E7D"WaVY
SociaalEconomische Raad
BZYZYZa^c\ZcWaVYZcKZgdgYZc^c\ZcWaVY7ZYg^_[hdg\Vc^hVi^Z
>c]djYhde\VkZ `WWh]Wd]+.)&c[_(&&.dkcc[h**
C[Z[Z[b_d][dXbWZ8[Zh_`\ieh]Wd_iWj_[ 8;:H?@
7C;D >ee\ZX[Zh_`\iY^Wf:[jW_b^WdZ[b
( (
L[hehZ[d_d][dXbWZ8[Zh_`\ieh]Wd_iWj_[ 8;:H?@7C;D FheZkYjiY^WfL_iL?I'*
'* '*
Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN
Hoofdbedrijfschap Detailhandel Ontwerp- Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2008 Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van……. , houdende vaststelling bestemmingsheffing modedetailhandel mkb voor het jaar 2008 (Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2008)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel; Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gezien het advies van de commissie modedetailhandel behorend tot het midden- en kleinbedrijf;
Besluit:
§1
BEGRIPSBEPALING EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. b. c. d.
e.
f.
midden- en kleinbedrijf: ondernemingen met ten hoogste 20 verkoopplaatsen en maximaal 100 werkzame personen; een onderneming: een onderneming waarvoor het hoofdbedrijfschap is ingesteld als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel; de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven; werkzame personen: de personen die doorgaans ten minste 15 uur per week in de onderneming werkzaam zijn. Deze personen kunnen zijn: al dan niet in dienst van de betrokken onderneming zijnde werknemers; meewerkende ondernemer; meewerkend gezinslid van de ondernemer; detailhandel in mode: de detailhandel in herenbovenkleding, damesbovenkleding, damesen herenbovenkleding (algemeen assortiment), textielgoederen (algemeen assortiment), babykleding, kinderkleding, onderkleding/foundation, nappa en lederen kleding, dameshoeden en herenhoeden. Tot de modedetailhandel worden niet gerekend de detailhandel in bruidsmode en gelegenheidskleding, bont en tweedehandskleding; ambulante handel: markthandel, straathandel en handel te water;
Mbbo 2008, nr. 44
2
g. h.
bestemmingsheffing: de heffing die is gebaseerd op artikel twaalf, tweede lid, van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel; de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.
Artikel 2 1.
2.
Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die: a. een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de detailhandel in mode wordt uitgeoefend, en b. behoren tot het midden- en kleinbedrijf. Deze verordening is niet van toepassing op de ondernemers die: a. een onderneming drijven waarin de detailhandel in mode uitsluitend in de vorm van ambulante handel wordt uitgeoefend; b. als werkgever in de modedetailhandel geen bijdrage betalen aan de Stichting Sociaal Fonds Mode- en Sportdetailhandel.
§2 DE BESTEMMINGSHEFFING Artikel 3 1.
Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, wordt voor het jaar 2008 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van de Commissie modedetailhandel mkb. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de detailhandel in mode door middel van enerzijds het bevorderen van een meer professionele bedrijfsvoering bij ondernemers en werknemers in de branche en anderzijds het uitvoeren van een bewustwordingscampagne en informatieverschaffing.
2.
De bestemmingsheffing bestaat uit: D HHQEDVLVKHIILQJYDQ¼SHURQGHUQHPLQJHQ E HHQILOLDDOKHIILQJYDQ¼YRRUHONHWZHHGHHQYROJHQGHYHUNRRSSODDWVYDQGH onderneming; en c. een heffing werkzame personen, waarvan de hoogte afhankelijk is van de klasse waarin de onderneming op onderstaande wijze is ingedeeld: klasse
3.
aantal werkzame personen WRW WRW
heffing werkzame personen ¼ ¼
De bestemmingsheffing bedraagt maximDDO¼YRRUWHQKRRJVWH verkoopplaatsen.
Artikel 4 1.
