Geachte leden van de raad,
Stappen naar herstel Bijgaand treft u de jaarrekening 2012 aan. Ondanks het zware financiële weer waarin ook Deurne verkeert, laat de jaarrekening 2012 tot onze tevredenheid een eerste stap zien in het herstel van het financieel weerstandsvermogen. Na een positieve najaarsnota sluit ook de jaarrekening met een positief resultaat en dat is zeer welkom. Alhoewel we zeker niet in onze aanpak kunnen verslappen, toont het ons inziens aan dat met de noodzakelijke bezuinigingsoperatie bereikt wordt wat wordt beoogd: herstel van een stabiele financiële positie van de gemeente Deurne. Thematische opbouw Voor het eerst wordt binnen deze jaarrekening op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde thema’s verantwoording afgelegd. Vanuit de kaderbrief en de begroting bent u al bekend met deze systematiek. Wij staan open voor opmerkingen van uw kant over de wijze waarop in deze opzet verantwoording wordt afgelegd. Een terugblik De begroting 2012 bevatte voor het derde opeenvolgende jaar ingrijpende bezuinigingsvoorstellen. Ze waren helaas hoogst noodzakelijk om als gemeente financieel gezond te kunnen blijven in de toekomst. De belangrijkste oorzaken voor deze ingrijpende bezuinigingsvoorstellen zijn u bekend: Van het Rijk krijgt de gemeente substantieel minder middelen, met name als het gaat om de diverse doeluitkeringen. Bovendien kent het Rijk de gemeente nieuwe taken toe met slechts een deel van de benodigde financiële middelen. De uitvoering van de taken gaan daarom gepaard met aanzienlijke (financiële) risico’s. Er heerst een aanhoudende crisis op de woningmarkt. Voor gemeenten die een actief grondbeleid hebben gevoerd, zoals Deurne, heeft dit tot gevolg dat projecten die een positieve eindwaarde kenden nu omslaan naar een negatieve eindwaarde zodat hiervoor, volgens voorschriften, een voorziening getroffen moeten worden. Daarnaast waren onderhoudsbudgetten onvoldoende gevuld en zijn in het verleden teveel ingezet om investeringen te doen. Het achterstallig onderhoud dat dit heeft opgeleverd aan wegen, voorzieningen en publieke gebouwen diende te worden ingelopen en onderhoudsbudgetten moesten worden bijgestort. Bezuinigingen In de begroting 2012 werd een belangrijke basis gelegd voor een stabielere gezonde financiële toekomst van de gemeente Deurne. U maakte de pijnlijke keuzes die voor Deurne nodig waren. Bezuinigingsmaatregelen werden op alle thema’s genomen om te komen tot een evenwichtig begrotingsresultaat. Zowel de burgers als de ambtelijke organisatie werden door de bezuinigingsmaatregelen getroffen. De totale bezuinigingstaakstellingen bedroegen tot en met 2012 € 4,5 miljoen en is bij de begroting 2013 opgelopen tot € 10,6 miljoen in 2016. Zo'n 20 procent van ons personeel is daarbij ondertussen afgevloeid. Deurne koerst op eigen kracht In 2012 is op grond van de door het college opgestelde visiedocument ‘Deurne koerst op eigen kracht’ een omvangrijk pakket aan bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Een pakket dat ook de inwoners van Deurne niet onberoerd liet. Toch was de gedeelde conclusie dat deze nieuwe koers noodzakelijk was, de financiële situatie liet niet anders toe.
Door de inwoners van Deurne is dit ook opgepakt en initiatieven zijn ingebracht en verwerkt. Het bewustzijn groeit dat het overeind houden van publieke voorzieningen vergt dat de inwoner daarin zelf ook actief participeert en de lokale overheid moet terugtreden. Een aantal sprekende voorbeelden van deze omslag zijn: Helenaveen natuurlijk schoon Natuurlijk spelen in de Heiakker Dierenweide in Liessel Beheer begraafplaats Jacobshof Onderhouden van recreatieve routes Het eetpunt Onderhoud bedrijventerreinen Schulphulpmaatje Muziekeducatie Jaarrekening is verantwoorden Binnen de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid. Deze verantwoording vindt u terug binnen de thema’s van de begroting. Hier geven wij u en antwoord op de drie W-vragen: Wat is bereikt?; Waarmee is dit bereikt? en met Welke middelen is dit gedaan? Ondanks de financiële zorgen en de ingrijpende bezuinigingstaakstellingen is het gelukt diverse raadsopdrachten / raadsdoelstellingen te realiseren. Naast het beleid wordt ook verantwoording afgelegd over de realisatie van de bezuinigingstaakstellingen van in totaal 4,5 miljoen in 2012. De bezuinigingsmonitor laat een realisatie van 95% zien, dat correspondeert met € 4,2 miljoen euro. Financiële positie Het realiseren van de bezuinigingstaakstelling is belangrijk en geeft ook vertrouwen naar de toekomst toe. Dit zorgt voor een meer stabiele financiële positie en laat zien dat we niet alleen taakstellend begroten, maar ook daadwerkelijk realiseren. Dit is echter niet voldoende. Duidelijk is dat we naast een goede structurele financiële positie ook moeten werken aan een goed financieel weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van mogelijke risico’s op te vangen. De beschikbare weerstandscapaciteit moet dus de benodigde weerstandscapaciteit dekken. De weerstandscapaciteit kent componenten als reserves, bezuinigingen en belasting. Het weerstandsvermogen is te beïnvloeden door te bezuinigen en beheersmaatregelen te treffen voor de risico’s (of in betere tijden; investeren en risico’s nemen) Laaghangend fruit is een incidentele verbetering van je weerstandscapaciteit. De najaarsnota liet al een voordelig positief resultaat zien van € 1.196.000. Ook de jaarrekening sluiten we af met een positief resultaat. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een aantal maatregelen die het afgelopen jaar zijn genomen om de financiële positie verder te verbeteren. Met name het project ’laaghangend fruit’ (het verkopen van gronden) heeft hieraan een aanzienlijke bijdrage geleverd. Het eerder realiseren van personele bezuinigingen zorgt voor een flinke meevaller, waarbij de kanttekening moet worden gemaakt dat taken niet nog een periode blijven bestaan, waardoor een beroep op een frictiebudget noodzakelijk is. Dit laat echter wel de voortvarendheid van het realiseren van de personele bezuinigingen zien. 2012 wordt met een positief jaarrekeningresultaat afgesloten. Hierdoor wordt het mogelijk de algemene reserve en daarmee het weerstandsvermogen wederom een positieve injectie geven.
Tot slot Deze jaarrekening laat zien dat we een stap in de goede richting zetten. De gemeentelijke organisatie staat echter voor een opgave met nog steeds meer afnemende middelen (mensen en geld) meer taken te realiseren voor de burger van Deurne, met een goede kwaliteit. Enkel door de door u reeds ingezette intensivering van samenwerking in De Peel, zal het mogelijk zijn deze uitdaging aan te kunnen. 2013 vraagt een volharding in de ingeslagen weg en het houden van focus door bestuur, organisatie en inwoners op de kerntaken voor de gemeenschap.
Jaarstukken 2012
Dienstverlening en organisatie
1
2
Deze Programmajaarrekening is voorlopig vastgesteld in het College van B en W op 7-5-2013. De rekeningcommissie zal op 13-6-2013 deze rekening van een advies voorzien. De definitieve vaststelling door de Gemeenteraad zal plaatsvinden op 26-6-2013.
3
4
Inhoudsopgave 1.
Besluitvorming ................................................................................................................................ 7
2.
Jaarverslag ..................................................................................................................................... 11 2.1
2.2
2.3
3.
Financiële positie ........................................................................................................... 12 2.1.1 Verloop jaarrekeningsaldo ................................................................................ 13 2.1.2 Overzicht lasten en baten per thema................................................................ 16 2.1.3 Investeringen 2012 ............................................................................................ 17 2.1.4 Monitor Bezuinigingen jaarrekening 2012 ........................................................ 21 2.1.5 Overzicht Incidentele lasten en baten .............................................................. 26 2.1.6 Resultaatsbepaling en bestemming .................................................................. 26 2.1.7 Verloop algemene reserve ................................................................................ 31 Thema’s ......................................................................................................................... 34 2.2.1 Thema Vrije Tijd................................................................................................. 34 2.2.2 Thema Omgeving .............................................................................................. 42 2.2.3 Thema Werken .................................................................................................. 58 2.2.4 Thema Samenleving .......................................................................................... 64 2.2.5 Thema Wonen ................................................................................................... 76 2.2.6 Thema Dienstverlening en Organisatie ............................................................. 81 Paragrafen ..................................................................................................................... 89 2.3.1 Inleiding ............................................................................................................. 89 2.3.2 Lokale heffingen ................................................................................................ 89 2.3.3 Weerstandvermogen......................................................................................... 96 2.3.4 Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................................... 118 2.3.5 Financieringsparagraaf .................................................................................... 122 2.3.6 Grondbeleid..................................................................................................... 133 2.3.7 Bedrijfsvoering ................................................................................................ 148 2.3.8 Verbonden partijen ......................................................................................... 150
Jaarrekening ................................................................................................................................ 165 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling................................................... 166 Balans 31-12-2012 ....................................................................................................... 170 Programma rekening ................................................................................................... 172 Toelichting op de Balans.............................................................................................. 175 SISA .............................................................................................................................. 197
5
6
1. Besluitvorming
7
Samenvattend ziet de jaarrekening 2012 er als volgt uit:
Jaarrekeningsaldo 2012 Resultaat Jaarrekening 2012 voor bestemming Bestemming resultaat door Storting in reserve onttrekking uit reserve Resultaat Jaarrekening 2012 na bestemming
3.632.000 31.814.000 30.589.000 2.408.000
Wij stellen uw raad voor: 1. De jaarrekening 2012 vast te stellen; 2. In te stemmen met de resultaatsbestemming zoals in onderstaand overzicht is opgenomen; Thema
Product Omschrijving
Omgeving Omgeving
P 7237 P 8309
Omgeving P 7222 Samenleving P 6113 Dienstverlening P 0056 Personeelskosten Totaal
Bodem en Geluid Bestemmingsplannen Stedelijk gebied Watergangen Sociale werkvoorziening Peelsamenwerking Personeelskosten
Rekening 2012 9.000 4.000 40.000 91.000 9.000 225.000 378.000
3. In te stemmen met de gedeeltelijke vrijval van de reserves conform onderstaand overzicht;
Vrij te vallen reserves reserve frictiekosten belastingsamenwerking reserve wegen Totaal
119.000 980.000 1.099.000
4. In te stemmen met het storten van het positieve rekeningsaldo 2012 (na resultaatsbestemming en na vrijval reserves) ter hoogte van € 3.129.000 naar de algemene reserve met bufferfunctie.
Resultaat na besluitvorming Resultaat Jaarrekening 2012 na bestemming Verzoek tot resultaatsbestemming uit jaarrekening Resultaat jaarrekening 2012 na resultaatsbestemming Totaal vrijval reserves t.g.v. algemene reserve Resultaat jaarrekening 2012 na vrijval reserve Storting in Algemene reserve Saldo
2.408.000 -378.000 2.030.000 1.099.000 3.129.000 -3.129.000 0
5. In te stemmen met de kredietoverschrijdingen op investeringen conform overzicht hoofdstuk 2.3. 6. In te stemmen met de overheveling van de restant investeringen (hoofdstuk 2.3) naar 2013 en hierdoor beschikbaar houden voor het oorspronkelijke doel.
8
7. In te stemmen met het sluiten van de afgewikkelde investeringskredieten, (zijnde de investeringen die niet worden overgeheveld naar 2013). 8. In te stemmen met de vorming van een reserve “frictie samenwerking” en hierin onder punt 3 genoemde resultaatsbestemming, onderdeel personeelskosten te storten (€ 225.000). 9. In te stemmen met de structureel niet verwerkte financiële consequenties van de jaarrekening in de begroting 2013 en de daarbijbehorende begrotingswijziging 2013 goed te keuren: Thema
Omschrijving
Vrije tijd Omgeving Totaal
Binnensportaccommodaties Beheer gebouwen
Rekening 2012 13.000 -57.000 -44.000
10. In te stemmen met het opheffen van de reserves en voorzieningen waarvan het saldo nihil is. 11. Vast te stellen bijgevoegde 5e begrotingswijziging 2013, waarin de financiële consequenties van de jaarrekening, zoals vermeld onder punt 1 tot en met 9, zijn verwerkt.
9
10
2. Jaarverslag
11
2.1
Financiële positie
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële positie van de gemeente, zoals die kan worden vastgesteld bij de jaarrekening 2012. Om de financiële positie weer te geven is aansluiting gezocht bij de financiële positie van de (primitieve) begroting 2012, de wijzigingen als gevolg van het vaststellen van de begroting 2012 en de ontwikkelingen opgenomen in de Kaderbrief 2012 en Najaarsnota 2012. Incidentele begrotingswijzigingen die gevolgen hebben voor de financiële positie worden hierbij ook betrokken. In de volgende hoofdstukken worden per thema de afwijkingen opgenomen. Het betreft hier de afwijkingen tussen de begroting 2012 na wijzigingen en de werkelijke kosten in 2012. Per thema worden de verschillen boven € 10.000 toegelicht.
12
2.1.1
Verloop jaarrekeningsaldo
De begroting 2012 heeft een begrotingssaldo van nul. De jaarrekening 2012 sluit, ten opzichte van het begrotingssaldo met een bedrag van € 2,4 mln. Positief. Dit positieve rekeningsaldo kan als volgt worden verklaard: Binnensportaccommodaties Kunst en cultuureducatie Sociale werkvoorziening Participatiebudget Wabo Beheer gronden afvalwaterbeheer Overboeking Materiële Vaste Activa Werkplein WWB I-deel Rente & Financiering Algemene uitkering Algemene uitgaven&inkomsten storting grondexploitaties Belastingsamenwerking (BSOB) Uren gesloten exploitaties (riolering) Uren gesloten exploitaties (Grex) Salarissen / opleiding Huisvestingsvoorzieningen en automatisering Overige "kleine"verschillen
92.000 -252.000 366.000 332.000 136.000 1.505.000 98.000 -184.000 220.000 -501.000 -163.000 98.000 537.000 -671.000 -119.000 -100.000 -62.000 450.000 213.000 413.000
Totaal Rekeningsaldo
2.408.000
Toelichting Rekeningsaldo Onderstaand volgt een toelichting van de grote verschillen, die het rekeningsaldo verklaren. Deze worden tevens toegelicht in de betreffende thema’s. Onderstaand een korte samenvatting uit de thema’s. Binnensportaccommodaties Het voordeel op binnensport ontstaat door meer inkomsten dan geraamd uit de kapitaallastenvergoeding van onderwijs, minder kosten voor sporthal de Peelhorst en lagere kapitaallasten door bezuiniging op de smeltkroes in Liessel. Kunst en cultuureducatie In de begroting 2012, is vanaf 2013 een bezuiniging opgenomen voor het opzeggen van de dienstverlenning door het Rick. Vanaf 1-9-2012 is de dienstverlening door het Rick beëindigd. In het kader van de voorschriften BBV is per einde 2012 een bedrag van € 252.000 gestort in de voorziening schadevergoedingsregeling Rick.
13
Sociale werkvoorziening Het voordeel op sociale werkvoorziening ontstaat door Winst uitkering Atlant 2011 (€ 244.000), ontvangen bonusmiddelen 2010 (€ 91.000) en ontvangen aanvullende subsidie in verband met premie ontwikkeling (€ 38.000). Participatiebudget Het voordeel op participatiebudget ontstaat door vrijval van de voorziening middelen derden voor inburgering. Wabo Het voordeel op Wabo ontstaat door minder uitbesteding en een incidentele bijdrage van het SRE. Daarnaast zijn er meer baten uit leges, door “grotere” aanvragen. Beheer gronden Het voordeel op beheer gronden ontstaat door verkoop van gemeentelijke eigendommen. Afvalwaterbeheer Het voordeel op afvalwaterbeheer ontstaat door kosten van kwijtschelding, BSOB en BTW. De kosten van kwijtschelding en BSOB worden niet binnen het product afvalwaterbeheer verantwoord, maar op het product minimabeleid en belastingsamenwerking. Deze kosten zijn wel meegerekend in het tarief en daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. BTW is voor de gemeente geen kostenpost, maar wordt wel meegenomen in het tarief voor afvalwaterbeheer. Daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. Kwijtschelding afvalstoffenheffing en kosten bsob Deze kosten worden niet binnen het product afval verantwoord, maar op het product minimabeleid en belastingsamenwerking. Deze kosten zijn wel meegerekend in het tarief en daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. BTW BTW is voor de gemeente geen kostenpost, maar wordt wel meegenomen in het tarief voor afval. Daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. Overboeking Materiële Vaste Activa (MVA) In 2012 heeft de overboeking van Materiële Vaste Activa vanuit de Grondexploitatie naar de algemene dienst plaatsgevonden. Met deze overgang worden ook de begrote en werkelijke beheerskosten, rente kosten en verwachte boekwinsten op verwachte verkopen, overgeheveld naar de algemene dienst (exploitatie). Doordat met name de begrote verkopen op gebouwen nog niet hebben plaats gevonden in 2012, heeft dit tot een rente nadeel van € 61.000 geleid en minder opbrengsten en dus lagere boekwinst uit verkopen van gebouwen van € 123.000. Werkplein Door nieuwe berekeningssystematiek kunnen meer uitvoeringskosten ten laste van het participatiebudget gebracht worden. Hierdoor ontstaat een voordeel op werkplein van € 220.000. WWB I-deel Het nadeel op WWB I-deel wordt veroorzaakt door hogere verstrekkingen voor Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen (BBZ) (-/- € 350.000). Daarnaast heeft in 2012 een extra storting aan de voorziening dubieuze debiteuren bijstand plaatsgevonden (-/- € 309.000). Hiertegenover staat een voordeel van € 160.000 op bijstandsverstrekkingen.
14
Rente en financiering Het nadeel op rente en financiering wordt veroorzaakt door het financieringstekort en de ontwikkeling van de boekwaarden van de activa. Deze ontwikkeling is in beeld is gebracht bij de begroting 2013. Algemene uitkering Het voordeel op de algemene uitkering wordt veroorzaakt door de decembercirculaire 2012, waardoor de maatstaven, integratie uitkering WMO en de uitkeringsfactor zijn aangepast. Algemene uitgaven & inkomsten Het voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door de begrote stelposten onvoorzien, algemene uitkering inzake WMO en WWB I-deel. Hiertegenover staan op realisatiebasis geen uitgaven. Storting grondexploitaties Vanuit de algemene dienst heeft een storting naar de voorziening verlieslatende grondexploitaties plaatsgevonden van € 671.000. Belastingsamenwerking (BSOB) Begroot was op basis van het haalbaarheidsonderzoek, waarbij een verdeelsystematiek is afgesproken met betrekking tot de doorbelasting van aanslagregels, Diftar in het bijzonder. In de rekening 2012 en de doorbelasting daarvan zijn er fors meer aanslagbiljetten verstuurd, dan was voorzien in het haalbaarheidsonderzoek, wat leidt tot een nadeel van € 119.000. Uren gesloten exploitaties (riolering) Het nadeel wordt veroorzaakt door ziekte, waardoor er minder uren zijn gerealiseerd dan begroot, terwijl de inhuur ter vervanging van de ziekte rechtstreeks ten laste van het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) is geboekt. Uren gesloten exploitaties (Grex) Het nadeel wordt veroorzaakt doordat er mede in verband met de economische crisis minder uren zijn gemaakt voor de grondexploitatie dan begroot. Dit is een nadeel voor de gewone dienst en een voordeel voor de grondexploitatie. Salarissen / opleiding Organisatie breed ontstaat een voordeel op salariskosten, inclusief inhuur en opleidingen van € 450.000. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door eerder gerealiseerde personeelsbezuinigingen en het (nog) niet invullen van vacatures. Huisvestingsvoorzieningen en automatisering Het voordeel betreft met name kapitaallasten van huisvestingvoorzieningen gemeentehuis (meubilair) en automatisering door uitgestelde investeringen. Afwijking op interne kosten De interne kosten bestaan voornamelijk uit kosten voor huisvesting, tractie, automatisering, interne dienstverlening en salarisskosten. De interne kosten worden in de jaarrekening 2012 via tijdschrijven doorberekend aan de verschillende producten in de thema’s. Het gehanteerde uurtarief is het nacalculatorisch uurtarief 2012. De begroting is op thema-niveau niet aangepast aan de werkelijkheid, hierdoor ontstaan binnen de thema’s grote verschillen. In 2013 wordt volop gewerkt aan een goed stramien zodat het beeld met betrekking tot de interne kosten adequaat is. 15
2.1.2
Overzicht lasten en baten per thema Lasten * € 1.000
Thema Vrije Tijd Thema Omgeving Thema Werken Thema Samenleving Thema Wonen Thema Dienstverlening en Organisatie Totaal lasten Baten * € 1.000
Thema Vrije Tijd Thema Omgeving Thema Werken Thema Samenleving Thema Wonen Thema Dienstverlening en Organisatie Totaal baten Saldo * € 1.000
Thema Vrije Tijd Thema Omgeving Thema Werken Thema Samenleving Thema Wonen Thema Dienstverlening en Organisatie Totaal saldo
16
rekening
begroting voor wijziging
begroting na wijziging
rekening
2011 4.549 26.442 8.126 24.023 19.083 53.487 135.710
2012 3.966 21.731 6.899 23.698 15.811 5.810 77.915
2012 4.013 23.397 7.231 24.160 12.504 16.890 88.195
2012 5.867 30.016 8.257 26.920 24.809 19.270 115.139
rekening
begroting voor wijziging
begroting na wijziging
rekening
2011 1.220 16.269 7.652 7.296 18.437 82.038 132.912
2012 1227 10.796 6.378 5.134 15.695 38.685 77.915
2012 1208 13.260 6.767 7.149 12.409 47.402 88.195
2012 2.545 22.074 8.709 9.802 24.697 49.720 117.547
rekening
begroting voor wijziging
begroting na wijziging
rekening
2011 -3.329 -10.173 -474 -16.727 -646 28.551 -2.798
2012 -2.739 -10.935 -521 -18.564 -116 32.875 0
2012 -2.805 -10.137 -464 -17.011 -95 30.512 0
2012 -3.322 -7.942 452 -17.118 -112 30.450 2.408
2.1.3
Investeringen 2012
Investeringen 2012 Investeringen 2012 Investeringen, materiële vaste activa, van grex naar algemene dienst Investeringen nieuw, incidenteel Restant investeringen voorgaande jaren Totale investeringen 2012
Begroot krediet Realisatie 2012 2012 2.146.469 1.864.278
Restant Overhevelen 2012 naar 2013 282.191 0
2.621.370 2.621.370 0 1.403.123 315.168 1.087.955 15.193.553 3.597.659 11.595.894 21.364.515 8.398.475 12.966.041
0 456.201 11.587.201 12.043.402
In de besluitvorming wordt voorgesteld om voor het bedrag van € 12.043.402 de investeringskredieten over te hevelen van 2012 naar 2013 en tevens hierbij te besluiten de afgewikkelde kredieten te sluiten. In onderstaande overzichten staat een specificatie van de investeringen, waarna de grootste verschillen worden toegelicht. Begroot Realisatie Restant Overhevelen Investeringen 2012 PC's 2012 Hardware overig 2012 Netwerkcomponenten 2012 Servers 2012 Riolering 2012 Investeringen ademluchtapparatuur 2012 Kawasaki spuitcombinatie 2012 Veegmachine Phoenix
2012 2012 2012 36.252 36.252 0 1.299 1.299 0 34.221 34.221 0 39.856 39.856 0 1.910.741 1.752.649 158.092 86.100 0 86.100 20.000 0 20.000 18.000 0 18.000
naar 2013 0 0 0 0 0 0 0 0
Totale investeringen 2012
2.146.469 1.864.278 282.191
0
Riolering 2012 Alle kosten zijn genomen, restant investering niet meer benodigd. Ademluchtapparatuur 2012 Deze investering is een jaar doorgeschoven, de investering vindt plaats in 2014. In de begroting 2014 is deze inrichting doorgeschoven naar 2014. Kawasaki spuitcombinatie Deze investering komt te vervallen. Veegmachine Phoenix De veegmachine is reeds vervangen in 2011 op krediet Trilo zuigwagen.
