STATEN VAN CURAf;AO Ontv.:
t)Ef .2
.-·No.:--------STATEN VAN CURAC::AO
Zittingsjaar 2014-2015-069
069
Landsverordening houdende wijziging van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994, de Landsverordening Toezicht Verzekeringsbedrijf, de Landsverordening toezicht effectenbeurzen, de Lan dsverordening toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs, de Landsverordening toezicht trustwezen, de Landsverordening Assu rantiebemiddelingsbedrijf en de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren (Landsverordening actualisering en harmonisatie toezichtlandsverordeningen Centrale Bank van Curac;:ao en Sint Maarten)
nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Met belangstelling is kenn is genomen van het verslag van de Staten. Op de vragen en aanmerkingen die naar aanleiding van de ontwerplandsverordening naar voren zijn gebracht, wordt hieronder ingegaan. De fracties van MFK, PAIS, PS, PAR en MAN benadrukken het belang om zo snel mogelijk met in achtnem ing van de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van PWC Nederland het Bankstatuut te wijzigen . Aangezien de onderhavige ontwerplandsverordening oak gevolgen heeft voor de bevoegdhede n van de CBCS, vragen die fracties of met de behandeling van dit ontwerp moet of ka n warden gewacht totdat de wijziging van het Bankstatuut is doorgevoerd. In reactie daarop zij opgemerkt dat op 26 j uni 2015 de regeringen va n Curac;:ao en Sint Maarten in een protocol hebben afgesproken om de 15 aanbevelingen, zoals opgetekend in het onderzoeksrapport van PwC Nederland, integraal over te nemen en uit te voeren. Die uitvoering zal oak moeten uitmonden in een wijziging van het Bankstatuut. Daar kan met de behandeling van de onderhavige ontwerplandsverordening echter niet op warden gewacht. Voor Curac;:ao vorm t de financiele sector een zeer belangrijke economische factor. Voor een goed functioneren van die financiele sector is een goede aansluiting op internationaal niveau onmisbaar. Het is daarom van groat belang dat de voor de financiele sector relevante nationale regelgeving bijtijds wordt aangepast aan de normen en aanbevelingen die op internationaal niveau wa rden geformuleerd. In 2011 is Curac;:ao in het verband van de CFATF geevalueerd. Het niet {bijtijds) navolgen van de bevindingen uit die evaluatie kan leiden tot een doorverwijzing naar de International Co-operation Review Group {ICRG ) 1
en tot een Public Statement over Curac;ao door de CFATF en de FATF (dit laatste is de plaatsing op de z.g. 'black list') . Een Public Statement dat betrekking heeft op Curac;ao, kan verstrekkende gevolgen hebben voor de financiele sector. In november van dit jaar wordt in het verband van de CFATF beoordeeld of Curac;ao voldoende voortgang heeft geboekt bij de navolging van de bevindingen van de CFATF-evaluatie uit 2011. Met de nu voorliggende ontwerplandsverordening wordt mede follow up gegeven aan bevindingen uit de CFATF-evaluatie uit 2011. lndien de behandeling en implementatie van dit ontwerp nu wordt uitgesteld in afwachting van een wijziging van het Bankstatuut, moet er rekening mee worden gehouden dat binnen afzienbare tijd een Public Statement over Curac;ao door de CFATF en de FATF kan worden uitgeva ard igd. De voorliggende ontwerplandsverordening zal onder meer verandering brengen in de bevoegdheden van de Centrale Bank van Curac;ao en Sint Maarten. Dat gebeurt mede ter voldoening aan internationale normen en aanbevelingen op internationaal niveau. Een loskoppeling van enerzijds bevoegdheden en anderzijds internationale financiele verplichtingen, zoals door de PS-fractie geopperd, is derhalve niet mogelijk. Bepaalde onderdelen van de onderhavige ontwerplandsverordening zijn vatbaar voor regeling in het Bankstatuut. In antwoord op een vraag van de PAIS-fractie kan als voorbeeld worden genoemd de regelgevende bevoegdheid van de Centrale Bank. Ook de bepalingen in dat ontwerp die betrekking hebben op de ministeriele verantwoordelijkheid kunnen worden genoemd. Een voorbeeld daarvan is de bepaling dat de Minister van Financien en de