Jaarverslag 2007
Stichting STRO Oude Gracht 42 3511 AR Utrecht Nederland T: 030-2314314 www.strohalm.nl www.socialtrade.org
[email protected]
Inhoudsopgave: p 1. Voorwoord
3
2. Projecten STRO
4
3. Methodologische ontwikkelingen
9
4. Algemene informatie STRO
11
5. Financieel verslag
12
1. Voorwoord 2007 was het eerste jaar van het LIDO II programma dat loopt tot en met 2010. LIDO II richt zich op de introductie van een eigen munt in lokale economieën die de plaatselijke koopkracht langer vasthoudt zodat meer lokale productie, handel, specialisatie en goedkoper krediet mogelijk is. Onze aanpak is soms zo ongebruikelijk dat het vaak moeilijk is voor buitenstaanders te begrijpen wat onze innovatie methoden nou precies inhouden en of ze wil zinvol zijn. De cruciale vraag in een innovatief programma is dan ook: levert het wat op? STRO focust op een breed spectrum van innovaties. Waarschijnlijk zullen sommige van deze innovaties er niet in slagen de hele cyclus te doorlopen van experimentele fase, demonstratie project tot uiteindelijk een methode die eenvoudig te kopiëren is door anderen. Elk bedrijf zou blij zijn als 10% van hun nieuwe ideeën het schopt tot een nieuwe product in de markt. Wij kunnen ons dit echter niet permitteren aangezien we werken met donaties van anderen. Gelukkig is er genoeg reden om te verwachten dat meerdere van onze innovaties succesvol zullen zijn. Zo hebben we de zogenaamde “Commodity Backed Currency” voor het eerst getest in Honduras in het LIDO I Programma. Hoewel dit een project van bescheiden omvang was, heeft dit voorbeeld ertoe geleid dat we nu dezelfde methode op een veel grotere schaal toepassen in drie projecten met Costa Ricaanse coöperaties (zie 2.2.4 t/m 2.2.6). Ik hoop dat u veel plezier beleeft aan het lezen over deze en andere innovaties in dit jaarverslag.
Hoogachtend,
Henk van Arkel Directeur van Stichting STRO
2. STRO’s projecten in 2007 2.1 Brazilië STRO s zusterorganisatie Instrodi is niet voor niets gevestigd in Brazilië: in Brazilië bestaan zeer grote inkomensverschillen. Bovendien zijn er grote – ook economische - verschillende tussen de regio’s. Regering en centrale bank voeren een economisch beleid dat er op is gericht de hoge waarde van de nationale munt, de Real op de internationale markt te behouden.. Dit beleid is goed voor de sterke delen van de economie. Maar voor kleine ondernemers in armere regio’s betekent het rentes die kunnen oplopen tot 30% per jaar. Gelukkig is Brazilië tegenwoordig actief op zoek naar oplossingen voor de grote inkomensverschillen. Zo voert de regering o.a. een basisinkomen in. Toen STRO (toen nog Strohalm) jaren geleden voor het eerst een lokale munt in Brazilië omloop bracht, leidde dat ogenblikkelijk tot onderzoek door de officier van justitie. Maar dat leidde niet tot een verbod, omdat de autoriteiten begrepen dat het officiële geld geen soulaas bood voor de armste mensen. En anno 2007 was Instrodi zelfs spreker op een congres van de centrale bank over het stimuleren van de economie met een lokale munt. STRO is in Brazilië actief in de zuidelijke regio Rio Grande do Sul, met name in de hoofdstad Porte Alegre, in de moderne stad Paraná en in de uitgestrekte noordoostelijke regio.
2.1.1 C3 CompRaS C3 CompRaS in de regio Rio Grande do Sul, STRO's eerste consument-bedrijvennetwerk in Brazilië, ging begin 2006 van start. CompRas trekt consumentenkoopkracht in de regio Rio Grande do Sul aan en stimuleert lokale productie. CompRaS fungeert als pilot voor de diverse aspecten van een C3-Barter, software en juridische status van bedrijfsnetwerken. De pilot ontwikkelt richtlijnen voor de opstart van nieuwe C3’s. Deelnemers zijn kleine, middengrote en grote bedrijven. Het netwerk rekent onderlinge transacties intern af en maakt gebruik van een liquiditeitsheffing die deelnemers stimuleert om intern geld in omloop te brengen en te houden. Er doet een zeer breed scala aan bedrijven mee. Sterke partners zijn de nationale bank van Brazilië, de Kamer van Koophandel, de Universiteit, het trainingsinstituut voor kleinbedrijf en de deelstaat. Deze partners geven via andere samenwerkingsverbanden CompRas extra bekendheid. Het Compras bedrijvennetwerk telde eind 2007 650 aangesloten leden en de omzet steeg naar 150.000 euro. Partner microkredietorganisatie ICC hield zich niet volledig aan de aanbestedingsregels zodat deelstaatsbank Caixa vooralsnog moet omkijken naar andere partners. STRO zal echter de samenwerking kunnen voortzetten. Doordat de leden van de ICC zich ook aansluiten bij Compras, zal het bedrijvennetwerk zich verder uitbreiden. De tot nog toe gevolgde methode lijkt goed te functioneren als start-up, maar is nog onvoldoende om beslissende invloed op een lokale economie uit te kunnen oefenen. Emissie vond vooral plaats door microkredietverstrekking. Er vonden aanpassingen van Cyclostransactiesoftware plaats ten behoeve van CompRas. In de tweede helft van 2007 lag de nadruk op werving van ondernemingen met hoogwaardiger producten, zodat leden hun aantrekkelijker producten binnen de C3 kunnen kopen. De uitdaging voor 2008 is om meer diverse doelgroepen aan het netwerk te binden.
