GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR ECONOMIE
Dossier behandeld door: ir. Ronse Dominik, Gemeentesecretaris: 051/33.74.10 E‐mail:
[email protected]
STATUTEN LOKALE ECONOMISCHE RAAD (LER) ART. 1. In de gemeente Ingelmunster wordt een gemeentelijke adviesraad voor economie opgericht, hierna lo‐ kale economische raad of LER genoemd. De LER wordt erkend als adviesorgaan inzake economische aangelegenheden, in het algemeen en inza‐ ke kleinhandel, centrummanagement en maatschappelijk verantwoord ondernemen in het bijzonder. De LER heeft zijn zetel in het gemeentehuis.
DOEL‐ EN TAAKSTELLINGEN VAN DE LER ART. 2. § 1. ‐ De LER is bevoegd, hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van het College van Burgemeester en Schepenen of van de gemeenteraad, de gemeente te adviseren over het gemeentelijk economisch be‐ leid in de allerbreedste zin. De LER is tevens bevoegd advies te geven over alle andere aangelegenheden uit andere beleidsdomei‐ nen, voor zover ze rechtstreeks of onrechtstreeks impact kunnen hebben op het gemeentelijk econo‐ misch beleid, en voor zover haar advies betrekking heeft op deze impact op het gemeentelijk econo‐ misch beleid. § 2. ‐ De LER vervult een informatieve en sensibiliserende taak bij de bevolking en de ondernemers in‐ zake economische aangelegenheden en kan in dit kader op eigen initiatief en op niet dwingend verzoek initiatieven ontplooien.
ART. 3. § 1. ‐ Onder gemeentelijk economisch beleid wordt verstaan: Het gemeentelijk economisch beleid werkt aanvullend en complementair op het economisch beleid van hogere overheden, waarbij bepaalde beleidslijnen van die andere overheden kunnen worden versterkt om uiteenlopende redenen, zoals de lokale economische situatie, de ruimtelijke en milieutechnische con‐ text en de lokale economische ambities van gemeente en ondernemers. Gemeentelijk economisch beleid is multidisciplinair. Het woonbeleid, het mobiliteitsbeleid, het cultuur‐ beleid, het groenbeleid, het veiligheidsbeleid… alle hebben ze hun impact op het economisch functione‐ ren van de ondernemingen in de gemeente. Economisch beleid is daarom de taak van het voltallige col‐ STATUTEN LER
pag. 1/6
lege van burgemeester en schepenen. Het is aan de schepen van economie om te bewaken dat alle an‐ dere schepenen dit beleid mee helpen realiseren. § 2. ‐ De doelstellingen van het gemeentelijk economisch beleid, zoals vernoemd in artikel 2, zijn: Beleidsplan Ingelmunster 2014‐2019 – Ruimte om te ondernemen Een moderne gemeente laat ruimte om te ondernemen. Ruimte in de stedenbouwkundige bete‐ kenis maar eveneens in de ondersteunende zin. Een goed werkende economische raad waarin alle soorten ondernemers zetelen (kleinhandel, horeca, landbouw en kmo’s) moet de motor zijn van het gemeentelijk economisch beleid. Het nauwer verweven van de ondernemerswereld met de vrijetijdsbesteding komt beiden ten goede en de gemeente kan voor de bedrijven een partner zijn bij het maatschappelijk verantwoord ondernemen. a.
Steun aan de lokale economie
De gemeente zal een positieve stimulans betekenen voor de lokale bedrijven en de middenstand. Zo uiten wij een voorkeur voor het aankopen van producten en diensten bij lokale ondernemers en handelaars en willen wij de bevolking stimuleren om dit ook te doen. Dit uit zich ook in het streven naar een maximale toegankelijkheid van winkels en bedrijven bij wegenwerken en naar een zo ideaal mogelijke mix van kort‐ en langparkeren. Een centraal aanspreekpunt moet de lokale ondernemer wegwijs maken in de gemeentelijke diensten, daarbij ondersteund door het Sociaal Huis voor ondernemers in moeilijkheden. b. Verweven van economie met vrije tijd De gemeente onderzoekt de mogelijkheden tot verhogen van de synergieën tussen lokaal onder‐ nemen en de lokale vrijetijdsbeleving. In overleg met de partners uit de lokale bedrijfswereld en uit het vrijetijdsveld kunnen de mogelijkheden van het inzetten van specifieke locaties, van be‐ drijfsmecenaat, van sponsoring of van co‐financiering worden geanalyseerd. Dit debat zal één van de opdrachten zijn voor de Economische Raad van Ingelmunster, die zal worden opgericht. c.
