E-ZINE Stichting ROOS
25 april 2013
OBS Haarschool: In het kader van de landelijke dag tegen pesten kregen de leerlingen van groep 5 van OBS Haarschool in Holten de workshop “Omgaan met pesten” aangeboden. Onder leiding van Monique Ophof van Bureau “Sta Sterk” deden de leerlingen vrijdagochtend in het speellokaal van de school oefeningen en kregen ze praktische tips over pesten. Met deze workshop vraagt de school aandacht voor dit fenomeen en maakt ze haar leerlingen weerbaar in situaties waarin pestgedrag voorkomt. ,,De workshop draait om bewustwording, preventie en het sterker maken van kinderen in pestsituaties”, vertelt trainer Monique Ophof. ,,Ik maak ze bewust van hun eigen rol bij het pesten en leer ze grenzen te stellen. Het onderscheid tussen plagen en pesten komt aan de orde en ik oefen het effect van verschillende lichaamshoudingen met ze”, voegt Ophof toe. ,,Tevens doe ik een aantal rollenspellen. Zo ervaren ze op een speelse manier hoe het is gepest te worden en hoe je daar op een goede manier op kunt reageren. Door verschillende rollen aan te nemen, weten ze ook hoe het voelt zelf te pesten of buitenstaander te zijn.” Dat “pesten” leeft onder de leerlingen van groep 5 blijkt uit de reacties tijdens de workshop. De kinderen doen enthousiast mee en gaan helemaal op in de oefeningen en rollenspellen. ,,Ik vind het een leuke workshop waar ik wat aan heb”, zegt de negenjarige Femke Nikkels. ,,Vooral de oefening met de plaatjes waarop verschillende emoties afgebeeld worden en waarmee je je grens leert kennen, vind ik leuk om te doen”. Klasgenootje Lex Oolbekkink zegt: ,,Op het schoolplein komt pesten wel eens voor. De pleinwacht en de meester proberen het te stoppen, maar dat lukt niet altijd. Ik ga de oefeningen uit deze workshop zeker tijdens het buitenspelen gebruiken.” Het is de bedoeling dat de leerkracht na de workshop het thema geregeld bespreekt in de klas. ,,In alle klassen besteden we met een speciale lesmethode het hele schooljaar door aandacht aan pesten’’, zegt directeur Jan Bult. ,,Daarnaast hebben we een pestprotocol en voeren we een actief beleid. Zodra er een pestsituatie is, gaan we met de betrokkenen om de tafel op zoek naar oplossingen. Een voorbeeld hiervan is het organiseren van pauzes op verschillende tijdstippen. Groepen die elkaar in de haren vlogen, komen elkaar niet meer tegen. Ik zeg niet dat pesten op OBS Haarschool niet voorkomt, maar we doen er alles aan om het te voorkomen.”
OBS De Peppel: Ouderbetrokkenheid Op OBS De Peppel krijgt ouderbetrokkenheid steeds meer vorm. Onlangs is een werkgroep ouderbetrokkenheid geformeerd, bestaande uit 4 ouders en 3 teamleden, waaronder de directeur a.i. De werkgroep houdt zich bezig met een aantal onderdelen: 1. De waan van het ‘schoolhek’. Een aantal actieve groepen binnen de school heeft een signaleren de functie. Wij vragen de MR, de OR en de werkgroepleden op te treden als ambassadeurs, als ouders hun onvrede uiten bij het schoolhek. Doorverwijzen naar de plek waar de onvrede besproken dient te worden is een eerste vereiste.
Binnen deze groep wordt besproken waar de onvrede vandaan komt en wat er aan gedaan kan worden. Kennelijk bestaat er grote behoefte onder de ouders informeel in gesprek te gaan met de directie en het team. Daarom wordt vanaf de maand mei maandelijks een “In-gesprek-met-moment” gepland. Ouders krijgen de gelegenheid binnen te lopen en onder het genot van een kopje koffie/thee te praten over de meest uiteenlopende onderwerpen. Natuurlijk gaan de gesprekken niet over het kind. 2. De 10 criteria van de Stichting LLO. Het team en ouders van OBS De Peppel hebben de ambitie geuit volgend schooljaar het keurmerk ouderbetrokkenheid binnen te halen. Dit is een initiatief van de Stichting LLO (Leraar-Leerling-ouder, www.stichtingllo.nl ). De doelstelling van het keurmerk van Stichting LLO is scholen stimuleren een gezond klimaat tussen leerlingen, ouders en leraren te creëren. Dat vraagt van iedereen een inspanning, met name voor de leraren en de ouders die samen verantwoordelijk zijn voor de beste leeromgeving van de leerlingen. Bovendien heeft iedere leerling recht op een goede samenwerking tussen school en ouders. Verder is het keurmerk een garantie voor ouders dat de school de samenwerking tussen school en ouders goed voor elkaar heeft. De school wordt immers geregeld getoetst of zij nog voldoet aan de 10 criteria die de Stichting LLO stelt om het keurmerk te mogen verkrijgen. De Stichting LLO kenmerkt zich door de drie pijlers: 1. samen verantwoordelijk 2. gelijkwaardig 3. verantwoordelijk voor elkaar
Er zijn 10 criteria die voorwaardelijk zijn om het keurmerk van de Stichting LLO te verdienen: 1. De school heeft een heldere visie op ouderbetrokkenheid. Uit alle informatie van de school aan ouders blijkt hoe belangrijk de school ouderbetrokkenheid vindt. Ook in het gedrag van de medewerkers van de school is de visie op ouderbetrokkenheid zichtbaar. 2. De school laat zien dat leraren, leerlingen en ouders actief betrokken worden bij het schoolbeleid. Bijvoorbeeld door middel van panelgesprekken met ouders, een leerlingenraad, een brainstorm tussen leraren, leerlingen en hun ouders over een bepaald beleidsthema, enzovoort. Leraren, leerlingen en ouders weten wat er met hun inbreng gebeurt. 3. Op school is aan alles te merken dat leraren, leerlingen en ouders welkom zijn op school. 4. Leraren, leerlingen en ouders zijn samen verantwoordelijk voor het onderwijs en de leerresultaten. De school stimuleert het onderwijsondersteunend gedrag van ouders. 5. Gesprekken tussen leraren, leerlingen en ouders worden vanuit gelijkwaardigheid gevoerd. Iedereen heeft zijn eigen actieve inbreng. Leerlingen zijn zoveel mogelijk bij alle gesprekken aanwezig. De plaatsen waar gesprekken worden gevoerd zijn voor iedereen comfortabel en gelijkwaardig en er is voldoende tijd voor alle deelnemers. 6. Leraren, leerlingen en ouders voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en zijn daarop aanspreekbaar. Zo wordt er respectvol over elkaar gesproken zowel binnen als buiten de school. Voor leraren, leerlingen en ouders die buiten de groep dreigen te vallen voelt iedereen zich verantwoordelijk. 7. Het leerlingendossier is toegankelijk voor leraren en ouders. Ouders worden uitgenodigd informatie toe te voegen. 8. Iedereen kan zien welke officieel gemelde klachten er zijn en wat er met deze klachten gebeurt. Natuurlijk worden privacy regels hierbij in acht genomen. 9. De opkomst bij bijeenkomsten met leerlingen en/of ouders is > 80%. De mate van verantwoordelijkheid, betrokkenheid en samenwerking komt onder meer tot uiting in dit criterium. 10. Wetten en regels voor leerlingen en ouders worden door de school actief en helder duidelijk gemaakt en door iedereen nageleefd (zoals leerplicht, ouderbijdrage, enzovoort).
