E7D"WaVY
SociaalEconomische Raad
BZYZYZa^c\ZcWaVYZcKZgdgYZc^c\ZcWaVY7ZYg^_[hdg\Vc^hVi^Z
>c]djYhde\VkZ `WWh]Wd]+.)eajeX[h(&&.dkcc[h.'
C[Z[Z[b_d][dXbWZ8[Zh_`\ieh]Wd_iWj_[ IE9?77B#;9EDEC?I9>;H77: L[hehZ[d_d][d[dX[ibk_j[d 8;:H?@
7C;D FheZkYjiY^WfM_`d FheZkYjiY^WfL[[[dLb[[i
( ( ( ( (&
L[hehZ[d_d][dXbWZ8[Zh_`\ieh]Wd_iWj_[ 8;:H?@7C;D FheZkYjiY^WfM_`dM*jej[dc[jM,
((-
Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening.
SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
Verordeningen en besluiten De Toezichtkamer heeft op 24 september 2008 ingestemd met de besluiten tot vaststelling van de jaarrekening 2007 van het Productschap Dranken en het Bedrijfschap Afbouw
BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Wijn Ontwerp- Verordening W financieringsheffing wijn 2009 Verordening van het Productschap Wijn van «««KRXGHQGHUHJHOVWHU]DNHYDQGHDDQGH onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen heffing 2009 (Verordening W financieringsheffing wijn 2009). Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op de artikelen 95 en 126 eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 14 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Besluit: § 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: productschap secretaris ondernemer
: : :
wijn
:
hoofdproductschap
:
Productschap Wijn; secretaris van het productschap; de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; stille wijn, mousserende wijn, parelwijn, likeurwijn en gearomatiseerde wijn van verse druiven, zoals aangeduid onder de GN-codes 2204 en 2205, ook indien hieraan naderhand de alcohol geheel of gedeeltelijk is onttrokken (GN-code 2202 90 10) alsmede alcoholhoudende drank, ex GN-code 2206, al dan niet mousserend, op basis van andere vruchten dan druiven met een effectief alcoholvolumegehalte van tenminste 8,5 % vol en ten hoogste 15 % vol bij een temperatuur van 20 graden Celsius, waarbij het alcoholgehalte tenminste voor een deel is verkregen door vergisting; Hoofdproductschap Akkerbouw.
Mbbo 2008, nr. 81
2
§ 2 Heffing Artikel 2 De ondernemer is verplicht voor wijn een heIILQJWHEHWDOHQWHQEHGUDJHYDQ¼SHU hectoliter terzake van de invoer dan wel de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland ZRUGWJHOHYHUGGLHQWWHQDDQ]LHQYDQGH]HOHvering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen. Artikel 3 1. In de gevallen waarin op basis van de Wet op de accijns teruggaaf wordt verleend van op ZLMQJHKHYHQDFFLMQVZRUGWop verzoek van de ondernemer teruggaaf van de heffing verleend die ter zake is geheven. 2. De ondernemer dient door middel van een teruggaafbeschikking van de douane voor de accijns zijn recht op teruggaaf van de heffing aan te tonen. Artikel 4 De heffing bedoeld in artikel 2 is bestemd voor de huishoudelijke uitgaven van het productschap met het oog op zijn activiteiten ten behoeve van de sector wijn. Artikel 5 1.
De ondernemer is verplicht door middel van een hiertoe dienend opgavenformulier aan het productschap naar waarheid gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de KHIILQJEHGRHOGLQDUWLNHO'H9HURUGHQLQJ:DOJHPHQHEHSDOLQJHQLVKLHUELMYDQ toepassing.
2.
De opgave dient maandelijks teJHVFKLHGHQHQZHOXLWHUOLMNRSGHODDWVWHGDJYDQGHPDDQG volgend op de maand waarop de opgave betrekking heeft.
3.
De ondernemer is eveneens verplicht een opgavenformulier in te sturen indien in de betrokken maand géén wijn in de handel is gebracht.
Artikel 6 'HKHIILQJEHGRHOGLQDUWLNHOZRUGWYastgesteld aan de hand van de gegevens van het opgavenformulier. 2.
De ondernemer verstrekt gelijktijdig met het opgavenformulier aan het productschap een afschrift van zijn aangifte op grond van de Wet op de accijns over dezelfde periode.
3.
Indien de ondernemer niet in staat is gebleken een afschrift van de aangifte op grond van de :HWRSGHDFFLMQVWHYHUVWUHNNHQNDQGHVHFUHWaris de ondernemer verplichten een door een accountant afgegeven verklaring te overleggen met betrekking tot de hoeveelheid in de handel gebrachte wijn in een bepaalde periode.
4. De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in artikel 5 bedoelde opgave.
Mbbo 2008, nr. 81
3
§ 3 Ambtshalve Heffing Artikel 7 1.
Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 6 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris bevoegd namens het bestuur de verschuldigde heffing voor de betreffende maand ambtshalve bij aanslag vast te stellen.
2.
Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk ambtshalve vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.
3.
Indien het productschap, op verzoek van de ondernemer nadat de termijn genoemd in het tweede lid is verstreken, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het productschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.
Artikel 8 Het ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedrag wordt betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgende op die waarop zij door of vanwege het productschap in rekening is gebracht. Artikel 9 +HWSURGXFWVFKDSNDQEHVOXLWHQQRWD VYDQPLQGHUGDQ¼VDPHQWHYRHJHQWRWYHU]DPHOQRWD V welke betrekking hebben op meerdere perioden. $UWLNHO Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 8 gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. &RQWULEXWLHDIWUHN Artikel 11 1.
Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het betreffende jaar aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing.
2.
De in een bestuursbesluit vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur.
Artikel 12 Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en anders indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het productschap een taak heeft te vervullen;
Mbbo 2008, nr. 81
4
b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad; c. tot de werkingssfeer van het productschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is; d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. Artikel 13 Een verzoek tot aanwijzing van een ondernemersorganisatie als bedoeld in artikel 12 dient ingediend te worden vóór 1 juli van het betreffende jaar. Artikel 14 1.
De ondernemer heeft aanspraak op de in artikel 11 bedoelde aftrek, indien uit de door de aangewezen ondernemersorganisaties verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het betreffende jaar is betaald.
2.
De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 oktober de betreffende gegevens bij het productschap aan te leveren.
Artikel 15 1.
De aftrek, bedoeld in artikel 11, eerste lid en de aftrek, bedoeld in artikel 11, eerste lid van Verordening W bestemmingsheffing wijn 2009, bedraagt opgeteld 50% van de betaalde contributie over het betreffende jDDUPHWHHQPD[LPXPYDQ¼
2.
De aftrek wordt in december verrekend met de heffing.
Artikel 16 1.
Voor de toepassing van de artikelen 11 tot en met 15 wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het betreffende jaar als contributie aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is.
2.
Het bestuur kan bij besluit nadere voorschriften geven. § 5 Slotbepalingen
Artikel 17 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2009, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2009, met uitzondering van de toepassing van de Verordening W algemene bepalingen 2003.