2.1.2 Tobias Barreto Ons project in het kleine noordoostelijke stadje Tobias Barreto voor de productie van schapenkaas in combinatie met een lokale munt, leverde ons in 2006 nog de Business in Development prijs op. Maar helaas viel het kader en de steun voor ons project weg door twee externe gebeurtenissen: de dood van de burgemeester van Tobias Barreto, die een
enthousiaste supporter was voor onze werkwijze. Op deelstaatniveau kwam een andere politieke partij aan het bewind na de verkiezingen van eind 2006. We zagen ons als gevolg van e.e.a. gedwongen het project voortijdig te beëindigen.
2.1.3 Kinderrestaurant: leren voor leren De bouw van het ‘kinderrestaurant’ in de arme wijk Rubem Berta bij Porte Alegre (Brazilië). liep vertraging op, omdat die duurder was dan we eerst dachten. Maar in december was het zover: de keukens werden geplaatst en daarna is het project snel van start gegaan. In dit restaurant eten de buurtkinderen dagelijks een welverdiende maaltijd. Ze verdienen die door áán en ván elkaar te leren. Denk aan vaardigheden als lezen, schrijven, met computers omgaan, koken of schoonmaken. Zo leren ze om trots te zijn op hun eigen kunnen en wat ze daarmee voor een ander kunnen betekenen
kinderen voor het restaurant
2.1.4 C3-Paraná C3 Paraná is nu volledig operationeel. STRO en Instrodi steunen dit project alleen nog maar door training en methodologisch advies. De uitvoer is volledig in handen van de lokale partners IPD (het ontwikkelingsinstituut van de deelstaat Paraná) en FIEP (de Kamer van Industrie van Paraná).
2.2 Midden-Amerika Zoals in veel andere delen van de wereld, is ook Midden-Amerika in 2007 getroffen door de sterk gestegen brandstofprijzen. Aan de andere kant leidt het ook tot nieuwe kansen om de lokale economie te versterken. De start van het biobrandstoffenproject in Honduras viel dan ook op een opportuun moment. Het verharde anti-immigratiebeleid in de VS heeft geleid tot een groot aantal deportaties van illegale Midden Amerikaanse immigranten. Bijvoorbeeld, alleen al Honduras ontving in 2007 67.000 teruggestuurde landgenoten vanuit de VS (oftewel 1% van de totale bevolking!). Het is duidelijk dat dit slecht het topje van de ijsberg is. De meeste immigranten halen de VS niet eens. Tussen 2003 en 2007 stuurden Mexico en Guatemala zo'n 220.000 Hondurezen terug. Ook de immigranten die het wel halen, hebben het steeds moeilijker in de wegzakkende Amerikaanse economie. De geldovermakingen liepen dan ook terug in verschillende landen. Dit alles heeft een sterk effect op de economieën in Midden Amerika: in Honduras en El Salvador, bij voorbeeld, zijn de geldovermakingen van illegale en legale landgenoten in het buitenland de voornaamste deviezenbron. Het Free Trade Agreement (FTA) met Noord Amerika heeft vooral geleid tot een enorme stijging van de importen, maar de export blijft sterk achter. Deze ontwikkeling, in combinatie met de sterk gestegen brandstofimporten, maakt dat veel Midden-Amerikaanse landen kampen met grote tekorten op de handelsbalans. Uiteindelijk kun je niet meer uitgeven dan dat er binnenkomt... Om de brandstofimporten in te dammen is er in Honduras bij voorbeeld een "vandaag rij ik niet" decreet in het leven geroepen, waarbij autobezitters een dag in de week (behalve zondag) moeten kiezen dat ze de auto laten staan. Ook de belastingen op diverse luxe importartikelen zijn sterk verhoogd. STRO speelt in op de toenemende kansen voor m.n. landbouw georiënteerde lokale economieën. De stijgende prijzen voor landbouwproducten, stijgende transportkosten en steeds efficiënter wordende kleinschalige technologie, maakt dat er goede kansen voor lokale economieën om op eigen kracht (zonder afhankelijk te zijn van exportmarkten) te diversifiëren en te groeien. De ingezette instrumenten zijn complementaire geldsystemen, in combinatie met aangepaste technologie. We werken daarbij samen met boeren, vrouwen en kleine en middelgrote bedrijven. In 2007 waren we actief in El Salvador, Honduras en Costa Rica.