Als basis gebruikt de werkgroep het boekje “Ouderbetrokkenheid voor elkaar” van het CPS. Een van auteurs, Peter de Vries, wordt betrokken bij de thema-avond die op 13 juni wordt gehouden.
OBS Widerode: Technieklessen: Net als in andere groepen is groep 6 de afgelopen periode weer bezig geweest met techniek. Mede dankzij de hulp van vele ouders en een opa (waarvoor dank!) hebben de kinderen gewerkt aan verschillende onderwerpen en met verschillende materialen. Zo werden er huizen ontworpen en gemetseld van echte steentjes. Door cement te maken van water, zand en bloem en de steentjes op de juiste manier te bouwen, ontstonden in korte tijd prachtige bouwwerkjes en moesten de architecten in spe ook denken aan een stevige constructie. Ook werd er in een ander lokaal gewerkt aan een elektromagneet. Door onder andere een batterij, koperdraden en een dikke spijker te bevestigen op een plankje kon een stroomkring worden gemaakt, waardoor die dikke spijker magnetisch werd. Daarnaast konden de kinderen zich bekwamen in het maken van een waterturbine (melkpak + gaatjes gevuld met water laten ronddraaien) en een windmolen (van papier op een stokje). Zo werd er geleerd hoe in het echt water- en windenergie kan worden opgewekt. Het in elkaar zetten van constructieve bouwwerken werd ook beoefend met marshmallows en satéstokjes. De kinderen hadden de opdracht om een toren, brug of iets anders te ontwikkelen, waarbij de stevige constructie centraal stond. Er werd geleerd dat er vooral gebouwd moest worden met schuingeplaatste verbindingen (bijvoorbeeld een schoor) om het bouwwerk zo stevig mogelijk te maken. Aan het eind van de les toonden de kinderen trots hun grote hoge werkstukken en lieten zien dan hun bouwsels niet onder deden voor de Eiffeltoren of de Sydney Bridge. Tot slot kon in de les daarna een ophaalbrug of een weegschaal vorm worden gegeven met Tech Cards. Deze kartonnen kaarten met gaatjes (lijkt op meccano) lenen zich prima op snelle wijze een bouwwerk te maken. Aan het eind van die les had elk kind zijn of haar ophaalbrug of weegschaal wel klaar!
Succesvol schoolvoetbaltoernooi Voor de 38e keer organiseerde SVZW het jaarlijkse schoolvoetbaltoernooi voor de groepen 7 en 8 van de Wierdense basisscholen. Voor OBS Widerode, met deelname van 3 meisjesteams en 2 jongensteams, niet zonder succes! Meisjesteam 1 veroverde een knappe 2e plek, terwijl jongensteam 1 een mooie 3e plek behaalde. De prijzen werden uitgereikt door Wierdenaar en huidig sterspeler van Heracles Almelo, Thomas Bruns.
OBS ’t Heem: Dag tegen het pesten Vrijdag 19 april was het de landelijke dag tegen het pesten. Op deze dag heeft OBS ’t Heem er voor gekozen extra aandacht te geven aan wat pesten is, wat voor effect het heeft en vooral hoe je er met z'n allen op een positieve manier aandacht voor kunt hebben. Na een aantal vervelende incidenten, die uitgebreid in de media onder de aandacht zijn geweest, wordt er op landelijk niveau gesproken over het verplicht invoeren van een lesmethode. OBS ’t Heem maakt, naast de methode Leefstijl, vooral gebruik van de werkvormen vanuit Dalton en Meervoudige Intelligentie/ Wereldoriëntatie, waarbij kinderen leren met elkaar (samen) te werken.
OBS ’t Heem is van mening dat pesten niet via een lesmethode moet worden aangepakt, maar dat er iedere dag aandacht voor moeten zijn! Kinderen moeten zich te allen tijde veilig voelen op school. Dat neemt niet weg dat wook OBS ’t Heem af en toe met pestgedrag te maken heeft. Er wordt geprobeerd dat altijd zo snel en adequaat mogelijk op te pakken. Daarbij is de hulp van ouders nodig om samen tot een goede oplossing te komen voor het kind. Eén maatregelen die werd genomen is dat een pest-protocol wordt gebruikt (met daarin onder andere het OEPS blad). Ook wordt op dit moment gewerkt met een methodiek Rots en Water, waarbij de kinderen leren om te gaan met elkaar, zonder de ander daarbij uit te sluiten. Omdat het team van OBT ’t Heem nieuwsgierig is hoe de kinderen van de school, het “schoolklimaat”, ervaren, hebben de kinderen uit de groepen 5 t/m 8 een digitale enquête ingevuld waarbij vragen over pesten en veiligheid op school centraal staan. Ook zijn kinderen druk bezig geweest met het maken van anti-pest posters.
