Stedelijke regio’s Samen Sterk De grote steden, provincies en het rijk zetten samen schouders onder concurrentiepositie NL
Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) voor de Noordelijke Randstad, Zuidelijke Randstad en Brainport Eindhoven Redeneerlijn voor bestuurlijke bijeenkomst januari 2016
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
1
Samenvatting
Ruimtelijk Economische On t w i k k e l Strategie Noordelijke Randstad: Gemeente Amsterdam, Gemeente Almere, Gemeente Utrecht, provincie Flevoland, provincie Utrecht, provincie Noord-Holland Zuidelijke Randstad: Gemeente Den Haag, Gemeente Rotterdam, Provincie ZuidHolland Brainport Eindhoven: gemeente Eindhoven, gemeente Tilburg, provincie Noord-Brabant Economische Programmaraad Zuidvleugel, Economic Board Utrecht, Amsterdam Economic Board, Brainport Region Eindhoven de ministeries van I&M, EZ en BZK.
2
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Wereldwijd vormen stedelijke agglomeraties de motor van nationale economieën. Dat geldt ook voor de Nederlandse grote steden en de stedelijke regio’s (Noordelijke Randstad, Zuidelijke Randstad en Brainport Eindhoven) waarvan zij deel uitmaken. Zij tonen de sociaaleconomische dynamiek en agglomeratiekracht die broodnodig is voor onze positie in de wereldeconomie. Voor behoud en verdere toename van die concurrentiekracht is versterking van de economische positie van de grote steden, de drie stedelijke regio’s en de (fysieke en niet-fysieke) netwerken waarin ze met elkaar en het buitenland verbonden zijn, urgent. De Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) is daarop gericht, met de ambitie dat de drie stedelijke regio’s – afzonderlijk en in combinatie - op economisch terrein tot de top 3 van Europa, en de top 5 van de wereld blijven of gaan behoren. De ‘REOS-partners’ kunnen het netwerk van de stedelijke regio’s daarbij internationaal profileren als een leefbaar, duurzaam, kennisintensief en innovatief metropolitaan netwerk. Verbetering van de concurrentiepositie is een zaak van de markt, van individuele bedrijven en van “cross-overs” (waarbij verschillende sectoren en bedrijfstakken samenwerken in innovatieve projecten). De overheid heeft eveneens een belangrijke rol; een van de drie hoofddoelen van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vergroting van de concurrentiekracht door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur. Daarbij vraagt REOS om een vernieuwende vorm van bestuurlijke samenwerking. De opgaven staan centraal, niet de formele bevoegdheden. Opgaven manifesteren zich immers dwars door ruimtelijke schaalniveaus (lokaal, regionaal, nationaal, internationaal) en overheidslagen heen. De stedelijke regio’s Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
3
hebben elkaar, de provincies en het rijk en andere partijen, zoals Economic Boards, nodig om zich verder te ontwikkelen en sterker te staan in de internationale economische arena. Bestuurders worden uitgenodigd om een gezamenlijke ambitie en strategie te bepalen, af te spreken hoe ze die gaan uitvoeren, en van daaruit keuzes te maken over een zo efficiënt mogelijke inzet van bestaande en toekomstige budgetten en andere instrumenten. Daarbij zijn er drie strategische hoofdvragen voor de bestuurders, die aangrijpen op verschillende ruimtelijke schaalniveaus: • Hoe kan de ruimtelijke en economische dynamiek in de drie stedelijke regio’s volop benut en gestimuleerd worden, via gerichte maatregelen (bijvoorbeeld internationale toplocaties, “first and last mile” bereikbaarheid) of generieke maatregelen (aanpassingen in nationale en provinciale regelgeving)? • Hoe kunnen (fysieke en niet-fysieke) netwerken van de drie stedelijke regio’s versterkt worden, bijvoorbeeld door investeringen in infrastructuur en digitale netwerken binnen de regio’s, tussen de regio’s en naar het buitenland? • Hoe kan het gezamenlijke aanbod van voorzieningen, locaties en instellingen van de drie stedelijke regio’s completer en daardoor internationaal nog aansprekender worden? Bij de zoektocht naar een antwoord op deze vragen zijn zes bestuurlijke principes gebruikt: 1) het benutten van de polycentrische structuur van het stedelijk netwerk bij vergroting van de agglomeratiekracht, 2) “surfing the waves” (het benutten van de energie en creativiteit in de markt), 3) complementariteit (de steden vullen elkaar aan in een netwerk met een compleet aanbod), 4) selectiviteit (onder meer bij het besteden van schaarse middelen), 5) subsidiariteit (‘op het niveau van de grootstedelijke regio’s wat kan, op nationaal niveau wat moet’) en 6) flexibiliteit (met beleid snel kunnen inspelen op internationale ontwikkelingen). 4