2.2.1 El Salvador: Centro Bartolomé de las Casas In dit project STRO bevorderde samen met lokale partner, het katholieke Centro Bartolomé de las Casas, handel met lokale koopwaar door roulatie op markten en in winkeltjes van een lokale munt: de SOL. Van de deelnemers is 70% vrouw. Vrouwen staan aan de wieg van de uitgifte van de SOL en verdienen nu hun eigen inkomen. Het project verhoogt hun maatschappelijke status aanzienlijk in het Midden-Amerikaanse land met een sterke machocultuur. De plaatselijke handelsstructuur is structureel versterkt. STRO heeft haar bijdrage aan het project beëindigd en Centro Bartolomé zet het voort. Deze onderzoekt de mogelijkheden van uitbreiding van de lokale handelsstructuur van het platteland naar nabijgelegen stedelijke gebieden.
2.2.2 El Salvador: Fusai Fusai (Fundacion Salvadore Apoyo Integral) is een netwerk met bedrijven in vele sectoren. Dit netwerk dient als basis voor een C3 bedrijvennetwerk in de hoofdstad San Salvador en directe omgeving. Het Fusai-kredietprogramma is inmiddels uitgegroeid tot een bank. Het bedrijvennetwerk zal met interne administratieve eenheden werken via een internet transactiesysteem. In El Salvador zijn naar verhouding veel internet-aansluitingen omdat veel Salvadoranen via internet met familieleden in de VS communiceren.
In 2007 zijn contacten gelegd met potentiële investeerders en de eerste bedrijfstransacties met de interne eenheid ‘Dollarcambio’s’ hebben plaatsgevonden.
2.2.3 Honduras: Gota Verde Kleinschalige productie en verkoop van pure plantaardige olie (PPO) uit de zaden van de Jatrophaplant (jatropha curcas), in combinatie met roulatie van een lokale munt: dat is het concept van het Gota Verde (Groende Druppel) project in Honduras. We werken met financiële steun van de Europese Unie, samen met de Hondurese Stichting voor Landbouw Onderzoek (FHIA), Hivos, Doen en een aantal Europese ‘’plantaardige olie’ organisaties. STRO vervult een coördinerende rol. In 2007 deden 30 boeren mee, die in totaal zo’n 100 ha Jatropha verbouwden. Als gevolg van administratieve problemen bij onze Hondurese financiële partner COOPACYL, ondervond GotaVerde vertraging, waardoor de productie van Jatrophazaden lager lag dan we in onze planning voorzagen. Wel vond productie van biodiesel plaats door hergebruik van frituurolie van plaatselijke restaurants en het verzamelen van Jatrohazaden uit heggen tussen weiland. Ook werd een oliepers-apparaat geïnstalleerd. GotaVerde verstrekte ook in 2007 al krediet aan de boeren in de vorm van zaad, mest en adviezen. Op een later tijdstip betalen de boeren terug in de vorm een percentage van hun jaarlijkse van Jatropha-oogst. De lokale partnerorganisaties, deelnemende boeren en soms ook lokale overheden kregen training in gebruik van lokaal ruilmiddel. In 2007 breidde het lokale netwerk van organisaties die geïnteresseerd zijn in de productie van biobrandstof zich aanzienlijk uit. Er werden ideeën ontwikkeld voor uitbreiding van GotaVerde door de productie van soja-olie voor consumptie en het overschotproduct van oliepersing, de ‘’perscake’’ voor bemesting, biogas en zeep.
2.2.4 Costa Rica: CoopeVictoria Met een grote diversiteit aan producten is de coöperatie CoopeVictoria een drijvende kracht voor de plaatselijke economie. Er is een groot aantal bedrijven aangesloten, met een brede diversiteit aan producten. Een ideale STRO partner dus. We introduceren er lokaal geld, UDIS, met als dekking de Coop-producten. Lange termijn doestelling: kleine boeren kunnen goedkopere leningen sluiten en hebben meer afzet voor hun producten, de klanten zijn goedkoper uit en winkeliers draaien een grotere omzet. De omschakeling naar UDIS vindt stapsgewijs plaats. Als eerste stap kregen vaste klanten een 2% bonus in de vorm van UDIS op grotere aankopen. Het succes was nog groter dan voorzien. Het aantal verkopen steeg na uitgifte aanzienlijk. Een nadere analyse daarover volgt nog: het is namelijk nog onduidelijk of dit ten koste zal gaan van toekomstige verkopen omdat mensen hun aankopen mogelijk clusteren. Een mogelijk toekomstige productie van biodiesel biedt uitdagende perspectieven, omdat CoopeVictoria de gehele keten beheerst: van landbouwproductie tot en met een eigen benzinestation. Het zou dan gaan om ethanol op basis van koffiepulp, suikerrietmelasse en Jatropha-olie. Een expert van ons Gotaverde project voerde een technisch haalbaarheidsonderzoek uit.
