Folder Borstvoeding
Dit document bevat vertrouwelijke informatie van JijWij. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorgaand schriftelijke toestemming van JijWij is verboden. © JijWij oktober 2015.
Voor je ligt een folder met de belangrijkste informatie over borstvoeding. Wij vragen je deze folder nauwkeurig door te lezen. Indien je vragen hebt, kun je altijd bij ons terecht. Deze folder is gebaseerd op de “10 vuistregels voor het welslagen van borstvoeding” van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en UNICEF. In de folder vindt je informatie van zwangerschap tot informatie die van belang is als je weer gaat werken. Wij wensen je veel leesplezier.
2
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Voorbereiden op de borstvoeding Gevoelige en lekkende borsten in het begin van de zwangerschap Start van de borstvoeding direct na de geboorte De eerste week Hygiëne en verzorging van de borsten Rooming-in Kolven Verschillende voedingshoudingen Ingetrokken en/of platte tepels Pijnlijke tepels en tepelkloven Borstvoeding als moeder en kind gescheiden zijn Borstvoeding en een baan Borstvoeding tijdens de Ramadan Borstvoeding bij een tweeling Borstvoeding na een borstoperatie Vitamines Adressen voor meer informatie
4 4 4 6 7 7 7 8 8 8 9 9 9 10 10 10 10
3
1 Voorbereiden op de borstvoeding Tijdens je zwangerschap is het wenselijk om al een keuze te maken over hoe je je kind wilt gaan voeden. Op deze manier kun je je goed voorbereiden. Hieronder staan enkele voordelen van het geven van borstvoeding: • Borstvoeding is de meest natuurlijke voeding voor een baby. De melk is precies aangepast aan je kindje qua samenstelling en temperatuur. Tijdens de hele borstvoedingsperiode past de voeding zich aan de behoefte van het kind aan. Zo krijgt je kindje als eerste de voeding colostrum binnen. Dit is dikke, gelige melk, welke rijk is aan antistoffen en het is licht verteerbaar. De eerste ontlasting (meconium) is dik en stroperig. Door de colostrum, wat laxerend werkt, is het voor het kindje makkelijker om deze ontlasting kwijt te raken. • Indien er een allergie in de familie voorkomt, is de kans bij het geven van borstvoeding kleiner dat de baby ook een allergie ontwikkeld. Verder zijn er aanwijzingen dat borstvoeding beschermend werkt tegen sommige infectieziekten. • Je baby moet bij het krijgen van borstvoeding hard aan de borst zuigen, wat de kaakontwikkeling bevordert. Daarnaast wordt de zuigbehoefte bevredigd. • Borstvoeding is goedkoper dan andere vormen van zuigelingen voeding. Je hebt het altijd bij je, waardoor je kan voeden op de tijden dat je kindje er behoefte aan heeft. Het is natuurlijk ook mogelijk om te voeden op vaste tijden wanneer je dit prettiger vindt. • Specifieke voordelen voor de moeder zijn naast het snel samentrekken van de baarmoeder, wat een sneller herstel geeft, ook de besparing van tijd en het opbouwen van een speciale band met je kindje. Uit onderzoek is ook bewezen dat het geven van borstvoeding de kans op verschillende vormen van kanker in vrouwelijke geslachtsorganen kan verminderen. Wanneer je voor borstvoeding kiest is het belangrijk dat je er volledig achter staat. De eerste dagen gaan niet altijd vanzelf omdat de voeding op gang moet komen en je het aanleggen nog moet leren. We kunnen je helpen bij eventuele problemen. Vraag om het telefoonnummer van de lactatiekundige uit de regio indien je die nodig hebt. Het is verstandig je aan te melden voor een voorlichtingsavond of borstvoedingscursus. Zo ben je nog beter voorbereid om borstvoeding te gaan geven zodra je kindje geboren is.