17
Investeringen 2012: overgang Materieel Vast Actief van Grex naar Algemene Dienst Randweg L3498/3499 ( T.206 ) 27195 m² Botermanweg Q93 ( T.211 ) 26620 m² Kwadestaartweg H8570 ( T.213 ) 21855 m² Slootweg T654 ( T.243 ) 7090 m2 Hogezijdeweg Q1684 (nou Q1865) 10585m2 Waagweg Q1009 (ged) Fam.Driessen 35 m2 De Vlaas F2309 (interne overname) 525m2 Stationsplein N2180 ged. 3064 m2 Sint Servatiusstraat (speelveld) 3064 m2 De Vlaas F2304 (interne overname) 3800m2 De Vlaas F2212 (interne overname) 12060m De Vlaas F2343 (interne overname) 7750m2 De Vlaas F2263 (interne overname) 10015m De Vlaas F1042 (interne overname) 10250m De Vlaas F2113 (interne overname) 11368m De Vlaas F2275 (interne overname) 12925m Sint Vincentiusstraat (speelveld) 13751 De Vlaas F2342 (interne overname) 44127m Loon G4457 ( T.203.03 ) 210 m² Hogezijdeweg Q1683 (nu 1865) 346 m2 Molenweg G4867 v.Loon 4 kavels 2000m2 Legerweg L214 ( T.201 ) 4530 m² Bosrandweg H8864 (ruiling H8842) (T.214) Beukenstraat F2333 zuidelijke oml.11136m2 Vloeieindseweg Q1549 Jacobs gedeelte agr 3490m2 Oude Molen R763 ( T.205 ) 4180 m² Biezendreef Ged.S771 ( T.204 ) 4278 m² Vloeieindsedreef F1884 osterhout 4855m2 Dolstraat Q1450 (Waterschap) 5565 m2 Vloeieindsedreef Oosterhout F1884 6108m2 Vloeieindseweg Q1551 Jacobs 6585 m2 Molenweg G4867 v.Loon sporthal 7024m2 Moorveld S193 ( T.202 ) 7500 m² Loon R285 ( T.203.01 ) 7760 m² Vloeieindsew Q1549 Jacobs verk Michels 8055m2 Waag Q478 Fam.Driessen 2006-57 8200m2 Loon G4693 ( T.203.02 ) 8840 m² Hogezijdeweg Q1684 (nu Q1865) 10585m2 Kanveldweg H9150 ( T.212 ) 17760 m² Halvemaanweg H8840 ( T.214.01 ) 19950 m² Molenweg G4867 v.Loon agrarische grond 11136m2 Vlierdijk L1969 ( T.215 ) 18160 m² Waagweg Q329 Fam.Driessen 2006-57 11800m Waagweg Q328 Fam.Driessen 2006-57 12330m HogeZijdeweg Q147 (nu Q1865) ( T.217 ) 15690 m2 Kranenmortelweg E3226 ( T.207 ) 15723 m² Beukenstraat F2333 agr.grond 11136 m2 18
Begroot Realisatie Restant Overhevelen 2012 2012 2012 naar 2013 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 1 1 0 0 2 2 0 0 5 5 0 0 31 31 0 0 31 31 0 0 38 38 0 0 60 60 0 0 78 78 0 0 100 100 0 0 103 103 0 0 114 114 0 0 129 129 0 0 138 138 0 0 441 441 0 0 1.365 1.365 0 0 2.076 2.076 0 0 13.000 13.000 0 0 20.556 20.556 0 0 21.350 21.350 0 0 22.601 22.601 0 0 0 0 0 0 27.170 27.170 0 0 27.807 27.807 0 0 31.558 31.558 0 0 0 0 0 0 39.720 39.720 0 0 0 0 0 0 45.656 45.656 0 0 48.750 48.750 0 0 50.440 50.440 0 0 0 0 0 0 53.300 53.300 0 0 57.460 57.460 0 0 63.510 63.510 0 0 64.284 64.284 0 0 69.685 69.685 0 0 72.384 72.384 0 0 74.820 74.820 0 0 76.700 76.700 0 0 80.145 80.145 0 0 101.985 101.985 0 0 102.200 102.200 0 0 104.735 104.735 0 0
Investeringen 2012: overgang Materieel Vast Actief van Grex naar Algemene Dienst Bosrandweg H8847 ( T.214.02 ) 28800 m² Helmondseweg B2115 (2009-50) 21349 m2 Dolstraat Q1785 (Waterschap) 41910 m2 Vloeieindseweg Q1550 Jacobs ( T.235 ) 42770m2 Bruggenseweg V107 ( T.219 ) 54400 m² Grote Bottel 15 Q89/91 ( T.210 ) 56410 m² T.224 SA-Martinetstraat 11 K1853 incl. 332 m² SA-M1527 Haspelweg 33a-v.d.Mortel 1066m2 Totale investeringen 2012 overgang MVA's naar Algemene dienst
Begroot Realisatie Restant Overhevelen 2012 2012 2012 naar 2013 115.346 115.346 0 0 138.769 138.769 0 0 0 0 0 0 60 60 0 0 0 0 0 0 366.665 366.665 0 0 340.000 340.000 0 0 386.000 386.000 0 0 2.621.370 2.621.370
0
0
In 2012 heeft de overboeking van Materiële Vaste Activa vanuit de Grondexploitatie naar de algemene dienst plaatsgevonden.
Investeringen 2012 nieuw, incidenteel software functioneel Uitbreiding Tim en Tijdregistratie Toegangscontrole * Inrichten en verplaatsen nieuwe catering Klimaatonderzoek gemeentehuis (15 jr) ** Klimaatonderzoek gemeentehuis (20 jr) ** Scanstraat 2 kruisingen Helmondsingel (EDCO en v.Vijfeijken) * Totale investeringen 2012 nieuw, incidenteel * Krediet wordt beschikbaar gesteld in 2013 ** Op krediet wordt in 2013 een bezuiniging doorgevoerd
Begroot Realisatie Restant Overhevelen 2012 2012 2012 naar 2013 84.012 84.012 0 0 15.937 10.704 5.233 5.233 40.472 40.472 0 0 17.300 17.262 38 0 531.500 7.667 523.833 431.741 492.300 -47.325 539.625 45.000 25.773 19.227 19.227 176.602 176.602 0 0 1.403.123 315.168 1.057.955 456.201
Uitbreiding Tim en Tijdregistratie Investering vindt gedeeltelijk in 2012 en gedeeltelijk in 2013 plaats, daarom wordt verzocht om het restant over te hevelen. Toegangscontrole Het krediet voor de toegangscontrole is een jaar vooruitgeschoven. Stond oorspronkelijk als te vervangen in 2013, is 2012 geworden. Klimaatonderzoek In de begroting 2013 is een gedeeltelijke bezuiniging op het investeringskrediet opgenomen. Van de totale investering van € 1.023.800 resteert na bezuiniging € 392.083 (netto lasten-baten). In 2012 is verzekeringsgeld ontvangen, daarom wordt voorgesteld om een bedrag van € 431.741 over te hevelen naar 2013. Scanstraat In de begroting 2012 zijn personeelsbezuinigingen opgenomen. Om een aantal personeelsbezuinigingen te realiseren is het noodzakelijk om een aantal investeringen te doen in het kader van efficiency. De kapitaallasten van deze investeringen worden in mindering gebracht op de gerealiseerde personeelsbezuinigingen, zodat dit budgetneutraal is. In 2012 zijn nog niet alle investeringen verricht, waardoor verzocht wordt tot overheveling van het restant investeringsbedrag.
19
2 kruisingen Helmondsingel (Edco en v. Vijfeijken) In de begroting 2013 is als maatregel ter verbetering van de vermogenspositie, voorgesteld om de kruising MOB complex activeren binnen de algemene dienst en tussentijds winst te nemen op de exploitatie van het MOB complex (€ 2,2 mln. in algemene reserve).
Restant investering voorgaande jaren Onderzoek parkeerfonds (kaderbrief 2009) Kunstgrasveld SV Deurne (begroting 2009) Renovatie buitensport Leeuwenbroek Renovatie buitensport Neerkandia (begroting 2009) Renovatie buitensport RKSV Liessel (begroting 2009) Renovatie buitensport SPV (begroting 2009) Renovatie buitensport ZSV (begroting 2009) Renovatie buitensport SV Deurne (begroting 2009) Renovatie buitensport MHCD (begroting 2009) Onvoorzien diverse sportvrz. (begroting 2009) Aankoop milieustraat (2007) Aankoop milieustraat grond (2007) aanschaf zonnescreens invschema2004200 Gebouwelijke aanpassing dienstverlening (2005) Verplaatsen tennisvelden helenaveen Neerkant herschikking bijdrage Sportp. Kranenmortel aanpassing AOD ZSV Sportp. Kranenmortel aanpassing uitbr 2e kl.lok Sportp. Kranenmortel aanpassing parkeren PC's 2007 Zaaggereedschap (2011) Watervoerende armaturen (2011) Aanpassing bepakkingseisen brandweer Nieuwbouw Bron/Piramide/Brigantijn (kosten bouw) Nieuwbouw Bron/Piramide/Brigantijn (kosten grond) Kosten algemene ruimte/liften MFA Koolhof (P4201) Stelpost I&A* Paternosterkast Z&I Zuidelijke omlegging (Investering € 4.600.000 minus € 500.000 subsidie) Houtversnipperaar Jensen Renault Master Tractor New Holland Aanpassing milieustraat Inzamelsysteem/nieuwe chips afval Peelhorst (nieuwe sporthal scholenvierkant) Peelhorst tbv OBRA MFA Vlierden Verplaatsen Microhal Liessel 2009 Grond Microhal Liessel chemievrij onkruidbeheer 5 Vaste electriciteitsvoorzieningen De Hasselbraam onderwijskundige vernieuwingen (HVP11) 20
Begroot Realisatie 2012 2012 10.164 0 12.150 0 1.288 10.475 0 202.500 180.000 10.400 121.850 0 22.600 22.600 91.250 91.250 41.187 348.491 0 196.172 0 37.500 0 7.767 2.475 231.428 22.907 11.748 11.528 15.000 15.000 100.000 0 20.538 22.429 0 0 9.077 0 8.315 0 6.998 0 4.888.805 50.000 149.000 340.000 0 40.347 5.204 0 0
Restant Overhevelen 2012 naar 2013 10.164 10.164 12.150 12.150 -1.288 0 10.475 10.475 22.500 22.500 10.400 10.400 121.850 121.850 0 0 0 0 41.187 41.187 348.491 348.491 196.172 196.172 37.500 37.500 5.292 5.292 208.521 208.521 220 220 0 0 100.000 100.000 -1.891 0 0 0 9.077 0 8.315 8.315 6.998 0 4.838.805 4.838.805 149.000 149.000 340.000 340.000 35.143 5.527 0 0
4.050.708 15.000 50.000 33.000 70.000 300.000 61.019 0 1.218.565 2.350.000 0 61.500 50.000
37.476 57.143 0 1.070.011 1.490.956 9.494 48.124 55.094
3.728.633 15.000 8.659 33.000 70.000 262.524 3.877 0 148.554 859.044 -9.494 13.376 -5.094
3.728.633 15.000 0 33.000 70.000 262.524 3.877 0 148.554 859.044 0 0 0
0
76.316
-76.316
0
322.075 0 41.341 0
Restant investering voorgaande jaren OVD voertuig 2007 Cultuurgronden Totale investeringen voorgaande jaren *betreft gecumuleerd overschot op investeringen i&a
Begroot 2012
Realisatie Restant Overhevelen 2012 2012 naar 2013 -18.338 18.338 0 0 -16.713 16.713 0 15.193.553 3.597.659 11.595.894 11.587.201
Restant investeringen voorgaande jaren Hier wordt geen toelichting op de diverse onderdelen gegeven omdat dit reguliere investeringen zijn, waarvan de uitgaven over meerdere jaren worden uitgestrekt. Alleen daar waar niets of te weinig begroot is, vindt toelichting plaats en bij de grotere bedragen. Aankoop milieustraat, incl. grond In verband met de vervuiling van de grond van de milieustraat is de aankoop nog niet geëffectueerd. Tegenover de investering staat een reserve ter dekking van de afschrijvingslasten. Het investeringsbedrag moet overgeheveld worden naar 2013. Verplaatsen tennisvelden Helenaveen Dit project wordt in 2013 afgesloten, het restant investeringsbedrag moet daarom beschikbaar blijven in 2013. Nieuwbouw Bron/Piramide/Brigantijn De nieuwbouw van de school is van start gegaan in het 4e kwartaal van 2012 en zal doorlopen in 2013, daarom moet het restant investeringsbedrag beschikbaar blijven in 2013. Zuidelijke Omlegging In de begroting 2012 is, in het kader van de bezuinigingen, besloten om het project Zuidelijke Omlegging met 2 jaar te vertragen. De investering vindt pas in 2013 plaats. Daarom wordt verzocht om het restant investeringskrediet over te hevelen naar 2013. MFA Vlierden De bouw van de mfa vlierden is verlaat en komt in 2013 gereed, hiervoor moet het budget ook nog in 2013 beschikbaar zijn. Sporthal Liessel De sporthal is door slim en effectief samenwerken met de mensen uit liessel goedkoper tot stand gekomen. Hierdoor heeft er een bezuiniging plaats kunnen vinden op dit project. In 2013 vindt de definitieve afsluiting van dit project plaats met de daarbij behorende subsidietoekenning. Dit kan nog gevolgen hebben voor de investering. Het budget moet in 2013 ook nog beschikbaar zijn. Onderwijskundige vernieuwingen Hasselbraam Conform het huisvestingsplan onderwijs 2011 is in 2012 € 76.000 geïnvesteerd voor de onderwijskundige vernieuwingen van de Hasselbraam. Hiervoor was ten onrechte geen krediet beschikbaar gesteld. OVD voertuig In 2012 is een OVD-voertuig verkocht aan de regionale brandweer, tegen boekwaarde. Hierdoor ontstaat een vermindering van het investeringsbedrag. Cultuurgronden In 2012 zijn gronden verkocht, waardoor een vermindering ontstaat van het investeringsbedrag.
2.1.4 Monitor Bezuinigingen jaarrekening 2012 Bij de begroting 2010, 2011 en 2012 zijn bezuinigingen opgenomen, waarvan de stand van zaken middels een monitor moet worden gepresenteerd aan het college en de gemeenteraad. De voorgaande monitor betreft de monitor bij najaarsnota 2012. De monitor bij jaarrekening 2012 heeft als startpunt, het overzicht dat is gerapporteerd bij de najaarsnota 2012: 21
Bezuinigingen
2012
2013
2014
2015
2016
Bezuinigingen begroting 2010 Bezuinigingen begroting 2011 Bezuinigingen begroting 2012 Bezuinigingen Belastingsamenwerking Totaal bezuinigingen Niet gerealiseerde bezuinigingen najaarsnota
1.248.000 1.466.000 1.699.000 70.000 4.483.000 -234.000
1.371.000 1.940.000 2.782.000 105.000 6.198.000 -576.000
1.371.000 2.389.000 3.365.000 140.000 7.265.000 -723.000
1.371.000 2.389.000 4.268.000 175.000 8.203.000 -814.000
1.371.000 2.389.000 4.268.000 175.000 8.203.000 -734.000
Bezuinigingen restant
4.249.000
5.622.000
6.542.000
7.389.000
7.469.000
Vervolgens wordt in de monitor bij de jaarrekening 2012 de onderverdeling gemaakt naar gerealiseerd (groen) en bezuinigingen nog te volgen (oranje), waarbij slechts ingegaan wordt op de lopende, nog niet gerealiseerde zaken. Bezuinigingen restant
2012
2013
2014
2015
2016
Gerealiseerde Bezuinigingen Bezuinigingen nog te volgen Niet (volledig) gerealiseerde bezuinigingen
4.144.000 100.000 5.000
5.386.000 226.000 10.000
6.061.000 456.000 25.000
6.576.000 788.000 25.000
6.495.000 949.000 25.000
Totaal bezuinigingen restant
4.249.000
5.622.000
6.542.000
7.389.000
7.469.000
Gerealiseerde Bezuinigingen (groen) Van de restant bezuinigingstaakstelling in 2012 van € 4.249.000 wordt € 4.144.000 gerealiseerd. Taakstelling personeel In de bezuinigingen is een taakstelling personeelsbezuinigingen (33,5 fte)opgenomen (€ 752.000 in 2012, oplopend tot € 1.910.000 in 2015). Deze bezuiniging wordt volledig gerealiseerd. Om de personeelsbezuinigingen mogelijk te maken is het noodzakelijk om investeringen te doen: Investeringen gerelateerd aan personeelsbezuinigingen investering scanstraat 45.000 Lync, investering software (telefooncentrale) 52.000 totaal 99.000 De structurele lasten van de investeringen (kapitaallasten en onderhoudskosten) van € 30.000, worden gedekt doordat er extra personele bezuinigingen zijn gedaan, zodat per saldo de taakstelling van € 1,9 mln. wordt gerealiseerd. Bezuinigingen nog te volgen (oranje) Bezuinigingen nog te volgen 2012 2013 2014 2015 B2010 Inkoopvoordelen 100.000 100.000 100.000 100.000 B2011 Huiselijk geweld 0 0 5.000 5.000 B2012 Bezuinigingen op Rick 0 27.000 90.000 173.000 B2012 Milieu communicatie en -educatie 0 10.000 38.000 67.000 B2012 Stichting Welzijn Deurne 0 73.000 207.000 340.000 B2012 Weekblad voor Deurne digitaal 0 16.000 16.000 27.000 B2012 Vermindering aantal raadsleden 23>19 0 0 0 56.000 B2012 Verhuren / verkopen Dinghuis 0 0 0 20.000 100.000 226.000 456.000 788.000
22
2016 100.000 5.000 334.000 67.000 340.000 27.000 56.000 20.000 949.000
Inkoopvoordelen De bezuinigingen B2010 Oranje betreft de stelpost voor het Inkoopbureau. Tot en met 2012 is de stelpost doorbelast naar de producten, waarvoor aanbestedingen door het inkoopbureau zijn gedaan, op basis van de gemaakte uren maal het voorcalculatorisch tarief. Dit is echter een administratieve correctie, en leidt niet tot een structureel voordeel. In de eerste helft van 2013 zal een nieuwe werkwijze worden geïntroduceerd, waardoor behaalde structurele inkoopvoordelen leiden tot structurele budgetverlagingen, waardoor op termijn de stelpost teruggebracht wordt naar nul. Uiteindelijk zal op deze wijze de bezuiniging worden gerealiseerd, echter op dit moment is nog niet bekend binnen welke termijn. Omdat het risico van niet-realisatie van de bezuinigingstaakstelling niet groot is, hoeft dit risico niet als een mutatie op het begrotingssaldo 2012 te worden verwerkt. Voor het jaar 2012 wordt daarnaast het inkoopvoordeel (mede als gevolg van de aanbesteding Snoertsebaan) gerealiseerd. Huiselijk geweld De bezuiniging op openbare orde en veiligheid betreft huiselijk geweld: Voor de periode 2014-2017 is een nieuwe bestuursovereenkomst in voorbereiding als onder van de zogeheten Regionaal kompas. Zonder exact de financiële gevolgen te kunnen aangeven ziet het er naar uit dat er eerder sprake zal zijn van een verhoging van de bijdrage dan van bezuinigingsmogelijkheden. Als gevolg van rijksmaatregelen(bezuinigingen op de bijdrage aan centrumgemeente Helmond) is besloten 2013 als overgangsjaar aan te wijzen. De consequenties in meerjarig perspectief worden in september pas inzichtelijk. Het lag in de bedoeling dit proces in 2012 af te ronden. Rick
bezuiniging Rick B2012 Niet gerealiseerd vanwege schadevergoedingsregeling Restant bezuiniging Rick
2013 2014 2015 2016 116.000 224.000 334.000 334.000 -89.471 -134.279 -161.115 26.529 89.721 172.885 334.000
In de kaderbrief is een gedeelte van deze bezuiniging als niet gerealiseerd geboekt, vanwege de schadevergoeding die de gemeente Deurne moet betalen in verband met de opzegging van het convenant. Vanaf 1-9-2012 is de dienstverlening door het Rick beëindigd. In het kader van de voorschriften BBV is per einde 2012 een bedrag van € 252.000 gestort in de voorziening schadevergoedingsregeling Rick. De daadwerkelijke uitbetaling van de schadevergoeding kan voordeliger uitpakken doordat Deurne alleen de daadwerkelijke frictiekosten moet betalen, en doordat er een verdeelsleutel wordt toegepast van de overhead. Milieucommunicatie- en educatie In dit product valt de bezuiniging van de Ossenbeemd. De Ossenbeemd wil graag verder als vrijwilligersorganisatie. De Ossenbeemd onderneemt diverse acties om de ombouw naar een vrijwilligersorganisatie te realiseren, door bijvoorbeeld het werven van vrijwilligers. Er lopen gesprekken tussen de Ossenbeemd en de gemeente over deze ombouw en hoe dit voor de lange termijn te realiseren. De bezuinigingen voor 2012 en 2013 worden gerealiseerd, de bezuiniging voor de komende jaren is onderdeel van de lopende gesprekken en hangt er vooral vanaf in hoeverre de Ossenbeemd erin slaagt om voldoende vrijwilligers enthousiast te krijgen om zich (structureel) in te zetten om het centrum draaiende te houden. Stichting Welzijn Deurne Het betreft hier een bezuiniging op het basistakenpakket van SWD. Als gevolg van deze bezuinigingen heeft de stichting aangegeven geen toekomstperspectief te zien. SWD is op het moment in gesprek 23
met Stichting LEV (Helmond) om te komen tot een fusie op 1 april 2013. De subsidie aan SWD wordt tot en met 2015 verder afgebouwd. De subsidie-afbouw over de periode 2013-2014-2015 is beschikt aan SWD. Hier loopt een bezwaarprocedure tegen. Er bestaat een risico dat Deurne, naar aanleiding van de bezwaarprocedure, (extra) frictiekosten moet betalen. Echter SWD heeft nog niet inzichtelijk wat de frictiekosten zijn, en SWD heeft vermogen waaruit zij de frictiekosten zou kunnen bekostigen. Hierdoor is het risico beperkt. De subsidie-afbouw voor 2013 is gerealiseerd, de bezuiniging ligt op koers. Weekblad voor Deurne Het college heeft op 3-7-12 (BBV 340428) besloten om voortaan de wettelijk verplichte bekendmakingen te publiceren in een elektronisch gemeenteblad en een halve of hele pagina per week in het Weekblad voor Deurne gebruiken voor algemeen gemeentenieuws. Dit betekent dat reeds vanaf 2013 een bezuiniging van 16.000 gerealiseerd wordt, wat een positief effect heeft voor het begrotingssaldo 2013. Bij voortzetting van dit beleid, wordt in 2015 € 10.600 niet gerealiseerd. Vermindering aantal raadsleden 23->19 De bezuinigingstaakstelling gaat uit van het terugbrengen van het aantal raadsleden van 23 naar 19 met ingang van 2015, hetgeen tot een bezuiniging van € 56.000 leidt. De basis voor dit bezuinigingsvoorstel werd gelegd in de meicirculaire 2011, waarin een uitname heeft plaatsgevonden (vanaf 2015) in verband met het verminderen van het aantal politieke ambtsdragers. In het regeerakkoord dat nu voorligt, wordt uitgegaan van het terugbrengen van politieke ambtsdragers met 10% (was 25%). Indien in de meicirculaire 2013 wordt verwerkt het terugbrengen van politieke ambtsdragers met 10%, zullen wij dit ook als zodanig verwerken in de begroting 2014. Verhuren / verkopen dinghuis In de begroting 2012 is als aanvullende bezuinigingsmaatregel gesteld om de locatie Dinghuis commercieel te verhuren dan wel te verkopen (bijv. ten behoeve van horeca). Het Dinghuis is beschikbaar voor commerciële verhuur. Op dit moment wordt gesproken met geïnteresseerde partijen, in de loop van 2013 volgt meer duidelijkheid. Niet (volledig) gerealiseerde bezuinigingen Niet (volledig) gerealiseerde bezuinigingen
2013
2014
2015
2016
B2011 Raadsvergoedingen
2012 -5.000
Totaal niet (volledig) gerealiseerde bezuinigingen
-5.000
0
0
0
0
Raadsvergoedingen Bij de vaststelling van de begroting 2011 is door de gemeenteraad besloten om de bezuiniging op raadsvergoedingen vanaf 2012 te realiseren, waarbij wel is opgemerkt dat de gemeenteraad de vrijheid had om een andere invulling aan te geven aan de bezuiniging. Bij de vaststelling van de begroting 2012 is door de gemeenteraad besloten om de bezuiniging van de raadsvergoedingen niet door te laten gaan. Dit is bij de vaststelling van de begroting 2013 nogmaals bevestigd (in stemming gebrachte motie is niet ondersteund). Om de bezuiniging toch te realiseren is afgesproken dat er papierloos zal worden vergaderd. De tablet die hiervoor moet worden aangeschaft wordt betaald door de raadsleden zelf (vanuit de raadsvergoeding). Vanwege papierloos vergaderen worden er vanaf april 2013 geen raads- en commissiebundels meer beschikbaar gesteld. Commissieleden krijgen in 2013 een minimale vergaderset (wordt ook niet meer bezorgd – enkel via de postvakjes). Na de raadsverkiezingen in maart 2014 zal iedereen papierloos werken of de raadstukken op eigen kosten thuis printen. De bezuiniging die dit met zich meebrengt is op andere 24
posten in de begroting 2013 verwerkt. Verder is het budget rekenkamercommissie wegbezuinigd. Dit leidt tot een realisatie van € 25.000 in 2012 en € 35.000 vanaf 2013. Dan resteert nog een taakstelling voor de gemeenteraad van € 5.000 in 2012, oplopend tot € 25.000 in 2014. De bezuiniging in 2012 wordt niet gerealiseerd. Recapitulatie Bezuinigingen Bezuinigingen Bezuinigingen begroting 2010 Bezuinigingen begroting 2011 Bezuinigingen begroting 2012
2012 1.248.000 1.466.000 1.699.000
2013 1.371.000 1.940.000 2.782.000
2014 1.371.000 2.389.000 3.365.000
2015 1.371.000 2.389.000 4.268.000
2016 1.371.000 2.389.000 4.268.000
Bezuinigingen Belastingsamenwerking Totaal bezuinigingen Niet gerealiseerde bezuinigingen najaarsnota Bezuinigingen restant
70.000 4.483.000
105.000 6.198.000
140.000 7.265.000
175.000 8.203.000
175.000 8.203.000
-234.000 4.249.000
-576.000 5.622.000
-723.000 6.542.000
-814.000 7.389.000
-734.000 7.469.000
Bezuinigingen restant Gerealiseerde Bezuinigingen Bezuinigingen nog te volgen Niet (volledig) gerealiseerde bezuinigingen Totaal bezuinigingen restant
2012 4.144.000 100.000
2013 5.396.000 226.000
2014 6.086.000 456.000
2015 6.601.000 788.000
2016 6.520.000 949.000
5.000 4.249.000
0 5.622.000
0 6.542.000
0 7.389.000
0 7.469.000
Niet (-) / meer (+) gerealiseerde bezuinigingen rekening 2012 Bezuinigingen nog te volgen Niet (volledig) gerealiseerde bezuinigingen
2012 0
2013 0
2014 0
2015 0
2016 0
-5.000
0
0
0
0
Totaal niet (-) / meer (+) gerealiseerde bezuinigingen rekening 2012
-5.000
0
0
0
0
Restant bezuinigingen rekening 2012
2012
2013
2014
2015
2016
restant bezuinigingen rekening 2012
4.244.000
5.622.000
6.542.000
7.389.000
7.469.000
Toelichting Recapitulatie In de begroting 2012 is voor een totaal van € 4.483.000 (2012) opgenomen aan bezuinigingstaakstellingen 2010-2012 en taakstelling belastingsamenwerking. In de bezuinigingsmonitor bij de najaarsnota 2012 hebben we gerapporteerd dat in 2012 in totaal € 234.000 niet gerealiseerd wordt. Hierdoor resteert in 2012 een bezuiniging van € 4.249.000. Van deze € 4.249.000 is € 4.244.000 volledig gerealiseerd, maar is € 5.000 niet gerealiseerd.
