − 26/03/1996 : 3e vergadering subwerkgroep “Chemie, Milieukunde, Kernenergie en verpakking en conditionering” − 30/04/1996 : 4e vergadering subwerkgroep “Chemie, Milieukunde, Kernenergie en verpakking en conditionering” − 21/05/1996 : 5e vergadering subwerkgroep “Chemie, Milieukunde, Kernenergie en verpakking en conditionering” − 29/04/1997 : eindbespreking van het opleidingsprofiel 2C Chemie in de stuurgroep, uitgebreid met één vertegenwoordiger van alle betrokken hogescholen. − 07/06/97 : eindbespreking van het opleidingsprofiel 2C Chemie in de stuurgroep, uitgebreid met één vertegenwoordiger van alle betrokken hogescholen
2
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
HOOFDRUBRIEK 2 SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur Uit een recente analyse van de tewerkstelling van industrieel ingenieurs voor de periode 1995-1996 (ingenieursmededelingen VIK - november 1996) blijkt dat 1% van de gevraagde diplomaspecialiteit Industrieel Ingenieur, de ‘Industrieel Ingenieur in chemie, optie biochemie’ is (zie bijlage 1).
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen − Algemeen Beroepsprofiel Industrieel Ingenieur - juni 1996 − Gesprekken met vertegenwoordigers van beroepsfederaties : FABRIMETAL, FEE, VCB, SIREV, FEBELTEX, FEBELSAFE − Gesprekken met vertegenwoordigers van beroepsverenigingen : VIK, NUTI. − Beroepsprofiel World Institution of Electronics and Electrical Incorporated Engineers (IEEE), Londen 95 − Beroepsprofiel van de Federatie van Ingenieursverenigingen (FEANI)
2.1.3
Visie In het opleidingsprofiel Chemie leggen we de doelstellingen vast die eigen zijn aan de opleiding. Dit is het geheel van kennis en vaardigheden dat van de gediplomeerde vereist wordt in zijn vakgebied, en de noodzakelijke attitudes en inzichten om in de beroepspraktijk te kunnen functioneren. We kunnen dit als volgt verder uitsplitsen: de ”kennis” waarover een gediplomeerde moet beschikken om in zijn latere beroepsprofielen te kunnen functioneren. Kennis kan op verschillende niveaus worden bijgebracht: gedetailleerd en zeer diepgaand (eigen aan basisopleidingsonderdelen, waarbij we nauwkeurig moeten weten hoe we een probleemstelling aanpakken en oplossen), of meer beschouwend en verkennend (eigen aan kleinere opleidingsonderdelen en technologische facetten van de opleiding, waarbij we een initiatie krijgen in wat er voorhanden is om een probleem op te lossen). Het concreet en daadwerkelijk aanpakken van een probleem heeft betrekking op de “vaardigheid”. Van de industrieel ingenieur Chemie wordt verwacht dat hij de verworven kennis op een adequate en effectieve manier in praktijk kan omzetten.
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR
HEMIE
OPTIE BIOCHEMIE
3
Tussen “kennisverwerking” en “kennistoepassing” zit een groot verschil. Bij de opleiding tot industrieel ingenieur chemie zijn daarom de oefeningen en de laboratoria onontbeerlijk. Een goed “inzicht in de beroepsproblematiek” en een “systematische aanpak” zijn essentiële kenmerken die aan iedere gediplomeerde moeten worden bijeengebracht. Van een ingenieur chemie wordt een aantal “houdingen” of “attitudes” verwacht, en die worden best tijdens de opleiding ingeoefend. Zo is het essentieel dat iedere student aangeleerd wordt om op een adequate manier alleen de noodzakelijke informatie te verzamelen om een project tot een goed einde te brengen. Hij moet het besef mee krijgen dat “permanente vorming” een vast deel zal uitmaken van zijn loopbaan. Daar hij meestal start in een productieondersteunende of onderzoeksfunctie, en meestal doorgroeit naar een leidinggevende functie zijn “de bereidheid om zich in te zetten en gemotiveerde mee te denken met de bedrijfsleiding”, “vanuit projecten leren samenwerken in teamverband” en “zelfstandigheid” essentiële houdingen. Borging van de kwaliteit van de opleidingen De borging van de “basiskwaliteit” of het “basisniveau” van iedere opleiding moet de permanente zorg zijn van iedere hogeschool. Enerzijds dient dit te gebeuren door de omzetting van de opleidingsprofielen in een opleidingsprogramma. Anderzijds dient iedere hogeschool een eigen leerproces te ontwikkelen dat de kennis, kunde en attitudes van studenten maximaal bevordert. Het is aan de interne en de externe kwaliteitsbewaking om daar een appreciatie aan te geven.
