Stichting ROOS Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave A
Algemeen deel
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 A9
Bestuursverslag………………………………………………………………………………………………………………………… 2 Verslag Toezichthoudend orgaan…………………………………………………………………………………………………… 8 Organisatie……………………………………………………………………………………………………………………………… 9 Onderwijs en Kwaliteit………………………………………………………………………………………………………………… 11 Personeel………………………………………………………………………………………………………………………………… 18 Huisvesting……………………………………………………………………………………………………………………………… 22 Financiën………………………………………………………………………………………………………………………………… 25 Kengetallen en grafieken……………………………………………………………………………………………………………… 31 Instellingsgegevens…………………………………………………………………………………………………………………… 37
B
Jaarrekening 2013
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Grondslagen…………………………………………………………………………………………………………………………… 39 Balans per 31 december 2013………………………………………………………………………………………………………… 41 Exploitatierekening over 2013………………………………………………………………………………………………………… 43 Kasstroomoverzicht over 2013………………………………………………………………………………………………………… 44 Toelichting op de balans per 31 december 2013…………………………………………………………………………………… 45 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief)…………………………… 51 Toelichting op de exploitatierekening over 2013 met vergelijkende cijfers 2012………………………………………………… 52
C
Overige gegevens
C1 C2 C3 C4 C5
Controleverklaring……………………………………………………………………………………………………………………… 56 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo…………………………………………………………………………………… 58 Gebeurtenissen na balansdatum……………………………………………………………………………………………………… 59 Overzicht verbonden partijen………………………………………………………………………………………………………… 59 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders…………………………………………………………………………………… 59
38
55
Pagina: 2 / 60
2
A. Bestuursverslag A.1.1. Inleiding Het Primair Onderwijs in het algemeen en de Stichting ROOS in het bijzonder, staan volop in de belangstelling. De ingrijpende ontwikkelingen op technologisch en maatschappelijk gebied werken stevig in op het reilen en zeilen van schoolkinderen, hun ouders en de leerkrachten. Veelal zijn ontwikkelingen langer lopend dan een kalenderjaar en zijn ze niet van meet af aan manifest en/of overheersend. Steeds breder leeft het besef dat er een grondige, fundamentele, verandering gaande is. Nieuwe technologie is vooral een combinatie of integratie van ‘hardware’ en ‘software’. In hoog tempo doet zich die ontwikkeling ook in het werkveld van het Primair Onderwijs voor. Deze ontwikkeling gaat gepaard met een steeds sterkere gerichtheid op de (wetenschappelijke) kennis over het leren en ontwikkelen van kinderen en volwassenen. De ontwikkelingen van nieuwe technologie en de ontsluiting van wetenschappelijke kennis over het leren en ontwikkelen wordt steeds bewuster ingezet in de ontwikkeling van onderwijs en de organisatie van het leren. De strategische keuzes van de Stichting ROOS zijn, medio 2010, in nauwe samenspraak tussen schoolbestuur met de leerkrachten, ouders en directies geformuleerd en vastgelegd in het Strategisch Beleidsplan ‘Wij zijn ROOS’. Deze strategische doelen zijn ook in 2013 volop actueel en leidend geweest in het werk van leerkrachten, directies, medezeggenschap en schoolbestuur. Gezamenlijk is er op verschillende wijze bijgedragen aan het realiseren van meer onderwijsrendement, meer school willen zijn voor iedereen en meer leerlingen te laten deelnemen aan het openbaar onderwijs op één van de ROOS-scholen. Bestond 2010 vooral uit het hernemen en herijken van beleid en bedrijfsvoering, in 2011 is de bedrijfsvoering effectief verankerd en had de stichting ROOS weer ‘vaste grond’ onder haar bestaansrecht. De focus in 2013 is nadrukkelijk gelegd op onderwijskwaliteit; het jaarplan 2013 ‘Kind en Kwaliteit’ geeft dat ook treffend weer. De belangrijkste resultaten over 2013 zijn: -
-
De auditcommissie heeft een drietal interne audits uitgevoerd bij Bosschool, Haarschool en ’t Heem. De PR-commissie heeft een nieuw motto opgeleverd: Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend. Op twee scholen na (deze volgen in 2014), hebben alle scholen de nieuwe website in gebruik genomen, op basis van een standaard huisstijl die voor alle ROOS-scholen toegepast gaat worden. Naast de twee Academische Opleidingsscholen, zijn drie andere scholen toegetreden tot het consortium van Opleidingsscholen. Tegelijkertijd is er een interne kenniskring van schoolopleiders opgestart. Het leerlingaantal is gedaald, van 1.699 in 2011, 1.632 op 1 oktober 2012 tot 1.579 op 1 oktober 2013. Het marktaandeel is vrijwel ongewijzigd, de krimp manifesteert zich nadrukkelijk ook in het voedingsgebied van ROOS. Het financiële resultaat over 2013 is (wederom) positief, mede dankzij de extra financiële impuls uit de verschillende landelijke akkoorden. Aan het eind van 2013 is OBS De Blokstoeke verhuisd naar haar nieuwe schoolgebouw in de brede school Westerhaar. In 2013 hebben 3 scholen van de inspectie het predicaat ‘zwak’ gekregen, 1 school heeft inmiddels haar kwaliteit op niveau geborgd en zit weer in het standaard toezicht. Bij de twee andere scholen is het verbetertraject in volle uitvoering en zal voor de zomer 2014 zijn afgerond. De voorbereidingen m.b.t. de invoering van Passend Onderwijs hebben in het nieuwe samenwerkingsverband (2301) geleid tot enkele belangrijke richtinggevende documenten: Inrichting van het SWV, Basiszorg, Ondersteuningsplan 2014-2018, Implementatieplan HIA.
2
A.1.2. Kerntaken en Organisatie Beleidskader De Stichting ROOS is een organisatie voor Openbaar Primair Onderwijs. De Stichting ROOS handelt op basis van een viertal gedeelde kernwaarden: 1. ROOS haalt het beste uit alle kinderen 2. ROOS is een kleurrijke ontmoetingsplek 3. ROOS wil het samen doen 4. ROOS is open en eerlijk Onze Missie: dat ieder kind zich uniek in een veilige en uitdagende omgeving veelzijdig kan ontwikkelen, de ontmoeting staat centraal, met waardering en aandacht voor verschillen. ROOS staat voor optimale resultaten voor ieder kind! Onze Visie als het wenkend perspectief: In een wereld waarin complexiteit in toenemende mate van invloed is op elk aspect van ons dagelijks handelen, loopt ROOS voorop om ieder kind te vormen tot de wereldburger van de toekomst. Dat willen wij realiseren door te kiezen voor de volgende strategische doelstellingen: 1. Meer onderwijsrendement 2. Meer leerlingen 3. Meer school zijn voor iedereen De kerntaak van ROOS is het organiseren van leerprocessen voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, waarbij wij ons maximaal inspannen ieder kind een passend onderwijsarrangement te bieden. Hierbij werken we intensief samen met verschillende (keten-) partners. De ROOS-organisatie bestaat uit 14 scholen en een klein bestuursbureau, werkzaam in vier gemeenten. We maken gebruik van administratiekantoor Onderwijsbureau Twente (ObT) te Borne en de bedrijfsarts betrekken we van Vechtstad Consultancy. Voor huisvestingsadviezen is er een vaste relatie met het bureau Partners & Van Heun BV. De ROOS-organisatie bestaat overwegend uit HBO-opgeleide medewerkers; daarmee vormt zij een kennisintensieve organisatie, waarin het ontwikkelen, toepassen en evalueren van onderwijskundige kennis centraal staat. Het bijpassend missiestatement is dan ook: Kleurrijk - Uitdagend - Verbindend. Bestuur en organisatie Raad van Toezicht: Voorzitter: Vice-Voorziter Leden:
Bestuurder:
De heer L.G.M. van Minderhout De heer P.R. Zwart Mevrouw G.W. Dekker-Goorman De heer P.H.K. Ruding Mevrouw I.E. ter Beek – Fuchs De heer I. Barnard De heer H.J. Wevers
3
Rooster van aftreden Raad van Toezicht Naam Dekker-Goorman, G.W. Minderhout, L.G.M. van Ruding, P.H.K. Beek-Fuchs, I.E. ter Zwart, P.R. Barnard, I.R.K.
Periode
Begin datum
Einddatum
4 jaar 2 jaar 4 jaar 2 jaar 4 jaar 3 jaar
01-01-2013 01-01-2013 01-01-2013 01-01-2013 01-01-2013 01-01-2013
01-01-2017 01-01-2015 01-01-2017 01-01-2015 01-01-2017 01-01-2016
Functie lid voorzitter lid lid vice voorzitter lid
Directeuren ROOS-scholen: Holten:
OBS Bosschool en OBS Dijkerhoek: Mevrouw W. van Waas - Fontijne OBS Haarschool: de heer J. Bult OBDS Holterenk: de heer M. Stempher
Rijssen: Wierden:
OBS De Salto: Mevrouw W. van Waas – Fontijne OBDS De Touwladder en OBS Widerode: Mevrouw T. Bergsma – van Raaphorst
Vroomshoop:
OBS De Schakel: mevrouw H. Schuitemaker – van Stuivenberg
Westerhaar: Vriezenveen:
OBS De Blokstoeke en OBS Weemewereld: de heer R. Kramer
Nijverdal:
OBDS ’t Heem: de heer E. Vos OBS De Peppel: O.Vrijhof (a.i.) OBS De Drie Linden en OBS Tormentil: de heer J.H. Meuleman
Hellendoorn: Nijverdal: GMR DB: Voorzitter: Vice-Voorzitter:
De heer I. Verhaak Mevrouw W. Lenk
Governance (interne beheersing en toezicht) De Stichting ROOS is lid van de PO-Raad en van profielorganisatie VOS/ABB. Hiermee geeft de Stichting aan dat zij prioriteit toekent aan het professioneel behartigen van haar belangen. Bovendien vormt het lidmaatschap ook een kader waarbinnen de Stichting zichzelf verder wil professionaliseren als onderwijsorganisatie. De Stichting onderschrijft actief de “Code Goed Bestuur”. Deze Code vormde eind 2010 een belangrijk richtsnoer in de meningsvorming het Intern Toezicht en het Bestuur professioneel te positioneren. Die meningsvorming is opgevolgd door het formuleren van het Handboek Governance van de Stichting. In 2011 zijn de statuten besproken en is een voorstel tot wijziging gereed gemaakt. De nieuwe structuur is m.i.v. 1 jan 2013 formeel van kracht geworden. Ook het medezeggenschapsreglement is geactualiseerd, hierbij is aangesloten bij de recente versie van de WMS. In het Handboek Governance schetst de Stichting haar interne organisatie, waarbij de scheiding tussen Intern Toezicht en Bestuur zichtbaar is. Bovendien zijn de besturingsfilosofie en de kernwaarden van de Stichting uitgeschreven, zowel besturingsfilosofie als kernwaarden worden telkens actief betrokken bij en in de uiteenlopende beleidsonderwerpen. Medezeggenschap Iedere ROOS-school kent een medezeggenschapsraad (MR), bestaande uit een oudergeleding en een personeelsgeleding. Voor het gezamenlijk belang is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschaps-raad (GMR) gevormd, bestaande uit vertegenwoordigingen per woonplaats uit iedere
4
geleding. Daarmee is de omvang van de GMR teruggebracht tot 8 personen, 4 leden per geleding. De GMR heeft in 2013 8 maal vergaderd en daarin zijn de volgende onderwerpen besproken: Jaarverslag 2012; Jaarplan 2013: Kind en Kwaliteit; Toekomst kleine scholen; Monitor Nieuwbouwprojecten; Taakbeleid; Uitkomsten Tevredenheidsonderzoeken Ouders en Medewerkers; Selectiecommissie Raad van Bestuur; Bestuursformatieplan; Onderwijskwaliteit: controlecyclus; Jaarrekening en Jaarverslag 2012; Ontwikkeling Passend Onderwijs, inclusief oprichting nieuw e e samenwerkingsverband; Financiële tussenrapportage: 1 kwartaal 2013, Voorjaarsrapportage, 3 kwartaal; Ziekteverzuimbeleid; Meerjarenbegroting 2014-2017; Kaderbrief Begroting 2014; Begroting 2014 op hoofdlijnen; PR en Marketing; Begroting 2014 gedetailleerd; Jaarplan 2014: Kind en Kwaliteit; Verzuimanalyse; Tussenevaluatie uitvoering functiemix; Statuten en reglement GMR nieuwe structuur. Binnen de GMR is een Financiële Commissie gevormd, deze heeft met de Bestuurder gesproken over de financiële tussenrapportages, de Jaarrekening, de Meerjarenbegroting en de Jaarbegroting. Bovendien is een Personele Commissie gevormd, deze heeft enkele keren met de beleidsadviseur P&O over beleidsvoorstellen met betrekking tot personeelsbeleid gesproken (Taakbeleid, Ziekteverzuim, Personeelsdossiers, etc). In het begin van 2013 heeft de installatie van de nieuwe, verkleinde GMR plaatsgevonden. Inmiddels is een communicatieplan met de ‘achterban’ opgesteld en is de basis voor een eigen werkplan gelegd. Bij de installatie van de nieuwe GMR is de volgende facilitering afgesproken: de GMR krijgt eigen secretariële ondersteuning; de personeelsgeleding heeft 0,1FTE facilitering t.l.v. de Gemeenschappelijke Middelen. Horizontale verantwoording Het Jaarverslag beschrijft de resultaten over 2013, het sluit aan bij het strategische beleidskader en het Jaarplan 2013 “Kind en Kwaliteit”. Het Jaarverslag wordt toegezonden aan de vier gemeenten in het werkgebied van de Stichting ROOS, het wordt aangeboden aan ieder schoolteam en aan iedere MR. Bovendien wordt het aan alle leden van de GMR uitgereikt. Uiteraard wordt het verslag in alle overleggremia besproken. Tot slot wordt het jaarverslag op de website geplaatst. Belanghebbenden Primair Onderwijs is in Nederland een vanzelfsprekendheid. Het is geografisch fijnmazig gespreid en opgedeeld in verschillende denominaties ofwel “zuilen”, zodat het lijkt alsof het voortbestaan is verzekerd. Toch is dat laatste minder vanzelfsprekend. Daarom staat de Stichting ROOS nadrukkelijk stil bij de positie van haar belangrijkste belanghebbenden. De Stichting vindt het van cruciaal belang haar belanghebbenden goed te kennen en een plaats te geven in de koers van de Stichting. De belangrijkste belanghebbenden van de Stichting ROOS zijn: Belanghebbende Ministerie van OCW Gemeenten Ouders
Kinderen
Toeleverende ketenpartner(s) Afnemende ketenpartner(s)
Eigen medewerkers
Belang Goed omgaan met publieke gelden Verwachten goed openbaar primair onderwijs afgestemd op de lokale behoefte Verwachten goed onderwijs, een veilig schoolklimaat en adequate informatievoorziening over de ontwikkeling van hun kind(eren), zeggenschap op hoofdlijnen Verwachten plezierig onderwijs dat hen in staat stelt succesvol deel te nemen aan het vervolgonderwijs, passend bij het persoonlijk talent Verwachten een juiste, passende aansluiting; bereidheid tot samenwerking en afstemming Verwachten een juiste, passende aansluiting, warme overdracht, adequate informatievoorziening Goed en solide werkgeverschap / stimulerende werking
5
Daarnaast zijn er nog andere belanghebbenden, die weliswaar een belang vertegenwoordigen voor de Stichting ROOS, maar minder prominent. We denken hierbij aan onder andere de accountant, de PO-Raad, vakorganisaties. Klachtenafhandeling Binnen de Stichting ROOS worden klachten bij voorkeur direct en snel afgehandeld, bij voorkeur zo laag mogelijk in de organisatie door de direct betrokkenen. Veelal geldt het motto ‘We praten met elkaar en niet over elkaar’. De Stichting ROOS is aangesloten bij de Landelijke Klachten Commissie Onderwijsgeschillen en heeft een externe vertrouwenspersoon. In iedere school van de Stichting fungeert een interne vertrouwenspersoon.