Aan de ondernemer die lid is van Mitex HQRYHUKHWMDDUDDQGH]HRUJDQLVDWLHGH volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan: D YDQ¼YRRULHGHUHYHUNRRSSODDWVPHWHHQPD[LPXPYDQ¼YRRUWHQ hoogste 20 verkoopplaatsen. De aftrek bedraagt nooit meer dan 50% van de bestemmingsheffing met een maximum van 50% van de betaalde contributie (exclusief BTW). E YDQ¼YRRUGHLQDUWLNHOWZHHGHOLGRQGHUDEHGRHOGHKHIILQJ
Mbbo 2008, nr. 44
3
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen, b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot HQPHWYDQGH9HURUGHQLQJrepresentativiteit organisaties, c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is, d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.
3.
De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist.
§3
OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 5 'HDUWLNHOHQWRWHQPHWYDQGH+HIILQJVYHrordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2008 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 6 Het besluit tot het opleggen van de bestemmingsheffing als bedoeld in artikel 3, alsmede besluiten voortvloeiend uit artikel 5 van deze verordening worden genomen door de voorzitter. Artikel 7 Deze verordening treedt in werking na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, en werkt terug tot en met van 1 januari 2008. Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel mkb 2008. Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Den Haag, voorzitter secretaris
Mbbo 2008, nr. 44
4
TOELICHTING Algemeen Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) heeft tot taak om zowel het algemeen belang als het gemeenschappelijk belang van de sector detailhandel te behartigen. Daarbij is het ook mogelijk de belangen van bepaalde branches binnen de detailhandel in het bijzonder te dienen. Om dergelijke activiteiten te kunnen bekostigen heeft het HBD, gelet op het gestelde in artikel 12, tweede lid van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel, de mogelijkheid om een zogenaamde bestemmingsheffing op te leggen. Op verzoek van de Commissie modedetailhandel mkb is ten behoeve van deze branche ook in 2008 weer van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. De Commissie bestaat uit vertegenwoordigers van respectievelijk de vereniging Mitex, FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond. Het secretariaat van de Commissie wordt gevoerd door het HBD. De bestemmingsheffing ingevolge deze verordening komt bovenop de op grond van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2008 opgelegde heffing. De opbrengst van de bestemmingsheffing wordt specifiek gebruikt voor de door de Commissie modedetailhandel mkb te ontwikkelen activiteiten. Knelpunten De midden- en kleinbedrijven in de modedetailhandel worden geconfronteerd met een aantal structurele problemen, waaronder de concurrentiepositie van de branche ten aanzien van andere aanbieders, de arbeidsmarktpositie en de professionaliteit van ondernemers en (de vaak parttime werkende) werknemers. Daarbij verandert het bestedingspatroon van de consument waardoor mode een lagere prioriteit lijkt te krijgen. Doel en Activiteiten De Commissie modedetailhandel mkb is voornemens activiteiten te ontwikkelen die bijdragen aan de positie van de modedetailhandel mkb: 1. Collectieve promotie voor de modedetailhandel mkb; 2. Aantrekken, vasthouden van personeel en het verbeteren van het imago van de modezaak als aantrekkelijke werkomgeving; 3. Stimulering van de professionaliteit in de branche. 1. Collectieve promotie De collectieve promotie is erop gericht verkoop van mode via de gespecialiseerde modedetailhandel mkb te bevorderen. Het informeren van de consument over de actuele trends speelt hierbij een belangrijke rol, alsmede het onderstrepen van het belang van goed advies. Het is de inzet van de commissie om met name massamedia in te schakelen. Zo moeten mode en kleding onder de aandacht blijven bij de consument. Immers andere marktsegmenten (met name tuin en wonen) doen, ook via massamedia, in toenemende mate een beroep op het besteedbaar inkomen. 2. Het werken in de modedetailhandel De Commissie modedetailhandel mkb streeft naar betrokken en deskundige medewerkers en ondernemers die de professionaliteit en betrokkenheid van de medewerkers stimuleren. Naast de directe verbetering voor de bedrijven en de medewerkers leiden verbeteringen op dit punt ook tot een sterker positie op de arbeidsmarkt voor de modedetailhandel. 3. Stimuleren van de professionaliteit in de branche. De meerwaarde van de modespeciaalzaak wordt bepaald door de professionaliteit van de ondernemer en zijn medewerkers. Dit omvat zowel aspecten van bedrijfsvoering en klantbenadering als productkennis en ‘modegevoel’.