2 Gevoelige en lekkende borsten in het begin van de zwangerschap In het begin van de zwangerschap kun je veel last hebben van gevoelige borsten. Dit komt omdat de zwangerschapshormonen in je lichaam je borsten laten groeien. Met name de melkkanaaltjes in de borst groeien. Soms kun je gedurende de zwangerschap (rond de 20 weken al) melkdruppels uit je borsten verliezen. Dit noemen we ‘lekkende borsten’. Tips voor gevoelige en lekkende borsten: • Goede hygiëne: liefst niet met zeep wassen, alleen lauwwarm water gebruiken. • Je kunt in je bh een katoenen zakdoek dragen. Deze absorbeert de meeste voeding en werkt toch ademend. De zakdoekjes moet je wel regelmatig verschonen, anders kun je nog “lekplekken” krijgen.
3 Start van de borstvoeding direct na de geboorte We leggen de baby zo snel mogelijk na de geboorte aan, in ieder geval binnen één uur na de geboorte. Hierbij is huid-op-huid contact de eerste periode direct na de geboorte van het kind erg van belang voor zowel moeder als kind. Dit levert een belangrijke bijdrage aan de hechting tussen moeder en kind.
4
Voor het optimaal op gang komen van de melkproductie, is het advies om de baby ongeveer elke drie uur aan te leggen. Telkens aan beide borsten gedurende ongeveer tien minuten. De voorkeur wordt gegeven aan voeden op vraag. Dit kan soms betekenen dat er acht tot twaalf keer per dag wordt gevoed. Het is niet erg als het aanleggen niet iedere keer lukt. De baby heeft tijdens de zwangerschap vetreserves opgebouwd voor de eerste dagen na de geboorte. Redenen waarom direct en vaak aanleggen een positieve invloed heeft op het functioneren van moeder en kind: • Het zuigen stimuleert het samentrekken van de baarmoeder, bevordert de uitdrijving van de placenta en beperkt het bloedverlies. • Direct na de geboorte verkeren moeder en kind in een toestand die optimaal is voor het eerste contact. • De zuigreflex van de baby is het sterkst het eerste uur na de bevalling. Als we die stimuleren blijft deze in stand en vergemakkelijkt het aanleggen bij latere voedingen. • De peristaltiek van het spijsverteringskanaal van de baby wordt gestimuleerd. • De laxerende werking van het colostrum stimuleert de snelle uitscheiding van het meconium. • De borstvoeding komt eerder op gang waardoor het gewichtsverlies van de baby na de geboorte beperkt blijft. Het is belangrijk dat je goed weet hoe je de baby goed aan de borst moet leggen om kloofjes zoveel mogelijk te voorkomen.
Aandachtspunten bij het aanleggen: • Zorg voor privacy rust. • Was je handen. • Vraag aanwijzingen hoe je zelf je baby aan kunt leggen en waarom verschillende stappen in dat proces van belang zijn (zie onderstaand stappenschema). • Probeer zelf je kind aan de borst te leggen. Dit vergroot je zelfvertrouwen. Stap 1 Stap 2
Stap 3 Stap 4 Stap 5
Stap 6
Stap 7
Zoek een prettige houding waarbij al je spieren ontspannen kunnen zijn. De eerste dagen kun je de baby half slapend aanleggen. Probeer na enkele dagen om de baby eerst wakker te maken voor het aanleggen. Als de baby huilt probeer hem dan eerst te troosten voor het aanleggen. Keer de baby met het gezicht naar je toe en het neusje ter hoogte van de tepel. Oortjes, schouders en heupjes liggen op één lijn. Vraag hulp bij het ondersteunen van de borst, indien nodig, met één hand a.d.h.v. de zogenaamde C-greep (vier vingers onder de borst en de duim er los bovenop). Wacht met het aanleggen van de baby totdat deze zelf voedingssignalen geeft; zoeken smakgeluidjes en/of met tongetje langs de lipjes gaat. Laat de baby zelf zijn mondje wagenwijd open doen, eventueel na stimuleren van jou door met de tepel over het bovenlipje te strelen. Let op dat de baby de hele tepel en zoveel mogelijk van de tepelhof binnenkrijgt, zodat zijn kaakjes voorbij de overgang van tepel naar tepelhof terecht komen. Indien het neusje lijkt te verdwijnen in de borst, kun je de heupjes van de baby dichter naar je buik toe brengen. Borstvoeding geven mag, afgezien van het aanzuigen dan de tepel de eerste tijd en soms de niet toeschietreflex geen pijn doen. Bij stuwing kan het voorkomen dat de borst zo gespannen is dat de baby de tepel niet ver genoeg in de mond gezogen krijgt, at soms ook pijnlijk kan zijn. Ontspannen borstvoeding geven is belangrijk. Probeer de 5
