stichting Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf Jaarverslag 2011
colofon administrateur
Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Rijnzathe 10, 3454 PV De Wieem Postbus 3183, 3502 GD Utrecht telefoon (030) 245 39 22
Inhoud Algemene gegevens
5
1
Verslag
7
1.1
Inleiding
7
1.2
Doelstelling
7
1.3
CAO, statuten en reglement
8
1.4
Premie
8
1.5
Begroting
8
1.6
Toegekende subsidies
9
1.7
Overzicht gesubsidieerde activiteiten per organisatie
10
1.8
Risicomanagement
16
1.9
Belangrijke bestuuriijke voomemens en besluiten na balansdatum
16
1.10
Slotopmerkingen
16
2
Jaarrekening
18
2.1
Balans per 31 december 2011 na resultaatverdeling
18
2.2
Staat van baten en lasten over het boekjaar 2011
20
2.3
Algemene toelichting
21
2.4
Toelichting op de balans
23
2.5
Toelichting op de staat van baten en lasten
27
3
Overige gegevens
30
3.1
Controleverklaring
30
3.2
Bestemming van het saldo van baten en lasten
32
3.3
Gebeurtenissen na balansdatum
33
Algemene gegevens statutaire Naam en vestigingsplaats De Stichting Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf is statutair gevestigd te Utrecht. Samenstelling Bestuur Het paritaire bestuur was per 31 december 2011 als volgt samengesteld: Leden werkgevers
Plaatsvervangers
Organisatie
Mevr. K. Boekhorst
Mevr. C. Bakker- van de Stel
1)
Dhr. P.J.J. Janssen
Mevr. C. Bakker- van de Stel
1)
Mevr. W. Pietersma-Visser
Mevr. C. Bakker- van de Stel
1)
Plaatsvervangers
Organisatie
Mevr. M. Patijn - van de Knaap
vacature
2)
Dhr. E.H.W. Bosman
vacature
2)
Dhr. W. Kruithof
vacature
3)
Leden werknemers
ln 2011 fungeerde de heer Lensen cq mevrouw Boekhorst als voorzitter en mevrouw Patijn - van de Knaap als secretaris van het fonds. In 2011 zijn mevrouw Y. Van den Berg- de Boer, de heer R. Lensen en de heer A.M.C.L.S van Pelt afgetreden als bestuurslid. Voor hen in de plaats zijn mevrouw K. Boekhorst, de heer P.J.J. Janssen en mevrouw W. Pieters ma-Visser benoemd als bestuurslid in het fonds namens de ANKO. Tevens Is mevrouw C. Bakker- van de Stel benoemd als plaatsvervanger voor alle drie de afgevaardigden namens de ANKO.
In het verslagjaar kwam het bestuur vier maal in vergadering bijeen en wel op 3 januari, 27 januari, 21 juni en 31 oktober. Organisaties 1)
Koninklijke Algemene Nederiandse Kappersorganisatie (ANKO) Postbus 212 1270 AE Huizen telefoon (035) 525 95 00
2}
FNV Mooi Nachtegaalstraat 37 3581 AC Utrecht telefoon (030) 231 42 21
3)
CNV Vakmensen Postbus 2550 3500 GM Utrecht telefoon (030) 751 10 07
Accountant KPMG Accountants N.V.
1 Verslag Verslag over het zevenentwintigste boekjaar lopende van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011.
1.1
Inleiding
Het is ons een genoegen hierbij verslag uit te brengen over het boekjaar 2011 van de Stichting Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf., In dit verslag wordt de regeling in het kort uiteengezet. Tevens wordt aandacht besteed aan de premies en wordt een overzicht gegeven van de toegekende subsidies in 2011.
1.2
Doelstelling
ln artikel 3 van de statuten van de stichting is de doelstelling voor 2011 als volgt venwoord. Artikel 3
Doel
De Stichting heeft ten doel, overeenkomstig de bepalingen van deze statuten en het reglement, het geheel of gedeeltelijk financieren van de navolgende onderzoek-, opleidings- en ontwikkelingsprojecten, gelegen in de sfeer van de arbeidsvoorwaarden en/of de arbeidsverhoudingen en/of de arbeids- en/of milieu-omstandigheden in de bedrijfstak: a.
het geven van vooriichting, informatie en instructie gericht op de bedrijfstak in de vorm van scholing en vormingswerk ten behoeve van de werknemers;
b.
het opzetten en uitvoeren van informatie-, voortichtings- en scholingsprojecten voor de werkgevers;
c.
het uitvoeren van de werkzaamheden die voortvloeien uit de CAO voor het Kappersbedrijf door het Brancheplatform Kappers, te weten; -
de bevordering van de algemene invoering en de trouwe naleving van de CAO voor het Kappersbedrijf; het geven van schriftelijk advies aan de werkgever en de werknemer in geva! van geschillen welke voortvloeien uit of verband houden met de interpretatie van de CAO voor het Kappersbedrijf;
-
het in bijzondere en op zichzelf staande gevallen toestaan van afwijkingen van de CAO voor het Kappersbedrijf en het schriftelijk ter kennis brengen van uitspraken van het Brancheplatform Kappers inzake het toestaan van deze afwijkingen aan betrokkenen en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
d.
overige onderzoek-, opleidings- en ontwikkelingsprojecten, te weten: -
egalisatie van opleidingskosten;
-
wetenschappelijk onderzoek;
-
op (toekomstige) branchegenoten gericfrte vooriichting;
-
projecten ter ondersteuning van vaktechnische ontwikkelingen;
-
projecten ter ondersteuning van de kwaliteit van de gehanteerde hulpmiddelen in de bedrijfstak;
-
projecten ter ondersteuning van de verbetering van arbeids- en/of milieu-omstandigheden in de bedrijfstak.