A.1.3. Risicomanagement en Prestatiemanagement De Stichting ROOS opereert in een turbulent maatschappelijk werkveld; het werkgebied wordt geconfronteerd met een verminderd aantal kinderen; ook het geboortegetal is afnemend. Dit gevoegd bij de stagnatie in de woningbouw (met name voor starters) en de voortdurende economische crisis, maakt dat de organisatie alert moet zijn tijdig in te spelen op veranderende omstandigheden. Deze noodzaak wint aan urgentie vanwege drie factoren. In de eerste plaats worden de kwaliteitseisen waaraan het onderwijs op de basisscholen moet voldoen in rap tempo opgeschroefd en nadrukkelijk ook vertaald in kwantitatieve drempelwaarden. In de tweede plaats staat de exploitatie van scholen al langdurig onder zware druk (oplopende kosten, achterblijvende bekostiging) en tot slot, in de derde plaats heeft de Stichting ROOS in haar korte bestaansperiode nog geen afdoende weerstandsvermogen tot stand kunnen brengen. Samenvattend: goed bestuur vergt effectief risicomanagement om de kwaliteit en continuïteit van de Stichting te waarborgen. Goede prestaties realiseren gaat gelijk op met effectief prestatiemanagement; prestaties komen voort uit het formuleren van concrete doelstellingen en het tijdig nemen van adequate maatregelen, in het volle besef te weten “Wat er goed moet gaan”. Bij het risicomanagement gaat het om planmatig beoordelen, beheersen en bewaken van risico’s die het behalen van de geformuleerde doelstellingen bedreigen. Kortom het besef “Wat kan er fout gaan”. Beide kanten, Prestatiemanagement en Risicomanagement, vormen een uitdaging en verantwoordelijkheid voor het management en zijn onderdeel van de Planning & Control-cyclus.
Prestatie- en risicomanagement
Prestaties Wat moet goed gaan?
Risico’s Wat kan fout gaan?
Kritische succesfactoren Prestatie Indicatoren
Kritische risicofactoren Risico Indicatoren
Realisme
Optimisme
Missie Visie Doelen Strategie
Planning en Control Cyclus In 2013 heeft de Stichting ROOS de Planning & Control-cyclus uitgevoerd inclusief het daar aan toegevoegde domein Onderwijs. Volgens de cyclus wordt medio het kalenderjaar aan de hand van de Jaarrekening (T-1), de actuele Tussenrapportage Voorjaar (T), de meerjarenbegroting (T+1 t/m T+3) opgesteld. Hierbij worden de stuurgetallen met betrekking tot het aandeel personele lasten ten opzichte van de baten gehanteerd. Daarop volgend wordt de Begroting op Hoofdgroepen opgesteld, vervolgens wordt de Kaderbrief (T+1) geformuleerd, met daarin de concrete richtlijnen voor de komende Gedetailleerde Jaarbegroting. Bij deze laatste twee documenten heeft de Stichting een risicoparagraaf toegevoegd. De risicoparagraaf beoogt de risico’s te benoemen. Onder risico wordt verstaan de kans dat zich een gebeurtenis voordoet die van materiële betekenis is voor de financiële positie van de Stichting. Tevens wordt de beheersmaatregel benoemd en wordt het risico geclassificeerd (hoog, midden of laag risico).
6
In de meest recente risicoparagraaf (dec 2013) zijn de volgende risico’s onderkend: a) Stijging van de personele lasten als gevolg van premiestijging en hogere afdrachten. Met name pensioenpremie en afdrachten aan Participatiefonds en Vervangingsfonds. b) Daling leerlingaantal als gevolg van krimp. c) Lagere overige baten, als gevolg van bezuinigingen. Op grond van de gerealiseerde effectieve bedrijfsvoering inclusief tussentijdse rapportages is de Stichting voortdurend op de hoogte van de actuele stand van zaken. Bovendien kent de Stichting een natuurlijk verloop (formatie) en een flexibel deel in de formatie. Daarmee kunnen tijdig en voldoende maatregelen worden getroffen. De Stichting heeft daarmee een effectieve cyclus van risicomanagement. De Stichting ROOS heeft haar risicomanagement adequaat ingericht en tot uitvoering gebracht. Het onderdeel prestatiemanagement, behoeft nog verdere uitwerking. In de jaarplannen, die voortkomen uit het strategisch beleidsplan, wordt gewerkt met een vast format. Per afzonderlijk te realiseren ‘maatregel’ wordt geconcretiseerd: wie eigenaar is, welk budget beschikbaar is, op welk tijdstip de maatregel gereed moet zijn, een indicatie van de verwachte opbrengst en een kwaliteitscriterium. M.a.w. de sturing op beleidsontwikkeling wordt als effectief beschouwd; echter de kerntaak van het schoolbestuur is de borging van de kwaliteit van onderwijs en begeleiding op de verschillende scholen. Deze borging verdient een verdere versterking; de beantwoording van de vraag: ‘Wat moet goed gaan?’ heeft met name betrekking op de planning, uitvoering en evaluatie van het primair proces. In de monitor onderwijskwaliteit zijn reeds richtlijnen vastgelegd m.b.t. de wijze waarop de leer- en ontwikkelvorderingen gerapporteerd moeten worden. Het schoolbestuur heeft ook inhoudelijke richtlijnen vastgelegd waaraan het onderwijsprogramma (de leerlijnen) op de scholen moet voldoen, aansluitende bij de kerndoelen basisonderwijs wordt nadrukkelijk de TULE leerlijnen als kernprogramma gezien. Bovendien zal er in nauwe afstemming met het samenwerkingsverband een standaard zorgroute worden bepaald waaraan de individuele leerlingenzorg binnen de gehele stichting moet voldoen. Tabel: uitwerking prestatie- en risicomanagement Prestaties Wat moet goed gaan? Kritische Succes Factoren (KSF) 1. Hoge onderwijsresultaten op kernprogramma PO (lezen, spelling, rekenen, leren leren, leren samenleven) 2. Leerkracht is succesvol in het organiseren van passende leer- en ontwikkelprocessen voor ieder kind 3. Intensieve, pro-actieve zorgroute 4. Professionele omgang en open communicatie
Risico’s Wat kan er fout gaan? Kritische Risico Factoren (KRF) 1. Onderwijskwaliteit 2. Dalende leerlingaantal 3. Onvoldoende aansluiting bij implementatie nieuwe onderwijstechnologie
Prestatie Indicatoren 1. Minimaal 70% score op AB 2. Maximaal 2% handelingsverlegenheid; ROOSbrede monitoring effectiviteit schooladvies VO 3. Maximaal 5% afwijkingen van de vastgestelde zorgroute (bestuursbreed) 4. Scholingsbudget; productie ROOS Academie; aantal master-afgestudeerden; 85% overlegtijd gaat over onderwijs & kind
Risico Indicatoren 1. CITO score Eindtoets en middentoetsen 2. Marktaandeel 3. Aantal master gediplomeerden
7
DOEL 2013 - Statutenwijziging doorvoeren na besluitvorming door gemeenten - Professionalisering GMR - Intensivering samenwerking met ketenpartners - Herstel plan eigen vermogen - Investeringsbehoefte inventariseren DOEL 2014 - Versterking onderwijskundig leiderschap - Versterken professionele leergemeenschap - Intensivering samenwerking met ketenpartners, met name gericht op Passend Onderwijs - Maatregelen om de krimp te incasseren - Versterking afbakening en afstemming tussen Toezicht, bestuur, medezeggenschap en management
BEREIKT 2013 Installatie nieuwe en verkleinde GMR op basis van vertegenwoordiging per woonplaats Planning & Control-cyclus uitgevoerd volgens planning, inclusief onderwijskwaliteit Investeringen mogelijk gemaakt door financial lease t.b.v. ICT
A.2. Verslag Toezichthoudend orgaan De Interne Toezichthouder, in 2013 gevormd door de Raad van Toezicht, doet hieronder verslag van de wijze waarop zij haar toezicht heeft uitgeoefend. In de strategische doelstellingen van de Stichting komen de elementen van de primaire opdracht aan het Schoolbestuur, conform artikel 7 uit de Code Goed Bestuur, duidelijk tot uitdrukking. In steekwoorden betekent het dat het schoolbestuur primair stuurt op: ‘Uit ieder kind het maximale leerrendement halen, adequate leerresultaten boeken, burgerschap en goed werkgeverschap’. Naast deze kwalitatieve doelbepaling wordt door de Stichting in de huidige fase van opbouw, met betrekking tot het hanteren van kwantitatieve doelstelling, aansluiting gezocht bij de normstelling van de Rijksoverheid in het bijzonder de Inspectie van het Onderwijs. De Interne Toezichthouder ziet actief toe dat het Bestuur zich bezighoudt met het besturen van de scholen voor PO van de Stichting. Het bestuurlijk werk vindt grotendeels plaats aan de hand van een zogenaamde Beleidsagenda, een overzicht van onderwerpen waarover bestuurlijke uitspraken gedaan moeten worden. Dit overzicht stemt het onderling overleg in de tijd af tussen Raad van Toezicht, GMR en MT. De Toezichthouder wordt door de Bestuurder frequent en gedetailleerd op de hoogte gebracht van de stand van zaken in de scholen. Periodiek wordt de toezichthouder op de hoogte gesteld van de onderwijskwaliteit, het personeel en de financiële positie van de Stichting. Eveneens periodiek wordt de Toezichthouder op de hoogte gesteld m.b.t. de huisvesting, zowel t.a.v. het onderhoud als de nieuwbouwprojecten (vervangende nieuwbouw). Tijdens iedere vergadering van de Toezichthouder is er een ‘Stand van zaken bericht’, waarin actualiteiten met betrekking tot de scholen, de mensen en de omgeving van de Stichting gerapporteerd worden. In 2013 is er wederom een rondgang langs een aantal scholen georganiseerd, hierbij konden de leden van het toezichthoudend orgaan kennisnemen van een aantal kenmerkende activiteiten van de diverse scholen. Deze activiteit (‘Schatgraven in eigen tuin’) wordt jaarlijks georganiseerd, de deelname is voor de Toezichthouder, de GMR en het MT. De Bestuurder heeft in 2013 zeven keer een bilateraal overleg met de voorzitter van de Raad van Toezicht gevoerd. Tijdens deze bijeenkomsten worden de volgende onderwerpen telkens besproken: de lopende actiepuntenlijst, de agenda voor de komende bestuursvergadering en er wordt stilgestaan bij actualiteiten. De Bestuurder heeft periodiek overleg met een lid van de Raad van Toezicht over financiële onderwerpen; deze besprekingen zijn vooral gericht op het uitlijnen van het financieel beleidskader van de Stichting, met name met betrekking tot stuur- en kengetallen. Vanuit de Toezichthouder is een commissie samengesteld, met de opdracht de periodieke gesprekscyclus met de Bestuurder uit te voeren. In 2013 zijn twee gesprekken gevoerd en is ter meningsvorming, ook met enkele medewerkers gesproken over het optreden van de Algemeen Directeur.
8
De Toezichthouder heeft in februari 2013 haar functioneren en optreden geëvalueerd aan de hand van de richtlijnen zoals opgenomen in het Handboek Governance. Uit deze evaluatie zijn enkele conclusies getrokken gericht op het verder professionaliseren van Toezicht en Bestuur. Hieronder vindt u een overzicht van de onderwerpen welke tijdens de 7 bijeenkomsten van de Raad van Toezicht gedurende 2013 zijn behandeld. Jaarlijkse zelfevaluatie volgens Handboek Governance ROOS; Jaarlijkse bespreking risicomanagement inclusief SWOT Stichting ROOS; Herijking strategische koers Stichting ROOS; Reflectie op onderling functioneren leden RvT en reflectie leden RvT met bestuurder; Passend Onderwijs (voortgang en ontwikkeling); Voorlopig resultaat 2012; Concept BestuursFormatiePlan; Jaarrekening en Jaarverslag 2012; Financiële rapportage 1e kwartaal 2013; Oudertevredenheidsonderzoek; Monitor Onderwijskwaliteit; Voornemen tot fusiebesluit ; Scenario’s in tijden van krimp; Financiële rapportage 2e kwartaal (voorjaar) 2013; Meerjarenbegroting; Notitie kredietvoorziening; Medewerker Tevredenheidsonderzoek; Tussenevaluatie Functiemix; Actuele beleidsontwikkelingen (landelijk); Stappenplan scholenfusie; Website PR en Marketing; Kaderbrief begroting 2014; Bijeenkomst Gemeentelijke Coördinatiecommissie van Toezicht; Gedetailleerde Begroting 2014; Liquiditeitsbegroting 2014; Investeringsplan; Uitkomsten RIEE; Rapportage ‘autonomie, meer plezier en eigen regie’; Passend Onderwijs (ondersteuningsplan 2014-2018; Implementatieplan HIA; Notitie Basisondersteuning, Opzet en organisatie SWV2301’ Evaluatie Taakbeleid. De Raad van Toezicht ken geen vacatieregeling, evenmin als een onkostenvergoeding. De Bestuurder is als Algemeen Directeur conform de Cao-PO ingeschaald. Binnen de Stichting functioneert een GMR, deze raad is in 2013 acht keer bijeen geweest. De Algemeen Directeur woont in de regel de bijeenkomsten van de raad integraal bij. Met het dagelijks bestuur van de GMR is vijfmaal agendaoverleg gevoerd. Bovendien is met de financiële commissie van de GMR overleg gevoerd.