Mbbo 2008, nr. 81
5
Artikel 18 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening W financieringsheffing wijn 2009. Den Haag, voorzitter secretaris
TOELICHTING
Productschap In september 1991 hebben de brancheorganisaties te kennen gegeven te opteren voor een eigenstandig productschap in het conglomeraat van de akkerbouwproductschappen. Voor het instellen van het Productschap Wijn is het toegenomen belang ten aanzien van import, het gebruik van wijn als ook de be- en verwerking van wijn in Nederland maatgevend geweest. 2QGHUKHWEHJULSµEHHQYHUZHUNLQJYDQZLMQ¶ZRUGHQGHYROJHQGHDFWLYLWHLWHQYHUVWDDQ x het bottelen van wijn x de bereiding van wijn x het blenden van wijn, d.w.z. het in entrepot of in het vrije verkeer vermengen van tafelwijn uit verschillende EU-lidstaten, derde landen wijnen onderling, dan wel likeurwijnen of aromatische wijnen. Tot de kerntaken van het productschap behoren x informatie en voorlichting x marktonderzoek x stimuleren verantwoord alcoholgebruik x milieuproblematiek x onderwijs x begeleiden ARBO-activiteiten x hygiëne code Het productschap levert als publiekrechtelijk orgaan door middel van regelgeving en bestuur een bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling van de wijnsector in het algemeen belang en in het belang van de ondernemers en werkgevers in het bijzonder. Doelstelling van de heffing Met deze verordening wordt het systeem van financieringsheffing vastgesteld. In artikel 2 wordt het heffingsbedrag vastgesteld. De opbrengst is bestemd voor de huishoudelijke uitgaven van het productschap alsmede voor de aan het Hoofdproductschap Akkerbouw te verlenen bijdrage in de algemene kosten. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de wijnsector. Alle ondernemingen betalen mee aan de bestuurs- en huishoudelijke kosten van het productschap. Zo wordt voorkomen dat er bedrijven zijn die wel profiteren van activiteiten, maar niet meebetalen. De afweging van private alternatieven Omdat de ondernemingen niet ieder voor zich de uit voornoemde kerntaken voortvloeiende taken kunnen aanpakken, is op verzoek van de brancheorganisaties in het bestuur gekozen voor
Mbbo 2008, nr. 81
6
een collectieve aanpak. Slechts met een publieke heffing zijn de beoogde, door maatschappij en sector gewenste, doelen bereikbaar. De publieke heffing beïnvloedt de concurrentieverhouding niet. Individuele bedrijven zijn niet in staat bovengenoemde activiteiten te ontplooien. Via de publieke heffing is er geen discriminatie tussen leden van brancheorganisaties en niet-leden. Het optreden van het productschap bevoordeelt geen belangen van individuele ondernemingen. Alle bedrijven profiteren op een gelijke wijze van de werkzaamheden van het productschap. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. Structuur van de heffing De grondslag van de heffing in artikel 2 is de invoer dan wel uitslag in de zin van de Wet op de accijns. Deze grondslag bevat ook wijn die niet door de ondernemer zelf maar in diens opdracht wordt ingevoerd dan wel wordt uitgeslagen. Ook de wijn waarvoor door de buitenlandse wijnleverancier in Nederland accijns is afgedragen valt onder het heffingsregime. Ingevolge de Verordening W registratie wijnhandelaren 2003 zijn de heffingsplichtigen bij het productschap bekend. Deze dienen periodiek opgaven te doen van de hoeveelheden wijn waarvoor accijns is betaald. De opgave van deze hoeveelheden is administratief goed uitvoerbaar. De hoogte van de heffing is ten opzichte van 2008 gelijk gebleven. De onderbouwing van de gekozen structuur Deze grondslag is gekozen met het oog op de controleerbaarheid, de verenigbaarheid met het Europese recht en de administratieve uitvoerbaarheid. De grondslag en hoogte is gelijk aan de heffing van het vorig jaar. Onder uitslag wordt verstaan het brengen van de wijn buiten een plaats die voor dat soort accijnsgoed als accijnsgoederenplaats is aangewezen. De wijn kan ook in een andere Lidstaat zijn uitgeslagen. 2QGHUµLQYRHU¶GLHQWFRQIRUPGHDFFLMQVUHJHOJHving te worden verstaan: invoer vanuit derde landen. Werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt opgelegd aan de ondernemer die aan het begin van de keten staat. Doordat de heffing een onderdeel vormt van de kostprijs van het product, drukt deze op alle bedrijfsgenoten. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting De totale opbrengst van de fiQDQFLHULQJVKHIILQJLVYRRUJHUDDPGRS¼]RDOVGDW staat vermeld in hoofdstuk E van de begroting 2009. Verhouding internationaal recht De heffing drukt gelijkelijk op het nationale product als op het geïmporteerde product. In die zin is geen sprake van een invoerheffing in de zin van artikel 23/25 van het EG-Verdrag, noch van een binnenlandse heffing welke qua eindresultaat discriminatoir uitpakt jegens het buitenlandse product in de zin van artikel 90 EG-Verdrag. Contributie-aftrek Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt voor ondernemersorganisaties in de wijnsector een aftrek van de heffing (Schilthuiskorting) voor hun leden te verzoeken door middel van een aanwijzing door het bestuur. Artikel 126, zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt deze mogelijkheid tot maximaal de helft van de heffing. De totale korting (financieringsheffing en bestemmingsheffing) bedraagt 50% van de FRQWULEXWLHPHWHHQPD[LPXPYDQ¼ Voorwaarde voor aftrek is dat de contributie over het betreffende jaar is betaald. De aftrek
Mbbo 2008, nr. 81
7
wordt aan het eind van het jaar met de heffing verrekend, waardoor betaling van de contributie controleerbaar is. De tekst van artikel 12 correspondeert met de bepaling opgenomen in artikel 5.1, eerste lid van het Besluit beleidsregel Bestuurskamer van de SER. De filosofie achter deze aftrek van de heffing is van oudsher om de vrijheid van organisaties in sectoren van het bedrijfsleven niet te belemmeren. De ontplooiing van de organisaties vormt mede de basis voor productschappen. De door georganiseerde wijnbedrijven verrichte inzet ten behoeve van belangenbehartiging in de branche en de daarmee gepaard gaande beleidsvoorbereidende activiteiten in publiek verband, rechtvaardigt een korting op de verplichte heffing in de vorm van een aan de contributie gerelateerde korting. De niet georganiseerde ondernemer profiteert namelijk in gelijke mate van die publiekrechtelijke activiteiten. Toedelen bestuursbevoegdheden Teneinde alle ondernemers die daarvoor in aanmerking komen daadwerkelijk de heffing te doen betalen, is de secretaris gemandateerd om de ondernemer te belasten met een ambtshalve heffing indien die ondernemer in strijd met de voorschriften in gebreke blijft de benodigde gegevens in te dienen. Administratieve lastendruk De heffingsverordeningen van het productschap veroorzaken een relatief geringe lastendruk voor de bedrijfsgenoten. De mogelijkheden om deze lasten verder terug te dringen, d.m.v. elektronische aangifte of verminderde opgavenfrequentie worden nog onderzocht. Terugwerkende kracht De verordening heeft terugwerkende kracht aangezien het doorlopende (jaarlijks vastgestelde) heffingen betreft. De strafbepalingen zijn van terugwerkende kracht uitgezonderd op grond van artikel 16 van de Grondwet. Den Haag, voorzitter secretaris
Ontwerp- Verordening W aanvullende financieringsheffing wijn jaar 2008 Verordening van het Productschap Wijn van «««KRXGHQGHUHJHOVWHU]DNHYDQGHDDQGH onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen aanvullende heffing voor het jaar 2009 (Verordening W aanvullende financieringsheffing wijn jaar 2009). Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 14 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Besluit: § 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening verstaat onder:
Mbbo 2008, nr. 81
8
productschap secretaris ondernemer
: : :
wijn
:
Productschap Wijn; secretaris van het productschap; de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; stille wijn, mousserende wijn, parelwijn, likeurwijn en gearomatiseerde wijn van verse druiven, zoals aangeduid onder de GN-codes 2204 en 2205, ook indien hieraan naderhand de alcohol geheel of gedeeltelijk is onttrokken (GN-code 2202 90 10) alsmede alcoholhoudende drank, ex GN-code 2206, al dan niet mousserend, op basis van andere vruchten dan druiven met een effectief alcoholvolumegehalte van tenminste 8,5 % vol en ten hoogste 15 % vol bij een temperatuur van 20 graden Celsius, waarbij het alcoholgehalte tenminste voor een deel is verkregen door vergisting. § 2 Heffing
Artikel 2 De ondernemer is voor het jaar 2009 verplicht voor wijn een heffing te betalen ten bedrage van ¼SHUKHFWROLWHUWHU]DNHYDQGHLQYRHUGDQZHl de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland wordt geleverd, dient ten aanzien van deze levering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen. $UWLNHO 1. In de gevallen waarin op basis van de Wet op de accijns teruggaaf wordt verleend van op wijn geheven accijns, wordt op verzoek van de ondernemer teruggaaf van de heffing verleend die ter zake is geheven. 2. De ondernemer dient door middel van een teruggaafbeschikking van de douane voor de accijns zijn recht op teruggaaf van de heffing aan te tonen. Artikel 4 De heffing bedoeld in artikel 2 is bestemd voor de aanvulling van de reserves van het productschap. Artikel 5 1.
De ondernemer is verplicht door middel van een hiertoe dienend opgavenformulier aan het productschap naar waarheid gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de heffing, bedoeld in artikel 2. De VerordeniQJ:DOJHPHQHEHSDOLQJHQLVKLHUELMYDQ toepassing.
2.
De opgave dient maandelijks te geschieden en wel uiterlijk op de laatste dag van de maand, volgend op de maand waarop de opgave betrekking heeft.
'HRQGHUQHPHULVHYHQHHQVYHUSOLFKWHHQRSgavenformulier in te sturen indien in de betrokken maand géén wijn in de handel is gebracht. Artikel 6 1.
De heffing, bedoeld in artikel 2, wordt vastgesteld aan de hand van de gegevens van het opgavenformulier.
Mbbo 2008, nr. 81
9
2.
De ondernemer verstrekt gelijktijdig met het opgavenformulier aan het productschap een afschrift van zijn aangifte op grond van de Wet op de accijns over dezelfde periode.
3.
Indien de ondernemer niet in staat is gebleken een afschrift van de aangifte op grond van de Wet op de accijns te verstrekken, kan de secretaris de ondernemer verplichten een door een accountant afgegeven verklaring te overleggen met betrekking tot de hoeveelheid in de handel gebrachte wijn in een bepaalde periode.