1.3
CAO, s t a t u t e n en r e g l e m e n t
De CAO voor het Kappersbedrijf inzake Sociaal Fonds is tezamen met de statuten en het reglement van de Stichting - die een integrerend deel uitmaken van deze CAO - algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2015. Dit besluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 27 januari 2011. In het verslagjaar heeft het bestuur besloten tot de volgende wijziging in de CAO, statuten en het reglement: • N aamswijziging FNV Mooi en CNV Vakmensen, aanhef CAO en artikel 5 van de statuten; •
Uitbreiding doelbepaling, artikel 2 CAO, artikel 3 van de statuten en artikel 3 en 4 van het reglement;
•
Premiepercentage, artikel 6 CAO en artikel 2 van het reglement;
■
Wijziging bestuurssamenstelling, artikel 5, 6 en 13 van de statuten
Bovenstaande wijzigingen zijn per 1 januari 2012 van kracht. Het beslulttot algemeen verbindend verklaring is gepubliceerd in de Staatscourant van 8 maart 2012.
1.4
Premie
Eind 2010 heett het bestuur besloten de premie voorde looptijd van de CAO toten met 2015 vast te stellen op 0,6% vanhet premieplichtig loon van alle werknemers in de onderneming. In 2011 heeft het bestuur besloten tot een premiekorting van 0,6%. Het in rekening brengen van de premie geschiedt tezamen met die voor het Bedrijfspensioenfonds voor het Kappersbedrijf voor zover van toepassing - door middel van vooriopige nota's gebaseerd op een geraamd jaarioon. Na afloop van het kalenderjaar wordt de verschuldigde premie definitief vastgesteld op basis van het werkelijke loonbedrag. Als het fonds geen AVV heeft, dan alleen premieheffing bij georganiseerde werkgevers Georganiseerde weri
1.5
Begroting
Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, inzake de verslaglegging van organisaties zonder winststreven, dient het fonds de begrotingscijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt een fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor dit fonds het geval.
1.6
Toegeiiende subsidies
Vanuit het A-fonds worden de activiteiten gefinancierd als genoemd in paragraaf 1.2 lid a, b, c en d. Deze activiteiten hebben betrekking op het geven van voorlichting en informatie over de CAO door werkgevers- en werknemersorganisaties; op het doen uitvoeren van de werkzaamheden die voortvloeien uit de CAO voor het Kappersbedrijf door het Brancheplatform Kappers. Verder worden de verkregen subsidies ondermeer gebruikt om scholing, vorming en vooriichting over arbeidsvoorwaarden te verzorgen met betrekking tot de implementatie van ondenwijs, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorziening en arbeidsverhoudingen, gericht op de gehele bedrijfstak. In 2010 is besloten het restant saldo vanuit het C-fonds over te hevelen naar het A-fonds omdat het C-fonds per 1 januari 2011 is opgeheven. Verantwoordingen De organisaties die in 2011 een subsidie toegewezen hebben gekregen, dienden zich op basis van het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaring CAO-bepalingen, over de besteding van de subsidie vóór 1 juni 2012 te verantwoorden en bij deze verantwoording een controleverklaring te overieggen. In onderstaand overzicht zijn de subsidies over 2011 nader inzichtelijk gemaakt. Hieruit valt inzicht te verkrijgen in; a)
Welke subsidies over 2011 zijn toegekend
b)
Of deze subsidies in 2011 zijn gereserveerd
c)
Of deze subsidies zijn verantwoord
d)
Welk deel van de subsidie niet is besteed
e)
En conform welk artikel van de statuten, zie paragraaf 1.2 doelstelling, is verantwoord.
Organisalie
Subsidieaanvraag
Nog niet
Ontvangen
Niet
subsidie 2011
betaalde
verantwoordingen
verantwoord
openstaande
in€
subsidie
in 2011 i n €
in/ terug
toekenningen
Artikel
Toegekende
statuten
Betaald
Resterende
gevorderde subsidies € STOOK
2.240.000
BPK
3 sub d
2.240.000
2.240.000
.
3 Slib b
18.981
3 sub c
42.675
3subd
892.864
3.7S8.655
.
. .
161.747
3 sub a
Subtotaal
2.240.000
3.788.555
1.500.000
2.288.ES5
1.116.267
2.672.387
-
520.000
468.000
52.000
362.450
157.550
.
-
50.000
321.907
"
26.000
4.586.279
2.829.937
76.000
BPK FNV Mooi
520.000
ANKO
3 sub a 3 sub a
57.540
3subb
256.665
3 subc
108.477
3subd Subtotaal
122.973
500.000
500.000
450.000
545.655
50.000
ANKO CNV
3 sub a
109.694
Vakmensen
3subb
26.394
3 subc
185.819
Subtotaal
260.000
260.000
234.000
26.000
CNV Vakmensen Totaal
7.308.655
1.7
-
7.308.655
4.892.000
2.416.655
Overziclit gesubsidieerde activiteiten per organisatie
De gesubsidieerde activiteiten zijn conform de in artikel 3 van de statuten geformuleerde doelstelling van het Sociaal Fonds, die in dit jaarverslag onder paragraaf 1.2 zijn na te lezen. In dit hoofdstuk geven de subsidieontvangende instellingen een nadere toelichting op de besteding van ontvangen subsidies. 1.7.1
Brancheplatform Kappers
Het Brancheplatform Kappers ts het overlegorgaan van ANKO, FNV MOOI en CNV Vakmensen voor sociaal economische onderwerpen. Binnen het Brancheplatform Kappers wordt het sociaal economisch beleid voor de kappersbranche bepaald en worden diverse collectieve projecten op dit gebied uitgevoerd. ONDERWIJSACTIVITEITEN ln het jaar 2011 zijn verschillende activiteiten ontplooid die betrekking hebben op ondenvijs. Dit zijn: •
Beroepscompetentieprofiel Ondernemend Kapper
In 2011 is het onderzoek afgerond naar de behoefte en inhoud van een beroepscompetentieprofiel manager/ondernemer/vakspecialist. Het beroepscompetentieprofiel heeft de naam Ondernemend Kapper gekregen. In de branche is een toenemende behoefte aan opleidingen tot ondernemer/manager/bedrijfsleider. Daarnaast hebben sociale partners binnen de kappersbranche de wens uitgesproken een opleiding op niveau 4 te creëren om daarmee een doorlopende leerlijn te realiseren. In het verslagjaar is het Beroepscompetentieprofiel (BPC) Ondernemend Kapper aangeboden aan het bestuur van KOC Nederland. KOC Nederiand heeft op grond van het BCP Ondernemend Kapper een Kwalificatiedossier ontwikkeld.
