jiS^^-^-
.***t.5.'',
mSte'm ^''
Postbus 7855 -1008 CA Amsterdam - Zwaansvllet 3 Telefoon 020 5418418 - www.pensloenfondspgb.nl
PfflSIOEHFOMDS VOOft DE OunsCHE BEDRUVCN
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0 Directie UAW/afdeling CAV Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG
datum afdeling contactpersoon telefoon e-mall nummer
7 augustus 2013 BBO M. Joosten 0207024211 m.]
[email protected] 20130807m
onderwerp wijziging verplichtstellingsbeschikking PGB Geachte directie. De ondergetekende, het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB), treedt hierbij op: Namens de Vereniging het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen, Koninklijke vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Kartonnages en Flexibele Verpakkingen Kartoflex, Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten, Vereniging Zeefdruk en Sign Ondernemingen, Vereniging Repro Nederiand, FNV Kunsten Informatie en Media, FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond h.o.d.n. CNV Media, CNV Vakmensen en De Unie. Deze organisaties kunnen worden beschouwd als een vertegenwoordiging van het georganiseerde bedrijfsleven in de betrokken bedrijfstakken (grafimedia bedrijven, kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf, de bereide verf- en drukinktindustrie), die een belangrijke meerderheid van de in die bedrijfstak werkzame personen vertegenwoordigt. Toelichting De aanleiding voor de aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling zijn de wijzigingen met betrekking tot de pensioendatum. De pensioendatum was 'de eerste dag van de maand waarin een deelnemer de 65e verjaardag bereikte' en is gewijzigd in 'de eerste van de maand waarin de deelnemer recht krijgt op een AOW-uitkering'. In verband met de verhoging van de AOW-leeftijd hebben Cao-partijen daarop hun pensioendatum aangepast. Verder is de tekst van onderdeel L (kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf) opnieuw geformuleerd waariiij aansluiting is gezocht bij de Cao-tekst en de gangbare praktijk. Dat heeft geen gevolgen voor uitbreiding/inkrimping van de weridngssfeer van de verplichtstelling. Tevens is een naamswijziging van de Vereniging De Nederiandse Dagbladpers in Vereniging NDP Nieuwsmedia doorgevoerd. Biilagen Als bijlagen treft u hierbij aan: de tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van de verplichtstelling na wijziging; de actuariële en bedrijfstechnische nota; het authentiek afschrift van de akte houdende wijziging van de statuten; een gewaarmerkt exemplaar van de wijzigingen van het pensioenreglementen (grafimedia, kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf, de bereide verf- en drukinktindustrie) en uitvoeringsreglement PGB; de representativiteitsgegevens en een toelichting bij de representativiteitscijfers. Wij merken op dat binnen PGB, naast de verplichtgestelde bedrijfstakken, eveneens uitvoering wordt gegeven aan de pensioenregelingen uit de sectoren uitgeverijbedrijf, papierindustrie, kunststof- en rubberindustrie en chemische en farmaceutische industrie die echter niet onder deze verpiichtsteiling vallen.
Kostendekkende premie Bovengenoemde wijzigingen van de verplichtstelling hebben geen substantieel effect op de doorsneepremie en op de kostendekkende premie gelet op de grootte van diegenen (werkgever en werknemers) die als gevolg van de wijziging verplicht gaan deelnemen aan PGB. ^ Mocht u nog vragen hebben dan verneem ik dat graag. Met vriendelijke groet. Pensioenfonds vogii^de Grafische
sten en bestuursondersteuning Bijlagen: 6
RepresentatMteits gegevens PGB
bedrijfstak verpfiditgesteid
werknemers totaal
werkgevers totaal
werligevers iidWGorg.
werknemers representativiteit bij ieden
1.842
24.830
1.108
18.869
75,896
Kartonnage
127
4.591
67
3.488
76,0%
VDITotaal
84
2.182
48
1.435
65,8%
L22a
2iZ22
75JL36
Grafimedia (md. VRN)
Totalen
_
1051
^^^^
NB: Aandachtpunt: actueel houden van lidmaatschap WVF en Kartoflex.
Wijze van verzameling van de representativiteitsgegevens PGB maakt voor het voeren van de pensioenadministratie en het bepalen van deelnemingsplicht van PGB gebruik van een centrale geïntegreerde database, waarin de volgende gegevens actief worden onderhouden : Werkgeversgegevens (inclusief bedrijfsuitoefeningen en lidmaatschappen aan de diverse werkgeversorganisaties); Werknemersgegevens; Dienstverbandgegevens (waaronder functie- en loongegevens); Werkingssfeergegevens (waaronder CAO's, A W en VPB); ; De centrale geïntegreerde database is geheel ingericht naar geldigheidsperiodes (dynamisch) en wordt niet uitsluitend voor het pensioenfonds PGB gebruikt maar ook ten behoeve van andere caofondsen (VUT- en sociale fondsen). Refererend aan de "checklist (vorm)vereisten representativiteisgegevens Wet Bpf 2000" geeft het w . volgende beeld: \^ - Gebruikte bronnen: : Centrale databestanden zoals die gebruikt worden voor de uitvoering van de diverse grafimedia-fondsen. De lidmaatschappen van werkgevers aan werkgeversorganisaties maakt hiervan een onlosmakelijk deel van uit. Gehanteerde onderzoeksmethode: Betreft een standaarduitvraag uit de centrale database, waarbij de gegevens integraal (géén steekproef) worden beschouwd. Hierbij wordt géén gebruikt van andere externe bronnen. Wijze van meting: De representativeitscijfers zijn allemaal bepaald op een bepaalde peildatum en zijn voor alle cijfers hetzelfde. Peildatum: De gehanteerde peildatum betreft 30 juni 2013. Grenzen aan het domein: In de werkingssfeer zijn bepaalde categorieën werknemers uitgezonderd (bijv. directeuren, vertegenwoordigers) én zijn bij de berekening van de cijfers niet meegenomen.
Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven VERPLICHTSTELLING VAN DEELNEMING IN HET PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN Bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van xx-xx-xxxx, nr. UAW/CAV/xxxxx is op grond van artikel 10, eerste lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 september 1955, nr. 3272, Stcrt. 1955, nr. 193 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2012, Stcrt. 2012, nr. 27253) zodanig gewijzigd, dat de deelneming in de Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven zoals in dat besluit is bepaald onder I. en II. is verplicht gesteld voor: iedere man of vrouw vanaf de eerste dag van indiensttreding bij de werkgever tot de eerste dag van de maand waarin hij of zij recht krijgt op een AOW-uitkering, a. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij de werkgever met één of meer werknemers in dienst, die activiteiten verricht die worden gerekend tot grafische bedrijven, zoals omschreven in de hiema genoemde onderdelen A tot en met K; b. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij de werkgever, die deel uitmaakt van in een groep verbonden ondernemingen waartoe ook grafische bedrijven behoren zoals omschreven in de hiema genoemde onderdelen A tot en met K en die één of meer werknemers in dienst heefl, wier gewone taak het is bedrijfsmatige werkzaamheden te verrichten in of ten behoeve van één of meer van deze tot de groep behorende grafische bedrijven. Het gestelde onder sub b is niet van toepassing op werknemers die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgeriijk recht arbeid verricht bij werkgevers die lid zijn van de Vereniging Repro Nederland, c. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij de werkgever die een ondememing drijft in het Kartonnage- en het Flexibele Verpakkingenbedrijf zoals omschreven in het hiema genoemde onderdeel L en waarvan de functie is opgenomen, of gezien de aard van de werkzaamheden behoort te worden opgenomen, in de fiinctierangschikkingslijst en waarvan de functie niet zwaarder wordt gewaardeerd dan 170 ORBA-punten (zie bijlage 1), d. die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid verricht bij een werkgever die een ondememing drijft in de bereide verf- en drukinktindustrie zoals omschreven in het hiema genoemde onderdeel M. een en ander met uitzondering van degenen die werkzaam zijn als: I. voor zover het betreft het grafimediabedrijf, genoemd onder B, C, D, 1 en J: a. directeuren, adjunct-directeuren of onderdirecteuren; b. leden Groep Management en bedrijfsleiders; c. leden van het managementteam; d. buitendienstmedewerkers gericht op commercie en acquisitie, zoals vertegenwoordigers en accountmanagers; e. volontairs (ieder wiens loon uitsluitend bestaat uit onderricht); f. zij, die in het kader van een school- of vakopleiding een stage volgen om vakbekwaamheid te verwerven; g. scholieren en studenten, die een opleiding of studie in dagonderwijs volgen en die gedurende de periode van de reguliere vakantie van het betreffende dagonderwijs, tijdelijk werkzaam zijn; h. werknemers, werkzaam in huisdrukkerijen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een niet-grafïsch hoofdbedrijf, waarin geen ander drukwerk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf of één of meer niet grafische nevenbedrijven daarvan, voor zover dit hoofd- of nevenbedrijf zijn werkzaamheden niet uitoefent in het uitgeversbedrijf; i. degenen, die in dienst van één werkgever afwisselend ten behoeve van een grafisch en een niet-grafisch bedrijfsonderdeel werkzaam zijn en als regel minder dan 17 uren per week ten behoeve van een grafisch bedrijfsonderdeel werkzaam zijn; II. voor zover het betreft het zeefdrukbedrijf: a. werknemers, vallend onder de categorieën Ia tot en met g; b. werknemers, werkzaam in zeefdrukinrichtingen, zijnde niet eigen rechtspersoonlijkheid bezittende afdelingen of nevenbedrijven van een andersoortig niet-grafïsch bedrijf waarin geen ander zeefdrukbedrijf werk wordt vervaardigd dan dat, hetwelk uitsluitend dient ten behoeve van de interne dienst van het hoofdbedrijf (de zgn. 'huis' zeefdrukinrichtingen); III. voor zover het betreft het signbedrijf: a. werknemers, vallend onder de categorieën Ia t/m c en e t/m g; b. werknemers, werkzaam in sign-inrichtingen, waarvan de voorwaarden genoemd onder Db zoveel mogelijk dienovereenkomstig van toepassing zijn; IV. voor zover het betreft het dagbladbedrijf 1. met betrekking tot werknemers in technische, administratieve en leidinggevende functies, gericht op de samenstelling en/of productie en/of het verzend gereedmaken en/of de expeditie van dagbladen, daaronder mede begrepen correctoren en chauffeurs: a. werknemers vallend onder de werkingssfeer als genoemd onder 2; b. werknemers, vallend onder de categorieën Ia tot en met g; 2. met betrekking tot werknemers, werkzaam bij ondernemingen die zijn aangesloten bij de Vereniging NDP Nieuwsmedia, en die als hoofdtaak administratieve arbeid verrichten (daaronder begrepen werkzaamheden van
correctoren, van personeel voor de marketing en van verkoop binnendienst, van computerpersoneel in de administratief-organisatorische sector en van personeel in de buitendienst, die inspectie-, acquisitie-, colportage- en/of incassowerkzaamheden verrichten): alle werknemers, die onder deze werkingssfeer vallen; V. voor zover het betreft het reprografisch bedrijf a. werknemers, vallend onder de categorieën Ia tot en met g; b. werknemers, werkzaam in reprografie-inrichtingen, waarvan de voorwaarden genoemd onder lib zoveel mogelijk dienovereenkomstig van toepassing zijn; VI. voor zover het betreft het stencildrukbedrijf a. werknemers, werkzaam in een leidinggevende functie (anders dan als voorman); b. . werknemers, wa-kzaam in een administratieve functie; c. werknemers, vallend onder de categorieën ld tot en met g; d. werknemers, werkzaam in stencildrukinrichtingen, waarvan de voorwaarden genoemd onder Ilb zoveel mogelijk dienovereenkomstig van toepassing zijn; Vn. voor zover het betreft het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf - werknemers waarvan de functie is opgenomen, of gezien de aard van de werkzaamheden behoort te worden opgenomen, in de functierangschikkingslijst en waarvan de functie zwaarder wordt gewaardeerd dan 170 ORBA-punten (zie bijlage 1); VIII. voor zover het betreft de bereide verf- en/of drukinktindustrie: - werknemers die lid zijn van de directie van een ondememing. wordende ten deze verstaan onder: A. de Grafisclie Bedrijven, waarbij de werkingssfeer zich uitstrekt tot de ondernemingen en onderdelen van ondernemingen, waarin de grafische bedrijven worden uitgeoefend. (1) Tot de grafische bedrijven behoren het grafimediabedrijf en het stencildrukbedrijf (2) Tot het grafimediabedrijf behoren de ondernemingen, die zich toeleggen op een of meer van de volgende activiteiten: - het vervaardigen, bewerken en/of beheren van data met het doel deze data, hoofdzakelijk in de vorm van tekst en/of afbeeldingen, te verveelvoudigen, tot eindproduct te verwerken en te verspreiden of openbaar te maken middels gedrukte, geprinte en/of elektronische vorm, dan wel deze hiervoor geschikt te maken; - het vermenigvuldigen, tot eindproduct verwerken en verspreiden of openbaar maken van data, hoofdzakelijk in de vorm van tekst en/of afbeeldingen, middels gedrukte, geprinte en/of elektronische vorm. (3) Tot het grafimediabedrijf behoren in ieder geval: - het Grafisch bedrijf; - het (grafisch) Voorbereidings- cq. Prepress bedrijf; - het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf; - het Zeefdrukbedrijf; - het Signbedrijf; - het Dagbladbedrijf; - het Reprografisch bedrijf; - het Digitaal printbedrijf; - overige grafimediabedrijven. B. Grafisch bedrijf (1) Tot het grafisch bedrijf behoren ondernemingen die zich toeleggen op hoogdruk, diepdruk, vlakdruk, ongeacht het te bedrukken materiaal. (2) Tot het Hoogdruk bedrijf worden gerekend die ondernemingen die de hoogdruk techniek toepassen, zowel rotatief als in vellen, alsmede de voorbereiding ten behoeve van dit drukproces en de op het drukproces volgende nabewerking. Hiertoe behoren in ieder geval Boekdrukkerijen, Eexodrukkerijen en Fóliedrukkerijen. (3) Tot het Diepdruk bedrijf worden gerekend die ondernemingen die de diepdruktechniek toepassen, alsmede de voorbereiding ten behoeve van dit drukproces en de op het drukproces volgende nabewerking. Hiertoe behoren in ieder geval Rasterdiepdrukkerijen en Tampondrukkerijen. (4) Tot het Vlakdrukbedrijf worden gerekend die ondernemingen die de vlakdruktechniek, al dan niet met behulp van vocht, toepassen, zowel rotatief als in vellen, de voorbereiding ten behoeve van deze drukprocessen en de op deze drukprocessen volgende nabewerking en deze eventueel aanvullen met printtechnieken, die digitaal worden aangestuurd. Hiertoe behoren in ieder geval Offsetdrukkerijen, Steendrukkerijen, Blikdrukkerijen, Glasdrukkerijen en ondernemingen waar drukwerk wordt vervaardigd, (deels) via fotodruk, dan wel plaatdruk. Voor wat betreft het onderdeel printtechnieken die digitaal worden aangestuurd is deze bepaling niet van toepassing op bedrijven die digitaal printen en die lid zijn van de Vereniging Repro Nederiand. (5) Niet tot het Vlakdrukbedrijf worden geacht te behoren vlakdrukafdelingen die onderdeel uitmaken van een ondememing in de metaalindustrie. C. (Grafisch) Voorbereidings- cq. Prepress bedrijf
(1) Tot het (grafisch) Voorbereidings- cq. Prepressbedrijf worden gerekend die ondernemingen, die geheel of in overwegende mate voorbereidende werkzaamheden verrichten ten behoeve van drukprocessen in de bedrijven, genoemd onder B, E en F. Het betreft ondernemingen waar beelddragers en/of drukvormen, zoals bijvoorbeeld zetmateriaal, stypen, galvano's, staalstempels, stempels uit rubber of vervangend materiaal, geheel of gedeeltelijk kleurgecorrigeerde deelnegatieven en -positieven en beelddragers voor zeefdruk, worden vervaardigd voor het hoog-, diep-, vlaken zeefdrukproces, alsmede digitale bestanden, voorzien van grafische parameters ter aansturing van deze of andere vermenigvuldigingsprocessen. Daartoe worden teksten en/of afbeeldingen bewerkt langs mechanische, optische, elektronische of digitale weg tot eindproducten. De werkzaamheden zijn eventueel aangevuld met printtechnieken, die digitaal worden aangestuurd. De levering van deze eindproducten vindt plaats op (fotografisch) papier en/of film (analoog), of digitaal middels andersoortige dragers als magnetische en optische opslagmiddelen, dan wel rechtstreeks onder meer via kabel- of satellietverbindingen. (2) Tot het (Grafisch) Voorbereidings- cq. Prepress bedrijf worden tevens gerekend afdelingen van uitgeverijen met (fotozet-) en/of beeldvervaardigingsapparatuur. D. (Grafisch) Nabewerldngsbedrijf (1) Tot het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf behoren ondernemingen die geheel of in overwegende mate grafische producten bewerken tot eindproduct alsmede de daarbij behorende diensten in de productielijn verlenen. Hiertoe worden onder meer gerekend: - het Boekbindbedrijf; Tot het Boekbindbedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen, waarin de (hand-)boekbinderij, brocheerderij, linieerderij, kantoorboekenfabricage, stalenboekenfabricage of persvergulderij wordt uitgeoefend. Tot het stalenboeken bedrijf worden geacht te behoren ondernemingen, die zijn ingericht voor de vervaardiging van stalenboeken, waaronder ook te verstaan zowel zogenoemde stalenwaaiers en stalenhangers en alle andere collecties van stalen van papier en karton, textiel en kunststof en andere materialen en stoffen in de vorm van vellen, bladen, platen of folies e.d., als alle onderdelen voor dergelijke collecties zoals bijvoorbeeld stalen, staalkaarten, zogenoemde banden, hangers, koffers, ruggen en klemmen en waar gebmik wordt gemaakt van een of meer van de volgende technieken: drukken (in offset, zeefdruk, foliedruk etc.), snijden en/of knippen in alle verschillende vormen (waaronder derhalve ook te verstaan boren, stansen, rondhoeken, perforeren etc), verzamelen en/of vergaren, vouwen, binden en/of hechten (waaronder derhalve ook te verstaan nieten, lijmen, brocheren, naaien, lassen etc). - het Papierwaren bedrijf Tot het Papierwaren bedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen, welke zijn ingericht voor de verwerking van papier ter vervaardiging van: schriften, notitieboekjes, cahiers in papieren omslag met of zonder linnen rug, alle soorten blocnotes, alsmede voor de vervaardiging van mappen en soortgelijke artikelen; labels, briefkaarten en soortgelijke producten. - het Enveloppen bedrijf; Tot het Enveloppen bedrijf worden geacht te behoren de ondernemingen, welke speciaal zijn ingericht voor de vervaardiging van enveloppen in de meest brede zin. Hiertoe wordt ook gerekend het samenstellen en gereed maken van dozen post, mappen en dergelijke. (2) Tot het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf behoren mede de onderdelen van ondernemingen, waarin werkzaamheden plaats vinden, die als regel verricht worden in de ondernemingen, bedoeld in lid 1 van dit onderdeel D, waaronder mede worden verstaan de werkzaamheden ter vervaardiging van: ordners (met inachmeming van het bepaalde in lid 4 van dit onderdeel D), banden, boekomslagen, agenda's, notitieblocs, onderleggers, portefeuilles, mappen en soortgelijke artikelen uit leder, kunststof of andere stoffen. (3) Tot het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf behoren mede bedrijven die de onder de leden 1 en 2 genoemde bewerkingen combineren met printtechnieken, die digitaal worden aangestuurd. (4) Niet tot het (grafisch) Nabewerkingsbedrijf worden geacht te behoren ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin de volgende werkzaamheden plaats vinden: - het vervaardigen van ordners, die bestaan uit één stuk basismateriaal, voorzien van een ordnermechanisme, behoudens wanneer dit geschiedt in een ondememing, die in hoofdzaak artikelen vervaardigt als overigens genoemd in de leden 1 en 2 van dit onderdeel D; - het vervaardigen van ordners, die bestaan uit meer dan één stuk basismateriaal, voorzien van een ordnermechanisme, indien dit geschiedt in een ondememing, die in hoofdzaak kartonnageproducfen vervaardigt; - het verpakken en expediëren van niet opgemaakt papier in de papiergroothandel en in de papierfabrieken; - het vervaardigen van papierenzakken en (flexibele) verpakkingen, met inachmeming van het bepaalde in onderdeel J, sub c. E. Zeefdrukbedrijf (1) Tot het Zeefdrukbedrijf behoren ondernemingen die de zeefdruktechniek, eventueel gecombineerd met activiteiten zoals tampondrukken, digitaal plotten, digitaal graveren en printtechnieken die digitaal worden aangestuurd, toepassen, ongeacht het te bedrukken substraat.
Onder zeefdruktechniek kan ookflockprintenen dergelijke worden begrepen. Onder digitaal plotten kan ook snijplotten, snijflocken, snijplastisol en dergelijke worden begrepen. (2) Niet hiertoe worden geacht te behoren: - onderdelen van ondernemingen, die geacht worden te behoren tot het grafisch bedrijf; - onderdelen van ondernemingen, die niet als hoofdactiviteit het zeefdrukprocédé ten behoeve van derden toepassen en waarvan de werknemers vallen onder de werkingssfeer van een bedrijfstak-cao, anders dan die zich uitstrekt tot de grafische bedrijven, zoals vermeld onder sub A, of onder die van een eigen bedrijfs-cao. F. Signbedrijf (1) Signbedrijven zijn bedrijven die zich bezig houden met het (laten) realiseren van signproducten. Deze bedrijven geven met hun materiaal- en constructiekennis op vakkundige wijze invulling aan de realisatie van signproducten en de daarbij noodzakelijke voorlichting. Zij dragen ook verantwoordelijkheid voor de montage/plaatsing van het product. Signproducten zijn producten die als doel hebben, door middel van een beeld, beeldmerk en/of (korte) tekst, een promotionele en/of verwijzende boodschap over te brengen. De uitvoering van deze producten kan plaatsvinden in analoge en/of digitale vorm. Onder signproducten vallen onder meer: • alle vormen van buitenreclame (bord-, voertuig-, licht- en gevelreclame, billboards, affiches e.d.) • alle vormen van binnenreclame (mitreclame, posters en affiches, prijs- en schapaanduidingen e.d.) • huisstijluitingen • banners, vlaggen (inclusief evt. bijgeleverde masten) • producten voor markering, codering, bewegwijzering, aanduidingen e.d. Met '(korte) tekst', zoals hiervoor genoemd, wordt bedoeld een tekst van hooguit enkele regels zoals een tekst in combinatie met en/of ondersteunend naar een beeld of beeldmerk of een bij een sign-afbeelding behorende toelichting (zoals bijvoorbeeld bij veiligheidsplattegronden). De daarbij al dan niet gecombineerde toepasbare technieken kunnen zijn: - computertechniek met behulp van grafische pixels of vector gebaseerde software; - CAD/CAM gebaseerde software; - elektrotechniek; - zeefdruktechniek; - printtechnieken die digitaal worden aangestuurd; - sublimatietechnieken; - transfertechnieken; - snijden; - frezen; - graveren; - verven; - spuiten; - schilderen; - monteren; - het bewerken van metaal, kunststof hout, glas, steen, keramiek en textiel. (2) Niet hiertoe geacht worden te behoren: ondernemingen of onderdelen van ondernemingen waarvan de werknemers vallen onder de werkingssfeer van een andere door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geregistreerde of algemeen verbindend verklaarde cao. G. Dagbladbedrijf Tot het dagbladbedrijf behoren ondernemingen, die zich toeleggen op het samenstellen en/of produceren en/of expediëren van dagbladen, alsmede de rechtstreeks hiermee verband houdende activiteiten. H. Reprografisch bedrijf (1) Tot het reprografisch bedrijf worden gerekend die ondernemingen of delen van ondernemingen - natuurlijke en rechtspersonen - die diensten verrichten op het gebied van reprografie. Onder reprografie wordt verstaan het maken van afdrukken of kopieën van originelen. Voorbeelden van reprografische technieken zijn lichtdrukken (diazotypie), (foto)kopiëren ('elektrofotografie'), scannen en (digitaal) printen, (digitaal) printen, scannen en vectoriseren, plotten, reproductiefotografie, microfilmen, afwerking van reprografische producten (binden van rapporten e.d., lamineren etc) en faxen. Onder origineel wordt verstaan al datgene dat door middel van reprografische technieken kan worden gereproduceerd. Voorbeelden zijn tekeningen, documenten, rapporten en foto's e.d. op papieren en vergelijkbare andere dragers en in de vorm van digitale informatie op diskettes e.d. Onder afdruk of kopie wordt verstaan elke reprografisch vervaardigde reproductie. Voorbeelden zijn lichtdrukken, zogenoemde (foto)kopieën, prints en plots, fotografisch vervaardigde reproducties, microfilms, al of niet verkleind of vergroot, in zwart-wit of kleur, al dan niet gemuteerd, op papier of andere informatiedragers. (2) Niet tot het reprografisch bedrijf worden gerekend: - ondernemingen of delen van ondernemingen die behoren tot het grafisch reproductiebedrijf;
-
ondernemingen of delen van ondernemingen die uitsluitend faciliteiten aanbieden op het gebied van de reprografie. (3) Tevens worden niet tot het reprografisch bedrijf gerekend: - werkgevers die vanwege bedrijfsactiviteiten in de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologie ICK)-branche lid zijn van de Werkgeversvereniging ICT; - werkgevers met bedrijfsactiviteiten in de Foto-finishingbranche die lid zijn van de Werkgeversvereniging Foto-finishing Bedrijven en hun werknemers. (4) Tot het reprografisch bedrijf behoren tevens werkgevers die lid zijn van de Vereniging Repro Nederland en die reprografische werkzaamheden uitoefenen als bedoeld in lid 1. I. Digitaai printbedrijf (1) Tot het digitaal printbedrijf worden gerekend die ondernemingen die in bedrijfsmatige zin en ten behoeve van derden één van de printtechnieken die digitaal worden aangestuurd toepassen, zoals gedefinieerd in lid 2 van dit artikel, ongeacht het te bedrukken substraat met uitzondering van fotochemisch papier. Deze bepaling is niet van toepassing op bedrijven die lid zijn van de Vereniging Repro Nederland en die reprografische activiteiten uitoefenen als bedoeld onder H, lid 1. (2) Definitie printtechnieken die digitaal worden aangestuurd: vermenigvuldigingsprocessen waarbij data in elektronische vorm, veelal bestaande uit tekst en afbeeldingen, met behulp van een aan de specifieke printtechniek aangepaste elektronische wijze van bewerken van die data, door middel van inkt en/of toner zichtbaar op of in een substraat of medium gemaakt wordt. Deze printtechnieken kunnen zijn: - elektrofotografisch printen; - elektrostatisch printen; - magnetografisch printen; - thermografisch printen; - Inkjet printen (drop on demand, continuous en spray/airbrush); - thermal transfer printen; - laser fotografisch printen. J. Overige grafimediabedrijven Tot de overige grafimediabedrijven behoren de volgende ondernemingen: a. typebureaus en computer-servicebureaus of onderdelen daarvan, die diensten verlenen aan de grafimediaondememingen en wel als volgt: - indien zij overwegend werkzaam zijn ten behoeve van de toelevering aan grafimedia-ondememingen: geheel; - indien zij niet overwegend werkzaam zijn ten behoeve van de toelevering aan grafimedia-ondememingen: uitsluitend voor die afdelingen waarin hoofdzakelijk zetselvervaardiging plaats vindt als duidelijk herkenbare activiteit; b. ondernemingen, waarin etiketten worden vervaardigd, daaronder mede zelfklevende etiketten begrepen; c. ondernemingen, waarin het kartonnage- offlexibeleverpakkingsbedrijf wordt uitgeoefend voor wat betreft de (vaktechnische) productiemedewerkers in de afdelingen voorbereiding en dmkkerij. K. Stenciidrukbedrijf Tot het stencildrukbedrijf behoren de ondernemingen of onderdelen van ondernemingen, waarin door middel van stencildrukmachines stencilwerk wordt vervaardigd voor derden. L. Kartonnage- en Flexibele Verpakidngenbedrijf Tot het kartonnage- enflexibeleverpakkingenbedrijf behoren de ondernemingen of afdelingen van ondernemingen die uitsluitend of in hoofdzaak het kartonnage- en/offlexibeleverpakkingenbedrijf uitoefenen. Hiertoe behoren tevens ondernemingen of afdelingen van ondernemingen die uitsluitend of in hoofdzaak papier ver- en bewerken tot verpakkingen, cadeaupapier en behang. Onder in hoofdzaak wordt verstaan: teiuninste vijftig procent (50%) van de fulltime-equivalenten (fte's). Kartonnagebedrijf Het ver- en bewerken van karton (massief-, golf-, vouw-, honingraadkarton en rondkartonnage) tot eindproducten en halffabricaten, waaronder verpakkingen displays, mappen en ordners en andere gebruiks- en verbruiksgoederen. Flexibele Verpakkingenbedrijf Het ver- en bewerken vanflexibelekunststoffilm (thermoplasten), aluminiumfolie en biologisch afbreekbare kunststoffen (kunststoffilm) tot verpakkingen, dit in de ruimste zin van het woord. De volgende processen, echter niet uitsluitend, worden toegepast: Flexodruk, diepdruk, offset en digitale druk. Snijden, buigen, stansen en (be)plakken.
M. De bereide verf- en/of druldnktindustrie: Tot de verf- en/of drukinktindustrie behoren: de natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die: 1. in een ondememing uitsluitend of in hoofdzaak bereide verf en/of drukinkt fabriceert; 2. niet vallende onder 1, in een afdeling van een ondememing uitsluitend of in hoofdzaak bereide verf en/of drukinkt fabriceert, met uitzondering van: - Akzo Nobel Coatings B.V. te Sassenheim voor haar vestigingen te Sassenheim, Groot Ammers en Wapenveld; - Frencken Fabrieken B.V. te Weert; - PPG Coatings B.V. te Uithoorn voor haar vestigingen te Amsterdam, 's-Hertogenbosch, Rotterdam, Uithoorn en Waddinxveen. alles met dien verstande, dat werknemers, in dienst van een werkgever als bedoeld onder sub 2 alleen dan verplicht zijn tot deelneming, indien zij in de regel uitsluitend of in hoofdzaak voor de daar bedoelde afdeling werkzaam zijn en mits zij niet krachtens de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet van 21 december 2000, Staatsblad 2000, 628) verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds; De bereide verf- en/of drukinktindustrie is de industrie die zich bezighoudt met het vervaardigen van: verf: organische deklagen (coatings), verven, vernissen, lakken, pastaverven, plamuren, stopverven, weipasta's, afdichtingsmaterialen (kitten)kunststof gebonden pleisters, waterverven in poedervorm, meercomponenten verven, verfverharders, spuitpoeders c.q. poedercoatings, siccatieven, wegenmarkeringsprodukten, pigmentpreparaten, bewerkte plantaardige oliën, verfverdunningsmiddelen, beitsen, verfafbijtmiddelen en vulmassa's, zowel op één - als meer componenten-basis; drukinkt: vernissen, drukinkten en aanverwante produkten, waaronder mede worden verstaan hulpmiddelen zoals droogstoffen, verdunningsmiddelen en pasta's die de eigenschappen van inkt beïnvloeden. Bijlage 1 Funcf/egroep
Funcïie
1
Inpakker Kartonelte Handhechter Transporteur Algemeen Produktiemedewerlcer Heftruckchauffeur Bediener guillofinesnijmachine Bediener sfansdegel Bediener rollensnijmacfiine Bediener fiecfifnnachine Bediener vellensnijmachine Medewerker huishoudelijke dienst Medewerker expeditie Medewerker tekstverwerking Magazijnbeheerder Bediener stansmachine Bediener koudlijmplakmachine Bediener (2-kleuren) natte offsefdrukmachine Bediener rechte zakkenmachine Bediener boekdrukmachine Medewerker administratie Telefoniste/recepfioniste Chauffeur Bediener lak-en lamineermachine Bediener langsnaadplakmachine Bediener sfansdruknnachine Slansvormmaker Ordervoorbereider Drukker offset (é-kleuren offset) Onderhoudsmonteur Elecfromonfeur Beheerder technisch nnagazijn Kwaliteitscontroleur Afdelingssecretaresse Inkoopassisfenf Ploegbaas kartonnage E&l-monteur Produkfieplanner Chef mogazijn/expedifie Crediteuren/debifeurenadnninistratie Verpakkingsontwerper Ploegbaas/monteur Administrateur medewerker automatisering Medewerker verkoop binnendienst Medewerker personeelsbeheer
2 3
4
5
iS
7
8
Punfen OMA 0-35 35-50 50-70
70-90
90-110
110-130
130- 150
150-170
Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven
Actuariële en bedrijfstechnische nota d.d. :i8 juli 2013
Abtn.2012i220:def:
INHOUDSOPGAVE 1
:: 44
INLEIDiNG ORGANISATIE, BEHEER EN INTERNE CONTROLE
3
:: 55
2.1
Organisatie PGB
2.2
Uitbesteding
2.3
Beheersmaatregelen en interne controle
• W T?
2.4
Beheersmaatregelen en externe controle
2.5
' Raamwerk risicomahagémént
99
iii 99 1144
PENSIOENi^EGELINGEN 3.1
Werkingssfeer
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Aangesloten onderneming ;
:
Deelnemerschap
; 11^
li**.
Communicatie over pensioenen;
1144 UW |:1144 1444
VOORZIENINGEN EN R E S E R V E S
1646
Vrijstelling De inhoud van dei pensioenregelingen
4.1
Verzekering van dé risico's!
164B
4.2
Voorzieiiingen
1646
4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3
Pensioenverplichtingen Toeslagverlening Kosten Reserves: Inleiding Solvabiliteitsbuffer Vrije reserve
BALANS- EN V E R M O G E N S B E H E E R
1§4ê
.rm
J74? 1747
1747 174? 184^ 1940
5.1
Het strategisch beleggingsbeleid
1948
5.2
Organisatie van het balans-en vermogensbeheer
2020
5.3
Uitvoèrihg vahihet balans en véfhnögehsbeiieer
2134
5.3,1 -5.3.2
Uitbesteding van venmogensbehéer ; Intem vermogensbeheer door de uitvoeringsorganisatie
5.4
Risicometing en risicobehèersing :.
5.5
Resliltaatsevaltjatie
5-6 : iVVfaarderingsgrondslag: 5.7 6
55
Maatschappelijk verantwoord beleggen
PIREMIEBELEID :6.1 Premies 6.1.1 Kostendekkende premie 6.1.2 Gedènipté kostendekkende premis 6.1.3 Doofsneeprémie
Abtn.20130718.dBf;
.2m ::2222 2222 2323 2333 2323 2525 2525 2525 2525 2626
6.2 Verhoging öf veriaging van dè prèihle om andere reden 6.3 Aanvüllénde prémies 6,3.1. Aanvullend partnerpéhsloén 6.3.2 yerruiming preirjievrijstellirig
2626 2626 26SiS 2624
FINANCIËLE STURINGSMIDDELEN 7.1 Algemeen beleidskiadér
2626 2626 2727 27M 2828 2828 2928
7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 8
Prémiebeleld : Belegglhgs-en risicobeleid : Toeslagbeleid Reservebeleid Crisisplan
VASTSTELLING
2929
BIJLAGE
1 VERKLARING INZAKE DË BELEGGINGSBEGINSELEN:
3030
BIJLAGE
2 CRISISPLAN
3434
;AbIri:20130718:déf
INLEIDING Stichting Pensioenfonds voor delGrafische Bedrijven (hierna: PGB) Is een bedrijfstiakperisioenfonds als bedóéld:iti i; artikell van de Pensioenwet (hièma: PW). Het pensioenfonds hèèft ten doei werknemers en hun gezinnen in de grafischeibedrijven, het;uitgeyerijbedrijf, het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf;het karton- en papierproducerend en -verwerkend bedrijf, de bedrijven:in de rubber- en kunststof branche, bedrijven iri de chemische industrie waaronder begrepen dè bereide:. verfrièn drukinktindustrie en bèdrijvèn In de farmaceutische industrie tegen financiële gèvbigen van ouderdom en ovèrlijden fe beschermen.: PGB voert de verplichtgestelde pensioenregelingen voor de grafische bédrijven, de kartonnage- eh flexibèle... vei^pakkingenbedrijven en de vèrf-èh drukinktindustriè uit'. Naast de verplichtgestelde pensioenregelingen; voert PGB tevens nièt-verplichtgesteide pensioenregelingen uit. Met deze actuariële en bedrijfstechnische nota (hierna: ABTN) wordt Jnvulling gegeven aan artikel ,145.van de Pensióènwet(hierna: PW). |n deze ABTN is een omschrijving opgenomen: van de wijze waarop door PGB uitvoering wordt gegeven aan de volgende punten: !de inhoud van de uifvóéririgsovereenkomst; : :; ide voorwaardelijke toeslagverlening; het financieel toetsingskader; de bedrijfsvoering van PGB; v- . \ -. een verklaring óver de beleggingsbeginselen; :: : > - : een beschrijving van deisturingsmlddelen. Dit document beschrijft de stand van zaken per 1 juni 2013, tenzij anders is vermeld; Déze; ABTN is in de bestuursvergadering van 18 juli 2013 yastgesteld.
