STELEN
Deze folder is een hulpmiddel voor jou en je kind om samen te leren over stelen en hoe je dit kan stoppen.
WAT IS STELEN? Stelen is drie dingen: 1. Iets bezitten dat niet van jou is 2. Iets houden dat je geleend hebt 3. Niet proberen de eigenaar te vinden van iets dat je gevonden hebt
Je kan deze BLV- termen (Bezitten, Lenen, Vinden) gebruiken wanneer je denkt dat jouw kind steelt.
Kruis hieronder aan wat stelen is? o Je brengt een bibliotheekboek niet terug
o Je eet wat fruit in de supermarkt
o Je pakt, zonder het te vragen, geld uit iemands portemonnee
o Je neemt wat kantoorbenodigdheden (bijv. pennen, papier) van werk mee naar huis
o Je pakt een pen van iemand met wie je werkt o Je houdt een briefje van tien euro dat jij op de grond vindt
Antwoord: Dit is allemaal stelen.
WAAROM STELEN KINDEREN?
Kinderen leren om te stelen. Dit betekent dat ze ook kunnen leren om niet te stelen. Rond het vierde jaar hebben de meeste kinderen geleerd dat niet alles van hen is. Ze beginnen dan ook te leren wat van anderen is en te vragen of ze iets mogen lenen. Dus, als je kind steelt voor het vijfde jaar, dan is het belangrijk om met hem of haar hierover te praten. Het is belangrijk om het verschil uit te leggen tussen dingen die van je kind zijn, dingen die van anderen zijn en over toestemming vragen om iets te pakken dat niet van je kind is. Kinderen tussen de vijf en acht
jaar kunnen leren en begrijpen dat stelen verkeerd is. Er zijn veel redenen waarom kinderen stelen. Ze willen cadeautjes geven en populair worden bij hun vrienden; ze willen net als hun vriendjes cool zijn; ze vervelen zich of ze willen de grenzen bij hun ouders uittesten. Sommige kinderen stelen omdat ze het idee hebben dat dit de enige manier is waarop ze kunnen krijgen wat ze willen. Voor andere kinderen kan stelen een manier zijn om aandacht te vragen of om spanning te beleven. Het kan sommige kinderen ook een gevoel van macht of controle geven.
Steelt jouw kind? Het beantwoorden van deze vragen zal je helpen om erachter te komen of jouw kind steelt:
Mist er geld uit je handtas of portemonnee? Ja Komt je kind thuis met dingen die niet van hem zijn (en brengt je kind deze dingen ook niet na een paar dagen terug)? Ja
Nee
Nee
Missen er dingen uit je huis? Ja
Nee
Pakt je kind dingen zonder erom te vragen? Komt je kind thuis met eten waarvoor je hem geen geld hebt gegeven? Ja
Nee
Ja
Nee
Als je ja hebt geantwoord op de meeste van deze vragen dan kan het een goed idee zijn om met je kind te praten over de ernst van stelen.
HET STOP STELEN PLAN DEEL 1 Als je denkt dat jouw kind wellicht steelt, praat dan met hem: • Vraag of je kind weet wat stelen is. • Vertel dat stelen betekent dat je iets bezit wat niet van jou is, je iets houdt wat je geleend hebt of dat je niet geprobeerd hebt de eigenaar te vinden van iets dat je gevonden hebt. Onthoudt: BLV (Bezitten, Lenen, Vinden)
Eerste stap: Controleer alle dingen in de kamer van je kind en verder in en rondom het huis. Alles wat niet van hem of haar is moet worden teruggegeven of worden gegeven aan een goed doel.
De Stop Stelen Regel: • Thuis zijn alleen persoonlijke eigendommen toegestaan. Dit betekent dat dingen die geleend zijn zonder toestemming van de ouders of die gevonden zijn, worden teruggegeven of gegeven aan een goed doel.
• Wees duidelijk tegenover je kind over wat er zal gebeuren als hij zich niet aan de Stop Stelen Regel houdt. Je kind zal alles wat hij steelt, leent of vindt moeten teruggeven. Je kind mag er niet mee spelen en het niet gebruiken. Daarna zal je hem een extra klusje geven of iets tijdelijk verbieden wat je kind leuk vindt zoals een spel of TV programma. Noot: Stelen is ernstig en je moet er elke keer, dat het gebeurt strikt mee omgaan.