25
2.1.5
Overzicht Incidentele lasten en baten
Verwezen wordt naar hoofdtuk 3.3 Jaarrekening; Lasten en baten per programma. 2.1.6 Resultaatsbepaling en bestemming Bij de jaarrekening 2012 is strikt omgegaan met verplichtingen. Op basis van voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is er slechts sprake van een verplichting als het gevraagde product of dienst al aan de gemeente is geleverd, maar de factuur nog niet is ontvangen. Om te voorkomen dat budgetten na vaststelling van de jaarrekening door de Gemeenteraad pas in juli 2013 beschikbaar zouden komen, heeft de Gemeenteraad bij vaststelling van de najaarsnota 2012 in december 2012 besloten om in te stemmen met de resultaatsbestemming voor de onderwerpen, zoals vermeld in tabel opgenomen in 2.6.1. Deze budgetten zijn ook in 2013 beschikbaar voor de besteding van het oorspronkelijke doel. Op het moment dat (door welke omstandigheid dan ook) een product of dienst nog niet is afgenomen, maar dit nog wel noodzakelijk is, en hiervoor in het volgende dienstjaar geen of onvoldoende budget beschikbaar is, kan bij de vaststelling van de jaarrekening in het kader van resultaatsbestemming alsnog door de Gemeenteraad (op voorstel van het College) besloten worden om een gedeelte van het jaarrekeningresultaat specifiek te bestemmen. De resultaatsbestemming bij jaarrekening 2013 is opgenomen in 2.6.2. Overheveling Najaarsnota versus jaarrekening 2012 Thema
Product Omschrijving
Vrije Tijd
P5301
Omgeving
P7231
Omgeving
P5413
Omgeving
P8201
Omgeving
P7236
Omgeving
P7237
Omgeving
P8107
Samenleving
P6302
Samenleving
P6141
Samenleving
P6141
Samenleving
P6201
Samenleving
P6221 26
Buurtsportcoaches Omgevingsvergunning Veehouderij Monumenten (onttrekking) Onderhoud molens onttrekking reserve Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) Sanering zinkassen Subsidie en project "Voor wat hoort wat" (onttrekking) Decentralisatie jeugdzorg Schuldhulpmaatje Sociaal programma 2012-2014 Woonservice zone Liessel WMO Beleid
Najaarsnota Rekening 2012 88.000
2012 88.000
67.000
67.000
-51.000
-51.000
-8.000
-5.000
106.000
106.000
46.000
46.000
-45.000
-45.000
22.000
22.000
42.000
42.000
47.000
29.000
247.000
242.000
188.000
179.000
Thema
Product Omschrijving
Najaarsnota Rekening 2012
Wonen Dienstverlening en Organisatie Kostenplaatsen Kostenplaatsen Kostenplaatsen
Rekensysteem grondexploitaties Digitalisering P0051 bouwdossiers bij het RHCe Project digitalisering P590217 bouwvergunningen P590330 Transitie AWBZ Doorontwikkeling P590443 vastgoed P8308
Totaal
2012
15.000
15.000
16.000
16.000
75.000
75.000
31.000
31.000
365.000
365.000
1.251.000 1.222.000
Toelichting afwijkingen Najaarsnota – Jaarrekening 2012 P8201 Beheer Gebouwen Molens In 2012 zijn kosten gemaakt voor onderhoud van de molens. Hiervoor zijn in voorgaande jaren subsidies ontvangen die in de reserve onderhoud gemeentelijk onroerend goed zijn gestort. Doordat in 2012 nog een Brim-subsidie over de periode 2006-2012 is ontvangen voor de molen in Liessel van € 4.000 is onttrekking uit de reserve lager. P6141 Sociaal programma De Raad heeft op 11-12-2012 het Sociaal Programma II vastgesteld. Tevens heeft de raad de verordeningen ‘Maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Deurne 2013’, ‘Maatschappelijke participatie 18+ Deurne 2013’ en ‘Langdurigheidstoeslag Deurne 2013’ vastgesteld. Dit betreft een gedeelte van actie I uit het Sociaal Programma. Het andere gedeelte van actie I heeft vorm gekregen met de installatie van het programma ‘berekenuwrechtplus.nl’. De installatie van het programma ‘berekenuwrechtplus.nl’ heeft eind 2012 plaatsgevonden. Voor de installatiekosten ad. € 18.000 was nog geen begroting opgenomen. Deze kosten komen ten laste van de reserve Sociaal Programma. Derhalve is er in 2012 € 29.000 gestort in de voorziening i.p.v. de begrote € 47.000. P6201 Lokaal sociaal beleid Woonservice zone Liessel De kosten voor afkoop ruimte WSZ ( Woonservice zones ) Liessel, fusie Hofke van Marijke en de Hoeksteen, huisvestingssubsidie voor SWD ( Stichting Welzijn Deurne ) in de Hoeksteen (verplichting tot 31-8-2013 huurovereenkomst met BOW) en aanloopsubsidie voor de vrijwilligers van de Gasterij in Liessel, worden verwacht in 2013. Conform B&W besluit 28 augustus 2012. In 2012 zijn meer kosten geboekt dan aanname bij Najaarsnota, vandaar lager overheveling. P6221 WMO beleid In Najaarsnota zijn de volgende bedragen overgeheveld voor beleid (€ 49.000), Project Kanteling (€ 42.000) en Implementatie gelden inzake transitie AWBZ (€ 97.000). Omdat op Project Kanteling nog kosten zijn verantwoord en ten laste van implementatie gelden inzake transitie AWBZ kosten inkoopbureau (vooruitlopend op transitie) zijn gemaakt wordt overheveling lager.
27
Resultaatsbestemming in het kader van de jaarrekening 2012
Thema
Product Omschrijving
Omgeving Omgeving Omgeving Samenleving Dienstverlening Personeelskosten Totaal
P 7237 P 8309 P 7222 P 6113 P 0056
Rekening 2012
Bodem en Geluid Bestemmingsplannen Stedelijk gebied Watergangen Sociale werkvoorziening Peelsamenwerking Personeelskosten
9.000 4.000 40.000 91.000 9.000 225.000 378.000
P7237 Bodem en Geluid € 9.000 Actief Bodembeheer In 2007 zijn we met Actief Bodembeheer de Kempen (ABdK) een contractuele verplichting aangegaan om een financiële bijdrage te leveren van maximaal € 350.000. Met dit bedrag worden particulieren in Deurne medegefinancierd om de zinkassen op hun perceel te verwijderen. De uitvoering en dus ook de regie van dit project is in handen van ABdK. Momenteel worden er de laatste saneringen uitgevoerd, waarop wij toezeggingen aan particulieren hebben gedaan. Het restantbudget 2012 ad. € 9.000 is nog nodig om de gemaakte afspraken na te komen. De verwachting is dat het project in 2014 is afgerond. P8309 Bestemmingsplannen Stedelijk gebied € 4.000 Digitaliseren bestemmingsplannen Voor de digitalisering van bestemmingsplannen voor het stedelijk gebied was een bedrag beschikbaar van 19.000 ( overheveling 2011- 9.000 en via de Kaderbrief 2012 10.000). De realisatie over 2012 bedraagt 14.640 ,- Er zijn in 2012 10 bestemmingsplannen gedigitaliseerd. Het restantbedrag van € 4.000 willen we beschikbaar houden ten behoeve van de digitalisering van de plannen die in 2013 nog worden vastgesteld. P7222 Watergangen € 40.000 Verzoek is om bij de jaarrekening 2012 € 40.000 te herbestemmen voor een inventarisatie en het opstellen van een meerjarenonderhoudsprogramma (MOP) kunstwerken. De post watergangen kende bij de jaarrekening 2012 een positief saldo groot afgerond €48.000 op de kosten derden en de stortkosten. In de raad van 8 mei 2013 wordt dit in een apart raadsvoorstel nog nader toegelicht en behandeld. P6113 Sociale werkvoorziening € 91.000 Eind 2012 heeft de gemeente Deurne bonusmiddelen begeleid werken Wsw 2010 à € 91.000 ontvangen. Dit zijn geoormerkte middelen en dienen aan de Wsw-doelgroep te worden besteed. Een collegevoorstel hieromtrent is in voorbereiding en in 2013 wordt dit bedrag uitbetaald. Aangezien dit geoormerkte bijdragen zijn wordt verzocht om dit bedrag bij de jaarrekening 2012 over te hevelen naar 2013. P0056 Peelsamenwerking € 9.000 Op het budget samenwerking Peel (2012: € 10.000; v.a. 2013 structureel € 15.000) is € 9.000 over. Dit bedrag is bedoeld om het proces van samenwerking te ondersteunen en kan in beginsel vrijvallen naar de algemene middelen. Aangezien de Peelsamenwerking én de samenwerking met Helmond in een stroomversnelling beginnen te komen zullen zich steeds meer organisatie-, onderzoeks- en advieskosten aandienen en wordt geadviseerd het overschot van € 8.500 over te hevelen.
28
Personeelsbudgetten € 225.000 Net als in voorgaande jaren loopt de organisatie vooruit met de realisering van personeelsbezuinigingen; momenten van natuurlijk verloop worden vrijwel altijd aangegrepen om een voorgenomen personeelsbezuiniging (die voor later in de boeken staat) éérder te realiseren. Dat heeft als gevolg dat loonkosten eerder vrijvallen. Daarnaast is sprake van een selectieve vacaturestop; we proberen functies intern in te vullen. Hierdoor worden vacatures vaak gedurende langere tijd niet ingevuld; dit levert meer dan vroeger vrijvallende loonkosten op. (De tegenhanger van dit alles is overigens ook dat vrij veel moet worden ingehuurd om de tijdelijke situatie te overbruggen). Er zijn diverse argumenten om dit budget vast te houden: Financiering van frictiekosten als gevolg van personeelsbezuinigingen en de opstartkosten van intergemeentelijke samenwerking. In de komende twee jaren moet opnieuw hard worden gewerkt aan een nieuwe personeelstaakstelling per 2015 en 2016. Op 1 april a.s. verandert het ontslagrecht in die zin dat voorafgaand aan een ontslag (ook bij boventalligheid als gevolg van bezuiniging) een verplichte reïntegratieperiode van 2 jaar (met voortbestaan dienstverband) dient te worden gerespecteerd; aansluitend kan een wachtgeldverplichting ontstaan. De wetgever heeft hiermede kennelijk een inspanningsplicht (lees: impuls) bij de gemeentelijke werkgever willen neerleggen om ontslag te voorkomen. Één ontslagbesluit kan dus per saldo 2 jaarsalarissen aan frictiekosten opleveren. We hebben op dit moment geen signaal dat zich dit op korte termijn voordoet. Is ook niet wenselijk. Voorts zal een toekomstige samenwerking in de Peel en met Helmond gepaard gaan met opstartkosten en (eveneens) tijdelijke frictiekosten zoals achterblijvende overhead. Hiervoor hebben we nog geen oplossing. De WMO-transitie komt er per 1-1-14 aan in de Peel evenals een concrete samenwerkingsafspraak met Helmond op het gebied van Schuldhulpverlening en Minimabeleid. “Re-setten” kost kruim 15 tot 20 procent personeelskrimp wordt gehaald maar op veel plekken piept en schuurt het aan alle kanten; het nakomen van gemaakte afspraken en het bijstellen van ambities loopt niet altijd synchroon aan de reeds gerealiseerde personeelskrimp; we moeten daarom op die plekken waar dat speelt gedurende een wat langere termijn tijdelijk bijplussen of inhuren. Vaak moet dat snel en met daadkracht. Al met al is het college van oordeel dat we voorzichtig moeten zijn met het vrij laten vallen van overschotten personeelslasten. Aan de andere kant is € 450.000 een fors bedrag waarvan niet op voorhand kan worden onderbouwd dat we het hele bedrag nodig hebben. Voorgesteld wordt daarom de helft hiervan te bestemmen voor frictie- en samenwerkingskosten en de andere helft terug te laten vallen naar de algemene middelen. Vrijval reserve
Vrij te vallen reserves reserve frictiekosten belastingsamenwerking reserve wegen Totaal
119.000 980.000 1.099.000
reserve frictiekosten belastingsamenwerking In de jaarrekening 2012 wordt verzoek gedaan tot vrijval van € 119.000 van de reserve frictiekosten belastingsamenwerking, ten gunste van de algemene reserve. Dit om het nadeel van de belastingsamenwerking 2012 op te vangen. Zie ook de toelichting in thema dienstverlening. 29
Reserve wegen Voor de (egalisatie) reserve wegen zou een vrij saldo van maximaal € 200.000 in de jaarrekening als basis kunnen gelden. Op basis hiervan wordt voorgesteld om een bedrag van € 980.000 te laten vrijvallen ten gunste van de algemene reserve (bufferfunctie).
30
2.1.7 Verloop algemene reserve De algemene reserve wordt onderverdeeld in: Algemene reserve met een bufferfunctie Algemene reserve met een financieringsfunctie Vrije algemene reserve 2.1.7.1 Algemene reserve met bufferfunctie Algemene reserve met bufferfunctie saldo 31-12-11 jaarrekeningresultaat 2011 jaarrekeningresultaat 2011 jaarrekeningresultaat 2011 Reserve obv jaarrekening 2011 Mutaties B2012 Financiering projecten Grondexploitatie (b2012) Kwijtschelding en vergoeding CCMD (b2012) Beheerskosten Grex 20112019 Beheerskosten Grex 20122020 Begrotingssaldo 2010 (jaar 2012) Begrotingssaldo 2012 Vrijval OBRA tbv vermogenspositie verbetering (b2012) mutaties begroting 2013 verbetering vermogenspositie Participatie budget Afroming riolering Winstneming MOB dekking tekort grondexploitatie (b2013) omzetting tekort obra ivm tekort grex (b2013) Begroting 2013 gewijzigde besluitvorming begroting 2013 Totaal ontwikkelingen najaarsnota 2012 Vrijval voorziening mid.derden Breedtesport overboeking mva's
Begroot Realisatie 2012 2012 3.350.275 3.350.275 -115.800 -115.800 -2.797.379 -2.797.379 462.904 462.904
Begroot, na jaarrekening 2012 2013 2014 2015
2016
900.000
900.000 11.697.000 9.335.000 7.890.000 7.261.000
-804.000
-144.000 -1.009.000
-19.000
-19.000
-19.000
-356.000
-285.000
0
-100.000
-100.000
-493.000
-393.000
-19.000
-19.000
-581.000 -581.000 -1.332.000 -1.332.000
4.550.000
4.334.000
228.000 1.500.000 2.200.000
0 228.000 1.500.000 2.200.000
-2.150.000 -2.150.000 2.250.000
2.269.000 0 -1.135.000
-749.000
199.000 1.231.000
0
0
-200.000
-283.000
-162.000
1.196.000
1.149.000
-199.000
16.000
-133.000
-116.000
9.000
9.000 590.000 31
Algemene reserve met bufferfunctie Totaal Bufferfunctie jaarrekening 2012, voor bestemming resultaat bestemming rekeningresultaat Totaal Bufferfunctie jaarrekening 2012, na bestemming resultaat
Begroot 2012
Realisatie 2012
7.491.000
8.568.000
Begroot, na jaarrekening 2012 2013 2014 2015
2016
9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000
3.129.000
7.491.000 11.697.000
9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000
Ten opzichte van de najaarsnota is de stand van de bufferfunctie per einde 2016 ruim € 3 mln hoger. Dit wordt veroorzaakt door een voordelig jaarrekeningsaldo na bestemming (2 mln) en een lagere dekking van het tekort van de grondexploitatie (€ 1 ton). Daarnaast heeft een storting in de algemene reserve plaatsgevonden in verband met de overboeking van boekwaardes materiële vaste activa van de grondexploitatie naar de algemene dienst (€ 6 ton). Hiertegenover staat een lagere vrijval van obra’s ten behoeve van de verbetering van de vermogenspositie (€ 2 ton). Hieronder volgt een overzicht met de mutaties betreffende de financiering van projecten Grondexploitatie, ten opzichte van de begroting 2013. Dit in verband met de vertraging van de claim naar de toekomst. Per saldo heeft deze post een voordeel voor de reserve van € 32.000.
Financiering projecten Grondexploitatie (b2012) Financiering projecten Grondexploitatie (r2012) verschil
2012
2013
-804.000 -144.000 660.000
2014
2015
totaal
-591.000
-391.000 -291.000
-2.077.000
-1.009.000 -418.000
-493.000 -393.000 -102.000 -102.000
-2.039.000 38.000
2.1.7.2 Algemene reserve met financieringsfunctie De bespaarde rente over deze reserve komt ten gunste van de exploitatie. Een afname van deze reserve leidt tot lagere opbrengsten in de begroting en heeft als gevolg dat alternatieve dekking gezocht dient te worden. In de nota Reserves en Voorzieningen wordt een ijzeren voorraad aangehouden van € 25.000.000. Het saldo van deze reserve is nihil, hiermee is het uitgangspunt van de nota reserves & voorzieningen achterhaald.
32
Het verloop van de algemene reserve met een financieringsfunctie is als volgt: Algemene reserve met financieringsfunctie 2012 2013 2014 2015 Stand algemene reserve (conform kaderbrief 2012) Afkoop HNG * Saldo algemene reserve met financieringsfunctie
2016
vanaf 2017
977.193 868.616 760.039 651.462 542.885 434.308 -108.577 -108.577 -108.577 -108.577 -108.577 -434.308
868.616
760.039
651.462
542.885
434.308
Aan dit verloop is ten opzichte van de kaderbrief 2012 en jaarrekening 2011 niets meer gewijzigd. 2.1.7.3 Vrije algemene reserve De vrije algemene reserve is vrij besteedbaar. De vrije algemene reserve is leeg per 3112-12.
33
0
2.2 2.2.1
Thema’s Thema Vrije Tijd
Dit programma is gericht op de verdere ontwikkeling van de sector Vrije tijd en Toerisme. De gemeente Deurne wil stimuleren dat er geïnvesteerd wordt in de kwaliteitsverbetering, verbreding en versterking van het recreatief - toeristisch aanbod. De werkgelegenheid en de bestedingen in de sector zullen gaan toenemen in de komende jaren. Voor de bewoners van Deurne zijn er uitgebreide en gevarieerde recreatiemogelijkheden, waarbij ook gebruik gemaakt kan worden van het toeristisch aanbod. De komende jaren zet Deurne zich toeristisch-recreatief stevig op de kaart en ambieert de positie als het centrum van de Peel. Het programma is ingedeeld in de volgende clusters: Vrije tijd Raadsopdrachten Bij de vaststelling van de kaderbrief 2012 en de begroting 2013 zijn een aantal Raadsopdrachten komen te vervallen. Met name de navolgende Raadsopdrachten zijn afgehandeld en komen te vervallen: Rvt 1 de ontwikkeling van kaders in het Middengebied Helmond en Deurne Rvt 4 toekomst museum de Wieger Rvt 5 VVV hoe nu verder Onderstaand gaan we kort in op de nog openstaande raadsopdrachten. Enerzijds kijken we daarbij terug op het jaar 2012, maar daar waar mogelijk kijken we ook even naar de toekomst. RVT 2. Waarborg de kwaliteit van het huidige voorzieningenniveau van sportaccommodaties RVT 3. Behoud het zwembad de Wiemel RVT 2. Waarborg de kwaliteit van het huidige voorzieningenniveau van sportaccommodaties. Deze raadsopdracht betreft het verder uitwerken van beleid hoe om te gaan met renovaties van toplagen van de sportvelden. Er is structureel € 44.400 in de begroting opgenomen om toplaagrenovaties voor 50% te kunnen subsidiëren. De overige 50% moeten verenigingen zelf bekostigen. De raadsopdracht is nog niet uitgewerkt en niet in de subsidieverordening opgenomen omdat de subsidieregeling niet eerder dan 2014 zou ingaan. Vanwege een recentelijk gemaakte inhaalslag van achterstallig onderhoud aan velden en gebouwen op basis van de knelpuntenanalyse komt renovatie pas vanaf 2014 aan de orde. Als gevolg van structurele bevolkingsdaling (krimp en vergrijzing) zal naar verwachting het aantal leden bij de sportverenigingen dalen en zullen er dus in de minder velden nodig zijn waardoor er in de toekomst verder bezuinigingen gerealiseerd kunnen worden.
34
RVT 3. Behoud het zwembad de Wiemel. De Raad heeft besloten de gemeentelijke bijdrage en daarmee het zwembad voorlopig in stand te houden en alternatieve zwemfaciliteiten te onderzoeken zoals bijvoorbeeld in de Groene Peelvallei. In 2012 is besloten de bestaande overeenkomst met de exploitant (Laco) na de afloopdatum van 31 augustus 2013 te verlengen met twee jaar. De nieuwe afloopdatum is nu dus 31 augustus 2015. Verdere verlenging is daarna nog mogelijk tot uiterlijk 31 augustus 2018. Laco heeft te kennen gegeven gebruik te willen maken van haar recht tot koop en wordt zodoende eigenaar van het zwembadcomplex per 1 september 2013. Vanwege de genoemde verlenging met twee jaar is Laco op grond van de overeenkomst verplicht om in ieder geval tot en met 31 augustus 2015 de exploitatie van het zwembad voort te zetten onder dezelfde voorwaarden en bepalingen. De komende periode wordt gebruikt om onderzoek te doen naar de toekomstmogelijkheden (waaronder een gezamenlijk zwembad met Helmond). Er worden geen middelen gereserveerd voor een eventuele nieuwe zwembadvoorziening. 2.2.1.1 Clusters 2.2.1.2 Cluster Vrije tijd Doelstellingen Het programma Vrije tijd en Toerisme streeft naar het verzilveren van de potenties op toeristischrecreatief gebied. Dit betekent sturen op ontwikkeling, versterking en uitbreiding van het toeristischrecreatief aanbod. Het meerjarenprogramma Vrije tijd en Toerisme 2009 -2015 biedt daarvoor de handvatten. Deurne zet toeristisch in op meer bezoekers, meer overnachtingen en meer bestedingen. Dit houdt in: Meer, nieuwe en uitbreiding van bestaande ondernemingen. Dit betekent meer werkgelegenheid. Deurne zoekt naar de balans en samenhang tussen sport, gezondheid, vrijwilligers, werkgelegenheid en accommodaties. Deurne maakt zich sterk voor het behoud van de sportvoorzieningen op het huidige niveau. Een zwemvoorziening in de gemeente is noodzakelijk. Cultuur, vaak verborgen, moet meer zichtbaar gemaakt worden en biedt nieuwe kansen in de promotie. De komende jaren zoekt Deurne actief partners in de regio en zal zich uitdrukkelijk op de kaart gaan zetten. Verdere professionalisering en versterking van de VVV in regio de Peel. Ontwikkelingen Wat hebben we daarvoor gedaan? Ontwikkelingen Kaderbrief 2012 Brede Impuls Combinatiefuncties (buurtsportcoach) Als vervolg op de regeling Brede School, Sport en Cultuur (combinatiefuncties) heeft het Ministerie van VWS de Brede Impuls Combinatiefuncties (buurtsportcoaches) opengesteld voor alle gemeenten als onderdeel van het programma Sport en Bewegen in de buurt. In april 2012 is besloten om de Verklaring deelname Programma Sport en Bewegen in de Buurt/Brede impuls combinatiefuncties te ondertekenen. Daarbij is ingetekend voor een percentage van 140%. Dit betekent dat de gemeente de intentie heeft om in totaal 6,7 fte buurtsportcoaches te gaan realiseren. Op basis van resultaten van een haalbaarheidsonderzoek heeft het college op 29 januari 2013 besloten om het implementatietraject op te starten. In de planning wordt uitgegaan van een start van de uitvoering 35
per 1 mei 2013. De loonkosten van de buurtsportcoach worden voor 40% gefinancierd door het Rijk en de gemeente organiseert de cofinanciering van 60%. In 2013 zal duidelijk worden op welke wijze invulling wordt gegeven aan de cofinanciering. Dan zal ook duidelijk worden of er bovenop ambtelijke inzet ook binnen de beschikbare middelen budget moet worden vrijgemaakt. WOZ- compensatie Bij de evaluatie van de hertaxatie voor de WOZ- periode van 1 januari 2001 t/m 31 december 2004 bleek dat de buitensportverenigingen te maken kregen met hogere aanslagen OZB dan in de voorgaande periode. Dit kwam door een wijziging in de waarderingssystematiek waardoor de waardegrondslagen – en daarmee dus ook de aanslagen – hoger uitvielen. Deze meerkosten worden sindsdien vergoed aan de voetbalverenigingen, de hockeyvereniging en de Lopersgroep Deurne. Verenigingen hebben in de afgelopen 10 jaar voldoende tijd gehad om te kunnen inspelen op deze wijziging, waardoor afschaffing van deze regeling mogelijk is geworden. Dit betreft een bezuinigingsoptie van in totaal €7.800. Dit bedrag is ingezet ter dekking van de bezuiniging voor jeugd en is opgenomen in de nieuwe subsidieverordening, welke de gemeenteraad heeft vastgesteld op 28 augustus 2012. Bestaand beleid Meerjarenprogramma Vrije tijd en Toerisme Uitvoering geven aan het meerjarenprogramma Vrije tijd en Toerisme voor recreatieve voorzieningen voor de inwoners van Deurne. In dit meerjarenprogramma zijn meerdere raadsopdrachten opgenomen. In 2012 is een begin gemaakt met het men- en ruiternetwerk . Daarnaast participeert de gemeente Deurne in het Europese project Grenzeloos Wandelen. Binnen dit project worden diverse aantrekkelijke voorzieningen langs het wandelroutenetwerk gerealiseerd met speciale aandacht voor de groep senioren en jonge gezinnen met kinderen. Er is een begin gemaakt met de aanleg van een nieuw ATB netwerk. Dit gebeurd met de verschillende wielerverenigingen ion de gehele gemeente. Uit het project Grenzeloos wandelen zijn gerealiseerd de plaatsing van bewegingstoestellen voor senioren op twee locaties in de gemeente, de aanleg van twee speelbossen voor kinderen tot 12 jaar in het Zandbos in Deurne en in Neerkant. Verder zijn extra schuilhutten geplaatst en zijn GPS routes ontwikkeld. Daarnaast is het wandelnetwerk in Vlierden fors uitgebreid met drie lokale rondjes die weer ingepast zijn in het netwerk. In een deel van het centrum en op verschillende toeristische locaties is openbaar wifi aangelegd . Deurne Wiki is verder uitgebreid en er zijn verschillende routes opgeleverd die voorzien zijn van QR codes. Op drie locaties verspreid over de gemeente is het begin gemaakt met het realiseren van toeristische startpunten. VVV De Nieuwe VVV stichting Deurne heeft in 2012 hard getrokken aan de eigen organisatie maar daarnaast een voortrekkersrol vervult in de samenwerking op Peelniveau. Veel initiatieven komen van de Deurnese vestiging. Zij waren de belangrijkste trekker voor het oprichten van de stichting Peelpromotie. Intern is de VVV winkel verrijkt met twee narrowcasting systemen die zijn aangesloten op de uitgebreide database van de VVV. In de loop van 2012 heeft de VVV voor een aantal vestigingen in de Peel de rol van dienstverlener op zich genomen voor het verrichten van taken op het gebied van inkoop producten en cadeaubonnen. Tevens heeft zij een belangrijke rol in het opzetten van gezamenlijke arrangementen en het “vullen” van de Peeldatabase.
