Startbijeenkomst met leidinggevenden handleiding
handleiding startbijeenkomst met leidinggevenden
Benodigdheden □ □
voor iedereen een handout voor iedereen een pen
Tijdsindeling
1. Welkom en opening 10 min. 2. Introductie jaarthema 5 min. 3. Verkenning leefwereld jongeren 15 min. 4. Bijbel 30 min. 5. Pauze 15 min. 6. Communicatie 40 min. 7. Afsluiting 5 min.
Over het programma
Het programma heeft drie doelstellingen: 1. We denken erover na waar jongeren in onze gemeente behoefte aan hebben. 2. We ontdekken dat het Evangelie – voor hen én onszelf – meer dan genoeg biedt. 3. We leren hoe we onze communicatie met jongeren kunnen verbeteren. Het programma introduceert bovendien het jaarthema van de HGJB 2014: Meer dan genoeg – geloven in afhankelijkheid. Voor veel jongeren (én ouderen) is het leven een project dat je goed moet organiseren, waarbij het ideaal is: zoveel mogelijk eruit halen. Tegelijk is de ervaring dat dit niet lukt. We raken uitgeput en teleurgesteld. Tegen die achtergrond laat God zich kennen als een bron die overstroomt van goedheid en leven. Hij geeft meer dan genoeg! Een geschiedenis die dat prachtig illustreert, is die van de Samaritaanse vrouw met wie Jezus in gesprek gaat bij de bron van Jakob (Joh. 4:1-30). We zien in haar een vrouw die op zoek is naar liefde en erkenning. Haar dorst naar water staat daar symbool voor. Jezus sluit aan bij deze behoeften. Hij zegt niet dat ze er niet toe doen, maar wel dat ze ten diepste alleen vervuld kunnen worden door Hem! Het is eigenlijk hetzelfde als wat Hij ook in de Bergrede zegt: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden’ (Matth. 6:33). In dit programma denken we erover na waar jongeren (in de gemeente) naar op zoek zijn. We willen hun behoeften serieus nemen. Juist daarom willen we hen in aanraking brengen met het Evangelie van Jezus Christus. Tegelijkertijd stellen we ons voor de roeping om dit Evangelie in de gemeente concreet te maken. Als jongeren Jezus gevonden hebben, hoe worden dan al die andere dingen ‘erbij gegeven’? Abonnees op HGJB-Tienerwerk en HGJB-Jongerenwerk een programma over hetzelfde bijbelgedeelte en thema. Daar wordt de suggestie gedaan om een ouder gemeentelid de avond te laten bijwonen en kort iets over dit thema te laten vertellen vanuit zijn/haar eigen leven. Check of zij dit programma gebruiken en bied eventueel aan om iemand ‘aan te leveren’.
