La Guardiaweg 4 1043 DG Amsterdam Postbus 8114 1005 AC Amsterdam Telefoon 020-5805580 Fax 020-5805555
Stichting Arbouw Postbus 8114 1005 AC Anisterdam
020 - 5805580 Stichting Arbouw, Amsterdam, 1997 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave. noch middels deze uitgave verkregen gegevens, mag verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt worden, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, door fotokopiern. of enige andere tnanier ronder voorafgaande toestemming van de uitgever.
INHOUD Inleiding Wie doet wat? Bedrijfschap Natuursteenbedrijf Bedrijfsgezondheidszorg Arbodiensten Stichting Arbouw Arbomap Natuursteenbedrijven en de Risico-inventarisatie
De Natuursteenbranche en Arbeidsomstandigheden Enquete: "Kwaliteit van de arbeid in de Natuursteenbranche" Onderzoek "Werkbeleving van de Natuursteenbewerker" Voorlopige analyse van goedgekeurde Risico-inventarisaties Samenvatting resultaten onderzoek Arbeidsomstandigheden ~eleidsas~ecten Arbeidsinhoud Arbeidsomstandigheden Arbeidsvoorwaarden Arbeidsverhoudingen
Kwaliteit van de arbeid: verbeteringsmogelijkheden Arbeidsinhoud Arbeidsverhoudingen Arbeidsvoorwaarden Arbeidsomstandigheden: Gezondheid, veiligheid en welzijn Arbozorg, werkdruk en stress
Arbeidsomstandighedenwetgeving Ontwikkeling van de Arbeidsomstandighedenwetgeving De Arbowet Doel en uitgangspunten van de Arbowet Arbowet en de rechten van de OR Arbowet - Raamwet Veranderingen in de Arbowet: het Arbobesluit Verplichtingen van de werkgevers en werknemers Algemene verplichtingen van de werkgever Verplichtingen van de werknemer Toezichthoudende en deskundige diensten De Arbeidsinspectie De Arbodiensten Begeleiding Ziekteverzuim en Ziekteverzuimbeleid Aansprakelijkheid voor Arbeidsomstandigheden strafrechtelijke aansprakelijkheid Civielrechtelijke aansprakelijkheid
5.5.3 5.5.4 5.5.5
Onrechtmatige daad Schadevergoeding Ontwikkelingen in straf- en civielrechtelijke sanctionering
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Arbozorg: integrale aanpak van arbeidsomstandigheden Stap voor stap naar Arbobeleid De ABRIE-Natuursteenbedrijf: de basis voor Arbobeleid en Arbozorgsysteem Het Bedrijfs-Arbo-Handboek Ontwikkelingen Arbozorgsystemen
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5
Relatie Arbozorg met milieu- en kwaliteitszorg Kwaliteitszorg Arbeidsomstandighedenzorg Milieuzorg Aandachtspunten bij het opzetten en invoeren van een KMA-zorgsysteem Drie zorgsystemen: een doel
S. 8.1 8.2
Aanpak van Arborisico's Welke risico's zijn aanvaardbaar? Het aanpakken van de risico's Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Wat kunnen we van PBM verwachten? Arbeidsomstandighedenbesluit PBM Eisen aan PBM Beoordeling en keuze BPM op basis van de ABRIE-Natuursteenbedrijf Verplichtingen bij gebruik van PBM Uitgifte en beheer van PBM Suggesties voor inkoop en uitreiking PBM
10. 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Bedrijfshulpverlening Regelgeving Eisen van deskundigheid Opleidingseisen bedrijfshulpverleners Plattegronden en instmctiekaart Praktische invoering BHV
1.
INLEIDING
In de Natuursteenbranche heeft nog lang niet elk bedrijf aan de arboverplichtingen voldaan. Maar zelfs als u al wel hieraan heeft voldaan, bent u er nog niet. Arbozorg moet een integraal onderdeel van uw bedrijfsvoering gaan uitmaken. Deze cursus biedt praktische ondersteuning aan het invoeren van arbozorg in het bedrijf, deze vast te houden en de werknemers hierbij te betrekken. Aan bod komen Arbeidsomstandighedenwetgeving, - - kwaliteit van de arbeid in de Natuursteenbranche, een integrale aanpak van arbeidsomstandigheden, arbozorgsysteem, specifieke onderwerpen zoals bedrijfshulpverlening en persoonlijke beschermingsmiddelen en de relatie van arbo met milieu en kwaliteit. In veel bedrijven in de Natuursteenbranche is men zich er ook nog onvoldoende van bewust dat met het op systematische en gestructureerde wijze inhoud geven aan de zorg voor arbeidsomstandigheden een belangrijke bijdrage geleverd kan worden aan de continuiteit van het bedrijf. Uiteindelijk zijn het de werknemers die uw produkten of diensten voortbrengen. Zij hebben hiertoe produktiemiddelen, grondstoffen en informatie ter beschikking. Enthousiaste en gemotiveerde werknemers zullen op een andere manier met de grondstoffen, produktiemiddelen en informatie omgaan dan gedemotiveerde of onverschillige werknemers. Bovendien wordt aan een klant niet alleen een produktie of dienst geleverd, maar ook een imago. Dit imago bestaat uit de indrukken die de klant van uw bedrijf heeft. Deze indrukken worden voor een belangrijk deel ingegeven door de uitstraling van de werknemers. Naast klantentevredenheid wordt het resultaat van een bedrijf ook voor een deel bepaald door de tevredenheid van werknemers. Dat goede arbeidsomstandigheden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de tevredenheid van werknemers hoeft geen betoog. Gezien de invloed hiervan op het bedrijfsresultaat, maar ook voor het behoud van goed opgeleide vakmensen, zullen veel bedrijven gemotiveerd zijn om de zorg voor arbeidsomstandigheden in samenhang met andere onderwerpen inhoud te geven. We spreken dan van arbozorg als integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Alle Natuursteenbedrijven hebben in 1995 een Arbomap voor de Natuursteenbranche ontvangen. Hierin zijn naast de Risico-inventarisatie en -evaluatie (ME) ook een Plan van Aanpak en tips opgenomen om veel voorkomende knelpunten op te lossen. Deze map zullen we als leidraad hanteren. Daarnaast beschikken veel Natuursteenbedrijven inmiddels over een goedgekeurde RIE. De informatie die met al deze IUE's beschikbaar is gekomen, wordt ook behandeld evenals informatie die verkregen is door de enquete van het beschrijfschap over de kwaliteit van de arbeid in de Natuursteenbranche en informatie van Stichting Arbouw (VISA).
Voor de zorg voor goede arbeidsomstandigheden heeft het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf de nodige zaken ontwikkeld en geregeld in samenwerking met Stichting Arbouw. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de activiteiten van deze instanties. Ook worden enkele aspecten van de bedrijfsgezondheidszorg en de activiteiten van Arbodiensten voor het natuursteenbedrijf besproken. Om een beeld te krijgen van de arbeidsomstandigheden en de risico's in de Natuursteenbranche is het nodige onderzoek verricht. De belangrijkste conclusies worden in hoofdstuk 3 weergegeven en verbeteringsmogelijkheden voor de kwaliteit van de arbeid in hoofdstuk 4. Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden in hun bedrijf. In hoofdstuk 5 wordt kort ingegaan op de ontwikkeling van de Arbeidsomstandighedenwetgeving, het doel en de uitgangspunten van die wet. Daarna worden de verplichtingen van werkgevers en werknemers besproken. Ook de rol van toezichthoudende en deskundige diensten komt aan de orde. De opvattingen over ziekteverzuim zijn de laatste jaren sterk veranderd. De werkgever is nu zelf verantwoordelijk voor de begeleiding van zieke werknemers en het ziekteverzuimbeleid. Hij moet zich hierbij wel laten bijstaan door een Arbodienst. Deze aspecten worden beknopt toegelicht evenals de aansprakelijkheid voor arbeidsomstandigheden. De kwaliteit van de arbeid is van veel factoren afhankelijk. Een gevolg hiervan is dat de arbeidsomstandigheden en de gezondheid van werkenden meestal niet te verbeteren zijn door slechts een aspect van de kwaliteit van de arbeid te veranderen. Een integrale aanpak waarbij met een groot aantal verschillende onderdelen rekening wordt gehouden, is vrijwel altijd de beste oplossing. Integrale aanpak van arbeidsomstandigheden, "Arbozorg" kan het beste systematisch en planmatig stap voor stap opgezet worden. In hoofdstuk 6 wordt hierop ingegaan. De ABRIE-Natuursteenbedrijf is de basis voor arbobeleid en het arbozorgsysteem. Het arbozorgsysteem, het eigen Bedrijfs-Arbo-Handboek en ontwikkelingen in arbozorgsystemen worden in dit hoofdstuk besproken. In hoofdstuk 7 wordt in het kort ingegaan op de relatie van arbozorg met milieu- en kwaliteitszorg. Deze drie zorgsystemen hebben alle drie eenzelfde doel. Dit wordt besproken evenals enkele aandachtspunten bij het opzetten en invoeren van een kwaliteitsmilieu- en arbozorgsysteem (KMA-zorgsysteem). De aanpak van arborisico's wordt in hoofdstuk 8 toegelicht, evenals de niveaus van maatregelen. Bronbestrijding heeft de hoogste prioriteit. Het gebmik van BPM komt altijd als laatste maatregel. In hoofstuk 9 wordt ingegaan op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM); wat we er van kunnen verwachten en waarom we persoonlijke beschermingsmiddelen moeten gebruiken. In het Arbeidsomstandighedenbesluit PBM zijn de eisen aan PBM beschreven en worden beknopt weergegeven. De beoordeling en keuze van PBM moet gebeuren op basis van inschatting van de
arborisico's die bij de Risico-inventarisatie en -evaluatie zijn vastgesteld. Daarnaast worden verplichtingen bij gebruik van PBM toegelicht evenals suggesties voor een goed PBM-gebruik in uw bedrijf. In de Arbowet zijn een aantal nieuwe artikelen over bedrijfshulpverlening (BHV) opgenomen. Daarnaast is er een Besluit Bedrijfshulpverlening. Om de gevolgen voor de werknemers bij ongevallen en calamiteiten zoveel mogelijk te beperken, moet in alle bedrijven passende bedrijfshulpverlening (BHV) georganiseerd zijn. Iedere werkgever moet in overleg met zijn werknemers maatregelen nemen, voorzieningen treffen en een of meer BHV'ers aanstellen. Doel hiervan is om bij ongevallen eerste hulp te verlenen, brand te bestrijden, werknemers zonodig te evacueren en communicatie met hulpverleningsinstanties te onderhouden. In hoofdstuk 10 wordt in het kort ingegaan op de regelgeving, eisen van deskundigheid, opleidingseisen aan bedrijfshulpverleners. Ook worden suggesties gegeven voor plattegronden en een instructiekaart.
2.
WIE DOET WAT?
Op het gebied van de zorg voor goede arbeidsomstandigheden heeft het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf de nodige zaken ontwikkeld en geregeld in samenwerking met Stichting Arbouw.
2.1
Bedrijfschap Natuursteenbedrijf
In 1993 ontwikkelde het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf een integraal plan over arbozorg, kwaliteitszorg en milieuzorg. Daarbij is vanzelfsprekend aandacht besteed aan opleiding en communicatie. In 1994 is door de CAO-partijen een commissie ArboiMilieu ingesteld waaraan ook het Bedrijfschap heeft deelgenomen. Vervolgens is aan het Bedrijfschap verzocht om de verschillende plannen en voorstellen in 1995 te realiseren, dan wel verder uit te werken. Voor integrale kwaliteitszorg en milieuzorg is veel kennis verzameld en die zal bij nieuwe activiteiten voor de branche benut worden.
2.2
Bedrijfsgezondheidszorg
De bedrijfsgezondheidszorg in het Natuursteenbedrijf is opgedragen aan de Stichting Arbouw en vastgelegd in een contract met het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf. In dit contract is onder meer vastgelegd dat alle werkenden in de Natuursteenbranche, inclusief het administratieve personeel en de ondernemers van de geboden gezondheidszorg gebruik kunnen maken. Het bestuur van het Bedrijfschap heeft voor deze werkwijze gekozen omdat het belangrijk is dat alle werkenden in de Natuursteenbranche regelmatig worden gekeurd en ook van de andere geboden faciliteiten gebruik kunnen maken. Het bedrijfschap heeft door de registratie van alle werkenden en de informatie die van de regionale Arbodiensten wordt ontvangen inzicht in de wijze waarop landeliik van de bedrifsgezondheidszorg gebruik wordt gemaakt. Het is med~daardoormogelijkom vanuit de verschillende organisaties actief te werken aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en de werksituatie in de Natuursteenbranche. De financiering van deze gezondheidszorg geschiedt door een heffmgsverordening van het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf. Eenmaal per jaar wordt door iedere ondernemer een bedrag betaald dat afhankelijk is van het aantal aldaar werkzame personen. Het bedrijfschap houdt jaarlijks een enquete onder alle ingeschreven bedrijven en beschikt daardoor over een actueel bestand van alle werkenden in ieder bedrijf. Ieder kwartaal worden de gegevens van personen die op grond van hun leeftijd in aanmerking komen voor een periodieke keuring gestuurd naar de regionale Arbodiensten. Alle personen kunnen in de buurt van hun woonplaats worden gekeurd.
2.3
Arbodiensten
De door de Arbodiensten (aangesloten bij Stichting Arbouw) te verrichten diensten omvatten minimaal: * Een intredekeuring, waarna de uitkomst van het onderzoek leidt tot een afweging van de belasting door het werk en de belastbaarheid van de werknemers. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gegevens van eerdere beroepsonderzoeken. Periodiek geneeskundig onderzoek voor alle personen, werknemers en zelfstandigen. Het onderzoek begint op een leeftijd van 20 jaar en vervolgens op leeftijden van 25, 30, 35, 40, 45, 50, 53, 56, 58 en 60 jaar, daarna individueel op indicatie. * Periodiek onderzoek, gericht op beroepen, waaraan bijzondere gezondheidsrisico's zijn verbonden voor de werknemers. Hieronder worden begrepen, het onderzoek van personen die zandsteen bewerken of verwerken. * Individuele hulpverlening via spreekuren bij ongevallen en ziekte, het adviseren van de huisarts en specialist in geval van revalidatie; het adviseren van de verzekeringsgeneeskundige, onder andere in geval van: plaatsing van tijdelijk minder valide personen in aangepaste functies tijdelijke aanpassing van de functie aan een handicap herplaatsen bij blijvende arbeidsongeschiktheid. Bedrijfsgezondheidskundige begeleiding van de zieke of minder valide werknemer, gericht op het wegnemen van oorzakelijke factoren in zijn arbeidssituatie dan wel het aanpassen van de arbeidstaak aan de resterende arbeidsgeschiktheid. Het verrichten van een voorlopig eerste onderzoek van de werkplek, het adviseren om tot gewenste verbeteringen te komen en het geven van voorlichting over de specifieke aspecten van het werk aan de betrokkenen. De medische keuringen worden uitgevoerd door een bedrijfsarts van de Arbodienst. Verder dragen zij zorg voor ondersteuning van bedrijven bij het gehele proces van arbozorg en verzuimbegeleiding. Werkgevers zijn verplicht zich te laten bijstaan door een Arbodienst voor onder andere het toetsen van de Risico-inventarisatie en -evaluatie. De Arbodiensten kunnen behulpzaam zijn bij het opzetten van een effectief preventie- en ziekteverzuimbeleid.
2.4
Stichting Arbouw
De Stichting Arbouw werd in 1986 opgericht door werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwnijverheid. Arbouw heeft als opdracht om de veiligheid en gezondheid in de bouw- en nevenbedrijven te bevorderen en het ziekteverzuim te verminderen. Arbouw houdt zich dus bezig met omstandigheden waaronder mensen hun werk moeten doen. Die omstandigheden kunnen vaak verbeterd worden. De risico's voor veiligheid en gezondheid van werknemers kunnen daardoor sterk afnemen. Arbouw heeft ook een ruime deskundigheid op het gebied van veiligheid en gezondheid in het natuursteenbedrijf. Arbouw laat ook onderzoeken uitvoeren. Deze kennis wordt gebruikt om praktische adviezen te geven. Een andere belangrijke taak is het ontwikkelen en uitvoeren van cursussen. Ook heeft het Arbouw contact met andere partijen, bijvoorbeeld fabrikanten van bouwmaterialen, toeleveranciers, en dergelijke. Risico's kunnen ontstaan door het werken
met bepaalde bouwmaterialen. Andere materialen, lichtere materialen of praktische hulpmiddelen kunnen het werk verbeteren. Zo overlegt Arbouw ook over de produktie van goede persoonlijke bescheritlingsmiddelen. Door de aandacht die Arbouw besteedt aan de omstandigheden waarin mensen moeten werken, kunnen de risico's verminderen. Toch ligt het gevaar voor onze gezondheid en veiligheid niet altijd in de omstandigheden om ons heen. Het gevaar wordt door een medewerker soms niet gezien, of het risico wordt onderschat. In deze cursus leert u risico's te herkennen en eventueel met behulp van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) te voorkomen.