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Deze principes zijn vervolgens toegepast bij de uitwerking van acht strategische opgaven, te weten: 1. In alle drie stedelijke regio’s is ruimte nodig voor verdichting en economische transformatie, een zaak van zowel de regio’s zelf, als van het rijk en de provincies (onder meer het wegnemen van belemmeringen in regelgeving). 2. De (steden in de) drie regio’s moeten daarbij uitstekend bereikbaar zijn (inclusief de “first and last mile”), en onderling en via internationale netwerken (inclusief datanetwerken) met het buitenland verbonden. 3. De keuze van een beperkt aantal internationale toplocaties (business districts, campussen, logistiek en productie), waar financiële en andere middelen op gericht worden. 4. Verbinding van infrastructuur en ruimte (“Transit Oriented Development”), bijvoorbeeld rond OV-knooppunten, vraagt onder meer om een betere ruimtelijke programmering, ontschotting van budgetten en samenwerking tussen markt en overheid. 5. Vergroening van de economie, waarbij bestuurders onder meer doelen kunnen afspreken voor vergroening en verduurzaming, en vandaar uit afspraken kunnen maken over de bevordering van duurzame energie, circulaire economie, en gezonde verstedelijking. 6. Internationaal aansprekend leefklimaat door een adequaat aanbod van woningen en voorzieningen. 7. Versterking van kennisnetwerken, via het benutten van de reeds aanwezige innovatiekracht en het verbinden en aantrekken van kenniswerkers, bedrijven en kennisinstellingen. 8. Promotie van het REOS profiel in het buitenland. Deze notitie dient als inhoudelijke ‘onderlegger’ voor het eerste bestuurlijke overleg. Het bevat een redeneerlijn, waarbij opgaven (H4) worden afgeleid uit urgentie (H2) en ambitie, profiel en principes (H3). Hoofdstuk 5 verbindt REOS met andere trajecten; zo Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
5
is REOS complementair aan de Beleidsverkenning Vestigingsklimaat Nederland (gericht op andere stedelijke netwerken) en de Agenda Stad (“City Deals”), zal zij een aanvullend ruimtelijk-economisch perspectief bieden voor een aantal MIRT-vraagstukken, en zal zij input vormen voor achtereenvolgens de Nationale Omgevingsagenda en de Nationale Omgevingsvisie. Dit hoofdstuk sluit af met het verzoek aan de bestuurders opdracht te verlenen om voor een tweede bijeenkomst elke opgave uit te werken in voorstellen voor concrete maatregelen, inclusief tijdspad en verantwoordelijkheden.
1. Wat is de REOS en wie gaan haar opstellen?
Wereldwijd vormen stedelijke agglomeraties de motor van de nationale economie. Dat geldt ook voor de Nederlandse grote steden en de stedelijke regio’s waarvan zij deel uitmaken. Zoals Rotterdam - in de woorden van burgemeester Aboutaleb - een ‘broedplaats van sociale en economische vernieuwing’ is, tonen ook de andere grote steden en hun regio’s de sociaaleconomische dynamiek en agglomeratiekracht die broodnodig is voor de versteviging van de concurrentiepositie van ons land in de wereldeconomie. Om het potentieel van de stedelijke regio’s optimaal te benutten (de uitdaging in de OESO Territorial Review), moeten betrokken actoren intensiever samenwerken. Dat gebeurt al op het niveau van de stedelijke regio’s. De grote steden werken samen met hun omgeving (inclusief Economic Boards) in de Metropoolregio Amsterdam en de regio Utrecht (samen de Noordelijke Randstad), de Metropoolregio Den Haag Rotterdam (Zuidelijke Randstad) en Brainport Eindhoven. De metropoolregio’s werken op hun beurt samen met provincies. De volgende stap, op een hoger schaalniveau, is samenwerking van deze regio’s met elkaar, met de provincies en het rijk in een Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS) voor het netwerk dat deze stedelijke regio’s met elkaar vormen. De titel van deze notitie (Stedelijke regio’s Samen Sterk – Grote steden, provincies en het rijk zetten samen schouders onder concurrentiepositie NL) drukt de uitdaging uit voor de REOS partijen om de energie en potentie van de drie afzonderlijke stedelijke regio’s – en steden daarbinnen – volop te benutten en ruimte te geven. Maar ook om bij de ontwikkeling van die drie regio’s oog te hebben voor mogelijkheden om elkaar aan
6
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
7
te vullen en zo het netwerk van deze stedelijke regio’s als geheel in internationaal perspectief nog krachtiger en daarmee concurrerender te maken. In de MIRT brief aan de Tweede Kamer (2013) heeft de minister van I&M de opdracht voor REOS als volgt verwoord: “Door het verbinden van markten, stedelijke regio’s en netwerken in binnen- en buitenland kunnen voorzieningen, kennis en faciliteiten gedeeld en geleend worden (dit wordt ook wel “borrowed size” genoemd). Zo kunnen er meer voordelen van agglomeratiekracht worden gecreëerd. Dit gaat hand in hand met het bieden van een aantrekkelijk vestigingsklimaat met de juiste woonmilieus, een goede bereikbaarheid, een aantrekkelijke werkomgeving en een passend voorzieningenniveau. In de bestuurlijk overleggen MIRT hebben wij daarom met de Noordelijke en Zuidelijke Randstad en de regio Eindhoven afspraken gemaakt over het opstellen van een ruimtelijke ontwikkelstrategie om die functionele relaties in en tussen deze stedelijke regio’s te versterken. Dit ook om het infrastructuurnetwerk en de investeringen die wij daar nog gaan doen optimaal te benutten.”