/M)tn,20130718.def;;
2
ORGANISATIE, BEHEER EN INTERNE CONTROLE 2.1
Organisatie PGB
Bestuursmodel
:
In het bestuursniödèl iigt de verantwoordelijkheid voor de aansturing yan het PGB als financiële instelling bij het bestüijr. Ter verhoging van de slagkracht van het béstuur is gekozen voor een compact bestuur. PGB kent een hoge vergaderfrequentie. Het bestuur vergadert in beginsel eens iri de 14 dagen Bestuur Statutair bestaat het bestuur uit maximaal lÓ leden (vijf namens de werkgeversorganisatie en eveneens vijf namens de werknemersorganisaties). Bestuurders worden dóór werkgevers en werknemersorganisaties voor Vier jaar benoemd. Het bestuur streèft naar ëen compacte omvang. Het bestuur bestaat momenteel uit negen leden. Werkgevers- en werknemersorganisaties dragen kandidaat bestuursleden voor. Het bestuur beoordeelt de voordracht op basis van de functieprofielen. Het bestuur kent twee vaste externe adviseurs op hèt gebied van beleggingen. • De bestuursvergaderingen worden voorgezeten door een uit het bestuur gekozen voorzitter; tevens kiest.het bestuur een plaatsvervangend voorzitter. Het bestuur werkt volgens eén model waarbij de ledèh gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor dé besturing van PGB. leder bestuurslid is portefeuillehouder ;met een eigen aandachtsgebied en een tweedè aandachtsgebied, om de continuïteit en de kwaliteit van de besluitvorming te vvaarborgen. Daarniee voldoet het bestuiir aan de eis van 'in control zijn' en beschikt het over voldoende tegenwicht ('countervailing power'). De portefeuilles zijn ontleend aan dé PW te weten: bestuüriijké zakèn, juridische zaken/corhpliance, pensioeninhóudélijkè zaken, vermogensbeheer, risicomanagement, financiële & actüariëlè zaken, uitbesteding en communicatie. Bestuursleden dienen te beschikken over de yopr hen vereiste kennis. Die kennis wordt periodiek getoetst. Tevens is er een procedure;voor de jaarlijkse evaluatie van het functioneren.vari de voorzitters en overige bestuursleden. Bestuursleden verrichten gedurende 1,5 tot 3 dagen perweek werkzaamheden voor het fonds. De bestuurders ontvangen hiérvoor een passende beloning. Bestuursbureau ; Het bestuur wordt ondersteund door een bestuursbureau. Het bureau verzorgt het bestuurssecretariaat, de bestuursagerida, de beleidsvoorbereiding, de monitoring van de uitvoeringsorganisatie, de aansluitingen van nieuwe werkgevers en de strategische communicatie. Deelnemersraad PGB kent een deelnemersraad, bestaande uit 10 leden. De werknemers en gepensioneerden zijn in de raad evenredig op basis van onderlinge getalsverhoudingen vertegenwoordigd. De raad oefent de wettelijk aan haar toegekende bevoegdheden üit als medezeggénschapsbrgaan. Zo heeft de raad een advies-, béröeps-:en informatierecht. Jaarlijks zijn er tenminste drie reguliere yergaderingen vari de raad. Het bestuur wordt voor het niet besloten deel van;de vergadering uitgenodigd.; Verantwoordingsorgaari Naast de deelnemersraad is er een afzonderlijk college, het yerantwóordingsorgaan, ingesteld. Het verantwoordingsorgaan telt 18 leden en kent een tripartiete verdeling: 1/3 actieve dèelnemèrs, 1/3 gepènisioneerden en 1/3 werkgevers. Dit college heeft als taak èèn oordeel te gevèn ovèr het handelen van het bestuur, het door het bestuur uitgevoerde beleid en beleidskeuzes voor de toekomst. Daartoe heeft dit college een recht op informatie en overjeg, een adviesrecht en enquêterecht. Jaarlijks zijn er tenminste drié reguliere vergaderingen van hetverantwoordingsói-gaan. Het-bestuur wordt voor het niet besloten deél van de vergadering uitgenodigd.
:Abtn.20130718.det
Visitatiecommissie ; ; ; Om het functiohèren van het bestuur te beoordelen wordt voorafgaand aan een visitatie een visitatieconrimissie ingesteld. De commissie bestaat uit tenminste drie onafhankelijke deskundigen. Dézè wórden voor een periode van drie jaar benoemd. De commissie beoordeelt ten minste eens in de drie jaar de beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de checks en balances binnen PGB, de aaristüririg vari PGB en derisicókeuzèsóp langere termijn. : Naast recht op alle benodigde Informatie óm haar fürictie te kunnen üitóeferiéri, heeft de commissie recht op;: ovèrièg mèt bestuur, externe accountant, interne accountant van de uitvoeringsorganisatie en externe actijaris. Klachtencommissie ' Eris een klachtencommissie bestaande uit twéé bestuursleden, waarvari één van werkgeverszijde en één van. . werknemerszijde. Deze commissie behandelt klachten over de vermeende Incorrecte m ] i e van uitvoering door de uitvoeringsorganisatie. Commissie vari Bezwaar Verder kent PGB een onafhankelijke Cpmmissie van Bezwaar. Belanghebbenden dié het niet eens zijn met eenbeslissing van het bestuur over de toepassirig;van de:pensioenregeling kunnen zich tot die commissie wenden. De b;ëyo;egdheden van deeinemersraad,;verantwoordingsorgaan, visitatiecommissie,;klachtencommissie en ; ; Comrrijssie van Bezwaar zijn vastgelegd in afzonderlijke reglementen.
Adviescommissie Audit & Risk Het bestuur heeft eeri advièscommissie.voör Risk en Audit benpemd (hierna: de RAC). De RAC is samengesteld uit vertegenwoordigers van het bestuur die de portefeuilles financieel beleid, actuariaat, beleggingen en risicoriianagement beheren. Naast de béstuurders nemen medewérkers van de uitvberingsórganisatie, het bestuursbureaü eri waar nódig of gewenst éxterriè adviseurs deel aan dè vergaderingen van de.RAG. Het bestuur kan, onverminderd zijn eigen verantwoordelijkheid, taken met betrekki.ng tpt de monitoring en werking van risico-en controlesystemen, waarvan de PGB zich bedient, delegeren aari de RAC. De RAC heeft uitsluitend adviserende bevoegdheden.: De taken van de RAC betreffen het beoordelen van en adviseren oyer dé opzet en werking vari dè risico-en controlesystemen waarvan PGB zich bedient, met betrekking tot haar financiële beleid, het balans- en vertTiogensbeheer, alsmede de financiële verantwoordj hg :en rapportage, inclusief de audit daarvan, een en ander in de breedste zin van het woord. De RAC heeft een toezichthoudende en adviserende taak ten aanzien van de opzet en werking van het control framework van PGB. De RAC heeft voorts een toezichthoudende en adviserende taak ten aanzien van de externe financiële verslaggévirig van het perisióènforids PGB. De RAC beoordeelt de beheersing van de financiële yerantwoordingsprpcessen en procedures en de administratieve organisatie, die ten grondslag liggen aan de financiële yerantwöording én aan de informatieverstrekking aan het bestuur. Adviescommissie voor balansmanagement Het bestuur vari; PGB heeft een adviescommissie voor balansmanagement benoemd (hierna: de:BAC).:De BAC is samengesteld uit de bestuursleden die de portefeuilles Balansmanagement en;Vermogensbehëer en .; Risicomanagement beheren: Naast de bestuursleden nemén riiedéwerkers van de uitvoèririgsorganisatie en hét; : bestuursbureau en waar nodig of gewenst externe adviseurs deel aan de vergaderingen van de BAC. Het bestuur kan, onverminderd zijri èigèn verantwoordelijkheid, naast algemene.taken met betrekking tot balansmanagement ook specifieke of aan balansmanagement gelieerde taken delegeren aan de BA.C. De Commissie Balansmanagement heeft uitsluitend adviserende bevoegdheden. De taak van de Corhmissie: betreft het faciliterén vari de discussie eri besluitvorming in het bèstuijr overhet beleid en de uitvoering van het balansmanageriiènt en vermogensbeheer: dóór het gevraagd en ongevraagd; adviseren
Abtn.20130718.def;
aan het bestuur. Zonder uitputtend te zijn: yan actuariaat, ALM, beléggingsstrategie, overiay stratègièëni (actief en passief beheerde)riiandaténtot alle bijbehórènde rapportages. Naast voornoemde twee adviescommissies met een permanent karakter, kan het bestuur ook andere adviescommissies met een tijdelijk karakter instejien. Oók voor dié commissies geldt dat dézé adviserend zijri. Sectorcommissiès PGB ondersteunt sectoren waaryoor het de pensioenregeling verzorgt, met de mogelijkheid tot het instellen: van een sectorcommissie. De sectorcommissie fungeert als een overlegplatform voor . werkgevers- en werknemersorganisatiès uit die branche, zówèl onderling als mef hét bestuur van PGB. In; dè sectorcommissie kunnen afspraken worderi gemaakt worderi over de inhoud en ontwikkeling yan de pensioenregeling van de sector, de communicatie daaroyer naar de belanghebbenden'én ontwikkeling van.de werkingssfeer. De bénoeming yan leden van ide sectorcommissie vindt plaats dooi" werkgevers- eri werknemersorganisaties üit de betreffende branche. Bestuursorganisatie Dè oi^ganlsatie van PGB en dè besturing is hierna schematisch weergegeven: Cdyle^igvinmlssi»: . Balgnswafia'^ifiMif
ijiièslXemsisfaad BéStutir ^VSrafifwi^oidlngspr^^^
Advtescommtssle 'ftudlf&IWsk; vCójtimls^s;
. : , < Pë|i;5)9Aipntyariger$; :!
'
. Deelnemars.'
yis|^il|éi$ininlsllB,
;Dó,|të(i^daridsich«Bank Pensioenfonds,PGB.
Klachtenr tcfmmtssle.-.
Weikgeveis Ac«Quntant' Klantenpanel
SéctörcpiiiinlsslM'
UltvoeHiigsbfganIsatIë.
Toelichting positie: de relaties tussen P6B en externe organisaties zijn in het overzicht weergegeuen met een stippellijn. De relaties binnen PGB, commissies en organen zijn weergegeven door middel van een ononderbrolten lijn. Hét klantenpariel toetst cn adviseert over de b8grljpélijl
2.2
Uitbesteding
Het béstuur van PGB heeft eéri iiitbestedingsbeleid opgesteld; Alle uitbestedingsrelaties; vari PGB, waaronder de uitvoeringsorganisatie (hierria: de uitvoeringsorganisatie); alsmede haar uitbestedingsrelaties moeten, waar: mogelijk, aan dit beleid voldoen. PGB heeft het pensloenbéheer, het.vermogensbehèér en voor een déel óok de beleidsondersteuning uitbesteed aari eèri zelfstandige uitvoèririgsorganisatie. Bij de uitbesteding yan de diensten zijn de takeri en verantwoordelijkheden van de uitvoeringsorganisatie vastgelegd in een uitbestedingsovereenkomst (hierna: de UBO). In de.UBO zijn afspraken op hoofdlijnen gemaakt over de wijze waarop de dienstveriening plaatsvindt. Voor het
:Abtn:20130718.def
fiduciair beheer eri de; pensioenadministratie zijn separate overeenko^msten opgesteld. De serviceniveaus en vergoedingen zijn vastgelegd in service overeènkonisten (SLA's), mét bijlagen. ; OVèr de naleving van de SLA's eri betreffende overeenkomsten wórdt door de ultvóèrihgsorganisatie periodiek aan het bestuur verantwoording afgelegd door middel van rapportages. Het bestuur toetst in welke mate de ; uitvoeringsorganisatie aan de prestatieafspraken voldoet en of bijstelling nodig is. De uitvoeringsorganisatie voldoet aan derichtlijnISAE 3402 (International Standard on Assurance Engagements). De üitvóèringsorganisatieheèft óp haai- beurt werkzaamheden uitbesteed aan externe partijen, waaronder de; KasBank. Ook bij de uitbesteding door de uityperingsprgariisatie van het beheer van het belegd vermogeii van PGB aan externe vermogensbeheerders resp. de uitbesteding van de beleggingsadministratie aan de KasBank;worden de uitbestedingsrichtlijnen in acht genomen. Voor uitbesteding van verriiogensbeheer.wordt verwezen niaar paragraaf 5.3.1. 2.3
Beheersmaatrégelen en interne coritirolé
Om dé pèrisióéndoelstellingen fé béreikén heeft het bestüijr dè vólgende risico-mitigerende maatregelen ..:;; getroffen: a. Het vaststellen van een explidete strategie. Met behulp van een ALM-studie doet P(3B periodiek onderzoek naar de haalbaarhèid van haar doelstellingèri èh de bijbehorende risico's: b. Hetcommunicérérióvérdè inhoud van dë pensioenregeling. Het béstüür werkt met een jaariijks ; ; ;: communicatieplan en zet diverse communicatiemiddelen in. Zo organiseert het regelmatig bijeenkomsten met de achterban. ; c. Hetiverzekeren van kwaliteit vari het bestuur. Ieder bestuurslid heeft een eigen aandachtsgebied en wordt daarbij ondersteund ddor één andere.bestuurslid. Hèt bestuur werkt met deskundigheidsproflelen en met een eigen;bestuursbureau. Ook wordt het bestuur in adviserende zin ondersteund door de Adviescommissie Audit & Risk, de adviescommissie voor balansmanagement en externe adviseurs. d. Het inrichten Van een adequaté jgovernance. PGB heeft een actieve band met de deelnemersraad en hetverantwoordingsórgaan. Het bestuur woont (een deel van) de yergaderingen van deze organen bij. PGB heeft voorts intern toezicht geregeld met behulpyan een visitatiecommis e. Het, op éen gecontroleerde wijze, omgaan met de uitvoeringsorganisatie en bijbehórènde relaties. (Zièoók paragraaf 2.2.). f; Het vaststellen en up-to-date houden van een geschikt beleidskader, baarbij moet naast de ;; overkoepelende beleidsinstrumenten onder meer gedacht worden aan aanvullend beleid, zoals de omgang met integriteit en aan besluitvormingsprocedures en het goedkeuren van beleggingsplannen en (beleggings)beslissingen. g. Het uitvoeren van inhoudelijke analyses pp de voortgang in de pensioendoelstellingen en de ontwikkeling van de daarbij betrokkenrisico's(financiële en niet-financiëlerisico's).Voor de monitoring van het béhaléri van.de doelstéllingen eri de beheersing Van dè financiëlerisico'sis eeri setriièt stüurinformatie ingericht. Voorbeelden zijn de Balansmonitor (overkoepelende balansrisico's), de rendement-en risico-analyses in de maandrapportages beleggingen en compliance, beleggingsrichtlijnen en de dekkingsgraadrapportage. Het bèstuur voert analyses uit op de rapporten over de voortgang van het herstelplan, desolvabiliteitsréserves én de continuïteit Van dé pèhsidènrègeling op langè fei-rriijri. Peripdiek wordt door de uitvoeringsorganisatie verantwoording afgelegd over de uitvoering van het door het.: bestuur vastgèsteldë beleid. Vóórts ontvangt het bestuur de kwartaalrapportages óver de Service Level Agreements, een rappórtage over de behaalde interim Z-score/performancetoèts en diverse analyses betreffende de actuariële parameters. ; Jaariijks worden aan het bestuur de jaarrekening en dé Vèrslagstaten voor besluityórming vóorgelegd. Jaariijks; wordt ook het gèVóer-de béieggingsbeleid tëri opzichte van het beleggingsplan geëvalueerd. ; : ;:
Abtn.2013a718.def;
Ter voorkoming van belangenconflicten en yan rnisbruik en oneigenlijk gebruik van de bij PGB aanwezige: informatie heeft PGB een gedragscode opgesteld. Deze code geldt vóór de aan PGB verbonden pèrsonen,- te weten bestuursleden, adviseurs en riièdewèrkers van het bestuursbureau, alsmede de leden van de Deelnemersraad en :. hét Vérantwoórdingsorgaan. ; Een adviestak binnen een accountantskaritopr is belast riiet het gedragstoezicht eri fungeert daarbij als compliance officer. Deze externe compliance officer rapporteert jaariijks aan het béstüur. Het bèstuür hecht veel waarde aari de naleving van wet- en regelgeving. Het toetsen yan de risico's in het ;;;: nakomen van de relevante wet-en regelgeving (compliance) en de integriteit van de organisatie vormen onderdeel yan het risicomanagement. In dat kader is een integraal integriteitsbelèid opgesteld. Tevens heeft het béstuur een incidentenregeling vastgesteld, waarin een regeling ongewenste omgangsvormen is opgenomen. Verder is bij de ultyperingsprganisatie een incidentenregistratie in gebruik. Daarbij; wordt pei- incident nagegaan waar de procesgang kan wórden aangepast om eén vergelijkbaar incident iri dè toekomst te voorkóriièn. Deibeyoègdheden van het bestuur ten aanzien van financiële transacties zijn vastgelegd in statuten, procuratiè-. :: besluit en tekenings- en paraferingsbeyoegdheden. Tevens zijn er richtlijnen voor dé beleggingsportefeuillé,; : vastgelegd in het beleggingsplan. 2.4 ; ; .Beheersmaatregelerien;externe controle ; HetbestuurheeftalseirterneaccountantErnst&Youngaangestéld.Ernst&Youngreviewtde : accountantswerkzaamheden van KPMG, dé accountant van de uitvoèririgsoi-ganisatie, verricht zö riodig aanvullende coritrolés eri doet vervolgens verslag van haarwerkzaamheden, middels een accountantsverklaring bij de jaarrekening en de staten yopr de DNB. Naar aanleiding van de; controlebevindingen vyordt door de externe accountant jaariijks ook een. accountantsrapport uitgebracht. Dit documerit wórdt in bestuur, dèelriémèrsraad en verantwöprdingsorgaan besproken. Voprts geeft de externe accountant een; verklaring af van het tijdig door het bestuur vaststellen van de norniportefeuille met benchniarks in het kader van het Vrijsteirmgsbes|uit. Het bestuur heeft Towers Watson als externe certificerende actuaris van pGB aangesteld. Op basis van de uitgevoerde controles brengt de;certificerende actuaris jaarlijks een actuarieel verslag en een actuariële verklaring: uit Het bestuur hecht veel waarde aan een correct verloop en beheersing van de interne processen door de uitvoeringsorganisatie. De uitvoeringsorganisatie is voor ISAE 3402 gecertificeerd. .Onder de certificering vallen de iarocessen in de perisioenadministratie en commünicatié, in de beleidsondersteuning en het vermogensbeheer. Met een jSAE 3402-verklaring;tóónt de organisatie aan datde werl
Raamwerk risicomanagement
De inrichting van het risicomanagement bij PGB Is opgezet aan de hand van detestuurlijke cyclus en de daarbij gewenste risicobeheersing. Er is een Risk policy opgesteld waarin de Risk govérriance en het beleid yoór dè belangrijkste risico's is beschreven. De risico's wordëri bij.het bestuursbureau Jritègraal geïdentificeerd, beoordeeld en gemonitord. Het.bestuur heeft voor dei beheersing van belangrijke risico's een explicietibeleidvastgesteld zoals vopr het solvabiliteitsrisico, het. :; renterisico, het vreemde valiitarisico en; het liquiditeitsri^lco.
Abtn.20130718.def
10
De uitvoeringsorganisatie maakt gebruik van.een raamwerk dat Is opgesteld dppr Coso. In zogeriaamde rislcocontrolmatrices zijn -; rekening houdend met de doelstellingen van de Coso-perspectievén strategie, operationeel, rapportage en compliancé - derisico'seri dè beheersmaatregelen van a|lé pririnaire processéri opgéhomen. De werking vari de beheersmaatregelen ('controls') wordt doorlopend getoetst. De uitvoeringsórgariisatie past het 'three lines of defence' model toe. Het beheersen van de risico's vindt zoveel mogelijk dopr de afdelingsmanagers aan;de bron plaats [1° verdedigingslinie). De afdelingsmanagers zijn daarbij pririialr verantwoordelijk. Derisicomanagersen controllers fungèren als 2° verdedigirigslinié. Zij monitoren én ahalysérende risico's. Oe rol van de 3° ;vérdédigirigslinie wordt uitgévóérd door de Interne Accoüntaritsdienst van de uitvoeringsorganisatie (lAD). De lAD richt zich op de operatlonele. compllance en IT-aud|ts. .Op basis van de bevindingen worden eventueel Verbeteracties doorgevoerd. ;
Abln.20130718.der
3
PENSIOENREGELINGEN 3.1
Werkingssfeer
De werkingssfeer strekt zich uit tot het grafimediabedrijf, het uitgeverijbedrijf, het kartonnage- en;flexibele verpakkingenbedrijf, het karton- en papierproducerend en -verwerkérid;bedrijf, de bedrijven uit dè i-ubbèr- en kunststofbranchè, bedrijven in de chemische industriè waaronder bégrepén de bereide verf-eri drukinktindustriè en bedrijven in de farmaceutische industrie.
3.2
Aangesloten onderneming
De meeste wérkgevérs in het grafimediabedrijf, het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf en de bereide verf- en drukinktindustrie zijn op grond van de verplichtstellingsbeschikking voor die bedrijfstakken verplicht bij PGB aangesloten. Vrijwilligé aansluiting bij PGB is niogelijk voor bedrijven dié valleri ónder de werkingssfeer van PGB, dan wei . voldoen aan de voorwaarden;diè artikel;i21 PW daarvóór stelt. ; 3.3
Deelriemerschap
Verplichte deelneming De meeste werkriëriièrs in het grafimedia; bedrijf, het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf en de bereide yerf- en drukinktindustrie nemen op grond van de vopr die sectoren gelderide verplichtstelling;vèrplicht deel aan de pensioenregeling van hèt pensioenfonds. Vrijwillige deelneming Werkgevers kunnen voor hun werknemers, die op grond van hun functie niét (meer) onder de caó én daarmee onder de yerplichtstellingsbeschikkingvallen; een uitvoeringsovereenkomst met PGB sluiten. Daf kan op bepaalde voorwaarden op basis van eèn;cóllectief contract of eenipromótiecontract. Bij een collectief contract zullen alle huidige en.toekpmstige niet verplicht deelnemingsplichtige werknemers deelnemen aan de pensioenregeling van PGB; Bij een promotiecontract zullen alle werkneniers in het bedrijf die dóór functieverandering of verandering van werkgever birinen de grafimediabedrijfstak niet meer opverplichfe basis kunnen deelnemen, op vrijwillige basis deelnemen. Naast de werkgevers met (een deel) verplicht aangesloten werknemers, kent PGB werkgevers met louter vrijwillig aangesloten werknemers. Met deze werkgevers is PGB een aansluitingsovereenkomst aangegaan. 3.4
Vrijstelling
Het vrijstellingsbèleid is gebaseerd op het Vrijstellingsbesluit wet Bpf 2000. In dat besluit zijn onder andere maximumtermijneri opgenomen voor de verschillende stappen die bij een vrijstellingsverzoek dóorloperi moeten worden:.: Ondèr meèr is een bedrijfstakperisioèrifonds verplicht op yerzoek van een werkgeyer vrijstelling te verieneri, als er in tótaal oVer- een aantal jaren onvoldoende beleggingsrendement is behaald. Dat is het geval als.de uitkomst van de berekening van dé performancetoets ('z-iscore'), nadat bij die uitkomst li28;is opgeteld, négatièf is. PGB kent een restrictief vrijstellingsbèleid: 3.5
De inhoud van de pensioenregelingen
Basis pensioenregelingen : Doordat meei-dere bedrijfstakken ondei- de werkingssfeer van PGB vallen, kent PGB meerdere basispensioenregélingen., •
: Abtn.20130718.def
De inhoud van de basispensioenregelingen zijn allemaal gebaseerd óp en afgeleid van de verplichtgestelde regeling voor de grafimedia; Hierbij hebben de bédrijfstakkeri de mogelijkheid óm een aantal paramétèrs van dé voor hun bedrijfstak geldende basispérisiöenregeling zelf te bepalen. ; ; De pensioenregeling voorde grafimedia is per 1 januari 1993 van kracht geyyorden en nadien een aantal keren gewijzigd. De regeling is eén uitkeringsoveréénkomst op basis van een fjexibele middelloonregèling. De onderdelen Van alle basispensioénregeling zijn vastgelegd iri hèt Pensioen-en/of Uitvóeririgsreglement.: De verplichtgestelde basispensioenregeling ypor de grafimediabedrijfstak kenf de volgende elementeri: . een jaariijkse opbouw van een ouderdonrispénsioen van 1,75% van de pensioengrondslag; . een jaarlijkse opbouw vari een nabestaandénpensióen van 35% op kapitaalbasis en 35% op risicóbasis; • . eeri wèzenpènsioen van 14%;vari het (te bereiken) oüdèrdomspènsioen per kind; met een maximum van 70% bij meerdere kinderen; . een pensioenopbouw dié in de eerste tvyee jaar bij ziekte doorioopt voor 100% met de gebrulkelijkè: premieverdelirig tussen werkgever en wèi-kriemer. Bij arbeidsongeschiktheid ria die periode is ér onder bepaalde voorwaarden recht op premievrijë opbouw van pensioeri. De premievrije opbouw staat in Verhouding tot het ; percentage arbeidsongeschiktheid en bedraagt maximaal.70%; . een maximum prerniéloon als bedoeld iri dé Wet Financiering Sociale Verzekeringen. (€ 50.853 iri 2013); . een jaarlijks dóór het bestuur vastgèsteldë franchisé (€ 14.323 in 2013); . éèn maximum pensioengróridslag;(€ 36.530 in 2013); . pensioen dat wordt opgebouwd over het verdiende loon; inclusief alle vaste en variabele loonbestanddelen;: . dè basisprémie voor het bovenstaande is 19,5%.van de pénsioerigrondslag en leidt tot eéri prijs per eenheid pensioen. Flexibel uitvoeringsmodel basispensioeriregelingen PGB biedt voor bedrijfstakken eri bedrijven niet behorend tot de grafiniedia, maa werkingssfeer Valleri óf die; voldoen aan dé Voól-waarden van artikel 121 Pensióènwet de mogelijkheid om hun (al dan niet verplicht gestelde) basispensioenregeling bij PGB onder te brengen. Voorwaarde hiervoor is dat de basispensioenregeling binnen de fiscaal toegestarie grenzen blijft en is gebaseerd: op dezelfde uitgangspunten als de basispensioenregeling voor de grafimedia. Op de hierna genoëmdé onderdelen kan de basispensioénregeling afwijkeri vari de grafimedia: . verzekering van het ouderdprnspensioen. Naar keuze; : een andere franchise . een ander loonbegrip . een andere maximum pensioengrondslag dan wel een geen maximum pensioengrondslag . een ander opbouwpercentage . een ander pensioenmaximum .: vèrzekëririjg van het partnerpenisióeri. Naar keuze: . partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen op kapitaalbasis . partnerpensioen is35% van het ouderdomspensioen op kapitaalbasis en'35%.op risicobasis .. partnerpénsioen is volledig (70% van het ouderdomspensioeri) op risicobasis vèi'zekerd; ., premievrijstèlling.bij arbeidsongeschiktheid. Naar keuze: . premievrijstelling is ongemaximeerd;;;: . premievrjjstelling is geniaximeerd op 7Ó% bij volledige arbeidsongeschiktheid . toeslagveriening: de toeslagvèrieriing die uitgaat boven de töeslagverlening in de:basis pensioenregeling kari; : extra worderi ingekocht tegèri éen koopsom, gebaseerd öp seksèneutrale leeftijdsafhankelijke tarieven . premie: PGB berekent de premie voor de uitvoering van de pensioenregeling naar rato van een vastgestelde prijs per eenheid pensioen. Die premie wordt afgéléid van de doorsneeprernie in de basis pènsioeriregeling van de grafimedia. Iridien de demografische opbouw van een vrijwillig aangesloten oridèrneming afwijkt van dé pbpulatièvan de verplicht gèstelde deelnemers kari èr sprake; zijn van een cói-i-èctie van de premie wegens het verzekeringstechnische na-of voordeel. ; . ;
Abtn.20130718.def
13
Verder bevatten alle basispensioenregelingèn nog de volgende elenièritèn:;: Pensioendatum ï e dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemér recht krijgt op een AOW;üitkèring.: Pensioenrichtièèftijd De leeftijd.vari 67 wraarpp met ingang van 2013 de pensioenopbouw is gericht Aanvang deelnemerschap l e dag van iridiènstfreding bij een werkgéVèr. Partner Weduwen/weduwnaars/paitriers (wéttelijk geregistrèerd of dié voldoen aan de voorwaarden). Ouderschapsverlof . ; G.eduriende het wettelijk ouderschapsveriof vindt ten laste van PGB een aanvulling jjlaats van de pènsioenréchten van de wèrknemer tot 100%. Keuzemogelijkheden PGB biedt deélnemerén partner diverse keuzeriiógelijkheden, zowel in dé opbouwfase vari het pensioen als viak voor pensionering. In dè opboüwfase kan extra;óüdèrdorrispensioen en extra partnerpensioen verzekerd worden. Vlak voor.pensiorièririg kari gekozen yvorden uit diverse varianten: het standaard perisioen vanaf het moment waarpp de AO.W ingaat, vervroegd pensioen, uitgesteld pénsioén, deeltijdpensloén,; perisioeriuitruil van levenslang pensioen voor een tijdelijke uitkering voor ingang AOW, uitruil van ouderdomspensioen voor . extra partnerpensioen, uitruil vari partnerpensioen vóor ëxtra ouderdomspensioen, getrapt pensioen, gelijk ovèrievingspensioen of een toegestane combinatie. Toeslagverlening : Dè;ambitie voor het verienen vah tóeslagen is om pensioenrechten en pensioenaanspraken jaarlijks aan te;; :: passen aari de procentuele stijging yan de prijsindex,; zoals vastgesteld door het CBS. De voorwaardejijke toeslagveriening wordt gefinancierd uit overrendementen. De premie bevat dus geen opslag voor toeslagverlening. Er is geen geld gereiserveerd voor tóëkómstigè toeslagen. Dat brengt met zich mee datdé pensioenrechten eri pensioenaanspraken alleen dan; kunnen worden aangepast als het bestuur vindt dat dè financiële middelen van F'GB daarvoor toereikend zijn. Verder verwijzen wij naar het van toepassing zijnde Toeslagbeleid, dat In paragraaf 7.4 is opgenomen. Afkoop Wanneer de deelneming eindigt en er geen waardeoverdracht plaatsvindt, koopt PGB het pensioen, als het om kleine bedragen gaat, na 2 jaar af. Jaarlijks wordt de wettelijke afkoopgrens aangëpast aan het door de overheid vastgestelde bedrag. Zodra een:pènsioeri onder de wettelijke afkoopgrens valt wordt dit pensioen bij geen bezwaar Van de déelnemer afgekocht. Vrijstelling deelneming Onder bepaaldé vóórwaarden kan vrijstelling vari verplichte deelnemingen premiebetaling pf vrijstelling wegens gemöèdsbezwaren worden verieénd. : Vrijwillige;verzekeringen In aanvulling óp de collectieve pensioèrirègèling kan men als individuele verzekerde gebruik maken van de mogelijkheid tót pensióensparen en partnerpensioen plus (aanvulling partnerpensioen tot :70% buderdomspensipen);of kan men een ANW;plus-verzekeringafsluiten ten behoevé van de partner..: Pensioensparen kent de volgende garantiebepaling: als de deèlnemer vijf jaar öf larigèr heeft deelgenoriiëri, krijgen de deelnemer of de nabestaanden bij pensiórieririg óf óveriijden miniriiaal de som van de stortingen in de vorm vari periódieke uitkeringen uitbetaald.
: Abln.20130718.def
14
Vrijwillige voortzetting Bij beëindiging van de dienstbetrekking kan de déelnemer onder vóörwaarden de deelneming ongewijzigd voor eigeri rekening voortzettèri, gedürende driejaar. Afdracht van de premie De door de wérkgever en werknemer (samèri) vérschuldigde preriiié; wórdt door PGB, bij wijzé;van voorschot in 12 maandelijkse tèrniijrien aan de werkgever iri rekening gebracht. Bij de jaarafrekening yindt een verrekening ;plaats Van de vooriopige premieheffing met de vastgestelde definitieve premie ypor dat Jaar. Voor de aanlevering vari de jaargegevens is een procedure vastgesteld. Bij niet tijdig aanlevere^n.van deze gegevens dóór de werkgever heeft PGB dé mógelijkheid om de deélriéniérs en/of de ondei-rièrifiingsraad te informeren of èèn boete aan de werkgever op te leggen. . 3.6
Comrnunicatle over pensioenen
Communicatie is één van de beleidsinstruriiériten die het fonds ter bèschikking staat om op een planmatige manier zijn doelen te bereiken. Communicarie wordt opgevat ajs een proces waarbij PGB ppdrachtsgevers, werkgeyéi;s en deelnemers Inlicht, aan de hand yan yppraf vastgestelde doelen. Communicatiedöèlèn Het communicatiebeleid kari woi'den afgeleid uit de beschreven doelstellingen, de ypprgestane methodiek en inzet van communicatiemiddelen. PGB hanteert de volgende communicatiedoelstellingeri: het juist, tijdig, èn begrijpelijk inlichten van (gewezen) deelnemers, (gewezen) partners en ; pensioengerechtigden over de ontwikkeling van hun opgebouwde aanspraken, te bereiken aanspraken, pensioenrechteh en de voorwaardelijke toeslagverlening eh de risico's daarbij [bieden van overzicht); het tijdig inlichten van belanghebbenden over actueje pensioenontwikkelingen en de rechteii en plichten idle voortvloeien uit deelname aan de pensioenregeling (b/ederjivo^ (gewezen) déèlhëmérs, aanstaand.perisiöengerechtigden en werkgevers in staat stellen afgewogen besllssingerite nemen (Werfen/rizic/if en qcf/e); het bevorderen van eén goede relatie tussen het fonds èn de belanghebbenden met het oog op het in het fonds gestelde vertrouwenf/j(/drogen aan een goede reputatie van het fonds); het verhogen van de naamsbekendheid van het fonds en het positioneren van PGB als 'hiultisectoraal fonds geclusterd rond de grafimedia, K&FV en VDI' om het draagvlak verder te verbreden [bijdragen adn bekendheid van het fonds). Methodiek en middelen In de pénsioencommunicatie wordt èeri onderscheid gemaaktriaarmassacommünicdtié en persoonlijke comrnunicatié. Massacommunicatie is eèn vorm yan Informatieoverdracht waarbij het fonds zichrichtop een groot aantal ontvangers. De boodschap ka.n;niet of nauwelijks op de ontvanger worden afgestennd en de mpgelijkheden van feedback zijn minimaal. Voorbeelden zijn de pensioenbrochures, het penslóénmagazine en de teksten op de open website. Bij pérsöonlijke communicatiéVIridt infórmatie-uitwisseling plaats tussen het fonds en een beperkte doelgroep, waarbij Interactie en directe feedback in de regel kenmerkend zijn. Vpprbeelden hiervan zijn grpepspresentaties zoals pensioenvyprkshops, persoonlijke pensioengesprekken, teleforilsche gesprekken, beslotèri website ; (mijripgbpensioen.nl), online desks;-. PGB zet een evenwichtige mix van massacommunicatie en persoonlijke cpmmijnicatie in. Het fonds streeft érnaar pm (rekening houdend met de behoefte aan;pérsbonlijk contact) het digitale contact met deelnemers en,
Abln.20130718.def
15
werkgevers te optimaliseren. Het wil daarvoor in toenemende mate jjéiisioéntransactles automatiseren en online aanbieden. Coitimünicatle Ven/uit in dit pfócés twee belangrijke rollén:;het zorgt er in eerste Instantie voor dat pèrislóeri óp de agenda van dè deelnemer staat en het zorgt er in tweede instantie yoor dat als de deelnemer de móeite neemt om zich in zijn pensioensituatie te verdieperi, de uitkomst van dat proces als éen 'beloning* wórdt ervaren. Communicatiedoelgi'oepen :: : : De PW onderscheidt vier doelgrpepen: de (nieuwe) deelnemér; de gewezen deelnemer, gewezen partner eri de gepensioneerde. Naast deze doelgroepen ziet het fonds werkgevei'S, sociale parters èn andere opdrachtgevers als belangrijke 'stakeholders':; Inrichting communicatie Coriimunlcatiebeleid en het cómmunicatlejaarplan wordén door PGB opgesteld eri ln overieg met het ;verantwoordingsofgaari vastgesteld. Aan de. hand;van het communicatie uitvoeringsprogramma (eèn Jaarkalender) worden met de uitvoeringsorganisatie afspraken gemaakt over de uitvoering yan de communicatie en het niveau van dienstverlening. Jaarlijks yindt klanttevredenheidsondérzóek en communicatie-evalüatiéonderzoek plaats yan . onderideelnemers, gewezen deelnemers en pensioengèréchtigderi. Daarnaast fungeert een klantenpanel dat de begrijpelijkheid vari décorrimunicatle beóórdèeld;
:Abin;2O130718.def
16
VOORZIENINGEN EN RESERVES 4.1
Verzekering van de risico's;
Gezien de omvang èn het draagvlak van PGB worderi alle risico's voortvloéiéndè uit de aangegane : ; pensioenverplichtingen volledig in eigen béheer gehóuden. Daartoe hóudt PGB de volgende vóórzieningén en resen/es aan: 4.2 4.2.1
Voorzieningen ; Pensioenverplichtingeri;
Pensioenverplichtingen zijri de actuarieel bepaalde gèkapitaliseerde .waardè vari de tot de berekéningsdatum verworven pensioenaanspraken en pensioénrechten vermeerderd niét, indien van toepassing, de verhoging van de toeslag per 1 januari van het volgende jaar. BIJ de voorziening pensioenvérplichtingén worden de vólgende verzekeringstechnische groridslagen in acht genomen; • •
• •
• • •
•
Qverievingstafel: AG Prognpsetafels 2012.-2062. Factoren met fondsspecifieke eirvaringssterfte ter correctie van de overlevirigstafel, toegepast op de hoofdverzekerde gesplitst naar geslacht en leeftijd. Voor de rnedeyerzekerde pensioenen inclusief de ingegane partnerpensioenen wordf geen rekening gehouden rriet de fondsspecifieke eryaringssterfte. Alle mannen zijn drie jaar puder verondersteld dan hun echtgenote, respectievelijk partner. Toepassing van partnerfrequenties. Voor niet - gepensioneerde deelnenners wordt er een factor toegepast die enerzijds de kans weergeeft dat de hoofdverzekerde een partner heeft en er daarom na overlijden een partnerpèrisióén óp de medeverzekérdé ingaat. Anderzijds; is et- eèn aanpassing van deze factor pm te bereiken dat er voldoende voorziening voor partnerpensioen is aangelegd indien de hoofdverzekerde besluit tot uitruil of andere vormen van flexibilisering conform het Pensioenreglement. Voor geperisioneerde deelnériiers wórdt uitgegaan vari de feitélijke burgerlijke staat. Voor alle actïève verzekerden is èeri latènt riabestaandenpenislóeri verzekerd. Rente: marktrentes.volgens de rentétermijnstructuur (RTS) vari de DNB per ultimo van hét boekjaar. Financiering van de op te bóuwen aanspraken tot de pensioendatum vari Verzekerden die langer dari 3 jaar arbeidsongeschikt zijn. Bij de bepaling van de pensioenopbouw voor arbeidsongeschikte deelnemers Is geen rekening gehouden met een revalldatlekans. Administratiekosten: ter dekking van administratiekosten van ingegane pensioenen is in de voorziening pensioenverplichtingen een opslag van 2% opgenomen. Voor overige kosten zijn geen extra opslagen in de voorzieningopgenomen. De 2% is vojdoende om de kosten van de uitvoering te betalen indien er geen premieontvangsten meer zijn.
