Sociale Atlas Zeeland 2013
Middelburg, december 2013
Sociale Atlas Zeeland 2013
Colofon © SCOOP 2013 Samenstelling Wim van Gorsel SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Kousteensedijk 7 Postbus 407 Middelburg Telefoon (0118) 682500 www.scoopzld.nl
[email protected] Lay-out SCOOP Ontwerp SCOOP Drukwerk SCOOP Deze uitgave is tot stand gekomen in opdracht van de Provincie Zeeland. De Provincie Zeeland streeft naar een goede sociale en culturele infrastructuur in Zeeland, in samenwerking met anderen. Als sociaal-cultureel kennis- en ontwikkelingsinstituut ondersteunt SCOOP de Provincie bij haar taken in het sociaal-cultureel beleid.
Sociale Atlas Zeeland 2013
Inhoudsopgave 1. Inleiding....................................................................5 2.
Algemene basisgegevens........................................7 2.1 Leeftijdsopbouw totale bevolking........................7 2.2 Demografische ontwikkeling.............................11 2.3 Leeftijdsopbouw jeugd......................................11 2.4 Allochtonen naar herkomst...............................13 2.5 Huishoudensamenstelling..................................15 2.6 Opkomst verkiezingen.......................................16 2.7 Belangrijkste conclusies.....................................18
3.
Veiligheid................................................................21 3.1 Registreerde misdrijven......................................21 3.2 Overlastmeldingen.............................................23 3.3 Slachtofferschap................................................26 3.4 Aantal jeugdige verdachten...............................27 3.5 Haltafdoeningen................................................28 3.6 Verkeersveiligheid..............................................28 3.7 Onveiligheidsgevoelens......................................29 3.8 Belangrijkste conclusies.....................................31
4.
Gezondheid............................................................33 4.1 Eigen gezondheid, beperkingen.........................33 4.2 Gezond bewegen..............................................34 4.3 Roken................................................................36 4.4 Alcohol..............................................................36 4.5 Overgewicht......................................................37 4.6 Eenzaamheid.....................................................37 4.7 Levensverwachting............................................39 4.8 Sterftecijfers......................................................40 4.9 Belangrijkste conclusies.....................................40
5.
Mobiliteit................................................................41 5.1 Gebruik van auto, fiets en OV...........................41 5.2 Aantal reizigers in bussen..................................43 5.3 Gebruik internet................................................43 5.4 Belangrijkste conclusies.....................................44
6.
Wonen....................................................................47 6.1 Woningvoorraad................................................47 6.2 Woningwaarde..................................................48 6.3 Sociale huurwoningen.......................................48 6.4 Potentiële centrumfunctie..................................48 6.5 Kenmerken van de woningvoorraad..................51 6.6 Verhuisgeneigdheid...........................................52 6.7 Vertrek- en vestigingsoverschot.........................52 6.8 Belangrijkste conclusie.......................................54
7.
Leren.......................................................................55 7.1 Kinderopvang....................................................55 7.2 Leerlingen basisonderwijs naar denominatie......56 7.3 Gemiddeld gewicht per basisschoolleerling........58
7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9
Aantal leerlingen voortgezet onderwijs..............59 Leerlingen in leerjaar 3 VO naar onderwijssoort.59 Middelbaar beroepsonderwijs............................61 Hoger onderwijs................................................62 Aantal voortijdig schoolverlaters........................64 Belangrijkste conclusies.....................................64
8.
Werken...................................................................67 8.1 Werkgelegenheid..............................................67 8.2 Banen naar branche..........................................67 8.3 Vacatures...........................................................69 8.4 Arbeidsaanbod..................................................70 8.5 Arbeidsparticipatie.............................................70 8.6 Werkloosheid....................................................73 8.7 Jeugdwerkloosheid............................................73 8.8 Jonggehandicapten/Wajong..............................76 8.9 Uitkeringsafhankelijkheid...................................76 8.10 Financieel.........................................................77 8.11 Belangrijkste conclusies.....................................78
9.
Zorgen.....................................................................79 9.1 Ontwikkeling zorgvraag.....................................79 9.2 Huisartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten.81 9.3 Ziekenhuizen.....................................................81 9.4 Capaciteit verzorging en verpleging...................83 9.5 AWBZ-zorg........................................................84 9.6 Huishoudelijke zorg...........................................84 9.7 Mantelzorgers...................................................86 9.8 Jongeren in de jeugdhulpverlening....................87 9.9 Belangrijkste conclusies.....................................87
10. Vrije tijd en toerisme.............................................89 10.1 Vrijwilligers......................................................89 10.2 Vrijwilligerswerk onder jongeren......................89 10.3 Bezoekers culturele voorstellingen....................89 10.4 Lidmaatschap verenigingen..............................91 10.5 Uitgaan............................................................93 10.6 Toerisme..........................................................94 10.7 Belangrijkste conclusies....................................94 11. Leefbaarheid..........................................................95 11.1 Tevredenheid over buurt als woonplaats..........95 11.2 Tevredenheid over de samenstelling van de bevolking.........................................................97 11.3 Tevredenheid met kwaliteit van de woonomgeving................................................97 11.4 Tevredenheid met de kwaliteit van de voorzieningen..................................................97 11.5 Wijk vooruit of achteruit?................................98 11.6 Collectieve redzaamheid..................................98 11.7 Samenvattende conclusies...............................99
Sociale Atlas Zeeland 2013
4
Sociale Atlas Zeeland 2013
1. Inleiding Vijfde sociale atlas van Zeeland Voor u ligt een update van de Sociale Atlas van Zeeland. Een naslagwerk, waarin feiten en cijfers over de Zeeuwse bevolking worden gepresenteerd. De gegevens zijn gepresenteerd in kaarten of tabellen, waardoor een vergelijking tussen gebieden mogelijk is. Het is een sociale atlas. Dit houdt in dat niet alle onderwerpen aan bod komen. Er is een selectie gemaakt van gegevens die een zo goed mogelijk beeld schetsen van de sociale situatie. Dus geen kaarten over bodemgebruik, hoogte of temperatuur- en neerslagverdeling, maar wel informatie over het aantal inwoners, werkloosheid, veiligheid, zorg, voorzieningen en leefbaarheid. Een sociale atlas van Zeeland. De atlas bevat cijfers over de Zeeuwse regio’s en gemeenten. De cijfers worden, waar mogelijk, vergeleken met provinciebrede en landelijke cijfers. De vijfde sociale atlas van Zeeland. Eerdere edities verschenen in 2002, 2006, 2009 en 2011. Waar mogelijk wordt een vergelijking gemaakt met andere gebieden en in de tijd.
Doelgroep en functie
Het is een publicatie met relatief weinig tekst en veel tabellen en kaarten. Bij een atlas gaat het om de cijfers: een objectieve, tijdgebonden waarneming van verschillende onderwerpen. Wel wordt steeds aangegeven wat de indicatoren inhouden en waar verschillen tussen gebieden en in de tijd te zien zijn. Aan het eind van ieder hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies op een rijtje gezet.
Keuze voor gegevens Natuurlijk bestaan er meer gegevens over de staat van Zeeland dan in deze atlas gepresenteerd kunnen worden. Het is vaak nodig een afweging te maken: wat wordt wel opgenomen en wat niet. Hierbij zijn een paar stelregels gebruikt: de gegevens zijn zo recent mogelijk; de gegevens sluiten zo mogelijk aan bij de vorige atlas. De indicatoren zijn informatief voor een zo breed mogelijk publiek. Aan de andere kant zijn er ook onderwerpen waar jammer genoeg geen cijfers over beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld over het percentage zelfstandig wonende ouderen. In sommige gevallen wordt een grove indicator gebruikt, in andere gevallen wordt een onderwerp helemaal niet opgenomen. Bent u op zoek naar cijfers die niet in deze atlas zijn opgenomen, dan verwijzen wij u graag naar onze website (www.scoopzld.nl). U kunt ons ook mailen via planbureau@ scoopzld.nl.
De atlas is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de staat van Zeeland. De Provincie, gemeenten, instellingen, andere organisaties en natuurlijk bewoners zelf. De atlas kan gebruikt worden als handvat voor beleid en/of als naslagwerk.
5
Sociale Atlas Zeeland 2013
Indeling en presentatie
Tabel 1.1: Zeeuwse gemeenten en regio’s
Gemeente
Regio
Cijfers op zich zeggen vaak weinig. Voor de interpretatie is het goed om cijfers tegen elkaar af te zetten. Daarom wordt, waar mogelijk, vergeleken met cijfers uit de vorige atlassen en met landelijke en provinciale cijfers.
Borsele
Oosterschelderegio
Goes
Oosterschelderegio
Kapelle
Oosterschelderegio
Noord-Beveland
Oosterschelderegio
Bij de vergelijking tussen gemeenten wordt gebruik gemaakt van de standaardafwijking. Een score van meer dan 1 standaardafwijking naar boven van het Zeeuws gemiddelde wordt aangegeven met (+), meer dan een standaardafwijking onder het Zeeuwse gemiddelde is (-). Is het verschil meer dan twee standaardafwijkingen, dan wordt dit weergegeven met een dubbele min of plus.
Reimerswaal
Oosterschelderegio
Schouwen-Duiveland
Oosterschelderegio
Tholen
Oosterschelderegio
Middelburg
Walcheren
Veere
Walcheren
Vlissingen
Walcheren
Hulst
Zeeuws-Vlaanderen
Sluis
Zeeuws-Vlaanderen
Terneuzen
Zeeuws-Vlaanderen
Zeeland kent dertien gemeenten, onderverdeeld in drie regio’s (tabel 1.1). In de in deze rapportage gepresenteerde tabellen wordt steeds een alfabetische indeling aangehouden.
6
Sociale Atlas Zeeland 2013
2. Algemene basisgegevens Deze atlas begint met een presentatie van enkele algemene basisgegevens over de Zeeuwse bevolking. Aan de hand van deze cijfers wordt een beeld geschetst van de Zeeuwse bevolking en de ontwikkeling ervan. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: -- Leeftijdsopbouw totale bevolking (2.1) -- Demografische ontwikkelingen (2.2) -- Leeftijdsopbouw jeugd (2.3) -- Allochtonen (2.4) -- Huishoudens naar type en grootte (2.5) -- Opkomst verkiezingen (2.6)
2.1 Leeftijdsopbouw totale bevolking
In paragraaf 2.7 worden de belangrijkste conclusies uit dit inleidende hoofdstuk weergegeven.
In tabel 2.1 wordt per gemeente weergegeven hoeveel inwoners er zijn per levensfase.
In het leven van personen kunnen grofweg vijf fasen worden onderscheiden (SCOOP, 2003). Gekoppeld aan leeftijd zijn dit de volgende levensfasen: 0 tot 15 jaar
fase van de vroege jeugd
15 tot 30 jaar
fase van jongvolwassenheid
30 tot 60 jaar
spitsuur/consolidatiefase
60 tot 80 jaar
actieve ouderdomsfase
80 jaar en ouder
fase van intensieve verzorging
Tabel 2.1: Leeftijdsverdeling, absoluut (2013)
Totaal aantal inwoners
0-14 jaar
15-29 jaar
30-59 jaar
60-79 jaar
80 jaar of ouder
Borsele
22.683
4.302
Goes
36.971
5.757
3.732
9.234
4.415
1.000
6.020
15.045
7.939
2.210
Hulst
27.514
4.109
3.620
11.833
6.443
1.509
Kapelle Middelburg
12.495
2.494
1.979
5.104
2.327
591
47.523
8.123
8.095
18.923
9.927
2.455
Noord-Beveland
7.509
1.094
984
3.062
1.951
418
Reimerswaal
21.859
4.799
4.240
8.206
3.598
1.016
Schouwen-Duiveland
34.040
5.242
4.918
13.288
8.565
2.027
Sluis
23.886
3.243
3.318
9.454
6.207
1.664
Terneuzen
54.729
8.541
8.091
22.036
12.961
3.100
Tholen
25.514
5.098
4.648
9.999
4.699
1.070
Veere
21.903
3.635
3.235
8.341
5.476
1.216
Vlissingen
44.451
6.650
7.746
17.884
9.695
2.476
Zeeland Nederland
381.077
63.087
60.626
152.409
84.203
20.752
16.779.575
2.877.922
3.072.928
6.952.583
3.173.322
702.820
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
7
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 2.2: Leeftijdsverdeling, % van de totale bevolking (2013)
0-14 jaar
15-29 jaar
30-59 jaar
60-79 jaar
80-plus
Borsele
19,0%
16,5%
40,7%
19,5%
4,4%
Goes
15,6%
16,3%
40,7%
21,5%
6,0%
Hulst
14,9%
13,2%
23,4%
5,5%
(+)
(-)
43,0%
(++)
Kapelle
20,0%
15,8%
40,8%
18,6%
Middelburg
17,1%
17,0%
39,8%
20,9%
Noord-Beveland
14,6%
13,1%
(-)
40,8%
26,0%
(+)
5,6%
Reimerswaal
22,0%
(++)
19,4%
(+)
37,5%
16,5%
(-)
4,6%
Schouwen-Duiveland
15,4%
39,0%
25,2%
(+)
6,0%
Sluis
13,6%
(-)
13,9%
(-)
39,6%
26,0%
(+)
7,0%
Terneuzen
15,6%
40,3%
23,7%
14,4% 14,8%
Tholen
20,0%
Veere
16,6%
(+)
14,8%
18,2%
(+)
38,1%
Vlissingen
15,0%
17,4%
Zeeland
16,6%
Nederland
17,2%
(-)
39,2%
18,4% (-)
(-)
(-)
4,7% 5,2% (-) (++)
5,7% (-)
4,2%
25,0%
5,6%
40,2%
21,8%
5,6%
15,9%
40,0%
22,1%
5,4%
18,3%
41,4%
18,9%
4,2%
(-)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
Naast de absolute cijfers is het natuurlijk van belang te weten hoe groot een bepaalde leeftijdscategorie is in vergelijking met de totale bevolking. Dit is weergegeven in tabel 2.2. Uit tabel 2.2 blijkt dat het aandeel inwoners van 60 jaar en ouder in Zeeland hoger ligt dan in Nederland als geheel. Zowel het percentage 60 tot 80 jarigen als het aandeel 80 plussers ligt hoger dan landelijk. Daarentegen is vooral het aandeel jongvolwassenen (15 tot 30 jarigen) duidelijk lager.
Tabel 2.3: Groene druk en grijze druk, % van 20 - 64 jarigen (2013)
groene druk
grijze druk
Borsele
44,1%
28,5%
Goes
37,2%
33,2%
Hulst
34,3%
34,8%
Kapelle
46,8%
Middelburg
40,0%
31,1%
Noord-Beveland
33,7%
37,9%
(+)
Reimerswaal
50,8%
Kapelle, Reimerswaal en Tholen zijn relatief jonge gemeenten, terwijl Sluis eruit springt als meest vergrijsde gemeente. In de kaarten 2.1 en 2.2 worden de percentages jongeren tot 15 jaar en ouderen vanaf 80 jaar weergegeven.
Schouwen-Duiveland
37,1%
Sluis
32,8%
Terneuzen
36,6%
Tholen
46,8%
In beleidsjargon wordt wel gesproken over de zogenaamde groene en grijze druk. Hiermee wordt een benadering gegeven van het aantal arbeidsproductieve bewoners ten opzichte van het aantal niet-arbeidsproductieve bewoners. De groene druk geeft de verhouding weer tussen het aantal personen onder de twintig ten opzichte van de personen in de zogenaamde ‘productieve’ leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. De grijze druk geeft de verhouding weer tussen het aantal personen vanaf 65 jaar ten opzichte van dezelfde ‘productieve’ leeftijdsgroep. De groene en grijze druk van de Zeeuwse gemeenten staat weergegeven in tabel 2.3.
Veere
41,2%
37,7%
Vlissingen
34,5%
32,0%
Zeeland
38,9%
33,3%
Nederland
38,5%
26,1%
8
(++)
28,4%
(-)
(-) (+)
26,7%
(-)
38,1%
(+)
(-)
40,6%
(+)
(+)
27,3%
35,9% (-)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
De groene druk in Zeeland ligt dichtbij het landelijk gemiddelde. Reimerswaal - en in mindere mate Kapelle en Tholen - vallen daarbij op door het grote aantal nul tot twintigjarigen ten opzichte van de productieve leeftijdscategorie. Sluis onderscheidt zich door een significant lager aandeel jongeren ten opzichte van de productieve leeftijdscategorieën.
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 2.1: Jongeren 0-14 jaar % (2013)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
9
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 2.2: Ouderen 80-plus, (2013)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
10
Sociale Atlas Zeeland 2013
De grijze druk in Zeeland ligt duidelijk hoger dan landelijk, waarbij Sluis, Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland eruit springen als de drie gemeenten met de hoogste grijze druk.
2.2 Demografische ontwikkeling Het is interessant om te kijken hoe het aantal inwoners zich ontwikkelt. Tabel 2.4 geeft de bevolkingsontwikkeling in Zeeland (tussen 1 januari en 31 december) in 2012 per 1.000 inwoners weer. Hieruit blijkt dat er per saldo in Zeeland - in tegenstelling tot Nederland - het afgelopen jaar sprake was van een lichte bevolkingsafname. Binnen Zeeland onderscheiden de gemeenten Kapelle en Reimerswaal zich door een relatief hoge bevolkingsgroei. De gemeente Middelburg onderscheidt zich daarentegen door een relatief sterke afname van de bevolkingsomvang.
De bevolkingsontwikkeling hangt af van drie zaken. Allereerst is er de natuurlijke bevolkingsgroei (1): het aantal geboorten minus het aantal sterfgevallen in een bepaald jaar. Logisch is dat hoe verder een gemeente vergrijst, hoe lager (of zelfs negatief) deze natuurlijke bevolkingsgroei zal zijn. Vervolgens is er de bevolkingsgroei die ontstaat door het verschil tussen het aantal vestigers en het aantal vertrekkers in de gemeente. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen (2) vestiging in de gemeente en (3) vertrek uit de gemeente. Het verschil tussen (2) en (3) noemen we het vestigingsoverschot (4). In tabel 2.5 staan deze saldi per gemeente aangegeven. Uit de tabel blijkt dat het geboorteoverschot positief is in Borsele, Kapelle, Middelburg, Reimerwaal en Tholen. Het vestigingsoverschot is het grootst in de gemeenten Goes, Sluis en Terneuzen. De combinatie van geboorteoverschot en vestigingsoverschot leidt tot de bevolkingsontwikkeling. Uit de tabel is af te leiden dat de bevolking in Zeeland een lichte daling vertoont.
Tabel 2.4: Bevolkingsontwikkeling in 2012 absoluut en per
1.000 inwoners
Absoluut
Per 1.000 inwoners
Borsele
7
0,3
Goes
50
1,4
Hulst
-118
-4,3
97
7,8
(++)
Middelburg
-245
-5,1
(-)
Noord-Beveland
-13
-1,7
Reimerswaal
155
7,1
Schouwen-Duiveland
-111
-3,3
Sluis
-6
-0,3
Terneuzen
-13
-0,2
Tholen
-26
-1
Veere
-56
-2,6
Vlissingen
-51
-1,1
Zeeland
-330
-0,9
49.227
2,9
Kapelle
Nederland
(++)
Binnen de provincie is Reimerswaal (absoluut gezien) de grootste groeier, gevolgd door Kapelle en Goes. In Middelburg, gevolgd door Hulst en Schouwen-Duiveland, neemt de bevolking het sterkst af.
2.3 Leeftijdsopbouw jeugd In Zeeland is 26,4 procent van de inwoners 23 jaar of jonger. Dit is duidelijk lager dan het landelijk gemiddelde (28,1%). Ook het aandeel 0 t/m 3-jarigen, 4 t/m 12-jarigen en 19 t/m 23-jarigen blijven achter bij het landelijk gemiddelde. Een paar gemeenten springt eruit: in Noord-Beveland, Sluis en Hulst zijn relatief weinig jongeren, in Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen relatief veel. Reimerswaal en Vlissingen onderscheiden zich door relatief veel 19 t/m 23-jarigen.
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
11
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 2.5: Bevolkingsontwikkeling in 2012 uitgesplitst naar geboorte, sterfte, vestiging en vertrek
Geboorte
Sterfte
Geboorteoverschot
Vestiging
Vertrek
Vestigingsoverschot
Bevolkingsontwikkeling
239
158
81
814
878
-64
7
Borsele Goes
313
396
-83
1.974
1.844
130
50
Hulst
198
260
-62
949
1.004
-55
-118
Kapelle
134
87
47
521
468
53
97
Middelburg
487
436
51
2.130
2.420
-290
-245
Noord-Beveland
67
69
-2
473
482
-9
-13
Reimerswaal
329
156
173
788
819
-31
155
Schouwen-Duiveland
265
337
-72
889
925
-36
-111
Sluis
178
313
-135
874
744
130
-6
Terneuzen
489
596
-107
1.818
1.721
97
-13
Tholen
316
236
80
631
737
-106
-26
Veere
190
200
-10
897
943
-46
-56
Vlissingen
430
509
-79
2.392
2.364
28
-51
Zeeland
3.635
3.753
-118
15.150
15.349
-199
-330
175.959
140.813
35.146
768.233
754.350
13.883
49.227
Nederland
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP Tabel 2.6: Leeftijdsopbouw jeugd 0 t/m 23 jaar, absoluut en in % van de totale bevolking (2013)
0-3 jaar Absoluut
4-12 jaar
% van de bevolking
Absoluut
12-18 jaar
% van de bevolking
Absoluut
Borsele
1.008
4,4%
2.321
10,2%
2.174
9,6%
Goes
1.314
3,6%
3.047
8,2%
3.200
8,7%
Hulst
858
3,1%
2.234
8,1%
Kapelle
567
4,5%
1.391
11,1%
2.008
4,2%
4.298
252
3,4%
Middelburg NoordBeveland Reimerswaal
1.314
6,0%
SchouwenDuiveland
1.163
3,4%
731
3,1%
Terneuzen
2.009
3,7%
Tholen
1.271
5,0%
Veere
783
3,6%
Vlissingen
1.733
3,9%
Zeeland
15.011
Nederland
726.203
Sluis
(-)
(++)
2.277
8,3%
1.210
9,7%
9,0%
4.135
580
7,7%
579
12
5,0%
2.761
5,8%
7,7%
286
3,8%
(-) (+)
7,5%
4.568
8,3%
2.722
10,7%
1.919
8,8%
3.600
8,1%
3.309
7,4%
3,9%
33.825
8,9%
32.515
8,5%
4,3%
1.540.656
9,2%
1.399.289
8,3%
1.838
8,7%
1.784
(+)
5,1% 3,7%
8,3%
(+)
1.159
4,7%
11,7%
(-)
% van de bevolking
586
2.551
(-)
(++)
(+)
Absoluut
1.026
2.810
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
(+)
19-23 jaar
% van de bevolking
2.077
9,5%
2.791
8,2%
1.725
7,2%
4.416
8,1%
2.557
10,0%
2.065
9,4%
(+)
(+)
(-) (+) (-)
1.387
6,3%
1.542
4,5%
995
4,2%
2.543
4,6%
1.490
5,8%
1.033
4,7%
2.731
6,1%
19.377
5,1%
1.052.648 6,3%
(-)
(-)
(+)
Sociale Atlas Zeeland 2013
2.4 Allochtonen naar herkomst Alle personen van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren, worden allochtoon genoemd. Dus ook iemand die zelf in Nederland is geboren en getogen en die een Nederlands paspoort heeft, maar van wie bijvoorbeeld de vader uit Spanje komt, is volgens deze definitie allochtoon. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen: -- westerse allochtonen zijn allochtonen uit Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika, Australië, Japan en Indonesië; -- niet-westerse allochtonen hebben als herkomst Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Japan en Indonesië). Tabel 2.7 laat zien dat Zeeland duidelijk minder allochtonen telt dan gemiddeld in Nederland. Dit is een gevolg van het lagere aandeel allochtonen van niet-westerse afkomst. Het percentage westerse allochtonen ligt in Zeeland iets boven het landelijk gemiddelde. Dit is vooral een gevolg van het hoge percentage Belgen dat zich in de drie ZeeuwsVlaamse gemeenten heeft gevestigd.
De vier meest voorkomende herkomstlanden van nietwesterse allochtonen zijn: Turkije, Suriname, Marokko en de Nederlandse Antillen/Aruba. In tabel 2.8 staat in cijfers weergegeven hoeveel allochtonen uit deze herkomstlanden in 2013 wonen in een Zeeuwse gemeente. Uit tabel 2.8 blijkt dat allochtonen van Turkse afkomst relatief vaak woonachtig zijn in Middelburg, Reimerswaal en Terneuzen. Mensen met een Surinaamse achtergrond zijn oververtegenwoordigd in (vooral) Goes en Vlissingen. In Tholen en Vlissingen is sprake van een oververtegenwoordiging van Marokkanen. Mensen van Antilliaanse afkomst wonen relatief het meest in Vlissingen. De belangrijkste herkomstlanden voor de westerse allochtonen zijn België, Duitsland, Indonesië en het Verenigd Koninkrijk. In tabel 2.9 zijn de aantallen westerse allochtonen naar herkomst per gemeente weergegeven.
Wat de niet-westerse allochtonen betreft is Vlissingen de enige gemeente waar het percentage vergelijkbaar is met het landelijk gemiddelde. Verder tellen Goes, Middelburg en Terneuzen aandelen niet-Westers allochtonen die duidelijk boven het Zeeuws gemiddelde uitkomen. Tabel 2.7: Westerse en niet-westerse allochtonen, absoluut en % van de totale bevolking, (2013)
Allochtonen totaal Borsele
Absoluut
%
1.722
7,6%
Niet-westerse allochtonen (-)
Absoluut
%
438
1,9%
(-)
Westerse allochtonen Absoluut
%
1.284
5,7%
Goes
5.387
14,6%
2.473
6,7%
2.914
7,9%
Hulst
6.790
24,7%
(+)
642
2,3%
6.148
22,3%
(+)
926
7,4%
(-)
292
2,3%
634
5,1%
(-)
Kapelle Middelburg
7.867
16,6%
3.401
7,2%
4.466
9,4%
779
10,4%
186
2,5%
593
7,9%
Reimerswaal
2.460
11,3%
781
3,6%
1.679
7,7%
Schouwen-Duiveland
2.896
8,5%
(-)
740
2,2%
(-)
2.156
6,3%
Sluis
5.740
24,0%
(+)
534
2,2%
(-)
5.206
21,8%
Terneuzen
12.839
23,5%
(+)
3.541
6,5%
9.298
17,0%
Tholen
1.944
7,6%
(-)
729
2,9%
1.215
4,8%
Veere
1.727
7,9%
(-)
401
1,8%
(-)
1.326
6,1%
Vlissingen
10.553
23,7%
(+)
4.671
10,5%
(++)
5.882
13,2%
Zeeland
61.630
16,2%
18.829
4,9%
42.801
11,2%
3.543.081
21,1%
1.966.095
11,7%
1.576.986
9,4%
Noord-Beveland
Nederland
(+) (-)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
13
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 2.8: Niet-westerse allochtonen naar afkomst, in % van het totaal aantal allochtonen (2013)
Turkije
Suriname
Marokko
Ned. Ant./Aruba
%
%
%
%
Borsele
1,7%
3,6%
1,2%
1,8%
Goes
3,7%
9,0%
(+)
5,4%
1,9%
Hulst
0,8%
(-)
0,6%
(-)
1,0%
0,5%
Kapelle
0,8%
(-)
6,5%
2,1%
1,7%
Middelburg
11,1%
(+)
6,4%
3,3%
3,3%
Noord-Beveland
1,4%
(-)
3,0%
1,5%
1,7%
Reimerswaal
9,2%
(+)
2,2%
1,7%
0,8%
Schouwen-Duiveland
1,6%
(-)
3,3%
0,6%
1,6%
Sluis
0,8%
(-)
1,2%
0,6%
0,7%
Terneuzen
9,9%
(+)
1,8%
2,0%
Tholen
0,8%
(-)
3,9%
10,6%
Veere
1,3%
(-)
1,9%
1,1%
(-)
(+)
(-)
(-) (-)
4,0% (++)
1,5% 2,0%
Vlissingen
4,1%
7,5%
Zeeland
5,2%
4,1%
10,0% 3,7%
(+)
3,0%
6,6%
Nederland
11,2%
9,8%
10,4%
4,1%
(++)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP Tabel 2.9: Westerse allochtonen naar afkomst, absoluut en in % van het totaal aantal allochtonen (2013)
België
Duitsland
Indonesië
Borsele
12,3%
13,8%
15,3%
Goes
8,6%
8,3%
13,8%
Hulst
71,3%
4,9%
2,9%
Kapelle
16,2%
14,3%
13,3%
Middelburg
6,8%
9,2%
19,0%
Noord-Beveland
16,3%
23,2%
Reimerswaal
13,2%
9,1%
Schouwen-Duiveland
7,5%
Sluis
69,0%
Terneuzen
(+)
20,3% (+)
(++) (+)
(+)
Verenigd Koninkrijk 4,5%
(-)
1,5% 3,7%
13,1%
5,9%
7,6%
2,3%
14,3%
4,7%
(+) (-)
42,7%
7,5%
5,6%
Tholen
14,2%
11,7%
Veere
11,8%
23,4%
Vlissingen
7,6%
7,7%
13,5%
3,6%
Zeeland
28,6%
9,2%
10,2%
2,9%
Nederland
3,2%
10,5%
10,6%
2,3%
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
14
(-)
2,1%
9,5%
3,5% (+)
(++)
1,7%
2,8%
15,5%
(-)
3,3% (+)
6,3%
(++)
(+)
3,5%
3,6%
Sociale Atlas Zeeland 2013
Uit tabel 2.9 blijkt dat Belgen relatief zijn oververtegenwoordigd in het aangrenzende Hulst en Sluis. Allochtonen met een Duitse achtergrond wonen significant meer in Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Veere. Dit zijn gemeenten met een belangrijke toeristische uitstraling. Mensen met een Indonesische achtergrond wonen significant meer in Borsele, Middelburg en Veere. Voor inwoners afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk geldt dat voor de gemeenten Borsele, Noord-Beveland en SchouwenDuiveland. Niet-westerse allochtone jongeren De allochtone bevolking met een niet-westerse achtergrond is relatief jong. Hierdoor is het percentage niet-westerse allochtonen van de bevolking tot 15 jaar relatief hoog. In tabel 2.10 is te zien dat acht procent van de Zeeuwse bevolking tot 15 jaar van niet-westerse allochtone afkomst is (2011: 7,7%). Dit is duidelijk veel minder dan gemiddeld in Nederland. Binnen Zeeland telt Vlissingen een significant hoger aandeel niet-westerse allochtonen onder de jongeren.