2.2.5 Costa Rica: CoopeSilencio CoopeSilencio in de zuidelijke regio Quepos is een bloeiende landbouwcoöperatie en heeft onder meer een restaurant, winkel, hotel en computer-centrum. Bovendien vinden trainingen voor boeren plaats. Intensieve handelsstromen binnen CoopeSilencio vormen een goede basis voor de roulatie van lokaal geld. De samenwerking met CoopeSilencio ging in 2007 van start. De uitgifte van lokaal geld liep vertraging op omdat de biljetten als gevolg van logistieke problemen te laat aankwamen.
Silencio wordt waarschijnlijk de eerste STRO-pilot met interne eenheden of ‘intercoöpgeld’ om de handel tússen coöperaties te stimuleren. De coöperaties zullen dan samenwerken binnen een C3 bedrijfsnetwerk. De nauwe banden van Silencio met coöperatieorganisatie FECOOP bieden daarvoor een uitstekend aanknopingspunt. Omdat Silencio’s belangrijkste product palmolievruchten is, bestuderen we de mogelijkheid van toekomstige biobrandstofproductie binnen de coöperatie. Die productie vindt op dit moment nog elders plaats, waardoor boeren de toegevoegde waarde mislopen. Bovendien bespaart interne productie transportkosten.
2.2.6 Costa Rica: CoopeBrisas CoopeBrisas in het westen van Costa Rica produceert melk. De streek is beroemd om de goede kwaliteit van de melk, een gevolg van het goede gras dat op deze hoogte groeit. CoopeBrisas heeft een kleine supermarkt en een winkel voor landbouwbenodigdheden. De samenwerking tussen STRO en Brisas ging in 2007 van start. De uitgifte van eigen geld, de UDIS, vergroot op termijn het werkkapitaal van Brisas. Coöpleden wisselen de nationale munt, de Colon, om voor UDIS, zodat de coöperatie geen externe, dure leningen hoeft te sluiten. De eerste uitgifte van UDIS zal in 2008 plaatsvinden. In 2007 werd transactiesoftware Cyclos in gebruik genomen. Obstakel daarbij was de gebrekkige infrastructuur. Er vonden Cyclos trainingen plaats voor het administratieve personeel van Brisas.
2.3 Nederland In Nederland werkten we ook in 2007 aan de vergroting van het draagvlak bij een breder publiek. STRO medewerkers gaven diverse lezingen en interviews. STRO heeft ongeveer 2.000 donateurs en geïnteresseerden die drie maal per jaar een nieuwsbrief ontvangen met de laatste informatie over de projecten. STRO streeft er naar dat de kosten van donateurswerving maximaal 10% van het totaal bedrag aan donaties bedragen. In 2007 bedroeg dit percentage 6%. Alle donaties minus de wervingskosten worden gestopt in de projecten. Ook de presentatie van STRO op internet was in 2007 belangrijk voor de voorlichting van een breder publiek over de mogelijkheden van lokale geld- en handelssystemen voor regionale ontwikkeling in ontwikkelingslanden. De verschillende STRO websites trokken gemiddeld dagelijks 600 unieke bezoekers.
.
3. Methodologische ontwikkelingen Veel regio’s en gemeenschappen in ontwikkelingslanden laten lokale hulpbronnen ongebruikt. Dit zijn hulpbronnen die ze kunnen gebruiken om hun eigen ontwikkeling te stimuleren: (gedeeltelijk) werklozen (mensen die kunnen en willen werken), land dat ongebruikt blijft, uitrusting waarvan slechts een fractie van de capaciteit wordt gebruikt. Aan de andere kant zijn er consumenten en ondernemingen die huizen, producten en diensten nodig hebben, maar niet het geld hebben om deze aan te schaffen. Gevangen in deze paradoxale situatie van ongebruikte hulpbronnen, gecombineerd met een onvervulde behoefte, blijven deze regio’s vaak arm. Ondernemers hebben niet de middelen om te investeren, want ze hebben geen toegang tot krediet of kunnen de hoge rentelasten niet dragen. Tegelijkertijd hebben de consumenten niet het vermogen hun producten te kopen en wel de behoefte aan werk. De beperkende factor in deze situatie kan geïdentificeerd worden als een gebrek aan ruilmiddel. Samen met partnerorganisaties ontwikkelt STRO methodes die het probleem verminderen van het gebrek aan ruilmiddel in lokale en regionale economieën. De methodes houden in dat ruilsystemen op een rechtvaardige en doelmatige wijze worden georganiseerd.
