Stichting Samenwerkingsbestuur voor Katholiek en Openbaar Primair Onderwijs Schijndel Beleidsnotitie Tussenschoolse Opvang Vastgesteld 16 januari 2007 Inhoud Voorwoord Inleiding
DEEL I
- Samenvatting TSO-beleid
DEEL II
- Uitwerking TSO-beleid met uitvoeringsaanbevelingen
1. Situering TSO 1.1 Visie en Doelstellingen 1.2 TSO en verwante voorzieningen 2. Verzorging 2.1 Veiligheid 2.2 Inschrijfformulieren 2.3 Hygiëne 3. Ruimte en Spel 3.1 Ruimte 3.2 Spel 4. Organisatie, Personeel en Beheer 4.1 Personeel 4.2 Groepssamenstelling 4.3 Beheer 5. Communicatie 5.1 Overleg 5.2 Werkwijze 6. Financiën 6.1 Begroting en administratie 6.2 Inschrijven en inkomsten 6.3 Uitgaven Bijlagen 1. Communicatieschema + Organogram TSO EBC Oost 2. Overzicht BSO/TSO-voorzieningen bij EBCs en scholen 3. Model afsprakenlijst 4. Model Functiebeschrijving Coördinator Overblijven 5. Model Functiebeschrijving Pedagogisch Ondersteuner TSO 6. Model Functiebeschrijving Overblijfkracht 7. Model Vrijwilligersovereenkomst 8. Toelichting Vrijwilliger en Vrijwilligersovereenkomst 9. Model Enquête en Tevredenheidsonderzoek 10. Model inschrijfformulier TSO De Heijcant Index sleutelbegrippen
Voorwoord Voor u ligt de beleidsnotitie Tussenschoolse Opvang van het Samenwerkingsbestuur Katholiek en Openbaar Primair Onderwijs Schijndel (SKOPOS). De nieuwe verantwoordelijkheden die wet aan schoolbesturen en –directeuren per 1-8-06 oplegt ten aanzien van de TSO heeft SKOPOS ertoe gebracht onderzoek te laten plegen naar de stand van zaken in Schijndel in het voorjaar van 2006 en in het verlengde daarvan aanbevelingen te laten opstellen voor het nieuwe beleid vanaf het najaar 2006. Hiertoe is het ROC Eindhoven in de arm genomen vanwege hun expertise op het werkgebied tussenschoolse opvang, en is met hen een Schijndelse werkgroep TSO gestart met betrokkenen bij de door de scholen of oudercommissies georganiseerde TSO‟s. De EBC-coördinator is hieraan toegevoegd als schakel naar andere initiatieven op het gebied van buitenschoolse opvang en dagarrangementen. De werkgroep heeft gebruik kunnen maken van de voorbereidingen die al op de verschillende scholen en EBCs plaatsvonden met het oog op de nieuwe wetgeving en is daarvoor zeer erkentelijk, evenals voor de suggesties die door de Schijndelse coördinatoren overblijven in het conceptstadium hebben gedaan. Dat met dit proces meer tijd was gemoeid dan voorzien betreur ik, maar ik ga ervanuit dat dit de zorgvuldigheid en volledigheid van deze notitie ten goede is gekomen. Maar ook een beleidsnotie als deze is een document dat aan snel veranderende maatschappelijke omstandigheden onderhevig is en zal met regelmaat moeten worden bijgesteld: helemaal af is het nooit. Niettemin wens ik de scholen veel succes met de (verdere) verwezenlijking van goede, verantwoorde tussenschoolse opvang!
Werkgroep TSO De Werkgroep TSO bestaat uit de volgende personen: Mevr Dorien van den Berg (TSO-Coördinator BS De Heijcant) Dhr Lambèr Gevers (Directeur BS De Kring, BS De Beemd) Dhr Toine van Heesch (Coördinator Weer Samen Naar School) Mevr Lucy Rüpke/Mevr Karina Tribels (TSO-adviseurs ROC Eindhoven) Dhr Marcel Rovers (EBC-coördinator)
2
Inleiding Waarom is tussenschoolse opvang belangrijk? In steeds meer gezinnen werkt zowel de man als de vrouw. Dit betekent onder andere dat de behoefte aan goede opvang voor kinderen toeneemt. Naast voorschoolse en naschoolse opvang is ook de tussenschoolse opvang in dit kader belangrijk. De ouders zijn door hun werk namelijk vaak niet in staat om hun kinderen tussen de middag op te vangen. Ook is het voor kinderen die ver van school wonen belangrijk dat ze tussen de middag op school kunnen overblijven. Om een sluitend dagarrangement te bieden is een goede tussenschoolse opvang van essentieel belang. Overblijvende kinderen krijgen dan de gelegenheid om te eten, te spelen en tot rust te komen onder een pedagogisch verantwoorde begeleiding. Het overblijven draagt hierdoor bij aan de ontwikkeling van de kinderen. Een goede tussenschoolse opvang zorgt ervoor dat de overblijvers beter geconcentreerd beginnen aan de middaglessen. Dit deel van de schooldag verloopt daardoor ordelijker en effectiever en dat is niet alleen prettig voor de leerlingen, maar ook voor de leraar. Verantwoordelijkheden Met ingang van het schooljaar 2006-2007 zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor de organisatie van het overblijven op hun scholen. De regelgeving heeft gevolgen voor schoolbestuur, directeuren, coördinatoren overblijven, ouders en overblijfkrachten. We zetten ze hieronder voor elke groep op een rijtje. Voor schoolbesturen: formele verantwoordelijkheid De schoolbesturen zijn formeel verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. Het bestuur heeft om die reden een visie op het overblijven ontwikkeld. Welke kwaliteit moet de voorziening hebben, wat zijn de kosten, hoe gaat de school het organiseren? De wet stelt nadrukkelijk geen eisen op dit gebied, het is dus aan het schoolbestuur om een richtinggevend kader te bieden. Het schoolbestuur wil op hoofdlijnen sturen en heeft formele bemoeienis met het overblijven. Een goede TSO-voorziening bepaalt mede de kwaliteit van de school. De onderwijsinspectie gaat toezien op het naleven van de overblijfafspraken die bestuur en medezeggenschapsraad met elkaar maken. Voor schooldirecteuren: formele rol bij de uitvoering. Schooldirecteuren spelen een belangrijke rol in de tussenschoolse opvang. Ze overleggen regelmatig met de coördinator overblijven op hun school. Als deze coördinator, vaak een vrijwilliger, om welke reden ook wegvalt, is het de directeur die veelal belast wordt met de zorg die dit met zich meebrengt. En dat terwijl de directeur formeel geen bemoeienis had met de tussenschoolse opvang. In de nieuwe situatie is dit veranderd en geformaliseerd. Met hun kennis van het overblijven kunnen directeuren, samen met de coördinatoren, helpen een visie op overblijven te formuleren en kwaliteitseisen vast te stellen. De directeuren zijn betrokken bij de uitvoering. Het schoolbestuur stelt de kaders. Sommige zaken zullen bovenschools geregeld kunnen worden: afspraken over de vergoeding aan vrijwilligers bijvoorbeeld, of het aanbieden van cursussen voor coördinatoren en overblijfkrachten. Een goed geregelde overblijfvoorziening is voor de school van cruciaal belang. Het brengt rust in de groepen en zorgt voor tevreden ouders. Een duidelijk kader van het schoolbestuur bij de opvang kan daartoe bijdragen. Voor ouders: meebeslissen via de medezeggenschapsraad Gewoonlijk regelden ouders het overblijven. Het eerste initiatief daartoe werd vaak genomen door de oudervereniging. De ouders hebben formeel te maken met het schoolbestuur. Via de oudergeleding van de medezeggenschapsraad moeten zij instemmen met de manier waarop het overblijven wordt uitgevoerd. Ook in de nieuwe situatie zullen ouders die gebruikmaken van het overblijven daarvoor moeten betalen. De kosten kunnen na de wetswijzigingen eventueel omhoog gaan. Voor overblijfkrachten: meer mogelijkheden Vrijwillige overblijfkrachten die nu in een goed lopende tussenschoolse opvang werken die de school wil continueren, zullen van de wetswijzigingen niet veel merken. Zij mogen ook in de nieuwe situatie een onbelaste vrijwilligersvergoeding ontvangen voor hun werkzaamheden. Die vergoeding per jaar is in 2006 bijna verdubbeld naar € 1.500,- per jaar (voor uitkeringsgerechtigden gelden andere regels). Dat betekent dat de vrijwilligers vaker inzetbaar zijn: tegenover meer uren werken staat immers straks een hogere onbelaste vergoeding. Als overblijfkrachten meer verdienen dan het maximum van de vrijwilligersvergoeding, zijn scholen verplicht dit te melden aan de belastingdienst. 3
Er is nog een mogelijkheid. Als de school ertoe besluit de tussenschoolse opvang uit te besteden aan derden, kunnen zowel vrijwillige als betaalde overblijfkrachten verbonden worden aan de professionele organisatie die de opvang gaat organiseren. Het is van belang dat het overblijven wordt begeleid door deskundige overblijfkrachten. Daarvoor bestaan op maat gesneden opleidingen voor vrijwillige of professionele overblijfkrachten. In alle gevallen blijft voor de coördinator overblijven en de overblijfkrachten de mogelijkheid bestaan om een cursus of opleiding te volgen via een subsidieregeling van het ministerie van Onderwijs. De school vraagt de subsidie aan en investeert het geld in de eigen vrijwilligers óf in de betaalde medewerkers die via een professionele organisatie in de school werkzaam zijn. De regeling is in elk geval van kracht tot 2008. In de beleidsnotitie die voor u ligt worden de kwaliteitscriteria geformuleerd middels de door SKOPOS gestelde kaders. Hieraan voorafgaand is in het voorjaar 2006 op alle scholen een nulmeting uitgevoerd waaraan gegevens ontleend zijn voor het nieuwe beleid. De resultaten van deze nulmeting zijn op te vragen bij SKOPOS. Tenminste eenmaal per twee jaar zal de kwaliteit van de TSO door de scholen worden geëvalueerd. Aanbevolen wordt om hiervoor het evaluatie-instrument van de Stichting Keurmerk te gebruiken. De opzet van deze beleidsnotitie is gebaseerd op dit instrument. Daarnaast zijn enquêtes en tevredenheidsonderzoeken beschikbaar. De notitie is in twee delen opgedeeld: het beleid zelf (deel I) en de uitwerking daarvan (deel II) met een aantal aanbevelingen voor de uitvoering. Verdere detaillering en uitvoeringsmodellen zijn in de bijlagen terug te vinden. Bij de verschillende hoofdstukken in deel II wordt aangegeven of het item centraal door Skopos (C), decentraal door de school of het EBC (D) geregeld dient te worden; in een enkel geval gaat het om een algemene regel (A). De nummering bij de verschillende begrippen in deel I verwijst naar de uitwerkingsparagrafen in deel II. In de tekst zijn de sleutelbegrippen vet afgedrukt, zodat deze gemakkelijk zijn terug te vinden. Zij zijn opgenomen in de index achterin deze notitie.
