Sternotomie
Belangrijkste punten van deze folder:
U wordt behandeld in het Oncologisch Centrum, locatie Antoniushove in Leidschendam. Een ‘sternotomie’ is een operatietechniek om bij een afwijking in de borstholte te kunnen komen. Dit is het gebied tussen beide longen waar de luchtpijp en de slokdarm doorheen lopen. Een sternotomie wordt gedaan bij mediastinale tumoren die niet op andere manieren benaderbaar zijn. Voor deze operatie blijft u gemiddeld 4-7 dagen opgenomen op de verpleegafdeling Oncologisch chirurgie in het Oncologisch Centrum in Leidschendam.
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Inleiding Opereren in het Oncologisch Centrum Voorbereiding op de sternotomie De sternotomie Complicaties tijdens en na de operatie Opname na de operatie Ademhalingsoefeningen Ontslag Contact opnemen Afspraak voor controle Begeleiding en ondersteuning Tot slot
1. Inleiding In overleg met uw arts is besloten dat u een operatie genaamd ‘sternotomie’ zult ondergaan. De sternotomie is een operatie waarbij het borstbeen in de lengterichting wordt geopend. Hierdoor kan de chirurg de borstkas openen om zo het afwijkende weefsel te verwijderen. U wordt voor deze operatie opgenomen in het Oncologisch Centrum te Leidschendam. In deze folder leest u meer over de operatie, de voorbereiding op de operatie, de opname en de nazorg.
2. Opereren in het Oncologisch Centrum Groene Hart ziekenhuis en Medisch Centrum Haaglanden (MCH)-Bronovo werken sinds enkele jaren intensief samen binnen het Oncologisch Centrum. De belangrijkste reden hiervoor is om kennis en ervaring te bundelen en de kwaliteit van zorg nog verder te verbeteren. Binnen het Oncologisch Centrum is er een gezamenlijk gespecialiseerd behandelteam van artsen en verpleegkundigen op het gebied van longkanker en mediastinale afwijkingen. Het gespecialiseerde behandelteam bespreekt de resultaten van uw onderzoeken en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de behandelingen. Het behandelteam bestaat uit verschillende specialisten. Een select aantal gespecialiseerde chirurgen voert deze ingrepen uit. Uit onderzoek blijkt dat dit leidt tot minder complicaties en een betere kans op herstel. Eventuele aanvullende behandelingen, controles en nazorg vinden plaats in het eigen ziekenhuis. U wordt de dag voor de operatie opgenomen op de verpleegafdeling Oncologische Chirurgie in het Oncologisch Centrum. Na de sternotomie verblijft u de eerste 24 uur op de afdeling intensive care, daarna blijft u opgenomen op de afdeling Oncologische chirurgie om te herstellen van de operatie. Hierna mag u met ontslag naar huis. U krijgt een afspraak voor controle bij de longarts van het eigen ziekenhuis en de longchirurg van het opererende ziekenhuis mee. Uw longarts informeert u over de eventuele vervolgbehandelingen die zo mogelijk in uw eigen ziekenhuis plaats zullen vinden.
3. Voorbereiding op de sternotomie Als voorbereiding op de operatie wordt u gezien door de longarts, de de casemanager, de fysiotherapeut en de chirurg van locatie Antoniushove. Ook komt u bij het preoperatieve spreekuur. Dit vindt plaats in het Oncologisch Centrum, locatie Antoniushove in Leidschendam. Tijdens dit spreekuur worden uw gegevens die van belang zijn voor de operatie verzameld en vastgelegd. Ook wordt alle informatie over de voorbereiding op uw operatie met u besproken.
3.1 Opname Op de dag voor de operatie meldt u zich op de verpleegafdeling Oncologische Chirurgie, locatie Antoniushove in Leidschendam waar u wordt opgenomen. Het Opnamebureau informeert u over het exacte tijdstip waarop u op de afdeling wordt verwacht. Op de afdeling informeert de verpleegkundige u over de gang van zaken op de afdeling. Heeft u nog vragen, aarzelt u dan niet om deze te stellen.