De kinderen hebben allemaal een armband gekregen om te laten zien dat ze “goed zijn” omdat ze beloven er alles aan doen het pesten op onze school te voorkomen! Door het dragen van dit armbandje heeft iedereen zich vastgelegd zich hier aan te houden en kan iedereen elkaar er op aanspreken wanneer het even niet goed gaat!
……………………………………………………………... Lief en Leed: Geboren: 16 april 2013: SEM, broertje van Thom en zoon van Karin en Arne Vermeij-Smit. Van harte gefeliciteerd! 11 april 2013: Renske, dochter van Muriel en Martin Kattier. Muriel werkt bij ObT en heel veel medewerkers van ROOS kennen haar. Van harte gefeliciteerd met de geboorte van Renske!
Van het Bestuurskantoor: Vanessa Berentschot, beleidsmedewerker P&O van het bestuurskantoor, is al enige tijd ziek. Gelukkig zet het herstel goed door. Ze hoopt na de meivakantie aan haar re-integratie te gaan beginnen.
Nieuwbouw De Twijn: Op donderdag 25 april zetten Henk Smit, algemeen directeur van Koopmans Bouw en Johan Coes, wethouder Zorg, Welzijn, Onderwijs en Sport, hun handtekening onder de overeenkomst voor de bouw van scholencluster De Twijn aan de P.C. Stamstraat. De aannemer begint meteen na de bouwvak met de bouw. De oplevering is gepland aan het begin van schooljaar 2014/2015. In de Twijn is straks plaats voor PC basisschool Talentrijk, OBS De Peppel, Buitenschoolse opvang van Stichting Kinderopvang West-Twente en een sportzaal, ter vervanging van de gymzaal aan de Schoolstraat. Nadere invulling De afgelopen tijd hebben alle samenwerkende organisaties gebruikt om het ontwerp voor de indeling en inrichting van de school aan te passen aan specifieke eisen. In de tussentijd werd de bouw verder voorbereid. Zo komen er een inrit en een uitrit voor het bouwverkeer aan de P.C. Stamstraat. Met het oog op de veiligheid worden het voetpad en het fietspad iets verlegd. Groen De Twijn wordt een gebouw dat omringd wordt met veel groen. Er komt een mooi speelplein waarbij er goed op wordt gelet dat het aansluit bij de omgeving: het Blokkenpark en de hertenweide (die ook opnieuw worden ingericht). Op het terrein staan nu al veel bomen en struiken. Enkele bomen zullen gekapt moeten worden om plaats te maken voor het gebouw. De kapvergunning daarvoor is inmiddels aangevraagd. De bomen kunnen pas gekapt worden als het broedseizoen van de vogels voorbij is, ongeveer halverwege juni. Rond dezelfde tijd zullen we ook beginnen met het bouwrijp maken van het terrein: dat wil zeggen dat alles wat er nu nog staat, wordt weggehaald en dat de grond overal gelijk wordt gemaakt. Water In de aanpalende wijk De Blokken wordt het regenwater apart opgevangen. Dat wordt naar de Regge geleid. Omdat er de laatste jaren geregeld fikse regenbuien voorkomen, waarin in korte tijd extreem veel water naar benden komt, moet er voldoende ruimte zijn om dat water op te vangen en naar de Regge af te voeren. Daarom zijn er nu al wateropvang-vijvers (wadi’s) in het Blokkenpark. In het ontwerp van het buitenterrein van De Twijn is ook rekening gehouden met water: vóór het schoolgebouw is er rekening gehouden met een strook van ongeveer 10 meter waarin ruimte is voor een beek, greppel of wateropvang bak. Hoe dat er precies uit komt te zien, is nog onduidelijk, maar de veiligheid voor kinderen wordt scherp in het oog gehouden.
…………………………………………………………….
ROOS TOPPER Anne van Dam
Naam: Anne van Dam Leeftijd: 19 jaar (2013) Waar: Sint Michelsgestel Burgerlijke staat: ongehuwd Woont nu: in Geerdijk (gemeente Twenterand) Basisonderwijs: OBS De Schakel Vervolgonderwijs: Scholengemeenschap Erasmus in Almelo (HAVO) Anne heeft haar eerste basisschooljaren doorgebracht op een Montessorischool in Oosterhout. Dat waren de groepen 1 t/m 4 en 5 en 6. Daarna is ze met haar familie naar Twenterand verhuisd. Daar kwam ze op OBS De Schakel voor de leerjaren 7 en 8. Ze vond het leuk op de basisschool. Het ging haar gemakkelijk af en ze had geluk met de meesters en juffen waar ze mee te maken had. Het voelde fijn op school! Gymnastiek vond ze bijvoorbeeld heel leuk. Ze was altijd een van de beste en werd vaak als een van de eerste uitgekozen! Er waren ook dingen die ze niet zo leuk vond, namelijk rekenen. Wat haar van de basisschooltijd het meest is bijgebleven is dat het wennen was van Brabant naar Twente te verhuizen. De taal/dialect was heel anders en ook de manier waarop men spreekt en het woordgebruik. Ze had aan aandacht geen gebrek in de nieuwe groep op OBS De Schakel. “Je bent nieuw, je komt van buiten en dan ben je leuk en interessant”, vertelt Anne. Anne woont in een bijzonder gezin. Ze heeft biologische broers en zussen, (één biologisch zusje en één broertje) maar er zijn ook pleegkinderen in het gezin. Ze wonen met tien mensen in het huis. Voor haar moeder is het een voltijds baan om alles goed te organiseren. Haar broer Yorben van 20 woont al dertien jaar in het gezin. Er worden geen “tijdelijke” kinderen in het gezin opgenomen, de kinderen die in het gezin Van Dam komen wonen, blijven er tot ze volwassen zijn en eigen keuzes maken. Vader Van Dam werkt op de meldkamer van de ambulancedienst. Het was de wens van Anne een opleiding in de journalistiek te doen. Ze wilde graag TV-presentatrice worden. Maar, omdat ze een bijzondere passie heeft, stelt ze haar plannen bij en gaat ze misschien naar de hotelschool. Daarvoor kiest ze omdat ze heel graag terug wil naar Malawi, waar ze twee maanden vrijwilligerswerk heeft gedaan. Anne heeft altijd al naar Afrika gewild, op de een of andere manier ligt dat continent haar heel dicht op het hart. Ze heeft voor Malawi gekozen omdat dat een veilig land is, politiek en economisch stabiel, en ze kon er naar toe via de reis-/hulporganisatie Activity International. Het is een prachtig land in het zuid-oosten van Afrika. De mensen zijn er heel vriendelijk. Het droge seizoen is van 1 juni tot eind augustus. De rest van het jaar heerst de moesson en is het er nat en vochtig.