Partner bij maatschappelijk verantwoord ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een continu verbeteringsproces waarbij on‐ dernemingen vrijwillig op systematische wijze economische, milieu‐ en sociale overwegingen op een geïntegreerde manier in de gehele bedrijfsvoering opnemen, waarbij overleg met de belang‐ hebbenden van de onderneming deel uitmaakt van dit proces. De gemeente wil een partner zijn van lokale ondernemers bij het maatschappelijk verantwoord ondernemen, onder meer, via het onderzoeken van de mogelijke inbreng van ondernemingen bij vormen van sociale tewerkstelling, bij de opvang van schoolgaande kinderen en bij het realiseren van projecten in een publiek‐private samenwerking. Ook dit vormt één van de opdrachten voor de Economische Raad van Ingelmunster. d. Plaats om te ondernemen De gemeente steunt de ruimtelijke ontwikkelingen gericht op ondernemen maximaal en zet hierbij in, waar dat ruimtelijk te verantwoorden is, op het optimaal verweven van functies. Bij de in‐ richting van bedrijventerreinen wordt gestreefd naar diversificatie van verschillende soorten be‐ drijven, zowel qua sector als qua omvang. Verder speelt het mobiliteitsvraagstuk hier een belang‐ rijke rol, zowel inzake het parkeren, het aanbod van openbaar vervoer als een gepaste ontsluiting naar de regio. Indien de mogelijkheid voor bedrijfsverzamelgebouwen of startersgebouwen zich aandient, zal de gemeente dit ten volle ondersteunen. We geven landbouw als economische activiteit alle mogelijke ondersteuning binnen het kader van een verantwoord ruimtelijk beleid en vrijwaring van de open ruimte.
ART. 4. De taken van de LER zijn de volgende:
STATUTEN LER
advies aan de gemeente bij de algemene beleidsvorming en –uitvoering
bij de opmaak en tussentijdse evaluatie van het meerjarig beleidsplan
bij de jaarlijkse opmaak van het budget
bij de jaarlijkse evaluatie in het kader van de jaarrekening
pag. 2/6
advies aan de gemeente in het kader van de ontwikkeling en de realisatie van het gemeentelijk economisch beleid
advies aan de gemeente op eigen initiatief
het nemen van initiatieven tot bevordering van het eigen doel, van de economische doelstellin‐ gen van de gemeente en tot versterking van de lokale economie
het informeren, sensibiliseren en het geven van voorlichting inzake thema's met betrekking tot het economisch beleid;
het vervullen van de rol als katalysator in het maatschappelijk debat omtrent maatschappelijk verantwoord ondernemen.
SAMENSTELLING VAN DE LER ART. 5. De LER is samengesteld uit:
de Algemene Vergadering
het Dagelijkse Bestuur
ART. 6. § 1. ‐ Er wordt naar gestreefd dat alle economische geledingen evenwichtig in de LER vertegenwoordigd zijn, alsook dat elk van beide geslachten ten minste één derde van de leden telt. § 2. ‐ De algemene vergadering van de LER wordt samengesteld met stemgerechtigde leden, niet‐ stemgerechtigde leden en waarnemers. De stemgerechtigde leden van de algemene vergadering zijn:
12 vertegenwoordigers die effectief lid zijn van een vereniging, instelling of organisatie waarvan de werking zich situeert op het grondgebied van de gemeente en die actief zijn op vlak van eco‐ nomische aangelegenheden in de brede zin of lokale ondernemers vertegenwoordigen, met na‐ me:
2 vertegenwoordigers die de ondernemers actief in de landbouw of de para‐agrarische sector vertegenwoordigen
2 vertegenwoordigers van Unizo
2 vertegenwoordigers van VZI
2 vertegenwoordigers die de ondernemers actief in een vrij beroep vertegenwoordigen
2 vertegenwoordigers van VOKA
2 vertegenwoordigers van Markant
6 vertegenwoordigers uit het niet‐georganiseerd economisch middenveld of met een bijzondere expertise op economisch vlak.