REOS kent daarbij drie bestuurlijke strategische hoofdvragen, die verbonden zijn met verschillende ruimtelijke schaalniveaus: • • • 8
REOS is vanzelfsprekend een zaak voor de drie stedelijke regio’s. Maar ze kunnen het niet alleen, samenwerking met de provincies en het Rijk is onontbeerlijk, juist gezien de verwevenheid van schaalniveaus. Vanuit een gezamenlijke ambitie en strategie kunnen bestuurders afspraken over de uitvoering maken, en keuzes maken over een efficiëntere inzet van bestaande en toekomstige budgetten en andere middelen. Begin 2016 ontmoeten bestuurders elkaar voor de eerste keer om de REOS te bespreken. Ze zullen dan gezamenlijk een antwoord bepalen op fundamentele vragen rond REOS. Delen we de urgentie van de REOS? Wat is het REOS profiel, en vanuit welke ambitie en principes gaan bestuurders met elkaar aan de slag? Wat zijn de strategische opgaven voor de komende tijd? Op basis daarvan kunnen bestuurders het directeurenoverleg / projectteam REOS de opdracht geven om voor een tweede bestuurlijk overleg de strategische opgaven te vertalen in voorstellen voor concrete maatregelen en afspraken, ingebed in een adaptieve agenda. De REOS wordt ontwikkeld in samenhang met een aantal andere trajecten, zie hoofdstuk 5.
Hoe kan de ruimtelijke en economische dynamiek in de drie stedelijke regio’s volop benut en gestimuleerd worden, via gerichte maatregelen (bijvoorbeeld internationale toplocaties, “first and last mile” bereikbaarheid) of generieke maatregelen (aanpassingen in nationale en regionale regelgeving)? Hoe kunnen (fysieke en niet-fysieke) netwerken van de drie stedelijke regio’s versterkt worden, bijvoorbeeld door investeringen in infrastructuur en digitale netwerken binnen de regio’s, tussen de regio’s en naar het buitenland? Hoe kan het gezamenlijke aanbod van voorzieningen, locaties en instellingen van de drie stedelijke regio’s completer en daardoor internationaal nog aansprekender worden? Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
9
2. Economische en bestuurlijke urgentie De stedelijke regio’s waar REOS zich op richt (Noordelijke Randstad, Zuidelijke Randstad en de regio Eindhoven) vormen tezamen onze internationale troefkaart. Binnen die gebieden wordt 41% van ons BBP verdiend. Wanneer hun internationale concurrentiepositie wordt versterkt, profiteren ook de andere stedelijke regio’s in ons land . Anders dan bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk kent Nederland geen ‘monocentrische’ stedelijke structuur, waarbij één grote metropool (London, Parijs) veel groter is dan de andere stedelijke regio’s. Ons land kent een metropolitaan, ‘polycentrisch’ netwerk, dat bestaat uit meerdere stedelijke regio’s. Die regio’s zijn ieder op zich internationaal gezien tamelijk klein, en er is niet één zeer dominante stad.