3.2 Medicijnen Voor uw gezondheid en uw veiligheid is het nodig dat u alle medicijnen die u thuis gebruikt, in de originele verpakking meeneemt naar het ziekenhuis. Meld de arts of verpleegkundige als u verkouden
bent of koorts heeft. Als u bloed verdunnende medicijnen gebruikt zoals Sintrommitis of Marcoumar, bespreekt de chirurg of de anesthesist met u hoeveel dagen voor de operatie u moet stoppen met deze medicijnen. Is dit niet met u besproken of heeft u hier vragen over, neemt u dan telefonisch contact op met de Preoperatieve polikliniek van het Oncologisch Centrum, locatie Antoniushove via telefoonnummer 070 357 42 50. Als u diabetes (suikerziekte) heeft en insuline gebruikt, wordt er ’s ochtends voor de operatie een klein infuusnaaldje bij u ingebracht voor het aansluiten van een glucose-infuus en een insulinepomp voor de continue insulinetoediening. U krijgt vanaf de opname een injectie om trombose te voorkomen. Deze injectie krijgt u dagelijks gedurende de gehele opnametijd. Soms wordt door de anesthesist afgesproken dat u voor de operatie al begint met vernevelen (het inhaleren van luchtwegverwijdende medicatie).
3.3 Eten en drinken Het is belangrijk dat u op de dag van de operatie ‘nuchter’ bent. Dit is in uw eigen belang want als u niet nuchter bent, kunt u gaan braken tijdens de operatie. Er kunnen dan complicaties optreden. Als u niet nuchter bent, zal de operatie worden uitgesteld. Dit kan ertoe leiden dat de operatie niet door kan gaan op de geplande dag. Nuchter blijven betekent: Tot zes uur vóór het tijdstip van de operatie mag u gewoon eten en drinken. Tot twee uur vóór het tijdstip van de operatie mag u alleen nog heldere dranken drinken. (Heldere dranken zijn: water, thee en koffie zonder melk, heldere vruchtensappen en aanmaaklimonade). Binnen de laatste twee uur vóór de operatie is het absoluut niet toegestaan iets te eten of te drinken. Ook mag u niet meer roken vanaf het moment van opname. Zie verder de folder Preoperatief spreekuur - voorbereiding op de operatie en anesthesie van het Oncologisch Centrum.
3.4 Naar de operatiekamer U wordt in uw bed naar de voorbereidingskamer gebracht. Daar ontmoet u de anesthesist die u onder narcose brengt. De sternotomie vindt plaats onder algehele narcose (algehele anesthesie).
4. De Sternotomie
Een sternotomie is een operatie waarbij het sternum (het borstbeen) wordt geopend in de lengte doormidden (zie afbeelding), nadat er een snede in de huid is aangebracht. Na afloop van de operatie worden beide helften van het borstbeen weer tegen elkaar gelegd en door middel van staaldraadjes vastgemaakt. Soms kunt u de uiteinden onder de huid voelen. De staaldraadjes blijven de rest van uw leven zitten. Bij hoge uitzondering kan irritatie ontstaan. In dat geval dienen de draadjes operatief verwijderd te worden. De huid wordt gehecht met zelf oplosbare hechtingen. Na de operatie controleren de chirurg en de casemanager het litteken op de polikliniek. Weefselonderzoek na de operatie Na afloop van de operatie wordt het weefsel en de lymfeklieren die tijdens de operatie zijn verwijderd, verder onderzocht door de patholoog in het laboratorium. De uitslag van dit weefselonderzoek wordt met u besproken door de longarts tijdens de controle-afspraak op de polikliniek Longziekten.