A.3.
Organisatie
De bestuurlijke inrichting van de Stichting ROOS maakt een helder onderscheid tussen primaire werkzaamheden (taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden) en de ondersteunende werkzaamheden. Het is de visie van het schoolbestuur dat leerkrachten de spil vormen van de organisatie, deze ‘professionals’ zijn kenniswerkers met een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid voor het instandhouden en verder ontwikkelen van eigen vakmanschap en de persoonlijke deskundigheid. Daarom is er op het primaire taakgebied veel ruimte voor decentraal beleid; leerkrachten werken intensief samen binnen de eigen school en daarbuiten. In toenemende mate wordt afstemming en afbakening gezocht en gevonden in zogenaamde ‘kenniskringen’. Hoewel ROOS hiermee recent is gestart, zijn de geluiden uit de IB-kring en ICT-kring positief. Maar naast ROOS-brede initiatieven vinden gelukkig ook steeds meer korte, informele activiteiten plaats. In de loop van 2013 is er meer duidelijkheid ontstaan in de spreiding van vrijheid voor de professional en de mate waarin de professional gebonden is aan afspraken en kaders. Op een beperkt aantal terreinen zijn standaarden nodig die voor alle scholen gelden, maar met name met betrekking tot de onderwijskundige uitvoering moet er maximale vrijheid in aanpak, werkwijze en inzet zijn. Wel moeten de beoordelingscriteria van de Inspectie van het Onderwijs strikt gewaarborgd blijven. Hiertoe is de Monitor Onderwijskwaliteit onontbeerlijk. In het StrategischBeleidsPlan ‘Wij zijn ROOS’, heeft de Stichting haar minimale kwaliteitsdoelstellingen voor alle 14 scholen vastgelegd, namelijk alle scholen moeten aan het Toezichtskader PO voldoen. In de loop van 2013 is vanuit het MD-programma van het MT een bestuursbrede standaard m.b.t. ‘leerlijnen PO’ ontwikkeld, rechtstreeks gekoppeld aan de kerndoelen PO en de TULE-leerlijnen. (zie bestuursbesluit nr. 24, mei 2013). In 2013 zijn een viertal rapportagebesprekingen gevoerd tussen iedere Schooldirecteur en de Bestuurder. Tijdens deze rapportagebesprekingen verstrekt de Schooldirecteur een toelichting op het gevoerde beleid en verantwoordt hij/zij zich voor de bereikte (financiële) resultaten. De Bestuurder heeft in 2013 per kwartaal een Tussentijdse (cumulatieve) Rapportage verzorgd, samengesteld op de data zoals verwerkt tot en met de eerste week van het volgende kwartaal. Deze rapportages zijn besproken in en met de Raad van Toezicht, het MT en (de financiële commissie van) de GMR.
9
Op de ondersteunende (secundaire) werkprocessen wordt zoveel mogelijk gestreefd naar eenheid in beleid en uitvoering. Ter verduidelijking: de leerlingenadministratie kan door velen bediend worden, maar de wijze waarop is eenduidig. ROOS-breed is er een ‘senior-gebruiker’ aangewezen om een vlekkeloze uitwisseling met DUO-BRON te waarborgen. Ook voor wat betreft de inkoop van niet-strategische goederen (kantoorartikelen, schoonmaakartikelen, leermiddelen) is een centrale bundeling (mantelcontract) van inkoop doorgevoerd. Het zal leiden tot kostenreductie, deze ruimte zal met name gebruikt worden om de noodzakelijke meer en gevarieerde leermiddelen te kunnen aanschaffen. Inmiddels is er een besparing van ruim 18% gerealiseerd t.o.v. de referentieperiode. In 2013 is er wederom een eindejaars bijeenkomst georganiseerd voor alle medewerkers van de Stichting. Juist een organisatie in een uitgestrekt werkgebied, waarin de werkdruk fors is, moet het gemeenschappelijke moment gestimuleerd worden. Ook in 2013 was er een hoge opkomst en kon het schoolbestuur haar lof en waardering over inzet en resultaten persoonlijk overbrengen aan alle collegae. In 2012 is de nieuwe ROOS-website van start gegaan, tegelijkertijd is er een start gemaakt met het in 1 huisstijl brengen van alle PR-uitingen. De websites van de scholen worden eveneens vernieuwd, ook binnen diezelfde huisstijl. Deze operatie is gedurende 2013 grotendeels afgerond. Het werkgebied van de Stichting ROOS kent een daling van het aantal geboorten, bovendien stagneert ook hier de nieuwbouw (huizenmarkt). Hoewel de omvang van de totale bevolking licht zal stijgen, is het duidelijk dat het aantal kinderen in de komende jaren sterk afneemt. Het huidige marktbereik van het openbaar onderwijs ligt in de vier gemeenten al enkele jaren op zo’n 12%. Het schoolbestuur streeft naar toename van het aandeel openbaar onderwijs. Maar moet rekening houden met krimp van het aantal leerlingen.
DOEL 2013 - Voldoen aan Toezichtskader PO - Nieuwe website voor de stichting en de scholen - GMR beter positioneren - Management Development - Planning & Control-cyclus uitvoeren - Geregeld verschijnen ROOS E-ZINE - Leerlingenadministratie is actueel en betrouwbaar - Intranet ten behoeve van beleidsdocumenten
BEREIKT 2013 - Op twee scholen na, zaten in 2013 de andere scholen in het basis arrangement toezicht - Nieuwe website voor Stichting ROOS en de scholen in gebruik genomen - Besloten is af te zien van intranetvoorziening t.b.v. documentbeheer - Uitwisseling met DUO-Bron verloopt probleemloos, digitale uitwisseling met het VO wordt doorgevoerd - Vernieuwde GMR is geïnstalleerd - ROOS E-ZINE is 10 keer verschenen
DOEL 2014 - Periodiek memo van bestuurder aan medewerkers - Online marketing campagne voor alle ROOSscholen - Opstellen en uitvoeren PR Communicatieplan - Webbased ontsluiten van beleidsdocumenten
10
A.4.
Onderwijs en Kwaliteit
In het StrategischBeleidsPlan van de Stichting ROOS neemt het onderwijsbeleid een dominante positie in. Zo heeft ROOS onder het strategisch doel ‘Meer onderwijsrendement’ een drietal centrale langdurige inspanningen geformuleerd: Passend Onderwijs, Opbrengstgericht werken en Competentiemanagement. Deze kwalitatieve doelstellingen geven richting aan het bestuurlijk werken van de Stichting. De doelstellingen zijn ook kwantitatief vertaald. Hiertoe hanteert de Stichting naast de landelijke normering, een eigen schoolbestuurlijke norm: 70% van de toetsresultaten behoren op nivo van AB-score’s te liggen. Dat wil zeggen dat de prestaties van de ROOS-scholen aan de minimale normen van de Inspectie van het Onderwijs moeten voldoen. Deze normering kent zowel een maatstaf voor de eindopbrengsten, gemeten in de eindtoets basisonderwijs, alsmede voor de zogenaamde tussenmetingen in de voorafgaande leerjaren. In 2013 is met veel enthousiasme aan de uitvoering van vele maatregelen gewerkt om deze inspanningen te realiseren. Cruciaal hierin is het stimuleren van het cyclisch werken (PDCA-cyclus), waarin het schoolteambreed onderkennen van leerpunten, het formuleren van onderwijsinhoudelijke doelen op korte termijn, het uitdragen van hoge verwachtingen, belangrijke bouwstenen zijn. Twee keer per jaar vindt er een bestuurlijk dialoog plaats tussen de schooldirecteur en de bestuurder, daarin legt de schooldirecteur verantwoording af over de bereikte resultaten en ligt hij/zijn de activiteiten toe.
A.4.1. Aantal kinderen, onder- en bovenbouw, woonplaats De ROOS-scholen boden per 1 oktober 2013 onderwijs aan 1.579 kinderen. Hiervan zijn 741 kinderen in de leeftijd van 4 – 7 jaar en 838 zijn 8 jaar en ouder. In vergelijking met de tel-datum van 2012 betekent dat het aantal jonge kinderen 27 kinderen lager is op 1 oktober 2013. Het aantal oudere kinderen is t.o.v. 2012 46 kinderen lager. Het totale leerlingaantal is op de tel-datum 2013 53 kinderen lager t.o.v. 2012. En deze krimp manifesteert zich dus door hogere uitstroom uit de bovenbouw gepaard met lagere instroom in de onderbouw. De ROOS-scholen betrekken vrijwel uitsluitend leerlingen uit het directe voedingsgebied. Slechts 1,7% van de leerlingen komen van buiten de woonplaats van de scholen. Opvallend is dat het aantal kinderen, vergeleken met 2010, op de ROOS-scholen in de gemeente Rijssen-Holten het sterkst is gedaald.
Totaal aantal leerlingen Primair voedingsgebied: Hellendoorn Rijssen-Holten Twenterand Wierden sub-totaal Secundair voedingsgebied diverse gemeenten
2010 1.721
2011 1.699
2012 1.632
2013 1.579
Afwijking 2010 - 2013 142
438 674 266 318 1.696
461 635 267 314 1.677
430 597 268 312 1.607
422 555 269 306 1.552
16 119 -3 12 144
25 1,5%
22 1,3%
25 1,5%
27 1,7%
-2
11
A.4.2. Verdeling over gewichtencategorieën 1.372 kinderen hebben een toekenning van 0,0 gewicht, 187 kinderen hebben een gewicht van 0,3 en 73 kinderen zitten in de zwaarste categorie van 1,2. In vergelijking tot het vorig peilmoment is er geen substantiële wijziging opgetreden. De gewichten worden volgens een landelijke richtlijn toegekend aan de hand van het opleidingsniveau van de ouders.
Verdeling over gewichtencategorieen 1500
1000
1342 1372 1403 1404
okt-11
159 187 205
500 0 cat 0,0
okt-10
78 73 73
238
68 cat 0,3
cat 1,2
0 okt-13 0 okt-12 17 okt-11 12 okt-10
okt-12
okt-13
cat onb
A.4.3. Schoolgewicht en NOAT leerlingen De scholen zijn op grond van de weging van de kenmerken van de kinderen (aandeel gewichtenleerlingen) ingedeeld in een gewichtsklasse. Hieronder staan de scholen gegroepeerd van het zwaarste gewicht naar licht.
Schakel Blokstoeke Heem Salto Touwladder Peppel Tormentil Widerode Bosschool Holterenk Drie Linden Haarschool Dijkerhoek Weemewereld
2013 schoolgewicht 19 17 14 11 4 3 2 2 0 0 0 0 0 0
NOAT lln 13 3 6 46 4 4 10 8 0 8 1 0 0 0 103
2012 schoolgewicht 21 17 13 9 5 4 0 1 0 0 0 0 0 0
NOAT lln 13 1 7 61 4 4 9 7 0 9 2 0 0 0 117
2011 schoolgewicht 18 16 12 17 6 6 3 0 0 0 0 0 0 1
NOAT lln 12 1 6 75 4 4 10 4 0 10 3 0 0 0 129
Opvallend is de sterke terugloop van het aantal NOAT-kinderen. Deze teruggang correspondeert met de verklaringen van schooldirecteuren bij tussentijdse uitschrijvingen, er zijn regelmatig gezinnen die emigreren naar Turkije, Marokko, Engeland. Hier zijn verder geen rapportages over beschikbaar.
12
A.4.4. Passend Onderwijs en indicatiestelling Passend Onderwijs heeft ook gedurende 2013 terecht veel aandacht gekregen. ROOS vindt het inhoudelijk beleid, zoveel mogelijk onderwijs in de directe leefomgeving van het kind aanbieden, een uitstekende zaak. Daarom zijn ROOS-scholen actief en constructief in de samenwerking met andere ketenpartners (Maatschappelijk werk, Speciaal Onderwijs, Speciaal Basis Onderwijs, Jeugdzorg, Kinderopvang, Peuterwerk, etc). ROOS-scholen verwijzen relatief weinig kinderen naar het Speciaal (Basis-) Onderwijs, ROOS-scholen ontvangen een gemiddeld aantal LGF-toewijzingen (1,8%); daarmee wordt ons inziens op een uitstekende wijze rechtgedaan aan de inhoudelijke doelstelling met betrekking tot het maximaal ontwikkelen van alle talenten van jonge kinderen. Ter voorbereiding op de invoering van Passend Onderwijs per augustus 2014, hebben alle ROOS-scholen een eerste versie van het ‘ondersteuningsprofiel’ ingevuld; dit profiel is gebaseerd op het model van het Seminarium voor Orthopedagogiek en afgestemd met de samenwerkingsverbanden. Het brengt op basis van de verwijzingscijfers en de inhoudelijke beschrijving van zorgcapaciteit en deskundigheid een overzicht van de mogelijke speciale arrangementen in beeld. Hieronder wordt in een tabel een overzicht gegeven van kinderen met formele indicatiestelling die onderwijs volgen op één van de ROOSscholen.