Hairpass (Branchepaspoort) ln 2011 is een vervolg gegeven aan de ontwikkeling van het branchepaspoort. Sociale partners binnen de kappersbranche hebben in de CAO afgesproken dat medewerkers in de kappersbranche de beschikking moeten krijgen over een branchepaspoort waarin medewerkers hun opleidingsniveau en ervaringen kunnen vastleggen. Om de ontwikkeling van het Branchepaspoort mogelijk te maken is een Commissie Ontwikkeling Branchepaspoort geïnstalleerd waarin vertegenwoordigers van sociale partners zitting hebben. De Commissie heeft op basis van het eerder opgestelde advies en binnen de randvoorwaarden zoals geformuleerd door het bestuur, een digitaal branchepaspoort ontwikkeld dat de naam Hairpass heeft gekregen. Aan het einde van 2011 is een eerste testversie opgeleverd en getest. In februari 2012 is de definitieve versie van Hairpass opgeleverd. Hairpass is gelanceerd tijdens de beurs Hairstyle op 4 en 5 maart 2012.
Borging kwaliteit opleiding en examinering kappersbranche In 2011 heeft het Brancheplatform Kappers een bijdrage geleverd aan de borging van kwaliteit van onderwijs en examinering van de kappersbranche door het laten uitvoeren van onderzoek naar opleidingsinstrumenten, het inhuren van expertise en het leveren van deskundigheid en begeleiding. In het verslagjaar heeft het Brancheplatform Kappers de examinering in de kappersbranche en de leermethode Hair Level XL weten te borgen voor de kappersbranche. Met de oprichting van Visavi in 2011 is de kwaliteit van examens in de kappersbranche en leermethode Hair Level XL voor de toekomst geborgd. Ontwikkeling en onderhoud branche-examinering In het verslagjaar heeft de kappersbranche geïnvesteerd in de kwaliteit van examens voor de kappersbranche. Het betreft het ontwikkelen van nieuwe en het onderhouden van bestaande examens. Subsidie brancheassessoren ln 2011 heeft de branche een bijdrage geleverd aan de kwaliteit van assessoren die kappersexamens zullen beoordelen. De branche heeft belang bij een uniforme beoordeling door assessoren die de materie goed beheersen en deskundig zijn op het gebied van examinering. Participatiebijdrage VMBO Sociale partners in de kappersbranche achten het van groot belang dat de aansluiting tussen VMBO en MBO opleidingen zo optimaal mogelijk is. Om de aansluiting kwalitatief te verbeteren wordt jaariijks een bijdrage geleverd. Opleldingsubsidie Het bureau van het Brancheplatform Kappers heeft van CAO-partijen de opdracht gekregen om de CAO-afspraak ten aanzien van Opleidingsubsidie uit te voeren. Bij CAO is afgesproken dat werkgevers en werknemers over de jaren 2008, 2009 en 2010 een opleidingsubsidie kunnen ontvangen. De maximale subsidie per persoon per jaar bedraagt € 100,- en bedraagt niet meer dan 50% van de opleidingskosten. Aan de subsidieveriening zijn door CAO-partijen nadere voonvaarden verbonden, die vastgelegd zijn in een reglement. In 2011 zijn subsidieaanvragen, betrekking hebbend op opleidingen die zijn gevolgd in 2010, ontvangen, beoordeeld en al dan niet toegekend. Subsidieaanvragen, betrekking
hebbend op opleidingskosten gemaakt in 2010, kunnen reglementair door werkgevers tot 1 juli 2011 worden aangevraagdWerknemers kunnen tot 1 januari 2012 de subsidieaanvraag indienen.
Individuele OpleidingsubsidieA/oucher ln 2011 is ten gevolge van een CAO-afspraak op andere wijze een vervolg gegeven aan opleidingsubsidie. Door middel van een aan werknemers toegezonden opleidingsvoucher met een waarde van € 75,- kunnen werknemers in de branche een opleidingsubsidie ontvangen van maximaal € 75,- per medewerker over gevolgde vaktechnische cursussen in 2011. Het bureau van het Brancheplatform Kappers heeft van CAO-partijen de opdracht gekregen om ook deze CAO-afspraak uit te voeren. Aan de subsidieveriening zijn door CAO-partijen nadere voorwaarden verbonden, die vastgelegd zijn in een reglement. De voucher is per post toegezonden aan werknemers en verkrijgbaar als download via de website van het Brancheplatform Kappers. Via controle en registratie op burgerservicenummer wordt voorkomen dat werknemers de subsidie meerdere keren kunnen aanvragen. De subsidieaanvragen betrekking hebbend op opleidingskosten 2011 kunnen tot 1 maart 2012 worden ingediend bij het bureau van het Brancheplatform Kappers. Loopbaancheck ln 2011 is ten gevolge van een CAO-afspraak gestart met het uitkeren van subsidie aan medewerkers die een loopbaanadvies hebben laten opstellen dooreen loopbaanadviesbureau. Doel van deze subsidie is het bevorderen van een bewuste loopbaanontwikkeling van de werknemer aan de hand van aanwezige competenties, interesses, en vaardigheden binnen of buiten de kappersbranche. Enerzijds wordt de loopbaancheck ingezet om vast te stellen of werknemers geschikt zijn voor leidinggevende functies, anderzijds wordt het traject ook ingezet om te achterhalen welke loopbaanontwikkelingsmogelijkheden er voor de werknemer, met bijvooriaeeld een beroepsziekte, buiten de kappersbranche zijn. Medewerkers die drie jaar of langer in de branche werkzaam zijn, kunnen gebruik maken van deze subsidieregeling. Werknemers die aan de voorwaarden voldoen kunnen in totaal maximaal € 750,- subsidie ontvangen voor loopbaanadvies en eventuele, aanvullende opleidingen. Het bureau van het Brancheplatform Kappers heeft van CAO-partijen de opdracht gekregen om ook deze CAO-afspraak uit te voeren. Aan de subsidieverlening zijn door CAO-partijen nadere voonwaarden verbonden, die vastgelegd zijn in een reglement. In 2011 zijn ruim 50 loopbaanchecks toegekend.