Londen
Parijs
REOS
Elke stedelijke regio kent haar eigen interne samenhang en dynamiek, in een “daily urban system”. Daarbij hebben de drie grootste stedelijke regio’s ieder hun eigen “selling points”. Bij de metropoolregio Amsterdam denken we meteen aan internationaal zaken doen, Schiphol, de stad als broed-en testplaats van creatieve ideeën en de aantrekkingskracht op toeristen, de regio Utrecht profileert zich met het Utrecht Science Park op “life sciences”, duurzaamheid en 10
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
11
12
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
13
gezondheid, de metropoolregio Den Haag Rotterdam beschikt over de mainport Rotterdamse Haven, een groot aantal internationale instellingen en de Greenport, terwijl technisch hoogwaardige industrie typerend is voor Brainport Eindhoven. Zo vullen hun ruimtelijk-economische profielen elkaar in veel opzichten aan (zie kaart hiernaast). Bovendien raken de drie regio’s meer en meer – in netwerken op een hoger schaalniveau - met elkaar verbonden door de relaties die inwoners, bedrijven en instellingen met elkaar hebben. Ook internationaal manifesteren economische processen en interacties zich op een steeds hoger ruimtelijk schaalniveau. Onze stedelijke regio’s en hun gezamenlijke, verbindende netwerken maken onderdeel uit van de grotere Noordwestelijke regio in Europa. Mondiaal verschuift het economisch zwaartepunt naar nieuwe groeilanden. Zuidoost-Azië, de VS en Rusland investeren veel geld in de stedelijke regio’s en harde en zachte infrastructuur. De positie van Europa, en dus Nederland, staat zo onder druk. Zo wijzen diverse onderzoeken erop dat de investeringen in R&D in ons land in internationaal perspectief te laag zijn, en is de mainportpositie van Schiphol niet onbedreigd. Daarbij worden ook uitdagingen op het terrein van klimaat en duurzame energie steeds manifester. Dit weerspiegelt de urgentie van de REOS. Het Nederlands beleid moet zich richten op de succesfactoren die bepalen of internationale bedrijven zich in ons land vestigen. Nationaal beleid is van belang, bijvoorbeeld op het gebied van belastingen, regelgeving en nutsvoorzieningen. Voor REOS zijn vooral de succesfactoren van belang waarmee stedelijke regio’s zich kunnen profileren en onderscheiden van concurrerende regio’s in het buitenland: de beschikbaarheid van arbeid en talent, aanwezigheid van kennis en technologie, bereikbaarheid via weg, lucht en spoor, kwaliteit van (top)locaties voor vestigingen, en de kwaliteit van het woon- en leefklimaat. 14
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
15
Op de meeste Europese lijstjes voor de factoren die de concurrentiekracht bepalen, zijn Nederland en haar grote stedelijke regio’s subtoppers. Willen we in de toekomst tot de internationale top behoren, dan moeten onze stedelijke regio’s, afzonderlijk en in combinatie, in (kunnen) spelen op nieuwe economische uitdagingen. Daarmee wordt het REOS netwerk nog aantrekkelijker voor innovatieve bedrijven, kenniswerkers, internationale organisaties en culturele instellingen. De urgentie heeft naast een inhoudelijke, ook een bestuurlijke, “governance”, kant. Verbetering van de concurrentiepositie is allereerst een zaak van de markt en kennisinstellingen, maar ook van de overheid. Een vernieuwende vorm van bestuurlijke samenwerking van de drie regio’s met elkaar en met de provincies en het Rijk is nodig om de REOS op te pakken. De stedelijke regio’s hebben elkaar en de andere partijen nodig om hun opgaven aan te pakken. Vraagstukken op verschillende schaalniveaus zijn met elkaar verbonden. Het REOS verband biedt bestuurders de mogelijkheid hun krachten te bundelen bij de aanpak van opgaven op basis van een gezamenlijke strategie en met keuzen voor onderzoek, investeringen en instrumenten. Gezamenlijk kunnen ze zo de slagkracht van het economisch kerngebied van Nederland versterken. Coalities met maatschappelijke partijen zullen vaak nodig zijn om concrete initiatieven van de grond te krijgen.