4
DEEL 1 - Samenvatting TSO-beleid Situering Het doel van de TSO is het bieden van een pedagogisch verantwoorde tussenschoolse opvang, op alle basisscholen of EBCs in Schijndel, die voldoet aan de wettelijke vereisten en aan de visie en kwaliteitseisen die SKOPOS heeft vastgesteld en die toegankelijk is voor elk kind van betreffende school, dat hiervan gebruik wil maken (1.1.4). Vanuit een eenduidige definitie (1.1.1) is een algemene visie (1.1.2) en een pedagogische visie (1.1.3) van SKOPOS op de TSO geformuleerd. Meervoudig aanbod De praktijk van verschillend TSO-aanbod op één school of EBC kan blijven bestaan (1.2.2). Veiligheid De TSO wordt opgenomen in het ontruimingsplan van school of EBC (2.1.1) en voldoet aan de Arbonormen van de school (2.1.2), tenminste één BHV-er van de school is tussen de middag bereikbaar (2.1.3). SKOPOS heeft voor alle kinderen een school-ongevallenverzekering en voor alle TSO-medewerkers een WA-verzekering voor schade en ongevallen binnen de werksituatie. De TSO-materialen vallen deels onder de „materiële instandhouding‟ van SKOPOS en voor zijn het overige deel door SKOPOS ondergebracht in een aparte risicoverzekering (2.1.5). Waarden en normen bij de TSO sluiten aan bij die van de school of het EBC waar de TSO is ondergebracht (2.1.6). Klachten die niet door de coördinator overblijven en leerkracht worden opgelost volgen de procedure die voor school en SKOPOS in de klachtenregeling is vastgesteld. Inschrijven Elke TSO werkt met voor de leiding direct toegankelijke inschrijfformulieren waarop de belangrijkste gegevens staan vermeld (2.2.1) en met presentielijsten die dagelijks worden bijgehouden (2.2.2). De TSO is in principe toegankelijk voor alle kinderen ingeschreven op de basisschool (2.2.3). Ruimte en toezicht Voor elke TSO worden afspraken omtrent het ruimtegebruik vastgelegd (3.2.2). Op alle ruimten die door de TSO gebruikt worden dient toezicht te zijn als er zich kinderen bevinden (3.2.3). Organisatie De scholen hebben de vrijheid om zelf een organisatievorm te kiezen, mits deze past in het in dit rapport aangegeven TSO-beleid en instemming heeft verkregen van de betrokken Medezeggenschapsraad (4.1.1). Elke TSO beschikt over een overblijfcommissie (4.1.2) en is als organisatie-onderdeel opgenomen in het organogram van de school (4.1.3). Personeel Betaalde krachten en vrijwilligers die voor de TSO zorgdragen worden gerekend tot het TSO-personeel, waarvoor voor elke functie een functiebeschrijving beschikbaar is (4.2.1). Van elk TSO-personeelslid is een “Verklaring omtrent het gedrag” en een identiteitsbewijs in de TSO-administratie opgenomen (4.2.2). Daarnaast neemt elk TSO-personeelslid deel aan een inwerkprogramma (4.2.3). Elke TSO heeft toegang tot de deskundigheid van een Pedagogisch Ondersteuner (4.2.4) en heeft een gekwalificeerde Coördinator Overblijven die dagelijks aanwezig of bereikbaar is van een half uur vóór tot een half uur ná de TSO (4.2.5). Vrijwilligers onder het TSO-personeel vallen onder de SKOPOS-gedragscode waarnaar in de vrijwilligersovereenkomst verwezen wordt (4.2.7). Groepssamenstelling SKOPOS hanteert het verhoudingsaantal van één overblijfkracht op ten hoogste 15 kinderen (4.3.1). Beheer Schoonmaak (4.4.1) en reparaties en onderhoud (4.4.2) vallen onder de verantwoordelijkheid van de schooldirecteur.
5
Financiën De TSO-begroting wordt opgenomen in de schoolbegroting en moet kostendekkend zijn, waarbij de inkomsten van de TSO volledig aan de TSO ten goede komen. De TSO-inventaris van vóór 1-8-2006 wordt „om niet‟ in gebruik gegeven aan de TSO in de latere constructie (6.1.1). Jaarlijks wordt een financiële en inhoudelijke verantwoording afgelegd (6.1.2); de TSO-administratie voldoet aan de algemene richtlijnen van de schooladministratie (6.1.3). Elke school biedt tenminste een TSO waarbij de kosten mogen variëren van € 1,50 tot € 3,00 per kind per dag. Kortingen worden niet verleend (6.2.3); de scholen kennen een uniforme regeling voor wanbetalingen (6.2.4). Men kan gedurende het gehele jaar kinderen voor TSO inschrijven (6.2.5) en voor incidenteel TSO-gebruik zijn dagkaarten beschikbaar (6.2.6). Skopos adviseert een uniforme regeling voor vergoedingen aan de vrijwillige overblijfkrachten waarbij de wettelijke regeling leidend is. Gezien de discussies in het land en het ontbreken van adequate oplossingsmodellen wordt definitieve beleid op dit punt aangehouden (6.3.1). Zolang sprake is van TSO in eigen beheer van de school, zal geen doorberekening van huur- of energiekosten plaatsvinden (6.3.2). Alle overige paragrafen uit deel II, niet vermeld in dit eerste deel, maken geen deel uit van het door SKOPOS vastgelegde TSO-beleid en kunnen als aanbevelingen worden opgevat.
6
DEEL 2 - Uitwerking TSO-beleid en uitvoeringsaanbevelingen 1. Situering TSO 1.1 Visie en Doel 1.1.1 C
De definitie van overblijven is het op school, onder toezicht gedurende de middagpauze verblijven. Dit overblijven bestaat uit twee gedeelten, namelijk de lunch en de activiteiten.
1.1.2 C
Algemene visie van SKOPOS op de TSO De tussenschoolse opvang van SKOPOS is ingebed in het geheel van de school en biedt kinderen van SKOPOS een gezonde en veilige plek om tussen de middag in groepsverband en onder leiding van overblijfkrachten te eten en te spelen. De groepsopvang van de TSO kan dienen als verbreding en aanvulling op de opvoeding thuis en op school. Het pedagogische klimaat van elke SKOPOS school loopt tijdens de overblijfpauze door, maar de tussenschoolse opvang is beslist geen verlenging van de schooltijd. Het is juist de bedoeling dat kinderen tot rust komen om „s middags weer fris het programma op school te kunnen volgen. Kinderen voelen zich thuis en veilig op de tussenschoolse opvang en er zijn volop mogelijkheden om te ontspannen, zowel binnen als buiten het schoolgebouw. Binnen de grenzen van het groepsbelang is er oog voor de individualiteit en voor de wensen van de kinderen. De omgang met anderen (zowel kinderen als volwassenen) is gebaseerd op wederzijds respect, vertrouwen en eerlijkheid. De exploitatie van de tussenschoolse opvang komt na aanwending van de door het ministerie geoormerkte gelden voor TSO, beschikbaar gesteld aan de school, geheel ten laste van de ouders. Hierbij wordt een goede prijs-kwaliteitverhouding nagestreefd, die kostendekkend moet zijn.
1.1.3 C
In de pedagogische visie van SKOPOS wordt ervan uitgegaan dat ieder kind: een uniek wezen is, met eigen mogelijkheden en een eigen wil een natuurlijke drang heeft tot ontwikkeling, om zowel lichamelijk als geestelijk te groeien in vrijheid zijn mogelijkheden zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen de nodige vaardigheden wil verwerven om zich op zijn/haar gemak te kunnen voelen in de samenleving gericht is op interactie met zijn/haar omgeving Hieraan zal worden bijdragen door: kinderen serieus te nemen rekening te houden met en in te spelen op de behoeftes van ieder kind afzonderlijk kinderen te stimuleren tot zelfstandigheid, zodat een kind zelfvertrouwen kan opbouwen geduldig en begripvol om te gaan met gevoelens en reacties van kinderen een vertrouwensband met de kinderen op te bouwen in een gezellige en veilige omgeving door te zorgen voor rust, orde, regelmaat, duidelijkheid en door zo consequent mogelijk te zijn een pedagogisch klimaat te bieden waarin zij respect voor zichzelf, de anderen en de omgeving ervaren en eigen leren maken kinderen te leren een eigen mening te vormen in wisselwerking met hun omgeving
1.1.4 C
Het doel van de TSO is het bieden van een pedagogisch verantwoorde tussenschoolse opvang, op alle basisscholen of EBCs in Schijndel, die voldoet aan de wettelijke vereisten en aan de visie en kwaliteitseisen die SKOPOS heeft vastgesteld en die toegankelijk is voor elk kind van betreffende school, dat hiervan gebruik wil maken. Het doel va de SKOPOS -regeling is het vastleggen van deze visie en kwaliteitseisen en het bieden van een kader aan de scholen. Door een zekere mate van uniformiteit wordt de 7
inzetbaarheid van overblijfkrachten op de verschillende TSO‟s vergroot.