SOCIAAL ECONOMISCHE ACTIVITEITEN In 2011 zijn door het Branche platform Kappers verschillende activiteiten ontplooid die betrekking hebben op sociaal economische activiteiten. Dit zijn; •
Loongebouw B In de CAO voor het Kappersbedrijf 2008-2009 is loongebouw B geïntroduceerd. Naast het vaste loongebouw A is daarmee een loongebouw met deels vast en deels variabele beloning in de CAO verankerd. Het Branche platform Kappers zorgt voor registratie van de kapsalons die verionen op basis van loongebouw B en verricht onderzoek naar de effecten van variabele beloning. Daarnaast is in 2011 het eindrapport met CAO-partijen besproken. In het eindrapport staat beschreven wat de effecten zijn op de verschillende functies en wat salaristechnisch gezien de verschillen zijn bij toepassing van loongebouw A en loongebouw B. Ook is onderzocht welke functies er met name op voor- en achteruit gaan. Gebleken is dat het behalen van de jaarprovisie veelal bepaalt of werknemers meer salaris verdienen dan bij loongebouw A. Ook is gebleken dat ondernemers de normomzetten zoals genoemd is de CAO voor het Kappersbedrijf bijstellen in het geval de normomzet niet haalbaar is voor de medewerkers.
•
NCSI/wasstraat kappers
In 2011 hebben CAO-partijen onder de vlag van het Brancheplatform Kappers gezamenlijk in drie sessies en onder leiding van twee adviseurs van het Nederiands Centrum voor Sociale Innovatie gesproken over flexibiliteit en zeggenschap. De doelstelling van dit traject was het bespreken van de wijze waarop de beschikbare personeelscapaciteit beter kan worden afgestemd op fluctuaties in het werkaanbod waardoor een verbetering van de productiviteit kan worden gerealiseerd, én werknemers meer zeggenschap krijgen over hun werktijden waardoor werk en privé beter op elkaar kan worden afgestemd. Door deze onderwerpen te bespreken is over en weer meer duidelijkheid verkregen, wat onder genoemde onderwerpen verstaan wordt en welke onderwerpen wel of niet bespreekbaar zijn. VERBETEREN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Voor het verbeteren van arbeidsomstandigheden is een commissie arbocatalogus ingesteld, samengesteld uit leden van sociale partners in de kappersbranche. De commissie onderzoekt wat de inhoud en vorm van de arbocatalogus zal zijn. Ten aanzien van de arbocatalogus valt vooralsnog het volgende op te merken: •
De arbocatalogus zal voor alle werkenden in de branche beschikbaar zijn; zowel voor werkgevers zonder personeel, als voor werknemers, werkgevers en ondernemers van aanverwante bedrijven
•
In de catalogus worden 3 risico's onderscheiden: fysieke belasting, psychosociale arbeidsbelasting en allergenen belasting
•
Op het gebied van allergenen belasting is veelvuldig overieg gevoerd met het CHA/Kapperspoli en NCVB, Aan de hand van ervaringen en klachten zijn de regels om allergenen belasting te voorkomen aangescherpt.
•
Voor fysieke belasting is onderzocht op welke onderdelen van beleidsregels aanpassing benodigd is. Onderzocht is de huidige relevante wetgeving en de beschikbare bedrijfsmiddelen voor kappers. Op heel veel punten voldoen de bestaande beleidsregels nog. Op een aantal punten is aanpassing nodig.
•
Op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting zijn vooralsnog met name de ondenverpen relevant: weritdruk, agressie en geweld, intimidatie en pesten. Voor deze onderwerpen wordt in eerste instantie onderzocht welke instrumenten al ontwikkeld zijn en of deze bruikbaar zijn voor de kappersbranche of aanpassing behoeven. Voor dit onderdeel heeft TNO Arbeid nader onderzoek verricht.
•
Het implementatieonderzoek arbocatalogus geeft input voor de vorm waarin de arbocatalogus zal verschijnen; digitale vorm en op papier.
Risico-inventarisatie& Evaluatie ( Rl&E) In 2011 zijn de eisen die gesteld worden aan de branche-Rl&E (het middel om de risico's van verzuim te inventariseren in de kapsalon) gewijzigd. Gedurende de overgangstermijn behoudt de branche-RI&E zijn erkenning. De branche-Rl&E maakt onderdeel uit van de te ontwikkelen arbocatalogus en zal bij de implementatie van de arbocatalogus worden geactualiseerd. 1.7.2
CNVVakmensen
CNV Kappers heeft in 2011 met de subsidie van het Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf verschillende activiteiten kunnen uitvoeren. Voorlichting over de cao ln 2011 heeft CNV Vakmensen over een aantal ondenwerpen uit de cao vooriichting gegeven aan werknemers in de sector. Met name pensioenen, ariao, stagevergoedingen en zeggenschap zijn hierbij aan de orde geweest. Via nieuwsbrieven, artikelen in het magazine Style en de website werd hierover uitleg gegeven. Onderzoeksprojecten CNV Vakmensen is een project gestart waarin zij zich verdiept heeft in communicatie rondom de kwaliteit van arbeid. Hier stond de vraag centraal"Hoe kun je werknemers in de sector het best bereiken met informatie over arbeidsvoonwaarden, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen en dergelijke". Daarnaast heeft CNV Vakmensen rondom deze thema's gastlessen gegeven op ROC's en particuliere opleidingsinstituten in het hele land.