4. De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in artikel 5 bedoelde opgave. § 3 Ambtshalve heffing Artikel 7 1.
Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 6 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris bevoegd namens het bestuur de verschuldigde heffing voor de betreffende maand ambtshalve bij aanslag vast te stellen.
2.
Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk ambtshalve vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.
3. Indien het productschap, op verzoek van de ondernemer nadat de termijn genoemd in het tweede lid is verstreken, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het productschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht. Artikel 8 Het ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedrag wordt betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgende op die waarop zij door of vanwege het productschap in rekening is gebracht. Artikel 9 +HWSURGXFWVFKDSNDQEHVOXLWHQQRWD VYDQPLQGHUGDQ¼VDPHQWHYRHJHQWRWYHU]DPHOQRWD V welke betrekking hebben op meerdere perioden. $UWLNHO Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 8 gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. § 4 Slotbepalingen Artikel 11 Deze verordening treedt in werking met ingang vaQMDQXDUL,QGLHQKHW9HURUGHQLQJHQEODG Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt JHSODDWVWZRUGWXLWJHJHYHQQDMDQXDUL treedt zij in werking met ingang YDQGHWZHHGHGDJQDGHGDJWHNHQLQJYDQGDW9HURUGHQLQJHQEODG
Mbbo 2008, nr. 81
10
Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2009, met uitzondering van de toepassing van de Verordening W algemene bepalingen 2003. Artikel 12 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening W aanvullende financieringsheffing wijn jaar 2009. Den Haag, voorzitter secretaris
TOELICHTING
Productschap In september 1991 hebben de brancheorganisaties te kennen gegeven te opteren voor een eigenstandig productschap in het conglomeraat van de akkerbouwproductschappen. Voor het instellen van het Productschap Wijn is het toegenomen belang ten aanzien van import, het gebruik van wijn als ook de be- en verwerking van wijn in Nederland maatgevend geweest. 2QGHUKHWEHJULSµEHHQYHUZHUNLQJYDQZLMQ¶ZRUGHQGHYROJHQGHDFWLYLWHLWHQYHUVWDDQ x het bottelen van wijn x de bereiding van wijn x het blenden van wijn, d.w.z. het in entrepot of in het vrije verkeer vermengen van tafelwijn uit verschillende EU-lidstaten, derde landen wijnen onderling, dan wel likeurwijnen of aromatische wijnen. Tot de kerntaken van het productschap behoren x informatie en voorlichting x marktonderzoek x stimuleren verantwoord alcoholgebruik x milieuproblematiek x onderwijs x begeleiden ARBO-activiteiten x hygiëne code Het productschap levert als publiekrechtelijk orgaan door middel van regelgeving en bestuur een bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling van de wijnsector in het algemeen belang en in het belang van de ondernemers en werkgevers in het bijzonder. Doel van de heffing Met deze verordening wordt een aanvullende financieringsheffing voor 2009 vastgesteld. De opbrengst van deze heffing is bestemd voor de aanvulling van de financiële reserves van het productschap. Uit hoofde van de Verordening financiën bedrijfslichamen 1999 van de Sociaal Economische Raad dienen de te verwachten uitgaven van het productschap in beginsel gefinancierd te worden uit de heffingsinkomsten. Daarenboven mogen tot op zekere hoogte reserves aangehouden worden voor tegenvallende inkomsten of onverwachte uitgaven. De reserves dienen aangevuld te worden nu het productschap naar aanleiding van de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 29 november 2006 (Nrs. AWB 05/224 t/m AWB 05/851) een deel van de heffing aan de bedrijfsgenoten die vanaf november 1998 bezwaar hebben gemaakt, terug betaalt. Daartoe dient het tarief van de financieringsheffing tijdelijk te
Mbbo 2008, nr. 81
11
worden verhoogd, namelijk totdat de reserves, gegeven de extra uitgaven, het gewenste niveau hebben bereikt. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de wijnsector. Door de uitspraak van het CBB de heffingen terug te betalen, zullen de reserves van het productschap weer op het gewenste peil moeten worden gebracht door het betalen van een nieuwe heffing. Dit kan alleen door een heffingsverordening vast te stellen. De afweging van private alternatieven Het aanvullen van de financiële reserves van het productschap kan slechts door middel van het vaststellen van een productschapverordening. Hiervoor zijn geen private alternatieven voorhanden. De structuur van de heffing De grondslag van de heffing in artikel 2 is de invoer dan wel uitslag in de zin van de Wet op de accijns. Deze grondslag bevat ook wijn die niet door de ondernemer zelf maar in diens opdracht wordt ingevoerd dan wel wordt uitgeslagen. Ook de wijn waarvoor door de buitenlandse wijnleverancier in Nederland accijns is afgedragen valt onder het heffingsregime. Ingevolge de Verordening W registratie wijnhandelaren 2003 zijn de heffingsplichtigen bij het productschap bekend. Deze dienen periodiek opgaven te doen van de hoeveelheden wijn waarvoor accijns is betaald. De opgave van deze hoeveelheden is administratief goed uitvoerbaar. De hoogte van de heffing is ten opzichte van 2008 gelijk gebleven. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting De totale opbrengst van de bestHPPLQJVKHIILQJLVYRRUJHUDDPGRS¼]RDOVGDW staat vermeld in hoofdstuk E van de begroting 2009. Werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt gelegd op de ondernemer die aan het begin van de keten staat. Doordat de heffing een onderdeel vormt van de kostprijs van het product, drukt deze op alle bedrijfsgenoten. Administratieve lastendruk De heffingsverordeningen van het productschap veroorzaken een relatief geringe lastendruk voor de bedrijfsgenoten. De mogelijkheden om deze lasten verder terug te dringen, d.m.v. elektronische aangifte of verminderde opgavenfrequentie worden nog onderzocht. Den Haag, voorzitter secretaris
Ontwerp- Verordening w bestemmingsheffing wijn 2009 9HURUGHQLQJYDQKHW3URGXFWVFKDS:LMQYDQ««KRXGHQGHYDVWVWHOOLQJ bestemmingsheffing ten behoeve van de wijnsector in Nederland 2009 (Verordening W bestemmingsheffing wijn 2009). Het bestuur van het Productschap Wijn; *HOHWRSGHDUWLNHOHQHQHHUVWHHQYLHUGHOLG van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de DUWLNHOHQHQYDQKHW,QVWHOOLQJVEHVOXLWDNNHUERXZSURGXFWVFKDSSHQ
Mbbo 2008, nr. 81
12
Besluit: § 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: productschap secretaris ondernemer
: : :
wijn
:
Productschap Wijn; secretaris van het productschap; de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld stille wijn, mousserende wijn, parelwijn, likeurwijn en gearomatiseerde wijn van verse druiven, zoals aangeduid onder de GN-codes 2204 en 2205, ook indien hieraan naderhand de alcohol geheel of gedeeltelijk is onttrokken (GN-code 2202 90 10) alsmede alcoholhoudende drank, ex GN-code 2206, al dan niet mousserend, op basis van andere vruchten dan druiven met een effectief alcoholvolumegehalte van tenminste 8,5 % vol en ten hoogste 15 % vol bij een temperatuur van 20 graden Celsius, waarbij het alcoholgehalte tenminste voor een deel is verkregen door vergisting. § 2 Heffing
Artikel 2 De ondernemer is verplicht voor wijn een heIILQJWHEHWDOHQWHQEHGUDJHYDQ¼SHU hectoliter terzake van de invoer dan wel de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland wordt geleverd, dient ten aanzien van deze levering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen. $UWLNHO 1. In de gevallen waarin op basis van de Wet op de accijns teruggaaf wordt verleend van op wijn geheven accijns, wordt op verzoek van de ondernemer teruggaaf van de heffing verleend die ter zake is geheven. 2. De ondernemer dient door middel van een teruggaafbeschikking van de douane voor de accijns zijn recht op teruggaaf van de heffing aan te tonen. Artikel 4 De heffing bedoeld in artikel 2 is bestemd voor het Fonds wijn en wijnbouwproducten en het Milieufonds wijn. Artikel 5 1.
De ondernemer is verplicht door middel van een hiertoe dienend opgavenformulier naar waarheid aan het productschap gegevens te verstrekken ten behoeve van de vaststelling van de heffing, bedoeld in artikel 2. De VerordHQLQJ:DOJHPHQHEHSDOLQJHQLVKLHUELM van toepassing.
Mbbo 2008, nr. 81
13
2.
De opgave dient maandelijks te geschieden en wel uiterlijk op de laatste dag van de maand, volgend op de periode waarop deze opgave betrekking heeft.
3.
De ondernemer is eveneens verplicht een opgavenformulier in te dienen, indien in de betrokken maand géén wijn in de handel is gebracht.
Artikel 6 1.
De heffing, bedoeld in artikel 2, wordt vastgesteld aan de hand van de gegevens van het opgavenformulier.
2.