Tabel Kinderen met indicatiestelling op peildata
okt-10 categorie 14 21 23 31 32 33 34 40 geen
okt-11
okt-12
3 1 4 3 2 1 1 25
0,2% 0,1% 0,2% 0,2% 0,1% 0,1% 0,1% 1,5%
4 1 4 1 2 1 1 16
0,2% 0,1% 0,2% 0,1% 0,1% 0,1% 0,1% 0,9%
1.682 1.722
97,7% 100,0%
1.668 1.698
98,2% 100,0%
3 0 5 2 1 1
okt-13
13
0,2% 0,0% 0,3% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,8%
3 0 4 3 1 1 1 16
0,2% 0,0% 0,3% 0,2% 0,1% 0,1% 0,1% 1,0%
1.607 1.632
98,5% 100,0%
1.550 1.579
98,2% 100,0%
De verklaringen voor de categorieën luidt: (14): onderwijs aan slechtziende leerlingen (21): onderwijs aan dove leerlingen (23): ESM onderwijs aan kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden (31): LZ/S onderwijs aan langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap (32): LG onderwijs aan lichamelijk gehandicapte kinderen (33): ZMLK onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen (34): LG/ZMLK onderwijs aan kinderen met een lichamelijke handicap die tevens zeer moeilijk lerend zijn (40): cluster 4 onderwijs aan land zieke kinderen anders dan met een lich.handicap of aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen
13
Tabel indicaties per school op peildatum oktober 2013. Leerlingen
Leerlingen
zonder indicatie
met indicatie
Bosschool Holterenk Tormentil Heem Touwladder Peppel Drie Linden Haarschool Widerode Blokstoeke Schakel Salto Dijkerhoek Weemewereld
36 133 110 144 99 103 60 200 212 87 108 114 71 73 1.550
Percentage
3 6 3 3 2 2 1 3 3 1 1 1 0 0 29
7,7% 4,3% 2,7% 2,0% 2,0% 1,9% 1,6% 1,5% 1,4% 1,1% 0,9% 0,9% 0,0% 0,0% 1,8%
Leerlingen
aandeel tov
totaal
totale indicatie
39 139 113 147 101 105 61 203 215 88 109 115 71 73 1.579
cummulatief
10,3%
10,3%
20,7%
31,0%
10,3%
41,4%
10,3%
51,7%
6,9%
58,6%
6,9%
65,5%
3,4%
69,0%
10,3%
79,3%
10,3%
89,7%
3,4%
93,1%
3,4%
96,6%
3,4%
100,0%
0,0%
100,0%
0,0%
100,0%
De eerste conclusie is dat het aantal indicatiestellingen met 1,8% op de landelijke norm zit. De tweede conclusie luidt dat 65% van het totale aantal indicatiestellingen kinderen betreft op 6 scholen (Bosschool, Holterenk, Tormentil, Heem, Touwladder. Peppel), het betreft dan 19 van de 29 kinderen met een indicatiestelling. Ook in 2013 is de Kenniskring IB-ROOS periodiek bijeen gekomen. De bijeenkomsten richten zich op uitwisseling en afstemming van werkwijzen, procedures en coaching groepsleerkrachten. Bovendien is regelmatig aandacht gegeven aan de voorbereidingen t.b.v. de invoering Passend Onderwijs. De herindeling van de regio’s Samenwerkingsgebieden, leidt tot de gelukkige omstandigheid dat alle ROOS-scholen vanaf 1 augustus 2014 in dezelfde regio vallen: 2301. Dat betekent dat de versnippering in overlegstructuren tot het verleden gaan behoren. Gedurende 2013 is ook veel energie gestoken in het formuleren van het ‘Schoolondersteuningsprofiel’. Gedurende 2013 is een van de IB-ers alle scholen langs geweest om het concept SOP met de betreffende directeur en IB-er te bespreken, daarmee sterk bijdragend aan uniformering van begrippen en definities. De kring staat onder leiding van schooldirecteur de heer J. Bult. Evenals gedurende de voorgaande seizoenen is aandacht besteed aan nadere onderlinge kennismaking en uitwisseling van materialen en werkwijzen. Het is duidelijk dat het werkgebied van de Intern Begeleider van groot gewicht is voor het ontwikkelen en borgen van de onderwijskwaliteit, met name in relatie tot het scheppen van een passend arrangement van onderwijsactiviteiten voor alle kinderen. De IB-kring zal in de komende jaren dan ook een cruciale positie innemen.
A.4.5. Opbrengsten De opbrengsten van het onderwijs staan in het middelpunt van de belangstelling, zowel bij de mensen in het onderwijs, als bij de toezichthouders en het brede publiek. Er heerst wel een enigszins verbrokkeld beeld over het begrip ‘opbrengsten’. De externe toezichthouder definieert het begrip opbrengst vooral en met name als resultaat op de ‘eindtoets basisonderwijs (CITO)’ en de voorafgaande tussentoetsen. Binnen ROOS verstaan wij onder opbrengsten de resultaten van de integrale ontwikkeling van de kinderen, dus houding, kennis, vaardigheden, sociaal-emotionele ontwikkeling als opbrengst van het onderwijs. De strategische doelstelling van ROOS ligt bij de bredere opvatting van onderwijsresultaat. De ROOS-scholen stellen zich tot doel het maximale uit ieder kind te halen en zorg te dragen dat er in ieder geval meer dan 100% leerrendement is. In de huidige rapportages hebben wij nog geen instrument om die laatste doelstelling periodiek op bestuursniveau te meten. Daarom volstaan we in ons jaarverslag met het weergeven van de resultaten op de eindtoets basisonderwijs. We hanteren daarbij de ongecorrigeerde score, waarbij het oordeel over het eindresultaat afhankelijk is van de norm bepaald door het leerlingengewicht (de ondergrens).
14
School
LL-gewicht Ondergrens
score'13
oordeel
score'12
score'11
Dijkerhoek Haarschool Drie Linden Holterenk Widerode Weemewereld Tormentil Touwladder Bosschool Peppel Salto Heem Schakel Blokstoeke
0,0% 3,3% 3,0% 3,9% 7,5% 8,6% 12,9% 12,9% 14,7% 18,6% 19,7% 30,7% 45,8% 52,7%
535,2 534,8 534,8 534,6 534,2 534 533,2 533,2 532,9 532,4 532,1 530,6 528,4 527,7
532,7 535,7 534,9 533,9 533,7 536,7 536,8 533,6 526,6 530,7 533,1 531,9 529,7 532,8
Onvoldoende voldoet voldoet Onvoldoende Onvoldoende voldoet voldoet voldoet Onvoldoende Onvoldoende voldoet voldoet voldoet voldoet
535,9 534,3 531,1 532,9 536 534,4 541 541,4 531,9 531,3 532 536,6 528,1
533,5 535,8 538,3 537,5 537,9 536,1 536,3 529,6 528,9 529 527,4 530 537,2 531,1
ROOS gemiddeld:
16,7%
532,7
533,1
voldoet
534,4
533,9
535,1
535,1
Landelijk gemiddeld
534,7
A.4.6. Opbrengstgericht Werken Op alle ROOS-scholen worden de leerresultaten periodiek besproken, inclusief de trendanalyses. De inhoudelijke analyse en diagnose worden opgevolgd met gerichte verbeteracties. Deze stijl van werken wordt voor de ROOS-scholen werkend binnen het samenwerkingsverband 06-06 (OBS Widerode, OBS Touwladder, OBS Weemewereld, OBS Blokstoeke, OBS Schakel, OBS De Salto) begeleid door een tweejarig traject onder leiding van de Universiteit Twente. De andere ROOSscholen hebben andere bronnen en ontwikkelactiviteiten (W.O. Lerarenbeurs) benut. Gedurende het verslagjaar is de P&C cyclus uitgebreid met de monitor onderwijskwaliteit. Hiertoe is een beleidsdocument vastgesteld: Monitor borging onderwijskwaliteit: basisafspraken. Dit leidt tot het systematisch en cyclisch bespreken van de opbrengsten. De resultaten op bestuursniveau zullen in het jaarverslag over 2013 zichtbaar worden. Over 2012 zijn de resultaten enkel nog zichtbaar op het niveau van de afzonderlijke scholen.
A.4.7. Prestatiebox: Versterking onderwijsprogramma kerndoelen PO In 2013 is ruim € 170.000,- ontvangen in de prestatiebox. Deze middelen zijn rechtstreeks doorgezet in de exploitatie van de respectievelijke scholen. De besteding van deze middelen is als onderwijsinhoudelijke ‘productie’ tastbaar geworden, op de volgende wijze. In de eerste plaats is een werkgroep onder leiding van een schooldirecteur actief geweest om de materialen, werkwijzen en knelpunten met betrekking tot het taal/lees-onderwijs te inventariseren. In de tweede plaats is een werkgroep van enkele schooldirecteuren bezig gegaan met de opdracht het Kernprogramma PO en de Leerlijnen (TULE) te verduidelijken. Dit is opgenomen in het Management development programma en het heeft geresulteerd in een concrete informatieve set aan brochures en documenten waarin het kernprogramma PO en de leerlijnen zijn uitgewerkt. In de derde plaats is de uitkomst van Kernprogramma en Leerlijnen nader uitgewerkt in de PDCAcyclus Opbrengstgericht werken. Daarbij zijn de Intern Begeleiders tijdens enkele gezamenlijke bijeenkomsten betrokken.
15
In de vierde plaats zijn op veel ROOS-scholen materialen en methoden geanalyseerd op programmatische hiaten en dubbelingen; dat heeft op meerdere scholen geleid tot het aanschaffen van nieuwe, verbeterde leermiddelen. Speerpunten hierbij waren: woordbegrip, begrijpend lezen, spelling, rekenen, voortgezet technisch lezen. In de vijfde plaats is een inventarisatie gepleegd m.b.t. het reken/wiskunde onderwijs. Ook hier zijn materialen, methoden en deskundigheden geïnventariseerd en uitgewisseld. In de zesde plaats is samen met IB-ers het programma ZIEN op enkele scholen geïntroduceerd. Hiermee wordt de systematische observatie en interpretatie van de sociaal-emotionele ontwikkeling geprofessionaliseerd. De eerste ervaringen zijn positief en het aantal scholen dat het programma gaat gebruiken zal in de komende jaren uitbreiden.
A.4.8. Uitstroom VO De uitstroom van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs is een belangrijke mijlpaal in de schoolloopbaan; hieronder wordt de uitstroom VO vermeld, op hoofdgroepen, in percentages. Vanuit ROOS wordt een ‘warme overdracht’ verzorgd naar de regionale scholengemeenschappen VO. Jaarlijks worden de schoolvorderingen van ‘onze’ voormalige leerlingen gevolgd; het blijkt dat de VOscholen bijzonder tevreden zijn over de verwijzingsadviezen van de ROOS-scholen. Er vindt slechts sporadisch z.g.n. ‘afstroom’ plaats. Uitstroom naar: VMBO, inclusief PRO en Overige VMBO TL HAVO en VWO
2009-2010 43,1%
2010-2011 23,2%
2011-2012 47,9%
2012-2013 37,2%
22,8% 34,2%
24,5% 52,3%
22,5% 29,6%
23,5% 39,1%
HAVO en VWO
2012/2013
VMBO TL
2011/2012
2010/2011 2009/2010
Vmbo, incl PRO en Overige
0,0% 10,0%20,0%30,0% 40,0% 50,0% 60,0%
A.4.9. Kwaliteit In 2013 vielen 12 ROOS-scholen onder het basisarrangement van toezicht. Het Toezichtskader van de Inspectie en de wijze waarop het wordt toegepast is veranderd. Nog scherper dan voorheen zijn het de Eindopbrengsten en de Tussenopbrengsten die domineren in het beoordelen of de onderwijskwaliteit risico’s behelst.
16
Ter borging van de onderwijskwaliteit is een interne audit-systematiek geïnitieerd, deze heeft in 2013 geleid tot een drietal interne audits. De interne audit is gestoeld op een Handboek Interne Audit Stichting ROOS. Hierin worden procedure, inhoud en werkwijze van de interne auditcommissie beschreven. Er wordt jaarlijks een auditcommissie gevormd, hierin hebben een aantal directeuren zitting.
DOEL 2013 - ROOS-scholen vallen binnen het basis arrangement van de Inspectie van het Onderwijs - ROOS-scholen evalueren jaarlijks de bereikte resultaten en doen daarvan verslag in het schooljaarverslag - ROOS-scholen besteden expliciet aandacht aan programma’s gericht op talentontwikkeling - IB-kenniskring - Beschrijving van het zorgprofiel (per school) - Leerlijnen (TULE) kernprogramma PO actualiseren - Periodieke trendanalyse op kerndoelen
BEREIKT 2013 - 12 van de 14 ROOS-scholen hadden in 2013 het basis arrangement toezicht - Iedere school heeft een jaarverslag samengesteld en intern besproken - 8 van de 14 scholen hebben een programma in uitvoering gericht op talentontwikkeling. (Projectgroep, Plusgroep, Hoogbegaafdheid) - De IB-kring komt periodiek bijeen, wisselt materialen en kennis onderling uit, stemt werkwijzen onderling af en formuleert aandachtspunten voor nieuwe ontwikkelingen - Alle scholen hebben een ‘Schoolondersteuningsprofiel’ geformuleerd, op basis van format van het nieuwe SWV. - MT en IB-kring hebben leerlijnen en opbrengstgericht werken onderling afgestemd en uitvoeringsafspraken gemaakt - Op alle scholen worden periodiek de leerresultaten geanalyseerd; er is nog geen rapportage op bestuursniveau beschikbaar
DOEL 2014 Alle ROOS-scholen worden opgenomen in een bestuursmodel Schoolondersteuningsprofiel. De Monitor Onderwijskwaliteit wordt verder uitgewerkt en aangevuld, inclusief de uitkomsten van de periodieke trendanalyses op schoolniveau; Versterking rekenkring, leeskring en kring m.b.t. taal&lezen
17
A5.