Arbeidsomstandigheden Sociale partners in de kappersbranche zijn in de laatste fase van de ontwikkeling van een nieuwe arbocatalogus. Sociaal - economisch Tot slot heeft CNV Vakmensen een bijdrage geleverd aan een aantal ontwikkelingen op sociaal-economisch gebied. Denk hierbij aan arbeidsmarktonderzoek, examinering en de ontwikkeling van beroepsondenArijs en nieuwe leermethoden. Daarnaast ondersteunde CNV Vakmensen initiatieven voor veilig en gezond werken en verbetering van het imago van het kappersvak.
1.7.3
FNV Mooi
FNV MOOI FNV MOOI heeft in 2011 diverse projecten uitgevoerd, die mede mogelijk zijn gemaakt door het sociaal fonds voor opleiding en ontwikkeling in de Kappersbranche. FNV MOOI heeft in 2011 gelijksoortige activiteiten ontplooid als in voorgaande jaren. Door middel van onder andere scholing, informatieverschaffing op scholen, beurzen en manifestaties is het bestaande materiaal en het nieuw ontwikkelde materiaal voorzien van toelichting en uitgezet onder alle werkenden en leerlingen in de bedrijfstak, bij zowel de leden van FNV MOOI als de niet leden. Zo ontvingen functionarissen in de bedrijfstak het gratis exemplaar van het brancheblad MOOI Lijfstijl. MOOI Ljjfstijl MOOI Lijfstijl is in 2011 acht maal verschenen. FNV MOOI heeft in 2008 besloten om het FNV MOOI blad te veranderen in een branchetijdschrift. De inhoud, stijl en thema's van dit branchetijdschrift sluiten aan bij de doelstellingen van de CAO voor het Sociaal Fonds voor opleiding en ontwikkeling in de Kappersbranche. Enkele onderdelen van MOOI Lijfstijl worden gefinancierd door het sociaal fonds. In de ultgaves 2011 vind je voorlichting over de arbeidsvoonwaarden(CAO), de arbeidsverhoudingen en de vaktechniek. De vaktechniek bevat zowel verdieping (trends, techniek en specialisatie) als ook een verbreding (steeds meer kappers voeren delen van aanverwante beroepen uit, bijvoorbeeld visagie en manicure/nagel behandelingen). Ook werd vooriichting en informatie gegeven over de arbeidsomstandigheden, hoe gezond te werken en erwerd aandacht besteed aan de ontwikkelingen van de Arbocatalogus. Om het kappersvak goed uit te kunnen oefenen, is het onontbeerlijk dat je inspiratie op doet, creatief te werk gaat en productkennis krijgt. Dit kwam aan bod in een van de uitgaven van het blad MOOI Lijfstijl. Daarnaast is via MOOI Lijfstijl informatie gegeven over evenementen en activiteiten op scholen. Het laatste nummer van 2011 was een themanummer over de vaktechniek van feestkapsels. In 2012 brengt FNV MOOI meer themanummers uit, maar de herhaling van belangrijke zaken wordt niet vergeten. Ontwikkeldag Ook zijn er in 2011 door FNV MOOI Ontwikkel Dagen georganiseerd, één ervan stond in het teken van "de kunst van het kiezen". Deze dag vond plaats op 10 oktober 2011, in de Van Nelle fabriek in Rotterdam: een unieke locatie voor een unieke dag. Heel veel vakgenoten hadden zich aangemeld voor deze dag. De ontwikkeldag ging over hoe je jezelf, zowel in de breedte als in de diepte, kunt blijven ontwikkelen, ook op het gebied van aankomend ondernemerschap. Werknemers werden gedurende deze dag steeds weer uitgedaagd om keuzes te maken. Er was aandacht voor het laatste nieuws over werk en inkomen. Bezoekers kregen informatie over de Arbocatalogus, vaktechniek, de loopbaancheck, de verhoudingen bij flexibel werken en zeggenschap. Ook kwam de ontwikkeling van de sociale media aan bod.