16
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
3. Ambitie, profiel en principes De ambitie is om de internationale concurrentiepositie van de drie stedelijke regio’s – afzonderlijk en in combinatie - en daarmee Nederland te versterken. Concreet: ze moeten op economisch terrein tot de top 3 van Europa, en de top 5 van de wereld gaan of blijven behoren. Een internationaal aansprekend profiel - een leefbaar, duurzaam, kennisintensief en innovatief metropolitaan netwerk - is daarbij het startpunt. Voor de vormgeving van de REOS is een set van zes bestuurlijke principes uitgewerkt. Principe 1. Benut de polycentrische structuur bij vergroting van agglomeratiekracht De internationale concurrentiepositie is sterk verbonden met stedelijke ‘agglomeratiekracht’: de voordelen voor consumenten en bedrijven van elkaars nabijheid binnen steden of een stedelijk netwerk. Zo vinden mensen sneller een baan, en bedrijven sneller de werknemer die ze zoeken. Bedrijven profiteren van de aanwezigheid van (specialistische) toeleveranciers. En bedrijven en instellingen kunnen gericht samenwerken, en kennis uitwisselen. Agglomeratiekracht is ook gediend met zo min mogelijk nadelen van stedelijke concentratie, zoals files. Bij het versterken van de agglomeratiekracht koesteren, onderhouden en benutten we de kwaliteiten en kracht van het bestaande polycentrische netwerk: de menselijke maat, de balans tussen steden en de verwevenheid met het landschap, en de internationaal gezien beperkte agglomeratienadelen.
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
17
Principe 2. ‘Surfing the waves’ (‘go with the flow’) De ontwikkeling van de stedelijke regio’s is vooral terug te voeren op de dynamiek van markt en bevolking, en maar beperkt op een sturende overheid. Principe 2 bouwt hierop voort: de energie en de potentie van de markt en de stad worden volop benut, en ontwikkelingen in de vraag van bedrijven en consumenten worden gefaciliteerd. Als stedelijke regio’s zo sterker worden, nemen agglomeratievoordelen (van de afzonderlijke regio’s en hun verbindende netwerken) ‘vanzelf’ toe. Overheden hebben een faciliterende rol, door belemmeringen in regelgeving en financieringsarrangementen weg te nemen, en selectief ontwikkelingen een steuntje in de rug te geven. Principe 3. Complementariteit De agglomeratiekracht van het gezamenlijke stedelijke netwerk van REOS is gebaat met een zo compleet mogelijk aanbod van internationaal aansprekende voorzieningen en kwaliteiten. De drie stedelijke regio’s zijn te klein om ieder op zich zo’n aanbod te kunnen bieden. Omdat de economische profielen van de drie afzonderlijke regio’s elkaar in sterke mate aanvullen, kan het REOS netwerk als geheel internationaal toch al een behoorlijk compleet ‘aanbod’ doen. Als de regio’s opgaven aanpakken vanuit een gezamenlijk REOS profiel, wint dit aanbod aan kracht, en wordt onderlinge concurrentie vermeden. We focussen hierbij in eerste instantie op toplocaties.
Principe 5. Subsidiariteit Binnen REOS werken overheden, ieder met een eigen instrumentarium en toegevoegde waarde, samen binnen een gezamenlijke ambitie en strategie. Elke REOS opgave vraagt om een specifieke rolverdeling. In het algemeen is het principe: ‘op het niveau van de grootstedelijke regio’s wat kan, op nationaal niveau wat moet’. Dus ligt het voortouw bij het oppakken van de REOS opgaven bij de drie stedelijke regio’s, ieder op eigen kracht en gezamenlijk. Provincies en het Rijk zijn als eerste aan zet bij het ruimtelijk-economische instrumentarium (wegnemen van belemmeringen voor groei van de steden, regelgeving), terwijl het Rijk het voortouw heeft bij investeringen in hoofdinfrastructuur (MIRT). Principe 6. Flexibiliteit Om snel in te kunnen spelen op – vaak onvoorspelbare – mondiale economische ontwikkelingen, moet de REOS flexibel en wendbaar zijn.
Principe 4. Selectiviteit Selectiviteit uit zich in verschillende gedaantes. Zo richt REOS richt zich (vooralsnog) uitsluitend op ruimtelijk-economische opgaven, overigens met oog voor de relaties met sociaaleconomische opgaven (zoals aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt). Selectiviteit betekent ook het maken van duidelijke keuzen, vanuit een gezamenlijk REOS profiel en ambitie: financiële middelen moeten gericht zijn op vergroting van de economische kracht van het netwerk van de drie stedelijke regio’s. 18
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
19
4. Acht opgaven Aan de hand van de analyse van de bepalende factoren voor de concurrentiekracht van stedelijke regio’s en de bestuurlijke principes zijn acht opgaven voor REOS geïdentificeerd.
Opgave 1.