Hoe Anne van Dam in Malawi terechtkwam: In februari 2012 werd in Amsterdam een Afrika-dag gehouden met hulp- en reisorganisaties. Haar surprise party had als thema Malawi, dus toen moest Anne wel naar Malawi. Toen was het besluit snel genomen. Anne zich aangemeld voor het project Sports & Teaching van Naturally Africa Volunteers bij de Nederlandse hulporganisatie Activity International. (http://www.activityinternational.nl). Dat is een organisatie waar je een reis kunt boeken met iets extra’s. Je kiest een werelddeel, een land en wat je er zou willen doen. In Malawi heet het “Natural Africa Volunteers”. Anne moest wel heel hard sparen voor de reis en het verblijf want die kosten moet je zelf dragen.
Erg leuk en leerzaam is dat je vrijwilligers van over de hele wereld ontmoet in dit vrijwilligerswerk. Je kunt kiezen voor een verblijf van één of twee maanden(of langer). Elke twee weken is er wisseling van de wacht, dan vertrekken vrijwilligers en stromen nieuwe in.
Anne moest natuurlijk vooraf aan de reis een heel vaccinatieprogramma volgen en zich inwerken in het land en het project. In Malawi heeft ze gewoond in Nkope, dat is een kleine plaats aan een langgerekt meer (het Malawi meer of Lake Malawi) in het noordoosten van Malawi, iets onder Monkey Bay. Het volk waar ze verbleef kent geen stammen of hiërarchie. De taal is Chichewa. Ze heeft les gegeven aan jonge kinderen en aan sport gedaan met kinderen. Met de meisjes werd netbal en volleybal gespeeld en met de jongens werd er (natuurlijk) gevoetbald. Het basisonderwijs in Malawi is gratis. Er was één basisschool met 600 leerlingen en een middelbare school met 50 leerlingen. Daaraan kun je zien dat heel veel kinderen alleen (en vaak deels) naar de basisschool gaan en dan in het gezin moeten helpen. Veel kinderen lijden aan ondervoeding. De meeste gezinnen kunnen het niet betalen vlees te eten. Ze krijgen dus maar eenmaal per jaar (!) wat vlees te eten en de rest van het jaar is er een soort maïspap (pala) of mais en rijst (nzia) als basis en soms vis uit het meer. Er is een klein ziekenhuis, maar het kost geld als je je daar moet laten behandelen. Het percentage aids/hiv is groot. Er is overigens wel een gratis aidstest beschikbaar. Het aantal jonge kinderen dat sterft is groot, er zijn maar weinig mensen die de 65 jaar halen. Er is geen geld voor medicijnen. In de periode dat Anne in Nkope woonde heeft ze meegemaakt dat er een kindje stierf, Dat was natuurlijk aangrijpend.
De mensen in Nkope leven van de opbrengsten van de verkoop van vis en aardappels, bananen groenten langs de weg. Ze houden geiten voor melk en vlees en schapen en kippen. Er is beperkt openbaar vervoer. Je gaat per benenwagen, fiets of fietstaxi. Soms is er een truck (matola) waarmee je kunt meereizen. Matola’s zijn auto’s met een grote laadklep. Ze rijden op de ‘grote wegen’ en als je mee wilt rijden ga je op de weg staan, zeg je waar je heen wilt en je betaalt een hoeveelheid geld afhankelijk van de afstand. In haar vrije tijd kon ze rondreizen in de omgeving en bijvoorbeeld westers eten kopen. Er wordt veel aan dans en muziek gedaan onder de inwoners van Malawi. Moslims en Christenen (RK en Protestant) leven apart van elkaar. Er zijn kerken en moskeeën in Nkope. Alle Christenen hebben dezelfde kerken en diensten, alleen de moslims hebben een apart kerkje. De verschillende geloven leven niet apart van elkaar maar juist door elkaar.
Gnoe of Wildebeest
Nijlpaard
In het meer leven krokodillen en nijlpaarden. Verder kun je in de omgeving jakhalzen, hyena’s en gnoes (wildebeesten) tegenkomen. Anne heeft een geweldige tijd doorgebracht in Malawi. Ze wilde het liefs blijven, maar dan kon niet. Maar ze gaat graag terug. Dat kost veel geld en daarom heeft ze nu een baantje in een restaurant om geld te verdienen. Als beste eigenschap rekent Anne dat ze vrolijk is en sociaal. Winnen (verliezen is echt niet leuk) noemt ze een minder goede eigenschap van zichzelf. Anne houdt van allerlei soorten muziek en natuurlijk het meest van Afrikaanse, hoe kan het anders! Ze vond de film “The Lion King” helemaal geweldig, maar (iets heel anders) “The Green Mile” vond ze ook heel mooi. Anne niet zo houdt van lezen. Maar van het boek “Lord of the flies” een klassieker van de schrijver William Golding, heeft ze bijzonder genoten. Als je haar vraagt wat ze van kunst vindt, zegt ze dat ze niet zo’n museumbezoeker is, maar dat moderne, eenvoudige, kunst haar wel kan bekoren. TV kijkt ze wel, vooral naar dieren-programma’s, zoals op de zender Animal Planet. Bijhouden wat er in de wereld en haar eigen omgeving gebeurt, doet Anne niet door krant te lezen. Daar houdt ze niet van. Uitgaan doet ze eenmaal per maand naar Almelo met vrienden en vriendinnen, naar de discotheek of een café. Als het om lekker eten gaat kun je haar wakker maken voor tortilla of voor Afrikaans eten. Het is natuurlijk Afrika in het algemeen en Malawi in het bijzonder dat ze als vakantiebestemming zou kiezen. Duitsland is een land waar Anne echt helemaal nooit naar toe zou gaan om er vakantie te houden. Anne vond het moeilijk na de periode in Malawi terug te komen in Nederland. Ze ergert zich vooral aan het gezeur in Nederland over de crisis (hoe zo crisis, kijk eens naar (de armoede in) Afrika). De haast (niet alles hoeft meteen vandaag) die mensen hebben en het altijd maar volgens de klok leven (relax en is meer dan werken alleen!) De mensen in Malawi vormen een grote inspiratiebron voor Anne van Dam. Het is dan ook haar ambitie er terug te keren naar Malawi en daar aan eenzelfde of een medisch project mee te doen. Zolang dat nog niet kan denkt ze na over een te volgen vervolgopleiding die ze ook kan inzetten in het ontwikkelingswerk, werkt ze in een restaurant om geld te verdienen en doet ze aan paardrijden of volleybal in haar vrije tijd. Anne veel succes toegewenst en laat nog eens van je horen als je weer in Afrika bent (geweest)!
