Economische Effect Rapportage Economische effectrapportage StrandtoerismeZeeland Walcheren Vrijetijdseconomie 2013 = Technische rapportage = Diana Korteweg Maris & Jeroen Klijs Kenniscentrum Kusttoerisme / NHTV Breda Oktober 2013
Economische effectrapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 2013 = Technische rapportage =
Colofon © 2014, Kenniscentrum Kusttoerisme Auteurs: Diana Korteweg Maris en Jeroen Klijs1 Bij het samenstellen van dit rapport is de grootste zorgvuldigheid betracht. Kenniscentrum Kusttoerisme is echter niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade als gevolg van de aangeboden informatie in deze publicatie. Kenniscentrum Kusttoerisme p/a HZ University of Applied Sciences Postbus 364 4380 AJ Vlissingen Telefoon: E-mail: Website: Twitter:
1
0118 - 489 822
[email protected] www.kenniscentrumtoerisme.nl @KCKusttoerisme
NHTV internationaal hoger onderwijs Breda
Inhoudsopgave
1.
Vrijetijdseconomie in Zeeland ........................................................................................................ 1 1.1 Inleiding.................................................................................................................................. 1 1.2 Economische impactmeting ................................................................................................... 2
2.
Bestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie ............................................................................. 4 2.1 Afbakening van de Zeeuwse vrijetijdseconomie ................................................................... 4 2.2 Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: verblijfsbezoek ................... 6 2.3 Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: dagbezoek .......................... 8 2.4 Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: zakelijk bezoek.................... 9 2.5 Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: recreatiegoederen ............ 10 2.6 Totale consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie ................................. 11
3
Economische betekenis van de Zeeuwse vrijetijdseconomie ...................................................... 12 3.1 Van marktprijzen naar basisprijzen ..................................................................................... 12 3.2 Van direct naar totale output .............................................................................................. 14 3.3 Van output naar toegevoegde waarde ................................................................................ 15 3.4 Werkgelegenheid ................................................................................................................. 16 3.5 Totale economische waarde samengevat ........................................................................... 17
Bijlage 1: Berekening en toewijzing van de bestedingen ...................................................................... 19 Bijlage 2: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - totaal .................................................... 22 Bijlage 3: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - verblijfsbezoek...................................... 23 Bijlage 4: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - dagbezoek ............................................ 24 Bijlage 5: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - zakelijk bezoek...................................... 25 Bijlage 6: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - recreatiegoederen ................................ 26
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland
1.
Vrijetijdseconomie Zeeland gemeten
1.1
Inleiding
In het collegeprogramma 2011-2015 “Stuwende Krachten” heeft Provincie Zeeland ervoor gekozen zich sterk neer te zetten als regisseur en zich te richten op economische en ruimtelijke ontwikkeling. De provincie heeft een nieuwe invalshoek gekozen door te zoeken naar bindende factoren en de specifieke krachten die Zeeland duidelijk onderscheiden van andere regio’s. Het leidde tot de simpele conclusie: Zeeland ligt niet aan zee, maar er middenin: LAND IN ZEE! LAND IN ZEE! is voor de vrijetijdseconomie vertaald in het concept “Zeeën van tijd, ruimte voor jezelf”. Dit concept geldt als leidraad voor zowel concept‐ en productontwikkeling als de toeristische promotie van Zeeland. Doel is de consument een beleving van vrijheid te bieden in Zeeland; niet gastvrijheid, maar vrijheid voor de gast. De vrijetijdseconomie is één van de speerpuntsectoren binnen de Economische Agenda Zeeland 2013‐ 2015. Algeheel doel van deze agenda is duurzame economische ontwikkeling, groei en innovatie waarbij werkgelegenheid, werkloosheid en economisch toegevoegde waarde als indicatoren worden gehanteerd. Dit betekent dat de provincie voor wat betreft de vrijetijdseconomie de toegevoegde waarde (als gevolg van toeristische bestedingen) en de werkgelegenheid wil monitoren, om te meten wat de effecten zijn van het economische beleid. Provincie Zeeland heeft Kenniscentrum Kusttoerisme gevraagd om de economische monitoring van de vrijetijdseconomie uit te voeren. Deze rapportage beschrijft de economische impact van de vrijetijdseconomie over het jaar 2013.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 1
1.2
Economische impactmeting: keuze voor een input-outputmodel
Het berekenen van de economische waarde van de Zeeuwse vrijetijdseconomie vindt plaats met behulp van een input-outputmodel. De keuze voor gebruik van dit model wordt hieronder toegelicht. In Nederland worden veel verschillende modellen gebruikt voor het berekenen van economische impact. Met name in de context van toerisme en vrije tijd bleek dat deze verschillende berekeningen veel vragen opriepen. Reden voor NHTV internationaal hoger onderwijs Breda, partner binnen Kenniscentrum Kusttoerisme, om een promotie-onderzoek te starten naar de beste methode om de economische impact van toerisme en vrije tijd op regionaal niveau te meten. De eerste fase van het promotie-onderzoek was gericht op de keuze van een model. In het artikel 'Criteria to Compare Economic Impact Models in Tourism' (Klijs et al, 2012) zijn, op basis van een uitgebreide set criteria, diverse economische modellen met elkaar vergeleken. De conclusie is dat, met name voor toepassingen op regionaal niveau, het IO-model zeer veel mogelijkheden biedt. Onder auspiciën van Wageningen Universiteit & Research centrum (WUR) heeft Klijs het input-output model in de tweede fase van het promotie-onderzoek verder verbeterd voor toepassingen in een toeristische context. IO-modellen laten zien in welke sectoren de effecten van elke bestede euro terecht komen, uitgedrukt in output, toegevoegde waarde en werkgelegenheid. Daarom hanteert Kenniscentrum Kusttoerisme dit model altijd voor economische impactanalyses van toerisme en toeristische ontwikkelingen. Binnen de hogescholen wordt continu gewerkt aan de doorontwikkeling van kennis over economische monitoring van toerisme. Dankzij de samenwerking in Kenniscentrum Kusttoerisme en in CELTH (Centre of Expertise Leisure, Tourism & Hospitality) kunnen wij deze kennis toepassen voor partijen in het werkveld. Het input-outputmodel beschrijft de relaties tussen bestedingen (=input) enerzijds en de productie (=output) die daarvoor in de verschillende bedrijfsklassen nodig is. Deze relaties zijn in elke regio anders, afhankelijk van de aanwezige bedrijvigheid in regio’s. Met behulp van deze relaties worden zowel de directe als de indirecte effecten zichtbaar gemaakt. Direct zijn de effecten bij sectoren die rechtstreeks verkopen aan toeristen. Bijvoorbeeld de werkgelegenheid op de camping waar de toerist verblijft. Indirect zijn de effecten in de sectoren die leveren aan de sectoren die verkopen aan de toeristen. Zoals de werkgelegenheid bij de groothandel die producten levert aan de camping. Niet berekend worden de afgeleide effecten: het feit dat extra inkomen in de verschillende sectoren ook weer leidt tot meer bestedingen. Bij het gebruik van een input-outputmodel wordt ook geen rekening gehouden met eventuele negatieve effecten2. Er wordt van uitgegaan dat de bestedingen die worden opgevoerd als input niet leiden tot een afname van bestedingen elders. Daarnaast geldt bij een input-outputmodel de aanname dat de benodigde productiecapaciteit (arbeid, kapitaal, machines) vrij inzetbaar is voor het realiseren van deze input; oftewel dat de extra productie niet ten koste gaat van productie in andere sectoren. Overigens worden een aantal van deze beperkingen gereduceerd als onderdeel van het promotie-onderzoek bij NHTV. Om de berekeningen te kunnen uitvoeren is er een input-outputtabel specifiek voor de provincie nodig. Dit is een tabel die antwoord geeft op de vraag hoeveel elke sector levert aan zichzelf, aan andere sectoren en aan hun uiteindelijke afnemers. Alleen op basis van een input-outputtabel kan de stap worden gemaakt van de directe effecten naar de totale effecten (direct + indirect). Er blijkt
2
Dwyer, L., Forsyth, P. & Spurr, R. (2003). Evaluating tourism’s economic effects: new and old approaches. In: Tourism Management 25 (2004), 307–317.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 2
namelijk uit hoeveel output er in elk van de sectoren van de economie nodig is, om er voor te zorgen dat er producten en diensten geleverd kunnen worden aan (bijvoorbeeld) toeristen. Input-outputtabellen, welke benodigd zijn voor het ontwikkelen van een input-output model, zijn veelal alleen beschikbaar op nationaal niveau. Speciaal voor dit onderzoek hebben onderzoekers van NHTV internationaal hoger onderwijs Breda een input-outputtabel voor de provincie Zeeland samengesteld. Hierbij is de aanpak van Flegg’s Location Quotient gehanteerd. Nationale technische coëfficiënten (die de basis vormen van het IO-model en de economische samenhang beschrijven tussen sectoren) worden omgerekend naar regionale technische coëfficiënten, gebaseerd op een vergelijking van de werkgelegenheid per sector op regionaal en nationaal niveau. Deze methode is gebaseerd op een aantal aannames, waaronder een gelijke arbeidsproductiviteit en een gelijke verhoudingen tussen gebruikte inputs binnen sectoren op regionaal en nationaal niveau. Voor de regionalisering zijn de meest recente cijfers gebruikt, zijnde het jaar 2012. De hieruit resulterende IOtabel beschrijft als enige de specifieke economische samenhang in de provincie Zeeland. Gezien het feit dat de economische structuur van regio’s vrij stabiel is, is een IO-tabel van het jaar 2012 heel geschikt voor de analyse van economische effecten van de vrijetijdseconomie. Binnen de hogescholen wordt continu gewerkt aan de doorontwikkeling van kennis over economische monitoring in de vrijetijdseconomie. Dankzij de samenwerking in Kenniscentrum Kusttoerisme en in CELTH (Centre of Expertise Leisure, Tourism & Hospitality) kan deze kennis worden ontsloten voor partijen in het werkveld.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 3
2.
Bestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie
2.1
Afbakening van de Zeeuwse vrijetijdseconomie
Zoals beschreven in hoofdstuk 1 vindt het berekenen van de totale economische waarde van de vrijetijdseconomie in Zeeland plaats met behulp van een input-outputmodel. Het gebruik van een input-outputmodel start met het berekenen van de totale bestedingen in de vrijetijdseconomie in de provincie Zeeland. Hiertoe moest eerst de vrijetijdseconomie worden afgebakend. Voor deze afbakening is allereerst gekeken naar de Landelijke R&T standaard3, een notitie waarin tussen provincies onderling afspraken zijn gemaakt over het bepalen van bestedingen in de vrijetijdssector. Vervolgens is op een aantal punten van deze afbakening afgeweken. Zo zijn een aantal aspecten van de vrijetijdseconomie toegevoegd: De jaarlijkse uitgaven aan de huur van vaste standplaatsen op campings en vaste ligplaatsen in jachthavens vormen een relevant deel van de consumentenbestedingen aan verblijfsbezoek. In de Landelijke R&T standaard werd dit buiten beschouwing werd gelaten, vanwege een gebrek aan informatie. In deze rapportage is ervoor gekozen om deze bestedingen zo goed mogelijk in te schatten. Hiervoor is een berekeningsmethode gekozen, deze wordt in paragraaf 2.2 toegelicht. De aanschaf van duurzame recreatiegoederen, zoals caravans en tenten, maar ook artikelen voor sportbeoefening wordt als relevant onderdeel van de vrijetijdseconomie beschouwd en is daarom toegevoegd aan de afbakening. Daarnaast is voor het zakelijk toerisme geen gebruik gemaakt van de aanbevolen bron ContinuZakenreisOnderzoek. De kosten van deelname aan dit onderzoek zijn aanzienlijk, de gebruikswaarde voor Zeeland is beperkt. Daarom heeft Zeeland niet deelgenomen aan dit onderzoek en zijn de bestedingen aan zakelijk toerisme niet volledig in beeld gebracht. Onderstaande tabel toont de verschillende onderdelen van de vrijetijdseconomie zoals die in deze rapportage worden meegenomen met daarbij de gehanteerde gegevensbronnen voor het bepalen van consumentenbestedingen. Tevens wordt aangeduid in hoeverre de berekening overeenkomt met de Landelijke R&T standaard. Onderdeel vrijetijdseconomie
Verblijfsbezoek Toeristische vakanties van Nederlanders Toeristische vakanties van buitenlanders Vakanties van Nederlandse vaste gasten Vakanties van buitenlandse vaste gasten Jaarlijkse kosten huur vaste stand- & ligplaatsen
3
Match met Landelijke R&T standaard?
Te gebruiken gegevensbron
Ja
ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research Statistiek Logiesaccommodaties, CBS, in combinatie met de Statistiek Inkomend Toerisme, NBTC ContinuVakantieOnderzoek, NBTC-NIPO Research Geen bron, diverse aannames om toch een inschatting te kunnen maken Geen bron, diverse aannames om toch een inschatting te kunnen maken
Ja
Ja Hiaat in standaard Nee
KennisAs (2009). De Landelijke R&T Standaard. Notitie over bepalen bestedingen en werkgelegenheid in de vrijetijdssector op provinciaal niveau. http://www.kenniscentrumtoerisme.nl/l/library/download/1875
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 4
Dagbezoek Binnenlandse uitstapjes
Ja
ContinuVrijeTijdsOnderzoek, NBTC-NIPO Research, specifieke afbakening van activiteiten
Uitstapjes van buitenlanders
Hiaat in standaard
Geen bron, diverse aannames om toch een inschatting te kunnen maken
Zakelijk verblijfsbezoek Nederlanders
Ja
Afgeweken van standaard, inschatting gemaakt op basis van Statistiek Logiesaccommodaties, CBS
Zakelijk verblijfsbezoek buitenlanders
Ja
Statistiek Logiesaccommodaties, CBS, in combinatie met de Statistiek Inkomend Toerisme, NBTC
Zakelijk dagbezoek Nederlanders
Hiaat in standaard
Buiten beschouwing gelaten, geen bronnen beschikbaar
Zakelijk dagbezoek buitenlanders
Hiaat in standaard
Buiten beschouwing gelaten, geen bronnen beschikbaar
Vrijetijdseconomie - recreatiegoederen Aanschaf duurzame recreatiegoederen
Nee
Satellietrekeningen Toerisme, CBS
Zakelijk bezoek
Bovengenoemde bronnen zijn gebruikt voor het in beeld brengen van de totale uitgaven in de vrijetijdseconomie. De resultaten worden weergegeven in de volgende paragrafen.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 5
2.2
Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: verblijfsbezoek
Onderstaand overzicht toont de consumentenbestedingen gerelateerd aan verblijfsbezoek. Verblijfsbezoek
Logies & horeca
Excursies, toegang
Vervoer in de regio
Detailhandel & overige uitgaven
Totaal
Toeristische vakanties van Nederlanders a
€ 140.175.348
€ 6.025.440
€ 5.401.273
€ 35.872.508
€ 187.474.568
Toeristische vakanties van buitenlanders b
€ 199.354.563
€ 10.704.818
€ 28.667.141
€ 48.080.964
€ 286.807.486
Vakanties van Nederlandse vaste gasten c
€ 13.046.080
€ 1.945.323
€ 1.743.810
€ 10.677.786
€ 27.413.000
Vakanties van buitenlandse vaste gasten d
€ 3.362.733
€ 501.423
€ 449.481
€ 2.752.286
€ 7.065.923
Jaarlijkse kosten van vaste gasten e
€ 31.089.800
€ 11.128.880
€ 387.028.524
€ 30.305.884
Totale bestedingen verblijfsbezoek
€ 42.218.680
€ 36.261.706
€ 97.383.544
€ 550.979.657
Let op: Voor alle berekeningen geldt dat zij gebaseerd zijn op onderzoeksgegevens en dus een benadering zijn van de werkelijke bestedingen. Echter, voor de blauw-gemarkeerde categorieën waren zeer weinig onderzoeksgegevens beschikbaar; de blauw-gemarkeerde bestedingen zijn dan ook slechts een inschatting, op basis van een aantal aannames in combinatie met relevante onderzoeksgegevens. Zie de toelichting op de volgende pagina. De werkelijke bestedingen zullen afwijken van de hier gepresenteerde data en - vanwege de behoudende inschattingen - waarschijnlijk hoger zijn.