Daarnaast werd er aandacht besteed aan de binnen de branche geïntroduceerde opleidingsvoucher. Werknemers hebben met deze opleidingsvoucher recht op 75 euro subsidie voor vaktraining,
FNV MOOI Schooivoorlichting / FNV MOOI WERK(T) Naast de ontwikkel dag, werden er ook in 2011 ROC's bezocht. Tijdens deze bezoeken kwamen er een breed scala van onderwerpen aan bod. Er werd veel aandacht besteed aan de aspecten waar een werkende in de bedrijfstak mee geconfronteerd wordt. Op die manier krijgt een leeriing een goede introductie in de bedrijfstak. Zo werd er samen met de leerkrachten van het ROC nieuw informatiemateriaal ontwikkeld, inclusief een informatiemap voor docenten die zij op hun beurt weer kunnen gebruiken in hun lessen. Website ln 2011 werd via onze website informatie verstrekt aan werknemers in de branche over zaken waarmee zij tijdens hun werk geconfronteerd worden. Zoais de digitale helpdesk: daar kunnen leerlingen of werknemers bijvoorbeeld informatie vinden over hoe te solliciteren, over gezondheidsaspecten zoals houding en eczeem, maar ook over intimidatie en werktijden en stress. Daarnaast kwamen de CAO en arbeidsvoorwaarden uitvoerig aan de orde op de website. Verder is er een forum op de site en een zogenaamde marktplaats voor te koop aangeboden spullen. Tevens is er veel informatie te vinden over activiteiten die venwacht worden in het kader van het blijven ontwikkelen. Arbo Ook in 2011 stond Arbo weer op de agenda, dit mede in het licht van de totstandkoming van de Arbocatalogus. Onderwijsactiviteiten Ook heeft FNV MOOI zich in 2011 ingezet voor onderwijsactiviteiten, o.a. de beroepscompetentie profielen, Hairpass, de opleidingsvoucher, de loopbaancheck, maar ook sociaal economische activiteiten, o.a. een marktonderzoek en activiteiten op het gebied van sociale innovatie. 1.7.4
ANKO
ln 2011 heeft de ANKO verder gewerkt aan de ontwikkeling van het vakonderwijs. De ontwikkelingen binnen het kappersondenwijs maken deze aandacht blijvend noodzakelijk. Immers, onden/vijs is essentieel voor de continuïteit van de arbeidsintensieve kappersbranche. Op zowel landelijk niveau als op lokaal niveau (bij ondernemers en scholen) zijn ondersteunende en vooriichtende activiteiten verricht. Er is gewerkt aan een nieuwe situatie waarin zowel de leermiddelen als de examinering een duidelijke positie hebben gekregen. Voorts zijn bijdragen geleverd aan de realisatie van een nieuw beroepscompetentieprofiel 'ondernemend kapper" en het kwalificatiedossier 2012 - 2013. Op sociaaieconomisch terrein heeft de ANKO, naast de algemene beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken, gewerkt aan de verdere verbetering van het 'verzuimloket'. Het 'verzuimloket' ondersteunt bij en informeert werkgevers over verzuimbegeleiding. Daarnaast is In 2011 de kapperondernemer veelvuldig geïnformeerd over ontwikkelingen rondom de sociale zekerheid. De ANKO heeft veel informatie verstrekt en geadviseerd op het gebied van personeelsmanagement. Dit wordt een steeds belangrijker aandachtsgebied in de arbeidsintensieve kappersbranche. Subsidie van het sociaal fonds is ook benut voor de ontwikkeling van een personeelshandboek en bijbehorende website voor de kappersbranche, in het bijzonder voor alle (aankomende) werkgevers. Hierdoor worden werkgevers op een praktische wijze geïnformeerd over relevante ondenwerpen van personeelsmanagement in de breedste zin van het woord. Dit komt ten goede aan de arbeidsverhouding en arbeidsvoorwaarden in de kappersbranche. In 2011 zijn, eveneens met de subsidie uit het sociaal fonds, twee informatiebijeenkomsten georganiseerd. Het voornaamste onderwerp dat hier aan bod kwam was de speciaal voor de kappersbranche ontwikkelde functionedngssystematlek. Op grond van
de evaluatieformulieren die door de deelnemers van deze bijeenkomsten zijn ingevuld, kunnen we concluderen dat de bijeenkomsten goed gewaardeerd worden. Hiermee dragen we bij aan de verbetering van het personeelsmanagement binnen de kappersbranche. In 2011 zijn twee edities van KappersNieuws branchebreed verspreid. Dit waren de edities van maart en oktober. De medewerkers van de ANKO hebben in 2011 volop 'eerste lijns' vragen beantwoord en algemene voorlichting gegeven. De adviseurs van de ANKO ondersteunen werkgevers in de branche op juridisch -, ondernemers - en personeelsgebied. Daarnaast verstrekt de ANKO infonmatie aan alle werkgevers in de kappersbranche via haar website www.anko.nl.
1.8 R i s i c o m a n a g e m e n t Vanuit de maatschappelijke ontwikkeling is het van steeds groter belang om het risico die het fonds loopt te managen. Het belangrijkste risico dat het bestuur onderkent is het concentratierisico. Concentraties kunnen ertoe leiden dat het fonds bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering(marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. De belangrijkste vorm van concentratierisico in de bezittingen van het fonds is de concentratie van de liquide middelen bij één bank. Om dit risico te mitigeren zijn de vorderingen reeds verspreid over meerdere banken.
1.9
B e l a n g r i j k e b e s t u u r l i j k e v o o r n e m e n s en b e s l u i t e n n a b a l a n s d a t u m
ln 2012 is een totaal bedrag van € 3.159.520,68 aan subsidies schriftelijk toegekend onder voorbehoud van verantwoording.
