JAARVERSLAG
13
20
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
Jaarverslag 2013
Dit jaarverslag is een uitgave van Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel administrateur Syntrus Achmea Postbus 40003, 7300 AX Apeldoorn Telefoon: 088 0084032 datum 24 juni 2014 versie 1.0 Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
1
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag van de Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel (hierna: VPTECH) over het boekjaar 2013. Dit verslag is verdeeld in het jaarverslag, de jaarrekening en overige gegevens. Eerst ziet u een overzicht van de kerncijfers van het fonds. In het eerste hoofdstuk worden onder andere de doelstelling van het fonds, het profiel van de organisatie en de samenstelling van de statutaire organen weergegeven. In het tweede hoofdstuk wordt u geïnformeerd over ontwikkelingen die in 2013 belangrijk waren voor het fonds en die het bestuur heeft besproken. Het financieel beleid is in het derde hoofdstuk beschreven. Vervolgens leest u in hoofdstuk vier welke ontwikkelingen er in het verslagjaar waren die betrekking hadden op de uitvoering van de vroegpensioenregeling. In hoofdstuk vijf doet de deelnemersraad verslag over het afgelopen jaar. In het zesde hoofdstuk leest u wat de bevindingen zijn van het verantwoordingsorgaan over het jaarverslag. In de jaarrekening worden het fondsvermogen en de mutaties daarin gedurende het jaar 2013 gepresenteerd en wordt een toelichting gegeven op de grondslagen voor de waardering en de mutaties in de beleggingsportefeuille. Ook de staat van baten en lasten wordt besproken. Onder Overige gegevens treft u tot slot de actuariële verklaring en de controleverklaring aan. Daarnaast zijn in dit hoofdstuk de gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiële gevolgen voor het fonds weergegeven. Ook in 2013 stond het onderwerp pensioen om diverse redenen – het aanhouden van de financiële crisis, de dekkingsgraad, de uitwerking van het pensioenakkoord en de invoering van de wet versterking bestuur pensioenfondsen door het kabinet – in het middelpunt van de belangstelling. De rente is in 2013 op een zeer laag niveau gebleven, maar de beleggingen rendeerden goed. Het bestuur heeft de verrichtingen van de vermogensbeheerders nauwlettend gevolgd en regelmatig de mogelijkheden besproken om enerzijds de risico’s zoveel mogelijk te beperken en anderzijds een zo hoog mogelijk beleggingsrendement te verkrijgen. In het verslagjaar heeft het bestuur zich opnieuw gebogen over de toekomst van het fonds. Enkele jaren geleden heeft het bestuur al een beleid ingezet waarbij de kosten van het fonds zo beperkt mogelijk worden gehouden. Door de steeds verder toenemende eisen die aan het besturen van een pensioenfonds worden gesteld, nemen de kosten van het in standhouden ervan toch alsmaar toe. Eind 2012 heeft het bestuur een werkgroep ingesteld die de toekomstalternatieven op een rij zet en de meest geëigende opties verder uitwerkt. Begin 2013 heeft het bestuur de mogelijkheid onderzocht om het fonds over te dragen aan een verzekeraar, maar dit leidde niet tot acceptabele uitkomsten. Vervolgens heeft het bestuur stappen gezet om de mogelijkheden van een aansluiting bij een ander fonds te onderzoeken. Gedurende 2014 wordt dit onderzoek voortgezet. In 2013 heeft het bestuur de kosten van het pensioenbeheer en vermogensbeheer verder getracht te verlagen en is het risico in de beleggingsportefeuille verder verkleind. Uitgangspunt is en blijft het belang van de deelnemers van het fonds. Het bestuur stelde het jaarverslag 2013 en de daarbij behorende staten voor DNB vast op 24 juni 2014. Het bestuur wil hierbij dank uitspreken aan iedereen, die zich in 2013 heeft ingezet voor het pensioenfonds. Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 24 juni 2014 Th. van Diem, voorzitter
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
Mevrouw N. Poelgeest, secretaris
2
Inhoud 1 1.1
Het fonds Over het fonds
7 7
1.1.1
Naam en vestigingsplaats
7
1.1.2
Doelstelling
7
1.1.3
Samenwerkende organisaties
7
1.2
Het bestuur
7
1.2.1
Samenstelling bestuur
7
1.2.2
Vergaderdata
8
Bestuurlijke commissie
8
1.2.3
1.3 1.4 1.5
Deelnemersraad en verantwoordingsorgaan De visitatiecommissie Uitbesteding
10 10 10
2
Visie, missie en strategie
13
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Verslag van het bestuur Goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance) Visitatiecommissie Financieel beleid Overige bestuursbesluiten Communicatie Kosten uitvoering pensioenregeling Belangrijke pensioenontwikkelingen Actuariële analyse Beleggingen Risicomanagement
14 14 15 16 17 19 19 21 23 23 26
4 4.1 4.2 4.3
Uitvoering van de pensioenregeling Inleiding De kenmerken van de vroegpensioenregeling Wijzigingen statuten en reglementen
28 28 28 28
5 5.1 5.2
Verantwoordingsorgaan Oordeel 2013 Reactie bestuur
29 29 32
6 6.1
Deelnemersraad Verslag
33 33
7 7.1 7.2 7.3
Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht
34 35 36 37
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
3
7.4 7.5 7.6
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2013 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2013
38 45 61
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
65 66 66 67 69
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
4
Kerncijfers (bedragen x EUR 1.000) 2013
2012
2011
2010
2009
1.930
1.930
1.990
2.089
2.240
44.864
45.475
46.693
49.509
57.192
71
85
386
1.049
353
1.642
2.153
2.158
2.324
1.758
273.367
291.419
300.362
279.724
277.807
24.603
26.228
0
0
0
Spaarfonds gemoedsbezwaarden
18
17
15
13
13
Pensioenverplichtingen voor risico deelnemers
29
26
37
32
40
321.532
333.989
298.712
294.660
286.743
108
105
99
105
103
10.524
12.336
14.715
15.257
9.826
KERNGEGEVENS (bedragen ultimo x € 1.000)
Aantallen Aantal aangesloten ondernemingen
Aantal niet actieve deelnemers
Waardeoverdrachten
Pensioengerechtigden
Bedragen Technische voorzieningen: Pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds
Overige technische voorzieningen Voorziening excassokosten
Vermogen Dekkingsgraadpercentage nominaal
Uitkeringen incl. afkoop wegens gering bedrag
Waardeoverdrachten: 0
0
0
0
1
389
664
2.575
6.555
2.605
321.401
332.916
298.000
289.043
285.942
0
0
0
0
0
Hypothecaire leningen
16.047
16.111
18.559
18.532
17.765
Aandelen
20.045
61.637
58.498
70.920
65.164
285.257
255.128
220.910
198.034
195.822
52
40
8
1.296
7.191
0
0
25
261
(859)
Inkomend Uitgaand
Totaal belegd vermogen (actuele waarde), waarvan Onroerend goed
Obligaties (incl. LDI-pools) Overige beleggingen (rekening-courant vermogensbeheer) Overige beleggingen (derivaten)
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
5
Percentages Indexatie per 1 januari Rendementspercentage
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
0
0
0
0
0
2,4
17,4
8,1
11,2
13,6
6
1
Het fonds
1.1 1.1.1
Over het fonds
Naam en vestigingsplaats
De Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel (hierna het fonds of het VPTECH) is opgericht op 13 augustus 1999 en is gevestigd in Amsterdam. De stichting is bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven onder nummer 34119468. Het fonds is een vroegpensioenfonds en is niet aangesloten bij een koepelorganisatie. De statuten zijn voor het laatst gewijzigd per 16 november 2012.
1.1.2
Doelstelling
Het doel van het fonds is om nu en in de toekomst aanspraken toe te kennen op een tijdelijk ouderdomspensioen (vroegpensioen). Om dit doel te bereiken heeft het fonds van 2000 tot 2006 premies geïnd bij de aangesloten ondernemingen en beheert en belegt het fonds de verkregen gelden.
1.1.3
Samenwerkende organisaties
De volgende organisaties benoemen leden in het bestuur van het fonds. De helft van de bestuursleden wordt benoemd door de werkgeversorganisatie: Vereniging Werkgevers Technische Groothandel (WTG) De andere helft van de bestuursleden wordt benoemd door de werknemersorganisaties: CNV Dienstenbond FNV Bondgenoten De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening
1.2 1.2.1
Het bestuur
Samenstelling bestuur
Het paritaire bestuur is op 31 december 2013 als volgt samengesteld: Leden werkgevers
Organisatie
Mevrouw C.P. Monster-
WTG
Miedema De heer Th. van Diem,
WTG
voorzitter De heer H.C. Mol
WTG
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
7
Leden werknemers
Organisatie
Mevrouw L.I. Kleijer-Blok
FNV Bondgenoten
Mevrouw N. Poelgeest,
CNV Dienstenbond
secretaris de heer C.J.M. de Wit
zetel van De Unie
Het verheugt het bestuur te kunnen melden dat het bestuur gedurende het jaar 2013 voltallig is geweest. Het bestuur heeft, met instemming van De Unie, een kandidaat gezocht voor de zetel die vacant was, met als resultaat dat de heer C.J.M. de Wit is benoemd. Mevrouw I. van Duijn-Pennenburg is op 1 januari 2013 afgetreden als bestuurslid namens FNV Bondgenoten en is opgevolgd door mevrouw L.I. Kleijer-Blok. De benoemingen van de heer C.J.M. de Wit en mevrouw L.I. Kleijer-Blok zijn door DNB in 2013 goedgekeurd. De werkgevers- en werknemersleden in het dagelijks bestuur fungeren per kalenderjaar beurtelings als voorzitter en secretaris van het bestuur. In 2012 was de heer Th. Van Diem voorzitter met als gevolg dat in 2013 volgens dat gebruik de werknemersvertegenwoordiger in het dagelijks bestuur de rol van voorzitter zou behartigen. Door het vertrek van mevrouw Van Duijn-Pennenburg heeft het bestuur vanuit continuïteitsoverwegingen hiervan afgeweken door de heer Van Diem ook voor het jaar 2013 als voorzitter te benoemen. Het dagelijks bestuur, voorzitter en secretaris, vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte. Het bestuur is belast met de leiding, het algemene beleid en het beheer van het fonds. Er is geen rooster van aftreden. De bestuursleden worden voor onbepaalde tijd benoemd. Door de inwerkingtreding van de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen zal het bestuur in 2014 wel een rooster van aftreden opstellen en zittingstermijnen vasstellen. Het bestuur heeft verder in 2013 besloten om zich te laten bijstaan door een directeur bestuursbureau. Hiervoor is per 1 augustus 2013 de heer J. Suarez Menendez aangetrokken.
1.2.2
Vergaderdata
Het bestuur heeft in 2013 veertien keer vergaderd.
1.2.3
Bestuurlijke commissie
In verband met toenemende complexiteit en de vele taken van het bestuur heeft het fonds een aantal bestuurlijke commissies ingesteld. Deze commissies doen voorbereidend werk in kwesties waarover het bestuur een besluit moet nemen. Zij kunnen in de voorbereidingsfase dieper ingaan op de achtergronden en consequenties van te nemen beleidsbeslissingen. Tevens kan voor verdere uitvoering van besluiten een specifiek mandaat aan de commissies worden verleend. De leden van de bestuurlijke commissies kunnen zich laten bijstaan door externe deskundigen. Beleggingsadviescommissie Zoals reeds vermeld in het jaarverslag van 2012 heeft het bestuur in 2012 besloten de werkzaamheden van deze commissie op te schorten. Voor het fonds betekenen de beleggingsopbrengsten de enige bron van inkomsten. Het vermogensbeheer en het beleggingsbeleid zijn daarmee van eminent belang voor het fonds. Het bestuur is dan ook van oordeel dat alle discussies op dit gebied door het volledige bestuur gevoerd en de besluitvorming door het volledige bestuur gedragen dient te worden. In 2013 waren de volgende bestuurlijke commissies werkzaam.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
8
Jaarwerkcommissie De jaarwerkcommissie ziet erop toe dat het jaarverslag tijdig aan het bestuur wordt voorgelegd. De werkgroep heeft het jaarverslag voorbereid, begeleidt de totstandkoming van het jaarverslag en bespreekt het concept jaarverslag met Syntrus Achmea, de actuaris en de externe accountant. Daarnaast adviseert de werkgroep het bestuur over het vaststellen van het jaarverslag. De werkgroep heeft na afloop het proces geëvalueerd. In het bestuur is vastgesteld dat het jaarwerkproces een goedlopend proces is. We verwachten dat dit ook voor 2013 zal gelden. De werkgroep jaarwerk is in het verslagjaar twee keer bijeen geweest. De werkgroep jaarwerk bestond op 31 december 2013 uit de volgende personen: De heer Th. van Diem, voorzitter bestuur De heer H.C. Mol, bestuurslid De heer J. Suarez Menendez, neemt deel als adviseur. Crisiscommissie Het bestuur heeft een crisiscommissie ingesteld, bestaande uit de voorzitter en secretaris van het bestuur. De commissie adviseert het bestuur in een crisissituatie over op korte termijn te nemen (nood)maatregelen als omschreven in het financieel crisisplan van het fonds. De crisiscommissie bestond op 31 december 2013 uit de volgende personen: De heer Th. van Diem, voorzitter bestuur Mevrouw N. Poelgeest, secretaris bestuur De heer J. Suarez Menendez, neemt deel als adviseur. Commissie van Advies De Commissie van Advies treedt op als geschillencommissie ingeval een deelnemer het niet eens is met een beslissing van het bestuur. Het kan hierbij gaan om beslissingen inzake toelating, uitkering of het vervallen van deelnemerschap. Beroep is ook mogelijk, indien de deelnemer meent dat hij op een of andere wijze benadeeld wordt door een genomen beslissing. Lid werkgevers: R. Höppener Lid werknemers: Mw. J.A.M. Bergervoet Onafhankelijk lid: Mr. P.L.J. Bosch, voorzitter In het jaar 2013 heeft één deelnemer zich met een bezwaar tegen een beslissing van het fonds tot de Commissie van Advies gericht. Op 13 april 2013 vond de hoorzitting plaats inzake een pensioengerechtigde die zich op het standpunt stelde benadeeld te zijn door de korting op zijn WW-uitkering als gevolg van zijn ingegane vroegpensioen. De commissie oordeelde dat het fonds juist en conform het reglement gehandeld heeft en zag niet in op welke wijze dit anders had gekund.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
9
1.3
Deelnemersraad en verantwoordingsorgaan
De deelnemersraad is per 31 december 2013 als volgt samengesteld: H. Brugman (FNV Bondgenoten), F.A. Koolbergen (De Unie) S. van Hemert (FNV Bondgenoten). Het verantwoordingsorgaan bestaat uit de leden van de deelnemersraad, alsmede twee leden van werkgeverszijde: R. Kluft (WTG), A. Uithol (WTG). De leden van deze beide organen hebben de afspraak gemaakt om als één gezamenlijk orgaan (DRVO) op te treden, waarbij onderkend wordt dat de functies van de twee organen van een ander karakter zijn. Het bestuur heeft ingestemd met deze gedragslijn. De leden van zowel de deelnemersraad als het verantwoordingsorgaan worden voor een periode van vier jaar benoemd. De heer Pol heeft besloten om zich na afloop van zijn zittingsperiode zich niet meer herkiesbaar te stellen en is per 1 februari 2013 afgetreden. De DRVO vergaderde in 2013 vier keer. Daarnaast heeft zij ook 1,5 studiedagen gevolgd.