Toelichting op de gehanteerde bronnen en berekeningen: a Bron: ContinuVakantieOnderzoek NBTC-NIPO Research. De gegevens betreffen de periode oktober 2012 tot en met september 2013. b Het totaal aantal overnachtingen is ontleend aan de Statistiek Logiesaccommodaties van CBS, deze gegevens betreffen het jaar 2013. CBS publiceert de verhouding toeristisch vs. zakelijk verblijf in hotels, dit percentage (26%) is toegepast op het aantal overnachtingen om het toeristische deel te kunnen vaststellen. Het aantal toeristische overnachtingen is vermenigvuldigd met de bestedingsgegevens uit de Statistiek Inkomend Toerisme van NBTC. De meest recente gegevens betreffen het jaar 2009. De bestedingen per dag van Nederlandse gasten in eigen land zijn in de periode 20092014 met 4,4% gestegen, aangenomen is dat deze stijging ook geldt voor de bestedingen van buitenlandse gasten in ons land. c Bron: ContinuVakantieOnderzoek NBTC-NIPO Research. De gegevens betreffen de periode oktober 2012 tot en met september 2013. In dit onderzoek worden vaste gasten alleen gevraagd naar hun totale uitgaven tijdens de vakantie. Voor de onderverdeling naar uitgavencategorieën is aangenomen dat deze verdeling gelijk is aan de onderverdeling tijdens toeristische vakanties van Nederlanders, waarbij de kosten voor de accommodatie afzonderlijk berekend zijn (zie e). We hebben de indruk dat hierdoor sprake is van een onderschatting.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 6
d
e
Er is geen inzicht in het aantal buitenlandse vaste gasten in Zeeland. In het werkveld is echter bekend dat een groot aantal (met name) Duitse gasten een stacaravan, tweede woning of vaste ligplaats in Zeeland heeft. Daarom toch een poging om een indruk te krijgen om de omvang: Volgens het ContinuVakantieOnderzoek telde Zeeland 85.000 Nederlandse vaste gasten in 2013. Nederlandse vaste gasten gaan gemiddeld met 2,82 personen op vakantie; omgerekend zouden Nederlanders dus zo’n 30.000 accommodaties in hun bezit hebben. Kijkend naar de accommodaties waarin zij verblijven, gaat het om zo’n 17.000 tweede woningen, zo’n 5.000 stacaravans op jaarplaatsen, zo’n 10.000 seizoenplaatsen op campings en ruim 1.000 ligplaatsen in jachthavens. Het totale aantal tweede woningen in Zeeland is onbekend en ook het totale aantal seizoenplaatsen blijkt niet vast te stellen door variabel gebruik door campings. Volgens de meest recente aanbodinventarisatie (2011) telt Zeeland zo’n 17.000 jaarplaatsen op campings en 12.250 ligplaatsen in jachthavens. Kijkend naar deze cijfers is het dan ook zeer aannemelijk dat er zeker nog zo’n 15.000 accommodaties in het bezit zijn van buitenlandse vaste gasten. Kijkend naar de omvang van het reisgezelschap, reizen buitenlandse toeristen met gemiddeld 3,0 personen, Nederlandse vaste gasten reizen met gemiddeld 2,8 personen. Voor buitenlandse vaste gasten wordt daarom een gemiddelde van deze groepen gehanteerd: 2,9 personen in het reisgezelschap. 15.000 accommodaties x 2,9 personen resulteert dan in 43.500 buitenlandse vaste gasten. Aangenomen wordt dat de frequentie van hun gebruik van de vakantie-accommodatie lager is dan van Nederlanders: 2,1 keer per jaar in plaats van gemiddeld 4,2 keer. Daarnaast wordt aangenomen dat hun verblijfsduur gemiddeld gelijk is aan dat van Nederlandse vaste gasten: 6,5 dagen. Dit resulteert in 593.775 vakantiedagen van buitenlandse vaste gasten. Ten slotte wordt aangenomen dat hun bestedingspatroon gelijk is aan dat van Nederlandse vaste gasten. Binnen de bestaande vakantieonderzoeken wordt niet gevraagd naar de accommodatiekosten van vaste gasten, omdat deze op jaarbasis worden betaald. Daarom is hiervoor een aanvullende berekening gekozen, gebaseerd op het aantal eenheden vermenigvuldigd met een gemiddeld tarief. Hierbij is alleen gekeken naar jaarplaatsen op campings en ligplaatsen in jachthavens; zoals hierboven vermeld, is het aantal tweede woningen in Zeeland onbekend evenals het totale aantal seizoenplaatsen, dit laatste vanwege het variabele gebruik door campings. De meest recente aanbodinventarisatie van standplaatsen op campings in Zeeland dateert uit 2011. Hieruit bleek dat Zeeland destijds 16.760 vaste standplaatsen (jaarplaatsen) op campings telde. Aangenomen is dat dit aantal sindsdien niet noemenswaardig is veranderd. In 2013 heeft een inventarisatie plaatsgevonden bij 26 Brabantse campings; het gemiddelde tarief voor een jaarplaatsen op een camping werd in die provincie vastgesteld op € 1.855. Het is aannemelijk dat het tarief in Zeeland hoger is, vanwege de populariteit van o.a. jaarplaatsen direct aan de kust. Dit leidt tot een onderschatting van de jaarlijkse kosten van deze vaste gasten. Het aantal jaarplaatsen in Zeeland is vermenigvuldigd met dit gemiddelde tarief. Deze bestedingen zijn opgenomen in de categorie Logies en horeca, omdat campings worden beschouwd als logiesaccommodaties.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 7
De meest recente aanbodinventarisatie van vaste ligplaatsen in Zeeuwse jachthavens dateert uit 2011. Hieruit bleek dat Zeeland destijds 12.250 vaste ligplaatsen (zomerligplaatsen) telde. Aangenomen is dat dit aantal sindsdien niet noemenswaardig is veranderd. CBS doet regelmatig onderzoek naar de tarieven van jachthavens. Het meest recente onderzoek dateert uit 2009. Daarin publiceerden zij gemiddelde jaartarieven voor een kleine boot (6 x 2 meter) en een grote boot (10 x 3,5 meter), voor jachthavens van verschillende omvang. Kijkend naar de omvang van Zeeuwse jachthavens is gekozen voor het gemiddelde tarief van jachthavens met 201-350 ligplaatsen. Gezien de trend dat boten steeds groter worden, is in deze berekening het gemiddelde tarief voor een grote boot gehanteerd: € 835. Dit tarief is gecorrigeerd voor inflatie (8,8% 2013 ten opzichte van 2009): € 908,48. Het is aannemelijk dat het tarief in Zeeland wat hoger is, mogelijk is hierdoor sprake van een onderschatting. Het aantal vaste ligplaatsen is vervolgens vermenigvuldigd met dit gemiddelde tarief. Deze bestedingen zijn opgenomen in de categorie Excursies/toegang, omdat jachthavens worden gezien als onderdeel van de sector recreatie in de sectorindeling (SBI-codering) van CBS.
2.3
Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: dagbezoek
Onderstaand overzicht toont de consumentenbestedingen gerelateerd aan dagbezoek. Dagbezoek
Binnenlandse uitstapjes f Uitstapjes van buitenlanders g Totale bestedingen dagbezoek
Logies & horeca
Excursies, toegang
Vervoer (alle vervoer)
Detailhandel & overige uitgaven
Totaal
€ 391.362.560
€ 49.302.510
€ 146.378.770
€ 390.598.180
€ 977.642.020
€ 24.412.160
€ 3.075.360
€ 9.130.720
€ 24.364.480
€ 60.982.720
€ 415.774.720
€ 52.377.870
€ 155.509.490
€ 414.962.660
€ 1.038.624.740
Let op: Voor alle berekeningen geldt dat zij gebaseerd zijn op onderzoeksgegevens en dus een benadering zijn van de werkelijke bestedingen. Echter, voor de blauw-gemarkeerde categorieën waren zeer weinig onderzoeksgegevens beschikbaar; de blauw-gemarkeerde bestedingen zijn dan ook slechts een inschatting, op basis van een aantal aannames in combinatie met relevante onderzoeksgegevens. Zie de toelichting op de volgende pagina. De werkelijke bestedingen zullen afwijken van de hier gepresenteerde data en - vanwege de behoudende inschattingen - waarschijnlijk hoger zijn.
Toelichting op de gehanteerde bronnen en berekeningen: f Bron: ContinuVrijeTijdsOnderzoek NBTC-NIPO Research. De gegevens betreffen de periode mei 2012 t/m april 2013. Hierbij zijn niet alle vrijetijdsactiviteiten in Zeeland inbegrepen, maar alleen de activiteiten volgens de definitie “uitstapje”: recreatieve activiteiten waarvoor men ten minste twee uur van huis is zonder dat daarbij een overnachting elders plaatsvindt. Bezoeken aan familie of kennissen zijn geen uitstapjes. Afgezien van de tijdsafbakening worden activiteiten als ‘zelf sporten’ en ‘hobby- en verenigingsactiviteiten’ niet gezien als uitstapje. g Het aantal uitstapjes van bezoekers uit andere landen is onbekend, hiervoor bestaat momenteel nog geen goede gegevensbron. Als deze groep volledig buiten beschouwing zou worden gelaten, ontstaat een aanzienlijke onderschatting. In het werkveld is immers bekend dat het dagbezoek vanuit met name België omvangrijk is. Daarom is de aanname gedaan dat het aantal uitstapjes vanuit het buitenland in Zeeland gelijk is aan het uitstapjes van Zeeuwen in het buitenland. Daarbij is aangenomen dat de bestedingen van buitenlandse gasten gelijk zijn aan de bestedingen van Nederlanders tijdens uitstapjes in Zeeland. Mogelijk ontstaat hierdoor een onderschatting. Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 8
2.4
Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: zakelijk bezoek
Onderstaand overzicht toont de consumentenbestedingen gerelateerd aan zakelijk bezoek. Zakelijk bezoek
Logies & horeca
Excursies, toegang
Vervoer in de regio
Zakelijk verblijfsbezoek Nederlanders h
€ 23.025.039
€ 1.236.384
€ 3.310.995
Detailhandel & overige uitgaven € 5.553.252
Zakelijk verblijfsbezoek buitenlanders i
€ 30.545.148
€ 1.640.195
€ 4.392.385
€ 7.366.976
Totaal
€ 33.125.670
€ 43.944.704
Zakelijk dagbezoek Nederlanders j
onbekend
Zakelijk dagbezoek buitenlanders j
onbekend
Totale bestedingen zakelijk bezoek
€ 53.570.187
€ 2.876.579
€ 7.703.381
€ 12.920.227
€ 77.070.374
Let op: Voor alle berekeningen geldt dat zij gebaseerd zijn op onderzoeksgegevens en dus een benadering zijn van de werkelijke bestedingen. Echter, voor de blauw-gemarkeerde categorieën waren zeer weinig onderzoeksgegevens beschikbaar; de blauw-gemarkeerde bestedingen zijn dan ook slechts een inschatting, op basis van een aantal aannames in combinatie met relevante onderzoeksgegevens. Zie de toelichting op de volgende pagina. De werkelijke bestedingen zullen afwijken van de hier gepresenteerde data en - vanwege de behoudende inschattingen - waarschijnlijk hoger zijn.