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1
Studiegebied, opleidingen en opties Studiegebied Basisopleiding Graad
2.2.2
: Industriële Wetenschappen en Technologie : 2C Chemie, (opleiding van academisch niveau) : Industrieel Ingenieur in Chemie, optie Biochemie
Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Zelfde studiegebied : 2C Milieukunde, 2 C Chemie, optie Chemie, 2 C Landbouw en Biotechnologie, optie Landbouw- en Voedingsindustrieën.
2.2.3
Diploma's en getuigschriften Industrieel Ingenieur in Chemie, optie Biochemie.
2.2.4
Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma's voor de optie c.q. opleiding Aantal diploma’s op het einde van academiejaar 1990-1991 1991-1992 1992-1993 1993-1994 1994-1995
M 53 56 60 64 66
opgesplitst naar geslacht V 68 60 56 64 78
T 121 116 116 128 144
4
2.2.5
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
Gelijkaardige opleidingen en diploma's in het buitenland Gezien alle basisopleidingen van industrieel ingenieur van twee cycli zijn en de overeenkomstige graden van academisch niveau en dus op wetenschappelijke kennis gestoeld zijn (decreet betreffende de Hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van 13 juli 1994, art. 11 § 2), is er een academische en professionele gelijkwaardigheid met die ingenieursopleidingen in andere Europese landen, die bestaan uit een studiebelasting van ten minste 4 voltijdse studiejaren, exclusief de stages.
2.2.6
Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen De beroepsactiviteiten van de Industrieel Ingenieur Chemie - Optie Biochemie strekken zich uit over alle domeinen van de biochemie in Vlaanderen. (Bron: VDAB, plaatsingsdienst van beroepsverenigingen en hogescholen)
2.2.7
Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen − Hogeschool Gent - Campus Gent − Hogeschool voor Wetenschap en Kunst - Campus De Nayer Instituut - SintKatelijne-Waver − Karel De Grote-Hogeschool - Campus Hoboken − Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende - Campus Oostende − Katholieke Hogeschool Limburg - Campus Diepenbeek − Katholieke Hogeschool Sint-Lieven - Campus Gent − Hogeschool Groep T - Campus Leuven − Hogeschool West Vlaanderen - Campus Kortrijk
2.2.8
Infrastructuur De opleiding tot Industrieel Ingenieur Chemie, optie Biochemie vereist een uitgebreide professionele labo-infrastructuur op het vlak van analytische chemie, fysicochemie, organische chemie, biochemische ingenieurstechnieken, biochemie, toegepaste mechanica en thermodynamica, kwaliteitscontrole en informatietechnologie.
2.2.9
Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie c.q. opleiding Academiejaar 91-92 92-93 93-94 94-95 95-96
3de studiejaar 4de studiejaar 3de studiejaar 4de studiejaar 3de studiejaar 4de studiejaar 3de studiejaar 4de studiejaar 3de studiejaar 4de studiejaar
M
V
T
77 53 82 61 81 74 114 69 91 105
67 70 75 60 88 73 102 78 84 99
144 123 157 121 169 47 216 147 175 204
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR
HEMIE
OPTIE BIOCHEMIE
5
2.2.10 Reële studieduur − − − −
93 % van de ingeschreven 1ste jaarsstudenten behalen het diploma na 2 jaar. 5 % van de ingeschreven 1ste jaarsstudenten behalen het diploma na 3 jaar. 1 % van de ingeschreven 1ste jaarsstudenten behalen het diploma na 4 jaar. 1 % van de ingeschreven 1ste jaarsstudenten behalen geen diploma.
