Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord
Is schoolverzuim strafbaar? Ieder kind heeft recht op onderwijs. Het biedt hen de kans om hun eigen mogelijkheden te ontdekken, te ontplooien en te gebruiken. Een goede opleiding is ook van belang voor later: Het biedt kansen op de arbeidsmarkt en op meedoen in de maatschappij. Om deze kansen te beschermen en te bevorderen is het recht op onderwijs verankerd in de Leerplichtwet. Kinderen moeten vanaf hun vijfde tot uiterlijk hun achttiende verjaardag naar school. De ouder(s)/verzorger(s) moeten ervoor zorgen dat hun kinderen bij een school staan ingeschreven en ook daadwerkelijk naar school gaan. Vanaf 12 jaar zijn jongeren ook zelf verantwoordelijk voor het volgen van onderwijs. De leerplichtwet geldt voor kinderen van 5 tot en met 16 jaar. Daarnaast geldt nog een kwalificatieplicht. Dit houdt in dat jongeren tot 18 jaar onderwijs moeten volgen tot zij een startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie is een havo-diploma, vwo-diploma of een mbo-diploma of niveau 2 of hoger. De kwalificatieplicht is bedoeld om schooluitval te voorkomen en jongeren een kans te geven op een goede baan. Het niet naleven van de leerplicht is een strafbaar feit. De leerplichtambtenaar ziet erop toe dat de Leerplichtwet nageleefd wordt door ouder(s)/verzorger(s) en jongeren. Als je veel van school wegblijft, moet je school een leerplichtambtenaar inschakelen. Die kan dan een proces-verbaal opmaken. Verzuim kan variëren van het niet ingeschreven staan bij een onderwijsinstelling (absoluut verzuim) tot spijbelgedrag (signaalverzuim) of het zonder toestemming opnemen van vrije dagen buiten de schoolvakanties om (luxe verzuim). Spijbelgedrag wordt ook wel signaalverzuim genoemd omdat het soms een uiting is van achterliggende problematiek. Hoe wordt tegen schoolverzuim opgetreden? Preventie, teruggeleiding naar school, zorg en helder handhaven staan centraal in de aanpak van schoolverzuim. Omdat er zorg is over de ontwikkeling van een kind en omdat het soms goed is een duidelijke grens te stellen, kan een strafrechtelijke actie gewenst zijn. De leerplichtambtenaar maakt dan proces-verbaal op. De jongere en zijn ouder(s)/verzorgers(s) worden uitgenodigd voor een verhoor. Wat gebeurt er tijdens een verhoor? Tijdens het verhoor probeert de leerplichtambtenaar in zijn “rol” als buitengewoon opsporingambtenaar alles te weten te komen over het schoolverzuim, ook wel het strafbare feit genoemd. De leerplichtambtenaar stelt vragen maar de verdachte hoeft hier geen antwoord op te geven. Voordat het verhoor begint moet de leerplichtambtenaar vertellen dat antwoorden niet verplicht is, dit wordt de cautie genoemd. De cautie houdt dus in dat de jongere wordt gewezen op zijn zwijgrecht. De leerplichtambtenaar schrijft alles op wat er verteld wordt. De verdachte moet dit lezen en zeggen of het klopt. Ook andere personen, zoals ouder(s)/verzorger(s) of een teamleider van school, kunnen als betrokkene verhoord worden. Al deze verhoren of verklaringen worden opgenomen in het proces-verbaal. Welke beslissingen kan de leerplichtambtenaar nemen na het verhoor? De leerplichtambtenaar kan na het verhoor verschillende beslissingen nemen: - De zaak (voorlopig) niet te melden; - De jongere voorstellen om aan een HALT-activiteit mee te doen; - Een (verkort) proces-verbaal opmaken en doorsturen naar de Officier van Justitie. Deze beslissingen neemt de leerplichtambtenaar in afstemming met en onder verantwoordelijkheid van de Officier van Justitie. Vaak is er al vooroverleg. Ook kan er vooroverleg zijn met de Raad voor de Kinderbescherming in verband met gesignaleerde achterliggende problematiek. Wat is HALT? HALT staat voor Het ALTernatief en betekent dat een jongere meedoet aan een (werk)project. Het werk wordt niet betaald en mag hooguit 20 uren in beslag nemen.