2.5
Arbomap Natuursteenbedrijven en Risico-inventarisatie
In 1995 is de Arbomap Natuursteenbedrijven speciaal voor de Natuursteenbranche in samenwerking met Stichting Arbouw ontwikkeld. Met deze Arbomap kunnen de Natuursteenbedrijven zelf een Risico-inventarisatie en -evaluatie (NE) en een Plan van Aanpak opstellen. Het 2e deel van deze map bestaat uit een aantal hoofdstukken dat overeenkomt met de opbouw van de N E , In dit deel zijn een groot aantal aanbevelingen opgenomen om de knelpunten op te lossen en de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Over dit onderwerp zijn in 1995 bovendien 7 regionale bijeenkomsten georganiseerd. Hieraan hebben 60% van de Natuursteenbedrijven met personeel deelgenomen. Door deze activiteiten zullen veel bedrijven binnen afzienbare tijd beschikken over een door een Arbodienst goedgekeurde N E en een Plan van Aanpak. Vele tientallen bedrijven beschikken inmiddels over een goedgekeurde N E . De kennis die met al deze NE'S beschikbaar komt, zal vanzelfsprekend gebruikt worden om de arbeidsomstandigheden in de Natuursteenbranche verder te verbeteren. In hoofdstuk 3.3 zijn de voorlopige conclusies opgenomen van een analyse van een 60-tal door Arbodiensten goedgekeurde RIE's en de bijbehorende Plannen van Aanpak.
3.
DE NATUURSTEENBRANCHE EN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Er bestaan grote verschillen in de arbeidsomstandigheden van natuursteenbewerkers, doordat er een grote diversiteit bestaat in grootte, mechanisatie en specialisatie van de bedrijven. Bij een klein grafwerkbedrijf wordt nog veel .ambachteiijk werk verricht, Bij de grotere bedrijven die bijvoorbeeld gevelbeplating plaatsen, is bijna al het werk gemechaniseerd. De meeste bedrijven beschikken over een opslagplaats buiten, en een gesloten werkplaats waar de steen bewerkt wordt. In de werkplaats van Natuursteenbedrijven worden de platen of blokken bewerkt. Modelleren, op maat zagen, kalibreren van de zaagsnede, bewerken van het oppervlak (schuren, polijsten, frijnen, boucharderen enz.) en eventueel graveren. Bij het zagen wordt de steen op een verrijdbare tafel onder een cirkelzaag doorgevoerd. Zaag en tafel worden deels door elektrische afstandsbediening, deels door mechanische bediening ingesteld en gemanoeuvreerd. Het modelleren van steen gebeurt grotendeels door met perslucht aangedreven beitels. Handmatig werk komt ook nog voor, zeker bij fijner werk. Het schuren en polijsten kan gedaan worden met elektrisch handgereedschap voorzien van een schuurschijf, of door middel van een polijstbank, waarmee met meerdere schijven tegelijk wordt gepolijst. De laatste schuurbewerking gebeurt soms nog met de hand. Inscripties van teksten worden meestal met behulp van mallen in de steen gefreesd of gestraald: figuurinscripties worden veelal met handbeitels aangebracht. Wanneer alle bewerkingen zijn voltooid, wordt het materiaal naar de plaats van bestemming getransporteerd, om daar gesteld en geplaatst te worden. Het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf, Stichting Arbouw en de Arbodiensten hebben afgelopen jaren op verschillende manieren informatie verzameld om een beeld te krijgen van de arbeidsomstandigheden in de Natuursteenbranche. Voorbeelden hiervan zijn: De enquete van het bedrijfschap over de kwaliteit van de arbeid in de Natuursteenbranche; * Onderzoek werkbeleving van de natuursteenbewerker door Stichting Arbouw; * De voorlopige analyse van goedgekeurde Risico-inventarisaties. De belangrijkste conclusies uit deze onderzoeken worden hier weergegeven.
3.1
Enquete: "Kwaliteit van de arbeid in de Natuursteenbranche"
Het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf heeft in 1994 aan het eind van de werknemersbijeenkomsten gevraagd om een uitgebreide enquete over de kwaliteit van de arbeid in de Natuursteenbranche in te vullen in verband met het motto van de bijeenkomsten: "De werknemers als kwaliteitsfactor", (de verslaglegging van deze enquete is in de vergadering van het Bedrijfschap Natuursteenbedrijf van 12 december 1994 weergegeven). De anoniem ingevulde formulieren werden voornamelijk ingevuld door werknemers produktie en uitvoering: 84%,administratief: 9% en overige werknemers: 5% (N240, respons 106). De (voorlopige) beoordeling van de gegevens is met de nodige omzichtigheid gemaakt. Zo
werd aangegeven dat men de indruk had dat de berekende gemiddelden een positief gekleurd beeld geven van de realiteit. De personen die negatief over hun werk dachten zijn waarschijnlijk procentueel ondervertegenwoordigd geweest. Arbozorg wordt vaak uitsluitend in verband gebracht met de fysieke arbeidsomstandigheden. Arbozorg is echter meer dan zorgdragen voor een veilige werkplek. Zij vraagt ook aandacht voor de arbeidsinhoud, arbeidsvoonvaarden en de arbeidsverhoudingen. Arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden en de arbeidsverhoudingen bepalen tezamen de uiteindelijke kwaliteit van de arbeid. Zij beinvloeden elkaar en hebben consequenties voor de veiligheid, de gezondheid, het welzijn, de werkstress en het functioneren van de werknemers in het bedrijf. Enquete resultaren Onderstaand schema geeft een overzicht van hetgeen onder deze vier aspecten gerekend wordt en hoe de beoordeling van de werknemers in de Natuursteenbranche ervan was (resultaat enqutte 1994).
Naast deze vier aspecten bvaren er ook nog vragen op het gebied van ziekteverzuim. milieuzorg en kwaliteit.~zor,q De vragen over deze onderwerpen werden over het algemeen negatief beoordeeld (ziekteverzuim 1.6-. niilie~~zorg 4.3- en kivaiiteitszorgaspecten 6.9+).
l+ = + + + +
Conclusies oositief bii een (ruime) meerderheid:
met plezier ilaar het werk; vakmanschap wordt voldoende benut: voldoende info om het werk goed te kunnen doen; werkzekerheid.
- --
Conclusies negatief bij een (ruime) meerderheid:
informatie over veiligheid; te weinig voorlichting en instructie; te weinig info over risico's van het merk: overleg over arbozaken; functioneringsoverleg: werkorganisatie: informatie over het resultaat van het werk; informatie over bijscholingsn~ogelijkheden: manier van leidinggeven door de ondernemers: medezeggenschap. 3.2
Onderzoek "Werkbeleving van de Natuursteenbewerker"
Om inzicht te krijgen in de werkbeleving en gezondheid van de verschillende beroepsgroepen in de bouwnijverheid wordt door Stichting Arbouw in het "Verrichtingen Informatie Systeem Arbouw" (VISA) informatie verwerkt die is gebaseerd op gegevens, aangeleverd door Arbodiensten. De verkregen informatie betreft voornamelijk de signalering van arborisico's en trends in relatie tussen arbeid en gezondheid en de mate waarin beroepsgerelateerde aandoeningen voorkomen. Hieronder wordt op basis van de VISA-gegevens 1993-1994 de belangrijkste signaleringen ten aanzien van de vragenlijstgegevens van de natuursteenbewerkers (N=176) weergegeven. De natuursteenbewerker beoordeelt zijn werksituatie op een aantal punten slechter dan het overige Bouw-CAO-personeel. De meeste klachten hebben rechtstreeks betrekking op de aard van de werkzaamheden, zoals lichamelijke belasting (bijvoorbeeld langdurig staan), lawaai, trillingen en stof en nevel en damp. Hij heeft over het algemeen weinig last van warmte, maar ondervindt wel veel hinder van vochtige lucht. De veiligheid van zijn werksituatie laat vaak te wensen over en hij ervaart de werkdruk, met name voor wat betreft concentratie en nauwkeurigheid, vaak als zeer hoog. Ook op het punt van de psychosociale aspecten van de werksituatie, beoordeelt de natuursteenbewerker zijn beroep op veel punten slechter dan het
I
overige Bouw-CAO-personeel. Zo is hij vaak ontevreden over de werkorganisatie en leiding en ook de samenwerking laat te wensen over. Hij krijgt over het algemeen onvoldoende waardering. maar k m wel gemakkelijk weg van zijn werkplek en het werk biedt voldoende zekerheid. De riatuursteeiibewerker heeft over het algemeen meer gezondheidsklachten dan het overige Bouw-personeel. Hij is vaker dan zijn collega's uit de overige beroepen in de bouw behandeld voor klachten van het bewegingsapparaat. Daarnaast is hij vaak moe. Veel klachten van de natuursteenbewerker. die zijn werk vaak staand en onder lawaaiige, stoffige omstandigheden moet uitvoeren, kunnen in verband gebracht worden met de aard van zijn werk. Om te beginnen heeft hij veel klachten over het gehoor en zijn neus zit regelmatig verstopt. Daarnaast klaagt hij over benauwdheid. dikke voeten en heeft bij het lopen last van zijn kuiten. De natuursteenbewerker zoekt. meer dan het overige Bouw-personeel de oorzaken van zijn klachten veelal in de aard van zijn werkzaamheden.
Klachten in percentuges 01:er. tie iiwksituatie n~it~rzrrsteenbewerker (N=l76), 1993-1991
Lanfdurig zitten I.ichnnieli.jkr belasting Luivaai irillingen Toxische stoffen Klimaat Verlicliiing Veiligheid
\i'erkdruk Interessantheid werk Werkorganisatie en leiding Saiiienwrking Vi~oruitzichten Duidelijkheid taken Invloed ivrrk op privdeven Totaalbeoordeling werkbeleving
Voorlopige analyse van goedgekeurde Risico-inventarisaties
3.3
Het Bedrijfschap Natimrstrenbedrijf heeft medio 1996 een 60-tal door Arbodiensten goedgekeurde RIE's en de bijbehorende plannen van aanpak van de bedrijven ontvangen en voorlopig globaal geai~alyseerd.De \.oorInpige conclusies zijn: Aan arbozorg wordt vooral ad hoc aandacht gegeven. 'Er ontbreekt een structureel beleid. Dit betreft: - Bedrijfshulpverlening Beschikbaar stellen PBM , - Ziekteverzuim - Toxische stoffen Scholing en voorlichting - Periodieke keuringen Periodiek onderhoud machines en werktuigen Afspraken met en het betrekken van werknemers. * Er blijkt te weinig kennis beschikbaar te zijn over:
-
-
Trilling gereedschap Mate en aard van stofbelastiiig Kennis van de mogelijke schade van bepaalde werkzaamheden.
Er ontbreken: Produktinformatiebladen - Bewijs vaardigheid besturen heftruck Personen met kennis van EHBO Elementaire beveiligingsinaatregelen (zoals een noodstop), 3.4
Samenvatting resultaten Natuursteenbranche
onderzoek
arbeidsomstandigheden
in
de
Op basis van de resultaten van de enquete. de onderzoeksgegevens van de werkbeleving (VISA) en de Risico-inventarisatie en -evaluaties (RIE's) kan de volgende samenvatting gemaakt worden. 3.4.1
Beleidsaspecten
Aan kwaliteitszorgaspec(en van de producten wordt voldoende aandacht besteed. Dit wordt door de werknemers positief beoordeeld. Aan arbozorg en ziekteverzuim wordt vooral ad hoc aandacht gegeven. Er ontbreekt vaak een structureel beleid ten aanzien van deze verplichtingen.
3.4.2
Arbeidsinhoud
?brkc(ri/ker7 stress:
LVordt in de eiiquSte positief beoordeeld. Uit de VISAgegevens blijkt dat de werkdruk als zeer hoog wordt ervaren met name voor wat betreft concentratie en nauwkeurigheid. (Dit kan met de aard van de werkzaamheden te maken hebben en met kwaliteitsaspecten). Wordt door de natuursteenbewerker positief beoordeeld. Het vakmanschap wordt voldoende benut. Uit de VISA-gegevens blijkt echter dat hij over het algemeen onvoldoende waardering krijg.
Samenwerking:
Over dit aspcct zijn de resultaten tegenstrijdig. In de enquete wordt samenwerking positief beoordeeld. Uit de VISAgegevens blijkt dat de samenwerking te wensen overlaat.
Werkorgzinisutie:
Uit de enquete en de VISA-gegevens blijkt dat de werkorganisatie negatief wordt beoordeeld en men er vaak ontevreden over is.
Informatie:
Men heeft voldoende informatie om het werk goed te kunnen doen. Daar tegenover staat dat men onvoldoende informatie heeft over de resultaten van het werk. Tevens vindt men dat er te weinig informatie is over bijscholingsmogelijkheden (hoewel deze wel beschikbaar is). Uit de RIE's komt ook naar voren dat voorlichting en scholing ad hoc aandacht krijgen en dat er te weinig kennis beschikbaar is over de risico's van de arbeidsomstandigheden.
3.4.3
Arbeidsomstandigheden
Lichamelijke belasting (werkhouding, zwairr werk, gebruik hulpmiddelen):
Wordt in de enquete positief beoordeeld in verband met de mogelijkheid om gebruik te maken van passende hulpmiddelen en apparatuur. Deze zijn tevens makkelijk te bedienen. Ook geeft men aan niet vaak zware voorwerpen te tillen, te sjouwen of grote krachten uit te oefenen. Ten aanzien van de werkhoudingen zijn de resultaten in de enquete en de VISA-gegevens tegenstrijdig. In de enquete is men matig positief. uit de VISA-gegevens komt naar voren dat men langdurig moet staan, vaker behandeld wordt voor klachten van het bewegingsapparaat, men klachten heeft over dikke voeten en bij het lopen last heeft van de kuiten. Daarnaast is de natuursteenbewerker vaak moe.
Luwaai. It.11lingen .sli!f,' nevel. dumpen:
Veroorzaken veel klachten. in het bijzonder lawaai. Er zijn veel kiacliteii over het gehoor. Door stoffige omstandigheden zit de neus vaak verstopt en klaagt men over benauwdheid. Git de R E ' S blijkt dat aan deze onderwerpen ad hoc aandacht ~vordtbesteed. Er is te weinig kennis beschikbaar en de nodige informatie ontbreekt.
Gevaarlijke (rosische) stoffen en stof:
Aan gevaarlijke (toxische) stoffen en stof wordt onvoldoende aandacht gegeven. Men heeft hier ook klachten over. Er is te ueinig kennis beschikbaar en er ontbreekt voldoende informatie. Voorlichting, scholing ten aanzien van liet omgaan niet gevaarlijke (toxische) stoffen en stof is nog onvoldoende of ontbreekt.
Veiligheid (gei~aurliik situaties, ontbreken PBM, EHBO. BHV):
In de enquete wordt veiligheid en informatie over risico's van het werk en veiligheid negatief beoordeeld. Ook uit de VISA-gegevens blijkt dat de veiligheid in de werksituatie vaak te wensen over laat. Over de veiligheidsaspecten is er te weinig (structurele) voorlichting en instructie. Elementaire beveiligiiigsinaatregelen, zoals een noodstop, ontbreken vaak. Heftrucks worden bestuurd door personen zonder vaardigheidsbewijs. Het periodieke onderhoud van machines en werktuigen kan ook verbeterd worden evenals het beschikbaar stellen en gebruik van PBM. In de bedrijven zijn er te weinig personen met kennis van EHBO en Bedrijfshulpverlening (BHV) is vaak niet georganiseerd.
Klimaat (temperuttiiir.. ventilatie. hrchhwhtigheid):
Men heeft over het algemeen weinig last van warmte, maar men ondervindt wel veel hinder van vochtige lucht.
3.1.1
Arbeidsvoonvaarden
Beloning:
De beloning wordt redelijk positief ervaren, zo leert de enquete.
Werkzekerheid:
Zowel uit de enquete als uit de VISA-gegevens blijkt dat het werk voldoende zekerheid biedt en de werkgelegenheid positief gewaardeerd wordt.
Loopbaanmogelijkheden:
Over loopbaanmogelijkheden, verbetering van functies zijn geen gegevens bekend. Ook is niet duidelijk of werknemers hierin gestimuleerd worden.
3.45
Arbeidsverhoudingen
Leiding p w z :
Zo\\el uit de enquete. de VISA-gegevens en de ME'S komt naar voren dat men ontevreden is over de wijze van leidinggeven. (Ook de werkorganisatie en samenwerking laat te wensen over). Werknemers worden ook te weinig betrokken bij afspraken en plannen over arbozorgaspecten en zi-in negatief over het overleg over arbozaken.
Zeggenschap:
Medezeggenschap wordt door een ruime meerderheid van de werknemers negatief beoordeeld.
Onderlinge relaties:
Men krijgt over het algemeen onvoldoende waardering en informatie over de resultaten van het werk.
1.