•
IBNR: ter dekking van lasten voprtkomende uit al opgetreden maar nog lopende zaken betreffende premievrijstelling bij.arbeidsongeschiktheid, die nog niet verwerkt zijn in de voorziening, wordt een ; schatting van deze lasten opgenomen.
•
Alle afwijkingen van de basispensioénregeling zijn vastgelegd in excedentcontracten en; worden meegeriómèn bij de bepaling yan de voorziening pensioenvérplichtingén. : : Vóoi-ziening voor de uitVóèring.van de voorwaardèlijké backservice: de vpprwaardèlijke backservicé geldt allèéri voor die bedrijfstakkeri/bedrijven die déze tóezégging in hun basispérisiöenregeling hebben opgenonién. Het betreft de Grafische Industrie, Kartonnagè én; Vèrf én Drukinkt. De tóekennlngvan onvoorwaardelijké pensioenrechtén viridf iplaats op basis vari béstuijrsbesluiten. Voor de Gi-afische :
•
: Industrie is door sociale partnèrs besloten om óvér dè jaren 2013 en 2014 géèri prémie te betalen.; Dè toekenningen zullen uit de aanwezige reserves moeteri plaatsvinden. :
Abtn.20130718.def;
17
Voorziening yopr risico's van de deelnemer; deze voorzieningiwordt bepaald door de.waarde vari de tegenover deze ypörzienlng aangehouden beleggingen. De deelnemer belegt voor eigeri rekeningen ;risico, maar heeft een inleggarantle. De garantieikpmt ten laste van het fprids eri wordt verantwoord onder'overige schuidën en overiopende passiva'. 4.2.2
Toeslagyeriening.
De foékomstige toeslagverlening yormt geen onderdeel yan de ypörzienlng pensioenyerplichtingen, aangezien dit éen voorwaardelijke tbeslaig betreft. . Het bestuur kiest èrvoor.dè huidige voorwaardelijkhèid In de toeslagregeling In stand te houden en blijft dus jaarlijks beoordelen of toeslag.nriögëlijkis. Het bestuur heeft èi-vóór gekozen om voor het tè hanteren toeslagbeleid gebruik te maken van variant D.l uit de toeslagenmatrix; Het bestuur heeft de ambitiè.om het financiële belèid Van PGB zo in te richten; dat een. ; dekkirigsjjraad bereikt zou kunnén wórden, waarop overeen fèrmijn van 15 jaar tenminste,90% koopkrachtbehoud mogelijk is. ; Hiertoe kan PGB verschillende instrumenten irizètteri, zoals omschreven iri hoofdstuk 7, waar verder óp de toeslagyeriening wordt ingegaan. 4.2.3
Kosten
Voor de actieven wordt een opslag in de kóstèndekkende premie gehanteerd; zie hoofdstuk 6.; Daarnaast wordt (zoals gemeld in paragraaf 4.2.1):eeri kostenvoorzlening vari 2% van de voorzlening périsloèriverplichtingen aangehouden waaruit de kosten van de uitvoering van de regeling kunnen worderi betaald iridien er geen premiebetalingen:meer wbrden ontvangen 4.3 4.3.1
Reserves Inleiding:
Als PGB over yoldoende midde|en beschikt (dekkingsgraad: hoger dan 100%) om te sprékèn Van reserves, dan.is ei-; de onderstaande indeling. Als er niet voldoende middelen zijn om de voorgeschrevèri reserves aan te houdéri, dient er een herstelplan ingediend te worden bij DNB. Ultimo 2008 was de dekkingsgraad onvoldoende (dekkingstekort), zodat zowel een korte termijn (KT) herstelplan als een lange termijn (LT) herstelplan ingediend is. Doel is om binnen de voorgeschreven termijnen weer yoldoende middelen te verkrijgen door een pakket van . maatregelen te nemen. Hiervoor zijn de volgende sturingsmiddelen |n beginsel beschikbaar:. opschortèri toeslagverlening beleggingsbeleid eri risicobëleid afstemmen ppjngeschatte ontwikkeling yan PGB aanpassing van de pensioenregeling, korteri vari pensioenrechten en perisloeriaanspraken 4.3.2
Solvabiliteitsbuffer;
De totale buffei- isdè combinatie van de twèë volgende onderdelen: 4.3.2:1
Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) . . - .
Het aan te houden bèdrag door PGB wordtvastgestéld op basis van de wettelijke bepalingen (artikelil: Minimaal vereist eigen vermógen vari het.Besluit Financieel Toëtslngskader pensioenfondsen),.De uitkomst van deze
: Abtn.20130718.def
18
Voorgeschreven,berekeningsmethodiek wordt afgerond op de dlchtstbijzijnde;0,l%. Per 31 december;2012 is het Minimaal Vereist Eigen Vei'mogen (MVEV) vastgesteld op 104,1% van de nominale technische voorziening. 4.3.2:2
Vereist eigen vermógèn (VEV)
Daarnaast hanteert PGB voor de berekening van het;vereist eigen vèrmogen.het standaardmodèl van DNB, waarin dppr middel yan risicofactoren ypor de gehele balans yan activa en passiva rekening wordt gehouden met een:
:
solvabiliteitsbuffer voor risico's, ö p het standaardmodel past PBG twee aanpassingen toe: de producten waarin het fonds afwijkt van het standaard modej hebbén betrekking op Inflatiori Linked Bonds en aandelen actief beheer. Hierdoor houdt PGB per saldo een extra bufferaan in Sl ypor Inflation Linked Bonds, en de schokfactoren in parariietèrs FTK voor het aandèléririsicö (S2) wordén vóör actièf beheerde mandatèri Vèrhóogd. PGB heeft solvabiliteitsverelsten zoals bedoeld in de Pensioenwet (Sl tpt en met S6). Het gaat daarbij om de haridhavirig van de nominale solvabiliteit en het creëréri vari buffers om schokken iri;de financiële markten eri hét ; verzekeringstechnische risico pp te vangen. Voor het llquiditeltsrisico (S7), het concentratierisicó (S8) en het operationeel risico (S9) houdt hét fónds geen financiële buffers aan, maar de betreffendé risico's worden wel beoordéeld dóór het bestuur. Vóór het . liquiditeitsrisico wordt gewerkt met zowel een liquiditeitsnorm, een liquiditelts-stresstest als een liquiditeitsplanning. Het concentratierisico wordt met nariie bestreden door diversificatie in de portefeuille; Ibaarnaast beheerst het fonds dit risico dóór gebruikte maken van concentratiè- en exposureliniiéteri; Operationeel risico wórdt vooral beheerstop indirecte wijze; dopr uitbestedingscontracten, enservice level
;;
rapportages die periodiek doórgesproken worden. Deze buffer wordt, voor zover de middelen daarvoor aanwézig zijri, in overeenstéiiimirig niét de uitgangspunten van de DNB voorde financiële opzet en pósltle vari pensioenfondsen; óp èeri zodanig niveau vastgéstèld dat deze voldoende is om de In eerste instantie de rhaximaal verwachte dalinjg van de dékkingsgraad op te vangéri. :; De berekening zal regelmatig uitgevoerd wprden en getoond aan het bestuur en de toezichthouder. Daairnaast is het jaarverslag en tiet actuariële rapport de:bron vopr verdere details; 4.3.3
Vrije reserve
Onder de vrije reserve wordt verstaan: het ter vrije besteding van het bestuur blijvende gedeelte van de middelen, dat uitgaat boven de verplichtingen en de solvabiliteitsbuffe'r. De vrije reserve wordt, voor zover de middelen daarvoor aanyvezig zijn, onder meer aangehouden om eventuele toeslagen van pensioenrechten en pensioenaarispraken;te kunnen financieren.:;
Abtn;20130718.det;;
BALANS- EN VERMOGENSBEHEER 5:1
Het strategisch beleggingsbeleid
PGB voert het beleggirigsbeleid uit op solide:wijzè: Daarbij wordt uitgegaan yande 'prudent person': regel (voorzichtigheidsbeginsel), met name gebasëérd op de volgende uitgangspunten: . de.activa wórden belegd in het belang van de pensioenaahspraken en -rechten vande deelnemers; . het behalen c.q. verhogen vari réridemènt geschiedt bij één aanvaardbaar risico; . de beleggingen wórdéri géwaardeerd op basis van riiarktwaarde; . ;• .de activa worderi zodanigibelegd dat de veiligheid, de kwaliteiten dè liquiditeit van de portefeuille als geheel worden gewaarborgd; . deskundigen zorgvuldig vermogensbeheer in oyereensterinming.riiet vastgestelde richtlijnen; . een goede organisatié met deskundige leiding, adequaat toezicht en cóntrólerriechanismen, een trarisparant be|eggingsprpces en aflegging yan verantwoording. : Het bestuur hecht eraan dat bij nieuw beleggingsbeleldien nieuwe beleggingsvoorstellen voldoende kritisch tegenwicht wordt;geboden. Deze counteryaijing power wordt onder.meer:vormgegeven in objectlevé:arialYses en kwartaalreview/s op segmenten in de bestaande beleggingsportefeuillé; Naast deskundigheid in het bestuur en de uitvoeringsorganisatie wordt pok gebruik gemaakt van;externe adviseurs. Daarnaast wordt bij het uitvoeren van het beleggingsbeleid rekening gehouden met de volgende.beléidsthema's; * * * *
duurzaamheid; riiaatschappelijk verantwoord beleggen; corporate governance richtlijrién; compliance niet viet- èn regelgeving.
PGB streeft ernaar om het risico- éri i-endementsprofiel vari dé totale portefeuille van beleggingen aan te sluiten bij de verplichtingenstructuur van PGB. De specifieke randvoorwaarden van de verplichtingenstructuur met betrekking tot de beheersing van het renterislcó worden uitgevoerd iri de 'iriatching portefeuille'^ als onderdeel van de totale beleggingsportefeuille. De totale structuur van de portefeuille, met een 'matching- en return-portefeuille' sluit aan bij de doelstellingen en ambities van PGB. De dpelstelling van PGB is het pp lange termijn garandéren van de nominale pensioenaahspraken en pensioenrechten, alsm.ede.in staat zijn de toeslagyeriening mogelijk te maken uit het beleggingsrendement en de daaruit voortvloeiende reserves. Om deze doelstelling te bereiken is het.yan het grootste belang dat de beleggingsopbrengsten vari PGB op korte en lange térmijn en binnen de gestelde risicobepalingen zp;pptimaal mogelijk zijn. Het bestuur van PGB heeft hiertoe eeri ALM-oridèrzoek en.aanvülleride studies uitgeyoerd en op basis daarvan het strategisch beleggingsbeleid vastgesteld. De;strafegische pensioenambitié is dat de normkoopkracht over een horizon van vijftien jaar, hoger is dan 90%. De ambitie is Vastgelegd ten opzichte varide nominale pensioentoezegging, gecorrigeerd voor de opgetreden prijsinflatie {het;reële pènsloen). Dit geldt alsdóelstèlling op langere termijn, maar is wel afhankejijk van korte termijn ontwikkelingen.
: Abtn.2Ö13Ó718.def
20
De ambitie wat betreft risico zijn twee maatstaven over een horizon van driejaar: De kans op 'korten' van de pensioenrechten en -aanspraken van de deelnemers mag niet hoger zijn dan 1,5% over een horizon van drie jaar; De kans op 'korten' van de pensioenrechten en -aanspraken van de deelnemers met meer dan 10% mag niet hoger zijn dan 0,3% over een horizon van drie jaar. Deze ambities zullen niet op ieder moment haalbaar zijn. Zo zal bij lagere dekkingsgraden de kans op korten hoger zijn dan de geformuleerde ambitie. In het beleid wordt opgenomen dat de pensioenrechten en -aanspraken in principe zodanig verminderd kunnen worden ('korten') - in geval van een korte termijn herstelplari met een periode van drie jaar aaneengesloten onderdekking - dat de nominale dekkingsgraad na korten zich weer op het niveau van het Minimum Vereist Eigen Vermogen (MVEV) bevindt. De strategische pensioenambitie wordt ingevuld met feitelijk beleid en de ontwikkelingen van PGB worden gevolgd ('monitoring') op een zodanige wijze dat er voldoende controle op het proces is en adequate rapportages naar het bestuur voorhanden zijn.
Het Strategisch beleggingsbeleid wordt enerzijds, qua opzet en uitwerking, toegelicht In het Strategisch Beleggingsplan met bijbehorende beleggingsrichtlijnen en anderzijds, qua soorten beleggingen en hun eigenschappen, nader toegelicht in het Productenboek. 5.2
Organisatie van het balans- en vermogensbeheer
PGB behandelt alle aspecten van het vermogerisbeheer plenair in de bestuursvergaderingen. Op het terrein van de financiële strategie - en daarbinnen het vermogensbeheer - wordt het bestuur geadviseerd door een extern adviseur in samenwerking met de afdeling Balansmanagement van de uitvoeringsorganisatie. De beleggingsstrategie Is opgezet door een vertegenwoordiging van het bestuur, medewerkers van de afdeling Balansmanagement van de uitvoeringsorganisatie en externe deskundigen. De uitvoeringsorganisatie verzorgt het balans- en vermogensbeheer voor PGB en maakt gebruik van externe en interne beleggingsexpertise. Zij selecteert en beoordeelt de externe vermogensbeheerders volgens een door het bestuur vastgestelde procedure, waarna het bestuur de uiteindelijke keuze maakt; daarnaast wordt een deel van het vermogen door de uitvoeringsorganisatie zelf beheerd. Het bestuur wordt voorts ondersteund door twee externe beleggingsdeskundigen, die ook adviseren over de implementatie van de beleggingsstrategie en het risicomanagement van de diverse beleggingscategorieën. Het risicomanagement van de beleggingsportefeuille wordt uitgevoerd door de uitvoeringsorganisatie zelf, die over een deskundige risicomanager beschikt. Het bestuur heeft zich verzekerd van voldoende kritisch vermogen ('countervailing power') door expert bestuursleden in het bestuur op te nemen, door een Adviescommissie Audit & Risk en een Balansmanagement Adviescommissie op te richten en door binnen het bestuursbureau een positie te creëren die zich met de analyse van de beleggingsrisico's bezighoudt (zoals de uitvoering van investment reviews). De Adviescommissie Audit & Risk en de Balansmanagement Adviescommissie beschikken over een taakbeschrijving en houden zich op beleggingsterrein onder andere bezig met de overkoepelende risico's en de assurancerapportages die PGB nodig heeft resp. met het adviseren over de balans van PGB in het algemeen.
Abtn.20130718.def
21
5.3
Uitvoering van het balans en vermogensbeheer
Het Sti-atègi5(:h Beleggingsplan is opgesteld in lijn met het'matching' en 'return' concept. De matching portefeuille : hééft Voornariielijk ten doel brii het renterisico voor wat betreff het nagestreefde percentage af te dekken. De return portefeuille; is bedóeld om rendement te genereren binnen het risicoprofiel dat PGB kan dragen. In de matching portefeuille wordt gebruik gemaakt van reritederivaten om de gewenste renterisico-afdekking te verkrijgen, rekening houdend mét dè lóóptijdsegmenten van dé verplichtingen. In de return portefeuille wordt • : ondèr andere gebruik gemaakt van derivaten om het vréérride valutarisico te verminderen.en om effectieve exposure naar deelmarkten te verkrijgen binriériliqüiditeitskaders ; ; De dagelijkse uitvoering van het Strategisch Beleggingsplari llgt in handen van de uitVberirigsbrganisatie. De koppeling tussen de feitelijke (deel)portefeuilles en de nórriiportefeuille wordt verantwoord in de rapportagestructijur, die Isovereengekomen en iri een 'Service Level Agreeriierit' is vastgelegd. : : De ruimte die is toegestaan tussen de feitelijke en de normportefeuille is in het ALM-proces getoetst en in het Strategisch Beleggingsplan vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn de allocatie naar asséts met toegestane bandbreedtes, regipyerdeling, tracking errors, ratings, exposures,.tegenpartijrisico, liquiditeitsrisico, etc. . Het.beheer van de portefeuilles dPpr de uitvoeringsorganisatie vindtzowel intern als extern plaats. De effecten zijn in bewaring gegeven bij een custodian, waarmee afspraken zijn gemaakt over de gewenste informatieverschaffing. De béieggingsadministratie is in opdracht van de uitvoeringsorganisatie uitbesteed aan de custodian, waarbij de invoer van transacties geschiedt door de Verschillende vermogensbeheerders. De 'mid- en backoffice' van de üitvoeringsorganisatle voert (onder meer) controlewerkzaamheden uit en Is functioneel gescheiden van de 'frontoffice'. Benchmarkgegevèris worden door de uitvoéringsorganisatie betrokken yan een externe partij; Het beheer van dè onderpandportefeuille vbor de derivatenposities is dppr de uitvoeringsorganisatie uitbesteed aan een externe, gespecialiseerde partij. Het bestuur heeft alle beleggingsinstruriienten laten bèschrijvén iri een 'productenbbek'. Een beperkt aantal soortén derivatenproducten is toegestaan. Het doel en toégestané gebruik.is uitgewerkt in beleggingsbeleid, risicobeleid en productenboek. 5.3.1
Uitbesteding van vérniogérisbèheer
Een groot deel van de portefeuille Is door de uitvoeringsorganisatie uitbesteed en daarvoor zijn externe managers aangesteld. De aanstelling van deze managers vindt plaats na goedkeuring door het bestuur. Voorstellen voor aanstelling worden gedaan door de uitvoeringsorganisatie na vaststelling van de (specifieke) criteria door het bestuur. Via inschrijving en beoordeling van de relevante jnformatiè wordt éen shortlist opgesteld, die na verdér onderzoek en (onderlinge) vergelijking verkort wordt tot het voorstel aari het bestuur. De mpnitpring van de prestaties van de vermogensbeheerders vindt plaats door de ultvoeringsorganisatié die daaroyer peripdiek (maandelijksen uitgebreid op kwartaalbasis) rapporteert aan het bestuur van PGB. Het aanstellen van nieuwe managers gebeurt dopr het bestuur via een uitgewerkte procedure . .. beleggingsvoorstellen en een beschreven due diligence proces. De uitvoeringsorganisatie bedient zich van een specifiek uitgewerkt monitoringsbeleid. Per kwartaal beoprdeelt het bestuur de resultaten yan uitbèstèdingspartijen op beleggingsterrein. Het bestuur pntvangt 1 maal per jaar een analyse van de ISAE 3402 (Intérnatiorial Standard on Assurance Engagements) rapporten van elke uitbestedingsrelatie op het terrein van beleggen (inclusief managers van beleggirigsfondsen:en intermediaire;p.artijen).. Jaariijks wordt het aanstellen en ontslaan van extèrnè mariagers geanalyseerd in eén bestuursvergadering. Met betrekking tpt assurance over de beheersing van de bedrijfsproceisseri dóór de uitvoeringsbrganisatie ontvangt het bestuur een ISAE 3402 rapport van de uitvóeringsorganisatlè.
:Abtn;20130718.def
22
Voor het beheersen vari specifieke risico's vari dé extern beheerde beleggingsportefeuilles en hef monitoren van de externe managei-s wordt gebruik gemaakt van een aantal instrumenten, zoals: -een beiëggirigsadministratie, die :zöwél kwalitatief als kwantitatièf van aard is, . . ; ; ; - eéri door de;uitvoeringsorgariisatie gebruikte en ontwikkélde mónitoringtool, di&zówel kwalitatief als kwantitatief van aard is; ; -; maandrapportages van de externe managers zelf, die zowel kwalitatief als kwantitatief van aard zijn, - ISAE 3402-rèsp. FRAG 21 rapporten met een verklaring:van;de éxterne accountant.: 5.3.2
Intern verriiogensbeheer door de.uitvoèringsorganisatie
Een belangrijke taak voor de uitvoeringsorganisatie is het üitvóerèn van de Matching strategie van PGB conforrii het afgesproken rente-afdekkingsbeleidvan PGB. De pórtéfeuilleriianagers beheren de overall strategie, de.; iiitbesteding van de portefeuille met staatsobligaties, de intern beheerde portefeuille met bedrijfsobligaties en de interest rate swapportefeullle (rentederivaten). Het risiconianagemerit is intensief vanwege dé diverse risicoaspecten: renterisico, debiteurenrisico's, swapspreadrisico, exposurellmieten, etc.: : De uitvoeringsorganisatie heeift dagelijks inzicht in de verschiilendé aspecten van de renteTafdekking bij de uitvoering van het matching beleid van PGB; : netdirecte vastgoed van de pnroerendgoedportefeuilleivyprdt eveneens door de uityoeringsorganisatie beheerd tot hét moment waarop de portefeuille is afgebouwd. Het afdekken van Vreemdeyalutarisicoen het liquiditeitenmanagement wordt dppr de uitvoeringsorganisatie verzórgd, net bestuur heeft richtlijrién Voor uitvoering eri risicobeheersing opgesteld waarover het iedere maand een vérantwoórdingsrapportagè ontvangt 5.4
Risicometing eri risicobeheersing
Met betrekking tot de beheersing van de beleggingsrisico's bevatten de door het bestuur vastgestelde Richtlijnen voor de beleggingeri en het Strategisch Bélegglngsplan bepalingen ómtrént:' : (strategische) normgewichten met bandbreédtes .benchmarks . gemiddelde kredietwaardigheid (ingeval van vastrentende waarden) . minimum kredietwaardigheid (Ingeval van vastrentende waarden) . maximum per constituent (ingeval van vastrentende waarden) . maximum vpor niet-benchniark constituents (Ingeval van vastrentende waarden) .tracking errors : ; . minimum kredietvyaardigheid tegenpartij (Ingeval Van derivaten en;deposito's) . minimum kredietwaardigheid land hoofdtoezicht tegenpartij (Ingeval van derivaten en deposito's) . maxiniüm exposure per tegenpartij (ingeval van derivaten en deposito's) . maximum riiarktwaarde pertegèripartij (Ingeval.van derivaten en deposito's); . tegenpartijen waarmeè ISDA en CSA afgeslötén Zijh; . selectiecriteria mariagéfs :: : . tactisch belèid en rebalancirigprbcés . valutarlsicóbeleid: : : liquiditeitsrisicóbelèld Op regelmatige basis ontvangtihet béstuur risicometingeri;eri -rapportages, zoals riiaarid- en kwartaalrappbrtagès beleggingen, de Balansrnonitbr en de dekkingsgraadrapportage.
Abln.20130718.def;
23
Het opstellen van die;rapportages geschiedt pp onafhankelijke wijze door de afdelingen Operations & Control van de uitvoeringsorganisatie. Het rèbalancirigsproces is gekojDpeld aari de normen zoals afgeleid en getoetst in de ALM-studie. Door opsplitsing van de gehele portéfeüille in onderdelen zijn per onderdeel de bandbreedtes lp het beleggingsplan vastgelegd. Indien de waardé van een deelportefeuille 'üitde bandbreedte loopt' start het rebalancingsprqces om dit weer ongedaan te maken en te zorgen dat dé deelportefeuille wéerbinnen de bandbreedte valt. Hiertoe is altijd een expliciet bestuursbesluit nodig. .; 5.5
Resultaatsevalüatie
Metde Balansmonitor wordt op kwartaalbasis een overzicht van de portefeuille op pènsioerifondsniveau gemaakt; met deze analyse wprdt de koppeling gelegd mét de; pensioenvérplichtingén vari PGB en de ontwikkelingen daarin. Op basis van de ultimostanden van elk kwai-taal wordt een vooruitblik gégeven op de stand vari;zaken mét betrekking tot de strategische doelstellingen van PGB en gevoéligheid voor stress-scënario's; Het beleggingsresultaat en de genomen risicq'svan de eigen portefeuille en de-benchmark wórdéri maandelijks dppr de uitvoeringsorganisatie berekend en gerapporteerd. Het betreft een gedetailleerde rapportage op hoofden subcategorie, zowel kwalitatief als kwantitatief van aard, met éen bijbehorende analyse. Voorts wordt ieder kwartaal een review gegeyenpp de mandaten aan de vermogensbeheerders en de samenstelling varide beleggingen in de illiquide portefeuilles. 5:6
Waarderingsgroridslag
De beleggingen worderi gevi^aardeerd op basis Van actuele waarde, volgens de richtlijnen van het; waarderingsbeleid; De custodian waardeert de liquide beleggingsposities op onafhankelijke wijze van de uitvoeringsorganisatie. De waardering van niet liquide beleggingen is gebaseerd óp de rapportage door de beheerder yan een beleggingsfonds bf één externe taxateur.;.:: De waarderingsprocessen van de custodian zijn onderdeel van hun ISAE 3402 verklaring. De waardéring van niet liquide;beleggingen wordt doorde extèrnè accountant van dè uitvoèririgsorganisatie jaarlijks getoetst en gereviewd door de éxterne accountant van PGB. Het bestuur behandelt tenminste één maal per jaar de waardering van alle posities die niet op een liquide markt verhandeld worden. Al dan niet met behulp van externe taxaties wordt de waarde van deze beleggingen geschat aan de hand van vergelijkbare producten of markten. Daarnaast heeft het op maandbasis inzicht in de mate vah (il-)liquiditeit van de belegde gelden. 5.7
Maatschappelijk verantyyoord beleggen
PGB geeft bij het beheer yan de beleggingen pok inyulllng aan zijn 'maatschappelijkè verantwoordelijkheid'; Het beleid dienaangaande maakt gebruik yan instrunienten zoals doelinvesteringen, engagement eri uitsluitingen: Variaf il jariüari 2013 geldt eéniwettelijk verbod op het (laten) uitvoeren van transacties, het verstrekken van;:: • lenirigén of verwerven: van niét vrij verhandelbare deelnemingen in bedrijven die betrokken zijn bij de productie, distributie of vei-kobp van clustermunitie bf;crüciale pnderdelen daarvan; Eeririiaal per jaar wordt, na ovèrieg tussen de AFM, brarichebrganisaties en marktpailljen, een Indicatieve lijst yan betrokken óndernemingen gépubllceèrd en aangepast. PGB zal eróp toezien dat niet belegd wordt in bedrijven op
: Abtn.2Ö130718.dBf
24
deze lijst. Hiertoe:zal dé periodieke lijst doorhet Forids gedeeld worderi met haar vermogensbeheerders; vergezeld van hét vèrbod bm in de betreffëride ondérnemingen te béiéggen. ; Het wettelijk verbod zal overigeris niet gelden voortrarisacties in.door derden beheerde belèggingsiristellingèri en iindices waarbij de producénten van clusternniunitie en of daarbij betrokken ondernemingen, mirider dan 5% van de waardeyan die beleggingsinste|lirig of index vertegenwoordigen. Het bestuur onderschrijft het belang van een goede corporate governance. PGB is, voor zovér de schaalgrootte het toelaat, actief pp dit gebied en is hiervoor betrokken;bij Eumedion, dat de belangen van institutionele beleggers op het gebjed van Corporate Gpyemance behartigt. : Corporate goVernance maakt onderdeel uit yan het PGB beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen.. Dit betreft het stèmmén op aandeelhoudersvergaderingen, het voeren yan éen dialoog met Ondernemingen en het actief meedoen met juridische acties tegèn bedrijven die regelgeving overtreden. Op basis van het opgestelde stembeleid wordt gestemd Inde aandeelhoudersvergaderingen van.een selectie Van Nederiandse bédrijvéri waarin PGB een aandéléribezit heeft. Voor het stemmeri in aandeelhoüdèrsvérgaderingen Van.Europese.bedrIjven maakt PGB gebruik van de diénsten van ISS, op grond Van een door haarbpgesteld 'proxy vóting-beleid'. PGB participeert, indien nodig, in juridische procédures tegen bèdrijvèn:dié wet- en regelgevingbvèrti-eden, indien het aandelen van die ondernemingen bezit. Zo wordt bijvoorbeeld deelgenomen aan 'class actioris' in de Verenigde Staten en soortgelijke juridische procedures in Europa..
Abtn.20130718.def:
25
;6
PREMIEBELEID ; 6.1
Premies
PGB berekent de premlè vöor de uitvoering van de pénsioenregeling naar.rato Van de vastgestelde prijs per eenheid pensioeri. Voor bedrijven die niet órider de Grafimedia cao vallén, wordt de premie vopr de basispensioénregeling afgeleid van de premie voor de verplichtgestelde basispensIoenrégeUng voor de Grafimedia; De door P6B voor de verzekerde werknémers per werkgévér te ontvangen premie wordt vastgesteld als een. percentage van de pensioengrondslag. Het bestuur bepaalt jaariijks de kostendekkende premie. De premie wordt berekend over de pèrisioengrondslag. Op basis van het dopr DNB voorgeschreven model voor het bepalén van de kostendekkende premie Is de 'kalé' premie voorde ppbouw van pensioenen in Ijjn met de te vormen voorziéningeri, op basis van afsprakén In de Grafimedia cao. Uitgangspunt is dat de kostendekkende premie voldoende js om ajle benodigde voorzieningen te kunnen vormèn. 6.1.1
Kostendekkende premie
De kpstendekkende premie fungeert als (wettelijk) ijkpunt bij de beoordeling van de:feitélijke premie die het fónds in rekening brengt., Conform artikel 128 Van de Pensioenwet bestaat de kostendekkende premie uit: a. : : de premie die actuarieel benodigd is in verband met de aangroei van de pensioénverpllchtingen; •
b. c.
d.
de inkoop |s gebaseerd op de overleyingstafel AG prognosetafel 2012-2062 (voor dé premie 2013 wordt het startjaar 2013 gehanteerd) . ; : •; • in de prémie zijn 2% excassokosten, en • een wezenopslag van 1% en ; • de premievrije opbouw voor arbeidsongeschiktheid inbegrepen de opslag die riodig is voor het bij de aarigroèi van de pensioenverplichtingen behorende vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 132; de opslag die nodig is voor de bij de aangroei van dé pensioenverplichtingen béhorèndéuitvoeringskostèri;vari het pensioenfonds; • voor de uitvoeringskosten hier wordt 2% in rekening gebracht, exclusief de kosten vermogensbeheer de premie die actuarieel benodigd is ten behoeve van toeslagverlening indien gekozen Is voor financiering op de wijze, bedoeld in artikel 137, onderdeel a, b of d; • de töeslagverlening vindt niet plaats uit de premie, derhalve hoeft hier geen opslag voor te. worden opgenomen.
Eeri éVentuelè opslag in verband riièt hét herstelplan is niet opgenomen In de premie., 6.1.2
Gedempté kostendekkende premie ;
Conform artikeri28 van de Pensioenwet kan de kostendekkende prèmié woi-dèn gedempt. Om prèmiefiüctuaties: te dempen wordt de kostendekkende premie gedempt; ; ; De geharitéérde gedempte rèrite bedraagt 3i25%. Dit is de maximale gemiddelde rerite over de afge|ppen tien jaar.
:Abtn.20130718.def
26
6.1.3
Doorsneepremie;
Per ljanüari;2013 is doorhet béstüür dèdoorsneepremié yoór dë Grafimedia vastgesteld op 19,5%. De doórsrieepreriiie wordt conforrii 6.1.1. bepaald, op compörient 1 ria: deze is gebaseerd op hét percentage 19,5% van de pensioengrondslag. De doorsneepreriiie wordt minimaal één kèèr per jaar getoetst op kóstèndekkéndheid: in oktobër,.op basis van de renteténiijnsti-uctuur per 30 septembei-; wordt de premie.voói-;debpvolgende jaar gétoètst.6.2
Verhogirig óf verlaging van de premie orii andere reden .;
Door de économische omstandigheden is de bruto doorsneepreriiie verhoogd naar.van 17,5% naar 19,5% per 1 januari 2013. Verder wordt jaariijks doorde actuaris aan de hand van de technische analyse bezien of de divèfse prern|ecomponenten kostendekkend zijn. Zo nodig adviseert de actuaris het bestuur prn tot lextra) aanpassing over te gaan. 6.3 6.3.1
Aanvullende premies
:
Aanvullend partnérpensioen
Verzekerden kunnen vrijwillig de ppbouw van het partnerpensioen aanvullen van 35% naar 70%. De kosten daarvan bedragen 1,75% van de pensioengrondslag. Bij de collectieve cöntracteri kan bij veriaging van hef partnerpenslöéri van 35% naar 0% een kórtirig (afslag) van 1,5% punt op de basispremié Vari 19,5%;plaatsvinden. Iridien ervoor wordt gekozen pm het partnerpensioen aari te vullen van 35% naar 70%, wordt de basispremie met 1,6%; punt verhoogd worden. ;; 6.3.2
Verruiming premievrijstelling
Indiéri wórdt gekozen voor eéri üitbrèiding van de premièvrijstèlling bij arbeidsongeschikthèid van max 70% riaar max 100% kost dit 0,3% van de pensioengrondslag. 7 :
FINANCIËLE STURINGSMIDDELEN 7.1
Algemeen beleidskader
De sturingsrifiiddélen worden In onderlinge samenhang bezien;. Er Is een samenhang tussen het premie-, toesjag-, be|eggings- eri risicobeleid in de gehele sturing van PGB. Leidend daarbij is de financiëlé positie van het PGB,itpt uitdrukking komend inide nominale en reële dekkingsgraad. In paragraaf 4.2.2 is het streven yan het bestuur naar toeslagverlening van pensioenaanspraken en pensioenrechten reeds toegelicht. De ambitie; yopr toeslagveriening is pm pensioenrechten en ; ; : pensioenaanspraken jaariijks te verhogen mét maximaal de loonontwikkeling. Het bestuur beslist jaariijks in hóèvérrè pensioenrechten eri pènsióenaanspraken wordén aangepast. Dé Vóórwaardelijke toeslagvériériing wordt gefinancierd üit overréndementen. • ; De premie bevait dus gèen ópslag voor toéslagvérienirig. Er is geen gèld gérèserveerd voor toèkóririsrige töeslagen..
Abtn.20130718.def:
27
Om te voldoen aari alle doelstellingen van PGB, de PW en de regels van de toezichthouders, kent PGB' ook een beleid om pensióènrechteri en pensioenaanspraken te korten indien ;dat noodzakelijk Is. Deze situatie doét zich voor iridién hét korte termijn herstelplari niet gehaald wordt. Indien de overige sturingsmiddelen (zie 4.3.1) geen uitkóriist bledén zal het bestuur genoodzaakt zijn om dé pensioenrechten en pensioenaanspraken van alle : aanspraak- en pensioérigel-èchtigden te kortéri, zódanig dat weer voldaan vvordt aan de minimumeisen. : Het kortingsbeleid voorziet in dat geval in eèrikorting in gelijke mate;voor alle bestaande (opgebouvvde) ; pensioenrechten en pensloenaarisprakeri. Premiebeleid PGB streeft er naar om de premiehoogte niét sterk tè laten fluctuereri; Daartoe; vindt demping Vari de prémie plaats, door de rekenrente te baseren op de gemiddelde rentevoét over de afgelopen tiéri jaar. De eisen die aan dé premiehoogte yi/prden gesteld zijn: 1. 2.