3.1 Commodity Backed Currency (munt gedekt door goederen) Een organisatie of bedrijf geeft bonnen uit waarmee ze producten en diensten koopt die ze nodig heeft of waarmee ze een deel van de salarissen van haar personeel uitbetaalt. De ontvangers kunnen de bonnen besteden bij alle bedrijven en winkels die meedoen en kunnen in ieder geval altijd uitgegeven worden aan producten bij de organisatie die de bonnen uitgeeft. De bonnen zijn dus gedekt door producten. Deze methode testen we in de praktijk in de coöperatie projecten in Costa Rica (zie 2.2.4 t/m 2.2.6).
3.2 C3: Handelsnetwerk van ondernemingen en consumenten In een C3 gebruiken ondernemingen een intern ruilmiddel om hun wederzijdse transacties te administreren. De eenheden kunnen ze ruilen voor de nationale munteenheid tegen een vergoeding. Voordelen zijn meer handel, lagere rentekosten voor ondernemingen en verhoogde koopkracht voor consumenten. In 2007 draait de C3 methode volop in C3Compras (zie 2.1.1). In C3-Fusai (zie 2.2.2) zijn de eerste transacties in 2007 van gegaan. Wat is een C3 (Consumenten en Commercie Circuit)? Een C3 is een netwerk van ondernemers en hun consumenten. In theoretische, economische termen: ze proberen hun bestedingen te optimaliseren, niet alleen vanuit het perspectief goederen en diensten te verkrijgen, maar ze proberen ook mee te wegen wat de kans is dat hun bestedingen zullen terugkeren in de vorm van werkgelegenheid of nieuwe verkoop. Hoewel de C3-methode in veel opzichten op commerciële barter lijkt, komt het dichterbij een systeem dat General Motors gebruikte in Brazilië. General Motors betaalde haar leveranciers met bonnen die ze konden verzilveren op het moment dat de auto’s verkocht werden. Bedrijven en organisaties van ondernemers sluiten zich aan bij de C3, omdat deze zorgt voor commerciële relaties en toegang tot koopkracht. Binnen het netwerk handelen ondernemingen en consumenten met elkaar door middel van bonnen of een geautomatiseerd systeem om de transacties te bevorderen (e-marketing, ook beschikbaar voor kleinere ondernemingen) en betalingen te registreren. De claims die de leden t.o.v. elkaar hebben, hebben een garantie van de partnerbank. Consumentengeld, uitgebreid krediet uit de ketens van toeleveranciers (zoals in het voorbeeld met General Motors) en roterend krediet realiseren leningen tegen lage kosten voor de leden. Op deze manier kan het collectieve, economische voordeel van de keuze voor handel binnen de C3 vertaald worden naar individuele voordelen. De interne handel zorgt voor nuttige informatie om de verzoeken om leningen te evalueren. Dit kan leiden tot goedkopere processen en hogere tarieven voor de terugbetaling.
3.3 simulatie van lokale geldstromen STRO nam het initiatief tot een gecombineerd onderzoek- en simulatieproject waarin ontwikkelingsexperts, computerwetenschappers, economen en gameprogrammeurs samenwerken. De onderzoekspoot van het project brengt het multipliereffect in kaart van investeringen, donaties, microkrediet en andere inputs van geld in een locale economie als geheel. Hiervoor wordt een meetinstrument ontwikkeld om geldcirculatie binnen een lokale economie te volgen. Daarnaast heeft STRO samen met Instrodi in Brazilië een simulatiegame voor beleidsmakers, veldwerkers van NGO’s en andere geïnteresseerden om inzicht over geldstromen en lokaal geld te vergroten. Dit spel kan gespeeld worden op www.socialtradegame.org De basis werd gelegd voor participatie door universiteiten, ontwikkelingsinstituten en banken in Uruguay, Brazilië, Canada en China. In Nederland kwamen contacten tot stand met twee universiteiten.