1.10
Slotopmerkingen
Nadere gegevens met betrekking tot de financiële gang van zaken gedurende het afgelopen boekjaar zijn vermeld op de volgende pagina's opgenomen jaarrekening. Wij danken ieder die in het verslagjaar heeft bijgedragen aan het goed functioneren van de Stichting. Utrecht, 25 juni 2012 Stichting Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf Namens het bestuur, W. Kruithof
K. Boekhorst
Voorzitter
Secretaris
2 Jaarrekening 2.1
Balans per 31 december 2011 na resultaatverdeling
Activa Toelichting
*)
2011
2010
EUR
EUR
Vorderingen op korte termijn Premiedebiteuren
2.4.1.1
28.596
50.541
Nog te factureren premies
2.4.1.2
-
120.791
489.282
925.633
Terug te vorderen subsidies
2.4.1.3
Overige vorderingen en overiopende activa
2.4.1.4
3.005
20.889
Nog te ontvangen interest
2.4.1.5
64.659
100.964
Liquide middelen
Totaal
De nummering verwijst naar de toelichting
2.4.2
585.542
1.218.818
3.514,246
7.333.189
4.099.788
S.552.007
Passiva Toelichting
2011
2010
EUR
EUR
Eigen vermogen Stichtingskapitaal Bestemmingsreserves
2 4.3.1
91
91
4.009.231
8.503.287 S.503.37S
4.009.322
Schulden op korte termijn Reeds toegewezen subsidies Overige schulden en overlopende passiva
Totaal
2.4.4.1 2.4.4.2
76.000 14.466
31,259 17.370 90.466
48.629
4.099.788
8.552.007
2.2
S t a a t v a n b a t e n e n l a s t e n over h e t b o e k j a a r 2 0 1 1
Toelichting
2011
2010
EUR
EUR
Baten Premiebaten
2.5.1.1
-17.071
1.404.701
Overige baten
2.5.1.2
37.880
21.982 20.809
1.426.683
107.954
110.360
Lasten Uitvoeringskosten
2.5.2.1
Financiële baten en lasten
2.5.3
Beschikbaar voor subsidietoekenning
2.5.4
Subsidielasten
71.807
2.5.5.1
Teruggevorderde subsidies
2.5.5.2
_
-15.338
7.308.655
Toegewezen subsidies
Saldo boekjaar
_
113.531 1.429.854
5.334.582
-2.829.937
-3.090.926 4.478.718 -4.494.056
-
2.243.656 -813.802
Dit saldo is als volgt in de balans verwerkt: Geput uit/dotatie aan: bestemmingsreserve A
-4.494.056
-658.003
bestemmingsreserve C
.
-155.799
Totaal
-4.494.056
-813.802
2.3
Algemene toelichting
Doel Het doel van de Stichting bestaat overeenkomstig de bepalingen van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Kappersbedrijf, de statuten en het reglement uit het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het in sociaal opzicht optimaal functioneren van het Kappersbedrijf. Afhankelijk van de te subsidiëren activiteiten is het Sociaal Fonds onderverdeeld in diverse subfondsen. Het Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf onderscheidt een A-, en een C-fonds. Het doel van het A-fonds is om vanuit de verkregen subsidies ondermeer scholing, vorming en voorlichting over arbeidsvoorwaarden te verzorgen met betrekking tot de implementatie van onderwijs, art)eidsomstandigheden, arbeidsvoorziening en arbeidsverhoudingen, gericht op de gehele bedrijfstak. In het C-fonds is de stageregeling venwerkt. Het bestuur heeft in 2010 besloten om het restant saldo vanuit het C- fonds over te hevelen naar het A-fonds. Het C- fonds is per 1 januari 2011 opgeheven. Grondslagen van waardering, resultaatbepaling en resultaatbestemming Algemene grondslagen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarversiaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Gebruik van schattingen De opstelling van dejaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing vari grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderiiggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn, voorzover niet anders vermeld, ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. In de toelichting op de balans en de winst en verliesrekening zijn enkele presentatiewijzigingen doorgevoerd. Rubriceringswijzigingen ln de toelichting op de balans en de winst en veriiesrekening vindt in 2011 in beperkte mate een andere uitsplitsing of samenvoeging plaats. Deze rubriceringswijzigingen bevorderen het inzicht in de jaarrekening. De vergelijkende cijfers zijn dienovereenkomstig aangepast. Waarderingsgrondslagen Voor zover niet anders is vermeld zijn de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Vorderingen en schulden Deze posten bestaan uil handels- en overige vorderingen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze posten worden bij de eerste opname venwerkt tegen reële waarde. Indien deze posten niet zijn
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde->veranderingen in de winst-en-veriiesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden deze posten gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, verminderd met bijzondere waardeverminderingsveriiezen. Geldmiddelen Deze post wordt bij eerste opname venwerkt tegen reële waarde, vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs. Grondslagen van resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan hetjaar waarop zij betrekking hebben. Algemeen geldt dat bij het opmaken van de jaarrekening nog niet alle gegevens definitief zijn vastgesteld. Met name geldt dit voor de verwerking van deelnemersgegevens. De effecten hiervan worden dan in het volgende jaar verantwoord. Resultaatbestemming Het resultaat boekjaar wordt gedoteerd aan of geput uit de bestemmingsreserves.
r
2.4 Toelichting op de balans Vorderingen op korte termijn Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 2.4.1.1
Premiedebiteuren
De post premiedebiteuren is als volgt opgebouwd: 2011
2010
EUR
EUR
Openstaande facturen
92.314
235.642
Voorziening dubieuze debiteuren
-63.718
-185.101
Totaal
28.596
50.541
Bij de waardering van vorderingen wordt rekening gehouden met het risico van oninbaarheid door hiervoor een voorziening in aftrek te brengen op het saldo van de uitstaande vorderingenVoor gelijksoortige posten met gelijksoortige risico's wordt gezamenlijk een schatting gemaakt van verliezen en risico's op balansdatum. Deze systematiek om de voorziening vast te stelten wordt gerekend tot de statische methode. In 2011 is een bedrag van € 37.880 vrijgevallen van de voorziening. (2010: € 21.982 vrijgevallen). Er werd een bedrag van €83.503 aan premies over de voorgaande jaren als oninbaar afgeschreven (2010: €49.684).
2.4.1.2
Nog te factureren premies
Dit betreft de nog te factureren premies op basis van de jaaropgaven welke na afloop van het verslagjaar zijn ontvangen. 2.4.1.3
Terug te vorderen subsidies 2011
2010
EUR
EUR 118.204
FNV Mooi
105.550
Philyra
-
135.000
BPK
383.732
672.429
Totaal
489.282
925.633
De post "terug te vorderen subsidies" bestaat volledig uit toekenningen over 2011 die reeds zijn uitbetaald in 2011 en waar geen verantwoording over 2011 van is ontvangen.
2.4.1.4
Overige vorderingen en overlopende activa
Rekening-courant Stg. Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Vooruitbetaalde kosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.