KWALITEIT VAN DE ARBEID: VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
.Arbeidsinlioud. arbeidsvoorwaarden. arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen beinvloeden elkaar en hebben consequenties voor de veiligheid. de gezondheid, het welzijn. de werkstress en het functioneren en de tevredenheid van de werknemers in het bedrijf. Het functioneren van de werknemers en de arbeidsprestaties die daaruit voortkomen zijn daarbij afhankelijk van zowel persoonlijke eigenschappen (kennis. vaardigheden, motivatie) als bijvoorbeeld van de situatie in het bedrijf met betrekking tot grondstoffen, materialen, gereedschappen, instructies en procedures. b
4.1
Arbeidsinhoud
Veranderingen in de kwaliteit van de arbeid hebben gevolgen voor het functioneren van de werknemers. Zo brengt het aanbrengen van variatie in de arbeidsinhoud, door bijvoorbeeld taakroulatie, taakverbreding of -verrijking, een verandering met zich mee in het aanwenden van kennis en vaardigheden, de bevoegdheden die iemand heeft, de mate van zelfstandigheid maar ook de mogelijkheid tot zelfontplooiing.
4.2
Arbeidsverhoudingen
Aandacht voor arbeidsverhoudingen in het bedrijf ten aanzien van wijze van leiderschap, inspraak en medezeggenschap en de wijze van informatieoverdracht, kan positief doorwerken op het functioneren van de medewerker en zijn of haar motivatie om een taak zo goed mogelijk uit te voeren.
4.3
Arbeidsvoorwaarden
De arbeidsvoorwaarden worden veelal geregeld tijdens CAO-onderhandelingen en zijn daardoor voor een individueel bedrijf beperkt beinvloedbaar. In het eigen bedrijf is het wel mogelijk om afspraken te maken over arbeidstijden en regelingen voor verlof, scholings- en opleidingsmogelijkheden, vakantiedagen e.d.
4.4
Arbeidsomstandigheden: gezondheid, veiligheid en welzijn
De huidige situatie ten aanzien van arbeidsomstandigheden in de Natuursteenbranche kan voor de individuele natuursteenbewerker tot gevolg hebben dat de verhouding tussen belasting en belastbaarheid uit balans raakt. Onderzoek heeft laten zien dat o.a. de volgende belastende factoren daarbij een rol spelen: overbelasting, onderbelasting, de onveilige en ongezonde werkplek, onduidelijke functies en taken, te veel of te weinig verantwoordelijkheid, onvoldoende mogelijkheden tot overleg, onvoldoende steun van collega's en directe werkleiding, onopgeloste conflicten en onvoldoende ruimte om zelf invloed uit te oefenen op het werk. Aanpassingen of verbeteringen van de arbeidsomstandigheden kunnen ertoe
bijdragen dat taken beter uitvoerbaar zijn en risicovolle situaties worden voorkomen Gezondheid Gezondheid verwijst naar het lichamelijk en geestelijk welbevinden en is daarmee gerelateerd aan zowel de fysieke arbeidsomstandigheden als aan de welzijnsaspecten ervan. Werk kan zowel een fysieke als een psychische belasting voor de werknemer met zich mee brengen. Het lichamelijk en geestelijk welbevinden van de werknemers is niet het resultaat van een grootheid, maar wordt bepaald door een groot aantal aspecten van de arbeidssituatie en is afhankelijk van persoonlijke eigenschappen. Veiligheid Wanneer we spreken van veiligheid hebben we het over het voorkomen van (bijna) ongevallen bij risicovolle arbeidssituaties. De veiligheidskunde, arbeidskunde, toxicologie en de ergonomie stellen normen op waaraan een veilige werkplek moet voldoen. Ergonomisch slecht ingerichte werkplekken leveren niet alleen problemen op voor de gezondheid, maar kunnen ook een veiligheidsrisico inhouden. Een slecht verlichte werkplek bijvoorbeeld, draagt bij tot een verhoogd ongevalsrisico en vraag tegelijkertijd extra inspaning om de taak uit te voeren, wat de produktiviteit en kwaliteit negatief beinvloedt. Welzijn Een van de uitgangspunten bij de totstandkoming van de welzijnsparagraaf in de huidige Arbowet is het gegeven dat de arbeidssituatie niet uitsluitend door materiele en fysieke factoren wordt bepaald, maar tevens door factoren die te maken hebben met de arbeidsinhoud en de arbeidsverhoudingen. Het begrip welzijn bij de arbeid, zoals deze in de Arbowet wordt bedoeld, komt niet overeen met het subjectieve welbevinden van werknemers, maar omvat een aantal objectiveerbare aspecten met betrekking tot de arbeidssituatie. Welzijn slaat hier op de 'regel-, leer- en ontwikkelingsmogelijkheden, informatievoorziening en contactmogelijkheden die de arbeidsorganisatie en de taakinhoud de werknemer bieden, het werk naar eigen verantwoordelijkheid, inzicht en creativiteit in te richten. De in de definitie vermelde welzijnsaspecten kunnen, wanneer ze niet zijn afgestemd op de werknemer, leiden tot spanningen en uiteindelijk ziekte of definitieve arbeidsongeschiktheid tot gevolg hebben. Welzijn in de Arbowet is dan ook geen luxe maar een serieus onderwerp waar arbozorg zich op moet richten. Bovendien is het voor zowel werkgevers als werknemers aantrekkelijk om alle bij de werknemers aanwezige kennis en kunde optimaal te gebruiken.
4.4.1
Arbozorg, werkdruk en werkstress
Uit verschillend onderzoek is gebleken dat vooral de combinatie van de eisen die de taak aan een medewerker stelt en de mate waarin de medewerker invloed op de wijze van de taakuitvoering kan uitoefenen (regelmogelijkheid), belangrijk is voor de preventie van arborisico's en de spanningen die daarmee te maken hebben.
Immers, arborisico's, werkdruk en spanningen resulteren in lichamelijke en geestelijke gezondheidsklachten. Iedereen kan die klachten weleens hebben. Het wordt echter een probleem als de klachten te vaak voorkomen, te lang aanhouden of erger worden Er zijn drie soorten maatregelen die genomen kunnen worden om de werkdruk en werkstress te bestrijden en de kwaliteit van de arbeid te verbeteren. In de onderstaande tabel worden de drie maatregelen met elkaar vergeleken voor wat betreft de mate van 'ingrijpendheid' voor het bedrijf en de werknemers, de effectiviteit (mate van preventie) en de snelheid van invoering. ~
Maatregelen
Ingrijpendheid
Mate van preventie
Invoering
Aaiipassingsmaatregeien
Niet iiigrijperid
Laag
Gemakkelijk, snel
Verbeteringsinaatregelen
Weinig ingrijpend
Middel
Relatief eenvouding
Vernieuwingsmaatregelen
Ingrijpend
f loog
Lastig, tijdrovend
~
De aanpassingsmaatregelen dragen ertoe bij dat de eisen die het werk aan de mensen stelt niet als te hoog worden ervaren. De organisatie van het werk wordt niet wezenlijk veranderd, maar werknemers krijgen beter de gelegenheid om met problemen om te gaan. De kans op werkdruk wordt hierdoor verkleind. Directie en werkleiding kunnen deze aanpassingsmaatregelen uitvoeren. Het werkoverleg is een voorbeeld van een aanpassingmaatregel. Bij verbereringsmaatregelen staat de inhoud van de functie centraal. Hierbij wordt bijvoorbeeld de functie verbreed (meer uitvoerende taken samenvoegen) dan wel verrijkt (naast uitvoerende taken ook voorbereidende, ondersteunende en organiserende taken in een functie opnemen). Bij vernieuwingsmaatregelen staat het werk in groepen of teams centraal. Een team van vaste medewerkers is gezamenlijk verantwoordelijk voor (een gedeelte van) de produktie. Uit experimenten in de bouw en andere sectoren blijkt dat het werken in teams zowel voordelen op het gebied van produktie-efficientie als op het gebied van het verbeteren van de werkorganisatie en de functie-inhoud opleveren. Alle maatregelen ter vermindering van werkdruk en werkstress streven het doel na om een optimale afstemming te verkrijgen NSSen de eisen die het werk stelt en de mogelijkheden om aan die eisen te voldoen. Uit de praktijk van andere bedrijfstakken is gebleken dat elke maatregel de onderstaande elementen, die overigens ook zijn opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwetgeving, moet bevatten: Duidelijkheid over en herkenbaarheid van de taken: Een werknemer moet goed op de hoogte zijn van de eisen die aan hem gesteld worden, het doel van het werk en de inhoud van het werk.
p
-
Snmenwerking en ondersteuning: Werknemers moeten in staat gesteld worden met elkaar samen te werken. Er moet eveneens de gelegenheid zijn om ondersteuning te krijgen. * Regelmogelijkheden: Werknemers kunnen in de gelegenheid gesteld worden om zelfstandig problemen op te lossen, zonder daarbij voortdurend afhankelijk te zijn van anderen. Terugkoppeling: Het is belangrijk om werknemers terugkoppeling (feedback) te geven over de kwaliteit van het werk en de manier waarop hij de werkzaamheden heeft verricht. Door temgkoppeling kan men leren van het werk. Deze leermogelijkheden hebben positieve invloed op de motivatie en de betrokkenheid van werknemers. Bovendien wordt het aanwezige potentieel in het bedrijf optimaal benut. Conclusie Door integrale aandacht voor arbeidsomstandigheden, arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen kan ook in de Natuursteenbedrijven een goede kwaliteit van de arbeid bereikt worden. Een goede kwaliteit van de arbeid is gewenst vanuit sociaal oogpunt, maar bedrijven kunnen er ook hun economisch voordeel mee doen. Zowel het functioneren van de werknemer als aandacht voor veiligheid, gezondheid en welzijn zijn van invloed op de continuiteit en de concurrentiekracht van uw bedrijf.
5.
ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWETGEVING
In het Natuursteenbedrijf is iedereen op zijn plek verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van ziciizelf en die van anderen. Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk. Het is goed om te weten dat zowel de werkgevers als de werknemers rechten en plichten hebben. In de Arbeidsomstandighedenwet zijn deze rechten en plichten opgenomen.
5.1
Ontwikkeling van de Arbeidsomstandighedenwetgeving
Daar waar mensen werken, hebben zij te maken met hun arbeidsomstandigheden, ongeacht wat voor werk ze ook doen. Onder arbeidsomstandigheden verstaan wij: * De veiligheid * De gezondheid * Het welzijn bij het werk. In het verleden nam men het niet zo nauw met de arbeidsomstandigheden. Door het toepassen van steeds meer machines. andere werkmethoden en materialen en het groter worden van fabrieken werden de gevaren steeds groter. Ongevallen vonden vaker plaats en de gezondheid werd in toenemende mate geschaad. Er ontstond behoefte om wettelijke bepalingen te maken die tot doel hadden de veiligheid en de gezondheid van de mens te waarborgen. Ruim een eeuw geleden werd hiermee een bescheiden begin gemaakt. Toen kwam de zogenaamde Kinderwet van Van Houten tot stand. Door deze wet werd arbeid voor kinderen, jonger dan 12 jaar. verboden. Het effect van deze wet was trouwens niet groot. Er was namelijk nauwelijks toezicht op de naleving van de wet. Het gevolg was dat in een groot aantal fabrieken de veiligheid zeer te wensen overliet. Wezenlijke verbeteringen kwamen pas onder de druk van de omstandigheden rond de eerste wereldoorlog. Toen kwam de Arbeidswet. Deze bevatte een verbod op alle kinderarbeid, ook in de land- en tuinbouw. en verder bepalingen voor arbeids- en rusttijden. De Arbeidswet is inmiddels vervangen door de Arbeidstijdenwet. De Veiligheidswet, die 25 jaar later kwam, bestreek een aanmerkelijk breder terrein dan alleen de arbeids- en rusttijden. Deze wet gold voor fabrieken en werkplaatsen, agrarische bedrijven en de binnenvaart. Tevens werden bepalingen van kracht voor elektrische leidingen en toestellen en voor het omgaan met gevaarlijke straling. In de ontwikkeling van de veiliglieidswetgeving zien we een bepaalde lijn. De maatregelen zijn steeds veelomvattender geworden en monden uit in de huidige Arbeidsomstandighedenwet. kortweg Arbowet.
Samenvattend kunnen \ve opmerken dat: * De wetgeving is begonnen o111 (bepaalde) arbeid. verricht door bepaalde groepen personen (vrouwenlki~lderen).te \.erbieden. * Er daarna wettelijke regels zijn gekomen die de arbeids- en rusttijden hebben geregeld. Er vervolgens steeds meer ~vettelijkebepalingen van kracht zijn geworden die de veiligheid. de gezondheid. de hygiene hij en van het werk vastleggen. * Wij momenteel vooral te maken hebben met de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).
5.2
De Arbowet
De Arbeidsonistandig1leden~-etbestrijkt weer een breder terrein dan de veiligheidswetgeving. Deze wet bevat grondbeginselen voor het beleid op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn van werknemers bij hun arbeid. Tevens zijn bepalingen opgenomen voor de wijze waarop dit beleid moer worden georganiseerd. Het overgrore deel van de concrete bepalingen op het gebied van arbeidsonlstandighedeil is te vinden in het Arbeidsomstandighedenbesluit, de Arbeidsomstandigliedeiiregeling en in de Beleidsregels.
5.2.1
Doel en uitgangspunten van de Arbowet
De Arbowet beoogt de arbeidsomstandigheden van de werknemer te bevorderen. Anders gezegd: beoogt de ontwikkeling van menswaardige arbeid vooruit te helpen. Daartoe bevat de Arbowet regels op de drie belangrijke gebieden: Veiligheid, Gezondheid en Welzijn. Een afgeleid doel van de Arbowet is de beperking van het risico op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Volgens de Arbowet spelen zowel de werkgever als de werknemer hierin een rol. Uitgangspunten van de Arbowet zijn: De Arbowet regelt naast veiligheid en algemene gezondheid ook het welzijn. Voortdurende verbetering van veiligheid. gezondheid en welzijn. Anders gezegd; er steeds op uit zijn (in overleg met de sociale partners) de arbeidsomstandigheden te verbeteren, zo mogelijk verder dan de wettelijke normen. als dit in redelijkheid kan. In de Arbeidsomstandighedenwet is de werkgever op de eerste plaats verantwoordelijk. Maar ook de werknemer beeft verantwoordelijkheden gekregen die kunnen leiden tot strafrechtelijke aansprakelijkheid. * De werknemer moet actief betrokken worden bij het streven naar verbetering van de arbeidsomstandigheden. Samenwerking en overleg staan centraal. De Arbeidson~standighedenwethoudt een stuk bewustwording in van de werknemer. In plaats van een beschermd object moet de werknemer nu meedenken over de eigen situatie en die van de collega's met wie hij samenwerkt. De werkgever is verantwoordelijk voor het opstellen, uitvoeren, evalueren en bijstellen van het beleid. De werknemer is echter medeveranrwoordelijk.
Behalve de rechten en bevoegdheden. die \verknemers als persoon of via de ondernemingsraad zijn toegekend. zijn lien nu ook \vettelijk geregelde verplichtingen opgelegd. Niet alleen de werkgever. maar ook \vei-knemers zijn in beginsel aansprakelijk als zij die verplichtingen niet nakonien.