De ondernemer verstrekt gelijktijdig met het opgavenformulier aan het productschap een afschrift van zijn aangifte op grond van de Wet op de accijns over dezelfde periode.
3.
Indien de ondernemer niet in staat is gebleken een afschrift van de aangifte op grond van de Wet op de accijns te verstrekken, kan de secretaris de ondernemer verplichten een door een accountant afgegeven verklaring te overleggen met betrekking tot de hoeveelheid in de handel gebrachte wijn in een bepaalde periode.
4.
De ondernemer is verplicht alle medewerking ter verlenen aan de controle door of namens het productschap van de in artikel 5 bedoelde opgave. § 3 Ambtshalve heffingen
Artikel 7 1.
Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 6 niet, niet tijdig of naar het oordeel van de secretaris niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris bevoegd namens het bestuur de verschuldigde heffing voor de betreffende maand ambtshalve bij aanslag vast te stellen.
2.
Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk ambtshalve vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.
3. Indien het productschap, op verzoek van de ondernemer nadat de termijn genoemd in het tweede lid is verstreken, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het productschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht. Artikel 8 Het ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedrag wordt betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgende op die waarop zij door of vanwege het productschap in rekening is gebracht. Artikel 9 +HWSURGXFWVFKDSNDQEHVOXLWHQQRWD VYDQPLQGHUGDQ¼VDPHQWHYRHJHQWRWYHU]DPHOQRWD V welke betrekking hebben op meerdere perioden. $UWLNHO Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 8 gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden
Mbbo 2008, nr. 81
14
gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. § 4 Contributie-aftrek Artikel 11 1.
Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het betreffende jaar aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing.
2.
De in een bestuursbesluit vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur.
Artikel 12 Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en anders indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het productschap een taak heeft te vervullen; b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad; c. tot de werkingssfeer van het productschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is; d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. Artikel 13 Een verzoek tot aanwijzing van een ondernemersorganisatie als bedoeld in artikel 12 dient ingediend te worden vóór 1 juli van het betreffende jaar. Artikel 14 1.
De ondernemer heeft aanspraak op de in artikel 11 bedoelde aftrek, indien uit de door de aangewezen ondernemersorganisaties verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het betreffende jaar is betaald.
2.
De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 oktober de betreffende gegevens bij het productschap aan te leveren.
Artikel 15 1. De aftrek, bedoeld in artikel 11, eerste lid en de aftrek, bedoeld in artikel 11, eerste lid van Verordening W financieringsheffing wijn 2009, bedraagt opgeteld 50% van de betaalde contributie over het betreffende jaarPHWHHQPD[LPXPYDQ¼
Mbbo 2008, nr. 81
15
2.
De aftrek wordt in december verrekend met de heffing.
Artikel 16 1.
Voor de toepassing van de artikelen 11 tot en met 15 wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het betreffende jaar als contributie aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is.
2.
Het bestuur kan bij besluit nadere voorschriften geven. § 5 Slotbepalingen
Artikel 17 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2009, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2009, met uitzondering van de toepassing van de Verordening W algemene bepalingen 2003. Artikel 18 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening W bestemmingsheffing wijn 2009. Den Haag, voorzitter secretaris
TOELICHTING
Productschap In september 1991 hebben de brancheorganisaties te kennen gegeven te opteren voor een eigenstandig productschap in het conglomeraat van de akkerbouwproductschappen. Voor het instellen van het Productschap Wijn is het toegenomen belang ten aanzien van import, het gebruik van wijn als ook de be- en verwerking van wijn in Nederland maatgevend geweest. 2QGHUKHWEHJULSµEHHQYHUZHUNLQJYDQZLMQ¶ZRUGHQGHYROJHQGHDFWLYLWHLWHQYHUVWDDQ x het bottelen van wijn x de bereiding van wijn x het blenden van wijn, d.w.z. het in entrepot of in het vrije verkeer vermengen van tafelwijn uit verschillende EU-lidstaten, derde landen wijnen onderling, dan wel likeurwijnen of aromatische wijnen. Tot de kerntaken van het productschap behoren x informatie en voorlichting x marktonderzoek x stimuleren verantwoord alcoholgebruik x milieuproblematiek x onderwijs x begeleiden ARBO-activiteiten
Mbbo 2008, nr. 81
16
Het productschap levert als publiekrechtelijk orgaan door middel van regelgeving en bestuur een bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling van de wijnsector in het algemeen belang en in het belang van de ondernemers en werkgevers in het bijzonder. Doelstelling van de heffing Met deze verordening wordt de bestemmingsheffing voor het fonds wijn en wijnbouwproducten en het milieufonds wijn vastgesteld. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemingen in de wijnsector. Alle ondernemingen betalen mee aan de kosten van de invulling welke het productschap geeft aan de door de sector gewenste activiteiten. Zo wordt voorkomen dat er bedrijven zijn die wel profiteren van activiteiten, maar niet daaraan meebetalen. De afweging van private alternatieven Omdat de ondernemingen niet ieder voor zich de uit voornoemde kerntaken voortvloeiende taken kunnen aanpakken, is op verzoek van de brancheorganisaties in het bestuur gekozen voor een collectieve aanpak. Slechts met een publieke heffing zijn de beoogde, door maatschappij en sector gewenste, doelen bereikbaar. De publieke heffing beïnvloedt de concurrentieverhouding niet. Individuele bedrijven zijn niet in staat bovengenoemde activiteiten te ontplooien. Via de publieke heffing is er geen discriminatie tussen leden van brancheorganisaties en niet-leden. Het optreden van het productschap bevoordeelt geen belangen van individuele ondernemingen. Alle bedrijven profiteren op een gelijke wijze van de werkzaamheden van het productschap. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. Structuur van de heffing De grondslag van de heffing in artikel 2 is de invoer dan wel uitslag in de zin van de Wet op de accijns. Deze grondslag bevat ook wijn die niet door de ondernemer zelf maar in diens opdracht wordt ingevoerd dan wel wordt uitgeslagen. Ook de wijn waarvoor door de buitenlandse wijnleverancier in Nederland accijns is afgedragen valt onder het heffingsregime. Ingevolge de Verordening W registratie wijnhandelaren 2003 zijn de heffingsplichtigen bij het productschap bekend. Deze dienen periodiek opgaven te doen van de hoeveelheden wijn waarvoor accijns is betaald. De opgave van deze hoeveelheden is administratief goed uitvoerbaar. De hoogte van de heffing is ten opzichte van 2008 gelijk gebleven. De onderbouwing van de gekozen structuur Deze grondslag is gekozen met het oog op de controleerbaarheid, de verenigbaarheid met het Europese recht en de administratieve uitvoerbaarheid. Onder uitslag wordt verstaan het brengen van de wijn buiten een plaats die voor dat soort accijnsgoed als accijnsgoederenplaats is aangewezen. De wijn kan ook in een andere lidstaat ]LMQXLWJHVODJHQ2QGHUµLQYRHU¶GLHQWFRQIRUPGHDFFLMQVUHJHOJHYLQJWHZRUGHQYHUVWDDQLQYRHU vanuit derde landen. De nauwere aansluiting bij de accijnsregelgeving noopt ertoe dat evenzo de bepalingen omtrent teruggaaf bij achteraf gebleken niet-verschuldigdheid van de accijns, moeten worden overgenomen. Dit betekent dat bij aangetoonde teruggaaf van de accijns tevens teruggaaf van de productschapsheffing wordt verleend.