Transformatie en verdichting in steden
Versterking van de (agglomeratie)kracht van stedelijke regio’s is van groot belang voor de internationale concurrentiepositie van Nederland. Daartoe moeten wonen, werken en voorzieningen ruimtelijk zo veel mogelijk – en dat verschilt per stedelijke regio - bij elkaar worden gebracht en gehouden. Dat vraagt om een betere benutting van bestaand stedelijk gebied. Ruimtelijke nabijheid en functiemenging dragen bij aan de ontwikkeling van nieuwe (en vernieuwing van) economische activiteiten; denk aan transformatiegebieden zoals bijvoorbeeld ZoHo in Rotterdam en Strijp S in Eindhoven. Die markeren ook de transitie naar een kennisintensieve en duurzame economie. “Smart Cities” maken volop gebruik van digitale mogelijkheden en van de innovatiekracht van bedrijven en burgers. De opgave vraagt om maatwerk van elke stedelijke regio. Daarnaast zullen alle stedelijke regio’s profijt hebben van het wegnemen van belemmeringen in provinciale en nationale regelgeving. @ Opgave 2.
Verbeteren van de bereikbaarheid: stad, netwerk en over de grens
Een uitstekende bereikbaarheid is een concurrentiefactor van belang, en draagt sterk bij aan agglomeratiekracht. Hoe korter de reistijden, hoe sneller mensen en bedrijven elkaar opzoeken en zaken met 20
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
21
elkaar doen. Dit vraagt om snelle, betrouwbare en comfortabele verbindingen, met zo min mogelijk vertragingen en congestie. En wel op drie schaalniveaus. Allereerst de bereikbaarheid van de afzonderlijke grote steden en stedelijke regio’s, inclusief de “first and last mile”, de verbindingen tussen de hoofdinfrastructuur en de stedelijke centra, inclusief realisatie van hoogwaardig OV door de regio’s (zoals Utrecht Science Park, High Tech Campus Eindhoven). Vervolgens gaat het om de verbindingen tussen de drie stedelijke regio’s binnen Nederland. Tot slot is de internationale connectiviteit essentieel, omdat onze stedelijke regio’s via handel, kennis en investeringen verknoopt zijn met Duitse en Vlaamse regio’s. Een optimale aansluiting van de drie stedelijke regio’s op het internationale HSL netwerk, vooral Duitsland (zoals Düsseldorf) en België, liefst met innovatieve transportsystemen, is van groot belang. Op een nog hoger internationaal speelveld zijn onze mainports actief, en ook de versterking van de capaciteit en robuustheid van netwerken voor data en IT (inclusief hubs, 5G) - essentieel voor economische vernieuwing is een opgave met een internationale dimensie. Opgave 3.
Versterking van beperkt aantal toplocaties
De aanwezigheid van toplocaties is een internationaal erkende “pull factor” voor buitenlandse bedrijven en werknemers. In het REOS netwerk vinden we uiteenlopende locaties in en bij steden: “business districts” (CBD), logistieke en productie centra en campussen. Bestuurders van rijk en regio moeten gezamenlijk bepalen welke locaties als internationale toplocaties beschouwd worden, om juist daarop investeringen te richten. De inhoudelijke aanpak verschilt per type toplocatie, zoals het verbeteren van hun “first and last mile” bereikbaarheid (CBD en campussen), multifunctionaliteit (CBD), verbeteren van ruimtelijke kwaliteit (campussen) en transitie en vergroening (logistiek, productie).
22
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Opgave 4.
Verbinding van infrastructuur en ruimte: “Transit Oriented Development”
Waar infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling nog wel eens via afzonderlijke processen tot stand komen, gaan die juist hand in hand bij gebiedsontwikkeling op basis van “Transit Oriented Development” (TOD). TOD kan sterk bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving, en aan de agglomeratiekracht van stedelijke regio’s, afzonderlijk en in combinatie. Multifunctionele gebieden kunnen zo vorm krijgen op OV knooppunten, bij toplocaties en in stedelijke centra. Dit vraagt om samenwerking van publieke (rijk en regio) en private partijen vanuit een gezamenlijke visie en programmering. Investeringen in infrastructuur, openbare ruimte en in stedelijke (her)ontwikkeling worden samengebracht, qua visie, locatie en timing. Innovatieve financiële arrangementen zullen vaak noodzakelijk zijn. Opgave 5.
Vergroening van de economie
Stedelijke regio’s die als eerste in staat zijn hun economie te verduurzamen en vergroenen, nemen in de internationale concurrentiestrijd een voorsprong. De stedelijke regio’s in het REOS netwerk hebben een prima uitgangspositie om de “Next Economy” vorm te geven, vooral door de aanwezigheid van klassieke en nieuwe ‘groene’ economische clusters, zware en fijnmazige infrastructuur en hun sterke stedelijke cultuur. Binnen REOS kunnen bestuurders doelstellingen afspreken op het gebied van vergroening en verduurzaming. Die doelen vertalen zich in de maatregelen om verduurzaming van productieketens, duurzame energie, circulaire economie en gezonde verstedelijking te bevorderen.