HET STOP STELEN PLAN DEEL 2 Probeer deze stappen te volgen als je kind iets heeft dat niet van hem of haar is
1. Benoem het Vertel je kind dat jij weet dat het ding gestolen is.
2. Geef het terug Vraag waar het vandaan komt en laat je kind het teruggeven. Als het niet teruggegeven kan worden of als je kind weigert te vertellen waar het vandaan komt, geef het dan aan een goed doel of breng het naar het politiebureau. Noot: Je moet het gestolen ding afnemen en wegdoen zodat je kind leert dat stelen verkeerd is.
3. Zeg “het spijt me” Je kind moet zeggen dat het hem spijt als het gestolen ding wordt teruggegeven. Jongere kinderen kunnen “het spijt me” zeggen. Oudere kinderen kunnen het zeggen of een brief schrijven. Als je niet weet van wie het gestolen ding is, dan kan het kind een “het spijt me” brief schrijven die je zelf bewaart.
4. Verbind een consequentie aan de vergissing Geef je kind een extra klusje of verbied tijdelijk iets dat hij leuk vindt, zoals een spelletje, stuk speelgoed, tv tijd of zakgeld. Je kind kan ook een klusje doen voor het slachtoffer.
HET STOP STELEN PLAN DEEL 3 SNAP (Stop Nu Ander Plan)
als hij de aandrang voelt om te stelen.
Het is belangrijk om je kind te helpen bij het bedenken van manieren om te krijgen wat hij wil.
Angsten van sommige ouders
Één manier waarop je dit kan doen is door SNAP (Stop Nu Ander Plan) te leren. SNAP helpt je kind om te stoppen en na te denken voor hij iets doet. Wanneer je kind in de verleiding komt om te stelen, is het eerste dat hij moet doen: STOPPEN. Dit kan je kind doen door de handen in de zakken te steken, na te denken over de gevolgen, een stap terug te doen of tot 10 te tellen. Zodra je kind gestopt is heeft hij een ANDER PLAN nodig. Het kan een plan zijn om jou te vragen of hij het ding mag hebben, voor het ding kan betalen of het kan verdienen. Ga er samen met je kind voor zitten en help je kind manieren te bedenken waarop hij SNAP kan gebruiken
“Ik heb het gevoel alsof ik een politieagent moet zijn voor mijn eigen kinderen.” Ja, dat moet je ook! Stelen is een ernstig probleem, maar je kunt dit ‘politiewerk’ met zorg en steun doen. Wees kalm en prijs je kind bij iedere stap die hij doorloopt: “Het is moeilijk om ‘Sorry’ te zeggen, maar je hebt het heel goed gedaan” of “Je hebt een vergissing gemaakt en mocht daarom een week lang je lievelingsprogramma niet kijken. Ik ben er heel trots op hoe je daarmee omgegaan bent.”
“Ik vind niet dat lenen stelen is.” Als je kind echt een probleem met stelen heeft, dan is het belangrijk om heel duidelijk te zijn over wat van je kind is en wat van anderen is. Je kind moet jouw toestemming vragen om iets te lenen.
“Moet ik dit voor altijd blijven doen?” Je moet stelen niet te gemakkelijk opvatten. En het kost tijd om te veranderen! Je kind moet leren dat stelen verkeerd is. Om het stelen te stoppen moet jij, je aan het “Stop Stelen Plan” houden zolang je kind steelt en nog wat tijd daarna. Als een kind steelt, verliezen de ouders het vertrouwen in het kind en het kost tijd om dit weer op te bouwen. Je kunt je zelfs een spion voelen, maar je moet elk kind van wie je denkt dat het steelt goed in de gaten houden. Als je niet zeker weet welk kind uit je gezin aan het stelen is, houd dan een gezinsvergadering om het probleem te bespreken.
Vertel wat jij denkt dat het probleem is en laat iedereen meedenken over mogelijke oplossingen. Geef het verdachte kind de kans om het stelen toe te geven. Wanneer je kind het stelen toegeeft, prijs hem dan, maar geef hem ook straf zoals een extra klusje of het verbieden van speelgoed of het kijken van een tv programma voor een bepaalde tijd. Als je denkt dat al je kinderen stelen, gebruik dan het “Stop Stelen Plan” bij allemaal.