2.5 Huishoudensamenstelling De meeste personen wonen in een particulier huishouden. Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte wonen en zelf in hun dagelijkse behoeften voorzien. Uitgezonderd zijn daarmee institutionele huishoudens zoals bijvoorbeeld verpleeg-, bejaarden- en kindertehuizen, revalidatiecentra en gevangenissen.
Er bestaan verschillende typen huishoudens. Beleidsmatig belangrijke typen zijn eenoudergezinnen en eenpersoonshuishoudens. Tabel 2.11 geeft weer hoeveel particuliere huishoudens van deze types er zijn per gemeente. Ook de gemiddelde huishoudengrootte staat vermeld. Gemiddeld bestaat een huishouden in Zeeland uit 2,2 personen. Dit is evenveel als gemiddeld in heel Nederland. Tot nu toe was dit in Zeeland altijd nog iets hoger dan in Nederland. Binnen Zeeland onderscheiden Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen zich door gemiddeld grote huishoudens. Daarentegen zijn huishoudens in Vlissingen significant kleiner dan gemiddeld in Zeeland. Eenpersoonshuishoudens komen in stedelijke gemeenten iets vaker voor dan in plattelandsgemeenten. Landelijk (37,0%) ligt het aandeel eenpersoonshuishoudens wat hoger dan in Zeeland (34,1%). Het percentage eenoudergezinnen ligt in de stedelijke gemeenten hoger dan in de plattelandsgemeenten. Daarbij springt Vlissingen eruit. In vergelijking met de rest van Zeeland zijn hier opvallend veel eenoudergezinnen. Ook in de gemeente Middelburg ligt het aandeel eenoudergezinnen significant boven het provinciaal gemiddelde. Overigens ligt het aandeel eenoudergezinnen in Vlissingen als enige Zeeuwse gemeente (iets) boven het landelijk gemiddelde. In Zeeland als totaal zijn relatief weinig gezinnen met kinderen en maar één ouder.
Tabel 2.10: Westerse en niet-westerse allochtone jongeren, % van de bevolking tot 15 jaar (2013)
Niet-westerse allochtone jongeren Absoluut
%
Borsele
132
3,1%
Goes
609
10,6%
Westerse allochtone jongeren Absoluut
(-)
%
Totaal allochtone jongeren Absoluut
%
206
4,8%
338
7,9%
383
6,7%
992
17,2%
(+)
(-)
Hulst
169
4,1%
969
23,6%
1.138
27,7%
(+)
Kapelle
97
3,9%
111
4,5%
208
8,3%
(-)
Middelburg
922
11,4%
556
6,8%
1.478
18,2%
Noord-Beveland
56
5,1%
81
7,4%
137
12,5%
Reimerswaal
242
5,0%
305
6,4%
547
11,4%
Schouwen-Duiveland
215
4,1%
293
5,6%
508
9,7%
Sluis
101
3,1%
844
26,0%
(++)
945
29,1%
(+)
Terneuzen
938
11,0%
1.498
17,5%
(+)
2.436
28,5%
(+)
Tholen
251
4,9%
268
5,3%
519
10,2%
135
3,7%
Vlissingen
Veere
1.178
17,7%
Zeeland
5.045 480.065
Nederland
(-)
(-)
179
4,9%
314
8,6%
(-)
748
11,2%
1.926
29,0%
(+)
8,0%
6.441
10,2%
11.486
18,2%
16,7%
207.501
7,2%
687.566
23,9%
(++)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
15
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 2.11: Huishoudens naar type en grootte, absoluut, % en gemiddelde van totaal aantal particuliere huishoudens (2013)
Aantal particuliere huishoudens
Percentage eenpersoonshuishoudens
Borsele
9.358
28,6%
Goes
17.046
37,8%
Hulst
12.517
32,1%
Kapelle
4.966
24,8%
Middelburg
22.025
38,4%
Noord-Beveland
3.527
34,7%
Reimerswaal
8.441
28,2%
Schouwen-Duiveland
15.177
31,4%
(-)
Percentage eenoudergezinnen 5,4%
2,4
6,2%
2,2
5,5% (-)
(-)
2,5
6,8%
(+)
2,2
4,9%
2,6
(++)
2,2
Sluis
11.260
34,7%
5,1%
Terneuzen
24.993
33,8%
6,6%
2,2
Tholen
10.134
27,6%
5,2%
2,5
Veere
9.266
28,9%
(-)
4,6%
(-)
2,4
Vlissingen
21.874
41,8%
(+)
7,1%
(+)
2,0
Zeeland
170.584
34,1%
5,9%
2,2
7.569.371
37,0%
6,9%
2,2
Nederland
(+)
2,1 (-)
5,2%
(-)
(+)
2,2
5,2% 5,5%
(-)
Gemiddelde huishoudensgrootte
(-)
2,1 (+) (-)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
We kunnen ook kijken hoe het aantal eenoudergezinnen zich de laatste jaren heeft ontwikkeld. In tabel 2.12 is te zien dat dit in Zeeland de afgelopen jaren iets is toegenomen. Deze toename is relatief het sterkst in de gemeenten Goes, Hulst, Kapelle en Noord-Beveland waar het aantal in drie jaar tijd met meer dan 10% groeide. Alleen in Sluis daalde het percentage eenoudergezinnen. Tabel 2.12: Eenoudergezinnen, ontwikkeling 2010-2013
Ontwikkeling als index 2010=100
Ontwikkeling (absoluut)
Borsele
107
32
Goes
114
(+)
127
Hulst
113
(+)
80
Kapelle
117
(+)
38
Middelburg
105
Noord-Beveland
116
Reimerswaal
105
19
Schouwen-Duiveland
109
66
76 (+)
26
Sluis
98
Terneuzen
107
(-)
115
-13
Tholen
107
34
Veere
109
35
Vlissingen
103
51
Zeeland
107
686
Nederland
107
35.328
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
16
2.6 Opkomst verkiezingen Een veelgebruikte indicator voor politieke participatie is het opkomstpercentage bij verkiezingen. In 2012 zijn er voor de laatste keer verkiezingen gehouden (Tweede Kamer). In 2011 waren er verkiezingen voor Provinciale Staten. In 2010 waren er zowel Tweede Kamerverkiezingen als verkiezingen voor de gemeenteraad. In tabel 2.14 staan de opkomstpercentages weergegeven. In vergelijking met Nederland ligt de opkomst bij de gemeentelijke, provinciale en landelijke verkiezingen in Zeeland steeds iets hoger. Binnen Zeeland onderscheidt met name Veere zich steeds door hoge opkomstpercentages. In iets mindere mate geldt dit ook voor Kapelle. Vlissingen heeft steeds de laagste opkomstpercentages.
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 2.3: Eenpersoonshuishoudens (2013)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
17
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 2.13: Opkomstpercentages recente verkiezingen (2010 - 2012)
Tweede Kamer (2010)
Provinciale Staten (2011)
Gemeenteraad (2010)
Tweede Kamer (2012)
59,0%
77,9%
Borsele
78,9%
62,1%
Goes
75,9%
58,9%
56,1%
74,7%
Hulst
71,7%
52,4%
(-)
58,7%
70,9%
Kapelle
83,2%
66,7%
(+)
67,9%
Middelburg
77,5%
61,1%
59,6%
76,7%
Noord-Beveland
79,3%
62,8%
60,5%
78,2%
Reimerswaal
81,4%
66,2%
Schouwen-Duiveland
82,6%
Sluis
74,5%
Terneuzen
70,7%
Tholen
78,4%
(+)
(+) (-)
(+)
69,1%
(+)
(+)
82,0%
79,4%
63,6%
61,8%
81,5%
56,4%
56,2%
75,0%
52,7%
(-)
60,7%
(+)
51,3%
(-)
69,2%
64,1%
(+)
77,3%
(+) (-)
Veere
89,8%
(++)
70,5%
(++)
67,7%
(+)
89,4%
(++)
Vlissingen
71,0%
(-)
50,8%
(-)
48,6%
(-)
68,6%
(-)
Zeeland
76,8%
58,9%
58,1%
75,6%
Nederland
75,4%
56,0%
54,1%
74,6%
Bron: www.verkiezingsuitslagen.nl, bewerking SCOOP
2.7 Belangrijkste conclusies In dit hoofdstuk zijn enkele basisgegevens over de Zeeuwse bevolking op een rijtje gezet. Onderstaand de belangrijkste uitkomsten. -- Kapelle, Reimerswaal en Tholen blijken relatief jonge gemeenten te zijn. Dit beeld kwam ook in de vorige versies van de atlas duidelijk naar voren. Sluis blijft de meest vergrijsde gemeente. Dit is ook de gemeente met de grootste grijze druk. Ook Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland kennen een grote grijze druk. -- Het gemiddelde huishouden in Zeeland is even groot als gemiddeld in Nederland. Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen onderscheiden zich door gemiddeld grote huishoudens. In de gemeente Vlissingen zijn huishoudens significant kleiner dan gemiddeld in Zeeland. -- In Zeeland zijn relatief minder eenoudergezinnen dan gemiddeld in Nederland. Het percentage eenoudergezinnen ligt in de stedelijke gemeenten Middelburg, Vlissingen en Terneuzen het hoogst. De groei van het aantal eenoudergezinnen was tussen 2010 en 2013 relatief het grootst in de gemeenten Goes, Hulst, Kapelle en Noord-Beveland, waar het aantal in deze periode met meer dan 10% toenam. -- Uit de meest recente cijfers blijkt dat het geboorteoverschot het grootst is in Reimerswaal (+173), gevolgd door Borsele (+81) en Tholen (+80). Het vestigingsoverschot is het grootst in de gemeente Sluis (+130) en Goes (+130). De combinatie van geboorteoverschot en vestigingsoverschot leidt tot de bevolkingsontwikkeling. Uit de cijfers is af te leiden dat Zeeland een lichte 18
bevolkingsdaling vertoont (-330). Binnen de provincie is Middelburg de grootste daler (-245), gevolgd door Hulst (-118) en Schouwen-Duiveland (-111). In Reimerswaal (+155), gevolgd door Kapelle (+97) en Goes (+50), nam de bevolking het sterkst toe. -- Zeeland telt duidelijk minder allochtonen dan gemiddeld in Nederland. Dit is een gevolg van het lagere aandeel allochtonen van niet-westerse afkomst. Het percentage westerse allochtonen ligt in Zeeland iets boven het landelijk gemiddelde. Dit is vooral een gevolg van het hoge percentage Belgen dat zich in de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten heeft gevestigd. -- Wat betreft de niet-westerse allochtonen is Vlissingen de enige gemeente waar het percentage vergelijkbaar is met het landelijk gemiddelde. Verder tellen Goes, Middelburg en Terneuzen aandelen niet-Westerse allochtonen die duidelijk boven het Zeeuws gemiddelde uitkomen. -- Allochtonen van Turkse afkomst zijn relatief vaak woonachtig in Middelburg, Reimerswaal en Terneuzen. Mensen met een Surinaamse achtergrond zijn oververtegenwoordigd in Goes en Vlissingen. In Tholen en Vlissingen is sprake van een oververtegenwoordiging van Marokkanen. Mensen van Antilliaanse afkomst wonen relatief vaak in Vlissingen. -- In vergelijking met Nederland ligt de opkomst bij de gemeentelijke, provinciale en landelijke verkiezingen in Zeeland steeds iets hoger. Binnen Zeeland onderscheidt met name Veere zich steeds door hoge opkomstpercentages. Vlissingen heeft steeds de laagste opkomstpercentages.
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 2.4: Opkomst Tweede Kamerverkiezingen 2012
Bron: www.verkiezingsuitslagen.nl, bewerking SCOOP
19
Sociale Atlas Zeeland 2013
20
Sociale Atlas Zeeland 2013
3. Veiligheid In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het thema veiligheid. In paragraaf 3.1 wordt een overzicht gegeven van het aantal geregistreerde misdaden; in paragraaf 3.2 het aantal overlastmeldingen. Het thema slachtofferschap wordt behandeld in paragraaf 3.3. Het aantal jeugdige verdachten en Haltafdoeningen komt aan de orde in de paragrafen 3.4 en 3.5; verkeersveiligheid in paragraaf 3.6. Op de subjectieve onveiligheid, c.q. gevoelens van onveiligheid wordt ingegaan in paragraaf 3.7. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 3.8, waarin de belangrijkste conclusies zijn vermeld.
3.1 Registreerde misdrijven In tabel 3.1 is een overzicht opgenomen van het absoluut aantal geregistreerde misdrijven in 2012 per gemeente, onderscheiden naar de aard van de misdrijven. In tabel 3.2 zijn de verschillende aandelen van de types misdrijven ten opzichte van het totaal weergegeven. Hieruit blijkt dat ruim eenvijfde van de totale misdrijven in Zeeland aantasting van de openbare orde/ruimte betreft. Ook de ‘overige vermogensdelicten’ (18%), bijv. heling of afpersing, nemen een belangrijke plaats in, gevolgd door geweldsdelicten (14%), diefstal van brom- en snorfietsen (13%) en woninginbraak (9%).
Woninginbraak
Voertuigcriminaliteit
Diefstal van brom-, snor-, fietsen
Diefstal/inbraak bedrijven
Winkeldiefstal
Overige vermogensdelicten
Zedendelicten
Geweldsdelicten
Aantasting openbare orde / ruimte
Illegale handel
Totaal
Tabel 3.1: Misdrijven, absolute aantallen (2012)
Borsele
34
40
17
17
3
99
2
73
88
46
419
Goes
113
149
219
76
122
379
40
370
314
180
1.962
Hulst
73
58
59
46
25
161
9
115
160
77
783
Kapelle
20
48
44
14
4
44
5
20
78
25
302
Middelburg
188
111
476
78
161
380
39
327
566
156
2.482
Noord-Beveland
47
41
25
15
6
90
9
44
38
22
337
Reimerswaal
53
124
79
29
12
91
9
64
106
68
635
Schouwen-Duiveland
204
170
171
53
30
373
23
222
408
91
1.745
Sluis
76
69
59
66
62
203
5
104
156
71
871
Terneuzen
218
173
282
164
93
425
28
388
560
202
2.533
Tholen
42
93
112
27
2
124
13
113
152
48
726
Veere
84
96
91
56
5
133
12
70
167
38
752
Vlissingen
215
142
408
56
134
351
51
400
568
172
2.497
Zeeland
1.367
1.314
2.042
697
659
2.853
245
2.310
3.361
1.196
16.044
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
21
22
6%
9%
7%
8%
14%
8%
12%
9%
9%
6%
11%
9%
9%
Goes
Hulst
Kapelle
Middelburg
Noord-Beveland
Reimerswaal
Schouwen-Duiveland
Sluis
Terneuzen
Tholen
Veere
Vlissingen
Zeeland
(+)
(-)
(+)
(++)
(-)
8%
6%
13%
13%
7%
8%
10%
20%
12%
4%
16%
7%
8%
10%
(+)
(+)
(++)
(+)
13%
16%
12%
15%
11%
7%
10%
12%
7%
19%
15%
8%
11%
4%
(-)
(-)
(+)
(-)
(--)
Diefstal van Voertuigcriminaliteit brom-, snor-, fietsen
4%
2%
7%
4%
6%
8%
3%
5%
4%
3%
5%
6%
4%
4%
(-)
(+)
(+)
(++)
Diefstal/ inbraak bedrijven
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
8%
Borsele
Woninginbraak
Tabel 3.2: Misdrijven, % van totaal (2012)
18%
4%
18%
17%
17%
23%
21%
14%
27%
15%
15%
21%
19%
24%
14%
(-)
(-)
(+)
(-)
(+)
(-)
(-)
(+)
(++)
(+)
Overige vermogensdelicten
5%
1%
0%
4%
7%
2%
2%
2%
6%
1%
3%
6%
1%
Winkeldiefstal
2%
2%
2%
2%
1%
1%
1%
1%
3%
2%
2%
1%
2%
0%
(-)
(+)
(-)
Zedendelicten
14%
16%
9%
16%
15%
12%
13%
10%
13%
13%
7%
15%
19%
17%
(-)
(-)
(--)
(+)
Geweldsdelicten
21%
23%
22%
21%
22%
18%
23%
17%
11%
23%
26%
20%
16%
21%
(-)
(--)
(+)
(-)
Aantasting openbare orde / ruimte
7%
7%
5%
7%
8%
8%
5%
11%
7%
6%
8%
10%
9%
11%
(-)
(-)
(+)
(+)
(+)
Illegale handel
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Totaal
Sociale Atlas Zeeland 2013
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 3.3: Misdrijven, absoluut, per 1.000 inwoners en ontwikkeling 2010-2012 (index, 2010=100)
absoluut
per 1.000 inwoners
419
18
Goes
1.962
53
Hulst
783
28
(-)
85
Kapelle
302
24
(-)
96
Borsele
Middelburg
ontwikkeling 2010-2012 (index: 2010=100) (-)
93 92
2.482
52
92
Noord-Beveland
337
45
109
Reimerswaal
635
29
1.745
51
89
871
36
92
2.533
46
87
726
28
Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere
752
34
Vlissingen
2.497
56
Zeeland
16.044
42
(-)
(-)
88
94 73
(+)
86 89
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
Als we kijken naar de cijfers per gemeente en ons voor deze tabel beperken tot de grootste significante verschillen (++) dan blijkt dat Noord-Beveland in 2012 een significant hoog aandeel woninginbraken telt. Voertuigcriminaliteit scoort significant hoog in de gemeente Reimerswaal, diefstal/ inbraak in Sluis en ‘overige vermogensdelicten’ is vooral oververtegenwoordigd in de gemeente Noord-Beveland. De ontwikkeling van het totaal aantal misdrijven per gemeente, evenals het aantal misdrijven per 1000 inwoners is weergegeven in tabel 3.3. Uit tabel 3.3 blijkt dat het totaal aantal misdrijven in Zeeland tussen 2010 en 2012 met 11% is afgenomen. Ook tussen 2008 en 2010 was er sprake van een daling, met 7%.
Als we inzoomen op het aantal misdrijven per 1.000 inwoners blijkt dat het relatief aantal misdrijven in de gemeenten Borsele, Hulst, Kapelle, Reimerswaal en Tholen significant onder het provinciaal gemiddelde uitkomt. Het relatief aantal misdrijven in Vlissingen ligt daarentegen significant boven het Zeeuwse cijfer. Dit was ook in 2010 het geval.
3.2 Overlastmeldingen Tabel 3.4 bevat een overzicht van het absoluut aantal geregistreerde gevallen van overlast, onderscheiden naar de aard van de gevallen. In tabel 3.5 is per gemeente een overzicht weergegeven van het aantal typen overlast ten opzichte van het totaal.
Uit de cijfers per gemeente blijkt verder dat alleen in de gemeente Noord-Beveland (+9%), sprake was van een toename. In alle andere 12 gemeenten was sprake van een daling van het aantal misdrijven. De grootste daling vond plaats in de gemeente Veere (-27%).
23
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 3.4: Overlast, absolute aantallen (2012)
Drugs/ drankoverlast
Geluidshinder horeca
Verkeersoverlast
Burengerucht (relatie-problemen)
Overlast jeugd
Overige Totaal overlast
Borsele
5
9
115
50
41
112
332
Goes
36
9
239
116
154
334
888
Hulst
11
32
125
98
96
172
534
Kapelle
3
0
85
25
34
39
186
Middelburg
33
14
357
115
325
532
1.376
Noord-Beveland
3
4
32
36
21
41
137
Reimerswaal
3
8
189
81
71
127
479
Schouwen-Duiveland
18
26
221
75
259
166
765
Sluis
19
18
134
57
35
101
364
Terneuzen
110
24
369
194
268
310
1.275
3
10
160
64
121
94
452
Tholen Veere
4
10
92
51
90
114
361
Vlissingen
75
11
290
176
427
459
1.438
Zeeland
323
175
2.408
1.138
1.942
2.601
8.587
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP Tabel 3.5: Overlast, % van totaal (2012)
Drugs/drankoverlast
Geluidshinder horeca
Verkeersoverlast
Burengerucht (relatieproblemen)
Overlast jeugd
Overige overlast
Totaal
Borsele
2%
3%
35%
15%
12%
34%
100%
Goes
4%
1%
27%
13%
17%
38%
Hulst
2%
6%
(++)
23%
18%
32%
Kapelle
2%
0%
(-)
46%
18%
21%
(-)
100%
Middelburg
2%
1%
26%
8%
(-)
24%
39%
(+)
100%
Noord-Beveland
2%
3%
23%
26%
(++)
15%
(-)
30%
Reimerswaal
1%
2%
39%
17%
15%
(-)
27%
Schouwen-Duiveland
2%
3%
29%
10%
34%
(+)
22%
Sluis
5%
5%
16%
10%
(-)
28%
Terneuzen
9%
(++)
2%
29%
15%
21%
24%
(-)
100%
Tholen
1%
(-)
2%
35%
14%
27%
21%
(-)
100%
Veere
1%
(-)
3%
25%
14%
25%
32%
100%
Vlissingen
5%
1%
20%
12%
30%
32%
100%
Zeeland
4%
2%
28%
13%
23%
30%
100%
(-)
(-)
(+)
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
24
37%
18% (++)
(+) (+) (+) (-)
(+)
13%
(-)
(+)
(+)
100% 100%
100% 100% (-)
100% 100%
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 3.1: Geregistreerde misdrijven (2012)
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
25
Sociale Atlas Zeeland 2013
Zeeland telde in 2012 8.587 geregistreerde gevallen van overlast. De grootste categorie (30%) wordt gevormd door de zogenoemde ‘overige overlast’. Dit betreft overlast door een gestoord/gespannen persoon, overlast van vuurwerk zonder gevolgen, overlast van een illegale zender of overlast van zwervers. De tweede grote categorie bestaat uit verkeersoverlast (28%), gevolgd door overlast van jeugd (23%). Zaken als burengerucht (13%), drugs/drankoverlast (4%) en geluidshinder horeca (2%) nemen duidelijk een minder belangrijke plaats in.
Relatief de grootste daling vond plaats in de gemeente Kapelle, waar de afname bijna 40% bedroeg. Ook in Tholen (-31%), Vlissingen (-27%), Sluis (-21%), Reimerswaal (-19%) en Schouwen-Duiveland (-19%) was de afname van het aantal geregistreerde gevallen van overlast aanzienlijk. Opvallend was dat in Middelburg, als enige Zeeuwse gemeente, een stijging van het aantal gevallen van overlast kan worden vastgesteld. In Terneuzen bleef het niveau (min of meer) gelijk. Als we kijken naar het aantal gevallen van overlast in relatie tot de bevolkingsomvang is het opvallend dat deze in Middelburg en Vlissingen significant veel hoger liggen dan gemiddeld in Zeeland. In de gemeenten Borsele, Kapelle, Sluis en Veere liggen ze significant lager dan gemiddeld.
Als we de cijfers uit de tabel analyseren per gemeente blijkt dat Terneuzen significant vaker dan gemiddeld wordt geconfronteerd met drugs/drankoverlast; Hulst en Sluis significant vaker dan gemiddeld met geluidshinder door de horeca. Verkeersoverlast doet zich significant vaker voor in Kapelle, Reimerswaal, Sluis en Tholen. Burengerucht/ relatieproblemen doen zich onevenredig vaak voor in Hulst en Noord-Beveland. Schouwen-Duiveland en Vlissingen onderscheiden zich doordat er significant vaker sprake is van overlast door jongeren. De ‘overige overlast’ manifesteert zich relatief sterk in Goes en Middelburg.
3.3 Slachtofferschap In 2012 telde Zeeland in totaal 11.588 slachtoffers van misdrijven (tabel 3.7). Dit is 9% minder dan in 2010. Per 1.000 inwoners waren in 2012 ongeveer 30 personen slachtoffer van een misdrijf (2010: 33).
Hoe het totaal aantal gevallen van overlast zich in de periode 2010-2012 per gemeente ontwikkelde, evenals het aantal gevallen per 1000 inwoners in 2012, is weergegeven in tabel 3.6.
Uit tabel 3.7 blijkt verder dat de afname van het slachtofferschap zich relatief het sterkst voordeed in de gemeente Veere (-29%). Ook in de gemeenten Hulst (-16%), Schouwen-Duiveland (-12%) en Terneuzen (-15%) was de afname aanzienlijk. Opmerkelijk is verder dat in de gemeenten Borsele (+8%), Kapelle (+9%), Noord-Beveland (+9%), Reimerswaal (+6%) en Sluis (+10%) sprake was van een stijging van het aantal slachtoffers van misdrijven.
Tabel 3.6 maakt duidelijk dat het totaal aantal gevallen van overlast tussen 2010 en 2012 met ongeveer 14% is afgenomen. Ook tussen 2008 en 2010 was reeds sprake van een (sterke) daling.
Tabel 3.6: Overlast, absoluut, per 1.000 inwoners en ontwikkeling 2010-2012 (index, 2010=100)
absoluut
per 1.000 inwoners
Borsele
332
15
Goes
888
24
83
Hulst
534
19
99
Kapelle
ontwikkeling 2010-2012 (-)
98
186
15
(-)
63
1.376
29
(+)
106
Noord-Beveland
137
18
95
Reimerswaal
479
22
81
Schouwen-Duiveland
765
22
81
Sluis
364
15
Middelburg
Terneuzen
(-)
79
1.275
23
100
Tholen
452
18
69
Veere
361
16
(-)
95
Vlissingen
1.438
32
(+)
73
Zeeland
8.587
23
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
26
86
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 3.7: Slachtoffers van misdrijven, absoluut, per 1.000 inwoners en ontwikkeling 2010-2012 (index, 2010=100)
absoluut
per 1.000 inwoners
310
14
Goes
1.392
38
Hulst
524
Kapelle
Borsele
Middelburg
ontwikkeling 2010-2012 (-)
108
19
(-)
84
222
18
(-)
109
94
1.802
38
94
Noord-Beveland
260
35
109
Reimerswaal
432
20
1.275
37
88
552
23
110
1.739
32
85
559
22
99
Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere
599
27
Vlissingen
1.922
43
Zeeland
11.588
30
(-)
106
71 (+)
90 91
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
3.4 Aantal jeugdige verdachten
In verhouding tot de totale bevolking telde Vlissingen in 2012 (evenals in 2010) de meeste slachtoffers van een misdrijf. Vlissingen is daarmee de enige gemeente waar het slachtofferschap significant boven het Zeeuws gemiddelde ligt. In Borsele, Hulst, Kapelle en Reimerswaal ligt ze significant onder het Zeeuwse cijfer.
Zeeland telde in 2012 1.418 (aangehouden) verdachten in de leeftijdscategorie 12 t/m 24 jaar. Dit is een daling met 6% ten opzichte van twee jaar eerder. Ook tussen 2008 en 2010 was er een daling van 6%. Per 1000 inwoners van 12 t/m 24 jaar bedroeg het aantal jeugdige verdachten ongeveer 26.
Tabel 3.8: Jeugdige (aangehouden) verdachten (12 t/m 24 jaar), absoluut, per 1.000 12 t/m 24-jarigen en ontwikkeling
2010-2012 (index, 2010=100)
absoluut
per 1000 12- t/m 24-jarigen
ontwikkeling 2010-2012 (index: 2010=100)
Borsele
20
6
(-)
21
Goes
280
53
(+)
200
Hulst
63
18
97
Kapelle
11
6
Middelburg
237
31
(-)
113
Noord-Beveland
13
15
46 (-)
38
Reimerswaal
18
5
Schouwen-Duiveland
170
37
157
25
Sluis
45
15
73
Terneuzen
204
27
Tholen
26
6
Veere
46
15
Vlissingen
285
43
Zeeland
1.418
26
84 (-)
28 73
(+)
94 94
Bron: Politie Zeeland, bewerking SCOOP
27
Sociale Atlas Zeeland 2013
Als we de ontwikkeling van het aantal jeugdige verdachten analyseren per gemeente blijkt dat er de afgelopen twee jaar veel schommelingen in de aantallen verdachten ten opzichte van 2010 hebben plaatsgevonden. Voor de meeste gemeenten was sprake van een (soms grote) daling van het aantal jeugdige verdachten, bijvoorbeeld in Borsele, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Tholen. Drie gemeenten, Goes, Middelburg en Schouwen-Duiveland zagen het aantal jonge verdachten echter stijgen. In Goes vond zelfs een verdubbeling plaats van het aantal aangehouden verdachten tussen 12 en 24 jaar. Kijkend naar het aantal jeugdige verdachten per 1000 12 t/m 24-jarigen valt op dat dit in Goes en Vlissingen als enige gemeenten significant boven het Zeeuws gemiddelde uitkomt. Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen tellen significant minder jeugdige verdachten dan het Zeeuws gemiddelde.
3.5 Haltafdoeningen In 2012 waren er in Zeeland in totaal 384 Haltafdoeningen voor jongeren van twaalf tot achttien jaar. Dit is bijna 10% minder dan in 2010 (426). Onder Haltafdoeningen wordt verstaan alle jongeren (12 t/m 17 jaar) die in het afgelopen jaar een zaak hebben afgedaan met een werkstraf bij Halt, inclusief de jongeren die om welke reden dan ook voortijdig zijn afgehaakt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen jongeren onder de 12 jaar en jongeren vanaf 12 jaar. Bij de jongste categorie wordt gesproken van Stopreacties (geen cijfers). Omdat de leeftijdsgrens bij Haltafdoeningen scherp kan worden getrokken (12 t/m 17 jaar), wordt voor deze categorie een relatief cijfer weergegeven: het aantal afdoeningen per duizend jongeren in deze leeftijdscategorie (tabel 3.9). Uit de cijfers blijkt dat het aantal Haltafdoeningen per 1.000 jongeren van 12 t/m 17 jaar zich in Middelburg, Schouwen-Duiveland en in Sluis sterk onderscheiden van het provinciaal gemiddelde. In deze gemeenten ligt het significant hoger. In de gemeenten Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal ligt dit cijfer significant lager dan gemiddeld. In vergelijking met 2010 is ook het aantal Haltafdoeningen in Zeeland per 1000 jongeren iets gedaald; van 15 naar 14 per 1000.