……………………………………………………………. Bestuursbesluiten: Op 22 april 2013 heeft de bestuurder het BestuursFormatiePlan 2013-2014 vastgesteld. Dit werd in de vergadering van 16 april door de GMR ondertekend.
Van het MT: Het MT was op 23 april de hele dag bijeen in het kader van de managementontwikkeling. Het dagonderwerp was de onderwijskwaliteit.
ROOS Onderwijsdag 28 maart 2013: De presentatie van de workshop van Ellen Bal: Anders dan ik – Vanzelfsprekend kunt u vinden: http://stichtingroos.nl/personeel/roos-onderwijsdag-2013.html Van de GMR: Op 12 juni wordt in een feestelijke bijeenkomst afscheid genomen van de leden van de oude GMR.
Van de Raad van Toezicht: Voor u gelezen of gezien: Een interview met Jan Diemer, oud-voorzitter en erelid van de NDV (oud hoofd van De Dorpsschool in Holten) Jij met je Dalton! In 1997 neemt Jan Diemer, oud-voorzitter van de NDV en erelid van de vereniging, afscheid van het onderwijs. Hij is daarna nog een paar jaar bestuurslid van de NDV en daltonvisiteur. Tijdens, wat later zijn laatste schoolbezoek als daltonvisiteur zal blijken te zijn, spreekt de directeur van de desbetreffende school over het IST en RST. 'Ik wist niet waar hij het over had. Toen ik zelf eenmaal directeur af was en de ontwikkelingen niet meer op de voet volgde, raakte ik snel achterop. Het was goed dat ik er toen als 68jarige mee stopte. Ik kijk terug' op een prachtige tijd. Dalton heeft mijn leven verrijkt.' Diemer is in 1936 in Amsterdam geboren en brengt er ook zijn jeugd door. Zijn Amsterdamse accent en zijn Amsterdamse karakter heeft hij daarna nooit verloren, ook al brengt zijn carrière hem naar Amersfoort, Drenthe en uiteindelijk naar Overijssel. Persoonlijkheidsonderwijs Jan gaat naar school op de Hillegomschool in Amsterdam-West. Zonder dat zelf destijds beseft te hebben, moet daar de liefde voor Dalton ontstaan zijn. De Hillegomschool was een vernieuwingsschool, een school met een 'losser klassenverband'. De grondlegger, de onderwijzer Leo Groeneweg, krijgt in 1920 toestemming een proefklas met persoonlijkheidsonderwijs te beginnen op de Staringschool. In 1930 wordt het experiment uitgebreid op de Hillegomschool, de 'Eerste School voor Persoonlijkheidsonderwijs'. 'We hadden geen vast rooster,' zegt Diemer, 'en werkten er dagelijks zo zelfstandig mogelijk aan opgedragen taken.' Opmerkelijk is dat, als Kohnstamm in 1924 het in Engeland onderzochte daltononderwijs in Nederland wil introduceren, hij hiervoor de naam persoonlijkheidsonderwijs overweegt, maar: 'omdat onder dien naam juist in de laatste maanden de eerste ervaringen zijn gepubliceerd met individueel onderwijs in de lagere school' (Bigot, e.a., 1924) wordt de term 'persoonlijkheidsonderwijs' uiteindelijk niet benut. Van school verwijderd Na de middelbare school is het voor Jan nog allerminst duidelijk dat hij onderwijzer zal worden. Hij gaat wel naar de Gemeentelijke Kweekschool in Amsterdam, maar probeert ook verschillende andere baantjes uit. Het afronden van zijn onderwijzersopleiding gaat niet zonder slag of stoot. 'Parkhurst gooide ooit een tomaat naar een leerkracht en werd vervolgens geschorst! Toen ik, na een ziekteperiode in een sanatorium doorgebracht te hebben, op school van leraar Fenz te horen kreeg dat ze me daar nog een jaartje extra hadden moeten vasthouden, gooide ik hem in een opwelling een inktpot naar zijn hoofd! Ik werd geschorst, mocht uiteindelijk terugkomen als ik mijn excuses zou maken, maar dat heb ik nooit gedaan!' 'Ik ben toen naar de Hervormde Kweekschool van Johan van Hulst gegaan. Van Hulst, later hoogleraar en politicus, leeft nog steeds. Hij is inmiddels 102 jaar! Ook op zijn school ben ik overigens verwijderd! Een leraar scheurde een boek van mij in tweeën en ik maakte daarop de nodige stennis! Ik mocht nog wel mijn examen doen. Later heb ik Van Hulst op mijn knieën gesmeekt of ik bij hem nog de hoofdakte mocht doen.' Een volgeling van Hein Kleyn In 1958 gaat Diemer, als gymnastiekleraar, deels werken op de daltonschool in Sloten, waar Hein Kleyn dan hoofd is. Kleyn was destijds een belangrijk man, een bestuurslid van de NDV. 'Amsterdam was na de Tweede Wereldoorlog" belangrijk binnen de vereniging, met hoofden als Kokkes, Uittien, Tromp en Kleyn en met de gemeentelijk inspecteur Bakkum. Ik heb op de school van Kleyn geprobeerd het gymnastiekonderwijs te daltoniseren!' Voor de hoofdakte loopt Diemer in 1959 op dezelfde school in Sloten stage. 'Daarna heb ik gewerkt op een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen in Amsterdam-Noord. Ik heb ook nog mijn MO-akte pedagogiek in Utrecht gedaan.'