De niet‐stemgerechtigde leden zijn:
de afgevaardigde van het Schepencollege, belast met economie
één lid afgevaardigd uit elke politieke fractie vertegenwoordigd in de gemeenteraad
de ambtenaar economie van de gemeentelijke administratie
De LER kan beslissen om, in functie van het te behandelen onderwerp, een beroep te doen op deskun‐ digen. Deze deskundige zetelen als waarnemers en nemen derhalve deel aan de discussies, maar zij hebben geen stemrecht. STATUTEN LER
pag. 3/6
§ 3. ‐ Voor elk lid mag tevens één plaatsvervangend lid worden voorzien. § 4. – Leden van de gemeenteraad of van de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen geen stemge‐ rechtigd lid van de algemene vergadering zijn.
ART. 7. Het quotum van minimaal één derde leden van beide geslachten, zoals vermeld in art. 6, § 1, wordt na‐ gestreefd door volgende maatregelen:
Groepen die conform art. 6, § 2 meer dan één lid mogen afvaardigen naar de Algemene Vergade‐ ring streven er naar rekening te houden met de in art. 6, § 1 vastgelegde verhouding.
Bij het toekennen van mandaten aan de vertegenwoordigers van het niet‐georganiseerd econo‐ misch middenveld wordt rekening gehouden met de in art. 6, § 1 vastgelegde voorwaarden, voor zover het aantal kandidaten dit toestaat.
TOETREDING ART. 8. § 1. ‐ Voor de installatie van de LER dient de aanvraag tot toetreding te worden gericht aan het college van Burgemeester en Schepenen. De vertegenwoordigers van het niet‐georganiseerd economisch middenveld dienen hun aanvraag tot toetreding in samen met een motivatienota waaruit hun deskundigheid en positieve interesse blijkt. De aanvragen worden door het College van Burgemeester en Schepenen onderzocht en aanvaard of geweigerd. § 2. ‐ Na de installatie van de LER worden de aanvragen gericht aan de voorzitter van de raad. De aanvragen worden door de LER onderzocht en na stemming aanvaard of geweigerd. Vervolgens wordt de nieuwe samenstelling ter kennisgeving voorgelegd aan het College van Burge‐ meester en Schepenen. In voorkomend geval kan de nieuwe samenstelling worden voorgelegd aan de gemeenteraad indien de samenstelling afwijkt van artikel 7, § 2.
DUUR VAN HET MANDAAT ART. 9. § 1. ‐ Het mandaat in de LER loopt gelijk met de duur van het mandaat van de leden van de gemeente‐ raad maar blijft geldig tot de LER effectief vernieuwd is. Ten laatste binnen de zes maand na de installatie van de nieuwe gemeenteraad wordt een nieuwe LER samengesteld. § 2. ‐ Het mandaat neemt een einde door:
STATUTEN LER
het persoonlijk ontslag uit de Algemene Vergadering
het ontslag uit de afvaardigende organisatie
bij overlijden van de afgevaardigde
intrekking van het mandaat door de afvaardigende organisatie
pag. 4/6
het niet meer voldoen aan de bepalingen van onderhavige statuten
De leden die drie maal na elkaar zonder verontschuldiging afwezig blijven, kunnen, als de LER daar zo over beslist, als ontslagnemend beschouwd worden. De hernieuwingen van mandaten en vervangingen wegens ontslag worden vooraf door de betrokken organisatie of persoon meegedeeld aan de voorzitter. Het beëindigen van een mandaat heeft geen effect op de andere mandaten die tijdens de installatie‐ vergadering met respect voor de in artikels 6 vermelde evenwichten werden toegekend.