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
23
Opgave 6.
Internationaal aansprekend aanbod van woningen en voorzieningen
Binnen het REOS profiel past een nationaal en internationaal aansprekend woon-en leefklimaat. Daarvoor zijn goed functionerende woningmarkten, in kwalitatief en kwantitatief opzicht, in de drie stedelijke regio’s nodig. Zo moet elke stedelijke regio inspelen op de vraag naar voldoende woningen en diversiteit in woonmilieus, bijvoorbeeld voldoende huurwoningen in het middensegment. Ook moeten ze woonmilieus en recreatieve en culturele voorzieningen aanbieden, waar bijvoorbeeld internationale kenniswerkers om vragen. Het polynucleaire stedelijk netwerk van ons land biedt goede kansen voor recreatieve voorzieningen in de nabijheid van de steden. Opgave 7.
Opgave 8.
Promotie van het REOS profiel in het buitenland
Met een gerichte communicatiestrategie kan het REOS profiel over de grens ingezet worden om de gezamenlijke kwaliteiten van de drie stedelijke regio’s beter in de markt te zetten (‘branding’), en zo bedrijven, instellingen, voorzieningen en specialistische werknemers aan te trekken. De (samenwerkende) Economic Boards kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. In onderstaand beeld zijn de opgaven verbonden met ruimtelijke schaalniveaus.
Versterking van kennisnetwerken
Kennis is een cruciale factor voor economische vernieuwing. Dat vraagt om versterking van kennisnetwerken in de drie regio’s afzonderlijk en gezamenlijk. Clusters binnen Topsectoren die verspreid zijn over de stedelijke regio’s kunnen verbonden worden binnen één groter netwerk. Bedrijven en kennis- instellingen kunnen van elkaar leren en gezamenlijk kennis ontwikkelen. Het REOS netwerk kan zich ontwikkelen tot een “living lab” voor innovatieve concepten. Allianties van overheden met marktpartijen en instellingen voor onderwijs en onderzoek (zoals universiteiten) passen in deze opgave. Het doel daarbij is telkens enerzijds het benutten van de reeds aanwezige innovatiekracht en anderzijds het aantrekken van kenniswerkers, bedrijven en kennisinstellingen ter verdere versterking van de kennisnetwerken.
24
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
25
S C H A A L N I V E A U S
O
P
G
A
V
E
N
Noord-west Europa
Nederland
1) transformatie en verdichting steden 2) verbeteren bereikbaarheid: stad, regio en over de grens 3) versterken van een beperkt aantal toplocaties
REOS
4) verbinding van infrastructuur en ruimte: TOD
@ 1
2
3
4
5
6
7
8
5) vergroening van de economie 6) internationaal aansprekend aanbod van woningen en voorzieningen
Noordelijke Randstad
7) versterken van kennisnetwerken Zuidelijke Randstad
Brainport Eindhoven
26
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
8) gezamenlijke promotie van REOS succesfactoren in het buitenland
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
27
5. Tot slot Versterking van de internationale concurrentiepositie van de drie stedelijke regio’s – ieder apart en in combinatie – vraagt om bestuurlijke keuzes voor vraagstukken op verschillende schaalniveaus, die veelal ook nog eens met elkaar verbonden zijn. Zo zijn aanpassingen in regionale en nationale regelgeving gewenst om de grote steden en hun regio’s meer speelruimte voor groei en transformatie te geven. Dat komt niet alleen die steden en regio’s zelf ten goede, maar geeft ook een impuls aan de agglomeratiekracht van het gezamenlijke stedelijke netwerk, bestaande uit knopen en verbindingen op tal van gebieden (zoals infrastructuur, data, en kennis). En de stedelijke regio’s kunnen ieder zich richten op een goed werkende markt voor woningen en voorzieningen, ook om gezamenlijk een internationaal aansprekende propositie te kunnen doen. Juist die verwevenheid van schaalniveaus én de wetenschap dat bestuurders van steden, stedelijke regio’s, provincies en het rijk elkaar nodig hebben, onderstreept de noodzaak van krachtenbundeling en coalities in een gezamenlijke REOS. En evenzeer maakt de verwevenheid van schaalniveaus en wederzijdse afhankelijkheid, dat bij de uitwerking van de gezamenlijk bepaalde opgaven vaak behoefte zal zijn van een vernieuwende vorm van samenwerking, waarbij niet alleen de formele verantwoordelijkheden van de overheidslagen bepalend zijn. De ‘taakverdeling’ van de REOS partijen zal verschillen per opgave, met oog voor toegevoegde waarde en mogelijkheden om elkaar aan te vullen. Bovendien zal sprake zijn van samenwerking in allianties met markt en kennisnetwerken. De bestuurders wordt gevraagd opdracht te geven om voor een tweede REOS bijeenkomst voor elke nu benoemde opgave een concreet pakket aan maatregelen uit te werken. 28
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
29
Daarvoor zijn vier aanknopingspunten: 1.