36
Basissubsdie De subsidie voor het VVV laat vanaf 2011 een dalende tendens zien ten gevolge van de bezuinigingstaakstelling van 4 keer 5%. De VVV staat nu voor de opdracht om meer geld uit de markt te halen en ook de ondernemers moeten hun verantwoordelijkheid nemen. In de nieuwe bezuinigingsvoorstellen zal vanaf 2014 gedurende 3 jaar nogmaals 10.000 per jaar oplopend tot € 30.000 worden bezuinigd. Overheveling taken SRE De basistaken SRE, waaronder de promotie en marketing, zijn vanaf 2012 overgenomen door het VVV- Uitpunt. Het betreft middelen voor licentie, inkoop en distributie producten, promotie en marketing. Tot 2012 werden deze activiteiten uitgevoerd door de regio VVV en gefinancierd door het SRE. In de kaderbrief 2012 is de administratieve overheveling vastgesteld en verwerkt in de begroting. De middelen zitten nu nog in de pijpleiding van de financiële verwerking en worden binnenkort toegevoegd aan het budget van de VVV en beschikbaar gesteld aan het VVV. Het VVVUitpunt kon derhalve in haar begroting 2012 dit budget voor de extra taken nog niet opnemen. Toch is het proces gestart met omzetting van database en website naar de landelijke VVV. Dit moet dit jaar zijn afgerond om in 2013 de website in de lucht te houden. Daarnaast start de organisatie met de doorontwikkeling digitalisering, wat betekent beschikbaarheid van de mobiele website en voorzieningen voor gebruik social media , accesspoints en wifi hotspots. Toeristenbelasting Voor het jaar 2012 komt het werkelijke aantal overnachtingen redelijk overeen met de geraamde aantallen. Dit heeft geresulteerd in een opbrengst ter hoogte van ± € 119.000,--. Dat is ongeveer € 5.000,-- minder dan voorzien. Risico kan zijn een verdere afname van arbeidsmigranten als locaties niet vergund worden. Wel is dit nu nog moeilijk in te schatten hoe die trajecten gaan lopen. Het is lastig om in te schatten wat dit voor het jaar 2013 en verder betekend. De crisis kan wellicht negatieve effecten hebben op de verblijfsrecreatie, maar bij de dagrecreatie zien we dit nog niet direct. De observatie en informatie vanuit ondernemers geeft het beeld dat het niet slecht gaat/achteruit gaat. Het effectief in elkaar steken van een slimme marketing en promotie kan bijdragen aan minimaal het stabiliseren van de aantallen maar uiteraard is de inzet het laten stijgen van de bezoekersaantallen. De belangrijkste verschillen tussen begroting 2012 en rekening 2012 Cultuur
-/- € 119.000 (SV) -/- 12.000 (I)
Kapitaallasten en dekking uit reserve Bij de begroting 2012 is besloten om ter verbetering van de vermogenspositie (algemene reserve) enkele Reserves ter dekking van de kapitaallasten (Obra) af te ramen ten gunste van de algemene reserve. Zo is ook de Obra voor het Cultuurcentrum hiervoor gedeeltelijk aangewend. Het gevolg is dat hierdoor minder kapitaallasten gedekt worden uit de obra dan begroot in 2012. Per saldo nemen kosten op product Cultuur toe met € 119.000. In thema Dienstverlening en Organisatie, onder bespaarde rente, staat de organisatiebrede toelichting van de effecten van de vrijval van de reserves ter dekking van de kapitaallasten (zogenaamde OBRA’s). In de begroting 2013 komen deze verschillen niet meer voor, omdat rekening is gehouden met de effecten. Overigen
37
Overige budgetoverschrijdingen op het product betreffen o.a. energiekosten Cultuurcentrum, werkzaamheden om geluidsoverlast uit de grote theaterzaal bij omwonenden van het Cultuurcentrum weg te nemen. Daarnaast is er meer subsidie verstrekt voor amateuristische kunstbeoefening dan dat er in de begroting is opgenomen als gevolg van het ontbreken van een subsidieplafond. Binnensportaccommodaties
€ 34.000 (I) € 45.000 (SV) € 13.000 (SNV) De doorberekende kapitaallastenvergoeding voor sportaccommodaties inzake onderwijs is hoger dan begroot (voordeel € 13.000 structureel niet verwerkt). Het begroot bedrag was niet juist berekend. Daarnaast zijn de kapitaallasten voor sporthal de Peelhorst lager dan geraamd. De kapitaallasten van de begroting waren te hoog berekend (Structureel Verwerkt € 18.000). In 2012 is de nieuwe sportzaal in Liessel gerealiseerd (De Smeltkroes). De kapitaallasten van De Smeltkroes zijn lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat het project in 2012 nog niet geheel is afgerekend waardoor de kapitaallasten zijn berekend over de bouwkosten eind 2012 (incidenteel € 34.000). Daarnaast is het investeringsbedrag met € 500.000 neerwaarts bijgesteld. Dit is structureel al verwerkt in de begroting 2013 (€ 26.000). Interne kosten -/- € 220.000 (I) Op het thema Vrije Tijd bedraagt het nadeel op begrote interne kosten € 220.000. Dit verschil bestaat uit 2 componenten. Ten eerste is er een afwijking op het uurtarief door verschillen in de interne kosten, zoals personeelslasten en automatiseringskosten. Ten tweede is er een afwijking in het totaal aantal uren die voor dit thema geschreven zijn. De grootste afwijking in uren ontstaat bij sportaccommodaties inzake onderwijs waar meer uren aan zijn besteed in verband met de nieuwe sporthal in Liessel. Projecten/investeringen Omschrijving project/ investering Verplaatsen tennisvelden Helenaveen
Microhal Liessel
Sportp. Kranenmortel aanpassing uitbr 2e kl.lok
Investerings- Gerealiseerd Toelichting bedrag t/m 2012 870.000
663.000 Verplaatsing van de tennisbanen in Helenaveen betreft een deelproject van IDOP Helenaveen. Uitvoering is inmiddels gerealiseerd
2.900.000
1.770.000 Investering hebben betrekking op de realisatie van een nieuwe sportzaal in Liessel. Project wordt gedeeltelijk gefinancierd met IDOP subsidie van de Provincie. Inmiddels is gestart met de bouw. Oplevering is eind 2012 gepland. De financiële afronding vindt in 2013 plaats
100.000
0 Loopt vertraging op i.v.m. aanpassing bestemmingsplan. Uiterlijk 2013 wordt deze gerealiseerd i.c.m. renovatie clubgebouw ZSV.
38
Omschrijving project/ investering
Investerings- Gerealiseerd Toelichting bedrag t/m 2012
Buitensport
1.443.000
Totaal thema Vrije Tijd en Toerisme
5.313.000
983.000 Op basis van het in januari 2009 door de gemeenteraad vastgestelde Besluit Investeringssubsidie Buitensportaccommodaties hebben 10 buitensportverenigingen een investeringssubsidie ontvangen voor noodzakelijk groot onderhoud of vervangingsinvesteringen tbv hun accommodaties. De laatste termijn van de toegekende subsidie wordt betaalbaar gesteld na de definitieve vaststelling van de subsidie op basis van de door de vereniging in te dienen financiële verantwoording. Nog niet alle verenigingen zijn klaar met hun investeringen
3.416.000
2.2.1.3 Kosten bestaand beleid Thema Vrije Tijd Rekening 2011 * € 1.000 Lasten Baten Resultaat
4.549 1.220 -3.329
Begroting 2012 voor wijz. 3.966 1.227 -2.738
Begroting 2012 na wijz. 4.013 1.208 -2.805
Rekening 2012 5.867 2.545 -3.322
Toelichting verschillen begroting 2012 - rekening 2012 Thema Vrije Tijd Begroting 2012
Rekening 2012
Verschil BegrotingRekening
Lasten Thema Vrije Tijd Cluster Vrije tijd Totaal lasten Thema Vrije Tijd Baten Thema Vrije Tijd
4.013 4.013
5.867 5.867
-1.854 -1.854
Cluster Vrije tijd Totaal baten Thema Vrije Tijd
1.208 1.208
2.545 2.545
-1.336 -1.336
-2.805
-3.322
518
* € 1.000
Resultaat Thema Vrije Tijd
39
Onderstaand worden de belangrijkste verschillen tussen begroting 2012 en rekening 2012 van het Thema Vrije Tijd, per cluster, toegelicht. Cluster Vrije tijd en Toerisme Cultuur
-/- € 119.000 (SV) -/- 12.000 (I)
Kapitaallasten en dekking uit reserve Bij de begroting 2012 is besloten om ter verbetering van de vermogenspositie (algemene reserve) enkele Reserves ter dekking van de kapitaallasten (Obra) af te ramen ten gunste van de algemene reserve. Zo is ook de Obra voor het Cultuurcentrum hiervoor gedeeltelijk aangewend. Het gevolg is dat hierdoor minder kapitaallasten gedekt worden uit de obra dan begroot in 2012. Per saldo nemen kosten op product Cultuur toe met € 119.000. In thema Dienstverlening en Organisatie, onder bespaarde rente, staat de organisatiebrede toelichting van de effecten van de vrijval van de reserves ter dekking van de kapitaallasten (zogenaamde OBRA’s). In de begroting 2013 komen deze verschillen niet meer voor, omdat rekening is gehouden met de effecten. Overigen Overige budgetoverschrijdingen op het product betreffen o.a. energiekosten Cultuurcentrum, werkzaamheden om geluidsoverlast uit de grote theaterzaal bij omwonenden van het Cultuurcentrum weg te nemen. Daarnaast is er meer subsidie verstrekt voor amateuristische kunstbeoefening dan dat er in de begroting is opgenomen als gevolg van het ontbreken van een subsidieplafond. Kunst en Cultuureducatie - Rick
-/- € 252.000 (I)
In de begroting 2012, is vanaf 2013 een bezuiniging opgenomen voor het opzeggen van de dienstverlenning door het Rick. Vanaf 1-9-2012 is de dienstverlening door het Rick beëindigd. In het kader van de voorschriften BBV is per einde 2012 een bedrag van € 252.000 gestort in de voorziening schadevergoedingsregeling Rick. Binnensportaccommodaties
€ 34.000 (I) € 45.000 (SV) € 13.000 (SNV) De doorberekende kapitaallastenvergoeding voor sportaccommodaties inzake onderwijs is hoger dan begroot (voordeel € 13.000 structureel niet verwerkt). Het begroot bedrag was niet juist berekend. Daarnaast zijn de kapitaallasten voor sporthal de Peelhorst lager dan geraamd. De kapitaallasten van de begroting waren te hoog berekend (Structureel Verwerkt € 18.000). In 2012 is de nieuwe sportzaal in Liessel gerealiseerd (De Smeltkroes). De kapitaallasten van De Smeltkroes zijn lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat het project in 2012 nog niet geheel is afgerekend waardoor de kapitaallasten zijn berekend over de bouwkosten eind 2012 (incidenteel € 34.000). Daarnaast is het investeringsbedrag met € 500.000 neerwaarts bijgesteld. Dit is structureel al verwerkt in de begroting 2013 (€ 26.000). Interne kosten -/- € 220.000 (I) Op het thema Vrije Tijd bedraagt het nadeel op begrote interne kosten € 220.000. Dit verschil bestaat uit 2 componenten. Ten eerste is er een afwijking op het uurtarief door verschillen in de interne kosten, zoals personeelslasten en automatiseringskosten. Ten tweede is er een afwijking in het totaal aantal uren die voor dit thema geschreven zijn. De grootste afwijking in uren ontstaat bij sportaccommodaties inzake onderwijs waar meer uren aan zijn besteed in verband met de nieuwe sporthal in Liessel.
40
2.2.1.4 Projecten/investeringen Omschrijving project/ investering Verplaatsen tennisvelden Helenaveen
Microhal Liessel
Sportp. Kranenmortel aanpassing uitbr 2e kl.lok
Investerings Gerealiseerd Toelichting -bedrag t/m 2012 870.000
663.000 Verplaatsing van de tennisbanen in Helenaveen betreft een deelproject van IDOP Helenaveen. Uitvoering is inmiddels gerealiseerd 1.770.000 Investering hebben betrekking op de realisatie van een nieuwe sportzaal in Liessel. Project wordt gedeeltelijk gefinancierd met IDOP subsidie van de Provincie. Inmiddels is gestart met de bouw. Oplevering is eind 2012 gepland. De financiële afronding vindt in 2013 plaats 0 Loopt vertraging op i.v.m. aanpassing bestemmingsplan. Uiterlijk 2013 wordt deze gerealiseerd i.c.m. renovatie clubgebouw ZSV. 983.000 Op basis van het in januari 2009 door de gemeenteraad vastgestelde Besluit Investeringssubsidie Buitensportaccommodaties hebben 10 buitensportverenigingen een investeringssubsidie ontvangen voor noodzakelijk groot onderhoud of vervangingsinvesteringen tbv hun accommodaties. De laatste termijn van de toegekende subsidie wordt betaalbaar gesteld na de definitieve vaststelling van de subsidie op basis van de door de vereniging in te dienen financiële verantwoording. Nog niet alle verenigingen zijn klaar met hun investeringen 3.416.000
2.900.000
100.000
Buitensport
1.443.000
Totaal thema Vrije Tijd en Toerisme
5.313.000
2.2.1.5 Bezuinigingen Thema Vrije tijd en Toerisme Separate monitor
41
2.2.2
Thema Omgeving
Het thema omgeving is gericht op het realiseren en het behouden van datgene wat de gemeente Deurne belangrijk vindt in de fysieke omgeving. Er wordt vanuit de inrichtingseisen op de ruimtelijke ontwikkeling gestuurd en er wordt toegezien op correct en veilig gebruik. Hiervoor wordt onder anderen uitvoering gegeven aan het ruimtelijk beleid, milieubeleid en welstandsbeleid. Bovendien wordt op grond van de Wabo en de Wet milieubeheer toezicht gehouden en waar nodig gehandhaafd. Er wordt rekening gehouden met de ontwikkelingen en de gebruikers worden betrokken bij de realisatie van het programma. De gemeente en de professionele instanties zullen minder zelf fysiek en financieel actief in het fysieke domein zijn, maar vervullen een faciliterende rol waarbij meer wordt overgelaten aan de gemeenschap. Het programma is ingedeeld in de volgende clusters: Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Openbare ruimte en eigendommen Verkeer en Mobiliteit Milieu Ruimtelijke Ordening Plattelandsontwikkeling Raadsopdrachten RO 5. Realiseer de zuidelijke omlegging. (zie cluster Verkeer en Mobiliteit) RO 9. Stel onderhoudsplannen op voor gemeentelijke eigendommen. (zie cluster Openbare Ruimte en Eigendommen) RO 5.
Realiseer de zuidelijke omlegging. Begin 2012 is het bestemmingsplan Zuidelijke Omlegging na de uitspraak van de Raad van State onherroepelijk geworden. RO 9. Stel onderhoudsplannen op voor gemeentelijke eigendommen. Toegevoegd door het college: Inventariseer het strategisch bezit van de gemeente en stel een plan op voor het actief afstoten ervan. De opdracht is mede ingegeven door vragen van de provincie over het onderhoud van gemeentelijke gebouwen naar aanleiding van de raming binnen de begroting. Deze is op dit moment (nog) niet goed geborgd. Met de uitvoering van de raadsopdracht en uiteindelijk besluitvorming naar aanleiding van het resultaat wordt tegemoet gekomen aan het bezwaar van de provincie. Daarnaast hebben wij meer en beter inzicht en de kosten en kunnen hierop beter sturen. Bij het uiteindelijke programma wordt nadrukkelijk het af te stoten bezit meegenomen.
42
2.2.2.1 Clusters 2.2.2.2 Cluster Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Doelstellingen Een soepel en gestroomlijnd proces van vergunningverlening, waarbij een integrale behandeling en korte doorlooptijden uitgangspunten zijn. Een bij iedere vergunning passend toezicht- en controleproces, waarbij maatwerk uitgangspunt is. De vergunningverlening moet kostendekkend zijn. De Regionale Uitvoeringsdienst voert nader te bepalen taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Wat hebben we daarvoor gedaan? Voor het realiseren van het proces van vergunningverlening is een plan van aanpak opgesteld. Dit plan is nog in uitvoering. De volgende resultaten zijn al behaald: - Er is een notitie gemaakt voor het opstellen van een uitvoeringskader omgevingsvergunningen; - Werkwijze ontwikkeld voor behandeling klanten aan de balie; - Werkwijze en formulieren ontwikkelt voor het aanvragen van een vooroverleg omgevingsvergunning en hiervoor tarieven opgenomen in de legesverordening; - Alle producten die een relatie hebben met de Wabo zijn samengevoegd in één product; - Alle processen zijn beschreven en volledig gedigitaliseerd. In het uitvoeringsprogramma handhaving 2012 vindt de concrete vertaling van de controle- en toezichtstrategie zoals die in het beleidsplan zijn vastgelegd. Hierbij is rekening gehouden met de doelstelling. Door de samenvoeging van de producten tot één product Wabo is er een verbeterslag gemaakt in het inzicht in de kostendekkendheid. Er is nog geen aanvang genomen aan de uitvoering van de taken van de Regionale Uitvoeringsdienst. Wel is er intensief gewerkt aan de vorming van de Omgevingsdienst ZuidoostBrabant. De planning is dat deze vanaf 1-4-2013 operationeel is. Risico’s Omdat er bezwaarschriften worden ingediend tegen leges is het mogelijk dat er nog teruggave van leges plaatsvindt. De nog niet afgehandelde zaken (exclusief 2013) vertegenwoordigen een totaal risicobedrag van € 1.063.005 aan uitstaande legesvorderingen. In dit bedrag is voor € 767.286,61 opgenomen voor Crapeaud (Mob‐complex).
43
2.2.2.3 Cluster Openbare ruimte en eigendommen Doelstellingen Geen achterstallig onderhoud van wegen; een inhoudelijke en financiële aanpak; Openbaar groen dat bestrijdingsmiddel vrij is ingericht en weinig onderhoud vergt; Gezond en gevarieerd bomenbestand in soort en leeftijd (minder kans op ziekten); Kernbezit gebouwen en gronden en afstootplan voor het overige bezit; Meerjaren Onderhouds Plan (MOP) voor alle gemeentelijke gebouwen in eigendom (kwaliteit en budget); Wat hebben we daarvoor gedaan? Voor het opheffen van achterstallig onderhoud bij de wegen is een raadsbesluit genomen voor een aanpak van het onderhoud op lange termijn, inclusief het inlopen van het achterstallig onderhoud. Voor de uitvoering van het plan “Aanpak onderhoud wegen” heeft de raad een eenmalige extra impuls van € 950.000 ter beschikking gesteld uit de Egalisatie reserve wegen. De werkzaamheden voor een bedrag van € 950.000 zijn opgenomen in het uitvoeringsplan afdeling OR&E 2013. In de jaarrekening 2011 heeft de raad besloten om de aanbestedingsvoordelen welk is toegevallen aan de reserve wegen, deels te laten vrijvallen aan de algemene reserve (€265.000). Voor de "(egalisatie) Reserve wegen" kan een "vrij saldo" van maximaal € 200.000 in de jaarrekening als noodzakelijke ondergrens gelden. Voorgesteld wordt om in de jaarrekening 2012 hetzelfde besluit te nemen . Hierdoor kan € 980.000 afgeroomd worden naar de algemene reserve. Het groen werd onderhouden met chemische middelen. Het doel van het omvormingsproject is om het arbeidsintensieve groen, om te vormen naar onderhoudsvriendelijker groen wat zonder bestrijdingsmiddelen beheerd kan worden. Het project “omvorming groen” is in 2012 afgerond. Binnen het project zijn veel groenvakken omgevormd naar gras, dan wel dichte beplantingsvakken. Gevolgen bezuinigingen In het kader van de bezuinigingen is het beeldkwaliteitsniveau naar beneden bijgesteld. Gevolg is dat er een lager onderhoudsniveau zichtbaar is. Het huidige budget moet volledig gebruikt worden voor het reguliere onderhoud. Hierdoor is er geen geld meer beschikbaar voor vervanging van verouderde of niet goed functionerende beplanting. Dit kan wellicht op termijn om een extra investering vragen. In de voormalige raadsopdracht 1 (RO 1) is gevraagd een bomenbeheers- en vervangingsplan op te stellen, waarbij de voorwaarde werd gesteld dat het bomenbestand beheerd kon worden binnen het huidige onderhoudsbudget. Een bomenbeheers- en vervanginsgplan is voorwaarde om de doelstellingen te kunnen realiseren en biedt de mogelijkheid om op basis van concrete voorstellen besluiten te nemen en kwaliteit, areaal en onderhoudsbudget met elkaar in balans te brengen.
44
Voor de realisatie van de doelstelling werd in de meerjarenbegroting 2012-2015 voorgesteld om een éénmalige investering te doen van € 80.000. Dit bedrag werd niet beschikbaar gesteld. De Raadsopdracht RO1 kon daarmee geen uitvoering krijgen en is komen te vervallen.