Minister van Justitie gezamenlijk regels kunnen stellen ter zake van de uitoefening van het opleggen van de last onder dwangsom, het opleggen van een bestuurlijke boete en de openbaarmaking van overtredingen . Ook kunnen worden genoemd de procedure van voorafgaande goedkeuring bij de regelgevende bevoegdheid van de Centrale Bank en de in dat kader tevens van toepassing zijnde procedure van vernietiging achteraf. Een ander onderdeel van de onderhavige ontwerplandsverordening dat vatbaar is voor regeling in het Bankstatuut, is de inlichtingenplicht van de Centrale Bank tegenover de Algemene Rekenkamer. De onderdelen van onderhavige ontwerplandsverordening die vatbaar zijn voor regeling in het Bankstatuut, zullen vanzelfsprekend waar nodig worden betrokken bij de te verwachten wijziging van het Bankstatuut ter uitvoering van de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van PwC Nederland . Die aanbevelingen hebben mede betrekking op het functioneren van de Centrale Bank waaronder ook de controle op en de transparantie van dat functioneren en andere "checks & balances". Zoals gezegd en in antwoord op een vraag van de PAIS-fractie, zullen de aanbevelingen integraal worden uitgevoerd. Bij de nadere beschouwing bij die uitvoering van de bevoegdheden van de minister ten aanzien van de Centrale Bank, zoals toegang tot informatie van de Centrale Bank, het stellen van beleidsregels, een algemene 2
aanwijzingsbevoegdheid en het treffen van noodzakelijke voorzieningen, zal ook een rol spelen de positie van de Centrale Bank als zelfstandig bestuursorgaan en de daarbij in acht te nemen distantie ten opzichte van de minister. In reactie op een vraag van de PAR-fractie zij nog opgemerkt dat ingevolge de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren de status van de Centrale Bank als zelfstandig bestuursorgaan is bekrachtigd. Het streven is op dit moment niet, en dat ook in reactie op een vraag van de PAR-fractie, om gericht terug te grijpen naar onderdelen van het statuut van de Bank van de Nederlandse Antillen die niet zijn overgenomen in het Bankstatuut van de Cent ~ale Bank. Dat zal geen doel op zich zijn aangezien die onderdelen destijds weloverwogen niet zijn overgenomen. De wenselijkheid om die niet overgenomen onderdelen nu alsnog over te nemen, zal moeten blijken bij de uitvoering van de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport van PwC Nederland. In het kader van die uitvoering zullen ook de in het nu geldende Bankstatuut al opgenomen controlemechanismen worden betrokken. Ter informatie voor de PAR-fractie wordt nog opgemerkt dat het onderhavige ontwerp de regelgevende bevoegdheid van de Centrale Bank ter uitvoering van de internationale of intergouvernementele organisaties beperkt tot aIleen nadere regels van technische en organisatorische aard. Het Bankstatuut voorziet niet in de mogelijkheid dat de vergadering van vermogensgerechtigden tijdelijk bevoegdheden van andere organen van de Centrale Bank overneemt en evenmin dat de ministers van Financien tijdelijk bevoegdheden overnemen. Daarvoor is een wijziging van het Bankstatuut noodzakelijk. Het antwoord op de vraag van de PS-fractie of een dergel ij ke tijdelijke overname van bevoegdheden vooruitlopend op een wijziging van het Bankstatuut mogelijk is, luidt dus ontkennend. Ten overvloede zij nog opgemerkt dat met de onderhavige ontwerplandsverordening het Bankstatuut niet kan worden gewijzigd. Met deze ontwerplandsverordening kan ook niet worden afgeweken van dat Bankstatuut. In antwoord op de daartoe strekkende vraag van de MFK-fractie wordt opgemerkt dat de onderhavige ontwerplandsverordening in overeenstemming is met de doelstellingen van artikel 3 van het Bankstatuut. De PAIS-fractie vestigt de aandacht op additioneel artikel II van de Staatsregeling. Die bepaling regelt de inwerkingtreding van artikel 89, tweede lid, van de Staatsregeling. Dat artikel 89, tweede lid, dat per 10 oktober 2015 in werking is getreden, schrijft voor dat bij landsverordening algemene regels van bestuursrecht worden vastgesteld. Het voornemen is om in de loop van 2017 een voorstel voor een Algemene landsverordening bestuursrecht bij de Staten aanhangig te maken. Voor de totstandbrenging van een Algemene landsverordening bestuursrecht ligt het voortouw bij de Minister van Algemene Zaken en de Minister van Justitie gezamenlijk. De tot stand te brengen Algemene landsverordening bestuursrecht zal in belangrijke mate een standaardisatie en harmonisatie inhouden van de bestaande regels van bestuursrecht op de uiteenlopende terreinen van regelgeving. Dat zal waar nodig en gewenst dan ook mede omvatten de toezichtlandsverordeningen die 3