Toelichting op de gehanteerde bronnen en berekeningen: h NBTC-NIPO Research doet tweejaarlijks onderzoek naar meerdaagse zakenreizen van Nederlanders: het ContinuZakenreisOnderzoek. In Zeeland wordt niet deelgenomen aan dit onderzoek. Daarom kan in dit onderzoek alleen gebruik worden gemaakt van de Statistiek Logiesaccommodaties van CBS. CBS vraagt hotels aan te geven welk deel van de hen gerealiseerde overnachtingen een toeristisch dan wel zakelijk motief heeft. In Zeeland was 26% van de hotelovernachtingen in 2012 zakelijk. Dit percentage is toegepast op het bij CBS geregistreerde aantal hotelovernachtingen in 2013: 185.210 nachten. Door gebrek aan gegevens is zakelijk verblijf in andere accommodatievormen buiten beschouwing gelaten. NBTC en CBS doen vijfjaarlijks onderzoek naar de bestedingen van buitenlandse gasten, in de Statistiek Inkomend Toerisme. Het meest recente onderzoek dateert uit 2009. Hieruit bleek dat de bestedingen van zakelijke gasten 2,5 keer hoger zijn dan van toeristische gasten. Daarom zijn de gemiddelde bestedingen van Nederlandse toeristische hotelgasten met 2,5 vermenigvuldigd. Aangenomen is dat de onderverdeling van deze bestedingen naar uitgavencategorieën gelijk is aan de onderverdeling van buitenlandse gasten. i Het aantal zakelijke overnachtingen van buitenlandse gasten is op dezelfde wijze berekend als voor Nederlandse gasten: 26% van de hotelovernachtingen van buitenlanders resulteert in 176.540 overnachtingen in 2013 Door gebrek aan gegevens is zakelijk verblijf in andere accommodatievormen buiten beschouwing gelaten. Vanuit de Statistiek Inkomend Toerisme (2009) is bekend dat de zakelijke gast 2,5 keer meer besteed dan de toerist. De gemiddelde bestedingscijfers uit deze Statistiek zijn daarom met 2,5 vermenigvuldigd. Deze bestedingsgegevens betreffen het jaar 2009. De bestedingen per dag van Nederlandse gasten in eigen land zijn in de periode 2009-2014 met
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 9
4,4% gestegen, aangenomen is dat deze stijging ook geldt voor de bestedingen van buitenlandse gasten in ons land. Over eendaagse zakenreizen (vergaderingen, congressen, trainingen etc) van Nederlanders en buitenlanders zijn nauwelijks gegevens bekend. Foodstep4 doet weliswaar onderzoek naar de verhouding privé vs. zakelijke bestedingen in de horeca (drank- en maaltijdverstrekkers). Hierbij blijven eendaagse zakelijke bijeenkomsten (vergaderingen, congressen, trainingen etc) in hotels, congrescentra en andere accommodaties echter volledig buiten beeld, terwijl verwacht wordt dat hier het merendeel van de zakelijke bestedingen terechtkomen. Daarom is deze groep in zijn geheel buiten beschouwing gelaten.
j
2.5
Consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie: recreatiegoederen
Onderstaand overzicht toont de bestedingen van Zeeuwen aan de aanschaf van duurzame recreatiegoederen, zoals caravans, tenten, sportartikelen et cetera. Vrijetijdseconomie recreatiegoederen Aanschaf duurzame recreatiegoederen k Totale bestedingen vrijetijdseconomie recreatiegoederen
Logies & horeca
Excursies, toegang
Vervoer
---
---
---
Detailhandel & overige uitgaven € 56.651.326
---
---
---
€ 56.651.326
Totaal
€ 56.651.326
€ 56.651.326
Toelichting op de gehanteerde bronnen en berekeningen: k Bron: Satellietrekeningen Toerisme van CBS. Hierin zijn de totale uitgaven van Nederlanders aan duurzame recreatiegoederen berekend. Aangenomen is dat de uitgaven van de Zeeuwse consument overeenkomen met de gemiddelde uitgaven van Nederlanders en dat dit overeenkomstig in de Zeeuwse vrijetijdseconomie terechtkomt. De gegevens betreffen het jaar 2012, aangenomen is dat dit bedrag ongewijzigd is.
4
Zie gegevens Footstep via http://abf.kenniscentrumhoreca.nl/quickstep/qsreportadvanced.aspx?report=hco_jaar2
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 10
2.6
Totale consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie
De gegevens uit de voorgaande paragrafen resulteren in het onderstaand overzicht, dat de totale consumentenbestedingen in de Zeeuwse vrijetijdseconomie toont. In totaal bedragen deze bestedingen € 1,74 miljard. Vrijetijdeconomie totaal
Logies & horeca
Excursies, toegang
Vervoer
Detailhandel & overige uitgaven
Totaal
Verblijfsbezoek
€ 387.028.524
€ 30.305.884
€ 36.261.706
€ 97.383.544
€ 550.979.657
Dagbezoek
€ 415.774.720
€ 52.377.870
€ 155.509.490
€ 414.962.660
€ 1.038.624.740
Zakelijk meerdaags bezoek
€ 53.570.187
€ 2.876.579
€ 7.703.381
€ 12.920.227
€ 77.070.374
---
---
---
€ 56.651.326
€ 56.651.326
€ 856.373.431
€ 85.560.333
€ 199.474.576
€ 581.917.757
€ 1.723.326.097
Recreatiegoederen Totale bestedingen vrijetijdseconomie
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 11
3
Economische betekenis van de Zeeuwse vrijetijdseconomie
3.1
Van marktprijzen naar basisprijzen
De consumentenbestedingen zoals getoond in hoofdstuk 2 vormen het startpunt voor de berekening van de totale economische betekenis van de Zeeuwse vrijetijdseconomie. Deze bestedingen zijn uitgedrukt in ‘marktprijzen’: prijzen die door bedrijven of consumenten worden betaald. Het IO-model is echter genoteerd in basisprijzen. Basisprijzen zijn prijzen exclusief handels- en transportmarges en exclusief netto productgebonden belastingen. De bestedingen tegen basisprijzen zijn gelijk aan de ‘directe output’. In de berekening in de bijlage 1 wordt getoond hoe de bestedingen van de toeristen (in marktprijzen) worden omgerekend naar de benodigde basisprijzen, hieronder wordt dit toegelicht. De bestedingen worden gedifferentieerd naar bedrijfsklasse ingevoerd in het input-outputmodel. Bestedingen aan logies en horeca worden ingevoerd in de bedrijfsklasse Horeca en bestedingen aan entree, huur etc. worden toegekend aan de bedrijfsklasse Cultuur, sport & recreatie. Voor al deze bestedingen geldt dat de BTW in mindering wordt gebracht om de marktprijzen om te rekenen naar basisprijzen. Overige netto productgebonden belastingen en subsidies worden buiten beschouwing gelaten omdat de waarde hiervan verwaarloosbaar klein is. Voor bestedingen aan vervoer moet een extra tussenstap worden gezet. Uitgaven aan openbaar vervoer worden toegewezen aan de bedrijfsklasse Vervoer en opslag. Uitgaven aan brandstof (auto, motor, bromfiets, camper etc) komen echter terecht in de detailhandel. Een beschrijving van de toedeling is opgenomen in bijlage 1. Voor bestedingen in de detailhandel geldt een aantal extra berekeningen. Deze bestedingen mogen niet volledig worden toegewezen aan de Zeeuwse economie, omdat er niet vanuit kan worden gaan dat al deze producten ook in Zeeland geproduceerd zijn. Uit CBS-cijfers blijkt dat 50% van alle goederen die in Nederland worden aangeschaft, in het buitenland worden geproduceerd. Zeeland telt 2,8% van alle banen in de Nederlandse industrie (bron: LISA). Dit betekent dat we een gefundeerde aanname kunnen doen dat 2,8% (Zeeuwse deel) van 50% (Nederlandse deel) van alle goederen in Zeeland geproduceerd zijn. Oftewel 1,4% van alle bestedingen in de detailhandel wordt in het inputoutputmodel toegewezen aan de Zeeuwse sector industrie. Over alle bestedingen in de detailhandel berekenen we de waarde van de handels- en transportmarges en voeren dat in in het Zeeuwse input-outputmodel. Deze goederen worden immers wel via de Zeeuwse groot- en detailhandel verkocht en dat draagt bij aan de instandhouding van het winkelbestand. De volledige berekening wordt getoond in bijlage 1, de bedragen worden samengevat in de tabel op de volgende pagina.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 12
Uitgaven aan
Consumentenbestedingen (marktprijzen)
Bedrijfsklasse
Directe output: Consumentenbestedingen toegewezen aan sectoren (basisprijzen)
Landbouw, bosbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energievoorziening Waterbedrijven en afvalbeheer Bouwnijverheid Detailhandel & overige uitgaven Vervoer Logies & horeca
Excursies, toegang
€ 581.917.757 Handel (detail- en groothandel) € 199.474.576 Vervoer en opslag € 856.373.431 Horeca en logiesverstrekkers Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Verhuur en handel van onroerend goed Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheidsdiensten Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg € 85.560.333 Cultuur, sport en recreatie Overige dienstverlening Handels- en vervoersmarges
Totaal
€ 7.625.935
€ 1.723.326.097 Totaal
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 13