Mbbo 2008, nr. 44
5
Opgemerkt wordt dat de drie doelen weliswaar zelfstandig zijn geformuleerd maar in de uitwerking in elkaar kunnen overlopen. Zo wordt de professionaliteit ook bevorderd door de inzet van communicatie gericht op consumenten. Immers er wordt bij de consument een verwachtingspatroon gecreëerd. Een beeld waaraan ondernemingen en hun medewerkers zich moeten spiegelen om succesvol te zijn. Draagvlak De activiteiten van de Commissie modedetailhandel mkb zijn in 2005 getoetst bij de heffingsplichtige ondernemers. Uit dit draagvlakonderzoek bleek dat met name de activiteiten in het kader van promotie door heWPHUHQGHHOYDQGHUHVSRQGHQWHQZRUGHQRQGHUVWHXQG9DQ de respondenten gaf aan positief te staan ten opzichte van de activiteiten van de Commissie om aandacht voor mode en trends in de media te bevorderen. Oordeel HBD-bestuur Het bestuur van het HBD is van oordeel dat met de omschreven aanwending van de opbrengst van de bestemmingsheffing een effectieve bijdrage wordt geleverd aan een verdere professionalisering alsmede aan de sociaal-economische ontwikkeling van de branche. Het bestuur acht de aanwending van de bestemmingsheffing opportuun en in het algemeen belang. Gelet op de beperkte hoogte van de bestemmingsheffing, het brede draagvlak in de branche, en het feit dat de ingezette middelen beantwoorden aan de na te streven doelen meent het bestuur voorts dat de bestemmingsheffing voldoet aan de eisen van proportionaliteit en doelmatigheid. Gelet op de kleinschaligheid in de branche kunnen zonder een collectieve financiering door het geheel van de branche deze activiteiten niet op een zinvolle schaal tot stand worden gebracht. Een publiekrechtelijke regeling is derhalve het aangewezen instrument. PBO-toets Zoals uit het bovenstaande blijkt, voldoen de geplande projecten en activiteiten van de Commissie aan de voorwaarden die het HBD als publiekrechtelijk bedrijfslichaam aan zijn activiteiten stelt. De pbo-toets, die bij de vaststelling van de genoemde activiteiten door de Commissie tot uitgangspunt heeft gediend, omvat de volgende elementen: 1. pbo-gehalte: de activiteiten passen binnen de wettelijke taak van het HBD; voorts is sprake van een branchebreed en gemeenschappelijk belang; 2. complementariteit: bedoelde activiteiten kunnen niet danwel worden onvoldoende door de markt of private organisaties opgepakt; de activiteiten zijn derhalve complementair aan wat de branche zelf zou moeten doen; 3. non-exclusiviteit: de resultaten van de activiteiten staan in beginsel aan alle bedrijfsgenoten, georganiseerden en niet-georganiseerden ter beschikking; 4. draagvlak: de activiteiten zijn afgestemd met de branche; voorts is sprake van vraagsturing en van een duidelijke behoefte vanuit de branche om iets aan het probleem te doen; 5. primaat van stimuleren boven reguleren: de genoemde activiteiten zijn gericht op het stimuleren van de branchegenoten, zonder daarbij dwingende regels op te leggen; Heffingstructuur en georganiseerdenaftrek In deze verordening gaat het om ondernemingen waarin de omzet in de detailhandel in mode meer dan 50% van de totale omzet bedraagt. Zoals aangegeven in artikel 2, tweede lid, vallen ondernemers die als werkgever geen bijdragen leveren aan het Sociaal Fonds Mode- en Sportdetailhandel niet onder de verordening (dit zijn derhalve de ondernemingen die zijn aangesloten bij de Vereniging voor Grootwinkelbedrijven in Textiel (VGT), dan wel anderszins verbonden aan de Raad Nederlandse Detailhandel). Het tarief van de bestemmingsheffing is ten opzichte van 2006 met 2,5 % verhoogd. De bedragen zijn vervolgens afgerond met het oog op een vereenvoudiging van de administratieve verwerking.