3.4 Internet transactie software Cyclos Het jaar 2007 betekende de definitieve doorbraak van Cyclos als internationale professionele transactie software. Lokaal geld organisaties beschouwen Cyclos als de meest complete en professionele transactie-software. Met name onderscheidt Cyclos zich door de mogelijkheid van makkelijk in te voeren toepassing voor álle local currency organisaties en bedrijfsnetwerksystemen. Cyclos kwam in 2007 beschikbaar in een aantal nieuwe talen: Catalaans, Hongaars, en Italiaans naast de bestaande toepassingen in het Spaans, Nederlands, Engels, Portugees, Duits en Frans. Acht grote Spaanse gemeentes namen Cyclos in 2007 in gebruik. Inmiddels gebruiken ruim 100 organisaties/systemen wereldwijd Cyclos. Het gaat overwegend om LETS-systemen en organisaties die werken met ‘timebanking’. In twee Braziliaanse C3 netwerken werd Cyclos voor bedrijfsnetwerken met gunstige resultaten getest. De ontwikkeling van een C3 ‘bankpas’ bleek vooralsnog te duur en is tot nader order uitgesteld. Succesvol daarentegen was de ontwikkeling van een ‘kassamodule’ voor kleine ondernemers: de klant kan via een internetverbinding in zijn account inloggen en betalen. De eerste gebruiker hiervan is een coöperatie in Costa Rica. De tweede helft van 2007 werkte het IT team aan de nieuwste versie 3.5, die halverwege 2008 het licht zal zien. Geplande innovaties in deze 3.5 versie zijn: •
De mogelijkheid tot maandelijkse afbetaling van leningen over langere tijdsperioden. Wanneer veel bedrijven hiervan gebruik maken, komen aanzienlijk grotere hoeveelheden interne eenheden in roulatie.
•
Meer interfaces maken betere integratie van Cyclos in de software van gebruikersorganaties mogelijk, met als toepassingsmogelijkheid bijvoorbeeld automatisch actualiseren van banners / advertenties.
•
Mogelijkheid van betalingen per sms of IVR (techniek voor vaste telefoonlijnen), waarbij de gebruiker door het keuzemenu wordt gepraat. Dit betekent een aanzienlijke uitbreiding van toepassingmogelijkheden in gebieden waar geen internet is en waar veel analfabetisme voorkomt.
Een belangrijke stap voor de toekomstige ontwikkeling van Cyclos is het centraliseren van Cyclos documentatie via Wikipages, die toegankelijk zijn voor zowel Cylos-progammeurs als gebruikersorganisaties.
4. Algemene informatie over STRO 4.1 Missie en doelen van STRO Het is de missie van STRO nieuwe handels- en investeringsstructuren op te zetten die zorgen voor de zelfontplooiing van mensen en groepen die problemen hebben met de huidige economische omstandigheden. De methodologieën van STRO ondersteunen economische initiatieven, specialisatie en organisaties om kapitaal te vinden voor investeringen. Dit geschiedt op een wijze die economische keuzes bijstuurt naar duurzamere keuzes op sociaal, economisch en ecologisch gebied. STRO ontwikkelt deze ruilsystemen, voert ze uit, evalueert en systematiseert ze en brengt ze vervolgens met lokale partners in de praktijk. Ons doel is om regionale economieën op te bouwen en nieuwe kansen te creëren voor degenen die in armoede leven. Het theoretische idee hierachter is dat het financiële systeem zoals het tegenwoordig functioneert, te snel geld onttrekt uit arme gemeenschappen in de vorm van rente en importen, hetgeen resulteert in een economische situatie van structurele onderbenutting van capaciteiten.
4.2 Organisatiestructuur van STRO Aan het eind van 2007 telde STRO 15 betaalde medewerkers, versterkt door 5 vrijwilligers. Daarnaast werken 7 adviseurs in het buitenland om de projecten ter plekke te ondersteunen. Het softwareteam is hoofdzakelijk gevestigd in Porto Alegre, waar het nauw betrokken is bij de gebruikers van de software. Directeur en enig lid van de directie van STRO is Henk van Arkel die in 2007 een bruto salaris ontving van €57.559 1 . De directie is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken van STRO.
4.3 Raad van Toezicht Stichting STRO heeft een Raad van Toezicht bestaande uit de volgende personen: Naam Marinus-Jan Veltman Ida Mulder Janet Helder
Functie in RvT: Voorzitter
Werkzaam in: Informatie &Technologie
Lid sinds: 2005
Lid Lid
Gezondheidszorg Financiën Publieke Sector
2001 2005
De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid van STRO en de algemene gang van zaken. Hiertoe behoort ook het goedkeuren van de financiële verslagen en de budgetten per jaar. In 2007 heeft de RvT 2 vergaderingen gehad waarin ze toezicht hield op de ontwikkelingen op het gebied van financiën en beleid gedurende de loop van het jaar. Leden van de RvT krijgen geen betaling of vergoeding voor deze verantwoordelijkheid, zij doen dit werk op vrijwillige basis. Leden mogen maximaal 10 jaar aaneengesloten lid zijn van de Raad van Toezicht. Nieuwe leden worden gekozen In bijlage 1 staat een kort jaarverslag van de Raad van Toezicht dat is opgesteld vanwege de eisen die het Centraal Bureau voor Fondsenwerving stelt aan de “Verklaring van geen bezwaar” die STRO van het CBF ontvangen heeft.
1
Deze getallen zijn berekend volgens de “Wijffels code”, waarin aanbevelingen worden gegeven over transparantie en publicatie van salarissen van directeurs van NGO’s.