Als Hein Kleyn naar Amersfoort verhuist en daar bij de Amersfoortse School Vereniging een school gaat daltoniseren, vraagt hij Diemer om hem, als jonge onderwijzer, te volgen. 'Ons werd daar een huis in het vooruitzicht gesteld. Dat zou er in die tijd in Amsterdam echt niet van gekomen zijn. Dus gingen we in 1961 naar Amersfoort.' Een daltoncarrière 'In 1969 word ik zelf hoofd van een school in Valthermond. Daar groeit de school onder mijn leiding, geleidelijk naar Dalton toe. In 1977-1978 maak ik een nieuwe stap in mijn carrière en ga ik naar de Dorpsschool in Holten. Het is een hectische tijd. Ook die school wordt een daltonschool. En terwijl het feest van het vijftigjarig bestaan van de school voorbereid en gevierd wordt, lig ik in het ziekenhuis met een lichte hartaanval!' De jaren zeventig zijn bijzondere jaren voor de NDV. In 1971 wordt de vereniging in slapende toestand gebracht. Tot 1979 zijn er geen gezamenlijke activiteiten. Maar na de 'sluimerperiode' ontstaat er nieuw elan. Het driemanschap (Lignac, Brouwer en Kleyn) dat in deze periode op de winkel gepast heeft, komt in 1979 bijeen in De Oude Tram in Amersfoort. Er wordt ook een aantal jonge mensen bij gevraagd, als Hans Wenke, Hein Stempels, Peter Graafmans en Jan Diemer. Van hen wordt verwacht dat ze op termijn het stokje overnemen. Er wordt een ledenvergadering uitgeschreven, die op de school van Roei Röhner in Utrecht gehouden wordt. 'Ik weet nog goed dat er maar twee leden op af kwamen!' Toch wordt de NDV nieuw leven in geblazen. Er wordt een bestuur gekozen en Diemer wordt de voorzitter. 'We waren er in die begintijd flink druk mee. Meestal avondvergaderingen bij Röhner op school en allemaal liefdewerk-oudpapier. Mijn vrouw zei destijds wel eens: "Kun je voor dat Dalton van jou er niet een krantenwijkje bijnemen?"' 'Als voorzitter heb ik in 1981 de viering van het vijftigjarig bestaan van de vereniging meegemaakt. Er werd een grandioos feest voorbereid in Eindhoven. Iemand uit het bestuur had relaties bij Philips. Hij zou het feest wel regelen. Toen Peter Graafmans mij een paar dagen van te voren belde en vroeg wie dat allemaal zou gaan betalen, dacht ik naïef dat een feest regelen ook betekende het regelen van de betalingen. Ik heb op het feest in de rats gezeten en steeds gedacht dat de politie zo zou komen binnenvallen! Uiteindelijk, droeg nota bene Shell, voor elk jaar dat de NDV oud was, honderd gulden bij.' Bestuurslid, erelid en visiteur Toen de vereniging weer op de rails stond, is Jan teruggetreden als voorzitter: 'Ik was niet zo'n denker, prater en schrijver en had het ook druk met mijn eigen school.' Diemer werd in 1982 opgevolgd door Van Mierlo. 'Hij was met pensioen en kon er wat meer tijd in steken. Van Mierlo was altijd voorzichtig en op zoek naar compromissen. Hij heeft het prima gedaan, net als Dick van Hennik overigens daarna! Dick heeft het in het begin van zijn voorzitterschap wel lastig gehad. In 1994, toen hij net aangetreden was, speelden er irritaties tussen SDN (Stichting Dalton Nederland) en de NDV. De bestuursvergaderingen gingen in die tijd altijd over geld. De noodzakelijke professionalisering van de vereniging en de opleiding en begeleiding van leerkrachten en scholen leidde tot een verdere vercommercialisering. En door het groeiend aantal daltonscholen was er een flinke markt voor ouderavonden en cursussen. Nu kijken we er niet meer van op dat daarbij geld verdiend wordt, maar dat was midden jaren negentig wel anders!' 'Toen ik in 1997 op 62-jarige leeftijd met de VUT ging, ben ik enige jaren later ook uit het bestuur gestapt. Ik ben toen benoemd tot erelid van de vereniging! Na mijn benoeming is dat meteen afgeschaft, zodat ik nu nog het enige erelid ben! Later ben ik ook nog geridderd voor mijn bijdrage aan het daltononderwijs.' 'Als bestuurslid en visiteur heb ik wel unieke dingen meegemaakt. Ik weet nog goed dat ik bijvoorbeeld bij de opening van Het Roessink in Deventer in het donker met mijn beste pak in het prikkeldraad bleef haken en met een winkelhaak in mijn broek voor een grote groep ouders stond.' De Dorpsschool moet blijven! De meest vervelende fase in mijn carrière betrof de fusieperikelen in Holten. We hebben ervoor moeten vechten om het daltonkarakter van de Dorpsschool tijdens de fusie te behouden. Ouders wilden daarvoor van de openbare school desnoods een neutraalbijzondere school maken. Er werd actie gevoerd, zelfs met vliegtuigjes met slepen in de lucht waarop stond: 'De Dorpsschool moet blijven'. Het heeft bij de fusie een aantal collega's hun baan gekost. Dat was heel vervelend. Zij konden zich uiteindelijk niet in Dalton vinden. Het is mooi om te zien dat de fusieschool, OBS De Holterenk in Holten, nu toch een goede daltonschool is. Laatst was ik er weer even. Toen zei een voormalige ouder nog tegen me: 'Jij ook altijd, met je Dalton!' Mijn lust en mijn leven 'Onderwijs is altijd mijn lust en mijn leven geweest! Toen ik vroeger met mijn twee broers, die beiden ook directeur van scholen waren, bij mijn moeder op bezoek was, stond er altijd een potje op het dressoir. We mochten tijdens onze bezoeken aan haar altijd even tien minuten over onderwijs praten, maar daarna niet meer. Gebeurde dat dan toch, dan was zij onverbiddelijk en moest er door de overtreder een rijksdaalder in het potje gedaan worden! Van dat geld gingen we dan wel weer samen iets leuks doen!' DaltonVisie, Jaargang l - nummer 2, maart 2013 Jan Diemer. Interview René Berends