Mbbo 2008, nr. 44
6
Evenals in voorgaande heffingsjaren wordt de zogenaamde georganiseerdenaftrek gehandhaafd. Hiermee wordt voorkomen dat door een cumulatie van contributie en bestemmingsheffing, sommige ondernemers ontmoedigd zouden worden lid te blijven of te worden van een van de in de branche actieve brancheorganisaties. De hoogte van de georganiseerdenaftrek is vastgesteld RS¼SHURQGHUQHPLQJ¼SHURQGHUQeming met minder dan 2 werkzame personen). Met de verhoging van het tarief van de heffing is ook de hoogte van de aftrek aangepast. Vermindering bestemmingsheffing 'HDUWLNHOHQWPYDQGH+HIILQJVYHURUGHQing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2008 zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit houdt onder andere in, dat aan ondernemers op verzoek een vermindering van de bestemmingsheffing kan worden toegestaan, als onder nader aangegeven voorwaarden hun verzamelinkomen beneden bepaalde grenzen ligt. Opbrengst 'HKHIILQJVRSEUHQJVWZRUGWJHUDDPGRS¼230.000,-. De georganiseerdenaftrek wordt JHUDDPGRS¼ZDDUGRRUGHQHWWRRSEUHQJVW¼EHGUDDJW Administratieve lastendruk De heffingstructuur is zodanig dat zij voor de ondernemer nauwelijks administratieve lastendruk met zich meebrengt. De gegevens voor de heffing worden volledig ontleend aan het Handelsregister. Delegatie De uitvoering van de verordening is, met uitzondering van de bevoegdheid op grond van artikel 4, derde lid, gedelegeerd aan de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. De voorzitter heeft door middel van mandaat de uitvoering van de heffingsverordening opgedragen aan functionarissen van het Centraal Registratiekantoor en het HBD-secretariaat. Terugwerkende kracht Aan de verordening wordt terugwerkende kracht toegekend, aangezien sprake is van een jaarlijks vast te stellen en doorlopende bestemmingsheffing. Mededinging De verordening is getoetst aan het mededingingsrecht. In de verordening komen geen bepalingen voor die de mededinging beperken. Ook de met de opbrengst van de onderhavige bestemmingsheffing gefinancierde activiteiten beperken de mededinging niet. Zij behelzen geen kartelafspraken. Ook wordt geen misbruik gemaakt van een economische machtspositie. Europese regelgeving Uit de opbrengst van de bestemmingsheffing worden betaald de apparaatskosten van de commissie en de werkzaamheden en projecten die de commissie uitvoert, laat uitvoeren of subsidieert. Het betreft werkzaamheden en projecten die in het belang zijn van de sociaaleconomische ontwikkeling van de branche als geheel. De werkzaamheden, projecten en subsidies zijn niet selectief. Zij worden namelijk ten behoeve van alle ondernemingen in de onderhavige sector verricht. De werkzaamheden, subsidies en projecten vallen niet onder het EHJULSVWHXQDOVEHGRHOGLQDUWLNHOYDQKHWEG-verdrag (zie arrest van 15 juli 2004, zaak C345/02 van het Hof van Justitie van de Europese gemeenschap). De heffingsverordening is niet in strijd met overige Europees rechtelijke regelingen. Den Haag, voorzitter secretaris
Mbbo 2008, nr. 44
Ontwerp- Verordening bestemmingsheffing MKB-sportdetailhandel 2008 Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van …………, houdende vaststelling bestemmingsheffing MKB-sportdetailhandel voor het jaar 2008 (Verordening bestemmingsheffing MKB-sportdetailhandel 2008) Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel; Gelet op de artikelen 95, tweede lid en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; Gezien het advies van de Adviescommissie sportdetailhandel; Besluit:
§1
BEGRIPSBEPALING EN TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a.
b. c. d.
e. f. g. h.