Mbbo 2008, nr. 81
17
Werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt gelegd op de ondernemer die aan het begin van de keten staat. Doordat de heffing een onderdeel vormt van de kostprijs van het product, drukt deze op alle bedrijfsgenoten. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting De totale opbrengst van de bestHPPLQJVKHIILQJLVYRRUJHUDDPGRS¼]RDOVGDW staat vermeld in hoofdstuk E van de begroting 2009. Algemeen belang 'HRQGHU³VHFWRUDDOEHODQJ´JHQRHPGHRQGHUZHUSHQconflicteren niet met het algemeen belang. In het bijzonder zijn stimulering verantwoord alcohol gebruik, ARBO-aangelegenheden, en milieu (glasbakken en zwerfafval) onderwerpen die evenzeer in het algemeen belang zijn. Sectoraal belang De heffing is bestemd voor het fonds wijn en wijnbouwproducten en het milieufonds wijn. Met de opbrengsten uit de bestemmingsheffing worden met name de volgende activiteiten gefinancierd:
x x x x x x x x x
Marktonderzoek ȯ Milieuaangelegenheden ȯ Advisering ȯ wetenschappelijk onderzoek ȯ 92.000 sociale aangelegenheden ȯ scholing ȯ voorlichting over verantwoord alcoholgebruik ȯ voorlichting over het product wijn ȯ voedselveiligheid ȯ
Vanuit het bestuur wordt met name veel belang gehecht aan het collectief uitvoeren van activiteiten op het gebied van milieu, onderzoek en scholing (structuurversterking). Bij de privaatrechtelijke organisaties is maar een deel van de in die sectoren werkzame ondernemingen aangesloten. Door de activiteiten collectief te organiseren dragen alle bedrijven in de betrokken sectoren aan de financiering bij en kan efficiencywinst worden behaald. Daarom is er voor gekozen deze werkzaamheden in publiekrechtelijk kader uit te laten voeren. Met name de milieuaangelegenheden, voorlichting over verantwoord alcoholgebruik en wetenschappelijk onderzoek dienen naast het sectorbelang tevens het algemeen belang. Verhouding internationaal recht De heffing drukt gelijkelijk op het nationale product als op het geïmporteerde product. In die zin is geen sprake van een invoerheffing in de ziQYDQDUWLNHOYDQKHW(*9HUGUDJQRFKYDQ een binnenlandse heffing welke qua eindresultaat discriminatoir uitpakt jegens het buitenlandse SURGXFWLQGH]LQYDQDUWLNHO(*9HUGUDJ 0HWKDDUEULHIGGRNWREHUKHHIt de Europese Commissie laten weten de EHVWHPPLQJVKHIILQJRSEDVLVYDQGHYHURUGHQLQJXLWQLHWDOVVWHXQPDDWUHJHOLQGH]LQYDQ DUWLNHOHHUVWHOLGYDQKHW9HUGUDJDDQWHmerken, aangezien de uit de heffing bekostigde financiële bijdragen de ondernemingen niet onderling bevoordeeld doch dat de maatregel veeleer als een verlengde overheidsmaatregel moet worden beschouwd. Dit besluit is gepubliceerd in het Publicatieblad van de(XURSHVH*HPHHQVFKDSSHQ&YDQ QRYHPEHU
Mbbo 2008, nr. 81
18
Aangezien in de onderhavige (ontwerp-) verordening feitelijk de heffingsgrondslag als ook de bestemming ongewijzigd is gebleven, behoeft deze niet als voorgenomen steunmaatregel te worden gemeld. Contributie-aftrek Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt voor ondernemersorganisaties in de wijnsector een aftrek van de heffing (Schilthuiskorting) voor hun leden te verzoeken door middel van een aanwijzing door het bestuur. Artikel 126, zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt deze mogelijkheid tot maximaal de helft van de heffing. De totale korting (financieringsheffing en bestemmingsheffing) bedraagt 50% van de FRQWULEXWLHPHWHHQPD[LPXPYDQ¼ Voorwaarde voor aftrek is dat de contributie over het betreffende jaar is betaald. De aftrek wordt aan het eind van het jaar met de heffing verrekend, waardoor betaling van de contributie controleerbaar is. De tekst van artikel 12 correspondeert met de bepaling opgenomen in artikel 5.1, eerste lid van het Besluit beleidsregel Bestuurskamer van de SER. De filosofie achter deze aftrek van de heffing is van oudsher om de vrijheid van organisaties in sectoren van het bedrijfsleven niet te belemmeren. De ontplooiing van de organisaties vormt mede de basis voor productschappen. De door georganiseerde wijnbedrijven verrichte inzet ten behoeve van belangenbehartiging in de branche en de daarmee gepaard gaande beleidsvoorbereidende activiteiten in publiek verband, rechtvaardigt een korting op de verplichte heffing in de vorm van een aan de contributie gerelateerde korting. De niet georganiseerde ondernemer profiteert namelijk in gelijke mate van die publiekrechtelijke activiteiten. Toedelen bestuursbevoegdheden Teneinde alle ondernemers die daarvoor in aanmerking komen daadwerkelijk de heffing te doen betalen, is de secretaris gemandateerd om de ondernemer te belasten met een ambtshalve heffing indien die ondernemer in strijd met de voorschriften in gebreke blijft de benodigde gegevens in te dienen. Administratieve lastendruk De heffingsverordeningen van het productschap veroorzaken een relatief geringe lastendruk voor de bedrijfsgenoten. De mogelijkheden om deze lasten verder terug te dringen, d.m.v. elektronische aangifte of verminderde opgavenfrequentie worden nog onderzocht. Terugwerkende kracht De verordening heeft terugwerkende kracht aangezien het doorlopende (jaarlijks vastgestelde) heffingen betreft. De strafbepalingen zijn van terugwerkende kracht uitgezonderd op grond van artikel 16 van de Grondwet. Den Haag, voorzitter secretaris
Mbbo 2008, nr. 81
19
Productschap Vee en Vlees Ontwerp- Verordening retributies monitoring kritische stoffen bij kalveren (PVV) 2008 Verordening van het bestuur van het ProductschDS9HHHQ9OHHVYDQ«««WRWKHWLQVWHOOHQ van een retributieregeling met betrekking tot de uitvoering van het programma monitoring kritische stoffen bij kalveren (Verordening retributies monitoring kritische stoffen bij kalveren (PVV) 2008) Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; Gelet op de artikelen 93, 95 en 126, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 10, vierde lid, van de Verordening monitoring kritische stoffen bij kalveren (PVV) 2008, Besluit:
Artikel 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde worden de begripsbepalingen van de Verordening monitoring kritische stoffen bij kalveren (PVV) 2008 RYHUJHQRPHQ Daarnaast wordt verstaan onder: verordening : GH9HURUGHQLQJPRQLWRULQJNULWLVFKHVWRIIHQELMNDOYHUHQ399 Artikel 2 De retributie, als bedoeld in artikel 10, vierdeOLGYDQGHYHURUGHQLQJEHGUDDJW¼YRRUGH uitvoering van de risicoanalyse van de bedrijfssituatie en de monstername en monsteranalyse kritische stoffen bij de deelnemersDDQGHEDVLVPRQLWRULQJ Artikel 3 De retributie wordt door de voorzitter vastgesteld en opgelegd door middel van toezending of XLWUHLNLQJYDQHHQUHWULEXWLHIDFWXXU De retributiefactuur is gedagtekend en bevat ten minste: D naam en adres van de betalingsplichtige; E een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de retributie is berekend, en F KHWWRWDDOEHGUDJYDQGHUHWULEXWLH De retributie is verschuldigd uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of YDQZHJHKHWSURGXFWVFKDSLQUHNHQLQJLVJHEUDFKW Aan de betalingsplichtige die niet of niet geheel binnen de in het vorige lid gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk diende te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, twHHGHOLGYDQGH:HWRSGHEHGULMIVRUJDQLVDWLH Artikel 4 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening retributies monitoring kritische stoffen bij NDOYHUHQ399
Mbbo 2008, nr. 81
20
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, voorzitter secretaris
TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING RETRIBUTIES MONITORING KRITISCHE STOFFEN BIJ KALVEREN (PVV) 2008 - algemeen De basismonitoring door het productschap wordt door middel van een retributie gefinancierd. De algemene kosten van het monitoringsprogramma, waaronder de werkzaamheden van de Commissie van Deskundigen (CvD) en de steekproefsgewijze monsternames, etc., worden uit de algemene middelen betaald. Daarnaast worden kosten gemaakt voor de basismonitoring, uitgevoerd door de voorzitter. Deze kosten, bestaande uit de monstername en de monsteranalyse, worden door de voorzitter door middel van een retributie in rekening gebracht bij de deelnemer aan de basismonitoring. In beginsel krijgt elke deelnemer aan de basismonitoring één keer per jaar een controleur op bezoek die in opdracht van het PVV een monstername uitvoert. - het doel van de verordening Het doel van de verordening is de kosten van het monitoringsprogramma kritische stoffen bij kalveren van het productschap op een proportionele en rechtvaardige manier te financieren. De monitoring kritische stoffen is in het belang van de sector in het algemeen. Veel ondernemers voldoen reeds aan de monitoringsverplichting door deelname aan een privaat kwaliteitssysteem. Door middel van retributies worden de kosten vaQGHPRQVWHUQDPHVHQ±DQDO\VHVDOOHHQELMGH deelnemers aan het monitoringsprogramma van het productschap gelegd en evenredig verdeeld. - de uitvoering van de verordening Elke ondernemer die deelneemt aan de basismonitoring van het productschap is een retributie verschuldigd voor de uitvoering van de monstername en monsteranalyse. De monstername wordt in het eerste jaar na inwerkingtreding van de verordening één maal onaangekondigd uitgevoerd, op alle deelnemende bedrijven. De hoogte van de retributie wordt bepaald door de werkelijke kostprijs van mRQVWHUQDPHHQ±DQDO\VH - de financiële consequenties van de verordening Deelnemers aan de basismonitoring van het productschap zijn een retributie voor de uitvoering YDQGHPRQVWHUQDPHHQ±DQDO\VHHHQUHWULEXWLHYHUVFKXOGLJGYDQ¼SHUPRQVWHUQDPHHQ monsteranalyse. - de onderbouwing van de gekozen financieringsstructuur Het productschap, heeft ervoor gekozen de financiering van het systeem in te richten zodanig dat de kosten zoveel mogelijk naar evenredigheid worden gedragen door de ondernemers die het systeem benutten. Monitoring kritische stoffen is van belang voor de hele sector. De algemene basiskosten dienen dan ook sectorbreed te worden gedragen. Dit gebeurt via het Fonds voedselveiligheid vee- en YOHHVVHFWRU9RRUGHPRQVWHUQDPHHQ±DQDO\VHLVeen retributiebedrag verschuldigd. Elk bedrijf zal in het eerste jaar één bedrijfsbezoek krijgen. Daarna kan de controlefrequentie, afhankelijk van het risicoprofiel van het bedrijf, worden verhoogd of verlaagd.