5.2.2
Arbowet en de rechten van de OR
Om op basis van gelijkwaardigheid met de werkgever te overleggen heeft de OR een aantal rechten. Deze rechten op liet gebied van veiligheid. gezondheid en welzijn staan vermeld in de Wet op de Onderneniingsradeii en i n de Arbeidsomstandighedenwet. Insremmingsrecht: De OR heeft op grond van de Wet op de Ondernemingsraden (art. 27) instemmingsrecht over: * vaststellen, wijzigen of intrekken van een reglement; bijvoorbeeld een arbeids- of verzuimreglenient; de inhoud van het verziiimbeleid: het contact met de arbodienst over verzuimbegeleiding: * regelingen op het gebied van veiligheid. gezondheid en welzijn in verband met de arbeid. Overlegrecht: De OR heeft op grond van de Arbowet overlegrecht op: * het algemene arbobeleid: * de organisatie van desl
5.2.3
Arbowet - Raamwet
De Arbowet is een raamwet en bevat algemene regels. verplichtingen en rechten. Via deze wet kan de minister van Sociale Zaken. bepaalde, in de wet genoemde onderwerpen specifieker regelen door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of een ministerieel besluit. Voorbeelden van Algenicne Maatregelen van Bestuur zijn de veiligheidsbesluiten, zoals: * Veiliglieidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen; Elektrotechnisch veiliglieidsbesluit: * Zandsteenbesluit. In de praktijk bleek het dan nog niet gemakkelijk om te voldoen aan de wettelijke regels. De Arbeidsinspectie gaf daarom over bepaalde onderwerpen Publicatiebladen uit. Deze Publicatiebladen zijn gebaseerd op wettelijke bepalingen en zijn richtinggevend. Ze kunnen worden gebruikt binnen het kader van de wet. Door de in de Publicatiebladen gegeven aanwijzingen in acht te nemen, voldoen bedrijven volgens het oordeel van de Arbeidsinspectie aan de wettelijke bepalingen. Mocht op een andere wijze een even hoog niveau van veiligheid worden bereikt dan wordt ook aan de bedoelde wettelijke bepalingen voldaan. De inhoud van de Publicatiebladen was dan ook van groot belang zowel voor de werkgever als de werknemer. Voorbeelden van Publicatiebladen zijn: Persoonlijke beschuttingsmiddelen in het Bouwbedrijf. P 62: Ademhalingsbeschermingsmiddelen. P 112-1 t/m 3: P 166-1 en 2: Lawaai/gehoorbeschermingsmiddelen. P 151: Rolsteigers. P 6: Stalen steigers P 190: Arbo- en verzuimbeleid. Naast de P-bladen bestaan ook nog andere Publicatiebladen zoals; concept-Publicatiebladen (CP-publicaties) en Voorlichtingsbladen van de overheid. 5.2.4
Veranderingen in de Arbowet: het Arhobesluit
In de loop van 1997 zal de Arbowet ingrijpend worden gewijzigd. De veranderingen in de Arbowet zijn onder meer noodzakelijk omdat door het grote aantal besluiten overlap tussen de verschillende besluiten begon te ontstaan. Bovendien is de inhoud van veel artikelen niet meer actueel. Een van de belangrijkste wijzigingen van de Arbowet is dan ook dat de 38 Arbobesluiten met ongeveer 1200 artikelen worden vervangen door een Arbobesluit met zo'n 400 artikelen. Ongeveer 90% van deze artikelen komt voort uit de richtlijnen van de Europese Unie en de ILO (de Internationale Arbeidsorganisatie van de VN). De overige 10% zijn nationale
bepalingen die iioodzakelijk worden geacht in verband met bijzondere gevaren zoals het asbestverbod. schadelijk geluid en de wettelijke regeling inzake arbodiensten. In dit Arbobesluit zijn ook de Richtlijnen i.~in LIL' Europese Unie opgenomen die in de Nederlandse wetgeving moeten worden geintegreerd. De nadere uitleg van bepaalde algemeen gestelde eisen - die in de vroegere besluiten waren opgenomen in de P-bladen - wordt vervangen door nieuwe beleidsregels. Met de opschoning en actualisering van de Arbowet wordt getracht de voorschriften in het Arbobesluit beter te laten aansluiten bij de liuidige opvattingen over arbozorg en de rol van de overheid op het gebied van arbeidsotiistaiidigheden. zoals de vaststelling van regelgeving en handhaving van basisnormen. Bij het opzetten van liet nieuwe Arbobesluit is dan ook gestreefd naar een goede toegankelijkheid en afstemming van de artikelen. Hierdoor zal het voor bedrijven eerder duidelijk zijn wat van hen verwacht mag worden op het gebied van arbozorg. De voorschriften uit het Arbobesluit zullen betrekking hebben op alle arbeidsplaatsen en alle arbeidsmiddelen. Er wordt geen poging gedaan om ieder arbeidsmiddel apart te regelen of om voor arbeidsplaatsen zoals fabrieken, kantoren of transportmiddelen aparte voorschriften te formuleren. Verplichtingen van de werkgevers en werknemers
5.3
In de Arbomap Natuursteenbedrijven worden in hoofdstuk F een aantal verplichtingen genoemd van de werkgevers en de werknemers. In hoofdstuk B van de map zijn deze verplichtingen toegelicht (zie ook bijlage 1 van deze syllabus). In de artikelen 3 tlm 11 van de Arbowet worden de verplichtingen van de werkgever beschreven. De werkgever is verantwoordelijk voor een zo groot mogelijke veiligheid, een zo goed mogelijk bescherming van de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid. Uitsluitend voldoen aan de minimum-normen is niet voldoende. Daar waar het beter kan - en dit redelijkerwijs van de werkgever kan worden verwacht - moet hij daarin voorzien. Of iets redelijkerwijs van de werkgever te verwachten is, is onder meer afhankelijk van de technische mogelijkheden, de mate waarin anderen reeds op deze manier maatregelen hebben getroffen en een bedrijfseconomische toets.
5.3.1
Algemene verplichtingen van de werkgever zijn:
Voldoende voorlicliting en onderricht geven over de aard van het werk, de daaraan verbonden gevaren en risico's en hoe deze te vermijden. De jonge beginnende werknemers hebben extra aandacht nodig. Zij weten nog niet waar de gevaren schuilen. Het bedrijfsbeleid mede te richten op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden (veiligheid. gezondheid en welzijn). Dit beleid eventueel bij te stellen of aan te passen als de opgedane ervaring of de technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen daartoe
* *
*
*
*
*
aanleiding geven. Zo goed mogelijke werl\metlioden en beschermingsmiddelen toe te passen. Voor voldoende iioodvoorziei~inge~~ te zorgen als er gevaar voor de werknemer kan ontstaan (deiik aan noodinst~llaties.vliichtwegen. eerste hulpverlening, enz.). Voor zo veilig mogelijke machines. werktuigen. gereedschappen, stoffen, enz. te zorgen. De gevaren voor veiligheid of gezondheid bij de bron te bestrijden. Werkplekken, werkmethoden. enz. aan de werknemer aan te passen. Geestdodende, niet afwisselende arbeid te vermijden. Rekening te houden met de persoonlijke eigenschappen van de werknemers bij het toewijzen van taken enlof opdrachten. de,juiste man op de juiste plaats. Te zorgen dat liet werk bijdraagt aan de zelfontplooiing en de vakbekwaamheid van de werknemer. Dit kan bijvoorbeeld door het vermijden van monotoon werk. Te zorgen dat het werk de mogelijkheid biedt tot contact met andere werknemers. Samen te werken en te overleggen met de werknemers over de zorg voor de veiligheid, gezondheid en welzijn. Dit kan door werkoverleg of in de ondernemingsraadvergaderingen. Het opstellen van een Arbo-jaarplan (wat gaan we dit jaar doen aan Arbo?) en het opstellen van een Arbo-jaarverslag (wat hebben we afgelopen jaar gedaan en wat zijn de resultaten van het Arbo-jaarplan).
Voorkomen van gevaar voor undwe personen dan werknemers: De werkgever moet niet alleen doeltreffende maatregelen nemen ter voorkoming van gevaar voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers, maar ook van andere personen. De werkgever kan strafrechtelijk en civielrechtelijk worden vervolgd indien genoemde personen (ook indien zij er niets hebben te zoeken) letsel overkomt in zijn fabriek of in zijn werkplaats. Redelijkerwijs kan wel worden verlangd dat, ter voorkoming van gevaar voor derden, dezelfde maatregelen worden genomen die gelden voor eigen werknemers. Daarnaast bestaat de verplichting voor de melding en de registratie van ongevallen en beroepsziekten. De werkgever is namelijk verplicht ernstige ongevallen en beroepsziekten te melden aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie. Ook wanneer uitsluitend grote materiele schade is veroorzaakt. dient dit te worden gemeld. Alle ongevallen, alsmede bijnaongevallen dienen in een bedrijfsregister te worden vermeld. Melding en onderzoek van ongevallen is van groot belang om ongevallen te voorkomen. De basis van deze verplichtingen wordt gelegd door de verplichte Risico-inventarisatie te houden binnen het bedrijf. Noodzakelijke verbeteringen binnen het bedrijf worden dan zichtbaar.
5.3.2
Verplichtingen van de werknemer:
* De werknemer heeft ook verplichtingen. De algemene verplichting waaraan werknemers
zijn gehouden staan opgesomd in artikel 13 van de Arbowet. Het algemene uitgangspunt is
dat de werknemer de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht moeten nemen om gevaren voor veiligheid en gezondheid te vermijden, zowel voor zichzelf als voor anderen (artikel 17). Daarnaast \\.orden een aantal concrete voorschriften gegeven. Algemene iwplichtingen voor iwrknenzers zijn: * Het werk zodanig doen dat hij zichzelf emiof anderen niet in gevaar brengt. gebruiken. Beveiliging en persoonlijke bescherniings~~~iddelen * Samenwerken met de werkgever in het behartigen van de zorg voor optimale arbeidsomstandigheden. Dit kan bijvoorbeeld door de apparatuur, zoals machines, gereedschappen, stoffen enz. op de juiste wijze te gebruiken en de voorschriften en regels na te leven. Mee te werken aan het georganiseerde onderricht over de aard van het werk met zijn gevaren en risico's. Dit dient ter bevordering van de veiligheid, gezondheid en welzijn. De opgemerkte gevaren voor de veiligheid of gezondheid direct te melden aan degene, die met de leiding is belast. Behalve de verplichtingen zijn er ook recliten voor werknemers, zoals het recht op werkonderbreking en het recht om wetstoepassing. De rechten van de werknemer hebben ook betrekking op tijdige informatie van de zijde van de werkgever. het inschakelen van deskundigen om een advies uit te brengen, het spreken van de Arbeidsinspectie buiten tegenwoordigheid van de werkgever en het begeleiden van de Arbeidsinspectie bij een bezoek aan het bedrijf (zie 5.2.2). 5.4
Toezichthoudende en deskundige diensten
Voor toezicht op de naleving van de Arbowet hebben naast de werkgever de Arbeidsinspectie en de Arbodienst een wettelijke taak. 5.4.1
De Arbeidsinspectie
De Arbeidsinspectie is onder andere belast met het toezicht op de naleving van de Arbowet en de Arbeidstijdenwet. Ambtenaren van de Arbeidsinspectie hebben toegang tot alle bedrijven en mogen daar onder andere: Beproevingen en metingen doen. * Foto's en aantekeningen maken. * Monsters meenemen. * Voorwerpen (of gedeelten daarvan) meenemen voor onderzoek. Werkgever, werknemers en zelfstandigen zijn verplicht ambtenaren van de Arbeidsinspectie alle gegevens en inlichtingen te verstrekken.
Om de naleving te \ v a a r b o r p kan de Arbeidsinspectie de volgende maatregelen nemen: Een aanwijzing gewil. * Een eis stellen. * Het ~verkstilleggen.
5.4.2
De Arbodiensten
Een Arbodienst is een dienst waarin deskundigheid ten aanzien van veiligheid, gezondheid en welzijn gezamenlijk aanwezig is. Een Arbodienst is een adviserende dienst voor werkgevers en de werknemers (zie ook hoofdstuk 2.2 en 2.3). Daar de zorg voor arbeidsomstandigheden niet altijd even makkelijk is, is de werkgever verplicht zich voor een aantal taken te laten bijstaan door een Arbodienst. Het inschakelen van een deskundige (Arb0)dienst is verplicht bij: Medische keuringen. * Arbeidsgezondheidkundig spreekuur. Toetsing van de Risico-inventarisatie en -evaluatie. * Begeleiding ziekteverzuim.
5.4.3
Begeleiding Ziekteverzuim en Ziekteverzuimbeleid
In de Arbomap Natuursteenbedrijf wordt in de ABRiE-Natuursteenbedrijf C2 aandacht besteed aan de organisatie \ a i arbozorg en verzuimbeleid en in hoofdstuk M wordt een voorbeeld Verzuimreglen~ent gegeven. In deze paragraaf worden de ontwikkelingen rond ziekteverzuim beknopt toegelicht. De opvattingen over ziekteverzuim zijn de laatste jaren sterk veranderd, door onder meer de Wet Terugdringing Ziekteverzuim (TZ). de Wet Terugdringing Arbeidsongeschiktheidsvolumr (TAV). de nieuwe Arbowet (alle vanaf 1994) en de recente Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicl~tbij ziekte (Wulbz). Vroeger was min of meer de verantwoordelijkheid gedelegeerd aan de Bedrijfsvereniging. Nu is de werkgever zelf verantwoordelijk voor de begeleiding van zieke werknemers. Hij moet zich daarbij wel laten bijstaan door een Arbodienst. Aansluiting bij zo'n dienst is dus verplicht. De wijze waarop de zieke werknemers wordt begeleid en de taken daarbij voor de arbodienst, voor de werknemers en voor de werkgever kunnen, door de werkgever zelf in grote mate worden bepaald. Hij dient daarbij wel vooraf overleg te voeren met de werknemers en ook zijn arbodienst te raadplegen. Per 1 maart 1996 hebben bedrijven op grond van de Wulbz een volledige doorbetalingsverplichtirig gedurende de volle 52 weken. Alleen voor bepaalde groepen (zoals bij tijdelijke contracten, zwangerschap. ex-WAO'ers e.d.) kan soms nog worden teruggevallen op de Ziektewet.
Het neerleggen van eigen risico bij de werkgever is bedoeld als prikkel. omdat op die manier de opbrengsten van een verlagin$ vaii liet verzuim direct ten goede van het bedrijf kunnen komen. Uit tal van ervaringen blijkt. dat \vanneer een bedrijf bewust gerichte aandacht besteedt aan het verzuim in liet bedrijf, dat dit in de meeste gevallen tot een aanzienlijke daling van het verzuim kan leiden. De opbrengsten daarvan wegen meer dan op tegen de kosten van het verzuimbeleid die daar voor moeten worden gemaakt. De werkgever kan zich voor dit ziekteverzui~iirisicoverzekeren. Door een goede arbozorg en daarbij het betrekken van de werknemers kan liet ziekieverzuim tevens dalen. De verplichting om verzuimbeleid te voeren betreft in hoofdzaak twee taken: * Het voorkomen of beperken van verzuim dat beinvloed wordt door de arbeidsomstandighederi: * Het zorgen voor een goede registratie, controle en begeleiding van de zieke werknemers.
Bij verzuinzbegrlciding henr 11 wiplicht om ecr7 arbodienst in te schakelen voor de begeleiding gedurende hel hele ~ L I L I I . w n de ziekrewet. Deze arbodienst kan u ook helpen bij het opzetten van een ziekteverzuimbeleid. In dit beleid dient aandacht te worden geschonken aan: * De wijze van ziekmelding: Contact met de zieke; * Manier van herstelmelding: * Controle; Inschakelen bedrijfsarts: * Terugkeerplan; * Vervangend werk. indien mogelijk; Verband tussen verzuim en arbeidsomstandigheden. Omdat de verantwoordelijkl~eidvoor liet voeren van verzuimbeleid bij de werkgever is gelegd, is het belangrijk om instrumenten te hebben zoals een protocol of model verzuimbegeleiding (welke liaiidelingen te verrichten na een ziekmelding) en een verzuimreglement (hoe dient de werknemer te handelen in geval van ziekte). Vroeger regelde de bedrijfsvereniging dat geheel of grote?deels; nu moet u dat voornamelijk zelf doen. (Zie Arbomap Natuursteenbedrijf, hoofdstuk M.)
5.5
Aansprakelijkheid voor arbeidsomstandigheden
De Arbowet legt de aansprakelijkheid voor naleving van de bij of krachtens de Arbowet gestelde voorschriften - afgezien van de bepalingen die zich tot de werknemer richten - bij de werkgever. Deze strafrechtelijke aansprakelijkheid geldt ongeacht of de werkgever een natuurlijk persoon of een rechtspersoon is (rechtspersoon is bijvoorbeeld een N.V., B.V., stichting, etc).
5.5.1
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Als de werkgever een rechtspersoon is. kan volgens het Wetboek van Strafrecht vervolging worden ingesteld en straf wordei? uitgesproken tegen: * De rechtspersoon: * Degene die bij de strafbare gedragingen de feitelijke leiding heeft gehad of daartoe opdracht heeft gegeven: * De rechtspersoon en de feitelijke leidinggever of opdrachtgever tezamen. De rechtspersoon wordt alleen aansprakelijk gesteld en vervolgd. indien er een overtreding uit de organisatie voortkonit en er niet een persoon valt aan te wijzen als direct verantwoordelijke. Volgens de reclitspraak geldt dit ook voor de situatie, dat wel een feitelijke dader kan worden aangewezen. nsaar dat deze functioneel, dat wil zeggen, binnen de formele grenzen van zijn bevoegdbeid. heeft gehandeld. Bij disfunctioneel handelen (een handeling buiten de toegekende bevoegdheden om) zal in het algemeen de feitelijke dader zelf vervolgd worden. In de Arbowet is ook een regeling opgenomen over de aansprakelijkheid van toezichthoudend personeel (dit kan de feitelijke leidinggever zijn). Hierin is bepaald dat als een werkgever aan een werknemer opdraagt oni taken uit te oefenen, voortvloeiend uit zijn zorg voor de naleving van regelingen uit de wet. de opdracht schriftelijk dient te worden gegeven aan een met name genoemde werknemer en dat de taken nauwkeurig moeten zijn omschreven. Bovendien kan slechts een werknemer met eenzelfde taak worden belast. Tevens dienen aan deze werknemer de bevoegdheid en de middelen te worden verleend. die nodig zijn voor een goede uitoefening van deze taken. Daarnaast is in bepaalde gevallen de werknemer aansprakelijk. Volgens de Arbowet ligt de zorg voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden niet alleen bij de werkgever, maar ook bij de werknemer. Hieruit volgt dat de werknemer niet alleen rechten heeft, maar ook verplichtingen met de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheid. Het overtreden van een verplichting door een werkgever levert dan ook een overtreding op. Wanneer de werknemer door deze overtreding schade lijdi en zou besluiten tot een civiele procedure, kan dit gevolgen hebben voor het toewijzen van schadevergoeding.