midden- en kleinbedrijf: ondernemingen met één of meer verkoopplaatsen waarin hoofdzakelijk de sportdetailhandel wordt uitgeoefend met een maximum van 15 verkoopplaatsen en 100 medewerkers; een onderneming: een onderneming waarvoor het hoofdbedrijfschap is ingesteld als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel; de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven; werkzame personen: de personen die doorgaans ten minste 15 uur per week in de onderneming werkzaam zijn. Deze personen kunnen zijn: al dan niet in dienst van de betrokken onderneming zijnde werknemers; meewerkende ondernemer; meewerkend gezinslid van de ondernemer; sportdetailhandel: het aan particulieren verkopen van sportartikelen en sportkleding; ambulante handel: markthandel, straathandel en handel te water; bestemmingsheffing: de heffing die is gebaseerd op artikel twaalf, tweede lid, van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel; de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.
Artikel 2 1.
2.
Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die: a. een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de sportdetailhandel wordt uitgeoefend, en b. behoren tot het midden- en kleinbedrijf, of c. een onderneming drijven waarin de sportdetailhandel uitsluitend via het internet wordt uitgeoefend. Deze verordening is niet van toepassing op de ondernemers die: a. een onderneming drijven waarin de sportdetailhandel uitsluitend in de vorm van ambulante handel wordt uitgeoefend; b. een onderneming drijven waarin uitsluitend de detailhandel in kampeerartikelen, gespecialiseerde sportartikelen, sportschoenen, wapensport, watersportartikelen, hengelsportartikelen of sportprijzen wordt uitgeoefend.
Mbbo 2008, nr. 44
8
§2
DE BESTEMMINGSHEFFING
Artikel 3 1.
2.
Aan de ondernemers die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, wordt voor het jaar 2008 een bestemmingsheffing opgelegd. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaaleconomische ontwikkeling van de sportdetailhandel door middel van enerzijds het bevorderen van een meer professionele bedrijfsvoering bij ondernemers en werknemers in de branche en anderzijds het uitvoeren en van een bewustwordingscampagne. De bestemmingsheffing bestaat uit: a. HHQEDVLVKHIILQJYDQ¼SHURQGHUQHPLQJHQ b. HHQILOLDDOKHIILQJYDQ¼YRRUHONHWZHHGHHQYROJHQGHYHUNRRSSODDWVYDQGH onderneming.
Artikel 4 1.
2.
3.
§3
Aan de ondernemer die lid is van Mitex HQRYHUKHWMDDUDDQGH]HRUJDQLVDWLHGH volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van 25%. De aftrek bedraagt nooit meer dan 50% van de bestemmingsheffing met een maximum van 50% van de betaalde contributie (exclusief BTW). Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die: a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen, b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot HQPHWYDQGH9HURUGHQLQJrepresentativiteit organisaties, c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is, d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit. De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 5 'HDUWLNHOHQWRWHQPHWYDQGH+HIILQJVYHrordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2008 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 6 Het besluit tot het opleggen van de bestemmingsheffing als bedoeld in artikel 3, alsmede besluiten voortvloeiend uit artikel 5 van deze verordening worden genomen door de voorzitter.