2
1. Welkom en opening
● Welkom ● Gebed ● Zingen Psalm 42 (Op Toonhoogte 7 of 45)
2. Introductie jaarthema
Vertel kort over het jaarthema Meer dan genoeg – geloven in afhankelijkheid (zie boven onder ‘Over het programma’). Dit jaarthema staat in het teken van het nieuwe beleidsplan 2015-2018 van de HGJB, dat de titel Bron van leven heeft gekregen. In de publieksversie daarvan1 staat het volgende Geloven is in onze samenleving de vanzelfsprekendheid voorbij. Dat heeft belangrijke consequenties voor hoe jongeren in de kerk en in de samenleving het geloof beleven. Hoe kan de christelijke gemeente in deze context vorm geven aan haar roeping om het christelijke geloof aan de nieuwe generaties over te dragen? De neiging kan bestaan om in het kerkelijk jeugdwerk des te harder te gaan lopen en elkaar op te jagen met allerlei (zinvolle) doelstellingen. In haar beleidsplan 2015-2018 kiest de HGJB voor een andere weg. We willen met jongeren letterlijk terug naar de Bron, Jezus Christus die het levende water is en geeft. Samen willen we ontdekken hoe we meer kunnen leven vanuit de overvloed die bij God te vinden is. Twee kernwoorden Als centraal thema voor het nieuwe beleidsplan hebben we daarom gekozen: ‘Bron van leven’. 1. Daarmee wordt in de eerste plaats benadrukt dat de mens mag leven van wie God is en van wat Hij geeft. We zijn afhankelijk van Hem en mogen ons aan Hem overgeven. Dat geeft rust en zekerheid in ons leven. Kernwoord is hier: afhankelijkheid. 2. Tegelijkertijd is deze Bron geen stilstaand water. Wie leeft vanuit de verbinding met God, wordt zelf in beweging gezet. Zijn leven wordt ook vruchtbaar voor anderen, voor de wereld. Dat is daarom de tweede lijn die we willen uitwerken. Kernwoord is hier: navolging. Missie Samengevat is dit daarom de missie van de HGJB voor de komende jaren: Samen met plaatselijke gemeenten willen we jongeren oproepen tot en voorgaan in een leven met God als bron. Dit leven wordt gekenmerkt door afhankelijkheid en navolging. In dit programma gaat het over het eerste kernwoord: geloven in afhankelijkheid.
1
Gratis aan te vragen via
[email protected]
3
handleiding startbijeenkomst met leidinggevenden
3. Verkenning leefwereld jongeren Doel – We ontdekken door welke basisbehoeften jongeren vooral gedreven worden, en wat daar eventueel de gevaren van zijn. (Bij de bijbelstudie leggen we dat naast de geschiedenis van de vrouw bij de put.) ● Wat houdt jongeren gaande én bezig? Toelichting: Voor veel jongeren is het leven een project dat je goed moet organiseren, waarbij het ideaal is: zoveel mogelijk eruit halen. • Maak groepjes van 3 of 4 personen. • Laat iedereen eerst voor zichzelf de opdracht doen in de hand-out. Benadruk dat het gaat om symbolen: je mag er in zien wat je zelf wilt. Wat symboliseert voor jou wat jongeren drijft in het project dat ‘leven’ heet? Wat houdt hen gaande en/of bezig? • Laat hier kort over doorpraten in de groepjes (delen van de symbolen die gekozen zijn). • Vraag eventueel plenair of iemand hier iets over wil zeggen, maar beperk het tot één of twee korte reacties. ● Basisbehoeften Toelichting: Ieder mens heeft behoefte aan competentie (waardering voor wat je doet), autonomie (erkenning van zelfstandigheid) en relatie (erbij horen). Zo heeft in ieder geval de hoogleraar Luc Stevens de drie psychologische basisbehoeften genoemd die volgens hem in het onderwijs een belangrijke rol moeten spelen. Als het gaat om het leven als geheel, kun je ook dingen noemen als liefde, acceptatie, zingeving en nabijheid. Zeker voor jongeren, die nog volop in ontwikkeling