5.5.2
Civielrechtelijke aansprakelijkheid
De werkgever die onvoldoende zorg besteedt aan de arbeidsomstandigheden binnen zijn bedrijf kan aansprakelijk worden gesteld voor de schade die een werknemer lijdt indien er een ongeval gebeurt. Enerzijds doordat de normen van de Arbowet zijn overtreden: de l ogen aam de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Anderzijds doordat de werknemer die schade heeft geleden de werkgever aanspreekt: de zogenaamde civielrechtelijke aansprakelijkheid. Beide aansprakelijkheden kunnen samenlopen.
In artikel 1 6 3 8 ~van het Burgerli,jk Wetboek (BW). is een algemene zorgplicht voor de werkgever opgenomen. De ~verkgewr dient gebouwen waarin wordt gewerkt en gereedschappen waarmee w r k wordt verricht door werknemers goed te onderhouden. De werknemers moeten bovendien duidelijke aanwijzingen krijgen over het gebruik van de gereedschappen. De gereedschrtppen moeten. wanneer zij gevaarlijk kunnen zijn, voldoende zijn afgeschermd of beveiligd. Verder moet de werkgever oplettend blijven. Dit houdt onder meer in dat hij erop toe moet zien dat de werknemers de veiliglieidsmaatregelen nakomen en dat zij, ook na verloop van tijd. hun persoonlijke beschermingsmiddelen zoals bijvoorbeeld gehoorbescherming, brillen of schoenen blijven dragen. Vindt een ongeval plaats door nalatigheid van de werkgever op een van deze punten, dan is hij aansprakelijk voor de schade. die de werknemer lijdt als gevolg hiervan. Alleen als de werkgever kan aantonen dat bet ougeval is veroorzaakt door grove schuld van de werknemer, hoeft hij de schade niet te vergoedeu. Onder grove schuld wordt in dit verband verstaan: opzet of bewuste roekeloosheid. De werkgever draagt dus de zorg, dat werknemers zo weinig mogelijk gevaar lopen. Indien geen maatregelen zijn getroffen die de veiligheid betreffen, wordt al vrij snel aangenomen dat de werkgever aansprakelijk is voor ongelukken. Hoever de zorg van de werkgever gaat, verschilt per bedrijf. De maatregelen die moeten worden genomen voor de veiligheid van werknemers, zullen in een bedrijf anders zijn dan in een kantoor of winkel. Een aantal uitvoeringsbesluiten die zijn gebaseerd op de Arbowet, geeft per soort bedrijf of machine nauwkeurig aan welke inaatregelen genomen dienen te worden. De werkgever heeft hierbij de plicht erop te blijven toezien dat de werknemer de veiligheidsmaatregelen naleeft. Wanneer de veiligheidsn~aatregelen niet voldoende zijn, worden van de werkgever verdergaande maatregelen dan de voorschriften verwacht. De ontwikkelingen in de rechtspraak brengen met zich mee dat de werknemer steeds minder hoeft te bewijzen als liij de werkgever aansprakelijk wil stellen. De aansprakelijkheid van de werkgever wordt steeds sneller aangenomen. Zijn positie in het proces wordt dus steeds moeilijker. De wijzigingen in de bewijslastverdeling onderstrepen het belang van het voeren van een actief arbobeleid. De werkgever dient zich voortdurend te laten informeren door deskundigen over de gevaren, die zich in zijn produktieproces kunnen voordoen. Indien noodzakelijk moet hij toereikende maatregelen treffen.
5.5.3
Onrechtmatige daad
Een andere civiele procedure dan op grond van 1638x BW is een procedure op grond van art. 162 BW: de onrechtmatige daad. In artikel 6: 162 BW is bepaald, dat degene die een onrechtmatige daad pleegt. die aan hem kan worden toegerekend, de daardoor aan een ander
toegebrachte schade moet vergoeden. Daarvan kan ook sprake zijn bij een bedrijfsongeval. Indien de rechter een schadevergoeding op grond van artikel 6: 162 BW wil toewijzen moet aan een vijftal voorwaarden \vorden voldaan: l . De gedraging moet onrechtiiiatig zijn. Bijvoorbeeld wanneer er in strijd met de wet wordt gehandeld (overtreding van bepalingen in de Arbowet); 2. De gedraging moet aan de dader kunnen worden toegerekend; 3. Er moet sprake zijn van schade: 4. De schade moet verband Iioiideii met de onrechtmatige daad; 5. Er dient sprake te zijn van schending van een norm, die strekt tot bescherming van het belang waarin de eiser werd benadeeld.
5.5.4
Schadevergoeding
De werkgever moet de schade vergoeden. die de werknemer als gevolg van een bedrijfsongeval heeft geleden. Alleen v.aincer de werkgever kan aantonen, dat het ongeval is veroorzaakt door grove schuld van de werknemer, hoeft de werkgever de schade niet te vergoeden. Om van zijn aansprakelijkheid te worden ontheven, moet de werkgever kunnen bewijzen dat het ongeluk ook zou zijn gebeurd als hij wel maatregelen had getroffen. Dit bewijs is moeilijk te leveren. De werkgever kan dus niet volstaan met te stellen dat hij alle maatregelen heeft genomen die wettelijk verplicht zijn voorgeschreven.
5.5.5
Ontwikkelingen in straf- en civielrechtelijke sanctionering
Overtredingen van de Arbowet zijn tot op heden altijd strafrechtelijk gesanctioneerd. Daar gaat nu verandering in komen. De overheid wil op het terrein van de Arbowet de 'bestuurlijke boete' invoeren. Dat betekent dat de Arbeidsinspectie bedrijven in bepaalde gevallen een geldboete op kan leggen. De verplichtingen die bestuursrechtelijk kunnen worden gesanctioneerd zijn onder meer de plicht een Risico-inventarisatie en -evaluatie te maken, en de verplichting voor een bedrijf om zich aan te sluiten bij een arbodienst. Het strafrecht blijft gelden voor delicten die letsel aan personen tot gevolg hebben of kunnen hebben, en voor delicten waarbij sprake is van ernstig gevaar voor de veiligheid en de gezondheid. Strafsancties zijn voorts van toepassing voor situaties waarbij sprake is van een recidive (ten aanzien van regels waaraan in eerste aanleg een bestuursrechtelijke sanctie is verbonden). Aan de overige materiele regels die betrekking hebben op ernstige risico's worden bestuursrechtelijke sancties verbonden. Naast de invoering van de bestuurlijke boete wil de overheid meer zaken overlaten aan het civielrecht. Daarbij gaat het onder meer om de naleving van de wat minder essentiele regels, zoals de overleg-, en informatieverplichtingen en de algemene zorgverplichtingen. Daarnaast zal het civielrecht van toepassing zijn op materiele regels met niet-ernstige risico's zoals beeldschermwerk, klimaatbeheersing, verlichting, sanitair en ontspanningsruimtes.
6.
ARBOZORG: INTEGIL4LE AANPAK VAN ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
Zoals in hoofdstuk 3 bleek. is de kwaliteit van de arbeid van veel factoren afhankelijk. Een gevolg hiervan is dat de arbeidsoinstandighedeii en de gezondheid van werkenden meestal niet te verbeteren is door slechts 6611 aspect van de kwaliteit van de arbeid te veranderen. Een integrale aanpak waarbij niet ren broot aantal verschillende aspecten rekening wordt gehouden, is vrijwel altijd de beste oplossing. De overheid heeft in de Arbowet en in de wet TZ al de basis gelegd voor een geintegreerde aanpak door bedrijven te verplichten de Risicoinventarisatie en -evaluatie (RIE) uit te (laten) voeren. Bedrijven zijn verplicht zich hierin te laten bijstaan door een arbodienst. Het is belangrijk om de werknemers te betrekken bij de keuze van een arbodienst. 6.1
Stap voor stap naar Arbobeleid
In de Arbomap Natuursteenbedrijven staat in hoofdstuk B3 bij "Stappenplan" omschreven hoe systematisch en planmatig stap voor stap een arbobeleid opgezet kan worden. Systematisch en planmatig te uerk gaan. is essentieel bij het @)voeren van een arbobeleid. Als hulpmiddel kan een stappenplan worden gehanteerd. Daarin wordt vastgesteld welke doelen bereikt moeten worden en langs welke weg, hoeveel geld beschikbaar is en hoeveel menskracht ingezet kan worden. Een tijdschema is onderdeel van het stappenplan om de voorgenomen plannen te rea l'iseren. Bij het opzetten van een arbobeleid worden zes fasen onderscheiden: Stap 1 : Erkennen van belang van arbobeleid; Stap 2: Risico's inventariseren en evalueren (RIE) op het gebied van arbeidsomstandigheden (wettelijk verplicht): Stap 3: Het stellen van prioriteiten voor de aanpak van de knelpunten, resulterend in: een plan van aanpak en het vaststellen van het arbobeleid; Stap 4: Opstellen van acties in dat jaar (arbojaarplan): Stap 5 : Uitvoeren van een arbqjaarplan: Stap 6: Evalueren van het gevoerde arbobeleid in een periode (het schriftelijk verslag hiervan noemen we het arbojaarverslag). Als het beleid eenmaal in gang is gezet, moet het voortdurend worden bijgesteld. Het is duidelijk dat niet alle zes stappen tegelijk moeten worden genomen.
6.2
De ABKIE-Natuursteenbedrijf: Arbozorgsystceni
de
basis
voor
Arbobeieid
en
het
De ABRIE-Naruursteeribedr(f is een middel om de risico's op gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn in een bedrijf te inventariseren. Bij veel mensen leeft het idee dat bij een RIE slechts gekeken wordt naar arbeidsomstandigheden. Dit is echter niet juist. Bij een goede risico-inventarisatie moet aan de volgende drie gebieden integraal aandacht worden besteed: 1. Verzuimbeleid. Bekeken moet worden of een bedrijf een gedegen verzuimbeleid heeft en dit ook daadwerkelijk uitvoert. Dit houdt onder andere in dat de werknemers de mogelijkheid moeten hebben een open bedrijfsgezondheidkundig spreekuur te bezoeken. 2. Bedrijfsgezondheidszorg. Hierbij wordt gekeken naar de aanwezigheid en de organisatie van de bedrijfsgezondheidszorg. De werknemers moeten bijvoorbeeld de mogelijkheid hebben om een Periodiek Arbeids Gezondheidskundig Onderzoek (PAGO) te ondergaan dat is afgestemd op de risico's van het beroep. 3 . Arbeidsomstnndighedm. Speciale aandacht moet hierbij worden geschonken aan bijvoorbeeld: fysieke belasting, geluid, toxische stoffen, veiligheid, werken met beeldschermen en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Tijdens de risico-inventarisatie moet worden bepaald welk aandachtsgebied als eerste wordt aangepakt. Hiervoor kan een plan van aanpak worden opgesteld (zie Arbomap Natuursteenbedrijven B.3 en E). Om het draagvlak voor verbeteringen zo groot mogelijk (en daarmee de weerstand zo klein mogelijk) te maken, is het noodzakelijk de werknemers te betrekken bij te stellen van prioriteiten en bij het plan van aanpak. Doordat aan alle genoemde gebieden aandacht wordt besteed, kan de RIE een basis zijn voor de invoering van kwalitatief hoogstaande arborzorg in het bedrijf.
Arhozorgsysteem In principe is een werkgever met een arbobeleid al een heel eind op weg naar een zogenaamd arbozorgsysteem. Het uitvoeren van liet arbobeleid dient een continu proces te zijn. Het systematisch werken van bedrijven aan liet verbeteren van de kwaliteit van de arbeid en het terugdringen van het ziekte~erzuim.kan gezien worden als een arbozorgsysteem. Als een arbozorgsysteem bovendien goed vervlochten is en de overige beleidsterreinen van het bedrijf (personeelsbeleid. inkoopbeleid, investeringsbeleid etc.), alsmede onderdeel is van de cultuur van het bedrijf. kunnen me spreken over een integraal arbozorgsysteem.
Een arbozorgsysteem in de meest coniplete zin van het woord breekt resoluut met het traditionele denkkader over arbozorg. Dit was eigenlijk reactief. met als centrale vraag: .'hoe beperk ik de negatieve gevolgen van risico's". Het toepassen van een arbozorgsysteem vraagt een veel actievere. preventieve benadering: hoe kunnen we de risico's voor zijn. Op die manier moet arbobeleid een onderdeel zijn van liet strategisch beleid van het bedrijf. Strategische keuzes over onderzoek. ontwikkeling en produktie moeten dan mede op grond van arbo-overwegiiige gemaakt \vorden. Daarnaast wordt in een arbozorgsysteem de verschillende deelaspectrn en procedures. in een continu proces vastgelegd, verbeterd en bijgesteld. Een arbozorgsysteem is dus een op schrift gesteld systeem, waarin deze procedures en instructies zijn opgenomen. met behulp waarvan een bedrijf praktische uitvoering geeft aan het eigen vastgestelde arbobeleid. Hierdoor wordt men in staat gesteld om onder andere: 1. Een goede prioriteiteiistelling te maken; 2. Een verantwoorde termijn voor de uitvoering te bepalen; 3. De kosten te beheersen: 4. De bedrijfsorganisatie aan te passen: 5. De bereikte resultaten op peillvast te houden: 'te beheersen'. Om op een systematische manier het arbobeleid te voeren is een model ontwikkeld dat als basis kan dienen voor het arbosysteeni. Dit model wordt het 5W-model genoemd en de 5 W's 1t.egei7, 1wkei7 e n wuken. In dit model is gekozen voor de staan voor willen. e procesbenadering. De processen die tot goede arbozorg moeten leiden zijn universeel. Het doel, het blijvend verbeteren van de veiligheid. de gezondheid en het welzijn van de werknemers. moet steeds het uitga~igspuntzijn. Doel van een goed functionerend arbosysteem is: Systematische werkplekbelieersing: Verantwoord werknemersgedrag t.a.v. veiligheid. gezondheid en welzijn; e Effectief toezicht op werknemersgedrag door leidinggevenden; Verantwoorde inkoop van materialen en ontwerp van werkplekken. Het nastreven van iedere doelstelling verloopt volgens een aantal fasen.
Willen: De belangrijkste f~inctiedie de werkgever heeft bij arbozorg is de initierende (besturende) functie van het willen. Weten: De Arbowet schrijft voor dat alle risico's op het gebied van veiligheid, gezondheid en geinventariseerd moeten worden. welzijn voor de Wegen: Nadat de risico's zijn geinventariseerd en beoordeeld op omvang en ernst moet een plan van aanpak worden opgesteld.
Werken: Vervolgens moeten concrete en doeltreffende maatregelen worden getroffen om de arbeidsomstandigheden te .ierbrtrreri. Waken: Nagegaan mort \\orden oi' de getroffen maatregelen de gewenste effecten hebben gehad.
Het standaard arbozorgsysteem bestaat niet. Het opstellen van een arbozorgsysteem is -. maatwerk. Een belangrijk hulpmiddel voor het vormgeven van het arbozorgsysteem is de Arbomap Natuursteenbedrijveii. Met behulp van deze map kan in een handboek voor het eigen bedrijf worden vastgelegd hoe invulling wordt gegeven aan de verplichting tot arbozorg binnen het bedrijf. 6.3
Het Bedrijfs-Arbo-handboek
Een Arbo-handboek van het eigen bedrijf bevat alle afspraken, regelingen, procedures en overige relevante informatie over onderwerpen die een belangrijke rol spelen in het ten uitvoer brengen van het arbo-beleid van het bedrijf. Het Arbo-handboek op zich dient hierbij niet ten doel te zijn, maar een hulpmiddel. In het handboek wordt vastgelegd wat is afgesproken. zodat iedereen in het bedrijf zijn of haar taak hierin terug kan vinden. Per onderwerp kan hiervoor eeri (siib)hoofdstuk worden opgesteld. Hierin wordt dan aangegeven welke strategie zal worden gevolgd; alsmede de verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen het bedrijf ten aanzien van de desbetreffende items, de te nemen maatregelen. de te geven instructies. enz. Op deze wijze kan voor alle in aanmerking komende onderwerpen in het Arbo-handboek vastgelegd worden, hoe invulling aan de verplichting tot arbozorg wordt gegeven. Ook i•âhet kader van voorlichting en onderricht kunnen deze Arbohandboeken een belangrijke rol spelen. Het opstellen en inrichten van de Arbo-handboeken dient door deskundigen op het gebied van de arbozorg te worden begeleid, waarbij vanuit het bedrijf de benodigde bednjfsgerichte inbreng moet worden gegeven. De meest overzichtelijke wijze van samenstelling is die, waarbij per onderwerp een apart subhoofdstuk wordt opgesteld, zodat de toegankelijkheid van de onderwerpen overzichtelijk is. Uitgaande van de Arbomap Natuursteenbedrijven en de verplichtingen in de Arbowet worden de op te nemen hoofdstukken van het Arbo-handboek hierdoor in eerste instantie reeds vastgelegd. Afhankelijk van de aard van het bedrijf zal daarnaast een onderwerp gerichte aanvulling moeten plaatsvinden.
Onderstaand een voorbeeld van een inhoudsopgave van een Bedrijfs- Arbo-handboek. Hoofdstuk
l.