Tabel 3.9: Haltafdoeningen absoluut en per 1.000 12 t/m
17 jarigen (2012)
Haltafdoeningen absoluut
per 1.000 jongeren
Borsele
22
12
Goes
33
12
Hulst
19
9
Kapelle
6
6
(-)
Middelburg
71
20
(+)
Noord-Beveland
4
8
(-)
Reimerswaal
8
5
(-)
Schouwen-Duiveland
48
20
(+)
Sluis
31
21
(+)
Terneuzen
49
13
Tholen
23
10
Veere
18
10
Vlissingen
52
18
Zeeland
384
14
Bron: Halt Zeeland, CBS/statline, bewerking SCOOP
3.6 Verkeersveiligheid In tabel 3.10 is een overzicht weergegeven van het aantal verkeersdoden in Zeeland en Nederland in 2011 en over de periode 2009-2011. Tabel 3.10: Aantal verkeersdoden (2011)
Verkeersdoden 2011
Verkeersdoden 2009-2011 (gemiddeld)
Borsele
1
1,0
Goes
0
2,0
Hulst
0
0,7
Kapelle
0
1,3
Middelburg
3
1,3
Noord-Beveland
0
1,3
Reimerswaal
2
1,3
SchouwenDuiveland
5
4,3
Sluis
2
1,7
Terneuzen
1
2,3
Tholen
0
2,0
Veere
2
2,7
Vlissingen
1
0,7
Zeeland
17
22,7
Nederland
653
644,3
Bron: ROVZ / DVS, CBS/statline, bewerking SCOOP
28
Sociale Atlas Zeeland 2013
Het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in Zeeland lag in 2011 duidelijk onder dat van de jaren daarvoor. In 2008 werden nog 28 dodelijke verkeersslachtoffers geteld, in 2009 21 en in 2010 30. Absoluut gezien vielen er in 2011 in Schouwen-Duiveland de meeste slachtoffers te betreuren (5). In deze gemeente vielen ook gemiddeld de meeste dodelijke slachtoffers over de periode 2009-2011.
3.7 Onveiligheidsgevoelens
In tabel 3.11 is weergegeven hoe het absoluut aantal dodelijke verkeersslachtoffers in de periode 2009-2011 zich verhoudt tot het aantal inwoners en het aantal kilometers openbare weg.
Tabel 3.12: Onveiligheidsgevoelens, % van de bevolking
Tabel 3.11: Relatief aantal verkeersdoden (2009-2011)
Per 100.000 inwoners
Per 1.000 km weg
Borsele
4,4
1,7
Goes
5,5
4,1
Hulst
2,4
1,1
(-)
Kapelle
10,8
6,8
(++)
Middelburg
2,8
Noord-Beveland
17,8
Reimerswaal
6,2
Schouwen-Duiveland
12,7
Sluis
7,0
Terneuzen
4,3
Tholen
7,8
Veere
12,2
Vlissingen
1,5
2,3
Zeeland
5,9
3,3
Nederland
3,9
4,7
(+) (++)
(+)
van 16 jaar en ouder (2013)
voelt zich in het algemeen wel eens onveilig
voelt zich wel eens onveilig in de eigen kern/wijk
Borsele
17%
12%
Goes
22%
19%
Hulst
16%
(-)
13%
Kapelle
12%
(-)
7%
Middelburg
25%
NoordBeveland
15%
(-) (-)
Reimerswaal
16%
SchouwenDuiveland
19%
17%
Sluis
22%
13%
1,9
Terneuzen
28%
2,4
Tholen
18%
3,8
Veere
5,6
(+)
(+)
Bron: ROVZ / DVS / CBS Statline, bewerking SCOOP
Gerelateerd aan het aantal inwoners, lag het aantal verkeersslachtoffers in Zeeland in de periode 2009-2011 hoger dan in Nederland. Dat werd ook in de vorige atlas vastgesteld. Binnen Zeeland sprongen Kapelle, NoordBeveland, Schouwen-Duiveland en Veere er in de periode 2009-2011 negatief uit. In deze gemeenten lag het relatief aantal dodelijke slachtoffers deze jaren significant hoger dan gemiddeld in Zeeland. Als we de cijfers vervolgens relateren aan het aantal kilometers openbare weg, komt een ander beeld naar voren. Het aantal dodelijke verkeersslachtoffers per 1.000 km openbare weg lag in Nederland tussen 2009 en 2011 gemiddeld duidelijk hoger dan in Zeeland. Binnen Zeeland onderscheidden Kapelle, Schouwen-Duiveland en Veere zich. Hier lag het aantal slachtoffers in verhouding significant hoger dan gemiddeld in de provincie.
(--)
12%
4,2 5,6
(-)
18%
3,8 2,7 (+)
Naast gegevens over de (on)veiligheid in een buurt, wijk of gemeente, de objectieve veiligheid, is ook de subjectieve veiligheid van belang. Hier gaat het om de beleving van de (on)veiligheid, dus het gevoel of men zich wel of niet veilig voelt in de eigen woonomgeving.
12%
(+)
23%
(+)
11%
(-)
15%
(-)
10%
(-)
Vlissingen
33%
(+)
25%
(+)
Zeeland
22%
17%
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
Ruim één op de vijf Zeeuwen (22%) voelt zich in het algemeen wel eens onveilig. Dit is precies hetzelfde percentage als in 2009. In de eigen kern of wijk voelt 17% van de inwoners van Zeeland zich wel eens onveilig (2009:16%). Als we de cijfers analyseren per gemeente blijkt dat algemene onveiligheidsgevoelens significant vaker voorkomen onder bewoners van de gemeente Terneuzen en Vlissingen. Inwoners uit Hulst, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Veere voelen zich daarentegen minder vaak onveilig. Ook wat onveiligheidsgevoelens betreft over de eigen kern of wijk scoren Terneuzenaren en Vlissingers significant hoger dan gemiddeld. De score voor Borsele, Kapelle, Tholen en Veere is significant lager dan gemiddeld.
29
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 3.2: Verkeersdoden (2009 - 2011)
Bron: ROVZ/DVS, CBS Statline, bewerking SCOOP
30
3.8 Belangrijkste conclusies -- Ruim eenvijfde van de totale misdrijven in Zeeland betreft aantasting van de openbare orde/ruimte. Ook de ‘overige vermogensdelicten’ (18%), bijvoorbeeld heling of afpersing, nemen een belangrijke plaats in, gevolgd door geweldsdelicten (14%), diefstal van brom- en snorfietsen (13%) en woninginbraak (9%). -- Het totaal aantal misdrijven in Zeeland is tussen 2010 en 2012 met 11% afgenomen. Ook tussen 2008 en 2010 was er sprake van een daling, met 7%. -- Zeeland telde in 2012 8.587 gevallen van overlast. Dit is ongeveer 14% minder dan in 2010. De grootste categorie (30%) wordt gevormd door de zogenoemde ‘overige overlast’. Dit betreft overlast door een gestoord/gespannen persoon, overlast van vuurwerk zonder gevolgen, overlast van een illegale zender of overlast van zwervers. De tweede grote categorie bestaat uit verkeersoverlast (28%), gevolgd door overlast van jeugd (23%). Zaken als burengerucht (13%), drugs/drankoverlast (4%) en geluidshinder horeca (2%) nemen kwantitatief gezien duidelijk een minder belangrijke plaats in. -- In 2012 telde Zeeland in totaal 11.588 slachtoffers van misdrijven. Dit is 9% minder dan in 2010. Ook tussen 2008 en 2010 was er reeds een sterke daling (-15%). Vlssingen telt (nog steeds) relatief de meeste slachtoffers van misdrijven. -- Zeeland telde in 2012 1.418 verdachten in de leeftijdscategorie 12 t/m 24 jaar. Dit is een daling met 6% ten opzichte van twee jaar eerder. Binnen de gemeenten vonden echter soms grote verschuivingen in de aantallen plaats. -- In 2012 waren er in Zeeland in totaal 384 Haltafdoeningen van jongeren tot achttien jaar. Dit is bijna 10% minder dan in 2010 (426). -- Het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in Zeeland lag in 2011 (17) duidelijk onder dat van de jaren daarvoor. In 2008 werden nog 28 dodelijke verkeersslachtoffers geteld, in 2009 21 en in 2010 30. Absoluut gezien vielen er in 2011 in Schouwen-Duiveland de meeste slachtoffers te betreuren (5). In deze gemeente vielen ook gemiddeld de meeste dodelijke slachtoffers over de periode 2009-2011. -- Gerelateerd aan het aantal inwoners, lag het aantal verkeersslachtoffers in Zeeland in de periode 20092011 hoger dan in Nederland. Binnen Zeeland sprongen Kapelle, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Veere er in de periode 2009-2011 negatief uit. In deze gemeenten lag het relatief aantal dodelijke slachtoffers deze jaren significant hoger dan gemiddeld in Zeeland.
Sociale Atlas Zeeland 2013
-- Als we de cijfers over verkeersslachtoffers relateren aan het aantal kilometers openbare weg komt een ander beeld naar voren. Het aantal dodelijke verkeersslachtoffers per 1.000 km. openbare weg lag in Nederland tussen 2009 en 2011 gemiddeld duidelijk hoger dan in Zeeland. -- Ruim één op de vijf Zeeuwen (22%) voelt zich in het algemeen wel eens onveilig; even veel als in 2010. In de eigen kern of wijk voelt 17% van de inwoners van Zeeland zich wel eens onveilig (2010: 16%). Inwoners van Terneuzen en Vlissingen hebben significant vaker gevoelens van onveiligheid.
31
Sociale Atlas Zeeland 2013
32
Sociale Atlas Zeeland 2013
4. Gezondheid In dit hoofdstuk staat het onderwerp gezondheid centraal. In paragraaf 4.1 wordt ingegaan op de ervaren eigen gezondheid. Daarnaast worden cijfers gepresenteerd over de contacten met huisarts en/of medisch specialist en over de zelfredzaamheid van de burgers. In paragraaf 4.2 aandacht voor het thema gezond bewegen. Hoeveel procent van de Zeeuwse bevolking voldoet eigenlijk aan de vastgelegde Nederlandse norm voor gezond bewegen? In de paragrafen 4.3, 4.4 en 4.5 wordt ingegaan op een aantal voor de volksgezondheid kwalijke indicaties, namelijk roken (4.3), alcohol (4.4) en overgewicht (4.5). Hoeveel procent van de Zeeuwse bevolking rookt, drinkt of heeft overgewicht? In paragraaf 4.6 wordt ingegaan op een belangrijk thema uit de geestelijke volksgezondheid: eenzaamheid. Hoeveel Zeeuwen worden in enige of ernstige mate met dit fenomeen geconfronteerd? Dit hoofdstuk wordt afgesloten met cijfermateriaal over de levensverwachting en met sterftecijfers, twee belangrijke algemene indicatoren voor de volksgezondheid in Zeeland. In paragraaf 4.9 worden de belangrijkste conclusies weergegeven.
4.1 Eigen gezondheid, beperkingen In de enquête Staat van Zeeland (2013) werd gevraagd aan te geven hoe men de eigen gezondheid beoordeelt. In tabel 4.1 een overzicht van de antwoorden. Uit tabel 4.1 blijkt dat ruim één op de vijf Zeeuwen niet helemaal tevreden is over de eigen gezondheid (2009: 18%). 4% (2009: 3%) ervaart de eigen gezondheid als slecht of zeer slecht. Als we de cijfers uit tabel 4.1 analyseren per gemeente blijkt verder dat de ervaren gezondheid in de gemeenten Kapelle en Veere duidelijk beter is dan gemiddeld in Zeeland. Het aandeel dat aangeeft een goede tot zeer goede gezondheid te hebben is in deze gemeenten significant hoger dan
gemiddeld; het percentage dat een matige (‘gaat wel’) of slechte tot zeer slechte eigen gezondheid ervaart is hier bovendien significant lager. In de gemeenten Hulst en Sluis is de situatie omgekeerd. De ervaren gezondheid is hier duidelijk minder goed. Verreweg de meeste Zeeuwen (84%) hebben minimaal één keer contact gehad met de huisarts in het voorgaande jaar en ongeveer de helft met een medisch specialist. In Sluis liggen deze percentages significant hoger dan in de rest van Zeeland. Voor Kapelle geldt dat daar significant minder gebruik gemaakt wordt van zowel huisarts als medisch specialist. Tabel 4.1: Oordeel over eigen gezondheid, % van de
bevolking van 16 jaar en ouder (2013)
(zeer) goed gaat wel (zeer) slecht Borsele
80%
17%
2%
(-)
Goes
78%
20%
2%
(-)
Hulst
70%
(-)
26%
4%
(+)
Kapelle
84%
(+)
13%
Middelburg
76%
20%
4%
(+)
NoordBeveland
72%
25%
3%
(-)
Reimerswaal
76%
22%
3%
SchouwenDuiveland
78%
19%
3%
Sluis
63%
32%
4%
Terneuzen
74%
22%
4%
Tholen
81%
16%
Veere
81%
17%
2%
Vlissingen
74%
22%
4%
Zeeland
76%
21%
4%
(--)
(+)
(-)
(-)
3%
(+)
3% (-)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
33
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 4.2: Percentage van de bevolking (16+) dat contact
had met huisarts en/of medisch specialist in
afgelopen jaar (2013)
huisarts (-)
medisch specialist
Borsele
80%
45%
Goes
84%
44%
Hulst
87%
57%
Kapelle
80%
(-)
39%
Middelburg
80%
(-)
49%
Noord-Beveland
87%
Reimerswaal
76%
Schouwen-Duiveland
86%
Sluis
89%
Terneuzen
86%
54%
Tholen
84%
49%
Veere
83%
40%
Vlissingen
87%
49%
Zeeland
84%
50%
(-)
43% 50%
(+)
69%
(++)
(-)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland 2013 Tabel 4.3: Percentage van de bevolking (16+) dat
zelfredzaam is mbt huishouden en zelfstandig
sociale contacten onderhoudt (2013)
zelfstandig het huishouden (%) (+)
84%
Goes
80%
Hulst
76%
Kapelle
80%
Middelburg
82%
Noord-Beveland
82%
Reimerswaal
85%
SchouwenDuiveland
81%
Sluis
74%
Terneuzen
80%
89%
Tholen
81%
92%
Veere
85%
Vlissingen
79%
Zeeland
80%
89%
(+)
(--)
(+)
In tabel 4.4 is per gemeente het aandeel van de bevolking weergegeven dat voldoet aan de Nederlandse norm voor gezond bewegen (NNGB)1. Uit deze tabel blijkt dat de helft van de Zeeuwse bevolking aan deze norm voldoet. Als we kijken naar de verschillende Zeeuwse gemeenten dan blijkt dat Goes en Veere (beiden 54%) het hoogste aandeel inwoners van 18 jaar en ouder telt dat voldoet aan de NNGB. Zij scoren significant hoger dan gemiddeld. De laagste percentages zijn te vinden in Hulst, Kapelle (beiden 45%), Noord-Beveland (46%) en Sluis (47%). Deze gemeenten hebben een significant lagere score dan gemiddeld. Tabel 4.4: Percentage bevolking dat voldoet aan de
zelfstandig sociale contacten (%)
Borsele
(-)
In Sluis zijn de inwoners beduidend minder vaak zelfredzaam dan in de rest van Zeeland. Dit geldt in mindere mate ook voor de inwoners van de gemeente Hulst.
4.2 Gezond bewegen
52% (--)
Acht op de tien Zeeuwen geeft aan geheel zelfstandig, zonder moeite het huishouden te kunnen doen (schoonmaken, boodschappen doen, etcetera). Voor het leggen en onderhouden van sociale contacten geldt dit voor negen op de tien Zeeuwen.
beweegnorm (2013)
(18+) haalt beweegnorm
91%
Borsele
50%
89%
Goes
54%
(+)
Hulst
45%
(-)
89%
Kapelle
45%
(-)
88%
Middelburg
50%
89%
Noord-Beveland
46%
90%
Reimerswaal
50%
90%
Schouwen-Duiveland
50%
Sluis
47%
Terneuzen
49%
Tholen
52%
Veere
54%
90%
Vlissingen
53%
87%
Zeeland
50%
85%
84%
(-)
(--) (+)
(-)
(-)
(+)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013) Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
1.
AD NNGB De volgende vragen gaan over matig intensieve lichaamsbeweging, zoals wandelen, fietsen, tuinieren en andere lichaamsbeweging op school/werk, in het huishouden of in uw vrije tijd. Het gaat om alle lichaamsbeweging die tenminste even inspannend is als stevig doorlopen of fietsen. 25. Hoeveel dagen per week heeft u tenminste 30 minuten per dag zulke lichaamsbeweging? Het gaat om het gemiddeld aantal dagen van een normale week in de afgelopen maand. dagen per week Toelichting: wie hier 5 of meer dagen invult, heeft de NNGB gehaald.
34
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 4.1: % Zelfstandig huishouden doen (2013)
Bron: SCOOP, Staat van Zeeland
35
Sociale Atlas Zeeland 2013
4.3 Roken
4.4 Alcohol
Tabel 4.5 geeft voor 3 leeftijdscategorieën een overzicht van het aandeel dat rookt. Omdat hier gebruik is gemaakt van twee verschillende bronnen (Jeugdmonitor Zeeland voor 15-jarigen en GGD-Zeeland voor 19 jaar en ouder) sluiten de leeftijdscategorieën (15-jarigen versus 19 jaar en ouder) niet automatisch op elkaar aan. Opgemerkt dient ook te worden dat de meetmomenten van beide bronnen (2011 en 2012) niet overeen kwamen.
Het percentage jongeren/volwassenen dat overmatig alcohol gebruikt is weergegeven in tabel 4.6. Ook deze cijfers zijn ontleend aan twee eerdergenoemde verschillende bronnen, te weten Jeugdmonitor Zeeland (15-jarigen) en GGD-Zeeland (19 jaar en ouder) en heeft daardoor dus 2 verschillende meetmomenten (2011 en 2012).
65+ jaar
Tabel 4.6 maakt duidelijk dat van de 15-jarigen in Zeeland ongeveer één op de drie overmatig alcohol gebruikt.2 15-jarigen uit Hulst, Noord-Beveland en Tholen onderscheiden zich door significant vaker dan gemiddeld overmatig alcohol te gebruiken.
14%
Tabel 4.6: Percentage jongeren/volwassenen dat overmatig
Tabel 4.5: Percentage jongeren/volwassenen dat rookt
(2011, 2012)
15 jaar
19 t/m 64 jaar
Borsele
22%
29%
Goes
19%
24%
10%
Hulst
24%
25%
10%
Kapelle
28%
20%
Middelburg
23%
25%
10%
Noord-Beveland
36%
27%
15%
Reimerswaal
28%
24%
13%
SchouwenDuiveland
27%
28%
12%
Sluis
18%
(-)
24%
12%
Terneuzen
16%
(-)
23%
11%
Tholen
30%
(+)
27%
13%
(++)
(+)
(-)
Veere
24%
17%
Vlissingen
21%
28%
14%
Zeeland
23%
25%
12%
26%
13%
Nederland
(--)
9%
(+)
alcohol gebruikt (2011, 2012)
15 jaar (-)
Borsele
(+)
11% (+)
33%
Goes
29%
Hulst
45%
Kapelle
38%
Middelburg
30%
Noord-Beveland
51%
Reimerswaal
19 t/m 64 jaar 4%
(+)
(-)
65+ jaar 6%
7%
6%
7%
6%
4%
(-)
6%
9%
8%
9%
8%
30%
6%
4%
SchouwenDuiveland
38%
10%
8%
Sluis
40%
9%
6%
Terneuzen
29%
9%
7%
Tholen
43%
(++)
(+)
4%
(-)
7%
(+)
7%
Veere
34%
8%
Bron: Jeugdmonitor Zeeland (2011) en GGD Zeeland (2012),
Vlissingen
30%
12%
Zeeland
34%
8%
7%
8%
8%
bewerking SCOOP
Nederland Uit tabel 4.5 blijkt dat bijna een kwart (23%) van de 15-jarigen in Zeeland rookt. Van de 19 t/m 64-jarigen lag dit aandeel in 2012 iets hoger; van de 65-plussers duidelijk lager (12%). Opvallend is dat onder 15-jarigen, kinderen uit Noord-Beveland en Tholen significant vaker roken dan gemiddeld. Onder degenen tussen 19 en 65 jaar waren dat inwoners van de gemeente Borsele. Onder mensen van 65 jaar en ouder rookten inwoners uit Borsele, Noord-Beveland en Vlissingen in 2012 significant vaker dan gemiddeld in Zeeland.
(-)
8%
(+) (--)
(-)
(+)
Bron: Jeugdmonitor Zeeland (2011) en GGD Zeeland
(2012), bewerking SCOOP
Het percentage 19 t/m 64-jarigen in Zeeland dat overmatig alcohol gebruikt lag in 2012 aanzienlijk lager dan onder 15-jarigen in 2011. Bijna één op de 12 Zeeuwen in deze leeftijdscategorie behoorde tot deze groep. Deze waren significant vaker woonachtig in Vlissingen. Van de categorie 65 jaar en ouder gebruikte 7% overmatig alcohol. Als we kijken naar de gemeenten waren Middelburg en Veere de negatieve uitschieters.
2. In de Jeugdmonitor Zeeland wordt van ‘overmatig’ gesproken als men de afgelopen vier weken twee keer of meer bij één gelegenheid tenminste 5 alcoho lische dranken heeft genuttigd. In de GGD-monitor voor volwassenen wordt voor mannen een grens gehanteerd van tenminste 1 keer per week 6 glazen of meer; voor vrouwen tenminste 1 keer per week 4 glazen of meer.
36
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 4.7: Percentage van de bevolking met overgewicht, inclusief obesitas (BMI >= 25) (2012)
5 jaar Borsele
11%
Goes
10%
Hulst
6%
Kapelle
7%
Middelburg
9%
Noord-Beveland
7%
Reimerswaal
7%
10 jaar
13 jaar
9% 7% (-)
(--)
10% 9%
(-)
8%
(-)
40%
(-)
62%
7%
44%
58%
9%
45%
60%
(-)
10%
41%
6%
(-)
44%
57%
(-)
16%
(++)
53%
55%
7%
49%
62%
11%
51%
11%
57%
10%
51%
6% 11% 8%
12%
12%
Schouwen-Duiveland
7%
Sluis
11%
(+)
13%
11%
Terneuzen
12%
(+)
12%
13%
Tholen
7%
(-)
13%
18% (+)
9%
65+ jaar
11%
10%
(+)
19 t/m 64 jaar
13%
10% 12%
(-)
12 t/m 18 jaar
15%
(+) (++)
12%
Veere
8%
15%
9%
9%
Vlissingen
10%
13%
13%
13%
Zeeland
9%
11%
12%
9%
(+) (+)
(-)
56% (-)
60% (+)
55% 65%
(+)
54%
(+)
67%
(+)
39%
(-)
50%
(--)
50%
58%
48%
59%
Bron: GGD Zeeland (2012), bewerking SCOOP
4.5 Overgewicht Tabel 4.7 geeft een overzicht van de percentages overgewicht (incl. obesitas) per leeftijdscategorie per gemeente.3 Uit tabel 4.7 blijkt dat één op de elf vijfjarigen feitelijk overgewicht heeft. In de gemeenten Sluis en Terneuzen ligt dit aandeel significant hoger. Het percentage met overgewicht onder 10- en 13-jarigen ligt iets hoger. Van de 10-jarigen vertoont bijna één op de negen overgewicht, van de 13-jarigen iets meer. Onder 10-jarigen is het aandeel met overgewicht significant hoog in Sluis en Veere; onder 13-jarigen in (eveneens) Sluis en Tholen. Opvallend is overigens dat bij alle onderscheiden leeftijdscategorieën t/m 13-jaar kinderen uit Sluis significant vaker overgewicht hebben. De cijfers over de categorie 12 t/m 18 jaar zijn afkomstig uit de monitor gezondheid 12-18 die in 2010 is gehouden en sindsdien niet meer is afgenomen. Uit deze cijfers blijkt dat in 2010 ongeveer één op de elf Zeeuwse jongeren van 12 t/m 18 jaar met overgewicht te kampen heeft. De gemeenten Noord-Beveland, Tholen en Vlissingen springen er hier negatief uit.
Als we verder kijken naar de (zelf gerapporteerde en recentere: 2012) cijfers over volwassenen blijkt dat het percentage met overgewicht sterk toeneemt naarmate de leeftijd stijgt. Van alle 19 t/m 64-jarigen kampt bijna de helft met overgewicht. Dit betreft significant vaak inwoners uit Sluis en Tholen. Van de inwoners van 65 jaar en ouder denkt bijna 6 op de 10 overgewicht te hebben. Dit betreft significant vaak ouderen uit Terneuzen en Tholen.
4.6 Eenzaamheid Het aandeel mensen dat aangeeft in mindere of meerdere mate eenzaamheid te ervaren is weergegeven in tabel 4.8. Uit tabel 4.8 blijkt dat bijna één op de vijf Zeeuwen (19%) zich soms eenzaam voelt (2009: 19%). 2% van de Zeeuwse bevolking, één op de vijftig, voelt zich (bijna) altijd eenzaam. Als we kijken naar de Zeeuwse gemeenten valt op dat inwoners van Hulst zich significant vaker wel eens of (bijna) altijd eenzaam voelen dan gemiddeld. Ook NoordBeveland telt significant meer inwoners die zich (bijna) altijd eenzaam voelen. In Reimerswaal of Veere zijn significant minder bewoners die zich wel eens eenzaam voelen. In Kapelle (0,4%) en Tholen wonen significant minder inwoners die zich (bijna) altijd eenzaam voelen.
3. Het gaat om de totale groep die overgewicht heeft. Bij de 12-18 jr, 19-64 jr en 65+ zijn de gegevens afkomstig vanuit de GGD-monitors en deze zijn zelf gerapporteerd. De gegevens van de 5, 10 en 13-jarigen zijn afkomstig vanuit de Jeugdgezondheidszorg en worden feitelijk gemeten. Dit levert een verschil op in percentage, omdat uit ervaring blijkt dat zelfrapportage vaak een onderschatting geeft. Het werkelijke percentage overgewicht bij volwassenen zal dus waarschijnlijk hoger liggen. De bronnen zijn: 5, 10, 13 jr: Preventieve Gezondheidsonderzoeken JGZ 2012, 12-18: Monitor Gezondheid 12-18 2010, 19-64: Volwassenenmonitor 2012, 65+: Ouderenmonitor 2012
37
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 4.2: Overgewicht 19 tot 64- jarigen (2012)
Bron: GGD - Zeeland
38
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 4.8: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
zich eenzaam voelt (2013)
soms Borsele
18%
Goes
21%
Hulst
22%
Kapelle
(bijna) altijd 1% 1%
(+)
Bij de mannen onderscheiden Borsele, Kapelle, NoordBeveland en Veere zich door een significant hogere levensverwachting dan gemiddeld in Zeeland. Bij de vrouwen zien we een significant hogere levensverwachting in de gemeenten Borsele, Kapelle, Sluis en Veere; een significant lagere in Noord-Beveland.
4%
(+)
18%
0%
(-)
Middelburg
21%
3%
Noord-Beveland
20%
3%
Reimerswaal
16%
Schouwen-Duiveland
18%
2%
Borsele
80,7
Sluis
18%
1%
Goes
78,7
82,7
Terneuzen
20%
2%
Hulst
78,0
83,7
Tholen
17%
1%
Kapelle
81,0
Veere
14%
2%
Middelburg
79,8
Vlissingen
20%
2%
Noord-Beveland
80,0
Zeeland
19%
2%
Reimerswaal
78,6
(-)
(--)
Tabel 4.9: Levensverwachting bij geboorte in jaren (2007-2010)
(+)
mannen
vrouwen
3%
(-)
(+)
(++)
86,1
86,0 81,8
(-)
83,3
78,8
83,3
Sluis
79,2
84,4
Terneuzen
78,0
82,3
4.7 Levensverwachting
Tholen
78,8
82,6
Veere
80,2
In tabel 4.9 is een overzicht weergegeven van de gemiddelde levensverwachting per gemeente bij geboorte voor zowel mannen als vrouwen.
Vlissingen
78,1
82,3
Zeeland
78,9
83,1
Nederland
78,3
82,5
Tabel 4.9 maakt duidelijk dat de gemiddelde levensverwachting voor zowel mannen als vrouwen in Zeeland duidelijk boven het nationaal gemiddelde uitkomt. Zowel bij de mannen als de vrouwen ligt deze ruim een half jaar hoger.
(++)
82,7 (+)
Schouwen-Duiveland Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
(++)
(+)
Bron: GGD Zeeland, bewerking SCOOP
(+)
84,2
(+)
Tabel 4.10: Gemiddelde sterfte (aantal per 10.000 inwoners per jaar, 2007-2010)
Totale sterfte (--)
Sterfte hart- en vaatziekten
57
Goes
70
20
Hulst
70
23
(+)
20
17
(-)
18
(--)
16
(--)
Sterfte kanker
Borsele
22 20
Kapelle
56
Middelburg
66
19
Noord-Beveland
69
17
Reimerswaal
69
21
23
Schouwen-Duiveland
67
20
22
Sluis
65
21
19
Terneuzen
73
Tholen
69
Veere
62
Vlissingen Zeeland Nederland
(+)
(-)
21 18
(-)
21 26
(+)
22 25
(+)
20
17
(-)
72
19
24
(+)
68
20
21
72
21
22
(-)
(-)
Bron: RIVM zorgatlas, bewerking SCOOP
39
Sociale Atlas Zeeland 2013
4.8 Sterftecijfers Tabel 4.10 geeft een overzicht van de totale sterftecijfers per 10.000 inwoners per gemeente, resp. de sterftecijfers veroorzaakt door hart- en vaatziekten en door kanker. Uit tabel 4.10 blijkt dat het totale sterftecijfer voor Zeeland lager uitvalt dan gemiddeld in Nederland. Dit is ook het geval voor de gemiddelde totale sterfte aan hart- en vaatziekten of aan kanker, al zijn de verschillen met Nederland hier wat minder groot. Binnen Zeeland onderscheiden Borsele, Kapelle en Veere zich door significant lagere totale sterftecijfers dan gemiddeld. Voor wat de sterfte aan hart- en vaatziekten betreft onderscheiden Borsele, Kapelle, Noord-Beveland en Tholen zich in positieve zin. Tegelijkertijd is dit cijfer in Hulst significant hoger. Kapelle en Veere tellen een significant lager sterftecijfer veroorzaakt door kanker. Noord-Beveland, Tholen en Vlissingen onderscheiden zich op dit punt in negatieve zin.