1.4
De visitatiecommissie
Het bestuur heeft als vorm van intern toezicht gekozen voor het inschakelen van een visitatiecommissie. Eens per drie jaar geeft het bestuur onafhankelijke deskundigen opdracht om het functioneren van (het bestuur van) het fonds kritisch te bezien. De visitatiecommissie beoordeelt in ieder geval de volgende zaken: beleids- en bestuursprocedures en -processen en het systeem van controle en daarmee samenhangende maatregelen binnen het fonds. In 2013 heeft geen visitatie plaatsgevonden. De laatste visitatie vond plaats in 2012.
1.5
Uitbesteding
Het bestuur is verantwoordelijk voor het beleid en voor de uitvoering van de vroegpensioenregeling. Het bestuur heeft het pensioenbeheer en het vermogensbeheer uitbesteed aan uitvoeringsorganisaties. Pensioenbeheer Het bestuur heeft in 2013 met meerdere partijen onderhandelingen gevoerd voor de uitvoering van de pensioenadministratie vanaf 2014. Uiteindelijk heeft het bestuur een nieuwe overeenkomst voor onbepaalde tijd gesloten met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. In een afzonderlijke overeenkomst zijn afspraken vastgelegd over de kwaliteit van de dienstverlening. Syntrus Achmea rapporteert elk kwartaal over de realisatie van de afspraken. Vermogensbeheer Voor de uitvoering van het vermogensbeheer heeft het bestuur met F&C Nederland B.V. een overeenkomst gesloten voor onbepaalde tijd, met een opzegtermijn van 12 maanden. F&C rapporteert maandelijks over de resultaten van de beleggingen. Het bestuur heeft deze overeenkomst per 1 januari 2014 ingrijpend gewijzigd in verband met het gewijzigde beleggingsbeleid.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
10
Het bestuur heeft ten behoeve van de hypothekenportefeuille van het fonds een overeenkomst gesloten met Syntrus Achmea Vastgoed BV voor de periode van 2009 tot 2014. Syntrus Achmea Vastgoed rapporteert eveneens maandelijks over de resultaten. De positie in het particuliere hypothekenfonds is begin januari 2014 verkocht, waardoor alleen de positie in het zakelijke hypothekenfonds resteert. Bewaarneming Voor de bewaarneming van de nieuwe portefeuille staatsobligaties, per 4 december 2013, heeft het bestuur een overeenkomst gesloten met Kas Bank N.V. waarbij deze is aangesteld als custodian. Kas Bank rapporteert maandelijks over de resultaten van de portefeuille. In overeenkomsten zijn de activiteiten van de vermogensbeheerders en custodian vastgelegd.
Uitvoeringsorganisaties Administratie en bestuursondersteuning Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Rijnzathe 10 3454 PV De Meern Vermogensbeheer F&C Nederland B.V. Jachthavenweg 109k 1081 KM Amsterdam Syntrus Achmea Real Estate & Finance Gatwickstraat 1 1043 GK Amsterdam Custodian Kas Bank N.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam Adviseurs Beleggingsadviseur Montae Bestuurscentrum B.V. Mevrouw N. Houwaart Verrijn Stuartlaan 1F 2288 EK Rijswijk Sprenkels & Verschuren De heer ir. R. van Asselt Haaksbergweg 13 1101 BP Amsterdam Accountant PricewaterhouseCoopersAccountants N.V.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
11
De heer drs. H.C. van der Rijst RA Thomas R. Malthusstraat 5 1066 JR Amsterdam Adviserend actuaris Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. De heer W. van Straten AAG Rijnzathe 10 3454 PV De Meern Certificerend actuaris Triple A - Risk Finance Certification De heer drs. P.H.A. Heesterbeek AAG Hoogoorddreef 7 1101 BA Amsterdam Compliance officer KPMG Integrity & Investigation Services De heer M. van Rossum Laan van Langerhuize 1 1186 DS Amstelveen
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
12
2
Visie, missie en strategie
Toekomstvisie Om een zo verantwoord mogelijk beleid te kunnen voeren is het bestuur al in 2009 gestart met het uitvoeren van een onderzoek naar de toekomstmogelijkheden van het fonds. Toentertijd werd besloten vooralsnog door te gaan als zelfstandig fonds, waarbij de nadruk zou worden gelegd op kostenreductie en verbetering van rendementen. Omdat de bestuurlijke kosten eerder hoger dan lager zullen worden en het vermogen alleen maar afneemt is nader onderzoek naar alternatieven voor de huidige structuur eind 2012 weer in gang gezet. Die alternatieven zijn: de vroegpensioenaanspraken onder te brengen bij een verzekeraar of aansluiting te zoeken bij een ander fonds. Het bestuur heeft een stappenplan opgesteld om een mogelijke overdracht te kunnen realiseren. Begin 2013 is de mogelijkheid tot overdracht aan een verzekeraar onderzocht, maar dit heeft geen acceptabele uitkomsten opgeleverd. Uit de verzekeringsmarkt kwam slechts één reële offerte op tafel en dit aanbod was zo mager dat de kans voor deelnemers om in de toekomst nog enige indexatie te kunnen ontvangen voorgoed verleden tijd was. Vervolgens zijn in de 2e helft van 2013 de eerste verkenningen gedaan van de mogelijkheid om aan te sluiten bij andere pensioenfondsen. Hierbij toetst het bestuur kritisch of en hoe een aansluiting in het belang is van de deelnemers. Het bestuur hanteert hierbij criteria ten aanzien van kosten, indexatiekansen en zekerheid en continuïteit voor de korte- en lange termijn. Naar verwachting kunnen in 2014, dan wel 2015 concrete besluiten genomen worden. Missie en strategie Tijdens de op 14 december 2012 gehouden zelfevaluatie heeft het bestuur nogmaals bevestigd dat de missie is en blijft het binnen de beperkingen, waarmee een gesloten fonds te maken heeft, zo goed mogelijk waarborgen van de aanspraken van de deelnemers. Aangezien de beleggingen de enige bron van inkomsten zijn zal deze missie in het strategisch beleggingsbeleid zijn uitwerking moeten vinden. Gedurende 2013 heeft VPTECH een enquête gehouden onder de deelnemers naar de risicobereidheid van de deelnemers. In de tweede helft van 2013 heeft het bestuur de beleggingsstrategie herijkt op de realisatie van deze missie en de uitkomsten van de enquête, hierop heeft het bestuur besloten om het beleggingsbeleid aan te passen. Eind 2013 is hier invulling aan gegeven middels het inrichten van een volledige match van alle toekomstige kasstromen door middel van een portefeuille van staatsobligaties van Eurolanden met een hoge creditrating.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
13
3
Verslag van het bestuur
In het verslagjaar kwam het bestuur 14 maal in vergadering bijeen. In dit hoofdstuk wordt een aantal gebeurtenissen en besluiten van het bestuur kort weergegeven.
3.1
Goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance)
In de afgelopen jaren zijn steeds meer richtlijnen en regels opgesteld om het bestuur te ondersteunen bij goed bestuur. Zo heeft de Stichting van de Arbeid (STAR) samen met de Pensioenfederatie in 2013 de ‘Code Pensioenfondsen’ gepubliceerd, welke de eerder door de STAR gepubliceerde ‘principes voor goed pensioenfondsbestuur’ vervangt, en is de code Tabaksblat van belang voor het beleggingsbeleid. Deze richtlijnen bieden kaders voor zorgvuldig bestuur, intern toezicht, verantwoording, deskundigheid, openheid en communicatie. Het bestuur heeft een transparantiedocument opgesteld waarin de gemaakte keuzes en het beleid voor goed pensioenfondsbestuur zijn vastgelegd. Nieuwe regels voor governance en medezeggenschap Het kabinet heeft de regels over governance en medezeggenschap voor pensioenfondsen integraal herzien. De Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen (WVBP) is breder en heeft de wet over pensioengerechtigden in het bestuur van pensioenfondsen vervangen. Pensioengerechtigden krijgen het recht om mee te besturen bij bedrijfstakpensioenfondsen en besturen moeten kiezen uit een van de voorgeschreven bestuursmodellen. Pensioenfondsen hebben vervolgens tot 1 juli 2014 de tijd om aan de wet te voldoen. Het bestuur heeft gekozen voor het paritaire model, waarbij één zetel beschikbaar komt voor de vroegpensioengerechtigden en geen onafhankelijken worden toegevoegd. De deelnemersraad en de visitatiecommissie verdwijnen, maar het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht zullen het intern toezicht invullen in de nieuwe opzet. Het bestuur heeft de implementatie gepland op 1 juli 2014. Deskundigheidsbevordering Op 1 januari 2011 is de Beleidsregel deskundigheid 2011 van DNB en de AFM in werking getreden in 2012 is deze opgevolgd door de Beleidsregel geschiktheid. De benoemende organisaties dienen competente en deskundige bestuursleden voor te dragen. Het bestuur heeft een functieprofiel en een bestuurdersprofiel opgesteld dat voorafgaand aan de benoeming naar de benoemende organisatie wordt gestuurd. Aan de hand van scores dient door de benoemende organisatie te worden aangegeven of de beoogde opvolger aan het functieprofiel voldoet. De score en de motivering geven VPTECH een beeld van de beoogd opvolger en biedt haar de mogelijkheid om een oordeel te geven of de persoon al dan niet past of opleiding behoeft. De deskundigheid van de bestuursleden wordt jaarlijks op de volgende aandachtsgebieden via een self-assessment getoetst: 1.
Het besturen van een organisatie
2.
Relevante wet- en regelgeving
3.
Pensioenregelingen en pensioensoorten
4
Financiële aspecten (vermogensbeheer, actuariële aspecten)
5.
Administratieve organisatie en interne controle
6.
Uitbesteden van werkzaamheden
7.
Communicatie
De uitkomsten zijn vastgelegd in de deskundigheidsmatrix.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
14
Het bestuur hanteert als uitgangspunt dat per onderwerp ten minste twee bestuursleden voldoende deskundig zijn. Het bestuur heeft in 2012 bij AON Hewitt een Deskundigheidstoets niveau 2 verricht. In 2013 zijn samen met Montae en F&C Studiedagen gevolgd over beleggingsstrategie en diverse beleggingsproducten. Zelfevaluatie Het bestuur heeft een procedure vastgesteld voor een periodieke zelfevaluatie. Het gaat om het functioneren van het bestuur als geheel en van de individuele bestuursleden afzonderlijk. Doel van de zelfevaluatie is de kwaliteit van het bestuur in stand te houden en daar waar nodig te verbeteren. Het bestuur houdt ieder jaar een zelfevaluatie. Het bestuur heeft op 17 december 2013 een zelfevaluatie gedaan Hierbij is tevens de portefeuilleverdeling en taakvervulling tegen het licht gehouden. Hieruit heeft het bestuur de conclusie getrokken dat het goed is te spreken van aandachtsgebieden en een taakverdeling, maar niet de term portefeuillehouder te hanteren omdat dit naar de mening van het bestuur de gezamenlijke verantwoordelijkheid van het volledige bestuur voor alle aandachtsgebieden niet reflecteert. Per 2014 heeft het bestuur de volgende taakverdeling vastgesteld: - Jaarwerk en AO/IC, de heer Th. van Diem (tekst) en de heer H.C. Mol (cijfermatig) - Uitbesteding, mevrouw N. Poelgeest - Toekomst, mevrouw C.P. Monster-Miedema - Vermogensbeheer, de heer C.J.M. de Wit - Risicomanagement, de heer Th. van Diem - Communicatie, mevrouw L.I. Kleijer-Blok De bestuursleden kunnen desgewenst bij bepaalde onderwerpen andere bestuursleden of externe adviseurs aantrekken. Gedragscode VPTECH heeft een gedragscode. Deze gedragscode maakt deel uit van het gevoerde integriteitbeleid. De gedragscode geeft regels en richtlijnen voor alle bestuursleden: -
ter voorkoming van verstrengeling van belangen;
-
ter vermijding van verspreiding en misbruik van vertrouwelijke informatie;
-
ter voorkoming van koersmanipulatie.
De externe compliance officer, KPMG, ziet er op toe dat een ieder handelt conform de gedragscode. Het bestuur heeft bevestigd dat er binnen het bestuur geen sprake is van insiders en dat zaken die onder de meldingsplicht of toestemming vallen worden gemeld aan de compliance officer respectievelijk aan voorzitter en secretaris. Geen van de bestuursleden heeft een nevenfunctie die mogelijk zou kunnen conflicteren met het bestuurslidmaatschap. Jaarlijks rapporteert de compliance officer over de uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de compliance functie. De rapportage over 2012 is in de bestuursvergadering van 10 april 2013 behandeld. De rapportage van 2013 is in de bestuursvergadering van 22 april 2014 behandeld. De compliance officer heeft geen overtredingen geconstateerd en het bestuur heeft conform de gedragscode gehandeld.