Op basis yan de gekozen gedempte rente dientde premiedekkingsgraad minimaal 120% te; zijri;Op basis van de actuele DNB rente termijnstructuur dient de premiedekkingsgraad miniriiaal 105% te zijn.
Deze toets wordt jaariijks in oktober gedaan op basis van de RTS pei; 30 september. indien niet aan de laatste eis vyprdt voldaan en de prernie niet aangepast kan worden, dan wordt de opbouw van dè réchteri zodanig beperkt, dat vvel wordt voldaan aan de'eis t.a.v. een minimale premiédekkingsgraad van 105%. Dit is Verankerd in artikel 32 lldl van het pensio.enreglement, en dat luidt als volgt; Artikel 32 lid 1: (1) Indien het over enig boekjaar vóór dekking van toe te kennen pènsióenaanspraken beschikbare deel van de over dat boekjaar ontvangen premies niet voldoende blijkt om de over dat boekjaar volgens het reglement toe te kennen pen$loenaanspraken:te verzekeren, zullen de aansprakén worden vastgesteld op èën naar evenredigheid vari hetpremietekort verminderd bedrag tenzij het premietekort over dat boekjaar naar het oordeel van het bestuur, gehoord de actuaris, ten jaste van de algemene reserve kan worden gebracht. Het beleggingsbeleid eri de andere sturingsriiiddélen samen met de büffers / voorzieningen zijn èf óp gericht om met een yvaarschijnlijkheid van 97,5% te voorkomen dat PGB binnen eeri periode van één Jaar ovèr mindër waarden beschikt dan de technische voorzieningen. Daarnaast wenst PGB te komen tot een zodanige dekkingsgraad, dat de ambitie voor toeslagverlening uit de beleggingsopbrengsten en de aanwezige reserves gefinancierd kan worden. 7.2
Premiebeleid
Indien uit gewijzigde Inzichten inzake lange termijn verwachtingen b|ijkt dat dé premie niet meer van voldoende niveau is,:zal het bestuur adequate maatregelen nemen. Dezë larigë termijn verwachtingen kunnen betrekking hebben op toekomstige salaris-, toeslag- en bestands^ ontw/Ikkelirigèn; of algemene (economische) lange termijn verwachtingen, die in een ALM-studie uitgewerkt kunnen worden.. ;7.3
Beleggings-en risicobeleid
De ambitie voortbèslagvériening dient in bèlarigrijkè mate te wordén gerealiseerd door de beleggingsopbrengsten, dié bijdragen aan éen pósitiève ontwikkeling van dè dekkingsgraad.; Door de toekomstige ontwikkeling van PGB zal het óriderdeelrendement eeri;stèéds grotere rol gaan spelen; Om yoldoende rendement te genereren Is het noodzakelijk om (bewust en gestuurd) af te wijken van een bèleggirigspörtefeuille die zo
: Abtn.20130718.def
28
riauwkeurig mogelijk:dë nominale pensioenaansprakén en perisioenrechtériwéerspiegelt (de matchingsportefeüille). > De mate waarin de beoogde strategische beleggingsportèfeulNe kan afwijken van;de matchirigsportefeuille wordt bepaald door de hoeveelheid risico die genoriieri hnag worden; het rlsicóbudgét. 7.4 : Toéslagbeleid Het toeslagbeleid is in principe gekoppeld aan de nominale dekkingsgraad door een richtlijn. Bij déze'Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen'zijn de volgende uitgangsplinten gehanteerd: - : de ondergrens van de dekkingsgraad is gelijk aan (afgerond) 115%; bij een dekkingsgraad tussen de ondergrens en de gréns 140% wordt gedeeltelijk toeslag verleend gekoppe|d;aaride;prIjsinflatle, aldan nietgemaximeerdop4%; de grenzen zijn zo gekozen dat.de koopkracht oyer een langere termijn npg redelijk gehandhaafd blijft. Bij eèn dekkingsgraad;van meer dan 150% zal ln eêrste instantie gekekeri wprden naar nog openstaande inhaaltoeslagen en vervolgens riaar toeslagyeriening op basis yan de loonindex en eventueel premiekorting. 1 De Richtlijri dékkingsgraad en oritwikkeling pensioen is geën dwingend keurslijf. Hét bestuur kan besluiten pm in positiéve of negatieve zin af te wijken iridien.de omstandigheden daartoe aanleiding geven; . Door publicatiè vari deze richtlijn krijgen wérkgevérs èn werknemers/déelrièmèrs meer inzicht iri dé mogëlijke ontwikkelingen. RichOijri dekkingsgraad en nntwikkellng pensioen
BIJ een dekkingsgraad:
kan uw pensioen zich als volgt ontwikkelen:
onder 105%
in het uiterste geval korting van pensioen: comjïénsatie van éventuele korting + géeii toeslag ; gedeeltelijke toeslag over prijsinflatie van maximaal 4% : 100% toeslag over prijsinflatie met maximum van 4% 100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum 100% toeslag over prijsinflatie zonder maximum + inliaaltoeslag+ loonindex
van 105% tot 115% van 115% tot 130% van 130% tot 140% van 140% tot 150% van 150%
; :
Het kortirigsbeleid speelt bij eén dékkirigsgraad lager dan hét Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV). Vopr; zoVer de regéls dat toelaten, wordt getrachtdeze kortirig van pèrisioenrechten en pensioènaanspraken bij een dekkingsgraad bóVëri MVEV weer ongedaan té makén. De prijsirifiatie ter bepaling vari dé toeslagveriening woi-dt vastgésteld op basis vari de Córisumenten Prijs Iridex alle huishoudens; zoals vastgesteld dóór het CBS;. De niet verleende toeslag wordt:als:inhaaltoeslag vastgelegd. 7.5
Reservebeleid :
PGB laat peripdiek een ALM-studie uitvoeren. Bij de laatste ALM-studie, daterénd van voorjaar 2011, zijn de ;; uitgangspunten van de Pensioenwet en het FTK gehanteerd voor een nader onderzoek naar de gevolgen van een aantal beleldsaltèrriatiéven. ^ Een en ander hëéft;geresulteerd in de strüctüur van beleid, zoals vèrmeld in paragraaf 7.1.
Abtn.20130718.def:
29
Het vervolg vari:de;ALM-studie zal via mo.ri|töring van de uitgangspunten op regelmatige basis vorm krijgén. De beleggings-en risicorapportages geven invulling aan deze .monitoring. Op basis hiervan en de adviezen van de uitvoeringsorganisatie voert PGB haar balansmanagement. 7.6
Crisisplan
Ter voldoening aan de op 16 december2011 van kracht geworderi Beleidsregel financieel crisisplan pensioenfondsen (hierna; Beleidsregel) is in bijlage 2 van deze ABTN het crisisplan van PGB opgenomen. Volgens de Beleidsregel is een financieel crisisplan een beschrijving vari maatregelen, die een forids op korte.,. terniijn zou kunnen inzetten:indien de dekkingsgraad zich bevindt op of zeer snél beweegt richting kritische:;:; waarden, waardoor het realiseren van de doelstelling van het pensioenfonds in gevaar komt. . Het crisisplan onderscheidt de yplgende crisissituaties:; . . alsidioör zodanige bewegingen van de dekkingsgraadihet:bestuur gerede twijfel krijgt óver de solvabiliteit :en/óf • liquiditeit van PGB, of . als PGB zonderaanvuilende maatregelen:niet kan voldoen aan de wettelijke hersteltermijn vobr ééri Minimaal Vereist Eigen Vermogen (daling dekkingsgraad onder kritische dekkingsgraad): ln;hët hérstélplan zijri maatrëgeléri opgeriomen, die ertpeimoeten lelden dat PGBvoldoet aan de minimale:::, dekkingsgraad. Het crisisplan beschrijft de sturingsmiddelen idie het bestuur heeft pm de dekkingsgraad te verhogen en/of om te voorkomen datde dékkirigsgraad tot ondër dè kritische dekkingsgraad daalt, dan wel binnen eeri bepaalde periode snel wegzakt. Per sturingsriiiddel wordt ingëgaan öp het juridisch.kader, de inzetbaarheid en het financiëleeffect van het sturingsmiddel, alsmede bp de evenwichtlgè;bëlangenbehartiging. ;;; ; De conclusie:Is dat de vöor PGB beschikbare effectieve sturingsmiddelen met name bestaan uit het toeslag- en kortingsbeleid. Tot slot wordt in het crisisplan nog ingegaan op de inzet van communicatiemiddelen bij crisiS: :: .:. 8:
VASTSTELLING
Deze actuariële en bedrijfstechnische nota is vastgesteld in de vergadering van het bestuur op 18 juli 2013. Amsterdam, 18 juli 2013
Het bestuur
Vba
Plaatsvervangend voorzitter
;Abtn.20130718.def
30
BIJLAGE
1,
VERKLARING INZAKE DE BELEGGINGSBEGINSELEN
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB), (vastgesteld door het bestuurpp 20 december 2012) 1. Doelstelling en basis voor dit document 1.1 Doèlstellirig Deze 'verklaring inzake.de beleggingsbeginselen' beschrijft de uitgangspunten vari het beléggingsbeleid van PGB. De uitgangspunten zijn door het bestuur vastgesteld: 1.2 Basis voor dit document ; : In de Pensioenwét (PW) is opgenomen dat hèt forids een Actuariële- en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) opstelt. Als bijlage bij de ABTN moeten pensioenfondsen een 'Verklaring jnzake de beleggingsbeginselen' opstellen en actueel houden. Dit document wordt op de website van PGB gepubliceerd; tevens wordt dit:aari belanghebbenden op verzoek verstrekt. 1.3 Bijwerken van de verklaring Dé vèrklaring moet minimaal orn de driejaar worden herzien. Daarnaast moet dit document worden herzien als er tussentijds belangrijke wijzigingen van het beleggingsbeleid optreden, 2: Doelstelling pensioenfonds en organisatie 2.1 Doëlstëlling pensioenfonds Doel en kerntaken Het pënsioenfonds heeft teri doel vvérknemers en huri gèzinnén in de grafische bedrijven, het uitgeverijbedrijif, het kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf, het karton- en papierproducerend en -verwerkend bedrijf, de bedrijven in de rubber- en kunststofbranche,: bedrijven in de chemische iridustrie waaronder begi-epen de bereide verf- en drukinktindustrie en bedrijven in de farmacèutische industriè tegen firianciële gevolgen Van ouderdom en overiijdéri té beschermen. De kerntaken van PGB zijn het verstrekken van pensioenuitkeringen, het beleggen van de pensioengelden en werkzaamheden die daarmee rechtstreeks verband houden. PGB beoogt niet het maken van winst. 2.2 Organisatie Verantwoordelijkheden PGB wordt bestuurd door een bestuur, dat riiöriienteel uit 9 leden bestaat. Het bestuur is éindveraritwoordelijk vppr alle activiteiten yan PGB. Aan het bestuur zijn alle belangrijké beleidsbeslissingen voorbehouden, waaronderdé vaststelling van het beleggingsplan, jaarverslag en premie-én toeslagbeleid. PGB kent een deelnemersraad, bestaande uit 10 leden. De deelnemersraad heeft een advies-, informatie- en beroepsrecht. Daarnaast ként PGB een 18 léden tellend verantwoordirigisorgaari. Dit college heeft een recht op informatie; én overieg, een adviésrètiht ën een enquêterecht; ; Voprts js er een visitatiecommissie ingesteld om het fünctionereri van het bestuur kritisch fe kunnen beoórdéleri.;.
Abtn.20l307l8.defë2^
31
Ook Is er een Cornmlssie van Bezwaar (beharidélt geschillen over de tóépassing van de pensioèrirègèling) en een Klachtencommissie;(behandelt klachten oveir Vermeeride incorrecte wijzè van uitvoering doorde; uitVöèririgsorganIsatle). Het bestuur heeft een Adviescommissie Audit & Risk en een Balansmanagement Adviescoriirifiissie ingesteld, diè het bestuur op dé aari haar toegewezen terréinén adviseert. De AdyleScommlssie Audit & Risk heeft een adviserende taak ten aanzien van: . het beoordelen van en adyiserén over de opzet en werking van de risico-en controlésystemën; . de opzet en wèrkirig van het control frarhewórk van PGB; . de externe financiële verslaggeving en de assurancerapportages yan PGB. De Balansmanagement Adviescommissie heeft een advisérénde taak ten aanzien vari:. het facilitëren van/iriitiatief nemen tot dé discussie en besluitvorming In het bestuur oyer tactisch beleid, benchmarks, baridbreedtes en beleggingsrichtlijnen, door het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het bestuur. Het bestuur kan ook besluiten pm spedfieke taken dienaangaande bij deze commissie té beleggen. Uitbesteding i ;; i :; Het bestuur vari PGB heeft;een uitbestedirigsbeleid opgesteld. Alle uitbestedingsrelaties van PGB, waaronder de uitvoèririgsorganisatie, alsmede haar haar ultbestedingsrelaties moeten, waar mogelijk, aan:dit beleid voldoen: :. De adnninistratie, het vermogénsbèheeren voor een deélóok de beleids van PGB zijri ópgedragen aan een ; ; •• uitvoeringsbrganisatie: In het 'Besluit uitvóèring Pensioenwet en Wét vërplichte beroepspensioenregeling' is vastgelegd dat het pensipenfonds verantwoordelijk.is ypor de vaststelling van het beleid mét betrekking tot de beheersing van risico's die samenhangen met de uitbesteding van bedrijfsprocessèn; Öm dit nader vorm tè gévëri zijn tussen de .; uitvoéringsorganisatie en PGB één uitbéstedingsovereenkómst en service level agreements (SLA's) afgesloten; 3. Balans- en yermogensbeheer 3.1 Hét strategisch beleggingsbeleid PGB voert het beleggingsbeleid uit op solide wijze. Daarbij wordt uitgegaan van de 'prudent person' regel (vooi-zichtigheidsbeginsel), mét riame gèbaseerd op dèVólgénde uitgangspunten: . de activa worden belegd in het belang van de pensioériaanspraken en -rechteriVan de deelnemers; . het behalen c.q. verhogen van rendement geschiedt bij een aanvaardbaar risico; . de beleggingen worden gewaardeerd op basis van marktwaarde; . de activa worden zodanig belegd dat de veiligheid, de kwaliteit en de liquiditeit van de portefeuille als geheel worden gèwaarborgd; . déskündig eri zorgvuldig vermogensbeheer In overeenstemming met yastgestelde richtlijnen; , een goede organisatie met deskundige leiding, adequaat toezicht en controlemechanismen, een;trarisparant beleggingsprpces én afiegging van verantwoording. Het bestuur hecht eraan dat bij nieuw bèleid en nieuwe beleggingsypprstellen voldoende kritisch tegenwicht wordt geboden. Deze countervailing power wordt onder meer vormgegevéri iri objectieve analysés éri kwartaalreviews op segmenten in de bestaande beleggingsportefeuillé. Naast deskundigheid iri hét bestuur eri de uitvoèririgsoi-ganisatie wordt.oók gèbrülk gemaakt van externe adviseurs. Daarnaast wordt bij het uitvoeren van het beleid: rekening gehouden njét de vólgende beleidstheriia's: * duurzaamheid; * riiaatschappelijk verantwoórd bèiëggèn; * corporate governance richtlijrién; * compliance met yvet-en regelgeving.
: Abtn;2Ö130718.def
32
PGB Streeft ernaar pm het risico- en rendementsprofiel van de totale portefeuille van beleggingen aan te sluiten bij de verplichtingenstructuur van PGB. De totale structuur van de portefeuille sluit aan bij de doèlstelling eri ambitie vari PGB::. Orii déze doelstelling te beréikèri is het Van het grootsté belang dat de (beleggings)ópbrengsten van PGB op korte én lange termijn binnen dé gestelde rislcobepalingert zo optimaal mpgeHjk zijn.:Het bestuur heeft hiertoe een (ALM-)onderzoek en aanvullende studies uitgevoerd en op basis daarvan het strategisch beleggirigsbeleid vastgesteld. De strategische pensioenambitie is dat de norm koopkracht over een horizon yanvijftien jaar hoger is dan 90%. De ambitie is vastgelegd ten opzichte van de nominale pensioentoezegging, gecorrigeerd voor de opgetreden prijsinflatie (het reële pensioen). Dit geldt als doelstelling op langere termijn, niaar is wel afhankèlijk van korte termijn ontwikkelingen. De ambitie wat betreft risico zijn twee maatstaven over een horizon va^ de kans op 'korten' van de pensioenrechten en -aanspraken vari de deelnemers mag niet hóger zijri dan 1,5% de kans op 'korten' van de;perisioènrechten en -aanspraken van de deelnemers mét meer dan 10% mag niet; hóger zijn dan 0,3%. Deze ambities zulléri niet op leder momerit haalbaar zijn. Zo zal bij lagere dekkingsgraden de karis op korten hoger zijri dari de geformuleerde ariibitiè. In het beleid Is opgenomen dat de pensioenrechten en -aansprakén in principe zodanig verminderd kunnen worden ('korten');- in geval van een korte térmijn hérstélplan met eéri periodë van drie jaar aariëéngéslóten te lage dekkingsgraad - dat dè rióitilnale dekkingsgraad ria kórten zich weer op het niveau van het Minimaal Vereist Eigen . Vermogen (MVEV) bevindt. ;; De strategische pénsioénambitie wordt irigévuld riiet feitelijk beleid eri dè ontwikkelingen vari PGB wórden gevolgd ('monitoring') op één zodariige wijze dat er Voldoende controle op het proces is en adequate rapportages paar het beStüur voorhanden zijn.
3.2 Uitvoering vari het balans- en vermogérisbeheer; Het Strategisch Beleggingsplan is opgesteld In lijn met het'matching' en 'return' concept. De matching portefeuille heeft vooral ten doel om het renterisico voor wat betreft het nagestreefde percentage af te dekken. De return portefeuille is bedoeld om rendement te genereren binnen het risicoprofiel dat PGB kan dragen. In de matching portefeuille wordt gebruik gemaakt van rentederivaten om de gewenste renterisico afdekking te verkrijgen, rekening houclend met de looptijdsegmenten van de vérplichtingen. In de return portefeuille wordt gebruik: gemaakt vari derivaten om.het vreèmdé valutarisico te Verriiindèrènenomeffectievè exposure naar deelmarkten te verkrijgen (bijvóbrbeèld; grondstoffen).:; ; De dagelijkse uitvoering van het Strategisch Beleggingsplan ligt in handen van dè uitvoeringsorganisatie. De koppèling tussen de feitelijke (déel)porfefeuilles.en de normportefeullle wordt verantwoord in de rapportagestructuür dié is overeengekomen en in eeri 'Service Level;Agreement' is vastgelegd, De riiimté die is toegestaan tussen de feitelijke en de normportefeuille is in het ALM-próces getoetst en in het: Strategisch Bélegglngsplan vastgélegd. Voorbeelden hiérvan zijn de allocatie naar" assets met toegestane bandbreedtes, regióyerdeling, tracking errprs> ratings, exposures, tegenpartijrisico, llquiditeitsrisicp; efc, 3.3 Üitbestetjing van vermogensbeheer Een groot deel vari dé portéfeüille is doordé üitvoeringsorganisatle uitbesteed en daarvoor zijn externe managers aangesteld. De aanstelling van deze managers vindt plaats na goedkeuring door het bestuur. De monitoring van de
Abtn.20130718.def
33
prestaties van de vermogensbeheerders vindt plaats door de uitvoeringsorganisatie die daarover périodiek (maandelijks en uitgebreid op kwartaalbasis) rapportèert aan het béstüür van PGB. 3.4 intern vermogensbeheer dopr de uitvoeringsorganisatie Een belangrijke taak voor de uitvoeringsorganisatie is het uitvoeren Vari de Matching Strategie vari PGB conform het afgesproken renté-afdékkingsbeleid vari PGB. 3.5 Risicometing en risicobeheersing Op reg;elmatlge basis ontvangt het bestuur risicometingen en -rapportages opgesteld, zoals maand- en kviiartaalrapportages beleggingen, de Balansmonitor en de dekkingsgraadrapportage; Het opstellen van die rapportages geschiedt pp onafhankelijke wijze door de afdelingen Control en Riskmanagement yan de uitvoeringsorganisatie.; 3.6, Rèsultaatsevaluatie Met de Balansmonitor wordt op kwartaalbasis eèn overzicht van de portèféuille op pensioenfpndsniyeau gemaakt; met deze analysé wórdt dë koppeling geiëgdimet de pensioenverplichtingen van PGB en de ontwikkelingen daarin. Op basis van de ultimostanden van elk kwartaal wordt een vooruitbllk gegevén op de stand van zaken mét :: betrekking tot de strategische dpelstellingen van PGB en gevoéligheid voor stress-scieriario's; Het beleggingsresültaaten de genomen risiéó's Van de eigen portefeuille ende:benchmark worden maandelijks doorde uitvoeringsorganisatie b.erekerid en gerapporteerd. Het betreft een gedetailleerde rapportage op hoofd en subcategorie, zowel kwalitatief als kwantitatief van aard, met ëen bijbehorende arialyse: Voorts wordt ieder kwartaal eeri review gegeven op de mandaten aan de vermogensbeheerders en de samenstelling Vari de beleggingen in de relatief illiquide portefeuilles. 3.7 Waarderingsgrondslag De beleggingen wordëri géwaardeerd op basis yan actuele waarde, yolgens de richtlijnen van het waarderingsbeleidi De custodian waardeert de liqiiide beleggingsposities op onafhankelijke wijzè van de : uityoeringsorganisatie. De waardering van relatief illiquide beleggingen is gebaséerd op de rapportage doorde beheerder van een beleggingsfonds of een externe taxateur. De waarderingsprocessen van de custodian zijn onderdeel van hun ISAE 3402 verklaring. De waardering van relatief illiquide beleggingen wordt door de externe accountant van de uitvoeringsorganisatie jaarlijks getoetst en gereviewd;doór dé externe accountant Van PGB. Het bestüur behandelt tenminste één maal perjaar de waardering van alle posities die nietopeen liquide markt verhandeld worden. Al dari niet met behulp; van éxterne taxaties wordt de waarde van deze béiéggingen geschat aan de hand van vergelijkbare producten of markten; Daarnaast heeft hët op maandbasis inzicht in de mate van (il-)liqüiditeitvan de belegdé geldëri. ; 3.8 Verantwoord beleggen en corporate governance PGB gééft bij het beheer van dé belèggirigen ook invulling aan het thema 'maatschappelijke verantwoordeiijkheid'.; Het bestuur onderschrijft het belang van èeri goede corporate goverriarice; PGB is, voor zover dè schaalgj-ootte het toelaat, actief op dit gebied en is hiervoor bètrpkken:bij Eumedion, dat de belarigen van institutionele beleggers op hét gèbied vari Corporate GöVei-hance behartigt. PGB heeft zijn bel.eid langs verschillende sporen uitgezet. Dit betreft het stemmen op aandeelhoüdèrsvérgaderingen, het voereri;van één dialoog met ondèrrièriiirigèn, het actief mèedöen met juridische acties tegén bédrijven die regelgeving overtreden en het hebben van een uitsluitingenlijst.
: Abtn.20130718.def
34
Öp:basis van het ppgestelde sténibélèid yvordt ^ in de aandèelhoudérsvergaderirigen van eeri seléctié Vïn .Nederlandse;bedrijyen vvaarln^^^^ iriaandeelhöüdiersvergadering^ van Êuroftesetbedrijyen m yan de dieristèri van ISS; op grond vari éèh.dopir, haYr öpgésteld 'proxy yoting beleid'';
BULAGE
Ablh;2Ö130718;déf
2
CRISISPLAN
Het bestuur van: Pensioenfon;dS:;voor , de Grafische :Bedrijven, gevestigd t e Amsterdam gelet op: a r t i k e l 31 van de statuten, b e s l u i t per vergaderdatum IS; j u l i 2013 t o t dè w i j z i g i n g van hét Uitvöéringsreglement,; als;weergegeven i r i d i t b e s l u i t . D i t ;docunient bevat; medé de ,wijzigingen pér dé vergaderdatum 20 december ;2Ó12, yoor zover die n i e t reeds z i j n ; opgenomen i n :het; wijzigingsbes;iiiit per d i e datum. : Stichting Pensioenfonds voor dè Gi-afische Bedrijven UITVOERINGSREGLEMENT Dit reglement regelt de verhouding tussen.de pèrisioenuitvoerder en de werkgever. Ingeypige artikel 31 van de statuten vastgesteld in de bestuursvergadering van 13 september 2007. Laatstelijk gevvijzigd door het bestuur bij besluit van 18 juli 2013.
HOOFDSTUK I Definities Artikell Definities HOOFDSTUK II Deélnéwtng Artikel 2 Aanvang ën éinde van de deelname Artikel 3: Aanspraken : : : • Artikel 4 ^ Premievrije bènsioenopbouw HOOFDSTUK III Groh'dslaeeri van de vènekering: Artikels Loon Artikel 6 Maximumlöóri; Artikel 7 Franchise Artikel 8 ::: Vaststelling van de pèrisibeheróndslag HOOFDSTUK IV Premie Artikel 9 Vaststelling Van de premie Artikel 10 .Afdracht van de premie ; ; Artikel 11 Te late betaling HOOFDSTUK V Inlichtingen Artikel 12 Opgaven en Inlichtingen HOOFDSTUK VI Toeslagverlening Artikel 13 Toeslagverlening HÖÖFDSTUK VII Aanspraken na beëindiging van de deelname ; Artikel 14 Afkoop HOOFDSTUK VIII Vrijstellingen : Artikel 15 . Vriistëlling Vari verplichte deelname en prèmiebetaling Artikel 16 -Vriistëlling wegens gemoedsbezwaren 8 B9 9 9
HOOFDSTUK IX VrIlwilllge verzekeringen. Artikel 17 : Vriiwillige verzekeringen Artikel 18 Vriiwillige voortzetting ; : Artikel 19 ::: AIMW Plus verzekering ': Artikel 20 PGB Plus Pensioensparen Artikel 21 Vriiwillige aansluiting
lo;
HOOFDSTUK X Wilzigeh van het pensloenreglemeht : ; Artikel 22 ;; Procedure totwliziging vari het pensioenreglerrient
10 10
HOOFDSTUK XI Algemene en slotbepalingen
ib
PGB UitvoeiiriBsreglement 20130718.def
Artikel 23 : Artikel 24
. Algetriëne bepaling Slotbepaling
10 10
Bedragen en percentages :: .:. : Richtllln dekkingsgraad en-QhtWIkkeling perisioeri -Door de vi)ei-kgever te verstrékken opgaven en inlichtingeri
U li 11 12
Biilagen
i U III.
PGB Uitvöéringsreglement 201307l8.dcf:
HOOFDSTUK I Definities
Artikel 1
Oefinltiès
In dit reglement wordt verstaan onder: a. Wérkgever werkgever in de zin van dë statuten; werkriemér in de zin van de statuten; b. Werknemer werknemér.óf gewezen werknemer,-die pensioenaanspraken verwerft jegens het c. Deelnemer fonds cpnfprm de sectorbepalingen van het Pensioenreglemerit; werknemer, die krai:htéris éen arbeidsovereenkóriist riiindeir uren arbeid verricht; ; d. Parttime deelnemer dan;bij die werkgever in:geval van volledig dienstverband gebruikelijk is; dé (gewezen).werknémer dóór wie op grond vari een penslóenovereenkomst geëri e. Gewezen deelnemer. pensioen: mëer wprdt verworven en;dieblj beëindiging van de;deelname een pensioenaanspraak heeft behouden jegens het fonds; . de (gewezen) deelnerner en dë gewezen partner, dje begunstigde is voor het npg: f Aarispraakgerechtigde niet ingegane pensioen; de pensióèngërechtigde voor wie het ouderdomspensioen is ingegaan; ; g. Gepensioneerde; ; de persoon voor wie op grond van de pensioenovereenkomst het pensioen is h. Pensioengerechtigde ingegaan; i. de echtgenoot van de (gewezen) deelnemer of de pensioengerechtigde; i. Partner II. de ongehuwde persoon riiët wie de ongehuvirde (gëwëzën) deelnemer of de pensioengerechtigde, met uitzondering van de gewezen partner een geregistreerd partnerschap is aarigegaan als bedoeld in titel SA van Boek 1 yan : het Burgerlijk Wetboek;: lil. de ongehuwde persoon mef wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer of de' pensioengerechtigde gedurende ten minste een halfjaar onafgebroken een gezamenlijke huishouding heëft gevoerd. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: ^ de gezamentijkè;hüIshouding moet op een;doór het bestuur te bepalen wijiié zijn aangemeld bij het fónds;: : - : tussèn beide partners moet èen notarieel samenlevingscontract, dan wel een doorhet fonds yoorgeschrevéh verklaring zijn.ondertekend; - beide partners moeten:op hetzelfde adres zijn ingeschreven in het ..: bevolkingsregister; - er is sprake van twee personen waartussen geen bloed- of aanverwantschap iri de rechte lijn bestaat. ; het gedeelte van het Ippn w/aarover geen aanspraken vyorden verworven en :; j . Franchise waarover geen premie Is verschuldigd; het loon verminderd met de franchise zoals vermeld in de sectorbepalingen van het k. Pensioengrondslag Pensioenreglement; het recht op een nog niet ingegaan ouderdoms-, (bijzonder) partner- en I. Pensioenaanspraken wezenpensioen; m. Pensioendatum de eerste van de maahd waarinde (gewezen) deelnemér recht krijgt op een AOVV uitkering; i i: ..;: : • ; : n. Pensioeningahgsdatum de perisióëndaturn, dan wel de datum; waarop door vervroeging pf uitstel het pensioen daadwerkelijkis ingegaan; O. ;Périsióènrichtleeftijd de leeftijd van 67 jaar yvaarop de vanaf 1 januari 2013 vërwprven aanspraken pp ouderdomspensioen gericht zijn, de leeftijd vari es jaar waarop de tof I jariüari.2013 verworven aanspraken op ouderdomspensioen gericht zijn, bepalend voor de leeftijd is de eerste dag van de maarid waarin deze bereikt wprdt;; p. ;Pensipenrechten het recht op een ingegaan ouderdoms-, (bijzonder) partner of wezenpensioen; : uitgezónderd;de voorwaardelijke tbèslagvériening; q. Loonindexcijfër het indexcijfer van de cao-lonen permaand van volwassen werknemers in de grafische bedrijfstak; zoals.dat door het forids wordt berekend; r. Prijsindexcijfer Consumenten Prijs index alle huishoudens, zoals deze wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek; s. Scheiding echtscheiding öf ontbinding van het huweiijkna scheiding van tafel en bed, of beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door de dood of vermissing dan wel door eën huwelijk met de vroegere geregistreerde partner; of beëindiging van de bij het fonds aangemelde gézamenjijke huishouding;
PGB:UitvoeringsrcBlcmcnl 201307IR.def
t. Ouderschapsverlof : •: u. Zorgverlof/educatief verjóf
: :
V. Onbetaald veiriof:
:
w. Sector
::::
X. Sectorbepalingeri:
:
y. FVR z. Arbeidsongeschiktheidswetgeving
:
aa. Arbeidsongeschiktheid
periode als bedoeld in artikel 6.2 van de Wet arbeid en zorg; . : : : een, mët instandhouding van de arbeidsóvëreënkomst, gehele of gedeeltelijke onderbreking van de arbeid ten behoeve van zorg of educatje waaronder mede : wordt verstaan het yei-groten vari arbeidskwalificatië; een, rnet instandhouding van de arbeidspvereenkomst, tussen werkgeyer en werknénier övéreëngekomen verlof met betrekking tot gehele öfgedeéltèlijke onderbreking van de arbeid; ëeri (deel van) een bedrijfstak zóals omschreven in artikel 3 en volgende vande:: statuten; de onderdelen van de pensioenregeling van een sector die afwijken van de Basisregeling van het fonds; de Stichting Financieririg:Voort2etting Pensioenverzekering; Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), respectievelijk Wet werk en inkomën;naar arbeidsvermogen (WIA); de eerste dag van toekenning van een WAO-respectievelijk een WIA-uitkering.
HOOFDSTUKII Deelneming Artikel 2: (1) (2)
Aanvang en einde van de deelname
De De a. b.;
deelname vangt aan op de eerste dag.van indiensttreding bij een werkgever. deelname eindigt bij: het bereiken van de pensioendatum; . beëindiging van de status;van werknemer behalve.in;het geval de deelnemer in aanmerking komt voor premievrije pensioenopbouw of aanspraken verwerft uit hoofde van premiebetaling voor rekening van het FVP; c. beëindiging vari.de premievrije penslóeriópbouw wegens arbeidsörigeschiktheid; d. overlijden van dé deelnemer. (3) De deelname wórdt, gèdurende de perióde dat de werknemer zijn ai-beid gehéél of gedeeltelijk óridërbrëëkt in : : verband rnet zorgverlof/educatief verlof of met onbetaald veriof naar de mate van deze onderbreking opgeschort. (4) Het fonds administreert de dëelnemërsjaren van de deelnemers: • Artikel 3 :
Aanspraken
(1)
:.
Hèt karakter van de overeengekpmen pensioenregeling is een uitkeringsovereenkórhst. Dit reglement verleent; tezamen mét het.Pensioenreglement, aanspraak op ouderdomspensioen, partnerpensioen, bijzonder :: partnerpensioen, arbeidsongeschiktheidspënsioen ën wezenpensioen;; • (2) Aanspraak op ouderdomspensioen komt toe aan deelnemers en gewezen deelnemers. (3) Dë aanspraak op partnerpensioen komt, behoudens hët bepaalde in artikel 12 van het Përisidenreglement, toë;aaridë partner van: a. een aanspraakgerechtigde, met uitzondering van de gewezen partner, die de pensioendatum nog niet heeft bereikt; b; een gepensioneerde, die bij het bereiken van de pensioeningangsdatum, indien het pensioen wordt uitgesteld, niet heeft gekozen voor uitruil yan het partnerpensioen als bedoeld in artikel 14 van het Pensioenreglement. : (4) De (gewezën).dëëlriemër, die aansluitend;aari het einde van de deelriariië récht heeft op een uitkéring óp grond van de Werkloosheidwet, behoudt gedurende de periode dat hij de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen ten behoeve vari zijn partner; De hoogte vari het partnerpensioen wordt vastgësféld conform artikel 3 van dë van : toepassing zijnde sectorbepalingen van het Pensioenreglement. (5) Dë aanspi-aak op bijzonder partnerpensioen komt, behoudens het bepaalde in artikel 12 van het Pensloenreglemént, toe aan de geyyezen partner van een (gew/ezen) deelnemer of gepensioneerde. (6) De aanspraak op wezenpensioen komt, behoudens het bepaalde in artikel.12 van het Pensioenrègiëment, tóe aan elk kind beneden de leeftijd van i8 jaar, dat tot de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke bëtrekking staat in de zin vari het Burgerlijk Wetboek! • ; (Vlet kinderen in de yorige volzin bedoeld yuorden gelijkgesteld pleeg-of stiefkinderen van de (gewezen) deelnemer of gepensioneéi-dé, dië door de aanspraakgërëchtigdè of gepensioneerde als eën eigen kind worderi onderhouden. Met kinderen beneden de leeftijd van ISJaar worden gelijkgesteld kinderen van 18 tpt 27 jaar, die studerend zijn en : dëswége aanspraak hebbëriopëèri uitkering op grond vari de Wét Studiefinancienng 2000. (7) Indien de w/erknemer gedurende de penpde vap zorgveriof/educatief yer|of arbeidsongeschikt wfprdt resp. overlijdt, dan krijgt hij rësp.;zijn nagelaten betrekkingén;dezelfde aanspraken krachténs het reglement als.ware dé deelname niet geheel of gedeeltelijk opgeschort. ; (8) ; Opname van onbetaald veriof tot een maximum van 18riiaandendoor de deelnemér is niet van invloed op dé : aansprakén van zijn nagelatëri betrekkingen krachtens het Pensioenrègiëment.
PüB Üitvocringsrcglcincnl 20130ri8.déf •
(9)
Aanspraak op tijdelijk arbeidsongeschiktheidspënsioen, zoals bepaald in hetReglement PüB WIA; Éxcedentpensioen, bestaat slechts indien, eh voor zolang de;werkgever een daartoe strekkèride (aansluitings-) overeenkonist met het fonds heeft gesloten.