zijn, zijn dit geen vanzelfsprekende zaken. Er worden vaak erg hoge eisen aan hen gesteld, zowel in het onderwijs als op allerlei andere terreinen van het dagelijks leven. Als je geen goede cijfers haalt, word je niet toegelaten op de vervolgopleiding; als je er niet ‘cool’ uitziet, tel je niet mee; enz. Dat kan een hoge druk op hen leggen. De behoefte aan - en het verlangen naar - competentie, autonomie en relatie proberen jongeren op allerlei manieren te bevredigen. Meestal lukt dat aardig, maar ze kunnen er ook op een heel krampachtige manier mee omgaan. Wat je dan ziet, is dat op zich goede dingen als prestaties, relaties, geld en uiterlijk een bijna afgodisch karakter krijgen. Zij bepalen of je bestaansrecht hebt en werkelijk meetelt. Probleem is alleen dat die dingen daarvoor ten diepste niet kunnen zorgen. • Vertel dat wat jongeren gaande en bezig houdt, samengevat kan worden met een aantal basisbehoeften die elk mens heeft (zie rijtje in hand-out): o erkenning (van wie en hoe je bent) o waardering (van wat je doet) o gekend worden o gehoord worden o erbij horen o ertoe doen o onvoorwaardelijke acceptatie • Vraag eventueel of ze iets in dit rijtje missen. Grote kans dat ze ‘liefde’ noemen. Dat staat hier niet bij, omdat alle basisbehoeften daartoe te herleiden zijn. Maar eventueel kan het toegevoegd worden. • Laat dan (in groepjes of plenair) nadenken over de vragen in de handout: 1. Als je een rangorde in deze behoeften moest aanbrengen, welke herken je dan het meest bij de jongeren die jij kent? 2. Teveel (obsessief) bezig zijn met deze basisbehoeften, is niet zonder risico’s. Welke vindt jij voor ‘jouw’ jongeren het gevaarlijkst? • Het is goed om de tweede vraag plenair even terug te laten komen. Het is de overgang naar het bijbelgedeelte: de vrouw was ‘obsessief’ (op een verkeerde manier) bezig met haar behoefte aan liefde.
4
4. Bijbelstudie
Doel – We ontdekken wie Jezus voor de vrouw wil zijn en passen dat toe op onszelf en onze jongeren. • Handhaaf de groepjes. • Lees het bijbelgedeelte uit de hand-out. Het onderdeel ‘Johannes 4 – een boeiend gesprek’ is bedoeld als hulpmiddel, om de lijn van het gesprek beter te kunnen volgen. • Vertel iets over wat hieronder bij ‘Achtergrondinformatie’ wordt gezegd bij vers 7-8. • Laat ieder dan eerst voor zichzelf de vragen maken, in ieder geval de vragen 1, 3 en 5 (5 tot max. 10 minu ten). 1. Wat kom je te weten (of te vermoeden) over de vrouw? Kies of bedenk twee woorden die volgens jou het beste bij haar passen. [Bijvoorbeeld: ze is… gekwetst / religieus / onzeker / bang / zoekend / zondig / ge ïsoleerd / eerlijk / bang / dorstig / andere woorden.] 2. (Hoe) herken je ‘de jongere’ in jouw gemeente in haar? 3. Wat ontdek je hier over Jezus? Hoe is Hij? Kies of bedenk ook hier twee woorden die dat volgens jou het beste uitdrukken. [Bijvoorbeeld: Hij is hier… gunnend / liefdevol / voorzichtig / menselijk / genadig / tactisch / scherp / grensoverschrijdend / andere woorden.] 4. Welke twee eigenschappen van Jezus (zie vraag 3) zou jij méér aan de jongeren in jouw gemeente wil len laten zien? Wat hebben ze vooral nodig? 5. De vrouw laat zich door Jezus de waarheid zeggen, vers 29. Welke waarheden over zichzelf moeten de jongeren met wie jij werkt vooral (misschien zelfs: méér) horen? • Geef vervolgens 10 à 15 minuten de tijd om alle vijf vragen in de groepjes te bespreken. • Bespreek ten slotte plenair vraag 5 (waarschijnlijk is men daar in de groepjes nog niet aan toegekomen). Gebruik als het kan een whiteboard of een groot vel papier om de reacties op te schrijven.