1.2 TSO en verwante voorzieningen 1.2.1 D
De nieuwe wetgeving stelt nergens dat er per school slechts één voorziening zou moeten zijn en ook vanuit SKOPOS is er geen enkel bezwaar tegen keuzemogelijkheden voor TSO, voor ouders. Bij De Regenboog, De Heijcant, De Kring en De Beemd is dit al het geval, naast de „schoolse‟ TSO biedt ook de buitenschoolse opvang van De Plu, in EBC-verband, tussenschoolse opvang voor BSO-kinderen. Ook andere particuliere instellingen voor buitenschoolse opvang in Schijndel bieden TSO aan maar dan binnen de muren van de eigen instellingen en niet in EBC-verband. Daarnaast maken ouders gebruik van zogeheten „gastouders‟ om hun kinderen tussen de middag op te vangen, of ze vangen zelf hun kinderen op. De praktijk van verschillend aanbod op één school of EBC kan blijven bestaan.
1.2.2 D
In 2006/7 wordt op twee EBCs gestart met een aanbod van sluitende dagarrangementen, als voorbereiding op de nieuwe wettelijke regeling die in augustus 2007 van kracht zal wortden. Daarbij kunnen ouders gebruikmaken van voorzieningen voor hun kinderen die aansluiten op de schooltijden. Het gaat dan om een combinatie van opvang en activiteitenaanbod en het eventuele vervoer dat daarbij nodig is. De tussenschoolse opvang kan onderdeel uitmaken van een dagarrangement. Er wordt aangesloten bij de bestaande voorzieningen en er wordt dus geen nieuwe TSO-voorziening in het kader van dagarrangementen in het leven geroepen.
1.2.3 A
Overigens valt de tussenschoolse opvang nadrukkelijk niet onder de Wet Kinderopvang en is een aantal vereisten van overheidswege minder stringent dan die welke voor andere vormen van kinderopvang gelden.
2. Verzorging Het doel van de tussenschoolse opvang met betrekking tot de verzorging is het bieden van een veilige omgeving aan de kinderen. We onderscheiden hierbij fysieke veiligheid (ruimte, materialen en maatregelen) en sociale veiligheid (stellen van grenzen ten aanzien van ongewenst gedrag). Makkelijk toegankelijke informatie over het kind en afspraken over hygiëne en voeding zijn hierbij belangrijke randvoorwaarden.
2.1 Veiligheid 2.1.1 D
De TSO maakt onderdeel uit van de school of van het EBC, en wordt opgenomen in het ontruimingsplan of calamiteitenplan van school of EBC. Er wordt periodiek, tenminste eenmaal per jaar in aanwezigheid van alle overblijfkrachten, een ontruimingsoefening tijdens de TSO-uren gehouden.
2.1.2 D
De TSO-ruimte voldoet aan de Arbo-normen van de school; de overheid stelt hieraan geen afzonderlijke eisen, tenzij maaltijden door de school geserveerd worden. 1 De overblijfruimte wordt meegenomen in de risico-inventarisatie en –evaluatie die door de Arbo-coördinator wordt opgesteld.
2.1.3 D
Er hoeven in principe geen extra BHV-ers worden opgeleid, mits tenminste één BHV-er van de school ook tussen de middag bereikbaar is en weet dat hij of zij in noodgevallen kan worden opgeroepen. Afhankelijk van de ernst van een ongeval bezoekt men eerst de iemand met EHBObevoegdheid, vervolgens kan een arts worden geraadpleegd.
1
Indien bij de opvang sprake mocht zijn van het serveren van (warme) maaltijden door de school, is de Europese Hygiëneverordening (EG) 852/2004 van toepassing. Op basis van deze wetgeving is door veel sectoren een hygiënecode voor de eigen sector ontwikkeld. Scholen sluiten in het algemeen aan bij de hygiënecode voor de horeca of sportkantines
8
Namen en telefoonnummers van BHV-ers en EHBO-ers moeten bij de TSO-leidsters bekend zijn. 2.1.4 D
Bij (plotselinge) afwezigheid of vermissing van een kind dat verondersteld is aan de TSO deel te nemen wordt door de coördinator overblijven of de dagverantwoordelijke overblijfkracht in eerste instantie geïnformeerd bij de leerkracht. Vervolgens wordt naar het kind gezocht in de school en de directe omgeving. Is het kind niet gevonden dan wordt contact opgenomen met de ouders of verzorgers. Als het probleem hiermee nog niet is opgelost wordt dit gemeld bij de directeur van de school die eventueel via leerkracht of conciërge verdere actie zoekacties onderneemt tot het kind terecht is. De resultaten daarvan worden terugkoppelt aan de overblijfkracht. Overigens worden ouders geacht hun kind zelf af te melden bij de TSO, men kan niet volstaan met een afmelding of ziekmelding bij de leerkracht.
2.1.5 C
Voor de kinderen is een school –ongevallenverzekering afgesloten door SKOPOS , als aanvulling op de WA-verzekering die ouders voor hun kinderen hebben afgesloten. Dit betreft letselschade en ongevallen binnen en op weg van en naar school. Voor “allen die werkzaamheden voor de school of het bestuur verrichten” in vrijwillig of dienstverband, heeft SKOPOS een WA-verzekering afgesloten voor schade en ongevallen binnen de werksituatie. Verder heeft SKOPOS een risicoverzekering voor dat deel van de inboedel dat niet onder de Materiële Instandhouding valt, waaronder de materialen van de TSO.
2.1.6 D
Ten aanzien van waarden en normen wordt in de tussenschoolse opvang aangesloten bij de waarden en normen die in school- of in EBC-verband zijn vastgesteld. Deze zijn terug te vinden in de schoolgids en/of in het EBC –beleidsplan.
2.1.7 D
Zo is ook het pestprotocol dat de school en/of het EBC hanteert, onverminderd van toepassing op de TSO en wordt van de leidsters verwacht dat ze deze kennen en zullen toepassen.
2.1.8 D
Bij ongewenst gedrag worden de ouders en de leerkracht geïnformeerd en bestaat er de mogelijkheid tot schorsing of verwijdering van een kind. Het definitieve besluit tot schorsing of verwijdering van de tussenschoolse opvang is een bevoegdheid van de directeur. De aanleiding voor schorsing of verwijdering is bedreigend of agressief gedrag van ouders, verzorgers of van het kind zelf, waarbij herhaling niet is uitgesloten en waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van begeleiders of kinderen. Schorsing vindt in principe pas plaats na overleg met de coördinator overblijven en de leerkracht enerzijds en de ouders/verzorgers anderzijds. Een kind kan voor maximaal 10 onderwijsdagen aaneen geschorst worden. Schorsing kán meerdere malen als maatregel gehanteerd worden alvorens tot verwijdering wordt overgegaan. Verwijdering kan ook per direct toegepast worden indien de directeur van mening is dat de situatie daarom vraagt. Ouders kunnen, indien zij het niet eens zijn met het besluit, hun klacht voorleggen conform de klachtenregeling van SKOPOS .
2.1.9 D/C
Klachten van ouders/verzorgers, en van leidsters, moeten worden gemeld bij de coördinator overblijven en de leerkracht, die in eerste instantie de klachten in behandeling nemen. In tweede instantie kan men zich richten tot de schoolcontactpersoon (-personen). Deze functionarissen moeten bij de overbijfkrachten bekend zijn. Voorts heeft SKOPOS een vertrouwenspersoon en klachtenregeling voor heel Schijndel. Er is een concept Gedragscode SKOPOS . De klachtenregeling is opgenomen in de schoolgids en is op elke school ter inzage.
2.1.10 C
De veiligheid zal tot slot worden bevorderd door de eisen aan de pedagogische kwaliteit van de coördinator overblijven en van de overblijfkrachten. Deze zijn weergegeven in de functiebeschrijvingen die in de bijlagen zijn opgenomen.
9
2.2 Inschrijfformulieren 2.2.1 C
Het inschrijfformulier van elk deelnemend kind is voor de TSO van groot belang om snel toegang te hebben tot de gegevens van het kind. Zeker wanneer het gaat om een vermissing of een ongeluk (bereikbaarheid ouders/verzorgers), maar ook om bijzonderheden van een kind te weten, zoals allergieën, een dieet of medicijngebruik. Een model inschrijfformulier vindt u op de website van de school. In de toekomst zal een standaardformulier, indien mogelijk, in het leerlingvolgsysteem Eduscoop worden opgenomen.
2.2.2 D
De TSO werkt met presentielijsten die dagelijks wordt bijgehouden, zodat bij calamiteiten snel gecontroleerd kan worden of alle aanwezige kinderen in veiligheid zijn gebracht. De wijze waarop de lijst wordt gehanteerd in geval van een calamiteit moet per school worden beschreven.
2.2.3 C
Toelating: de tussenschoolse opvang is in principe toegankelijk voor alle kinderen die ingeschreven staan op de basisschool. Plaatsing kan alleen dan geweigerd worden indien de ouders/verzorgers de doelstellingen, uitgangspunten, richtlijnen en/of afspraken van de tussenschoolse opvang niet onderschrijven.
2.3 Hygiëne en voeding 2.3.1 D
De TSO heeft de beschikking over basale keukenfaciliteiten zodat men thee kan zetten en warm houden, de vaatwas kan doen, meubilair en placemats kan schoonmaken.
2.3.1 D
De TSO-ruimte is schoon en opgeruimd voordat de kinderen aan hun maaltijd beginnen, er zijn duidelijke afspraken wie hiervoor aanspreekbaar is. Kinderen hebben de gelegenheid hun handen te wassen voor aanvang van de maaltijd en om hun tanden te poetsen na afloop. In samenspraak met ouders wordt bepaald of handenwassen en/of tandenpoetsen vaste onderdelen zijn voor alle kinderen. Overige opmerkingen over ruimte vindt u in § 3.2
2.3.2 D
Bij het toiletgebruik wordt uitgegaan van zoveel mogelijk zelfstandigheid; alleen kleuters worden vóór de maaltijd naar het toilet begeleid en waar nodig geholpen. Handenwassen na het toilet is regel, bezoek aan het toilet tijdens de maaltijd is niet geoorloofd. Bij “ongelukjes” worden kinderen getroost en geholpen. Er is reservekleding voor de kleuters beschikbaar; negatieve reacties van andere kinderen worden niet geaccepteerd. Toiletten en wasbakken zijn schoon, het is bekend wie men kan aanspreken als dit bij aanvang van de middagpauze niet het geval is.