Stap 8
baby anders opnieuw aan te leggen. Je kunt de baby van de borst halen door je pink in de mondhoek van de baby te brengen. Zo wordt het vacuüm verbroken. Na het snelle, ritmische zuigen om de toeschietreflex op te wekken, gaat de baby over in een rustiger tempo van ademen-zuigen-slikken met kleine pauzes. Laat de baby drinken tot hij de borst zelf loslaat. Na een boertje of een knuffel kun je de andere borst nog aanbieden, maar het is belangrijk dat één borst goed leeggedronken wordt. Zo krijgt de baby ook de vetste melk binnen en is de kans op verstoppingen van de melkklieren veel kleiner.
4 De eerste weken De eerste dagen kan het zijn dat de baby vrijwel geen honger heeft. Hij slaapt veel en zal ook nu steeds als hij in een lichte slaap is aan de borst gelegd moeten worden. Op de derde of vierde dag als de stuwing begint, wordt de baby nog steeds bij hongersignalen gevoed en dat is om de ca. drie uur. Stuwing is een natuurlijk proces waarbij er sprake is van een verhoogde toevoer van bloed naar de borsten, uit dit bloed wordt de melk gemaakt. De daaropvolgende dagen wordt de baby ook ongeveer om drie uur gevoed, met ’s nachts mogelijk een langere periode, die echter niet langer dan vijf tot zes uur mag duren. Voeden op vraag heeft de eerste dagen, maar zeker ook de periode hierna, de voorkeur. Het is belangrijk in te gaan op de voedingssignalen die de baby geeft. De melk is niet altijd hetzelfde. Naast individuele verschillen zijn de volgende factoren van invloed op de samenstelling van de moedermelk: • Stadium van lactatie; colostrum, overgangsmelk of rijpe melk. • Tijdstip van de dag. • Leeftijd van de baby; pré terme of à terme bevalling. • De ene of de andere borst; volumevariatie van 65% tot 100%. • Afkolven of laten drinken aan de borst. • Op verzoek of vaste tijden voeden. • Voeding van de moeder. De hoeveelheid borstvoeding is afhankelijk van de vraag ernaar, het is een systeem van vraag en aanbod. De baby mag aan de borst blijven liggen totdat hij/zij in slaap valt of de borst loslaat. Vuile luiers, temperatuur, gedrag en gewicht van de baby worden goed in de gaten gehouden. Zo kunnen we zien of de baby voldoende voeding krijgt. Als dat niet zo is dan zal er intensievere begeleiding worden gegeven. Hiervoor kan een lactatiekundige worden ingeschakeld. Om te zien of de baby voldoende drinkt, kun je letten op; • De tevredenheid van de baby die aan het einde van de voeding er ontspannen uitziet. • Het aantal plasluiers van de baby; de eerste 2 tot 3 dagen zijn het 2 à 3 natte luiers, maar als de melkproductie goed op gang is, zullen het 6 tot 8 plasluiers per dag zijn. • De ontlasting van de baby zal bij borstvoeding zacht blijven met een kleur die kan variëren van lichtgroen tot mosterdgeel, lijkend op diarree. • Na vier tot zes weken kan de ontlasting minder vaak gaan komen, is dan dikker en heeft een groter volume. Sommige baby’s hebben dan maar eens in de paar dagen ontlasting. • De alertheid van de baby. • De baby moet minimaal zes keer per dag worden gevoed. • De baby drinkt totdat hij voldaan is; dat kan soms na het leegdrinken van één borst, maar dat kan ook pas zijn na het krijgen van twee borsten.