In 2012 is gewerkt aan een afstootplan voor het ‘overige bezit’ van grond en gebouwen. Dit afstootplan is (nog) niet gereed. Om te komen tot een afstootplan is in eerste instantie in beeld gebracht welk bezit we hebben en wat mogelijk in aanmerking komt om af te stoten. In een vroeg stadium is door het college besloten om in 2012 de focus te leggen op verkoop van eigendommen die zeker en zonder discussie verkocht kunnen worden. De beschikbare capaciteit is ingezet om ‘Quick wins’ te boeken d.m.v. het verkopen van een aantal panden, erfpachtgronden en cultuurgronden. Inmiddels zijn de eerste resultaten geboekt. Nu, begin 2013 wordt gewerkt aan een verdere uitwerking van het afstootplan. De Raadsopdracht (RO9) inzake het opstellen van Meerjaren Onderhouds Plannen (MOP’s) is (nog) niet gerealiseerd. De voorbereidende werkzaamheden zijn dusdanig van omvang gebleken dat in 2012 nog geen MOP’s konden worden opgesteld. Eerst dienen de basisgegevens op orde te zijn. Hierop is fors in tijd geïnvesteerd. Ook heeft het afstootplan ( zie hierboven ) prioriteit gekregen. Wel is op basis van een ‘Quick scan’ een overzicht gerealiseerd in de structurele kosten en het achterstallig onderhoud van de gebouwen in gemeentelijk eigendom. Hiermee is reeds financieel rekening gehouden. Gelijktijdig zijn (beheers)gegevens vergaard die benodigd zijn voor het opstellen van MOP’s. Risico’s: Meerjarenonderhoudsplannen Vanuit de Provincie is reeds eerder en meerdere malen verzicht de Meerjarenonderhoudsplannen op te stellen. Tot nu toe is hieraan nog geen invulling gegeven. Dit kan mogelijk gevolgen hebben voor de mate van toezicht door de Provincie. Bomenbeheers- en vervangingsplan Het gevolg van het niet hebben van een bomenbeheers- en vervangingsplan is dat het bomenbestand verder veroudert en de gemeente een kleiner groenbestand krijgt. Daarnaast is het risico op schades groter. Omdat momenteel onvoldoende budget is voor onderhoud van de bomen kan het aantal schadeclaims toenemen. Alle onderhoudsgeld wordt ingezet voor het onderhoud van de bomen. Hierdoor is er geen geld beschikbaar voor vervanging van de bomen die verwijderd worden. Het gevolg hiervan is dat wij onder andere niet kunnen voldoen aan de wettelijke verplichting om de bomen die omgewaaid zijn tijdens de storm in 2010 te vervangen.
45
2.2.2.4 Cluster Verkeer en Mobiliteit Doelstellingen Verkeer en mobiliteit Veiligheid en leefbaarheid, met name ook in de kernen. Bereikbaarheid van Deurne met aandacht voor het spoor, de zuidelijke omlegging, N270, de centrumring en natuur/recreatieve gebieden. Alle vormen van verkeershinder zoveel mogelijk beperken. Goede fietsvoorzieningen en fietsenstallingen in het centrum van Deurne en bij het station. Toegankelijkheid voor minder validen. Betrekken van bewoners bij veiligheid en leefbaarheid. Parkeren Voldoende parkeerplaatsen. Optimaliseren en benutten van bestaande parkeervoorzieningen. Genereren van (voldoende) parkeerinkomsten. Wat hebben we daarvoor gedaan? Beleid en planvorming. Opstellen plan doorstroming centrumring voor aanpak kruisingen Hogeweg-Oude LiesselsewegMartinetstraat en Lage Kerk- Stadhoudersweg-Stationsstraat. Bestuurlijke behandeling van het door Deurnese ondernemers geschreven rapport onderdoorgang spoorweg bij de Binderendreef . Overleg en inspraak op het programma provinciale wegen 2013-2022 met betrekking tot de prioritering van de N270. In samenspraak met de provincie reconstructie van het Viaduct Houtenhoek en realisatie van geluidsarm asfalt op de N270 tussen de Houtenhoek en Walsberg. Planontwikkeling P&R voorziening en fietsenstallingen mobiliteitsknooppunt spoorzone. Planontwikkeling N270 ontsluiting Mob-complex/Groene Peelvallei en kruispunt met BiesdeelRaktseweg. Voorbereidingen zuidelijke omlegging (RO 5), met name grondverwervingen. Evaluatie parkeerbeleid (vastgesteld in 2009) en in overleg met bewoners maatregelen treffen (in de vorm van een blauwe zone) om de parkeeroverlast in de Roothaertstraat, G. Gezellestraat en A. van Duinkerkenstraat aan te pakken. Opiniërende behandeling van de exploitatie van het betaald parkeren in de raadscommissie Omgeving ter bepaling richting van het gemeentelijk parkeerbeleid. Verhoging parkeertarieven per januari 2013. Maatregelen. In de begroting van 2012 zijn geen middelen beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van maatregelen uit het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP). Desondanks is getracht om in het kader van de onderhoudsprojecten de uitgangspunten en ideeën uit het GVVP mee te nemen. Daarbij kan gedacht worden aan de fietsvoorzieningen op de industrieterreinen (Dr. H. van Doorneweg, Fabriekstraat en voorbereidingen voor Energiestraat), herinrichting Rembrand van 46
Rijnstraat en een aantal straten in de Houtenhoek. Tevens zijn nog een aantal bushaltes toegankelijk gemaakt voor minder validen. Tenslotte zijn er diverse maatregelen getroffen naar aanleiding van vragen van dorps- en wijkraden en individuele burgers. Er dienen in het kader van de aanleg van de Zuidelijke Omlegging nog twee percelen verworven te worden. Streven is deze in het eerste kwartaal 2013 verworven te hebben. Direct aan het begin van het jaar 2013 is reeds een begin gemaakt met de civieltechnische voorbereiding. Onderhoud. Onderhoud aan verkeerslichten, markeringen en bebording. Het budget voor dit onderhoud is afgelopen jaren drastisch verlaagd, waardoor nu nog slechts een minimaal onderhoud wordt gepleegd. Risico’s: In 2012 is er sprake van minder parkeeropbrengsten dan in 2011. Redenen hiervoor kunnen zijn minder frequent winkelbezoek als gevolg van de economische recessie en het veranderende winkelgedrag (internet). Als dit een structurele ontwikkeling is dan zullen de opbrengsten, ondanks de tariefsverhoging per januari 2013, zich minder positief ontwikkelen dan begroot. 2.2.2.5 Cluster Milieu Doelstellingen De belangrijkste doelstelling zijn opgenomen in het milieubeleidsplan Deurne verdeeld over 8 milieuthema’s: gezond en leefbare gemeente. Doelen: geen bodemverontreinigingen, geluidsoverlast en geuroverlast. Schone gemeente. Doel: minder zwerfafval. Duurzame gemeente. Doelen: minder energieverbruik en meer lokaal opgewekte duurzame energie; duurzaam bouwen. Verminderen van de afvalstroom en duurzamer omgaan met de materialen. (door gescheiden inzameling van huishoudelijk afval). Voor 2013 en verder wordt een nieuw milieubeleidsplan opgesteld. In het milieujaarverslag wordt de realisatie gerapporteerd. Wat hebben we daarvoor gedaan? In 2012 is een subsidieverzoek gedaan bij het Rijk voor het schermenproject om railverkeerslawaai tegen te gaan. Een definitieve uitslag op dit verzoek hebben we nog niet ontvangen. Er is afgelopen jaar gewerkt met de verordening geurhinder en veehouderij en vergunningen zijn ook afgegeven conform deze verordening. In 2012 is het zwerfafval opgeruimd door Atlant. Bij het vaststellen van de begroting voor 2013 is besloten dat vanaf 1-1-2014 er € 60.000 bezuinigd wordt op het budget voor zwerfafval. Dit betekent dat vanaf 1-1-2014 het doel om minder zwerfafval te krijgen zeer lastig haalbaar wordt. Het project Spek je Knip is uitgevoerd. Hiermee hebben bewoners uit de wijk Deurne West gratis een energieadvies gekregen waardoor zij energie leerden besparen en hiermee een lagere energierekening kregen.
47
Energyport Peelland is opgericht. Deze coöperatie wil lokaal duurzame energie opwekken. Deze coöperatie is door eigen kracht opgericht, vanuit de gemeente is daar weinig inzet voor geweest. Wel is er (financiële) steun gekomen vanuit het SRE stimuleringsfonds. In 2012 is gestart met het 1 maal per 4 weken inzamelen van de grijze container in plaats van 1 maal per 2 weken. Dit heeft geleid tot ongeveer 20% minder restafval waardoor Deurne er voor zorgt dat zij duurzamer omgaat met waardevolle materialen. De overige resultaten van de uitvoering van het milieubeleidsplan worden uitvoerig uitgewerkt in het milieujaarverslag. Dit wordt later dit jaar naar de gemeenteraad toe gestuurd. Risico’s: Voor de verwerking van het restafval is er een overeenkomst gesloten tussen alle Brabantse gemeenten en het bedrijf Attero. Het Brabantse restafval wordt in Moerdijk verbrand. In dit contract is opgenomen dat de gezamenlijke Brabantse gemeenten een volume verplichting hebben. Dit houdt in dat zij minimaal een bepaalde hoeveelheid afval moeten aanleveren. Diverse gemeenten en regio’s is het de laatste jaren gelukt om minder restafval te produceren. Hier zijn zij erg trots op. Er is een risico dat Attero de Brabantse gemeenten gaat verplichten om toch aan de volumeplicht te voldoen. Dat brengt mogelijk extra kosten met zich mee. Op dit moment is het nog onduidelijk of die kosten daadwerkelijk in rekening gebracht worden, wat die kosten dan zouden zijn en hoe die dan verdeeld worden over de Brabantse gemeenten. De overeenkomst loopt nog tot 2017. 2.2.2.6 Cluster Ruimtelijke Ordening Doelstellingen Het actief zorg”dragen voor behoud en versterking van de kwaliteiten en identiteiten van de wijken en kernen van Deurne en van de landschappelijke en natuurlijke waarden, zodat de burgers van Deurne hun eigen plek kunnen blijven herkennen en waarden; Zorg dragen dat nieuwe ontwikkelingen zich zo goed mogelijk voegen in de voor Deurne belangrijke kwaliteiten en identiteiten; regie voeren op de transitie van het buitengebied: met name op functionele invulling en kwalitatieve inpassing; Deurne wil dit bereiken door het instrumentarium van de ruimtelijke ordening in te zetten: op regie voeren op het behoud en versterking van kwaliteiten en identiteit van Deurne; op gewenste ruimtelijke ontwikkelingen waar mogelijk planologisch faciliteren; op ruimte voor maatschappelijk initiatief vanuit het beginsel “Deurne koerst op eigen kracht. Wat hebben we daarvoor gedaan? Voor het bereiken van deze doelstellingen zet de gemeente de volgende trits instrumenten in: structuurvisie, bestemmingsplannen en welstandsnota. In 2012 zijn de volgende acties verricht:
48
Structuurvisie In 2012 zijn de eerste ervaringen opgedaan met de in 2011 vastgestelde gemeentelijke structuurvisie en de bijbehorende Nota kostenverhaal. Er heeft een eerste storting plaatsgevonden in het mobiliteitsfonds dat aan de Nota kostenverhaal verbonden is. De ervaringen worden betrokken bij de evaluatie en actualisering van beide documenten in 2013. Bestemmingsplannen Voor het stedelijk gebied zijn in 2012 6 bestemmingsplannen vastgesteld: Actualisering van bestemmingsplannen: Bestemmingsplan Koolhof; Individuele en particuliere bestemmingsplannen: o Bestemmingsplan “Broekstraat-Neerkant”; o Bestemmingsplan “Kulertseweg 14”; o Bestemmingsplan “Molenstraat 45”; Kleinere planherzieningen: o Bestemmingsplan “Bedrijventerrein Helmondsingel”, 1ste herziening; o Bestemmingsplan “Rijtse Vennen”, 1ste herziening. Voor 6 bestemmingsplannen is de voorbereiding gestart. Dit betreft de actualiseringsplannen voor “Centrum Deurne”, “Bedrijventerreinen Deurne, Zuid en West” en “Kom Liessel”. De andere drie bestemmingsplannen betreffen “Zonnedauw”, “Industrieweg-Noord” en “Stationsstraat-Haspelweg”. Voor het buitengebied is in 2012 gewerkt aan de Tweede herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied”. Aan dit bestemmingsplan is een groot aantal particuliere initiatieven gekoppeld. Onderdeel van de herziening is verder het beleidskader “Kwaliteitsverbetering landschap”. Met dit kader wil de gemeente invulling geven aan het uitgangspunt dat kwaliteit leidend moet zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied. Met dit kader geeft de gemeente tevens invulling aan de verplichting voor landschapsverbetering die is opgenomen in de provinciale Verordening Ruimte. Welstandsnota In 2012 is gewerkt met de in 2011 vastgestelde nieuwe welstandsnota. De welstandsnota is een dynamisch beleidsdocument wat betekent dat als er sprake is van nieuwe ruimtelijke plannen de welstandsnota daarop aangepast wordt. Voor het plangebied “Zonnedauw” waar woningbouw is voorzien is in 2012 de eerste wijziging van de welstandsnota in procedure genomen. Overig In 2012 is een start gemaakt met de ontwikkeling van beleid voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB). Een en ander zal straks geïmplementeerd worden in de 3e reparatie herziening bestemmingsplan buitengebied.
49
2.2.2.7 Cluster Plattelandsontwikkeling Doelstellingen Algemene doelstellingen binnen dit cluster zijn: Leefbare kleine kernen met voldoende voorzieningen en faciliteiten voor zowel jong als oud; Ontwikkelingsmogelijkheden op basis van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen voor de intensieve veehouderij in Deurne; Ontwikkelmogelijkheden voor nieuwe economische dragers op het platteland; Een duurzaam en ecologisch watersysteem; Ruimte voor flora en fauna in een natuurlijk leefmodel; Voldoende mogelijkheden voor ontspanning en recreatie voor alle inwoners van Deurne. Leefbaarheid is met name uitgewerkt in de Integrale Dorps Ontwikkelings- Programma’s (IDOP’s). Ecologie is uitgewerkt in projecten als: leefgebied knoflookpad, aanleg Ecologische VerbindingsZones (EVZ’s), LandschapOntwikkelingsPlan (LOP) en Peelvenen. Economie krijgt inhoud in de vorm van projecten als: ontwikkelplan Landbouw Ontwikkelings Gebied (LOG), projectvestiging glastuinbouw, Deurne, PaardenWereld (DPW) en toeristisch/ recreatief concentratiegebied Groene PeelVallei (GPV). Vanzelfsprekend worden alle projecten beschouwd vanuit de invalshoeken People, Planet en Profit en wordt geprobeerd op al die terreinen in ieder project ‘winst’ te boeken. Wat hebben we daarvoor gedaan? IDOP’S De uitvoering van de IDOP’s (leefbaarheid kleine kernen) is in 2012 in de laatste fase terecht gekomen. De meest in het oog springende projecten zijn daarbij: De bouw, oplevering en ingebruikname van de sporthal in Liessel, inclusief het beheer door de stichting BELSA, dit project bevindt zich thans in de fase van administratieve afronding; De start van de bouw van het mfa-Vlierden, met een voorziene afronding in 2013. Watersystemen (onder verantwoordelijkheid van het waterschap Aa en Maas) Uitvoering EVZ Astense Aa, op de grens van Deurne en Asten; Uitvoering van de waterberging Groene Peelvallei, voornamelijk op grondgebied van GemertBakel en Helmond en Planontwikkeling EVZ Oude Aa, deels op Helmonds en deels op Deurnes grondgebied. Toerisme en recreatie Samenwerkingsovereenkomst tussen Helmond en Deurne voor de realisatie van het toeristisch/ recreatief concentratiegebied Groene Peelvallei; Vaststelling plan en start uitvoering omvorming/ verloving Zandbos (van overwegend naaldbos naar overwegend loofbos) Vaststelling plan optimalisatie recreatieve routestructuren Groene Peelvallei Aanwijzing tot ‘Natuurpoort’ van de Peelhoeve aan het Leegveld; Verbetering van de verschillende routestructuren (bijv. Vlierden, begraafplaats Wiegersma, menroute)
50
Peelvenen Toekenning Europese Life+-subsidie voor de uitvoering van het plan Koningshoeven; Afronding van de maatregelen met betrekking tot de waterbeheersing rond de woningen aan de Soemeersingel. Financieel- administratieve afwikkeling aanleg jaagpad eerste fase ‘Voor wat hoort wat’ Voltooiing van het project met ondersteuning bij de ontwikkeling van het VAB-beleid en de realisatie van Wifi op strategische punten in Deurne centrum; Het project bevindt zich thans in de fase van administratieve afronding Projectvestiging glastuinbouw: Voorbereiding van de sloop van de aanwezige woningen en bedrijfsgebouwen; Eerste contacten met belangstellenden in een zich langzaam en voorzichtig herstellende markt Glastuinbouw maatwerk Helenaveen: Afronden verplaatsing van twee glastuinbouwbedrijven, inclusief sloop van de verlaten locaties; Beëindiging van bedrijfsactiviteiten en sloop van vier glastuinbouwbedrijven Deurne Paardenwereld: Heroriëntatie van het project: Positie, kwaliteit en rol onderwijsinstelling; Positie en inzet van marktpartijen. Risico’s: De gemeente Deurne neemt een faciliterende in plaats van initiërende rol. Het ineenschuiven van de Reconstructiecommissie en het Streekplatform zorgt voor een andere organisatie. De regionale ondersteuning door de provincie wordt in financiële zin sterk beperkt. De streek (De Peel) sluit een gebiedscontract met de provincie. Er wordt meer aan inzet en bijdrage van samenleving en bedrijfsleven verwacht. Feitelijke uitvoering en realisatie van ideeën kunnen slechts nog op bescheiden steun rekenen. 2.2.2.8 Kosten bestaand beleid Thema Omgeving Rekening 2011 * € 1.000 Lasten Baten Resultaat
26.442 16.269 -10.173
51
Begroting 2012 voor wijz. 21.731 10.796 -10.936
Begroting 2012 na wijz. 23.397 13.260 -10.138
Rekening 2012 30.016 22.074 -7.943
Toelichting verschillen begroting 2012 - rekening 2012 Thema Omgeving Begroting 2012 * € 1.000 Lasten Thema Omgeving 3.591 Cluster Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 14.024 Cluster Openbare ruimte en eigendommen 1.059 Cluster Verkeer en Mobiliteit 2.791 Cluster Milieu 1.416 Cluster Ruimtelijke Ordening 516 Cluster Plattelandsontwikkeling Totaal lasten Thema Omgeving 23.397 Baten Thema Omgeving 1.420 Cluster Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 7.897 Cluster Openbare ruimte en eigendommen 494 Cluster Verkeer en Mobiliteit 2.947 Cluster Milieu 163 Cluster Ruimtelijke Ordening 337 Cluster Plattelandsontwikkeling Totaal baten Thema Omgeving 13.260 Resultaat Thema Omgeving -10.138
Rekening 2012
Verschil BegrotingRekening
3.011 21.284 1.019 2.799 1.388 515 30.016
580 -7.261 41 -8 28 1 -6.619
1.468 16.861 529 2.839 165 212 22.074 -7.943
-48 -8.963 -35 108 -2 126 -8.814 -2.195
Onderstaand worden de belangrijkste verschillen tussen begroting 2012 en rekening 2012 van het Thema Omgeving, per cluster, toegelicht. Cluster Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving Toezicht en handhaving OROO € 28.000 (I) De buitengewoon opsporingsambtenaren en de toezichthouders hadden voor de uitvoering van hun werkzaamheden minder t meetapparatuur, speciale kleding en trainingen nodig (voordeel € 11.000). Uit een parkeertelling en -evaluatie in 2012 bleek dat er effectiever kan worden gehandhaafd. Door de tijden van controleren hierop aan te passen (meer controles op vrijdagen en zaterdagen) zijn binnen dezelfde afgenomen uren meer boetes opgelegd hetgeen tot een voordeel opleverde van € 4.000. De kosten kinderopvang zijn € 12.000 lager dan begroot. Dit verschil verklaart zich door een prioritering in de controles van gastouders. Hier wordt nu het toegestane minimum aan controles gehanteerd van 5%. Er wordt steekproefsgewijs gecontroleerd. Wabo €136.000 (I) In het kader van het plan van aanpak Wabo fase II is er het product Wabo ontwikkeld. Product WABO is een samengevoegd product van de producten Vergunningen Bouw- en Woningtoezicht, Monumenten, Milieuvergunningen, Milieumeldingen en een deel van Toezicht en Handhaving. Het doel hiervan is om alle taken en werkzaamheden die een relatie hebben met de Wabo samen te brengen. Hiermee is gestart in 2012 en in 2013 is dit feitelijk tot stand gekomen.
52
De externe lasten laten een voordeel zien van € 76.000 t.o.v. begroting. Dit wordt veroorzaakt door Van de SRE Milieudienst hebben wij nog een kwantumkorting ontvangen over 2e helft van 2011 i.v.m. de hoeveelheid afname van producten in 2011 was dit nog een aanzienlijk bedrag. Ten opzichte van de najaarsnota nog een positief verschil van € 18.000 Verder zijn er minder milieu aanvragen uitbesteed. Oorzaak hiervan is dat door het verminderen van het aantal aanvragen ruimte vrij is gekomen bij de regisseurs waardoor er minder ondersteuning is geweest bij de inhoudelijke beoordeling. Voordeel van € 37.000. De kosten voor bezwaar- en beroepsprocedures, het inrichten van de processen in het ondersteunend programma en overige ondersteunende kosten. Deze kosten zijn uiteindelijk € 16.000 lager dan begroot. Overige kleine verschillen ad € 6.000 De externe baten laten een voordeel zien van € 54.000. Voornaamste redenen hiervoor zijn: Ondanks de daling van het aantal aanvragen omgevingsvergunning met de activiteit bouw, zijn de legesinkomsten hoger. Dit wordt veroorzaakt omdat er meerdere grotere aanvragen zijn, o.a. van agrarische- en industriële bedrijfsbebouwing, waardoor de gemiddelde legesinkomsten per aanvraag hoger is dan begroot. Een incidenteel voordeel van € 118.000. De begroting van 2012 is gebaseerd op de eerste ervaringscijfers van de Wabo. Nu blijkt dat het daadwerkelijk aantal aanvragen voor de activiteit RO lager is dan begroot wat ook gevolgen heeft voor de inkomsten. Daarnaast is er in de begroting een verkeerde aanname gedaan van de inkomsten bij aanvragen die vooraf zijn gegaan door een vooroverleg. Per saldo een nadeel van € 68.000. Bezwaar bouwleges Budget neutraal € -342.864 Tegen de leges aanslagen van de aanvragen aan de Helmondsingel (Mob-complex) is door aanvragers bezwaar, beroep en hoger beroep aangetekend. Tijdens de mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft het Hof de partijen in overweging gegeven om een minnelijke schikking dan wel een regeling buiten rechte te bezien. Naar aanleiding hiervan zijn er gesprekken gevoerd met de belanghebbenden. Dit heeft geleid tot een regeling buiten rechte, gebaseerd op een door partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst. In deze overeenkomst is uitgegaan van de werkelijke aanneemsom. Dientengevolge heeft er een terugbetaling plaatsgevonden. Dit bedrag wordt betaald vanuit de egalisatie reserve “bouwleges Mob-complex”. Per saldo is dit budget neutraal. Na restitutie bedraagt de totale inkomsten nog altijd € 424.422 en de uitgaven tot nu toe ongeveer € 30.000. In de begroting 2013 is rekening gehouden dat € 300.000 vrijvalt uit deze reserves als incidenteel dekkingsmiddel. Gelet op de nog te verwachten kosten in 2013 zal ongeveer nog een bedrag van € 80.000 resteren. Cluster Openbare ruimte en eigendommen Wegen nihil Het product wegen vertoont onder de streep bijna geen verschil. Het betreft immers een gedeeltelijke gesloten exploitatie. Echter binnen het groot onderhoud zijn er qua begroting versus werkelijkheid toch enkele verschillen tussen de lasten, baten en reserveringen die per saldo wel nihil zijn. Grootste oorzaak zie de onderhandenwerken op projectmatige basis die vaak jaar overstijgend zijn en derhalve voor de afwijkingen zorgen.