2.3.3 D
Er zijn afspraken gemaakt ten aanzien van het gedrag aan tafel (tafelmanieren, denk aan boeren laten, met volle mond praten, tassen op tafel, eten weggooien, knoeien), het meenemen van snoep en het moment dat de tafel kan worden verlaten, en over welk aanbod de TSO beschikt: thee, melk, sap en/of fruit. Op iedere TSO is een afsprakenlijst op papier aanwezig. Een model hiervan is opgenomen in de bijlagen.
3. Respect, Ruimte en Activiteiten 3.1 Respect 3.1.1 D
Ook in de tussenschoolse opvang staat het begrip respect centraal omdat het de basis is voor de manier waarop we naar elkaar kijken: de medewerkers onderling, de kinderen onderling en beide groepen over en weer. Respect voor elkaar uit zich onder andere door de mate waarin er direct en open gecommuniceerd wordt en de wijze waarop men met elkaar omgaat. Grof taalgebruik wordt niet getolereerd en wordt gecorrigeerd zonder daarvoor de aandacht op te eisen. 10
Om respect voor elkaar merkbaar te maken houden de leidsters rekening met de eigenheid en autonomie van de kinderen en hun ouders of verzorgers. Dit betekent dat verschillen niet veroordeeld worden en dat er veel aandacht is voor een respectvolle omgang met elkaar, andermans eigendommen en de ruimte. 3.1.2 D
De gelijkwaardigheid van overblijfkrachten ten opzichte van alle andere geledingen in het EBC of in de school wordt te allen tijden gerespecteerd. Het overblijven heeft een volwaardige plaats in het aanbod van het EBC of de school.
3.2 Ruimte 3.2.1 D
Ruimte is een belangrijk uitgangspunt bij de ontwikkeling van kinderen. Ruimte in letterlijke zin: daar waar de tussenschoolse opvang plaatsvindt in en om de school en in figuurlijke zin: ruimte om zelf activiteiten te kunnen uitvoeren en initiatief te kunnen nemen en daarmee de kans krijgen om sociale vaardigheden te ontwikkelen.
3.2.2 D
Er zijn wat betreft ruimtegebruik duidelijke afspraken, vastgelegd op papier, welke ruimten binnen, en welke ruimten buiten tijdens de TSO gebruikt mogen worden, en welke ruimten niet.
3.2.3 D
Ten behoeve van het toezicht mogen kinderen pas naar buiten na toestemming van de overblijfkracht en alleen als er ook daadwerkelijk toezicht op de buitenruimte is. Op alle ruimten die door de TSO gebruikt worden dient toezicht te zijn als er zich kinderen bevinden. SKOPOS stelt dat zowel binnen als buiten het toezicht gegarandeerd moet zijn waarbij de Coördinator TSO verantwoordelijk is voor eventuele vervanging van overblijfkrachten.
3.2.4 D
Komen en gaan: Kinderen vanaf groep drie kunnen op eigen houtje naar de overblijfruimte gaan en na de TSO terug naar hun klas. De kleuters worden door de overblijfkracht in de klas opgehaald en door de TSO na de pauze weer naar de pleinwacht, surveillant of leerkracht teruggebracht.
3.2.5 D
Wat betreft de inrichting zijn er voorlopig geen richtlijnen, slechts de aanbeveling om deze zo aantrekkelijk mogelijk te maken en te bevorderen dat kinderen het onderscheid ervaren tussen schooltijd enerzijds, en vrije tijd waartoe de TSO behoort anderzijds. In de (nabijheid van de) TSO-ruimte is een telefoon aanwezig.
3.3 Activiteiten 3.3.1 D
Op de TSO is een grote diversiteit aan materialen beschikbaar: voor alle leeftijden, voldoende uitdagend, onderscheidend van de materialen die in de klas gebruikt worden. De materialen zijn veilig, compleet en van goede kwaliteit en worden overzichtelijk opgeborgen. De TSO beschikt over afsluitbare kastruimte waarin de materialen veilig worden opgeborgen.
3.3.2 D
Er zijn afspraken gemaakt over materiaalgebruik: welke materialen van school mogen ook door de TSO gebruikt worden en vice versa. Voorts zijn er afspraken over de plaatsen waar en wanneer de materialen gebruikt mogen worden (binnen/buiten, op de tafel/op de grond, op eigen initiatief of na toestemming van de overblijfkracht).
3.3.3 D
De TSO is vrije tijd voor de kinderen en streeft geen speciale leerdoelen na. De TSO geeft echter wel de mogelijkheid om door spel de ontwikkeling van kennis en inzicht te stimuleren.
3.3.4 D
Er zijn afspraken gemaakt over het opruimen van materialen, waarbij het basisprincipe is dat kinderen de materialen die zij zelf hebben gebruikt ook zelf weer opruimen. Ook het tijdstip van opruimen is afgesproken, rekening houdend met de toeloop van niet-TSOkinderen die na de middagpauze van huis naar school komen.
11
4. Organisatie, Personeel en Beheer 4.1 Organisatie 4.1.1 D
De scholen van SKOPOS kennen betreffende de organisatievorm van de TSO drie keuzemogelijkheden: 1. Zelf doen, alles in eigen beheer 2. Alles uitbesteden aan een instelling voor kinderopvang 3. Gedeeltelijk zelf en gedeeltelijk uitbesteden, bijvoorbeeld een coördinator inhuren via een Kinderopvang instelling of een combinatie van schoolse en buitenschoolse TSO. De huidige situatie van “schoolse” TSO (door school/OR georganiseerd, al dan niet met professionele ondersteuning van De Plu) en “buitenschoolse” TSO (volledig in handen van De Plu) geeft geen aanleiding tot een principiële beleidswijziging die kiest voor of het ene, of het andere. De schoolse TSO wordt hoe dan ook op elke EBC-locatie aangeboden; de buitenschoolse TSO wordt door EBC-partner De Plu aangeboden als daar, naar het oordeel van De Plu, voldoende vraag naar is. Daarnaast kent Schijndel particuliere kinderdagverblijven die op eigen locatie tussenschoolse opvang aanbieden als onderdeel van de door hun geboden buitenschoolse opvang. De organisatie, financiering e.d. van deze vorm van (semi-)commerciële TSO komen in deze nota verder niet aan bod. Indien een schooldirecteur, met instemming van de MR, kiest voor variant 2, zal hij zich garant moeten stellen voor de uitvoering van de TSO in lijn met de richtlijnen die in deze nota zijn neergelegd.
4.1.2 D
Elke TSO beschikt over een overblijfcommissie of TSO-werkgroep waarin tenminste zitting hebben een ouder, afgevaardigd of aangewezen door de MR een lid van het management team of van de directie van de school de coördinator overblijven De 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
4.1.3 C/D
belangrijkste taken van de overblijfcommissie zijn: Beleid maken n.a.v. de visie op TSO. Jaarlijks vaststellen van de tarieven van het overblijven. Beslissingen nemen betreffende calamiteiten en problemen m.b.t. het overblijven. Optreden als intermediair tussen coördinator overblijven, overblijfkrachten, ouder, leerkracht of kind n.a.v. gebeurtenissen tijdens de TSO. Zorgdragen van duidelijke informatie over het overblijven naar alle betrokkenen. Zorgdragen voor het opstellen van het financieel jaarverslag en van de begroting. Ondersteunen en adviseren coördinator overblijven bij calamiteiten of wanbetalers. Een afgevaardigde van de commissie bepalen die naast de coördinator overblijven, aanwezig is bij een sollicitatiegesprek met een potentiële overblijfkracht.
Een overzicht van de BSO/TSO- voorzieningen bij EBCs en scholen in Schijndel is opgenomen in de bijlagen. Tevens is als model, het communicatieschema/organogram van de TSO bij EBC-Oost in de bijlagen opgenomen. Uitgangspunt van SKOPOS is dat de TSO opgenomen wordt in het organogram van de school. De TSO bestaat uit de overblijfkrachten en de coördinator overblijven, en wordt aangestuurd door een overblijfcommissie of TSO-werkgroep, die gecontroleerd wordt door de directie van de school die instemming of advies vraagt aan de MR volgens de regels die zijn vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Onderwijs.
4.2 Personeel 4.2.1 C
Onder het personeel van de TSO wordt verstaan ieder die als betaalde kracht of vrijwilliger zorg draagt voor de uitvoering van de tussenschoolse opvang. De functies die daarin worden onderscheiden zijn die van coördinator overblijven, pedagogisch ondersteuner en 12
overblijfkrachten. Voor elk van deze functies is een functiebeschrijving beschikbaar, modellen hiervan zijn in de bijlagen opgenomen. 4.2.2 C
Ieder die werkzaam is bij de TSO beschikt over een “Verklaring omtrent het gedrag” en een identiteitsbewijs waarvan kopies in de TSO-administratie zijn opgenomen. De kosten voor de verklaring omtrent het gedrag worden vergoed zodra men met goed gevolg de proeftijd heeft volbracht; de kosten van het identiteitsbewijs zijn voor de medewerker zelf.
4.2.3 D
Alle EBC‟s of scholen beschikken over een eigen inwerkprogramma op papier, waaraan ook elke nieuwe coördinator overblijven of overblijfkracht deelneemt.
4.2.4 D
Elke TSO heeft toegang tot de deskundigheid van een Pedagogisch Ondersteuner, al of niet in eigen dienst, gedetacheerd of op uurbasis ingehuurd, om waar nodig over professionele ondersteuning te beschikken.
4.2.5 D
Elke EBC of school heeft een algemeen of dagelijks Coördinator Overblijven, die beschikt over tenminste de kwalificatie “SPW3-verkort” en die dagelijks aanwezig of tenminste telefonisch bereikbaar is van een half uur vóór tot een half uur ná de TSO. In de toekomst zal genoemde opleidingseis ook gelden voor de dagverantwoordelijke overblijfkracht.