5. Pauze
6. Communicatie
Doel – We trekken lessen uit Jezus’ gesprek met de vrouw voor onze eigen communicatie met jongeren. Hoe Jezus communiceert met de vrouw • Loop het rijtje uit de hand-out langs en geef bij elk punt (zo nodig) een korte toelichting (ca. 10 minuten). Benadruk overigens dat dit geen ‘model’ is voor hoe wij altijd moeten communiceren. De Bijbel geeft geen modellen, wel goede voorbeelden. Maar ieder gesprek is weer anders. 1. Hij neemt het initiatief (vers 7) - Uit zichzelf zou de vrouw geen gesprek begonnen zijn. - God is altijd de eerste, Hij is het die mensen (jongeren) opzoekt. 2. Hij overschrijdt grenzen (vers 9) - Zie de achtergrondinformatie bij vers 7-8. - Durven wij door mensen gemaakte grenzen te overschrijden? 3. Hij zoekt gemeenschappelijke grond (vers 7) - Jezus stelt zich niet boven de vrouw, maar gaat naast haar staan in haar dorst. - We mogen en moeten het Evangelie presenteren in het dagelijkse leven. 4. Hij luistert en laat de vrouw spreken (vers 9) - Let erop dat er in vers 9 mogelijk frustratie geklonken heeft; de vrouw voelt zich een uitgestotene. Jezus geeft daar ruimte aan. - Welke ‘frustraties’ hebben onze jongeren? 5. Hij roept interesse / verlangen op (vers 10-15) - Jezus gebruikt het onderwerp ‘dorst’ als bruggetje om een dieper verlangen bij de vrouw aan te spreken.
5
handleiding startbijeenkomst met leidinggevenden
- Het werkt: de vrouw houdt aandacht. Maar ze ‘pakt’ het nog niet. 6. Hij confronteert (vers 16-19) - De vrouw maakt in vers 15 een ontwijkende beweging. - Jezus houdt haar dan een spiegel voor. Zie achtergrondinformatie bij vers 15-18. 7. Hij is accepterend, Hij veroordeelt niet - Jezus spreekt geen (expliciete) veroordeling uit. - Hij gaat in op de vraag van de vrouw in vers 20 en komt niet terug op de mannenkwestie. 8. Hij komt tot de kern (vers 21-24) - Het gaat erom dat de vrouw komt tot de ware aanbidding: dát is de kern! - De waarheid is hier belangrijk. 9. Hij is duidelijk en direct (vers 26) - Probeer je voor te stellen hoe vers 26 bij de vrouw is ingeslagen! - Hoe duidelijk zijn wij in onze communicatie? 10. Hij forceert niet, Hij laat de vrouw zelf nadenken - Jezus neemt de tijd om de vrouw tot de juiste conclusie te brengen. - Hij neemt haar vragen en opmerkingen helemaal serieus. Bespreek met elkaar • Laat eventueel andere groepjes vormen dan vóór de pauze, zodat er meer kruisbestuiving ontstaat. • Laat iedereen eerst voor zichzelf de eerste twee vragen overdenken (max. 5 minuten). • Geef vervolgens ongeveer 15 minuten de tijd om alle drie gespreksvragen te bespreken: 1. Welke twee of drie punten vind je zelf het meest opvallend? Waarom? 2. Welke twee of drie punten vind je in je eigen communicatie met jongeren ’t moeilijkst? Hoe komt dat? En wat zou daarbij kunnen helpen? 3. Waaraan hebben jongeren vooral behoefte als het gaat om het contact van de kerk met hen? Zie ook de Basisbehoeften. • Inventariseer plenair reacties op vraag 3.