2.2.11 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland De term ‘ingenieur’ dekt in Europa vele ladingen. Het is bijgevolg moeilijk de ingenieursopleidingen inhoudelijk te vergelijken. Ten onrechte wordt de industrieel ingenieur soms vergeleken met ingenieurs van de Duitse Fachhochschule, met de Engelse bachelor of science, de Nederlandse ingenieurs van het Hoger Beroepsonderwijs (HBO) of de Spaanse ingeniero tech-nico, die allemaal een opleiding genoten hebben waarvan de begintermen en/of de studielast relevant lager is. De opleiding industrieel ingenieur heeft de structuur van de academische opleidingen, namelijk een eerste cyclus van 2 jaar, met een polyvalente wetenschappelijke en technische opleiding, en een tweede cyclus van 2 jaar met een toegepaste technische opleiding van academisch niveau. Deze vorming plaatst hem op academisch niveau, en volgens de criteria van FEANI op het hoogste niveau in Europa. Dit niveau wordt mede gewaarborgd door het kwalificatieniveau (doctoraat op proefschrift) van het professorenkorps. Voor een gedetailleerde vergelijkende studie van de ingenieursopleidingen en de ingenieursgraden in Europa, verwijzen we naar : − FEANI-index, uitgegeven door de Fédération Européenne des Associations Nationales des Ingénieurs − Opleiding en Vorming van ingenieur, bachelor, master en doctor of philoso-phy in Europa, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika (Noël Lagast Uitgegeven door de Vlaamse Ingenieurskamer, maart 1997).
2.3
Verantwoording van de optie c.q. opleiding − Het witboek Ingenieurs van Fabrimetal van oktober 1996 voorziet een tekort aan Industrieel Ingenieurs tijdens de volgende 5 jaren. − Vele Vlaamse bedrijven, KMO’s en onderzoekscentra zijn geïnteresseerd in de industrieel ingenieur chemie, optie biochemie vanwege zijn polyvalente opleiding.
6
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
HOOFDRUBRIEK 3 HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1
De exacte benaming van de optie c.q. opleiding 2C Chemie, optie Biochemie
3.2
De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding De opleiding Industrieel Ingenieur Chemie, optie Biochemie stelt zich als doel mensen te vormen die qua profiel beantwoorden aan de kenmerken die vanuit het beroepenveld geformuleerd werden. Na twee algemeen vormende kandidatuursjaren blijft in de twee daarop volgende ingenieursjaren de polyvalentie, waarbij kennen en kunnen wordt ingevuld vanuit de chemische invalshoek en het funcioneren in multidisciplinaire groepen centraal staat.
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen In de eerste plaats worden van een ingenieur chemie kennis en kunde verwacht op technisch en wetenschappelijk vlak. 3.3.1.1 Wetenschappelijke basiskennis − een grondige kennis van de exacte wetenschappen − de bekwaamheid om theoretische modellen te ontwikkelen en te gebruiken 3.3.1.2 Brede technische kennis − − − −
kennis van de ingenieurspraktijk binnen zijn specialiteit vertrouwd zijn met de nieuwe technologieën in hun specialisatie bekwaam zijn om technische informatie te hanteren bekwaam zijn om ontwerpprincipes toe te passen met het oog op productie, onderhoud en kwaliteit tegen economisch verantwoorde kostprijs − bekwaam zijn om rekening te houden met veiligheids- en milieuoverwegingen en met zorgsystemen − gedegen kennis van informatica en informatietechnologie
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR
HEMIE
OPTIE BIOCHEMIE
7
3.3.1.3 Vermogen tot problem solving : van analyse tot synthese − ervaring met technieken van wetenschappelijk en logisch denken − problemen in kaart kunnen brengen en analyseren op wetenschappelijk verantwoorde wijze − een gestructureerde aanpak en een probleemoplossend vermogen vertonen − een praktisch gerichte denkwijze vertonen 3.3.1.4 Aanvullende en ondersteunende kennis en attitudes Om deze verwachtingen volledig waar te kunnen maken, moet een ingenieur Chemie, optie Biochemie naast zijn moedertaal meerdere talen beheersen en moet hij de volgende kwalificaties hebben en verder uitbouwen.