5. Financieel Verslag STRO’s financiële verslag bevat standaard een externe accountantsverklaring. Buitenlandse partners die fondsen hebben ontvangen dienen een jaarlijks financieel verslag in dat is goedgekeurd door een externe accountant. Een gedetailleerd overzicht van STRO’s middelen en inkomensbronnen is in bijlage 2 te vinden in het financieel jaarverslag 2007, inclusief een accountantsverklaring van een externe accountant.
Bijlage 1: Verslag Raad van Toezicht Stichting STRO 2007
Stichting STRO heeft als doelstelling onderzoek te doen naar, experimenten te bevorderen met, en draagvlak te creëren voor alternatieve economische structuren die inherent duurzamer zijn dan de bestaande. Daartoe heeft STRO in 2007 projecten uitgevoerd in diverse landen in Latijns-Amerika waarbij bedrijven en consumenten in een netwerk een eigen betaalmiddel gebruiken voor hun onderlinge handel. Deze projecten worden financieel ondersteund door onder andere DGIS, PSO, de Europese Unie en onze eigen donateurs en zullen de komende jaren worden voortgezet. Stichting STRO heeft een Raad van Toezicht die op 31 december 2007 bestond uit de volgende personen: • Marinus-Jan Veltman (voorzitter) • Ida Mulder (lid) • Janet Helder (lid) De Raad van Toezicht heeft twee maal vergaderd in 2007 en daarbij de jaarrekening 2006 en de begroting voor 2008 goedgekeurd. Het vrij besteedbare vermogen van de stichting staat ter beschikking van de directie om de doelstelling van de stichting te kunnen vervullen.
Stichting STRO Oude Gracht 42 3511 AR Utrecht
Jaarrekening 2007 Inhoud
Pagina
I
Algemeen
2
II
Balans per 31 december
3
III
Exploitatierekening Algemeen Overige projecten
4 5 6
IV
Waarderingsgrondslagen
7
V
Toelichting balans
8
VI
Toelichting Exploitatierekening
10
VII
Accountantsverklaring
12
I Algemeen
Dit jaarverslag is opgesteld aan de hand van de computeradministratie die door de stichting gevoerd is, en die door ons is uitgewerkt. De jaarrekening is voorzien van een accountantsverklaring die is opgesteld door Gibo Registeraccountants. De Stichting Stro heeft een Raad van toezicht. De leden hiervan ontvangen voor hun werkzaamheden geen vergoeding. Binnen de boekhouding wordt ten behoeve van subsidies met projectcodes gewerkt. Voor verschillende projecten zijn accountantsverklaringen verstrekt door de Gibo Groep, alsmede voor de I/D regeling (Melkert regeling). Per 31 december 2007 bedroeg het eigen vermogen € 70.181 Het resultaat over 2007 bedroeg € 17.222 negatief Op 31 december 2007 waren 14 personeelsleden in dienst. Hiervan waren 8 Melkert-banen. Voor 1 personeelslid is een uitstroomsubsidie verkregen. De 5 andere personeelsleden komen voor rekening van de stichting en worden grotendeels aan de uitgevoerde projecten doorgerekend. Accountancy Poort
T. C. Poort
II
Balans per 31 december
Activa Inventaris Debiteuren Voorschotten Toegezegde subsidies Rc Instrodi Rc Strohalm Consultancy Liquide middelen Belastingen, premies sociale verzekeringen en nettolonen
2007
2006
18.530 365.153 32.523 239.182 -6.842 128.747
31.935 47.443 52.278 262.101 -6.465 99.031
--
4.715
790.977
503.968
70.181 4.180 35.569 300.000 63.965 304.690 10.000
87.403 4.180 75.640 122.000 55.684 115.804 43.257
2.392 --
---
790.977
503.968
Passiva Eigen vermogen Waarborgsommen RC met SMW Kortlopende lening SMW Crediteuren Vooruit ontvangen subsidies Reservering subsidies Belastingen en premies sociale verzekeringen Overlopende passiva
III
Exploitatierekening
Projecten
Resultaat 2007
Resultaat 2006
STRO Algemeen Digitale Pioniers Fact-Comal Gota Verde MS/DGIS Oranjefonds PSO jongerenproject PSO Simulatieproject PSO Centraal en Zuid-Amerika Rabobank Triodosfonds Uruguay
30.115 --------/- 12.926 ---/- 34.411
65.690
Totaal
-/- 17.222
-/- 29.641
--
-/- 14.224
STRO Algemeen Baten Giften Verzendhuis/lezingen etc. Subsidies personeelskosten Ziektegeld, WAO-uitkeringen Subsidies Creditrente Overige inkomsten Doorberekende overhead
2007
2006
91.258 691 151.794 3.653 8.640 1.296 10.213 70.000