4.2.6 D
Ten aanzien van de Overblijfkrachten wordt aanbevolen om zoveel als mogelijk een afspiegeling te vormen van de culturen die op de school vertegenwoordigd zijn. Een redelijke beheersing van Nederlandse taal is evenwel een voorwaarde: gesprekjes met alle kinderen moeten gevoerd kunnen worden. Voor de werving van overblijfkrachten is de directe mondtot-mond benadering het meest succesvol gebleken. De selectie dient door een aparte selectiecommissie te geschieden, waarin tenminste de coördinator overblijven zitting heeft. Voorts wordt een proeftijd van een maand aangehouden om de geschiktheid ook in de praktijk te kunnen toetsen.
4.2.7 C
SKOPOS beschikt over een gedragscode voor vrijwilligers. Voorts wordt aangesloten bij de algemene gedragscode die voor het personeel van SKOPOS geldt, en die in het schooljaar 2006/7 wordt vastgesteld. In de vrijwilligersovereenkomst wordt een verwijzing naar de gedragscode-documenten opgenomen, waaruit blijkt dat men bij ondertekening hiermee bekend is.
4.2.8 D
De scholen regelen zelf hoe en wanneer de overdracht tussen overblijfkrachten en de leerkrachten plaatsvindt: koud (via papier of e-mail) of warm (mondeling). De scholen regelen zelf hun dagelijkse overdracht middels een logboek, specifiek voor de tussen schoolse opvang. De koude overdracht zou geautomatiseerd kunnen worden. Bij belangrijke informatie wordt altijd gekozen voor een “warme” overdracht.
4.2.9 C
Vergoedingen Zie Financiën 6.3#
4.3 Groepssamenstelling 4.3.1 C
Verhoudingsaantal per groep. SKOPOS hanteert de landelijke richtlijn van één overblijfkracht op 15 kinderen. Als de groep is gesplitst in binnen en buiten activiteiten en de overblijfkracht heeft overzicht op de gehele groep blijft de verhouding 1:15 van kracht. Als dit overzicht er niet is kiest men dus voor dan wel een binnenactiviteit, dan wel een buitenactiviteit met de gehele groep.
4.4 Beheer 4.4.1 D
De schoonmaak van de TSO-ruimte valt onder verantwoordelijkheid van de directeur, deze stelt een schone ruimte ter beschikking. De coördinator overblijven, en bij haar afwezigheid, de dagverantwoordelijke overblijfkracht zorgt voor het schoon opleveren van de ruimte na afloop van de TSO. 13
Men mag gebruik maken van de keuken en de apparatuur, zoals magnetron, koelkast, die zich daar bevindt mits alles eveneens schoon wordt achter gelaten. 4.4.2 D
Reparaties en onderhoud van meubilair, TSO-ruimte en door de school beschikbaar gestelde materialen vallen onder verantwoordelijkheid van de directeur volgens de richtlijnen die voor de school gelden. Indien reparatie of onderhoud gewenst zijn wordt hiervan door de coördinator overblijven bij de directeur melding gemaakt. Voor reparaties en onderhoud van „eigen‟ TSO-materialen worden binnen de overblijfcommissie afspraken gemaakt.
4.4.3 C
Administratie Zie financiën
5. Communicatie De communicatie met ouders, overblijfkrachten, leerkrachten, overblijfcommissie, MR en de teamvergaderingen moet bijdragen aan het optimaliseren van de kwaliteit van de tussenschoolse opvang. Goed overleg is belangrijk en bevordert een prettig werkklimaat. De overlegstructuren van EBC Oost zijn als voorbeeld in de bijlagen opgenomen.
5.1 Overleg 5.1.1 D
Voor de overblijfkrachten onderling en met de leerkrachten is een goede overdracht van belang. Dit gebeurt dagelijks door overlegmomenten, mondeling en schriftelijk en minimaal vijf maal per jaar door middel van een TSO-teamoverleg. De notulen van dit overleg worden verspreid onder alle overblijfkrachten. De coördinator overblijven informeert de directie. Bijzonderheden over de kinderen worden bijgehouden in een logboek. Voor een goede begeleiding van de kinderen is het belangrijk dat de overblijfkrachten zich daarmee dagelijks op de hoogte stellen. Onderwijzend personeel en overblijfkrachten zijn zich bewust van elkaars aanvullende educatieve kwaliteiten en producten. Dit uit zich in functioneel redelijk overleg en open communicatie met alle betrokkenen.
5.1.2 D
Een goede communicatie tussen overblijfkrachten en de ouders is essentieel voor een optimale opvang van het kind. Bij problemen neemt de coördinator overblijven contact op met de ouders. Ook is het erg belangrijk dat ouders contact opnemen met de TSO als er problemen of vragen van hun kant zijn. Ouders hebben altijd de mogelijkheid voor een persoonlijk gesprek met de coördinator overblijven of met de overblijfkracht. Zowel overblijfkrachten als ouders zijn verantwoordelijk voor het nakomen van afspraken. Te denken valt bijv. aan het tijdig afmelden van kinderen, het op tijd verstrekken van relevante informatie etc. Mochten er zich problemen voordoen met kinderen dan zal de overblijfkracht met collega‟s en evt. de leerkracht overleggen en zal de coördinator overblijven daarna contact zoeken met de ouders om samen een oplossing te zoeken.
5.2 Werkwijze 5.2.1 D 5.2.2 D
De informatie over de TSO loopt via de nieuwsbrief van de school of via eigen circulaires. De volgorde van handelen door de overblijfkrachten in bepaalde situaties staat beschreven in diverse protocollen. Te denken valt aan: ongevallen; pesten en vermissing van een kind. 14
5.2.3 D
De TSO hecht veel waarde aan de privacy van ouders en hun kinderen. De overblijfkrachten gaan zorgvuldig en vertrouwelijk om met gegevens.
5.2.4 D
Schoolregels en TSO-regels. Door duidelijke grenzen en regels weten de kinderen waar ze aan toe zijn. De TSO-commissie kan een Overblijfreglement opstellen dat is een afgeleide is van de schoolregels, maar op onderdelen zal afwijken omdat de TSO primair vrije tijd voor de kinderen is.
5.2.5 D
De overblijfkrachten doen alles aan deskundigheidsbevordering door het bijhouden van nieuwe ontwikkelingen, het volgen van scholingen en het verder professionaliseren zodat de TSO verantwoord en bij de tijd blijft.
5.2.6 D
Om vooral de kleuters de mogelijkheid te bieden om te wennen, kan de ouderraad tijdens het huisbezoek of de informatiedag bonnen uitdelen die recht geven op 1x gratis overblijven. Voor de ouders is het een prettig en gerust idee te weten dat een kind het gebeuren rond de TSO al een keer heeft meegemaakt voor als het eens echt nodig is. Nieuwe kinderen worden in de regel aan een klasgenootje gekoppeld, zodat ze een vertrouwd iemand bij zich hebben. Kinderen gaan zo heel sociaal met elkaar om en ze vinden het nog leuk ook. Voorwaarden voor een goede begeleiding bij het gewenningsproces zijn verder: een vertrouwde, gezellige en uitdagende omgeving speelgoed dat aansluit bij de behoefte van het kind extra aandacht van de overblijfkracht een leeshoek/rusthoek.
6. Financiën Een belangrijk aspect van de tussenschoolse opvang vormt de financiële administratie. Er komt geld binnen, en er gaat uit voor de aanschaf van bijv. speelgoed en voor de betaling van de leidsters. Het gaat daarbij regelmatig om grote bedragen, waarbij uiteraard een heldere, voor iedereen inzichtelijke financiële administratie nodig is. Om de toegankelijkheid van de tussenschoolse opvang zo laagdrempelig mogelijk te maken, streven we er naar om de kosten per kind zo laag mogelijk te houden. Om de diversiteit van het onderwijsaanbod in Schijndel te behouden en de scholen de gelegenheid geven zich te onderscheiden kunnen de voorzieningen en daarmee ook de tarieven van de TSO‟s binnen de door SKOPOS aangegeven marges, onderling verschillen.
6.1 Begroting en administratie 6.1.1 C
Dekkende begroting. De baten van de tussenschoolse opvang dienen in verhouding staan tot de lasten. De organisatie van de tussenschoolse opvang draagt volledig de personele en materiële kosten van de tussenschoolse opvang, zoals: vrijwilligersvergoeding begeleiders; salariskosten coördinator overblijven; spelmateriaal; consumpties kinderen en begeleiders; vervanging koelkast. Kosten die niet vanuit het TSO-budget worden betaald maar vanuit de school, betreffen: afschrijvingskosten meubilair; energiekosten; WA-verzekering; Alle overige kosten zijn dus voor rekening van de tussenschoolse opvang. De huidige inventaris van de tussenschoolse opvang (spelmateriaal, apparatuur) wordt per 1-8-06 „om niet‟ in gebruik gegeven aan de tussenschoolse opvang in de nieuwe constructie. 15
Onderhoud en vervanging van deze inventaris is voor rekening van de tussenschoolse opvang. Er wordt jaarlijks een dekkende begroting opgesteld voor de TSO, die wordt goedgekeurd door de MR, (positief advies P-deel en instemming Ouderdeel) en door het bestuur, vóór 15 september van elk schooljaar. De TSO begroting wordt opgenomen in de schoolbegroting. De inkomsten van de TSO (ouderbijdrage en subsidies) komen volledig ten goede aan de TSO. 6.1.2 D/C
Verantwoording SKOPOS adviseert dat er binnen zes weken na aanvang van het schooljaar (dus voor 15 september) verantwoording wordt gegeven, in de vorm van een financieel jaarverslag van het voorafgaande schooljaar, dat voldoet aan de door SKOPOS verstrekte richtlijnen voor het verantwoorden van de kosten zoals die ook voor de scholen gelden. Op alle scholen vindt er jaarlijks een kascontrole plaats onder verantwoordelijkheid van de directeur. Daarnaast dient een inhoudelijke verantwoording te worden gegeven wat betreft: Aantal overblijvende kinderen Aantal vrijwilligers Aantal beroepskrachten Aantal scholingsuren
6.1.3 C/D
SKOPOS stelt dat de TSO-administratie voldoet aan de algemene richtlijnen van de schooladministratie. De schooladministratie ondersteunt de TSO-administratie zomogelijk middels geschikte software. De TSO-administratie wordt bijgehouden door de coördinator overblijven.