4.9 Belangrijkste conclusies In dit hoofdstuk is een groot aantal cijfers gepresenteerd op het gebied van de volksgezondheid. Onderstaand de belangrijkste conclusies: -- Ruim één op de vijf Zeeuwen (21%) is niet helemaal tevreden over de eigen gezondheid (2009: 18%). 4% (2009: 3%) ervaart de eigen gezondheid als (zeer) slecht. De ervaren gezondheid in de gemeenten Kapelle en Veere is duidelijk beter dan gemiddeld in Zeeland. In de gemeenten Hulst en Sluis is de situatie omgekeerd. De ervaren gezondheid is hier duidelijk minder goed dan gemiddeld. -- Verreweg de meeste Zeeuwen (84%) hebben in het voorgaande jaar minimaal één keer contact gehad met de huisarts en ongeveer de helft met een medisch specialist. In Sluis liggen deze cijfers significant hoger dan in de rest van Zeeland. Voor Kapelle geldt dat daar significant minder gebruik gemaakt wordt van zowel huisarts als medisch specialist. -- Acht op de tien Zeeuwen geeft aan geheel zelfstandig, zonder moeite het huishouden te kunnen doen (schoonmaken, boodschappen doen, etcetera). Voor het leggen en onderhouden van sociale contacten geldt dit voor negen op de tien Zeeuwen. -- De helft van de Zeeuwse bevolking voldoet aan de norm gezond bewegen. -- Bijna een kwart (23%) van de 15-jarigen in Zeeland rookt. Onder de 19 t/m 64-jarigen ligt dit aandeel iets hoger; onder de 65-plussers duidelijk lager (12%).
40
-- Van de 15-jarigen in Zeeland gebruikt ruim één op de drie overmatig alcohol. Het percentage 19 t/m 64-jarigen in Zeeland dat overmatig alcohol gebruikt ligt aanzienlijk lager dan onder 15-jarigen. Ongeveer 1 op de 12 Zeeuwen in deze leeftijdscategorie behoort tot deze groep. Van de categorie 65 jaar en ouder gebruikt 7% overmatig alcohol. -- Eén op de elf vijfjarigen in Zeeland heeft feitelijk overgewicht. Van de 10-jarigen vertoont bijna één op de negen overgewicht, van de 13-jarigen is dat iets meer. -- Het percentage met overgewicht neemt sterk toe naarmate de leeftijd stijgt. Van alle 19 t/m 64-jarigen kampt bijna de helft met overgewicht. Van de inwoners van 65 jaar en ouder denkt bijna 6 op 10 overgewicht te hebben. -- Bijna één op de vijf Zeeuwen voelt zich wel eens eenzaam. 2% van de Zeeuwse bevolking, één op de vijftig, voelt zich (bijna) altijd eenzaam. -- De gemiddelde levensverwachting in Zeeland ligt voor zowel mannen als vrouwen ruim een half jaar boven het nationale cijfer. -- De totale sterftecijfers voor Zeeland vallen duidelijk lager uit dan gemiddeld in Nederland. Dit is ook het geval voor de gemiddelde totale sterfte aan hart- en vaatziekten of aan kanker, al zijn de verschillen hier wat kleiner.
Sociale Atlas Zeeland 2013
5. Mobiliteit In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het thema mobiliteit. Een belangrijk cijfer hierbij is het gebruik van auto, fiets of openbaar vervoer (ov). In paragraaf 5.1 ziet u een presentatie van deze gegevens. Over het aantal passagiers per bus en per Fast Ferry worden gegevens gepresenteerd in paragraaf 5.2. Niet alleen reële mobiliteit is van belang. Ook de digitale mobiliteit wordt een steeds belangrijker thema. Daarom wordt in paragraaf 5.3 aandacht besteed aan het gebruik van internet. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 5.4, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat.
5.1 Gebruik van auto, fiets en OV
Uit tabel 5.1 blijkt dat bijna 4 op de 10 (39%) Zeeuwen (bijna) dagelijks gebruik maakt van de auto. (2009: 41%). Dit gebruik van de auto ligt in de plattelandsgemeenten Hulst, Noord-Beveland, Reimerswaal en Sluis significant boven het Zeeuws gemiddelde. In de stedelijke gemeenten Goes, Middelburg en Vlissingen ligt het echter significant lager. Het dagelijks gebruik van de fiets is vergelijkbaar met dat van de auto. Bijna 4 op de 10 inwoners van Zeeland geven aan hier (vrijwel) elke dag gebruik van te maken. (2009: 40%). In Goes, Kapelle en Middelburg ligt het gebruik significant boven het gemiddelde, in Noord-Beveland significant onder het gemiddelde.
In tabel 5.1 is een overzicht weergegeven van het aandeel van de bevolking per gemeente dat gebruik maakt van de auto, de fiets en het ov. Tabel 5.1: Percentage van de bevolking (16 jaar en ouder) dat (bijna) dagelijks gebruik maakt van de auto, de fiets en het
openbaar vervoer (2013)
% auto
% fiets
Borsele
45%
Goes
30%
(-)
47%
Hulst
48%
(+)
30%
% OV
29%
1% (+)
1% 0%
(-) (-)
Kapelle
35%
47%
(+)
0%
Middelburg
27%
(-)
50%
(+)
1%
Noord-Beveland
50%
(+)
25%
(-)
1%
Reimerswaal
51%
(+)
33% 31%
0%
(+)
30%
1%
31%
1%
Schouwen-Duiveland
47%
Sluis
48%
Terneuzen
43%
1%
Tholen
46%
31%
1%
Veere
35%
41%
2%
(+)
Vlissingen
29%
39%
2%
(++)
Zeeland
39%
37%
1%
(-)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
41
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 5.1: Gebruik fiets (2013)
Bron: SCOOP, Staat van Zeeland
42
Sociale Atlas Zeeland 2013
Beduidend minder Zeeuwen maken dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. Ongeveer één op de honderd (1%) inwoners van Zeeland maakt (vrijwel) elke dag gebruik van bus of trein. Dit is minder dan in 2010 (2%). Inwoners van Veere en Vlissingen onderscheiden zich door een significant hoger gemiddeld gebruik, inwoners van Hulst en Kapelle door een significant lager gebruik.
Figuur 5.2: Ontwikkeling van het verkeer per verkeers
planologische functie (voertuigkilometers) 110
105
100
In figuur 5.1 is een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van het fietsverkeer per dagsoort tussen 2008 en 2012 (geïndexeerd, 2008=100). Hieruit blijkt er op werkdagen een licht dalende trend in het fietsverkeer waarneembaar is. Ook op zaterdagen lijkt het fietsverkeer iets terug te lopen, al vormde het jaar 2009 een uitzondering in deze ontwikkeling. Op zondagen zien we tussen 2008 en 2010 een sterke daling van het fietsverkeer. Na 2010 neemt het fietsverkeer op zondagen weer toe.
95
90
2008
2009
2010
Nationale stroomweg Gebiedsverbindend Plattelandsfunktie
2011
2012
Regionale stroomweg Gebiedsontsluitend
Bron: Provincie Zeeland
Figuur 5.1: Ontwikkeling van het fietsverkeer naar dagsoort
5.2
110
105
100
95
90
85
2008
2009 Werkdagen
2010
2011
Zaterdagen
2012 Zondagen
Aantal reizigers in bussen
In 2012 maakten in totaal ongeveer 8.115.000 reizigers in Zeeland gebruik van busvervoer en/of van Fast Ferry tussen Vlissingen en Breskens. Dit is ruim 3% meer dan in 2011. Deze stijging manifesteerde zich alleen bij het busvervoer, in alle drie onderscheiden regio’s. Ook tussen 2010 en 2011 was al sprake van een toename van het aantal busreizigers in Noord- en Midden-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen. Het aantal reizigers per Fast Ferry nam tussen 2011 en 2012 met ruim 6% af. Het jaar daarvóór, tussen 2010 en 2011, was nog sprake van een stijging van het aantal passagiers per Fast Ferry.
Bron: Provincie Zeeland
5.3 Gebruik internet Als we de verschillende vervoerswijzen (auto, fiets, ov) samen nemen en nader analyseren lijkt het dat de nationale verkeersstromen, met uitzondering van 2009 en 2010, een stijgende lijn vertonen. De regionale verkeersstromen vertonen een wat schommelend beeld, maar komen in 2012 hoger uit dan in 2008. Het aantal voertuigkilometers met een gebied verbindende-, gebied ontsluitende- of (vooral) plattelandsfunctie vertoont, zeker de laatste jaren, een dalende trend.
Als we kijken naar de specifieke toepassingen voor internet (tabel 5.3) dan wordt duidelijk dat ongeveer vier op de tien (41%, 2009: 25%) Zeeuwse internetters het medium gebruikt om te ‘netwerken’ (sociale media). Vooral inwoners van Tholen doen dit significant vaker dan gemiddeld in Zeeland. Bijna zes op de tien internetgebruikers (58%) in Zeeland gebruikt internet (ook) voor het kopen van producten. Dit is duidelijk meer dan in 2009 (44%). Internetaankopen vindt significant vaker plaats in Kapelle en Noord-Beveland.
Tabel 5.2: Aantal reizigers (x 1.000) in bussen en Fast Ferries (*=onbekend), 2007- 2012
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Noord-Zeeland
2.622
2.402
2.577
2.366
2.394
2.444
Midden-Zeeland
2.654
2.393
2.545
2.581
2.629
2.803
*
*
2.000
2.074
2.155
2.239
657
628
666
653
672
629
*
*
7.788
7.674
7.850
8.115
Zeeuws-Vlaanderen Fast Ferries Totaal
Bron: Provincie Zeeland, Connexxion en Veolia Transport
43
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 5.3: Percentage van de bevolking (16 +) dat thuis gebruik maakt van internet voor specifieke toepassingen (2013)
% netwerken
% producten kopen
% telebankieren
Borsele
39%
59%
82%
Goes
45%
57%
79%
86%
Hulst
39%
54%
(-)
78%
82%
Kapelle
34%
64%
(+)
75%
Middelburg
43%
57%
Noord-Beveland
39%
66%
Reimerswaal
34%
Schouwen-Duiveland
40%
Sluis
35%
Terneuzen
42%
Tholen
45%
Veere
34%
Vlissingen Zeeland
(-)
(-)
(+)
% info zoeken
(-)
80% (++)
59% 58%
87%
79%
(-)
87%
(+) (+)
86%
(++)
89%
82%
(+)
82%
80%
83%
80%
83%
59%
79%
85%
(+)
60%
78%
83%
(-)
56%
78%
82%
44%
58%
76%
41%
58%
79%
(-)
54%
(-)
(-)
(+)
82% 84%
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
Ongeveer acht op de tien van de internetters in Zeeland doet aan telebankieren. Ook dat is veel meer dan in 2009 (66%) Vooral inwoners van Borsele, Noord-Beveland en Reimerswaal maken van telebankieren gebruik.
5.4
Belangrijkste conclusies
-- Bijna 4 op de 10 (39%) Zeeuwen maakt (bijna) dagelijks gebruik van de auto. (2009: 41%). Dit gebruik van de auto ligt in de plattelandsgemeenten Hulst, NoordBeveland, Reimerswaal en Sluis significant boven het Zeeuws gemiddelde. In de stedelijke gemeenten Goes, Middelburg en Vlissingen ligt het echter significant lager. -- Het dagelijks gebruik van de fiets is vergelijkbaar met dat van de auto. Bijna 4 op de 10 inwoners van Zeeland (37%) geven aan hier (vrijwel) elke dag gebruik van te maken. (2009: 40%). In Goes, Kapelle en Middelburg ligt het gebruik significant boven het gemiddelde, in Noord-Beveland significant onder het gemiddelde. -- Beduidend minder Zeeuwen maken dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. Ongeveer één op de honderd (1%) inwoners van Zeeland maakt (vrijwel) elke dag gebruik van bus of trein. Dit is minder dan in 2009 (2%). Inwoners van Veere en Vlissingen onderscheiden zich door een significant hoger gemiddeld gebruik, inwoners van Hulst en Kapelle door een significant lager gebruik.
44
-- Op werkdagen is een licht dalende trend in het fietsverkeer waarneembaar. Ook op zaterdagen lijkt het fietsverkeer iets terug te lopen, al vormde het jaar 2009 een uitzondering in deze ontwikkeling. Op zondagen zien we tussen 2008 en 2010 een sterke daling van het fietsverkeer. Na 2010 neemt het fietsverkeer op zondagen weer toe. -- Als we de verschillende vervoerswijzen (auto, fiets, ov) samen nemen en nader analyseren blijkt dat zich de afgelopen jaren in Zeeland vooral een toename van de nationale en regionale verkeersstromen heeft gemanifesteerd. Dit ging vooral ten koste van het plattelandsverkeer. -- In 2012 maakten ruim 8 miljoen reizigers in Zeeland gebruik van busvervoer en/of van Fast Ferry tussen Vlissingen en Breskens. Dit is ruim 3% meer dan in 2011. Deze stijging deed zich alleen voor bij het busvervoer, in alle drie onderscheiden regio’s. Ook tussen 2010 en 2011 was al sprake van een toename van het aantal busreizigers in Noord- en Midden-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen. Het aantal reizigers per Fast Ferry nam tussen 2011 en 2012 met ruim 6% af. -- Als we kijken naar specifieke toepassingen voor internetgebruikers dan wordt duidelijk dat ongeveer vier op de tien (41%, 2009: 25%) Zeeuwse internetters het medium gebruikt om te ‘netwerken’ (sociale media). 58% van de Zeeuwen gebruikt internet (ook) voor het doen van aankopen (2009: 44%), 79% doet aan telebankieren (2009: 66%).
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 5.2: Gebruik internet (2013)
Bron: SCOOP, Staat van Zeeland
45
Sociale Atlas Zeeland 2013
46
Sociale Atlas Zeeland 2013
6. Wonen De kwaliteit van de woonomgeving is erg belangrijk. Hiervoor zijn uiteenlopende indicatoren te geven: van woningwaarde en bevolkingsdichtheid tot potentiële centrumfunctie. Achtereenvolgens zullen de volgende indicatoren worden besproken: -- woningvoorraad (6.1) -- woningwaarde (6.2) -- sociale huurwoningen (6.3) -- potentiële centrumfunctie (6.4) -- kenmerken van de woningvoorraad (6.5) -- verhuisgeneigdheid (6.6) -- vertrek- en vestigingsoverschot (6.7) Ook dit hoofdstuk zal worden afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste conclusies (6.8).
6.1 Woningvoorraad Een woning is een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden. In tabel 6.1 is te zien hoe groot de woningvoorraad per gemeente was per 31 december 2011. In de tabel is ook weergegeven hoe het aantal woningen zich ten opzichte van eind 2008 heeft ontwikkeld. Uit de cijfers blijkt dat de woningvoorraad in Zeeland in de periode 2008-2011 met bijna 2% is toegenomen. Dit is iets minder dan het landelijk gemiddelde. In absolute aantallen zijn in Middelburg met 706 woningen de meeste woningen bijgebouwd, op enige afstand gevolgd door Goes (+397).
Tabel 6.1: Stand en ontwikkeling woningvoorraad per 31 december, absoluut en index 2008-2011
Woningvoorraad eind 2011
Ontwikkeling 2008-2011 Absoluut
Index (2008=100)
Borsele
9.524
237
102,6
Goes
16.948
397
102,4
Hulst
12.901
187
101,5
Kapelle
5.007
174
103,6
(++)
Middelburg
22.179
706
103,3
(+)
Noord-Beveland
4.074
55
101,4
Reimerswaal
8.598
177
102,1
Schouwen-Duiveland
15.923
297
101,9
Sluis
13.984
81
100,6
Terneuzen
26.066
292
101,1
Tholen
10.239
173
101,7
Veere
10.287
83
100,8
Vlissingen
21.887
263
101,2
177.617
3.122
101,8
7.266.295
161.777
102,3
Zeeland Nederland
(-)
(-)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
47
Sociale Atlas Zeeland 2013
Gerelateerd aan de grootte van de woningvoorraad, zijn er in Kapelle de meeste woningen bijgekomen (zie ook kaart 6.1). Relatief de laagste bouwproductie zien we in de gemeenten Sluis en Veere.
6.2 Woningwaarde Volgens de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) moeten alle Nederlandse gemeenten één keer per vier jaar op dezelfde manier de waarde van woningen taxeren. Op basis van deze WOZ-waarde kan de gemiddelde woningwaarde per gemeente jaarlijks worden vastgesteld en vergeleken. Tabel 6.2 laat zien dat de gemiddelde woningwaarde in Zeeland in 2012 ruim 16% lager ligt dan in Nederland. Alleen in de gemeenten Kapelle, Schouwen-Duiveland en Veere ligt deze hoger dan het landelijk gemiddelde. In Vlissingen is de gemiddelde woningwaarde het laagst (zie ook kaart 6.2). De ontwikkeling vanaf 2010 laat verder nog zien dat de woningwaarde de laatste twee jaar in Zeeland minder sterk is gedaald dan gemiddeld in heel Nederland: een daling in Zeeland van 3,0% ten opzichte van een van 4,1% in Nederland. Binnen Zeeland waren Vlissingen (-7,1%) en Schouwen-Duiveland (-5,6%) relatief de sterkste dalers. Alleen in Sluis was tussen 2010 en 2012 sprake van een stijging van de gemiddelde woningwaarde (+1,7%).
6.3 Sociale huurwoningen Bijna een kwart van de woningen in Zeeland (23,9%) betreft een sociale huurwoning (2010: 24,2%). In vergelijking met het landelijk gemiddelde (30,8%) blijft het aandeel sociale huurwoningen in Zeeland duidelijk achter. Binnen Zeeland telt Vlissingen relatief de meeste sociale huurwoningen (31,8%), gevolgd door Goes (30,7%) en Middelburg (29,5%). Veere telt slechts 11,0% sociale huurwoningen. Sinds 2010 blijkt het aandeel sociale huurwoningen in de meeste Zeeuwse gemeenten licht te zijn afgenomen. Alleen in Borsele, Goes, Hulst, Middelburg en Reimerswaal was een zeer lichte stijging (niet zichtbaar in tabel).
6.4 Potentiële centrumfunctie Om een inschatting te maken van de centrumfunctie van een gemeente, is een maatstaf ontwikkeld dat het klantenpotentieel van een gebied weergeeft. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het klantenpotentieel toeneemt met het inwonertal van een kern en afneemt met de afstand tot die kern. Het regionaal klantenpotentieel geeft het aantal klanten weer dat een kern aantrekt uit alle kernen binnen een straal van 60 kilometer. Wordt dit potentieel weergegeven als percentage van het aantal inwoners, dan geeft dat een indicatie van de centrumfunctie van een gemeente.
Tabel 6.2: Stand en ontwikkeling gemiddelde woningwaarde (2012), absoluut en index
Gemiddelde woningwaarde 2012
Ontwikkeling 2010-2012 Absoluut
Index (2010=100)
Borsele
221.000
-8.000
96,5
Goes
218.000
-8.000
96,5
Hulst
188.000
-3.000
98,4
Kapelle
239.000
-10.000
96,0
Middelburg
173.000
-5.000
97,2
Noord-Beveland
208.000
-8.000
96,3
Reimerswaal
199.000
-4.000
98,0
Schouwen-Duiveland
237.000
-14.000
94,4
(-)
Sluis
180.000
3.000
101,7
(++)
Terneuzen
161.000
-2.000
98,8
Tholen
195.000
-7.000
96,5
Veere
276.000
-3.000
98,9
Vlissingen
158.000
-12.000
92,9
Zeeland
194.000
-6.000
97,0
Nederland
232.000
-10.000
95,9
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
48
(-)
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 6.1: Woningvoorraad (2008-2011)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
49
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 6.2: Woningwaarde (2012)
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
50
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 6.3: Aantal en percentage sociale huurwoningen van de totale woningvoorraad (2012)
Aantal sociale huurwoningen
% van de totale woningvoorraad
Borsele
2.073
21,8%
Goes
5.209
30,7%
Hulst
2.520
19,5%
Kapelle
736
14,7%
6.552
29,5%
635
15,6%
Reimerswaal
2.166
25,2%
Schouwen-Duiveland
4.097
25,7%
Sluis
2.506
17,9%
Terneuzen
5.382
20,6%
Tholen
2.506
24,5%
Veere
1.132
11,0%
Vlissingen
6.969
31,8%
42.483
23,9%
2.236.587
30,8%
Middelburg Noord-Beveland
Zeeland Nederland Bron: CFV / CBS Statline, bewerking SCOOP
Tabel 6.4: Regionaal klantenpotentieel en potentiële centrumfunctie (2012)
Regionaal klantenpotentieel
Potentiële centrum functie
Borsele
5.430
24
Goes
49.010
133
Hulst
21.210
77
Kapelle
5.720
46
Middelburg
68.120
143
480
6
Noord-Beveland Reimerswaal
5.010
23
Schouwen-Duiveland
5.870
17
Sluis
8.740
37
Terneuzen
51.170
93
Tholen
2.720
11
Veere
2.330
11
Vlissingen
68.450
154
Bron: CBS Statline
In de vorige atlassen is op dezelfde wijze de centrumfunctie van de Zeeuwse gemeenten bezien (SCOOP, 2006, 2008). Het blijkt dat er in vijf jaar tijd niet of nauwelijks iets is veranderd. De potentiële centrumfunctie van Vlissingen is het grootst, gevolgd door Middelburg en Goes. NoordBeveland, Tholen en Veere hebben een lage potentiële centrumfunctie.
6.5 Kenmerken van de woningvoorraad In 2011 telde Zeeland 176.488 zelfstandige woningen (tabel 6.5). 88% (2009: 85%) van deze woningen waren eengezinshuizen, 12% meergezinshuizen. Ruim één op de vijf woningen (22%) is vooroorlogs, bijna de helft is jonger dan 40 jaar. 7 op de 10 woningen zijn koopwoningen, bijna 1 op de 3 is een huurwoning. 6% van de Zeeuwse woningvoorraad is een 1 of 2-kamerwoning; ongeveer 81% heeft 4 of meer kamers.
51
Sociale Atlas Zeeland 2013
Uit tabel 6.5 blijkt verder dat Zeeland zich in vergelijking met Nederland onderscheidt door: -- Meer koopwoningen, minder huurwoningen -- Meer eengezinswoningen, minder meergezinswoningen -- Iets meer naoorlogse woningen, iets minder recent gebouwde woningen -- Meer 4 en 5-kamerwoningen, minder 1, 2 en 3 kamerwoningen
Als we de gegevens uit tabel 6.6 nader analyseren per gemeente blijkt dat inwoners van Vlissingen significant vaker plannen hebben op korte termijn (binnen een jaar) te gaan verhuizen. Dit kan zowel naar een woning binnen als buiten de eigen gemeente zijn. Inwoners van Goes hebben significant vaker plannen om binnen 1 tot 2 jaar naar een andere woning te verhuizen.
6.7 Vertrek- en vestigingsoverschot Als we inzoomen op de vijf onderscheiden regio’s valt op dat Zeeuws-Vlaanderen relatief de meeste koophuizen telt. Het grootste aandeel huurwoningen is te vinden op Walcheren; met name in de gemeente Vlissingen. Tholen heeft het hoogste percentage vooroorlogse huizen. Het aandeel eengezinswoningen is op Walcheren (ook hier met name Vlissingen) duidelijk lager dan in andere regio’s. Het aandeel kleine woningen (<2 kamers) is het hoogst in de Bevelanden.
6.6 Verhuisgeneigdheid Ongeveer 1 op de 20 Zeeuwen (5%) is van plan binnen een jaar te gaan verhuizen (tabel 6.6). Ongeveer 9% wil binnen twee jaar naar een andere woning; ongeveer 1 op 5 Zeeuwen binnen vijf jaar. Deze percentages zijn vrijwel dezelfde als bij de vorige peiling (2009).
Hoe de vestiging en het vertrek zich in Zeeland in 2012 heeft ontwikkeld is weergegeven in tabel 6.7. Uit tabel 6.7 blijkt dat het saldo tussen vestiging en vertrek, absoluut gezien, het meest ongunstig uitpakt voor Middelburg. In deze gemeente was in 2012 zowel het vertrek naar andere gemeenten als naar het buitenland groter dan de vesting uit een andere gemeente of vestiging vanuit het buitenland. Ook de gemeenten Borsele, Hulst, NoordBeveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Tholen en Veere hadden per saldo een negatief vestigingsoverschot. De vestigingscijfers pakken het beste uit voor de gemeente Sluis (+155). Ondanks een negatief saldo met betrekking tot vesting/vertrek ten opzichte van andere gemeenten wordt dit ruimschoots gecompenseerd door vestiging vanuit het buitenland. Ook Goes onderscheidt zich door een positief eindsaldo. Ook daar is dit vooral een gevolg van migratie vanuit het buitenland. Dit geldt ook voor Terneuzen. Het positief eindsaldo van de gemeente Kapelle is zowel een gevolg van vestiging vanuit het buitenland als vanuit andere gemeenten.
Tabel 6.6: Percentage van de bevolking (16 jaar en ouder) dat verhuisplannen heeft (2013)
binnen 1 jaar
binnen 1 tot 2 jaar binnen 2 tot 5 jaar
geen verhuisplannen binnen 5 jaar
Borsele
5%
4%
Goes
5%
6%
Hulst
4%
4%
Kapelle
4%
3%
Middelburg
5%
5%
Noord-Beveland
5%
4%
13%
Reimerswaal
5%
2%
11%
82%
Schouwen-Duiveland
5%
5%
10%
79%
Sluis
5%
5%
4%
Terneuzen
4%
5%
10%
82%
Tholen
5%
4%
9%
82%
Veere
3%
(-)
3%
8%
86%
(+)
Vlissingen
8%
(++)
5%
12%
75%
(-)
Zeeland
5%
4%
10%
81%
(-)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
52
(+) (-)
(-)
(-)
11%
80%
11%
79%
9%
83%
11%
82%
11%
78% (+)
(--)
78%
85%
(-)
(+)
64,9
74,9
70
15.817
10.221
39.661
54.001
52.735
176.488
7.217.803
Schouwen-Duiveland
Tholen
De Bevelanden
Walcheren
Zeeuws-Vlaanderen
Zeeland
Nederland
Bron: ABF-research
69
21.772
Vlissingen
72,2
59,7
72,2
69,2
59,3
81,8
10.221
10.294
73,1
Tholen
25.964
Terneuzen
75,6
69,2
69,9
81,1
Veere
15.817
8.542
Reimerswaal
13.931
4.053
Schouwen-Duiveland
62,6
21.935
Middelburg
Noord-Beveland
Sluis
79,3
4.949
Kapelle
62,7
77,6
16.725
12.840
Goes
73,7
% koop
Hulst
9.445
Borsele
totaal woningen
40,3
30
25,1
35,1
31
27,8
30,8
40,7
18,2
27,8
26,9
24,4
30,8
30,1
18,9
37,4
20,7
22,4
37,3
26,3
% huur
20,4
22,1
21,9
21,2
20,7
26,7
24,6
19,4
21,2
26,7
21,4
22
24,6
23,2
30,5
22,9
21,9
22,6
17,7
23
26,3
29,3
32,5
29,2
28,1
23,9
27,2
33,5
29,7
23,9
31,9
37,1
27,2
30,4
21,3
24,7
21,6
28,9
29,9
26,3
% % bjr. vooroorlogs 1945-1970
Tabel 6.5: Kenmerken van de woningvoorraad per gemeente en regio (1-1-2011)
53,3
48,6
45,6
49,6
51,2
49,4
48,2
47,1
49,1
49,4
46,7
40,9
48,2
46,4
48,1
52,5
56,5
48,5
52,4
50,7
vanaf 1971
70,8
87,7
92
77
90,6
95,2
95,3
66,7
95,2
95,2
87,4
93,8
95,3
95,7
97,4
78,7
94,9
99,3
83,1
97,1
% eensgezins
29,2
12,3
8
23
9,4
4,8
4,7
33,3
4,8
4,8
12,6
6,2
4,7
4,3
2,6
21,3
5,1
0,7
16,9
2,9
% meergezins
8,8
5,6
4,5
6,4
6,3
5,3
4,6
7,5
4,4
5,3
4,8
5
4,6
5
5,9
6,2
5,2
3,5
7,7
5,6
% -2 kamers
19,3
13,5
12
17,1
11,6
10,6
12,7
20,8
12,1
10,6
11,8
14,1
12,7
9,8
12,6
15,7
7,9
10,1
13,8
11,4
%3 kamers
32,2
34,6
36
32,8
34,4
34,6
36,2
33,2
26,7
34,6
38,4
29,9
36,2
33,5
34,1
35,2
38,2
37,8
34,8
32,7
%4 kamers
39,7
46,4
47,4
43,8
47,6
49,5
46,5
38,5
56,8
49,5
44,9
50,9
46,5
51,7
47,4
43
48,7
48,6
43,8
50,3
% 5+ kamers
Sociale Atlas Zeeland 2013
53
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 6.7: Vestiging en vertrek per gemeente 2012*
Vestiging Gemeente Borsele
uit andere gemeente
Vertrek
Vestigingsoverschot**
uit naar andere naar buitenland gemeente buitenland
uit/naar andere gemeente
uit/naar totaal buitenland
727
85
803
76
-76
9
-67
Goes
1.465
476
1.633
160
-168
316
148
Hulst
568
388
767
241
-199
147
-52
Kapelle Middelburg Noord-Beveland
478
34
445
24
33
10
43
1.866
253
1.947
468
-81
-215
-296
414
58
456
23
-42
35
-7
Reimerswaal
560
237
701
114
-141
123
-18
Schouwen-Duiveland
761
129
796
122
-35
7
-28
Sluis
497
401
540
203
-43
198
155
1.137
699
1.205
514
-68
185
117
Terneuzen Tholen
564
69
660
75
-96
-6
-102
Veere
766
111
844
83
-78
28
-50
1.662
689
1.662
687
0
2
2
Vlissingen Bron: CBS, Statline * Voorlopige cijfers
** Incl. administratieve correcties
6.8 Belangrijkste conclusie In dit hoofdstuk over wonen zijn diverse onderwerpen voorbij gekomen. Hier volgen de belangrijkste uitkomsten. -- Uit de cijfers blijkt dat de woningvoorraad in Zeeland in de periode 2008-2011 met bijna 2% is toegenomen. Dit is iets minder dan het landelijk gemiddelde. In absolute aantallen zijn in Middelburg de meeste woningen bijgebouwd. Gerelateerd aan de omvang van de bestaande woningvoorraad, zijn in Kapelle de meeste woningen gebouwd. -- De gemiddelde woningwaarde in Zeeland lag in 2012 ruim 16% lager dan in Nederland. De ontwikkeling ten opzichte van 2010 laat zien dat de woningwaarde de laatste twee jaar in Zeeland minder is gedaald dan gemiddeld in heel Nederland: een daling in Zeeland van 3,0% ten opzichte van een afname van 4,1% in Nederland. Binnen Zeeland waren Vlissingen (-7,1%) en Schouwen-Duiveland (-5,6%) relatief de sterkste dalers. Alleen in Sluis steeg de gemiddelde woningwaarde (+1,7%) tussen 2010 en 2012. -- Bijna een kwart van de woningen in Zeeland (23,9%) is een sociale huurwoning. In vergelijking met het landelijk gemiddelde (30,8%) is het aandeel sociale huurwoningen in Zeeland duidelijk lager. Sinds 2010 blijkt in het percentage sociale huurwoningen in de meeste Zeeuwse gemeenten licht te zijn afgenomen. -- Binnen Zeeland is de potentiële centrumfunctie van Vlissingen het grootst, gevolgd door Middelburg en Goes. Noord-Beveland, Tholen en Veere hebben een relatief laag klantenpotentieel. 54
-- In 2011 telde Zeeland 176.488 zelfstandige woningen. 88% van deze woningen waren eengezinshuizen, 12% meergezinshuizen. Ruim één op de vijf woningen (22%) is vooroorlogs, bijna de helft is jonger dan 40 jaar. 7 op de 10 woningen zijn koopwoningen, bijna 1 op de 3 is een huurwoning. 6% van de Zeeuwse woningvoorraad bestaat uit 1 of 2-kamer-woningen; 81% heeft 4 of meer kamers. -- Zeeland onderscheidt zich in vergelijking met Nederland door: meer koopwoningen, minder huurwoningen; meer eengezinswoningen, minder meergezinswoningen; iets meer naoorlogse woningen, iets minder recent gebouwde woningen en meer 4 en 5-kamerwoningen, minder 1, 2 en 3-kamerwoningen -- Ongeveer 1 op de 20 Zeeuwen is van plan binnen een jaar te gaan verhuizen. Ongeveer 9% wil binnen twee jaar naar een andere woning; ongeveer 1 op 5 Zeeuwen binnen vijf jaar. De verhuisgeneigdheid is na de woningmarktcrisis in 2009 niet afgenomen. -- Het saldo tussen vestiging en vertrek pakt, absoluut gezien, het meest ongunstig uit voor Middelburg. In deze gemeente was in 2012 zowel het vertrek naar andere gemeenten als naar het buitenland groter dan de vesting uit een andere gemeente of vestiging vanuit het buitenland. Ook de gemeenten Borsele, Hulst, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Tholen en Veere hadden per saldo een negatief vestigingsoverschot. De vestigingscijfers pakken het beste uit voor de gemeente Sluis (+155). Ondanks een negatief saldo met betrekking tot vesting/vertrek ten opzichte van andere gemeenten wordt dit ruimschoots gecompenseerd door vestiging vanuit het buitenland.