voor de Centrale Bank gelden, hoewel met de onderhavige ontwerplandsverordening wat betreft de in die toezichtslandsverordeningen opgenomen regels van bestuursrecht, nu oak al mede wordt voorzien in een harmonisatie en standaardisatie . De Samenwerkingsregeling eenvormig procesrecht Aruba, Curac;ao en Sint Maarten is nag niet door Aruba goedgekeurd waardoor de in die regeling neergelegde procedure voor de totstandkoming van eenvormig procesrecht nag niet kan warden gevolgd. Dat neemt niet weg dat al geldige wetgeving tot stand kan warden gebracht. Zolang de Samenwerkingsregeling eenvormig procesrecht Aruba, Curac;ao en Sint Maarten nag niet door Aruba is goedgekeurd, brengt Curac;ao in overleg en samenwerking op ambtelijk en bestuurlijk niveau met Aruba en Sint Maarten het procesrecht tot stand. Wat betreft een algemene regeling van het materiele en het formele bestuursrecht in een alomvattende regeling zoals voorgenomen, wordt opgemerkt dat enkel het deel dat betrekking heeft op het formele bestuursrecht (het bestuursprocesrecht) onder werking van de Samenwerkingsregeling zou kunnen vallen . De Landsverordening administratieve rechtspraak geeft overigens al algemene regels van procesrecht. De Samenwerkingsregeling eenvormig procesrecht Aruba, Curac;ao en Sint Maarten is niet van toepassing op de in artikel 8, tweede lid, van het Bankstatuut neergelegde eis van eenvormigheid. Curac;ao en Sint Maarten zijn ter zake van dat artikel 8, tweede lid, nag geen procedureregeling overeen gekomen. De PAIS-fractie en de PAR-fractie vestigen hier de aandacht op. Een dergelijke onderlinge regeling is nag in voorbereiding. Hoewel die procedureregeling nag niet tot stand is gekomen, kan nag steeds geldige wetgeving tot stand warden gebracht. Daarbij zal, in reactie op vragen van de de MFK-fractie en de PS-fractie, aan de eis van eenvormigheid het beste kunnen warden voldaan met een afstemming tussen de landen . Ter zake van de onderhavige ontwerplandsverordening heeft er ambtelijke afstemming plaatsgevonden met Sint Maarten, gelijk als dat is gebeurd bij de Landsverordening toezicht geldtransactiekantoren. In reactie op een vraag van de PAIS-fractie met betrekking tot de maximale rente die op consumptieve kredieten is toegestaan, wordt opgemerkt dat de onderhavige ontwerplandsverordening geen voorschriften voor die maximale rente bevat. Sinds begin dit jaar zijn er wel door de Centrale Bank in het kader van de uitvoering van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 geactualiseerde beleidsvoorschriften vastgesteld die zijn gericht op bescherming van de afnemers van consumptieve kredieten (Provisions on the Disclosure of Pricing Information on Consumer Credit) . Die voorschriften moeten bewerkstelligen dat kredietverleners aan de afnemers van die kredieten (de consumenten) bij de kredietaanvraag adequate informat ie verschaffen waarmee die consumenten in staat warden gesteld om een weloverwogen beslissing te nemen . Het is onder meer van groat belang dat de consument bij de kredietaanvraag op de hoogte wordt gebracht van alle 4