Ii~leiiliii~
2. 3.
Itilii~uilsopgave Wettelijke wrpIiclitiii$ei, A. J a a r p l x B . Jaarverslag
C. Vei-anr\voi~rdeli~ikl~ede~~, taken eii hev•árgdIiedeii D. Satiiriiwrrkiii; en overleg 13. V m i ~ l i c l i t i ~ en ig ~~tiderriclit
1.
F. 11ive11raris;itiee11evaluatie va11de gevaren: A B R I E Natuursteenbedrijf Algririeiie geldetide oiidri-wespen A . Orde cii ~ i r r l i e i d
B. Werkplekitiricliting C. O~idei-li~iud D. I i ~ s p r c t i r l c o i i ~ r o l e E. Bralidprevriitie F. Bedrijfsliuipverleiiiiig G. Bedrijfsii•ái~dplaciiie~~
H. Projrctplan~irii 5.
Tecl~nisclie~idersverpeii A . Geluid
B. Gevaarlijke stiiffeii C. Gevaarlijke werkruigen D. Elektriciteit ap enz. (zie A r b • á ~ i ~Natuursteeiihedrijveii)
In het handboek kan hoofdstuk 5 (Technische onderwerpen) afhankelijk van het bedrijf worden aangevuld met van toepassing zijnde onderwerpen. Het verdient aanbeveling deze (sub)hoofdstukken in het handboek losbladig uit te voeren en per (sub)hoofdstuk de bladnummering te kiezen, zodat mutaties in de toekomst op eenvoudige wijze uitgevoerd kunnen worden.
6.4
Ontwikkelingen Arbozorgsystemen
De ontwerppraktijkrichtlijn NPR 5001 'Model voor een arbosysteem' (oktober 1996) beschrijft de essentiele elementen voor het opzetten en onderhouden van een arbosysteem (ook wel arbozorgsysteem genoemd). In de toelichting bij deze ontwerppraktijkrichtlijn wordt gesteld dat het systematisch werken aan het verbeteren van de kwaliteit van de arbeid en het terugdringen van het ziekteverzuim gezien kan worden als een arbozorgsysteem. Tot voor kort was een dergelijke richtlijn niet voorhanden. Door veel bedrijven is in de afgelopen periode gebruik gemaakt van het Publicatieblad P 190 Arbo- en Vermimbeleid. Dit publicatieblad geeft de op de Arbowet gebaseerde uitgangspunten, die ertoe moeten leiden dat 'systematische en preventieve aandacht voor arbeidsomstandigheden gewaarborgd is'. De NPR 5001 is weliswaar geen norm, maar geeft wel de elementen van een 'arbozorgsysteem'
In hoofdstuk 5 ('Het Arbosysteein') van de NPR 5001 zijn de elementen van een arbozorgsysteein gespecificeerd. In de volgende tabellen zijn deze elementen en 'P 190 Arbo- en Verzuimbeleid' naast elkaar weergegeven.
P 190 Arbo- e n Verminibeleid Arbozorg Inleiding Doelstellingen arheidsiiiiisi;iiidigliede~i en verzuim Eigen verantwoordeiijklieid bij verzuimbegeleiding Overleg niet werk~ieiiiers(-vertegeii\*'t)ordiging) Werkoverleg Deskundige bijstand Taken, ve~ailtwoordelijkiiedeneii bevi)egdlieden Stap 1: Inveiitarisereii tekortkoiiiingeii Inleiding RIE saineiiwerkende werkgevrrs Algemene eisen KIE Kol gecertificeerde arhodienst Algemene eisen aan ;idviezen arhodieiist Stap 2: Opstellen actieplamien Inleiding Arhojaarplan Planiie~ivnii aanpak saiiieiiiveckei~dei i r r k ~ r v r r s Stap 3: Treffen van maatregelen Iiileiding Verzuiinbepeleiding Vrijwillig periodiek srbeids~ezo~idlieidkuiidi-. onderzoek Arheidsgezotidlieidkurid~gspreekuur Bedrijfsliulpverleiii~i~ Melding en registratie ongr\~;illen Melding heroepszirkteii Verantwoord werkoeniersgedrag en toeziclit Stap 4: Evalueren uitger-ocrde tiinatregelen Algeineen Cijferniatig Arbvjaarverslag
Ontwerp NPR 5001 Het Arbo-systeem Organisatie Verantwoordelijkheden. bevoegdheden en middelen Arbotaakstellingen Overleg met werknemers (vertegenwoordiging) Kwalificatie. opleiding en voorlichting Deskundige bijstand Informatiebeheer Externe orientatie en communicatie Interne orientatie en communicatie Inventarisatie en systematische vermindering van gevaren en risico's Risicu-inventarisatie en -evaluatie Plan van aanpak Uitvoering maatregelen Evaluatie van de realisatie van het plan van aanpak Toetsing van her arbosysteem (arbo-audits) evaluatie van het arbobeleid (inanagementbeoordeling
7.
RELATIE ARBOZORG hIET hlILIEU- EN KWALITEITSZORG
Een bedrijf dat ernst wil maken met de verbetering van de bedrijfsvoering, heeft tegenwoordig de nodige instrun~ententer beschikking. Kwaliteitsverbetering van produkten, werken aan goede arbeidsomstandigheden. zorg voor het milieu. Op elk van deze drie deelterreinen kan de ondernemer systematisch aan de slag. In de praktijk blijkt echter dat de zorg voor goede kwaliteit van produkten, arbeidsomstandigheden en milieu veel gemeenschappelijk heeft. Onderzoek toont aan, dat bedrijven die de verschillende zorgsystemen met elkaar combineerden enthousiast zijn over de voordelen. De geintegreerde benadering voorkork niet alleen dubbel werk. Ook wordt duidelijk dat de verschillende zorgsystemen elkaar versterken.
7.1
Kwaliteitszorg
In veel bedrijven wordt met kwaliteitszorg systematisch gewerkt aan verbetering van de produktie. Dit gaat van het gericht inkopen van materialen tot aan het zorgvuldig beheersen van produktieprocessen. Uiteindelijk met de bedoeling een zo goed mogelijk eindprodukt te leveren. Kwaliteitszorg voorkomt verstoringen in het produktieproces, waardoor leverdata kunnen worden nagekomen. Ook de uitval van produkten, die niet aan de kwaliteitseisen voldoen, kan daarmee worden teruggedrongen. Deze produkten en diensten zijn echter uitkomsten van bedrijfsprocessen. Werken aan kwaliteitsverbetering betekent dus: optimaliseren van die processen. Omdat processen worden 'gedragen' door mensen, staat of valt de kwaliteitsverbetering met de mate waarin de medewerkers erbij worden betrokken. Zij zullen ervoor moeten zorgen dat werken aan kwaliteitsverbeteringen een 'goede gewoonte' wordt. Kostenbesparingen, vermindering van uitval en retourzendingen etc. zullen het resultaat zijn. Kwaliteitszorg bestaat uit de systematische verbetering van de volgende drie samenhangende aspecten: Klantgerichtheid; Aandacht voor beheersing, controle en optimaliseren van bedrijfsprocessen; Kwaliteitsbewustzijn als onderdeel van de bedrijfscultuur.
7.2
Arbeidsomstandighedenzorg
Ook het systematisch werken aan goede arbeidsomstandigheden krijgt in de bedrijven steeds meer aandacht. Veilig, gezond en prettig werken is daarvan het resultaat. De werknemer is erbij gebaat, maar ook de werkgever plukt daarvan de vruchten. Het ziekteverzuim vermindert en ook de instroom naar de WAO neemt af. Met alle voordelen die dit oplevert voor de verzekeringspremies. Een bedrijf dat aandacht besteedt aan goede arbeidsomstandigheden kan rekenen op gemotiveerd personeel. Belangrijk hierbij is de
sjsternatische werkwijze die van de werkgever wordt verlangd. Daarmee wordt arbozorg, evenals kwaliteits- en milieuzorg. een onderdeel van het totale bedrijfsbeleid. In arbozorg zijn drie elementen van het kwaliteitsbeleid te herkennen: Wat betreft klantgericlxl~eidis dat niet direct duidelijk. De 'klanten' hier bestaan uit werknemers. Ook is er wc1 een relatie te leggen met de externe klantgerichtheid. Goede arbeidsomstandigheden zijn een voorwaarde om de inedewerkers te motiveren om zich ook in te zetten voor kwaliteits- en milieuzorg. Arbozorg kan dus worden beschouwd als een randvoorwaarde voor externe klantgerichtheid. Goede arbeidsomstandigheden maken het bedrijf bovendien aantrekkelijk op de arbeidsmarkt, waardoor gemakkelijker goed gekwalificeerde werknemers zijn aan te trekken. De Risico-inventarisatie en -evaluatie zijn direct gerelateerd aan het tweede element: de
aandacht voor beheersing, controle en optimalisering van de bedrijfsprocessen. Inventarisatie van de risico's op het gebied van arbeidsomstandigheden noodzaakt immers tot een systematische analyse, aanpak en verbetering van die processen. Goede arbeidsomstandigheden beinvloeden de bedrijfscultuur in hoge mate positief. Hiermee wordt een voedingsbodem gecreeerd voor een actieve medewerking aan kwaliteits- en milieuzorg op de werkvloer.
Een derde vorm van de systematische zorg is de zorg voor het milieu. Met deze aanpak blijft een bedrijf verschoond van - steeds hogere - milieukosten en kosten voor afvalverwerking en bodemsanering. Hergebruik van afvalstoffen kan eveneens kostenbesparend werken. De overheid stelt hiervoor wettelijke eisen aan de produktieprocessen en aan de produkten wat betreft hun effecten op het milieu. Uitgangspunt is dat er geproduceerd wordt met een minimale milieubelasting. Milieuzorg bestaat niet alleen uit het optimaliseren van het bestaande produktieproces, opdat het zo min mogelijk schade toebrengt aan het milieu. Milieuzorg houdt ook in dat er voortdurend gezocht wordt naar milieuvriendelijke(r) produktiemethoden en naar milieuvriendelijke(r) produkten. Van de medewerkers wordt derhalve voortdurende aandacht voor de milieu-aspecten gevraagd. Duidelijk is dat milieuzorg in principe uit dezelfde componenten als kwaliteitszorg bestaat: Inspelen op de (toekomstige) eisen van de klantlafnemer; Vermindering van de milieubelasting vereist beheersing, controle en optimalisering van de bedrijfsprocessen; Een bedrijfscultuur die medewerkers ertoe aanzet om ook de milieuzorg bij het werk in de praktijk te brengen. Los van de materiele winst, die de zorgsystemen opleveren, vallen er ook andere vormen van winst te boeken. Een bedrijf dat aandacht besteedt aan het milieu bouwt een goede reputatie op bij klanten, consumenten en de overheid. Optimale arbeidsomstandigheden
maken een onderneming aantrekkelijk voor sollicitanten. En een bedrijf dat kwaliteit hoog in het vaandel voert. kweekt daarmee voorkeur bij afnemers in de markt. Bovendien bevordert dit de samenwerking met andere kwaliteitsbedrijven. Kwaliteit trekt immers kwaliteit aan.
7.4
Drie zorgsystemen: een doel
Kwaliteits-, milieu- en arbozorg draaien dus eigenlijk alle drie om hetzelfde. Het gaat erom de prestaties en het imago van het bedrijf te verhogen, door op een systematische wijze te werken aan deze aspecten. Bovendien helpen ze de onderneming om te voldoen aan wettelijke voorschriften. Daarnaast overlappen ze elkaar ook voor een deel. Zo zien we bijvoorbeeld dat zorg voor arbeid.iomstandigheden meestal ook een positieve invloed heeft op het milieu. Ook kwaliteitszorg en milieuzorg ontmoeten elkaar, zoals blijkt bij het ontwikkelen van procedures die verspilling tegengaan. Waar werkprocessen worden aangepast aan de mens komen arhozorg en kwaliteitszorg op elkaars terrein. Krijgt arbozorg onvoldoende aandacht dan komt ook kwaliteitszorg niet uit de verf. Al deze en nog veel meer overlappingen nodigen uit tot een geintegreerde aanpak. Het streven naar optimale resultaten binnen elk zorgsysteem afzonderlijk kan goede resultaten opleveren. Toch kan, wanneer er niet naar integratie wordt gestreefd, het totaalresultaat teleurstellend uitpakken. Het is dan ook aan te hevelen vanaf het begin voor een brede benadering te kiezen. Pas dan wordt het resultaat meer dan de som der delen. In de meeste bedrijven zijn de systemen voor arbeidsomstandigheden en kwaliteit het verst ontwikkeld. Deze ervaringen kunnen worden gebruikt bij het ontwikkelen van het milieuzorgsysteem. Andersom kunnen de andere systemen weer profiteren van de nieuwste inzichten en resultaten die de milieuzorg oplevert. De geintegreerde aanpak werkt het beste wanneer niet eenzijdig de nadruk wordt gelegd op verschillen in de zorgsystemen, maar gezocht wordt naar overeenkomsten. Sterker nog, naar die overeenkomsten die voordeel kunnen opleveren. Arbozorg kan daarbij als motor dienen, omdat zich hier de meeste raakvlakken met andere systemen voordoen. Alle inspanningen tot kwaliteitsverbetering centreren zich immers rond de mensen die de zorg moeten uitvoeren. Een belangrijke inhoudelijke overeenkomst bij arbo, milieu en kwaliteit in wetgeving, zorgsystemen en bedrijven is dat deze aspecten alle drie de zorgsystemen gericht zijn op beheersing en verbetering van de technische, arbeids- en managementprocessen. Gerichte inkoop van grondstoffen, materialen, machines en technische hulpmiddelen, preventief onderhoud, good bousekeeping, resultaatgericht werken, goede opleiding, voorlichting, instmctie en inhoud geven aan de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijf ten aanzien van kwaliteit-, arbo- en milieuzorg zijn voor alle drie gebieden van vergelijkbaar belang.
Omdat in alle drie zorgsystemen dezelfde hoofdelementen aandacht moeten krijgen, ligt het voor de hand deze te integreren. Het gevaar dat binnen afzonderlijke zorgsystemen allerlei plannen los van elkaar worden uitgevoerd, wordt hiermee ondervangen. Tegenstrijdige doelstellingen worden bij een geintegreerde aanpak bovendien direct zichtbaar en niet pas als ze op de werkvloer tot problemen leiden. Een geintegreerd kwaliteits-, milieu- en arbozorgsysteem (KMA-zorgsysteem) blijkt in de praktijk 30 tot 55% minder 'papier' (procedures, werkvoorschriften) met zich mee te brengen dan drie afzonderlijke systemen. Ook wordt veel dubbel werk voorkomen. De NEHEM Consulting Group heeft een methode ontwikkeld voor de aanpak voor combizorg voor het Midden- en Kleinbedrijf (de MIKMAK-leidraad) (telefoon 073 6122490). Grote bedrijven beschikken over specialisten op het gebied van kwaliteitszorg-, milieu- en arbobeleid. In het midden- en kleinbedrijf (MKB) zijn de middelen en vooral ook de tijd beperkt. Bovendien is de directeurleigenaar vaak de spil waarom alles draait. Er is dus veel te zeggen om de belasting aan de 'top' ten behoeve van kwaliteits-, milieu- en arbozorg zo gering mogelijk te houden. Door een samenhangende aanpak, ook wel combizorg genoemd, kan de organisatie van het bedrijf duidelijker en inzichtelijker wordt. Ook wordt de samenhang tussen kwaliteits-. milieu- en arbozorg zichtbaar. Daarmee kunnen ook de wettelijke voorschriften gemakkelijk worden nageleefd en wordt de administratieve rompslomp tot een minimum beperkt. 7.5
Aandachtsp~intenbij het opzetten en invoeren van een KMA-zorgsysteem
Het opzetten van een KMA-zorgsysteem gaat niet vanzelf. Het vraag betrokkenheid en inspanning. Betrokkenheid van en srinzulering door de directie is essentieel!! Ook moet voor het opzetten en daarna onderhouden van het KMA-zorgsysteem tijd worden ingeruimd. De praktijk leert dat de invoering gemiddeld een mandag gedurende circa 1 jaar, en het onderhoud gemiddeld een halve mandag per week vraagt. Het is echter een investering die loont: Tevreden klanten/afnemers: een voorwaarde voor omzetverhoging; Doorzichtige en beheersbare bedrijfsprocessen: een voorwaarde voor verlaging van de kosten; * Een op permanente verbetering gerichte bedrijfscultuur, van hoog tot laag: een voorwaarde voor handhaving en verbetering van de concurrentiepositie. Een KMA-zorgsysteem kan het beste aan de hand van een stappenplan worden ingevoerd. Dit stappenplan voor de invoering van een KMA-zorgsysteem is er op gericht de resultaten op het gebied van kwaliteit. milieu en arbeidsomstandigheden te verbeteren. Door ervoor te zorgen dat deze verbeteringen in het KMA-zorgsysteem vast gelegd worden en daarmee te 'borgen' worden ze blijvend. Dit steeds opnieuw zoeken naar verbeteringen om een beter resultaat te behalen is de kern van een goed functionerend zorgsysteem. Door deze verbeteringen vast te leggen in liet KMA-zorgsysteem wordt tevens 'aantoonbaar' gemaakt dat voldaan wordt aan de gestelde eisen.