Mbbo 2008, nr. 44
9
Artikel 7 Deze verordening treedt in werking na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, en werkt terug tot en met 1 januari 2008. Artikel 8 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing MKBsportdetailhandel 2008. Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Den Haag, voorzitter secretaris
TOELICHTING Algemeen Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) heeft tot taak om zowel het algemeen belang als het gemeenschappelijk belang van de sector detailhandel te behartigen. Daarbij is het ook mogelijk de belangen van bepaalde branches binnen de detailhandel in het bijzonder te dienen. Om dergelijke activiteiten te kunnen bekostigen heeft het HBD, gelet op het gestelde in artikel 12, tweede lid van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel, de mogelijkheid om een zogenaamde bestemmingsheffing op te leggen. Op advies van de Adviescommissie sportdetailhandel is ten behoeve van deze branche ook in 2008 weer van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van respectievelijk Mitex, CNV Dienstenbond en FNV Bondgenoten. Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door het HBD. De bestemmingsheffing ingevolge deze verordening komt bovenop de op grond van de Heffingsverordening Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2008 opgelegde heffing. De opbrengst van de bestemmingsheffing wordt specifiek gebruikt voor de door Adviescommissie sportdetailhandel te ontwikkelen activiteiten. Werkingssfeer De werkingssfeer van de verordening beslaat alle ondernemingen met maximaal 15 sportwinkels, in twee deelbranches: detailhandel in sport- en kampeerartikelen en detailhandel in sportkleding. Deze bedrijven behoren tot de door de Kamer van Koophandel gehanteerde %,.FDWHJRULHsQHQ2. Meer gespecialiseerde sportwinkels (gespecialiseerde VSRUWDUWLNHOHQ>@KHQJHOVSRUW>@ZDWHUVSRUW>@VSRUWSULM]HQ>@ alsmede de ambulante handel zijn uitgezonderd van de heffing. Voor de detailhandel in kampeerartikelen wordt uitgegaan van de bij de Kamer van Koophandel onder BIK-categorie JHUHJLVWUHHUGHRQGHUQHPLQJHQ%HGULMYHQPHWPLQGHUGDQYHUNRRSSXQWHQEHKRUHQGH tot een holding waarbij het totaal aantal sportwinkels van de holding meer dan 15 bedraagt, vallen buiten de werkingssfeer. Knelpunten De sportbranche wordt gekenmerkt door een aantal structurele problemen van haar kleinschaligheid, de professionaliteit van ondernemers en werknemers, de toenemende verkoop via niet gespecialiseerde bedrijven en de ontwikkelingen in de sportbeoefening met name bij de jeugd.
Mbbo 2008, nr. 44
10
Doelstelling Door stimulering van de professionaliteit in en van de sportdetailhandel wil de Adviescommissie sportdetailhandel van het HBD meer efficiency en effectiviteit in de bedrijfsvoering bewerkstelligen. Activiteiten Het HBD is voornemens om activiteiten uit te voeren met betrekking tot: 1. Stimulering van de professionaliteit in en van de sportdetailhandel Structuur en bedrijfsvoering Het beoogde resultaat voor dit aspect is meer efficiency en effectiviteit in de bedrijfsvoering, opdat de ondernemingen ook bij een teruglopende economie overeind kunnen blijven. Vele kleine sportondernemingen toonden zelfs in de afgelopen jaren een negatief bedrijfsresultaat. Door het bieden van voorlichting op commercieel en bedrijfseconomisch gebied en het ontwikkelen van instrumenten en kengetallen specifiek voor de sportbranche, wil de Adviescommissie sportdetailhandel zorgen voor een gezonde branche. In 2004 en 2005 heeft in opdracht van de Adviescommissie een structuuronderzoek plaatsgevonden.,QLVLQ opdracht van de Adviescommissie een vervolgonderzoek uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek zullen ook in 2008 indringend onder de aandacht van de branche worden gebracht. Daarnaast worden instrumenten en kengetallen specifiek voor de sportbranche ontwikkeld. Medewerkers In de sportbranche zijn ca. 5.000 medewerkers werkzaam. De Adviescommissie sportdetailhandel wil de professionaliteit van de medewerkers in de sportdetailhandel stimuleren en bijdragen aan de beroepstrots van de medewerkers als professional in de sportdetailhandel. 