7. Afsluiting
• Lied: ‘Mijn hart wacht stil op U, o Heer’ (Op Toonhoogte 204, mel. Psalm 24). • Gebed
6
Achtergrondinformatie bij Johannes 4:1-30
Algemeen Het Johannesevangelie is wel het ‘evangelie van de misverstanden’ genoemd. Johannes beschrijft verschillende ontmoetingen waarin Jezus’ woorden verkeerd worden begrepen. Denk bijvoorbeeld aan het gesprek met Nicodemus en de confrontaties met de Farizeeën. Ook in Johannes 4 lijkt er aanvankelijk miscommunicatie te zijn. Maar in tegenstelling tot de genoemde voorbeelden, valt hier het kwartje op een gegeven moment wél. Vers 1-3 ∙ de Heere: Dit is de eerste keer dat Johannes Jezus ‘Heere’ noemt, (Gr. kurios = Heer). Het is alsof hij daarmee wil benadrukken dat Jezus alles onder controle heeft en dat Hij de regie voert. Bij de Romeinen was kurios de titel van de keizer, die als God werd vereerd. ∙ dat de Farizeeën gehoord hadden: Jezus constateert dat Hij bij de Farizeeën begint op te vallen. Om de confrontatie met hen (nog) uit te stellen, maakt Hij een terugtrekkende beweging. Van de hoofdstad Jeruzalem (2:13) verplaatst Hij Zijn werkgebied naar het veraf gelegen Galilea. Hij was daar eerder geweest op de bruiloft in Kana (2:1). Vers 4-6 ∙ Hij moest door Samaria gaan: Hoewel het ook om een praktisch ‘moeten’ kan gaan (het was gewoon de kortste weg), ligt het voor de hand hier vooral aan een heilig ‘moeten’ te denken. Gods plan zit erachter. Jezus had ook de omweg door het Over-Jordaanse kunnen nemen. Dat werd in die tijd wel gedaan om contact met de Samaritanen te vermijden. ∙ Samaria: De inwoners van het gebied Samaria golden voor de joden als onrein. Deze groep was ontstaan na het begin van de Assyrische ballingschap. De Assyriërs lieten een deel van de joden in Samaria achter en importeerden er heidenen uit andere streken naar toe, met wie de Samaritanen zich toen vermengden (zie 2 Kon. 17:24vv.). Godsdienstig gezien was het gevolg een mengeling van joodse en heidense elementen. ∙ dicht bij het stuk grond dat Jakob zijn zoon Jozef gegeven had: Zie Genesis 33:19. ∙ daar was de bron van Jakob: Dat moet een bron geweest zijn die Jakob heeft uitgegraven, al is ons daarover in het Oude Testament niks bekend. Het woord ‘bron’ duidt erop dat er stromend water in opwelt, in tegenstelling tot bij een put dat stilstaand water bevat. In vers 14 gebruikt Jezus dit als beeld van een geestelijke realiteit. ∙ Het was ongeveer het zesde uur: Dat is het zesde uur ná zes uur ’s morgens, dus 12.00 uur ’s middags. Johannes vermeldt dat om de situatie nauwkeurig te schetsen: het is op het heetst van de dag, een moment waarop een normaal mens juist binnen blijft en er niet opuit gaat om water te putten. Vers 7-8 ∙ Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten: Deze zin tekent niet bepaald een setting die logisch is voor een ontmoeting met Jezus: 1. Het gaat om een vrouw alleen – Om praatjes en verleiding te voorkomen, zocht een vrome jood uit zichzelf geen contact met vrouwen. De discipelen zijn er dan ook verbaasd over dat Jezus dat wel doet (vers 27). 2. Het gaat om een Samaritaanse vrouw – Zie hierboven bij vers 4. Voor joden zou dat een tweede reden zijn om geen contact met haar te zoeken. 3. Het gaat waarschijnlijk om een als ‘slecht’ bekend staande vrouw – Het lijkt erop dat de vrouw een geïsoleerd bestaan leidt, omdat haar levenswijze door haar omgeving als immoreel wordt gezien. Dat zal de reden zijn waarom ze juist nu water komt putten, op een tijdstip dat ze niet het risico loopt om andere vrouwen bij de bron tegen te komen. ∙ Jezus zei tegen haar: Geef Mij te drinken: Jezus neemt het initiatief en stapt met deze vraag in één keer over de drie genoemde barrières heen. Let erop dat Hij dat doet met een vraag die ook Zijn eigen mens-zijn benadrukt. Hij heeft net zo goed dorst als de vrouw dat heeft. Hij verheft zich dus niet boven haar, maar deelt in haar behoefte aan water. Dat is niet maar een foefje om het straks over levend water te kunnen hebben,
7
handleiding startbijeenkomst met leidinggevenden