kosten die volgens de kredietovereenkomst door die consument moeten worden betaald (die kosten uitgedrukt in een percentage op jaarbasis van het totale kredietbedrag wordt APR genoemd) . De bon-kredietverleners waarvoor door de PAR-fractie aandacht is gevraagd, vallen ook onder de werking van de beleidsvoorschriften neergelegd in de Provisions on the Disclosure of Pricing Information on Consumer Credit. Die beleidsvoorschriften gelden voor de kredietverleners die daartoe over een wettelijke vereiste vergunning of ontheffing beschikken. Kredieten die zonder vergunning of ontheffing worden verleend, zijn illegaal. Naar aanleiding van vragen van de PAR-fractie ter zake van de voorziening tot aanwijzing van een (stille) curator welke voorziening met de onderhavige ontwerplandsverordening onder andere in de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994 wordt ingepast, meer precies in artikel 22, tweede lid, onderdeel a, zij opgemerkt dat deals (stille) curator aan te wijzen persoon minstens zal moeten voldoen aan de deskundigheid- en integriteitvereisten van de Centrale Bank. Volledigheidshalve wordt ook opgemerkt dat de publicatie bedoeld in artikel 22, tweede lid, onder b, geen betrekking heeft op de aanwijzing als (stille) curator. Bij de Giro Bank N.V. is er geen sprake van een aanwijzing van een (stille) curactor. Op die bank is sinds 16 december 2013 de noodregeling, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994, van kracht. Met betrekking tot de publicatieplicht van de jaarrekeningen zij in antwoord op een vraag van de de PAR-fractie opgemerkt dat met de onderhavige ontwerplandsverordening onder meer wordt voorgesteld dat aan de Centrale Bank de bevoegdheid wordt toegekend om nadere voorschriften vast te stellen met betrekking tot die publicatieplicht en de wijze waarop de publicatie dient te geschieden (zie bijvoorbeeld het voorstel voor artikel lSa van de de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994). Hiermee wordt onder meer beoogd te bewerkstelligen dat de publicatie van de jaarrekeningen steeds op een overzichtelijke manier en voor een ieder duidelijke wijze geschiedt. De vast te stellen voorschriften zijn overigens onderworpen aan voorafgaande ministeriele goedkeuring. Ter beantwoording van een vraag van PAR-fractie met betrekking tot de kleine krediet cooperaties (credit unions) wordt gewezen op onder meer de artikelen 14, vierde lid, en 15, vijfde lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen 1994. Daaruit blijkt dat bij het door de Centrale Bank uit te oefenen toezicht, rekening moet worden gehouden met de omvang en geest van de "kleine" instellingen. Door omstandigheden of vanwege het bedrijf van "kleine" instellingen kan de Bank geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichting om rapportagestaten respectievelijk een jaarrekening in te dienen. Met de onderhavige ontwerplandsverordening wordt een soortgelijke mogelijkheid geopend in de overige toezichtslandsverordeningen.
5
In antwoord op vragen van de MAN-fractie met betrekking tot de regulering van cooperativisme zij in de eerste plaats opgemerkt dat de rege lgeving die onderwerp is van de onderhavige ontwerplandsverordening, niet die regulering tot doel heeft. Voor zover die regelgeving oak betrekking heeft op cooperativisme moet dat vanuit de systematiek en bedoeling van die regelgeving als zodanig warden begrepen . Om het bedrijf van " bon"kredietverlener uit te kunnen oefenen dient daaraan op grand van het huidige artikel 45, tweede lid, van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen een ontheffing te zijn verleend . Dat artikel 45, tweede lid, wordt met het onderhavige ontwerp niet gewijzigd. lndien een ontheffing is verleend, houdt dat onder meer in dat dan in principe niet gelden de bepalingen die van toepassing zijn op de kredietinstellingen die in het bezit van een op grand van artikel 2 van de zojuist genoemde landsverorden ing verleende vergunning. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden warden verbonden . Verder in antwoord op de vragen van de MAN-fractie met betrekking tot de regulering van cooperativisme zij opgemerkt dat het van belang is dat de overheid de diverse economische sectoren adequaat ardent, stimuleert en faciliteert . Daarbij moet warden gestreefd naar regelgeving die voldoende ruimte laat voor eigen initiatieven van individuen en groepen . De regering zal hierop blijven toezien .
De Minister van Finan cien
.-
-------- ~
De Minister van Justitie,
6