Personeel
A.5.1. Formatie De formatie van de Stichting wordt hieronder conform het functiebouwwerk getalsmatig weergegeven, peildatum 1 augustus 2013. In het overzicht staan de cijfers volgens de indeling van het functiebouwwerk, daaruit is tevens af te leiden in welke verhouding de formatie toebedeeld is aan de scholen en het bestuursbureau, en in welke onderlinge verhouding de drie functiefamilies (pedagogisch-didactisch; ondersteuning, management) staan. De cijfers zijn op peildatum van 1 oktober 2013 genomen, de formatie is echter voortdurend in beweging. Er doen zich in de loop van een kalenderjaar herhaaldelijk momenten voor waarop de cijfers als gevolg van personele mutaties wijzigen. Functiefamilie Pedagogisch Didactisch Klasse assistent Onderwijsassistent Leraarondersteuner Leerkracht LA Leerkracht LB Sub-tot: Ondersteuning (schoolnivo) Adm medewerker Sub-tot: Ondersteuning (bestuursbureau) Senior P&O adviseur Fin.adm.medewerker Management assistent Sub-tot: Management Schooldirecteuren Directeur Bestuurder Sub-tot: TOTAAL:
Werktijdfactor 0,5671 3,8506 0,4686 72,2448 22,9767 100,1078 0,7340 0,7340 0,7777 1,0000 1,0000 2,7777 8,0000 1,0000 9,0000 112,6195
In % van subtotaal 0,6% 3,8% 0,5% 72,2% 23,0% 100,0%
In % van totaal
Formatie verdeling scholen 0,5671 3,8506 0,4686 72,2448 22,9767
bestuursbureau
88,9% 0,7%
0,7340
0,7777 1,0000 1,0000 2,5% 8,0000 1,0000 8,0% 100,0%
109,3301 96,7%
3,7777 3,3%
Van de totale formatie (werktijdfactor) wordt: 1) 3,7138 ingezet op RPD (Randstad Payroll Direct) basis wegens toekenning van rugzakfinanciering, onbetaald verlof, ouderschapsverlof of BAPO. 2) 1,0795 ingezet op reguliere basis wegens toekenning van rugzakfinanciering, onbetaald verlof, ouderschapsverlof of BAPO. Afhankelijk van de risico’s ten aanzien van contractuele verplichtingen aan medewerkers, wordt afgewogen een detacheringscontract aan te gaan of op reguliere formatie te plaatsen. Op de Strategische Jaarplanning van Stichting ROOS stonden voor het kalenderjaar 2013 o.a. de volgende onderwerpen: 1) Taakbeleid, tussentijdse evaluatie onder andere gebruik Cupella 2) Tussen Evaluatie Ziekteverzuimreductie 3) Voortgang PvA naar aanleiding van Tevredenheidsonderzoek Personeel
18
A.5.2. Samenhang taakbeleid, ziekteverzuim, welbevinden Stichting ROOS heeft in eerdere beleidsvoorstellen doelen vastgesteld ten aanzien van bovenstaande onderwerpen: 1. Reductie van het ziekteverzuim (met name in de preventieve sfeer, het korte- en middellange verzuim). Vanaf het schooljaar 2012-2013 beoogt de Stichting ROOS een forse daling van het ziekteverzuimcijfer. Voor 2013 maximaal 5% en voor 2014 maximaal 4%. Dit wordt bereikt door intensieve aandacht voor het preventieve beleid. 2. Het bespreekbaar maken van de oorzaken van (ervaren) werkdruk en het welbevinden. Stichting ROOS heeft in het najaar van 2012 een medewerkers tevredenheidsonderzoek afgenomen en onderzocht hoe de medewerkers op dat moment hun werk ervaren en welke oorzaken er ten grondslag liggen aan de eventueel (ervaren) hoge werkdruk en de mate van welbevinden. Uit dit onderzoek blijkt dat de medewerkers over het algemeen tevreden zijn over de werkomstandigheden bij Stichting ROOS. Werkdruk en arbeidsvoorwaarden komen als belangrijkste aandachtspunten naar voren. De uitkomsten hiervan zijn voor de zomervakantie in 2013 besproken in het MT. De leidinggevenden gaan zelf aan de slag met een PvA en daarnaast heeft de werkgroep IPB de opdracht advies uit te brengen om de ervaren werkdruk beter te beheersen. 3. Taakbeleid. In februari 2012 is het Reglement Taakbeleid vastgesteld. Afgesproken is dat alle directeuren zich conformeren aan dit beleid en doorvoeren binnen hun school/scholen. Voor de monitoring van taakbeleid hanteert Stichting ROOS Cupella. Afgesproken is dat uiterlijk 1 januari 2013 alle directeuren zorgdragen voor volledig gebruik van Cupella en de daarbij behorende werkafspraken. In theorie is het beleid ten aanzien van Verzuim en Taakbeleid van Stichting ROOS op orde. De verschillende beleidsterreinen zijn geactualiseerd en op meerdere momenten besproken in de MT vergaderingen. Het bleek de vraag of het beleid in de praktijk ook naar behoren kan worden uitgevoerd. Om de genoemde strategische onderwerpen te onderzoeken en antwoord te geven of de theorie in de praktijk in voldoende mate in de praktijk ten uitvoer kan worden gebracht, heeft de werkgroep IPB een aantal actiepunten geformuleerd. Een van deze actiepunten betreft de inzet van de PO-Spiegel; een enquête onder de schoolleiders, die door P&O is ingezet. Daarnaast hebben gedurende heel 2013 uitgebreide Verzuimgesprekken (6 wekelijkse cyclus) plaatsgevonden tussen P&O en de schooldirecteuren. Op grond van deze gegevens, heeft P&O in het najaar van 2013 de rapportage “Meer Autonomie, Meer Plezier en Eigen Regie” geschreven. Deze rapportage bevat conclusies, aanbevelingen en aanvullende maatregelen op de genoemde strategische doelen en dient in het voorjaar van 2014 verder ten uitvoer te worden gebracht. Uiteraard hebben in 2013 de schoolleiders verantwoording afgelegd aan de Bestuurder over de oorzaken en de getallen in het verzuim.
19
A.5.3. Verzuim Het gemiddeld ziekteverzuimpercentage van Stichting ROOS bedraagt over 2013 8,23%. Het landelijk gemiddelde ligt rond 6%. Stichting ROOS heeft in de eerste helft van 2013 te maken gehad met een fors aantal medewerkers die wegens (ernstige) gezondheidsklachten zijn uitgevallen. In de tweede helft van 2013 is dit gereduceerd waardoor het gemiddelde op 8,23% uitkomt. Jaar Maand
Ziektepercentages
Voortschrijdend ziektepercentage
2013 Januari
10,85%
8,48%
2013 Februari
9,36%
8,51%
2013 Maart
11,10%
8,85%
2013 April
11,76%
9,27%
2013 Mei
9,80%
9,48%
2013 Juni
10,16%
9,67%
2013 Juli
8,10%
9,66%
2013 Augustus
4,74%
9,54%
2013 September
5,76%
9,35%
2013 Oktober
5,65%
9,10%
2013 November
5,38%
8,68%
2013 December
5,91%
8,23%
Verzuimaantallen per verzuimduurklasse in 2013:
Kort verzuim (max 1wk)
114
Middellang verzuim (1wk - 2mnd)
39
Lang verzuim (2mnd - 1jr)
31
Langer dan 1 jaar (> 1jr)
7
Lopende ziektegevallen
6
Bovenstaand schema toont duidelijk aan dat een fors aandeel in het ziekteverzuim wordt gevormd door de categorie ‘langdurig verzuim’. Dat wil zeggen verzuim dat ligt tussen 2 maand en 1 jaar afwezigheid. In 2013 blijkt uit de analyse ziekteverzuim dat onder deze categorie een behoorlijk aandeel medewerkers met ernstige medische gezondheidsproblemen valt. Maar deze categorie bevat ook een deel werkgerelateerde klachten. Dit uitte zich in (ernstige) psychische klachten. Deze klachten zijn ook nader geanalyseerd en er zijn maatregelen getroffen. Tot slot leert bovenstaande tabel dat het lonend moet zijn in de categorie ‘kort verzuim’ de afwezigheidsdrempel te verhogen; het aandeel in het verzuim is slechts beperkt, maar de omvang (114 keer) is bijzonder hoog.
20
In het najaar van 2013 is op verzoek van de Stichting ook een andere bedrijfsarts, via een nieuwe Arbo dienst, n.l. Vechtstad Consultancy, geïnstalleerd. Deze organisatie, c.q. bedrijfsarts draagt de visie van Stichting ROOS op het gebied van ziekteverzuimbeleid. Hierdoor is in 2013 een sterke samenwerking tussen leidinggevende, bedrijfsarts en de Stichting ROOS ontstaan ten einde het verzuim verder te kunnen reduceren. DOEL 2013
BEREIKT 2013
- Evaluatie gesprekscyclus - Initiatie ROOS-academie - Uitvoering plan van aanpak n.a.v. medewerkerstevredenheidsonderzoek - Analyse Verzuim, invullen Arbobeleid, actualiseren ziekteverzuimbeleid, maximaal ziekteverzuim: 5% - Evaluatie taakbeleid - Tussenevaluatie invoering functiemix
- Conform het invoeringsplan functiemix zijn er benoemingen in de LB-schaal gedaan, tussenevaluatie opgesteld - Arbojaarplan 2012/2013 vastgesteld - Verzuimbeleid 2012-2016 vastgesteld - ROOS academie is weliswaar gestart, maar komt nauwelijks van de grond - Taakbeleid is geëvalueerd. Er zijn wensen naar voren gekomen welke in 2014 verder worden uitgewerkt
DOEL 2014 - ROOS academie opnieuw positioneren, met sterke ‘eigen regie’ - Uitvoering Plan van Aanpak medewerkerstevredenheidsonderzoek - Uitvoering plan van aanpak oudertevredenheidsonderzoek - Verdere reductie Ziekteverzuimpercentage (4%) - Toename LB functies conform functiemix
21
A6.
Huisvesting
Het vervangen en het vernieuwen van het enigszins verouderde gebouwenbestand is ook in het jaar 2013 gewoon doorgegaan. In dit verband is er met de betrokken gemeentebesturen constructief overleg gevoerd. Het bouwen van nieuwe scholen heeft in meerdere opzichten een positieve invloed op de onderwijskwaliteit en de sinds jaren veel te krappe onderhoudsbudgetten. In het voorjaar is gestart met de aanbestedingsprocedure voor de vervangende nieuwbouw van basisschool Dijkerhoek in de buurtschap Dijkerhoek, waarbij een vijftal bouwbedrijven middels een meervoudig onderhandse inschrijving zijn uitgenodigd. De gunning heeft na de zomervakantie plaatsgevonden en tegen het einde van het jaar zijn de bouwwerkzaamheden van start gegaan. De oplevering staat voor begin juni 2014 gepland. Omdat de nieuwe school op dezelfde plek als de oude school komt te staan, is de Dijkerhoekschool gedurende het schooljaar 2013-2014 in het voormalige schoolgebouw van basisschool De Holterenk in het dorp Holten gehuisvest. Voor de Haarschool zijn oriënterende gesprekken gevoerd met de gemeente om te komen tot vervangende nieuwbouw. Deze school is nog gehuisvest in één van de laatste zgn. HBC-gebouwen, die voor vervanging in aanmerking komen binnen de gemeente Rijssen-Holten. De HBC-gebouwen worden gekenmerkt door een slecht binnenklimaat in combinatie met hoge energiekosten. De gesprekken worden de komende tijd voortgezet. Het schoolgebouw van de Bosschool aan de Raalterweg 44 is door de gemeente Rijssen-Holten definitief aangewezen als gemeentelijk monument. Het pand wordt gezien als erfgoed met een bijzondere architectuurhistorische, stedebouwkundige en cultuurhistorische waarde. Naast een aantal verantwoordelijkheden bestaan er ook mogelijkheden om een beroep te doen op financiële regelingen met betrekking tot het verkrijgen van onderhoudssubsidies, aangezien het in stand houden van een dergelijk gebouw hoge onderhoudskosten met zich mee brengt. Na een langdurige voorbereiding is de vervangende nieuwbouw van basisschool De Peppel in Nijverdal het afgelopen najaar van start gegaan. De school maakt deel uit van het multifunctionele gebouwencomplex ‘De Twijn’ en de oplevering van de nieuwbouw staat gepland voor eind 2014. Als gevolg van de procedure ‘Design and Build’ is het een tijdrovend project en vergt het veel overleg van alle betrokkenen, maar met het vooruitzicht van een nieuw gebouw kan deze school dan eindelijk de huidige schoolwoningen verlaten. De bouw van de Brede Schoolvoorziening in de kern Westerhaar-Vriezenveensewijk (gemeente Twenterand) is in de loop van het jaar gereedgekomen. In dit gebouw heeft naast de openbare school De Blokstoeke tevens een PC-school en de Kinderopvang onderdak gevonden. Voor basisschool De Schakel in Vroomshoop wordt gekeken of deze school kan worden betrokken bij de ontwikkeling van het Centrumplan Vroomshoop. Indien dit geen kans van slagen heeft, dan wordt de mogelijkheid onderzocht om eventueel op de huidige locatie de school om te vormen tot een modern Kindcentrum. Met de gemeente Wierden is ook een eerste oriënterend gesprek gevoerd om te kijken in hoeverre het huidige schoolgebouw van basisschool De Touwladder kan worden betrokken bij de ruimtelijke ontwikkelingen in dit gebied. Momenteel is deze school nog gehuisvest in een sterk verouderd traditioneel gebouw daterend uit de jaren vijftig. Vervangende nieuwbouw zou ook voor deze school een uitkomst zijn. Naast de kwaliteit van de huisvesting speelt uiteraard ook het leerlingenaantal een belangrijke rol bij de huisvesting. Het leerlingaantal is bepalend voor de ruimtebehoefte.
22
De daling van het leerlingenaantal is reeds enkele jaren merkbaar en daardoor van grote invloed op de instandhouding van de scholen in combinatie met het aanwezige gebouwenbestand. De krimp zal zich naar verwachting de komende jaren nog verder voortzetten. Op basis van het huidige leerlingengetal moet één school (brin-nummer) de deuren sluiten met ingang van het schooljaar 2014-2015. Tijdens het afgelopen jaar zijn in dit verband fusiebesprekingen gestart tussen de scholen De Drie Linden (Hellendoorn) en De Tormentil (Nijverdal) met als inzet om op beide leslocaties een volwaardig onderwijsaanbod te handhaven en het afstoten van gebouwen voorlopig te voorkomen. Verdere daling leidt op termijn ongetwijfeld tot sluiting van lesgebouwen en inkrimping van het gebouwenbestand. Het schoolbestuurlijk onderhoud (vnl. binnenkant) is evenals in voorgaande jaren op basis van de MeerJarenOnderhoudsPlannen (MJOP) uitgevoerd. Bij de scholen die nieuwbouw krijgen is vanzelfsprekend gekozen om uitsluitend het noodzakelijke onderhoud te verrichten. In het kader van het jaarlijks vast te stellen huisvestingsprogramma zijn de gemeentelijke onderhoudsvoorzieningen op de gebruikelijke wijze aangevraagd en indien goedgekeurd zijn de werkzaamheden in overleg met de gemeenten uitgevoerd. Op landelijk niveau zijn inmiddels plannen in voorbereiding om het buitenonderhoud vanaf 1 januari 2015 over te hevelen van de gemeenten naar de schoolbesturen. Met ingang van deze datum worden de schoolbesturen verantwoordelijk voor het totale onderhoud van de gebouwen en blijven de gemeenten belast met de taken op het gebied van nieuwbouw en uitbreiding. Besluitvorming op dit onderdeel vindt naar verwachting in het voorjaar van 2014 plaats. Over het algemeen kan gesteld worden, dat de huidige onderhoudsstaat van de schoolgebouwen een acceptabel niveau heeft bereikt. Het is uiteraard altijd voor verbetering vatbaar. Aan de kant van het schoolbestuur worden de diverse onderhoudswerkzaamheden en bouwactiviteiten sinds jaren begeleid door de externe huisvestingsadviseur Partners & Van Heun B.V. uit Nijverdal. Jaarlijks wordt er op basis van het MJOP een dotatie aan de Voorziening Onderhoud gedaan. Sinds enkele jaren bedraagt dit bedrag € 85.000. Tevens worden de ontvangen gelden van de gemeente Hellendoorn in het kader van de Doordecentralisatie gemeentelijke onderwijsvoorzieningen (buitenriolering, erfscheiding en bestrating schoolplein) aan de voorziening toegevoegd. In totaal is er in het jaar 2013 € 94.000 aan de voorziening gedoteerd. Tegenover deze dotatie staat een onttrekking voor een bedrag van € 121.952 aan onderhoudskosten voor eigen rekening. Per saldo is de onderhoudsvoorziening met € 27.952 teruggelopen naar € 275.794 per ultimo 2013. Het niveau van de onderhoudsuitgaven is in vergelijking met voorgaande jaren iets teruggelopen. Dit wordt mede verklaard door de onderhoudsstaat van de gebouwen en de gepleegde nieuwbouw. Enkele uitgavenposten zijn: Bestuurskantoor, Haarstraat 83 – interne aanpassing € 9.075; Bosschool – vervangen vloerbedekking en binnenschilderwerk € 31.514; Drie Linden – herstel dakproblemen € 7.350; Algemeen – advies en begeleidingskosten € 14.958.