Sociale Atlas Zeeland 2013
7. Leren In dit hoofdstuk wordt de stand van zaken weergegeven op het terrein van leren en onderwijs. De situatie in de Zeeuwse kinderopvang en peuterspeelzalen wordt geschetst in paragraaf 7.1. In paragraaf 7.2 en 7.3 worden cijfers gepresenteerd over het basisonderwijs in Zeeland; in de paragrafen 7.4 en 7.5 staan gegevens over het voortgezet onderwijs. De paragrafen 7.6 en 7.7 bevatten cijfers over respectievelijk middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs; daarna volgen enige cijfers over voortijdig schoolverlaten (paragraaf 7.8). Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 7.9, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat.
7.1 Kinderopvang In tabel 7.1 is een overzicht weergegeven van het aantal kinderen dat in 2012 gebruik maakte van de formele kinderopvang. Tevens is de ontwikkeling vermeld van de aantallen tussen 2010 en 2012.
Tabel 7.1: Kinderen in de formele kinderopvang, stand 2010 en ontwikkeling 2010-2012
Dagopvang in kindcentrum
Borsele
Dagopvang bij gastouder
Buitenschoolse opvang in kindcentrum
Buitenschoolse opvang bij gastouder
2012
ontwikkeling 2010-2012 (index: 2010=100)
2012
ontwikkeling 2010-2012 (index: 2010=100)
2012
ontwikkeling 2010-2012 (index: 2010=100)
2012
ontwikkeling 2010-2012 (index: 2010=100)
525
100
80
89
400
92
70
108
Goes
845
101
110
73
695
105
90
100
Hulst
445
93
95
51
660
99
130
93
Kapelle
345
95
60
71
250
109
45
100
1.030
106
225
75
990
108
195
105
Noord-Beveland
Middelburg
145
88
35
78
115
96
25
83
Reimerswaal
435
95
75
94
220
98
55
138
SchouwenDuiveland
600
141
105
78
405
92
100
111
Sluis Terneuzen Tholen
400
104
90
72
480
104
80
114
1.095
109
225
79
1.275
95
195
95
400
105
85
89
330
114
55
100
Veere
245
94
95
95
245
117
95
90
Vlissingen
990
124
205
87
660
120
200
118
Zeeland
7.500
106
1.485
78
6.725
103
1.335
103
395.190
99
81.995
83
368.675
111
68.635
102
Nederland
Bron: CBS Centrum voor Beleidsstatistiek, bewerking SCOOP
55
Sociale Atlas Zeeland 2013
Het totaal aantal kinderen dat in Zeeland gebruik maakte van dagopvang in een kindcentrum en van buitenschoolse opvang nam tussen 2010 en 2012 licht toe. In de dagopvang in een kindcentrum was de groei 6%, in de buitenschoolse opvang in een kindcentrum 3%, bij een gastouder eveneens 3%. Tegelijkertijd daalde het aantal Zeeuwse kinderen dat in dagopvang bij een gastouder werd ondergebracht sterk, met 22%. In vergelijking met Nederland is het opvallend dat er in Zeeland in de dagopvang in een kindcentrum (nog) wel sprake was van groei, terwijl er landelijk sprake was van een lichte daling (-1%).4 De procentuele daling van het aantal kinderen dat in Zeeland gebruik maakte van dagopvang bij een gastouder (-22%) was daarentegen groter dan landelijk (-17%); de toename van de buitenschoolse opvang in een kindcentrum lag in Zeeland (3%) echter lager dan gemiddeld in Nederland (11%). Als we de afzonderlijke ontwikkelingen bekijken blijkt dat de groei in de dagopvang bij kindcentra zich vooral manifesteert in Schouwen-Duiveland (+41%) en Vlissingen (+24%). In een aantal gemeenten was er een afname van het aantal bezoekertjes. Deze was relatief het grootst in Noord-Beveland (-12%). De afname van het aantal kinderen dat naar de dagopvang ging bij een gastouder zien we in alle Zeeuwse gemeenten. De daling was het grootst in Hulst (-49%). De groei van het aantal kinderen dat voor buitenschoolse opvang gebruik maakt van een kindcentrum wordt vooral
veroorzaakt door groei in (met name) Vlissingen (+20%), Veere (+17%) en Tholen (+14%). In 6 van de 13 Zeeuwse gemeenten was er een daling van het aantal bezoekertjes. Ook de (lichte) groei van het aantal kinderen dat gebruik maakt van buitenschoolse opvang bij een gastouder is vooral het gevolg van sterke groei van enkele gemeenten, zoals Reimerswaal (+38%), Vlissingen (+18%), Sluis (+14%) en Schouwen-Duiveland (+11%). In vier gemeenten (Hulst, Noord-Beveland, Terneuzen, Veere) was sprake van een afname van het aantal kinderen.
7.2 Leerlingen basisonderwijs naar denominatie Vrijheid van onderwijs is in Nederland een groot goed. Het bijzonder onderwijs wordt dan ook de wettelijke mogelijkheid gegeven het onderwijs op eigen wijze in te richten wat haar levensbeschouwelijke en pedagogische visie betreft. Tegelijkertijd wordt ze naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs bekostigd. Op 1 oktober 2012 bezochten 32.420 kinderen een basisschoolschool in Zeeland. Dit aantal ligt bijna 5% lager dan 2 jaar geleden, toen 33.971 kinderen naar Zeeuwse basisscholen gingen. Het dalend aantal basisschoolleerlingen is een direct gevolg van een afname van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd (hoofdstuk 2). In tabel 7.2 is een overzicht weergegeven van het aantal leerlingen in het basisonderwijs in Zeeland per 1 oktober 2012, uitgesplitst naar denominatie van de scholen.
Tabel 7.2: Leerlingen basisonderwijs naar denominatie, % van totaal aantal leerlingen per gemeente (1-10-2012)
Gemeente
openbaar
protestantsroomsreformatorisch overig totaal aantal christelijk katholiek bijzonder*) leerlingen
Borsele
19%
16%
33%
26%
7%
2.158
Goes
29%
27%
17%
21%
5%
3.141
Hulst
9%
3%
88%
0%
0%
2.007
Kapelle
34%
45%
0%
21%
0%
1.313
Middelburg
28%
37%
6%
15%
14%
4.303
Noord-Beveland
67%
33%
0%
0%
0%
533
Reimerswaal
18%
22%
10%
50%
0%
2.430
Schouwen-Duiveland
50%
25%
8%
16%
0%
2.787
Sluis
50%
3%
36%
0%
11%
1.639
Terneuzen
29%
35%
28%
9%
0%
4.154
Tholen
37%
15%
3%
41%
4%
2.649
Veere
24%
49%
0%
27%
0%
1.858
Vlissingen
40%
0%
4%
3%
53%
3.448
Zeeland
31%
24%
17%
18%
9%
32.420
* Incl. leerlingen van pc/rk-scholen
Bron: DUO 4. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat een daling van het gebruik van de dagopvang zich in Zeeland (nog) niet manifesteert in een vermindering van het aantal kinderen, wel in het aantal dagdelen. Daarover ontbreken gegevens.
56
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 7.1: Dagopvang in kindcentrum (2010 - 2012)
Bron: CBS, bewerking SCOOP
57
Sociale Atlas Zeeland 2013
Bijna eenderde van de basisschoolleerlingen in Zeeland bezoekt een openbare school. Bijna een kwart van de leerlingen gaat naar een protestants-christelijke school, 17% staat ingeschreven bij een rooms-katholieke school. 18% van de leerlingen bezoekt een reformatorische school. Iets minder dan één op de tien basisschoolleerlingen gaat naar het overig bijzonder onderwijs. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat het aantal kinderen dat openbaar basisonderwijs volgt relatief is oververtegenwoordigd in de gemeenten Noord-Beveland, SchouwenDuiveland en Sluis. Voor het bezoek aan protestants-christelijke basisscholen geldt dat vooral voor de gemeenten Kapelle en Veere; voor bezoek aan rooms-katholieke scholen voor de gemeente Hulst. Kinderen uit Reimerswaal en Tholen volgen relatief vaak onderwijs aan een reformatorische basisschool. Het overig bijzonder basisonderwijs wordt vooral door kinderen uit Vlissingen bezocht.
7.3 Gemiddeld gewicht per basisschool leerling In het onderwijs wordt getracht elke leerling dezelfde kansen te geven. De uitgangssituatie is echter niet voor elke leerling gelijk. Daarom is de zogenoemde gewichtenregeling in het leven geroepen. Met behulp van deze gewichtenregeling krijgen basisscholen extra gelden om onderwijsachterstanden te bestrijden.
Lange tijd kende het basisonderwijs in Nederland vijf gewichten, voor 5 categorieën kinderen. Vanaf 1 oktober 2006 is een nieuwe gewichtenregeling ingevoerd. In deze nieuwe regeling wordt gewerkt met 3 gewichten: -- 1,20: voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of VMBO basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft gedaan. -- 0,30: voor leerlingen van wie beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of VMBO basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan. -- 0,00: voor alle overige leerlingen In tabel 7.3 is een overzicht weergegeven van het aantal basisschoolleerlingen per gemeente, uitgesplitst naar gewichtscategorie. Tevens is het gemiddelde gewicht per gemeente vermeld. 88% van de leerlingen in het Zeeuwse basisonderwijs behoort tot de ‘0-categorie’. Dit betekent dat hier geen extra onderwijsmiddelen voor beschikbaar worden gesteld. Voor 12% van de leerlingen in Zeeland is dat wel het geval (2010: 13%). Als we bij tabel 7.3 inzoomen op de Zeeuwse gemeenten, blijkt dat de gemeente Reimerswaal het hoogste aandeel ‘gewichtenleerlingen’ telt (20%). Ook Terneuzen (17%), Vlissingen (14%) en Tholen (14%) tellen relatief veel ‘gewichtenleerlingen’.
Tabel 7.3: Percentage basisschoolleerlingen per gewichtscategorie en gemiddeld gewicht (1-10-2012)
Gemeente
0
0,3
1,2
Totaal (N)
gemiddeld gewicht
Borsele
91%
8%
2%
2.158
0,04
Goes
91%
6%
4%
3.141
0,06
Hulst
93%
6%
2%
2.007
0,04
Kapelle
94%
4%
2%
1.313
0,03
Middelburg
89%
8%
4%
4.303
0,07
Noord-Beveland
88%
9%
3%
533
0,06
Reimerswaal
80%
17%
3%
2.430
0,08
Schouwen-Duiveland
88%
10%
2%
2.787
0,05
Sluis
91%
8%
1%
1.639
0,04
Terneuzen
83%
12%
5%
4.154
0,09
Tholen
86%
12%
2%
2.649
0,06
Veere
93%
6%
1%
1.858
0,03
Vlissingen
86%
9%
5%
3.448
0,09
Zeeland
88%
9%
3%
32.420
0,06
Bron: DUO
58
Sociale Atlas Zeeland 2013
Het gemiddeld gewicht ligt het hoogst in Terneuzen en Vlissingen. Dit betekent dat deze gemeenten relatief de meeste extra middelen ontvangen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden. Dit heeft te maken met het verhoudingsgewijs hoge aandeel leerlingen in de 1,2-categorie in deze gemeenten. Ook de gemeente Reimerswaal scoort relatief hoog op de gemiddelde ‘gewichts-index’. Het gemiddelde gewicht voor de provincie Zeeland bedraagt 0,06. Dit is dezelfde waarde als in 2010.
Zeeland heeft 18 locaties voor voortgezet onderwijs. Als we de ontwikkeling bekijken per locatie is vooral de stijging van het aantal leerlingen bij Nehalennia en de Isaac Beeckman Academie opvallend. Bij Nehalennia nam het aantal leerlingen met 21% toe; bij het Isaac Beeckmancollege verdrievoudigde het aantal leerlingen bijna.6 De (absoluut) grootste afname van het aantal leerlingen was er bij de Christelijke Scholengemeenschap Walcheren. Procentueel was de daling het grootst bij het Westerpoortcollege in Tholen (-19%), gevolgd door het Goese Edudeltacollege (-11%).
7.4 Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Per 1 oktober 2012 telde Zeeland 20.372 leerlingen in het voortgezet onderwijs.5 Dit is een fractie meer dan in 2010, toen 20.284 leerlingen werden geteld. Het aantal scholen voor voortgezet onderwijs is 13. In tabel 7.4 is een overzicht weergegeven van het aantal locaties (vestigingen) voor voortgezet onderwijs, het aantal leerlingen per 1 oktober 2012 en de ontwikkeling daarvan ten opzichte van 1 oktober 2010.
7.5 Leerlingen in leerjaar 3 VO naar onderwijssoort Hoe de leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn verdeeld over de verschillende vormen van onderwijs is weergegeven in tabel 7.5. Het gaat hier om leerlingen uit de derde klas.
Tabel 7.4: Locaties voor voortgezet onderwijs, aantal leerlingen op 1 oktober 2012 en ontwikkeling ten opzichte van
1 oktober 2010 *)
Goes
school
2012
2010
ontwikkeling
Calvijn College
1.400
1.343
57
Edudelta College
328
370
-42
Ostrea Lyceum
2.270
2.351
-81
Pontes Scholengroep
2.221
2.272
-51
Hulst
Reynaert College
1.564
1.555
9
Kapelle
Isaac Beeckman Academie
235
80
155
Middelburg
Calvijn College
443
428
15
Christelijke Scholengem. Walcheren
2.244
2.473
-229
Nehalennia
1.963
1.626
337
844
866
-22
Reimerswaal
Calvijn College
Schouwen-Duiveland
Pontes Scholengroep
1.106
1.022
84
Sluis
Zwin College
1.080
1.101
-21
Terneuzen
De Rede
1.166
1.247
-81
Zeldenrust Steelantcollege
1.407
1.328
79
Calvijn College
306
284
22
Westerpoort College
276
341
-65
Christelijke Scholengem. Walcheren
339
339
0
1.180
1.258
-78
20.372
20.284
88
Tholen Vlissingen
Scheldemond College Zeeland Bron: DUO, bewerking SCOOP
* Exclusief leerlingen die praktijkonderwijs volgen. Incl. leerlingen die uitbesteed zijn aan het VAVO. VAVO=voortgezet
algemeen volwassenenonderwijs
5. Exclusief leerlingen die praktijkonderwijs volgen en exclusief leerlingen van het Luzac-college en het Luzac-lyceum in Goes. 6. De Isaac Beeckman Academie is nog een relatief nieuwe school, die in 2010 van start ging met 1 leerjaar.
59
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 7.2: Gemiddeld gewicht per basisschoolleerling (1-10-2012)
Bron: DUO
60
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 7.5: Leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs naar onderwijssoort, % van het totaal aantal leerlingen per
woongemeente, 1 oktober 2012*
Borsele
pro
vmbo-bl
vmbo-kl
vmbo-gl
vmbo-tl
havo
vwo
2%
7%
19%
11%
17%
29%
16%
Goes
3%
10%
15%
5%
18%
30%
20%
Hulst
3%
12%
17%
1%
30%
21%
15%
Kapelle
3%
3%
17%
11%
11%
27%
29%
Middelburg
1%
12%
14%
18%
7%
26%
21%
Noord-Beveland
1%
18%
18%
5%
13%
30%
14%
Reimerswaal
2%
11%
21%
19%
12%
22%
12%
Schouwen-Duiveland
2%
9%
17%
6%
30%
20%
16%
Sluis
0%
12%
10%
1%
27%
26%
24%
Terneuzen
2%
15%
24%
15%
9%
19%
15%
Tholen
1%
14%
15%
21%
17%
18%
14%
Veere
1%
10%
14%
26%
3%
24%
21%
Vlissingen
3%
18%
11%
17%
13%
24%
13%
Zeeland 2% 12% 16% 13% 15% 24% 17% * Het beperkte aantal leerlingen dat nog in een brugjaar zit of vmbo-mbo2 is buiten beschouwing gelaten. **Bij het praktijkonderwijs gaat het om leerlingen die voor het derde jaar de school bezoeken (het gaat dus om het derde verblijfsjaar in
plaats van het derde leerjaar).
Bron: DUO
Hoort bij tabel 7.5 pro=praktijkonderwijs bl=basisberoepsgerichte leerweg kl=kaderberoepsgerichte leerweg gl=gemengde leerweg tl=theoretische leerweg
7.6 Middelbaar beroepsonderwijs In tabel 7.6 is weergegeven hoe het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs dat woont in Zeeland zich tussen 2008 en 2012 heeft ontwikkeld.7 In deze tabel zijn ook de indexcijfers weergegeven (2008=100).
Uit tabel 7.5 blijkt dat bijna 6 van de 10 leerlingen een VMBO-opleiding volgen. Ongeveer een kwart van de Zeeuwse leerlingen bezoekt de HAVO, 17% het VWO. In vergelijking met de cijfers uit 2010 nam het ‘marktaandeel’ van de HAVO iets toe (van 21% naar 24%) ten koste van dat van het VMBO en/of VWO. Verder was sprake van lichte afname van het aandeel leerlingen dat praktijkonderwijs volgt (van 3% naar 2%), VMBO-bl (van 14% naar 12%) en VMBO-kl (van 17% naar 16%). Tegelijkertijd steeg het percentage leerlingen dat de VMBO-gl bezocht (van 11% naar 13%) en bleef het aandeel VMBO-tl gelijk (15%). Het aandeel leerlingen op het VWO nam af van 20% naar 17%. Als we de gegevens analyseren per onderwijssoort en gemeente valt op dat het praktijkonderwijs relatief vaak wordt bezocht door leerlingen uit Goes, Hulst, Kapelle en Vlissingen. De basisberoepsgerichte leerweg VMBO wordt verhoudingsgewijs vaak bezocht door scholieren uit NoordBeveland en Vlissingen. De kaderberoepsgerichte leerweg VMBO is relatief populair in Terneuzen, de gemengde leerweg VMBO in Veere. Leerlingen uit Hulst en SchouwenDuiveland bezoeken relatief vaak de theoretische leerweg VMBO; de HAVO is relatief populair in Goes en NoordBeveland. Het VWO is relatief populair bij leerlingen die in Kapelle wonen.
Uit tabel 7.6 blijkt dat het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs tussen 2008 en 2012 per saldo met ongeveer 5% is afgenomen. Deze afname vond vooral tussen 2011 en 2012 plaats. Als we kijken naar de ontwikkeling van de studentenaantallen per gemeente blijkt dat per saldo in de meeste gemeenten een afname plaats vond. Alleen in de gemeenten Noord-Beveland, Tholen en Veere was het aantal MBOleerlingen in 2012 groter dan vier jaar eerder. In SchouwenDuiveland en Sluis was per saldo (min of meer) sprake van stabilisatie. Van alle gemeenten onderscheidt Hulst zich door de grootste afname van het aandeel MBO-studenten (vanaf 2008: -14%), gevolgd door Terneuzen (-13%). In tabel 7.7 is weergegeven hoe de verdeling van het aantal MBO-studenten per niveau zich heeft ontwikkeld.
7. Dit betreft zowel studenten die een opleiding binnen als buiten Zeeland volgen.
61
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 7.6: Aantal studenten middelbaar beroepsonderwijs naar woongemeente, 2008-2012
absoluut Borsele Goes
index
2008
2009
2010
2011
2012*
2008
2009
2010
2011
2012*
815
858
836
845
756
100
105
103
104
93
1.183
1.179
1.195
1.144
1.114
100
100
101
97
94
Hulst
852
813
773
760
734
100
95
91
89
86
Kapelle
396
409
405
368
393
100
103
102
93
99
1.560
1.660
1.630
1.545
1.454
100
106
104
99
93
210
221
222
214
212
100
105
106
102
101
Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal
843
805
840
799
783
100
95
100
95
93
Schouwen-Duiveland
998
1.031
1.063
1.050
994
100
103
107
105
100
Sluis
617
610
622
617
616
100
99
101
100
100
2.027
1.956
1.926
1.941
1.770
100
96
95
96
87
Tholen
Terneuzen
973
990
1.022
1.047
1.032
100
102
105
108
106
Veere
694
735
712
713
709
100
106
103
103
102
Vlissingen
1.617
1.930
1.881
1.755
1.563
100
119
116
109
97
Zeeland
12.785
13.197
13.127
12.798
12.130
100
103
103
100
95
* Voorlopige cijfers Bron: DUO, bewerking SCOOP Tabel 7.7: Aantal studenten middelbaar beroepsonderwijs naar niveau, 2008-2012
Niveau
absoluut
%
2008
2009
2010
2011
2012*
2008
2009
2010
2011
2012*
1
430
480
411
474
396
3%
4%
3%
4%
3%
2
3.203
3.248
3.169
2.899
2.621
25%
25%
24%
23%
22%
3
3.762
4.044
4.044
3.881
3.484
29%
31%
31%
30%
29%
4
5.390
5.425
5.503
5.544
5.629
42%
41%
42%
43%
46%
12.785
13.197
13.127
12.798
12.130
100%
100%
100%
100%
100%
Zeeland * Voorlopige cijfers
Bron: DUO, bewerking SCOOP
Hoort bij tabel 7.7 Niveau 1: assistentopleiding Niveau 2: basisberoepsopleiding Niveau 3: vakopleiding Niveau 4: middenkaderopleiding/specialistenopleiding
Uit tabel 7.7 blijkt dat de verdeling naar niveau tamelijk stabiel is. Het aandeel van studenten van niveau 4 is de laatste jaren iets toegenomen.
Uit tabel 7.8 blijkt dat het aantal Zeeuwse HBO-studenten tussen 2009/’10 en 2012/’13 per saldo met een zeer gering aantal is gestegen. Per jaar waren er voor geheel Zeeland slechts kleine verschuivingen. Als we kijken naar de woongemeente van de studenten blijkt dat per saldo in Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Tholen en (met name) Vlissingen sprake was van (soms enige) groei. Het aantal HBO-studenten uit de 6 andere Zeeuwse gemeenten nam per saldo iets af (Borsele, Goes, Hulst, Middelburg, Terneuzen en Veere). De afname was relatief het grootst onder studenten afkomstig uit Middelburg (-15%).
7.7 Hoger onderwijs De ontwikkeling van het aantal in Zeeland wonende studenten in het hoger beroepsonderwijs (HBO) is opgenomen in tabel 7.8. Ook in deze tabel zijn indexcijfers weergegeven (2009/’10=100).
62
Hoe de ontwikkeling was van het aantal Zeeuwse studenten in het universitair onderwijs is weergegeven in tabel 7.9.
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 7.8: Aantal studenten hoger beroepsonderwijs naar woongemeente, 2009/’10-2012/’13
absoluut
index
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13*
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13*
Borsele
358
343
352
339
100
96
98
95
Goes
680
702
725
670
100
103
107
99
Hulst
223
205
199
207
100
92
89
93
Kapelle
204
181
182
217
100
89
89
106
Middelburg
893
833
831
762
100
93
93
85
Noord-Beveland
74
91
89
82
100
123
120
111
Reimerswaal
268
299
289
276
100
112
108
103
Schouwen-Duiveland
385
395
377
407
100
103
98
106
Sluis
181
210
201
199
100
116
111
110
Terneuzen
592
578
590
565
100
98
100
95
Tholen
331
345
334
342
100
104
101
103
Veere
330
322
327
317
100
98
99
96
Vlissingen
1.212
1.215
1.265
1.362
100
100
104
112
Zeeland
5.731
5.719
5.761
5.745
100
100
101
100
* Voorlopige cijfers Bron: CBS, bewerking SCOOP Tabel 7.9: Aantal studenten universitair onderwijs naar woongemeente, 2009/’10 - 2012/’13
absoluut
index
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13*
2009/’10
2010/’11
2011/’12
2012/’13*
Borsele
40
23
19
25
100
58
48
63
Goes
83
65
69
73
100
78
83
88
Hulst
18
27
28
26
100
150
156
144
Kapelle
27
27
19
18
100
100
70
67
Middelburg
636
645
624
612
100
101
98
96
Noord-Beveland
6
8
9
6
100
133
150
100
Reimerswaal
38
28
24
17
100
74
63
45
Schouwen-Duiveland
74
66
60
62
100
89
81
84
Sluis
25
19
23
17
100
76
92
68
Terneuzen
48
40
29
25
100
83
60
52
Tholen
52
50
47
48
100
96
90
92
Veere
41
29
36
39
100
71
88
95
Vlissingen
87
67
57
43
100
77
66
49
Zeeland
1.175
1.094
1.044
1.011
100
93
89
86
* Voorlopige cijfers Bron: CBS, bewerking SCOOP
De cijfers in tabel 7.9 maken duidelijk dat het aantal Zeeuwse universitaire studenten tussen 2009/’10 en 2012/’13 per saldo met ongeveer 14% afnam. Sinds 2009/’10 is sprake van een continue daling.
Als we de gegevens bekijken per woongemeente blijkt dat per saldo in vrijwel alle gemeenten sprake was van een (soms grote) daling van het aantal universitaire studenten. Alleen het aantal universitaire studenten woonachtig in Hulst (+44%) en Noord-Beveland (0%) was in 2012/’13 niet lager dan in 2009/’10. Opgemerkt dient te worden dat het in deze gemeenten om kleine aantallen gaat.
63
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 7.10: Aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs 2009/’10 - 2011/’12
2009/2010
2011/2012
leerlingen/ deelnemers 1-okt
vsv totaal
vsv als % van de leerlingen/ deelnemers
leerlingen/ deelnemers 1-okt
vsv totaal
vsv als % van de leerlingen/ deelnemers
Borsele
2.118
59
2,8%
2.109
43
2,0%
Goes
2.948
93
3,2%
3.050
86
2,8%
Hulst
2.028
59
2,9%
2.081
51
2,5%
Kapelle
1.142
29
2,5%
1.165
23
2,0%
Middelburg
3.847
132
3,4%
3.867
114
2,9%
Noord-Beveland
508
26
5,1%
518
16
3,1%
Reimerswaal
1.999
65
3,3%
1.970
54
2,7%
Schouwen-Duiveland
2.715
85
3,1%
2.739
82
3,0%
Sluis
1.617
54
3,3%
1.579
62
3,9%
Terneuzen
4.184
161
3,8%
4.118
169
4,1%
Tholen
2.401
78
3,2%
2.493
59
2,4%
Veere
1.977
41
2,1%
2.029
38
1,9%
Vlissingen
3.341
129
3,9%
3.254
111
3,4%
Zeeland
30.825
1.011
3,3%
30.972
908
2,9%
Bron: DUO, bewerking SCOOP
Als we nog even inzoomen op de overige gemeenten dan blijkt dat de daling van het aantal universitaire studenten relatief het sterkst was onder studenten woonachtig in Reimerswaal (-55%), gevolgd door Vlissingen (-51%) en Terneuzen (-48%). Middelburg telt relatief veruit de meeste universitaire studenten. Deze gemeente vertoont een opvallende continuïteit van het aantal universitaire studenten. Dit hangt ongetwijfeld samen met de komst van het University College Roosevelt (UCR) in de Zeeuwse hoofdstad.