het is de erkenning van een fundamenteel menselijke behoefte die ook Jezus kent. Later, als Jezus aan het kruis hangt, maakt Zijn dorst deel uit van Zijn diepe lijden (19:28). ∙ Want Zijn discipelen waren weggegaan: Johannes voegt dit toe om te verduidelijken hoe Jezus de gelegenheid heeft om in alle rust een gesprek met deze vrouw aan te gaan: ze zijn maar met z’n tweeën. En passant wordt hier opnieuw een fundamenteel menselijke behoefte genoemd, waarin Jezus deelt: de discipelen zijn voedsel aan het kopen. Vers 9 ∙Hoe vraagt U…: Het is de vrouw zelf die het gesprek op ‘religie’ brengt. Dat lijkt haar nu even relevanter dan hun beider dorst naar water. Misschien bedoelt ze hiermee tegelijk iets van haar pijn te uiten: ik, die een Samaritaanse vrouw ben, en dus door jullie dubbel achtergesteld word. De zin die de HSV tussen haken heeft staan (en daarmee als een toelichting door Johannes wordt gezien) kan ook heel goed van de Samaritaanse zelf zijn. Vers 10 ∙ Met Zijn antwoord brengt Jezus het gesprek niet op een ander onderwerp. Integendeel, Hij verbindt het thema religie (opgeworpen door de Samaritaanse) met de dorst van de vrouw – naar water, maar misschien óók wel naar erkenning. ∙Als u de gave van God kende: De gave van God is Christus zelf, vgl. Johannes 3:16. Hij presenteert God hier als een God die uit genade overvloedig geeft en geen verwijten maakt (Jak. 1:5). Impliciet zit hier al in dat Hij grenzen doorbreekt die door mensen zijn gemaakt - wat het antwoord is op de opmerking van de vrouw. De dorst die daarmee gelest wordt, gaat de dorst naar gewoon water ver te boven. ∙ levend water: Dat is water dat leven geeft. Dat heeft hier in de eerste plaats een geestelijke betekenis, maar Jezus verbindt dat in dit gesprek ook met de ‘gewone’ basisbehoeften van de vrouw, zoals we bij vers 15-18 zullen zien. Vers 11-12 ∙De vrouw zei tegen Hem: Mijnheer: De vrouw lijkt hier al met méér respect te spreken dan ze in vers 9 deed. ∙waar hebt U dan het levende water vandaan?: Het is niet zo dat de vrouw hier opeens over gewoon water gaat praten. Ze denkt dat Jezus het over een soort mysterieus water heeft, maar ze snapt niet wat dat water is. En dus valt ze terug op wat ze weet over de bron van Jakob: hoe kan Jezus hieruit levend water putten? Vers 13-14 De Heere Jezus brengt het gesprek nu een niveau hoger: Ik heb het niet over water dat je uit deze bron van Jakob kunt putten en dat maar tijdelijk je dorst lest. Ik heb het over water dat Ikzelf wil geven en dat voor eeuwig je dorst lest. De toevoeging in vers 14b is veelbetekenend: dat water zal in je worden tot een bron van water dat opwelt tot in het eeuwige leven. Het is dus water dat je niet voor jezelf kunt houden, maar dat ook de dorst van mensen in je omgeving zal lessen. Dat is een vervulling van de beloften in Jesaja 49:10 en 58:11 (die de Samaritanen overigens niet kenden, omdat ze alleen de vijf boeken van Mozes lazen). Met deze woorden wil Jezus de vrouw bewustmaken van haar geestelijke dorst. Vers 15-18 ∙ De vrouw pakt het niet op. Het lijkt alsof ze wil zeggen: ik heb helemaal geen geestelijke dorst, mijn probleem is alleen dat ik hier steeds – op het heetst van de dag – moet komen om water te putten. Als dát nou eens opgelost was… ∙ Ga heen, roep uw man en kom hier: Vaak wordt gezegd dat Jezus dit zegt omdat hij de zonde van deze vrouw wil aanwijzen. Dat is ook wel zo, maar pas in tweede instantie. De woorden zijn in de eerste plaats bedoeld om de vrouw tot de erkenning te brengen dat ze wel degelijk dorst heeft – dorst naar erkenning, nabijheid en liefde. Ziet ze niet hoe ze daar voortdurend naar gejaagd heeft; en hoe ze die dingen gezocht heeft bij de verkeerde bronnen: relaties met verschillende mannen? Ziet ze ook niet hoe tevergeefs dat is geweest? Dát is haar zonde; dat ze bij mannen zocht wat ten diepste alleen bij God te vinden is. Deze verzen gaan dus niet in de eerste plaats over veroordeling, maar over het ontmaskeren van de ‘afgoden’ van deze vrouw. Let erop dat het thema zonde en schuld in het hele gesprek nergens expliciet aan de orde komt. Het gaat niet over vergeving van zonden, maar over levend water.