3.3.2
Sociale vaardigheden − − − −
3.3.3
bekwaam zijn om te werken in teamverband aan multidisciplinaire projecten de capaciteit hebben om mensen te kunnen mobiliseren attitude hebben om leiding te geven bereid zijn om verantwoordelijkheid op te nemen
Effectiviteitsattitudes − vaardigheid in communicatie, mondeling en schriftelijk − de vooruitgang, de technische veranderingen en de evolutie van de noden juist kunnen inschatten − een houding aannemen van vernieuwing en creativiteit − blijk geven van flexibiliteit en brede inzetbaarheid
3.4
Het opleidingsprofiel industrieel ingenieur chemie, optie biochemie De afgestudeerde industrieel ingenieur chemie, optie biochemie − Heeft een brede kennis van en inzicht in de samenhang tussen enerzijds biochemie en anderzijds haar toepassingen. − Kan bij product- of procesontwikkeling in de biochemie nieuwe technieken of methoden en apparaten beoordelen en introduceren. − Heeft inzicht in de relatie tussen chemische structuur en product- of materiaaleigenschappen en kan inschatten welke parameters van belang zijn bij de modificatie van die eigenschappen. Daartoe beschikt hij over een degelijke biochemische basiskennis. − Beschikt over kennis van instrumentale technieken die relevant zijn voor het vakgebied. Hij is in staat om ze toe te passen en om bestaande procedures te modificeren. − Heeft inzicht in het ontwerp van een productie-eenheid, de regeling of de sturing van haar diverse processen. Hij kan de invloed van diverse variabelen op de optimalisatie van zowel de verschillende deelprocessen als het eindproduct beoordelen. Daartoe beschikt hij over een degelijke kennis van de biochemische ingenieurstechnieken.
8
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
− Kan bij researchwerkzaamheden van biochemisch of biochemisch-technologische aard zelfstandig experimenten opzetten, uitvoeren of er leiding aan geven. Hij zal de resultaten moeten kunnen beoordelen, analyseren, interpreteren en besluiten kunnen formuleren. − Bezit voldoende kennis van informatietechnologie om procestechnologische problemen m.b.t. automatisering, optimalisering en softwareapplicaties te kunnen oplossen of in ieder geval te kunnen begrijpen. − Is in staat om problemen in de bedrijfsvoering of productie (bediening, beheersing, onderhoud) door probleemoplossend denken en in samenwerking met anderen, op te lossen (“troubleshooting”). − Is in staat om zorgsystemen (kwaliteitszorg, milieu, veiligheid) te introduceren en te beheersen.