2. Promotie In 2005 en 2006 heeft de Adviescommissie met succes de deelname van de sportdetailhandel aan de Nationale Sportweek gerealiseerd. Aandacht voor de sportwinkels en de jeugd voor de detailhandel zijn de uitgangspunten. Met het oog op een gezonde ontwikkeling van de branche is het bevorderen van actieve sportbeoefening van belang. Hiertoe dient de jeugd aangesproken te worden. Om ook verantwoord te sporten is het verstandig gebruik te maken van de deskundigheid van de sportdetailhandel. Overigens draagt communicatie gericht op de consument indirect bij aan het onder 1. gestelde doel. Immers er worden bij de consument verwachtingen gewekt die in de professionele sportspeciaalzaak waar gemaakt moeten worden. Oordeel HBD-bestuur Het bestuur van het HBD is van oordeel dat met de omschreven aanwending van de opbrengst van de bestemmingsheffing een effectieve bijdrage wordt geleverd aan een verdere professionalisering van de branche. Het bestuur acht de aanwending van de bestemmingsheffing opportuun en in het algemeen belang. Gelet op de beperkte hoogte van de bestemmingsheffing, het brede draagvlak in de branche, en het feit dat de ingezette middelen beantwoorden aan de na te streven doelen meent het bestuur voorts dat de bestemmingsheffing voldoet aan de eisen van proportionaliteit en doelmatigheid. Gelet op de kleinschaligheid in de branche kunnen zonder een collectieve financiering door het geheel van de branche deze activiteiten niet op een zinvolle schaal tot stand worden gebracht. Een publiekrechtelijke regeling is derhalve het aangewezen instrument. PBO-toets Zoals uit het bovenstaande blijkt, voldoen de geplande projecten en activiteiten van de Commissie aan de voorwaarden die het HBD als publiekrechtelijk bedrijfslichaam aan zijn
Mbbo 2008, nr. 44
11
activiteiten stelt. De pbo-toets, die bij de vaststelling van de genoemde activiteiten door de Commissie tot uitgangspunt heeft gediend, omvat de volgende elementen: 1. pbo-gehalte: de activiteiten passen binnen de wettelijke taak van het HBD; voorts is sprake van een branchebreed en gemeenschappelijk belang; 2. complementariteit: bedoelde activiteiten kunnen niet danwel worden onvoldoende door de markt of private organisaties opgepakt; de activiteiten zijn derhalve complementair aan wat de branche zelf zou moeten doen; 3. non-exclusiviteit: de resultaten van de activiteiten staan in beginsel aan alle bedrijfsgenoten, georganiseerden en niet-georganiseerden ter beschikking; 4. draagvlak: de activiteiten zijn afgestemd met de branche; voorts is er sprake van vraagsturing en van een duidelijke behoefte vanuit de branche om iets aan het probleem te doen; 5. primaat van stimuleren boven reguleren: de genoemde activiteiten zijn gericht op het stimuleren van de branchegenoten, zonder daarbij dwingende regels op te leggen; Heffingstructuur en georganiseerdenaftrek In deze verordening gaat het om ondernemingen waarin de omzet in de sportdetailhandel meer dan 50% van de totale omzet bedraagt. De hoogte van de heffing is ten opzLFKWYDQPHW¼YHUOaagd. Ook de filiaalheffing is WHUXJJHEUDFKWYDQ¼QDDU¼'H]HYHUOaging wordt doorgevoerd om het draagvlak in de branche te behouden. Evenals in voorgaande heffingsjaren wordt de zogenaamde georganiseerdenaftrek gehandhaafd. Hiermee wordt voorkomen dat door een cumulatie van contributie en bestemmingsheffing sommige ondernemers ontmoedigd zouden worden lid te blijven of te worden van een van de in de branche actieve organisaties. De hoogte van de georganiseerdenaftrek is ten opzichte van RQJHZLM]LJGYDVWJHVWHOGRSSHURQGHUQHPLQJ Vermindering bestemmingsheffing 'HDUWLNHOHQWPYDQGH+HIILQJVYHURUGHQing Hoofdbedrijfschap Detailhandel 2008 zijn van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit houdt onder andere in dat aan ondernemers op verzoek een vermindering van de bestemmingsheffing kan worden toegestaan, als onder nader aangegeven voorwaarden hun verzamelinkomen beneden bepaalde grenzen ligt. Opbrengst De heffingsopbrengst wordt geUDDPGRS¼'HJHRUJDniseerdenaftrek wordt geraamd RS¼ZDDUGRRUGHQHWWRRSEUHQJVWRS¼JHUDDPG Administratieve lastendruk De heffingstructuur is zodanig dat zij voor de ondernemer nauwelijks administratieve lastendruk met zich meebrengt. De gegevens voor de heffing worden volledig ontleend aan het Handelsregister. Delegatie De uitvoering van de verordening is, met uitzondering van de bevoegdheid op grond van artikel 4, derde lid, gedelegeerd aan de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. De voorzitter heeft door middel van mandaat de uitvoering van de heffingsverordening opgedragen aan functionarissen van het Centraal Registratiekantoor en het HBD-secretariaat. Terugwerkende kracht Aan de verordening wordt terugwerkende kracht toegekend, aangezien sprake is van een jaarlijks vast te stellen en doorlopende bestemmingsheffing.