5. Complicaties tijdens en na de operatie Bij iedere operatie worden uitgebreide voorzorgsmaatregelen getroffen om de kans op complicaties te verminderen. Toch is geen enkele operatie zonder risico’s en kunnen er complicaties optreden. Hoewel zeer zeldzaam, komt het voor dat patiënten tijdens of na een operatie overlijden. Na de operatie kunnen verschillende complicaties optreden: Infectie van de operatiewond: Hierdoor kan de wond toenemend rood, warm, opgezwollen en pijnlijk aanvoelen. Door de wond goed schoon te houden na de operatie, kan een infectie vaak worden voorkomen. Een wondinfectie kan met antibiotica worden bestreden. Dit is een complicatie die weinig voorkomt. Bloeding: Bij de operatie zijn grote aders en slagaders betrokken. Er bestaat altijd een kans op een bloeding tijdens of na de operatie, hoewel dit zelden voorkomt. In geval van een nabloeding kan een tweede operatie nodig zijn.
Slikklachten: Pijn bij slikken kan voor komen gedurende enkele dagen na de operatie door zwelling of bloeduitstorting rond de slokdarm. Luchtlekkage: Na een longoperatie is er de eerste dagen bijna altijd wel enige luchtlekkage. Dit wordt via de drains afgevoerd. Een enkele keer kan deze luchtlekkage soms meer dan een week aanhouden. Dit is een vervelende complicatie. Middenrifverlamming. De zenuw naar het middenrif loopt door het operatiegebied en kan beschadigd raken bij de operatie, leidend tot een verlamming van (een kant van het) het middenrif. Dit kan kortademigheidsklachten geven. Hartritmestoornissen. Door irritatie van het hartzakje of de hartspier kunnen hartritmestoornissen optreden na de operatie. Hiervoor is soms behandeling met medicijnen nodig. Atelectase: Na de operatie kan een deel van de luchtweg door een slijmprop verstopt raken. Intensieve behandeling door de fysiotherapeut of een bronchoscopie kan nodig zijn om slijm weg te zuigen. Dit wordt gedaan om een longontsteking zoveel mogelijk te voorkomen.
6. Opname na de operatie Na de operatie komt u eerst bij op de verkoeverkamer (uitslaapkamer). Ondertussen belt de chirurg met uw contactpersoon om te vertellen hoe de operatie is verlopen. Als u goed wakker bent, wordt u overgeplaatst naar de afdeling intensive care waar men u via een monitor continu kan observeren. Hier kunt u rustig bijkomen terwijl regelmatig uw bloeddruk, pols, het wondje en het infuus gecontroleerd worden. Met de wond mag u gewoon douchen. Als alles goed gaat wordt u overgeplaatst naar de afdeling Oncologische Chirurgie. Bij aankomst op de afdeling heeft u: De operatiewond. Deze is meestal onderhuids gehecht. De hechtingen zullen vanzelf oplossen. Andere hechtingen zullen op een later tijdstip worden verwijderd. Een blaaskatheter. Een infuus, voor het toedienen van vocht en medicijnen (bijv. pijnstilling). Een thoraxdrain, voor afvoer van wondvocht en lucht. (Soms)een epiduraal katheter voor pijnstilling (pijnstilling kan ook via het infuus worden toegediend). Een neusbrilletje voor extra zuurstoftoediening. Al deze hulpmiddelen zullen in de loop van de dagen daarna worden verwijderd. Heel belangrijk is dat u vanaf de eerste dag na de operatie begint met uit bed komen en dat u goed ophoest en regelmatig diep doorzucht. U krijgt hierbij ondersteuning van de fysiotherapeut en de verpleging. Tijdens opname wordt u verzocht om de papagaai niet te gebruiken. Dit is een hulpmiddel om u op te trekken wat aan uw bed bevestigd is en boven u hangt. U mag alleen gebruik maken van een trekkoord om zo de druk op het borstbeen te beperken. De fysiotherapeut zal dit poliklinisch en tijdens opname met u bespreken.