6.2 Inschrijvingen en inkomsten 6.2.1 C
Subsidies van het ministerie van onderwijs worden gebruikt voor de scholing van de vrijwilligers en de eventuele aansturing van de TSO.
6.2.2 D
Betalingswijze Op de scholen vinden geen contante betalingen plaats. Er is een mogelijkheid voor automatische betaling met een jaarlijkse “eindafrekening”. Per school wordt vastgesteld en beschreven op welke wijze de bedragen worden geïnd.
6.2.3 C
Voor de kosten van het overblijven, heeft SKOPOS de marges bepaald tussen € 1,50 en € 3,00 per kind per dag. Zoals eerder aangegeven (4.1.1) kan een duurdere TSO met meer faciliteiten worden aangeboden naast de TSO die aan de SKOPOS-voorwaarden, neergelegd in deze notitie, voldoet. Er worden geen uitzonderingen gemaakt op de vastgestelde prijs per kind: kortingen worden niet verstrekt.
6.2.4 D
Bij wanbetaling, d.w.z. bij het niet ontvangen van de betaling binnen de eerste 3 schoolweken wordt een brief verzonden met de mededeling dat nu ook een administratieve toeslag van € 10, - verschuldigd is en het volledige bedrag binnen 2 weken voldaan moet zijn. Ook het in rekening brengen van de wettelijke rente wordt aangekondigd. Blijft de ouder hierna nog steeds in gebreke dan zal een aangetekende herinnering worden verstuurd met daarin opgenomen het verschuldigde bedrag (hoofdsom, toeslag en wettelijke rente) en een uiterste betaaltermijn van 1 week voordat de incasso uit handen gegeven zal worden onder gelijktijdige uitsluiting van deelname 16
aan het overblijven. 6.2.5 C/D
Inschrijving voor het overblijven. Gedurende het gehele jaar kunnen ouders hun kind(eren) inschrijven om gebruik te maken van de overblijfregeling. Door de coördinator overblijven zal dan een bedrag worden vastgesteld naar rato van de afgesproken overblijfmomenten.
6.2.6 C/D
Voor incidenteel overblijven zijn dagkaarten nodig. Onder het incidenteel overblijven wordt verstaan: een of meerdere dagen per week extra overblijven dan waarvoor een kind is ingeschreven. Dagkaarten dienen vooraf te worden aangeschaft. Een dagkaart dient op de dag van overblijven voor aanvang van de lessen aan de klassenleerkracht te worden overhandigd. De kosten van de dagkaart worden jaarlijks vastgesteld.
6.3 Uitgaven 6.3.1 C
SKOPOS adviseert een uniforme regeling ten aanzien van de vergoedingen aan de vrijwillige overblijfkrachten. Deze vrijwilligers mogen voor hun diensten vanaf 2006 een belastingvrije vergoeding ontvangen van maximaal € 1.500 per jaar, € 150 per maand, € 4,50 per uur voor personen van 23 jaar en ouder, en € 2,50 voor personen tot 23 jaar. Wordt een hoger bedrag betaald dan is men belastingplichtig. Medio 2006 is de discussie rond het uurmaximum, aangegeven door de belastingdienst en bekrachtigd door de Minister van Onderwijs, nog volop gaande. TSO-belangenorganisaties hebben aangegeven dat de consequenties hiervan zouden zijn dat voor huidige overblijfkrachten de vergoedingen fors worden teruggebracht en/of voor de ouders en verzorgers dat de tarieven zouden verveelvoudigen. SKOPOS volgt de discussies en oplossingsmogelijkheden op de voet en treft met de betreffende scholen maatregelen om de overgang naar deze nieuwe wettelijke richtlijnen te versoepelen. Een toelichting op de wettelijke regeling is opgenomen in de bijlagen.
6.3.2 C
Huur/energiekosten Zolang er sprake is van TSO in eigen beheer van de school, zal er geen doorberekening van de huur en/of energieprijzen plaatsvinden. In het kader van de voor- en naschoolse ontwikkelingen moet men in de toekomst rekening houden met mogelijke wijzigingen ten aanzien van dit onderwerp.
6.3.3 D
Extra bestedingen De scholen bepalen zelf in onderling overleg of er extra uitgaven gedaan kunnen worden ten behoeve van speciale feestdagen.
Bijlage 1 – Communicatieschema/Organogram TSO EBC-Oost In onderstaand schema is weergegeven hoe de communicatielijnen lopen. De regiegroep stuurt op afstand het TSO team en is en blijft onder aanvoering van de regiegroepleider hoofdverantwoordelijk. De werkgroep TSO Oost bewaakt het door hun uitgezette proces. Dit proces is het TSO beleidsplan dat opgesteld is in het schooljaar 2005-2006. Nieuwe of gewijzigde procesplannen komen ook vanuit deze groep en vinden hun weg via de regiegroep naar de twee TSO teams. Binnen de TSO zelf blijft voorlopig de scheiding tussen beide basisscholen bestaan. We kiezen hiervoor om het kleinschalige karakter van de Kring te beschermen en ruimte te geven aan de verschillende pedagogische benaderingen van beide scholen. We bieden de kinderen wel steeds mogelijkheden aan tot deelname aan KRIEBELactiviteiten. Dit zijn activiteiten die gericht zijn op kinderen van zowel de Kring als de Beemd.
17
Regiegroep Oost [sturing] zes -wekelijks Regiegroepleider EBC Oost Locatieleider BS de Kring Locatieleider BS de Beemd Hoofdleidster PSZ de Toverbal Coördinator Algemene zaken SKS de Plu
Werkgroep TSO Oost [ procesbewaking ] september/januari/mei Ouderafvaardiging [MR] BS de Kring Penningmeester Ouderafvaardiging [MR] BS de Beemd Leerkracht BS de Kring Leerkracht BS de Beemd Afvaardiging regiegroep Pedagogisch ondersteuner
Team TSO OOST Kring: Pedagogisch ondersteuner TSO Dagverantwoordelijke TSO Kring Overblijfkrachten Kring Leerkracht Kring
Team TSO OOST Beemd: Pedagogisch ondersteuner TSO Coördinator Overblijven TSO Beemd Overblijfkrachten Beemd Leerkracht Beemd
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
TSO de Kring
TSO de Beemd TSO-activiteiten
18
Bijlage 2 – Overzicht BSO/TSO-voorzieningen bij EBCs en scholen
19
Bijlage 3 – Model afsprakenlijst voor kinderen tijdens de TSO 1. Op school hebben we regels, deze gelden ook tijdens het overblijven. 2. We wassen onze handen vóórdat we aan tafel gaan. 3. We eten netjes en rustig en we blijven tijdens het eten aan tafel zitten. Tassen zetten we op de grond. 4. Niemand vindt het prettig als een ander aan zijn eten komt. Met andermans eten haal je geen geintjes uit. 5. Na het eten ruimen we zelf onze spullen op. 6. Wees voorzichtig met spelmaterialen, dan hebben we er met zijn allen veel langer plezier van. 7. Om ervoor te zorgen dat het voor iedereen rustig en veilig is, wordt er gewoon gelopen in de gang of hal. Dus rennen en gillen doen we niet. 8. Voor de veiligheid is het nodig dat iedereen op het schoolterrein blijft. Daarom spreken we af dat je alleen het plein mag verlaten met toestemming van één van de overblijfkrachten. 9. Spelen is leuk, maar we ruimen natuurlijk wel eerst op voordat we iets anders gaan doen. 10. Jij vindt het vast niet leuk om een grote mond te krijgen. De overblijfkrachten vinden dat ook niet prettig. Daarom willen we van niemand een grote mond horen. 11. Onderlig ruzie maken of iemand buitensluiten doen we niet. Als er iets is ga je naar één van de overblijfkrachten. 12. We doen ons best om een gezellige overblijver te zijn!
20
Bijlage 4 – functieomschrijving Coördinator Overblijven De functie van de coördinator overblijven valt onder volledige verantwoording van de directeur. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Is verantwoordelijk voor de roosters, en voor de dagelijkse gang van zaken tijdens de TSO. Is het aanspreekpunt voor ouders, leerkrachten, directie, overblijfcommissie en MR. Neemt deel aan het overleg met de overblijfcommissie. Is lid van de sollicitatiecommissie bij werving van nieuwe overblijfkrachten. Geeft leiding en ondersteuning aan overblijfkrachten en voert met hen de functionerings- en beoordelingsgesprekken. Regelt scholing voor de overblijfkrachten. Voorziet iedere leidster van het pedagogische beleid en de taken en richtlijnen met daarin de taakverdeling en de diverse protocollen. Zit periodiek overleg met de overblijfkrachten voor en geeft hieraan inhoud. Houdt administratie bij van inkomsten en uitgaven van het overblijven. Zorgt ervoor dat de TSO in een veilige omgeving plaatsvindt. Voert correspondentie met ouders bij wanbetaling en verzorgt rapportage aan de overblijfcommissie. Is verantwoordelijk voor aanschaf en onderhoud van speelmaterialen. Is contactpersoon voor directie en leerkrachten betreffende calamiteiten met leerlingen en/of overblijfkrachten. Neemt telefonisch en/of schriftelijk contact op met de ouders in geval van gedrag dat om aandacht vraagt of andere bijzonderheden. Meldt zonodig mondeling en/of schriftelijk de voorvallen bij het managementteam. Wordt bij problemen zo spoedig mogelijk ingelicht. Is tijdens TSO-uren aanwezig of telefonisch bereikbaar. Zorgt dat alle uitgaande correspondentie goedgekeurd wordt door het managementteam, voordat het openbaar wordt.