Mbbo 2008, nr. 44
12
Mededinging De verordening is getoetst aan het mededingingsrecht. In de verordening komen geen bepalingen voor die de mededinging beperken. Ook de met de opbrengst van de onderhavige bestemmingsheffing gefinancierde activiteiten beperken de mededinging niet. Zij behelzen geen kartelafspraken. Ook wordt geen misbruik gemaakt van een economische machtspositie. Europese regelgeving Uit de opbrengst van de bestemmingsheffing worden betaald de apparaatskosten van de commissie en de werkzaamheden en projecten die de commissie uitvoert, laat uitvoeren of subsidieert. Het betreft werkzaamheden en projecten die in het belang zijn van de sociaaleconomische ontwikkeling van de branche als geheel. De werkzaamheden, projecten en subsidies zijn niet selectief. Zij worden namelijk ten behoeve van alle ondernemingen in de onderhavige sector verricht. De werkzaamheden, subsidies en projecten vallen niet onder het EHJULSVWHXQDOVEHGRHOGLQDUWLNHOYDQKHWEG-verdrag (zie arrest van 15 juli 2004, zaak C345/02 van het Hof van Justitie van de Europese gemeenschap). De heffingsverordening is niet in strijd met overige Europees rechtelijke regelingen. Den Haag, voorzitter secretaris
Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpjaarrekening 2007 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 124, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van de rekening der LQNRPVWHQHQXLWJDYHQRYHUPHWWRHOLFKWLQJELMKHWVHFUHWDULDDW1LHXZH3DUNODDQWH Den Haag, voor een ieder ter lezing is neergelegd en aldaar verkrijgbaar is. De beraadslagingen worden gehouden in de openbare bestuursvergadering van 28 juni 2008.
Mbbo 2008, nr. 44
13
Tegen een besluit tot goedkeuring van een begroting of een herziene begroting van een bedrijfslichaam kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een beroepschrift indienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. BEDRIJFSLICHAMEN
Productschap Vis VIS 14
Verordening bevoegdheden organen en secretariaat Productschap Vis 2008
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
14
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
15
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
16
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
18
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
19
5LMVZLMNPDDUW B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
20
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
21
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
22
5LMVZLMNPDDUW B.J. Odink voorzitter W.G. van de Fliert secretaris
Vbbo 2008, Mbbo 2008, nr. nr. 44 44
23
M[jj[b_`aleeh][iY^h[l[d k_j]Wl[lWdZ[IeY_WWb# ;Yedec_iY^[HWWZc[j c[Z[Z[b_d][d"l[hehZ[d_d# ][d[dX[ibk_j[dlWdZ[ fkXb_[ah[Y^j[b_`a[X[Zh_`\i# eh]Wd_iWj_[fXe$ L[hiY^_`djm[a[b_`ai$ ?IID&/(*.,+
H[ZWYj_[0 8[pk_Z[d^ekji[m[],& FeijXki/&*&+ (+&/BA:[d>WW] J[b[\eed0&-&#)*//*// J[b[\Wn0&-&#).)(+)+ ;#cW_b0fXeXbWZ6i[h$db :[I;H^[[\j[[d[_][d m[Xi_j[ef^[j?dj[hd[j$ :[p[_ij[l_dZ[def mmm$i[h$db
;[d`WWhWXedd[c[dj_i ]hWj_i$Ef]Wl[`WWhWXed# d[c[dj[d"efp[]]_d][d[d WZh[im_`p_]_d][dk_jibk_j[dZ l_W[cW_b0fXeXbWZ6i[h$db c[jWbiedZ[hm[hfWXedd[# c[dj$