23
DOEL 2013 - Actualisatie Meerjarenonderhoudsplan - Instandhoudingsbeleid scholen - Aanbesteding en start nieuwbouw Dijkerhoek - Opstarten vervangende nieuwbouw Haarschool
BEREIKT 2013 - Asbestsanering schoolgebouwen afgerond - Risico Inventarisatie en Evaluatie uitgevoerd en Plan van aanpak opgesteld - Start nieuwbouw Dijkerhoek - Oplevering nieuwbouw Blokstoeke - Opstarten fusiebesprekingen tussen De Tormentil en De Drie Linden
DOEL 2014 - Actualisatie Meerjarenonderhoudsplan - Vervangende nieuwbouw Haarschool - Afronden fusieproces tussen Tormentil en Drie Linden i.h.k.v. instandhoudingsbeleid - Oplevering nieuwbouw Dijkerhoek en De Peppel
24
A.7.
Financieel beleid
A.7.1. Analyse financiële positie op balansdatum In het boekjaar 2013 heeft de Stichting ROOS een positief resultaat van € 263.232 behaald. Het Eigen Vermogen op 31 december 2013 bedraagt € 1.080.647. De Algemene Reserve is in 2013 met € 271.020 toegenomen (van 75% naar 82% van het totale Eigen Vermogen) en de Bestemmingsreserves zijn met € 7.788 afgenomen over 2013 (afschrijving eerste waardering). De Algemene Reserve is het zogenaamde vrije deel van het vermogen. De Bestemmingsreserves zijn, met uitzondering van de reserve eerste waardering, bedoeld voor een specifiek toekomstig investeringsdoel alsmede voor het opvangen van specifieke financiële risico’s. De solvabiliteit-1 geeft inzicht in de financieringsopbouw en in hoeverre aan de verplichtingen op lange termijn kan worden voldaan. Deze is verbeterd ten opzichte van 2012, namelijk van 37% naar 44%. Een gezonde solvabiliteit is hoger dan 40%. In 2010 is een nieuwe set van kengetallen geïntroduceerd om de financiële positie van schoolbesturen te beoordelen: solvabiliteit, kapitalisatiefactor (incl. bufferliquiditeit), liquiditeit en rentabiliteit. Naast kapitalisatiefactor heeft de Inspectie ook de bufferliquiditeit toegevoegd. Dit omdat deze beter dan de kapitalisatiefactor weergeeft welke middelen aangehouden moeten worden als dekking voor risico. Kengetal
Formule
2013
2012
2011
2010
signaleringsgrenzen ondergrens bovengrens ROOS Cie ROOS Cie Don Don
Solvabiliteit
Eigen Vermogen / totaal activa Vlottende activa / vlottende passiva Balans totaal minus huisvesting / totale baten Kapitalisatiefactor – transactiefunctie – financieringsfunctie Resultaat / totale baten Eigen Vermogen minus vaste activa / Totale Baten
44%
37%
30%
27%
20%
20%
geen
-
1,18
0,97
1,15
1,31
0,5
>1
1,5
-
26%
25%
25%
23%
geen
geen
35%
-
2%
-0,19%
1%
3%
geen
-
5%
-
2,86%
1,68%
1,10%
-2,54%
0%
0%
5%
2%
-2%
-5%
-3%
-2%
-
8%
-
10%
12%
9%
7%
6%
nvt
Liquiditeit Kapitalisatiefactor
Financiële buffer
Rentabiliteit Weerstandsvermogen
Eigen vermogen
nvt
De stand van de liquiditeit is nog steeds beklemd; in het verslagjaar is onderzocht of m.b.v. financial lease een bijdrage gevonden zou kunnen worden t.b.v. het mogelijk maken van de noodzakelijke investeringen. In goed overleg met het administratiekantoor ObT zijn afspraken gemaakt om een periodieke, actuele liquiditeitsbegroting beschikbaar te krijgen. Het is duidelijk dat de liquiditeitspositie van de Stichting intensieve sturing vergt, de financiële doelstellingen blijven dan ook gericht op het versterken van het weerstandsvermogen en het vergroten van de liquiditeitspositie. Dat kan de Stichting realiseren door positieve exploitatieresultaten te boeken. De vastgestelde begroting voor 2014 laat wederom een positief resultaat zien van 168.500. Dit toekomstig resultaat wordt als reëel beschouwd, zij het dat geen rekening is gehouden met CAO-ontwikkelingen.
25
A.7.2. Vergelijking resultaten t.o.v. de begrotingen 2011 – 2013
Analyse resultaat begroting en realisatie 2011, 2012, 2013 en 2014 Begroting 2011
Baten Overige overheidsbijdragen Overige baten
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
2012
Afwijking begr./real.
Realisatie
2013
2014
8.406.242 8.321.632 8.396.768 8.636.889
2011
2012
2013
2011
8.613.620 8.663.661 8.833.958
2012
2013
207.378 342.029 437.190
Analyse resultaat 2013 tov 2012 2012 tov 2011 170.297
50.041
22.465
21.495
34.854
38.631
34.810
59.727
47.723
12.345
38.232
12.869
-12.004
24.917
245.594
209.544
276.006
291.454
360.934
270.138
312.611
115.340
60.594
36.605
42.473
-90.796
8.674.301 8.552.671 8.707.628 8.966.974
9.009.364 8.993.526 9.194.292
335.063 440.855 486.664
200.766
-15.838
7.285.403 7.067.566 7.148.727 7.266.265
7.413.287 7.366.885 7.398.643
127.884 299.319 249.916
31.758
-46.402
112.184
133.398
166.201
206.244
108.657
151.125
185.322
-3.527
17.727
19.121
34.197
42.468
660.518
672.499
651.830
655.736
707.782
663.552
691.314
47.264
-8.947
39.484
27.762
-44.230
596.996
647.129
674.774
664.529
698.897
678.181
665.939
101.901
31.052
8.655.101 8.520.592 8.641.532 8.792.774
8.928.623 8.859.743 8.941.218
Baten minus lasten
19.200
32.079
66.096
174.200
80.741
133.783
253.074
Saldo financiële baten en lasten
20.000
14.000
7.999
-5.700
18.224
17.966
10.158
Resultaat gewone bedrijfsvoering
39.200
46.079
74.095
168.500
98.965
151.749
263.232
-8.835
-12.242
-20.716
273.522 339.151 299.686
81.475
-68.880
61.541 101.704 186.978
119.291
53.042
2.159
-7.808
-258
59.765 105.670 189.137
111.483
52.784
-1.776
3.966
De baten OCW zijn 437.000 euro hoger dan begroot in 2013, dit als gevolg van klein stukje groeibekostiging in het voorjaar van 2013, extra leerlinggebonden financiering, bijstelling indexaties en hoofdzakelijk als gevolg van diverse landelijke akkoorden medio najaar 2013. Zie ter toelichting de brief (de zgn. ‘wapperbrief’) van de PO-Raad, bijlage 1. De overige baten zijn € 12.601 hoger dan begroot. Per saldo zijn de baten 462.000 hoger dan begroot. De personele lasten zijn € 249.000 hoger uitgevallen dan begroot, dit vanwege de extra inzet van personeel als gevolg van het hogere leerlingaantal in het voorjaar van 2013 en de begeleiding van meer leerlingen met LGF-toekenningen en de inzet van interim directie; verhoging facilitering GMR leden personeelsgeleding. Bovendien zijn enkele premies (Participatiefonds, pensioenfonds) verhoogd. Het aandeel personele lasten t.o.v. de baten bedroeg over geheel 2013: 80,4%. De huisvestingslasten zijn € 39.000 hoger uitgevallen dan begroot, onder meer vanwege nakomende verrekeningen af gestoten locatie Rijssen en kosten i.v.m. verhuizingen. De overige instellingslasten zijn lager dan begroot (€ 32.800), onder meer dankzij inkoopvoordeel. De afschrijvingen zijn hoger uitgevallen dan begroot, bijna € 20.000. Oorzaak: overlopende investeringen van eind 2012 / 2013 i.v.m. oplevering nieuwbouw. Per saldo zijn er € 486.000 meer baten ontvangen dan begroot en zijn er € 275.000 meer lasten gerealiseerd dan begroot. Het resultaat over 2013 is inclusief het saldo financiële baten en lasten € 189.100 hoger dan begroot. Samenvattend: Baten 2013
9.170.288
Lasten 2013
8.917.214
Saldo financiële baten/lasten Resultaat 2013
10.158 263.232
26
A7.3. Analyse resultaat 2013 t.o.v. resultaat 2012 Het positieve verschil van € 111.480 tussen het resultaat van 2013 en het resultaat van 2012 wordt veroorzaakt door:
Resultaat gunstiger door: Hogere Baten OCW Hogere Overige Baten Lagere Ov. Instellingslasten
€ € €
170.297 18.469 36.246 €
225.012
€
113.529
€
111.483
Resultaat ongunstiger door: Lagere Ov. Overheidsbijdragen Hogere Personele Lasten Hogere Afschrijvingslasten Hogere Huisvestingslasten Lager Saldo finan. Baten/lasten
Verschil resultaat 2013 vs 2012
€ € € € €
12.004 31.758 34.197 27.762 7.808
De grootste afwijkingen ten opzichte van de realisatie 2012 inzake de baten zijn: De hogere rijksbijdrage OCW wordt veroorzaakt door bijdrage groeibekostiging in het voorjaar, prijsindexatie, compensatie t.b.v. premiestijgingen en extra middelen in het kader van de diverse Najaarsakkoorden 2013. De overige baten zijn € 18.400 hoger gerealiseerd dan over 2012. Dit onder meer als gevolg van detachering eigen personeel (€ 7.000) en vergoeding t.b.v. combifunctionaris onderwijs-sport. De hogere huisvestingslasten komen voort uit diverse hogere kosten over meerdere posten: medegebruik onderwijsruimte (€ 8.000), schoonmaakkosten (€ 13.000), heffingen (€ 1.000). De personele lasten over 2013 t.o.v. 2012 zijn € 31.758 hoger en worden in onderstaande tabel verduidelijkt: Analyse ontwikkeling Personele Lasten 2013 t.o.v. 2012: Resultaat gunstiger door: Bruto Lonen en salarissen € 123.037 Sociale Lasten € 32.714 arbodienstverlening € 6.758 (na)scholing € 456 Resititutie € 97.737 € Resultaat ongunstiger door: Reiskosten/dienstreizen € 784 pensioenpremies € 42.760 gratificaties jubilea € 19.156 loonkosten derden € 123.686 Personeels- en arbeidsmarktbeleid € 45.186 Dotatie personele voorzieningen € 18.948 Uitkeringen (Vf) € 41.940 € Verschil resultaat €
260.702
292.460 -31.758
27
De gemiddelde personele bezetting verrekend in de bruto lonen en salarissen bedroeg in 2012 118,36 FTE, in 2013 was deze gemiddelde voltijds bezetting teruggebracht tot 114,91 FTE; met andere woorden in geld zijn de lonen en salarissen bijna € 125.000 euro lager, terwijl er 4 FTE op jaarbasis minder is ingezet. Een ander opvallend onderdeel betreft de ontwikkeling van de sociale lasten (lager dan in 2012) en pensioenpremies (hoger dan in 2012). Ook hier weer tegen de achtergrond van 4 FTE lagere inzet. Tegenover deze kostenstijging staat ook deels een hogere bijdrage OCW. Kortom de stijging van de personele kosten is ook in 2013 fors te noemen en heeft een structureel karakter.
A.7.4. Continuïteitsparagraaf Gegevensset In de gedetailleerde begroting 2014 is gerekend met de gerealiseerde inschrijvingen op 1 oktober 2013. De ROOS-scholen hebben een totale bezetting van 1.579 leerlingen. Rekening houdend met de uitstroom uit groep 8 en de instroom in groep 1 en de zij-in/uitstroom ziet de platte doorrekening voor de leerlingenprognose er als volgt uit: oktober 2014: 1.534 Leerlingen oktober 2015: 1.468 Leerlingen oktober 2016: 1.453 Leerlingen oktober 2017: 1.456 Leerlingen Overigens wordt voor de meer jaren formatie planning gewerkt met de leerlingenprognose zoals deze via Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs (www.scenariomodelpo.nl) ontsloten zijn. Daaruit blijkt dat over 2016 en 2017 de krimp forser zal zijn, dan op grond van de eigen telling: de afwijking op oktober 2016 is 40 leerlingen lager en op oktober 2017 is het leerling aantal bijna 100 leerlingen lager dan de eigen telling. De Stichting ROOS hanteert t.b.v. haar personele planning personele ratio’s gebaseerd op het leerlingenaantal. Voor een nadere toelichting wordt hier verwezen naar het Bestuursformatieplan (BFP 2013). De ontwikkeling van de personele bezetting zal dan het volgende beeld moeten laten zien:
Functiefamilies Ped.Didactische functies Ondersteunende functies Management functies totale formatie (FTE)
2014 81,06 6,83 11,11 99
2015 78,63 6,61 10,79 96,03
2016 78,01 6,54 10,69 95,24
2017 78,17 6,55 10,71 95,43
De doorgaande krimpende leerlingenaantallen werken ook door in de formatie. Het schoolbestuur heeft een flexibel deel in de formatie en is daardoor in staat tijdig de personele inzet te reduceren. Ongewis is in welk tempo de teruggang zal plaatsvinden. Momenteel vindt een fusieproces plaats tussen twee scholen met ingang van 1 augustus 2014. Afhankelijk van de ontwikkeling van het leerlingenaantal, zijn ook in het komende seizoen 2014/15 maatregelen noodzakelijk. Voor toelichting van het risicomanagement en prestatiemanagement zie paragraaf A.1.3
28
Meerjarenperspectief Op grond van de P&C cyclus van het schoolbestuur wordt na de Voorjaarsrapportage (juni) de meerjarenbegroting voor T+1 t/m T+3 opgesteld. De huidige meerjarenbegroting 2014 – 2017 is opgesteld medio 2013, daarin zijn nog niet de uitkomsten van de najaarsakkoorden 2013 en de Jaarrekening 2013, verwerkt. Meerjaren Begroting 2014-2017
Mj Begroting 2014
Mj Begroting 2015
Mj Begroting 2016
Mj Begroting 2017
1.577
1.524
1.468
1.453
1.456
Lumsum OCW overige overheidsbaten overige baten Totale Baten
8.422.270
8.636.889
7.774.583
7.503.333
7.308.750
44.855 310.006 8.777.131
38.631 291.454 8.966.974
15.500 397.244 8.187.327
15.500 392.054 7.910.887
15.500 428.344 7.752.594
Personele Kosten
7.202.164
7.266.265
6.672.672
6.368.264
6.202.075
Afschrijvingen
172.201
206.244
190.000
190.000
190.000
Huisvesting
649.830
655.736
652.000
652.000
652.000
Ov Instellingslasten
676.775
664.529
670.000
670.000
670.000
8.700.971
8.792.774
8.184.672
7.880.264
7.714.075
8.000 84.160
-5.700 168.500
8.000 10.655
8.000 38.623
8.000 46.519
112
102
99
94
92
Eigen Vermogen ultimo
891.512
1.060.012
1.070.667
1.109.290
1.155.809
Voorz. Gr Onderhoud ultimo
345.204
351.915
350.787
216.865
82.943
leerlingaantal
Totale Lasten Resultaat Financiele baten/lasten Resultaat Formatie
forecast 2013
29
A.7.5. Treasurybeleid Treasury is het sturen en het beheren van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De financiële administratie van Stichting Roos wordt verzorgd door het Onderwijsbureau Twente (ObT) te Borne. Stichting Roos heeft alle gelden en rekeningen ondergebracht bij Rabobank Noord-Twente te Almelo. Het treasurybeleid van Stichting Roos vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, nr. FEZ/CC-2009/E50185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek). Beleggingen en belenen mogen alleen risicomijdend plaatsvinden, dat wil zeggen dat de liquide middelen zodanig beheerd dienen te worden dat de uitgezette hoofdsom gegarandeerd blijft. Bij het uitzetten van alle overtollige middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in de regeling gestelde verplichtingen. Stichting Roos kent sinds eind 2013 een treasurystatuut. Dit statuut zal definitief worden vastgesteld in 2014. In 2013 is Stichting Roos geen leningen aangegaan.