…………………………………………………………. PO ACTUEEL: Drie vragen over ... De zin of onzin van toetsen Mijn bestuur vindt dat alle leerlingen een A- of B-score moeten halen. Wat vindt Cito hiervan? ln veel gevallen is dat geen realistisch streven. De niveaus A tot en met E geven aan hoe goed de leerlingen scoren ten opzichte van de landelijke normgroep. Niveau A staat voor de 25% best scorende leerlingen, niveau B voor de 25% leerlingen die net tot ruim boven het landelijke gemiddelde scoren. Als uw bestuur van u vraagt dat alle leerlingen niveau A of B behalen, betekent dit dat het wil dat alle leerlingen boven het landelijke gemiddelde scoren. Dat kan een realistische doelstelling zijn voor die scholen die een uitzonderlijk goede leerlingenpopulatie hebben. Maar voor de meeste scholen is zo'n doelstelling te hoog gegrepen. Stel uw school heeft een gemiddelde leerlingenpopulatie, dan mag u verwachten dat minimaal 50% van de leerlingen niveau A of B behaalt. Of nog beter: dat de gemiddelde vaardigheidsscore van uw leerlingen minimaal gelijk is aan het landelijke gemiddelde. Uiteraard is het prima naar een hogere score te streven. Dat is ook het doel van veel onderwijsverbeteringsprojecten. Maar stel dan wel een realistisch doel. Niets is zo demotiverend als het werken met een doelstelling die nooit gehaald kan worden. Op de toetsen in de methode scoren mijn leerlingen veel beter dan op de toetsen van Cito, zijn de toetsen van Cito niet te streng? Nee, de toetsen van Cito en methodegebonden toetsen hebben elk hun eigen functie. Dit zorgt voor een verschil in scores. Een gemiddelde leerling zal bij de toetsen van Cito niet alle opgaven goed maken, zoals bij methodegebonden toetsen wel het geval is. Maar dat hoeft ook niet. Als een gemiddelde leerling op een toets van Cito niveau lll behaalt, is dat prima. De meeste methodegebonden toetsen zijn beheersingstoetsen. Daarmee gaat u na of de leerling bijvoorbeeld de spellingregels of rekenkundige bewerkingen kent die de afgelopen weken zijn behandeld in de klas. De meeste leerlingen zullen die opgaven goed maken. Wanneer de leerling de opgaven niet goed maakt, weet u dat de leerling de aangeboden stof nog onvoldoende beheerst. U kunt dan extra lessen of remediëring uit de methode aanbieden. De toetsen van Cito zijn geen beheersingstoetsen, maar normgerichte toetsen. Een belangrijk doel van deze toetsen is signalering: hoe goed rekent een leerling (of heel groep 4) ten opzichte van alle groep 4-leerlingen in Nederland? We willen dus niet alleen weten of een leerling beheerst wat is aangeboden, maar ook welke leerlingen wat extra’s aan kunnen. Als we alleen opgaven in de toets stoppen die een gemiddelde leerling goed kan maken, kunt u niet ontdekken welke leerlingen bijvoorbeeld veel beter kunnen rekenen dan gemiddeld. De toetsen van Cito bevatten daarom, in tegenstelling tot toetsen uit de methodes, opgaven van uiteenlopende niveaus. Zo krijgen alle leerlingen de kans te laten zien wat ze kunnen. Uiteraard houden we rekening met het gemiddelde niveau van de leerlingen. De toets is op deze manier uitdagend voor de leerlingen en zorgt voor een succeservaring. Een Toets is maar een momentopname. Waarom wordt de school wel afgerekend op de resultaten als die tegenvallen? De toetsen van Cito zijn bedoeld de vaardigheden van leerlingen en groepen in kaart te brengen. Op basis daarvan kunt u waar nodig het onderwijsaanbod aanpassen. Bij het kijken naar resultaten op schoolniveau, kijkt u naar gemiddelde scores van groepen leerlingen. Tegenvallende scores van individuele leerlingen vallen dan weg tegen scores van leerlingen die juist boven verwachting scoren. De gemiddelde scores zijn daarmee zeer bruikbaar om toetsresultaten te analyseren en interpreteren. Tegenvallende resultaten betekenen niet automatisch dat er wat aan de hand is, maar zijn wel een aanleiding meer informatie te verzamelen. Pas dan kunt u vaststellen of er extra acties nodig zijn. Stel bijvoorbeeld dat de leerlingen van groep 6 dit schooljaar op Rekenen-Wiskunde onder het landelijke gemiddelde scoren. U kijkt dan eerst nader naar de toetsresultaten. Bijvoorbeeld: hoe scoorden deze leerlingen in de vorige schooljaren op de toetsen Rekenen-Wiskunde, toen ze nog in groep 3, 4 en 5 zaten? Scoorden ze toen ook al onder het gemiddelde, of is het nu voor het eerst? En hoe scoorden de leerlingen die vorig schooljaar - en de schooljaren daarvoor - in groep 6 zaten? Zaten zij ook onder het gemiddelde, of is het de eerste keer dat de resultaten van een groep 6 tegenvallen? Vervolgens kunt u ook andere gegevens erbij betrekken. Vallen de resultaten op de methodegebonden toetsen ook tegen? ls er iets bijzonders aan de hand met deze groep 6? Denk dan aan wisseling van methode, uitval van de vaste leerkracht, stressvolle gebeurtenissen in de klas. Gebruikmakend van al deze informatie kunt u de tegenvallende resultaten in het juiste perspectief plaatsen: was het een eenmalige tegenvaller of is er structureel iets aan de hand met deze specifieke groep leerlingen, met alle groepen 6, of met het gehele onderwijs in het betreffende vakgebied? Niet onbelangrijk is de stap er na: bepalen welke acties u gaat uitvoeren. Op deze manier brengt u opbrengstgericht werken in de praktijk. En dat is heel iets anders dan het afrekenen van een school of leerkracht op het eenmalig tegenvallen van de resultaten van een toets.