7. Ademhalingsoefeningen Na deze operatie is het belangrijk om ademhalingsoefeningen te doen. Dit verbetert het longvolume en kan u helpen sputum (slijm) kwijt te raken. Het is verstandig om de oefeningen voor de operatie te
oefenen. Dit heeft twee voordelen: u heeft de longen voor de operatie al getraind en u kent de oefeningen waardoor u ze na de operatie makkelijker kunt uitvoeren.
7.1 Oefeningen Ademhalingsoefening 1: Diep inademen. Inademing vasthouden (ongeveer drie seconden). Uitblazen met getuite lippen. Elk uur 4x herhalen. Ademhalingsoefening 2: Gebruik voor deze oefening Voldyne. Houd het mondstuk naast de mond en adem zo diep mogelijk uit, zodat de longen goed leeg zijn. Inademen (zuigen) op de volumemeter ‘Voldyne’. Probeer het gele dopje tijdens het zuigen 5 seconden tussen de blauwe streepjes te houden. Elk uur 4x herhalen. Het beste kunt u de oefeningen in zit uitvoeren.
Afbeelding: Voldyne
Mocht u een thoraxdrain hebben, dan adviseren wij u om ademhalingsoefeningen 3 en 4 alleen te doen bij het voelen/horen van slijm in de keel of bij een hoestprikkel. Indien u geen thoraxdrain heeft, mag u oefening 3 en 4 gelijk aansluitend doen. Ademhalingsoefening 3: Ondersteun de wond of geef tegendruk m.bv. een kussentje. Adem diep in. Maak vervolgens een ‘huf’ (mond open en zo kort en krachtig mogelijk de lucht uitstoten, alsof u een bril laat beslaan). Voelt of hoort u slijm, herhaal dan deze oefening 4x. Het kan zijn dat u moet hoesten. Ademhalingsoefening 4: Hoesten. Het sputum (slijm) kan u doorslikken of uitspugen.
7.2 Vragen Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen over ademhalingsoefeningen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling fysiotherapie van de locatie Antoniushove via telefoonnummer: 070 357 42 30.
8. Ontslag Enkele dagen na de operatie mag u meestal weer naar huis. De genezing duurt ongeveer zes weken. Net als bij een botbreuk heeft het borstbeen enkele weken nodig om goed te genezen en daarom moet u voorzichtig zijn bij alles wat u doet: alle inspanning die u verricht moeten gelijkmatig over beide lichaamshelften verdeeld worden. De fysiotherapeut zal u hierover verder informeren en begeleiden. Vrouwen adviseren wij zo snel mogelijk een bh (liefst geen beugel bh) te dragen om de wond zo fraai mogelijk te laten genezen. Het zelf besturen van een auto wordt na deze operatie voor minimaal twee weken ontraden. De hechtingen lossen na zeven tot tien dagen vanzelf op. Houd een pleister over de wond, totdat er geen wondvocht meer op de pleister zit.
9. Adviezen U heeft een grote operatie ondergaan en uw lichaam heeft tijd nodig om te herstellen.. Uw arts bespreekt met u welke activiteiten u wel en nog niet mag ondernemen. 9.1 De eerste zes weken na eenoperatie Om de kans op complicaties te beperken adviseren wij u: Fysieke inspanning: De eerste zes weken na ontslag uit het ziekenhuis dient u zware inspannende arbeid (bijvoorbeeld boodschappen dragen, zwaar tillen, de hond uitlaten of huishoudelijk werk) of zwaar sporten te vermijden. Wandelen mag uiteraard wel. Verkeer: Uw reactievermogen is in de eerste weken verminderd. Dit is ook afhankelijk van de anesthesievorm die u heeft gehad. Houdt u daar rekening mee als u deelneemt aan het verkeer. Zelf auto- of motorrijden of fietsen is tot aan het eerste polikliniekbezoek sterk af te raden om verzekeringstechnische redenen. Roken: Stop met roken! Roken verhoogt het risico op complicaties, zoals wondinfecties, longontsteking, hartproblemen en trombose. Overleg met uw longarts of huisarts over het stoppen met roken en eventuele begeleiding hierbij. Alcohol: Alcohol alleen in beperkte mate te gebruiken.