2.4.1.5
2.4.2
2011
2010
EUR
EUR
3.005
4.559
-
2.562 13.768
3.005
20.889
Nog te ontvangen interest 2011
2010
EUR
EUR
Rekeningen-courant
815
1.373 93.443
Spaarrekening ING Bank
22.817
Spaarrekening ABN-AMRO Bank
41.027
6.148
Totaal
64.659
100.964
Liquide middelen
2011
2010
EUR
EUR
Rekening-courant ING Bank
97.137
333.068
Spaarrekening ING Bank
1.710.000
4.000.000
Rekening-courant Rabobank
270
43
Rekening-courant ABN AMRO Bank
691
78
Spaarrekening ABN AMRO Bank
1.706.148
3.000.000
Totaal
3.514.246
7.333.189
Onder de liquide middelen worden opgenomen die tegoeden op bankrekeningen die direct opeisbaar zijn.
2.4.3
Eigen Vermogen
2.4.3.1
Bestem mi ngs reserves
A-fonds EUR
B-fonds EUR
C-fonds EUR
Totaal EUR
Stand per 1 januari 2011 Geput uit Overheveling tussen C-fonds en Afonds
8.503.287 -4.494.056
-
-
8.503.287 -4.494.056
Stand per 31 december 2011
4.009.231
-
-
4.009.231
A-fonds EUR 7.614.997 -658.003
B'fonds EUR
C-fonds EUR 1.702.092 -155.799
1.546.293 8.503.287
_ -
Stand per 1 januari 2010 Geput uit Overheveling tussen C-fonds en Afonds Stand per 31 december 2010
-
Totaal EUR 9.317089 -813.802
-
-1.546.293
8.503.287
Het A-fonds is bestemd voor ondermeer de scholing, vorming en vooriichting over arbeidsvoorwaarden. Dit met betrekking tot de implementatie van ondenwijs, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorziening en arbeidsverhoudingen, gericht op de gehele bedrijfstak. Het C-fonds was bestemd voor de stageregeling. Het bestuur heeft in 2010 besloten om het restant saldo vanuit het C- fonds over te hevelen naar het A-fonds. Het C- fonds is per 1 januari 2011 opgeheven.
2.4.4.
Schulden op korte termijn
Alle schulden hebben een looptijd korter dan één jaar, tenzij anders is vermeld. De reële waarde wijkt niet materieel af van de nominale waarde. 2.4.4.1
Reeds toegewezen subsidies
CNV
2.4.4.2
2010
EUR
EUR
26.000
25.500
ANKO
50.000
5.759
Totaal
76.000
31.259
Overige schulden en overlopende passiva
Terug te betalen premies aan werkgevers Te betalen accountantskosten Te betalen administratiekosten Te betalen advieskosten Te betalen incassokosten Totaal
2.4.4.3
2011
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Per jaareinde zijn er geen verplichtingen die niet in de balans zijn opgenomen.
2011
2010
EUR
EUR
4.739
6.933
6.843
6.545
2.884
-
-
3.036
14.466
17.370
856
2.5 T o e l i c h t i n g o p d e s t a a t v a n b a t e n e n l a s t e n 2.5.1
Baten
2.5.1.1
Premiebaten
De premiebaten zijn als volgt opgebouwd:
Premie boekjaar
2011
2010
EUR
EUR
-
1.415.989
Premie voorgaande jaren
-17.071
-11.288
Totaal
-17.071
1.404.701
De premiebaten in het boekjaar 2011 zijn gebaseerd op de vooriopige loonsomopgaven van de werkgevers, tenzij de definitieve loonsomopgaven al zijn venwerkt in 2011. De premie bedraagt 0,6% (2010: 0,4 %). Er geldt in 2011 een premiekorting van 0,6%. Hierdoor is de premie 2011 per saldo 0,0%. 2.5.1.2
Overige baten 2011
2010
EUR
EUR
Vrijval voorziening voor dubieuze premiedebiteuren
37.880
21.982
Totaal
37.880
21.982
2.5.2
Lasten
2.5.2.1
Uitvoeringskosten
Deze post is als volgt gespecificeerd: 2011
2010
EUR
EUR
Administratiekosten
61.864
Kosten accountant (jaarrekeningcontrole)
6,914
7.569
Bestuurskosten *
12.840
18.059
Advieskosten
469
4.710
59.001
Bureaukosten
25.847
21.021
Totaal
107.954
110.360
* Onder de bestuurskosten is een bedrag van € 9.280 aan vacatiegelden verantwoord (2010: € 8.470).
2.5.3
Financiële baten en lasten
Rente liquide middelen
2.5.4
2011
2010
EUR
EUR
69.513
102.158
Rente premiedebiteuren
2.294
11.373
Totaal
71.807
113.531
Beschildiaar voor subsidietoekenning
Van het in de staat van baten en lasten vermelde bedrag als beschikbaar voor subsidietoekenning is het volledige bedrag toegerekend aan het A-fonds. 2.5.5
Subsidies
2.5.5.1 Toegewezen subsidies In 2011 is door het bestuur voor een totaalbedrag van € 7.308.655 aan subsidies toegewezen. Hiervan is € 2.829.937 niet verantwoord en zal worden teruggevorderd.
De verdeling van deze toegewezen subsidies naar de fondsen is als volgt:
A-fonds
2.5.5.1 2.5.5.2
ANKO
500.000
CNV
260.000
FNV
520.000
BPK STOOK
3.738.655 2.240.0Ü0
Totaal toegewezen Teruggevorderde subsidies
-2.829.937
Totaal
4.478.718
Utrecht, 25 juni 2012 Stichting Sociaal Fonds voor Opleiding en Ontwikkeling in het Kappersbedrijf Namens het bestuur.
M. Patijn- van de Knaap
K. Boekhorst
voorzitter
secretaris
7.308.655
3.3
Gebeurtenissen na balansdatum
Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan met belangrijke financiële gevolgen voor de Stichting.