…………………………………………………………….
Nieuwsbrief PORaad: 28 maart 2013 Eén basisvoorziening helpt ontwikkeling kinderen Het basisonderwijs, de peuterspeelzalen, welzijn en de kinderopvang roepen het kabinet op te komen tot een sterke basisvoorziening voor alle kinderen zodat die zich breed kunnen ontwikkelen. De samenwerkende partijen willen dit realiseren in de vorm van dagarrangementen bestaande uit kinderopvang, onderwijs, welzijn en andere voorzieningen voor kinderen. De PO-Raad, de MO-groep en Brancheorganisatie Kinderopvang roepen het kabinet op om samen door te pakken en doen voorstellen voor een gemeenschappelijke inspanning, via: de realisatie van een basisvoorziening voor alle kinderen; een breed taal- en ontwikkelingsaanbod voor kinderen met een achterstand; het bevorderen van samenwerking met gemeenten als regievoerder van VVE, passend onderwijs en wet zorg voor jeugd; harmonisatie van financiering, om de ontschotting te bevorderen zodat ouders kunnen kiezen voor een voorziening en zo min mogelijk administratieve lasten ervaren. Om de ontwikkeling van sluitende arrangementen tussen kinderopvang, onderwijs en welzijn te stimuleren, moeten wet- en regelgeving, financiering en de bestuurlijke rolverdeling dusdanig worden ingericht dat lokale initiatieven mogelijk worden gemaakt en worden gekatalyseerd, stellen de organisaties daarbij. Samenwerken Zij willen in gesprek met de Tweede Kamer en het kabinet om deze ambities nu eindelijk te realiseren. De tijd vraagt erom, met alle veranderingen op het gebied van zorg, welzijn, onderwijs en de kinderopvang. Slim samenwerken, is juist nu een must, stellen ze. Op lokaal niveau werken de branches al samen aan een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn, sluitende dagarrangementen en een gedeelde pedagogische visie, vormgegeven in voorzieningen als integrale kindcentra en brede scholen ,,Door alle talent van jongs af aan alle ontwikkelkansen te geven, investeer je in de kwaliteit van de samenleving van straks’’, zegt vicevoorzitter Simone Walvisch. Bij het vormgeven van integrale kindcentra, lopen schoolbesturen, wethouders en kinderopvangorganisaties tegen belemmeringen aan. Walvisch: ,,De samenleving van morgen zit bij ons in de groep. Dat maakt het wegnemen van belemmeringen urgent. Vandaar dit beroep op de Haagse politiek”. Alles begint echter bij de onderkenning dat investeringen in gebundelde arrangementen de moeite waard zijn. Het is goed voor kinderen, stimuleert de economie en de arbeidsparticipatie en levert de samenleving veel op.
……………………………………………………………. School! November 2012
Opmerkelijk
Beter onderwijs? Schaf democratie af! Rechtsfiloof Andreas Kinneging zegt dat de democratie er de schuld van is dat het slecht gaat met het onderwijs. De Leidse hoogleraar hield een lezing bij de Christelijke Hogeschool in Ede en bewerkte zijn bijdrage voor het Reformatorisch Dagblad. Hij beweert dat de neergang van het onderwijs in 1968 begon als gevolg van de democratisering van de samenleving. Als we willen dat de kwaliteit van het onderwijs weer beter wordt, moeten we wat hem betreft de democratie afschaffen en terug naar aristocratische normen, zoals discipline en hiërarchie. Kinneging kwam eerder in het nieuws met zijn pleidooi om alle journalisten te weren van het Binnenhof en met de kwestie rond PowNedjournalist Rutger Castricum, die hij bij de keel zou hebben gegrepen.
……………………………………………………………. How to ignite and empower children: Soulaima Gourani at TEDx Copenhagen 2012 http://www.youtube.com/watch?v=88lL_CpCS48 Soulaima Gourani has always been ambitious, but nobody expected that she would go far in life. In fourth grade her teacher even said that she should lower her ambitions since she was a girl, had dark skin and was called Soulaima. She found ways of overcoming these "challenges" and realised that her emotional and social skills were in high demand. According to her a greater focus on these "soft" qualities is needed in our schools to ensure the future happiness and success of our children.
……………………………………………………………. Onderzoek (HAN) Hogeschool Arnhem Nijmegen: Mannelijke pabostudent wil meer duidelijkheid van school Reflecteren, plannen en bijsturen van de opleiding. Met die vaardigheden heeft een mannelijke pabostudent vaak meer moeite, ontdekten onderzoekers op de HAN, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Na tweeënhalf jaar onderzoek zeggen ze: docenten moeten 'pabomannen' duidelijk vertellen wat de opleiding van ze verwacht. Deze woensdag presenteren de onderzoekers de resultaten op een symposium. In samenwerking met pabodocenten en leraren basisonderwijs hebben de onderzoekers tijdens het onderzoek op acht plekken in de opleiding aanpassingen gedaan. De uitkomsten zijn hoopvol: meer mannelijke studenten hebben hun propedeuse binnen het jaar gehaald, er zijn er minder uitgevallen en mannelijke studenten hebben ook beter gepresteerd.
……………………………………………………………. Een heel zonnige en ontspannen meivakantie toegewenst!
…………………………………………………………….
De volgende ROOS E-ZINE komt uit op donderdag 23 mei 2013. Graag uiterlijk op woensdag 22 mei 12 uur materiaal aanleveren
De Blokstoeke