Wat je niet moet doen • Als je kind iets heeft wat niet van hem is, dwing je kind dan niet en drijf hem niet in de hoek door te zeggen dat het gestolen is. Hierdoor zal je kind juist leren om te liegen. Terwijl je het ding afpakt zeg je alleen: “Dit is niet van jou. We hebben in dit huis de regel dat je geen dingen pakt die niet van jou
zijn”. Breng het ding terug en gebruik het “Stop Stelen Plan”. • Noem je kind geen dief. Schelden is niet behulpzaam. • Blijf niet over het stelen praten nadat je het besproken hebt. Kinderen leren meer door te doen, dan door te luisteren.
STELEN: VERHALEN VAN TWEE GEZINNEN Martin en de gestolen pókemonkaartjes
Martin is zeven jaar oud. Hij heeft pókemonkaartjes gestolen bij de speelgoedwinkel. Thuis en op school is hij doorgaans een braaf kind. Dit was de eerste keer dat hij thuis kwam met iets dat niet van hem was. Vader: “Martin, je hebt iets dat niet van jou is. Dat is stelen. Hoe zou jij je voelen als iemand jouw voetbal zou wegpakken?” (Martins favoriete stuk speelgoed) Martin: “Oh, dan zou ik heel boos worden. Dat is mijn coolste speelgoed!” Vader: “Nou, Martin, hoe denk je dat de baas van de winkel zich voelt als er mensen in zijn winkel komen en dingen pakken zonder ervoor te betalen?” Martin: “Boos? Woedend?” Vader: “Dat klopt.” Martin en zijn vader praten over wat er nu moet gebeuren. Ze besluiten om de pókemonkaartjes terug brengen
naar de winkel, ook al heeft Martin het pakje al geopend en ermee gespeeld. (Als Martin de kaartjes niet terug hoeft te brengen, dan denkt hij dat stelen geen probleem is). Martin zegt daarna “het spijt me” tegen de filiaalmanager van de supermarkt. Martin krijgt ook een straf – hij mag de eerste helft van de voetbalwedstrijd op tv niet kijken. Om de winkeleigenaar terug te betalen voor het pakje pókemonkaartjes, verdient Martin tien cent voor iedere dag dat hij de hond eten geeft. Martins ouders vragen hem om, de volgende keer dat hij iets wilde stelen, SNAP (Stop Nu Ander Plan) te gebruiken. Hij zegt tegen zichzelf: “Als ik steel, verlies ik iets dat ik leuk vind en ik moet de kaartjes toch terug geven. Ik kan maar beter mijn geld opsparen zodat ik de kaartjes kan kopen.” Martin steelt niet meer en heeft nu een leuke verzameling kaartjes bij elkaar gespaard.
Giovanka en het gestolen geld
Giovanka is een meisje van tien jaar. Ze steelt vaak geld uit de handtas van haar moeder. Ze gebruikt het geld om dingen voor zichzelf en haar vrienden te kopen. Giovanka’s moeder denkt dat Giovanka wel stopt met geld pakken zodra ze wat ouder is. Maar ook nu Giovanka ouder is blijft ze stelen van haar moeder en ook van haar broers. Giovanka’s moeder is erg ongerust en weet dat het probleem ernstig is. Ze laat haar geld en handtas niet langer rondslingeren maar bergt het op in haar slaapkamer. Ze weet dat ze met Giovanka moet gaan
praten. Ze maakt een lijst van alle dingen die Giovanka bezit en waarvoor ze geen geld heeft om het te kopen. Daarna gaat ze met Giovanka praten over deze dingen en haar vermoeden dat het verdwenen geld gebruikt is door Giovanka om deze dingen te kopen. Giovanka’s moeder zegt dat ze denkt dat Giovanka deze dingen heeft gekocht om indruk te maken bij haar vrienden. Moeder: “Giovanka, weet je wat stelen is?” Giovanka: “Tuurlijk, dat is als je iets pakt waar je niet voor betaald hebt.”