88.775 797 150.177 9.682 47.000 3.796 50.335 74.000
337.545
424.562
166.904 1.295 5.377 -3.921 38.866 821 61.463 1.110 5.047 10.512 6.614 5.500 --30.115
159.590 672 4.531 -28.368 35.296 -30.250 1.146 6.084 9.693 1.356 16.817 65.069 --
337.545
424.562
Lasten Salarissen Vrijwilligersbijdragen Overige personeelskosten Uitbesteed werk Reis- en verblijfkosten Administratie & organisatie Scholing Huisvesting Documentatie/ abonnementen Donateurs- en publiciteitskosten Projecten, lezingen etc. Kosten betalingsverkeer Afschrijvingen Donaties Restaurant Brazilië Overige Resultaat
Project MFS/DGIS
Zuid Amerika Centraal Amerika Draagvlakvergroting Methodologie Ontwikkeling en Centrale Organisatie Subsidie DGIS Tekort/bijdrage STRO
Lasten
Baten
455.830 135.604 42.283 281.222 914.939 -914.939
914.939
Project PSO Brazilië Centraal Amerika Overig Subsidie PSO Tekort/bijdrage STRO
271.940 154.400 413.414 12.926
426.340
426.340
Project Uruguay Algemeen Reis- en verblijfkosten Projectkosten Tekort/bijdrage STRO
610 1.973 31.828 34.411
34.411
34.411
Overige projecten Projectkosten Subsidies
226.341 226.341
226.341
226.341
IV Waarderingsgrondslagen De jaarrekening is opgesteld naar de grondslag van historische kosten. Tenzij anders vermeld zijn de bedragen opgenomen voor nominale waarde. Inventaris De inventaris is gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of voortbrengingskosten verminderd met afschrijvingen die gebaseerd zijn op de verwachte economische levensduur. De rekening-courant verhoudingen zijn niet rentedragend.
V
Toelichting Balans
Aanschafwaarde
Afschrijving t/m 2006
Afschrijving in 2007
Balans per 31-12-07
Inventaris 2005 2006 2006, afboeken en 2007
8.000 37.002
4.000 9.067
4.000 1.500 24.935
-1.500
verkoop 17.030
--
--
17.030
62.032
13.067
30.435
18.530
2007
2006
300.114 7.084 -35.000 22.500
-499 2.687 35.000
Debiteuren Voorschotten: Instrodi Vooruitbetaalde bedragen Energiekosten Weerwerk Groningen ID Subsidie Utrecht Kargadoor ADSL Film Brazilië Overig
455
330 6.718 1.943
365.153
47.443
140.549 -98.633 ---
100.000 19.200 131.168 6.733
239.182
262.101
Toegezegde subsidies
MFS/DGIS Xplore PSO VROM Divers
-
2007
2006
-/- 2.684 5.076 ---
8.645 -/- 3.930 ---
2.392
4.715
87.403 -/- 17.222
101.627 -/- 14.224
70.181
87.403
3.500 8.000 6.500 7.396 4.561 4.241 1.617 21.204 -802 4.740 1.404 63.965
1.843 14.000 6.500 6.227 ----3.096 914 16.360 6.746 55.684
Belastingen, premies sociale verzekeringen en nettolonen Nettolonen Loonheffingen Bedrijfsvereniging Overig
Eigen vermogen Saldo per 1 januari Bij/af: resultaat boekjaar
Saldo per 31 december (inclusief afronding)
Crediteuren Gibo Accountants Uitstroompremie Gemeente Utrecht vooruit Uitstroompremie SZW LB/PVV december Arturo Penas Rial Rijssenbeek Rooddruk Verrekeningen SMW Deborah Selitre TNT Declaraties Ongespecificeerd
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Er is een huurcontract afgesloten inzake onroerend goed voor een jaarlijks bedrag van € 53.000 in Utrecht. Dit contract is direct opzegbaar.
VI Toelichting Winst- en Verliesrekening (STRO algemeen) 2007
2006
Salariskosten Betreft brutosalarissen, werkgeversdeel sociale lasten vermindering loonheffing, pensioenlasten.
Overige Personeelskosten Betreft WIW, ARBO, verzekeringen, vrijwilligers verzekeringen e.d.
Uitbesteed werk ---
---
3.921 -3.921
4.343 24.025 28.368
1.077 9.352 1.268 1.722 2.490 2.316 16.590 633 3.418 38.866
313 7.482 929 4.523 2.475 1.337 17.780 457 -35.296
Reis- en verblijfkosten Woon-werk verkeer, kleine reizen Verblijfkosten Brazilië
Administratie & Organisatie Bureaukosten Telefoon en internet Porto- en transportkosten Automatisering Kopieerkosten Verzekeringen, belasting ed. Financieel / juridisch advies Representatie Overig
2007
2006
Huisvesting Huur Utrecht Energie/schoonmaak etc. Overig
53.000 6.821 1.642 61.463
22.000 5.088 3.162 30.250
Publiciteitskosten Donateurswerving Aanmaak publicaties Porto donateursmailing
5.047 --5.047
6.084 --6.084