3.2
Visitatiecommissie
In 2013 heeft geen visitatie plaatsgevonden. In het kader van de WVBP zal vanaf 1 juli 2014 de raad van toezicht door het bestuur worden aangesteld in plaats van een visitatiecommissie. De raad van toezicht is een permanent orgaan van het fonds en niet op ad hoc basis actief zoals de visitatiecommissie.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
15
3.3
Financieel beleid
Herstelplan Vanwege de ontstane situatie van onderdekking heeft het bestuur van de VPTECH in het eerste kwartaal van 2009 zowel een korte- als een langetermijnherstelplan opgesteld en ingediend bij DNB. Nadat het bestuur in de verplichtingen van het pensioenfonds een afdoende voorziening had opgenomen voor de toekomstige kosten van uitvoering van de regeling, heeft DNB de herstelplannen in december 2009 goedgekeurd. Het fonds evalueert aan het einde van elk boekjaar zijn herstelplan om vast te stellen of het herstel van het fonds verloopt volgens het ingediende plan. Evaluatie herstelpan 2013 Het bestuur heeft het herstelplan opnieuw geëvalueerd en de evaluatie ingediend bij DNB. De conclusie van de evaluatie is dat het VPTECH ultimo 2013 uit de situatie van reservetekort is. Het herstel is voorspoedig verlopen. De dekkingsgraad ultimo 2013 van 107,9% ligt boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104%. DNB heeft inmiddels in 2014 laten weten dat het kortetermijnherstelplan als beëindigd kan worden beschouwd. Dit betekent dat VPTECH per 1 april 2014 de aanspraken niet hoeft te korten. De financiële ruimte is ultimo 2013 echter niet voldoende om in 2014 toeslag te verlenen. Crisisplan Het financieel crisisplan geeft een beschrijving van maatregelen die een fonds op korte termijn zou kunnen inzetten indien de dekkingsgraad zich bevindt op of zich snel beweegt richting kritische waarden, waardoor het realiseren van de doelstelling van het pensioenfonds in gevaar komt. VPTECH heeft vóór 1 mei 2012 het financieel crisisplan opgesteld en ingediend bij DNB, na positief advies van de deelnemersraad. Het bestuur heeft een crisiscommissie ingesteld, die bij het voordoen van een crisis meteen bij elkaar komt. Gedurende 2013 heeft zich geen crisis voorgedaan. Alhoewel er in juli door de verschillen in de dagkoersen, waar de vastrentende waarden in de beleggingsportefeuille mee worden gewaardeerd, en de driemaandsmiddeling in de discontocurve, die wordt gebruikt om de verplichtingen te waarderen, het wel even leek alsof er een crisissituatie ontstond. Een nadere analyse leidde echter tot de conclusie dat dit te wijten was aan het voornoemde verschil van waarderingsmethodes. Van een crisissituatie was dan ook geen sprake. Financiële rapportage Het bestuur ontvangt ieder kwartaal de financiële rapportage van VPTECH. Deze rapportages worden uitgebreid in de bestuursvergaderingen toegelicht en besproken. In de financiële rapportage zijn een verkorte balans, de verkorte baten en lasten en een specificatie van de pensioenbeheerkosten opgenomen. Met deze rapportage heeft het bestuur direct inzicht in de beheersbare kosten van VPTECH die afgezet worden tegen een jaarlijks vastgesteld budget. Actuariële en bedrijfstechnische nota Het bestuur heeft haar beleid verwoord in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het bestuur heeft de ABTN eind 2013 aangepast in verband met het gewijzigde beleggingsbeleid. Aanpassen kostenvoorziening VPTECH is een gesloten fonds. De kostenvoorziening is een belangrijk uitgangspunt. De kostenvoorziening zal minimaal gelijk zijn aan 9% van de netto voorziening pensioenverplichtingen. De certificerende actuaris heeft het bestuur geadviseerd om jaarlijks de hoogte van de kostenvoorziening te herijken, aangezien VPTECH geen premie-inkomsten heeft en daardoor een goede inschatting van de kostenvoorziening uitermate belangrijk is. Het bestuur onderkent dit advies en heeft in 2013 haar beleid hierop aangepast in de ABTN. De voorziening is door het bestuur herijkt in 2013 en ongewijzigd op 9% vastgesteld, deze zal in 2014 opnieuw herijkt worden.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
16
Vaststelling jaarverslag 2012 Het bestuur heeft in de vergadering van 10 juni 2013 de jaarrekening van VPTECH over het jaar 2012 goedgekeurd en vastgesteld en de verslagstaten vóór 1 juli 2013 bij DNB gedeponeerd, zoals ook vereist. Continuïteitsanalyse en ALM-studie Het bestuur heeft in 2013 een ALM-studie laten verrichten. Aanleiding hiervoor was de uitkomst van de herijking van de strategie van het fonds. De ALM uitkomsten onderbouwden het idee van het bestuur om de kasstromen van de verplichtingen volledig te matchen met staatsobligaties. De ALM-studie laat zien dat hiermee de zekerheid voor de deelnemers over het verkrijgen van hun opgebouwde rechten groter word doordat er minder beleggingsrisico’s worden genomen. De andere kant van dit verhaal is wel dat de indexatiekansen klein zijn. De ALM-studie onderschrijft dat de strategie goed aansluit op de missie van het fonds. Aanpassing sterftegrondslagen In 2013 hebben zich geen nieuwe aanpassingen van de sterftegrondslagen voorgedaan. Premiebeleid VPTECH heft geen premie meer voor de uitvoering van de regeling. Dit betekent dat er geen sprake is van feitelijke, gedempte kostendekkende en kostendekkende premie. Aanwijzingen DNB VPTECH heeft in verslag jaar geen aanwijzingen of boetes gekregen van DNB.
3.4
Overige bestuursbesluiten
Onderzoek naar mogelijkheden tot overdracht aan een verzekeraar Het bestuur heeft in de eerste helft van 2013 onder begeleiding van AON Hewitt een onderzoek gedaan naar de verzekeringsmarkt. Verzekeraars zijn benaderd voor het uitbrengen van offertes, maar de opbrengst was zeer schaars. De enige offerte die was overgebleven was echter niet aantrekkelijk voor de deelnemers. Het bestuur heeft hierop besloten om een overgang naar een verzekeraar op korte termijn als optie uit te sluiten. Met deze conclusie heeft het bestuur vervolgens stappen gezet in de scenario’s zelf uitmanagen van het contract en aansluiten bij een ander pensioenfonds. Het bestuur heeft begin 2013 met zowel Syntrus voor de bestuursondersteuning als met Montae over het beleggingsadvies evaluatie gesprekken gevoerd om daarmee de kwaliteit van het functioneren verder te verbeteren. Aantrekken directeur bestuursbureau Met de wetenschap dat een overdracht op korte termijn naar een verzekeraar geen optie was stond het bestuur voor de taak om het scenario aansluiten bij een ander fonds nader uit te werken en zich zo goed mogelijk voor te bereiden indien dit ook tot niets leidt. Daarnaast moest in 2013 ook onderhandeld over nieuwe uitbestedingsovereenkomsten voor pensioenbeheer en vermogensbeheer omdat deze door het bestuur waren opgezegd per 1 januari 2014. Om hier goed bij ondersteund te kunnen worden heeft het bestuur besloten om een directeur aan te trekken die volledig beschikbaar is voor het bestuur. Tevens was het wenselijk om een aantal taken die door de bestuursondersteuning van Syntrus Achmea werden uitgevoerd over te dragen aan een directeur bestuursbureau. Met ingang van 1 augustus 2013 is een directeur aangesteld voor een periode van 2 jaar.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
17
Onderzoek naar risicobereidheid deelnemers Na het onderzoek van de verzekeringsoptie heeft het bestuur vervolgens besloten om een enquête te houden onder de deelnemers om de risicobereidheid van de deelnemers te meten. Hier kwam uit naar voren dat de deelnemers behoefte hebben aan zekerheid omtrent de opgebouwde rechten, driekwart van de ondervraagden gaf aan indexatie van de rechten wenselijk te vinden, maar vrijwel geen deelnemers waren bereid om additioneel beleggingsrisico te dragen om dit mogelijk te maken. In september heeft het bestuur met de uitkomsten van deze enquête en rekening houdend met het specifieke karakter van het fonds de beleggingstrategie uitgebreid en kritisch tegen het licht gehouden om te bezien of en hoe het beleid nog beter aan kan sluiten op de missie van het fonds, de risicobereidheid van de deelnemers en de karakteristieke eigenschappen van VPTech. Dit heeft het bestuur er toe gebracht om over te gaan op een strategisch beleid dat minder neerwaarts risico heeft en dus meer zekerheid biedt voor de deelnemers over de opgebouwde rechten door een volledige match van alle toekomstige kasstromen in te richten en daarvoor de beleggingsportefeuille ingrijpend te wijzigen. Uitbesteding Het bestuur heeft begin 2013 met zowel Syntrus voor de bestuursondersteuning als met Montae over het beleggingsadvies evaluatie gesprekken gevoerd om daarmee de kwaliteit van het functioneren verder te verbeteren. Het contract met Syntrus Achmea liep af per ultimo 2013. Conform het uitbestedingsbeleid van het fonds zijn voor de uitbesteding van het pensioenbeheer vanaf 2014, meerdere partijen benaderd en vervolgens onderhandelingen gevoerd met drie uitvoeringsorganisaties. Uiteindelijk had Syntrus Achmea naar de mening van het bestuur het beste aanbod en is het bestuur met Syntrus Achmea een nieuw contract aangegaan voor onbepaalde tijd, maar wel met duidelijke prijsafspraken voor de periode 2014 t/m 2018. Het contract met F&C is door het bestuur opgezegd per ultimo 2013. Voor de uitbesteding van het vermogensbeheer vanaf 2014 zijn initieel onderhandelingen gevoerd met een viertal partijen. Toen echter bij de invulling van de portefeuille het beleggingsbeleid zodanig werd vereenvoudigd, drong zich de vraag op of een fiduciair manager voor deze portefeuille vanuit het oogpunt van kosten/baten nog wel te rechtvaardigen was. Dit heeft er toe geleid dat het bestuur er voor heeft gekozen om zonder fiduciair manager verder te gaan. De portefeuille bestaat sinds 4 december hoofdzakelijk uit 25 staatsleningen van hoogwaardige eurolanden. Deze portefeuille is in bewaarneming gegeven aan Kas Bank. Daarnaast heeft het bestuur nog een deel belegd in de hypothekenfondsen van Syntrus Achmea Real Estate en Finance en het wereldwijde aandelenfonds van F&C. Ter ondersteuning van het bestuur bij de selectie van staatsobligaties is Sprenkels en Verschuren als beleggingsadviseur aangetrokken. Montae heeft zelf te kennen gegeven niet te adviseren over dergelijke zaken dus heeft het bestuur Montae bedankt voor al haar diensten gedurende de afgelopen jaren en afscheid genomen van Montae als beleggingsadviseur. ISAE3402 rapportage Syntrus Achmea Syntrus Achmea ondersteunt het bestuur met adviezen en rapportages. Syntrus Achmea beschikt over een ISAE 3402 verklaring type II (ISAE betekent International Standard on Assurance Engagements). Deze verklaring waarborgt dat de bedrijfsprocessen en de daarin opgenomen interne controles in opzet en bestaan adequaat zijn (type I) en de werking van de processen zijn getoetst gedurende een periode van minimaal zes maanden (type II). De ISAE 3402-audit wordt ieder jaar herhaald. Uitbesteding bedrijfsprocessen Het bestuur heeft de uitgangspunten van het uitbestedingsbeleid vastgesteld. Bij toekomstige uitbestedingen zal aan de hand van een checklist worden bepaald of aan de uitbestedingseisen van het bestuur wordt voldaan.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
18
Migratie naar een nieuw administratiesysteem In 2013 is overgegaan op een ander administratiesysteem. Het bestuur is actief betrokken geweest in het migratietraject door deelname van een afvaardiging van het bestuur in een stuurgroep. Het bestuur heeft zich in het migratietraject laten adviseren door de heer Smolenaers van Sprenkels & Verschuren. De stuurgroep kwam op 17 december 2012 voor het eerst bijeen. De stuurgroep heeft periodiek terugkoppeling gegeven aan het bestuur. Het bestuur heeft op kosten van Syntrus een extra controle laten verrichten door een externe accountant. De migratie is naar het oordeel van het bestuur ordentelijk verlopen. SLA-rapportages Het bestuur beoordeelt elk kwartaal de SLA-rapportages teneinde na te gaan of de gemaakte afspraken door zowel de administrateur als de vermogensbeheerder worden nagekomen. Eventuele afwijkingen van de afspraken moeten worden toegelicht en waar nodig worden aanvullende afspraken gemaakt om herhaling te voorkomen.
3.5
Communicatie
Communicatiebeleidsplan en -jaarplan In 2013 is het communicatiebeleidsplan 2013-2016 vastgesteld. Daarnaast heeft het bestuur het communicatiejaarplan voor 2013 opgesteld. Het verantwoordingsorgaan heeft positief geadviseerd over het communicatiebeleidsplan 20132016 en het communicatiejaarplan. Het communicatiebeleidsplan beschrijft de visie en ambitie van het VPTECH op het gebied van communicatie. VPTECH wil graag het bewustzijn en de betrokkenheid rondom het pensioen en de regeling bij de deelnemers vergroten, doch meent ook dat kosten en opbrengsten in evenwicht moeten blijven. Veel communicatie blijft dan ook via de website lopen. In 2014 wordt aanvullende wetgeving verwacht inzake de communicatie van pensioenfondsen, de communicatieplannen zullen aan de hand hiervan opnieuw worden beoordeeld. Pensioenregister De Stichting Pensioenregister is een initiatief van de gezamenlijke Nederlandse pensioenfondsen, de pensioenverzekeraars en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit samenwerkingsverband stelt sinds 6 januari 2011 de website www.mijnpensioenoverzicht.nl beschikbaar voor het Nederlandse publiek. Op de website van het pensioenregister www.mijnpensioenoverzicht.nl kan iedereen een overzicht krijgen van de door hem of haar opgebouwde en op te bouwen pensioenaanspraken bij pensioenfondsen, pensioenverzekeraars en de Sociale Verzekeringsbank. Consumenten, pensioenuitvoerders en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) zijn positief over het pensioenregister. Het bestuur heeft een afspraak gemaakt met Syntrus Achmea om de procedure van aanlevering van de pensioengegevens aan het pensioenregister te waarborgen en ervoor te zorgen dat de gegevens juist en tijdig worden geleverd.
3.6
Kosten uitvoering pensioenregeling
Transparantie kosten VPTECH vindt het vanzelfsprekend dat scherp op alle kosten wordt gelet. Door de toenemende wet- en regelgeving neemt de druk op de kosten toe. De toezichthouder AFM vond in april 2011 de kostentransparantie van de pensioensector onvoldoende. Vanaf 2012 wil het bestuur meer inzicht geven in de kosten van de uitvoering van de pensioenregeling. Overigens wijst het bestuur erop dat er geen verband bestaat tussen de hoogte van de kosten en het behaalde resultaat.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
19
De kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling bedragen voor 2013: € 1.295 (in 2012: € 1.525) Het bedrag aan uitvoeringskosten bestaat uit: ·
kosten deelnemer
·
kosten werkgever
·
kosten bestuur en financieel beheer
Kosten deelnemers De kosten deelnemer hebben betrekking op alle werkzaamheden die de administrateur van het fonds verricht om de pensioenaanspraken te administreren, de uitkeringen van de pensioengerechtigden te verzorgen en alle deelnemers en gerechtigden te informeren. Te denken valt hierbij aan het verwerken van waardeoverdrachten, het toekennen van pensioenen en de communicatie met alle doelgroepen. Kosten werkgevers De kosten werkgever hebben betrekking op alle activiteiten die voortvloeien uit het beheer van het bestand van aangesloten werkgevers, de aanlevering en verwerking van de werknemersgegevens en het onderhouden van de contacten met die werkgevers. Kosten bestuur en financieel beheer De kosten bestuur en financieel beheer hebben betrekking op de bestuurlijke kosten (bestuur, deelnemersraad, verantwoordingsorgaan, bestuursbureau en bestuursondersteuning), het voeren van het secretariaat en notuleren van vergaderingen, het opstellen van het jaarverslag en het samenstellen van financiële rapportages. De kosten van het wettelijk toezicht (DNB, AFM) en de advies- en controlekosten (actuaris, accountant, aan derden uitbestede activiteiten) worden op basis van facturatie bij het pensioenfonds in rekening gebracht. Vooraf vindt afstemming plaats over de prijs. In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de kosten die het fonds in het verslagjaar heeft gemaakt.
Kostensoort
Daadwerkelijke kosten 2013
Daadwerkelijke kosten 2012
Kosten deelnemer
499
585
Kosten werkgevers
14
18
347
489
196
150
86
92
92
66
Kosten bestuursondersteuning/ bestuursbureau Kosten Adviseurs Kosten Jaarwerk/financiële administratie Kosten bestuur Kosten overig Totaal
61
125
1.295
1.525
De gemiddelde kosten voor de uitvoering van de pensioenregeling per deelnemer/gepensioneerde bedraagt € 28,-. (2012: € 32,-)
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
20
Beheerskosten De beheerkosten zijn de kosten die periodiek door de vermogensbeheerder onttrokken worden uit het belegde vermogen. Soort belegging
Daadwerkelijke kosten 2013
Daadwerkelijke kosten 2012
Aandelen
101
154
Vastrentende waarden
496
602
Derivaten
0
0
Overige beleggingen
0
0
597
756
Totaal
Het percentage van de beheerskosten afgezet tegen het gemiddeld belegd vermogen bedraagt 0,19%. (2012: 0,23%) Transactiekosten Vermogensbeheer Transactiekosten vormen een aparte kostensoort, waarbij geldt dat de kosten worden bepaald door soort en omvang van de transacties die binnen de beleggingsportefeuille van het VPTECH plaatsvinden. Transactiekosten zijn onder te verdelen in toe- en uittredingskosten bij beleggingsfondsen, aan- en verkoopkosten bij directe belegging in beleggingstitels en transactiekosten bínnen de beleggingsfondsen. Voor de transactiekosten binnen de beleggingsfondsen, ontbreekt het inzicht in de transactiekosten nog. De inzichtelijk gemaakte transactiekosten bedragen in 2013 € 966 (in 2012: € 226). Dit is inclusief de transactiekosten van de transitie van € 859. Het percentage van de transactiekosten (exclusief transactiekosten van de transitie) afgezet tegen het gemiddeld belegd vermogen bedraagt 0,03% (2012: 0,07%). VPTECH belegt in beleggingsfondsen. De toe- en uittredingskosten die VPTECH betaalt aan deze beleggingsfondsen zijn een goede indicatie van de kosten die de beheerder van het beleggingsfonds maakt om de financiële instrumenten aan te kopen of te verkopen. De transactiekosten gemaakt bij het toe- en uittreden zijn berekend conform de aanbevelingen van de Pensioenfederatie. Aan de uitkomsten kunnen nog geen conclusies worden verbonden omdat op de markt nog geen benchmarks en normen met betrekking tot transactiekosten beschikbaar zijn.