7.8 Aantal voortijdig schoolverlaters In het schooljaar 2011/2012 waren er 908 nieuwe voortijdige schoolverlaters in het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland (tabel 7.10). Dit is 2,9% van het totaal aantal leerlingen. In het schooljaar 2009/2010 was dit nog 3,3%. Als we de cijfers uit tabel 7.10 analyseren per gemeente blijkt dat de percentages voortijdige schoolverlaters per gemeente in 2011/2012 variëren van 1,9% (Veere) tot 4,1% (Terneuzen). Als we de cijfers uit 2011/2012 verder vergelijken met die van 2009/2010 valt op dat de grootste afname van het aandeel voortijdig schoolverlaters plaats vond in Noord-Beveland. Dit was de vorige meting nog de gemeente met het hoogste aandeel voortijdig schoolverlaters. Alleen in de gemeente Sluis was sprake van een toename van het percentage voortijdig schoolverlaters.
64
7.9 Belangrijkste conclusies -- Het totaal aantal kinderen dat in Zeeland gebruik maakt van dagopvang in een kindcentrum nam tussen 2010 en 2012 met 6% toe. Landelijk was er sprake van een lichte daling (-1%). De groei manifesteerde zich vooral in de gemeenten Schouwen-Duiveland en Vlissingen. Ook in de buitenschoolse opvang, zowel in kindcentra (+3%) als bij gastouders (+3%), was er lichte groei. Ondanks deze groei was er in een aantal gemeenten ook sprake van een daling van het aantal bezoekertjes. Bij alle gemeenten zagen we tevens een (vaak sterke) afname van het aantal kinderen dat dagopvang kreeg bij een gastouder. Deze afname (Zeeland: -22%) zien we ook in Nederland (-17%). -- Op 1 oktober 2012 bezochten 32.420 kinderen een basisschoolschool in Zeeland. Dit aantal ligt bijna 5% lager dan 2 jaar geleden, toen 33.971 kinderen naar Zeeuwse basisscholen gingen. Het dalend aantal basisschoolleerlingen is een direct gevolg van een daling van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd. -- Bijna eenderde van de basisschoolleerlingen in Zeeland bezoekt een openbare school. Bijna een kwart van de leerlingen gaat naar een protestants-christelijke school, 17% staat ingeschreven bij een rooms-katholieke school. 18% van de leerlingen bezoekt een reformatorische school. Iets minder dan één op de tien basisschoolleerlingen gaat naar het overig bijzonder onderwijs. Per gemeente zijn er grote verschillen in deze verdeling.
Sociale Atlas Zeeland 2013
-- 88% van de leerlingen in het Zeeuwse basisonderwijs behoort tot de ‘0-categorie’. Dit betekent dat hier geen extra onderwijsmiddelen voor beschikbaar worden gesteld. Voor 12% van de leerlingen in Zeeland is dat wel het geval (2010: 13%). De gemeente Reimerswaal telt het hoogste aandeel ‘gewichtenleerlingen’ (20%). Ook Terneuzen (17%), Vlissingen (14%) en Tholen (14%) tellen relatief veel ‘gewichtenleerlingen’. -- Per 1 oktober 2012 telde Zeeland 20.372 leerlingen in het voortgezet onderwijs. Dit is een fractie meer dan in 2010, toen 20.284 leerlingen werden geteld. Het aantal scholen voor voortgezet onderwijs is 13. -- Bijna 6 van de 10 vo-leerlingen volgen een VMBOopleiding. Ongeveer een kwart van de Zeeuwse leerlingen bezoekt de HAVO, ongeveer één op de zes het VWO. In vergelijking met de cijfers uit 2010 nam het ‘marktaandeel’ van de HAVO iets toe (van 21% naar 24%) ten koste van dat van het VMBO en/of VWO. Verder was sprake van lichte afname van het aandeel leerlingen dat praktijkonderwijs volgt (van 3% naar 2%), VMBO-bl (van 14% naar 12%) en VMBO-kl (van 17% naar 16%). Tegelijkertijd steeg het percentage leerlingen dat de VMBO-gl bezocht (van 11% naar 13%) en bleef het aandeel VMBO-tl gelijk (15%). Het aandeel leerlingen op het VWO nam af van 20% naar 17%. -- Uit de cijfers blijkt dat het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs dat woont in Zeeland tussen 2008 en 2012 per saldo met ongeveer 5% is afgenomen. Deze afname vond vooral tussen 2011 en 2012 plaats. De verdeling naar niveau is tamelijk stabiel. -- Het aantal Zeeuwse HBO-studenten dat woont in Zeeland is tussen 2009/’10 en 2012/’13 per saldo met een zeer gering aantal gestegen. Per jaar waren er voor geheel Zeeland slechts kleine verschuivingen. -- Het aantal Zeeuwse universitaire studenten nam tussen 2009/’10 en 2012/’13 per saldo met ongeveer 14% af. Sinds 2009/’10 is sprake van een continue (lichte) daling. -- In het schooljaar 2011/2012 waren er 908 nieuwe voortijdige schoolverlaters (vsv) in het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland. Dit is 2,9% van het totaal aantal leerlingen. In het schooljaar 2009/2010 was dit nog 3,3%. In Sluis en Terneuzen lagen deze aandelen duidelijk hoger. Als we de cijfers uit 2011/2012 verder vergelijken met die van 2009/2010 valt op dat de grootste afname van het aandeel voortijdig schoolverlaters plaats vond in Noord-Beveland. Dit was de vorige meting nog de gemeente met het hoogste aandeel voortijdig schoolverlaters. Alleen in de gemeenten Sluis en Terneuzen was sprake van een kleine toename van het percentage voortijdig schoolverlaters.
65
Sociale Atlas Zeeland 2013
66
Sociale Atlas Zeeland 2013
8. Werken Werk en werkgelegenheid zijn een essentiële voorwaarde voor de leefbaarheid van een samenleving. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste Zeeuwse cijfers op dit terrein gepresenteerd. In de paragrafen 8.1 t/m 8.2 wordt ingegaan op (de ontwikkeling van) het aantal banen, uitgesplitst naar branche. In paragraaf 8.3 een overzicht van (de ontwikkeling van) het aantal vacatures. Op het Zeeuwse arbeidsaanbod, de beroepsbevolking, wordt ingegaan in paraaf 8.4; de arbeidsparticipatie staat centraal in paragraaf 8.5. Het thema werkloosheid wordt behandeld in paragraaf 8.6. In paragraaf 8.7 worden cijfers gepresenteerd over de jeugdwerkloosheid in Zeeland; in paragraaf 8.8 over het aantal jonggehandicapten. Uitkeringsafhankelijkheid komt ter sprake in paragraaf 8.9; in paragraaf 8.10 worden cijfers gepresenteerd over lage inkomens. Het hoofdstuk wordt afgesloten in paragraaf 8.11, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat. Tabel 8.1: Werkgelegenheid, stand en ontwikkeling (2011-2012)
Aantal banen 2012
Ontwikkeling in aantal banen
Borsele
8.480
100
Goes
24.750
100
Hulst
9.790
99
Kapelle
4.080
94
Middelburg
25.710
99
Noord-Beveland
2.770
96
Reimerswaal
8.780
97
Schouwen-Duiveland
14.640
99
Sluis
10.700
100
Terneuzen
27.470
99
Tholen
8.120
100
Veere
8.090
98
Vlissingen
17.490
96
Zeeland
170.870
99
(--) (-)
8.1 Werkgelegenheid In 2012 telde Zeeland in totaal 170.870 banen (bron: LISA). Dit is ruim 1% minder dan in 2011. Tabel 8.1 en kaart 8.1 laten zien hoe de werkgelegenheid zich ontwikkelde in de Zeeuwse gemeenten. In de gemeenten Borsele, Goes, Sluis en Tholen bleef de werkgelegenheid stabiel. In de overige gemeenten was sprake van een daling. In Kapelle, NoordBeveland en Vlissingen was zelfs sprake van een significante achteruitgang van het aantal banen.
8.2 Banen naar branche Waar zijn de Zeeuwse werknemers werkzaam? Wanneer de werkgelegenheid gesplitst wordt in vijf bedrijfstakken (tabel 8.2), is te zien dat van alle banen in Zeeland ruim vier op de tien (44%) te vinden is in de commerciële dienstverlening. Dit is duidelijk minder dan gemiddeld in Nederland, waar exact de helft van de werkgelegenheid zich in deze sector bevindt. Bijna eenderde (31%) van de Zeeuwse banen, precies hetzelfde aandeel als landelijk, is te vinden in de sector overheid en zorg. De werkgelegenheid in de sector nijverheid en energie is relatief groot in Zeeland. Een op de vijf banen (20%) in Zeeland is gerelateerd aan deze sector. In geheel Nederland is dat 15%. Het percentage banen in de sectoren landbouw/bosbouw/visserij (2%) en cultuur/ recreatie/overige diensten (3%) wijkt niet veel af van het landelijk beeld. Niet in elke gemeente is elke sector even belangrijk. Daarom is in tabel 8.2 de werkgelegenheid in de vijf gehanteerde sectoren ook weergegeven per gemeente.
(-)
Bron: Stichting LISA, bewerking SCOOP
67
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 8.1: Werkgelegenheid, index (2011 - 2012)
Bron: Zeeuwse economie in cijfers, Provincie Zeeland
68
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 8.2: Banen van werknemers in december; economi-sche activiteit (SBI2008), regio (dec. 2012), % totaal
Bedrijfstakken/ branches (SBI 2008)
Landbouw, bosbouw en visserij
Nijverheid en energie
Commerciële dienstverlening
Overheid en zorg
Cultuur, recreatie, overige diensten
Totaal
Borsele
3%
38%
35%
21%
3%
100%
Goes
0%
14%
42%
41%
3%
100%
Hulst
1%
16%
55%
24%
3%
100%
Kapelle
7%
20%
50%
20%
3%
100%
Middelburg
1%
15%
36%
43%
5%
100%
Noord-Beveland
7%
9%
58%
24%
3%
100%
Reimerswaal
6%
23%
50%
20%
1%
100%
Schouwen-Duiveland
5%
19%
49%
24%
3%
100%
Sluis
3%
12%
59%
23%
3%
100%
Terneuzen
1%
30%
40%
28%
1%
100%
Tholen
4%
25%
40%
29%
1%
100%
Veere
4%
13%
56%
25%
2%
100%
Vlissingen
0%
19%
46%
32%
2%
100%
Zeeland
2%
20%
44%
31%
3%
100%
Nederland
1%
15%
50%
31%
3%
100%
Bron: CBS
Uit tabel 8.2 blijkt dat de sector landbouw en visserij is oververtegenwoordigd in de gemeenten Kapelle, NoordBeveland en Reimerswaal. Voor de sector nijverheid/energie geldt dit voor Borsele en Terneuzen. De commerciele dienstverlening (vooral detailhandel/horeca) is sterk vertegenwoordigd in Hulst, Noord-Beveland, Sluis en Veere. In de gemeenten Goes en Middelburg is de sector openbaar bestuur, onderwijs en zorg duidelijk oververtegenwoordigd. De sector cultuur/recreatie/‘overige diensten’ is relatief oververtegenwoordigd in Middelburg.
8.3 Vacatures Het aantal vacatures per gemeente op peildatum 1 januari 2012 is opgenomen in tabel 8.3. Hieruit blijkt dat in bijna alle Zeeuwse gemeenten sprake is geweest van een daling van het aantal vacatures ten opzichte van 2011. Opmerkelijk was dat er landelijk (nog) sprake was van een toenemend aantal vacatures. De afname van het aantal vacatures in Zeeland was het sterkst in de gemeente Terneuzen. In de gemeenten Borsele, Noord-Beveland en Tholen was sprake van enige groei van het aantal vacatures.
Tabel 8.3 Vacatures, stand per 1-1-2012
Ontwikkeling als %
2012
t.o.v. 20011
Borsele
13
6
0,2%
aantal banen (-)
2011 7
Goes
144
-36
0,6%
(+)
180
Hulst
32
-25
0,3%
Kapelle
2
-5
0,0%
Middelburg
95
-86
0,4%
57 (-)
7 181
Noord-Beveland
7
4
0,3%
Reimerswaal
18
-15
0,2%
(-)
33
3
Schouwen-Duiveland
30
-103
0,2%
(-)
133
Sluis
36
-54
0,3%
90
Terneuzen
139
-189
0,5%
328
Tholen
30
16
0,4%
14
Veere
15
-11
0,2%
(-)
26
Vlissingen
126
-81
0,7%
(+)
207
Zeeland
687
-579
0,4%
43.689
4.834
Nederland
1.266 38.855
Bron: Zeeuwse Economie in cijfers, provincie Zeeland
69
Sociale Atlas Zeeland 2013
Als we het aantal vacatures relateren aan het aantal banen blijkt dat Goes en Vlissingen een significant percentage vacatures tellen. Dit geldt juist niet voor Borsele, Kapelle, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland en Veere.
Tabel 8.5: Beroepsbevolking per gemeente
2009/2011 x 1 000
2010/2012 x 1 000
Borsele
9,7
9,7
Goes
16,9
16,7
8.4 Arbeidsaanbod
Hulst
10,8
11,1
Kapelle
6,6
6
Hoeveel personen zich aanbieden op de arbeidsmarkt wordt vaak gemeten door te kijken naar het aantal 15 tot 65-jarigen, de potentiële beroepsbevolking. In tabel 8.4 wordt de ontwikkeling van deze categorie weergegeven.
Middelburg
21,6
22,1
-
-
10,3
9,8
Noord-Beveland * Reimerswaal Schouwen-Duiveland
15
15,1
11,2
10,8
24
24,5
Tholen
10,8
10,7
Veere
7,3
7,8
Vlissingen
22
21,5
Zeeland
171
170,3
7.824,7
7.840,7
Sluis
Tabel 8.4: Potentiële beroepsbevolking
Terneuzen
2013
Ontwikkeling 2011-2013
Borsele
14.443
98,8
Goes
23.505
99,2
Hulst
17.474
98,2
Kapelle
7.848
99,5
Middelburg
30.121
96,6
* Cijfer niet beschikbaar
Noord-Beveland
4.634
97,7
Bron: CBS Statline
Reimerswaal
13.607
100,4
Schouwen-Duiveland
20.798
96,8
Sluis
14.746
97,6
Terneuzen
34.141
97,7
Tholen
16.159
98,8
Veere
13.353
97,7
Vlissingen
28.730
97,9
Zeeland
239.559
98,0
11.077.308
99,3
Nederland
Nederland
Uit tabel 8.5 blijkt dat de beroepsbevolking van Zeeland in de periode 2010-2012 ten opzichte van 2009-2011 licht is afgenomen. Landelijk was er daarentegen sprake van een lichte toename van de beroepsbevolking. Als we kijken naar de cijfers per gemeente dan blijkt dat de lichte daling van de Zeeuwse beroepsbevolking zich manifesteerde in de gemeenten Goes, Kapelle, Reimerswaal, Sluis, Tholen en Vlissingen. In de overige gemeenten was sprake van groei of stabilisatie (Borsele).
Bron: Zeeuwse Economie in cijfers, provincie Zeeland /
CBS statline, bewerking SCOOP
8.5 Arbeidsparticipatie Uit tabel 8.4 blijkt dat de potentiele beroepsbevolking van Zeeland sinds 2009 met 2% is afgenomen. Landelijk was er de afgelopen twee jaar sprake van een afname met 0,7%. Als wordt gekeken naar de ontwikkelingen per gemeente blijkt dat in de meeste gemeenten sprake was van krimp van de potentiële beroepsbevolking. Alleen in de gemeente Reimerswaal was sprake van een stijging. Wanneer de totale bevolking in de leeftijd van 15 tot 65 jaar wordt vermenigvuldigd met de bruto participatiegraad, krijg je de beroepsbevolking. Dit zijn alle personen die werken of op zoek zijn naar werk. De beroepsbevolking staat weergegeven in tabel 8.5.
70
Het al dan niet participeren op de arbeidsmarkt is een belangrijk onderdeel van maatschappelijke participatie. Arbeid als facet van participatie kent verschillende indicatoren. Allereerst is er de bruto en netto arbeidsparticipatie: hoeveel procent van de bevolking van 15 tot 65 jaar werkt of wil werken (bruto arbeidsparticipatie) en hoeveel procent werkt daadwerkelijk (netto arbeidsparticipatie). Daarnaast en hiervan afgeleid is werkloosheid een belangrijke indicator. Hiermee hangt de uitkeringsafhankelijkheid samen. Arbeidsparticipatie De arbeidsparticipatie van vrouwen is lager dan die van mannen. In tabel 8.6 wordt de bruto participatiegraad per gemeente uitgesplitst naar geslacht. Kaart 8.2 geeft de totale bruto participatiegraad per gemeente weer.
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 8.6: Bruto arbeidsparticipatie totaal en naar geslacht, % (gemiddelde over 2010-2012)
Totaal
Mannen
Vrouwen
Borsele
70,5%
83,0%
57,2%
Goes
71,6%
80,3%
62,9%
Hulst
65,3%
(-)
73,4%
(-)
57,2%
Kapelle
68,4%
80,7%
55,6%
Middelburg
72,0%
79,7%
64,5%
*
*
*
71,3%
87,3%
Noord-Beveland Reimerswaal
(++)
55,7%
Schouwen-Duiveland
70,9%
80,9%
61,0%
Sluis
68,8%
77,2%
60,0%
Terneuzen
70,1%
78,9%
61,1%
Tholen
68,2%
Veere
63,9%
(--)
73,0%
82,3%
Vlissingen
73,7%
(+)
79,8%
(-)
(-)
(-)
53,1%
(-)
54,4%
(-)
67,4%
(+)
Zeeland
70,2%
79,6%
60,6%
Nederland
71,3%
78,5%
64,0%
* Cijfer niet beschikbaar
Bron: CBS Statline
De bruto arbeidsparticipatie van vrouwen in Zeeland blijft (net als voorgaande jaren) nog iets achter bij die in Nederland als geheel. Met name in Kapelle, Reimerswaal, Tholen en Veere ligt de participatiegraad van vrouwen significant lager. In Vlissingen ligt ze daarentegen significant hoger. Reimerswaal valt op door een hoge bruto arbeidsparticipatie van mannen.
De netto participatiegraad ligt in zowel Zeeland als Nederland uiteraard op een iets lager niveau dan de bruto participatiegraad. Het verschil in netto participatie tussen Zeeland en Nederland is minimaal. Wel ligt die bij vrouwen nog iets onder het nationaal niveau; bij mannen echter iets erboven. Als we naar de afzonderlijke gemeenten kijken valt op dat Vlissingen significant hoger uitkomt, Hulst en Veere significant lager. In laatstgenoemde gemeente is dat een gevolg van de significant lage deelname van zowel de mannen als de vrouwen aan het arbeidsproces.
Tabel 8.7: Netto arbeidsparticipatie totaal en naar geslacht, % (gemiddelde over 2010-2012)
Totaal
Mannen
Vrouwen
Borsele
68,2%
80,8%
54,7%
Goes
69,0%
77,2%
60,8%
Hulst
62,4%
Kapelle
67,2%
79,4%
54,5%
Middelburg
69,5%
77,6%
61,6%
Noord-Beveland
(-)
69,5%
*
*
Reimerswaal
69,3%
86,9%
Schouwen-Duiveland
67,9%
77,8%
(-)
55,3%
* (++)
52,2%
(-)
58,0%
Sluis
66,2%
74,2%
57,7%
Terneuzen
66,4%
76,3%
56,4%
Tholen
65,7%
80,3%
50,0%
Veere
60,9%
(--)
70,9%
50,5%
(-)
Vlissingen
70,4%
(+)
76,6%
63,9%
(+)
Zeeland
67,4%
77,1%
57,6%
Nederland
67,2%
74,1%
60,2%
(-)
(-)
* Cijfer niet beschikbaar Bron: CBS Statline
71
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 8.2: % Bruto arbeidsparticipatie (2010 - 2012)
Bron: CBS Stateline, bewerking SCOOP
72
Sociale Atlas Zeeland 2013
8.6 Werkloosheid Niet-werkende werkzoekenden (nww) zijn personen die zich hebben laten inschrijven en die aangeven geen werk te hebben en op zoek te zijn naar een baan, ongeacht het aantal uur werk dat zij zoeken. In tabel 8.8 is het aantal niet werkende werkzoekenden per Zeeuwse gemeente weergegeven per december 2012. In Vlissingen was het aandeel niet-werkende werkzoekenden verreweg het grootst. Vooral Kapelle, en ook Borsele en Schouwen-Duiveland, onderscheidt zich door een significant lager percentage nww. Als we kijken naar de ontwikkeling van het aandeel niet-werkende werkzoekenden tussen 2010 en 2012 (Zeeland: +13%) blijkt dat de grootste toename van werkzoekenden plaats vond in Noord-Beveland (+39%), gevolgd door Kapelle (+34%) en Schouwen-Duiveland (+31%). Alleen in Hulst (-1%) en Tholen (-14%) nam het aantal werkzoekenden af; in Terneuzen bleef zij gelijk. In de periode december 2010 (vorige atlas) tot en met december 2012 is het totaal aantal niet-werkende Zeeuwse werkzoekenden toegenomen van 7.798 naar 8.840 (+13%).
Naast algemeen inzicht in het percentage werklozen, is inzicht in samenstelling van deze groep werklozen belangrijk. Met name het aandeel langdurig werklozen, ouderen en laagopgeleiden binnen deze groep is beleidsmatig van belang, omdat zij over het algemeen moeilijker een geschikte baan vinden. Cijfers hierover vindt u in tabel 8.9. Let wel: het betreft hier geen werkloosheidscijfers van ouderen en laagopgeleiden. Om die werkloosheidscijfers te geven, zou de arbeidsparticipatie van ouderen en laagopgeleiden bekend moeten zijn. Dat is niet het geval. Uit tabel 8.9 blijkt dat Zeeland in vergelijking met Nederland relatief minder langdurig werklozen en laagopgeleide werkzoekenden kent, maar wel iets meer oudere werkzoekenden. Dat is ook in de vorige atlassen reeds vastgesteld. Opvallend is verder dat Goes, Hulst en Reimerswaal een significant hoger aandeel langdurige nww tellen. Verder onderscheiden Borsele, Hulst, Kapelle, Sluis en (vooral) Veere zich door een significant hoger percentage ouderen onder de nww. In Reimerswaal is een significant groter deel laagopgeleid.
8.7 Jeugdwerkloosheid Het UWV heeft cijfers over het aantal niet-werkende werkzoekenden (n.w.w.- ers) onder de 27 jaar. Dit geeft een indicatie voor de jeugdwerkloosheid. Tabel 8.10 geeft een overzicht van het aantal jeugdigen zonder werk dat in de maand augustus (2012 en 2013) als werkzoekende stond ingeschreven bij het UWV.
Tabel 8.8: Niet-werkende werkzoekenden, absoluut en als % van de beroepsbevolking % (dec. 2012)
NWW (absoluut)
NWW (%)
ontwikkeling 2010-2012 (index: 2010=100)
Borsele
389
4,0%
Goes
980
5,9%
114
Hulst
629
5,7%
99
Kapelle Middelburg Noord-Beveland
(-)
(--)
119
178
3,0%
1.129
5,1%
123
134
197
*
139
Reimerswaal
462
4,7%
Schouwen-Duiveland
603
4,0%
Sluis
453
4,2%
108
Terneuzen
115 (-)
131
1.509
6,2%
100
Tholen
488
4,6%
86
Veere
346
4,4%
125
Vlissingen
1.477
6,9%
Zeeland
8.840
5,2%
113
568.696
7,3%
116
Nederland
(+)
129
* Onbekend Bron: UWV, bewerking SCOOP
73
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 8.3: Werkloosheid (december 2012)
Bron: UWV
74
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 8.9: Langdurig werklozen (>1 jr.), ouderen (45+) en laagopgeleiden (bao), absoluut en als percentage totaal aantal
NWW (dec. 2012)
Langdurig NWW (%)
Langdurig NWW (absoluut)
NWW ouder dan 45 (absoluut)
NWW ouder dan 45 (%)
Borsele
123
31,6%
(+)
209
53,7%
Goes
353
36,0%
(+)
463
47,2%
Hulst
225
35,8%
348
55,3%
Kapelle
58
32,6%
94
52,8%
Middelburg
352
31,2%
523
Noord-Beveland
57
28,9%
(-)
Reimerswaal
163
35,3%
Schouwen-Duiveland
180
29,9%
Sluis
148
Terneuzen Tholen Veere
NWW laagopgeleid 45
11,6%
220
22,4%
(+)
150
23,8%
(+)
31
17,4%
46,3%
191
16,9%
97
49,2%
33
16,8%
(+)
222
48,1%
153
33,1%
(-)
317
52,6%
100
16,6%
32,7%
241
53,2%
113
24,9%
513
34,0%
722
47,8%
397
26,3%
156
32,0%
231
47,3%
101
20,7%
106
30,6%
199
57,5%
(++)
49
14,2%
Vlissingen
448
30,3%
661
44,8%
(-)
254
17,2%
Zeeland
2.882
32,6%
4.327
48,9%
1.837
20,8%
229.050
40,3%
269.843
47,4%
140.225
24,7%
Nederland
(-)
(+)
NWW laagopgeleid (%)
(+)
(-)
(++)
(-)
Bron: UWV Tabel 8.10: Aantal niet-werkende werkzoekenden<27 jaar, aug. 2012-aug. 2013
2012
2013
2013-2012 (%)
% bevolking
Borsele
32
58
81
1,9%
Goes
117
154
32
3,2%
Hulst
62
82
32
2,8%
Kapelle
17
29
71
1,8%
Middelburg
131
170
30
2,6%
Noord Beveland
7
15
114
1,9%
Reimerswaal
56
68
21
2,0%
Schouwen-Duiveland
44
58
32
1,5%
Sluis
32
46
44
1,7%
Terneuzen
151
189
25
2,9%
Tholen
64
86
34
2,3%
Veere
22
38
73
1,4%
Vlissingen
156
220
41
3,5%
Zeeland
891
1.213
36
2,5%
51.721
86.782
68
3,5%
Nederland
Bron: UWV
Uit tabel 8.10 blijkt dat het aantal werkzoekende jongeren tussen augustus 2012 en augustus 2013 met 36% is toegenomen. Deze flinke stijging is echter minder groot dan landelijk het geval was (+68%). Binnen Zeeland nam het aantal jeugdige werkzoekenden relatief het sterkst toe in Noord-Beveland (+114%), gevolgd door Borsele (+81%) en Veere (+73%). De laagste stijging zien we in Reimerswaal (+21%).
Als we het aantal jeugdige werklozen afzetten tegen het aantal 15 tot 27-jarigen blijkt dat het aandeel jeugdige niet-werkende werkzoekenden in Zeeland iets lager ligt dan landelijk het geval is. Binnen Zeeland telde Vlissingen in augustus 2013 het hoogste aandeel werkzoekenden onder de 27 jaar.
75
Sociale Atlas Zeeland 2013
8.8 Jonggehandicapten/Wajong
In tabel 8.11 wordt een overzicht gegeven van het aantal Wajong-uitkeringen in december 2012.
Om een beeld te krijgen van het aantal en aandeel jonggehandicapten in een gemeente, kan gekeken worden naar het aantal Wajong-uitkeringen dat wordt verstrekt. Een Wajong-uitkering wordt verstrekt aan jongeren die al voor zij de arbeidsmarkt opkomen langdurig arbeidsongeschikt zijn voor tenminste 25 procent. Wanneer je kijkt naar het aantal Wajong-ontvangers tot 25 jaar, en dit relateert aan het aantal inwoners, krijg je inzicht in het aandeel jonggehandicapten in een gemeente.
In Zeeland lag het aandeel jonggehandicapten in december 2012 onder het landelijk gemiddelde. Twee gemeenten springen er negatief uit: Goes en Middelburg. Hier is het aandeel jonggehandicapten significant hoger dan het Zeeuwse cijfer. De gemeenten Kapelle, SchouwenDuiveland, Sluis en Veere tellen significant minder Wajongontvangers dan in Zeeland als geheel.
Tabel 8.11: Wajong uitkeringen 15 tot 25 jarigen, absoluut
8.9 Uitkeringsafhankelijkheid
en per 1000 inwoners, dec. 2012
Personen die niet participeren op de arbeidsmarkt hebben in sommige gevallen een uitkering. Er bestaan verschillende typen uitkeringen, waarvan de belangrijkste zijn: -- uitkeringen in het kader van de Algemene Bijstandswet -- uitkeringen door arbeidsongeschiktheid (AO-uitkeringen) -- uitkeringen in het kader van de Werkloosheidswet (WW-uitkeringen).
Absoluut per 1000 inwoners Borsele
71
3,1
Goes
142
3,8
Hulst
99
3,6
Kapelle
26
2,1
(-) (+)
Middelburg
173
3,6
Noord-Beveland
18
2,4
Reimerswaal
55
2,5
(+)
Schouwen-Duiveland
75
2,2
(-)
Sluis
42
1,8
(-)
Terneuzen
182
3,3
Tholen
76
3,0
Veere
40
1,8
Vlissingen
116
2,6
Zeeland
1.115
2,9
Nederland
67.219
4,0
Bron: SV Atlas 2012, bewerking SCOOP
Het relatieve aantal uitkeringen per gemeente staat in tabel 8.12 weergegeven. Hierbij wordt het aantal bijstandsuitkeringen gedeeld door het aantal huishoudens. De arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsuitkeringen worden gerelateerd aan het aantal inwoners van 15 tot 65 jaar.
(-)
Uit tabel 8.12 blijkt dat het aantal bijstandsuitkeringen in Zeeland per 1000 huishoudens duidelijk lager ligt dan in geheel Nederland. Het aantal bijstandsuitkeringen binnen Zeeland is relatief het grootst in Vlissingen, het kleinst in Kapelle. Vlissingen is de enige Zeeuwse gemeente waar het relatief aantal bijstandsuitkeringen (ruim) boven het nationaal gemiddelde uitkomt.