WERKING VAN DE LER ART. 10. § 1. ‐ Door en uit de stemgerechtigde leden wordt een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris en een penningmeester gekozen. § 2. ‐ Er kunnen binnen en door de LER werkgroepen opgericht worden. Werkgroepen hebben een specifieke, al dan niet, tijdelijke opdracht met als doel bepaalde onderwer‐ pen of initiatieven voor te bereiden ter bespreking, ter uitvoering of ter goedkeuring. In elke werkgroep wordt een voorzitter aangeduid die de vergaderingen voorzit. De voorzitter en secretaris van de LER worden op de hoogte gebracht van de data en de agenda van de vergaderingen van de werkgroepen. § 3. ‐ Volgende werkgroepen worden statutair ingesteld:
de werkgroep Kleinhandel
de werkgroep Centrummanagement
de werkgroep Maatschappelijk verantwoord ondernemen
§ 4. ‐ Er wordt een Dagelijks Bestuur samengesteld dat bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris, de penningmeester en de 3 voorzitters van de statutaire werkgroepen, zodat het Dagelijks Bestuur in totaal maximaal zeven stemgerechtigde leden telt. De Schepen van Economie en de ambtenaar economie zijn automatisch lid van het Dagelijks Bestuur, maar zijn niet‐stemgerechtigd. § 5. ‐ Het samenwerken van de verschillende gemeentelijke adviesraden wordt aangemoedigd. De be‐ staande gemeentelijke adviesraden kunnen elk een vertegenwoordiger aanduiden die de communicatie met de LER verzorgt. Deze vertegenwoordiger heeft een dubbele taak:
De in hun adviesraad naar voor gekomen onderwerpen inzake economie laten zij aan bod komen in de LER.
De in de LER behandelde onderwerpen die hun belangensfeer raken bespreken zij in de eigen ad‐ viesraad.
Voor zover de vertegenwoordigers geen lid zijn van de LER kunnen zij als waarnemer uitgenodigd wor‐ den.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT ART. 11. § 1. ‐ Een huishoudelijk reglement bepaalt, onder meer: STATUTEN LER
de taakverdeling en de werking van de Algemene Vergadering, het Dagelijks Bestuur en de werk‐
pag. 5/6
groepen
de taken van voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester
het verloop van de installatievergadering
het aantal en de periodiciteit van de vergaderingen
andere aspecten van de interne werking, onder andere het formuleren van adviezen en het op‐ stellen en openbaar maken van de verslagen
niet in de statuten voorziene procedures en taken
§ 2. ‐ Het huishoudelijk reglement wordt opgesteld door de LER en ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
SAMENWERKING MET DE GEMEENTE ART. 12. De gemeente stimuleert de werking van de LER door voldoende financiële, logistieke en educatieve on‐ dersteuning te verlenen. De concrete ondersteuningsinitiatieven zijn omschreven in de beslissing van de gemeenteraad van 24 september 2013 houdende erkenning van raden en overlegstructuren die tot opdracht hebben op re‐ gelmatige wijze het gemeentebestuur te adviseren en goedkeuren van de afspraken inzake de samen‐ werking met het gemeentebestuur.
WIJZIGING VAN DE STATUTEN EN ONTBINDING VAN DE LER ART. 13. De voorstellen tot wijziging van de statuten of de voortijdige ontbinding van de LER worden uitdrukke‐ lijk op de agenda van de Algemene Vergadering vermeld. Om geldig hierover te kunnen beslissen moet de meerderheid (helft + 1) van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn en de beslissing moet genomen worden door minstens tweederde meerderheid. Indien op de vergadering de meerderheid van de stemgerechtigde leden niet aanwezig is, dient het voorstel tot wijziging van de statuten of de voortijdige ontbinding van de LER te worden verdaagd naar een volgende vergadering. Op deze vergadering is geen aanwezigheidsquorum vereist en kan de beslis‐ sing bij gewone meerderheid worden genomen. Bij staking der stemmen is het voorstel verworpen. Statuten aangenomen door de gemeenteraad op 20 mei 2014.
STATUTEN LER
pag. 6/6