3.7
Belangrijke pensioenontwikkelingen
Sinds 2010 discussiëren sociale partners en de overheid over een nieuw pensioenstelsel. In juni 2011 sloten sociale partners en de overheid een Pensioenakkoord. Dit Pensioenakkoord betrof zowel de AOW als het pensioen. Pensioenregelingen toekomstbestendig maken is het doel: ze moeten de stijgende levensverwachting en financiële schokken kunnen opvangen. Over de AOW beslist de overheid. Maar pensioen is een arbeidsvoorwaarde en ligt daarmee voor een groot deel op het terrein van sociale partners. De overheid stelt voor het aanvullend pensioen wel de fiscale grenzen vast. Die grenzen bepalen of en in hoeverre het pensioen fiscaal ondersteund wordt. Met ingang van 2015 wordt de fiscale grens voor nieuwe pensioenopbouw verlaagd, dit heeft echter op dit fonds geen effect omdat wij sinds 2006 al een gesloten fonds zijn. Bij een nieuw pensioenstelsel horen nieuwe communicatieregels. Het perspectief van de deelnemer staat centraal. Er komen meer mogelijkheden voor pensioenfondsen om van hun communicatie maatwerk te maken en te werken met digitale communicatie. Deze regels komen te zijner tijd in de Pensioenwet.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
21
Nieuw financieel toetsingskader voor pensioenfondsen De financiële regels voor pensioenfondsen staan in het Financieel Toetsingskader (FTK). Dat FTK is weer onderdeel van de Pensioenwet. Werknemers verwachten een pensioen dat hoger wordt bij inflatie. Maar de regelingen zijn feitelijk niet zo opgezet. Dat geeft een verwachtingskloof. Voor het pensioenfonds is de pensioenbelofte bovendien moeilijker waar te maken door de lage rente en de stijgende levensverwachting. Ook is de volatiliteit van de beleggingsmarkten de laatste jaren sterk toegenomen. De buffers van pensioenfondsen moeten verder omhoog. Sociale partners en de overheid spraken daarom over nieuwe financiële regels voor pensioenfondsen. De overheid werkt de afspraken uit in de nieuwe regels van het FTK. Eind 2013 zijn de contouren van een nieuw FTK nog niet helder. Er was al wel een Hoofdlijnennota waarin de uitgangspunten van het nieuwe FTK staan. Dat nieuwe FTK zou op 1 januari 2014 ingaan, maar eind november 2012 werd de invoering met een jaar uitgesteld naar 1 januari 2015. De huidige regels blijven daardoor een jaar langer van kracht. Verhoging AOW leeftijd De overheid heeft besloten om de AOW-leeftijd stapsgewijs te verhogen naar 67 jaar in 2021. Door de stapsgewijze leeftijdsverhogingen in de AOW sluiten de pensioenleeftijd en de AOW-leeftijd vanaf 2013 niet meer op elkaar aan. De verhoging van de AOW-leeftijd betekent dat de deelnemers vanaf 65 jaar tijdelijk minder inkomen hebben dan verwacht. De deelnemersraad heeft aan het bestuur gevraagd of er mogelijkheden zijn om dit inkomensgat te dichten. Het bestuur van VPTECH heeft in de vergadering van 1 februari 2012 besloten dit inkomensgat niet te dichten gelet op de financiële situatie van het fonds en gezien het feit dat fiscaal geen ruimte wordt geboden aan de deelnemers. De Sociale Verzekeringsbank geeft bij de per juli 2012 aangenomen verhoging van de AOW-leeftijd een overgangsregeling in de vorm van een voorschotregeling. Bij het regeerakkoord werd voor mensen met een laag inkomen (tot 150% van het wettelijk minimum loon) een overgangsregeling aangekondigd. Deze regeling heeft het karakter van een bijstandsregeling en wordt door de overheid uitgevoerd. Vervroegen van pensioen en doorwerken mag Het ministerie van Financiën wijzigde het fiscale beleid ten aanzien van vervroegde pensionering en doorwerken. Het is nu mogelijk om het pensioen te vervroegen tot de 60-jarige leeftijd zonder dat het dienstverband in dezelfde mate wordt verminderd. Dit betekent dat het pensioenfonds de betrokkenen niet meer hoeft te laten verklaren dat zij niet meer zullen werken voor zover ze met pensioen zijn gegaan. Het bestuur wil na goedkeuring van cao-partijen de reglementen zodanig aanpassen, dat de dienstbetrekking niet langer beëindigd hoeft te worden ingeval van vervroegde pensionering of deeltijdpensioen vanaf de 60-jarige of latere leeftijd. Daarnaast vindt voortgezette opbouw alleen plaats indien en voor zover er doorgewerkt wordt.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
22
3.8
Actuariële analyse
Het resultaat over het boekjaar 2013 bedraagt € 7.219 (in 2012: € 17.990). Onderstaand is een uitsplitsing van dit resultaat naar bronnen weergegeven.
Resultaten per boekjaar 2013
Beleggingsopbrengsten
2012
2011
2010
2009
5.608
20.286
-16.233
7.953
32.431
0
0
0
215
-109
Waardeoverdrachten
47
-5
-63
169
297
Kosten
97
-128
-279
87
-299
Uitkeringen
52
-37
219
-162
-608
247
255
340
222
11
Premie
Sterfte Arbeidsongeschiktheid
0
0
0
0
0
Overige kanssystemen
439
161
-545
-162
-64
0
0
0
0
0
Toeslagverlening Overige incidentele mutaties
729
-2.526
0
-2.424
-17.502
Andere oorzaken
0
-16
-27
102
-104
Totaal resultaat
7.219
17.990
-16.588
6.000
14.053
Uitkomsten van de solvabiliteitstoets De solvabiliteit van het pensioenfonds is voldoende. De vermogenspositie kan worden gekarakteriseerd als toereikend. . Voor de berekening van het vereist eigen vermogen maakt het fonds gebruik van het standaard model van DNB. Oordeel van de waarmerkend actuaris over de vermogenspositie Ultimo 2013 is er geen sprake meer van een dekkingstekort. Ultimo 2013 is de dekkingsgraad van het vroegpensioenfonds gelijk aan 107,9%. In het herstelplan werd een dekkingsgraad ultimo 2013 verwacht van 104,3%. Het herstel is in werkelijkheid derhalve groter geweest dan hetgeen werd verwacht volgens het herstelplan. Daarmee is het kortetermijn herstelplan beëindigd. Wel is er nog sprake van een reservetekort. Alhoewel het vereist eigen vermogen door het nieuwe beleggingsbeleid is gedaald naar 105,7%, was het fonds ultimo 2013 nog niet drie kwartalen uit herstel voor het langetermijn herstelplan.
3.9
Beleggingen
Marktontwikkelingen In het jaar 2013 hebben de aandelenmarkten goede resultaten geboekt, behalve in de opkomende markten. De situatie in de VS toont tekenen van herstel en in Europa zijn de tekenen van herstel nog minder zichtbaar maar is de situatie niet verder verslechterd in 2013.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
23
De onzekerheid omtrent de ontwikkelingen in Europa en het mogelijk uiteenvallen van de eurozone zijn afgenomen. De woningmarkt in Nederland heeft nog wel veel te lijden van de dalende koopkracht en het lage consumentenvertrouwen vanwege de economische crisis. De permanent verlaagde overdrachtsbelasting en de waardedaling van de gemiddelde woningprijs wegen vooralsnog niet op tegen de onzekere toekomstperspectieven voor wat betreft werkgelegenheid en prijsontwikkeling op korte termijn. Het beeld van krimpende ondernemingen was ook terug te zien in de waardeontwikkeling van de kantoren. Beleggingen in het verslagjaar In 2013 heeft VPTECH een strategische herijking gedaan van het beleggingsbeleid. Hierbij heeft het bestuur de uitkomsten van de enquête onder de deelnemers, de missie en de specifieke karakteristieken van het fonds als leidraad genomen. In een tweedaagse heisessie is het fundament neergelegd voor een nieuw beleid. Met dit fundament is het bestuur vervolgens een ALM-studie gestart om de gevolgen van dit beleid in kaart te brengen. Dit alles heeft het bestuur doen besluiten om op 4 december van 2013 een transitie in gang te zetten en daarmee het nieuwe beleggingsbeleid vorm te geven. De portefeuille is nog steeds onderverdeeld in een match- en een returncomponent. Maar het verschil is dat de match nu een 100% match van alle toekomstige kasstromen betreft en de return portefeuille alleen nog uit het beschikbare vermogen daarboven bestaat. Ook is in de keuze voor de beleggingsinstrumenten een grote wijziging aangebracht. De match van de kasstromen is volledig ingevuld met hoogwaardige staatsobligaties van Euro landen, waarmee een hoge mate van zekerheid op de uitkeringen voor de deelnemers wordt verschaft. De return portefeuille is belegd in een passief wereldwijd belegd aandelenfonds van F&C en in de nog in bezit zijnde hypothekenfondsen. Bovendien is de portefeuille een stuk eenvoudiger en transparanter geworden en is het beheer ervan ook veel goedkoper geworden. Tot 4 december heeft de portefeuille in haar toenmalige vorm goed gepresteerd. Het beleid over de totale beleggingsportefeuille was in het afgelopen jaar mede gericht op het herstellen van de dekkingsgraad hetgeen goed is gelukt. Ten tijde van de transitie had het fonds dan ook een mooie dekkingsgraad die we door het maken van de transitie hebben kunnen vasthouden. Rendement van de beleggingsportefeuille Het rendement van de portefeuille wordt hier in verband met de wijziging van het beleggingsbeleid t/m 4 december weergegeven. Het rendement van de portefeuille van het fonds wordt afgezet tegen een meetlat (de zogenaamde benchmark) om de resultaten te kunnen beoordelen. Het rendement van de portefeuille bedroeg in 2013 inclusief renteafdekkingsinstrumenten 2,44%. De benchmark bedroeg 1,86%. Het fonds heeft dus beter gepresteerd dan de benchmark. Dit goede relatieve resultaat is te danken aan goede prestaties in de vastrentende portefeuille en de wereldwijde aandelenportefeuille. De Emerging Markets aandelenportefeuille is bij haar benchmark achtergebleven. Tabel 2 toont de rendementen per beleggingscategorie en van de totale portefeuille in 2013 en 2012. De 2013 cijfers in het onderstaande overzicht zijn gebaseerd op de periode tot en met 4 december in verband met het ingaan van het nieuwe beleggingsbeleid per die datum.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
24
Tabel 2 Rendementen van de beleggingsportefeuille
CATEGORIE
2013 Portefeuille
2012
Benchmark
Portefeuille
Benchmark
Returnportefeuille
9,12%
8,72%
11,7%
10,9%
Matchportefeuille
-5,86%
-6,62%
17,6%
17,4%
Totaal portefeuille
2,44%
1,86%
14,3%
13,7%
Aandelen
21,69%
20,84%
7,3%
9,1%
Converteerbare Obligaties
11,74%
10,20%
9,0%
9,4%
0,19%
-0,08%
13,8%
11,7%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
9,12%
8,72%
11,7%
10,9%
Euro Staatsleningen
-1,45%
-1,51%
8,2%
7,8%
Lange Euro Staatsleningen
-3,67%
-3,99%
15,5%
14,7%
2,94%
-0,20%
2,7%
4,0%
-12,82%
-12,82%
29,3%
29,3%
-5,86%
-6,62%
17,6%
17,4%
Returnportefeuille
Obligaties Liquide middelen Totaal Returnportefeuille Matchportefeuille
Hypotheken LDI Totaal Matchportefeuille
Maatschappelijk verantwoord beleggen Het fonds heeft het Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB) nadrukkelijk in zijn beleggingsbeleid geïntegreerd. Daartoe wordt er rekening gehouden met wettelijke verplichtingen en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals onder andere zijn vastgelegd in de Code Tabaksblat en de ‘Principles for Responsible Investment’ van de Verenigde Naties. Op jaarbasis (en indien nodig vaker) wordt door de vermogensbeheerder F&C een prioriteitenlijst samengesteld op basis van een combinatie van top down- (macro-economische risico’s op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur) en bottom up-factoren (input van het fonds, mogelijkheid tot beïnvloeding en het belang in bepaalde ondernemingen). Tevens wordt een aantal criteria op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (ESG-criteria) vastgesteld. Tegen deze achtergrond wordt binnen de beleggingsportefeuille door de vermogensbeheerder screening toegepast, actief gebruikgemaakt van het spreek- en stemrecht op aandeelhoudersvergaderingen en een constructieve dialoog (‘engagement’) gezocht met ondernemingen in de portefeuille. Ten aanzien van screening hanteert het fonds een beleggingsbeleid waarbij producenten van clusterbommen en landmijnen expliciet worden uitgesloten. Het beleid van stemmen en de ‘engagement’ wordt door de vermogensbeheerder verzorgd voor alle aandelenfondsen waarin het fonds is belegd (‘F&C responsible engagement overlay’). Over de resultaten van dit verantwoorde beleid wordt door F&C op kwartaalbasis verantwoording afgelegd. Op 1 januari 2013 is het wettelijk verbod op investeren in bedrijven die betrokken zijn bij de productie van clustermunitie van kracht geworden. VPTECH houdt zich aan dit verbod.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
25
Hypotheken Zakelijke Hypothekenfonds Het bestuur heeft in 2012 gezien de negatieve vooruitzichten besloten de participaties in het Zakelijk Hypothekenfonds af te bouwen. Het is echter niet gelukt om onze participaties in het fonds aan een andere partij te verkopen. De verkooporder staat nog steeds. Particuliere Hypothekenfonds Het Bestuur heeft besloten om ook het particuliere hypothekenfonds te verkopen omdat het niet in de nieuwe strategie past. De verkoop heeft begin 2014 plaatsgevonden. Z-score en performancetoets De z-score en performancetoets worden berekend om aangesloten werkgevers de gelegenheid te bieden om de toekomstige opbouw van de pensioenrechten bij een andere pensioenuitvoerder onder te brengen als het fonds waar ze verplicht aan moeten deelnemen slecht presteert. Het berekenen van de z-score en de performancetoets zijn voor VPTECH niet relevant omdat het fonds al sinds 2006 geen actieve opbouw meer heeft, van het elders onderbrengen van enige toekomstige opbouw is dus absoluut geen sprake. Het bestuur heeft besloten om hier dan ook geen onnodige kosten voor te maken en deze data niet meer op te nemen in het jaarverslag.