De leerplichtambtenaar kan een jongere voorstellen om mee te doen aan HALT. De jongere moet weten dat deelname niet verplicht is en wat de gevolgen zijn van niet me edoen. Als de jongere het voorstel aanneemt moet hij, en als hij jonger is dan 16 jaar ook de ouder(s) of voogd, schriftelijk met het voorstel instemmen. Wanneer de jongere het HALT-project goed heeft uitgevoerd dan wordt hij niet vervolgd. Wel wordt er een bericht gezonden naar de Officier van Justitie, de jongere en zijn ouder(s) of voogd dat de jongere het project goed heeft afgesloten. Als de jongere niet wil meedoen aan HALT of het werk niet goed gedaan heeft, maakt de leerplichtambtenaar een proces-verbaal. Dit verbaal stuurt hij op naar de Officier van Justitie. Die bekijkt dan wat er met de zaak moet gebeuren. Wanneer komt een jongere voor HALT in aanmerking? Meedoen aan HALT kan alleen bij strafbare feiten die niet zo ernstig zijn en als de jongere bekent. Voor verwijzing bij schoolverzuim geldt een onder- en een bovengrens. De ondergrens is: meerdere dagdelen verzuim of vanaf negen keer te laat komen. De ondergrens laat ruimte voor maatwerk. De bovengrens is: een week onafgebroken verzuim of maximaal tien dagen verzuim per half schooljaar. Meer verzuim betekent onherroepelijk een proces-verbaal. Een jongere mag niet deelnemen aan HALT wanneer hij eerder vanwege schoolverzuim of binnen een jaar al eens een HALT-verwijzing gekregen heeft. Wanneer maakt de leerplichtambtenaar een (verkort) proces-verbaal op? De leerplichtambtenaar maakt een proces-verbaal van het schoolverzuim als: - Het strafbaar feit niet meer HALT-waardig is (vanwege hoeveelheid schoolverzuim); - De jongere (en/of ouders of voogd) weigert mee te werken aan een HALT-afdoening; Het proces-verbaal dat de leerplichtambtenaar opmaakt wordt naar de Officier van Justitie gestuurd. Die beslist wat er met de zaak gebeurt. Wat doet de Raad voor Kinderbescherming? De leerplichtambtenaar moet elk proces-verbaal van schoolverzuim, gepleegd door een minderjarige, melden bij de Raad voor Kinderbescherming. De Raad gaat vervolgens een onderzoek uitvoeren. Een medewerker van de Raad, een raadsonderzoeker, neemt contact op met de jongere en de ouder(s)/verzorger(s) om een afspraak te maken voor een gesprek. De raadsonderzoeker wil wat meer weten over de jongere zelf: wat vindt hij van het strafbare feit, hoe gaat het op school, wat doet hij in zijn vrije tijd en of er (meer) problemen zijn. De Raadsonderzoeker geeft in dit gesprek ook uitleg over de strafrechtelijke procedure. De jongere en de ouder(s)/verzorger(s) kunnen zelf ook vragen stellen. Er wordt een voorlichtingsrapport, vaak met een strafadvies, gemaakt voor de Officier van Justitie en eventueel de kinderrechter. Aan de hand van het proces-verbaal van de leerplichtambtenaar en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming neemt de officier een beslissing over wel of niet vervolgen. Als de zaak voor de rechter komt heeft de rechter de informatie van de Raad nodig om te beoordelen welke straf voor de jongere opvoedkundig het beste is. Wat is de rol van de Officier van Justitie? De Officier van Justitie werkt voor het OM, het Openbaar Ministerie. Het OM heeft tot taak strafbare feiten op te sporen, verdachten te vervolgen en vonnissen van de rechter ten uitvoer te leggen. De Officier van Justitie is degene die een verdachte kan vervolgen en voor de rechter kan brengen. De Officier van Justitie is hiertoe niet verplicht. Hij kan bijvoorbeeld van vervolging afzien als de verdachte een voorwaarde nakomt (voorwaardelijk sepot). De officier kan – in verzuimzaken - ook beslissen een strafbeschikking uit te laten gaan. Wanneer de officier de zaak wil vervolgen en vindt dat de zaak niet voor een strafbeschikking in aanmerking komt, roept hij de jongere op om voor de rechter te verschijnen (terechtzitting). Dit hangt vooral af van de ernst van het strafbare feit en of de jongere al eerder met Justitie in aanraking is geweest. Bij een terechtzitting beslist uiteindelijk de rechter of de verdachte schuldig is, of hij straf krijgt en welke.