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR
HEMIE
OPTIE BIOCHEMIE
HOOFDRUBRIEK 4 DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
♦ Overheid ♦ Studenten en toekomstige studenten ♦ PMS ♦ Secundair Onderwijs en Hoger Onderwijs ♦ Sociale Partners ♦ Beroepsvereniging
9
10
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
HOOFDRUBRIEK 5 BIBLIOGRAFIE
♦ Studeren Buiten de universiteit, 11-de herziene uitgave, CSBO, 1190 Groningen, 1984 ♦ Kernkwalificaties, Hoger Technisch en Natuurwetenschappelijk Onderwijs, HBO-raad, 1995 ♦ Leren communiceren, Antwoordenboek, Wolters-Noordhoff Groiningen ♦ Van Secundair naar Hoger onderwijs, N.F.W.O. Contactgroep Academisch Onderwijs, Garant, 1993 ♦ Studeren en doceren aan het Hoger Onderwijs, P.J. Janssen & H. de Neve, ACCO, 1988 ♦ TH en HTS : verschillen in opleiding en beroep, H. Christiaans, Janwillem Rouweler, Delftse Universitaire Pers, 1981 ♦ De techniek van het schriftelijk rapporteren, M.G.M. Elling, Wolters-Noordhoff, 1992 ♦ Leerplan Secundair onderwijs 3-de graad ASO en TSO, NVKSO, uitgegeven door LICAP Brussel, 1992 ♦ Statistieken van het Hoger Onderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Begroting en Gegevensbeheer ♦ Algemeen Beroepsprofiel Industrieel Ingenieur, juni 1996
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR
HEMIE
OPTIE BIOCHEMIE
HOOFDRUBRIEK 6 MEDEWERKERS
♦ A. Acke, Katholieke Hogeschool Sint-Lieven ♦ D. Anthierens, Hogeschool Antwerpen ♦ W. Asselman (voorzitter), Hogeschool voor Wetenschap en Kunst ♦ U. Avermaete, Boerenbond ♦ H. Behaegels (secretaris), Hogeschool voor Wetenschap en Kunst ♦ E. Bourdeaud’hui, IMEC ♦ A. De Baets, Hogeschool Gent ♦ W. De Geyter, Provinciale Hogeschool West-Vlaanderen ♦ G. De Goignies, VCB ♦ J. De Graeve, Hogeschool Groep T ♦ E. Degroote, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende ♦ W. Indeherberge, Katholieke Hogeschool Limburg ♦ J. Kuppens, Karel De Grote Hogeschool ♦ J. Landuyt (co-voorzitter)Hogeschool Gent ♦ C. Lannoo, Fabrimetal ♦ M. Michiels, FEBELTEX ♦ J. Neyens, voorzitter FEE ♦ L. Plas, Erasmushogeschool ♦ L. Renders, Hogeschool Limburg ♦ W. Ritzky, Hogere Zeevaartschool Antwerpen ♦ G. Roymans, VIK ♦ M. Vaes, Katholieke Hogeschool Kempen ♦ G. Vandeputte, FEBELSAFE ♦ A. Van Nieuwenhove, SIREV ♦ A. Vekemans, NUTI ♦ W. Nimmegeers, VLOR
11
12
OPLEIDINGSPROFIEL INDUSTRIEEL INGENIEUR CHEMIE OPTIE BIOCHEMIE
Lijst van de medewerkers bij de eindbesprekingen ♦ P. De Vriendt, Erasmushogeschool ♦ A. D’Huys, Hogeschool Groep T ♦ J. Kuppens, Karel de Grote Hogeschool ♦ H. Looghe, Fabrimetal ♦ W. Nimmegeers, VLOR ♦ L. Renders, Hogeschool Limburg
Lijst van de medewerkers subwerkgroep chemie, optie chemie ♦ J. Apers, Karel De Grote Hogeschool ♦ M. De Moor, KaHo St.-Lieven, Gent ♦ M. Empsten, Hogeschool voor Wetenschap en Kunst ♦ B. Meesschaert, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende ♦ P. Vanderauwera, Hogeschool Antwerpen ♦ J.M. De Smet, Hogeschool West-Vlaanderen ♦ Mevr. Dumoulin, Hogeschool West-Vlaanderen ♦ A. Van Landschoot, Hogeschool Gent ♦ P. Vermeiren, Hogeschool Limburg ♦ W. Indeherberge (voorzitter)Katholieke Hogeschool Limburg ♦ J. Pyck, VIK ♦ B. Deceuninck, NUTI ♦ H. Serrien, NUTI ♦ M. Lynen, Katholieke Hogeschool Limburg ♦ D. De Weerdt, Bayer, Antwerpen ♦ A. Maes (secretaris), Katholieke Hogeschool Limburg