9.2 Dagritme en lichaamsbeweging Als u weer thuis bent, moet u weer een eigen dagritme opbouwen. U zult zich echter nog niet meteen fit voelen na uw ontslag uit het ziekenhuis. Na enige inspanning kunt u nog snel moe of kortademig worden. Dit is normaal na een longoperatie. Om uw dagritme weer op te bouwen, zult u verschillende activiteiten moeten ondernemen. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat u voor voldoende lichaamsbeweging zorgt. Dat gaat vaak het beste door zoveel mogelijk zelf te doen (bijvoorbeeld wassen, aankleden, eten klaarmaken) en overdag uit bed te zijn. U mag hierbij uw arm aan de geopereerde zijde gewoon gebruiken (u mag er ook op slapen) mits het niet te veel pijn doet. Ook is het belangrijk om uw conditie verbeteren. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door 2 à 3 keer per dag te wandelen of trappen te lopen. U kunt uw activiteiten uitbreiden als u merkt dat u geen of weinig pijn heeft en niet te snel moe of te kortademig wordt.
9.3 Pijnlijke operatiewond De operatiewond is tijdens de herstelfase nog pijnlijk. Pijn aan uw wond kan uw herstel belemmeren. Daarom is het belangrijk dat u uw pijnstillers op vaste tijden inneemt. Ze hebben dan het meeste effect. In de loop van de tijd wordt de pijn minder. Vaak is er bij de wond een gebied dat gevoelloos is. Dit is normaal en komt doordat huidzenuwen tijdens de operatie zijn doorgesneden. In de loop van de tijd wordt de gevoelloze plek vaak kleiner. De hechtingen bij uw wond worden bij uw controlebezoek aan de polikliniek verwijderd.
9.4 Na de eerste zes weken Als de eerste zes weken voorbij zijn, is de wond meestal volledig genezen en hoeft u al minder pijnstillers in te nemen. U zult merken dat u steeds meer lichamelijke activiteiten kunt verrichten en meer energie heeft. Zwemmen, huishoudelijk werk, de hond uitlaten en fietsen behoren weer tot de mogelijkheden. U kunt uw activiteiten geleidelijk uitbreiden naar het niveau van voor de operatie. Het kan wel 4 maanden duren voordat u zich weer geheel fit voelt, geen pijnstillers meer nodig heeft en ook emotioneel weer in balans bent. Hoe lang dit precies duurt, is voor iedereen verschillend. Zeker als u een zwakke gezondheid heeft of voor de operatie behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie heeft gehad kan het herstel langer duren dan gemiddeld. Een klein aantal patiënten houdt aanhoudend en langdurig veel pijn. Dit kan verschillende oorzaken hebben. In zo’n geval bespreekt u dit met de arts.
9.5 Werken Afhankelijk van de aard van uw werk, de uitgebreidheid van de operatie en eventuele nabehandelingen, kunt u na ongeveer drie maanden weer beginnen met werken. Probeer in overleg met uw werkgever en bedrijfsarts uw werkzaamheden geleidelijk op te bouwen.