53
Reiniging wegen € 13.000 (I) De stortkosten, die voortvloeit uit het reinigen van wegen, in 2012 zijn lager dan geraamd. Het tonnage afval fluctueert jaarlijks. Daarnaast is er minder uitbesteed aan de onkruidbestrijding en zijn er minder prullenbakken aangeschaft door het tijdig treffen van preventieve maatregelen tegen vandalisme tijdens de jaarwisseling. Gladheidbestrijding € 20.000 (I) Het verschil van € 20.000 wordt veroorzaakt door de zachte winter in het begin en aan het eind van het jaar 2012. Hierdoor is er minder wegenzout aangekocht en minder inzet van derden nodig geweest. Openbare verlichting € 12.000 (I) In 2012 hebben minder vervangingen plaatsgevonden aan de openbare verlichting, dit heeft geresulteerd tot een incidenteel voordeel van € 12.000. Beheer gronden
€ 1.505.000(I)
Verkoop eigendommen grond € 1.454.000(I) In verband met de verkoop van gronden in het kader van het project “Laaghangend fruit” (als onderdeel van het plan van aanpak inzake “exploitatie en onderhoud eigendommen) zijn percelen landbouwgrond verkocht. In dit project zijn 2 verkopen van erfpachtgronden, 1 verkoop aan het Waterschap en 5 percelen via een verkoop bij inschrijving gerealiseerd. De totale bruto winst (inkomsten minus de boekwaardes en overige kosten) is € 1.462.000. Hiertegenover stonden de kosten van € 8.000. Deze bedragen zijn niet in de begroting van 2012 opgenomen. Overige € 50.000(I) Oorzaak zijn hogere ontvangen huren dan begroot en verkoop van kleine stukken grond. Beheer gebouwen
-/- € 12.000 (I) -/- 57.000 (SNV)
Beheer gebouwen (regulier budget) -/- €12.000 (I) Betreft afwijkingen op diverse posten, zoals heffingen, overige goederen en diensten, gas en elektra. De kantine-inkomsten van de sporthal Peelhorst geven een positief verschil dat abusievelijk niet meegenomen is in de begroting 2012. In 2013 is dit inmiddels aangepast. Woonwagenlocaties /- € 57.000 (SNV) De woningbouwvereniging lost af op een aan hen verstrekte lening, hetgeen op de balans (verstrekte geldleningen) verantwoord wordt. Echter zijn deze aflossingen ten onrechte ook als huuropbrengsten in de algemene dienst begroot. Dit leidt tot een nadeel voor 2012 tot en met 2016. Beheer gronden/gebouwen (MVA) -/- € 184.000 Zoals besloten bij de najaarsnota 2012 en nota Grondexploitatie 2012-2019 zijn n.a.v. gewijzigde wetgeving (BBV, Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten) gronden en gebouwen uit de Grex op de balans overgebracht van balanspost Voorraden (Grondexploitatie) naar balanspost Materiële Vaste Activa. De boekwinst (€ 590.000) is ten gunste gebracht van de reserve met bufferfunctie. Met deze overgang worden ook de begrote en werkelijke beheerskosten, rente kosten en verwachte boekwinsten op verwachte verkopen, overgeheveld naar de algemene dienst (exploitatie). Doordat met name de begrote verkopen op gebouwen nog niet hebben plaats gevonden in 2012, heeft dit tot een rente nadeel van € 61.000 geleid en minder opbrengsten en dus lagere boekwinst uit verkopen van gebouwen van € 123.000. 54
Groen buitengebied € 13.000 (I) In 2012 zijn er met name meer incidentele baten geweest dan geraamd. Er is meer hout verkocht wat gekapt is in de bossen (€ 7.000). Daarnaast zijn er diverse schaden opgelegd naar aanleiding van beschadigen aan bomen door auto-ongevallen (€ 3.000). En tenslotte is een bijdrage ontvangen ten laste van reconstructie (€ 3.000) voor het laanherstel IDOP Helenaveen. Groen bebouwde kom € 43.000 (I) Vanaf 2012 werd over de gehele gemeente gebruik gemaakt van beeldbestekken. Bij deze systematiek hoort ook een financiële inhouding op het moment dat het werk niet naar behoren wordt uitgevoerd. Hierdoor vallen de kosten lager uit dan begroot (€ 60.000). Hiertegenover staan de kosten voor inkoop (€ 17.000) van de nieuwe bestekken. Belangrijke onderdelen die gewijzigd zijn: Integraal bestek, kantonnierswerk inclusief groen Inzet van mensen met een beperking tot de arbeidsmarkt. Afvalwaterbeheer € 98.000 (I) Het product afvalwaterbeheer is een gesloten exploitatie, dat wil zeggen dat het saldo wordt gestort in, of onttrokken uit de voorziening afvalwaterbeheer. De uitgaven vinden plaats rechtstreeks op de voorziening, de inkomsten staan op de exploitatie. Daarnaast worden de kosten voor kwijtschelding, de kosten heffen van rioolheffing (via Belasting Samenwerking Oost Brabant (BSOB) ) en de btw niet op het product afvalwaterbeheer geboekt. Het verschil op het product afvalwaterbeheer kan als volgt worden verklaard: kwijtschelding rioolheffing 20.000 kosten bsob 3.000 btw 75.000 totaal 98.000 Kwijtschelding kosten bsob Deze kosten worden niet binnen het product afvalwaterbeheer verantwoord, maar op het product minimabeleid en belastingsamenwerking. Deze kosten zijn wel meegerekend in het tarief en daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. BTW BTW is voor de gemeente geen kostenpost, maar wordt wel meegenomen in het tarief voor afvalwaterbeheer. Daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. Rioolaansluitingen en waterbeheer € 46.000 (I) Het overschot wordt voornamelijk veroorzaakt door het onderdeel watergangen: In de begroting 2012 is rekening gehouden met de kosten van maatregelen om wateroverlast bij stremming van afvoer in de Rijtvenseloop te voorkomen. Aangezien deze pas in 2013 uitgevoerd worden zijn als gevolg daarvan de middelen in 2012 niet besteed. In 2012 werd met het waterschap een overeenkomst gesloten over de gemeentelijke bijdrage in de kosten van het onderhoud van de EVZ’s (Ecologische Verbindings Zones). De bijdrage neemt de komende jaren toe door de geleidelijk groei van gerealiseerde EVZ’s. Het gebied waarvan in 2012 de bermsloten zijn gemaaid levert minder maaisel en dus minder stortingskosten op dan het gebied dat in 2011 werd gemaaid.
55
Cluster Verkeer en Mobiliteit Verkeersinrichting € 14.000 (I) Dit positief saldo heeft 3 oorzaken: De vervanging/aanpassingen van de verkeersregelinstallatie (VRI) op de centrumring komen ten laste van het project Verkeer Centrumring (reeds toegelicht in najaarsnota). Het verkeersbesluit “Blauwe zone Roothaertstraat e.o.” niet is uitgevoerd in 2012 zoals gepland maar wordt in het voorjaar 2013 uitgevoerd vanwege ingekomen bezwaren. Deze moeten volgens de juridisch procedures afgewerkt worden. Ontvangen en tevens niet begrote opbrengsten uit verhaalschades en bijdrage van derden in de kosten (€ 5.000) Betaald parkeren € 33.000 (I) e Begroting 2012 is gewijzigd (1 begrotingswijziging) op basis van de nota evaluatie parkeerbeleid. Hierdoor zijn de verwachte lasten maar vooral de opbrengsten meer realistischer geraamd. De lasten zijn t.o.v. de primitieve begroting € 17.000 lager hetgeen vooral veroorzaakt wordt door een lagere bijdrage aan de Vve (Vereniging van Eigenaren) ad € 12.000 inzake de parkeergarage en minder uitgevoerde reparaties ad € 5.000 aan maaiveld apparatuur. De baten vertonen een positief verschil van circa € 14.000 t.o.v. de najaarsnota 2012. Bij de najaarsnota 2012 gingen we nog uit van een lagere opbrengst ad € 45.000 in 2012. Bij de jaarrekening bleek dat deze minder opbrengst nog enigszins meevalt, namelijk € 31.000. Een geringe afwijking van 2,9%. Cluster Milieu Afval
-/- € 18.000 (I)
Aangezien het product afval een gesloten exploitatie betreft, worden de positieve en negatieve verschillen gestort dan wel onttrokken uit de reserve afval. Het verschil op afval -/- € 18.000 kan als volgt worden verklaard: begroot realisatie verschil Kwijtschelding afvalstoffenheffing 67.595 58.072 -9.523 kosten bsob 44.582 44.582 0 19% BTW over de met BTW belaste kosten 344.394 327.368 -17.027 overigen -8.087 8.087 Totaal 448.484 430.022 -18.463 Kwijtschelding afvalstoffenheffing en kosten bsob Deze kosten worden niet binnen het product afval verantwoord, maar op het product minimabeleid en belastingsamenwerking. Deze kosten zijn wel meegerekend in het tarief en daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. BTW BTW is voor de gemeente geen kostenpost, maar wordt wel meegenomen in het tarief voor afval. Daarom wordt dit gecorrigeerd bij het sluiten van de exploitatie. Milieucommunicatie en-educatie € 12.000 (I) Er is € 7.000 minder uitgegeven dan begroot doordat er minder milieucommunicatie projecten zijn uitgevoerd dan aanvankelijk gepland. Het project Groene Voetstappen is niet doorgegaan. De bedoeling is dat dit in de toekomst samen met Veilig Verkeer Nederland wordt uitgevoerd. Andere projecten zijn niet uitgevoerd doordat het dossier oud papier meer tijd kostte dan verwacht. Daarnaast is er een bedrag van € 5.000 ontvangen van Bergopwaarts als bijdrage die niet begroot was.
56
Cluster Ruimtelijke ordening n.v.t. Cluster Plattelandsontwikkeling Reconstructie/Plattelandsontwikkeling -/- € 31.000 (I) In 2012 is er een nadelig resultaat op de projecten van € 31.000. Dit wordt met name veroorzaakt door afrekening Jaagpad Helenaveen. Interne lasten € 482.000 Bij Thema Dienstverlening en organisatie hebben we een voordeel op interne kosten van € 482.000 Dit verschil bestaat uit 2 componenten. Ten eerste is er een afwijking op het uurtarief door verschillen in de interne kosten, zoals personeelslasten en automatiseringskosten. Ten tweede is er een afwijking in het totaal aantal uren die voor dit thema geschreven zijn. De grootste afwijking in uren ontstaat bij het cluster Toezicht en Handhaving. Belangrijkste oorzaken zijn: De uren voor de stadswachten zijn geraamd, echter in werkelijkheid worden de stadwachten ingehuurd bij de gemeente Helmond In de begroting 2012 zijn uren geraamd die door de bezuinigingen niet meer ingevuld zijn. De salarissen worden bezuinigd echter de begrote uren zijn niet meer bijgesteld.
2.2.2.9 Projecten/investeringen Omschrijving project/ investering Zuidelijke omlegging
Chemievrij onkruidbeheer Aanpassingen gemeentehuis Milieustraat
Totaal thema Omgeving
Investerings Gerealiseerd Toelichting -bedrag t/m 2012 4.100.000
471.000 Uitvoering raadsopdracht RO 5 Project is uitgesteld als onderdeel van de bezuinigingen. Echter met de grondwerving moet wel worden door gegaan, hetgeen de reeds gemaakt kosten verklaard. 248.000 Project is afgerond in 2012 en levert een positief saldo op van € 12.000. 4.000 Op deze investering is in 2013 een bezuiniging doorgevoerd. 14.000 Investering heeft betrekking op de nieuwe aanbesteding en koers van de milieustraat, inclusief grond. Het SRE is daar namens de gemeente mee bezig. Verwacht word dat er medio/eind 2013 meer duidelijkheid zal zijn over de koers en de financiële gevolgen daarvan. 737.000
261.000 1.024.000 558.000
5.943.000
2.2.2.10 Bezuinigingen Thema Omgeving Separate monitor. 57
2.2.3
Thema Werken
Werkgelegenheid en ondernemerschap zijn cruciaal voor een gemeente binnen het thema werken. De gemeente Deurne heeft als doelstelling een zelfredzame lokale overheid te zijn die voor het realiseren van de doelen, de acties en de ontwikkelingen, binnen dit thema, ondersteunende en faciliterende werkzaamheden verricht voor haar burgers. Het thema omvat twee vaste clusters, namelijk economische ontwikkeling en arbeidsmarktbeleid. Binnen het cluster Economische ontwikkeling worden ontwikkelingen, opdrachten en activiteiten beschreven op het vlak van detailhandel, bedrijventerreinen, economische stimulering, innovatie en positionering in de regio. Binnen het cluster arbeidsmarktbeleid wordt dit gedaan voor werkgelegenheid, het Participatiebudget en de Wet Sociale Werkvoorziening. Het programma is ingedeeld in de volgende clusters: Economische Ontwikkeling Arbeidsmarkt beleid Raadsopdrachten RWe1. Voer de Ruimteplanner integraal uit. RWe2. Versterk de positie van Deurne in de regio Brainport-Greenport en benut de kansen. RWe1. Voer de Ruimteplanner integraal uit. Hiervoor lopen diverse acties te weten: het actieprogramma bedrijventerreinen, een pilot herstructurering Kranenmortel, het oprichten van een database bedrijventerreinen, het opstellen van uitgiftebeleid RWe2. Versterk de positie van Deurne in de regio Brainport-Greenport en benut de kansen. Deurne is zeer actief betrokken bij regionale bedrijventerreinen beleid en vervult daar namens de Peelgemeenten een trekkersrol. Er is voor bespreking van dit onderwerp een commissie- en raadsbehandeling opgenomen in de raadskalender. Ook heeft Deurne actief ingezet op het opstellen van een lokale Brainportagenda. Primair is de rol van de gemeente daarin faciliterend. Initiatieven moeten van ondernemers komen. Ook hier zoekt Deurne actief de samenwerking met de regio. 2.2.3.1 Clusters 2.2.3.2 Cluster Economische Ontwikkeling Doelstellingen
58
Ondernemers en werkgelegenheid behouden op bedrijventerreinen en een aantrekkelijke gemeente zijn voor nieuwe ondernemers; Een aantrekkelijk winkelklimaat voor de inwoners en de bezoekers van Deurne; Een duurzame en brede economische structuur; Het versterken van de economie en arbeidsmarkt in de gemeente Deurne. Wat hebben we daarvoor gedaan? Herstructurering bedrijventerreinen: In 2012 is de pilot Kranenmortel opgeleverd, als eerste van de projecten uit het Integraal Actieprogramma Bedrijventerreinen uit 2011. Herstructurering via private partijen blijkt daarmee kansrijk. Besloten is deze aanpak te vervolgen. Naast het verbeteren van de private ruimte is er ook aandacht voor de openbare ruimte in de Kranenmortel. Daarvoor is in overleg met het bedrijfsleven een ambitiekader Ruimtelijke Kwaliteit opgesteld. Daarnaast zijn in 2012 ook in een aantal lopende projecten mooie resultaten geboekt, zoals de herontwikkeling van verouderd vastgoed aan zowel de Industrieweg West als op diverse plaatsen op De Leemskuilen. Behoud van ondernemers en werkgelegenheid Voorbeelden daarvan zijn: De voorgenomen vestiging van Edco, met een potentie van 200 banen. Nieuwbouw van Fuji seal op de Leemskuilen De uitbreiding, vestiging van Oskomera op Binderen De realisatie van een bedrijfsverzamelgebouw op de hoek Huub van Doorneweg en Liesselseweg. Regionale samenwerking Op basis van de lokale Brainportagenda, haakt Deurne aan bij die thema’s van de regionale samenwerking die van toegevoegde waarde zijn bij de economisch structuurversterking. In 2012 is de focus daarbij gelegd op Food en is met de Peelgemeenten inclusief Helmond gesproken over een gezamenlijk plan de campagne. In 2012 is via het sub-regionale bedrijventerreinen overleg in de Peel de visie “werklocaties de Peel” opgesteld. Deze visie heeft input gegeven aan de regionale programmering van bedrijventerreinen op de schaal van Zuidoost Brabant (SRE). Op het niveau van de Peel is verder gewerkt aan een uitvoeringsagenda van de visie met naast programmering van de werklocaties ook aandacht voor thema’s als herstructurering en parkmanagement van bedrijventerrein. Overige Via het overlegplatform Dynamisch Ondernemend Deurne (DOD), zijn in 2012 de eerste stappen gezet om de werkgevers van Deurne aan te laten haken bij het Werkgeversplein regio Helmond. Afgelopen jaar is de impasse doorbroken rondom de invulling van de perifere detailhandels vestiging aan de Stationsstraat/Haspelweg. Er is een koersdocument vastgesteld dat zijn beslag krijgt in het bestemmingsplan.
59
2.2.3.3 Cluster Arbeidsmarkt beleid Doelstellingen Het bevorderen van de arbeids- en maatschappelijke participatie van de Deurnese burgers; Betere aansluiting van scholing naar werk (proactief inspelen op de ontwikkelingen ten aanzien van werkgelegenheid); Streven naar het vergroten van de arbeidsparticipatie, inburgering en maatschappelijke participatie door deelname aan volwasseneneducatie. Wat hebben we daarvoor gedaan? Convenant arbeidsmarkt In 2012 is het convenant regionaal arbeidsmarkt vastgesteld. De ambitie van het convenant is te komen tot 80% van de werknemers op WCP (World class performance, in nl. MBO 4) niveau. De uitwerking van het convenant blijft achter bij de verwachting. Vooral de algehele coördinatie wordt gemist. In regionaal verband is besloten dat de werkgevers aan zet zijn bij de uitwerking van het convenant. Uitvoeringsplan arbeidsmarkt Naast de uitvoering van het convenant arbeidsmarkt is op verzoek van de provincie een uitvoeringsplan arbeidsmarkt ontwikkeld met als titel: “Aan de slag”. De speerpunten daarin zijn: excellente scholingsinfrastructuur werkzekerheid, scholing en HRM participatie werkeloze beroepsbevolking organiserend vermogen In het schrijfproces zijn nu vooral de grotere centrumgemeentes betrokken. Er wordt gezocht naar meer betrokkenheid van de andere gemeentes. Inburgering Op basis van het visiedocument Participatiebudget 2011-2014 worden met ingang van 1 januari 2012 alleen nog inburgeringstrajecten aangeboden aan de verplichte doelgroep van de Wet inburgering. De raad heeft ingestemd met de aangepaste verordening inburgering Deurne 2012. Bij deze aanpassing zijn de landelijke wijzigingen meegenomen. In 2012 liepen 16 actieve inburgeringstrajecten. Daarvan zijn 4 trajecten succesvol afgesloten met een inburgeringsdiploma. De overige 12 trajecten zijn nog niet afgerond. Projecten specifiek voor Deurnese klanten/uitkeringsgerechtigden In 2012 liepen diverse projecten specifiek voor Deurnese klanten/uitkeringsgerechtigden, namelijk het energieproject, het project veiligheid op straat en het project “aan de slag”. Door gerichte inzet van het participatiebudget zal een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het realiseren van de doelen. In het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) heeft Deurne een aantal cursussen bij het ROC ingekocht. Deze cursussen zijn gericht op arbeidsparticipatie, inburgering en maatschappelijke participatie. Denk aan een cursus als ‘alfabetisering’, ‘taal en rekenen voor thuis en op het werk’, VAVO (middelbaar onderwijs voor vroegtijdig schoolverlaters), ‘Grip op je knip, budgettering’, ‘communicatie op de werkvloer’.
60
Participatiewet/ Wet werken naar vermogen In het Regeerakkoord van het kabinet, is opgenomen dat het Wetsvoorstel Werken naar Vermogen wordt vervangen door een nieuwe Participatiewet die per 1 januari 2014 wordt ingevoerd. De wetsvoorbereiding vindt met de Peelgemeenten plaats. Positief bedrijfsresultaat Atlant Groep 2011 In 2012 heeft de gemeente Deurne een incidenteel voordeel ontvangen van € 484.075,- in verband met uitkering ‘positief resultaat Atlant Groep 2011’. Het bedrag van € 239.704,- was reeds opgenomen in de begroting 2012 en is omstreeks augustus aan Deurne uitgekeerd. Het bedrag van € 244.371,- is eind 2012 aan Deurne uitgekeerd. Deze was niet in de begroting opgenomen. 2.2.3.4 Kosten bestaand beleid Thema Werken Rekening 2011 * € 1.000 Lasten Baten Resultaat
8.126 7.652 -474
Begroting 2012 voor wijz. 6.899 6.378 -521
Toelichting verschillen begroting 2012 - rekening 2012 Thema Werken Begroting 2012 * € 1.000 Lasten Thema Werken 436 Cluster Economische Ontwikkeling 6.795 Cluster Arbeidsmarkt beleid Totaal lasten Thema Werken 7.231 Baten Thema Werken 91 Cluster Economische Ontwikkeling 6.676 Cluster Arbeidsmarkt beleid Totaal baten Thema Werken 6.767 Resultaat Thema Werken -465
Begroting 2012 na wijz. 7.231 6.767 -465
Rekening 2012 8.257 8.709 452
Rekening 2012
Verschil BegrotingRekening
1.530 6.727 8.257
-1.094 68 -1.026
1.323 7.386 8.709 452
-1.232 -711 -1.943 -917
Onderstaand worden de belangrijkste verschillen tussen begroting 2012 en rekening 2012 van het Thema Werken, per cluster, toegelicht. Cluster Economische Ontwikkeling Economische Zaken € 15.000(I) Op het werkbudget van Economische zaken is een overschot omdat een aantal onderzoekskosten doorberekend konden worden aan het SRE. De kosten voor parkmanagement over 2010, 2011 en 2012 zijn betaald in 2012. De werkelijke kosten die door het parkmanagement gemaakt zijn (blijkend uit hun jaarrekening) zijn lager dan de gemeente opgenomen had in haar begroting. In het verleden zijn er hogere bedragen uitbetaald. Het totaal bedrag over de jaren komt overeen met de gemaakte afspraken met het Parkmanagement. De kosten voor DOD waren lager dan begroot, DOD is een overlegplatform waarin de gemeente Deurne en het verenigd bedrijfsleven zijn vertegenwoordigd. 61
Projectkosten Lokaal Herstructureringsfonds In 2012 zijn de volgende uitgaven gedaan: Project Project Fabrieksstraat‐Oost (aankoop minus verkoop) Industrieweg-West Business-Case traject Project Philipslocatie
Totale kosten 34.046 6.808 7.254 892.454
Deze kosten worden voor 50% gedekt uit de reserve van het Lokaal Herstructureringsfonds en voor 50% uit de bijdrage van de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM). Zowel de kosten als de onttrekking uit de reserve en voorziening waren niet begroot. Per saldo leidt dit niet tot een resultaat. Cluster Arbeidsmarktbeleid Sociale werkvoorziening Overhevelen
€ 366.000(I) €91.000(I)
De gemeente Deurne heeft de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), tezamen met de overige Peellandgemeenten, aan de Atlant‐Groep gemandateerd. De middelen vanuit het Rijk worden na aftrek van de uitvoeringskosten overgedragen aan het Wsw‐bedrijf. De externe kosten bestaan uit de uitvoeringskosten en het toegekende subsidie aan het Wsw-bedrijf. Er is een voordelig saldo van € 366.000. Dit wordt veroorzaakt door: € 38.000,- (aanvullende Subsidie in verband met premie ontwikkeling). € 91.000,- (ontvangen bonusmiddelen 2010). Middelen overhevelen naar 2013. € 244.000,- (winstuitkering 2011 Atlant). De bonusmiddelen uit 2010 zijn in 2012 ontvangen en dienen ten gunste te komen van de doelgroep. Besteding zal in 2013 plaatsvinden. Participatiebudget € 335.000 (I) Op de voorziening Inburgering werden de rijksbijdrage Wet inburgering en de Regeling vrijwillige inburgering niet G-31 gemeenten over de jaren 2007, 2008 en 2009 geboekt. Bij definitieve vaststelling van deze rijksbijdrage dienen we een bedrag van € 56.000,- terug te betalen aan het Ministerie. Het overige saldo ad. € 332.000,- valt vrij ten gunste van het resultaat. De voorziening kan hierdoor vervallen. Interne kosten Op de interne kosten heeft het thema Werken een voordeel van € 200.000. Dit verschil bestaat uit 2 componenten. Ten eerste is er een afwijking op het uurtarief door verschillen in de interne kosten, zoals personeelslasten en automatiseringskosten. Ten tweede is er een afwijking in het totaal aantal uren die voor dit thema geschreven zijn. De grootste afwijking in uren ontstaat bij economische zaken en participatiebudget. Door met name een vacature en bezuiniging binnen economische zaken is hier minder tijd aan besteed dan geraamd. Hierdoor is er prioritering geweest in werkzaamheden. Op participatiebudget worden minder uren verantwoord door overdracht werkzaamheden aan Werkplein.
62
2.2.3.5 Projecten/investeringen Omschrijving project/ investering Lokaal Herstructureringsfonds Deurne
Investerings- Gerealiseerd Toelichting bedrag t/m 2012 5.000.000
1.168.000 Voor de revitalisering en herstructurering van bedrijventerreinen is een fonds opgericht: het Lokaal Herstructureringsfonds Deurne. De gemeente Deurne brengt in het fonds € 2.500.000 in als risicodragend kapitaal. De Brabantse Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen doet dit met hetzelfde bedrag. Van die € 2.500.000 is inmiddels ruim € 1.076.000 door de gemeente ingebracht.
2.2.3.6 Bezuinigingen Separate monitor
63
2.2.4
Thema Samenleving
Vanwege een herziene situatie met betrekking tot de Stichting Welzijn Deurne wordt deze Raadsopdracht niet uitgevoerd en wordt de bezuiniging zoals oorspronkelijk gesteld is, doorgevoerd. De Raad is hiervan op de hoogte gebracht. Het programma is ingedeeld in de volgende clusters: Veiligheid en leefbaarheid Onderwijs en jeugd Sociale zaken Lokaal sociaal beleid & gezondheidsbeleid Raadsopdrachten RS 1.
Criminaliteit: stel concrete maatregelen op om bestaande overlast aan te pakken en toekomstige problemen te voorkomen (bijvoorbeeld meer gebruik van toezichthouders en bestuurlijke boetes). Jeugdoverlast is als prioriteit opgenomen in de Kadernota Integrale Veiligheid 2013-2014, het Handhavingsbeleidsplan gemeente Deurne en het Beleidsplan 2013-2014 van de Politie regio Oost-Brabant. Op basis hiervan is de aanpak van jeugdoverlast opgenomen i n de diverse uitvoeringsplannen. Hiermee is deze raadsopdracht gerealiseerd.
RS 3.
Realiseer een WMO-loket binnen het KCC gericht op een kwalitatief hoogwaardige intake met inachtneming van privacy en continuïteit. In 2012 is “de kanteling” ingevoerd in de uitvoeringspraktijk van de WMO. Dat houdt in dat er niet vanuit een loketgedachte wordt gewerkt maar dat op basis van zowel huisbezoeken als spreekkamergesprekken met de klant aan een brede vraagverheldering wordt gedaan. Het verstrekken van individuele voorzieningen staat hierbij niet voorop maar vormt onderdeel cq. kan de uitkomst zijn van het contact. Hiermee is een aanzienlijke kwalitatieve slag gemaakt die verder gaat dan de realisatie van een WMO-loket, aangezien hier de geenloket gedachte wordt nagestreefd. Daarmee is meer dan voldaan aan bovengenoemde raadsopdracht.
RS 4.