€ 9.329.538 € 787.107.933
€ 80.717.295 € 92.896.185 € 977.676.887
3.2
Van direct naar totale output
De directe output laat alleen zien welke productie er nodig is in de sectoren waar de consumentenbestedingen terecht komen. Echter, om die sectoren in staat te stellen om hun product of dienst te leveren, moeten ook andere sectoren in Zeeland aan het werk. Bijvoorbeeld in een horecabedrijf: als een consument een biefstuk met frietjes besteld, heeft er daarvoor al in veel andere sectoren werk plaatsgevonden: een veehouder heeft zijn runderen gehouden, de slachter heeft het rund geslacht, een agrariër heeft aardappelen geteeld, het restaurant heeft servies en bestek gekocht bij een groothandel, maar dit servies en bestek is eerst nog gemaakt door een fabriek. Het restaurant heeft een bankrekening, verzekering, elektriciteitsaansluiting. Enzovoorts, enzovoorts. Deze berekening laat zien dat er ook indirect veel sectoren aan het werk moeten om uiteindelijk het eindproduct of een dienst aan de consument te leveren: vandaar directe en indirecte output. Het input-outputmodel kan gebruik worden om de totale output in beeld te brengen, de directe én indirecte output. In dit model worden namelijk alle onderlinge relaties tussen sectoren gevat. Voor iedere verbinding tussen twee sectoren is er een factor die aangeeft hoeveel output de toeleverende sector moet leveren om de afnemende sector in staat te stellen haar (directe) output te produceren; in dit geval zijn er dus 20 x 20 sectoren = 400 factoren. Dit samenspel van factoren zorgt voor de berekening van directe output naar totale (directe en indirecte) output. De samenvatting van deze berekening wordt getoond in bijlage 2. Bedrijfsklasse
Landbouw, bosbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energievoorziening Waterbedrijven en afvalbeheer Bouwnijverheid Handel (detail- en groothandel) Vervoer en opslag Horeca en logiesverstrekkers Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Verhuur en handel van onroerend goed Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheidsdiensten Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur, sport en recreatie Overige dienstverlening Handels- en vervoersmarges Totaal
Directe output: Output Consumentenbestedingen (direct en indirect) toegewezen aan sectoren (basisprijzen) € 2.601.995 € 301.191 € 7.625.935 € 40.535.943 € 24.671.387 € 537.006 € 3.266.313 € 34.362.358 € 9.329.538 € 15.131.626 € 787.107.933 € 791.399.647 € 1.521.016 € 4.710.961 € 7.040.097 € 11.839.687 € 1.031.119 € 535.352 € 283.855 € 80.717.295 € 83.836.620 € 1.452.045 € 92.896.185 € 130.343.844 € 977.676.887
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 14
€ 1.155.402.064
3.3
Van output naar toegevoegde waarde
Bij het hiervoor genoemde voorbeeld is sprake van veel dubbeltellingen: de biefstuk is door heel veel sectoren heen gegaan (o.a. veehouder, slachter, groothandel, restaurant) en iedere sector voegt weer een beetje waarde toe. In een input-outputmodel wordt bij de berekening van de totale output nog geen rekening gehouden met inkoop van goederen en te betalen producentenbelastingen. Daarom worden de inkoopwaarde en ook de onderlinge belastingen tussen sectoren in mindering gebracht op de output (productie), zodat inzicht ontstaat in de toegevoegde waarde, de waarde die daadwerkelijk door de verschillende sectoren in deze regio is gecreëerd. Als bijvoorbeeld een meubelfabriek het hout in een andere regio inkoopt, moet de inkoopprijs van het hout afgetrokken worden van de omzet van de verkoop van meubelen: alleen de waarde die is ontstaan door van hout meubelen te maken, mag dan als toegevoegde waarde aan de fabriek en dus die regio worden toegekend. De samenvatting van de berekening wordt getoond in bijlage 2. Bedrijfsklasse Landbouw, bosbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energievoorziening Waterbedrijven en afvalbeheer Bouwnijverheid Handel (detail- en groothandel) Vervoer en opslag Horeca en logiesverstrekkers Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Verhuur en handel van onroerend goed Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheidsdiensten Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur, sport en recreatie Overige dienstverlening Handels- en vervoersmarges Totaal
Output Toegevoegde waarde (direct en indirect) (direct en indirect) € 2.601.995 € 837.275 € 301.191 € 238.176 € 40.535.943 € 8.875.946 € 24.671.387 € 7.184.419 € 537.006 € 185.810 € 3.266.313 € 1.178.169 € 34.362.358 € 18.995.381 € 15.131.626 € 6.498.752 € 791.399.647 € 402.470.516 € 1.521.016 € 735.037 € 4.710.961 € 2.659.145 € 7.040.097 € 3.616.446 € 11.839.687 € 6.356.529 € 1.031.119 € 586.692 € 535.352 € 410.796 € 283.855 € 208.991 € 83.836.620 € 41.092.796 € 1.452.045 € 901.493 € 130.343.844 € 1.155.402.064
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 15
€ 503.032.369
3.4
Van output naar inkomen en werkgelegenheid
Vanuit de output kan tevens worden berekend hoeveel inkomen wordt gegenereerd in Zeeland: inkomen voor medewerkers die in Zeeland werken, verspreid over alle sectoren. Per sector is bekend welk deel van de output inkomen is (bron: CBS). De berekening wordt getoond in bijlage 2. Vervolgens kan ook berekend worden hoeveel werkgelegenheid gegenereerd wordt: bekend is wat het gemiddelde inkomen is in de diverse sectoren (bron: CBS). Ook deze berekening wordt getoond in bijlage 2. Bij het berekenen van de werkgelegenheidseffecten wordt geen rekening gehouden met seizoenseffecten of overwerken, de benodigde arbeid is omgerekend naar banen. Er wordt niet van uitgegaan dat het bestaande personeel meer of efficiënter gaat werken en ook wordt geen rekening gehouden met de werking van de arbeidsmarkt, zoals dat een toenemende vraag naar arbeid zou kunnen leiden tot loonstijgingen. Bedrijfsklasse
Landbouw, bosbouw en visserij Delfstoffenwinning Industrie Energievoorziening Waterbedrijven en afvalbeheer Bouwnijverheid Handel (detail- en groothandel) Vervoer en opslag Horeca en logiesverstrekkers Informatie en communicatie Financiële dienstverlening Verhuur en handel van onroerend goed Zakelijke dienstverlening Openbaar bestuur en overheidsdiensten Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Cultuur, sport en recreatie Overige dienstverlening Handels- en vervoersmarges Totaal
Output Inkomen Werkgelegenheid in banen (direct en (direct en indirect) indirect) € 2.601.995 € 270.416 9 € 301.191 € 8.154 0 € 40.535.943 € 5.073.033 98 € 24.671.387 € 1.248.285 16 € 537.006 € 89.006 2 € 3.266.313 € 785.239 15 € 34.362.358 € 11.772.650 370 € 15.131.626 € 4.342.031 102 € 791.399.647 € 225.789.730 14.419 € 1.521.016 € 429.151 7 € 4.710.961 € 1.096.965 17 € 7.040.097 € 382.838 8 € 11.839.687 € 4.908.605 138 € 1.031.119 € 408.906 8 € 535.352 € 343.812 8 € 283.855 € 155.746 5 € 83.836.620 € 30.998.899 625 € 1.452.045 € 237.316 24 € 130.343.844 € 1.155.402.064
€ 288.340.783
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 16
15.871
3.5
Totale economische waarde samengevat
In bijlage 3 tot en met 6 wordt de berekening van de economische effecten van de diverse onderdelen van de Zeeuwse vrijetijdseconomie getoond. Hieronder wordt het geheel samengevat. Bestedingen (marktprijzen) Verblijfsbezoek
Bestedingen (basisprijzen) = Directe output
Output (direct en indirect)
Toegevoegde waarde
Inkomen
Aantal banen (direct en indirect)
(direct en indirect)
€ 550.979.657
€ 402.621.830
€ 470.962.363
€ 216.149.017
€ 122.903.213
6.990
€ 1.038.624.740
€ 512.785.003
€ 610.263.751
€ 256.199.283
€ 148.042.084
7.898
Zakelijk bezoek
€ 77.070.374
€ 54.888.733
€ 64.207.127
€ 29.329.403
€ 16.573.253
959
Aanschaf recreatiegoederen
€ 56.651.326
€ 7.381.321
€ 9.968.823
€ 1.354.666
€ 822.233
24
€ 1.723.326.097
€ 977.676.887
€ 1.155.402.064
€ 503.032.369
€ 288.340.783
15.871
Dagbezoek
Totaal
Al met al lopen de bestedingen van consumenten in de Zeeuwse vrijetijdseconomie op tot ruim € 1,7 miljard per jaar (marktprijzen). Omgerekend in basisprijzen betreft dit een bedrag van bijna € 978 miljoen per jaar. De daarvoor benodigde output (ofwel productie) bedraagt bijna € 1,2 miljard per jaar. Dit betekent een toegevoegde waarde (productie minus inkoop en belastingen) voor de provincie Zeeland van ruim € 503 miljoen per jaar. Daarnaast genereert dit bijna € 288 miljoen aan inkomen voor Zeeuwen. Omgerekend komt dit neer op 15.871 banen, verspreid door de hele Zeeuwse economie.