6
• Na ongeveer tien dagen is er meestal een ritme gevormd zijn van ongeveer zes tot acht voedingen per dag wanneer je voedt op verzoek. Er kunnen nu af en toe “regeldagen” ontstaan. Regeldagen zijn dagen waarop de baby vaker wil drinken omdat hij gegroeid is en meer energie gebruikt. Ook kan de productie bij de moeder gestagneerd of teruggelopen zijn. Door vaker om voeding te vragen, stimuleert de baby het aanbod.
5 Hygiëne en verzorging van de borsten • Voor het voeden de handen wassen. • De borsten gedurende de borstvoedingsperiode alleen met water wassen, zonder zeep. • Na de voeding een druppel borstvoeding over de tepel smeren en laten drogen aan de lucht. • Een goed steunende beha dragen, die niet knelt. • Dagelijks de borsten controleren op rode plekken, harde schijven en eventuele veranderingen. • Spanning, onrust en stress kunnen een negatieve invloed hebben op het tot stand komen van de toeschietreflex en daarmee op de melkproductie.
6 Rooming-in Rooming-in wil zeggen dat moeder en kind overdag en ’s nachts samen blijven in een kamer. Dit bevordert de hechting tussen moeder en baby, zelfredzaamheid en zelfvertrouwen. Je leert zo snel de voedingssignalen van je baby te herkennen, waardoor de baby rustig aangelegd kan worden voordat hij huilend om voeding vraagt. Bovendien heeft de baby ook ’s nachts voeding nodig in de eerste acht tot twaalf weken. Bij rooming-in is het advies dat de baby het eerste halfjaar, na het voeden in zijn eigen bed slaapt i.v.m. het risico op wiegendood. Ook is het belangrijk dat de slaapkamer rookvrij is.
7 Kolven Indien de baby, om welke reden dan ook, 12 tot 24 uur na de geboorte nog vrijwel niet effectief heeft gedronken aan de borst, start dan binnen 24 uur met kolven om de ca. 3 uur. Hierdoor wordt de melkproductie gestimuleerd. Geef vervolgens de afgekolfde moedermelk aan de baby. Er bestaan verschillende manieren om te kolven: A. kolven met de hand: het kan soms prettig zijn om met de hand te kolven. De eerste dagen is het normaal dat er nog niet zoveel melk komt. Door met de hand te kolven kun je de druppels colostrum op een lepeltje aan de baby geven. B. afkolven met de handkolf. C. afkolven met de elektrische kolf.
Bewaartermijn moedermelk Kamertemperatuur
Koelbox 15°°C Koelkast 4°°C Vriesvak koelkast Diepvries -18°°C Vrieskist
Colostrum: 12-24 uur Verse borstvoeding: 6-10 uur Ontdooide borstvoeding: binnen 4 uur Verse borstvoeding: 24 uur Verse borstvoeding: 48 uur tot max. 5 dagen Ontdooide borstvoeding: 24 uur Verse borstvoeding: 2 weken Verse borstvoeding: 3-4 maanden Verse borstvoeding: 6 maanden 7
Het ontdooien van de moedermelk gebeurd bij voorkeur in de koelkast of onder stromend water van max. 20 °C. Eenmaal ontdooide voeding mag niet opnieuw ingevroren worden. Bij verwarming van de melk (beker/flessenwarmer) mag de temperatuur niet boven de 50 °C komen, want dan gaan voedings- en afweerstoffen verloren.