Artikel 4
Premievrije pensioenopbouw;
Ten behoeve van éen deelnemer bestaat aanspraak op (gedeeltelijke) prërinievrije pensioenopbouw ingeval vari arbëidsorigëschiktheid overeenkórfistig hét bepaalde in de Basisregeling en de toepasselijke Sectorbepalingen van het Pensioenreglement. HOOFDSTUK lil Grondslagen van de verzekering Artikels (1) (2)
(3)
(4)
Loori;
Tot het loon behoren alle loonbestanddelen zoals genoemd in artikel 4a van de toepasselijke Sectorbepalingen van het Pensioenrègiëment. ln afwijking van het in lid i bepaalde wordt onder loon verstaan: a. voor de deëlnëriier, indien en voor zovér dié aanspraak heeft op prèmiévrije pensioenopbouw; wegéns arbeidspngëschiktheid: het gemiddelde loon over de laatste drie volle kaleriderjaren, direct voorafgaaridë aan het jaar van intrede van de arbeidsongeschiktheid.:Bedoeld loon wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van het loonindexcijfër en op de hierna vastte stellen wijze: I. het bruto jaarioon wordt geïndexeerd tot aan het aanvangsjaar vande toerekening; II. het geniiddelde loon wordt gedeeld door 260; . lli. als basisindex wPrdtde loonindex van oktobéryan hët boekjaar voorafgaand.aan het ingangsjaar van de toerekening gebruikt; IV. indexatie viridt plaats vanaf 1 januari;van het boekjaar volgend op het ingangsjaar van de toerekening; b. voor een werknemer. Indien en voor zover die niet werkzaam is uit hoofde:van het ouderschapsveriof:: het loon dat de werknemer (meer) zou hebben oritvangën indien niet van dë rëgëling vpör het ouderschapsveriof gebruik zou zijn gemaal
Artikel 6
: Maximumloon
(1)
Het voor dë berekening van de pensioengrondslag.mee te tellen loon vyordt zp nodig gemaximeerd op het bepaalde in artikel 4b van de toepasselijke Sertorbepalingeri van het Pensioenreglement. (2) Teri aanzien van een parttirinë-déélnemer wordt het in hët vórige lid bedoelde, en vppr zóver van toepassing zijnde, maximum voor de berekening van de pensioengrondslag van die werknemer vermenigvuldigd met het aantal door die werknemer gewerkte uren en gedeeld door hët aantal uren dat bij dië werkgever in geval van volledig dienstverband gebruikelijk is.:
Artikél 7 (1) (2)
Franchise
De hoogte van de franchise is vastgelegd iri artikel 5 van de toepasselijke Séctórbepalingen van;hét Pensioenreglerrient. ten aanzien van een parttime-deelnemer zijn de toepasselijke sectorbepalingen van het Pensioenrègiëment vari tóépassirig.
PÜB Uitvoeringsregicmenl 2013ü7 lg,dcf
(3)
Ten aanzien van een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is krachtens de arbeidsongeschiktheidswetgeving en tevens werkzaam is bij een werkgever, wordt de;franchise als volgt vastgesteld: , yoor het deel dat betrekking heeft op het inkomen uit arbeid, naar de mate waarin daadwerkelijk arbeid wordt verricht; voor het deel dat betrekking heeft op premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid, naar de mate van arbeidsongeschiktheid conform de toepasselijke séctórbepalingen vari het Pensioenrègiëment; in totaliteit zullen beide delen echter nimmer meer bedragen dan de franchise, die behoort bij het diënstverband dirëct vóorafgaande aan het Iritreden van de arbeidsóngeischiktheid; een eventueel surplus zal in mindering gebracht worden op de franchise die gehanteerd wprdt bij de premievrije pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid;
Artikel 8
Vaststelling Van de pensioengi-bndslag
(1)
Het bestuur stelt de pensioengrondslag, ten behoeve yan de verschuldigde jaarpremie resp. pensioenopbouw,; vast met inachtriëming van de door de werkgever daartoe te verstrekken loongegevens. (2) Laat de werkgever na die loongegevens,:of andere gegevens als bedoeld in artikel 12, lid 1, voor het door het bestuur daartoe vastgestelde tijdstipte verstrekken of zijri die gegevens kenriélijk onjuist, dan stelt het béstüür dé pensioengrondslag naar beste weten vast. Het bestuur is bevoegd de dan vast te stellen premie te verhogen nriet een opslag vah 5% yan dat bedrag met een minimum van €25 per werknemer. Deze verhoging wórdt als boete beschouwd.; (3) Indien meerdari vijf jarën zijn verstrekerisinds het.éinde van het jaar waarover een pensioengrondslag is vastgesteld • of had moeten worden vastgesteld wordt deze niet meer dppr het bestuur gewijzigd respectievelijk vastgesteld; in ; bijzondere omstandigheden zal ten gunste van de aarispraakgerechtigde en gepensioneerde van het bepaalde in dit lid worden afgeyveken. (4) Herziening van eéri èerimaal vastgestelde pèrisioengrondslag, op grond waai-van een uitkering of waar-deoverdracht is berekend en uitgekeerd, blijft achterwege indien die herziening zou leiden tot vaststelling van eén lagere . : pënsióengrondslag, dan wel tót het riiet vaststellen van eén pensioengrondslag. HOOFDSTUK IV Premie Arti|<el 9 (1)
(2)
Voor de pehsióérivërzékering is een prémie ;verschuldigd zoals vastgelegd iri artikel 8 van de toepasselijke Séctórbepalingen van het Pensioenrègiëment. De premie is verschuldigd over de pensioengrondslag van ;de deelnemer. Het bestuur kan, de actuaris gehoord, besluiten een korting pp dë op grond van dit ;artikel verschuldigde premië vast te stellen, mits I. sprake Is van toereikende technische voprzieningen met betrekking tot het geheel van de pèrisibenverpiichtingen; II: de techriische voorzieningen en de eventueel aan het fonds verstrekte leningen volledig door waarden worden gedekt; III. het fonds beschikt over het vereiste eigen vermogen in de zin van de Pensioenwet; IV. er bij de voorwaardelijke toeslagverlening een consistent geheel is tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van de voorwaardelijke toeslagen en de financiering van de voorwaardelijke toeslagverlening plaatsvindt krachtens de Pensioenwet. Het bestuur kan daarbij rekening houden met de Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioenen zoals opgenomen in bijlage II. . ;
Artikel lo; (1)
(2)
Vaststelling van dë premie
Afdracht van de premie;
De door de werkgeyer en werknemer verschuldigde premie wordt door het fonds, bij wijze van voorschot en in mindering óp hèt overeen boekjaar verschüldigde totaal van de prémies aan dë werkgever, in 12 maandelijkse termijnen in de l'week volgend op de maand waarop het voorschot betrekking heeft, in rekening gébracht. Het voorschot is gebaseerd op dë dodr de werkgever vooraf vërstrékte grondslag. Deze grondslag kan door de pensioenuitvoerder en door de vverkgever in geval van vvijzigingen of onjuistheden, aangepast worden. Wannéér de werkgever geeri opgave van de grondslag vérsti-ekt, stelt de pensioeriuitvoerder de grondslag ambtshalve vast. Daarbovenop kan het bestuur besluiten, indien het dit nodig oordeelt tér zelcerheidstelling van dë premieafdracht, een extra vóórschot tér grootte van de premie ovei-ten hoogste 1 jaar in rekening te brengen; De procedure voor het innenyan het over een boekjaar verschuldigde totaal van dë premies is als volgt: - in oktober van het lopende boekjaar wordt een aankondiging aan de werkgevers gedaan over de gevolgen en consequenties Van een te late aanlevering van de opgaven en irilichtingën; - in december van het lopende boekjaar wordt de werkgever verzocht die opgaven en inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn vopr de vaststelling van de totaaPverschuldigde premie confórni artikel 12. Tevens wordëri de gevolgen en consequenties van een te late aanlevering opnieuw kenbaar gernaakt; :
PGB Uifvoei-ingsregleinenl 2013071 R.def
-
(3)
na het verstrijken van de in dit verzoek gestelde termijn wordt;binnen i week gerappelleerd;: na het verstrijken van het eerste rappel wordtbinnen 2 weken ópnieuw gerappelleerd metdë aankondiging van . éen boeteoplegging confórriri artikel 8 lid 2; -: na het verstrijken van deze terrnijn wordt de boete opgelegd: Tevens wordt éen aankondiging gedaan dat de werkneriiérs en/of de Ondernemingsraad van de betreffende wërkgëver zullen worden ingelicht; [ 2 weken na dato worden de werknemers en/of de Ondernemingsraad alsnog ingelicht als dé werkgever nalatig blijft met het verstrekken van de op'gavén eri inlichtingen. Teveris viridt aankondiging van ambtshalvë afrekening . conform artikel 8 lid 2 plaats; wordt niet op deze.rappels gereageerd dan stelt het fonds arribtshalve de totaal verschuldigde premie vast rekening hóüdënd met het bepaalde pnder artikel 11 lid 2. De werkgever is verplicht de verschuldigde premie binnen 7 dagen ria dagtekeriing van de nota te voldoen.; Bij niet betaling binnen deze termijri;(s dè werkgever door het enkele verloop van die terrnijn in gebreke. Betaling yan de nota kan, ter keuze van de werkgever, geschieden via automatische incasso of via een anderë iwijze. Indien de werkgévér kiëst voor betaling yia;eeri:andere wijze, is hij për nota een extra bedrag aan kpsten verschuldigd van €2,50:';;;:
Artikel i l
; Te late betaling
(1)
De werkgever; die nalaat enig door de werknenner te betalen bedrag óp hét daarvoor in artikel 10 bedoelde tijdstip te voldoen, zal eëh schadëyergoeding als bedoeld In de artikelen 119 en 120 van Boek 6 yan het Burgeriijk Wetboek verschuldigd zijn, tenzij het bestüur daarvan geheel of gedeeltelijk ontheffing verieent. : (2) Boven eri behalve de in hèt vóórgaande lid bedoelde schadevergoeding is de werkgever in geval van nalatigheid verplicht op eersté vordering van het fónds alle kosten te betalen, dié naar het oordeel van het béstüür ter invordering vari het verschuldigde zijn gérfiaakt, alsmede de hieroveryerschuldigde BTW. Indien de werkgever 2 rnaandén na de dagtekening van de nota die nota nog niet heeft voldaari, wórdt onder de kostëri in ieder geval :; ;:; begrëpën een extra opslag vari 1% van het (totale) bedrag van de nota, met een rninimum van € 40 en een maximum van €1.500. Artikëllla (1)
(2)
(3)
Vermogenstëkört ën yèrmogensoverschot;
Het fonds hanteert als financiële sturingsmiddelen hét premie-, het toeslag-, het beleggings-;en het risicobeleïd. Tevens kan hef bëstuur op basis van artikél 32 yan het Pensioenregjement de ppbouw van toei
Artikel 12 (1) (2) (3)
Inlichtingen
i ;
Opgaven en inlichtingen
Werkgevers zijn yerplicht aan het fonds of diens gemachtigde alle inlichtingen en opgaven, zoals yermeld in bijlage lil, te verstrekken. Desgevraagd zuliën zij aan het fonds of diens gemachtigde i nzage geven in die boekep en bescheiden, die voor de uitvoering van dit reglement noodzakelijk worden geacht. pf degene aan wie de Voor allé activiteiten die verband hoüden met de hiervoor genoemde leden dient de werkgever \ werkgever zijn administratie geheel of gedéeltélijk heeft uitbesteed dan wél degene die anderszins dóór de werkgever is ingeschakeld kosteloos zijn volledigeriiëdewerkirigte verlenen,
PGB Uitvoeringsreglement 201307:1 S.def
HOOFDSTUK VI Toeslagverlening Art|kel:l3
Toeslagverlening; ;
Op de pensioenréchtëri en pensioenaanspral<eri wordt jaarlijks een toeslag verieend met maximaal de stijging van de loonindex, waarbij het bestuur rekening houdt mët de Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensióëri, zoals opgenomen iri bijlage II. Het bestuur beslist jaarlijks of en in hoeverre pensiqenrecliten en pensioenaanspraken worden aangepast.-; ; ;; Daarbij hanteert het bestuur dëiri bijlage ll genoemde Richtlijri;dëkkingsgraad en ontwikkëling perisioen. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen bestemmingsreserve geyornrid en wordt geen premie betaald. Dë tpeslagveriening;wPrdt üit bëleggingsrendenierit géf iriaricierd. HOOFDSTUK VII Aansprakén na beëindiging van:dé deelname Artikel 14
Afkoop
(1) ; ;V.oór ëen.ouderdoms-, (bijzónder) partneren wezenpensioèri dat, nadat het recht daarop ontstaat, het afkoopbedrag' als genoemd in bijlage I niet te boven gaat, behoudt het fonds zich het recht vopr dit pensioen niet periodiek toé te kennen maar fë vél-vangen door een eenmaligé uitkering. (2) De uitbetaling van de afkoopwaarde van de pensioenaanspraken vindt plaats nadat de door het fonds verlangde bëscheidén en bewijsstukkëri;vóór hét vaststellen vari hét recht daarop en de berekening van het bedrag vanide uitkering zijn overgelegd. : : (3) Oóor dë toekenning van dë in dit artikel bedoelde afkoopwaarde vervallen alle verdere aanspraken op uitkering krachtens dit reglement, die overigens op grond van de desbetreffende verzekering zouden bestaan. HOOFDSTUK VIII Vrijstellingen Artikel 15
Vrijstelling van verplichte deelname en premiebetaling
Vrijstelling van de verplichting tptdeelname in het fonds en yan;premiebetaling kan op vërzöëk vart de werkgever ddór hét bestuür worderi verieend in de gevallen en ónder de voorwaarden als bepaald in het Reglement Vrijstelling, van verplichte deelname en premiebetaling. Artikel 16
Vrijstelling wegens jgérinoedsbezwaren
Vrijstelling van de verplichting tot deelname in het fonds wegens overwegende gemoedsbezwaren tegen iedere yorm van verzekering kan óp verzoek van een werkgever door het bestuur worden vér-léend in de gevallen en orider de voorwaarden als bepaald in het Reglement voor vrijstelling wegens Gemoedsbezwaren. HOOFDSTUK IX Vrijwillige verzekeringen Artikel 17
Vrijwillige verzekeringën
(1)
Een werkgever kan:yerzoeken voor werknemers, die niet verplicht zijn aan het fonds deel te nemen; ppyrijwillige basis verzekeringën van ouderdoms-, partriër-'eri vvezenpensioen af té slüitén. ; (2) Een werkgever kan verzoeken voor werknemers aanvullende pensioenaanspraken te;yerzekeren. Aanvullende : pënsiPehaanspraken kunheri üitslüitènd worden verzékèrd iridleri dit een aanvulling;opdé basispensioenregeling ; ' ."betreft..; (3) Bij inwilliging van één verzoek als bedoeld: iri hët eerste en tweede lid zal het fonds daartoe met dié;wérkgevereen uitvoeringsovereenkomst afsluiten waarin de yvederzijdse rechten en verplichtingen worden vastgeiegd. Op vrijwillige yërzëkerihgen zijn het bepaaldé in het Pensioenregleriiërit ëndit.reglement van ovërëerikomstige toepassing, iri de : : uitvoeringsovereenkomst tot vrijwillige verzekeringen kunnen afvyijkende bepalingen yvorden opgenomen in hët;; bijzPndèir met betrekking tót dë yolgënde parameters: het (maximum) loon; . -. de franchise; - de verschuldigde premie;: het werknemersdeel iri dë premie; - premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid; en - het opbouwpercentage voor ouderdóriis-en partnerpensioen. •
PGB Uifvoenngsreglemcnt 20130718.def
(4)
Een werkgeyer kan ten behoeve van zijn yyerknemer verzoeken de basispensioenregeling gedurende het : zorgverlof/educatief vériof of de periodé wegens onbetaald verlof, vóór een période van maxiniaal 18 maanden, te verzekeren. Die verzekering ge.schiedt op door het bestuur yast te stellen voorwaarden. Deze voorwaarden zijn: ; a. aanriielding door de werkgever bij de uitvoeringsorganisatie;; b. de begin-ën, indién mogelijk, de einddatum van het verlof; c. overlegging van een schriftelijk bewijsstuk óf een schriftelijke verklaring. (5) Op de vrijwillige verzekering is het bepaaldé óver de voorwaardelijke toeslagveriening conform artikel 13 van ;; overeenkomstige toepassing. Óok de overige bepalingen van het reglement zijn van:toepassing, voor zover daarvan in dit artikel niet is afgeweken.
Artikel 17b
PGB WIA Éxcedentpensioen
(ij
De werkgever kan verzoeken voor wèrknemers een arbeidsongeschiktheidspënsioen te verzékeren. Daartoe zal het fonds met dé werkgever, onder door het bestuur vastgestelde voorwaarden, een overeenkomst yoor het PGB WIA Excedentpërisióen sluiten. (2) Devoorwaarden van deze verzekering zijn vastgelegd in het Reglement PGB WIA Éxcedentpensioen. (3) ;;;Dëprëmie voor deze verzékëririg wórdt jaarlijks door hët bestuür vastgesteld en is verschuldigd door de werkgëvér. De premie wordt berekend over de pensioengrondslagen van de werknemers die onder het in lid 2 genoemde Reglement vallén, zijnde de verzekerdé wei-knèmërs. (4) De werkgever is verplicht het fonds in kennis te stellen indien een werknemer voor een periode langer dan 6 rnaandén werkzaamheden büitëri de Europese Unie gaat vérrichten. (5) De werkgever is verplicht het fonds in kennis te stellen indien de aard van de werkzaamheden van meer dan 5% van de verzekerde wèrknemers (met een riiininiüm vari 5 werknemers) zodanig wijzigt dat sprake is, óf kan zijri van een risicoverzwaring voor het fonds. Deze verplichting geldt eveneens als, pnder andere door fusie of verkoop van een bedrijfsondérdeel eén deel van de verzekerde wèrknemers, van teririiinste 5% van de verzekerdë wèrknemers met ; ëen minimum van 5 werknêrriërs, dëpnderneming verlaat; (6) Werkgever is verplicht met het fonds In overieg te trederi indien door een fusie of ovërname doorde onderneming van werkgévér; de kring van verzekerdë wërknëmërs zou worden uitgebreid. Bedoelde werknëmërs vallen pas na schriftelijke overeenstemming tussen hét fónds en de werkgever onder de verzekering van het WIA. Éxcedentpensioen. (7) In de situaties als bedoeld iri: de leden 4 tot en met 6 heeft het bestuur het recht de;premies en de voorwaardén:van het WIA Éxcedentpensioen te wijzigen; ; ; ; ;; ;
Artikel 18
Vrijwillige voortzetting:
(1)
Bij beëindiging van de dienstbetrekking met de werkgever kan de deelnemer die gëwezën deelnemer yyordt, onder voorwaarden genoemd in of krachtens het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965, gedurende ten hoogste drie jaar vanaf de beëindiging van de.dienstbetrekking de dëelname ongewijzigd voor eigen rekening voortzetten. Een verzoek tot voortzetting moet binnen 3 maanden na het beëindigen van de dienstbetrekking bij-het fonds zijn ingediend. (2) Van de in lid 1 bedoelde termijn van drie jaar kan worden afgewëken indien de deëlnëmer ten tijde van de beëindiging van de dienstbetrekking arbeidsongeschikt was of indien de deelnemer na beëindiging van de dienstbetrekking een periodieke uitkering ontvangt ter vervanging van de, in verband met de beëindiging van de dienstbetrekking, gederfde inkomsten op grond van een tussen yverkgever(s) en werknemeris) afgesproken regeling. De periode van vrijwillige;vöortzetting is dan ten hoogste drie jaar of de duur van de arbeidsongeschiktheid respectievelijk de periode waarin de uitkering yyordt ontvangen indiep deze langer is. (3) Voorde béëindigirig van de vrijwillige voortzètting door de deelnerinér géldt eën opzegtermijn vari tvvëë maanden. (4) Vrijvyillige voortzetting als bedoeld in ditartikel wordt van rechtswege beëindigd als de daarvoor verschuif . preriiie niet op de vervaldag aari het fonds is voldaan. :. (5) "yopr zovér in dit artikel daarvan niet wordt afgeweken zijn het Pensioenreglemerit en dit reglement van overeenkomstige toepassing. Artikel lS
ANW Plus verzekering : :
De vi/erknënier kan; ten behoevë vari zijri partner, een ANW Plus verzëkering;afsluiten óp zijn levén zoals vastgelegd in artikel 28 van het Pensioenreglement. Artikëi;20
PGB Plus Pensiöërisparen ;
De werknemer kan extra sparen voor een uitkering iri aanvulling op het ouderdomspensioen. Extra sparen isslechts mogelijk voor zovér- dit past binnen de Pensioenwet en voor zover als toegestaan binnen de Wet op dë loonbelasting 1964, De mogelijkheden voor extra pensioensparen zijn vastgelegd.in artikel 29 van het Pensioenreglement.
PGB;Üitvoeringsreglemenl 20130718.def
Artikel 21
Vrijwillige aansluiting
Een dopr het bestuur toegelaten natuuriijke of rechtspersoon, die een onderneming of onderdeel van een onderneming uitoefent eri buiten de werkingssfeer van de Statuten valt, kan als werkgever in de zin van dè statuten worden beschouw^d. De voórwaarden yopr aansluiting zijn; a. de toegepaste.arbeldsvoorwaarden door de:verzoekende werkgever moeten qua loonontwikkeling.minimaal dezelfde ontwikkeling vólgën als dië in de desbetrefféride bedrijfstak en de verZóëkende wërkgevër moet dëëlriemen in de sociale fondsen van deze bedrijfstak; of b. ër Is sprake van een groepsvërhóuding in de zin van artikel 2;24b Burgeriijk Wetboek tussen de werkgever die zich ; • vrijwillig wil aansluiten en een andere werkgeyer die onder de werkingssfeeryan het pensioenfonds valt; of ; c. dit gebeurt aarisliJitënd aan een periode vvaariridé werkgever wel ondër de'wèrkingssfeer van het ;pënsioënfónds viel; • en • ; d. ;de intei-rie actuaris gehoord hebbende; en e. er bestaat geen deelname aan een ander yerplicht gestelde bedrijfstakpensioenregeiing. HOOFDSTUK X Wijzigen van het pensioenrègiëment: Artikel 22
Procedure tot wijziging van hét pensioenrègiëment
Het bestuur is bevoegd om het Pensioenrègiëment vast te stellen, te wijzigen en in te trekken. Het betreffende besluit wordt vervolgens ter advisering voorgelegd aan de deelnemersraad: HOOFDSTUK XI Algemene en slotbepalingen Artikel 23 (1)
(2)
(3)
Het bestuur is bëvóëgd ten behoeve van eéri vvërkgevèr een van dit reglement afwijkende regeling té tréffen indien een strikte toepassing van dit reglement naar hef pordeel van het bestuur tot pnbillijkheden van pvervyegende aard zou voeren. Verpanding van de uit dit régièment voortvloeiende rechten doorde werkgever of andere handelingen die doorhem worderi verricht waardoor aan anderen dan de aanspraakgerechtigdeniof pensioengerechtigden rechten worden verleend, is nietig. Dit reglement maakt integraal onderdeel uit van de arbeidsovereenkóriist en kan niet afzonderlijk worden verworpen.
Artikel 24 (1) (2) (3)
Algemene bepaling;
Slotbepaling
Dit reglemerit is op 1 januari 2008 in werking getreden. pe iaatstelijk in dit reglement aangebrachte wijzigingen treden in werking op 1 januan 2013. Dit regleriient kan worderi aangehaald als "Uitvoeringsréglement PGB".
PGB Uiivneringsregleinent 2013O7,l;8,déf •
10
Bijlagen
Bijlage I. .
Bedragen en percentages Bëdragen en percentages 2013:
Maximum ANW Plus yerzekering Afkoopbedrag AOW-bedrag vpor gehuwden : Bijlage II
: ;: :
.€ 16.709,00 per jaar € 4S1,22 pér jaar € 9.596;52 per jaar
Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen
De richtlijn; als bedoeld in artikel ;i3 van dit reglement, voor de besluitvorming over de ontwikkëling van pensioenen ziét ér vanaf 1 oktobër 2011 als volgt uit:
"
;Bij ëen dekkingsgraad van;
Kunnen de pensioenen zich als volgt ontwikkelen:
Ondëi- de 105%
geen toeslag, korting mogelijk
105% tot 115%
geen toeslag, ongedaan maken van een eventuele korting
115% tot 130%
pro rata prijsinflatie over maximaal 4%^'
130%tot;i40%;
100% prijsinflatie niét ëeri maximum van 4%
140% tot 150%
100%:priisihflatië zonder maximum;
vanaf 150%
100% prijsinflatie + inhaaltoeslag + loonindexatie:
De prijsinflatie die hier gehanteerd wordt bedraagt maximaal 4% (bij een dekkingsgraad van 125% en een inflatie van 2% wordt dus 10/15 van 2% = 1,33% toeslag verieend).
PGB liilvoeringsreglemenl 2013071 S.def
Bijlagë
Door de werkgëvér;té vérstrekken opgaven éri inlichtingen
Een werkgever verstrekt aan het fonds op elektronische wijze binnen 3 maarider(:na het sluiten van de pensloenovereerikbriist met de werknemer dé aanmelding van deze wérkriëriier. Eveneens op elektrónische wijze verstrekt de werkgeyer binnen 3 maanden nadat deze zijn opgetreden, eyentuele wijzingen. De w/erkgever verstrekt tenminste de volgèride ópgaven en inllchtingëri: ; : Voor wat betreft de vverknemer: De naam; Het geslacht; • De geboortedatum; :; : ; : Het Burgerservicenummër; Voor zóver relevant het buitenlands adres;: De postcode met huisnummer; De begindatum van het dienstverband; De functie van de werknëmër; De einddatum van het dienstverband Voor wat betreft;dë partner yan de werknemer: . ' " Denaam; ; De geboortedatum. ; •: Vóór vi/at betreft de voorlopige prémienota: Een opgaVë Van dë grondslag. Voor wat betreft dé definitleye premieafrekening: HeMoori als bedoeld in artikel 5 vari dit i-ëglëment; : :-: . Het parttimepercentage zijnde de verhouding tussen de gewerkte tijd en de vyerktijd in een fulltime dienstverband; . . Het aantal loondagen, waarover de vverknemer in dienst van de yyerkgever loon heeft ontvangen, meteen maximürri van 21,67 per maand en ëeri maximum van 260 per kalenderjaar; Het loontijdvak.
Aldus v a s t g e s t e l d b i j b e s l u i t van h e t bestuur::yan 18; j u l i 2013; De Deelnemersraad PGB: h e e f t op 8 j u l i j l . . m e t b e t r e k k i n g t o t d i t een posip3riet->. a d v i e s l i i t g è b r a c h t .
reglement
Nameipfe tiet ib;eistuur;: h i e s t u u r s l i i y van w e r k g . é v e - f s z i j d e
PGB Uitvöéringsreglement 20130718.def
b e s t u u r s l i d yan w e r k n e m e r s z i j d e
12
® NautaDutilh
STATUTENWIJZIGING STICHTING PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN
Heden, tweeëntwintig juli tweeduizend dertien verscheen voor mij, mr. Arief Alwin van Rhee, notaris te Amsterdam: de heer mr. Laurens Yske Braalisma, werkzaam ten kantore van mij, notaris, te 1077 XV Amsterdam, Strawinskylaan 1999, geboren te Wageningen op vier oktober negentienhonderd vierentachtig, hiema te noemen de comparant, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde • van de stichting: — Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven, statutair gevestigd te Amsterdam (adres: 1082 LD Amsterdam, Arent Janszoon Ernststraat 595 H), handelsregisternummer: 41198535, hiema te noemen: de "stichting". De comparant, handelend als gemeld, verklaarde: — a. De Statuten van de stichting werden laatstelijk gewijzigd bij akte, verleden op vierentwintig december tweeduizend twaalf voor mr. Arief Alwin van Rhee, notaris te Amsterdam. • • b. In de vergadering van het bestuur, gehouden op achttien juli tweeduizend dertien, werd — besloten over te gaan tot partiële wijziging van de statuten, waarvan blijkt uit de notulen — van gemelde vergadering. In de vergadering van de deelnemersraad van de stichting, gehouden op één juli tweeduizend dertien, is positief advies uitgebracht over de onderhavige statutenwijziging. d. Bij bestuursbesluit de dato vijfentwintig maart tweeduizend vier werd aan de medewerkers van het kantoor NautaDutilh N.V., gevestigd te Amsterdam, volmacht verleend om te compareren bij akten tot wijziging van de statuten van de stichting. Ter uitvoering van voormeld besluit verklaarde de comparant de statuten van de stichting bij deze als volgt partieel te wijzigen, terwijl voor het overige de statuten van volle kracht en waarde blijven: I. Artikel lOd komt te luiden als volgt: Artikel lOd Kartonnage- en Flexibele Verpakkingenbedrijf Tot het kartonnage- enflexibeleverpakkingenbedrijf behoren de ondernemingen of— afdelingen van ondernemingen die uitsluitend of in hoofdzaak het kartonnage- en/of flexibele verpakkingenbedrijf uitoefenen, Hiertoe behoren tevens ondernemingen of afdelingen van ondernemingen die uitsluitendof in hoofdzaak papier ver- en bewerken lot verpakkingen, cadeaupapier en behang. Onder in hoofdzaak wordt verstaan: tenminste vijftig procent (50%) van de fulltime equivalenten (fte 's). Kartonnagebedrijf Het ver- en bewerken van karton (massief-, golf-, vouw-, honingraadkarton en rondkartonnage) tot eindproducten en halffabricaten, waaronder verpakkingen displays, mappen en ordners en andere gebruiks- en verbruiksgoederen. 82038410M9794475/1
® NautaDittilh
Flexibele Verpakkingenbedrijf Het ver- en bewerken vanflexibelekunststoffilm (thermoplasten), aluminiumfolie en biologisch afbreekbare kunststoffen (kunststoffilm) tot verpakkingen, dit in de ruimste zin • van het woord. De volgende processen, echter niet uitsluitend, worden toegepast: Flexodruk, diepdruk, offset en digitale druk, snijden, buigen, stansen en (be)plakken.". — n. Artikel 12 lid 4 sub d komt te luiden als volgt: "d. op advies van de interne actuaris; en" SLOT — De comparant is mij, notaris, bekend. Deze akte is verleden te Amsterdam op de dag aan het begin van deze akte vermeld. Nadat vooraf door mij, notaris, de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant is medegedeeld — en door mij, notaris, is toegelicht, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen, met de inhoud in te stemmen en op volledige vooriezing daarvan geen prijs te stellen. —— Vervolgens is deze akte, na beperkte vooriezing door de comparant en mij, notaris, ondertekend. • (volgt ondertekening)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT:
82038410 M 9794475/1
Het bestuur ;van Pènsioenf onds;:voor ; de Grafische Bedrijven, gevestigd; te Atnsterdam gelet op: .artikel 31 van de; statuten, bes;luit per vergaderdatum .18 j u l i 2013:tot ; de wi j z i g i n g : van - het Pensioenreglement, a l s weergegeven in: d i t b e s l u i t . Di.t: document bevat;:mede de wijzigingen per de vergaderdatum 20 december 2012, voor zover die . n i e t reeds z i j n opgéhomen i n het ;wijzigingsbesluit; 'pëi: d i e datum. Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven PENSIOENREGLEMENT Dit reglement regelt de verhouding tussen de pensioenuitvoerder en de deelnemer. Ingevolge artikel 31 yan de statuten vastgesteld in de bestuursvergadering van 17 september 1992; Laatstelijk:gewijzigd door hët bestuur bij besluit vari.18 juli 2013. : Deel I Basisregeling HOOFDSTUK I Definities Artikel 1 Definities HOOFDSTUK Artikel 2 Artikel 3 Artikel; 4
H : Deelname Aanvang én einde van de déelriariie Aanspraken Premievrije pensipénópbouw
HOOFDSTUK IU ; Informatieverstrekking Artikel 5 Opgaven eri inlichtingen Artikel 6 Pensioeiioverzicht : HOOFDSTUK Artikel 7 Artikel 8 Artij<el 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13
IV Uitkeringen Oudérdömspensioen Partnerpensioen Bijzonder partneipensioen Verevening vari büderdoriispensioen bij si;hèiding Wezenpensioen Uitsluiting partner- en wezenpensioen Toeslagverlening
HOOFDSTUK Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16; Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20
V Flexibele pensionering Üitruifpartnerpensioen in ouderdomspensioen Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen Vervroeging en uitstel pensioendatuni Tijdelijk ouderdomspensioen Getrapt pensioen .Gelijk overlevingspensioen ;; :; • Beperking mogelijkheden flexibele pensionering
9 9 9
HOOFDSTUK VI Uitbetaling cii terugvordering Artikel 21 Uitbetaling van de pensioenen Artikel 22 Terugvordering en verjaring :;;;
10; 10 10
HOOFDSTUK Attikel23 Artikel 24 Artikel 25
IP:
VII Aanspraken na; beëindiging van de deelname Rechten na beëindiging van de deelname : \yiiardcpverdracht van pensioenaaiispraken Afkoop
HOOFDSTUK V m Vrijstellingen Artikel 26 Vrijstelling wegens gemoedsbezwaren
PGB;Pensioemeglenicnt.2013071 S.def •
10 lÖ 11 11 ll.'
IX Vrij willige verzekeringën Vrijwillige voortzetting : ANW Plus vérzèkering PGB Plus Pensioensparen ::
11 11 11: :I2
HOOFDSTUK X Waardéovername van pensioenaahspraken Artikél; 30 Waardeovernaine yaii pensioenaanspraken
13
HOOFDSTUK Artikel;27 ; Artikel 28 Artikel 29
HOOFDSTUK XI : Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) Aitikel 31 Stichting Financiering Voortzetting Pensioenvcrzckering (FVP)
i;3: 13 ;i3
HOOFDSTUK XII Wijziging pensioenaanspraken en peiisioénrechten Artikel 32 Wijziging in de pensioenaanspraken en pensioenrechten
13 13
HOOFDSTUK XIII Geschillen- en klachtenprocedure Artikel 33 •; • Geschillen-en klachtéhpröcedure
14
HOOFDSTUK Artikel 34 Artikel 35 Artikel; 36
XIV: Qvergangs- en slotbepalingen Overgangsbepalingen Algemene bepaling Slotbepaling;:;:;
14 14 14 l;4.:
Deel II
Werkgevers-specifieke bepalingen :: :
15
Sectpr:A ;
Bedrijfstak Graflnricdia en Reprografie
15
Sector B
Bedrijfstak Kartonnage-' en Flexibele Verpakkingenbedrijf
17
Sector P3
Bedrijfstak Bereide V'erf-en brukinktindustrie
20
Bijlagen Bijlage I Bijlage III Bijlage PV: Bijlage V Bijlage VI
Inkpoptarieyen voor ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen : Factoren bij Hootdstuk V FIéxibélé pensionering ,. Afkoopfactoren:voor ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen Tarieven ANW-hiaatverzekering
PGB Pcnsiucnrcglem(:nt.20130718.def;
14'
23; 23 24 '25
n. 33:
Deel I Basisregeling HOOFDSTUK I Definities Artikél 1
Definities
Dit reglement is het Pensioenreglement van het Pensioenfonds voor dè Grafische Bedrijveri (het pénsioenfonds) zoals vermeld in artikél 31vari dé Statuten In dit réglémérit wordt verstaan.oridér werkgever in de zin van:(de statuten; a. Werkgever b. Werknemer; werkriériièririide zin van de statuten;; ; ; :; : c. Deelnemer : werknénier of gewezen werknemer; die pensioenaanspraken verwerft jegens het : fonds c:bnform de séctórbepalingen in deel II; werknemer, die krachtens een arbeidsovereenkomst minder uren arbeid verricht d. • Parttime deelnemer dan bij die werkgever, iri geval van volledig dienstverband; gebruikelijk is; e. Gewezen deelneniér de (geyyezen) werknemer door wie op grond:yan een penslóenovereenkomst geen pensioen meer wordt verworven eri die bij beëindiging van de;déélname éen : pensioenaanspraak heeft behouden jegens het fonds; : de (gewezen) deelriéniér en de gewezen partner, dié begunstigde is voor hét nóg f Aanspraakgerechtigde niet ingégané pensioeri; de perisióérigerechtigde voor wie het oüdèrdomspènsioen is irigègaan; g. Gepensioneerde de persoon voor- wie op grond van de pensioenovereenkornst het pensioén is h. Pensioengeréchtigde ingegaan; I. de echtgenoot van de (gewezen).deelnenter of de pensioengerechtigde; i. Partner II. de ongehuwde persoon met wie de origehuwde (gewezen) deèlrièmér of de pensioengerechtigde een geregistreerd partnerschap is aangegaan als bedoeld in : titel SA van Boeki vanhet Burgerlijk Wetboek;: . : III. de ongehuwde pèi-söon met wie de ongehuwde (gewezen) deelnemer Pf dé pensioengerechtigde gedurende ten minste een halfjaar onafgebroken een gezariierilijké huishouding heeft;gévóérd; Hierbij gelden de volgende voorwaarden: - de gezamenlijke huishouding moet op èeri door het bestuur te bepalen wijze . zijn aangemeid bij het fonds; - , tüssèri béide partners moet eèn riotarieel samenlevingscontract, dan wel een door hét fonds voorgeschreven verklaring zijn ondertekend; - beide partnèrs moeten op hetzelfde adt-es zijri ingeschreven in het ; • bevolkingsrégister; - er is spraké van twee personen waartussen geen bloed- of aanverwantschap in de rechte lijn bestaat. het gedeelte van het loon waarover geen aanspraken worden verworven en j. Franchise waarover geen preriiié is vérschuldigd; het loon in de zinyan de Wet op de Loonbelasting 1964 waarover k Pensioengevend loon pensioériaanspraken kunnen worderi opgebouwd; het recht opeen nog niet ingegaan ouderdoms-, (bijzonder) partner- of I, Pensioenaanspraken ; wezenpensioen; de eerste van de maand waarin de (gewezen) deelnemer recht krijgt op een AOW m.: Pensioendatum uitkering; .: .: de pensioendatum, dan wel de datum waarop door vervroegirigof uitstel.het n. Pensioeningangsdatüm pensioen daadwerkelijk geheel of gedeeltelijk is.ingegaan; de leeftijd van 67 jaar yyaarop de vanaf 1 januari 2013 verworven aanspraken op : : 0. : Pehsiióènrichtleeftijd ouderdomspensioeri gericht zijri, de leeftijd yan 65 jaar waarop de tpt 1 januari 2013 verworveri aanspraken op ouderdohnspensioen gericht zijn, : bepalend voorde leeftijd is deeerste dag van de maand waarin deze bereikt vyprdt;. het:recht op een ingégaari ouderdoms-, (hijzonder) pahneir of wezenpensioen,: p. : Pensioenrechten uitgezonderd de yoPrwaardelijke toeslagyeriening; het indexcijfer van de cao-lonen per rriaand van volwassen wèrknèmei-s in de q. Loonindexcijfër . grafische bedrijfstak,.zoals dat door hét fonds wordt berekend; • Consumenten Prijs Index alle huishoudens, zoals deze wordt vastgesteld door het : r. ; Prijsindexcijfer Ceritraal Bureau voor dè Statistiek;
PGB Pensioeiu-eglcmenL2qi30718:def
s: Scheiding
: ; ;
echtscheidingof ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, of beëiridiging van het gèrègistreerd partnerschap anders dan door de dood of : vermissing dan wel door een huwelijk met de vroegere geregistreerde partner; of beëindiging van de bij het fonds aangemelde gezanienlijké huishouding; : periodé;als bedoeld in artikel 6.2 van de Wet arbeid en zorg; ; : een, met instandhouding van de arbeidsoveréénkornst, gehele of gedeeltelijke , : ónderbreking van de arbeid ten behoeve van zorg of educatie waaronder mede.: . wordt verstaan het vergroten vari arbeldskwalificatié; een, met iristandhbuding van de arbeidspvereenkomst, tussen viferkgever en werknemer overeengekomen verlof niét betrekking tot gehelé bf gedeeltelijke
t. Ouderschapsvei-lof . u. 2orgverlof/educatlef verlof
V. Onbetaald verlof; : ; ;
:Sèctor
-
X. Sectorbepalingén y. FVP
;
; bndèrbreking van dé arbeid; een (deel van een) bedrijfstak zoals omschreven in ai-tikel3'en volgende van dè ;
Statuten; de onderdelen van de pensioenregeling van een sector die afwijkeri van dé Basisregeling van het fonds; : : ; • de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekeririg; :
z. Arbeidsongeschiktheidswetgeving T; •
:
aa. Ai-beidspngeschiktheid
:
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), respectievelijk Wet werk en inkomen riaar arbeidsvermogen (WIA); de eerste dag van toekenning van een WAO- respectievelijk eeri WIA-uitkering. :
HOOFDSTUK II Deelname Artikel 2
Aanvang en einde van de deelname
(1)
De deelnanie vangt aan op de eerste dag van indiensttreding bij een werkgever.