Mbbo 2008, nr. 81
21
De deelnemers kunnen ook een onverwachte controle krijgen. De effectiviteit van de monitoring hangt samen met het verrassingselement. Het initiatief voor de monsterneming kan dus niet bij de ondernemer zelf gelegd worden. - de becijfering van de opbrengst De opbrengst van de retributies wordt in totDDOJHVFKDWRSFLUFD¼RSMDDUEDVLV - artikelsgewijs artikel 1 De begrippen uit de Verordening monitoring krLWLVFKHVWRIIHQELMNDOYHUHQ399 ZRUGHQ overgenomen. artikel 2 Voor de uitvoering van de monitoring kritische stoffen wordt een retributie geheven. Deze bestaat uit monsterneming op het bedrijf, analyse van de monsters, en de verwerking van de analyseresultaten in het register monitoring kritiVFKHVWRIIHQ+HWUHWULEXWLHEHGUDJYDQ¼ omvat de kosten van één monsterneming, één monsteranalyse en de verwerking van de resultaten in de databank monitoring kritische stoffen. In het eerste jaar zullen alle deelnemers één keer een bedrijfsbezoek krijgen waarbij monsters genomen en geanalyseerd worden. Als in de toekomst meer inzicht in het risicoprofiel van deelnemende bedrijven is verkregen, kan worden vastgesteld hoe vaak een bedrijf dient te worden gemonitord. De voorzitter stelt op instigatie van de Commissie van Deskundigen het risicoprofiel van elk deelnemend bedrijf vast. De ondernemer wordt van het vastgestelde risicoprofiel van zijn bedrijf op de hoogte gebracht. artikel 3 Dit artikel bepaalt de wijze waarop de retributie in rekening wordt gebracht. artikel 4 Dit artikel bevat de citeertitel van de verordening en het tijdstip van inwerkingtreding. Zoetermeer, voorzitter secretaris
Ontwerp- Verordening retributies monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008 Verordening van het bestuur van het ProductschDS9HHHQ9OHHVYDQ«««WRWKHWLQVWHOOHQ van een retributieregeling met betrekking tot de uitvoering van het programma monitoring kritische stoffen bij varkens (Verordening retributies monitoring kritische stoffen bij varkens 399 Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; *HOHWRSGHDUWLNHOHQHQWZHHGHOLGvan de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel YLHUGHOLGYDQGH9HURUGHQLQJPRQLWRULQJNULWLVFKHVWRIIHQELMYDUNHQV399 Besluit:
Mbbo 2008, nr. 81
22
Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde worden de begripsbepalingen van de Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008 overgenomen. 2. Voorts wordt verstaan onder: a. verordening :
Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008.
Artikel 2 De retributie, als bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de Verordening monitoring kritische stoffen bij YDUNHQV399 EHGUDDJW¼YRRUGHXLWYRHULQJYDQGHPRQVWHUQDPHHQPRQVWHUDQDO\VH kritische stoffen bij de deelnemers aan de basismonitoring. Artikel 3 1. De retributie wordt door de voorzitter vastgesteld en opgelegd door middel van toezending of uitreiking van een retributiefactuur. 2. De retributiefactuur is gedagtekend en bevat ten minste: a. naam en adres van de betalingsplichtige; b. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de retributie is berekend, en c. het totaalbedrag van de retributies. 3. De retributie is verschuldigd uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of vanwege het productschap in rekening is gebracht. 4. Aan de betalingsplichtige die niet of niet geheel binnen de in het vorige lid gestelde termijn heeft betaald, kan door het productschap de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk diende te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Artikel 4 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening retributies monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008. 2. Deze verordening zal worden geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening van het Verordeningenblad waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, voorzitter secretaris
Mbbo 2008, nr. 81
23
TOELICHTING BIJ DE ONTWERP-VERORDENING RETRIBUTIES MONITORING KRITISCHE STOFFEN BIJ VARKENS (PVV) 2008 - algemeen De basismonitoring door het productschap wordt door middel van een retributie gefinancierd. De algemene kosten van het monitoringsprogramma, waaronder de werkzaamheden van de Commissie van Deskundigen (CvD) en de steekproefsgewijze monsternames, etc., worden uit de algemene middelen betaald. Daarnaast worden kosten gemaakt voor de basismonitoring, uitgevoerd door de voorzitter. Deze kosten, bestaande uit de monstername en de monsteranalyse, worden door de voorzitter door middel van een retributie in rekening gebracht bij de deelnemer aan de basismonitoring. In beginsel krijgt elke deelnemer aan de basismonitoring één keer per jaar een controleur op bezoek die in opdracht van het PVV een monstername uitvoert. - het doel van de verordening Het doel van de verordening is de kosten van het monitoringsprogramma kritische stoffen bij varkens van het productschap op een proportionele en rechtvaardige manier te financieren. De monitoring kritische stoffen is in het belang van de sector in het algemeen. Veel ondernemers voldoen reeds aan de monitoringsverplichting door deelname aan een privaat kwaliteitssysteem. Door middel van retributies worden de kosten vaQGHPRQVWHUQDPHVHQ±DQDO\VHVDOOHHQELMGH deelnemers aan het monitoringsprogramma van het productschap gelegd en evenredig verdeeld. - de uitvoering van de verordening Elke ondernemer die deelneemt aan de basismonitoring van het productschap is een retributie verschuldigd voor de uitvoering van de monstername en monsteranalyse. De monstername wordt in het eerste jaar na inwerkingtreding van de verordening één maal onaangekondigd uitgevoerd, op alle deelnemende bedrijven. De hoogte van de retributie wordt bepaald door de werkelijke kostprijs van mRQVWHUQDPHHQ±DQDO\VH - de financiële consequenties van de verordening Deelnemers aan de basismonitoring van het productschap zijn een retributie voor de uitvoering YDQGHPRQVWHUQDPHHQ±DQDO\VHHHQUHWULEXWLHYHUVFKXOGLJGYDQ¼SHUPRQVWHUQDPHHQ monsteranalyse. - de onderbouwing van de gekozen financieringsstructuur Het productschap, heeft ervoor gekozen de financiering van het systeem in te richten zodanig dat de kosten zoveel mogelijk naar evenredigheid worden gedragen door de ondernemers die het systeem benutten. Monitoring kritische stoffen is van belang voor de hele sector. De algemene basiskosten dienen dan ook sectorbreed te worden gedragen. Dit gebeurt via het Fonds voedselveiligheid vee- en YOHHVVHFWRU9RRUGHPRQVWHUQDPHHQ±DQDO\VHLVeen retributiebedrag verschuldigd. Elk bedrijf zal in het eerste jaar één bedrijfsbezoek krijgen. Daarna kan de controlefrequentie, afhankelijk van het risicoprofiel van het bedrijf, worden verhoogd of verlaagd. De deelnemers kunnen ook een onverwachte controle krijgen. De effectiviteit van de monitoring hangt samen met het verrassingselement. Het initiatief voor de monsterneming kan dus niet bij de ondernemer zelf gelegd worden. - de becijfering van de opbrengst De opbrengst van de retributies wordt in totDDOJHVFKDWRSFLUFD¼RSMDDUEDVLV - artikelsgewijs artikel 1 De begrippen uit de Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008 worden overgenomen.