8
Vers 19-20 ∙ Wat de vrouw hier zegt, is geen afleidingsmanoeuvre, zo van: ‘Laten we het over wat anders hebben.’ Het is veel meer dat ze (terecht) terugkomt op het onderwerp religie dat ze in vers 15 liet vallen. Jezus heeft haar ervan overtuigd dat Hij een man van God is, een profeet. Maar dan wil ze van Hem graag meer duidelijkheid over de kwestie die in vers 9 al aan de orde kwam. Blijkbaar zit haar dat hoog. Heeft ze ervaren dat het haar de toegang tot God belemmert? Raakt het bij haar aan een diepe pijn? Vers 21-24 ∙ Aanwijzing voor bovengenoemde interpretatie is dat Jezus niet terugkomt op de mannenkwestie. Blijkbaar vindt Hij de opmerking van de vrouw relevant. ∙aanbidden in geest en waarheid: Aanbidden in geest (of: geestelijk aanbidden) is aanbidding die niet wordt bepaald door een bepaalde plaats (of een bepaalde manier), maar door de Heilige Geest. Aanbidden in waarheid betekent dat Jezus Christus centraal moet staan, want Hij is tenslotte de waarheid (Joh. 14:6). Beide is nodig: ‘geest’ zonder waarheid leidt op z’n best tot luchtfietserij; waarheid zonder geest leidt tot dode orthodoxie. Vers 25-26 ∙ Ik weet dat de Messias komt…; Hij zal ons alles verkondigen: De vrouw vindt het allemaal maar ingewikkeld. Vandaar deze opmerking: laten we gewoon de Messias afwachten, Hij zal het ons duidelijk maken. ∙ Ik ben het: Nu heeft Jezus haar waar Hij haar hebben wil, bij de vraag naar de Messias. Op dat moment spreekt Hij deze woorden, die blijkens het vervolg de vrouw in het hart raken. Vers 27 ∙ Waarschijnlijk slaat de eerste vraag op de vrouw (‘Wat zoekt u?’, dus zonder hoofdletter) en de tweede op Jezus (‘Waarom spreekt U met haar?’). Vers 28-30 ∙ De vrouw liet haar waterkruik staan: Een ogenschijnlijk klein detail dat Johannes echter niet voor niets vermeldt. Het symboliseert dat Jezus haar allerdiepste dorst gelest heeft. Ze heeft haar eigen kruik(en) niet meer nodig. Meer letterlijk laat het ook zien dat als je Jezus hebt leren kennen, andere behoeften naar de achtergrond verschuiven. (Wat natuurlijk niet wegneemt dat de vrouw haar kruik later waarschijnlijk alsnog heeft opgehaald.)
9
Deze katern is een uitgave van de HGJB
HGJB
Prins Bernhardlaan 1 3722 AE Bilthoven tel 030 2285402
[email protected] Bankreknr.: NL35RABO0308316835