(2)
De deelname eiridigt bij: a. het beréikèri van de pensioendatum; b. beëindiging van de status vari werknemer behalve iri het geval de deelnemer; in aanmerking komt voor ; premievrije pensioenopbouw of aanspraken verwerft uit hoofde van premiebetaling voor rekening van hef FVP; c. beëindiging van de premievrije pensioëndpboüw wegens arbeidsongeschiktheid; d. overiijdéri van de deelnemer. Dei deelname wordt, gedurende de periode dat de werknemer zijn arbeid geheel bf gedeeltelijk onderbreekt in '; verband met zorgverlof/éducatief verlof of met onbetaald verlof, naar de mate van deze onderbreking opgeschort. Het fonds administreert de deetnerioersjaren van de deelnemers.
(3) (4)
Artikél 3
Aanspraken
(1)
Het karakter van de overeengekomen pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst. Dit reglement verleent aanspraak op ouderdomspensioen, partnerpensioen, bijzonder partnerpensioen en wezenpensioen. (2) Aanspraak op ouderdomspensioen komt toe aan deelnemers en gewezen deelnemers. (3) Oe aanspraak op partnerpensioen komt, behoudens het bepaalde in artikel 12 toe aan de partner van: a. een aanspraakgerechtigde met uitzondering vari de gewezen partner, die de pensioendatum nog niet heeft . bereikt; ; ; ; b. een gepensioneerde, die op de perisiberiingangsdatum of pensibendatum indien het pensioen wordt uitgesteld, niet hééft gekozén voor uitruil van het partnerpensioen als bedoeld In artikel 14. (4) :: be gewezen deelnemer die; aansluitend aan het einde vah dé déelname, recht h;ee.ft;op een uitkering op grond van de Werklobsheidwet, behoudt gedurende d.e periode dat hij.de uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpenslöéri ten behoeve van zijn partrier. De hoogte vanhet partnerpensioen wordt vastgésteld conform artikel 3 yan de van toepassingzijride sectorbepalingen. (5) De aanspraak op bijzonder partnerpensioen komt, béhöuderis het bepaalde in aftike) 12 toe aan de gewezen partner van een (gewezen) deelnemer of gepensioneerde. (6) De aanspraak op wezenpensioen komt, behoudens het bèpaalde in artikel 12, toe aan elk kind beneden de leeftijd van 18 jaar,- dat tot dé (gewezen) deelnemer of gepensioneerde in familierechtelijke betrekking staat in de zin van het Burgerlijk Wetboek; Met kiridéren in de vorige ybizih bedoeld worden gelijkgesteld pleeg- of stiefkinderen van de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde, die door de.aanspraakgerechtigde of gepensiorieerde als een eigen kind worden onderhouden. Met kindereri berièdéri de leeftijd van 18 jaar worden gelijkgesteld kinderen van 18 tot 27 jaar, die studerend zijn en deswege aanspraak hebben op een uitkering op grond van de Wet Stüdiefinariciering 2000. (7) Indien de werknemer gedurende dé periode van zorgverlof/educatief verlof arbeidsongeschikt wordt resp. overlijdt;. dan krijgt hij resp. zijn nagelaten betrekkingen dezelfde aanspraken krachtens hef i-égièment als ware de deelname niet geheel of gedeeltelijk opgeschort.
PGB Pensiocnreglemenl.201307 IS.def
(8) (9)
Opname van onbetaald verlof tot een maxirrium van 18 maanden door de deelnemer is niet van invloed op de aanspraken van zijn nagelaten betrekkingen krachtens dit reglement. Aanspraak op tijdelijk arbeidsongeschiktheidspensioen; zoals bepaald in het Reglement P(3B WIA Éxcedentpensioen, bestaat slechtsindien en voor zolang de werkgever eeri daartoe strekkende (aanslüitings-)bvereenkomst met het fonds heeft gesloten.
Artikel 4 (1) (2) (3)
(4)
(5) (6) (7) (8)
Premievrije pensioeriói3bouw
Ten behoeye yan een deelnemer bestaat aanspraak op (gedeeltelijke) premievrije pensioenopbouvy ingeval van arbeidsongeschiktheid; De In het vorige lid bedoelde aanspraak op premievrije pensioenopbouw ontstaat zodra de deelnem arbeidsongeschikt is in de ziri van de arbeidsongeschiktheidswetgeving. Is op het nribment yan ontstaan van de;arbeidsongeschiktheid geen deelnarne aan het fonds, maar wel pp 1° dag van de daaraan voorafgaande ziekteperiode van twee jaar, dan bestaat eveneens rechtop premievrije jsérisioénopbouw mits de deélriame vborafgaande aan genoennde ziektedag niininiaal twaalf maanden heeft geduurd. De deelnemer die arbeidsongeschikt is, komt voor toepassing van dit artikel voor premievrije pensioenopbouw in aanmerking naar de mate vari zijn arbeidsongeschiktheid. Na beëindiging van de status van werknemer kan de mate van premievrije pensioenopbouw niet meer verder toenemen. Ten behoeve van een werknemer, die opgrond vari het ouderschapsverlof niet werkzaam is, bestaat rechtop premievrije pensioenopbouvy zolang en naar de mate waarin de werknemer uit dien hoofde niet werkzaam is. , De mate van premievrije pensioenopbouw is bepaald iri;artikel7;van de toepassélijké Sectorbepalingen. . Om in aannierking te komen voor premievrije pensioenopbouw dient de deelnemer zich daarvoorbij het fonds aan te melden. Voor een deèlnemer die pepsioen opbouwt uit premiebetaling oyer loon en tegelijkertijd jn aanmerking komt voor gedeeltèlijke premievrije perisioènolpbouw als bedoéld iri de vorige leden zal de totale pèrisioenopbouw over de betreffende periode nimmer meer bedragen dan de pensioenopbouw die een arbeidsgeschikte werknemer over dezelfde periode üit premiebetaling maxiniaal kari verwerven. Dit wordt als vólgt bepaald: de pensioenopbouw uit premiebetaling over loón wordt zodanig aangevuld vanuit de premievrije pensioenopbouw zodat de totale: pensioenopbouw gelijk is aan de opbouw over loon als bedoeld in artikel 4b van de;toepasselijke Séctórbepalingen. • Deze pensioenopbouw zal daardoor gelijk zijn aan dé pensioenopbouw van een niet arbeidsongeschikte deelnemer.
HOOFDSTUK III Artikels (1)
(2) (3)
Informatieverstrekking
Opgaven en inlichtingen
Aanspraakgérèchtigden, wezen of pensióérigerechtigden zijn verplicht óp de tijdstippen en over de;tijdvakken als door het bestuur bepaald aan het fonds of diens gernachtigde alle inlichtingen en opgaven te vérstrekken, die het bestuur voor de uitvoering van dit règlement noodzakelijk acht. Het bestuur kan de toepassing van het in dit reglement bepaalde afhankelijk stellen van het naleven door de aanspraakgerechtigde of pensioengerechtigde van de in dit artikel bedoelde verplichtingen. Indien de aanspraakgerechtigde of gepensioneerde op enig moment er subjectief mee bekend wordt of objectief geacht kan worden er mee bekend te zijn dat aanmelding bij het fonds niet heeft plaatsgevonden en hij zich alsnog bij het fonds aanmeldt, dan zal in het kader van de opbouw van rechten in het Pensioen- respectievelijk Uitvoeringsreglement PGB zijn deelnameperiode, teruggerekend, worden vastgesteld op de periode vanaf het tijdstip van aanmélding tot aan het tijdstip waarop de aanmelding had moeten plaatsvinden.
Artikel 6
Perisioenoverzicht
(1)
De deelnemer ontvangt jaarlijks een opgave van de verworven pensioenaanspraken, van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken eri van.de aan hetvobrafgaaride kalenderjaar toé te rekenen waardeaangroéi van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting2Ö01 en de daarop berustende bepalingèn. Tevens wordt informatie verstrekt over dé tbèslagvériening. (2) Op verzoek van een (gewezen) deelnerner verstrekt het fonds binnen drie maanden een opgave, zoals genoemd in het vorige lid; (3) Dé deelnemer heeft gedürende Vijfjaar na ontvangst vari de opgave het recht bij hetfonds schriftelijk bezwaren : ; tegen de in de opgave verriièldé gegevens in te dieneri. Na het verstrijken van dié tèrmijn wbrden de geregisti-ééi^dè gégevéns geacht correct zijn én is het fonds bevoegd eventueel later gemelde vvijzigingen niet door te yoeren;
PGB Pensiocnreglcmeiil.2()l 3071 S.def
HOOFDSTUK IV
Uitkeringèn
Artikel 7 Ouderdomspensioen (1)
Jaarlijks verkrijgt de déelnemer een aanspraak op ouderdomspensioen over de yoor de deelnemer voor dat jaar geldende pensioengrondslag. De hoogte van de pensioengrondslag en het daarvoor geldende opbouwpercentage is : :bepaald in de toepasselijke Séctórbepalingen. Het ouderdomspensioen bedraagt bij pensionering maximaal 100% van het pensibérigevend loon, behoudens die: gevallen waariri dè Wét op de Loonbelasting 1964 overschrijding van die grens:toestaat. (2) Op de pensioeningangsdatum worden de tot 1 januari 2013 verworvéri aanspraken, met een perisibenrichtleeftijd van 65, herrekend naar de leèftijd bp de gekozen ingangsdatum. De vanaf 1 januari 2013 yervyorven aanspraken met een pensioenrichtièèftijd van 67 worden eveneens herrekerid niaar de gekozen pensioériingarigsdatum. Daarbij worden de tai-ieven toegepast confórrii dé tabél in Bijlage |V. Artikels (1)
Partnerpensioen
Voor de (gevyezen) deelnemer of gepensioneerde is een partnerpensioen verzekerd cónform de bepalingen in.artikel 3 van de toepasselIjke Sectorbepalingen. .; •; Bij overlijden van een (gewezen) deelnemer pf gepensioneerde, uit hoofde van wiens verzekering aan een gewezen partner een bijzonder partnérpensioen is toegekend, wórdt het aan de partner tqété;kennen pensioen vermmderd ; nnet die aanspraak respectievelijk aanspraken op bijzonder partnerpensioen.
(2)
Artikels
Bijzonder partnerpensioen
(ij
; Een aanspraak op bijzonder partnerpensioen komt, behoudens het bepaalde in artikel 12, toé aan degewezen . ; ; partner van een a. (gewezen) deelnemer of gepensioneerde viiens huwelijk met diepartrièr ria 9 mei 1973 is beëiridigd dóór echtscheiding; b. ongehuwde (gewezen) deelnemer of gepensioneerde wiens geregistreerde partnérschap na 1 januari 1998 is; : beëindigd; c. ongehuwde (gewezen) deelnemer of gepensioneerde die voor de verzekering van partnerpensioen door het bestuur, na aanriielding, was toegelateri èri vi/ieris gezamenlijke huishopdihg met die partner nadien niet meer aan de door het béstüür gestelde vppryyaarden voldoet doordat de inschrijving op hetzelfde adres is beëindigd. Óe hoogte van het bijzonder partrierpensioen is de aanspraak op. partnerpensioen die is vervyorven: a. in het geval van scheiding: op de datum waarop het einde van het huwelijk dan wel op de datum waarop dè beëindiging vari het geregistreerd partnerschap wordt ingeschreyén iri de i-ègisters van de Burgerhjke Stand; b. in het géval het een gezamenlijke huishouding als bedoeld in artikel 1 sub i onder III betreft: bp de datum waarop niet meer aan de door hét bèstuur gestelde voorwaai-deh wbrdt voldaan. Een aan (een) eventuele andere gewezen partner(s) toekomende aanspraak op bijzonder partnerpensioen wórdt op het volgens dit lid vastgestelde bijzonder partnerpensioen in mindering gebracht. (2) De gewezen partner ontvangt een opgave van de in het vorige lid bedoelde aanspraak en informatie over de toeslagverlening. Bij overlijden van de gewezen partner vervalt de aanspraak op bijzonder partnerpensioen aan het fonds. (3) Het bepaalde in dit artikel vindt geen toepassing indieri de (gewézen) deelnemer pf gepensioneerde en de (geyvezen) partner, op eén dbpr het fonds voorgeschreven wijze anders overeenkonien of de rechter bij de béschikking inzake scheiding op hun gemeenschappelijk verzoek anders heeft beslist, ééri en ander mits het bestuur zich vooraf bereid heeft verklaard een uit dié ;afvyijking voortvloeiend pensipenrisico te dekken, Artikel 10 Verevening vari buderdomspensioéri bij scheiding (1)
:
Indien het huwelijk van de (gevyezen) deelnemer geëindigd is door scheiding heeft de gewezen partner van de . (gewezen) deelnemer eén réchtstrèekse aanspraak op uitbetaling jegens het fonds pp een deel van het aan die •; gewezen partner toekomende ouderdomspensioen waaronder begrepen de aanspi-aken welke voortvloeien üit het bepaalde in artikei;29, mits binnen twee jaarriainschrijving van de.schéidingsdatum in de registers vande Burgerlijke Stand door een van beide echtgenoten aan het fonds mededeling is;gedaan door middel van eèn wettelijk; voorgeschreven meldingsformulier. Dit deel is gelijk aan dé helft van het ouderdpnispensioen dat zou geiden indien:. a. de tbt verevening verplichte (gewezen) deelnemer uitsluitend zou hebben deelgèrióriieri gedurende de : : deelnemersjaren gelegeri tüssén de datum van hüwelijk en hettijdstip yan de scheiding en b. hij op het tijdstip yan scheiding zijn deelname zou hebben beëindigd ariders dan door pensiorièring of overlijden, jndien het tijdstip van de beëindiging van de deelname ligt vóór het tijdstip van de scheiding heeftde gewezen partrier van de (gewezen) déelnémer een rechtstreekse aanspraak op uitbetaling jegens het fonds op de helft vari hét ouderdomspensioen, dat zou gelden indien de tot verèvèning vérplichte (gewezen) deelnemer uitsluitend zou hebben
PÜB PcnsiocnrcgleraeiiL20130718.def
deelgenomen gedurende de deelnemersjaren gelegen tussen de dafüriï van huwelijk en het tijdstip van beëindiging van de deelname. Hierbij geldt tevens de voorwaarde van tijdige melding, zoals hiervoor Is omschreven. (2) De aanspraakop verevening vari het ouderdomspensioeri gèldt riiet of vindt plaats volgéris éen andere dan délri lid 1 bedoelde verdeling, indien de (gewezen) deelnemer of gepensioneerdeen degewezen partner dit bij schriftelijke overeenkomst in verband met de scheiding zijn overeengekomen of dit reéds bij huwelijkse voorwaarden waren overeengekorhén. Ten beyi/ijze hiervan dient een gevyaarmerkt afschrift of uittreksel yan de afwijkende overeenkomst : aan het fonds te worden ovei-gélegd. (3) ;; 2olangdè uitkering aan dè géwezen partner toekomt ;woi-dt dezé in mindering gebracht op het ouderdomspensioen van de gepensioneerde of (gewezen) dee|nenner. De uitkeririg van het aan de gewezen partnér toegérekende ouderdbriispensioén vervalt op de laatste dag yan de rnaand yvaarin de gepensioneerde overlijdt, dan wel indien eerder, op dè dag waarop de gewezen partner overlijdt. (4) ; Mèt iriachtneming van het iri;dè wet ter zake bepaaldé küririèn het in het voorgaandè lid 1 van dit artikel bedoelde ouderdomspensioen en het in artikel 9 bedoelde bijzonder partnerpensioen worden omgezet in ouderdomspensioen uitsluitend op:het lèvén van de gewezén jjartnèr. Zowel de (gewezén) deelrieriier of gepensionéei-de als dè gewezen partner, alsook het fonds dienen hiermee in te stemmen. ' (5) :Bij:dè toèpassing van dit artikel züllèri de bepalingen vande Wet verevening pensioènrechtèri bij scheiding steeds in acht worden genomen. (6) De kosten verband houdende met de véréveriing vvordèn door het fórids voor de helft aan iedér- der gewezen echtgenoten in; rekening gebracht. (7) Hetin dit artikel bepaalde isvan overeenkomstige toepassing in de situatie vvaarbij sprake is vari beëindiging van het • gèrègistreerd partnerschap. ; Artikel 11 Wezenpensioen (1) : ; Bij:overlijden van een aanspraakgerechtigde of gepensioneerde wordt aan elk kind als bedoeld in artikel 3 lid 6, met : een maximum van vijf, een wezenperisioen toegekend van 14% van het ouderdomspensioen; dat de grondslag vórmt voor de berekénirig van het partnerpensipen. : (2) Wezenpensioen, dat wordt uitgekeerd aan volle wèzen, wordt verdubbeld. Volle wezen zijn de kiridéren vari de (gevyezen) deelnemer, die door het óveriijden van de (geyvezen) deelnemer en (gevyezen) partner ouderloos zijn geworden. (3) Hètin totaal toe te kennén wézénpënsioen bedraagt maximaal 70% van het in het eerste lid bedoelde ouderdomspensioen; indien het in het tweede lid bepaalde van toepassing is zal het in totaal tóe te kennen wezenpensioèri 140% van dat ouderdomspensioen niet te boven gaan. indien het in dit lid bepaalde van toepassing is zal het totaal toe te kennen wezenpensioen gelijkelijkover alle voor het wezenpensioen in aarirhérking kómende kindereri iworden verdeeld. (4) Het recht op vvezenpensioen vervalt indien: het kind: a. overlijdt; ; b. niet nieer voldoet aan het bepaalde in artikel 3, lid 6. Artikel 12 Uitsluiting partner- en wezenpensioen Aanspraak op partnerpensioen bestaat slechts voor de partner met wie de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde voor dé pensioeningangsdatum in het hüwélijkis getreden, een gèrègistreerd partnerschap is aangegaan of een gezamenlijke huishouding is gaan yoeren. Iri geval van overlijdënivan één gepensioneerde na dé pénsioeningangsdatuni testaat slechts aanspraakpp vifezênpensioen voor kinderen geboren uit een voor de pensioeningangsdatum aangegane relatie. Artikel 13 Toéslagverlening (1)
Op de pensioenrechten en pensioenaarisprakén wordt jaarlijks een tóéslag verleend met maxiniaal;dè stijging van de loonindex, vvaarbij hét bestuur rekening houdt met de Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen, zoals . :: opgenomen in bijlage II. Het bestüur.beslist jaarlijks of èn iri Hoèverre pènsioenréchten éri pènsióenaanspraken :' worden aangepast. Daarbij hanteert het bestuur de in de bijlage II genpenide Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioen. . . : • Voor deze vobrwaardelijke toeslagveriening is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagyeriening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd, (2) • • Bij wijziging van het toeslagbeleid wórden (gewezen) déélnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden binnen drie maanden:na wijziging daarover geïnfornieerd.:
PGBPensioeiireglemeitt.2O130718.dcf
HOOFDSTUK V Flexibele pensionering Artikel 14 Uitruil partnerpensioen in ouderdomspensioen (1)
De (gewezen) deelnemer heeft éénmalig,;direct voorafgaande aan de pensioeningangsdatum dë keuze het opgebouwde partnerpensioen te doen vervangen door een toeslag op hét buderdomspensioéri. : Het ouderdomspensioen yyordt verhoogd conform de;tabel in bijlage IV. (2) • Een aanspraak op bijzonder partnerpensioen blijft bij' de keuze voor een toeslag 'buiten beschouwing. (3) Aanvaarding van het verzoek kan slechts rriet schriftelijke Instemmingivan de partner die begunstigde is voor het partnerpèrisióén. Artikél 15 Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen (1)
(3)
(4) (5)
Bij het einde van de deelname en voorafgaande aan de pensioeningangsdatum heeft de (gewézènj deelnemer de keuze zijn aanspraken op een deel yan het ouderdomspensioen uit te ruilen voor een verhoging van het partnerpensioen. Een aaniipraak waarop een recht op uitbetaling rust als bedoeld in artikei 10 blijft hierbij buiten beschoüwing. De aanvraagyopr üitl-üil van ouderdomspensioen dient ten minste drié maanden voor de beoogde pensioeningangsdatum schriftelijk bij hetfonds të worden ingediend. :".- ouderdomspensioen wbrdtvervolgens verlaagd conform de tabel in bijlage IV waardoor de verhouding 100% ouderdomspensioen en70% partnerpensioen wordt hersteld. Indiende (gevyezen) deelnemer niet binnen twee maanden, op de keuzemogelijkheid van lid 1 reageert, gaat het fonds overtot het uitruilen van ouderdbrrispérisióen in partnerpensioen a. voor dat deel van het partnerpensioen dat op risicobas|s is yerzëkerd eri waarover geen partnerpensioen is opgebouwd en b. vppr zover sprake is van een partner in de zin van artikel 1 sub i.. Aan de (gewezen) deelnemer wordt schriftelijk mèdedeling gedaan van de verhouding tussen hetbudérdoms- en partnerperisibén na uitruil als bedoeld in lid 3. Na.uitruil kan het ouderdomspensipën nooit minder bedragen dan het in bijlage f yermelde;afkoopbedrag. •
ArtikellS Vervroegingenüitstelpensioendatum (1)
(2) (3)
De (gewezen) deelnemer kan op vrijwillige basis zijn aanspraken op ouderdomspensioen aanwenden ten behoeve van een geheel of gedeeltelijk vervróegd pensioen indien en voor zover de dienstbetrekking beëindigd is. Het :• ouderdomspensioen wordt dan berekend conform het bepaalde in artikel 7 lid 2. De vroegste pensioeningangsdatum IS de datum waaróp dé (gewezen) deelnenierde leeftijd van 55 jaar heeft bërélkt. Het ven/roegde ouderdomspensioen kan gètrapt vvordèn uitbetaald coriform het bepaalde in artikel 18 en daarnaast IS het mogelijk een deel Van het pensioen aan te wenden voor een tijdelijk pensioen zoals géregeld In artikel 17.; De (gewezen) deelnemer kan, voor hët deel dat de dienstbetrekking daadwerkelijk blijft bestaan, ook kiezen vobr geheel of gedeeltelijk uitstel van de pensioendatum tot uiterlijk de 70-jarige leeftijd. Het uitgestelde gedeelte van het ouderdomspensioen wordt dan verhoogd conform de tabel in bijlage IV. Indien daardoor het totale pensioen hoger wordt dan 100% van het pensioengevende loon, dan gaat de uitkering in op het moment dat deze 100% wordt bereikt. Indien de dienstbetrekkiriggeheel of gedeeltelijk wordt beëindigd na de pensioendatum, gaat de uitkering (voordat deel) onmiddellijk in.
(4)
Ten minstédi-iè maanden voor de beoogde pensioeningangsdatum dient de aanvraag bij het fonds te worden ingediend.
(5)
De deelnemer die recht hééft op (gedeeltelijke) premievrije opbouw wegens arbèidsongeschiktheid, kan voor dat premievrije deel geen gebruikmaken van het vervroegen van de pensioendatum.
Artikel; 17: Tijdelijk ouderdornspëhsloen :(1)
(2) (3)
De (gewezen) deelnemer die de pensioendatum heeft vervroegd, kan naast het vervroegen een deel van zijn aanspraken pp ouderdomspensioen aanwendén téri behoeve van een tijdelijk ouderdomspensioeri.^ Het tijdelijke ouderdomspensioen is maximaal gelijk aan twee maal de AOW-uitkèring vooreen gehuwde (zoals vermeld in bijlage Ij. Dit bedrag kan maxinriaal 6:18.942 bedragen. • Tijdelijk ouderdomspensioeri is mogelijk indien en vobr zóver de dienstbetrekking beëindigd wordt. Het tijdelijk' ouderdomspensioen eindigt op deeerste dag van de maand waarop de;pensioéndatum bereikt wordt; : De aanvraag yoor tijdelijk ouderdomspensioen dient ten minste drieriiaariden voor debeoogde::': pensioeningangsdatum bij het fonds te worden ingediend.
PGB Pénsiocnreglemeiit.2013071 S.def';
Artikel 18 Getrapt pensioen (1) . De (gèvifèzen) deelnemer heeft bp dé pensioeningangsdaturn dë mogelijkheid de aahspi-aken op ouderdomspensioen te herschikken en te kiezen vpor een zogenaamd getrapt pensioen. (2) Deze herschikking kan geschieden doof variatie inde hoogte en péribdè van dè uitkering van hétbüdérdomspensioen aan te brengen, De eerste periode is minirriaal vijfjaar. Er kan maximaal voortvvee verschillende perioden yvorden gekozen. ; : Bij dé hérschikking dientbbvéridiën rekening gehouden te vvordèn met de volgende:beperkirigen: - de laagste uitkering van het ouderdomspensioen is ten minste.75% van de hoogste uitkering van het ouderdorinspèrisiben en - een stap is minimaal 5% ofeen veelvoud daarvan. (3) ; Bij overlijden van de aanspraakgérechtigde of gepensiorièerde kbmt aan de (gewezérilpartnér van de aanspraakgerechtigde of gepensioneerde een zelfstandig recht op herschikking van het (bijzonder) partnerpensioen toe, overeérikómstig de voorgaande bepalingen van dit artikel. (4) Een aanvraag tot herschikken dient 3 maanden voor de pensioeningangsdatum bij het fonds te zijn ingédiend. (5) Het herschikken van pensioenaanspraken vindt plaats op basis van de tarieven zoals opgenomen in Bijlage IV. Artikel 19 Gelijk overlevingspensioen (1)
De (gewezen) deelnemer kan kiezen yoor ëen gelijk oyerlevingspensioën, hetgeen inhpudt dat bij zijn overlijden of dat : yanzijn partner de hoogte vande pensioenuitkering wordt verlaagd tot een vast te stellen percentage van het:, buderdorinspensioen confórrii de tabél in Bijlage IV. Vbbr de berékening van dit pércëntage vvordt dit ouderdomspensioen eerst zodanig verlaagd dat daardoor de verhouding 100% ouderdomspensioen hiet 70% partnerpensioen is hersteld. (2) Bij overlijden van de (geyvezen) deelnemer of gepensioneerde wordt een eventueel verzekerd bijzorider pai-trierpensioen in mindél-irig gebracht op het aan dè jiartriei- van de (gewezen) dèélnemér bf gepensioneerdé tóe té kennen gelijk pverlevingspensioen. (3) Aan de (gewezen) deèlnemer wordt schriftélijk mèdedeling gedaan vari dé wijziging van de aarisprakéri als gevolg van de uitruil van hët ouderdonispensioen. (4) Éen aanvraag voor gelijk overlevingspensioen dient 3 maanden voor de pensioeningangsdatüm bij het fonds te-zijn : ingediend. Artikel 20 Beperking mogelijkheden flexibele pensionering (1)
Om gebruik te kunnen mai<en van de mogelijkheden van flexibele pensionering als in dit hoofdstuk aangegevéri, dient de aanspraak op ouderdbriispensioén, berekend naar het moriient van de pensioeningangsdatüm, tenminsté het afkoopbedrag uit bijlage I te bedragen.;;:; (2) Bij de diverse mogelijkheden voor flexibele pensiorièring wordt de volgende volgorde aangehouden: 1. uitruil partnerpensioen; lli ouderdomspensioen conform artikel 14; 2. uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen conform artikel 15; 3. gelijk overlevingspensioen conform artikel 19; 4. aanwending ouderdomspensioen voor een tijdelijk pensioen conform artikel 17; 5. aanwending ouderdomspensioen voor vervroegd pensioen conform artikel 16; 6. herschikking uitkeringshoogte middels getrapt pensioen conform artikel 18; 7. uitstel van hetpuderdómspérisioen na 65. jaar. (3) Indien gekozen wordt yoor deeltijdpensioen worden de aanspraken berekend over het gedeelte énriaarde mate waarin de dienstbetrekking is beëindigd, (4) Als gekozen wordt voor getrapt pensioen of voor een tijdelijk ouderdomspensioen kan daarnaast niet gekozen : : worden voor gelijk overlevingspensioen. (5) Door vervroeging yan de pensioendatum en aanwending van ouderdomspensioen voor een tijdelijk . :: oüdèrdomspènsioen wordt het pensioéridat op pensioendatum zóu worden uitgekeerd verlaagd. Het pensioen vanaf de p;ensioendatum dat daardoor resteert moet minimaa| 50% van de oorspronkelijke aanspraak op •; ouderdomspensioen bedi-agèri. : Oók als, naast vervroeging, gekozen wordt voor getrapt pensioen mag de laagste pensioenuitkering ninimer minder bedragen dan 50% van de oorspronkelijkè aanspraak op ouderdomspénsióén óp de pensioendatürii.' (6) Een eenmaal gémaakte keuze vpor flexibele pensionering pp grond van dit hoofdstuk is onherroepelijk op de pensioeningangsdatum en kan daarna niet meer worderi gewijzigd.
PGB PensioemeBlenient.2013071 Hidcf
HOOFDSTUK VI ;;
Uitbetaling en terugvordering ;
Artikel 21 Uitbetaling van de pensioenen (1)
Een ouderdóriis-, (bijzonder) partner-; en/of wezenpensioen wordf vóór dé éérste maal uitgekeerd over de maand vvaarin het recht daarop is ontstaan, met dien verstande dat geen (bijzonder) partner-, en/of w/ézenpensioen wordt : uitgékèérd over maanden;waarin recht op ouderdomspénsiberi bestaat. Degene die voor de eersté maal eeri uitkering ontvangt, ontvangt een opgave van zijn pensióenrechten en, voor zover van toepassing, tevens een opgave van de opgebouwde aanspraken op partnerpensioen. Tevens wordt informatie over de toeslagveriening gegeven. Daarna wordt deze opgave en informatie jaarlijks verstrekt.' ' (2) Indien een wezenpensioen wordt verdubbeld ten gévólge;van het beëindigen van een;(bijzonder) partnerpensióén ' gaat die verdubbeling in bp dé eerste dag van de maand volgend op die waarover hét (bijzorider) partnerpensioen voor het laatst wordt uitbetaald. (3) Een ouderdoms-, (bijzonder) partner- en/of vvezenpensioen wordt yoór het laatst uitgekeerd ovèr dè maand waarin de rechthebbende op het pensioen |s overleden; (4) De uitbetaling van de indit artikèl vermelde pensioenen geschiedt in termijnen van een maand, telkens voor het einde van die maand. (5)
De plaats en wijzë vari uitbetaling worden door het bestuur bepaald.
Artikél 22 Terugvordering en verjaring (1) De als gevolg yan het verstrekken van onjuiste gegevens, geheel of ten dele ten onrechte gedane uitkeringen kunnen worden tèruggevórdérd. Naast de geheel of ten dele ten onrechte gedane betalingen, kunnen in geval van nalatigheid wordén teruggevorderdeen schadevergoeding als bedoeld in de artikelen 119.en; 120 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, en/of alle ^ kosten, die naar het oordeél van hetbestuur tot invordering van het verschuldigde zijn gemaakt alsmede de hierover verschuldigdè BTW. (2)
(3)
Terugvordering als bedoeld in het vorige lid vindt alleen plaats indien degene, die een ten onrechtè uitgekeerd bedrag heeft ontvangen redelijkerwijze kan weten, dat bedoéldé uitkering ten onrechte is gedaan en/of het niet terugbétalén van dat bedrag het gevolg; is i/ari diéns verwijtbaar gedrag. Het terugvorderingsrecht van het fonds, als bedoeld ih dé vórige leden, verjaart door het verloop van vijfjaren na afloop van het jaarwaarin de geheel of ten delè ten onrechte betalingen zijn gedaan.
HOOFDSTUK VII
Aanspraken na beëindiging van de deelname
Artikel 23 Rechten na beëindiging van de deelname (1)
(2)
(3)
Bij beëindiging van de déelname anders dan door overlijden behoudt de gewezen deélrièmer: a. een aanspraak op ouderdomspensioen; b. een aanspraak op partnerpensioen en/of bijzonder partnerpensioen volgens het bepaalde in artikel 8 respectievelijk artikel 9 of op grond van de uitruil zoals vermeld in artikel 15 lid 3 en gebaseerd op het onder a bedoelde ouderdomspensioen; c; een aanspraak op wezenpensioen volgens het bepaalde in artikel 11 en gebaseerd op het onder a bedoelde • ouderdomspensioen. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemér;bij beëindiging van de deelnariie een opgave bevattende de hoogte van de opgebouwde premievrije aanspraken op ouderdoms-, partner: en wezenpensioen en informatie over de toeslagverlening. Daarnaast wordt informatie verstrekt die voorde deelnemer specifiek in het kader van de ^^ beëindiging relevant is en óver de omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het fonds. • Tenminste eens in de vijfjaar ontvangt de gëvvezen deelnemer de in Iid2:eérste volzin bedoelde opgave eri informatie.
Artikel 24 Waardeoverdracht van pensioenaarisprakén De waarde van de premievrije aanspraken als bèdoéld in artikel 23, Ild 1 die aan de hand van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en de:Regeling Pènsibenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordtbérekénd, zal op verzoek van de gewezen deelnemer wordén overgedragen aan de - ^ pensioenuitvoerder waar de gewezen deelnemer al dan niet aansluitend na beëindiging van zijn deelname aan het fonds, in verband met het aangaan van een dienstverband; voor eén pensioenverzekering wordt ingeschreven. : ': Waardeoverdracht van bijzonder partnerpensipen zal slechts plaatsvinderi iridien de gewezen deelnemer en gewézen partner(s) daartoe uitdrukkelijk éériverzoek indienen. Bij dé berekening van de overdrachtswaarde zullen ten minste de regels worden gehanteerd, die zijn neergelegd in dé^ ^ artikelen 71, 75 en 76 van de Pensioenwet.