Mbbo 2008, nr. 81
24
artikel 2 Voor de uitvoering van de monitoring kritische stoffen wordt een retributie geheven. Deze bestaat uit monsterneming op het bedrijf, analyse van de monsters, en de verwerking van de analyseresultaten in het register monitoring kritiVFKHVWRIIHQ+HWUHWULEXWLHEHGUDJYDQ¼ omvat de kosten van één monsterneming, één monsteranalyse en de verwerking van de resultaten in de databank monitoring kritische stoffen. In het eerste jaar zullen alle deelnemers één keer een bedrijfsbezoek krijgen waarbij monsters genomen en geanalyseerd worden. Als in de toekomst meer inzicht in het risicoprofiel van deelnemende bedrijven is verkregen, kan worden vastgesteld hoe vaak een bedrijf dient te worden gemonitord. De voorzitter stelt op instigatie van de Commissie van Deskundigen het risicoprofiel van elk deelnemend bedrijf vast. De ondernemer wordt van het vastgestelde risicoprofiel van zijn bedrijf op de hoogte gebracht. artikel 3 Dit artikel bepaalt de wijze waarop de retributie in rekening wordt gebracht. artikel 4 Dit artikel bevat de citeertitel van de verordening en het tijdstip van inwerkingtreding. Zoetermeer, voorzitter secretaris
Ontwerp- Verordening tot wijziging van de Verordening functioneren PVV 2003 (2008-I) Verordening van het Productschap Vee en Vlees YDQ«««WRWZLM]LJLQJYDQGH9HURUGHQLQJ IXQFWLRQHUHQ399 Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees; *HOHWRSGHDUWLNHOHQHQYDn de Wet op de bedrijfsorganisatie; Besluit: Artikel I 'H9HURUGHQLQJIXQFWLRQHUHQ399ZRUGWJHZLM]LJGDOVYROJW A Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:
Tenzij bij verordening of bestuursbesluit anders is bepaald, zijn aan de voorzitter de bevoegdheden gedelegeerd die krachtens toepassing van artikel 23 van de Landbouwwet, de artikelen 3 en 4 van de LandbouwkwaliteitsZHWDUWLNHOYDQGH*H]RQGKHLGVHQ ZHO]LMQVZHWYRRUGLHUHQHQDUWLNHOYDQGH Algemene douanewet jo. artikel 3:4 van het Algemeen douanebesluit, aan het bestuur zijn overgedragen.
Mbbo 2008, nr. 81
25
B In het eerste lid van artikel 5, wordt de ziQVQHGH³DUWLNHOYDQGH,QHQ8LWYRHUZHW´ YHUYDQJHQGRRUGHDUWLNHOHQHQYDQGH$OJHPHQHGRXDQHUHJHOLQJ $UWLNHO,, 'H]HYHURUGHQLQJWUHHGWLQZHUNLQJPHWLQJDQJYDn de dag na die van haar vaststelling en zij ZHUNWWHUXJWRWHQPHWDXJXVWXV =RHWHUPHHU voorzitter secretaris 72(/,&+7,1*%,-'(9(525'(1,1*727:,-=,*,1*9$1'(9(525'(1,1* )81&7,21(5(1399, In het kader van de algehele heU]LHQLQJYDQGHGRXDQHZHWJHYLQJ]LMQGHGRXDQHWDNHQGLHZDUHQ belegd bij de Minister van LNV krachtens GH,QHQXLWYRHUZHWPHWLQJDQJYDQ DXJXVWXVPHWGHLQZHUNLQJWUHGLQJYDQGH$OJHPHQHGRXDQHZHWHQGHGDDURSJHEDVHHUGH XLWYRHULQJVUHJHOJHYLQJRQGHUKHWDOJHPHQHGRXDQHUHJLPHJHEUDFKW'HGRXDQHWDNHQGLHKHW SURGXFWVFKDSRQGHUKHWUHJLPHYDQGH,QHQXLWYRHUZHWXLWYRHUGHGHLQYRHUUHJHOLQJHQHQGH UHJHOLQJDFWLHYHYHUHGHOLQJEOLMYHQSUDNWLVFKHQLQKRXGHOLMNGH]HOIGH'HXLWYRHULQJLQ PHGHEHZLQGYDQKHWVWHOVHOYDQXLWYRHUUHVWLWXWLHVKHWVWHOVHOYDQLQXLWYRHUHQ YRRUIL[DWLHFHUWLILFDWHQYDQGHLQYRHUHQFRQWLQJHnteringsregelingen en de daarbij te stellen QDGHUHUHJHOVLVPHWLQJDQJYDQDXJXVWXVMOJHEDVHHUGRSKHW$OJHPHHQGRXDQHEHVOXLWHQGH $OJHPHQHGRXDQHUHJHOLQJQRJLPPHULQRSGUDFKWYDQGH0LQLVWHUYDQ/19 Deze wijziging van de bevoegdheidsgrondslagen LVDDQOHLGLQJGH9HURUGHQLQJIXQFWLRQHUHQ 399RSRQGHUKDYLJ³PHGHEHZLQGVSXQW´DDQWHSDVVHQ9DQGHJHOHJHQKHLGZRUGWJHEUXLN JHPDDNWRPRRNGHPHGHEHZLQGVJURQGVODJGLHJHOHJHQLVLQGH*H]RQGKHLGVHQZHO]LMQVZHW YRRUGLHUHQRSWHQHPHQ'HZLM]LJLQJEHWUHIWDUWLNHOHHUVWHOLGZDDUPHW]RYHHOZRRUGHQLV EHSDDOGGDWGHGRRUKHWEHVWXXUYHUNUHJHQHQQDGHUDDQJHGXLGH PHGHEHZLQGVEHYRHJGKHGHQ aan de voorzitter worden overgedragen, tenzij bLMYHURUGHQLQJRIEHVWXXUVEHVOXLWDQGHUVLV EHSDDOG'DDUQDDVWZRUGWLQDUWLNHOGHYHUZLM]LQJQDDUGH,QHQXLWYRHUZHWYHUYDQJHQGRRU HHQYHUZLM]LQJQDDUGH$OJHPHQHGRXDQHUHJHOLQJ 7HQHLQGHHHQQDDGOR]HDDQVOXLWLQJYDQGHEHWURNNHQEHYRHJGKHLGVEHSDOLQJHQWHUHDOLVHUHQ ZRUGWDDQGHYHURUGHQLQJWHUXJZHUNHQGHNUDFKWYHUOHHQGWRWHQPHWDXJXVWXV =RHWHUPHHU voorzitter secretaris
Mbbo 2008, nr. 81
26
Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag.
BEDRIJFSLICHAMEN
Productschap Wijn W4
Wijziging I Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008 Verordening van het Productschap Wijn van 14 mei 2008, houdende een wijziging van de regels ter zake van de aan de onder het Productschap Wijn ressorterende ondernemers op te leggen heffing voor het jaar 2008 (Wijziging I Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008). Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op artikel 126, eerste en zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 14 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen; Besluit:
Artikel I De Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 komt de definitie van ondernemer als volgt te luiden: ondernemer : de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld B Artikel 2 komt te luiden: Artikel 2 De ondernemer is voor het jaar 2008 verplicht voor wijn een heffing te betalen ten bedrage van ¼SHUKHFWROLWHUWHU]DNHYDQGHLQYRHUGDQZHl de uitslag in de zin van de Wet op de accijns die door hem dan wel in zijn opdracht is geschied. Voor zover de wijn veraccijnsd vanuit het buitenland wordt geleverd, dient ten aanzien van deze levering de genoemde heffing te worden betaald door de ondernemer die deze wijn als eerste in Nederland heeft ontvangen. C Onder vernummering van § 4 tot § 5, wordt een nieuwe § 4 ingevoegd, luidende:
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 81 81
27
§ 4 Contributie-aftrek Artikel 10A 1.
Aan de ondernemer, die als lid van een of meer door het bestuur aangewezen ondernemersorganisaties over het jaar 2008 aan die organisatie of organisaties contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan op de voor hem krachtens deze verordening geldende heffing.
2.
De in een bestuursbesluit vermelde ondernemersorganisaties zijn aangewezen door het bestuur.
Artikel 10B Een ondernemersorganisatie wordt op haar schriftelijk en gemotiveerd verzoek door het bestuur aangewezen, indien zij één of meer leden in het bestuur heeft benoemd en anders indien zij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en voorts naar het oordeel van het bestuur: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het productschap een taak heeft te vervullen; b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad; c. tot de werkingssfeer van het productschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is; d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. Artikel 10C Een verzoek tot aanwijzing in 2008 van een ondernemersorganisatie als bedoeld in artikel 10B dient ingediend te worden vóór 1 juli van het jaar 2008. Artikel 10D 1.
De ondernemer heeft aanspraak op de in artikel 10A bedoelde aftrek, indien uit de door de aangewezen ondernemersorganisaties verstrekte opgaven blijkt dat de volledige contributie over het jaar 2008 is betaald.
2.
De ondernemersorganisaties dienen uiterlijk 15 oktober 2008 de betreffende gegevens bij het productschap aan te leveren.
Artikel 10E 1.
De aftrek, bedoeld in artikel 10A, eerste lid en de aftrek, bedoeld in artikel 10A, eerste lid van Wijziging I Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008, bedraagt opgeteld maximaal 25% van de voor de ondernemer geldende contributie over 2008 met een PD[LPXPYDQ¼
2.
De aftrek wordt in december 2008 verrekend met de heffing.
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 81 81
28
Artikel 10F 1.
Voor de toepassing van de artikelen 10A tot en met 10E wordt onder contributie verstaan het bedrag (exclusief BTW) dat de ondernemer voor het jaar 2008 als contributie aan de ondernemersorganisatie verschuldigd is.
2.
Het bestuur kan bij besluit nadere voorschriften geven.
Artikel II Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst. Den Haag, 14 mei 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter J.N. Burghoorn secretaris Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 26 juni 2008 en door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 22 september 2008, nr. TRCJZ/2008/1564.