30
A8 Kengetallen en grafieken Aan de hand van de jaarrekening kan een aantal kengetallen en ratio's worden berekend die verder inzicht kunnen geven in de gevolgen van het gevoerde beleid over het boekjaar en waardoor het beeld uit de jaarrekening kan worden verduidelijkt.
Kengetallen Liquiditeit Verhouding vlottende activa en kortlopend vreemd vermogen
2013
2012
1,18
0,97
44%
37%
2,87%
1,68%
-2%
-5%
12%
9%
110
111
De liquiditeit (current ratio) geeft de verhouding aan in hoeverre op korte termijn aan de betalingsverplichtingen kan worden voldaan. Solvabiliteit 1 (exclusief voorzieningen) Eigen vermogen in percentage van het totale vermogen De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en verschaft zo inzicht in de financieringsopbouw. Het geeft aan in hoeverre aan de verplichtingen op langere termijn kan worden voldaan. Rentabiliteit Exploitatieresultaat als percentage van de totale baten De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel een negatief exploitatieresultaat. Als de rentabiliteit groter is dan nul, zijn er minder lasten dan er baten zijn. Weerstandsvermogen Eigen vermogen minus materiële vaste activa als percentage van de Rijksbijdragen OCW
Het weerstandsvermogen geeft de verhouding aan tussen het eigen vermogen minus de materiële vaste activa en de omvang van de Rijksbijdragen OCW. Het geeft inzicht in het financiële vermogen om exploitatietegenvallers met reserves op te vangen. Eigen vermogen / baten (incl. financiële baten) Aantal FTE's per 31 december Personeelslasten per FTE
€
66.990
€
66.319
Huisvestingslasten per m2 De totale huisvestingslasten gedeeld door de totale bruto vloeroppervlakte (12.740 m2).
€
51
€
52
Pagina: 31 / 60
31
Kapitalisatiefactor Totale vermogen minus gebouwen en terreinen als percentage van de totale baten.
2013
2012
27%
25%
14%
13%
11%
11%
2%
-0,19%
Het geeft aan of onderwijs-instellingen een deel van het kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Financieringsfunctie Financieringsbehoefte keer cumulatieve aanschafwaarde overige materiële vaste activa als percentage van de totale baten inclusief rentebaten Betreft de financiële middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te kunnen vervangen. Uitgedrukt in een percentage van de totale baten inclusief rente. Transactiefunctie Kortlopende schulden als percentage van de totale baten inclusief rentebaten De middelen die moeten worden aan gehouden om de kortlopende schulden te vodoen. Financiële buffer Kapitalisatiefactor -/- transactiefunctie -/- financieringsfunctie Dit zijn de middelen die moeten worden aangehouden om bijvoorbeeld de volgende risico's op te vangen: - fluctuaties in leerlingenaantallen - financiële gevolgen van arbeidsconflicten - instabiliteit in de bekostiging - onvolledige indexatie van de bekostiging Aangezien de niet meer aanwezige activa administratief zijn afgevoerd heeft er een correctieboeking plaatsgevonden op de balansrekeningen Aanschaf en Cumulatieve afschrijvingen. De boekwaarde is hierdoor niet gewijzigd. Als gevolg daarvan is het percentage van de financiële buffer in 2013 hoger dan in 2012.
Pagina: 32 / 60
32
Grafieken Samenstelling baten exclusief financiële baten 2013
2012
1% 3%
1% 3% Rijksbijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
96%
96%
Samenstelling overige baten 2013
2012
6% 2%
6% Verhuur onroerende zaken
Detachering personeel
Overige
92%
94%
Samenstelling lasten exclusief financiële lasten 2013
2012
7%
8%
Personeelslasten
7%
8% 2%
2%
Afschrijvingen Huisvestingslasten
Overige lasten
83%
83%
Pagina: 33 / 60
33
Samenstelling personele lasten 2013
2012
11%
Brutolonen en salarissen*
9% 10%
11%
Sociale lasten Pensioenpremies
16%
15%
Overige personele lasten
65%
63%
* Inclusief uitkeringen
Samenstelling huisvestingslasten 2013
2012 Huur
3% 6% 7%
2% 5% 6% 14%
14%
Dotatie onderhoudsvoorzieningen Klein onderhoud en exploitatie
Energie en water
7% 34%
8% 34%
29%
Schoonmaakkosten Heffingen
31%
Pagina: 34 / 60
Overige huisvestingslasten
34
Commissie Don: De commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (commissie Don) heeft het beoordelingskader geformuleerd waarmee (school)besturen in het primair onderwijs ten aanzien van hun financiële positie rekening hebben te houden. In de onderstaande tabellen wordt aangegeven hoe op basis van dit beoordelingskader de financiële positie van Stichting ROOS over 2012 en 2013 kan worden beoordeeld. Het aangereikte beoordelingskader bevat kengetallen en signaleringsgrenzen ingedeeld naar vermogensbeheer en budgetbeheer. Bij vermogensbeheer gaat het om de vraag of het bestuur het beschikbare kapitaal optimaal heeft ingezet voor onderwijs. Bij budgetbeheer gaat het om de capaciteit van het bestuur om tegenvallers op de korte of middellange termijn op te vangen. De commissie Don stelt dat de beoordeling van de financiële positie gecombineerd moet worden met het kijken naar specifieke omstandigheden en risico's. Pas dan kunnen daadwerkelijk conclusies worden getrokken. Behalve voor het bestuur is het beoordelingskader ook bedoeld voor (interne)toezichthouders, medezeggenschapsorganen en inspectie.
Het beoordelingskader ziet er voor 2012 en 2013 als volgt uit:
I Vermogensbeheer Ondergrens
Kengetal
Bovengrens
a. Solvabiliteit 2: (Eigen vermogen + voorzieningen) / balanstotaal 30% Geen b. Kapitalisatiefactor: (Balanstotaal -/- gebouwen en terreinen) / totale baten inclusief rentebaten) 35-60% 1 Geen De signaleringswaarde voor de kapitalisatiefactor, rekening houdend met de grootte van Stichting ROOS is: c. Financieringsfunctie: Financieringsbehoefte x cumulatieve aanschafwaarde van n.v.t. n.v.t. overige materiële vaste activa / totale baten incl. rentebaten d. Transactiefunctie: n.v.t. n.v.t. Kortlopende schulden / totale baten incl. rentebaten e. Financiële buffer: Kapitalisatiefactor -/- transactiefunctie -/- financieringsfunctie 5-10% 2 Geen
Waarde Stichting ROOS 2012 2013 53,49%
58,44%
24,59%
26,56%
<35%
<35%
13,34%
13,56%
11,44%
11,04%
-0,19%
1,96%
1. Voor (school)besturen zonder gebouwen en terreinen op de balans, adviseert de commissie een bovengrens aan de kapitalisatiefactor van 35% voor grote besturen en 60% voor kleine besturen. Gelet op de totale baten van Stichting ROOS is sprake van een groot bestuur. 2. Voor schoolbesturen wordt een bovengrens van 5% voor grote besturen en 10% voor kleine besturen gehanteerd. De signaleringswaarde voor de financiële buffer, rekening houdend met de grootte van Stichting ROOS, is 5%.
Pagina: 35 / 60
35
II Budgetbeheer Kengetal a. Liquiditeit: Current ratio (vlottende activa/vlottende passiva) b. Rentabiliteit: Exploitatieresultaat / totale baten
Ondergrens
Bovengrens
0,5
1,5
0,97
1,18
0%
5%
1,68%
2,87%
Waarde Stichting ROOS 2012 2013
De onder- en bovengrenzen voor de kengetallen moeten worden gezien als signaleringswaarden. Deze zijn ontleend aan het rapport van de Commissie Don. Voor een toelichting door het bestuur verwijzen wij u naar de betreffende paragraaf in het bestuursverslag.
Pagina: 36 / 60
36
A9 Instellingsgegevens Algemene gegevens Bestuursnummer : 41476 Naam instelling : Stichting ROOS Adres Postadres Postcode Plaats Telefoon E-mailadres Website
: : : : : : :
Contactpersoon Telefoon E-mailadres
: de heer H. Wevers : 0548-538670 :
[email protected]
BRIN-nummer 06BY 07GF 08TJ 08TN 09SG 10DG 10LY 10UY 11JA 11UO 18IF 18JP 18LF 18MS
: : : : : : : : : : : : : :
Haarstraat 83 Postbus 48 7460 AA Rijssen 0548-538670
[email protected] www.roos-twente.nl
De Schakel De Touwladder Tormentil Widerode Blokstoeke Dijkerhoek Weemewereld Bosschool De Holterenk Haarschool Salto De Drie Linden 't Heem De Peppel
Pagina: 37 / 60
37
Stichting ROOS Jaarrekening 2013
Pagina: 38 / 60
38
B Jaarrekening 2013 B1 Grondslagen Algemeen De grondslagen voor de jaarrekening zijn gebaseerd op het Burgerlijk Wetboek (Boek 2 Titel 9) en de Richtlijn Jaarverslaggeving 660 'Onderwijsinstellingen'. Indien niet anders is vermeld, worden activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Tenzij anders vermeld betreffen alle gepresenteerde bedragen euro's (€).
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het materieel vast actief. De gehanteerde activeringsgrens bedraagt € 500.
Financiële vaste activa De leningen en vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. De onder de financiële vaste activa opgenomen effecten (obligaties) worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. In de toelichting wordt tevens de actuele waarde per 31 december vermeld.
Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van vorderingen.
Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Tenzij anders vermeld, staan deze vrij ter beschikking.
Algemene Reserve Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten.
Bestemmingsreserves Hieronder zijn opgenomen de reserves die bedoeld zijn voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden, waarbij om die reden door het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht.
Voorzieningen
Pagina: 39 / 60
39
Tenzij anders aangegeven, worden voorzieningen opgenomen tegen de nominale waarde en worden gevormd voor concrete of specifieke risico's en verplichtingen, die op de balansdatum bestaan en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.
Voorziening Jubilea Deze voorziening is gevormd ter dekking van in de toekomst, conform de CAO-bepalingen, uit te keren bedragen als gevolg van dienstjubilea. In de berekeningen is rekening gehouden met een verwachte blijfkans van medewerkers en is gerekend met een contante waarde.
Pensioenen De onderwijsinstelling is aangesloten bij het bedrijfspensioenfonds ABP. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa. Nog niet betaalde premies worden als verplichting in de balans opgenomen. Voor bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder wordt, indien van toepassing, een voorziening opgenomen. Informatie over eventuele verplichtingen per ultimo boekjaar (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder is niet beschikbaar.
Voorziening Sparen ADV Deze voorziening is gevormd ter dekking van (mogelijke) aanwending van de door het personeel opgebouwde spaarverlof-rechten.
Onderhoudsvoorziening Deze voorziening wordt gevormd ter dekking van groot planmatig onderhoud. Dagelijks onderhoud wordt rechtstreeks ten laste van de exploitatierekening gebracht. De meerjarenonderhoudsvoorziening is gevormd op basis van eigen dotaties en verminderd met uitgaven voor groot onderhoud.
Grondslagen voor de exploitatierekening Baten Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdragen OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben.
Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen.