3.10
Risicomanagement
Als onderdeel van goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur vanaf 2011 veel tijd besteed aan het inrichten van haar risicomanagement. Het bestuur heeft hiertoe een risico-inventarisatie opgesteld. Er zijn verschillende risicobronnen geïdentificeerd. Het bestuur monitort periodiek in hoeverre de risico’s te beheersen en bij te sturen zijn. Het bestuur heeft op 16 en 17 juli 2012 een opleiding over risicomanagement gevolgd. Het doel van deze workshop was om de risicostrategie en het risicobeleid te bepalen en om de risico-inventarisatie te actualiseren. In de strategische herijking in 2013 van het beleggingsbeleid zijn de risico’s bewust meegenomen in de besluitvorming. Risicomonitor Ieder kwartaal monitort het bestuur de risico’s aan de hand van een risicomonitor. Het bestuur onderkent de grote impact van kleine rentebewegingen op de waarde van de verplichtingen van VPTECH. Om die reden wordt in de risicomonitor aandacht besteed aan de effectiviteit van de renteafdekking. Ieder kwartaal heeft het bestuur de risicomonitor nadrukkelijk op de agenda staan. De leden van het bestuur, de adviseur vermogensbeheer en de vermogensbeheerder werken nauw samen om dit risico te beheersen. In verslagjaar 2013 heeft het bestuur het renterisico voor 75% afgedekt met een bandbreedte van +5% en -5%. Waarbij vanaf 4 december een norm van 90% is ingevoerd bij de transitie naar het nieuwe beleid. Alle andere risico’s uit de risico-inventarisatie van VPTECH worden omschreven in de jaarrekening. Het bestuur voert gesprekken met haar uitvoeringsorganisaties over de rapportages van het risicomanagement, hierbij wil het bestuur van alle financiële en niet-financiële risico’s overzichtelijk in kaart brengen of de risico’s zich binnen de gewenste marges bevinden. Binnen het risicomanagement raamwerk worden de risico’s in hun bruto omvang, de beheersmaatregelen, de doelniveau’s van de netto omvang en de beheers- en rapportagecyclus beschreven, het bestuur verwacht in 2014 flinke stappen voorwaarts te kunnen zetten in het integraal risicomanagement van het fonds.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
26
Het risicomanagement van alle beleggingsrisico’s is met de implementatie van het nieuwe beleid eveneens aangescherpt. De rangorde van de verschillende risico’s alsmede de managementinformatie over die risico’s zijn verbeterd en uitgebreid. Het aantal risico’s is drastisch vermindert en de portefeuille is minder complex en meer transparant gemaakt.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
27
4
Uitvoering van de pensioenregeling
4.1
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling van het fonds. Daarnaast komen de wijzigingen in statuten en reglementen die in 2012 zijn doorgevoerd aan de orde. Ook wordt ingezoomd op de belangrijkste ontwikkelingen op pensioengebied.
4.2
De kenmerken van de vroegpensioenregeling
Op 30 maart 2000 is door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het verplichtstellingsbesluit afgegeven voor de instelling van de Stichting VPTECH, ingaande 1 april 2000. Het bestuur van de Stichting VPTECH is gedwongen door invoering van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUTen prepensioenregelingen en introductie levensloopregeling per 1 januari 2006 de pensioenopbouw van de regeling te beëindigen. Dit houdt in dat over de periode nadien ook geen premiebetaling meer plaatsvindt. VPTECH is daarmee te beschouwen als een `gesloten fonds`. De enige bron van inkomsten zijn de beleggingsopbrengsten. Uitgangspunt van de regeling is dat een werknemer vanaf de 61-jarige leeftijd van de regeling gebruik kan maken. Een vroegere of latere ingangsdatum is mogelijk. De eerste mogelijkheid is met ingang van de eerste van de maand waarin de werknemer 60 wordt en de laatste mogelijkheid ligt een maand vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd. Als gekozen wordt voor een vervroegde ingangsdatum, wordt het (premie vrije) recht op vroegpensioen verlaagd aan de hand van een door het bestuur vastgestelde actuariële tabel. Als gekozen wordt voor een latere ingangsdatum, wordt het (premie vrije) recht op vroegpensioen verhoogd aan de hand van een door het bestuur vastgestelde actuariële tabel. De opbouw bedroeg per jaar 1,945% van de vroegpensioengrondslag vanaf de leeftijd van 25 jaar. Vanaf de start van de regeling per 1 april 2000 tot 1 januari 2006 is derhalve maximaal 11,18% van de pensioengrondslag opgebouwd. Per einde 2012 zijn er nog 45.475 (gewezen) deelnemers. Voor de meeste van hen geldt dat zij bij het bereiken van de vroegpensioenleeftijd recht hebben op vroegpensioen, gebaseerd op nog geen zes jaar opbouw.
.
4.3
Wijzigingen statuten en reglementen
Vroegpensioenreglement Het vroegpensioenreglement is in het jaar 2013 eenmaal aangepast. Dit naar aanleiding van de door het bestuur jaarlijks opnieuw vastgestelde afkoop en flexibiliseringsfactoren. De reglementswijziging ging vanaf 1 januari 2013 van kracht.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
28
5
Verantwoordingsorgaan
5.1
Oordeel 2013
Het Verantwoordingsorgaan van het fonds is in het verslagjaar vier keer bijeengekomen. Bij deze vergaderingen is een vertegenwoordiger van het bestuur aanwezig geweest wat als zeer positief is ervaren. De Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan volgden in het verslagjaar gezamenlijk een dag en een dagdeel scholing op het gebied van beleggingen en ALM studie.
Gedurende het verslagjaar kregen de ontwikkeling van de financiële positie en de beleidsoverwegingen van het bestuur de nodige aandacht. Het Verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening in 2013 haar oordeel gegeven op het jaarverslag 2012, het communicatiebeleidsplan, de communicatie naar de deelnemers betreffende de financiële situatie van het fonds, de keuze voor het paritaire bestuursmodel, de aanstelling van de kandidaten voor de Raad van toezicht en de gevolgen voor de governance naar aanleiding van de gewijzigde wetgeving. Daarnaast volgt het Verantwoordingsorgaan de toekomstmogelijkheden van VPTECH. Er zijn geen onderwerpen aan de orde geweest waarover het Verantwoordingsorgaan in het verslagjaar negatief heeft geadviseerd. Van haar recht op overleg met adviseurs heeft het Verantwoordingsorgaan geen gebruik gemaakt. Bevindingen over het jaarverslag 2013 Het Verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen over het beleid van het bestuur over het jaar 2013. Goed pensioenfondsbestuur Het Verantwoordingsorgaan oordeelt positief over de wijze waarop het bestuur invulling geeft aan haar taken en is positief over de openheid en over de samenwerking met het bestuur. Beleggingsbeleid Het Verantwoordingsorgaan oordeelt positief over het beleggingsbeleid en over de wijze waarop ze geïnformeerd wordt hierover. In het verslagjaar heeft het Verantwoordingsorgaan de prestaties van de vermogensbeheerders kritisch gevolgd en bij het bestuur aandacht gevraagd voor de gemaakte afspraken met de vermogensbeheerders. Wetgeving en reglementen In het verslagjaar zijn de statuten aangepast. Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat deze wijziging goed is voorbereid en uitgevoerd. Financiële positie van het fonds Het Verantwoordingsorgaan constateert dat het beleid van het bestuur een positief effect heeft op de financiële positie van het fonds. In 2013 zijn geen noodzakelijke kortingsmaatregelen getroffen. Het herstel komt overeen met de verwachtingen uit het herstelplan. Het Verantwoordingsorgaan van het fonds is in het verslagjaar vier keer bijeengekomen. Bij deze vergaderingen is een vertegenwoordiger van het bestuur aanwezig geweest wat als zeer positief is ervaren. De Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan volgden in het verslagjaar gezamenlijk een dag en een dagdeel scholing op het gebied van beleggingen en ALM studie.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
29
Gedurende het verslagjaar kregen de ontwikkeling van de financiële positie en de beleidsoverwegingen van het bestuur de nodige aandacht. Het Verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening in 2013 haar oordeel gegeven op het jaarverslag 2012, het communicatiebeleidsplan, de communicatie naar de deelnemers betreffende de financiële situatie van het fonds, de keuze voor het paritaire bestuursmodel, de aanstelling van de kandidaten voor de Raad van toezicht en de gevolgen voor de governance naar aanleiding van de gewijzigde wetgeving. Daarnaast volgt het Verantwoordingsorgaan de toekomstmogelijkheden van VPTECH. Er zijn geen onderwerpen aan de orde geweest waarover het Verantwoordingsorgaan in het verslagjaar negatief heeft geadviseerd. Van haar recht op overleg met adviseurs heeft het Verantwoordingsorgaan geen gebruik gemaakt. Bevindingen over het jaarverslag 2013 Het Verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen over het beleid van het bestuur over het jaar 2013. Goed pensioenfondsbestuur Het Verantwoordingsorgaan oordeelt positief over de wijze waarop het bestuur invulling geeft aan haar taken en is positief over de openheid en over de samenwerking met het bestuur. Beleggingsbeleid Het Verantwoordingsorgaan oordeelt positief over het beleggingsbeleid en over de wijze waarop ze geïnformeerd wordt hierover. In het verslagjaar heeft het Verantwoordingsorgaan de prestaties van de vermogensbeheerders kritisch gevolgd en bij het bestuur aandacht gevraagd voor de gemaakte afspraken met de vermogensbeheerders. Wetgeving en reglementen In het verslagjaar zijn de statuten aangepast. Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat deze wijziging goed is voorbereid en uitgevoerd. Financiële positie van het fonds Het Verantwoordingsorgaan constateert dat het beleid van het bestuur een positief effect heeft op de financiële positie van het fonds. In 2013 zijn geen noodzakelijke kortingsmaatregelen getroffen. Het herstel komt overeen met de verwachtingen uit het herstelplan. Op grond van het voorgaande komt het Verantwoordingsorgaan tot het volgende oordeel. Het Verantwoordingsorgaan van het fonds VPTech is van oordeel dat: ·
Het bestuur afdoende informatie aan het Verantwoordingsorgaan heeft verstrekt om zich een oordeel te vormen;
·
het handelen van het bestuur in 2013 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen;
·
het bestuur in 2013 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geborgd zijn;
·
het bestuur logische beleidskeuzes voor de toekomst heeft gemaakt.
Het Verantwoordingsorgaan van het fonds is in het verslagjaar vier keer bijeengekomen. Bij deze vergaderingen is een vertegenwoordiger van het bestuur aanwezig geweest wat als zeer positief is ervaren. De Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan volgden in het verslagjaar gezamenlijk een dag en een dagdeel scholing op het gebied van beleggingen en ALM studie.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
30
Gedurende het verslagjaar kregen de ontwikkeling van de financiële positie en de beleidsoverwegingen van het bestuur de nodige aandacht. Het Verantwoordingsorgaan heeft in het kader van haar taakuitoefening in 2013 haar oordeel gegeven op het jaarverslag 2012, het communicatiebeleidsplan, de communicatie naar de deelnemers betreffende de financiële situatie van het fonds, de keuze voor het paritaire bestuursmodel, de aanstelling van de kandidaten voor de Raad van toezicht en de gevolgen voor de governance naar aanleiding van de gewijzigde wetgeving. Daarnaast volgt het Verantwoordingsorgaan de toekomstmogelijkheden van VPTECH. Er zijn geen onderwerpen aan de orde geweest waarover het Verantwoordingsorgaan in het verslagjaar negatief heeft geadviseerd. Van haar recht op overleg met adviseurs heeft het Verantwoordingsorgaan geen gebruik gemaakt. Bevindingen over het jaarverslag 2013 Het Verantwoordingsorgaan heeft de volgende bevindingen over het beleid van het bestuur over het jaar 2013. Goed pensioenfondsbestuur Het Verantwoordingsorgaan oordeelt positief over de wijze waarop het bestuur invulling geeft aan haar taken en is positief over de openheid en over de samenwerking met het bestuur. Beleggingsbeleid Het Verantwoordingsorgaan oordeelt positief over het beleggingsbeleid en over de wijze waarop ze geïnformeerd wordt hierover. In het verslagjaar heeft het Verantwoordingsorgaan de prestaties van de vermogensbeheerders kritisch gevolgd en bij het bestuur aandacht gevraagd voor de gemaakte afspraken met de vermogensbeheerders. Wetgeving en reglementen In het verslagjaar zijn de statuten aangepast. Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat deze wijziging goed is voorbereid en uitgevoerd. Financiële positie van het fonds Het Verantwoordingsorgaan constateert dat het beleid van het bestuur een positief effect heeft op de financiële positie van het fonds. In 2013 zijn geen noodzakelijke kortingsmaatregelen getroffen. Het herstel komt overeen met de verwachtingen uit het herstelplan. Op grond van het voorgaande komt het Verantwoordingsorgaan tot het volgende oordeel. Het Verantwoordingsorgaan van het fonds VPTech is van oordeel dat: ·
Het bestuur afdoende informatie aan het Verantwoordingsorgaan heeft verstrekt om zich een oordeel te vormen;
·
het handelen van het bestuur in 2013 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen;
·
het bestuur in 2013 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geborgd zijn;
·
het bestuur logische beleidskeuzes voor de toekomst heeft gemaakt.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
31
Op grond van het voorgaande komt het Verantwoordingsorgaan tot het volgende oordeel. Het Verantwoordingsorgaan van het fonds VPTech is van oordeel dat: ·
Het bestuur afdoende informatie aan het Verantwoordingsorgaan heeft verstrekt om zich een oordeel te vormen;
·
het handelen van het bestuur in 2013 in overeenstemming is geweest met de statuten en reglementen;
·
het bestuur in 2013 een consistent beleid heeft gevoerd, waarbij de belangen van alle betrokkenen afgewogen en geborgd zijn;
·
het bestuur logische beleidskeuzes voor de toekomst heeft gemaakt.
5.2
Reactie bestuur
Het bestuur kan zich vinden in het oordeel van het verantwoordingsorgaan. Het bestuur stelt op grond van de verkregen verklaring vast dat het verantwoordingsorgaan heeft onderkend dat het gevoerde beleid zijn uitwerking heeft gehad.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
32
6
Deelnemersraad
6.1
Verslag
De deelnemersraad heeft in het verslagjaar vier keer vergaderd, waarbij alle keren de voorzitter van het bestuur aanwezig was. De deelnemersraad heeft op 20 februari 2013 een dagcursus gevolgd welke werd gegeven door de SPO, waarbij voornamelijk is gesproken over de mogelijkheden van (actief en passief) beleggen. Op 28 november heeft de Hr. Kees de Wit, na afloop van de vergadering, de leden van de DRVO op de hoogte gebracht van de gevolgde procedure t.a.v. de wijzigingen in de beleggingsstructuur van VPTECH en de stappen die hierbij zijn genomen (van actief naar passief beheer). De deelnemersraad heeft positief geadviseerd over: ·
de brief aan de deelnemers in februari 2013 over de situatie van het fonds per einde 2012.
·
het communicatie beleidsplan 2013-2016 en het beleidsplan en de begroting voor 2013.
·
de factoren voor 2013.
·
de keuze voor het paritaire bestuursmodel.
·
het overleg over en het gesprek met en de aanstelling van de kandidaten voor de Raad van Toezicht, alsmede de gevolgen van de wijziging van de governance voor de DRVO.
·
de opheffing van de flexibilisering van de uitkeringsduur van het fonds.