Tabel 8.12: Relatieve uitkeringsafhankelijkheid (2010, 2011)
Bijstands-uitkeringen per 1000 huishoudens (2011)
AO-uitkeringen per 1000 inwoners (2010)
WW-uitkeringen per 1000 inwoners (2010)
Borsele
20
56
(-)
15
Goes
39
83
(+)
21
Hulst
23
85
(+)
24
(-)
15
Kapelle
11
(-)
52
Middelburg
47
(+)
62
23
Noord-Beveland
21
70
22
Reimerswaal
24
48
Schouwen-Duiveland
22
64
Sluis
24
80
Terneuzen
37
79
Tholen
27
Veere
14
(-)
53
Vlissingen
65
(++)
65
27
Zeeland
32
68
21
Nederland
47
72
25
Bron: CBS Statline, bewerking SCOOP
76
(-)
(-)
20 15
(+)
(-)
(-)
20 23
62
24 (-)
20 (+)
Sociale Atlas Zeeland 2013
De recentste CBS-cijfers over het aantal AO- en WW-uitkeringen hebben betrekking op het jaar 2010. Hieruit blijkt dat het percentage AO-uitkeringen in Zeeland in 2010 iets onder het landelijk gemiddelde ligt. Dit geldt ook voor de WW-uitkeringen.
* Inkomen onder lage-inkomensgrens De lage-inkomensgrens is vastgesteld op 9.249 euro in prijzen van het jaar 2000. Dit bedrag komt in koopkracht ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979, toen deze op zijn hoogst was. Het inkomensbegrip dat in deze publicatie wordt gehanteerd, is het besteedbaar
Binnen Zeeland is het aandeel AO-afhankelijken het hoogst in Hulst. Het aantal AO-uitkeringen per 1000 huishoudens is ook in Goes en Sluis significant hoger dan het Zeeuws gemiddelde. Voor WW-uitkeringen is dit het geval in Vlissingen.
inkomen verminderd met eventueel ontvangen huursubsidie. Om te bepalen hoe het inkomen van een huishouden zich verhoudt tot de lage-inkomensgrens, wordt het inkomen van een huishouden gecorrigeerd voor verschillen in huishoudenssamenstelling en voor de prijsontwikkeling. De correctie voor verschillen in samenstelling vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg
8.10 Financieel
zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid
Het hebben van voldoende financiële middelen is een belangrijke voorwaarde om volwaardig te kunnen participeren in de maatschappij. Het is daarom niet alleen van belang inzicht te hebben in het gemiddeld besteedbaar inkomen, maar ook in het percentage huishoudens dat moet rondkomen van een laag inkomen. In tabel 8.13 een overzicht van de situatie in 2011.
tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de inkomensniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen met behulp van consumenten-prijsindices herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende inkomen is laag wanneer het minder is dan 9.249 euro. (bron: CBS) ** Inkomen tot 110% sociaal minimum Om te kunnen beoordelen hoe het besteedbaar inkomen van een
Tabel 8.13: Huishoudens onder lage inkomensgrens en
huishouden zich verhoudt tot het sociale minimum, moet aan de
hand van de regelgeving worden vastgesteld welke norm voor het
onder 110% sociaal minimum, 2011*
<110% sociaal minimum**
Borsele
5,4%
6,5%
Goes
7,2%
10,2%
Hulst
6,5%
9,8%
Kapelle
4,1%
6,1%
Middelburg
7,3%
10,1%
Noord-Beveland
8,6%
8,6%
Reimerswaal
6,0%
8,4%
SchouwenDuiveland
6,6%
9,3%
Sluis
7,2%
10,8%
Terneuzen
7,7%
10,6%
Tholen
6,0%
9,0%
Veere
5,5%
6,6%
Vlissingen
9,3%
12,1%
Zeeland
7,0%
9,6%
Nederland
7,9%
10,7%
desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen, bijvoorbeeld, is gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) Kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW (uitkering in het kader van de algemene ouderdomswet) als norm gekozen. (bron: CBS)
Uit tabel 8.13 blijkt dat het aandeel huishoudens van Zeeland dat in 2011 onder de lage inkomensgrens leefde wat lager was dan gemiddeld in Nederland. Binnen Zeeland was het percentage van de huishoudens dat onder die inkomensgrens viel het hoogst in Vlissingen (9,3%), het laagst in Kapelle (4,1%). Als we de inkomensgrens optrekken tot 110% van het sociaal minimum blijkt Zeeland eveneens wat ‘beter’ te scoren dan Nederland. Ook hier telt Vlissingen (12,1%) het hoogste percentage huishoudens die onder deze inkomensgrens valt en Kapelle het laagste aandeel (6,1%).
Bron: CBS
77
Sociale Atlas Zeeland 2013
8.11 Belangrijkste conclusies -- In 2012 telde Zeeland in totaal 170.870 banen. Dit is ruim 1% minder dan in 2011. Uit cijfers blijkt dat het aantal banen sinds 2011 alleen niet afnam in de gemeenten Borsele, Goes, Sluis en Tholen. In de overige gemeenten was sprake van een daling van de werkgelegenheid. In Kapelle, Noord-Beveland en Vlissingen was zelfs sprake van een significante achteruitgang van het aantal banen. -- Van alle banen in Zeeland zijn ruim vier op de tien (44%) te vinden is in de commerciële dienstverlening (Nederland 50%) Bijna eenderde (31%) van de Zeeuwse banen, precies hetzelfde aandeel als landelijk, is te vinden in de sector overheid en zorg. De werkgelegenheid in de sector nijverheid en energie is relatief groot in Zeeland. Een op de vijf banen (20%) in Zeeland is gerelateerd aan deze sector. In geheel Nederland is dat 15%. Het percentage banen in de sectoren landbouw/bosbouw/visserij (2%) en cultuur/ recreatie/overige diensten (3%) wijkt niet veel af van het landelijk beeld. -- In bijna alle Zeeuwse gemeenten is sprake geweest van een daling van het aantal vacatures ten opzichte van 2011. -- De potentiele beroepsbevolking van Zeeland is sinds 2011 met 2% afgenomen. Landelijk was er de afgelopen twee jaar sprake van een afname met 0,7%. Als wordt gekeken naar de ontwikkelingen per gemeente blijkt dat in de meeste gemeenten sprake was van krimp van de potentiële beroepsbevolking. Alleen in Reimerswaal was er een kleine toename. -- De bruto en netto arbeidsparticipatie van vrouwen in Zeeland blijft (net als voorgaande jaren) nog iets achter bij die in Nederland als geheel. -- Het percentage werkzoekenden ligt in Zeeland eind 2012 lager dan gemiddeld in Nederland. Dit was ook eind 2010 het geval. Het percentage werkzoekenden in Vlissingen ligt significant hoger dan in de overige Zeeuwse gemeenten.
78
-- Uit de cijfers blijkt verder dat Zeeland in vergelijking met Nederland minder langdurig werklozen en laagopgeleide werkzoekenden kent, maar wel iets meer oudere werkzoekenden. Dat is ook in de vorige atlassen vastgesteld. -- Als we het aantal jeugdige werklozen afzetten tegen het aantal 15 tot 27-jarigen blijkt dat het aandeel jeugdige niet-werkende werkzoekenden in Zeeland iets lager ligt dan landelijk het geval is. Binnen Zeeland telde Vlissingen in augustus 2013 het hoogste aandeel werkzoekenden onder de 27 jaar. -- In Zeeland lag het aandeel jonggehandicapten in december 2012 iets onder het landelijk gemiddelde. -- Het relatief aantal bijstandsuitkeringen ligt in Zeeland duidelijk lager dan in Nederland. Binnen Zeeland is deze het grootst in Vlissingen, het kleinst in Kapelle. Vlissingen is de enige Zeeuwse gemeente waar het aandeel bijstandsuitkeringen boven het nationaal gemiddelde uitkomt. -- Het percentage AO-uitkeringen in Zeeland lag in 2010 iets onder het landelijk gemiddelde. Dit geldt ook voor de WW-uitkeringen. Binnen Zeeland was het aandeel AO-afhankelijken het hoogst in Hulst. Het aantal AO-uitkeringen per 1000 huishoudens was ook in Goes en Sluis significant hoger dan het Zeeuws gemiddelde. Voor WW-uitkeringen is dit het geval in Vlissingen. -- Uit cijfers blijkt dat het aandeel huishoudens van Zeeland dat in 2011 onder de lage inkomensgrens leefde wat lager was dan gemiddeld in Nederland. Binnen Zeeland was het percentage van de huishoudens dat onder die inkomensgrens viel het hoogst in Vlissingen (9,3%), het laagst in Kapelle (4,1%). Als we de inkomensgrens optrekken tot 110% van het sociaal minimum blijkt Zeeland eveneens wat ‘beter’ te scoren dan Nederland. Ook hier telt Vlissingen (12,1%) het hoogste percentage huishoudens die onder deze inkomensgrens valt en Kapelle het laagste aandeel (6,1%).
Sociale Atlas Zeeland 2013
9. Zorgen De zorg is een belangrijk beleidsthema. Mede door de toenemende vergrijzing in Nederland en in Zeeland in het bijzonder, zal de zorgsector nog verder in belangrijkheid toenemen. De uitbreiding en wijziging van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), zorgt daarnaast voor een grote behoefte aan kerngegevens op dit terrein. In dit hoofdstuk zullen de volgende onderwerpen besproken worden: -- ontwikkeling van de zorgvraag (9.1) -- zorgvoorzieningen: huisartsen, verloskundigen, fysiotherapeuten (9.2) -- capaciteit ziekenhuizen (9.3) -- capaciteit van verzorgings- en verpleeghuizen (9.4) -- gebruik van AWBZ-zorg (9.5) -- gebruik huishoudelijke zorg (9.6) -- mantelzorg (9.7) -- jongeren in de jeugdhulpverlening (9.8)
Ook dit hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste conclusies (9.9).
9.1 Ontwikkeling zorgvraag De huidige en toekomstige zorgvraag hangt voor een belangrijk deel samen met het aantal ouderen in de levensfase van intensieve verzorging. Hier is de leeftijdsgrens van 80 jaar aan gekoppeld. Natuurlijk zijn ouderen niet de enige zorgvragers. Andere categorieën zijn bijvoorbeeld mensen met een lichamelijke dan wel een verstandelijke beperking. Helaas ontbreken exacte lokale en regionale cijfers hierover.
Tabel 9.1: Bevolkingsprognose ontwikkeling aantal 80-plussers 2013-2030 (absolute aantallen en index) (Index 2013=100)
2013 Borsele
2020
2025
2030
aantal
index
aantal
index
aantal
index
aantal
index
1.000
100
1.144
114
1.437
144
1.828
183
Goes
2.210
100
2.752
125
3.030
137
3.734
169
Hulst
1.509
100
1.952
129
2.201
146
2.638
175
591
100
700
118
790
134
1.022
173
2.455
100
2.822
115
3.201
130
3.941
161
418
100
531
127
676
162
831
199
1.016
100
1.053
104
1.190
117
1.471
145
Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland
2.027
100
2.260
111
2.667
132
3.349
165
Sluis
1.664
100
1.857
112
2.045
123
2.561
154
Terneuzen
3.100
100
3.470
112
4.164
134
5.302
171
Tholen
1.070
100
1.297
121
1.561
146
1.991
186
Veere
1.216
100
1.471
121
1.811
149
2.305
190
Vlissingen
2.476
100
2.772
112
3.241
131
4.125
167
Zeeland
20.752
100
24.081
116
28.014
135
35.098
169
Bron: CBS/statline (2013), Prov. Bevolkingsprognose (2020-2030), bewerking SCOOP
79
80
14
Tholen
n.b.
186,09
16,84
25,58
11,71
16,8
8,94
4,47
22,27
9,6
10,9
5,3
6,0
4,5
10,9
5,5
5,8
5,8
6,1
5,1
8,0
5,8
8,9
4,7
5,7
6,6
Per 10.000 inwoners
(++)
(+)
(+)
Bron: Beroepenregistratie huisartsenzorg NIVEL 2011, bewerking SCOOP
n.b. = niet bekend
* Schatting
8.884
32
Terneuzen
Nederland
14
Sluis
230
21
Schouwen-Duiveland
Zeeland
19,07
11
Reimerswaal
24
6
Noord-Beveland
20
28
Middelburg
Veere
11
Kapelle
Vlissingen
11,47
13
Hulst
17,57
21
Goes
10,87
15
fte’s huisartsen *)
Borsele
Aantal huisartsen
n.b.
n.b.
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
n.b.
n.b.
7
8
-
-
0
-
-
0
7
7
-
7
7
n.b.
358
44
26
15
39
31
33
12
9
46
20
17
44
22
Aantal fte’s Aantal verloskundigen verloskundigen *) fysiotherapeuten
Tabel 9.2: Aantal huisartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten absoluut en per 10.000 inwoners (2011)
n.b.
301,41
23,86
25,08
13,17
32,83
25,7
25,21
9,68
6,86
45,74
18,31
18,09
37,82
19,06
fte’s fysiotherapeuten *)
n.b.
9,4
9,9
11,9
5,9
7,1
12,9
9,6
5,6
12,0
9,6
16,2
6,1
12,0
9,7
Per 10.000 inwoners
(-)
(+)
(-)
(++)
(-)
Sociale Atlas Zeeland 2013
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 9.1 laat de ontwikkeling van het aantal 80-plussers zien in de komende 17 jaar. In deze periode zal een stijging te zien zijn met ongeveer 70%. Dit terwijl tegelijkertijd in Zeeland de totale bevolkingsomvang zal krimpen. Het aandeel 80-plussers in de bevolking zal dan ook enorm toenemen. Als we de ontwikkeling van het aantal 80-plussers tot 2030 nader analyseren per gemeente blijkt dat de relatief grootste stijging wordt verwacht in de gemeente NoordBeveland. In deze gemeente wordt uitgegaan van een verdubbeling van het aantal hoogbejaarden. De kleinste groei van het aantal inwoners van 80 jaar en ouder wordt voorzien in de gemeente Reimerswaal. De voorziene toename van het aantal 80-plussers in deze gemeente bedraagt nog altijd 45%.
9.2 Huisartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten De huisarts is een belangrijke zorgvoorziening. Het is in principe het eerste aanspreekpunt voor mensen met klachten of zorgen over hun gezondheid. Tabel 9.2 laat het absolute aantal huisartsen zien in 2011. Hierin zijn ook de aantallen verloskundigen en fysiotherapeuten weergegeven. Daarnaast worden (voor huisartsen en fysiotherapeuten) ook de aantallen per 10.000 inwoners gepresenteerd.
Uit tabel 9.2 blijkt dat Zeeland in 2011 230 huisartsen telde. Dit is duidelijk meer dan in 2010 (200). Afgezet tegen de bevolking heeft Zeeland 6,0 huisartsen per 10.000 inwoners (2010: 5,2). Ook dit cijfer ligt duidelijk wat hoger dan het landelijk gemiddelde (5,3).
Binnen Zeeland telt de gemeente Veere relatief de meeste huisartsen. Ook in Kapelle en Noord-Beveland zijn gemiddeld significant meer huisartsen dan gemiddeld. Het aantal fysiotherapeuten in Zeeland bedraagt 358. Dit is iets hoger dan bij de vorige meting (353). In verhouding tot de bevolking telt Kapelle de meeste fysiotherapeuten, gevolgd door Sluis. Hulst, Reimerswaal en Tholen tellen significant minder fysiotherapeuten dan gemiddeld in Zeeland.
9.3 Ziekenhuizen Alle drie regio’s (Oosterschelderegio, Walcheren en ZeeuwsVlaanderen) in Zeeland hebben een ziekenhuislokatie. In tabel 9.3 staat aangegeven hoeveel bedden in 2012 in de ziekenhuizen beschikbaar waren, hoeveel specialisten er in 2012 waren en hoe groot het verzorgingsgebied was. Vervolgens worden in tabel 9.4 de productiecijfers van de Zeeuwse ziekenhuizen (2012) getoond. Zeeland telde in 2012 in totaal 1.088 ziekenhuisbedden. Dit is bijna 6% meer dan in 2010, toen er 1.029 bedden werden geteld. Deze toename is een gevolg van een stijging van de capaciteit in Zeeuws-Vlaanderen, waar het aantal bedden toenam van 320 tot 379. Het aantal medisch specialisten werkzaam in een van de ziekenhuizen bedroeg 252,1. Dit is een fractie minder dan in 2010 (253,5). In tabel 9.4 zijn enige productiecijfers weergegeven betreffende de Zeeuwse ziekenhuizen, namelijk het aantal opgenomen en ontslagen patiënten en het aantal dagverplegingsdagen of deeltijdbehandelingen.
Tabel 9.3: Capaciteit en gebruik van ziekenhuizen en medisch specialismen in 2012
ADRZ ziekenhuis
Capaciteit (aantal bedden)
Aantal specialisten (fte)
Verzorgingsgebied
709
165,5
274.948
Zorgsaam Zeeuws-Vlaanderen
379
86,6
106.129
totaal Zeeuwse Ziekenhuizen
1.088
252,1
381.077
Bron: CIBG; Jaarverslagen Zeeuwse Ziekenhuizen 2012 Tabel 9.4 Productiecijfers Zeeuwse Ziekenhuizen 2012
Opnamen aantal patiënten(excl. Overname/ dagverpleging)
Aantal dagverplegingsdagen of deeltijdbehandelingen
Aantal ontslagen
ADRZ ziekenhuis
23.592
21.578
22.370
Zorgsaam Zeeuws-Vlaanderen
15.090
12.464
14.634
totaal Zeeuwse ziekenhuizen
38.682
34.042
37.004
Bron: CIBG; Jaarverslagen Zeeuwse Ziekenhuizen 2012
81
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 9.1: Huisartsen (2011)
Bron: Hivel, bewerking SCOOP
82
Sociale Atlas Zeeland 2013
Zeeland telde in 2012 in totaal 38.682 ziekenhuisopnamen. Dit is bijna 5% meer dan in 2010. Uit de cijfers blijkt dat zowel in de ADRZ ziekenhuizen als in Zeeuws-Vlaanderen sprake was van een stijging van het aantal opnames. Boven de Westerschelde nam het aantal opgenomen patiënten toe van 22.933 naar 23.592 (+3%). In Zeeuws-Vlaanderen was er een stijging van 14.059 naar 15.090 (+7%).
Tabel 9.6: Capaciteit verzorging en verpleging per 1.000
80 plussers (2012)
Verzorgingshuis
80
(-)
144
154
(+)
108
147
Kapelle
70
77
Het aantal dagverplegingsdagen of deeltijdbehandelingen in de Zeeuwse ziekenhuizen bedroeg 34.042. Dit is een lichte afname in vergelijking met 2010, toen er 34.207 dagbehandelingen/deeltijdbehandelingen waren. Per regio waren er hier grotere verschuivingen. Zo nam het aantal in de Oosterschelderegio/Walcheren af van 23.115 naar 21.578 (-7%) en was er een stijging in Zeeuws-Vlaanderen van 11.092 naar 12.464 (+12%).
Middelburg
115
Noord-Beveland
221
(++)
30
Reimerswaal
197
(+)
95
SchouwenDuiveland
158
Sluis
119
96
Terneuzen
97
135
Tholen
112
96
Het totaal aantal ontslagen patiënten in 2012 bedroeg 37.004. Dat is iets meer dan in 2010 (36.961). Deze toename is een gevolg van een stijging van het aantal ontslagen patiënten in Zeeuws-Vlaanderen, van 14.002 naar 14.634 (+5%). In de ADRZ-ziekenhuizen nam het aantal ontslagen patiënten af van 22.959 naar 22.370 (-3%).
Veere
95
Vlissingen
61
Zeeland
114
9.4 Capaciteit verzorging en verpleging Zeeland telt momenteel 2.326 verzorgingsplaatsen en 2.388 plaatsen in verpleeghuizen. (tabel 9.5). Hoe de onderstaande cijfers zich verhouden tot het totaal aantal inwoners van 80 jaar en ouder is weergegeven in tabel 9.6.
Borsele
59
Goes Hulst
Verpleeghuis
(-)
(-)
127 (--)
84
129 (-)
123 117
Bron: Zorgkantoor / CBS Statline
Uit tabel 9.6 blijkt dat het aantal verzorgingshuisplaatsen per 1000 inwoners van 80 jaar en ouder in Noord-Beveland en Reimerswaal significant hoger is dan het Zeeuws gemiddelde (114). Borsele en Vlissingen tellen daarentegen significant minder plaatsen in verzorgingshuizen dan gemiddeld in Zeeland. Het relatief aantal verpleeghuisplaatsen in Borsele, Kapelle en Noord-Beveland is significant minder dan gemiddeld. De gemeente Goes telt in verhouding tot de 80-plussers significant meer verpleegplaatsen dan het Zeeuws gemiddelde.
Tabel 9.5: Capaciteit verzorging en verpleging (2012)
Verzorgingshuis
Verpleeghuis
Totaal intramuraal
Borsele
58
78
136
Goes
321
342
663
Hulst
158
216
374
Kapelle
40
44
84
Middelburg
276
305
581
Noord-Beveland
88
12
100
Reimerswaal
197
95
292
Schouwen-Duiveland
312
166
478
Sluis
203
164
367
Terneuzen
295
410
705
Tholen
117
101
218
Veere
110
150
260
Vlissingen
151
305
456
Zeeland
2.326
2.388
4.714
Bron: Zorgkantoor
83
Sociale Atlas Zeeland 2013
9.5 AWBZ-zorg In de komende jaren verandert er veel in de langdurige zorg en ondersteuning. De regering wil dat mensen langer thuis kunnen wonen en zorgverzekeraars en gemeenten krijgen meer verantwoordelijkheid voor de zorg en ondersteuning van mensen. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is er dan alleen nog voor ouderen en gehandicapten die continu begeleiding en zorg nodig hebben. Gemeenten krijgen op basis van het regeerakkoord 2012 een groot aantal nieuwe taken binnen het sociale domein. Zo worden zij onder andere verantwoordelijk voor de jeugdzorg en de decentralisatie van AWBZ-voorzieningen. In dit kader is inzicht in het huidige zorggebruik belangrijk om de verschillende partijen te helpen om de veranderingen zo goed mogelijk te verwezenlijken. Tabel 9.7 geeft een overzicht van het aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg. Uit tabel 9.7 blijkt dat bijna 20.000 Zeeuwen op de peildatum een geldige indicatie voor AWBZ-zorg hebben. Ongeveer 60% van hen heeft een extramurale indicatie, ongeveer 40% een indicatie voor intramurale hulp.
Kijken we naar de Zeeuwse gemeenten, dan valt op dat in de gemeenten Goes en Hulst het aandeel AWBZ-cliënten significant boven het Zeeuws gemiddelde liggen. In Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen ligt het significant beneden het gemiddelde voor Zeeland.
9.6 Huishoudelijke zorg In 2011 maakten 13.045 personen in Zeeland gebruik van huishoudelijke verzorging (tabel 9.8). In totaal ging het daarbij om bijna 2 miljoen uren zorg. Omgerekend betekent dit ongeveer 147 uren zorg per persoon. Dit is meer dan het landelijk gemiddelde (133 uur) en hangt waarschijnlijk samen met de relatieve vergrijzing van de Zeeuwse bevolking. Als we kijken naar het aantal uren huishoudelijke zorg per persoon per gemeente dan valt op dat het gemiddeld gebruik van huishoudelijke zorg per persoon in Tholen en Vlissingen duidelijk het hoogst is.
Als we de cijfers afzetten tegen de totale bevolking, blijkt dat van de Zeeuwse bevolking 5,2% een geldige AWBZindicatie hebben. Dit is wat meer het landelijk gemiddelde (4,7%) en is waarschijnlijk het gevolg van het relatief vergrijsde karakter van de provincie. Tabel 9.7: Aantal cliënten met een geldige indicatie voor AWBZ-zorg op 1 juli 2013
Extramuraal
Intramuraal
Totaal
als % bevolking
580
355
935
4,1
(-)
Goes
1.220
1.200
2.420
6,5
(+)
Hulst
1.045
725
1.770
6,4
(+) (-)
Borsele
Kapelle
310
205
515
4,1
1.545
1.200
2.745
5,8
Noord Beveland
175
155
330
4,4
Reimerswaal
470
375
845
3,9
Schouwen-Duiveland
885
610
1.495
4,4
Sluis
910
525
1.435
6,0
Middelburg
Terneuzen
1.945
1.210
3.155
5,8
Tholen
635
375
1.010
4,0
Veere
480
490
970
4,4
Vlissingen
1.605
765
2.370
5,3
Zeeland
11.805
8.190
19.995
5,2
Nederland
445.895
343.645
789.540
4,7
Bron: CIZ
84
(-)
(-)
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 9.2: Aantal cliënten met een geldige indicatie voor awbz-zorg (2013)
Bron: CIZ, bewerking SCOOP
85
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 9.8: Gebruik Huishoudelijke verzorging, 2011
Personen met gebruik Personen met gebruik (%) Uren, in jaar
Uren per persoon
Regio’s
aantal
%
x 1 000
Borsele
590
3,34
84
142
1.435
4,75
210
146
Goes Hulst
985
4,29
145
147
Kapelle
380
4,01
55
145
Middelburg (Z.)
1.555
3,99
221
142
Noord-Beveland
205
3,3
28
137
570
3,48
82
144
Schouwen-Duiveland
Reimerswaal
1.105
3,95
159
144
Sluis
1.070
5,24
154
144
Terneuzen
(-)
1.965
4,35
270
137
(-)
Tholen
725
3,69
119
164
(++)
Veere
570
3,24
77
135
(-) (+)
Vlissingen
1.890
5,03
309
163
Zeeland
13.045
N.B.
1.913
147
Nederland
444.540
3,29
58.924
133
n.b. = niet bekend Bron: CBS, bewerking SCOOP
Tabel 9.9: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
9.7 Mantelzorgers
Bij de toekenning van zorg wordt steeds meer naar de beschikbaarheid van hulp in de eigen omgeving gekeken. Daarom wordt mantelzorg een steeds belangrijker onderdeel van ons zorgsysteem. In tabel 9.9 is weergegeven welk percentage van de bevolking in 2013 mantelzorgtaken verrichtte. Uit tabel 9.9 blijkt dat één op de vijf Zeeuwen in 2013 mantelzorgtaken verrichtte; iets meer dan in 2009 (18%). In de gemeenten Sluis en Veere lag dat aandeel significant hoger. In Kapelle, Noord-Beveland en Terneuzen lag het percentage mantelzorgers daarentegen significant lager.
mantelzorg verricht (2013)
Borsele
19%
Goes
21%
Hulst
20%
Kapelle
16%
Middelburg
20%
Noord-Beveland
17%
(-) (-)
Reimerswaal
19%
Schouwen-Duiveland
19%
Sluis
23%
(+)
Terneuzen
17%
(-)
Tholen
20%
Veere
22%
Vlissingen
21%
Zeeland
20%
(+)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013) Tabel 9.10: Aantal jongeren in de jeugdhulpverlening naar type (2012)
Jeugdhulpverlening
Jeugdreclassering
Gezinsvoogdij
Onder voogdij
1.056
71
175
59
Walcheren
837
114
181
65
Zeeuws-Vlaanderen
656
80
152
30
2.549
265
508
154
Oosterschelderegio
Zeeland Bron: Bureau Jeugdzorg Zeeland
86
Sociale Atlas Zeeland 2013
9.8 Jongeren in de jeugdhulpverlening Stichting Jeugdzorg Zeeland verleent hulp aan kinderen en jongeren en hun ouders/verzorgers die problemen ondervinden in de opvoeding. In tabel 9.10 is te zien aan hoeveel jongeren in 2012 hulp werd verleend, onderverdeeld in vier typen: -- jeugdhulpverlening: het bieden van advies, hulp en ondersteuning aan jongeren van 0 t/m 23 jaar en hun ouders als er sprake is van psychosociale en pedagogische problemen; -- jeugdreclassering: gericht op minderjarigen (12 t/m 17 jaar) die een strafbaar feit gepleegd hebben en die hulp nodig hebben om zich weer op een ‘normale’ manier te handhaven in de maatschappij; -- gezinsvoogdij: het ouderlijk gezag over jongeren van 0 t/m 17 jaar wordt beperkt en deels overgedragen aan jeugdbescherming; de gezinsvoogd verleent hulp en kan aanwijzingen geven voor opvoeding en verzorging; -- voogdij: na het overlijden van beide ouders of als een ouder uit de ouderlijke macht is ontzet, kunnen kinderen van 0 t/m 17 jaar onder gezag, voogdij, van jeugdbescherming gesteld worden; jeugdbescherming krijgt de juridische verantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid voor de (opvoedings)situatie en de ontwikkeling van het kind.
--
--
--
Het aantal jongeren in de jeugdhulpverlening is afgenomen van 3.002 (2010) tot 2.549; een daling van ongeveer 15%. Vanaf 2004 valt ook aanmelding en screening onder deze categorie. In vergelijking met twee jaar ervoor (2010, in vorige Sociale Atlas) is het gebruik van de jeugdhulpverlening in alle regio’s afgenomen. Het totaal aantal jongeren in de jeugdreclassering in Zeeland in 2010 was 266; vrijwel hetzelfde aantal als in 2012. Het aantal jongeren in de gezinsvoogdij nam daarentegen met 11% af (van 568 naar 508). Het aantal jongeren onder voogdij van jeugdbescherming steeg van 139 naar 154 (+11%).