Vergelijkende cijfers De cijfers van 2012 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijking met de cijfers van 2013 mogelijk te maken.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Pagina: 40 / 60
40
B2 Balans per 31 december 2013
1
Activa
31 december 2013
31 december 2012
1.2 1.2.2 1.2.3
Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Leermiddelen
920.650 320.629
885.867 333.416 1.241.279
1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.7 1.5.8
Vorderingen Debiteuren Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa
4.925 366.783 41.158 44.156
1.219.283
5.040 430.536 77.586 91.848 457.022
1.7 1.7.1 1.7.2
Liquide middelen Kassen Banken
409 739.647
Totaal Activa
Pagina: 41 / 60
605.010
865 391.280 740.056
392.145
2.438.357
2.216.438
41
B2 Balans per 31 december 2013
2
Passiva
31 december 2013
31 december 2012
2.1 2.1.1 2.1.2
Eigen vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve publiek
882.736 197.911
611.716 205.699 1.080.647
2.2 2.2.1 2.2.3
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Onderhoudsvoorziening
68.475 275.794
817.415
64.428 303.746 344.269
2.4 2.2.2 2.4.3 2.4.4 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kortlopende schulden Vooruitontvangen gelden Crediteuren Ministerie van OCW Belastingen en premies soc.verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
130.367 249.902 1.000 268.591 101.298 10.041 252.242
Totaal Passiva
Pagina: 42 / 60
368.174
131.722 184.430 12.516 281.610 97.036 10.954 312.581 1.013.441
1.030.849
2.438.357
2.216.438
42
B3 Exploitatierekening over 2013 Begroting 2013
Realisatie 2013
Realisatie 2012
3
Baten
3.1 3.2 3.5
Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
8.396.768 34.854 276.006
8.833.958 47.723 288.607
8.663.661 59.727 270.138
Totaal Baten
8.707.628
9.170.288
8.993.526
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
7.148.727 166.201 651.830 674.774
7.398.643 185.322 691.314 641.935
7.366.885 151.125 663.552 678.181
Totaal Lasten
8.641.532
8.917.214
8.859.743
66.096
253.074
133.783
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.2
Financiële baten Financiële lasten
9.999 2.000
11.278 1.120
19.987 2.021
Saldo financiële baten en lasten
7.999
10.158
17.966
74.095
263.232
151.749
Exploitatieresultaat
Pagina: 43 / 60
43
B4 Kasstroomoverzicht over 2013 2013 Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatiesaldo Afschrijvingen Mutaties werkkapitaal - Vorderingen - Kortlopende schulden Mutaties voorzieningen
2012
263.232 185.322
151.749 151.125
147.988 17.40923.905-
27.904132.86850.545555.228
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa
207.317-
Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
456.262207.317-
456.262-
347.911
364.705-
392.145 347.911
Eindstand liquide middelen
756.850 364.705740.056
Pagina: 44 / 60
91.557
392.145
44
B5 Toelichting op de balans per 31 december 2013 1
Activa
1.2
Materiële vaste activa Aanschafwaarde per
Afschrijvingen tot en met
Stand per
31 december 2012
31 december 2012
31 december 2012
1.2.2 1.2.2.1 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
Inventaris en apparatuur Kantoormeubilair Schoolmeubilair Inventaris en apparatuur ICT
100.844 596.437 417.019 494.827
22.872 240.703 129.743 329.942
77.972 355.734 287.276 164.885
1.2.3 1.2.3.1
Leermiddelen Leer- hulpmiddelen
576.997
243.581
333.416
2.186.124
966.841
1.219.283
Totaal De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn: Inventaris en apparatuur Kantoormeubilair Schoolmeubilair Inventaris en apparatuur ICT
3,33% 5,00% 10,00% 20,00%
Leermiddelen Leer- hulpmiddelen
11,11%
De afschrijvingen zijn per 31 december 2013 als volgt te splitsen: Afschrijvingen schouw Afschrijvingen nieuw
7.788 177.534
Totaal
185.322
Pagina: 45 / 60
45
Mutaties 2013 Aanschafwaarde desInvesteringen investeringen
Afschrijvingen desinvesteringen
-
Aanschafwaarde per
Afschrijvingen tot en met
Stand per
Afschrijvingen
31 december 2013
31 december 2013
31 december 2013
110.842 636.644 442.025 453.343
26.785 262.229 170.435 262.755
84.057 374.415 271.590 190.588
9.998 40.207 25.006 88.335
129.819
129.819
3.912 21.527 40.692 62.633
43.771
-
-
56.558
620.769
300.140
320.629
207.317
129.819
129.819
185.322
2.263.623
1.022.344
1.241.279
Pagina: 46 / 60
46
1.5
Vorderingen 31 december 2013
1.5.1
1.5.2 1.5.7
1.5.8
1.7
Debiteuren Te vorderen Lumpsum Te vorderen P&A Ministerie van OCW Overige vorderingen Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde huisvestingskosten Overlopende activa
4.925 366.783 -
5.040 428.461 2.075
366.783 41.158 36.227 7.929
430.536 77.586 37.460 5.225 49.163
44.156
91.848
457.022
605.010
Liquide middelen 31 december 2013
1.7.1 1.7.2
31 december 2012
Kassen Banken
Pagina: 47 / 60
31 december 2012
409 739.647
865 391.280
740.056
392.145
47
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen Mutaties 2013 Stand per 31 december 2012
2.1.1 2.1.2
2.1.2
Algemene Reserve Bestemmingsreserve publiek
Bestemmingsreserves Bestuur: Reserve Personeel Reserve Eerste Waardering
Bestemming resultaat
Stand per
Overige mutaties
31 december 2013
611.716 205.699
271.020 7.788-
-
882.736 197.911
817.415
263.232
-
1.080.647
-
119.438 78.473 197.911
119.438 86.261 205.699
7.7887.788-
De reserves zijn publiek van aard.
2.2
Voorzieningen Mutaties 2013 Stand per
Stand per
31 december
31 december
2012
2.2.1 2.2.3
Personeelsvoorzieningen Voorziening Jubilea Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
Dotaties
Onttrekkingen
2013
Vrijval
64.428
23.189
19.142
-
68.475
303.746
94.000
121.952
-
275.794
368.174
117.189
141.094
-
344.269
Onderverdeling saldo per 31 december 2013 < 1 jaar
2.2.1 2.2.3
Personeelsvoorzieningen Voorziening Jubilea Overige voorzieningen Onderhoudsvoorziening
Pagina: 48 / 60
> 1 jaar
8.044
60.431
95.128
180.666
103.172
241.097
Stand per 31 december 2013
68.475 275.794 344.269
48
2.4
Kortlopende schulden 31 december 2013
Vooruitontvangen gelden Crediteuren Ministerie van OCW * Afdr / inh loonheffing Afdr / inh Participatiefonds Afdr / inh Vervangingsfonds Afdr / inh Proteq 2.4.7 Belastingen en premies soc.verz. Afdr / inh ABP Afdr / inh FPU Afdr / inh Partnerpluspensioen 2.4.8 Schulden terzake pensioenen Betalingen onderweg Netto salarissen Overige kortlopende schulden 2.4.9 Overige kortlopende schulden Overlopende passiva Te betalen vakantie-uitkering 2.4.10 Overlopende passiva
31 december 2012
130.367 249.902 1.000
2.4.2 2.4.3 2.4.4
246.202 16 20.710 1.663
131.722 184.430 12.516 260.170 51 19.862 1.527
268.591 83.728 17.474 96
281.610 79.786 17.152 98
101.298 6.831 3.210
97.036 47 8.374 2.533
10.041 19.472 232.770
Pagina: 49 / 60
10.954 84.987 227.594
252.242
312.581
1.013.441
1.030.849
49
Model G G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule * 2.4.4
G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar
Omschrijving toewijzing
Kenmerk
Scholing overblijfmedewerkers 2007-2012
PO/ZO 2007/12884
Datum toewijzing
Bedrag van de toewijzing
Aflopend op 31 december 2013
Pagina: 50 / 60
Ontvangen t/m 2013
Totale kosten Te verrekenen 31-12-2013 ultimo 2013
3.500
3.500
2.500
1.000
15.016
15.016
14.016
1.000
50
B6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief) Financiële verplichting Met ingang van 2011 is met Canon een nieuwe meerjarige huurovereenkomst (6jr.) voor het gebruik van multifunctionals (copiers) afgesloten. Het betreft een overeenkomst ten behoeve van het bestuurskantoor en de scholen met een jaarlijkse betalingsverplichting van € 69.744 incl. BTW. Huurverplichtingen Stichting ROOS heeft in 2009 een 5-jarig huurcontract afgesloten voor het gebruik van kantoorruimte. De hieruit voortvloeiende jaarlijkse betalingsverplichting bedraagt € 27.384. Het nog lopende huurcontract (einde 2014) voor het gebruik van kantoorruimte ten behoeve van het bestuurskantoor aan de Watermolen 90 in Rijssen is in 2013 opgezegd. Met de verhuurder is overeengekomen de huur van dit pand per 1 januari 2014 te beëindigen en gelijktijdig een nieuwe 5 jarige huurovereenkomst voor kantooruimte in het pand Haarstraat 83 in Rijssen af te sluiten. In het eerste jaar bedraagt de huurprijs op jaarbasis € 27.918 en vervolgens in de jaren daarna € 17.860.
Pagina: 51 / 60
51
B7 Toelichting op de exploitatierekening over 2013 met vergelijkende cijfers 2012 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
Begroting 2013
3.1.1 Normatieve rijksbijdragen OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW*
* Specificatie Overige subsidies OCW Niet geoormerkte subsidies: Prestatiebox Primair Onderwijs Bekostiging impulsgebieden Leerling gebonden financiering Bijzondere en aanvullende bekostiging Bijzondere bekostiging Jonge Leerkracht Subsidie voor studieverlof Herziening professionalisering schoolleiders Bekostiging eerste opvang vreemdelingen Bekostiging overblijf
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen
3.5
Overige baten
3.5.1 Verhuur onroerende zaken 3.5.2 Detachering personeel 3.5.6 Overige*
* Specificatie Overige Bestuursbaten van /aan Overige baten Overige
Realisatie 2013
Realisatie 2012
7.934.638 462.130
8.006.270 827.688
8.155.746 507.915
8.396.768
8.833.958
8.663.661
167.050 98.350 181.814 14.916 462.130
171.437 93.370 205.669 300.125 35.938 21.105 44 827.688
167.162 108.389 202.230 17.457 10.177 2.500 507.915
Begroting 2013
Realisatie 2013
Realisatie 2012
34.854
47.723
59.727
34.854
47.723
59.727
Begroting 2013
Realisatie 2013
Realisatie 2012
15.000 261.006
16.566 6.959 265.082
16.656 253.482
276.006
288.607
270.138
44.000 217.006 261.006
265.082 265.082
4.000 249.482 253.482
Pagina: 52 / 60
52
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.1.1 Lonen en salarissen* 4.1.2 Overige personele lasten** 4.1.3 Uitkeringen (-/-)
* Specificatie Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
** Specificatie Overige personele lasten Reiskosten (woon- werkverkeer) Dienstreizen Gratificaties Loonkosten derden Dotatie personele voorzieningen (Na)scholing Personeels- en arbeidsmarktbeleid Arbo-dienstverlening Overige
Begroting 2013
Realisatie 2013
Realisatie 2012
6.562.270 586.457 -
7.084.835 834.103 520.295-
7.197.826 661.895 492.836-
7.148.727
7.398.643
7.366.885
4.813.191 1.029.650 719.429 6.562.270
5.196.474 1.111.643 776.718 7.084.835
5.319.511 1.144.357 733.958 7.197.826
31.147 401.210 100.000 34.100 20.000 586.457
35.798 5.756 9.175 606.948 23.189 90.880 44.556 27.073 9.272834.103
36.177 4.593 9.160 483.262 4.241 91.336 62933.830 75661.895
Er heeft bezoldiging plaatsgevonden conform artikel 383 lid 1 BW. Voor een specificatie van het bedrag zie bijlage C5. Gemiddeld aantal FTE's - Directie - Onderwijzend personeel - Onderwijs Ondersteunend personeel
4.2
Afschrijvingen
4.2.3 Inventaris en apparatuur 4.2.5 Leermiddelen
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
Huur Huisvesting gemeente Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Dotatie onderhoudsvoorzieningen Overige huisvestingslasten
2013
10,10 96,81 8,00 114,91
Begroting 2013
Realisatie 2013
2012
10,70 98,61 9,05 118,36
Realisatie 2012
114.024 52.177
128.764 56.558
103.582 47.543
166.201
185.322
151.125
Begroting 2013
Realisatie 2013
Realisatie 2012
42.750 400 49.080 192.349 220.680 15.317 94.000 37.254
49.790 638 50.471 199.881 235.951 16.571 94.000 44.012
41.158 1.536 54.793 204.469 222.219 15.867 93.999 29.511
651.830
691.314
663.552
Pagina: 53 / 60
53
4.4
Overige lasten
Begroting 2013
4.4.1 Administratie en beheerslasten* 4.4.2 Inventaris en apparatuur** 4.4.4 Overige***
* Specificatie administratie en beheerslasten Onderwijsbureau/accountantskosten**** Kantoorbenodigdheden Reis- en verblijfkosten Telefoonkosten Portokosten Kabeltelevisie Overige beheerslasten
** Specificatie inventaris en apparatuur Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten
*** Specificatie overige Wervingskosten Representatiekosten Schoolse activiteiten Buitenschoolse activiteiten Kosten TSO/BSO Bijdragen aan/vanuit bestuur Verzekeringen Contributies Medezeggenschapsraad GMR Ouderraad Verbruiksmateriaal onderwijs Kopieer/reprokosten
**** Specificatie onderwijsbureau/accountantskosten - administratiekosten - accountantskosten, controle
5.1
Financiële baten
Financiële lasten
Realisatie 2012
213.325 104.775 356.674
210.791 109.229 321.915
206.406 135.325 336.450
674.774
641.935
678.181
152.000 4.450 19.800 3.050 2.368 31.657 213.325
156.774 4.036 21.118 2.935 3.648 22.280 210.791
144.927 3.881 42 21.447 2.857 4.372 28.880 206.406
4.200 100.575 104.775
3.422 105.807 109.229
5.735 129.590 135.325
2.855 14.250 16.450 200 44.000 4.156 23.313 1.634 16.790 149.500 83.526 356.674
3.035 8.552 21.591 2.180 3.829 23.383 1.089 1.124 111 165.317 91.704 321.915
1.167 12.095 38.466 1.376 705 3.903 23.796 1.960 6.092 160.337 86.553 336.450
152.000 152.000
151.591 5.183 156.774
139.822 5.105 144.927
Begroting 2013
Rentebaten
5.2
Realisatie 2013
9.999
Begroting 2013
Rente- en bankkosten
2.000
Pagina: 54 / 60
Realisatie 2013
11.278
Realisatie 2013
1.120
Realisatie 2012
19.987
Realisatie 2012
2.021
54
C Overige gegevens C1 Controleverklaring
Pagina: 55 / 60
55
C2 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatieresultaat over het jaar 2013 bedraagt € 263.232 positief. Het bestuur heeft besloten het exploitatieresultaat als volgt te verdelen en te onttrekken danwel toe te voegen aan de volgende reserves:
Stand 31-12-2012 Algemene Reserve Bestemmingsreserves
Bestemming resultaat
Overige mutaties
Stand 31-12-2013
611.716 205.699
271.020 7.788-
-
882.736 197.911
817.415
263.232
-
1.080.647
Pagina: 58 / 60
58
C3 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die aanleiding geven hier te worden vermeld.
C4 Overzicht verbonden partijen Overige verbonden partijen Naam
Juridische
Statutaire zetel
Stichting Vrienden van de Openbare Daltonschool De Holterenk Stichting Vrienden van de obs Overes Ouderraad obs Widerode Stichting Vrienden van de Haarschool
Stichting Stichting Stichting Stichting
Holten Rijssen Wierden Holten
C5 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Is er bezoldiging van de bestuurders
Ja
Is er bezoldiging van de toezichthouders
Nee
Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Functie Voorzittersclausule van toepassing? Naam bestuurder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband Taakomvang in Fte Dienstbetrekking (D) of op Interim basis(I)
Algemeen Directeur Nee Wevers, HJ (Herman) 1-12-2009 nvt 1,000 D Nee
Overschrijding WNT-norm Motivatie overschrijding WNT-norm Beloningen/gratificatie Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorziening beloning betaalbaar op termijn Uitkering wegens beëindiging van het dienstverband
€ 72.602,58 € 12.075,60 nvt € 84.678,18
Pagina: 59 / 60
59