In alle vergaderingen zijn de beleggingsresultaten van het voorgaande kwartaal besproken van zowel F&C als van de hypothekenfondsen. De hypotheekfondsen zullen langzaam worden afgebouwd i.v.m. de liquiditeit van deze fondsen. Ook zijn daaropvolgend de website bezoeken besproken. De ontwikkeling van de dekkingsgraad van het fonds is elke vergadering uitvoerig besproken. De benoemingen van Lettie Kleyer-Blok en Kees de Wit zijn door de DRVO verwelkomd. De DRVO heeft actief deelgenomen aan de vergaderingen en de bijeenkomsten van het Platform Deelnemersraden. De eindrapportage van de visitatiecommissie is uitvoerig met de voorzitter van het bestuur doorgesproken. De migratie naar het MAIA automatiseringssysteem is besproken. Het nFTK en de enquête over de risicobereidheid van de deelnemers is besproken. Ook heeft de DRVO over opvolging cq. vervanging van de afgetreden leden gesproken. Gedurende het jaar is regelmatig stilgestaan bij de toekomstmogelijkheden van het fonds. Op 29/5 is het jaarverslag over 2012 eerst in eigen vergadering en later tezamen met het bestuur uitvoerig doorgenomen, waarna het bestuur en de DRVO uitvoerig met elkaar kennis hebben gemaakt. In augustus 2013 hebben de voorzitters van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan kennis gemaakt met dhr. José Suarez Menendez, die door het bestuur was aangesteld als directeur van het bestuursbureau van VPTECH. Na overleg met de bestuursvoorzitter van VP-Tech heeft de DRVO in haar vergadering van 10 oktober 2013 ingestemd met deze wijziging.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
33
7
Jaarrekening
In dit hoofdstuk presenteert het bestuur van de Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel de jaarrekening. In hoofdstuk 8 volgen de verklaringen van de certificerend actuaris en van de accountant van het pensioenfonds.
Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel
34
7. JAARREKENING In dit hoofdstuk presenteert het bestuur van de Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel de jaarrekening over boekjaar 2013 eindigend op 31 december 2013. In hoofdstuk Overige gegevens volgen de verklaringen van de certificerend actuaris en van de onafhankelijke accountant van het pensioenfonds. De in dit hoofdstuk vermelde bedragen zijn in duizenden euro's, tenzij anders is aangegeven.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 34
1 (na verwerking van het resultaat) (in duizenden euro's)
31 december 2013
31 december 2012
20.045 301.304 52
61.637 271.239 40
ACTIVA Beleggingen voor risico pensioenfonds (1) Aandelen Vastrentende waarden Overige beleggingen
321.401
332.916
Vorderingen en overlopende activa
(2)
76
56
Overige activa
(3)
773
1.676
322.250
334.648
23.544
16.325
PASSIVA Stichtingskapitaal en reserves
(4)
Technische voorzieningen
(5)
Voorziening pensioenverplichtingen Voorziening excasso kosten Spaarfondsgemoedsbezwaarden
273.367 24.603 18
291.419 26.228 17 297.988
317.664
Voorzieningen voor risico deelnemers
(6)
29
26
Overige schulden en overlopende passiva
(7)
689
633
322.250
334.648
107,9
105,1
Dekkingsgraad op basis van FTK in %
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 35
2
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013
(in duizenden euro's) 2013
2012
Baten Premiebijdragen van werkgevers en werknemers
(8)
1
-14
Beleggingsresultaten risico pensioenfonds
(9)
-247
49.805
-246
49.791
Totaal baten Lasten Pensioenuitkeringen
(10)
10.524
12.336
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten
(11)
1.295
1.525
Mutatie technische voorzieningen
(12)
Rentetoevoeging Ontrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële grondslagen Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
999
4.075
-10.576
-12.299
-436 -6.854 -496
-659 25.444 -299
-689
-25.205
Mutatie voorzieningen risico deelnemers
-18.052
-8.943
3
-11
Mutatie overige voorzieningen
(13)
-1.624
26.230
Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds
(14)
389
664
-7.465
31.801
7.219
17.990
Totaal lasten Saldo van baten en lasten Bestemming saldo Weerstandsreserve Algemene reserve
-12.250 19.469
1.233 16.757 7.219
17.990
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 36
3
KASSTROOMOVERZICHT
(in duizenden euro's) Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
2013
2012
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Betaalde premies Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde waardeoverdrachten Betaalde pensioenuitvoeringskosten Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
-13 -10.586 -389 -1.188 -12.176
-2 -12.358 -664 -1.825 -14.849
335.574 308 -324.088 -591 11.203
183.231 289 -168.284 -737 14.499
-973
-350
1.799
2.149
826
1.799
53 773 826
123 1.676 1.799
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen beleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Mutatie liquide middelen Stand liquide middelen per 1 januari Stand liquide middelen per 31 december *)
*) De liquide middelen zijn als volgt opgebouwd: - deel opgenomen onder de Beleggingen voor risico fonds - overige liquide middelen (opgenomen onder de Overige activa)
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 37
4
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Algemeen Het doel van de Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna 'het fonds') is het nu en in de toekomst verstrekken van vroegpensioenuitkeringen. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in onder andere de statuten, het pensioenreglement, de uitvoeringsovereenkomst en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota van Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel. Het fonds geeft invulling aan de uitvoering van de vroegpensioenregeling van de in branche Technische Groothandel verplicht gestelde aangesloten werkgevers.
Overeenstemmingsverklaring De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 27 mei 2014 de jaarrekening opgemaakt.
GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA Algemeen De gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro's, tenzij anders vermeld. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op reële waarde. Overige activa en passiva worden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs, tenzij anders is vermeld. Voor zover noodzakelijk, wordt op activa een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht. Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Verwerking van activa en passiva Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 38
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economische potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, en waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post "nog af te wikkelen transacties". Saldering van een actief en een verplichting Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Vergelijkende cijfers risicobeheer en derivaten De totstandkoming van de cijfers bij de vermogensbeheerder is gewijzigd. Dit heeft tot een gewijzigde uitsplitsing geleid. Om een goede vergelijking tussen de jaren mogelijk te maken zijn de vergelijkende cijfers aangepast.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 39
Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar de rapporteringsvaluta euro tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen reële waarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. 31-12-2013
USD GBP CHF DKK JPY NOK SEK
1,38 0,83 1,23 7,46 144,84 8,36 8,85
31-12-2012
1,32 0,81 1,21 7,46 113,99 7,34 8,58
Beleggingen Algemeen De beleggingen worden gewaardeerd op reële waarde. Vorderingen en schulden uit beleggingen welke samenhangen met een specifieke beleggingscategorie worden onder beleggingsdebiteuren dan wel -crediteuren opgenomen in de betreffende beleggingscategorie. Aandelen De reële waarde van niet beursgenoteerde participaties is bepaald op basis van de laatst bekende intrinsieke waarde. Dit is het aandeel in het zichtbare eigen vermogen. Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd op reële waarde. De reële waarde is de per balansdatum geldende beurskoers. Niet beursgenoteerde vastrentende waarden worden gewaardeerd tegen reële waarde. Deze waarde wordt bepaald door de te ontvangen kasstromen (rente, aflossingen en verwachte boeterente bij vervroegde aflossingen) contant te maken op basis van geldende marktrente, waarin opgenomen een opslag voor debiteurenrisico en liquiditeitsrisico. Deposito's en vorderingen op banken worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs. Participaties in beleggingsfondsen die beleggen in hypothecaire leningen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. De actuele waarde is berekend door middel van de "discounted cash flow"-methode (hierna: DCF-model). Bij de actuele waarde berekening is uitgegaan van een aantal parameters c.q. veronderstellingen met betrekking tot de disconteringsvoet en de verwachte kasstroom. De disconteringsvoet bestaat uit een basisrente gelijk aan de euroswapcurve plus opslagen voor type onderpand, soort financiering en risicocategorie. De verwachte kasstroom is de te ontvangen rente en aflossing op basis van het gewogen gemiddelde moment van ontvangst inclusief het vervroegd aflossingsrisico. De gehanteerde parameters in het DCF-model zijn ultimo boekjaar geactualiseerd.
Overige beleggingen Onder overige beleggingen worden opgenomen die beleggingen die niet als een van de hiervoor opgesomde beleggingen geclassificeerd kunnen worden. Tevens worden onder de overige beleggingen opgenomen nog af te wikkelen beleggingstransacties en liquide middelen die beheerd worden door de vermogensbeheerder. De overige beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 40
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Overige activa Onder meer worden hieronder de liquide middelen opgenomen voor zover dit banktegoeden betreft welke onmiddellijk opeisbaar zijn. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de beleggingen. Stichtingskapitaal en reserves Algemeen Stichtingskapitaal en reserves worden bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds en voor risico deelnemers en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen. In de toelichting wordt opgenomen het krachtens de Pensioenwet minimaal vereiste eigen vermogen volgens de in het Besluit Financieel ToetsingsKader (FTK) voorgeschreven berekeningsmethodiek als het surplusvermogen. Weerstandsreserve Er wordt een weerstandsreserve aangehouden om onder meer tegenvallende beleggingsopbrengsten te kunnen opvangen. De hoogte van het weerstandsvermogen is minimaal gelijk aan het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV). Het streven is om een reserve aan te houden die minimaal gelijk is aan het vereist eigen vermogen (VEV), berekend op basis van het Financieel Toetsingskader. Het vereist eigen vermogen wordt bepaald op basis van de standaardmethode voorgeschreven door DNB. Algemene reserve Deze reserve is dat deel van het vermogen dat resteert nadat via de resultaatbestemming de vereiste reserves, waaronder de weerstandsreserve, op het gewenste niveau zijn gebracht. Er is geen sprake van een maximering van de algemene reserve. In geval van reservetekort of dekkingstekort ontstaat er een negatieve algemene reserve.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 41
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds wordt gewaardeerd op reële waarde. De reële waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toeslag)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Vanaf 2012 betreft dit de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde met toepassing van de Ultimate Forward Rate. Het hanteren van de UFR houdt in dat voor ver in de toekomst liggende verplichtingen (20 jaar tot 60 jaar) een aangepaste rentecurve (ultimo 2012 hogere rente) wordt gehanteerd. Voor verplichtingen korter dan 20 jaar geldt de rentetermijnstructuur op basis van een driemaandsgemiddelde. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico fonds is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande toeslagbesluiten (ook voor toeslagbesluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex ante condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Rekenrente De door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur ultimo boekjaar. Sterftekansen De sterftekansen zijn ontleend aan de AG prognosetafel 2012-2062, waarbij een correctie op basis van ervaringssterfte wordt toegepast. De ervaringssterfte is bepaald met behulp van het Syntrus Achmea Salarismodel 2012 dat gebruik maakt van door CBS beschikbare data. Overige technische voorzieningen Onder het hoofd 'Overige technische voorzieningen' worden voorzieningen opgenomen voor met de pensioenverplichtingen samenhangende risico's voor zover niet opgenomen in de berekening van de pensioenvoorziening, zoals bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, rendementsgarantie pensioenverplichtingen voor risico deelnemer of overige uitkeringen. Voorziening excassokosten De kostenvoorziening wordt als een separate technische voorziening opgenomen. Jaarlijks zal een rendement aan deze technische voorziening worden toegeschreven op basis van de rentetermijnstructuur die gebruikt is om de contante waarde van de kosten vast te stellen. Daarnaast zullen jaarlijks de kosten, die voor het betreffende jaar zijn verondersteld, aan de voorziening worden onttrokken. De kostenvoorziening zal jaarlijks herijkt worden, uitgaande van de meest bekende cijfers omtrent de vaste en variabele kosten. Er zal getoetst worden of de nieuwe vaststelling al dan niet hoger is dan 9%. De kostenvoorziening zal minimaal gelijk zijn aan 9% van de netto voorziening pensioenverplichtingen. Voorziening voor risico deelnemers De waardering van de voorzieningen voor risico van deelnemers wordt bepaald door de waardering van de tegenover deze voorzieningen aangehouden beleggingen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 42
Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden en overlopende passiva worden bij de eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na de eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten).
GRONDSLAGEN VOOR DE RESULTAATBEPALING Algemeen Voor zover niet anders vermeld worden baten en lasten verwerkt in het resultaat van het jaar, waarop zij betrekking hebben. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Onder premiebijdragen van werkgevers en werknemers wordt verstaan de aan hen in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Beleggingsresultaten (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen en valutaresultaten. In de jaarrekening wordt onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als indirecte beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. Aankoopkosten zijn verwerkt in de reële waarde van de beleggingen. Verkoopkosten worden verantwoord als onderdeel van de gerealiseerde herwaarderingen.
Directe beleggingsopbrengsten Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt in dit verband verstaan rentebaten en -lasten, dividenden en soortgelijke opbrengsten. Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling.
Kosten van vermogensbeheer Onder kosten van vermogensbeheer worden de externe en de daaraan toegerekende interne kosten verstaan. Exploitatiekosten van onroerende zaken in exploitatie zijn in de kosten van vermogensbeheer opgenomen. Verrekening van kosten Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen e.d. Pensioenuitkeringen De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Uitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 43
Mutatie technische voorzieningen Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. De interesttoevoeging wordt tegen de rekenrente primo berekend over de beginstand en de mutaties gedurende het jaar. Onttrekking uit technische voorziening voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de technische voorziening. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de reële waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
GRONDSLAGEN KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is conform de directe methode opgesteld. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenuitvoeringsactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 44
5
TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2013
(in duizenden euro's)
ACTIVA 1. Beleggingen voor risico pensioenfonds Ultimo 2013 Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Totaal
Belegde waarde in betreffende beleggingscategorie Beleggingsdebiteuren Liquide middelen
20.045 -
300.888 415 1
52
320.933 415 53
Stand per 31 december 2013
20.045
301.304
52
321.401
Ultimo 2012 Aandelen
Vastrentende waarden
Overige beleggingen
Totaal
Belegde waarde in betreffende beleggingscategorie Beleggingsdebiteuren Liquide middelen Beleggingscrediteuren
61.637 -
270.986 193 83 -23
40 -
332.623 193 123 -23
Stand per 31 december 2012
61.637
271.239
40
332.916
Verloopoverzicht van belegde waarden per beleggingscategorie
Aandelen Stand per 1 januari 2013 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Waardemutaties Stand per 31 december 2013
Aandelen Stand per 1 januari 2012 Aankopen/verstrekkingen Verkopen/aflossingen Waardemutaties per 31 december 2012
Vastrentende waarden
Totaal
61.637 9.685 -62.851 11.574
270.986 314.403 -272.724 -11.777
332.623 324.088 -335.575 -203
20.045
300.888
320.933
Vastrentende waarden
Derivaten
Totaal
58.498 39.020 -43.250 7.369
239.303 129.264 -140.341 42.760
-506 360 146
297.295 168.284 -183.231 50.275
61.637
270.986
-
332.623
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 45
Het bestuur heeft gekozen om de kasstromen ten behoeve van het verrichten van de uitkeringen en overige pensioenuitvoeringskosten te matchen met inkomende geldstromen uit de beleggingen. De beleggingen in zakelijke waarden zijn om die reden in december 2013 grotendeels verkocht. In plaats daarvan belegt het fonds vanaf december 2013 vooral in hoogwaardige staatsobligaties in de EURO zone. Deze obligaties worden gehouden tot het einde van de looptijd. De aflossing aan het einde van de looptijd en de ontvangen couponrente gedurende de looptijd zijn naar de verwachting van het bestuur toereikend om de uitkeringen en de overige pensioenuitvoeringskosten te kunnen verrichten. Hiermee wordt het renterisico verkleind, tevens is het kredietrisico en het risico zakelijke waarden verminderd. In de beleggingen voor risico pensioenfonds is een bedrag ad € 29 (2012: € 26) aan beleggingen voor risico deelnemers opgenomen. Binnen de beleggingsfondsen wordt gebruik gemaakt van derivaten, er is sprake van collateral management. Ultimo 2013 bedraagt het ontvangen collateral € 94 (2012: € 24.261) en het betaalde collateral € 44 (2012: € 304).