Het stappenplan bestaat uit vijf stappen: Stap 1: Voorbereiding: Directiebesluit en formuleren intentieverklaring voor kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden: Aanwijzen van KMA-coordinator en projectgroep; Voorlichten van personeel. Stap 2: Vaststellen bestaande situatie: Met betrekking tot: Het resultaat op het gebied van kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden; De aanwezigheid en werking van de systeemelementen van het KMAzorgsysteem. Stap 3: Vaststellen doelen en verbeterpunten: Met betrekking tot: Het resultaat op het gebied van kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden; De aanwezigheid en werking van de systeemelementen van het KMAzorgsysteem. Stap 4: Verbeteren door nieuwe werkwijze en vastleggen daarvan in het KMAzorgsysteem: Opstellen en uitvoeren actieplan verbeteringen; Vastleggen in procedures enlof functieomschrijvingen. Stap 5: Vaststellen in hoeverre de doelen en verbeterpunten gerealiseerd zijn: Met betrekking tot: Het resultaat op het gebied van kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden; De aanwezigheid en werking van de systeemelementen van het KMAzorgsysteem.
8.
AANPAK VAN ARBORISICO'S
In de voorgaande hoofdstukken 3 en 4 bespraken we belangrijke arborisico's die bij het werk in het Natuursteenbedrijf in min of meerdere mate voorkomen. Als belangrijkste arborisico's die met behulp van hulpmiddelen en PBM te verminderen zijn, komen uit deze onderzoeken de volgende risico's naar voren: Lichamelijke belasting Blootstelling aan lawaai Blootstelling aan trillingen Blootstelling aan gevaarlijke (toxische) of hinderlijke stoffen Klimaataspecten Veiligheidsaspecten Wij verwijzen hiervoor naar de Arbomap Natuursteenbedriiven waar in hoofdstuk (IJ) ~, aanbevelingen en informatie over deze arborisico's zijn opgenomen en naar de cursus Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Natuursteenbedrijf. Risico's betekenen kans op gevaar, op een ongeval, gezondheidsklachten enlof beroepsziekten. In de dagelijkse praktijk zijn deze risico's steeds aanwezig. Risico's zijn te voorkomen en we kunnen met bepaalde risico's werken. Dit worden aanvaardbare risico's genoemd: zolang verstandig wordt gewerkt, hoeft er niet veel aan de hand te zijn. Door verschil in vakmanschap kan voor de een een situatie risicovol kan zijn en voor de ander dezelfde situatie geen kans op ongeval betekenen. In het algemeen weten juist ervaren medewerkers heel goed gevaren en risico's in te schatten. Onervaren en jonge medewerkers weten dat minder goed. Daarom is het zo belangrijk hen goed te begeleiden om verantwoord om te gaan met risico's. Bij het inschatten van risico's kunnen fouten worden gemaakt. Vooral als men niet op de hoogte is van de aanwezigheid van kans op schade aan de gezondheid. Bepaalde materialen hebben soms complexe chemische samenstellingen. Sommige stoffen hebben een hoge concentratie of zijn bij veelvuldig gebruik schadelijk. Zoiets is niet zomaar te zien. Het etiket van het produkt of het Produkt Informatieblad lezen is daarom geen overbodige luxe. Door gebruik van nieuwe materialen en gereedschappen is de kans groter dat werknemers de gevaren, die daaraan verbonden kunnen zijn, niet herkennen. Opleiding en instmctie zijn daarom belangrijk.
8.1
Welke risico's zijn aanvaardbaar?
De kans op een ongeluk of gezondheidsklachten is natuurlijk nooit helemaal uit te sluiten. 'Waar gehakt wordt, vallen spaanders' is het spreekwoord. Anders gezegd: daar waar gewerkt wordt, kunnen ongelukken gebeuren. Risico's zijn aanwezig. Het is van belang om te zorgen dat de risico's zo klein mogelijk zijn. De vraag is daarbij hoeveel risico genomen kan worden. En welke risico's zijn aanvaarbaar? De meningen daarover zijn verdeeld. De een vindt een risico onaanvaardbaar, de ander blijft onverschillig. Zonder afzuiging polijsten of zagen; slijpen zonder veiligheidsbril: kan dat? Hoe groot is volgens u het risico?
Weegt het makkelijker werken zonder persoonlijke beschermingsmiddelen op tegen de kans op schade voor uw zezondheid'? Gevaarlijke situaties inschatten is te vergelijken met een verkeerslicht. Bij rood stoppen, bij groen doorrijden, maar bij oranje'? Uit onderzoek blijkt dat mensen bij het beoordelen van kansen en risico's de neiging hebben om voor zichzelf een uitzondering te maken. 'Dat gebeurt mij niet'. Op basis van gemakzucht en haastige spoed worden soms voorzorgs- en veiligheidsinaatregelen achterweze gelaten of risico's zenomen die onaanvaardbaar zijn.
8.2
Het aanpakken van risico's
Er bestaan verschillende risico's in verschillende situaties. Sommige risico's zijn te voorkomen, tegen andere kan de werknemer zich beschermen. Bij het aanpakken van risico's zijn er vier niveaus van maatregelen: l . Maatregelen aan de bron: Bekijk vooraf of het risico te voorkomen is of weggenomen kan worden. We noemen dat bestrijden aan de bron of een bronmaatregelen treffen. 2. Gebruik hulpmiddelen: Til bijvoorbeeld niet boven de 25 kilo, til met zijn tweeen of gebruik hulpmiddelen. Gebruik afzuiging of ventileer bij blootstelling aan stof. 3. Scheiding van mens en bron: Als het gevaar niet weggenomen kan worden, waarschuw dan de anderen voor de gevaarlijke situatie. Geef duidelijk aan waarop gelet moet worden. Scherm het gevaar af zoals door omkasting van machines in verband met het lawaai of nat zaagwerk in een aparte mimte. 4. Gebruik persoonlijkr brschei-!~iingsi~iiddrlen (PBM). Hierbij wordt duidelijk dat bronbestrijding de hoogste prioriteit heeft. Het aanpakken van risico's moet altijd vanuit de wettelijke verplichtingen het begrip 'redelijkerwijs' en 'doeltreffend' gebeuren. Daarmee kan in het bedrijf bepaald worden welke maatregelen in uw situatie noodzakelijk zijn. Het gebmik van PBM komt altijd als laatste maatregel.
9.
PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM)
In het Natuursteenbedrijf wordt gewerkt met machines, gereedschappen en hulpmiddelen en soms gevaarlijke (toxische) stoffen. Lawaai, trillingen, vocht en tocht en vele andere zaken kunnen gevaar en gezondheidsrisico's opleveren voor de werknemers. Om de risico's van het vak te bestrijden kunnen we op verschillende manieren te werk gaan. Voor de hand ligt natuurlijk om de onveiligheid zoveel mogelijk . - aan de bron te bestrijden. Dat wil zeggen, zorgen voor goede en beveiligde machines en gereedschappen, de juiste materiaalkeuze, een ordelijke werkplaats (-plek) en verantwoorde werkmethoden. Slechts wanneer zelfs individuele bescherming van de werknemer niet mogelijk is, dienen doelmatige en passende persoonlijke beschermingsmiddelen aan de werknemer ter beschikking te worden gesteld. Daarbij moet de werkgever blijven zoeken naar een betere oplossing ter voorkoming of beperking van het gevaar. Voor gebruik, het onderhoud en de juiste toepassing van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moeten werknemers terdege worden geinstrueerd. Tevens zijn zij verplicht de voor hen bestemde PBM te gebruiken.
9.1
Wat kunnen we van PBRI verwachten?
Het is beslist niet zo dat door het gebruik van PBM alle gevolgen van ongevallen en gezondheidsklachten zijn te vermijden. Wel is het zo dat bij juist gebruik de gevolgen van een ongeval en de kans op gezondheidsschade in belangrijke mate kunnen worden beperkt. Er moet grote waarde worden gehecht aan een deugdelijke en betrouwbare constructie en uitvoering van persoonlijke beschermingsmiddelen. In verband hiermee gelden voor een aantal van deze middelen uniforme constructie- en beproevingsrichtlijnen. Wanneer de werknemers op de PBM willen blijven vertrouwen, dan moeten deze regelmatig worden gecontroleerd en er moet voor een goede opslag worden zorggedragen. Deze opslag dient bij voorkeur te geschieden in een speciaal daarvoor bestemde ruimte. Het beheer van deze ruimte dient te berusten bij een verantwoordelijke en ter zake kundig persoon. Deze draagt tevens de zorg voor de controle en het onderhoud van de aanwezige PBM. Het dragen van PBM wordt vaak als hinderlijk beschouwd. Men moet zich echter bedenken dat dit ongemak niet opweegt ten het leed dat (blijvend) letsel veroorzaakt. In het Arbobesluit persoonlijke beschermin~smiddelen"is wettelijke vastgelegd wanneer een werkgever aan ziin - werknemers een persoonlijk beschermingsmiddel moet verstrekken en ook aan welke eisen deze middelen moeten voldoen. "
9.2
Arbeidsomstandighedenbesluit PBM
9.2.1
Eisen aan PBhl
1.
Aan werknemers Ier beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen moeten op basis van dit besluit en het Warenwetbesluit PBM zijn toegestaan en voldoen aan de EG-eisen (EG- of CE-merk).
2.
Het persoonlijke beschermingsmiddel moet: * Geschikt zijn voor het doel (vermijden van een bepaald gevaar). Beantwoorden aan de omstandigheden op de werkplaats. Ergonomisch verantwoord zijn. Aangepast aan degene die het moet dragen. Het persoonlijke beschermingsmiddel mag geen (extra) gevaren opleveren voor de drager. Dat betekent onder andere dat bet, als het niet wordt gebruikt, zodanig moet worden bewaard dat het niet vies kan worden of kapot kan gaan.
3.
Als het noodzakelijk is om meerdere persoonlijke beschermingsmiddelen tegelijk te dragen, dienen die op elkaar te worden afgestemd, opdat de bescherming van het ene persoonlijke beschermingsmiddel niet wordt verminderd door een ander en er geen andere (nieuwe) gevaren ontstaan.
4.
De keuze van het persoonlijke beschermingsmiddel is in eerste instantie afhankelijk van het gevaar dat dient te worden voorkomen of beperkt. Verder is van belang hoe ernstig het gevaar is, hoe frequent de werknemer aan het gevaar wordt blootgesteld en de kenmerken van de werkplek van de desbetreffende werknemer. Bij de definitieve keuze wordt ook in acht genomen hoe het persoonlijke beschermingsmiddel gebruikt gaat worden, hoe lang het gedragen moet worden en hoe doelmatig het is.
5.
Het is, uit hygienisch en gezondheidsoogpunt, in principe de bedoeling dat een persoonlijke beschermingsmiddel persoonsgebonden is en blijft. Als het onvermijdelijk is dat een persoonlijke beschermingsmiddel door meerdere personen wordt gedragen, dienen maatregelen getroffen te worden (bijvoorbeeld vernieuwen van vervangbare onderdelen. die in aanraking komen met de werknemer).
6.
Binnen het bedrijf moeten adequate gegevens beschikbaar zijn over ieder persoonlijk bescherniingsi~iiddel dat wordt gebruikt. Bedoeld wordt gegevens zoals: EGmerkteken (CE). risico's en geboden bescherming, verhoogd gevaar als gevolg van het persoonlijke besclieriningsmiddel, het persoonlijk beschermingsmiddel in relatie tot specifieke omstandigheden op de arbeidsplaats, gegevens met betrekking tot ergonomie en met betrekking tot bepaalde categorieen werknemers (bijvoorbeeld jeugdigen), de wijze waarop hei persoonlijke beschermingsmiddel aangepast kan worden aan de drager.
7.
Persoonlijke bescheriningsmiddelen mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd zijn en overeenkomstig de gebruiksaanwijzing.
9.2.2
Beoordeling en ketize PBM op basis van de ABRIE-Natuursteenbedrijf
Indien de werkgever op grond van de Risico-inventarisatie en -evaluatie (artikel 4 Arbowet) tot de conclusie komt, dat persoonlijke beschermingsmiddelen dienen te worden verstrekt, dient hij door middel van een schriftelijke beoordeling het meest doelmatige en passende persoonlijke beschermingsmiddel te kiezen om de bij het werk aanwezige gevaren te voorkomen of te beperken. De beoordeling dient te omvatten: Een analyse en een evaluatie van de gevaren; * Een omschrijving van de kenmerken die de persoonlijke beschermingsmiddelen moeten bezitten om de gevaren te voorkomen of te beperken; Een evaluatie van de kenmerken van de op de markt beschikbare persoonlijke beschermingsmiddelen, die dan worden vergeleken met de bij het tweede punt genoemde kenmerken, wat vervolgens leidt tot de keuze van het beste PBM. De beoordeling dient te worden herzien indien daartoe aanleiding bestaat
9.2.3
Verplichtingen bij gebruik van PBM
* De werkgever moet de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen daadwerkelijk en in voldoende aantal (iedere werknemer eigen beschermingsmiddel) ter beschikking stellen. Hij moet er ook op toezien dat de werknemers de persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken (voor het doel waarvoor ze bestemd zijn). De werkgever dient de voorlichting en training PBM te verzorgen. Ter voorkoming of beperking van gevaar zorgt de werkgever, naast maatregelen in de sfeer van de werkorganisatie, voor veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk door middel van gebodsborden voor het gebruik van PBM waar dat nodig is. Op machines worden dan (waar nodig) aan beide zijden stickers met gebodsborden (pictogrammen) zoals dragen van gehoorbescherming verplicht. * De werknemer is verplicht de hem ter beschikking gestelde PBM te dragen, deze zindelijk te houden en voor het behoud ervan te zorgen. Personen jonger dan 18 jaar mogen niet werken met schadelijke stoffen, waarvoor het gebruik van PBM is voorgeschreven (behalve vanaf 16 jaar in het kader van een erkende beroepsopleiding onder deskundig toezicht).
Op het gebied van PBM Iiehhen werkgever en werknemer beiden, in de wet vastgelegde, verplichtingen: Werkgever
. .
PBM gratis ter heschikkiiig sii'lii.i> cii vervangen.
Werknemer iip
iiid
Vooriichtiiigltraini~i~ icrzorgco. Waar mogeljjk draagpiiclii a;iiigc\cii (iioiir hortiai/ stickers). Toezicht houden op,iiiist gchi-klik. Tussentijdse inspectie uiivoi.rc.i~tip ! q : i a I i l ~I>Bivl.
.
Meewerken aan vooriichting en training over gebruik en onderhoud PBM. PBM op dejuiste wijze gebruiken
PBM goed onderhouden en beheren Vermissing. tekortkomingen of beschadiging onmiddellijk melden aan leidinggevende.
In de Arbomap Natuursteenbedrijven ~vordenPBM behandeld in: * Hoofdstuk D 3 - (Bij de Risico-inventarisatie) Hoofdstuk IJ 2 - (Aanbevelingen en Informatie) * Bijlage pq - (Persoonlijke beselieriiiiiigsniiddelen Beleid)
9.2.4
Uitgifte en beheer van PBM
Bij uitgifte en beheer vali I'BM aan de werkneniers dienen enkele aspecten goed geregeld te zijn. zoals: * Tussentijdse controle: * Voorraadbeheer: * De wijze van uitgifte. iristructie en training; * Kosten bij verlies: * Goede opbergmogelijklieden: Het PBM-forniulier Persoonlijk pukkei PB,\[: Er is veel voor te zeggen om PBM op de persoon te verstrekken, met andere woorden: een persoonlijk pakket voor iedere \verknemer. Dit verlaagt de drempel om ze te gaan gebruiken. Ook hygiene speelt hierbij een rol. Afhankelijk van de activiteit of functie kunnen de pakketten verschillend zijn samengesteld. Tussentijdse controle vnn de PBM Slechts voor enkele PBM geldt een maximale levensduur of een termijn voor tussentijdse inspectie, onder andere voor: * De veiligheidshelm Otoplastieken (individueel aangenieten gehoorbescherming (IAG) Sommige ademhalingsbeseherining. Men kan veel administratieve rompslomp voorkomen door deze middelen een keer per jaar visueel te (laten) inspecteren op gaaflieid en goede werking. Dit kan, na de nodige instructie
van de leverancier. door een eigen medemerker worden gedaan. Bijvoorbeeld de voorraadbeheerder van de middelen inxt uitzondering van de otoplastieken). Iesirekking beheer PB.11: In het bedrijf moet geregeld zijn: Wie de uitgifte verzorgt: Wie de instructie en voorlichting verzorgt na uitreiking; voor sommige PBM zoals bepaalde ademhalingsbesclieriiii1g. is een vaardigbeidstraining vereist. * De PBM worden periodiek verstrekt (bijvoorbeeld schoenen, kleding) of vervangen na inlevering van de versleten of beschadigde middelen. Er dient wel aantekening te worden gemaakt van opnieuw verstrekte middelen.