Integreer de Stichting Welzijn Deurne (SWD) in de ambtelijke organisatie. Vanwege een herziene situatie met betrekking tot de Stichting Welzijn Deurne wordt deze Raadsopdracht niet uitgevoerd en wordt de bezuiniging zoals oorspronkelijk gesteld is, doorgevoerd. De Raad is hiervan op de hoogte gebracht.
RS 5.
Stel uitgangspunten vast voor samenwerking met betrekking tot de transitie jeugdzorg in 2011 met aandacht voor de regionale visie en de relatie met (passend) onderwijs. In SRE- en Peelverband zijn de uitgangspunten vastgelegd met betrekking tot de transitie jeugdzorg. In Peelverband zijn deze uitgangspunten zoals vastgelegd in de notitie “Jeugdzorg dichtbij, in samenhang en effectief” in november en december door alle gemeenteraden 64
vastgesteld. Deze dienen als basis van waaruit in gezamenlijkheid verder wordt gewerkt. Hiermee is deze raadsopdracht gerealiseerd. RS 6.
Evaluatie Sociaal programma 2008 – 2010 en vaststelling nieuw sociaalprogramma. De raad heeft op in december 2012 het Sociaal Programma II 2012-2014 vastgesteld. Daarmee is de raadsopdracht gerealiseerd.
RS 7.
Nieuwe afspraken maken met dorps- en wijkraden (zie convenant) en duidelijkheid realiseren over de taken en rollen. De afgelopen periode laat zien dat er, met minimale ambtelijke inzet, een stabiele samenwerkingsrelatie met de dorps- en wijkraden lijkt te zijn ontstaan. Naar de opvatting van het college is deze raadsopdracht daarom niet langer actueel en kan deze komen te vervallen.
RS 8.
Onderwijshuisvestingsbeleid. Breng de toekomstige huisvestingsbehoefte van het primair onderwijs in Deurne en de financiële, ruimtelijke en kwalitatieve aspecten hiervan in beeld. Waar mogelijk en betaalbaar wordt dit gebouwelijk vertaald. Het eindresultaat wordt aan de raad voorgelegd Vooruitlopend op inventarisatie van de totale huisvestingsbehoefte voor Deurne heeft de raad besloten tot de nieuwbouw van de Piramide en de Brigantijn. Hiermee zijn de belangrijkste inhoudelijke knelpunten opgelost. De doorkijk naar de totale huisvestingsbehoefte dient nog plaats te vinden; een start is gemaakt in het vierde kwartaal van 2012. Alle kosten voor onderwijshuisvesting primair onderwijs worden gedekt uit de gesloten exploitatie onderwijshuisvesting. Om te voorkomen dat deze gesloten exploitatie op termijn ontoereikend is om alle kosten te dekken, is een actualisatie noodzakelijk.
RS 9.
Start een onderzoek op naar het aantal benodigde gemeenschapsaccommodaties c.q. het voorzieningenniveau. Uitgangspunt: alle nieuw te bouwen accommodaties dienen multifunctioneel te zijn. Uitvoering van deze raadsopdracht is in het vierde kwartaal van 2012 opgestart met een inventarisatie van de bezettingsgraad van accommodaties. Uitvoering van deze raadsopdracht zal in samenhang met RS 8 plaatsvinden.
2.2.4.1 Clusters 2.2.4.2 Cluster Veiligheid en leefbaarheid Doelstellingen Leefbare en veilige wijken en dorpen in Deurne waarin mensen zelf een actieve bijdrage leveren. Specifiekere uitgangspunten en prestatie-indicatoren hiervoor zijn opgenomen in de Kadernota Integrale Veiligheid 2013-2014 en het beleidsplan Wmo 2010-2014.
65
Vanuit diverse beleidsterreinen wordt gewerkt aan de doelstelling: Leefbare en veilige wijken en dorpen in Deurne waarin mensen zelf een actieve bijdrage leveren. Dat wil zeggen dat de specifiek vastgestelde (of te stellen) doelstellingen en resultaten op de diverse beleidsterreinen (o.a. veiligheid, jeugd, WMO, subsidies) uiteindelijk ook dienen te leiden tot het clusterdoel. Binnen alle beleidsterreinen vormen de uitgangspunten van Deurne koerst op eigen kracht een richtinggevend kader. Wat hebben we daarvoor gedaan? Integrale Veiligheid De kaders voor het veiligheidsbeleid van de gemeente Deurne in de periode 2009-2012 zijn vastgelegd in de Kadernota Integraal veiligheidsbeleid (IVB). Tevens zijn een aantal kernindicatoren aangewezen die na 4 jaar 10% onder het gemiddelde 1999-2007 dienden te komen. Voor het merendeel van de benoemde indicatoren is dit resultaat bereikt. In december 2012 heeft uw raad een nieuwe Kadernota IVB vastgesteld waarin de resultaten over de periode van 2009 tot en met 2011 verwerkt zijn ( gegevens 2012 nog niet beschikbaar). De beleidsprioriteiten voor de periode 2013-2014 zijn ongewijzigd. Periodiek wordt ook de subjectieve veiligheidsbeleving van de Deurnese inwoners gemeten. Dit gebeurt in de Veiligheidsmonitor. In 2012 is de veiligheidsmonitor 2011 beschikbaar gekomen. In de monitor van 2011 is door de inwoners wederom een 7,1 gegeven. Het beoogde doel van een score van 7,5 is hiermee niet gehaald. Dit kan o.a. te maken hebben met het feit dat de onderzoeksmethodiek van 2011 verschilt met die van 2007 waardoor vergelijking tussen beide cijfers statistisch gezien niet verantwoord is. Nieuwe Drank- en horecawet In 2012 zijn de voorbereidingen getroffen voor de implementatie van de nieuwe drank- en horecawet die met ingang van 1 januari 2013 van kracht is geworden. Toezicht op en handhaving van de wet komt bij de gemeente te liggen. Het college heeft hiertoe eind 2012 een aantal uitgangspunten geformuleerd Veiligheidshuis In het najaar van 2012 heeft het college het voornemen uitgesproken om alsnog deel te gaan nemen aan het Veiligheidshuis Peelland. Het voornemen tot deelname is geënt op de samenwerkingsambities die er in de Peel bestaan, in het bijzonder tussen Deurne en Helmond. Het Veiligheidshuis speelt op een aantal terreinen waarop de samenwerking plaats gaat vinden (of al vindt) een rol. Cruciaal daarbij is de transitie jeugdzorg en de daaraan gerelateerde uitvoering van het gedwongen kader (jeugd-justitie). Daarnaast speelt het Veiligheidshuis een rol bij de uitvoering van de prestatievelden 7,8 en 9 (van de WMO. De financiële consequenties worden in de Kaderbrief 2013 aan de orde gesteld. Subsidiebeleid In 2012 is de nieuwe Algemene Subsidieverordening gemeente Deurne 2013, het Subsidiebesluit Vrijwilligersorganisaties 2013 en het Subsidiebesluit Huisvestingssubsidies 2013 door de raad vastgesteld.
66
2.2.4.3 Cluster Onderwijs en jeugd Doelstellingen Jeugdigen groeien gezond en veilig op, dragen hun steentje bij aan de maatschappij, ontwikkelen hun talenten en zijn goed voorbereid op de toekomst. Wat hebben we daarvoor gedaan? Onderwijsachterstandenbeleid In 2012 zijn vanuit onderwijsachterstandenmiddelen van de gemeente 40 pedagogisch medewerkers van peuterspeelzalen en een kinderdagverblijf gecertificeerd voor de voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s (VVE-programma’s). Deze-programma’s bieden de pedagogisch medewerkers handvatten om de cognitieve, sociaal-emotionele en taalontwikkeling bij kinderen te stimuleren. Hiermee wordt een belangrijke basis gelegd voor de verdere ontwikkeling en (school)carrière van kinderen. Bibliotheek Door de bezuinigingen op de bibliotheek zijn de vestigingen in de kerkdorpen Neerkant, Liessel en Helenaveen eind 2011 gesloten. Voor de jeugd tot en met 12 jaar, is in 2012 in deze kerkdorpen in samenwerking tussen bibliotheek, Prodas en de gemeente een voorziening in de scholen gerealiseerd. Dit binnen de opgelegde bezuiniging. Door de bibliotheek op school blijven leesstimulering en het lenen van boeken beschikbaar voor de jeugd in de kerkdorpen. Dit is belangrijk voor de (taal)ontwikkeling. Transitie jeugdzorg Op 11 oktober 2012 hebben de Portefeuillehouders Zorg&Welzijn van de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren namens de colleges een intentieverklaring ondertekend om verdergaand te willen gaan samenwerken, ook op het terrein van jeugdzorg. Inmiddels zijn de uitgangspunten voor de transitie jeugdzorg vastgesteld. Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in de notitie “Jeugdzorg dichtbij, in samenhang en effectief”. De uitgangspunten zijn door de gemeenteraden van alle Peelgemeenten vastgesteld en dienen als basis van waaruit in gezamenlijkheid verder wordt gewerkt. De transformatie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en veilig opgroeien. Dit is in het belang van de jeugdigen en ouders én in het belang van de samenleving. Doel is dat jeugdigen opgroeien tot verantwoordelijke en zelfstandige burgers. Burgers die actief deel uitmaken van de samenleving en zowel sociaal als economisch zelfredzaam zijn. Concreet: meer jongeren aan het werk, meer jongeren op school, minder jongeren in detentie, minder jongeren in residentiële opvangvoorzieningen etcetera. De jeugdzorg dient aan deze doelstelling een bijdrage te leveren. In 2013 zullen vooruitlopend en inspelend op de transitie al een aantal activiteiten zoals bv schoolmaatschappelijk werk op het basisonderwijs doorontwikkeld worden, waardoor ze “transitieproof” zijn.
67
Passend onderwijs In 2012 is een ambtelijke werkgroep opgericht op het niveau van de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs en primair onderwijs. Dit overleg dient als voorbereiding op het vanuit wettelijk oogpunt verplicht Op Overeenstemming Gericht Overleg over de ondersteuningsplannen met de schoolbesturen uit de samenwerkingsverbanden. Passend onderwijs draagt bij aan het thuisnabij volgen van onderwijs. Dit betekent minder tijd in de taxi en meer tijd om aan activiteiten dicht bij huis mee te doen. Hieraan draagt ook de integratieklas bij die in 2012 in Deurne gestart is. Leerplicht In 2012 is de regionale leerplichtadministratie op SRE-niveau gestart. Registratie voor alle gemeenten vindt plaats vanuit Eindhoven. Deze regionale administratie moet ertoe leiden dat er meer en betere informatie beschikbaar is voor onze leerplichtambtenaren waardoor zij zich meer kunnen richten op preventie van schoolverzuim. Of het effect ook daadwerkelijk gerealiseerd wordt, moet in 2013 blijken omdat de administratie pas eind 2012 gereed was. 2.2.4.4 Cluster Sociale zaken Doelstellingen Het bevorderen van de maatschappelijke participatie van de Deurnese burgers door sociale uitsluiting tegen te gaan (het optimaliseren van bereik van minimaregelingen waaronder ook wordt begrepen deregulering). Bijdragen aan de participatie van mensen in de maatschappij door middel van het bevorderen van de hoogst haalbare mate van financiële zelfredzaamheid. Wat hebben we daarvoor gedaan? Beleidsplan Schuldhulpverlening 2011 - 2014 Met vaststelling van het beleidsplan Schuldhulpverlening 2011-2014 wordt bijgedragen aan aan de participatie van mensen in de maatschappij door middel van het bevorderen van de hoogst haalbare mate van financiële zelfredzaamheid In 2012 stonden ter uitvoering van dit beleidsplan een 4-tal acties op de planning. 1. Er is een notitie ‘herijking producteninzet schuldhulpverlening’ door het college vastgesteld. In deze notitie is vastgelegd op welke momenten welk soort hulpverlening geboden wordt 2. De stichting Schuldhulpmaatje Deurne is met ingang van 1 april 2012 van start gegaan en de gemeente Deurne biedt ondersteuning in de vorm van informatie-uitwisseling en voorlichting (zowel op uitvoerings- als op beleidsniveau). Het college van B&W heeft voor de jaren 2012 t/m 2014 een subsidie à € 63.316,- aan Stichting Schuldhulpmaatje Deurne verstrekt. 3. Het college van B&W heeft ook een notitie met betrekking tot het rekenen van financiële vergoeding voor schuldbemiddeling vastgesteld. Met ingang van 01-01-2013 wordt door de gemeente Deurne een minimale vergoeding gevraagd. 4. Om beter te kunnen meten en te kunnen sturen op schuldhulpverlening, was de intentie mate van sturing- en meting door te ontwikkelen. Eind 2012 heeft de organisatie nieuwe software geïnstalleerd, waardoor deze actie is uitgesteld. Deze actie wordt nu in principe in 2013 opgepakt. Sociaal Programma II 2012-2014 Het beoogde doel van het Sociaal Programma II 2012-2014 is dat ‘iedereen mee doet en er toe doet’. Het minimabeleid dient als ondersteuning aan alle beleidsvelden (m.b.t. participatie) om te bevorderen dat ook mensen met een minimum inkomen blijven participeren in de samenleving. 68
Daarmee wordt geprobeerd te voorkomen dat inwoners van Deurne in een achterstandsituatie of sociaal isolement terecht komen.’ In 2012 stonden er ter uitvoering van het Sociaal Programma II een 2-tal acties op de planning. 1. Er is een start gemaakt met het uitvoeren van het moestuinproject ‘eigen boontjes doppen’. Het moestuinproject heeft een tijdpad van september 2012 tot eind 2013. Voor het project heeft een eerste werving plaatsgevonden, middels een open dag. Dit heeft 2 deelnemers opgeleverd. Eind februari 2013 heeft een 2e werving plaatsgevonden. In het voorjaar zijn de aangemelde deelnemers van start gegaan 2. De netwerkbijeenkomst ‘Participatiecafé’ heeft in 2012 2x plaatsgevonden. Deze wordt ook voor 2013 voortgezet. Naast deze 2 voor 2012 geplande acties heeft er een herijking en vaststelling door uw Raad van de verordeningen in het kader van het minimabeleid plaatsgevonden. Vervolgactie is geweest om op om te digitaliseren. Dit heeft zijn vorm gekregen in het systeem ‘Berekenuwrechtplus’ , een programma dat inmiddels online is. Meerjarig Aanvullende Uitkering (MAU) De Wet werk en bijstand (WWB) kent een financieringssystematiek die ertoe leidt dat gemeenten financieel risico lopen. De tekorten op het verstrekken van uitkeringen moeten gemeenten zelf dragen. Wel bestaat er een vangnet voor gemeente met een meerjarig of incidenteel tekort. De gemeente Deurne heeft op basis van het meerjarig tekort een MAU aanvraag voor de jaren 2012 t/m 2014 ingediend. Deze aanvraag is gehonoreerd. De intentie is om het tekort binnen 3 jaar terug te dringen, conform het verbeterplan ten behoeve van de MAU- aanvraag 2012-2014. 2.2.4.5 Cluster Lokaal sociaal beleid & gezondheidsbeleid Doelstellingen Lokaal sociaal beleid wordt voornamelijk ingevuld met het beleid dat gevoerd wordt op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Doelstelling is dat alle burgers kunnen participeren in de maatschappij en dat daar waar nodig de beperkingen die burgers daarin ervaren gecompenseerd worden. Het gezondheidsbeleid is gericht op het handhaven en/of bevorderen van (gelijke kansen op) een goede gezondheid van de inwoners van de gemeente Deurne. Hiervoor is het beleid gericht op het versterken van de eigen verantwoordelijkheid van mensen en door, daar waar mogelijk, maatregelen te treffen ter bescherming tegen en preventie van gezondheidsproblemen en bedreigingen door een integrale beleidsaanpak Wat hebben we daarvoor gedaan? Wmo/AWBZ Processen decentralisatie Algemene Wet Bijzondere ziektekosten(AWBZ) en Peelsamenwerking Wmo In het kader van de voorbereiding op de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding is begin dit jaar door de 6 gemeenten in de Peelregio de bestuurlijke intentie uitgesproken om met elkaar op te trekken. Naar aanleiding daarvan is in gezamenlijkheid het beleidskader begeleiding in de Wmo ‘Met beleid vernieuwen’ tot stand gekomen. Met het controversieel verklaren van het wetsvoorstel Wmo / decentralisatie AWBZ-begeleiding, heeft het transitieproces een ander tijdpad gekregen. De overheveling van taken staat nu gepland voor 2015. Met de Peelregio wordt doorgegaan op de ingeslagen weg tot samenwerking. In 2012 zijn voorts de mogelijkheden onderzocht tot verdere samenwerking op uitvoering en op verbreding van de samenwerking. Dit heeft geresulteerd in een door de 6 Colleges ondertekende
69
intentieverklaring. Voor wat betreft de Wmo houdt dit de intentie in om de uitvoering van de Wmo prestatieveld 6 (verstrekking individuele voorzieningen) te regionaliseren. Kantelingsproces Wmo In najaar 2012 zijn belangrijke slagen zijn gemaakt om de uitvoering van de Wmo / prestatieveld 6 gekanteld vorm te geven waaronder de vaststelling van een gekantelde Wmo-verordening, invoering van een gekanteld werkproces en training van onze consulenten. De kanteling binnen de Wmo staat voor een andere manier van werken, meer recht doend aan de principiële uitgangspunten van de Wmo. Niet de gemeentelijke voorzieningen staan centraal in het contact met de klant, maar gekeken wordt naar de werkelijke behoefte van de klant. Daarbij wordt ook nadrukkelijk ingezoomd op de mogelijkheden van de klant om zelf (evt. m.b.v netwerk / vrijwilligers) tot een oplossing te komen.) Wmo “Het geheel is meer dan de som der delen” Eind 2011 heeft u ingestemd met het project “Het geheel is meer dan de som der delen”. Een project dat drie deelprojecten omvat te weten: • Opzetten van een kerngroep gezamenlijke beoordeling, voor het bieden van cliëntondersteuning zoals bedoeld in prestatieveld 3 (Informatie, advies en cliëntondersteuning van de Wmo • Aanstellen van een coördinator informele zorg en • Ketenaanpak dementie. In 2012 is de kerngroep gestart. Ook de ketenaanpak dementie is ondergebracht bij deze kerngroep. De kerngroep is een netwerkorganisatie waarin vertegenwoordigers van zorg- en hulporganisaties zitten waarop het grootste deel van de cliënten een beroep doet. In de kerngroep vindt afstemming plaats over de aanpak van meervoudige en complexe zorgvragen rond één cliënt of gezin. Doel is om te zorgen dat de cliënt via één organisatie toegang krijgt tot een afgemeten pakket van zorg, producten en diensten op het terrein van welzijn, wonen en zorg. Belangrijkste resultaat is dat één passend en op elkaar aansluitend zorg- en hulpverleningsarrangement wordt geboden (procescoördinatie). Het project verkeert nog in een experimentele fase en loopt tot eind 2013. De casemanagers worden vanaf het laatste kwartaal van 2012 ook ingezet in de periode voor de diagnose ‘dementie’ in de zogeheten ‘niet-pluisfase’. Het is nog te vroeg om over inhoudelijke resultaten nu te kunnen rapporteren. In oktober 2012 is de coördinator informele zorg gestart. Doel is de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers te vergroten als voorloper of vervanger van professionele inzet. De periode om de concrete resultaten van de inzet van die coördinator te benoemen in termen van concreet zorg- of ondersteuningsaanbod is nog te kort. Begin 2014 wordt “Het geheel is meer dan de som der delen” in zijn geheel geëvalueerd. Gezondheidsbeleid In 2012 heeft u de nota ‘Lokaal gezondheidsbeleid gemeente Deurne 2012-2015’ vastgesteld. Daarmee hebben we voldaan aan de verplichting zoals die in de Wet publieke gezondheid (Wpg) bij de gemeente is neergelegd. In de nota is lokaal gezondheidsbeleid als autonoom beleidsterrein wat losgelaten. Gezondheidsbeleid is nadrukkelijk gekoppeld aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het streven naar een meer integraal beleid past in het beeld van deze tijd.
70
2.2.4.6 Kosten bestaand beleid Thema Samenleving Rekening 2011 * € 1.000 Lasten Baten Resultaat
24.023 7.296 -16.727
Begroting 2012 voor wijz. 23.698 5.134 -18.564
Toelichting verschillen begroting 2012 - rekening 2012 Thema Samenleving Begroting 2012 * € 1.000 Lasten Thema Samenleving 2.696 Cluster Veiligheid en leefbaarheid 6.971 Cluster Onderwijs en jeugd 7.297 Cluster Sociale zaken 7.196 Cluster Lokaal sociaal beleid & gezondheidsbeleid Totaal lasten Thema Samenleving 24.160 Baten Thema Samenleving 413 Cluster Veiligheid en leefbaarheid 766 Cluster Onderwijs en jeugd 5.082 Cluster Sociale zaken 888 Cluster Lokaal sociaal beleid & gezondheidsbeleid Totaal baten Thema Samenleving 7.149 Resultaat Thema Samenleving -17.011
Begroting 2012 na wijz. 24.160 7.149 -17.011
Rekening 2012 26.920 9.802 -17.118
Rekening 2012
Verschil BegrotingRekening
5.461 6.551 7.842 7.066 26.920
-2.765 420 -545 130 -2.760
3.145 346 5.401 910 9.802 -17.118
-2.732 420 -319 -21 -2.652 108
Onderstaand worden de belangrijkste verschillen tussen begroting 2012 en rekening 2012 van het Thema Samenleving, per cluster, toegelicht. Cluster Veiligheid en leefbaarheid Preparatie € 16.000 (I) De gerealiseerde onderhoudskosten voor de brandweerkazerne (Deurne+ Neerkant) zijn € 16.000 lager dan geraamd. In het verleden werd het verschil gestort in de onderhoudsreserve. In de najaarsnota 2012 is besloten om het restant budget onderhoud niet te storten in de onderhoudsreserve. Rampenbestrijding € 18.000 (I) Door de ontwikkelingen rondom de regionalisering van de rampenbestrijding hebben er minder oefeningen en opleidingen plaatsgevonden. De kosten voor de piketvergoedingen zijn lager.
71
Regionale brandweer € 42.000 (I) De kosten voor de regionale brandweer zijn € 42.000 lager dan begroot, doordat vanuit de Wabo een bijdrage is ontvangen voor adviezen brandveiligheid bij vergunningverleningen (€ 26.000). Daarnaast is € 14.000 ontvangen inzake restitutie inwonersbijdrage 2011, en is een vacature van 0,25 fte in 2012 niet ingevuld, waardoor de inhuur lager is (€ 20.000). Speelvoorzieningen € 20.000 (I) Bij de bezuinigingen is aangegeven dat speeltoestellen in principe niet meer vervangen worden in de toekomst, tenzij het beheer vervolgens overgenomen wordt door bewoners. De kosten 2012 zijn lager dan geraamd. Honden uitlaatvoorzieningen -/- € 11.000 (I) Er is een daling in het aantal aangemelde honden en daarmee de inkomsten uit hondenbelasting. Nader onderzoek naar de aantallen honden in relatie tot de handhaving hiervan zal uiteindelijk moeten uitwijzen of dit een structurele ontwikkeling is of incidenteel. Voorlopig wordt uitgegaan van een incidentele ontwikkeling. Huisvestings- en exploitatiesubsidie /- € 161.000 (SV) In 2012 hebben minder verenigingen subsidie aangevraagd dan begroot en is er ook alleen het noodzakelijk onderhoud aan accommodaties uitgevoerd, waardoor de kosten € 13.000 lager zijn dan begroot. Hiertegenover staat dat de reserve Gemeenschapshuizen ter dekking van kapitaallasten gemeenschapsaccommodaties is vrijgevallen en gestort is in de algemene reserve. Dit leidt tot een nadeel van € 174.000. In thema Dienstverlening en Organisatie, onder bespaarde rente, staat de organisatie brede toelichting van de effecten van de vrijval van de reserves ter dekking van de kapitaallasten (zogenaamde OBRA’s). Cluster Onderwijs en jeugd Leerlingenvervoer € 77.000 (I) De kosten vallen lager uit door de lagere gemiddelde weekprijs. Dit wordt opgenomen als zijnde incidenteel, omdat nu nog niet is in te schatten wat de weekprijs en het aantal leerlingen wordt in het nieuwe schooljaar 2013/2014. Daarnaast moet de index 2013 (indexcijfer personenvervoer: 2013: 9,6%) nog verwerkt worden in de weekprijs en is het begrote bedrag 2013 lager dan in 2012 (2012 was tijdelijk verhoogd). In de najaarsnota 2013 zal berekend worden wat de effecten zijn voor 2013. Cluster Sociale zaken WWB I-deel -/- € 281.000 (I) Werkplein € 220.000 In overleg met de accountant van het werkplein wordt er met ingang van 2012 een nieuwe berekeningssystematiek gehanteerd voor de berekening van de uitvoeringskosten die t.l.v. het participatiebudget gebracht mogen worden Aan de hand van deze nieuwe berekeningssystematiek vallen de uitvoeringskosten in 2012 aanzienlijk hoger ( € 371.943 i.p.v. € 156.500 )uit dan de begroting 2012. Deze uitvoeringskosten worden in het participatiebudget verrekend. Het betreft een incidenteel voordeel. Het risico bestaat namelijk dat het Participatiebudget in de toekomst niet meer toereikend is om de uitvoeringskosten ten laste te brengen van het budget. Uitgaven WWB I-deel -/- € 190.000.