--
---
9.9 Belangrijkste conclusies -- De komende decennia zal de zorgvraag sterk toenemen. Motor achter deze ontwikkeling is de explosieve toename van het aantal inwoners van 80 jaar en ouder. -- Zeeland telt 6 huisartsen en ruim 9 fysiotherapeuten per 10.000 inwoners. Het totaal aantal huisartsen in Zeeland steeg in vergelijking met 2010 met 15%, het totaal aantal fysiotherapeuten nam met ruim 1% toe. -- Zeeland telde in 2012 in totaal 1.088 ziekenhuisbedden. Dit is bijna 6% meer dan in 2010, toen er 1.029 bedden werden geteld. Deze toename is een
gevolg van een stijging van de capaciteit in ZeeuwsVlaanderen, waar het aantal bedden toenam van 320 tot 379. Het aantal medisch specialisten werkzaam in een van de ziekhuizen bedroeg 252,1. Dit is een fractie minder dan in 2010 (253,5). Zeeland telde in 2012 in totaal 38.682 ziekenhuisopnamen. Dit is bijna 5% meer dan in 2010. Het aantal dagverplegingsdagen of deeltijdbehandelingen in de Zeeuwse ziekenhuizen bedroeg 34.042. Dit is een lichte afname in vergelijking met 2010, toen er 34.207 dagbehandelingen/deeltijdbehandelingen waren. Het totaal aantal ontslagen patiënten steeg licht. Zeeland telt momenteel 2.326 verzorgingsplaatsen en 2.388 plaatsen in verpleeghuizen. In verhouding tot de bevolking van 80 jaar en ouder telt Noord-Beveland het hoogste aantal plaatsen in verzorgingshuizen, gevolgd door Reimerswaal. Borsele en Vlissingen tellen significant minder plaatsen in verzorgingshuizen dan gemiddeld in Zeeland. Goes telt relatief het hoogste aantal verpleegplaatsen. Bijna 20.000 Zeeuwen ontvangen een geldige indicatie voor AWBZ-zorg. Ongeveer 60% van hen heeft een extramurale indicatie, ongeveer 40% een indicatie voor intramurale hulp. Als we de cijfers afzetten tegen de totale bevolking, blijkt dat van de Zeeuwse bevolking 5,2% een geldige AWBZ-indicatie hebben. Dit is wat meer het landelijk gemiddelde (4,7%) en is waarschijnlijk het gevolg van het relatief vergrijsde karakter van de provincie. In 2011 maakten 13.045 personen in Zeeland gebruik van huishoudelijke verzorging. In totaal ging het daarbij om bijna 2 miljoen uren zorg. Omgerekend betekent dit ongeveer 147 uren zorg per persoon. Dit is meer dan het landelijk gemiddelde (133 uur) en ook dit hangt waarschijnlijk samen met het relatief vergrijsde karakter van de Zeeuwse bevolking. In Tholen en Vlissingen wodt het meest gebruik gemaakt van huishoudelijke verzorging. Eén op de vijf Zeeuwen verricht mantelzorgtaken; iets meer dan in 2009. Het totaal aantal Zeeuwse jongeren in de jeugdhulpverlening is afgenomen van 3.002 (2010) tot 2.549; een daling van ongeveer 15%. In vergelijking met 2010 is het gebruik van de jeugdhulpverlening in alle regio’s afgenomen. Het totaal aantal Zeeuwse jongeren in de jeugdreclassering in Zeeland in 2010 was 266; vrijwel hetzelfde aantal als in 2012. Het aantal jongeren in de gezinsvoogdij nam daarentegen met 11% af (van 568 naar 508). Het aantal jongeren onder voogdij van jeugdbescherming steeg van 139 naar 154 (+11%).
87
Sociale Atlas Zeeland 2013
88
Sociale Atlas Zeeland 2013
10. Vrije tijd en toerisme In dit hoofdstuk worden enige cijfers gepresenteerd over de vrijetijdsbesteding van de inwoners van Zeeland. In de paragrafen 10.1 en 10.2 wordt ingegaan op het vrijwilligerswerk. In paragraaf 10.3 is aandacht voor het bezoek aan culturele voorstellingen. Lidmaatschap aan verenigingen en sportclubs staan centraal in paragraaf 10.4; het onderwerp ‘uitgaan’ in paragraaf 10.5. In paragraaf 10.6 worden enige Zeeuwse cijfers gepresenteerd over toerisme. De belangrijkste conclusies uit dit hoofdstuk worden weergegeven in paragraaf 10.7.
10.1 Vrijwilligers
Tabel 10.1: Percentage van de bevolking (16 jaar eo) dat
10.2 Vrijwilligerswerk onder jongeren
Ongeveer 1 op de 3 Zeeuwen (33%) verricht vrijwilligerswerk (tabel 10.1). Dit is iets meer dan vier jaar geleden werd gemeten (29%). In vergelijking met andere Zeeuwse gemeenten wordt in Borsele en Veere significant vaker vrijwilligerswerk verricht, zo blijkt uit tabel 10.1. In Sluis en Vlissingen wordt significant minder vaak vrijwilligerswerk verricht dan gemiddeld.
vrijwilligerswerk verricht (2013)
16 jaar e.o. Borsele
40%
Goes
36%
Hulst
34%
Kapelle
30%
Middelburg
34%
Noord-Beveland
30%
Reimerswaal
30%
Schouwen-Duiveland
34%
Sluis
29%
Terneuzen
34%
(+)
Uit cijfers van de Jeugdmonitor Zeeland uit 2011 blijkt verder dat ruim een derde van de vijftienjarige jongeren in Zeeland (36%) vrijwilligerswerk verricht (tabel 10.2). Opvallend is dat vooral in de gemeenten Sluis en Veere het percentage jeugdige vrijwilligers significant boven het Zeeuws gemiddelde ligt. In Goes en Vlissingen ligt het er significant onder.
10.3 Bezoekers culturele voorstellingen (-)
Tholen
35%
Veere
42%
(++)
Vlissingen
27%
(-)
Zeeland
33%
In de enquête Staat van Zeeland werd ook gevraagd hoe vaak mensen in de afgelopen 12 maanden in de vrije tijd een culturele voorstelling hebben bezocht. In tabel 10.3 staat een overzicht van de percentages Zeeuwen die tenminste één voorstelling hebben bezocht.
Bron: Enq. Staat van Zeeland (2013)
89
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 10.1: Vrijwilligerswerk (2013)
Bron: SCOOP, Staat van Zeeland
90
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 10.2: Percentage van de 15-jarige bevolking dat
Tabel 10.3: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
vrijwilligerswerk verricht (2011)
het afgelopen jaar minimaal één keer een
Borsele
30%
culturele voorstelling heeft bezocht (2013)
Goes
26%
(-)
Borsele
74% 81% 74%
Hulst
37%
Goes
Kapelle
36%
Hulst
Middelburg
41%
Kapelle
77% 81% 74%
Noord-Beveland
34%
Middelburg
Reimerswaal
32%
Noord-Beveland
Schouwen-Duiveland
40%
Reimerswaal
61%
Schouwen-Duiveland
75%
Sluis
79%
Sluis
43%
Terneuzen
41%
(+)
Tholen
33%
Terneuzen
75%
Veere
44%
(+)
Tholen
65%
Vlissingen
29%
(-)
Veere
81%
Zeeland
36%
Bron: Jeugdmonitor Zeeland (2011)
Vlissingen
81%
Zeeland
76%
(--)
(-)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
Uit tabel 10.3 blijkt dat in 2013 ruim driekwart van de Zeeuwen een culturele voorstelling heeft bezocht. Dit is iets meer dan vier jaar geleden (2009: 74%). Deze bezoekers kwamen significant minder vaak afkomstig uit Reimerswaal of Tholen. Tabel 10.4 geeft een overzicht van de woongemeenten van klanten van gereserveerde kaarten voor een aantal belangrijke Zeeuwse podia. Uit de cijfers uit tabel 10.4 blijkt dat de meerderheid van de klanten van het Arsenaaltheater, de Stadsschouwburg, de Zeeuwse concertzaal en het Spiegeltheater afkomstig zijn uit Middelburg of Vlissingen. De klanten van de Myrthe of ’t Beest zijn vooral afkomstig uit Goes of overig Zeeland. Opvallend is dat de Zeeuwse Concertzaal en het Arsenaaltheater veel klanten hebben die afkomstig zijn buiten Zeeland.8
10.4 Lidmaatschap verenigingen Ongeveer zes op de tien Zeeuwen van 16 jaar en ouder is lid van een vereniging, zo blijkt uit cijfers van de enquête Staat van Zeeland (tabel 10.5). Dit is duidelijk minder dan in 2009 (67%) Als we onderscheiden naar gemeente blijkt dat inwoners van de gemeenten Kapelle en Veere significant vaker dan gemiddeld lid zijn van een vereniging. In Reimerswaal, Sluis en Vlissingen is men significant minder vaak lid.
Tabel 10.4: De woongemeentes van klanten voor de locaties met meest gereserveerde kaarten (2010-2011)
Middelburg
Vlissingen
Goes
Overig Zeeland
Buiten Zeeland
totaal
Stadsschouwburg
36%
19%
11%
31%
4%
100%
Zeeuwse Concertzaal
47%
10%
7%
25%
12%
100%
Spiegeltheater
41%
18%
10%
28%
4%
100%
Arsenaaltheater
22%
35%
9%
24%
10%
100%
De Mythe
15%
12%
33%
37%
3%
100%
Podium ’t Beest
14%
8%
46%
25%
7%
100%
Bron: Theater Exploitatie Zeeland (2010-2011)
8. Het Scheldetheater in Terneuzen is buiten beschouwing gebleven omdat het op een later tijdstip is gaan deelnemen aan het online ticketsysteem en er nog onvoldoende klanten geregistreerd zijn om een vergelijking met de overige theaters te rechtvaardigen
91
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 10.2: Bezoek aan culturele Voorstellingen (2013)
Bron: SCOOP, Staat van Zeeland
92
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 10.5: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
lid is van een vereniging (2013)
% lid vereniging Borsele
60%
Goes
64%
Hulst
60%
Kapelle
67%
Middelburg
61%
Noord-Beveland
57%
Reimerswaal
54%
Schouwen-Duiveland
64%
Sluis
55%
Terneuzen
58%
Tholen
57%
Veere
71%
(++)
Vlissingen
54%
(-)
Zeeland
60%
Onder de jongeren ligt het lidmaatschap van een sportvereniging in Reimerswaal en Tholen duidelijk lager dan gemiddeld. In Veere ligt het significant hoger. Tabel 10.7: Percentage van de bevolking dat lid is van een
10 jaar
(+)
(-) (-)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
Van de Zeeuwse bevolking van 16 jaar en ouder is 3 op de 10 lid van een sportvereniging, zo blijkt uit cijfers van de enquête Staat van Zeeland (tabel 10.6). Dit is een fractie minder dan in 2009 (31%). In de gemeenten Goes, Hulst en Veere ligt het percentage significant hoger; in Reimerswaal en Sluis ligt dit aandeel significant lager. Tabel 10.6: Percentage van de bevolking dat lid is van een
sportvereniging (16 jaar eo) (2013)
16 jaar e.o. Borsele
28%
Goes
36%
(+)
Hulst
37%
(+)
Kapelle
32%
Middelburg
32%
Noord-Beveland
29%
Reimerswaal
21%
Schouwen-Duiveland
29%
Sluis
23%
Terneuzen
31%
Tholen
27%
Veere
36%
Vlissingen
28%
Zeeland
30%
sportvereniging (10 en 15-jarigen) (2010-2011)
Borsele
70%
57%
Goes
81%
62%
Hulst
80%
68%
Kapelle
72%
60%
Middelburg
75%
Noord-Beveland
84%
Reimerswaal
68%
39%
Schouwen-Duiveland
71%
62%
Sluis
75%
65%
Terneuzen
70%
64%
Tholen
52%
(--)
52%
(-)
Veere
84%
(+)
70%
(+)
Vlissingen
79%
64%
Zeeland
73%
61%
65% (+)
(-)
(+)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
In tabel 10.7 is ook het percentage leden van 10 en 15 jaar oud weergegeven. Het aandeel leden van sportverenigingen onder deze leeftijdscategorieën, vooral onder 10-jarigen, ligt duidelijk hoger dan onder de Zeeuwen van 16 jaar en ouder.
61% (--)
Bron: Jeugdmonitor Zeeland (2010/2011)
10.5 Uitgaan In de enquête Staat an Zeeland werd ook gevraagd hoe vaak mensen de afgelopen vier weken een discotheek, café, restaurant of eetcafé hebben bezocht. In tabel 10.8 een overzicht van de uitkomsten. Tabel 10.8: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
de afgelopen vier weken een uitgaansgelegen-
heid heeft bezocht (2013)
1 of 2 keer (-)
15 jaar
(+)
3 keer of vaker
Borsele
48%
Goes
44%
34%
Hulst
45%
33%
Kapelle
46%
26%
Middelburg
43%
33%
Noord-Beveland
43%
27%
Reimerswaal
50%
(++)
26%
21%
Schouwen-Duiveland
44%
30%
Sluis
45%
33%
Terneuzen
45%
32%
Tholen
45%
Veere
48%
Vlissingen
44%
31%
Zeeland
45%
30%
19% (+)
(--)
(--)
29%
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
93
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 10.9: Toerisme in Zeeland (2012)
Ned. Overnachtingen Vakanties (incl. vaste gasten)
SchouwenDuiveland
Walcheren
Bevelanden & Tholen
ZeeuwsVlaanderen
Zeeland
2.834.000
2.906.000
1.282.000
1.135.000
8.157.000
487.000
487.000
232.000
185.000
1.391.000
Ontwikkeling vakanties 2011-2012
6%
24%
-16%
-31%
-1%
Gem. verblijfsduur
5,8
6
5,6
6,3
5,9
Bestedingen p.p.p.d.
€ 24
€ 28
€ 29
€ 26
€ 27
Bron: Kenniscentrum Kusttoerisme
Driekwart van de Zeeuwen van 16 jaar en ouder gaf aan de afgelopen vier weken één of meer keren een uitgaansgelegenheid te hebben bezocht. Dit is duidelijk meer dan in 2009 (62%). Bij de categorie die 3 keer of vaker in een gelegenheid kwam, valt op dat inwoners van Reimerswaal en Tholen hier een significant lagere score behalen.
10.6 Toerisme In 2012 bezochten bijna 1,4 miljoen toeristen Zeeland. Het grootste deel daarvan, ruim 70%, vond een onderkomen op Walcheren of Schouwen-Duiveland. In vergelijking met een jaar eerder daalde het aantal vakanties dat werd doorgebracht in Zeeland met ongeveer 1%. De grootste afname tekende zich af in Zeeuws-Vlaanderen (-31%), gevolgd door de Bevelanden en Tholen (-16%). Het aantal vakanties dat werd doorgebracht op Walcheren nam daarentegen met 24% toe. Ook op Schouwen-Duiveland was lichte groei (+6%) (tabel 10.9). Toeristen overnachtten gemiddeld 5,9 dagen in Zeeland en gaven per dag gemiddeld 27 euro uit, zo blijkt uit tabel 10.8. In vergelijking met 2011 verminderde de gemiddelde verblijfsduur daarmee met bijna 20% (was 7,3 dagen). Het gemiddelde bestedingsbedrag per persoon nam echter met ongeveer 17% toe (was €23).
94
10.7 Belangrijkste conclusies -- Ongeveer 1 op de 3 Zeeuwen verricht vrijwilligerswerk. Onder jongeren ligt dit iets hoger. -- Ruim driekwart van de Zeeuwen heeft het afgelopen jaar een culturele voorstelling bezocht. Dit is iets meer dan vier jaar geleden (2009: 74%). -- De meerderheid van de klanten van het Arsenaaltheater, de Stadsschouwburg, het Spiegeltheater en de Zeeuwse concertzaal zijn afkomstig uit Middelburg of Vlissingen. De klanten van de Myrthe of ’t Beest zijn vooral afkomstig uit Goes of overig Zeeland. Opvallend is dat de Zeeuwse Concertzaal en het Arsenaaltheater veel klanten hebben die afkomstig zijn van buiten Zeeland. -- Ongeveer 6 op de 10 Zeeuwen is lid van een vereniging. Dit is duidelijk minder dan in 2009 (67%) -- Van de Zeeuwse bevolking van 16 jaar en ouder is 30% lid van een sportvereniging of -club (2009: 31%). Jongeren zijn veel vaker lid dan ouderen. -- Ongeveer driekwart van de Zeeuwen van 16 jaar en ouder gaf aan de afgelopen vier weken één of meer keer een uitgaansgelegenheid te hebben bezocht. Dit is duidelijk meer dan in 2009 (62%). -- In 2012 bezochten bijna 1,4 miljoen toeristen Zeeland. Het grootste deel daarvan, ruim 70%, vond een onderkomen op Walcheren of Schouwen-Duiveland. In vergelijking met een jaar eerder daalde het aantal vakanties dat werd doorgebracht in Zeeland met ongeveer 1%. -- Toeristen overnachtten in 2012 gemiddeld 5,9 dagen in Zeeland en gaven per dag gemiddeld 27 euro uit. In vergelijking met 2011 verminderde de gemiddelde verblijfsduur daarmee met bijna 20%. Het gemiddelde bestedingsbedrag per persoon nam echter met ongeveer 17% toe.
Sociale Atlas Zeeland 2013
11. Leefbaarheid In het door Scoop in februari 2011 uitgebrachte rapport ‘Leefbaarheid, Themarapport Staat van Zeeland’ worden vier aspecten, dimensies onderscheiden aan het begrip ‘leefbaarheid’. Bewoners ervaren hun kern als leefbaar als men tevreden is met de eigen kern als woonplaats (1), en/ of tevreden is met de kwaliteit van de bevolkingssamenstelling (2), en/of tevreden is met de kwaliteit van de woonomgeving (3), en/of tevreden is met de kwaliteit van de voorzieningen (4). In de paragrafen 11.1 t/m 11.4 worden cijfers over deze thema’s gepresenteerd uit de enquête Staat van Zeeland. In paragraaf 11.5 worden uit dezelfde bron cijfers gepresenteerd over de vraag of bewoners vinden dat hun kern of wijk vooruit of achteruit is gegaan. In paragraaf 10.6 wordt het concept ‘collectieve redzaamheid’ behandeld. In hoeverre zijn bewoners bereid samen te werken of bepaalde doelen te bereiken? Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 11.7, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat.
11.1 Tevredenheid over buurt als woonplaats In tabel 11.1 is een overzicht weergegeven van het percentage van de Zeeuwse bevolking dat tevreden is over de eigen buurt of kern als woonplaats. Hieruit blijkt dat 4 op de 5 Zeeuwen hierover tevreden is. Dit is een fractie minder dan in 2009 (82%).
Als we de cijfers nader analyseren per gemeente blijkt dat de inwoners van Kapelle en Veere significant vaker tevreden zijn dan gemiddeld. Tabel 11.1: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
tevreden is met de kern/wijk als woonplaats
(2013)
% tevreden Borsele
81%
Goes
84%
Hulst
79%
Kapelle
91%
Middelburg
80%
Noord-Beveland
79%
Reimerswaal
82%
Schouwen-Duiveland
81%
Sluis
80%
Terneuzen
76%
Tholen
76%
Veere
90%
Vlissingen
76%
Zeeland
80%
(++)
(++)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
95
Sociale Atlas Zeeland 2013
Kaart 11.1: Tevredenheid met eigen woonplaats (2013)
Bron: SCOOP, Staat van Zeeland
96
Sociale Atlas Zeeland 2013
11.2 Tevredenheid over de samenstelling van de bevolking In tabel 11.2 is een overzicht weergegeven van het percentage van de bevolking dat tevreden is met de bevolkingssamenstelling in de eigen kern/wijk. Tabel 11.2: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
Tabel 11.3: Gemiddelde waardering voor woonomgeving
in de eigen kern/wijk (bevolking 16 jaar e.o.)
op schaal 1-10
cijfer 2009 Borsele
7,1
(+)
7,0
Goes
7,1
(+)
6,9
Hulst
7,0 7,3
6,8
tevreden is met de bevolkingssamenstelling in
Kapelle
de eigen kern/wijk (2013)
Middelburg
7,0
6,7
Noord-Beveland
6,9
6,8
7,0
7,0
% tevreden
(++)
7,2
Borsele
60%
Reimerswaal
Goes
65%
Schouwen-Duiveland
6,8
6,8
Hulst
63%
Sluis
6,9
6,7
Kapelle
73%
Terneuzen
6,9
6,7
Middelburg
60%
Tholen
7,0
6,8
Noord-Beveland
53%
Veere
7,2
(+)
7,1
6,5
(--)
6,4
6,9
(++) (-)
Reimerswaal
58%
Vlissingen
Schouwen-Duiveland
62%
Zeeland
Sluis
56%
Terneuzen
57%
Tholen
57%
Veere
67%
Vlissingen
55%
Zeeland
60%
6,8
Bron: SCOOP, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2013)
(+)
Bron: SCOOP, Enquête Staat van Zeeland (2013)
Uit tabel 11.2 blijkt dat 6 op de 10 Zeeuwen tevreden is over de samenstelling van de bevolking in de eigen kern/ wijk. In 2009 was dit iets hoger: 64%. Als we de cijfers analyseren per gemeente dan blijkt dat in Kapelle en Veere het aandeel dat hierover tevreden is significant boven dit gemiddelde ligt. In de gemeente Noord-Beveland ligt het daarentegen significant onder het Zeeuwse cijfer.
11.3 Tevredenheid met kwaliteit van de woonomgeving In de enquête Sociale Staat van Zeeland werd gevraagd een rapportcijfer te geven voor verschillende onderdelen van de woonomgeving. Dit had betrekking op de gebouwen, de bestrating, de groenvoorziening, parken, fiets- en wandelpaden, het buitengebied, de verkeersveiligheid, de openbare verlichting en de geschiktheid van de omgeving om kinderen te laten opgroeien. In tabel 11.3 zijn de resultaten weergegeven van de uitkomsten.
Uit tabel 11.3 blijkt dat inwoners van Zeeland gemiddeld een ruime voldoende (6,9; 2009: 6,8) geven voor de kwaliteit van de woonomgeving. Als we de cijfers onderscheiden naar gemeente blijkt dat inwoners van Borsele, Goes, Kapelle en Veere gemiddeld een significant hoger cijfer geven dan de gemiddelde Zeeuw. Inwoners van Vlissingen waarderen hun woonomgeving echter significant lager dan gemiddeld. In vergelijking met de vorige meting, in 2009, scoren bijna alle gemeenten, met uitzondering van Reimerswaal en Schouwen-Duiveland, iets beter dan de vorige keer. De vooruitgang was het grootst in Middelburg.
11.4 Tevredenheid met de kwaliteit van de voorzieningen In de enquête Sociale Staat van Zeeland werd ook gevraagd een rapportcijfer te geven voor de in de eigen kern of wijk aanwezige voorzieningen. De gemiddelde scores zijn weergegeven in tabel 11.4.
97
Sociale Atlas Zeeland 2013
Tabel 11.4: Gemiddelde waardering voor voorzieningen
Tabel 11.5: Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat
in de eigen kern/wijk (bevolking 16 jaar e.o.)
op schaal 1-10
gegaan
vindt dat de kern/wijk vooruit of achteruit is
cijfer 2009
% vooruit
% achteruit
Borsele
6,9
7,3
Borsele
14%
14%
Goes
6,7
7,1
Goes
17%
15%
Hulst
6,6
7,2
Hulst
8%
7,7
Kapelle
18% 26%
(++)
(-)
18% 8%
Kapelle
7,6
Middelburg
6,9
7,3
Middelburg
Noord-Beveland
6,9
7,2
Noord-Beveland
11%
26%
11%
19% 25%
(+)
Reimerswaal
6,9
7,4
Schouwen-Duiveland
6,7
7,3
Schouwen-Duiveland
13%
Sluis
6,5
7,5
Sluis
23%
(+)
22%
9%
(-)
25%
Terneuzen
6,9
7,3
Terneuzen
Tholen
6,9
7,3
Tholen
13%
Veere
7,0
7,4
Veere
17% 23% 16%
Vlissingen
6,9
7,3
Vlissingen
Zeeland
6,8
7,3
Zeeland
(+)
(--)
16%
Reimerswaal
(-)
(-)
28%
(+)
13%
(-)
24% 20%
Bron: SCOOP, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2013)
Bron: SCOOP, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2013)
Uit tabel 11.4 blijkt dat de inwoners van Zeeland gemiddeld een ruime voldoende (6,8) geven als rapportcijfer-waardering voor de voorzieningen in de eigen kern of wijk. Dit is een lagere waardering als in 2009 (7,3). Als we de cijfers analyseren per gemeente valt op dat in Sluis een significant lager rapportcijfer wordt gegeven dan in Zeeland. In de gemeente Kapelle gaven respondenten gemiddeld een significant hoger cijfer dan gemiddeld in Zeeland.
Uit tabel 11.5 wordt duidelijk dat het aandeel inwoners van Zeeland dat aangeeft dat de eigen kern of wijk achteruit is gegaan (20%, 2009: 21%) duidelijk groter is dan het percentage dat van mening is dat het vooruit is gegaan (16%, 2009: 15%).
Als we gemeentelijke scores van 2013 naast die van 2009 leggen blijkt dat alle gemeenten een lagere score behaalden dan vier jaar geleden. Het verschil met 2009 is het grootst in de gemeente Sluis. Daar daalde het gemiddelde rapportcijfer van 7,5 naar 6,5.
11.5 Wijk vooruit of achteruit? Een andere indicatie van de tevredenheid over de eigen kern is het antwoord op de vraag of de eigen kern of wijk vooruit of achteruit is gegaan. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in tabel 11.5.
98
Vooral in de gemeenten Hulst, Noord-Beveland, SchouwenDuiveland, Terneuzen en Tholen is dit (negatieve) verschil opvallend groot. Andersom komt ook voor. Dit is met name het geval in Kapelle en Middelburg.
11.6 Collectieve redzaamheid In de Sociale Staat van Zeeland is het begrip collectieve red¬zaamheid gepresenteerd. Dit houdt in dat inwoners van een bepaald gebied elkaar vertrouwen en bereid zijn samen te werken om bepaalde problemen op te lossen of bepaalde doelen te bereiken. In de Sociale Staat van Zeeland is een schaal voor collectieve redzaamheid ontwikkeld. Concreet gaat het dan om het vertrouwen dat inwoners hebben dat de mensen in de eigen wijk of kern anderen zouden aanspreken op overlast en zouden ingrijpen bij overlast van jongeren, heftige woordenwisselingen, vechtpartijen, vandalisme, inbraak, huiselijk geweld, discriminatie of verloedering van tuinen. Hoge scores op deze schaal gaan samen met hoge scores op leefbaarheid.
Sociale Atlas Zeeland 2013
In tabel 11.6 is een overzicht weergegeven van de scores op de collectieve redzaamheidschaal. Tabel 11.6: Collectieve redzaamheid (bevolking 16 jaar e.o.)
laag Borsele
4%
Goes
midden
(--)
hoog
66%
30%
8%
66%
26%
Hulst
6%
71%
(+)
Kapelle
9%
61%
(-)
Middelburg
7%
67%
26%
Noord-Beveland
6%
63%
31%
(+)
31%
(+)
(-)
(-)
23%
(-)
30%
(+)
Reimerswaal
8%
60%
SchouwenDuiveland
6%
69%
25%
Sluis
10%
66%
24%
Terneuzen
8%
67%
24%
66%
(+)
Tholen
7%
Veere
6%
(-)
59%
28%
Vlissingen
12%
(++)
63%
25%
Zeeland
8%
66%
27%
(-)
35%
(++)
Bron: SCOOP, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2013)
Uit tabel 11.6 blijkt dat ruim een kwart van de inwoners van Zeeland (27%) een hoge collectieve redzaamheid in de eigen wijk of kern vertoont. Dit is duidelijk meer dan in 2009 (23%). Bijna één op de tien Zeeuwen (8%) kan ingedeeld worden in de categorie ‘lage collectieve redzaamheid’. Dit is iets meer dan in 2009 (7%). Ongeveer tweederde van de inwoners kan tussen deze beide uitersten worden ingeschaald. Als we de cijfers bekijken per gemeente blijkt dat het aandeel inwoners dat onder de categorie ‘hoge collectieve redzaamheid’ kan worden ingedeeld significant groot is in de gemeenten Borsele, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Veere. Hulst telt significant weinig inwoners die tot deze categorie behoren. Als we kijken naar de aandelen inwoners die tot de categorie met een lage zelfraadzaamheid kunnen worden gerangschikt blijkt dat dit percentage in de gemeente Vlissingen significant groter is dan gemiddeld.
11.7 Samenvattende conclusies -- 4 op de 5 Zeeuwen is tevreden met de eigen buurt of kern als woonplaats. Dit is iets minder dan in 2009 (82%) Inwoners van Kapelle en Veere zijn hierover significant vaker tevreden dan gemiddeld.
-- Ongeveer 6 op de 10 inwoners van Zeeland zijn tevreden over de samenstelling van de bevolking in de eigen kern/wijk. Dit is eveneens iets minder dan vier jaar geleden. Ook bij deze vraag lag het aandeel dat hierover tevreden is in de gemeenten Kapelle en Veere significant boven het provinciaal gemiddelde -- Inwoners van Zeeland geven gemiddeld een ruime voldoende (6,9) voor de kwaliteit van de woonomgeving. Dit is iets hoger dan bij de vorige meting (6,8). Als we de cijfers onderscheiden naar gemeente blijkt dat inwoners van Borsele, Goes, Kapelle en Veere gemiddeld een significant hoger cijfer geven dan de gemiddelde Zeeuw. Inwoners van Vlissingen waarderen hun woonomgeving echter significant lager dan gemiddeld. In vergelijking met de vorige meting scoren bijna alle gemeenten, met uitzondering van Reimerswaal en Schouwen-Duiveland, iets beter dan de vorige keer. De vooruitgang was het grootst in Middelburg. -- Inwoners van Zeeland geven gemiddeld een ruime voldoende (6,8) voor de voorzieningen in de eigen kern of wijk. Dat is een lagere waardering dan in 2009 (7,3). Als we de cijfers analyseren per gemeente valt op dat in Sluis gemiddeld een significant lager rapportcijfer wordt gegeven dan gemiddeld. In de gemeente Kapelle gaven respondenten gemiddeld een significant hoger cijfer dan gemiddeld in Zeeland. Als we de gemeentelijke cijfers leggen naast die van 2009 blijkt dat alle gemeenten een lagere score behaalden dan vier jaar geleden. -- Het aandeel dat in Zeeland aangeeft dat de eigen kern of wijk achteruit is gegaan is wat groter dan het percentage dat van mening is dat het vooruit is gegaan. Dit was ook in 2009 het geval. Vooral in de gemeenten Hulst, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland, Terneuzen en Tholen is dit (negatieve) verschil opvallend groot. Andersom komt ook voor. Dit is het geval in Kapelle en Middelburg. -- Ruim een kwart van de inwoners van Zeeland vertoont een hoge collectieve redzaamheid in de eigen wijk of kern (2009: 23%). Bijna één op de tien Zeeuwen (8%) kan ingedeeld worden in de categorie ‘lage collectieve redzaamheid’. Ongeveer tweederde van de inwoners kan tussen deze beide uitersten worden ingeschaald. Als we deze cijfers bekijken per gemeente blijkt dat het aandeel inwoners dat onder de categorie ‘hoge collectieve redzaamheid’ kan worden ingedeeld significant groot is in de gemeenten Borsele, Kapelle, NoordBeveland, Reimerswaal en Veere. Hulst telt significant weinig inwoners die tot deze categorie behoren. Vlissingen telt een significant hoog aandeel met een lage zelfredzaamheid.
99
Sociale Atlas Zeeland 2013
100