Bijvoeding alleen op medische indicatie De gezonde voldragen pasgeborene heeft in principe niets anders nodig dan moedermelk. Het advies is om hier alleen van af te wijken wanneer er zich een medische indicatie voordoet. Bij voorkeur is de extra voeding dan ook afgekolfde borstvoeding. Medische indicaties voor bijvoeden: • Meer als 8% lichaamsgewicht verloren. • Slechte conditie van baby (onvoldoende plassen/niet actief/etc.). • Lage glucose waarden. • Te vroeg geboren baby. • Te laag/ te hoog geboortegewicht. Elke situatie wordt individueel beoordeeld. Als er dan toch bijvoeding moet worden gegeven, wordt er aangeraden dit op de volgende manieren te doen: • Fingerfeeding met behulp van een voedingsspuitje. • Cupfeeding met behulp van een cupje of lepeltje. Men kiest liever niet voor een speen i.v.m. zuigverwarring. Om deze reden wordt ook het gebruik van een fopspeen in de eerste levensweken afgeraden. Na de eerste levensweken neemt het de kans op zuigverwarring door een speen af. Zeker als de melk goed op gang is en moeder en baby op elkaar zijn ingespeeld.
8 Verschillende voedingshoudingen Je kunt begrijpen dat het uitleggen van de verschillende voedingshoudingen op papier niet gemakkelijk is. Vandaar dat het ook zeer zinvol is om als je een goede start met borstvoeding wilt maken hiervoor een goede cursus te gaan volgen. Deze wordt in onze regio verzorgd door een gediplomeerde lactatiekundige. Ook zullen de wij je uiteraard begeleiden.
9 Ingetrokken en/ of platte tepels Ingetrokken of platte tepels maken het aanleggen lastig, maar niet onmogelijk. De baby moet tenslotte de borst pakken en niet alleen de tepel. Enkele adviezen die hierbij kunnen helpen zijn: • voor het voeden wat voeding uit de tepel drukken. • met behulp van de kolf, de tepel voorafgaand aan de voeding naar buiten kolven. • bij aanhoudende aanlegproblemen waarbij de baby niet aan de borst leert drinken, kan een tepelhoedje een oplossing bieden. Hierbij is goede begeleiding door een deskundige belangrijk.
10 Pijnlijke tepels en tepelkloven De eerste dagen heeft praktisch elke moeder wel last van gevoelige tepels. Dit komt door het uittrekken van het spierweefsel en de negatieve druk op de melkkanaaltjes die nog niet gevuld zijn met melk.
8
Later in het kraambed kunnen de volgende oorzaken van toepassing zijn: • Stuwing. • Grote zuigkracht van de baby. • Huidziekten, bijvoorbeeld infectie door bacteriën, candida, eczeem etc. • Te korte tongriem bij de baby. • Verkeerd gebruik van een borstkolf of een slecht apparaat. • Beëindiging van de voeding zonder eerst het vacuüm te verbreken. • Tijdelijke invloed van hormonen bij het begin van een nieuwe zwangerschap. Adviezen om de pijnlijke tepels te verzachten en de tepelkloven te verminderen zijn: • Verdeel een druppel moedermelk over de tepel en laat dit aan de lucht drogen. • Bij pijnsignalen, de baby van de borst halen en opnieuw aanleggen. • Begin met het voeden aan de minst pijnlijke kant en zodra de toeschietreflex werkt, de baby aan de pijnlijke kant aanleggen. • Wanneer de pijn ondraaglijk wordt, is het goed om enige dagen te kolven en de baby de afgekolfde melk te geven. • Vaker en korter aanleggen zal minder pijn doen omdat de baby dan minder hongerig is. • In verschillende houdingen aanleggen, ontlast de pijnlijke kant van de tepel. • Tepelbeschermers dragen in de BH om wrijving te voorkomen en voor pijnverlichting. • Goede huidverzorging. • Tepelzalf. • Bij aanhoudende klachten is het raadzaam om contact op te nemen met de lactatiekundige. Symptomen bij een dreigende borstontsteking zijn rode, harde en gevoelige plekken in de borst. Een griepgevoel en verhoogde temperatuur. Een borstontsteking kan voortkomen uit de stuwing, verstopte melkgangen, teveel melk, tepelkloven of stress en vermoeidheid.
11 Borstvoeding als moeder en kind gescheiden zijn Als je moet worden opgenomen of als je kindje naar het ziekenhuis moet, dan worden moeder en kind zo veel mogelijk samen opgenomen.