PGBPensioenreglenient.20l307ia.déf;;
10
Artikel 25 Afkoop (1)
(2)
(3)
Iridiéri eén ouderdoms-, (bijzbndèr) jjartner- of wezenpensioen het afkoopbedrag als genpemd in bijlage I niet te bbven gaat, kan het fonds dit pensioen vervangen door een eenmalige uitkering. Afkoop vari ouderdomspensioen kan zbridér toestemming van de bégühstigde twee jaar na het einde van de deelname binnen zes maanden na afloop yan die periode van twee jaar plaatsvinden. Afkoop van (bijzonder) partner- en wezéripénsioèn kan zonder toestémrining i/an de begunstigde plaatsvinden op de; ingangsdatum binnen zes;nna;andèn na die ingangsdatum; De afkoopwaarde wordt met behulp van de tabel in bijlage V berèkend. De uitbetaling vari de afkoopwaarde van dé pensioenaanspraken v|ndt plaats nadat de door het fonds verlangde bescheiden en bewijsstukken voor het vaststellen van het recht daarop en de berekening van hét bédrag van de uitkéring zijn overgelegd; ; boor de toekenning van de in dit artikel bedoelde afkoopwaarde vervallen alle verdére aanspraken op uitkering;; krachtens dit rëglemerit, die overigens bp grónd vari de desbetreffende yerzekering zouden bestaan. ;
HOOFDSTUK VIII
Vrijstellingen
Artikel 26 Vrijstél|ing wegens gemoedsbezwaren Vrijstèllirig van de verplichting fot deelname in het fonds wègéris óverwegende gemoédsbézwaren tegen iedere vprni van;; verzekering kan op verzoek van een werknemer door het bestuur worden verleend in de gevallen en onder de voorwaarden als bepaald in het Reglement voor vrijstelling wegens Gembédsbezwaren. HOPFPSTUKIX Vrijwillige verzekeringen Artikel 27 Vrijwilligé vóörtzetting (1)
(2)
(3) (4)
Bij beëindiging van de dienstbetrekking met de werkgever kan de deelnemer die gewezen deelriémer wbrdt, onder :. voorwaarden genoemd iri bf krachtens het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965, gedurende ten hoogste drie jaar vanaf de beëindiging van de dienstbetrekking de deelnarne ongewijzigd voor eigen rèkening voortzetten. Een verzoek tot voortzètting riiöet binnen 3 maanden na hét beëindigen van de dienstbetrekking bij het fonds zijn ingediend. Van de in lid 1 bedoelde termijn van drie jaar kan worden afgeweken indien de deelnemer ten tijdé van de beëiridiging van de dienstbeti-ekking arbeldsongeschiktiyvas bf indien de deelnemer na beëindiging van de dienstbetrekking een periodieke uitkering ontvangt ter vervanging van de, in verband met de beëindiging van dé: dienstbetrekkirig, gederfde inkomsten bp grónd vari een tussen wérkgévér(s) en werknemer(s);afgésprpken regeling. De periode van vrijwillige voortzetting is dan ten hoogste drie jaar of de duur van de arbëidsongèschiktheid respectievelijk de periode waarin.de uitkeririg wórdt ontvangen indién deze langer is: Vobr de beëindiging van dé vrijwillige voortzetting door de deelnemer geldt een opzegtermijn van twee maanden. Vrijwillige voortzetting als bedoeld in dit artikel wordt van rechtswege beëindigd als de daarvoor verschuldigde premie niet op de vervaldag aan het fonds is voldaan.
Artikel 28 ANW Plus verzekering (1)
De deelnerner itan ten behoeve van zijn partner een ANW Plus verzekering afsluiten op zijn leven .ter grootte van het maximum zóals vastgelegd in bijlage I. Dëzé aanspraak wordt jaarlijks öp 1 januari aangepast metiiet percentage waarmee de uiti<eringen inge:volge de Algemene Nabestaandenwet (ANW) worden aangepast. (2) ;; Eeri doorde deelnemer tètreffèn ANW Plus verzekeririg als in dit artikel bedoeld kan irigaan vanaf de eerste dag yan enige maand. De uitbetaling van de ANW Plus verzekering gaat iri: pp de eerste dag van de rnaand vyaarin de deelnemer overlijdt, en/of ;; bj3 dé eerste dag van de;maaridriahet overlijden vari dé deelnemer, waarin het kind;;zoals vermeld op de ;;; verzekeringsopgave, de leeftijd van 18 jaar bereikt. De uitbetaling van de ANW Plus verzekering èindigt op de eerste dag .van de maand volgend op het ovèrlijden van de partner, maal- in ieder geval op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de partner recht krijgt op een AOW.uitkering. (3) De déelriemer dient zich yoor vérzekering van de ANW Plus verzekering bij het fonds aan te rrielden. Voor de acceptatie vande verzekering.kunnen in bepaalde gevallen medische waarborgen wórden.verlangd: als de aaririielding voor de ANW Plüs verzekering van een deelnemer niet tiinnen drie maanden na aanvang van de deélriame wordt ontvangen, dan wel niet binnen drie maanderi na aanvang van een huvvélijk of een ; : : gèrègistreerd partnerschap;bf nbtariële vastlegging yan een gezamenlijke huishouding vyordt ontvangen, ;; als het verzekerde bedrag (per verzekeringsonderdéel) per jaar met meer dari 30% wordt verhoogd en de .: wijzigirig éen toename van het risico van het fónds betekent.
PGB Pciisio>:nreglenient.2a 130718 .def
Deze verzekeririg wórdt vastgelegd in een overeenkomst met het fónds onder de volgende voorwaarden én bepalingen: . .. .
. ,
(4) (5)
(6)
dat de verzekering isgebaseerd op de opgaven dièi/oor hèt sluiten van de ANW Plus verzekering door dè deelnemer en de partnér zijn vérstrekt zoals: - de gegevens van het jongste.l
dat de verzekering wordt beëindigd wanneer de verschuldigde premie op de vervaldatum niet is voldaandat wijzigingen in het verzekerde bedrag ingaan pp de éérste dag van de maand volgend op de maand waarin het verzoek tot wijziging is ontvangén; overige wijzigingen gaan onmiddellijk na ontvangst iri Het bestuur stelt het tarief vast voor de ANWPIus verzekering. Bij arbeidsongeschiktheid geldt geen Vrijstélling van premiebetaling. :.:: ' '' IngevalyanvèrhogingvandeingeganeuitkeringvandeANWPIusverzekeringishetbepaaldeoverde voorwaardelijke toeslagyerlénirig conform artikel 13 van toepassing. Ook de bverige bepalingen van het reglement, zijn van tbepassing. voor zover daarvan in dit artikel niet is afgeweken De verzekering eindigt: . : ^ a. indieri dé deelnemer voor de pensipendatumbverlljdt: op de dag van overlijtjen; b. per de datum waarpp, anders dan door overlijden, de status van werknemer vobr dé deèlnemer eindigt en tevens de deelname aan het fonds eindigt; c. per de eerste dag van de maarid volgend op die waarin de partner recht krijgt op een AOW uitkering- ' d. per de datum waarop het huwelijk,; het geregistreerd partnerschap dan wel de gezamenlijke huishouding met de partner vóórde pénsioendatum wordt beëindigd; . e. per de eerste dag van de tweede maand volgend op de kalendermaand waarin de verzekering door de déelriériier schriftelijk is opgezegd.
Artikel 29 PGB Plus Pensioensparen (1)
De werknemer kan extra sparen vooi- een uitkering in aanvulling op het oüdèrdomspènsioen. Extra sparen is slechts mogelijk voor zover dit past binnen de Pensioenwet en voor zover als toegestaan binnen de Wet op dé loonbelastinR 1964. : : : . - . "
(2)
De werknemer bepaalt zelfde hoogte van de inleg. Hierbij wordtrekening gehoudenmet hetgeen in lid 1 is bepaald Daarnaast is het mogelijk pm éénmalig, bij aanvang van dt: deelname aan deze perisioerispaarregeling en binnen de geldende fiscale grenzen, een extra bedrag te storten om een in het verleden opgelopen pensioentekort te repareren Voor zover de hierbij bepaalde premieruimte niet (geheel) wordt benut in het jaar van aanvang, mag deze in een later jaar alsnog worden gebruikt.
(4)
De inleg rendeert op basis van het rendement van het fonds. Jaariijks wordt het kapitaal verhoogd met het fondsrendement, nadat deze.met 1 procentpunt is vériaagd ten behoeve van de dekking van de kosten. Het fondsrendement is inclusiëf dé interest rate swaps.: Eenmaal per jaar oritvangt de deelnemer eeri óVerzicht van het opgebouwde kapitaal en het daarop verkresen rendement. ..°
(5) (6)
Bij bèëindiging van de deelname; niet gevolgd door vvaardeoverdracht, wordt het beschikbare kapitaal omgezet iri ^ aanspraken, tenzij de deelriaitie binnèn 2 maanden wordt hervat. (7) Op de pensióeriingangsdatum, doch uiterlijk op .de;pensioendatum, wbrdt het dan opgebouwde kapifaai oriigezet in een periodieke aanvulling op het ouderdómspensioen. De keuzemogelijkheden zoals omschreven in Hoofdstuk V yan het Pensioenrègiëment zijn ook op deze periodieke aarivulling van toepassing. De (gewezen) deelnemer heeft niét dè • üevoegdheid om het opgéboüwde kapitaal aan te wenden bij een andere pensioénüitvoerder (8) Bij overlijden vóór de pensioendatum wordt de som vari inleg en rendement omgezet in een penódieké aanvulling op het partnerpenslöéri. ^ ^ Indien er geeri nabestaanden zijn veryalt hétsaldo aan het fonds. (9) Ais pphet moment van de In de lederi 6, 7 en 8 bedoelde omzetting van kapitaal in pènsióenaanspraken de eersté ' ^ storting minimaal vijf volle kalenderjaren heeft uitgestaan, zal het voor omzetting bedoelde kapitaal ten minste gélijk zijn aan de sörri vari de ingelegde bedragen.: (10) Op verzoek van de deelnemer kan het féitëlijk opgebouwde kapitaal tussentijds worden omgezet iri aanspraken De in het yprige hd bedoelde garantiebepa|ing is niet van toepassing.
PGB:Pcnsioenreglement.2013071 S.def
12
(11) Indien op het moment van omzetting als bedoeld in de leden 7 tot en met 10, het fondsrendement over dè periode voor omzettirig nog niét definitief is vastgesteld, zal een rendement berekend worden ter hoogte van het laatstelijk berekende voorlopige fondsresultaat, inclusief de interest i-ate swaps en onder aftrek yan 1% kosten. (12) De in de leden 7 tot en mét 10 bedoelde omzetting vari het opgebouwde kapitaaT in;aanspraken of periodieke ; • aanvuilingbp pensipen geschiedt doormiddel yap door het bestuur vastgestelde rekenfactoren zoals vernield in bijlage III. :: (13) Indien na onrizetting de totale pensioenaanspraken op grpnd van dit reglement meer bedragen dan 100% van het : laatstgenoten pensioengevende loon dan zal het meérdere in één keer worden uitgekeerd, onder inhouding van dé verschuldigde loonheffingen. (14) Op de aanspraken of periodieke aanvulling op pensioen is het bepaalde over de voorwaardelijke toeslagverlening conform artikel 13 van toepassing. Ook;dé bverige bepalingen van dit reglemerit zijn van toepassing, vopr zover daaryan in dit artikel niet jsafgevyeken. (15) • Iridien hèt opgebouwde kapitaal op de pensioeningangsdatüm meer bedraagt dari€ 10.000 én deze datum ligt yoor 1 januari 2014 dari heeft de deelnemer het recht pm een deel van het kapitaal om te laten zetten in een direct ingaande tijdelijke uitkéring vobr de duur van maxiniaal 5 jaar. De hoogte vari dè tijdélijke uitkering is gelijk aari de hoogte die een levenslange uitkéring op de pensioeningangsdatum zou hebben: .:; Óp verzoek van de deelnemer, doch uiteriijk na 5 jaar,:wbrdt het resterende kapitaafomgezét in een levenslange; • Uitkering dje direct aansluit Pp de tijdelijke uitkering. De i(euzemoge|ijkheden van hoofdstuk Vyan het Pensioenreglemerit zijn bij omzetting in eén lèvèrislange uitkering niet vari toèpassing. HOpFPSTUK X Waardéovername yan pensioenaanspraken Artikel 30 Waairdèbvername van pensioenaahspraken ^ Op yerzoek van een deelnemerzal de waarde van zijn pensioenaanspraken, die de deelnemer tijdens de deelname aari eéri andèrè pensioènregeling heeft yérworven, bij het fonds worderi aarigewend tot inkoop yan.ouderdomspensioen volgens artikel 7, partnerpensipen volgens artikel 8 en wezenpensioen volgens artikel i l . : Waardeovernarriè van bijzorider partnerpensibéri zal slechts plaatsvinderi iridien de deelnemer en dé gewezen partner daartoe uitdrukkeiijk een verzoek indienen. Bij de berekeriing van de over të dragen vvaarde zullen ten riiirisfé de regels worden gehanteerd, dje zijn neergelegd in het Besluit uitvoering Pensipenyvet en Wet verplichte beroepspensioenregelingen de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioeriregeling. HOOFDSTUK XI
Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP)
Artikel 31 Stichting Financiering VoortzettirigPensioenverzekering (FVP) : (1)
Onder deelnemers als bedoeld in artikel 1, sub c, worden teveris verstaan degenen voor wie aanspraak op een bijdragé iri de pensioenpremie ten laste van het l=VP bestaat voor zover en voor zolang het fonds voor hen bijdragen ontvangt ten laste van het FVP. Aan deze deelnemers zullen, in verhouding tot het aan ieder toe te rekenen deel van die bijdragen, aanspraken op ouderdoms- en/of partnerpensioen worden toegekend, als waren zij deelnemer gebleven. Hierbij geldt de voorwaarde dat de pensioenopbouw üit hbofde van de opbouw uit loon en/of arbeidsongeschikthëid verméerderd met de ; pensioenopbouw uit hoofde van de FVP-bijdrage in totaliteit nimmer meer zal bedragen dan een volledige prèmiévrije opbouw wegéris arbeidsongeschiktheid. : • De premiebetaling wordt tijdens de periode waarin een bijdrage ten laste van het FVP .wordt ontvangen, geacht ten. : :behoèvè.van de deelnemer te hebberi voortgeduurd. ; ; ; (2) Indien en ypor zover bij overlijden van een gewezen deelnemer als bedoeld in lid 1 ten behoeve van diens nagelatèn betrekkingen aanspraakkan worden gemaakt op èeri koopsombetaling teri lasté vian het FVP, zal deze kbopsbm worden aangewend yoór inkoop van partner- en/of wezenpensioen volgens de normen yan dit reglement. HOOFDSTUK XII
Wijziging pensioenaanspraken en pensioenrechten
Artikel 32: Wijziging inde pensioenaanspraken en pensioenrechten : (1); indien het over enig boeicjaar voor dekking van toe te kennen pensioenaanspraken beschikbare deel van de over dat boekjaar oritvangën prémies niet voldoéride blijkt om de over dat bóékjaai-volgens het reglemerit toé te kénnen pensioenaanspraken té verzekeren, zulien de aanspraken worden vastgesteld op een naar evenredigheid van het premietekort verminderd bedrag tenzij het preriiietekort over dat boekjaar riaar het oordeel.vari het bestuur, : gehbbrd de actuaris, ten lasté i/an dé algemene reseryé kan worden gebracht.
PGB Pensioenreglenient.20130718.déf:
13
(2)
Indien a. de technische voorzieningen en hetnnirilmaal vereist eigen vermogen niet meer volledig door waarden zijn ; ; gedekt; b. het fbnds niet in staat is binnen eën redelijke terriiijri de technische vóórzieningén en het:minimaal vereist eigen vermogen:door. waarden te dekken zonder dat de belangen van (gewezen) deelnemers, gewézén;partners, pensioérigéréchtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad;:en c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering yah het beléggingsbeleid, zijn ingezet zbals :: üitgéwerkt in het korte térrinijnhérstelplan, kan het bestuur, gehoord de actuaris, yeryvorven aanspraken en pensioenrechten vari de (gewezen) deelnemers, gewezen partriérs èn pénsloengerechtigdén verminderen. Deze korting wordt ypor een ieder bepaald paar evenredigheid van hüri aanspraken en pensioeni-echten. Dè korting zai;niet nieer bedragen dari noodzakelijk is om het firianciële evenwicht van het pensioenfonds te herstellen. (3) • indien naar het oordeel van het bestpur de financiëlé positie van het fonds het tbeiaat, zal dé in Ild 2 vermelde korting zó veel als mogelijk voor alle (gewezen) deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden ongedaan worden gemaakt. (4) (Gewezen) deélnemers, gewezen partners, pensioengerechtigden en werkgevers worden schriftelijkover het besluit tpt korting van pensioenaanspraken en pensioenrechten geïnformeerd. (5) ; De kortirig vindt op zijn vrbegst plaats een maand nadat aan de in lid 4 bedoelde verplichting is voldaan en de toezichthouder hierover is geïnformeerd. HOOFDSTUK XIII
Geschillen-éri klachtenprocedure
Artikel 33 Geschillen- eri klachtenprocedure Voor geschillen iser een geschillenprpcédure en voor klachten is ër eeri klachtenproceduré;blj hetfonds. Oridèrgeschil wordt verstaan: iedére op schrift gestelde verklaring over de vermeende incorrecte manier waarop dé . pensioenregeling (in de gevallen alsomschreyéri in het reglement voor dèCómmissiè van Bezwaar) is toegepast;' Onder klacht wordt verstaan: iedere op schrift gestélde verklaring van een klager over de vermeende incorrecte wijze van uitvoering dopr dë uitvoeringsorganisatie.. Eeri geschil kan aanhangig gemaakt worden bij de Commissie van Bezwaar, terwijl een k|aeht kan wprden ingediend,bij dé Klachténcommissic. Voor de indiening gelden bepaalde voorwaarden, die nader geregeld zijn in het Réglenient voor de Cpniniissié van Bezwaar résp. het Reglemént voor de Klachtencommissiè; HOOFDSTUK XIV
Overgangs-en slotbepalingen
Artikel 34 : Overgangsbepalingen De op 31 december 2007 verworven pensioenaanspraken eri ingegane pensioenen worden beheerst door het tot en met die datum van kracht zijnde pensioenreglement. Artikel 35 Algemene bepaling (1)
(2)
Hét bestuur is bevoegd ten behoeve van een individuele (gewezen) deelnemer, gewezen partner of: pensioengerechtigde een van dit reglementafwijkénde regeling te tréffén Indién een strikte toepassing vari dit reglement naai-het oordeel van het bestuur tot onbillijkheden van overwegende aard zou voeren. Vervreemding of elke andere handeling, waardoor dé aanspraakgerechtigde of dè pèrisioèngèrechtigde enig recht op ' zijn pènsióenaanspraken bf pensioenrechten aaneen ander toekent is nietig, behoudens in geval|en bij of krachténs da Pensioenwet geregeld.
Artikel 36 Slotbepaling (1) (2) (3)
Dit reglement Is op l januari 1993 iri werking getreden. De laatstelijk iridit règlement aangebrachtè;vvijzigingen treden in wèrking op 1 januari 2013. Dit reglement kan worden aangehaald als "Pensioenreglement PGB".
PGB Peiisiocnrcglemeiil,20130718.del':;
; • u'
Deel I
Werkgevers-specifieke bepalingen
Sector A
Bedrijfstak Grafimedia én Reprografie
Voor deze sector gèldt de PGB Basisregelingriletdé volgende aanvullende bepalingen; 1.
Deelnemers
Deze sector omvat ;de (gewezen) deelnemers aan de PGEi Basisregeling vyaarvan de werkgever behoort tot dé Grafische bedrijven zoals vastgélegd in de werkingssfeérbepalingeri van de artikeleri3 én volgénde van de Statütéri van PGB, alsmede de yverknémefs, die op vrijwillige basis dopr de werkgever zijn aangemeld. Ouderdómspensioen De hoogte yan de door de deelnemer jaariijks op te bouwen aanspraak op ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 7.van. de Baslsrégelirig Is 1,75% van dé vóór de deelnemer voor dat;jaar geldende pensioengrppdslag. 3.
Partnerpensioen Het jaariijks op te bouwen;part;nérpensioen als bedoeld in artiitel 8 van de Basisregeling is 35% van het jaariijks : opgebouwde ouderdomsperisiben. . Bij óveriijden vari eéri déélnemer wordt aan de partner, boven het opgebouw/de partnerpensioen, een partrierpensioen toegekend vanmaximaai 35% van het reglementaire ouderdomspénsiberi dat vanaf 1 januari 2006,' bf latere deelname, tbt eri ;met de overiijdensdatüiti is opgebouwd plus 70% yan het ouderdomspensioen; dat vanaf de overlijdensdatum tot aan de pensioendatum zou zijn verworven, op basis van dé op dat tijdstip geldende pèrisibéng'rondsiag. Bij ovériijden van een gewézen déelnemer of gepensioneerde wordt aan de partner het opgéboüwde partnerpensioen toegekend. : : Loon : Grondslag voor de pensioenopbouw is het in:een;jaar werkelijke verdieride brutoloon inclusief alle vaste en variabele loonbestanddéleri. • Het loon wordt gemaximeerd op het maximum premieloori als bedoeld in de Wet Financiering Sociale Verzekeririgeri, exclusief hét voordeel van privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto. Per 1 januari 2013 bedraagt het maximum loon: € 50.853,-. Ten aanzien vari eéri parttime deelnemerwófdt het maximumloon vbbr de vaststelling van de pejisipengrondslag vermenigvuldigd met het door die dee|nemer gewerkte aantal uren en gedeeld door iiet.aantal ureri dat bij de . werkgevei-in geval van volledig diéristverband gebruikelijk is.
S.
Franchise
De franchise is per 1 januari 2013 bepaald op € 14.322,64. Ten aarizien van een parttime deelnemer wordt de franchise vbor de vaststelling van dépensloengrondslag vermenigvuldigd niét hét dobr die deelnemer géyvérkte aantal uren en gedeeld dpor het aantal uren dat bij de vverkgever in geval van volledig dienstverlaand gebruikelijk is. De jaariijkse vaststellirig van de franchise is gébaséerd óp de stijging van dé lorièn óp grond van de Grafimedia Cao in het voorafgaande jaar. 6.
Pensioehgróridslag ;
De pèrisioengrondslag is het loon verminderd met de franchise. 7.
Premievrije ppbouw bij arbeidsongeschiktheid
Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschikthèid vvordt de pensioénbpbbüw pi-emievrij (PV) vbortgezét, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid volgens de volgende tabel: klasse 1 ... 2 3
mate van AO 15-25% 25-35% 35-45%
mate van PV 14% (alleen voor WAO-gevallen) 21% (alleen vpor WAO-gevallen) 28%
PGB Pensioenreglement.2013071 Sidcf:
15
4 5 6 7 8.
45-55% ; 55-65%;; 65-80% 100%
35% 42% 50%;; 70%;;
Premie
De preimié per l januari 2013 is; 19,50% van de pensioengrondslag. Voor de periode 1 januari 2013 tot 1 januari 2015 is de premie van 2% bestenid ypor dé Vóórwaardelijke Backservicé, als bedoeld in artikél 9,:tijdéiijk op 0% gesteld, : ; 9.
; Voorwaardelijke Backservice
Voor de deelnemer die pp 31 december 2005 en pp I jariüari 2006 werkzaariri was iri deze Sector is een voorwaardelijke backservice toegèkérid ter hoogte van een extra ouderdomspensioen van 0,20% per grafisch dienstjaar vanaf de leeftijd van 22 jaartot 1 januari 2006. De firiariciering vindt plaats binnén een periode van 15 jaar of eerdere ingang van het pensioen van betrokkene doch ; uitertijk voor 2021. Jaarlijks bepaalt hét béstuur pf en in hoeverre dé financiële middelen aarivi/ezig zijn om een deel van de voorwaardelijke backservice aanspraken onvoorwaardelijk toe te kennen.: : Vopr de berekening van dezé vpprwaardèlijke aanspraak wordt het gemiddelde loon óver de jaren 2003 tot en met 2005 gehanteerd, eri wordt voor zover van toepassing, rekening gehouden met de gemiddelde parttimefactor over die période. • De ln dit l|d bedoelde pensioenaanspraken die voor de deelrieriier worden ingekocht zijri vborwaardelijk. De deelnemer . bouwt slechts pènsióenaanspraken op, op hét mprnent dat en voor zover hetfonds deze pensloenaanspi-akeri heëft gefinancierd. Wanneer de financiering voortijdig stopt, stopt de verdere toekenriingvan de voorwaardelijk toegezegde pensioenaanspraken. De reeds door financiering toegekende pensioenaanspraken blijven behoudenOm voor toekenning varidebnvoorwaardelijke backsérvice in aanmerking te komèn dient de deelnemer bp hét moment van toekenning werknemer te zijn In de zin van dit reglement. De hoogte van de in de yorige volzin bedoelde toe te kennen onvpprwaardëlijke backservice wórdtririedebepaald door de riiaté van arbeidsongeschiktheid volgens door het bestuur : verder vast te stellen regels. 10.
Partnerpensioen Plus Eèn wërkriemer, wiens werkgever gèen collectieve overeenkomst Partnerpensioen Plus heeift afgesloten en een ::: . gewezen werknénier die pensioènaanspraken verwerft jegeris hét fonds, kan verzoeken aanvullende . partnerpensiberiaanspraken te verzekeren eri sluit daartoe een contract met het fonds. Het keuzemoment is de aanvang van de deélriame of het moment waaróp de werknemer respectievèlijk een gewezen werknëmer die pensioenaansprakén verwerft jegens het fonds in het huwelijk treedt.;Met ëen huwelijk wordt gelijk •' gesteld een geregistreerd partnerschap of een aangemelde en geaccepteerde gezamenlijke huishouding. Indien binnen 3 maanden geen gebruik van het keuzemoment wordt gemaakt en op een later tijdstip alsnog wordt gekozen voor het sluiten van een contract kunnen medische waarborgen worden veriangd. Door deelname aan Partnerpensioen Plus wordt het partnerpensioen verhoogd van 35% naar 70% van het jaariijks op te bouwen ouderdomspensioen. Oe aanvullende premie bedraagt 1,75% van de pensioengrondslag. Werkgever en werknemer kunnen afspraken maken over de premieverdeling.
PGBPensiüèireglemeiit.20130718.def:
:: ; 16'
Sector B
Bedrijfstak kartonnage- en Flexibele Verpakkingenbedrijf. ' :
Voor deze sector geldt vanaf 1 januari:20i2 de PGB Basisregéling, met de volgende aanyuNende bepalingen: Deelnemers: Deze sector omvat de deelnemers aan de:PGB Basisregeling waarvan de vverkgever behoort tot het Kartonnage- en Flexibélé Verpakkingenbedrijf zóals vastgélegd in de werkirigssféérbepalingen van de artikéléh 3 én volgende van dé; Statuten van PGB, alsmede de werknemers die op vrijwillige basis door de werkgever zijn aangemeld. Vpor yuat betreft de hoogte van de pensioentoezegging wordt onderscheid gemaakt naar: Regeling I: deélnemers geboren op of ria 1 januari 1950 of die, indién geboren voor 1 januari: 1950, pas op of na 1 janüari. 2006 bij de yyerkgever in dienst zijn getreden ;Regeling II: deelriéniersgeboren voor 1 januari.1950: Ouderdonispensioen De hoogté vari de door de deelnemér jaariijks op te bou wen aaris'praak op ouderdomspensioen als bedpeld in artikél 7 van de Basisregeling is:: voordeelnemersaariRegelirig I: 2,15% voor deelnemers aan Regeling (1: 1,75% van de voor dè deelnemer voor dat jaar geldende pensioengrondslag. ; 3.
Partnerpensioen Hét jaarlijks op te bouwen partnerpensioen als bedoeld in artikel 8 van de Basisregeling is: voor de deelnemers aan Regeling 1: 57% voorde deelhérriérs aari Regeling II: 70%; van de yoor de deelnemer in dat jaar opgebouwde ouderdomspensioen. Bij ovériijden van een deelneriiér vvórdt aan de partner, boven het opgebouwde partrièrpèrisiben, een partnerpensioen toegekend van: voordeelnemersaarirRégeling I: 57% ; ; voor deelnemers aan Regeling II: 70% van het oüderdomspensioèri dat vanaf de overiijdensdatürii tot aan de pensioendatüiri; zóu zijn verworven, op basis vari dé pp dat tijdstip geldende pensioengrondslag. Bij overlijden van een gewezen déelriériier of gepensioneerde wórdt aan de partner het opgèbóuwde partnerpèrisióén toegekend. ;;; ;
4.
Loon ; Onder loon wordt voor de toepassing van deze regeling verstaan: 1. het brutoloon vermeerderd met een bedrag ter grootte van het loon in natura en kostenvergoedingen dat betrokken wordt in de (collectieve) eindheffing bij de werkgever en waarover geen premieheffing plaatsvindt, dan . wel; 2. het loon yan de n|et;(meer) voor de yverknennersverzekeringen verzekerde directeur/ grootaandeeihpudervan een NV of BV,;dat iri aannierking zou zijn geribriien als bedoelde verplichtingeri nog zouden gelderi,Het in lid a.bedoelde lobn is niet gemaximeerd. Franchisé
Öe franchise is per 1 januari 2013 bepaald op: voor déelriémèrs aan Regeling I: :€ 16.907,80 voor deelneniers aan Regeling 11: € 21.218,60 ten aanzien van een parttime deelnemer wordt de franchise voor de vaststelling van de pensioengrondslag vermenigvuldigd riiet hét dóbr die deelnemergevverkté aantal uren en gedeeld dbbi- het aantal uren dat bij dè wèrkgeverin geval van volledig dienstverband getjruikeMjk is. De frarichise wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele stijging van de bruto AOW-uitkèriing voor gehuwden en samenwonenden. : : : :
PGB;Pciisibéniéglcniciit.2013071 S.def;
17
6.
Pensioengrondslag ;
De pensioengrondslag is het loon yerrninderd met de franchise. Premievrijë bpbbuvl» bij arbeidsongeschikthèid; Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw premievrij (PV) voortgezet, afhankelijk van de mate van arbeidsóngeschiktheid volgens de;vólgénde tabel: klasse mate vari AO : 1 15-25%: 2 25-35% 3 : 35-45% 45-55% 4 5 55-65%: 6 65-80%; 7 : 100% 8.
: mate v 0% 0% 25%: 50% 50% 100% 100.%;:
Premie
tie premie perl januari 2Öi3 is: : voor de déélnémers aan Regèlirig; I: 25,95% voor de deelnemers aan Regeling 11: 21,40% van de pensioengrondslag. 9.
;; ;Voorwaardelijke Backservice
peze extra pensioentoezegging geldt voor werkneniers die: 1. op 31 decembér 2005 deelnamen aan Regèlirig II en de toenmalige prepensioenregeling en de VUT-regèling en; 2. pp 1 januari 2006 zijn gaan deelnemen aan l^tegeling I en,; 3. geboren zijn voor 1 januari 1976 en, : 4. in de periodé van 1 januari 2006 tóf 1 jariüari 2021 pnafgëfarokèn ïn dienst zijn tjij een werkgevei- die behoort tot hét Kartonnage-en Flexibele Verpakkingenbedrijf.: :: Deze toezegging maakt een aanvulling tot ca. 80% bij pensionering op de leeftijd van 63 jaar mogelijk. Deze pénsioentoezegging wordt yahaf 1 januari 2012 gefinanciérd door heffing van een preriiie van; 1,5% van het lobri als bedoeld in artikel 4;van deze Sectorbepalingen.. De toekenning vihdt plaats vpor 1 januari 2021 bf indien dat eerder is bij ingarig van het pensioen vari béti-okkene. 10.
Prepensioen Deelnemers zijn de werknemers geboren voor 1 januari 1950 en in dienst op 31 december 2005. De hoogte van de pensioenopbouvy bedraagt 2,17% van het in artikel 4 vermelde loon. De prernie bedraagt 3,1% van het in artikel 4 vermelde loon. De werknemersbijdrage in de premie bedraagt 2,15%. De pensioeningahgsdatum is de 62e jarige leeftijd; dan wel de datum;waarbp door vervroeging of uitstel het pensioen daadyverkelijkgèheel of gedeeltelijk is ingegaan.
11. 1 2.
Overgangsregeling ongéhuwd ouderdomspensioen (OOP) Voorde toepassing vandit artikel wordt onder partner verstaan de persoon, die op 31 december 2011 partner is in de zin van artikel 1 sub i deel I van dit pènsioenreglement. ; ; Voor de (gewezen) deelnemer, die op 31 december 2Ólieen partner in de zin van iid l van dit artikel had en op grbnd vari de tot 1 januari 2012 geldéride pensioenregeling vari dè Stichting Bedrijfstakpènsibénfonds voor het Kartonnage^ en:Fiexibele Verpakkingenijedrijf recht had op een (tot 1 januari 2002) opgebouwd ongehuwd ouderdomsperisioen (hierna afgekort tot OOP), is vanwege de liquidatié het OOP per 31 december 2011 omgezet in . een recht op een verhoging van het ouderdomspensioen ter grootte van 24% van het OOP jegens hetfonds. ;; Iridien dé partner van de iri lid 2 van dit artikel genoerride (gewezén) deelnemer vóór de pensioeningangsdatunri kbmt te overlijden yerkrijgt de (gewezen) deelnemer op dat moment jegens het fonds recht op extra puderdonnspensioen. Dit extra oüderdomsperisioen is gelijk aan het positieve verschil tussen enerzijds het volledige tof 1 januari 2002 opgebouwde OOP en anderzijds de conform lid 2 toegekende verhoging van het ouderdonispensioen inclusief de; ; ;:
PGB Pehsio
18
verhoging;van;hetouderdomspensioen, dat door uitruil van het tot 1 januari 2002 opgebouwde partnerpèrisióén door de (gewezen) deelnemer kan worden verkregen, ; 4. Vobr dé (gewezen) deelnenriër,;dje bp 31 december 2011 geen partner had en op grpnd yan de tot 1 januari 2012 : geldende pensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kai-tonnage- en Flexibele Verpakkingéribedrijf recht had op een; tbt ;i januari 2002, opgeboüwd OOP, is vanwege de liquidatie het OOP per 31 december 2Öii omgezet in een recht jegens het fonds op een verhoging van het ouderdomsperisioen, ter grootte van het positieve vérschirtussen:enerzijds hèt vólledigè tot ljanuari.2002 opgebbüwde:OOP.enandèrzijds dé verhoging yan het puderdomspenslpen, dat dopr uitruil van het tot Ijanuari 2002 opgebouwde partnerpensioen door de : (gewezén) deelnemer kan wórden vérkrëgen, 5. De gepensipnéerde vopr wie het ouderdpmspensipen vóór 1 januari ;2pl2 Is ingegaan en recht had op een tot 1 januari 20Ö2 opgebouwde OOP-aanspraak; op basis van de tot 1 jariüari 2012 geldende pensioèrirègèling van de : ;Stichting Bedrijfstakpensipénfónds yoor het Kartonnage-enflexibele Verpakkingenbedrijf en op 31 december20il • ëen partner in de zin vari lid 1 van dit artikel had verkrijgt vanwege de liquidatie bij overiijdéri van deze partner een extra ouderdbriispensioén jegens het fonds. De hpogte van dit extra ouderdomspensioen is gelijk aan het OOP als bedoeld in de voorafgaande zin. 6. De gepensibneèrde diè vóór l januari 2012ëën OOP-uitkering pntving, bp basis vap de tpt 1 januari 2012 geldende . . . pensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het KartonnageVén Flexibele Verpakkingenbedrijf, verkrijgtvanwege de liquidatie een recht op extra oudei-domsperisioen jegens hetfonds. De hopgte van dit extra ouderdomspensioen is gelijk aan het OOP als bedoeld in de voorafgaande zin. 7. De (gewezén) deelnemer en gepensioriéèrde als génoemd in dit artikel pntyangen van het fonds een opgave van de in dit artikel bedoelde extra ouderdomspensioen en/of extra ouderdomspensioen bij overlijden van de partner als; .: bedoeld;in lid 1 van dit artikél per 31 december 2011; 12. 1.
; 2.
3. 4.
13.
Overgangsregeling tijdelijk nabestaandenpensioen (-TNP) Vbbr dédeelnemer, die óp;31déceriiber 2011 deelnanri aan een pensioenregeling yan de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kartonnage- en Flexibele Verpakkingenbedrijf eri uit dien hoofde recht had op een tijdelijk nabestaanderipensioen (hierna afgekort tbt TNP), is vanwégë .de liquidatie het TNP per 3 1 december 2011 omgezet in een recht jegens het fonds bp een aanvulling op het partnerpensioen onder verval van het TNP, Bij óvériijden van de deelnemer als bedóeld in dit Ild wordt aari de;partner, bovenop hét ppgeböuwde partnerpensipen, dit aanvullend partnerpensioen toegekend. Het aanvullend partnerpensioen wordt vastgésteld op 31 decembér 2011 als het positieve verschir tusserienerzijds het TNP, waarpp de in lid 1 bedoelde déelriemer op 31 december 2ÓÏ1 recht had, en anderzijds dè verhoging van het :partnerpensioen, dat per 1 januari 2012 voor dezé deelnemer ontstaat vanwege een verlaging van dè frarichise vopr hét partnerpensioen rekening hóudend met het aantaljaren tussen 31 december 2 0 l i en de pensioendatum : : uitgaande.van een opbouwfiercentage voor partnerpensioen vari 1,225. De verlaging van de franchise bedraagt € O voor de déelnemer die op 31 decembér:?011 deelnam aan Fondsreglement I. Voor de deelnerner die op 31 december 2011 deelnam aan Fondsreglement 2006 bedraagt de verlaging van dèfranchise € 4.182. Dit is het verschil tussen de franchisé voor het nabestaaridériperisioen van € 20,594;en de franchise voor het puderdpmspensioen van € 16.412 :; ingevolge de pensioenregeling van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kartonnage- en Flexibele Verpakkingenbedrijf, uitgaande van de franchisebedragen in 2011. Een partnerpensioen inclusief aanvullend partnerpensioen als bedoeld in dit artikel is slechts mogelijk voorzover als toegestaan in hoofdstuk IIB van de Wet op de Loonbelasting 1964. De deelnemer als genoenid in lid 1 van dit artikel ontvangt van het fonds een opgave van de in dit artikel bedoelde aanvulling op het partnerpensioen pér31 december 2011.