21
Bijlage 5 – functieomschrijving Pedagogisch Ondersteuner TSO De functie van de pedagogische ondersteuner valt onder volledige verantwoording van de directeur. 1. Verzorgt pedagogische begeleiding en ondersteuning aan het team van gediplomeerde en ongediplomeerde hulpkrachten TSO. 2. Stuurt en voert gesprekken ten einde een adequaat werkend team te hebben. 3. Doet voorstellen aan de werkgroep ter verbetering van de organisatie en werkwijze in de meest brede zin van het woord. 4. Bewaakt de communicatie tussen ouders, school, kinderen, hulpkrachten TSO en andere betrokkenen. 5. Is betrokken bij het opzetten van een pedagogisch werkplan en overblijfreglement in samenspraak met het team van medewerkers en de overblijfcommissie. 6. Bewaakt de uitvoering van het pedagogische werkplan en overblijfreglement. 7. Bewaakt en stimuleert de samenwerking binnen het TSO team. 8. Begeleidt en werkt nieuwe hulpkrachten cq. stagiaires in op verzoek van de coördinator overblijven. 9. Ondersteunt de bewaking van de kwaliteit van de opvang. 10. Houdt relevante ontwikkelingen bij. 11. Voldoet aan alle bij de overblijfkrachten genoemde onderdelen. 12. Draagt zorg voor de communicatie van alle beleidsmatige zaken. 13. Heeft overleg met een lid van het zorgteam of leerkracht van de school betreffende continuering handelingsplanning, na toestemming van de ouders 14. Jaarlijks wordt er door de directeur een functioneringsgesprek gehouden met de pedagogische coördinator. 15. De pedagogische ondersteuner is samen met de coördinator overblijven de stuwende factor tot het uitzetten en bedenken van TSO activiteiten. 16. Heeft kennis van de onderwijsconcepten en omgangsregels van het EBC/de school. Per schooljaar wordt op voorspraak van de werkgroep de bezoldiging vastgesteld op basis van het te verwachten aantal te werken uren.
Bij keuze voor een medewerkster van SKS de PLU: 1. Per schooljaar wordt vooraf vastgesteld hoeveel uren er maximaal gedeclareerd mogen worden voor de uitoefening van deze functie. 2. Declaratie vindt plaats door BSO op basis van een detachering. 3. Is een pedagogisch geschoolde medewerker van BSO 4. Krijgt inhoudelijk en beheersmatige ondersteuning van de coördinator algemene zaken van de BSO.
22
Bijlage 6 – functieomschrijving Overblijfkracht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Draagt zorg voor een goede communicatie tussen en met de kinderen. Is verantwoording verschuldigd aan de coördinator overblijven. Informeert de coördinator overblijven betreffende alle relevante zaken. Doet voorstellen voor het aanschaffen van creativiteitsspel en speelmaterialen en activiteiten. Draagt zorg voor de algemene begeleiding van kinderen conform het pedagogische werkplan. Kan omgaan met kinderen individueel en in groepsverband. Heeft een redelijke beheersing van de Nederlandse taal zodat gesprekken met de kinderen mogelijk zijn. Draagt zorg voor het materiaal en de accommodatie. Voert licht administratieve taken uit. Voert licht huishoudelijke taken uit. Bereidt vergaderingen TSO-team voor en woont deze bij. Kan zelfstandig functioneren. Houdt kennis en vaardigheden up-to-date, volgt bijscholingscursussen welke door de overheid, de school of het bestuur worden aangeboden. Neemt deel aan het inwerkprogramma van de TSO. Is inzetbaar afhankelijk van het kindaantal volgens rooster, per 15 kinderen een volwassene in de TSO. Ontvangt een vrijwilligersvergoeding.
Selectie en voortgangsgesprekken overblijfkrachten
Per wervings- en selectieronde wordt een sollicitatiecommissie ingesteld, die toeziet op het aanstellen van de meest geschikte kandidaten aan de hand van bovengenoemde functieomschrijving. Jaarlijks wordt er een voortgangsgesprek gehouden door de coördinator overblijven en indien beschikbaar de pedagogische ondersteuner. Uitgangspunt is dat overblijfkrachten scholing willen volgen of al gevolgd hebben. Er is altijd iemand aanwezig die de eenjarige opleiding gevolgd heeft (leidster TSO) en alle andere hulpkrachten dienen de bijscholingscursussen te volgen.
23
Bijlage 7 – Model Vrijwilligersovereenkomst OVEREENKOMST INZAKE VRIJWILLIGERSWERK 200…. Het bestuur van Stichting SKOPOS, verder te noemen „ het stichtingsbestuur‟; en Mevr. /Dhr. …………………. (naam adres), verder te noemen „de vrijwilliger‟; spreken het volgende af, waarbij zij nadrukkelijk stellen dat het ontstaan van een arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek niet wordt beoogd: 1.
De vrijwilliger zal ten behoeve van het stichtingsbestuur activiteiten verrichten, bestaande uit het begeleiden van overblijfkinderen. Voor deze activiteiten wordt uitsluitend een vergoeding verstrekt als bedoeld in de vrijwilligersregeling.
2.
De vrijwilliger zal de activiteiten verrichten tijdens de afgesproken perioden van tussenschoolse opvang.
3.
Namens het stichtingsbestuur zal als contactpersoon optreden: voorletters, naam: De vrijwilliger richt zich tot deze contactpersoon voor alle zaken die de uitvoering van afgesproken activiteiten betreffen.
4.
De vrijwilliger zal de doelstellingen van het stichtingsbestuur respecteren en zich richten naar de regels en afspraken die binnen de school en TSO van kracht zijn.
5.
In geval van verhindering brengt de vrijwilliger de contactpersoon hiervan tijdig op de hoogte.
6.
De contactpersoon zal zorgdragen voor de voor de uitoefening van de activiteiten noodzakelijke begeleiding in de meest ruime zin.
7.
Werkelijk gemaakte onkosten, welke direct verband houden met de uitvoering van de afgesproken activiteiten, worden door het stichtingsbestuur aan de vrijwilliger vergoed, mits deze voor het maken van deze onkosten voorafgaand de toestemming van de contactpersoon heeft gekregen. Tot deze onkosten behoren de reiskosten van het woon-werkverkeer.
8.
Indien de vrijwilliger wordt aangesproken voor schade welke deze, anders dan door grove schuld, nalatigheid of opzet, in de uitoefening van zijn activiteiten heeft veroorzaakt, zal het stichtingsbestuur de te vergoeden schade namens de vrijwilliger vergoeden, mits de vrijwilliger het stichtingsbestuur terstond na het ontstaan van de schade heeft ingelicht, de aansprakelijkheid voor de schade niet heeft erkend en de afhandeling van de schade geheel aan het stichtingsbestuur overlaat. Het stichtingsbestuur is verplicht voor deze schaderisico‟s een WAverzekering af te sluiten. Het stichtingsbestuur zal de vrijwilliger niet aanspreken voor de schade, welke door de vrijwilliger in de uitoefening van de activiteiten is toegebracht, tenzij er sprake is van grove schuld, nalatigheid of opzet van de vrijwilliger.
9.
Het stichtingsbestuur zal de door de vrijwilliger door eigen toedoen, anders dan door grove schuld, nalatigheid of opzet, ten gevolge van de uitoefening van de activiteiten geleden schade aan de vrijwilliger voldoen.
10. Deze afspraak is van kracht met ingang van: …………. (datum) Het stichtingsbestuur is bevoegd deze afspraak op te zeggen met inachtneming van de termijn van 1 maand. 11. Indien door de ene partij zodanig ernstige handelingen zijn verricht, dat van de andere partij niet gevergd kan worden, dat deze de afspraak nog langer laat voortduren, is deze bevoegd de afspraak met onmiddellijke ingang op te zeggen. 12. Het stichtingsbestuur en de vrijwilliger zullen de hierbij gemaakte afspraken naar behoren nakomen. Aldus overeengekomen, opgemaakt en ondertekend in tweevoud te Schijndel op ……………. (datum) Namens het stichtingsbestuur,
De vrijwilliger,
(naam + handtekening)
(naam+handtekening)
24
Bijlage 8 – Toelichting Vrijwilliger en Vrijwilligersvergoeding Een vrijwilliger is iemand die 'niet bij wijze van beroep' arbeid verricht voor een of meer privaat- of publiekrechtelijke organisaties die niet zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting, of voor een of meer sportorganisaties. Bij een sportorganisatie zijn de rechtsvorm en het wel of niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting niet van belang. Bij de vraag of iemand beroepshalve werk verricht, is de beloning die hij ontvangt van belang en ook of deze beloning enigszins overeenstemt met het werk. Het gaat er daarbij om of de beloning in redelijke mate overeenstemt met (de aard van) het werk. Bij een beloning die kan worden aangemerkt als een marktconforme beloning, is geen sprake van „vrijwilligerswerk‟. Een belangrijk kenmerk van vrijwilligerswerk is namelijk dat een vergoeding niet in verhouding staat tot het tijdsbeslag en de aard van het verrichte werk. Een vergoeding aan een vrijwilliger heeft meer het karakter van een forfaitaire kostenvergoeding. Voor de loonheffingen wordt geen dienstbetrekking aangenomen als de vergoedingen en verstrekkingen aan de vrijwilliger samen niet meer bedragen dan € 150 per maand en € 1.500 per jaar. Krijgt de vrijwilliger uitsluitend een vergoeding of verstrekking voor de werkelijk gemaakte kosten, dan is die vergoeding of verstrekking geen loon. Vanaf 2006 is er geen sprake van een marktconforme beloning als u een vrijwilliger van 23 jaar of ouder maximaal € 4,50 per uur betaalt. Voor een vrijwilliger jonger dan 23 jaar geldt een bedrag van maximaal € 2,50 per uur. Als u een vrijwilliger meer betaalt dan € 4,50 of € 2,50 per uur, of meer dan € 150 per maand of € 1.500 per jaar, dan moet u aannemelijk maken dat deze hogere vergoeding geen marktconforme beloning is. U kunt uw specifieke situatie aan de Belastingdienst voorleggen. Is de beloning wel marktconform, dan gelden de normale regels voor de loonheffingen. De vrijwilligersvergoeding is een wettelijke regeling waarbij aan een vrijwilliger genoemde maximum bedragen kunnen worden uitbetaald, zonder dat daarvoor bonnetjes e.d. hoeven te worden overlegd. Wordt er geen werk verricht, bijvoorbeeld tijdens vakantie of ziekte, dan mag er niets worden uitbetaald. Bij het bedrag van € 1.500,00 wordt er derhalve van uitgegaan dat gedurende 35 weken per jaar vrijwilligerswerk wordt verricht. Bij vergoedingen tot deze maxima gaat de belastingdienst er zonder nader onderzoek vanuit dat er sprake is van onkostenvergoedingen. De vereniging hoeft dan geen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen in te houden en vrijwilligers hoeven deze vergoeding niet op te nemen in hun aangifte inkomstenbelasting. De regeling bepaalt verder dat de vrijwilliger éénmaal - dus bij één vereniging – de belastingvrije onkostenvergoeding mag ontvangen en dat de werkzaamheden „niet bij wijze van beroep‟ mogen worden uitgeoefend. Hierbij wordt onder andere bekeken of de betrokkene een beloning ontvangt die in overeenstemming is met het werk. Zo niet, dan wordt het ook niet gezien als „bij wijze van beroep‟. Tevens dient uit de administratie van de betreffende organisatie te blijken aan wie, waarvoor en gedurende welke periode is betaald. Het is niet toegestaan om in het kader van de vrijwilligersregeling vergoedingen uit te betalen en daarboven onkosten op basis van declaraties te vergoeden. Het is of gebruikmaken van de vrijwilligersvergoeding die gemaximeerd is of op declaratiebasis onkosten vergoeden. Van vergoeding op declaratiebasis is sprake als de gemaakte kosten aantoonbaar zijn (bonnetjes e.d.) en volledig worden gedekt door een financiële vergoeding door de organisatie. Dit kan dus meer zijn dan de hiervoor genoemde €1.500,00. Deze vergoeding mag niet bovenmatig zijn. Dat betekent dat onevenredig hoge bedragen – zoals bijvoorbeeld € 300,00 voor kleding – niet worden geaccepteerd. Is er wel sprake van een bovenmatige vergoeding dan kan die vergoeding worden gezien als loon. Als de vrijwilliger een vergoeding wordt gegeven voor de daadwerkelijk gemaakte kosten die meer dan € 150,00 per maand of € 1.500,00 per jaar bedragen is de vergoeding toch belastingvrij. Het gaat dan immers om werkelijke kosten; niet om verkapt loon. Wel moet de organisatie dan een opgaaf doen aan de Belastingdienst (IB 47-kaarten). Meer informatie over dit onderwerp staat in de brochure Belastingen en Sociale Verzekeringen van de Belastingdienst. Deze is op te vragen via de belastingtelefoon: 0800-0043.