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 17
BIJLAGEN
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 18
Bijlage 1: Berekening en toewijzing van de bestedingen De bestedingen worden gedifferentieerd naar bedrijfsklasse ingevoerd in het input-outputmodel. Bestedingen aan logies en horeca worden ingevoerd in de bedrijfsklasse Horeca en bestedingen aan entree, huur etc. worden toegekend aan de bedrijfsklasse Cultuur, sport & recreatie. Voor al deze bestedingen geldt dat de BTW in mindering wordt gebracht om de marktprijzen om te rekenen naar basisprijzen. Voor de bedrijfsklasse Logies en horeca is het gemiddelde BTW-percentage in de horecasector gehanteerd: 8,8% (bron: Kenniscentrum Horeca), voor de bedrijfsklasse Cultuur, sport en recreatie is het gemiddelde BTW-percentage in de recreatiesector gehanteerd: 6,0%. (bron: Belastingdienst). Overige netto productgebonden belastingen en subsidies in deze bedrijfsklassen worden buiten beschouwing gelaten omdat de waarde hiervan verwaarloosbaar klein is. Voor bestedingen aan vervoer moet een extra tussenstap worden gezet. Uitgaven aan openbaar vervoer worden toegewezen aan de bedrijfsklasse Vervoer en opslag. Uitgaven aan brandstof (auto, motor, bromfiets, camper, etc) komen echter terecht in de detailhandel (via benzinestations). Dit betekent dat binnen de vervoerskosten onderscheid gemaakt moet worden naar brandstofkosten, kosten voor openbaar vervoer en overige kosten zoals bijvoorbeeld parkeergelden. Helaas is deze onderverdeling niet zo gedetailleerd bekend. Wel weten we het gekozen vervoermiddel voor een vakantie of uitstapje, voor de grootst afgelegde afstand. Op basis hiervan komen we tot de volgende verdeling. De kosten voor het openbaar vervoer worden toegewezen aan de bedrijfsklasse Vervoer en opslag. Hierop wordt 6,0% BTW in mindering gebracht. Sectoren
Auto / motor / bromfiets / camper = brandstofkosten
Verblijfstoerisme Dagtoerisme Zakelijk toerisme
Openbaar vervoer 96% 52% 96%
Uitgaven aan vervoer Verblijfstoerisme Dagrecreatie Zakelijk toerisme Aanschaf recreatiegoederen Totaal
€ 36.261.706 € 155.509.490 € 7.703.381 €0 € 199.474.576
Overig (fiets, te voet, anders) = geen kosten 3% 3% 4%
Bron 1% ContinuVakantieOnderzoek 45% ContinuVrijeTijdsOnderzoek --- Aanname op basis van ContinuVakantieOnderzoek
Waarvan openbaar vervoer Kosten openbaar vervoer = MARKTPRIJZEN 3% 5,5% (3/55) 4%
€ 1.087.851 € 8.482.336 € 308.135 €0 € 9.878.322
Voor de bedrijfsklasse Vervoer is het BTW-percentage voor openbaar vervoer gehanteerd: 6,0% (bron: Belastingdienst).
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 19
Aftrek 6% BTW
Na aftrek BTW = BASISPRIJZEN € 61.576 € 480.132 € 17.442 €0 € 559.150
€ 1.026.275 € 8.002.204 € 290.694 €0 € 9.319.172
De brandstofkosten zijn uitgaven in de detailhandel. Voor de brandstofkosten geldt dat er niet alleen sprake is van BTW (21,0%), maar ook van accijnzen. De accijnzen zijn echter anders voor de verschillende typen brandstof. Op basis van het aantal verreden kilometers per type brandstof kan een gewogen gemiddelde worden berekend voor zowel de prijs per liter brandstof als de accijnzen per liter brandstof. Met deze gewogen gemiddelden kunnen de accijnzen in mindering worden gebracht op de prijzen zoals die betaald zijn door de consument. Brandstofsoort
Benzine Diesel LPG
Kilometers personenauto's Verhouding kilometers in Nederland 2012 2012
Gemiddelde prijs Gewogen gemiddelde Brandstofaccijnzen Gewogen gemiddelde per liter 2013 prijs per liter brandstof per liter 2013 accijnzen per liter brandstof 2013 2013 65% € 1,73527 € 0,75245 € 1,60409 € 0,63742 31% € 1,42105 € 0,44618 3% € 0,73345 € 0,17400
67.067.000.000 32.320.200.000 3.310.200.000 102.697.400.000 Bron: CBS Uitgaven aan vervoer
Verblijfstoerisme Dagrecreatie Zakelijk toerisme Aanschaf recreatiegoederen Totaal
€ 36.261.706 € 155.509.490 € 7.703.381 €0 € 199.474.576
Bron: CBS Waarvan brandstofkosten 96% 84% 96%
Bron: NOVE
Brandstofkosten = Na aftrek MARKTPRIJZEN 21% BTW € 34.811.237 € 130.427.314 € 7.395.246 €0 € 172.633.797
Aantal liters brandstof Aftrek accijnzen Na aftrek BTW (kosten / gem. en accijnzen = literprijs) BASISPRIJZEN € 28.769.618 21.701.530 € 13.832.945 € 14.936.673 € 107.791.169 81.309.153 € 51.827.914 € 55.963.255 € 6.111.773 4.610.239 € 2.938.649 € 3.173.124 €0 € 142.672.560 € 68.599.507 € 74.073.052
Voor bestedingen in de detailhandel, zoals brandstofkosten, maar ook boodschappen en uitgaven aan recreatief winkelen, geldt een aantal extra berekeningen. Deze bestedingen mogen namelijk niet volledig worden toegewezen aan de Zeeuwse economie, omdat er niet vanuit kan worden gaan dat al deze producten ook in Zeeland geproduceerd zijn. Uit CBS-cijfers blijkt dat 50% van alle goederen die in Nederland worden aangeschaft, in het buitenland worden geproduceerd. Zeeland telt 2,8% van alle banen in de Nederlandse industrie (bron: LISA). Dit betekent dat we een gefundeerde aanname kunnen doen dat 2,8% (Zeeuwse deel) van 50% (Nederlandse deel) van alle goederen in Zeeland geproduceerd zijn. Oftewel 1,4% van alle bestedingen in de detailhandel wordt in het input-outputmodel toegewezen aan de Zeeuwse sector industrie. Over alle bestedingen in de detailhandel berekenen we de waarde van de handels- en transportmarges. Na aftrek van 21% BTW wordt deze waarde vervolgens onder de noemer Handels- en transportmarges ingevoerd in het Zeeuwse input-outputmodel. Deze goederen worden immers wel via de Zeeuwse groot- en detailhandel verkocht en dat draagt bij aan de instandhouding van het winkelbestand. Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 20
Consumentenbestedingen omgerekend naar input voor bedrijfsklassen MARKTPRIJZEN
Logies & horeca
Excursies, toegang
Vervoer
Detailhandel & overig
Totaal