Moeder: “Dat klopt en ook als je iets pakt wat je niet gevraagd hebt, zoals geld uit mijn handtas. Vanaf nu wil ik dat je niets meer mee naar huis neemt wat niet van jou is. Je moet het eerst aan mij vragen.” Giovanka: “Wat als mijn vriendin mij speelgoed uitleent?” Moeder: “Je mag niets mee naar huis brengen als je het niet eerst aan mij vraagt.” Giovanka: “En dingen van school?” Moeder: “Ik zal een briefje aan je leerkracht geven. Als ze jou iets mee naar huis geeft, zal ze er een briefje bij moeten doen waarop staat dat het van haar is. Giovanka, is dat duidelijk?” Giovanka: “Ja, ik mag geen dingen mee naar huis nemen die niet van mij zijn, behalve als het van jou mag of als ik een briefje heb.” Moeder: “Dat klopt. En wanneer je toch iets mee naar huis neemt zonder het eerst aan mij te vragen of als ik zie dat er weer geld mist uit mijn handtas, krijg je een extra klusje of zal ik je iets verbieden dat je leuk vindt. Ook moet je het ding dan terug brengen en “het spijt me” tegen de eigenaar zeggen.”
Giovanka vindt het een leuk idee van haar moeder om lid te worden van een voetbalclub waar ze nieuwe vriendinnen kan leren kennen. Giovanka’s moeder vertelt haar ook dat ze eraan moet denken om SNAP te gebruiken als ze de neiging heeft om te stelen en tegen zichzelf moet zeggen: “Ik heb één goede vriendin die mij ook leuk vindt als ik geen cadeautjes voor haar koop” en “iedere week dat ik niet steel ga ik iets leuks doen met mijn mama”. Giovanka vindt het heel leuk dat ze iets alleen mag doen met haar moeder zonder haar broers!
In de drie maanden daarna moet Giovanka’s moeder het “Stop Stelen Plan” twee keer inzetten, maar ze ziet ook dat haar dochter meer zelfvertrouwen krijgt doordat ze lid is van het voetbalteam en door tijd die ze samen doorbrengen. Ze begint Giovanka weer te vertrouwen!
MAKKELIJKE MANIEREN OM JOUW KINDEREN TE HELPEN 1. Prijs je kind als hij jou vraagt of hij iets mag lenen of iets mag gebruiken dat van een ander gezinslid is.
6. Begrijp dat een winkelbezoek problemen zoals stelen kan creëren. 2. Schrijf je kind in voor activiteiten (bijv. scouting, sportclubs, muziekles).
7. Laat je kind weten dat je trots op hem bent dat hij niet steelt.
3. Weet wie de vriendjes en vriendinnetjes van je kind zijn.
8. Organiseer een bezoek aan het politiebureau, zodat je kind van de politie kan horen dat stelen verkeerd is.
4. Als het kind oud genoeg is, geef het dan zakgeld en manieren om extra geld te verdienen. 5. Herhaal jouw boodschappen duidelijk en wees geduldig. Het kost tijd om gewoonten te veranderen.
9. Toon het goede voorbeeld. Kinderen leren door te kijken naar de mensen van wie ze houden en die ze respecteren. 10. Beloon je kinderen voor goed gedrag.
STELEN: JA OF NEE? Ga samen met jouw kind aan tafel zitten en vraag je kind te beslissen welke van de onderstaande voorbeelden stelen is en welke niet. Vraag het kind om het
verdrietige gezicht te omcirkelen bij de voorbeelden die stelen zijn en het blije gezicht bij de voorbeelden die geen stelen zijn:
Met toestemming de pop van een vriendin lenen Aan een broer of zus vragen of je zijn / haar speelgoed mag gebruiken Een koekje uit de koektrommel pakken zonder het te vragen
Geld uit de handtas van oma pakken zonder het te vragen
Een portemonnee houden die je op weg naar school gevonden hebt Aan een buurman vragen of je de statiegeldflessen uit de vuilnis mag hebben Het springtouw van een vriendin pakken zonder dat zij het weet Vijf rietjes pakken om je drinken bij de McDonald’s op te drinken
SNAP… VOOR BLIJVENDE VERANDERING
STELEN Geschreven door Leena Augimeri Geïllustreerd door Bill Slavin Ontworpen door Esperança Melo Illustraties© Bill Slavin Vertaald door L. van Domburgh, H. vd Baan Verdere folders over: SNAP, PESTEN, LIEGEN & TIPS VOOR MOEILIJKE TIJDEN zijn ook beschikbaar © 2000, 2007 Child Development Institute © Nederlandse vertaling 2012 Intermetzo Voor informatie over SNAP® trainingen, bel Intermetzo 088-547700 of mail
[email protected] Voor informatie over SNAP® licenties, bel Intermetzo 088-5477040 of mail
[email protected]