25
Bijlage 9 – Enquete en Tevredenheidsonderzoek Enquête overblijven Hoe vaak blijft uw zoon/dochter over? Indien nooit, waarom niet? Indien u gebruik maakt van overblijven, wat vindt u van het overblijven zoals dat in de huidige situatie is? Indien u de overblijf matig of slecht vindt, waarom vindt u dat? Kent u de overblijfkrachten? Wanneer u een klacht of probleem hebt, weet u dan wie u daarop aan moet spreken? Wat vindt u van de volgende stelling: ik vind de huidige overblijf goed geregeld. Zou u liever zien dat het overblijven door professionele/opgeleide krachten word begeleid? Bent u bereid meer te gaan betalen wanneer er professionele krachten voor het overblijven van uw kind gaan zorgen? Wat vindt u een redelijk bedrag om voor 1 keer overblijven te betalen? Vindt u het belangrijk dat er voor het overblijven een aanspreekpunt is. Dus iemand bij wie u terecht kan met vragen/problemen? Eén overblijfkracht voor 15 kinderen, vindt u die voldoende? Kunt u omschrijven wat u van een overblijfkracht verwacht? Vindt u het belangrijk dat de overblijfkracht er voor zorgt dat uw kind zijn/haar brood helemaal opeet? Wat mogen de kinderen tussen de middag drinken? Zou u het een probleem vinden wanneer u zelf voor drinken moet zorgen? Wanneer er voor 1 euro 50 iedere dag een lunch met brood en drinken aangeboden zou kunnen worden, zou u daar gebruik van willen maken? Vindt u dat uw kind de mogelijkheid moet krijgen om na het eten zijn/haar tanden te poetsen? Zou u het prettig vinden wanneer er naast de strippenkaart ook een mogelijkheid zou zijn om een abonnement te nemen op het overblijven. Er zou dan één keer in de 3 of 6 maanden een bedrag van uw rekening worden afgeschreven. Hebt u nog opmerkingen of suggesties? (Bron: St.Jan basisschool te Amsterdam – maart 2004)
26
Tevredenheidsonderzoek Vragen aan kinderen over het overblijven 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)
Hoe vaak blijf je over? Wat mag je doen als je brood op hebt? Wat kun je buiten doen? Wat kun je binnen doen? Vind je het hier gezellig? Waarom wel/niet? Welke materialen mag je gebruiken? Weet je waar alle materialen liggen? Wat mis je nog? Wat zou je willen verbeteren? Hoe vind je de overblijfkrachten?
Vragen aan ouders over het overblijven 1) Bent u tevreden over het overblijven? 2) Bent u tevreden over de informatie, die u over het overblijven krijgt? 3) Bent u op de hoogte van de regels tijdens het overblijven? 4) Bent u tevreden over de speelmogelijkheden voor de kinderen bij het buitenspelen? 5) Bent u tevreden over de veiligheid op het plein? 6) Bent u tevreden over de begeleiding van de overblijfkinderen? 7) Bent u tevreden over de rust en orde tijdens het overblijven? 8) Bent u tevreden over de omgang van de kinderen met elkaar? 9) Bent u tevreden over de manier waarop de overblijfkrachten met de kinderen omgaan? 10) Hoe belangrijk vindt u een goede overblijfgelegenheid en – opvang voor de school? 11) Zou u het wenselijk vinden dat er een thema-avond over het onderwerp overblijven wordt georganiseerd? N.B. Als u wel of niet tevreden bent, wilt u uw antwoord dan toelichten (Bron: Petra Schorn en Ed van Veen – februari 2004)
27
Bijlage 10 – Model Inschrijfformulier TSO De Heijcant Per kind één formulier invullen
Naam kind: ……………………………………… Achternaam: ………………………………………………. Adres: …………………………………………………………………………………………………………………… Postcode/woonplaats: …………………………………………………………………………………………….. Telefoonnummer: ……………………………… Mobiel nummer: ….......................................... Groep:
1/2
3
4
5
6
7
8
Indien het factuuradres afwijkt van bovengenoemnd adres: Factuuradres: ………………………………………………………………………………………………………….. Postcode/woonplaats: ………………………………………………………………………………………………. Waarschuwen bij calamiteiten: ………………………………………….… Telefoon: ……………………. Bijzonderheden kind: ……………………………………………………………………………………………….. Allergie: ………………………………………………………………………………………………………………….. Medicijngebruik: ……………………………………………………………………………………………………… Huisarts: …………………………………………… Telefoon: ……………………………………………………. Tandarts: ………..………………………………… Telefoon: ……………………………………………………. Voor welke dagen wordt tussenschoolse opvang gevraagd: (s.v.p. aankruisen) Vaste dagen:
maandag
dinsdag
donderdag
vrijdag
Incidentele of flexibele dagen, volgens opgave tenminste één dag voorafgaand aangemeld: ……………………………………………………………………………………………………………………………… Ouders zijn bekend met de voorwaarden zoals die aan de achterzijde zijn omschreven en conform de informatiefolder van schooljaar 2004/2005. De inschrijving blijft van kracht totdat schriftelijk is opgezegd.
Datum:
Plaats:
Handtekening:
………………………
……………………………….
…………………………….
Bij wijziging van adres, bijzonderheden, telefoonnummer, huisarts enzovoorts dient u deze wijziging(en) zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 14 dagen na wijziging, schriftelijk aan ons kenbaar te maken.
28
Index sleutelbegrippen De nummers verwijzen naar de bladzijde waarop u het begrip terugvindt. aanbod, 10 administratie, 16 afspraken, 10 afwezigheid, 9 Algemene visie, 7 Arbo-normen, 8 belastingvrije vergoeding, 17 Betalingswijze, 16 BHV, 8 Coördinator Overblijven, 13; 21 dagkaarten, 17 definitie, 7 Dekkende begroting, 15 deskundigheidsbevordering, 15 doel, 5; 7 EHBO, 8 Enquete, 26 Extra bestedingen, 17 financieel jaarverslag, 16 gedragscode, 13 gelijkwaardigheid van overblijfkrachten, 11 Huur/energiekosten, 17 identiteitsbewijs, 13 informatie, 15 inhoudelijke verantwoording, 16 inrichting, 11 inschrijfformulier, 10 Inschrijfformulier, 28 Inschrijving, 17 inwerkprogramma, 13 kascontrole, 16 keukenfaciliteiten, 10 Klachten, 9 Komen en gaan, 11 kosten, 16 leerdoelen, 12 logboek, 14 materiaalgebruik, 11 materialen, 11 ongewenst gedrag, 9 ontruimingsplan, 8 opruimen, 12 organogram, 12
Organogram, 18 ouders, 14 overblijfcommissie, 12 Overblijfkracht, 23 Overblijfkrachten, 13 Overblijfreglement, 15 overdracht, 13; 14 Pedagogisch Ondersteuner, 13; 22 pedagogische kwaliteit, 10 pedagogische visie, 7 personeel, 13 pestprotocol, 9 presentielijsten, 10 privacy, 15 Reparaties en onderhoud, 14 respect, 11 Ruimte, 11 ruimtegebruik, 11 schoolbegroting, 15 schoolse en buitenschoolse TSO, 12 schoonmaak, 14 schorsing of verwijdering, 9 sluitende dagarrangementen, 8 Subsidies, 16 Tevredenheidonderzoek, 27 Toelating, 10 toezicht, 11 toiletgebruik, 10 TSO-ruimte, 10 Verantwoording, 16 vergoedingen, 17 Verhoudingsaantal, 14 Verklaring omtrent het gedrag, 13 vermissing, 9 verschillend aanbod, 8 verzekering, 9 volgorde van handelen, 15 Vrijwilligersovereenkomst, 24 Vrijwilligersvergoeding, 25 waarden en normen, 9 wanbetaling, 17 wennen, 15 Wet Kinderopvang, 8
29