12 Borstvoeding en een baan Per wet is bepaald dat er voor de werkende moeder bepaalde rechten zijn. Als de werkneemster tenminste drie uur per dag arbeid verricht, heeft zij er recht op om voor het geven van borstvoeding ¼ van de totale arbeidstijd per dag te gebruiken (vier uur werken is recht op één uur borstvoeding geven). Voor het kolven geldt bovendien dat de onderbreking in ieder geval per keer tenminste een half uur moet bedragen. Daarnaast worden de onderbrekingen beschouwd als werktijd. De mogelijkheden die hieruit voortvloeien zijn: • De baby wordt bij de moeder gebracht voor de voedingen. • Afkolven op het werk en de baby onder werktijd moedermelk geven. • Afkolven op het werk om de productie goed op gang te houden en de baby krijgt onder werktijd voeding per fles. Het is verstandig om vier tot zes weken na de bevalling een aantal keer per week te oefenen met het voeden uit de fles.
13 Borstvoeding tijdens de Ramadan Vrouwen die borstvoeding geven zijn tijdelijk vrijgesteld van het vasten. Het vasten kan dus later worden ingehaald als de borstvoeding is gestopt. Vasten kan samen gaan met borstvoeding geven. Het dagritme verschuift naar de avond en de nacht, ook die van de baby. De baby krijgt dan vooral ’s avonds de grote hoeveelheid vocht en drinkt ’s nachts wat vaker
9
tot in de ochtend. Belangrijk hierbij is wel dat je goed voor zich zelf zorgt. Bij de baby moet goed gelet worden op de plasluiers en tussendoor extra gewogen worden om tijdig teveel afvallen te ondervangen.
14 Borstvoeding bij een tweeling Het zelf voeden van een tweeling is goed mogelijk. Weinig tijd is meestal een groter probleem dan weinig voeding. Het systeem van vraag en aanbod zorgt in principe voor voldoende melkproductie. Methoden: • De baby’s kunnen, zeker in het begin, één voor één gevoed worden om de aanlegtechnieken te leren, later kunnen de kinderen dan tegelijk gevoed worden. • Er kan een combinatie van de borst en de fles gegeven worden: baby “A” krijgt de borst en baby “B” krijgt de fles. De volgende voeding is het andersom.
15 Borstvoeding na een borstoperatie Bij een borstoperatie, borst vergroting of verkleining kunnen melkklieren en gangen beschadigen. Het is niet te voorspellen hoeveel melkproductie te verwachten valt. Het is zeker de moeite waard om ermee te beginnen, het eventuele tekort kan aangevuld worden met kunstvoeding. Na de bevalling reageren alle melkklieren op de prolactine, afhankelijk van hoeveel melkklieren en gangen er intact zijn, kan de melk verwijderd worden uit de borst en zodoende de melkproductie op gang gebracht worden.
16 Vitamines Het advies is om borst gevoede kinderen vanaf dag 8 na de geboorte vitamine K en D te geven. Vitamine K tot dat de baby 3 maanden oud is en vitamine D tot een leeftijd van vier jaar. Vitamine D-gebruik is ook voor de moeder aan te raden i.v.m. voorkoming van botontkalking op latere leeftijd.
17 Adressen voor meer informatie Vereniging Borstvoeding Natuurlijk Postbus 119 3960 BC Wijk bij Duurstede Tel: 0343-576626 www.vbn.borstvoeding.nl Borstvoedingsorganisatie LLL Postbus 212 4300 AE Zierikzee Tel: 0111-413189 www.lll.borstvoeding.nl Nederlandse Vereniging van Lactatiekunidgen Postbus 1444 1300 BK Almere www.nvlborstvoeding.nl Voedingscentrum Postbus 85700 2508 CK Den Haag Tel: 070-3510810 10
Vragen over voeding: 070-3068888 www.voedingscentrum.nl www.borstvoeding.nl Stichting Zorg voor Borstvoeding Postbus 2047 2930 AA Krimpen aan de Lek Tel: 0180-520633 www.zvb.borstvoeding.nl 18
11