Reële waarde Schattingen en veronderstellingen Afgezien van de beleggingsvorderingen en -schulden zijn de beleggingen van het pensioenfonds gewaardeerd tegen reële waarde per balansdatum. Het is over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de reële waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de reële waarde. Voor de meerderheid van de beleggingen van het pensioenfonds kan gebruik worden gemaakt van marktnoteringen. Echter, bepaalde beleggingen zijn gewaardeerd door middel van gebruikmaking van waarderingsmodellen en technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten.
Op basis van deze indeling kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Afgeleide Marktnoteringen marktnoteringen
Waarderingsmodellen en technieken
Totaal
Per 31 december 2013 Aandelen Vastrentende waarden
285.256
20.045 -
15.632
20.045 300.888
285.256
20.045
15.632
320.933
-
61.637 255.128
15.858
61.637 270.986
-
316.765
15.858
332.623
Per 31 december 2012 Aandelen Vastrentende waarden
Opgemerkt wordt dat schattingen naar hun aard subjectief zijn en dat de geschatte actuele waarden van financiële instrumenten derhalve inherent onderhevig zijn aan onzekerheden en waarde-oordelen ten aanzien van volatiliteit, rentestand en kasstromen. Deze schattingen zijn momentopnames, gebaseerd op de marktomstandigheden en de op dat moment beschikbare informatie.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 46
Schatting van reële waarde Vastrentende waarden Het deel van de vastrentende waarden waarvan de reële waarde op basis van schatting wordt vastgesteld, betreft hoofdzakelijk hypotheken. De berekeningsgrondslag staat vermeld in de algemene toelichting op de grondslagen.
Aandelen De aandelen kunnen als volgt worden gespecificeerd: 31-12-2013
31-12-2012
Specificatie naar soort: Aandelenbeleggingsfondsen
20.045
61.637
285.256 15.632
208.871 46.257 15.858
300.888
270.986
52
40
52
40
345 70
115 78
415
193
-
23
-
23
76
56
Vastrentende waarden Specificatie vastrentende waarden naar soort: Obligaties Obligatiebeleggingsfondsen LDI Pools Hypothekenfondsen
Overige beleggingen Overige beleggingen
Beleggingsdebiteuren: Te vorderen bedragen uit hoofde van dividend dividend- en couponbelasting
Beleggingscrediteuren Te betalen bedragen uit hoofde van: dividend
2. Vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 47
31-12-2013
31-12-2012
3. Overige activa Liquide middelen
773
1.676
Onder de liquide middelen worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen, die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn en niet het karakter van beleggingen hebben. Bankrekeningen die beheerd worden door de vermogensbeheerder zijn onder de overige beleggingen opgenomen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 48
PASSIVA 31-12-2013
31-12-2012
4. Stichtingskapitaal en reserves Algemene reserve Weerstandsreserve
Algemene reserve
6.679 16.865
-12.790 29.115
23.544
16.325
Weerstandsreserve
Totaal
Stand per 1 januari 2012 Uit bestemming saldo van baten en lasten
-29.547 16.757
27.882 1.233
-1.665 17.990
Stand per 31 december 2012 Uit bestemming saldo van baten en lasten
-12.790 19.469
29.115 -12.250
16.325 7.219
6.679
16.865
23.544
Stand per 31 december 2013
31-12-2013
31-12-2012 In %
In %
Solvabiliteit Aanwezig vermogen Af: technische voorziening
321.532 297.988
107,9 100,0
333.989 317.664
105,1 100,0
Eigen vermogen Af: vereist eigen vermogen
23.544 16.865
7,9 5,7
16.325 29.115
5,1 9,1
6.679
2,2
-12.790
-4,0
11.919
4,0
12.706
4,0
Vrij vermogen Minimaal vereist eigen vermogen Dekkingsgraad (nominaal)
107,9
105,1
De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als toereikend. Voor de berekening van het vereist eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van een standaard model.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 49
Herstelplan In 2013 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het herstelplan zich als volgt ontwikkeld:
Dekkingsgraad per 1 januari Premie Uitkeringen Toeslagverlening Verandering van de rentetermijnstructuur Rendement op beleggingen Overige oorzaken en kruiseffecten Dekkingsgraad per 31 december
Werkelijk 2013 %
Verwacht herstel 2013 %
105,1%
105,1%
0,0% 0,2% 0,0% 2,3% -0,4% 0,7%
0,0% 0,1% 0,0% 0,0% 4,3% 0,3%
107,9%
109,8%
De dekkingsgraad bedroeg op 31 december 2013 107,9% en liep daarmee achter op het verwachte herstel ultimo 2012 dat uitgaat van 109,8%. De dekkingsgraad loopt wel voor op het origineel ingediende herstelplan. Deze gaat uit van een verwachte dekkingsgraad van 104,3. Het originele herstelplan is ingediend bij DNB op 9 september 2009 en op 11 december 2009 goedgekeurd door toezichthouder DNB. Het herstelplan is in het boekjaar onverkort van toepassing. In het verwacht herstel wordt uitgegaan van een dekkingsgraad van 109,8% ultimo 2013. Het uitgangspunt in het originele herstelplan wijkt af van de definitieve dekkingsgraad ultimo 2012 (105,1%) omdat die nog niet bekend was toen het herstelplan is ingediend. De verandering van de rentetermijnstructuur heeft geleid tot een stijging van de dekkingsgraad. Bij de bepaling van de werkelijke dekkingsgraad is van de daadwerkelijke rentetermijnstructuur ultimo van het boekjaar uitgegaan die lager is dan de rentetermijnstructuur primo het jaar. Het rendement op beleggingen heeft minder bijgedragen aan de dekkingsgraad dan verwacht volgens het herstelplan. Dit wordt verklaard doordat in het herstelplan is uitgegaan van een hoger rendement dan het rendement op de beleggingen werkelijk was. Mede als gevolg van gestegen marktrente. Het effect bij overige oorzaken en kruiseffecten wordt voornamelijk veroorzaakt door kruiseffecten van wijziging van rentetermijnstructuur met in dit geval het beleggingsresultaat. De kruiseffecten worden veroorzaakt door de gehanteerde berekeningsmethodiek. Deze methodiek wordt eveneens gehanteerd door DNB, ten behoeve van de evaluatie van de herstelplannen. Het bestuur heeft het herstelplan opnieuw geëvalueerd en de evaluatie ingediend bij DNB. De conclusie van de evaluatie is dat het VPTECH ultimo 2013 uit de situatie van reservetekort is. Het herstel is voorspoedig verlopen. De dekkingsgraad ultimo 2013 van 107,9% ligt boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104%. DNB heeft inmiddels in 2014 laten weten dat het kortetermijnhertelplan als beëindigd kan worden beschouwd. Dit betekent dat VPTECH per 1 april 2014 de aanspraken niet hoeft te korten. De financiële ruimte is ultimo 2013 echter niet voldoende om in 2014 toeslag te verlenen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 50
31-12-2013
31-12-2012
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen Voorziening excasso kosten Spaarfondsgemoedsbezwaarden
273.367 24.603 18
291.419 26.228 17
297.988
317.664
5. Technische voorzieningen Pensioenverplichting
Overige technische voorzieningen
Totaal
Stand per 1 januari 2012 Mutatie technische voorziening
300.362 -8.943
15 26.230
300.377 17.287
Stand per 31 december 2012 Mutatie technische voorzieningen
291.419 -18.052
26.245 -1.624
317.664 -19.676
Stand per 31 december 2013
273.367
24.621
297.988
2013
2012
Mutatie technische voorzieningen Rentetoevoeging Ontrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging marktrente Wijziging overige actuariële grondslagen Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
999 -10.576 -436 -6.854 -496 -689
4.075 -12.299 -659 25.444 -299 -25.205
-18.052
-8.943
De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorie van deelnemers als volgt samengesteld: 31-12-2013 31-12-2012 Aantal Pensioengerechtigden Gewezen deelnemers
Aantal
1.642 44.864
9.075 264.292
2.153 45.475
15.837 275.582
46.506
273.367
47.628
291.419
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 51
Overige technische voorzieningen Voorziening excassokosten
Spaarfonds gemoedsbezwaarden
Totaal
Stand per 1 januari 2012 Overheveling vanuit voorziening pensioenverplichting Dotatie Onttrekking Rentetoevoeging
24.800 2.825 -1.397 -
15 2
15 24.800 2.825 -1.397 2
Stand per 31 december 2012 Onttrekking Rentetoevoeging
26.228 -1.625 -
17 1
26.245 -1.625 1
Stand per 31 december 2013
24.603
18
24.621
Korte beschrijving van de pensioenregeling Op 30 maart 2000 is door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het verplichtstellingsbesluit afgegeven voor de instelling van de Stichting VPTECH, ingaande 1 april 2000. Het bestuur van de Stichting VPTECH is, op basis van besluiten van CAO partijen in 2005, ertoe overgegaan per 1 januari 2006 de verdere opbouw te beëindigen. Dit houdt in dat over de periode nadien ook geen premiebetaling meer plaatsvindt. Uitgangspunt van de regeling was dat een werknemer vanaf de 61-jarige leeftijd van de regeling gebruik kan maken. Een vroegere of latere ingangsdatum is mogelijk. De eerste mogelijkheid is met ingang van de eerste van de maand waarin de werknemer 60 wordt en de laatste mogelijkheid ligt een maand vóór het bereiken van de 65-jarige leeftijd.Als gekozen wordt voor een vervroegde ingangsdatum, wordt het (premie vrije) recht op vroegpensioen verlaagd aan de hand van een door het bestuur vastgestelde actuariële tabel. Als gekozen wordt voor een latere ingangsdatum, wordt het (premie vrije) recht op vroegpensioen verhoogd aan de hand van een door het bestuur vastgestelde actuariële tabel. De opbouw bedroeg per jaar 1,945% van de vroegpensioengrondslag vanaf de leeftijd van 25 jaar. Vanaf de start van de regeling per 1 april 2000 tot 1 januari 2006 is derhalve maximaal 11,18% van de pensioengrondslag opgebouwd. Voor werknemers, geboren vóór 1950 is, onder voorwaarden, een aanvulling op het vroegpensioen vanuit de Vutechregeling mogelijk. De uittreedleeftijd wordt dan mede bepaald vanuit het Vutech-reglement.
Toeslagverlening Het bestuur is bevoegd de aanspraken van de gewezen deelnemers en de rechten van de pensioentrekkenden procentueel te verhogen. Het bestuur heeft onder invloed van de ontwikkeling van de dekkingsgraad en met het oog op de doelstelling van het fonds, besloten om zich in haar beleid met name te laten leiden door de vastheid van de nominale aanspraken. Het fonds heeft geen doelgericht beleid (toeslaglabel B) om een toeslag te geven op de pensioenrechten en pensioenaanspraken; de deelnemers moeten ervan uitgaan dat ze geen jaarlijkse toeslag zullen krijgen. Het bestuur besluit jaarlijks of een toeslag wordt verleend, rekening houdende met de financiële positie van het pensioenfonds. Er is geen vooraf vastgestelde maatstaf op basis waarvan de hoogte van een eventueel te verlenen toeslag wordt gebaseerd. Omdat er geen doelgericht toeslagenbeleid is, wordt hiervoor niet gereserveerd. Het bestuur heeft besloten om per 1 januari 2013 geen toeslagen te verlenen.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 52
2013
2012
6. Voorzieningen voor risico deelnemers Stand per 1 januari Rendementstoevoeging Onttrekkingen
26 3 -
37 1 -12
Stand per 31 december
29
26
31-12-2013
31-12-2012
7. Overige schulden en overlopende passiva Te verrekenen premies Belastingen en premies sociale verzekeringen Beleggingskosten Uitkeringen Waardeoverdrachten Overige schulden
3 283 266 3 29 105
15 377 176 65
689
633
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 53
Risicobeheer en derivaten Solvabiliteitsrisico Het fonds wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico's. De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis van algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van het fonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslagverlening van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het fonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld: 31-12-2013
31-12-2012
Het tekort op FTK grondslagen is als volgt: Voorziening pensioenverplichtingen Buffers: S1 Renterisico S2 Risico zakelijke waarden S3 Valutarisico S4 Grondstoffenrisico S5 Kredietrisico S6 Verzekeringstechnisch risico Diversificatie effect Vereist eigen vermogen (vereiste buffers) Vereist pensioenvermogen (art. 132 Pensioenwet) Aanwezig pensioenvermogen Surplus/Tekort
297.988
317.664
2.184 5.510 4.503 14.731 -10.063
5.216 19.869 1.541 6.271 16.745 -20.527
16.865
29.115
314.853 321.532
346.779 333.989
6.679
-12.790
Bij de berekening van de buffers past het pensioenfonds de standaardmethode toe. Voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de feitelijke asset mix in de evenwichtssituatie. Beleid en risicobeheer Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico's. Deze beleidsinstrumenten betreffen: - beleggingsbeleid - herverzekeringsbeleid - toeslagbeleid. De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruikgemaakt van ALMstudies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario's.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 54
De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid moet plaatsvinden. Ze zijn gericht op het beheersen van de volgende belangrijkste (beleggings)risico's Het fonds heeft gezien haar bijzondere karakter op de volgende wijze invulling gegeven aan de beheersing van de risico's. Het fonds is een gesloten pensioenfonds waarin uitsluitend vroegpensioengerechtigden zijn ondergebracht. De kasstromen zijn goed voorspelbaar. Het bestuur heeft gekozen om de kasstromen ten behoeve van het verrichten van de uitkeringen en overige pensioenuitvoeringskosten te matchen met inkomende geldstromen uit de beleggingen. De beleggingen in zakelijke waarden zijn in december grotendeels verkocht. In plaats daarvan belegt het fonds vanaf december 2013 vooral in hoogwaardige staatsobligaties in de EURO zone. Deze obligaties worden gehouden tot het einde van de looptijd. De aflossing aan het einde van de looptijd en de ontvangen couponrente gedurende de looptijd zijn naar de verwachting van het bestuur toereikend om de uitkeringen en de overige pensioenuitvoeringskosten te kunnen verrichten. Hiermee wordt het renterisico verkleind, tevens is het kredietrisico en het risico zakelijke waarden verminderd. Marktrisico Marktrisico omvat de mogelijkheden voor winst of verlies en omvat het renterisico, prijs(koers)risico en het valutarisico. De strategie van het fonds met betrekking tot het beleggingsrisico wordt bepaald door de beleggingsdoelstellingen. Het marktrisico wordt op dagelijkse basis beheerst in overeenstemming met de aanwezige beleidskaders en richtlijnen. De overall-marktposities worden periodiek gerapporteerd aan het bestuur. Renterisico Renterisico is het risico dat de waarden van de portefeuille vastrentende waarden en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van ongunstige veranderingen in de marktrente. Dit risico bestaat doordat beleggingen en verplichtingen niet in dezelfde mate gevoelig zijn voor rentebewegingen. Het renterisico neemt af naarmate de looptijd van de beleggingen meer overeenkomt met de looptijd van de verplichtingen. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is de (met de contante waarde van de kasstromen) gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. 31-12-2013 Balanswaarde
Duration van de vastrentende waarden (voor derivaten) Duration van de vastrentende waarden (na derivaten) Voorziening pensioenverplichtingen
31-12-2012
Duration
Balanswaarde
Duration
300.888
11,8
255.468
7,6
300.888 297.988
11,8 12,2
283.404 317.664
13,9 12,8
Op balansdatum is de duration van de beleggingen korter dan de duration van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde "duration-mismatch". Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van de beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur) daalt, waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad zal dalen. Voor de uitwerking van het beheersen van het renteriscio wordt verwezen naar paragraaf beleid en risicobeheer.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 55
De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt:
Resterende looptijd < 1 jaar Resterende looptijd > 1 en < 5 jaar Resterende looptijd > 5 jaar
3.750 11.559 285.579 300.888
31-12-2013 % 1,2 3,8 95,0 100,0
8.756 70.982 203.414 283.152
31-12-2012 % 3,1 25,1 71,8 100,0
Prijsrisico Prijsrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde waarbij waardewijzigingen onmiddellijk in de staat van baten en lasten worden verwerkt, zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden direct zichtbaar in het beleggingsresultaat. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. Het fonds is als gevolg van het gekozen beleggingsbeleid minder gevoelig voor het prijsrisico. De uitkeringen en kosten matchen vrijwel geheel met de uit de obligaties vrijvallende geldstromen (coupon en aflossing).