Kosren hij ,:erlier irin PBA.1: Het is van belang goede afspraken te maken over wie de kosten betaalt bij verlies van PBM. Werknemers PBM laten betalen die zij kwijt zijn geraakt, is alleen verdedigbaar als hen nalatigheid kan worden ver\veten. Een goede opbergmogelijkheid op het werk, zoals afsluitbare kastjes. kan \vegraken voorkomen. PBM-formulier: Bij uitgifte van PBM aan werknemers kan gebruik worden gemaakt van een PBM-formulier (zie voorbeeld). Bij uitgifte van de PBM tekent de werknemer het formulier voor ontvangst. Op dit forn~ulier bevestigt hij tevens dat de nodige instructie is gegeven over de werkzaamheden/situaties n.aarbij ze gebruikt moeten worden en het juiste gebruik en onderhoud van de PBM. De ingevulde forniulieren dienen op een centraal punt of door de arbocoordinator te worden beheerd.
0nderjsrcki.sdc Xsaiu: Adres:
o
o
srilgliridslieliii \eiIigheidsbril min>zicliibril piioorkappeii otoplaslirkeii Iialfgclaatsniaskcr volgclaatsii~asiiri verse-lucliii~ias~ei doorwrkpak vrilighridrscl~o~iieli vciii~heidsleaizci, reiliglieidsIlnlidicl~iic~~i>~l
o
...............................
D
...................................
o o
o o o o
o U U
U
Handtekening (gemachtigde van) werkgever:
Flitals. Datum:
9.2.5
Uaam
Suggesties voor inkoop en uitreiking PBM
Neem contact op met ekn of ineerdere leveraiiciers van PBM Laat deze langs komen met een monstercollectie van de te kiezen PBM Betrek de werknemers bij de keuze Sommige leveranciers zijn bereid enkele pasmodellen ter beschikking te stellen Maak afspraken over ruilmogelijkheden (indien mogelijk) Voorlichting en motivatie door de leiding is van belang evenals het goede voorbeeld.
10.
BEDRIJFSHULPT'ERLENING
In de nieuwe Arbowet zijn een aantal nieuwe artikelen over bedrijfshulpverlening (BHV) opgenomen. Daarnaast is er een Besluit Bedrijfshulpverlening. Om de gevolgen voor de werknemers bij ongevallen en calamiteiten zoveel mogelijk te beperken, moet in alle bedrijven passende bedrijfshulpverlening (BHV) georganiseerd zijn. Iedere werkgever moet in overleg met zijn werknemers maatregelen nemen, voorzieningen treffen en een of meer BHV'ers aanstellen. Doel hiervan is om bij ongevallen eerste hulp te verlenen, brand te bestrijden, werknemers zonodig te evacueren en communicatie met hulpverleningsinstanties te onderhouden.
10.1
Regelgeving
De Arbowet geeft in algemene termen de verplichtingen inzake Bedrijfshulpverlening weer. Een en ander houdt in dat de werkgever een of meer werknemers moet belasten met de volgende taken: * EHBO; Het bestrijden van brand: * Het evacueren van medewerkers in noodsituaties: De communicatie niet huipverleningsorganisaties. De aard en omvang van de bedrijfsrisico's bepalen de organisatie van de BHV en het aantal BHV'ers (zorg op maat). Als er risico's bestaan voor de veiligheid enlof gezondheid van andere werknemers in de nabije omgeving. dan moeten de betrokken werkgevers organisatorische maatregelen treffen, zodat BHV'ers over en weer bijstand kunnen verlenen. Een werkgever die een natuurlijk persoon (en dus geen rechtspersoon) is en niet meer dan 15 werknemers in dienst heeft hoeft geen bedrijfshulpverlener aan te wijzen maar mag deze taken zelf uitvoeren mits hij beschikt over voldoende deskundigheidlervaringluitrusting (artikel 13b. Arbowet, Algemene uitzonderingen). Bij de organisatie van bedrijfshulpverlening moet de werkgever uitgaan van een inventarisatie en evaluatie van risico's (ongevallen, brand, calamiteiten). Bij een ongeval of brand moet een bedrijfshulpverlener binnen enkele minuten hulp kunnen verlenen.Bedrijfshulpverleners moeten steeds bereikbaar zijn en over voldoende uitrusting en middelen beschikken. Er moet een voor iedere werknemer toegankelijk overzicht zijn van de personen die met de bedrijfshulpverlening zijn belast. Minimum aantallen bedrijfShulpverleners: Bedrijf < 50 werknemers 1 Bedrijf 50-250 werknemers : 1 per 50 werknemers
Er moeten instructiekaarten opgehangen worden waarin vermeld is wat iedere werknemer moet doen in geval van ongeval of brand. De wijze waarop de BHV is georganiseerd moet op schrift staan (een BHV-plan) en aan alle medewerkers worden bekend gemaakt. 10.2
Eisen van deskundigheid
De bedrijfshulpverleners moeten over voldoende deskundigheid, ervaring en uitrusting beschikken om hun taken naar behoren te kunnen vervullen. Voor ieder bedrijf moeten de goede deskundigheid, ervaring en uitrusting aanwezig zijn. Dit is het zogenaamde 'bedrijfshulpverleningszorg op maat'-principe dat voortvloeit uit de risico-inventarisatie en evaluatie (art. 4.1. Arbowet). 10.3
Opleidingseisen bedrijfshulpverleners:
EHBO-diploma Reanimatie of levensreddende handelingen Dagcursus elementaire brandbestrijding * De geoefendheid moet op peil blijven; de werkgever moet gelegenheid bieden tot het volgen van herhalingscursussen en oefeningen. 10.4
Plattegronden en instructiekaart
Voor elk bedrijf dient op plattegronden of overzichtstekeningen met behulp van pictcgrammen of andere kenmerken het volgende te worden aangegeven: Vluchtroutes; Blusapparatuur; * Brandmelders; Hoofdafsluiters en -schakelaars; Verzamelplaats bij evacuaties: EHBO-middelen; Opslag gevaarlijke stoffen. Deze plattegronden moeten op duidelijk zichtbare wijze op centrale plaatsen worden opgehangen. Vluchtroutes en dergelijke moeten ook in werkelijkheid met identieke signalering worden aangeduid. De instructiekaart moet aan de reele situatie worden aangepast. 10.5
Praktische invoering BHV
Bedrijfshulpverlening op maat betekent onder meer dat op basis van een inventarisatie en evaluatie de risico's worden vastgesteld en hoe de organisatie van de bedrijfshulpverlening gestalte moet krijgen. Bij een dergelijke inventarisatie en evaluatie is ondersteuning door
een arbodienst verplicht. Deze arbodienst kan verder adviseren ten aanzien van de concrete wijze waarop voor een specifieke bedrijfssituatie invulling kan worden gegeven aan bedrijfshulpverlening. In ieder zeval dient te worden uitgegaan van het minimum aantal wettelijke verplicht bedrijfsliulpverleners (zie boven). Zie ook P-196 (Publicatieblad van de Arbeidsinspectie: Leidraad voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan). Instriictiekaart Wat te doen bij ongeval of brand
. Waarscliuw de ~~~~~~~~~~~~~~~~lc~ier !. Meldt ongeval of brand x111 k:iiiii~r~i!h~dl-ijfsleidi~i~
Directeur iiirldi ongeval aan ii:i;i\re fiiiiiilie i. Directeur meldt ongeval arm Arliridsiiispeciie i . Directeur niaakt oiigevalleiirappoi.r.
i.
Bedrijfshulpverleners:
Telefoonnummers: Alarm 112
Politielbrandweerinmbulance geef hierbij duidelijk lier adres eii hc;i~~rii'i><~rd riisiig de vragen: 4dres Bedrij? ielefooniiumnier: :ontactprrsoon: Plaatselijk arts Plaatselijke politie Plaatselijke brandweer Arbeidsinspectie in de regio Bilzonderheden van liet a r i k
BIJLAGE 1
Verplichtingen van de werkgever en werknemers In de Arbomap Natuursteenbedrijf worden in hoofdstuk F een aantal verplichtingen genoemd van de werkgever en de werknemers. In hoofdstuk B van de map zijn deze verplichtingen toegelicht. De werkgever is verantwoordelijk voor een zo groot mogelijke veiligheid, een zo goed mogelijk bescherming van de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid. Uitsluitend voldoen aan de minimum-normen is niet voldoende. Daar waar het beter kan en dit redelijkerwijs van de werkgever kan worden verwacht - moet hij daarin voorzien. Of iets redelijkerwijs van de werkgever te verwachten is, is onder meer afhankelijk van de technische mogelijkheden, de mate waarin anderen reeds op deze manier maatregelen hebben getroffen en een bedrijfseconomische toets. De werknemerheeft ook verplichtingen. Het algemene uitgangspunt is dat de werknemer de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht moet nemen om gevaren voor de veiligheid en de gezondheid te vermijden. Zowel voor zichzelf als voor anderen (artikel 12). Daarnaast worden een aantal concrete voorschriften gegeven. Zo moeten machines en werktuigen op de voorgeschreven wijze worden gebruikt, en moeten werknemers voorlichting en onderricht volgen als dat wordt aangeboden. Zij moeten ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen gebmiken en moeten gevaren onmiddellijk aan de werkgever melden. Samenwerkingsoverleg. Hoewel de werkgever primair verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden in zijn bedrijf, spelen bij het tot stand komen van goede arbeidsomstandigheden ook de werknemers een belangrijke rol. Zij moeten met de werkgever samenwerken bij de verbetering van de arbeidsomstandigheden. Deze samenwerking komt in de eerste plaats in het overleg tussen werkgever en werknemers tot stand. Daarnaast zijn situaties genoemd waarin de werkgever verplicht is om overleg over de arbeidsomstandigheden te voeren. De rechten van de werknemers hebben betrekking op tijdige informatie van de zijde van de werkgever, het inschakelen van deskundigen om een advies uit te brengen, het spreken van de Arbeidsinspectie buiten tegenwoordigheidvan de werkgever en het begeleiden van de Arbeidsinspectie bij een bezoek aan het bedrijf.
Hieronder worden de vespliclitingeii van de werkgever nog eens beknopt vermeldt met enige actuele aanvulling (zie boofdstuk F en B): i Algemene zorg VGW (artikel 3) Beleidsvoering op basis van de RIE (artikel 4)
(De werkgever is verylichr o w r alle beleidsvoornemens die van aanwijsbare invloed kunnen zijn op de arbeiclsornstandighrden vooraf overleg te voeren met de werknemersverreger~\~'oordi,qit~~ of OR. Daarnaast moet ook over het arbojaarplan (artikel 4 lid 4) en over her re voeren verzuimbeleid overleg worden gevoerd (artikel 4a). In her bedrijS of op @delingen moet iverkoverleg ingevoerd worden, voor zover de veiligheid, gezondheitl en her ii,el,-(invan de werknemers dat vereist (artikel 16)) iRisico-inventarisatie: ABRIE Natuursteenbedrijf (zie Map Hoofdstuk 3,2) Ziekteverzuimbeleid (In artikel 4a word aangegeven dar de werkgever beleid moet voeren om het ziekteverzuim terug re dringen. Bedrijven met meer dan honderd werknemers moeten over het verzuimbeleid rapporteren in het arbojaanserslag. De werkgever is verplicht om zich bij de verzuimbegeleiding re laten ondersteunen door een arbodienst. De werkgever kan grotendeels zelf bepalen voor- welke taken hij een arbodienst inschakelt bij de controle en begeleiding van zieke ii~erknerners.De arbodienst moet hem adviseren over het opzetten van het verzuimbeleid en ondersreuning bieden bij de verzuimbegeleiding. De werkgever is verplicht om een kopie van het contract met de arbodienst over de verzuimbegeleiding op te sturen naar de bedrG7:s~'ereniging). iDesh~ndigeondersteuning (artikel 17 t/m 23) (De artikelen I 7 rot en nier 23 van de Arbowet hebben betrekking op deskundige ondersteuning op her gebied \.YIII veiligheid, gezondheid en welzijn. Alle werkgevers zijn verplicht om deskundigen in re schakelen bij de uitvoering van de Arbowet. De manier waarop in een bedrijf de zorg voor arbeidsomstandigheden en de bijbehorende deskundigheid is georganiseerd, moer gerelateerd zijn aan de risico's die in het bedrijf voorkomen en aan de on~vangvan her bedrijy Het gaat dus om 'zorg op maat'. Verder is de werkgever in principe \.rij om in overleg met de werknemers (OR) de preventiezorg gestalte re geven op e icYjze die voor zijn or-gonisatie het meest wenselijk is. Men kan dus kiezen. Inschakeling van deskirndigen in ieder geval verplicht bij: Het opstellen van een risico-invetztarisatie Het op grond van deze ini'entarisatie en evaluatie samenwerken met de werkgever en werknemers (OR) om re komen rot verbetering van de arbeidsomstandigheden. Verzuimbegeleiding van zieke werknemers. * Het uitvoeren van een vrijwillig arbeidsgezondheidkundig onderzoek. Het uitvoeren van een arbeidsgezondheidkundig spreekuur. Het (mede) uitvoeren van maatregelen om te komen tot verbetering van de arbeidson~standighedetz.
Arbojaarplan en arhojaarverslaf (artikel 4 lid 3 en artikel 10) (De overhad wil de:? iwplidnir~giri ck toekornsr schrappen) Voorlichting en onderricht E Melding ongevallen en beroepsziekten (artikel 19) (In de toekomst :idlen Depmlde ongei,allen door de werkgever bij de Arbeidsinspectie gemeld moeren rroiderz en beroepsziekren door de bedrijfsarts bij het Nederlands Centrum voor Beroepsriektnz). E Gevaar voor derden (artikel 11) m Samenwerking (artikel 30) w Jeugdigen (artikel 7 en 8)
BIJLAGE 2
Relevante wetsartikelen Artikel 6:170 BW 1. Voor schade, aan een derde toegebracht door een fout van een ondergeschikte, is degene in wiens dienst de ondergeschikte zijn taak vervult aansprakelijk, indien de kans op de fout door de opdracht tot het verrichten van deze taak is vergroot en degene in wiens dienst hij stond, uit hoofde van hun desbetreffende rechtsbetrekking zeggenschap had over de gedragingen waarin de fout was gelegen. (6.168). 2. Stond de ondergeschikte in dienst van een natuurlijk persoon en was hij niet werkzaam voor een beroep of bedrijf van deze persoon, dan is deze slechts aansprakelijk, indien de ondergeschikte bij het begaan van de fout handelde ter vervulling van de hem opgedragen taak. 3. Zijn de ondergeschikte en degene in wiens dienst hij stond, beide voor de schade aansprakelijk, dan behoeft de ondergeschikte in hun onderlinge verhouding niet in de schadevergoeding bij te dragen, tenzij de schade een gevolg is van opzet of bewust roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval, mede gelet op de aard van hun verhouding, kan anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald (6:7.102, 257). Artikel 1637a BW Deze arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij de ene partij, de arbeider, zich verbindt, in dienst van de andere partij, den werkgever, tegen loon gedurende zekeren tijd arbeid te verrichten. Artikel 1638x BW 1. De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen, waarin of waarmee hij den arbeid doet verrichten. op zodanige wijze in te richten en te onderhouden, alsmede omtrent het verrichten van den arbeid, zodanig regelingen te treffen en aanwijzingen te verstrekken, dat de arbeider tegen gevaar voor lijf, eerbaarheid en goed zover beschermd is, als redelijkerwijze in verband met den aard van den arbeid gevorderd kan worden. 2. Zijn die verplichtingen niet nagekomen, dan is de werkgever gehouden tot vergoeding der schade aan den arbeider dientengevolge in de uitoefening zijner dienstbetrekking overkomen, tenzij door hem het bewijs wordt geleverd dat die niet nakoming aan overmacht, of die schade in belangrijke mate aan grove schuld van den arbeider is te wijten. 3. Indien den arbeider, tengevolge van het niet nakomen dier verplichtingen door den werkgever, in de uitoefening zijner dienstbetrekking, zodanig letsel heeft bekomen, dat daarvan de dood het gevolg is, is de werkgever jegens den overblijvende echtgenoot, de kinderen of de ouders van den overledene, die door zijnen arbeid plegen te worden onderhouden, verplicht tot schadevergoeding, tenzij door hem het bewijs wordt geleverd, dat die niet-nakoming aan overmacht, of de dood in belangrijke mate mede aan grove
schuld van den arbeider is te wijten. 4. Elk beding, waardoor deze verplichting des werkgevers zouden worden uitgesloten of beperkt is nietig.
Artikel 1639da BW 1. De arbeider, die bij de uitvoering van de overeenkomst schade toebrengt aan de werkgever of aan een derde jegens wie de werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, is te dier zake niet jegens de werkgever aansprakelijk, tenzij de schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Uit de omstandigheden van het geval, kan mede gelet op de aard van de betreffende overeenkomst, anders voortvloeien dan in de vorige zin is bepaald. 2. Afwijking van het vorige lid en van artikel 170 lid 3 van boek 6 ten nadele van de arbeider is slechts mogelijk bij schriftelijke overeenkomst en slechts voor zover de arbeider te dier zake is verzekerd.