Voor de Officier van Justitie beslist wel of niet te gaan vervolgen kan hij besluiten met de jongere en zijn ouder(s)/verzorgers(s) in gesprek te gaan. Een ander woord hiervoor is ‘een onderhoud ten parkette’ of een ‘officiersgesprek’. Wat is een strafbeschikking? Een strafbeschikking is een vorm van strafoplegging buiten de rechter om. De Officier van Justitie legt een straf op aan de verdachte, dit doet hij door middel van een strafbeschikking. Wanneer de verdachte het niet eens is met de straf die de Officier van Justitie oplegt, dan kan hij in verzet gaan en wordt de zaak alsnog voorgelegd aan de rechter. Bij een minderjarige verdachte mag de Officier van Justitie mede de volgende straffen opleggen (door middel van een strafbeschikking): - Een taakstraf (leer- of werkstraf) van ten hoogste 60 uur; - Begeleiding door de jeugdreclassering (voor maximaal een half jaar); - Een combinatie van beiden. Wat houdt het in als de Officier van Justitie besluit de verdachte te dagvaarden? Wanneer de Officier van Justitie de jongere dagvaardt, betekent dit dat hij de verdachte vervolgt en de rechter gaat vragen een oordeel over de zaak te geven. De jongere moet op de terechtzitting verschijnen. De Officier geeft op de terechtzitting zijn mening over de vraag of de verdachte gestraft moet worden en op welke manier. Over het oordeel van de rechter heeft de officier niks te zeggen. De rechter beslist of de verdachte schuldig is, of hij straf krijgt en zo ja, welke straf. Wat is een dagvaarding? Een dagvaarding is de officiële schriftelijke mededeling aan de verdachte dat de Officier van Justitie de zaak voor de rechter brengt. Hierin wordt de verdachte opgeroepen om op terechtzitting te verschijnen en wordt hij op de hoogte gesteld van de beschuldiging. In de dagvaarding staan ondermeer: - De naam, geboortedatum en –plaats, en adres van de verdachte; - Wanneer, waar en bij welke rechter de verdachte moet verschijnen; - Waar de verdachte van beschuldigd wordt (welk strafbaar feit); Wat is een terechtzitting? De terechtzitting heet officieel het onderzoek ter terechtzitting. Tijdens de terechtzitting onderzoekt de rechter de zaak. De rechter staat niet aan de kant van de Officier van Justitie en niet aan de kant van de verdachte. De rechter is onpartijdig. De rechter geeft een oordeel over de beschuldiging. Hij doet dit aan de hand van de gegevens die hij krijgt zoals het onderzoek van de officier, de rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming en het verhoor van de verdachte. De rechter beoordeelt of de verdachte strafbaar is en of er een straf of maatregel wordt opgelegd en welke. De rechter beslist meestal meteen na het onderzoek ter terechtzitting. Een jongere is verplicht om op de terechtzitting te verschijnen. Wat houdt dit in? Een jongere is verplicht om op de terechtzitting te verschijnen. Dit staat in de dagvaarding vermeld. Het is van belang dat (een van beide) ouders ook bij deze zitting aanwezig is. Wanneer de jongere niet komt en hij heeft geen geldige reden, zal de rechter de zitting aanhouden en medebrenging gelasten. Dat betekent dat de rechter met de zitting verder gaat op een andere datum en dat de jongere op die dag door de politie naar de terechtzitting wordt gebracht. Is de jongere ondanks het bevel van medebrenging weer niet aanwezig, dan wordt er verstek verleend. Dat wil zeggen dat de zaak wordt behandeld zonder de verdachte. Wanneer een jongere wel een geldige reden heeft om niet op de zitting te verschijnen, bijvoorbeeld omdat hij in het ziekenhuis ligt, wordt de zitting aangehouden tot een andere datum en wordt geen medebrenging bevolen.
Hoe verloopt een terechtzitting? Een terechtzitting tegen een jeugdige is niet openbaar, maar vindt plaats achter gesloten deuren. De bode laat de aanwezigen de rechtszaal binnen en roept de zaak uit. Hiermee begint officieel het onderzoek ter terechtzitting. De rechter vraagt de verdachte naar zijn naam, geboortedatum, geboorteplaats en adres en zegt dat de jongere goed op moet letten, omdat het over zijn zaak gaat. De rechter deelt de verdachte mee dat hij niet tot antwoorden verplicht is, de zogenaamde cautie. Daarna krijgt de Officier van Justitie het woord. De officier draagt de zaak voor. Dat wil zeggen dat de officier vertelt waarvan de verdachte beschuldigd wordt. De rechter verhoort de verdachte. Ook de Officier van Justitie kan de verdachte vragen stellen. De ouder(s)/verzorger(s) krijgen de mogelijkheid om iets ter verdediging van hun kind naar voren te brengen. Als de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig is, vraagt de rechter de Raad om een advies en toelichting op het rapport. Ook is de leerplichtambtenaar aanwezig of kan iemand van de jeugdreclassering, een gezinsvoogd of andere hulpverlener op de zitting aanwezig zijn. De rechter kan hen informatie vragen over de begeleiding van de jongere. Aan het eind van de zitting houdt de Officier van Justitie zijn requisitoir. Dat wil zeggen dat hij zijn conclusies trekt over de zaak en een eis doet. In de eis zegt de officier wat hij vindt dat de rechter moet beslissen. Wanneer hij een straf of maatregel eist, geeft hij aan wat de hoogte van en de soort straf moet zijn. Hierop kan de verdachte (of zijn advocaat) reageren. De rechter beoordeelt vervolgens of de verdachte strafbaar is en of er een straf of maatregel wordt opgelegd en welke. Tot slot Zowel het verhoor door de leerplichtambtenaar, een HALT-afdoening, het opmaken van een procesverbaal door de leerplichtambtenaar, het raadsonderzoek, de beslissing van het OM en de uitspraak van de rechter zijn gericht op het stoppen van schoolverzuim en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Door (langdurig) schoolverzuim kan immers de ontwikkeling van het kind worden geschaad. Bij zorgelijk schoolverzuim door achterliggende problematiek kan de leerplichtambtenaar ook besluiten een zorgmelding te doen in plaats van een proces-verbaal. Na deze zorgmelding wordt door Bureau Jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming bekeken welke hulpverlening kan worden gezet.
Contactgegevens: Gemeente Dalfsen Afdeling Leerplicht Raadhuisstraat 1, Dalfsen Telefoon: 0529 - 48 83 88 Email:
[email protected]