Segmentatie van de aandelenportefeuille naar sectoren is als volgt:
Beleggingsinstellingen Transport en opslag Financiële instellingen Nijverheid en industrie Handel Nutsbedrijven Vastgoed Overige dienstverlening Diversen
31-12-2013 % 25 0,1 365 1,9 3.726 19,0 9.696 49,5 1.270 6,5 799 4,1 526 2,7 3.048 15,6 114 0,6 19.569 100,0
31-12-2012 % 341 0,8 418 0,9 8.230 18,2 23.280 51,4 2.763 6,1 1.411 3,1 1.265 2,8 7.205 15,9 408 0,8 45.321 100,0
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 56
De segmentatie van de aandelenportefeuille naar regio is als volgt:
31-12-2013 % 4.481 22,9 9.100 46,5 663 3,4 3.227 16,5 1.500 7,7 341 1,7 257 1,3 19.569 100,0
Europe North Amrica BRIC-Landen Asia Pacific Mature Markets Emerging Markets Overig
31-12-2012 % 8.698 19,2 17.423 38,4 4.484 9,9 9.226 20,4 3.496 7,7 1.923 4,2 71 0,2 45.321 100,0
Het in de toelichting op de balans verantwoorde saldo aandelen ad € 20.045 is niet gelijk aan het in bovenstaande tabellen genoemde saldo aandelen. Dit wordt veroorzaakt door toepassing van het look through principe. Bij het lookthrough principe worden de beleggingen op een dieper niveau beoordeeld dan in de jaarrekening. Hierdoor wijken de rubriceringen bij dit principe af van de presentatie van de beleggingen in de balans. Beleggingen uit de beleggingsportefeuille waarvan uitgevende partijen in Brazilië, Rusland, India en China zijn gevestigd, worden gerekend tot beleggingen in 'BRIC-landen' Valutarisico De vreemde valutapositie voor en na afdekking door valutaderivaten is als volgt weer te geven: Positie voor afdekking
EUR CHF GBP JPY NOK SEK USD DKK OVERIGE
Valutaderivaten
Nettopositie na afdekking 2013
Nettopositie na afdekking 2012
288.583 668 1.611 1.512 64 241 9.821 91 2.769
15.783 -665 -1.593 -1.438 -218 -206 -9.538 -2 -2.123
304.366 3 18 74 -154 35 283 89 646
316.825 -11 -8 1 3 -5.332 5.328
305.360
-
305.360
316.806
Het totaalbedrag van de gehele beleggingsportefeuille dat buiten de euro wordt belegd bedraagt ultimo 2013 circa € 16.777 (2012: € 122.665). Na afdekking bedraagt het € 994 (2012: € -/- 19). Het valutarisico wordt binnen het beleggingsfonds gehedged.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 57
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)derivatenposities worden aangegaan (en aan bijvoorbeeld herverzekeraars.) Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee het fonds transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het fonds financiële verliezen lijdt. Beheersing vindt plaats door het stellen van limieten aan tegenpartijen op totaalniveau, dat wil zeggen met inachtneming van alle posities die een tegenpartij heeft jegens het fonds; het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij hypothecaire geldleningen en het uitlenen van effecten; het hanteren van prudente verstrekkingsnormen bij hypothecaire geldleningen. Ter afdekking van het settlementrisico wordt door het fonds enkel belegd in markten waar een voldoende betrouwbaar clearing- en settlementsysteem functioneert. Het fonds heeft invulling gegeven aan het kredietrisico door vooral te beleggen in hoogwaardige staatsobligaties.
In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de vastrentende waarden naar sector weergegeven:
Nederlandse overheidsinstellingen Buitenlandse overheidsinstellingen Beleggingsinstellingen Transport en opslag Financiële instellingen Nijverheid en industrie Handel Nutsbedrijven Vastgoed Overige dienstverlening Diversen
31-12-2013
31-12-2012
33.911 251.345 15.632 300.888
12.124 105.967 16.583 2.257 73.714 38.888 3.028 7.874 1.871 18.126 2.721 283.153
De verdeling van vastrentende waarden naar regio is weergegeven in onderstaande tabel:
Mature Markets BRIC-landen Emerging markets
31-12-2013
31-12-2012
300.888 300.888
270.183 2.019 10.951 283.153
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 58
Beleggingen waarvan de uitgevende partij is gevestigd in Azië (exclusief Japan, India en China), Latijns Amerika of Rusland worden gerekend tot de regio 'Emerging Markets'. Ten aanzien van de kredietwaardigheid van de debiteuren van de vastrentende portefeuille kan het volgende overzicht worden gegeven:
31-12-2013
31-12-2012 %
%
AAA
152.160
50,6
70.575
24,9
AA
133.096
44,2
47.483
16,8
A BBB
15.632 300.888
5,2 100,0
44.696 44.030 32.394 43.975 283.153
15,8 15,5 11,4 15,6 100,0
* Betreft hypotheken.
Actuariële risico's De belangrijkste actuariële risico's zijn de risico's van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Langlevenrisico Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorziening. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van AG prognosetafel 2012-2062 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Vanwege het bijzondere karakter van het fonds met een verwacht einde in 2044, bestaat er een relatief beperkte gevoeligheid voor het langlevenrisico in vergelijking met andere pensioenfondsen. Overlijdensrisico Het fonds kent geen actieve deelnemers, hierdoor is geen sprake van het overlijdensrisico. Arbeidsongeschiktheidsrisico Het fonds kent geen actieve deelnemers, hierdoor is geen sprake van het arbeidsongeschiktheidsrisico. Toeslagrisico Er is geen ambitie om jaarlijks toeslagen te verlenen op pensioenrechten en pensioenaanspraken; de deelnemers moeten er van uitgaan dat ze geen jaarlijkse toeslag zullen krijgen. Het bestuur besluit jaarlijks of een toeslag wordt verleend, rekening houdende met de financiële positie van het pensioenfonds. Er is geen vooraf vastgestelde maatstaf op basis waarvan de hoogte van een eventueel te verlenen toeslag wordt gebaseerd. Omdat er geen doelgericht toeslagenbeleid is, wordt hiervoor niet gereserveerd. Concentratierisico Grote posten zijn aan te duiden als een vorm van concentratierisico. Om te bepalen welke posten hieronder vallen moeten per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur worden gesommeerd. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 59
31-12-2013
Republiek Frankrijk Federale republiek Duitsland Koninkrijk der Nederlanden Koninkrijk België Republiek Finland Republiek Oostenrijk
61.156 61.505 33.911 51.745 56.744 20.195
31-12-2012
30.293 43.422 -
Overige niet-financiële risico's Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico's worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen, enzovoorts. Deze kwaliteitseisen worden periodiek getoetst door het bestuur. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar.
Verbonden partijen Transacties met bestuurders Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar 7.6.4. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op, (voormalige) bestuurders. De bestuurders nemen geen deel aan de pensioenregeling van het pensioenfonds. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Langlopende contractuele verplichtingen Het pensioenfonds heeft een uitbestedingovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. is met ingang van 1 januari 2014 verlengd met 4 jaar tot en met 31 december 2018. Met het bestuur zijn afspraken gemaakt over de vergoedingensystematiek. Deze systematiek bestaat zowel uit vaste als variabele componenten. De vergoeding voor 2013 bedraagt ca. € 1.002. Vermogensbeheerkosten Het fonds heeft met custodian Kas Bank N.V. in 2013 een bewaarovereenkomst afgesloten. De looptijd van het is contract is voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat opzegging mogelijk is met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste negentig kalenderdagen. De jaarlijkse kosten variëren, maar bedragen in 2013 ca. € 71. Voorwaardelijke verplichtingen Per jaareinde lopen er geen juridische procedures tegen het pensioenfonds en heeft het pensioenfonds tevens geen juridische procedures aangespannen tegenover derden.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 60
6
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2013
(in duizenden euro's) 2013
2012
8. Premiebijdragen van werkgevers en werknemers Werkgevers- en werknemersgedeelte
1
-14
1
-14
De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie zijn niet van toepassing. 9. Beleggingsresultaten risico pensioenfonds Directe beleggingsopbrengsten 2013
Aandelen Vastrentende waarden Derivaten Overige beleggingen
Indirecte beleggingsopbrengsten 2013
Kosten van vermogensbeheer 2013
Totaal 2013
Totaal 2012
559 -6
11.574 -11.777 -
-101 -496 -
11.473 -11.714 -6
7.215 42.377 146 67
553
-203
-597
-247
49.805
De kosten van vermogensbeheer bedragen in 2013 € 597 (2012: € 756). Transactiekosten zijn onderdeel van de aan- en verkooptransacties van beleggingen. Deze zijn eveneens onderdeel van de indirecte beleggingsopbrengsten en bedragen over 2013 € 966 (2012: € 226). De transactiekosten van de transitie bedragen € 859. 2013
2012
10. Pensioenuitkeringen Vroegpensioen Afkopen
10.501 23
12.245 91
10.524
12.336
De post afkopen betreft de afkoop van pensioenen die lager zijn dan € 451,22 (2012: € 438,44) per jaar overeenkomstig art. 66 Pensioenwet. 11. Pensioenuitvoerings- en administratiekosten Bestuurskosten Administratiekostenvergoeding, inclusief kosten bestuursbureau Controle- en advieskosten (excl. accountantskosten) Accountantskosten Contributies en bijdragen Overig
92 946 165 31 25 36
66 1.184 122 28 7 118
1.295
1.525
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 61
2013 Controle van de jaarrekening
2012 31
28
Deze werkzaamheden zijn zowel in 2013 als 2012 uitgevoerd door PricewaterhouseCoopers Accountant N.V. Inzake andere controlewerkzaamheden, fiscale advisering en andere niet-controle diensten zijn geen kosten gemaakt.
12. Mutatie technische voorzieningen Rentetoevoeging De voorziening pensioenverplichtingen is in het boekjaar opgerent met 0,351% (2012: 1,544%). Dit is de éénjaarsrente uit de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per 31 december 2012. Onttrekking pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de verwachte pensioenuitkeringen in de verslagperiode. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de reële waarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Wijziging actuariële uitgangspunten De actuariële grondslagen en/of methoden worden periodiek beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor zowel de gehele bevolking als specifiek voor de populatie van het pensioenfonds. De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening voor pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het pensioenfonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 62
Overige wijzigingen 2013 Resultaat op kanssystemen: Sterfte Mutaties overheveling van VPV naar voorziening excassokosten
2012 -247 -442 -
-255 -150 -24.800
-689
-25.205
1
2
-1.625
24.800 1.428
-1.624
26.230
13. Mutatie overige voorzieningen Dotatie spaarfonds gemoedsbezwaarden Overheveling voorziening excasso kosten vanuit voorziening pensioenverplichting Mutatie voorziening excasso kosten
De overheveling van de voorziening excassokosten vanuit de voorziening pensioenverplichting is een eenmalige actie geweest in het boekjaar 2012. 14. Saldo waardeoverdrachten risico pensioenfonds Uitgaande waardeoverdrachten
389
664
Dit betreft de ontvangst van of betaling aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers die tot de ontslagdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor de inkoop van extra dienstjaren. De afname van de technische voorziening uit hoofde van de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt 436 (2012: 659). Het resultaat op de overgedragen pensioenverplichtingen bedraagt in 2013: 47 (2012: 5).
Personeelsleden Het fonds heeft sinds 2013 een directeur bestuursbureau in dienst. Het pensioen is ondergebracht bij Pensioenfonds Zorg & Welzijn. In de jaarrekening wordt geen specifieke opgave gedaan van de loonkosten, pensioen- en sociale lasten, aangezien deze herleid kan worden tot één natuurlijk persoon. Er wordt gebruikt gemaakt van de vrijstelling art 383 BW2, titel 9. Er zijn geen werknemers in het buitenland in dienst. Daarnaast is er een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met Syntrus Achmea Pensioenbeheer. Met custodian Kasbank is per 2014 een uitvoeringsovereenkomst afgesloten met betrekking tot het bewaarneming.
Bezoldiging De transacties met bestuurders hebben betrekking op de vergoedingen voor de werkzaamheden verband houdende met de bestuurs- en commissievergaderingen. De vergoedingen bestaan uit vacatiegeld, vergoeding van reis- en verblijfkosten en overige bestuurskosten 2013: € 92 (2012: € 66). Belastingen De activiteiten van het fonds zijn vrijgesteld van belastingheffing in het kader van de vennootschapsbelasting.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 63
Vaststelling van de jaarrekening door het bestuur Het bestuur van Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel heeft de jaarrekening 2013 vastgesteld in de vergadering van 24 juni 2014.
Ondertekening bestuur voor akkoord Utrecht, 24 juni 2014 Mevrouw N. Poelgeest
De heer Th. van Diem
Mevrouw C.P. Monster-Miedema
De heer H.C. Mol
Mevrouw L.I. Kleijer-Blok
De heer C.J.M. de Wit
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 64
8. OVERIGE GEGEVENS
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 65
OVERIGE GEGEVENS 1
Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten
Over de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het fonds. De bestemming nader uitgewerkt in de ABTN. Het voorstel resultaatbestemming 2013 is opgenomen in de paragraaf van de staat van baten en lasten in de jaarrekening. 2
Gebeurtenissen na balansdatum
Ontwikkeling dekkingsgraad 2013 Aan het einde van het boekjaar 2013 is de dekkingsgraad vastgesteld op 107,9%. De eerste maanden van 2014 heeft de dekkingsgraad zich gestabiliseerd. Voor de recentste ontwikkelingen geeft de website (www.vptech) de informatie. Eind april 2014 bedroeg de dekkingsgraad 110,7%.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 66
3
ACTUARIËLE VERKLARING
Opdracht Door Stichting Vroegpensioenfonds voor de Technische Groothandel te Amsterdam is aan Triple A - Risk Finance Certification B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2013. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. De accountant van het pensioenfonds heeft mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid (materiële juistheid en volledigheid) van de basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeel van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt van de door mij beoordeelde berekeningen heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: - heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en - heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 67
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningsregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum ten minste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De vermogenspositie van Stichting Vroegpensioenfonds voor de Technische Groothandel is naar mijn mening voldoende.
Amsterdam, 24 juni 2014 drs. P. Heesterbeek AAG verbonden aan Triple A - Risk Finance Certification B.V.
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 68
4
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Aan: het bestuur van Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo van baten en lasten getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel per 31 december 2013 en van het saldo van baten en lasten over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW).
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 69
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 24 juni 2014 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door: drs. H.C. van der Rijst RA
___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________________________________ Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel 70
www.vptech.nl Stichting Vroegpensioenfonds Technische Groothandel Postbus 40003 7300 AX Apeldoorn