10. Contact opnemen In noodgevallen kunt u terecht bij de dichtstbijzijnde Spoedeisende Hulp. Geef daarbij aan dat u bent geopereerd in het Oncologisch Centrum, locatie Antoniushove in Leidschendam. Wanneer u zich zorgen maakt over lichamelijke verschijnselen kunt u de eerste 48 uur na ontslag uit het Oncologisch Centrum bellen met de afdeling Oncologische Chirurgie: telefoonnummer 0703574408 (24 uur per dag bereikbaar). Daarna kunt u contact opnemen met uw casemanager of uw behandelend longarts via de polikliniek. Neemt u de eerste 30 dagen na de operatie direct contact op als: U koorts heeft boven 38,5°C U veel bloed of bloedstolsels ophoest U geel of groen slijm ophoest Vocht of pus uit de wond lekt Het wondgebied toenemend rood, warm, pijnlijk en/of opgezwollen wordt U plotseling toenemend kortademig wordt U hartkloppingen krijgt Uw been rood, dik, gezwollen en/of pijnlijk wordt (dit kan wijze op een verstopping van de diepe afvoerende aderen door gestold bloed; trombose)
11. Afspraak voor controle Bij uw ontslag uit het ziekenhuis krijgt u eventuele recepten voor medicijnen mee. Er zijn voor u verschillende controle afspraken gemaakt. Deze vinden plaats bij de longarts op de polikliniek Longziekten van uw eigen ziekenhuis, bij één van de opererend longchirurgen op polikliniek en bij de casemanager van het MCH-Bronovo. Tijdens de afspraak met de longarts hoort u de uitslag van het weefselonderzoek. Verder bespreekt de longarts met u hoe de verdere behandeling zal verlopen. De longchirurg controleert de wond en zorgt ervoor dat de hechtingen zo nodig verwijderd worden.
12. Begeleiding en ondersteuning Uw Physician Assistant, verpleegkundig specialist of gespecialiseerd verpleegkundige zal gedurende het gehele behandeltraject als ‘casemanager’ fungeren. Zij is goed op de hoogte van uw situatie en uw behandeling, fungeert als uw eerste aanspreekpunt en coördineert samen met u uw behandeltraject. U en uw naasten kunnen bij de casemanager terecht met vragen. Dit kunnen vragen zijn over praktische zaken en over de behandeling(en). Zij beantwoordt zelf uw vragen of schakelt er de juiste deskundige voor in. De casemanager heeft nauw contact met uw andere zorgverleners. U kunt tijdens werkdagen telefonisch contact opnemen met uw casemanager tijdens kantooruren (9.00 – 17.00 uur). Voor dringende zaken kunt u vanaf 9.00 uur contact met ons opnemen, voor minder dringende zaken verzoeken wij u in de middag contact met ons op te nemen. Groene Hart Ziekenhuis Wenda Beelen en Bernadette Mensch en Tel: 0182 50 50 72 E-mail:
[email protected] Medisch Centrum Haaglanden Simone Helwig, Juanita Ippel en Suzanne Lugasy-Dérogée Tel: 070 357 48 48 E-mail:
[email protected] Bronovo Rick Westgeest Tel: 070 312 4376 E-mail:
[email protected]
13. Tot slot Wanneer u na het lezen van deze folder vragen of opmerkingen heeft, kunt u deze bespreken met uw arts, afdelingsverpleegkundige of casemanager.
OC0028-2124 december 2015
De ziekenhuizen werken samen om u betere zorg te kunnen bieden. Dat doen we door specialistische kennis en ervaring te bundelen. Naast complete zorg in uw eigen ziekenhuis, staan binnen het hele samenwerkingsverband gespecialiseerde behandelteams voor u klaar. U blijft als patiënt altijd nauw betrokken bij de keuzes in uw behandelproces. Zo halen we het beste uit onszelf voor uw gezondheid.
Bronovo Bronovolaan 5 2597 AX Den Haag 070 312 41 41 www.bronovo.nl
Medisch Centrum Haaglanden Locatie Westeinde Lijnbaan 32 2512 VA Den Haag 070 330 20 00
Groene Hart Ziekenhuis Bleulandweg 10 2803 HH Gouda 0182 50 50 50 www.ghz.nl
Locatie Antoniushove Burgemeester Banninglaan 1 2262 BA Leidschendam 070 357 44 44 www.mchaaglanden.nl