Sectorcommissie
Binnén de Sector Kartonnage- én Flexibele Verpakkingenbedrijf fungeert een Sectorcommissie K&FV welke jaarlijks de eventuele wijzigingen in bovengenoemde parariietèrs vaststelt, rekening hóüderid met de randvoorwaarderi.van PGB voor onder meerde uitvoeringsmogelijkheden. ;;
PGB;Peiisioemeglemeiil.20130718.def
:
;; :
19
Sector D3
BédrijfstakBéreide Verf-en Drukinktindustriè :
Vóór dezé séctPr geldt vanaf 1 januari 2013 de PGB Basisregéling, mét de volgende aanvullende bèpalingen; Deelnemers Deze sector omvat de deelnemers aan de PGB Basisregeling waarvan dé yverkgever behoort tot de Bereide Verf- en/of Drukinktindustrie zoals vastgélegd in de werkingssfeerbepalingen van de artikelen 3 én volgende van de Statuten van PGB, alsmede de werknemers diepp vrijwillige basis dópr de w/erkgever zijn aarigérineld. ;
Ouderdomspensioen De hoogte van de door de deelnemer jaariijks op te bouwen aanspraak op ouderdomspensioen als bedoeld In artikel 7 van de PGB: Baslsrégelirig bedraagt 2,0% van de vobr dè deélrièmer voordat jaar geldendè pensioengrondslag. Partnerpèrisióén; De hoogte van hét partnerpensioen is jaariijks 70% van het In dat jaar opgebouwde.ouderdomspensioen; Bijpveriijdén van een deelneriiér wórdt aan de partner, bóyéri het opgebouwde partnerpèrisióén, een partnerpërisioéri • toegekend van 70% yan het ouderdomspensioen dat vanaf de overlijdensdatum tot aah de pensioendatum zou zijn verworven, op basis van de op dat tijdstip gejdende pensioengrondslag.; Bij overlijden van een gewezen deelnemer of gepensioneerde wordt aan de partner het opgebouwde partnerpensipen toegekènd. 4.
Loon Hétpèrisioëngevend salaris is gelijk aan het vaste salaris per 1 januari van het jaar of latere datum van indiensttreding, óp jaarbasis, vermeerderd niét de volgende toeslagen: vakantietoeslag; eindejaarsuitkering; . oyerige vaste toeslagen. Hét loon vvordt gemaximeerd op 1,25 maal het maximum premieloon als bedoeld in de Wet Financiering Sociale :: Verzekeringen, exclusief het voordeel van privégebruik van éen door de.yverkgever ter beschikking gestelde auto. Per 1 januari 2013 bedraagt het maximum loon: ;€ 63.566. Ten aanzien van éen parttime deelnemer wordt het maximumloon vobr dé yaststëlling van de pensibéngrondslag vermenigvuldigd met het dobr die deelnemer gewerkte aantaïuren en gedeeld door het aantal uren dat bij de werkgever in geval van voliëdig dienstvèrband gebruikelijk is. Franchise De franchise is per Ijanuari 2013 bepaald op €16.751. : Ten aanzien van een parttime deelnemer wordt de franchise voor dé vaststelling vari de pensibéngrondslag vermenigvuldigd met het door die deelnemer gewerkte aantal uren en gedeeld door het aantal uren dat bij de . wèrkgeverin geval van volledig dienstverband gebruikelijk is. Dèfrarichise wordt jaarlijks, per Ijanuari, aangepast overeenkomstig het percentagewaarmee de lonen in de bedrijfstakper 1 juli van het voorafgaande jaar afwijken vari de lonen.per 1 juli van het jaar daarvoor..
6.
Pensioengrondslag
De pensioengrondslag is het loon verrninderd met de franchisé.
7.
Premievrije opbouw bij arbeidsongeschiktheid
Bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw premievrij (PV) voortgezet, afhankelijk van de mate van arbéidsorigéschiktheid volgéris de volgende tabel:. klasse
matevanAO
inatevanPV
1 2
15-25% 25-35%
0% 0%
PGB Peiisioêracglcment.20130718 .;def
•20
3 35-45%.;: 4 45-55% 5 ;; : ; 55-65% 65-80% 6 ; 7 80-ioO%. ioO% 8.
40% 50% 60%; 72,5%
: Premie
De premie per 1 januari 2013 is 30,0% vari de pensioengrondslag! toelichting hoogte èn samenstelling.pensloenpremte. Dé:p;rérriië is als volgt opgebouwd:; a. 19,5% voor de PGB Basisregeling; .: b. 10,5% opslag yóor de spécifieke elementen ;vari de séctor VDI. Het wèrkriemérsdeel van de tótalé prémié bedraagt ten hóógste 46%;. In afvyijking hierop is tot 1 juni 2014 de verdeling: het werkgeversdeel van.de preriiie is 16,66% van de pensioëngroridslag, het werknemersdeel yan de premie is 13,34% van de pensioengrondslag. 9. Vóórwaardelijke Backservicé' a. Deelnemers ; Dè bépalirigeri van dit lid zijn vari toepassing op de deelnemers dié op pf na 1 januari 1950;gébPrën zijn. Onder het begrip deelnemers worden mede verstaan vverkriemers die:op of na 1 januari 1950 geboren zijn en in diërist zijn van een werkgever: 1. die vrijgesteld Is yan verplichte deelname; aan het Pensioenfonds voor de Grafische bedrijven; of 2. ; die vrijwillig is aangesloteri bij de Stichting Vrijwillig Vérvi-begde Uittreding voor dè Bèréidé Vèrf- en Drukinktindustriè. b. Voorwaarden Garantieregeling en Vbbrwaardelijke Aanvulleride Pensioenopbouw b l Om voor het recht op de Garantieregeling als bedoeld.in het op 1 januari 2006 vastgestelde en tot éri met 31 december 2012 géldende Reglement Ovérgarigsi-egelingen van het Bedrijfstai
PGB:PcnsiociueBlenient.201307I8:de('
:
21
I'ensioenopbouw. Deze door PGB overgenomen Voorwaardelijke Backservicé aanspraken, met een pensioendatum van 65 jaar, zijn per 31 décèriiber 2012 met de betrokkën deelnériiers afgestemd.;; d. Toekenning toekenning van de:Voorwaardelijke Backservicé viridt, indien aan de hiervoor gestelde voorwaarden is voldaan, pjaats op 31 december 2020 dan wel, indlen:deze.eerder ligt, bp dé pensioeningangsdatunn. Indien de pensioeningangsdatüm voor : of na de 65"° verjaardag van de deelnemer ligt worden deze aansprakén herrekend conform de geldende tarieven van PGB. Voorzover de financiële middelen aanwezig zijn wordt jaariijks i/oor degenen die datjaarniét pensiben gaan de pensioenaanspraken ingekocht. Wanneer de financiering voortijdig stopt, stoptde .verderé toekenning varide Voorwaardelijke Backservicé. De reèds door financiering-toegekende pensioenaanspraken blijven behouden. ; ; e. Premie De prernie voor deze Voorwaardelijke Backservice is per Ijanuari 2013:4% van het loon. 10.
Sectorcorriifiissie
Binnen de Sector Bérelde Verf- en Drukinktindustrie.fungeert een Sectorcommissie VDI welke jaariijks de eventuele wijzigingen jn bovengenoemde parameters vaststelt, rekening houdend niet de randvooniyaarden van PGB voor onder; méér de uitvoeringsmogelijkheden.:
PGB Paisioeniïglenieiit.20! 30718;dei':
•22
Bijlagen Bijlage I Bedragen 2013: Maximum ANW Plus verzekering Afkoopbedrag AOW-bedrag vobr géhüvvdén Bijlagen
€ € €;
16.709,00 per jaar : 451,22 per jaar 9.596,52 per jaar
Richtlijn dekkingsgraad en ontwikkeling pensioèri:
De richtlijn, als bedoéld in artikel 13 van dit reglement, vpor de besluitvorming over de ontwikkelingyan pensioenen ziet er vanaf 1 oktober 2011 als volgt uit:
Bij een dekkingsgraad van:
geën toeslag, korting mógelijk
Onder de 105%
io5%totii5% ; ;
: Kunnen de pensioenen zich als vólgt ontwikkelen:
:
; :
•
: geen toeslag, ongedaan maken van een eventuele kbrtjiig
11596 tot 130%
pro rata prijsinflatie over maximaal 4%"
:
130% tot 140%
100% prijsinflatie met een maximum van 4%
140% tot 150%
100% prijsinflatie.zonder maximum .
vanaf 150%
iÓb%prijsinflatie:+ inhaaltoeslag + loonindexatie:
De prijsinflatlédle hlër gehanteerd wordt bedraagt maximaal 4% (bij een deltkingsgraad van 125% en een Inflatie van 2% wordt dus 10/15 van 2% = 1,33% toéslag verleend).
PGB Pensioenreglement.2013071 S.def
23
Bijlage:lll : Inkooptarieveh voor ouderdomspensioen én nabestaandenpénsioén geldénd vanaf 1-1-2013
Pensioenrichtièèftijd 67 Ihkboptarleven yopr OP67' en nabestaandenpensioen (NP) Leeftijd
OP67
NP
Leeftijd
16
3,515
o;826
17
3,627
0,859
18 19
OP67
NP
Leeftijd
OP67
NP
Leeftijd
0P67
NP
29
5,250
i,374
42
7,730
:2,258;
55
11,368;
3.417.
30
5,411
1,430
43 .
7,960
2,342
56
11,724 . 3,503
3,742: : 0-893 :
31
5,576: ;i,487
44
8,197
2,430
57
3,860
0,928
32
5,747
1,547.
45
8,440
.2,518
20 •
3,982
0,965
33
5,921
1,608;
46
8,691
21
4,108 '• 1,003;
34
6,101
:1,672
47
22
4,237
.1,043
35
6,286
1,737
48
23 •• 4,370
12,095
3,586
- 58
12,483.
3,667
2;607
: 59
12,888!
3,747;
; 8,950
2,698
60
13,311
3,818
9,217
2,788
61 .
13,754
3,878
:
1,085
36
6,475
1,805::
49.
9,493
2,879
: 62
14,218
3,934
24
4,506 : 1,128
37
6,670
1,875
50
: 9,779
2,969
63:
.14,709
3,983
25
4,647: ; 1,173 \
38
6,871
1,947
51
;i0,074
3,059
64;
15,230
4,024
1,220
39
7,077
2,021!
; 52!
10,380
3,151:;
27
4,940. . 1,269
40
7,289
2,097
53
. .10,697
3;240
66
28
5,093 ; 1,321
41
7,507
2,176
54
; ; 11,026
3,329
67 ;
26 :;: 4,791
: 65
15,786.; 4,053: . 16,379
4,074
17,014
4,080
' 0P67 = Aanspraken op ouderdoniiïpensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 67. Voorbeelden * Inkoop van € 1PP67 kost een 54-jarlge eenrinalig € l x 11,026 = € 11,03 * Inkoop yan €1.200 OP67 kost een 28-jarige eénnfialig C 1.200 X 5,093 = € 6.111,60 * Inkoop van € 1 nabestaandenpensioen kost een 55-jarige eenmalig € 1 x 3,417 = € 3,42 * Inkoop van € 100 OP67 in combinatie met 70% (= € 70) nabestaandenpensioen kost een 42-jarige eenmalig € 100 x 7,730 + € 70 x 2,258 = € 773 * € 158,06 = € 931,06
PGB:Pensio<:nreglement.20130718;dcf
24
Bijlage IV Factoren bij Hoofdstuk V Flexibele pensionering Schema bij artikel 14: uitruil van partnerpèrisióén (PP) voor extra ouderdomspensioen (OP) geldend vanaf 01-01-2013 :
Pensioenrichtièèftijd 67
Pensioenrichtièèftijd 65 Factoren voóf hët uitruilen van PP . vöór extra OPes^
Factoren voor het uitruilen van PP. voor extra OPe?'
Leeftijd
PP dat wordt uitgeruild
Extra OP65
Leeftijd
PP dat wordt uitgeruild
55
100
25,9
55
100
; 56;
100
; ; 25,8 ;
56
100
25,6
57
100
58
100
;57
100
58
100
59:
100
; 25,0
. 59
100
60:
7 100
24,7
; 60
100
24,3
61
100
61
•
100 : •
25,3
:;
Extra OP67
ueuruiK ae lacior uii de tabel voor uitruil • bij pensioenrichtièèftijd 65 en deel door 0,867
.62,
" 100
23,8
62
100
:63:
100
23,3
63
100
22,7
64
100
22,0
65
100
66
100
24,6
67
100
23,7 :
64
100
65
iöo
;:
' OPes = Aanspraken op ouderdprnspensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 65. ^ OP67 = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn op pensióenleeftijd 67,
Voorbeelden * Uitruil op 55-jarige leeftijd van € 100 partnerpensioen geeft een aanspraak op 1 x 25,9 = € 25,90 OPss * Uitruil op 55-jarige leeftijd vanClOO partnerpensioen geeft een aanspraakop 1 x 25,9 = €25,90/0,867 = € 29,87 ÓR67 * Uitruil op 55-jarige; leeftijd van € 250 partnerpensioen geeft een aanspraak op 2,5 x 25,9 = € 64,75 OPes : : * Uitruil op 55-jarige leeftijd van € 250 partnerpensioen geeft een aanspraak op 2,5 x 25,9/ 0,867 = € 74,68 OP67 * Uitruil op és-jarige leeiftijd van € 100 partnerpensipen geeft een aanspraak op: 1 x 22,Ö = € 22,00 OPes: * Uitruil pp 67-jarige leeftijd van € 300 partnerpensioen geeft een aanspraak op 3 x 23,7 = € 71,10 OPe?
PGB :Pènsioenreglement.20130718 déf
25
Schema bij artikel 15: uitruil van ouderdomspensioen (OP) voor extra partriërpiénsioen (PP) geldend vanaf 01''ÓÏ-2013 Pensioenrichtièèftijd 65
Pensioenrichtièèftijd 67
Factoren voor het uitruilen van OPss' voor extra PP
Factoren voor het uitruilen van OPs?^ voor extra PP OP67 dat wordt uitgeruild
OP67 dat wordt uitgeruild
Extra PP
Extra PP
Leeftijd
16
100
41
100
Leeftijd
OPes dat wordt uitgeruild
Extra PP
Leeftijd
OPes dat wordt uitgeruild
Extra PP
Leeftijd
;16. ;
20,4
100
41
.25,1
ioo
17 :
2Ó,6
100
42
25,3
100
18
20,7 .: ; lÓÖ
17
100:
42
100
43
25,5;; ; lOO
18;
100
43;
100
.
. 20,9
100
44
25,7
100
19
100
44
100
20
21,1
100
; 45
25,9
100
20
100;
45
;ioo
; 100
45
26,0
100
21;
100
: 46:
100
100
47
26,1
. 100
22 •.
100
47
100
100
.48
26,2
100
23
ioo
48
100
100
49
100 :
: 50
Gebruik de 100; factbr üit '100 dé tabel 100 voor uitruil 100 : bij pensioen100 richtièèftijd 100 65 en deel door 0,867 100'.
19. 21
21,2
22
21,4
23 ;
21,6
'
24
21,8
: 100
49
26,2 : .: 100
24..
25
21,9':: : 100
50
26,3;;
100
25;;
26 ;
224
100
'..51 ,•
26,3
100
26
27
22,3.
100
52
26,2 .
100
27
Gebruik de 100 factor üit: :;100: de tabél 100 voor uitruil 100 bij pensioen^ 100; richtleéftijd 65 en deel . 100 door0,867 100
51 52
28
22,5
100
53
26,2 ;
100
28;
29
22,7
100
54, ;
26,1
100 ;
29
30
23;o
100
55
25,9
100
30
23,2::;
100
56
25,8 ;
100
31
:57 :
25,6
100
32
100
57
100
25,3
100
33
100 •
58
100
; .100
34
100
: '59;
100
31 32::
.. 23,4
100
33 ;:
23,6
100
34
23,8
: ipo
: 58 59
25,0;;
: 5354 55 : 56
35
24,0 : '100
.60
24,7
100
35 •
100
60
10b
36 :
24;2
100
61
24,3
100
36
ioo
61
100
37
24,4
100
62
23,8
100
37
100
62
100
63
100
38
24,6
100
63
23,3
100
38
100
39
24,8
100
64
22,7
100
39
100
64
100
40
25,0 .
100
65
22,0
100
40
100
65
100
: 66 67
24,6
lOO
23,7 ;:
100
' ÓPES = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 65. ^ OP67 = Aansprakeri bp budérdomspensioeri dié gericht zijn op pensioenleéftijd 67, Voorbeelden * Uitrüil op 55-jarige leeftijd van 1 x25,9 = € 25,90 OPes geeftëen aarispraak op partnerpénsioen van 1 x 100 = € 100 • Uitruil op 55-jarige leeftijd van 1 x 25,9 = € 25,90 / 0,867 = € 29,87 0PB7 geeft een aanspraak op partnerpensioen van 1 x i0O;= € 100 * Uitruil op 65-jarigé leeftijd van 2 x 22,0 = €44,00 OPes geeft een aanspraak pp partnerpensioen van; 2 x 100 = € 200 • Uitruil op.67-jarige iëèftijd van 3 x 23,7 = € 71,10 OP67geeft een.aanspraak op partnerpensipen van 3 x 100 = € 300
PGB Paisioenieglemeiit,20130718,dcf
26
Schema bij artikel 16: vervroeging en uitstel yan ouderdomspensioen geldend vanaf OirÖi-2013 • A. Vervroeging vari ouderdomspensioen (OP)
Pensioenrichtièèftijd 67
Pensioenrichtièèftijd 65
Percentages voor het vervroegen van OP67^, .
Percentages voor het vervroegen, van OPes' Leeftijd waarnaar wordt vervroegd
•••;; 55' SS
Percentage waarmee het OPes wordt verlaagd
Leeftijd waarnaar wordt vervroegd
-44,8%
55
- 41,9%
56
57
-38,6%
58
;T35,2%
59
- 31,4%
60
. -27,3%
61 62
.
57 58
•
60 ; 61
-17,9%
62 ..
. -12,5%
64
-6,6%;:
65
-0,0%
Vermenigvuldig het OPe? met 0,867 en gebruik vervolgeris dé percentages uit de tabel voor vérvroeging bij pensioenrichtièèftijd 65 . :
59
T22;8%;
63
Percentage waarmee het OPe? wordt verlaagd
.
63; 64 .
65 66
Vermenigvuldig het OPe? met 0,867 en gébruik vervolgensde percentages uit de tabel voor uitstel bij pensioénrichtleeftijd 65 ;
67
-0%
' ÖP65 = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn bp pensioenleeftijd 65. ^ OP67 = Aanspraken op ouderdprnspensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 67.
Voorbeelden * € 1.000 OPes geeft;variaf leeftijd 60 een ouderdonispensioen van € 1.00027,3% = € 727 • € 1.000 OP67 geeft vanaf leeftijd 60 een ouderdomspénsióén vah.€ 1.000 • 0,867 = € 867 - 27,3% = € 630,31 • € l.OOÓ OPe? geeft vanaf leeftijd 66 een ouderdomspensioen van € 1.000 • 0,867 = € 867 + 7,3%* = € 930,29 * dit percentage komt uit de tabel voor ü/tste/ bij pensioenrichtièèftijd 65
PGB Pcnsiocnrcglement.2013071 i.def
27
B. Uitstel van ouderdomspensioen (OP)
Pensioenrichtièèftijd 67
Pensioenrichtièèftijd 65
Percentages voor het uitstellen van OPss'
;
Leeftijd waarnaar wordt uitgesteld
Percentage waarmee het OPes wordt verhoogd
Leeftijd ; waarnaar wordt uitgesteld
+ 0.6%
65 + 1 maand
65 + 1 maand 65 + 2 maanden:
; Percentages voor het; üitstelleri van OP67'
65 + 2 maandéri;
: + 1,2%
65 + 3 maanden
+.1,8%; ;
65 + 4 maanden
+ 2,4%
65 + 4maanden
65 + 5 maanden ;
. + 3,0%
65 + 5 maanden
65 + 6 maanden
+ 3,7%
65 + 6 maanden
65 + 7 maanden
+ 4,3%
65 + 8 maanden.
+ 4,9%
65+9 maanden •
.
. .;
65 + 3 maanden
65 + 7 maanden
+ 5,5% :.
65 + 9 maanden
+ 6,1%
65 +10 maanden
65 + 11 maanden
+ 6,7%
65 +11 maanden
;'
nvt
65 + 8 maanden
65:+:iÖ riiaanden 66
Percentage waarmee het OPe? wordt verhoogd
+. 7,3% . .
66
67
+ 15,3%
67
68
.+ 24,2%
68
Vermenigvuldig hét OPe? metP,867 eri
69
+ 34,2%
69
70;
+ 45,2%
gebruik vervolgens de percentages uit de tabel voor uitstel bij pensioenrichtièèftijd 65
;
70 :
' OPes = Aanspraken pp buderdomspensioen diégericht zijn op pensioenleeftijd 65. ^ OPe? = Aanspraken op ouderdomspensioen diegericht zijn op pensioenleeftijd 67.
Voorbeelden * € 1.000 opes geeft vanaf leeftijd 65 en 3 maanden een ouderdomspensioen van € 1,000 +1,8% = € 1.018,00 * € 1.000 OPes gééft vanaf léeftijd 67 een ouderdómspensioen van € 1.000+ 15,3% = € 1.153 * €5.000 OPss geëft vanaf lééftijd 68 een oüdèrdomspènsioen van €5;000 +24,2% = €6.210 : * € 2.000 OP67 geeft vanaf leeftijd 68 een ouderdomspensioerivan € 2;000.x 0,867 = € 1;734 + 24,2% = € 2.153,63
PGB Peiisioerireglement.20130718;def
28
Schema bij artikel 17: Tijdelijk ouderdomspénsióén (TOP) geldend vanaf Ói-Ói-2013 ; Pensioenrichtièèftijd 65
Pensioenrichtièèftijd 67
OPss' omruilen voor TOP dat eindigt op leeftijd 65
OPe?' omruilen voor TOP dat eindigt op leeftijd 67
Leeftijd aan het begin van het TOP
TOP per jaar bij het omruilen van € 1 OPes
55 •;;;•;••
1,232
56 .;
56
1,016
1,591
57
1,137
1,841
58
; ; 1,387
. 57 58
-.. ; • : ;
59
. . 2,185
60
:: : 2,663
61
:: :
3,386 .
:;•:
62
4,587
63
:: 7,000
;
;
59 ......
1,469
60
1,703
61
•••;•; 2,021
62
2,472
•;••:,
;;;•;
3,149 .,::
64
: 4,263
65:
: 6,519
66
Pensioenrichtièèftijd 65
:
;••;:;
. . : ; 1,283
63 ;
14,152
64 • ;
TOP per jaar bij het omruilen Leeftijd aan het van € 1 OPe? per jaar begin van het TOP .;: ; 0,919 55
.
13,286 ..
' OPes'omruilen voor TOP vanaf leeftiid 65 Leeftijd aan het eind van het TOP
TOP per maand bii het omruilen van € 1 OPss
65 + 1 maand
13,972
65+ 2 maanden
7,028
65 + 3 niaanden
4,713
65 + 4 maanderi •
3,556
65 + 5 maanderi
2,861
65 + 6 maanden
2,336
65+ 7 maanden
2,021
65 + 8 maanden
1,784
65 + 9 maanden
1,598
65 •+10 maanden
1,449
65 + 11maandéri ;
1,327 ; 1,225
66 67
; ;;
;;
0,628
' OPes = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 65; ^ OPe? = Aanspraken op ouderdomspensioeri die gericht zijn op pensioerileeftijd 67.r Voorbeelden * Het omruilen van € 10.000 OPes geeft vanaf leeftijd.6Ö tot leeftijd 65 eeri TOP van € 10.000 x 2,663;= € 26.630 per jaar • Het omruilen van € 5.000 OPe? geeft vanaf leeftijd 64 tot leeftijd 67 een TOP van € 5.000 x 4,263 = € 21.315 per jaar: : • Het omruilen van € 100 OPes geeft vanaf leeftijd GS tot leeftijd 65 en 2 maanden een TOP van : € 100 X 7,028 = € 695,40 per maarid * Hetomruilen van € 630 OPes geeft vanaf leeftijd 65 tót leeftijd 66 een TOP van € 630 x 1,225 = € 771,75 per maand ::
PGB PènsioénréglemenL20130718 det'
29
Schema bij artikel IS: Getrapt pensioen (TRAP) geldend vanaf Oi-Ól-2013 : Er zijn vele TRAP-verhoudlngen mógelijk. Onderstaand warden de meest voorkomende TRAP-verhoudingen gegeven.
Hoog/laag variant
Duur TRAP
Gewenste TRAPverhouding
• 5 jaar.
eerste vijf jaar 100%
Uag/hoog variant
Duur TRAP
Percentage van het OPes^ ; bijTRAP vanaf leeftijd 65:
' Percentage van het OP67'. bij TRAP vanaf leeftijd 67
TRAP-percentages
TRAP-percentages 120%
90%
; • 90%
eersté tién jaar 100%
112%:
111%
daarna 75%;
84%
Geweriste TRAPverhouding
TRAP-percentages
TRAP-percentages
81%
;79%
Sjaar :; ; eerste vijf jaar 75% : daarna. 100% 10 jaar
Pensioenrichtièèftijd 67
120%
; daarna 75% . 10 jaar
Pensioenrichtièèftijd 65
eerste ;t/én jaar 75% daarna iOO%
:
;
83%
;
.108% ;:' 87%'
105%
116%
113%
85%
De TRAP-pércentages voor OPes bij èèri TRAP die ingaat vanaf één leeftijd tussen 65 eh 66, 2ijn gelijk aan de TRAP-percentages bij een TRAP die ingaat vanaf leeftijd 65. ' OPss = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 65. ^ 0Ps7 = Aanspraken op ouderdonispérisioen die gericht zijn op perisioenleeftijd 67.
Voorbeelden * € 10.000 ÓPes geeft bij een gewenste TRAP-verhouding van de eerste vy/jaar 100% en daarna 75%, vanaf leeftijd 65 een ouderdomspensioen van € 10.000 x 120% = € 12.000 tot leeftijd 70 en vanaf leeftijd 70 een ouderdomspensioen van € 10,000 x 90% = € 9.000. * € 10.000 pP67 geeft bij een gewenste TRAP-verhouding van de eerste tien jaar 100% en daarna 75%, vanaf leeftijd 67 een oüdèrdomspènsioen van € 10.000 x 111% = € 11.100 tot leeftijd 72 en vanaf leeftijd 72 een ouderdomspensioen van € 10.000 x 83% = € 8.30O. * € 10.000 OPes geeft bij een gewenste TRAP-vërhoUding van de eerste tien jaar 100% en daarna 75%, vanaf leeftijd 65 en 2 maanden een ouderdomspénsióén van € 10.000 x 112% - € 11.200 tpt leeftijd 70 en 2 maanden en vanaf lééftijd 70:en 2 maanden een ouderdomspensioen van € lO.OÜO x 84% = € 8.400. * € 10;OOO.OP65 geeft bij een géwénste TRAP-verhouding vari dé eerste vijf [aar 75% endaarna ioO%, vanaf leeftijd 65 een óüderdomspensioen van € lÖ.ÖOO x 81% = € 8.100 tot leeftijd 70 en vanaf leeftijd 70 een oüdèrdomspènsioen van € lO.OOO x 108% = € 10.800. * € 10.000 OPe? geeft bij een gewenste TRAP-verhoudingvan de eerste tien jaar 75% en daarna 100%; ; vanaf leeftijd 67 een óuderciomspensloen van € lO.txiO x 85% = € 8.500 tot leèftijd 72: en vanaf leeftijd 72 een ouderdomspensioen van € lO.OOO X l l 3 % = € 11.300.
PGB Pensioenreglement.201307l8:def;:
30
Schema bij artikel 19: Gelijk overlevingspensioen (GOP) geldend vanaf 01-01-2013 ; Bij Gélijk ovèrievingspensioen (GOP) wordt eerst een verhouding van 100% ouderdomspensioen en 70% partnerpensioen gerealiseerd. Vervolgens wordt bij in leven zijn van zowel de gepensioneerde als de partner, 100% van het óuderdomspensibéri ültg;ekèerd. Bij overiijdéri ;vari dè déelnemer óf de partrier, wordt het GOP-percéntagë uitgékeerd.
Pensioenrichtièèftijd 65
Pensioenrichtièèftijd 67
GOP-percentage bij OPes'
GOP-percentage bij ÖP67^
GOPpercentage
Leeftijd
55
55
;;;;;; 55: V ;.'
56 . : 57;
57,.,; 58
•: .58
59
• .••• 59 •: :•
•
60
60
: .
63
;
62
80%
64
63 ; ::
. 80%
64 65
65 66
i
61
61 62
GOPpercentage
Leeftijd
.•
66
67
67
68
68
69 70
69 •
70
* OPes = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn bp pensioenleeftijd 65. ^ OPe? = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 67.
Voorbeelden * Bij €i.OO0 OPes en €700 partnerpensioen, is het óudèrdórinspénsioen € 1.000 zólang zowel de gepenslonéerde als de partner in levep zijn Bij overlijden van de gepensioneerde óf de partner wordt 80% van € 1.000 = € 800 uitgekeérd: • Bij € 1.000 OP67en € 700 partnerpensioen, is het óüdérdómspensioen € 1.000 zolanjg zovvel de gepenslonëèrdè als dë partner in leven zijri; Bij ovériijden van de gepensioneerde óf de partner wordt 80% van € 1.000 = € 800 uitgekeerd.:
PGB Pénsioênreglement.20130718:dcf
31
Bijlage V
Afkoppfactoren voor ouderdomspehsibéh éh nabestaandenpénsioén
geldénd vanaf 1-1-2013
Pensioenrichtièèftijd 65 Afkbopfactoren voor OPes' én nabestaandenpénsioén (IMP Leeftijd 16
:
OPes : 3,205
NP
Leeftijd
OPes
NP
Leeftijd
OPes
NP
Ö;655 •
29
4,788
1,089
. 42 :
7,065
li789 .
17 '
3,307
0,680
30
4,936
1,133^
43:
7,277
1,856
18
3,411:
0,707 ;
31
5,087:
1,179
44
19
3,519
0,735
32
5,243
1;226
3,631
0,765
33
5,403
1,274;;
21
3,745 : 0,795
34
5,568; ; 1,325
22
3,863
0,827';
35
5,737
23 ::•
3,984
0,860
36
24
4,109 : 0,894,!
37
25
4,238 • 0,929
20
'
.
7,495 ; 1,925
NP
55
10,435
2,708
; 56
10,766
2,776
57 . : ; 11,113
2,842 2,906
45
1,996
. 58 •
11,476
46 '
7,951
2,066
; 59
11,854'
2,969
47 ;
8,190 ; 2,138
60
:: 12,251
3,026
1,377
48
8,438
2,210
61 •
12,666
3,073
5,911
l,43p:
49
8,693
2,281
62
13,103
3,118
6,090
.1,486
50
8,958
2,353
63:;
13,565
3,155
38
6,275
1,543
51
9,232 : 2,425
64
14,055
3,189
: 65
14,576
3,212'
•
26 : .• 4,370
0,967
39
6,464
1,602 '
:. 52:
9,515
2,497 .
1,006
40
6,,659.
1,662::
53:
9,810
2,568
: 1,047
41
6,859
1,724
54
10,116
2,638
28
OPes
7,719
27
4,505
Leeftijd
;
' ÓPes = Aanspraken op ouderdomspensioen die gericht zijn op pensioenleeftijd 65.
Voorbeelden * Hët afkoopbedrag van € 1 OPes is voor eén 30-jarige € 1 x 4,936 = € 4;94 * Het afkoopbedrag vari € 350 OPes is voor eeri 50-jarige € 350 x 8,958 = € 3.135,30 * Hetafkobpbédrag van€ 1 nabestaandenpensioen is vooreen 60-jarige € 1 x 3,026 = €:3;03 * Het afkoopbedrag van bij € 100 OPes in combinatie met een nabestaandenpensioen van € 35 is voor een 40-jarige € 100 x 6,659 + € 35 x 1,662 = € 665,90 + € 58,17 = € 724,07
PGB Pensioenreglemenl.2013071 S.def:
32
Bijlage VI Tarieven ANW-hiaatverzekering geldend vanaf lrl-2013 Het tarief van de ANW-hiaatverzekering wordt berekend door de vermenigyuldigingvan een factor voorde deelnemer met een factor voor dé partner. De factor voor de partner is afhankelijk van dè einddatum van be uitkering! Momeritëel is de : einddaturii 65 jaar. De einddatüni van de ANW-uitkering za| in ijé toekomst echter veranderen en daardoor zal ook de einddatum van de ANW-hiaatverzekering wijzigen. In de onderstaandetabel is als voorbeeld daarom ook de factor voor de partner behorend bij eeri einddatum van leeftijd 66 weergegeven. ANW-hiaatverzekering Tarief voor een verzekerd bedrag van € 1= Factör deelnemer x Factor partrier;: • Leeftijd deelnemer/ partner
Factor deelnemer
16
: 0,00010
17
0,00012
18
0,00015
19
:0,OOÓl7
20
20,830 .
30,967 ;
0,00093
20,223
30,681
30,938
43
0,00102
19,599
30,385
30,651
::: 44 • 45
0,00117
31,487
30,354
0,00020
29,765
30,048
22
.0,00020
29,439
. 29,732 ;
:; 24 25
•"
26 .
28
...;
29 : 31
'
.
20,165
;: 18.956 '.
19,541
0,00134
18,294
18,898 •
46
0,00150
17,614
.18,238 :
". ï; ;47' •
0,00174
16,914
0,00197
16,195
16,860
15,455
:i6,143
;;
48
29.067
49
::0,Ó0220
0,00018 :
28,397
28,719.
50
0,00245
14,695 ,:
28,358
51
0,00268
13,914
28,027
17,558
:
28,756
15,406 14,648
:
0,00020
27,644
27,987
52
0,00300
13,110
13,870 :
0,00022
27,250
27,603
53
0,00336...
12,285
.13,071 ;
.: 77,207:
.. . . 54 :
0,00372
11,435
12,249
.0,00418
10,560
11,403 .
. 0,00025 .•
30
29,405
29,103
21,361 • 20,772 :
0,00018 0,00018 .
27
Factor Factor partner partner bij uitkering bij uitkering tot leeftijd 65 tot leeftijd 66
0,00089
30,080
.
.; • 41 ...;
Factor deelnemer
42
..
21
0,00019
Leeftijd deelnemer / partner
31,217
31,245
0,00019
23
26,843
^00028
26,423
26,799
55
0,00033
. 25,989
26,377
56
0,00472
9,656
10,530
0,00522
8,725
9,631
32
0,00035
25,542
25,942
57
33
0,00039
25,080
25,493
58
0,00566
7,763
8,703
0,00614
6,769
7,745
34 35 36 .37 •
Factor Factor partner partner bij uitkering bij uitkering tot leeftijd 65 tot leeftijd 66
:..:
0,00042
24,604
25,030
59
0,00048
24,112
24,552
60
0,00665
5,741
:: 6,754
-: 0,00053
23,605
:.:: 24,060
61
0,00726
.:: 4,677
5,730
23)552
62
0,00810 .
23,028
63
: 0,00899
. 22,489 :
64
0,01013
21,933 :
.:6S
0,01123
0,00059
38
0,00066
39
: ó,boo75
40
: 0,00083 ..
23,083 .. 22,545 : 21,990 21,418
.
4,669 :
3,573
::; • 3,568
2,427 ; ; 1,236.
;
Voorbeelden * Voor een deelriërtiër van 50 jaar met een partner van 45 jaar, is het tarief voor eea verzekerd bedrag van € 1.000 bij uitkering tot leeftijd 65: €1.000 xFai:tbr deelnemer 50 jaar x Factor partner45 jaar bij uitkering tot leeftijd 65 € 1.000 X 0,0024 X 18,294
= €44,82
* Voor een deelnemer van 50 jaar met een partner van 45 jaar, is het tarief voor éëri verzekérd bedrag van € 1.000 bij uitkering tot leeftijd 66: : €1,000 X Factor deelnemer 50 jaar x Factor partner 45 jaar bij uitkering tot leeftijd 66: €1.000 X 0,00245 X 18i898
= € 46,30:
PGB Pensioenrcglenienl.2013071 R.def
2,424 1,235
0
•33
Aldus yastgesteld:bij . b e s l u i t van het bestuur van 18 j u . l i 2013 De Deelnemersraad PGB;heeft 8 j u l i j l . mët betrekking t p t deze wijzigingen een p o s i t i e f advies uitgebracht. .Namé^ira Tnét bestuur:. 'bestuurslid :yan; werkgeverszijde:
PGBPeiisioenreglement,20130718.dcf
b e s t u u r s l i d van werkneraerszijde
34