Maatregelen moeten een duidelijke invulling van de REOS opgave zijn, met dus een meerwaarde voor de concurrentiepositie van de drie stedelijke regio’s, afzonderlijk en in combinatie, en bijdragen aan het internationale REOS profiel.
2. Per maatregel wordt aangegeven wie verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en financiering, en welke partijen en allianties er invulling aan zullen geven. 3. Niet alles kan en hoeft in één keer, een adaptieve agenda is gewenst. Zo’n agenda laat zien welke maatregelen eerst opgepakt worden en welke later. Per maatregel wordt het tijdpad getoond, inclusief de noodzaak om extra kennis te verwerven die nodig is voor een definitief besluit. 4. Niet elke ruimtelijk-economische opgave hoeft in het kader van REOS worden opgepakt. Als een andere tafel een opgave efficiënter kan oppakken, is die aan zet.
30
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
Samenhang van REOS en andere trajecten • In de Beleidsverkenning Vestigingsklimaat Nederland (BVNL) is de versterking van de internationale concurrentiepositie van de regio’s Zuid-Limburg, Venlo en omgeving, west- en midden- Brabant, Arnhem-Nijmegen-Wageningen-Ede, Twente en Groningen verkend. Er zijn ruimtelijke strategieën ter versterking van het vestigingsklimaat ontwikkeld via een serie onderzoeken en de verbinding met regionale kennis. Daarbij is de samenhang tussen regio’s en topsectoren onder de loep genomen. • Inhoudelijke bouwstenen en bestuurlijke afspraken vanuit REOS en BVNL zullen worden verankerd in de Nationale Omgevingsagenda (2016) en uiteindelijke in de Nationale Omgevingsvisie (2018). • REOS is complementair aan de “City Deals” die momenteel door steden worden ontwikkeld in het kader van Agenda Stad. City Deals zijn nieuwe vormen van samenwerking op concrete, stedelijke opgaven zoals digitalisering, stedelijke bereikbaarheid, energietransitie en sociale tweedeling. • De Nederlandse inzet op de Urban Agenda van de EU wordt verrijkt met een gezamenlijke internationale strategie op verweving, de internationale branding en de profilering van het Nederlandse stedennetwerk in Europa en daarbuiten. Vanuit dit perspectief zal ook het economisch beleid van impulsen worden voorzien, bijvoorbeeld rond het samenspel van topsectoren en stedelijke ontwikkeling. • REOS biedt een aanvullend ruimtelijk-economisch perspectief op een aantal MIRT-vraagstukken. Relevante MIRT-opgaven en hun nationaal en internationaal belang worden in het perspectief van de REOS geplaatst.
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)
31
Colofon Deze notitie is vastgesteld in het directeurenoverleg REOS op 25 november 2015. Aan REOS nemen vertegenwoordigers deel van de volgende instanties: • Noordelijke Randstad: Gemeente Amsterdam, Gemeente Almere, Gemeente Utrecht, Provincie Flevoland, Provincie Utrecht, Provincie Noord-Holland • Zuidelijke Randstad: Gemeente Den Haag, Gemeente Rotterdam, Provincie Zuid-Holland • Brainport Eindhoven: Gemeente Eindhoven, Gemeente Tilburg, Provincie Noord-Brabant • Economische Programmaraad Zuidvleugel, Economic Board Utrecht, Amsterdam Economic Board, Brainport Region Eindhoven • de ministeries van I&M, EZ en BZK. Opdrachtgever: Hans Tijl (directeur Ruimtelijke Ontwikkeling, Ministerie I&M) Opdrachtnemer: Harry van Huut (projectmanager REOS, Ministerie I&M) Tekst: Michiel van Pelt Ruimtelijk Advies en Management, mede op basis van een verslag van een werkbijeenkomst van de projectgroep REOS van Linda Bruin (RHDHV) en enkele onderzoeken die voor REOS zijn uitgevoerd (van Buck Consult International en Atlas der Gemeenten/PBL). Den Haag, december 2015
32
Bestuurlijke notitie Ruimtelijk Economische Ontwikkelstrategie (REOS)