Openbaar vervoer Brandstofkosten Verblijfstoerisme Nederlandse toeristische gasten Nederlandse vaste gasten Buitenlandse toeristische gasten Buitenlandse vaste gasten Jaarlijkse kosten van vaste gasten Dagrecreatie Nederlanders Inkomend Zakelijk toerisme Zakelijk toerisme meerdaags - binnenlands Zakelijk toerisme meerdaags - inkomend Zakelijk toerisme eendaags - binnenlands Zakelijk toerisme eendaags - inkomend
€ 140.175.348 € 13.046.080 € 199.354.563 € 3.362.733 € 31.089.800 € 387.028.524
€ 6.025.440 € 1.945.323 € 10.704.818 € 501.423 € 11.128.880 € 30.305.884
€ 163.675 € 52.843 € 868.701 € 13.621
€ 5.237.598 € 1.690.968 € 27.798.440 € 435.861
€ 35.872.508 € 10.677.786 € 48.080.964 € 2.752.286
€ 1.098.840
€ 35.162.866
€ 97.383.544
€ 187.474.568 € 27.413.000 € 286.807.486 € 7.065.923 € 42.218.680 € 550.979.657
€ 391.362.560 € 24.412.160 € 415.774.720
€ 49.302.510 € 3.075.360 € 52.377.870
€ 7.984.297 € 498.039 € 8.482.336
€ 138.394.473 € 8.632.681 € 147.027.154
€ 390.598.180 € 24.364.480 € 414.962.660
€ 977.642.020 € 60.982.720 € 1.038.624.740
€ 23.025.039 € 30.545.148
€ 1.236.384 € 1.640.195
€ 132.440 € 175.695
€ 3.178.556 € 4.216.690
€ 5.553.252 € 7.366.976
€ 53.570.187
€ 2.876.579
€ 308.135
€ 7.395.246
€ 12.920.227 € 56.651.326
€ 33.125.670 € 43.944.704 €0 €0 € 77.070.374 € 56.651.326
€ 856.373.431
€ 85.560.333
€ 9.889.311
€ 189.585.266
€ 581.917.757
€ 1.723.326.097
-8,8%
-6,0%
-6,0%
-21,0%
Recreatiegoederen TOTALE BESTEDINGEN Aftrek BTW
BASISPRIJZEN Vrijetijdseconomie - verblijfsbezoek Vrijetijdseconomie - dagbezoek Vrijetijdseconomie - zakelijk bezoek Vrijetijdseconomie - recreatiegoederen TOTAAL Invoer I/O model
-21,0%
Horeca
Cultuur, sport en Vervoer en opslag Industrie Handels & Totaal recreatie transportmarges € 355.724.746 € 28.590.457 € 1.036.641 € 1.310.157 € 15.959.828 € 402.621.830 € 382.145.882 € 49.413.085 € 8.002.204 € 5.554.998 € 67.668.834 € 512.785.003 € 49.237.305 € 2.713.754 € 290.694 € 200.809 € 2.446.173 € 54.888.733 €0 €0 €0 € 559.971 € 6.821.350 € 7.381.321 € 787.107.933 € 80.717.295 € 9.329.538 € 7.625.935 € 92.896.185 € 977.676.887 € 787.107.933
€ 80.717.295
€ 9.329.538
€ 7.625.935
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 21
€ 92.896.185
€ 977.676.887
Bijlage 2: Economische effecten van de vrijetijdseconomie – totaal Finale vraag Output (basisprijzen)
A Landbouw, bosbouw en visserij B Delfstoffenwinning C Industrie D Energievoorziening E Waterbedrijven en afvalbeheer F Bouwnijverheid G Handel H Vervoer en opslag I Logies-, maaltijd- en drankverstrekkers J Informatie en communicatie K Financiële dienstverlening L Verhuur en handel van onroerend goed M Zakelijke dienstverlening N Openbaar bestuur en overheidsdiensten O Onderwijs P Gezondheids- en welzijnszorg Q Cultuur, sport en recreatie R Overige dienstverlening Marges Totaal
€0 €0 € 7.625.935 €0 €0 €0 €0 € 9.329.538 € 787.107.933 €0 €0 €0 €0
€ 2.601.995 € 301.191 € 40.535.943 € 24.671.387 € 537.006 € 3.266.313 € 34.362.358 € 15.131.626 € 791.399.647 € 1.521.016 € 4.710.961 € 7.040.097 € 11.839.687
€0
€ 1.031.119
€0 € 535.352 €0 € 283.855 € 80.717.295 € 83.836.620 €0 € 1.452.045 € 92.896.185 € 130.343.844 € 977.676.887 € 1.155.402.064
% Toegevoegde Toegevoegde % Inkomen Inkomen waarde t.o.v. waarde t.o.v. output output
Inkomen per Werkgelegenheid baan in banen
32% € 837.275 79% € 238.176 22% € 8.875.946 29% € 7.184.419 35% € 185.810 36% € 1.178.169 55% € 18.995.381 43% € 6.498.752 51% € 402.470.516 48% € 735.037 56% € 2.659.145 51% € 3.616.446 54% € 6.356.529
10% € 270.416 3% € 8.154 13% € 5.073.033 5% € 1.248.285 17% € 89.006 24% € 785.239 34% € 11.772.650 29% € 4.342.031 29% € 225.789.730 28% € 429.151 23% € 1.096.965 5% € 382.838 41% € 4.908.605
€ 30.265 € 81.734 € 51.779 € 75.754 € 57.413 € 52.033 € 31.851 € 42.609 € 15.659 € 62.413 € 63.952 € 49.806 € 35.520
9 0 98 16 2 15 370 102 14.419 7 17 8 138
57%
40%
€ 408.906
€ 53.090
8
77% € 410.796 74% € 208.991 49% € 41.092.796 62% € 901.493
64% € 343.812 55% € 155.746 37% € 30.998.899 16% € 237.316
€ 43.988 € 30.403 € 49.577 € 9.814
8 5 625 24
€ 503.032.369
€ 288.340.783
€ 586.692
IO-tabel Zeeland samengesteld door Klijs (NHTV) op basis van CBS 2012
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 22
15.871
Bijlage 3: Economische effecten van de vrijetijdseconomie – verblijfsbezoek Finale vraag Output (basisprijzen)
A Landbouw, bosbouw en visserij B Delfstoffenwinning C Industrie D Energievoorziening E Waterbedrijven en afvalbeheer F Bouwnijverheid G Handel H Vervoer en opslag I Logies-, maaltijd- en drankverstrekkers J Informatie en communicatie K Financiële dienstverlening L Verhuur en handel van onroerend goed M Zakelijke dienstverlening N Openbaar bestuur en overheidsdiensten O Onderwijs P Gezondheids- en welzijnszorg Q Cultuur, sport en recreatie R Overige dienstverlening Marges Totaal
€0 €0 € 1.310.157 €0 €0 €0 €0 € 1.036.641 € 355.724.746 €0 €0 €0 €0
€ 1.059.630 € 124.249 € 14.631.208 € 10.663.780 € 206.840 € 1.295.620 € 8.763.441 € 2.679.498 € 357.514.680 € 578.315 € 1.976.221 € 3.010.452 € 4.857.229
€0
€ 435.465
€0 €0 € 28.590.457 €0 € 15.959.828 € 402.621.830
€ 210.299 € 101.147 € 29.844.110 € 627.622 € 32.382.557 € 470.962.363
% Toegevoegde Toegevoegde % Inkomen Inkomen waarde t.o.v. waarde t.o.v. output output
Inkomen per Werkgelegenheid baan in banen
32% € 340.970 79% € 98.253 22% € 3.203.720 29% € 3.105.340 35% € 71.569 36% € 467.334 55% € 4.844.397 43% € 1.150.795 51% € 181.816.000 48% € 279.473 56% € 1.115.496 51% € 1.546.447 54% € 2.607.764
10% € 110.124 3% € 3.364 13% € 1.831.081 5% € 539.550 17% € 34.283 24% € 311.474 34% € 3.002.382 29% € 768.884 29% € 102.000.479 28% € 163.170 23% € 460.171 5% € 163.707 41% € 2.013.754
€ 30.265 € 81.734 € 51.779 € 75.754 € 57.413 € 52.033 € 31.851 € 42.609 € 15.659 € 62.413 € 63.952 € 49.806 € 35.520
4 0 35 7 1 6 94 18 6.514 3 7 3 57
57%
40%
€ 172.690
€ 53.090
3
77% € 161.371 74% € 74.471 49% € 14.628.189 62% € 389.655
64% € 135.058 55% € 55.498 37% € 11.034.970 16% € 102.576