TOELICHTING Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt voor ondernemersorganisaties in de wijnsector een aftrek van de heffing (Schilthuiskorting) voor hun leden te verzoeken door middel van een aanwijzing door het bestuur. Artikel 126, zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie biedt deze mogelijkheid tot maximaal de helft van de heffing. De totale korting (financieringsheffing en bestemmingsheffing) bedraagt 25% van de FRQWULEXWLHPHWHHQPD[LPXPYDQ¼ Voorwaarde voor aftrek is dat de contributie over het jaar 2008 is betaald. De aftrek wordt aan het eind van het jaar met de heffing verrekend, waardoor betaling van de contributie controleerbaar is. De tekst van artikel 10B correspondeert met de bepaling opgenomen in artikel 5.1, eerste lid van het Besluit beleidsregel Bestuurskamer van de SER. De filosofie achter deze aftrek van de heffing is van oudsher om de vrijheid van organisaties in sectoren van het bedrijfsleven niet te belemmeren. De ontplooiing van de organisaties vormt mede de basis voor productschappen. De door georganiseerde wijnbedrijven verrichte inzet ten behoeve van belangenbehartiging in de branche en de daarmee gepaard gaande beleidsvoorbereidende activiteiten in publiek verband, rechtvaardigt een korting op de verplichte heffing in de vorm van een aan de contributie gerelateerde korting. De niet georganiseerde ondernemer profiteert namelijk in gelijke mate van die publiekrechtelijke activiteiten.
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 81 81
29
In deze wijzigingsverordening wordt tevens de heffingsgrondslag aangepast. Met deze aanpassing wordt beoogd te verduidelijken dat ook de wijn waarvoor door de buitenlandse wijnleverancier in Nederland accijns is afgedragen onder het heffingsregime van het productschap valt. In samenhang hiermee is ook de definitie van ondernemer gewijzigd. Den Haag, 14 mei 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter J.N. Burghoorn secretaris
W5
Besluit W aanwijzing ondernemersorganisaties contributie-aftrek 2008 Besluit van het bestuur van het Productschap Wijn van 14 mei 2008 tot aanwijzing van ondernemersorganisaties aan wiens leden contributieaftrek wordt toegestaan (Besluit W aanwijzing ondernemersorganisaties contributie-aftrek 2008) Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op artikel 10A tot en met 10F van de Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008 en op artikel 10A tot en met 10F van de Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008 en op artikel 126, zesde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Besluit: Artikel 1 Als ondernemersorganisaties, bedoeld in artikel 10A, tweede lid van de Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008 en in artikel 10A, tweede lid van de Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008 worden aangewezen: 1. 2. 3. 4.
Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren (KVNW) Vereniging Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) Vereniging Drankenhandel Nederland (VDN) Vereniging SlijtersUnie
Artikel 2 Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit W aanwijzing ondernemersorganisaties contributieaftrek 2008. Den Haag, 14 mei 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter J.N. Burghoorn secretaris
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 81 81
30
TOELICHTING In de Verordening W financieringsheffing wijn jaar 2008 en de Verordening W bestemmingsheffing wijn jaar 2008 is de mogelijkheid voor ondernemersorganisaties opgenomen om voor hun leden een verzoek te doen tot contributie-aftrek van de door hun verschuldigde heffing (schilthuiskorting). In dit besluit worden de ondernemersorganisaties opgenomen die in 2008 door het bestuur zijn aangewezen. Den Haag, 14 mei 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter J.N. Burghoorn secretaris
W6
Verordening W wijnconcoursen 2008 Verordening van het Productschap Wijn van 14 mei 2008 tot vaststelling van regels omtrent de erkenning van wijnconcoursen (Verordening W wijnconcoursen 2008) Het bestuur van het Productschap Wijn; Gelet op artikel 30A van Verordening HPA wijn 2002, artikel 96, tweede lid en artikel 104, eerste lid onder b van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Besluit: Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: 1) EG-verordeningen
:
Verordening (EG) nr. 1493/1999 en Verordening (EG) nr. 753/2002;
2) wijn
:
tafelwijn met een geografische aanduiding en in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijn (v.q.p.r.d.) als bedoeld in de EG-verordeningen;
3) concours
:
een wijnkeuring die in Nederland wordt georganiseerd volgens een keuringsreglement;
4) productschap
:
Productschap Wijn;
5) secretaris
:
secretaris van het productschap.
Artikel 2 Een organisatie die in Nederland een erkend concours wil organiseren, als bedoeld in artikel 21 van Verordening (EG) nr. 753/2002, dient een keuringsreglement in bij het productschap.
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 81 81
31
Artikel 3 De secretaris beoordeelt namens het bestuur dit reglement, met name op de volgende onderdelen: de keuring dient te geschieden door middel van een objectieve procedure die elke discriminatie uitsluit het voldoen van de deelnemende wijnen en de aanbiedingsvorm hiervan aan de Nederlandse en Europese wetgeving de aanwezigheid van de analyserapporten van de deelnemende wijnen de samenstelling van de jury welke dient te bestaan uit minimaal 5 op het gebied van wijn goed gekwalificeerde personen. Artikel 4 1.
Het productschap erkent het concours indien aan artikel 3 wordt voldaan.
2.
Het productschap deelt de Europese Commissie de erkenning van een concours mede, waarna de Europese Commissie dit bekend maakt door middel van een mededeling in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5 1.
De organisatie van een erkend concours deelt het productschap tenminste 15 werkdagen vóór het te organiseren concours de datum en de namen van de juryleden mede.
2.
Namens het productschap woont een medewerker het concours bij ter controle op de naleving van het reglement.
3.
Indien bij de controle, bedoeld in het tweede lid, wordt geconstateerd dat op één of andere wijze niet wordt voldaan aan het reglement, wordt de erkenning van het concours ingetrokken en wordt dit aan de Europese Commissie medegedeeld.
Artikel 6 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze wordt geplaatst. Artikel 7 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening W wijnconcoursen 2008. Den Haag, 14 mei 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter J.N. Burghoorn secretaris Goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mede namens de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 22 september 2008, nr. TRCJZ/2008/1563.
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 81 81
32
TOELICHTING Medebewind In de Europese regelgeving is de mogelijkheid opgenomen om onderscheidingen of medailles aan wijn toe te kennen, met vermelding op het etiket, door middel van een concours. Voorwaarde hiervoor is dat de lidstaat het concours erkent en de Europese Commissie het erkende concours bekend maakt middels publicatie. Aan het Hoofdproductschap Akkerbouw is de uitvoering opgedragen van de G.M.O. Wijn. In de Verordening HPA wijn 2002 is een kapstokartikel t.b.v. de erkenning van concoursen opgenomen. Aan het Productschap Wijn wordt de uitvoering hiervan overgelaten ingevolge een daartoe gemaakte voorziening in de Wet op de bedrijfsorganisatie. Inhoud verordening In onderhavige verordening wordt de procedure voor de erkenning van wijnconcoursen nader uitgewerkt. Naast een beoordeling van het keuringsreglement van de organiserende instantie bezoekt een medewerker van het productschap een erkend wijnconcours en controleert op de naleving van het reglement. Bij overtreding van dit reglement wordt de erkenning ingetrokken terwijl dan ingevolge artikel 21 van Verordening (EG) nr. 753/2002 een verbod geldt om een toegekende onderscheiding of medaille op het etiket te plaatsen of in reclame-uitingen te vermelden. De AID neemt deze controle mee bij de handhaving van de wijnwetgeving. Den Haag, 14 mei 2008 Th.A.M. Meijer voorzitter J.N. Burghoorn secretaris
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 81 81
33
M[jj[b_`aleeh][iY^h[l[d k_j]Wl[lWdZ[IeY_WWb# ;Yedec_iY^[HWWZc[j c[Z[Z[b_d][d"l[hehZ[d_d# ][d[dX[ibk_j[dlWdZ[ fkXb_[ah[Y^j[b_`a[X[Zh_`\i# eh]Wd_iWj_[fXe$ L[hiY^_`djm[a[b_`ai$ ?IID&/(*.,+
H[ZWYj_[0 8[pk_Z[d^ekji[m[],& FeijXki/&*&+ (+&/BA:[d>WW] J[b[\eed0&-&#)*//*// J[b[\Wn0&-&#).)(+)+ ;#cW_b0fXeXbWZ6i[h$db :[I;H^[[\j[[d[_][d m[Xi_j[ef^[j?dj[hd[j$ :[p[_ij[l_dZ[def mmm$i[h$db
;[d`WWhWXedd[c[dj_i ]hWj_i$Ef]Wl[`WWhWXed# d[c[dj[d"efp[]]_d][d[d WZh[im_`p_]_d][dk_jibk_j[dZ l_W[cW_b0fXeXbWZ6i[h$db c[jWbiedZ[hm[hfWXedd[# c[dj$