€ 43.988 € 30.403 € 49.577 € 9.814
3 2 223 10
€ 216.149.017
€ 122.903.213
€ 247.773
IO-tabel Zeeland samengesteld door Klijs (NHTV) op basis van CBS 2012
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 23
6.990
Bijlage 4: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - dagbezoek Finale vraag Output (basisprijzen)
A Landbouw, bosbouw en visserij B Delfstoffenwinning C Industrie D Energievoorziening E Waterbedrijven en afvalbeheer F Bouwnijverheid G Handel H Vervoer en opslag I Logies-, maaltijd- en drankverstrekkers J Informatie en communicatie K Financiële dienstverlening L Verhuur en handel van onroerend goed M Zakelijke dienstverlening N Openbaar bestuur en overheidsdiensten O Onderwijs P Gezondheids- en welzijnszorg Q Cultuur, sport en recreatie R Overige dienstverlening Marges Totaal
€0 €0 € 5.554.998 €0 €0 €0 €0 € 8.002.204 € 382.145.882 €0 €0 €0 €0
€ 1.371.426 € 157.966 € 23.002.675 € 12.531.306 € 298.735 € 1.788.200 € 22.590.293 € 11.696.610 € 384.394.885 € 861.110 € 2.459.758 € 3.597.158 € 6.294.773
€0
€ 534.553
€0 €0 € 49.413.085 €0 € 67.668.834 € 512.785.003
€ 296.553 € 163.186 € 51.126.240 € 737.472 € 86.360.852 € 610.263.751
% Toegevoegde Toegevoegde % Inkomen Inkomen waarde t.o.v. waarde t.o.v. output output
Inkomen per Werkgelegenheid baan in banen
32% € 441.300 79% € 124.916 22% € 5.036.777 29% € 3.649.172 35% € 103.366 36% € 645.009 55% € 12.487.828 43% € 5.023.476 51% € 195.486.071 48% € 416.135 56% € 1.388.433 51% € 1.847.834 54% € 3.379.558
10% € 142.528 3% € 4.276 13% € 2.878.762 5% € 634.040 17% € 49.514 24% € 429.893 34% € 7.739.504 29% € 3.356.351 29% € 109.669.518 28% € 242.960 23% € 572.764 5% € 195.612 41% € 2.609.744
€ 30.265 € 81.734 € 51.779 € 75.754 € 57.413 € 52.033 € 31.851 € 42.609 € 15.659 € 62.413 € 63.952 € 49.806 € 35.520
5 0 56 8 1 8 243 79 7.004 4 9 4 73
57%
40%
€ 211.985
€ 53.090
4
77% € 227.556 74% € 120.147 49% € 25.059.695 62% € 457.855
64% € 190.452 55% € 89.537 37% € 18.904.116 16% € 120.529
€ 43.988 € 30.403 € 49.577 € 9.814
4 3 381 12
€ 256.199.283
€ 148.042.084
€ 304.153
IO-tabel Zeeland samengesteld door Klijs (NHTV) op basis van CBS 2012
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 24
7.898
Bijlage 5: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - zakelijk bezoek Finale vraag Output (basisprijzen)
A Landbouw, bosbouw en visserij B Delfstoffenwinning C Industrie D Energievoorziening E Waterbedrijven en afvalbeheer F Bouwnijverheid G Handel H Vervoer en opslag I Logies-, maaltijd- en drankverstrekkers J Informatie en communicatie K Financiële dienstverlening L Verhuur en handel van onroerend goed M Zakelijke dienstverlening N Openbaar bestuur en overheidsdiensten O Onderwijs P Gezondheids- en welzijnszorg Q Cultuur, sport en recreatie R Overige dienstverlening Marges Totaal
% Toegevoegde Toegevoegde % Inkomen Inkomen waarde t.o.v. waarde t.o.v. output output
€0 €0 € 200.809 €0 €0 €0 €0 € 290.694 € 49.237.305 €0 €0 €0 €0
€ 145.204 € 16.820 € 2.029.247 € 1.433.507 € 26.842 € 165.752 € 1.264.190 € 523.712 € 49.475.070 € 70.711 € 261.030 € 408.590 € 638.982
€0 €0 €0 € 2.713.754 €0 € 2.446.173 € 54.888.733
Inkomen per Werkgelegenheid baan in banen
32% € 46.724 79% € 13.301 22% € 444.334 29% € 417.444 35% € 9.288 36% € 59.787 55% € 698.839 43% € 224.925 51% € 25.160.811 48% € 34.171 56% € 147.341 51% € 209.890 54% € 343.059
10% € 15.091 3% € 455 13% € 253.958 5% € 72.530 17% € 4.449 24% € 39.848 34% € 433.115 29% € 150.280 29% € 14.115.451 28% € 19.951 23% € 60.782 5% € 22.219 41% € 264.915
€ 30.265 € 81.734 € 51.779 € 75.754 € 57.413 € 52.033 € 31.851 € 42.609 € 15.659 € 62.413 € 63.952 € 49.806 € 35.520
0 0 5 1 0 1 14 4 901 0 1 0 7
€ 58.231
57%
€ 33.133
40%
€ 23.093
€ 53.090
0
€ 26.002 € 13.824 € 2.864.235 € 84.261 € 4.700.916 € 64.207.127
77% 74% 49% 62%
€ 19.952 € 10.178 € 1.403.914 € 52.313
64% 55% 37% 16%
€ 16.699 € 7.585 € 1.059.062 € 13.771
€ 43.988 € 30.403 € 49.577 € 9.814
0 0 21 1
€ 29.329.403
IO-tabel Zeeland samengesteld door Klijs (NHTV) op basis van CBS 2012
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 25
€ 16.573.253
959
Bijlage 6: Economische effecten van de vrijetijdseconomie - recreatiegoederen Finale vraag Output (basisprijzen)
A Landbouw, bosbouw en visserij B Delfstoffenwinning C Industrie D Energievoorziening E Waterbedrijven en afvalbeheer F Bouwnijverheid G Handel H Vervoer en opslag I Logies-, maaltijd- en drankverstrekkers J Informatie en communicatie K Financiële dienstverlening L Verhuur en handel van onroerend goed M Zakelijke dienstverlening N Openbaar bestuur en overheidsdiensten O Onderwijs P Gezondheids- en welzijnszorg Q Cultuur, sport en recreatie R Overige dienstverlening Marges Totaal
% Toegevoegde Toegevoegde % Inkomen Inkomen waarde t.o.v. waarde t.o.v. output output
Inkomen per Werkgelegenheid baan in banen
€0 €0 € 559.971 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0
€ 25.736 € 2.156 € 872.813 € 42.795 € 4.589 € 16.741 € 1.744.435 € 231.806 € 15.012 € 10.880 € 13.952 € 23.897 € 48.703
32% 79% 22% 29% 35% 36% 55% 43% 51% 48% 56% 51% 54%
€ 8.281 € 1.705 € 191.115 € 12.462 € 1.588 € 6.038 € 964.317 € 99.557 € 7.634 € 5.258 € 7.876 € 12.276 € 26.148
10% 3% 13% 5% 17% 24% 34% 29% 29% 28% 23% 5% 41%
€ 2.675 € 58 € 109.232 € 2.165 € 761 € 4.025 € 597.649 € 66.517 € 4.283 € 3.070 € 3.249 € 1.300 € 20.192
€ 30.265 € 81.734 € 51.779 € 75.754 € 57.413 € 52.033 € 31.851 € 42.609 € 15.659 € 62.413 € 63.952 € 49.806 € 35.520
0 0 2 0 0 0 19 2 0 0 0 0 1
€0
€ 2.869
57%
€ 1.633
40%
€ 1.138
€ 53.090
0
€0 €0 €0 €0 € 6.821.350 € 7.381.321
€ 2.497 € 5.698 € 2.035 € 2.691 € 6.899.519 € 9.968.823
77% 74% 49% 62%
€ 1.916 € 4.195 € 997 € 1.670
64% 55% 37% 16%
€ 1.604 € 3.126 € 752 € 440
€ 43.988 € 30.403 € 49.577 € 9.814
0 0 0 0
€ 1.354.666
IO-tabel Zeeland samengesteld door Klijs (NHTV) op basis van CBS 2012
Economische Effect Rapportage Vrijetijdseconomie Zeeland 26
€ 822.233
24