72
In 2012 zijn er meer (terug)vorderingen geboekt (incl. BBZ, Besluit bijstandverlening zelfstandigen) t.o.v. de begroting, het betreft een incidenteel voordeel van € 160.000. Hiertegen over staat een nadeel op de uitvoering BBZ van € 350.000. Redenen: Meer verstrekte uitkering levensonderhoud BBZ -/- € 101.000 Het saldo van de debiteuren is gedaald. Dit betekend lagere opbrengsten die ten laste van de verlies en winstrekening (algemene dienst) gebracht moet worden, nadeel € 156.000. Een nadeel van € 96.000 in de verstrekte kapitaalverstrekkingen versus de te ontvangen rijksgelden (budget en de gedeclareerde kosten )bij het ministerie van SZW. Doordat de uitvoering bij werkplein ligt ontbreekt een gedetailleerde onderbouwing van de cijfers. Daarnaast zijn BBZ verstrekkingen moeilijk tot niet te begroten. Eén aanvraag kan leiden tot b.v. een verstrekking van € 150.000. Storting dubieuze debiteuren -/- € 309.000 Jaarlijks wordt de stand van de dubieuze debiteuren van bijstands-vorderingen gewaardeerd. De totale stand dubieuze debiteuren bijstand per 31-12-12 is € 895.000. De voorziening dubieuze debiteuren terugvordering moet hieraan gelijk zijn. In dit kader heeft in 2012 een storting naar de voorziening dubieuze debiteuren plaatsgevonden van € 309.000. Minimabeleid -/- € 33.000 (I) Kwijtscheldingen: -/- € 32.000 In 2012 zijn er meer kwijtscheldingsverzoeken gehonoreerd dan begroot. Sociaal programma: -/- € 18.000 De Raad heeft op 11-12-2012 het Sociaal Programma II vastgesteld. Tevens heeft de raad de verordeningen ‘Maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen Deurne 2013’, ‘Maatschappelijke participatie 18+ Deurne 2013’ en ‘Langdurigheidstoeslag Deurne 2013’ vastgesteld. Dit betreft een gedeelte van actie I uit het Sociaal Programma. Het andere gedeelte van actie I heeft vorm gekregen met de installatie van het programma ‘berekenuwrechtplus.nl’, welke eind 2012 heeft plaatsgevonden. Deze installatiekosten waren niet begroot en zijn betaald uit de exploitatiekosten Sociaal Programma. Hierdoor is de uiteindelijke storting in de reserve € 17.000 lager dan begroot. Zorg en dienstverlening € 39.000 (I) In de begroting was nog een bedrag geraamd voor IDOP Zorgcoöperatie Helenaveen. Het project is echter al in 2011 afgerond. Gezondheidszorg € 31.000 (I) In 2012 is de bijdrage aan het GGD lager, doordat het GGD een opgelegde bezuiniging heeft doorgevoerd. Daarnaast is in 2012 een afrekening geweest van reorganisatiekosten uit het verleden en is er een deel van de btw gecompenseerd. Per saldo is het voordeel € 31.000. WMO Beleid € 37.000 (I) In de begroting was voor coördinatie vrijwillige thuiszorg en collectieve preventie GGZ een budget opgenomen gebaseerd op de hoogte van de vroegere doeluitkering. Nu maken deze posten onderdeel uit van de Wmo en zijn de gerealiseerde uitgaven lager dan begroot. Daarnaast is de stelpost wmo beleid in 2012 niet geheel aangewend. Per saldo zijn de uitgaven 2012 € 37.000 lager dan begroot.
73
WMO Gehandicapten/Hulp bij het huishouden € 10.000 (I) In de begroting is geen rekening gehouden met de kosten voor het inkoopbureau (€ 28.000). De kosten voor huishoudelijke verzorging zijn € 38.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een hoger gemiddelde aantal cliënten. Hiertegenover staat een hogere bedrag voor terug ontvangsten cliënten (€ 62.000). De eigen bijdrage is hoger dan verwacht. Eigen bijdrage op grond van de WMO Het CAK verstrekt aan de gemeenten een totaaloverzicht waarbij maandelijks afstorting plaatsvindt van de geïncasseerde bijdragen. Gemeenten kunnen op deze overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht. De gemeente zal deze onzekerheid in de jaarrekening adequaat moeten toelichten. Indien deze onzekerheid door de gemeente adequaat is toegelicht, kan de accountant een goedkeurende verklaring geven. Het CAK heeft aan haar accountant over 2008 wel gevraagd om een oordeel te geven over de opzet en het bestaan van beheersmaatregelen binnen het uitvoeringsproces van de eigen bijdragen WMO. Interne kosten € 45.000 (I) Het thema Samenleving heeft op begrote interne kosten een voordeel van € 45.000. Het begroot aantal uren is echter lager dan het gerealiseerd aantal uren: Begroot aantal uren 9.200 gerealiseerd aantal uren 10.132 verschil -932 Er zijn meer uren besteed aan het thema samenleving, wat voornamelijk wordt veroorzaakt doordat er meer uren aan binnensport zijn besteed. Dit in verband met de bouw van de sporthal in Liessel.
74
Projecten/investeringen Omschrijving project/ investering
Investerings Gerealiseerd Toelichting -bedrag t/m 2012
Gezamenlijke nieuwbouw van basisschool de Piramide en speciaal onderwijs De Brigantijn. Tevens wordt een gymzaal gerealiseerd en een kleine ruimte voor de wijk.
4.984.000
0 Raad heeft gekozen voor een minimale variant van nieuwbouw Piramide/ Brigantijn (incl. gymzaal)
Totaal thema Samenleving
4.984.000
0
2.2.4.7 Bezuinigingen separate monitor.
75
2.2.5
Thema Wonen
De gemeente Deurne wil haar positie als aantrekkelijke woongemeente voor alle doelgroepen versterken, met behoud van haar eigen identiteit. Realisatie van de gewenste ontwikkeling kan alleen tot stand komen door actief in te spelen op wensen en behoeften en via een duurzame samenwerking met de lokale partners. Het thema omvat twee vaste clusters, namelijk Volkshuisvesting en Grondexploitatie. Binnen het cluster Volkshuisvesting worden ontwikkelingen, opdrachten en activiteiten beschreven op het vlak van bevolkingssamenstelling, mogelijkheden nieuwbouw, bestaande voorraad, kwaliteit en betaalbaarheid van het wonen, starters, relatie wonen-welzijn-zorg en bijzondere woonvormen/doelgroepen. Binnen het cluster Grondexploitatie wordt ingegaan op de omslag van naar een meer faciliterend grondbeleid in plaats van een actief grondbeleid en de borging beleidsmatig en procesmatig in de gemeentelijke organisatie. Het programma is ingedeeld in de volgende clusters: Volkshuisvesting Grondexploitatie Raadsopdrachten RWo 1/2/3
Woningbouwprogramma met stimulans woningbouw jongeren/starters en senioren en aandacht voor woongenot, leefbaarheid en duurzaamheid. De prioriteiten jongeren/starters en senioren zijn nog steeds actueel. In 2012 zijn 75 woningen gereedgekomen, waarvan 52 geschikt voor senioren. Per 1 januari 2013 waren 100 woningen in aanbouw, waarvan 13 geschikt voor senioren en 28 gericht op starters / jonge gezinnen. Deze raadsopdracht is en wordt verwerkt in de beleidscyclus (Kaderbrief en Nota Grondexploitatie) en bij de actualisatie van de Woonvisie (doorgeschoven naar 2014). Aan de raadsopdracht zijn geen middelen gekoppeld, uitvoering wordt gerealiseerd binnen de reguliere budgetten.
RWo 4
Realiseer woonservicezones St. Jozefparochie en Liessel en start daarna in Zeilberg. De woonservicezone St. Jozefparochie is gerealiseerd en in gebruik, behoudens blok 6a (alleen woningbouw). Dit deel van de raadsopdracht is daarmee uitgevoerd. De definitieve afronding van de afspraken uit de realisatieovereenkomst moet nog plaatsvinden (resterende grondoverdrachten en verrekening kosten). De woonservicezone Liessel is eveneens gerealiseerd en in gebruik, behoudens enkele blokken woningbouw (deels in aanbouw). Ook dit deel van de raadsopdracht is daarmee uitgevoerd. De definitieve afronding van de afspraken uit de realisatieovereenkomst moet nog plaatsvinden (resterende grondoverdrachten en verrekening kosten). In het kader van de woonservicezone / ontwikkelingsvisie Zeilberg is de raad eind 2011 geïnformeerd over het besluit van het college en Bergopwaarts om te kiezen voor een splitsing van het project in onderdelen en fasen waardoor beter en sneller 76
tot resultaten kan worden gekomen. Ten aanzien van de benoemde deelprojecten met een relatie wonen-zorg is de gemeente alleen faciliterend. Het betreft: 1. opwaarderen van de bestaande voorraad huurwoningen in Zeilberg door Bergopwaarts (doorlopend proces); 2. opwaarderen van de bestaande woningen Christinaplantsoen en onderzoeken van de mogelijkheden voor een beperkte aanvulling met seniorenhuurwoningen in dezelfde stijl door Bergopwaarts (in voorbereiding) 3. realiseren van groepswoningen voor zorgvragers in de omgeving van de kerk door een zorgaanbieder. In 2012 is de locatie ‘pastorietuin’ niet mogelijk gebleken. In overleg met de werkgroep Wonen van de Dorpsraad Zeilberg en zorginstanties worden andere mogelijkheden onderzocht. Daarmee is geen sprake meer van een actieve inzet van de gemeente voor de realisatie van een woonservicezone in Zeilberg, alleen van een beperkte stimulerende rol op onderdelen. De raadsopdracht kan daarmee deels als gerealiseerd worden beschouwen en deels als vervallen. Met het vervallen van een deel van de raadsopdracht vallen geen middelen vrij. Voor de realisatie van een woonservicezone in Zeilberg waren nog geen middelen beschikbaar gesteld. Aandachtspunt is dat mede als gevolg van de economische crisis en de ontwikkelingen op de woningmarkt de woningbouw in de woonservicezones St. Jozefparochie en Liessel anders is / wordt gerealiseerd dan voorzien in 2005 en 2006 in de afgesloten Realisatieovereenkomsten met Verrekenmodellen. Over de verrekening van de financiële gevolgen tussen de gemeente en Bergopwaarts vindt overleg plaats. Rekening moet echter gehouden worden met een negatieve bijstelling van de betreffende grondexploitaties. RWo 5.
Inventariseer de gemeentelijke grondposities en stel grondbeleid op. De inventarisatie van de gemeentelijke grondposities heeft plaatsgevonden. De nota grondbeleid wordt opgesteld in 2013 en aan de raad voorgelegd. In september 2012 is in de commissie opiniërend gesproken over de aanpak en koers van de nieuwe nota grondbeleid.
2.2.5.1 Clusters 2.2.5.2 Cluster Volkshuisvesting Doelstellingen Versterken van de positie als aantrekkelijke woongemeente voor alle doelgroepen, met behoud van de Deurnese identiteit. Een woningvoorraad die past bij de kwantitatieve (voldoende woningen) en kwalitatieve (juiste woningen) behoeften van de Deurnese bevolking.
77
Wat hebben we daarvoor gedaan? In de begroting 2012 werd uitgegaan van de realisatie van 150 woningen in 2012 (40 huur en 110 koop). De daadwerkelijke realisatie ligt aanzienlijk lager, namelijk 75 woningen waarvan 45 huur en 30 koop. Zoals reeds aangegeven onder de raadsopdrachten waren 52 van deze woningen geschikt voor senioren. Het betreft o.a. de opgeleverde appartementen in de woonservicezone Liessel en de zorgwoningen in Helenaveen. Op dit moment zijn 100 woningen in aanbouw, waarvan 28 gericht op starters / jonge gezinnen. Het grote verschil tussen de verwachtingen in de begroting en de daadwerkelijk gerealiseerde woningen geeft het probleem op de woningmarkt aan. In de begroting 2012 werd uitgegaan van de realisatie van woningen op locaties waarvoor planologische procedures waren afgerond (zoals Molenstraat 45, Hoofdstraat in Liessel en diverse locaties De Rijtse Vennen) of al vergunningen waren verleend (zoals Europastraat). De realisatie van woningen op deze locaties is vanwege tegenvallende verkoop echter vertraagd (Hoofdstraat Liessel, De Rijtse Vennen), vooralsnog voor langere tijd uitgesteld (Molenstraat 45) of de plannen worden ingrijpend gewijzigd (Europastraat). Daarnaast waren er in de begroting 2012 een aantal woningen meegenomen die wel in aanbouw zijn, maar nog niet gereedgemeld in 2012, zoals het CPO-project in Vlierden en diverse particuliere woningen. Herstel van de koopwoningmarkt wordt voor 2013 niet verwacht. De huurwoningen zijn vooralsnog wel volgens planning gerealiseerd. Echter met de beperking van de investeringsruimte van corporaties (Verhuurderheffing, saneringsheffing Centraal Fonds Volkshuisvesting, strengere regels geborgde leningen), nemen de onzekerheden voor 2013 e.v. toe. Duidelijk mag zijn dat een inhaalslag in 2013 niet realistisch is. De inzet is gericht op het op gang houden van de bouwproductie, minimaal op het huidige niveau, en waar mogelijk te stimuleren. 2.2.5.3 Cluster Grondexploitatie Doelstellingen Realisatie van gewenste projecten op het gebied van wonen, bedrijven en maatschappelijke voorzieningen. Inzicht in gemeentelijke grondposities en komen tot een passende strategische grondportefeuille. Een gezonde positie van het gemeentelijk grondbedrijf. Een meer faciliterend grondbeleid van de gemeente Deurne, passend binnen de marktomstandigheden zoals die voor de gemeente Deurne gelden. Wat hebben we daarvoor gedaan? Zoals gebruikelijk worden de resultaten van de grondexploitatie apart toegelicht in de paragraaf grondexploitaties en niet binnen dit thema.
78
2.2.5.4 Kosten bestaand beleid Thema Wonen Rekening 2011 * € 1.000 Lasten Baten Resultaat
19.083 18.437 -645
Begroting 2012 voor wijz. 15.811 15.695 -116
Toelichting verschillen begroting 2012 - rekening 2012 Thema Wonen Begroting 2012 * € 1.000 Lasten Thema Wonen 700 Cluster Volkshuisvesting 11.805 Cluster Grondexploitatie Totaal lasten Thema Wonen 12.504 Baten Thema Wonen 604 Cluster Volkshuisvesting 11.805 Cluster Grondexploitatie Totaal baten Thema Wonen 12.409 Resultaat Thema Wonen -95
Begroting 2012 na wijz. 12.504 12.409 -95
Rekening 2012 24.809 24.697 -112
Rekening 2012
Verschil BegrotingRekening
791 24.018 24.809
-92 -12.213 -12.304
634 24.063 24.697 -112
-29 -12.258 -12.288 17
Onderstaand worden de belangrijkste verschillen tussen begroting 2012 en rekening 2012 van het Thema Wonen, per cluster, toegelicht. Cluster volkshuisvestiging N.v.t. Cluster grondexploitatie Grondexploitaties Deurne Totaal €0 Hieronder worden de mutaties verantwoord die t.l.v. en t.g.v. de grondexploitaties komen. Per saldo is dit onderdeel altijd in evenwicht. Wel zijn er in werkelijkheid grote verschillen in lasten, baten, interne verrekeningen en mutatie reserves t.o.v. de begroting. Voor een verdere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf Grondexploitaties. Grondexploitaties algemeen € 27.000 In 2012 is € 6.000 subsidie ontvangen vanuit het combi-fonds inzake Woonservicezone Liessel. Begrotingstechnisch was hiermee geen rekening gehouden. In 2012 is circa € 20.000 minder uitgegeven aan externe kosten ten opzichte van de begroting. Dit komt omdat in 2012 het implementatietraject grondexploitaties bijna volledig is afgerond. De externe ondersteuning is eind 2012 drastisch verlaagd.
79
Interne kosten Het thema Wonen heeft een nadeel op begrote interne kosten van -/- € 44.000. Het verschil bestaat uit 2 componenten. Ten eerste is er een afwijking op het uurtarief door verschillen in de interne kosten, zoals personeelslasten en automatiseringskosten. Ten tweede is er een afwijking in het totaal aantal uren die voor dit thema geschreven zijn. De grootste afwijking in uren ontstaat bij de grondexploitatie, dit wordt veroorzaakt doordat uren anders zijn geboekt. In 2011 werden de overhead-uren van de grondexploitatie verantwoord binnen de grondexploitaties. Voor 2012 is een incidenteel budget beschikbaar gesteld over de overhead-uren. Bij de begroting 2013 worden deze uren structureel ondergebracht bij de algemene dienst. Cluster grondexploitatie Zie paragraaf Grondexploitaties.
2.2.5.5 Projecten/investeringen Er zijn binnen dit thema geen actuele projecten of investeringen. 2.2.5.6 Bezuinigingen Binnen dit thema zijn geen bezuinigingen aan de orde, zie ook separate bezuinigingsmonitor.
80
2.2.6
Thema Dienstverlening en Organisatie
Dienstverlening en organisatie
In 2015 dienen gemeenten voor burgers, bedrijven en instellingen voor nagenoeg alle overheidsvragen de ingang, het portaal, te zijn. Daarnaast hebben gemeenten met het rijk afspraken gemaakt over de verbetering van de dienstverlening. Om dat te realiseren is een visie op dienstverlening en een uitvoeringsprogramma (Deurne in Contact) opgesteld. Dit programma omvat dienstverlening gericht op mogelijke verzoeken van burgers, bedrijven of instellingen voor producten of het verlenen van diensten. De brede gemeentelijke dienstverlening gaat veel verder. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het onderhoud en het beheer van openbare ruimte, de zorg voor betaalbare woningen, voldoende bedrijvigheid en een veilige leefomgeving. Deze onderdelen van brede dienstverlening komen in de andere programma’s aan de orde. Het onderdeel organisatie gaat in op bestuur en bedrijfsvoeringaspecten. Het programma is ingedeeld in de volgende clusters: Dienstverlening DIC Bestuur Bedrijfsvoering Raadsopdrachten RD 1. RD 2. RD 3.
Vastgestelde visie op dienstverlening verder uitwerken Thema wonen herkenbaar maken op de website Zoek actief naar samenwerkingsverbanden om een goed antwoord te kunnen bieden voor de decentralisatie en vermeerdering van opdrachten, verantwoordelijkheden en de vermindering van middelen hiervoor.
RD 1.
Vastgestelde visie op dienstverlening verder uitwerken
De vastgestelde visie Deurne in Contact en het aparte project is in 2012 ingebed in de organisatie. Zoals in de begroting 2012 aangegeven is het restant budget noodzakelijk voor het uitwerken van enkele resterende onderdelen uit het project. Hoewel Deurne in contact geen apart project meer is en is ingebed in de lijnorganisatie komt de stuurgroep nog ieder kwartaal bij elkaar om de voortgang op een aantal onderdelen te bewaken. De restant middelen zijn in 2012 voor een deel ingezet op het zaakgericht werken en dat in 2013 van start zal gaan. Daarnaast is conform afspraak met de raad binnen budget de scanstraat aangeschaft ten behoeve van het digitaliseren van de postregistratie. Met ingang van 1 januari 2012 is binnen het KCC het werken op afspraak ingevoerd. Ook dit betrof een afspraak met de raad in de begroting 2012. Het werken op afspraak verloopt naar tevredenheid. Uit de managementrapportages van de afdeling KCC blijkt dat de wachttijden sterk zijn teruggenomen en er een betere spreiding van klanten plaatsvindt. In de begroting 2012 is ook opgenomen dat het kanaal telefonie met het zogenaamde 14+ nummer wilde gaan werken. Bij de bezuinigingsvoorstellen heeft uw raad echter ingestemd met een aanpassing van de telefonische openingstijden. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre het genoemde risico van beperkte openingstijden gegrond is voor het wel of niet verkrijgen van een 14+ 81
nummer. De wettelijke verplichting, van het voeren van een 14+ nummer, gaat in op 1 januari 2015. Derhalve is in de bezuinigingsvoorstellen de ruimte gevraagd en verkregen voor nadere uitwerking. RD 2.
Thema wonen herkenbaar maken op de website
Gezien de ontwikkelingen binnen de Grex is in de begroting 2012 voorgesteld deze raadsopdracht breder op te pakken. Dat wil zeggen dat alle ruimtelijke ontwikkelingen en de verkoop van kavels een centrale plek krijgen op onze website dan wel op een aparte website. Op de huidige website is een aparte button geplaatst bouwkavels en panden te huur en te koop. Daaronder zijn alle gegevens ten aanzien van Wonen en bouwen te vinden. Daarmee is voldaan aan raadsopdracht 2. Natuurlijk vergt dergelijke informatie nu om structureel up to date te worden gehouden en dat gebeurd ook. RD 3. Zoek actief naar samenwerkingsverbanden om een goed antwoord te kunnen bieden voor de decentralisatie en vermeerdering van opdrachten, verantwoordelijkheden en de vermindering van middelen hiervoor. Na de aansluiting bij Werkplein en de Belastingsamenwerking Oost-Brabant wordt nu in Peelverband gewerkt aan 6 vormen van samenwerking. Voorts is in de Peel gezamenlijk voorbereidingswerk verricht voor de drie grote transities (AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet (de aangepaste versie van de voorheen als ‘Wet Werken naar Vermogen’ aangekondigde wetgeving)). Samenwerking levert niet per definitie geld op; wel zijn robuustheid, continuïteit en kwaliteit mogelijk resultaten. Eén van de grootste uitdagingen van de drie transities is realisering van budgettaire neutraliteit. Extra bezuinigingen door de gemeente hier bovenop is niet mogelijk. In de begroting is € 15 per inwoner opgenomen ten behoeve van het beheersbaar houden van de kosten ingevolge de 3 transities. Het laten vervallen van deze opdracht zou niet leiden tot het vrij laten vallen van deze middelen, aangezien de transities hoe dan ook uitgevoerd moeten worden. Juist door te zoeken naar samenwerking wordt gestreefd naar beheersbaarheid van de kosten met behoud van kwaliteit. 2.2.6.1 Clusters 2.2.6.2 Cluster Dienstverlening DIC Doelstellingen Wat hebben we daarvoor gedaan? -
-
-
Het werken op afspraak is ingevoerd. Uit de managementrapportages van het KCC blijkt dat dit positieve resultaten oplevert voor wat betreft de wachttijden in relatie tot aantallen bezoekers in relatie tot bezetting. De scanstraat en de bijbehorende software is aangeschaft. De implementatie volgt in 2013. Hierdoor wordt er efficiënter en meer digitaal gewerkt. Op basis hiervan zijn reeds diverse personele bezuinigingen gerealiseerd. Het project zaakgericht werken is gestart en na onderzoek is er gekozen voor het zaaksysteem Izis. Het project Wabo fase 2 is nagenoeg afgerond. Het project van producten naar processen wordt stap voor stap uitgerold. De eerste personele wisselingen als gevolg hiervan hebben in 2012 plaatsgevonden.
82
-
De kanaalsturing is verder aangepast. Meerdere medewerkers zijn inzetbaar op de diverse kanalen (post digitaal en analoog, telefonie, balie en receptie).
2.2.6.3 Cluster Bestuur Doelstellingen Transparant en goed functionerende gemeentelijke bestuursorganen. Uit alle andere thema’s blijkt de noodzaak tot een robuustere lokale overheid en dus samenwerking. Opstellen van een raadsprogramma waarin alle fracties kunnen aangeven welke onderwerpen deze periode in de commissie of raad worden besproken. Het college van b&w bereidt deze onderwerpen voor. Verder worden op de gebruikelijke wijze raadsbesluiten voorbereid in de raadscommissies en besloten in de raad. De komende periode zal bekeken worden of het gemeentebestuur (raad-b&w-burgemeester) behoefte heeft aan een herziening van de vergaderstructuur. Hierbij kan gekeken worden naar de vergaderfrequentie en de wijze waarop vergaderd wordt. In de begroting is aangegeven dat nu alle raadsinformatie digitaal beschikbaar is, bekeken kon worden of geheel of gedeeltelijk overgegaan kon worden op papierloos of papierarm vergaderen. Wat hebben we daarvoor gedaan? Er is in 2012 gewerkt met het raadsprogramma en de bestuursagenda, zoals is toegezegd. Een nadere toelichting hierop is gegeven bij het cluster bedrijfsvoering. Ten aanzien van het digitaal werken zijn binnen het cluster bestuur de nodige slagen gemaakt. Het college werkt al enige tijd met tablets en vergadert papierloos. Ook voor de raad zijn daartoe inmiddels voorstellen gedaan. De vergaderstukken worden digitaal aangeleverd. In 2012 is bij de behandeling van de begroting 2013 met daarbij behorende bezuinigingsvoorstellen het voorstel aangenomen door de raad om de beleidscyclus en de wijze van vergaderen aan te passen. Dit houdt concreet in dat voor uiterlijk 2015 de commissievergaderingen worden afgeschaft. Hier volgen nadere voorstellen op die de realisatie van dit besluit voor 2015 moeten bekrachtigen. Samenwerking Actief zoeken naar samenwerkingsverbanden om een goed antwoord te kunnen bieden voor de decentralisatie en vermeerdering van opdrachten, verantwoordelijkheden en de vermindering van middelen hiervoor. Wat hebben we gerealiseerd in 2012. In 2012 zijn verdere stappen genomen om de samenwerking binnen de subregio Peel te versterken. Dit komt voort uit overleggen tussen de gemeentesecretarissen van de 6 Peelgemeenten (Asten, Someren, Laarbeek, Gemert-Bakel, Helmond en Deurne). Tijdens deze overleggen is een aantal onderwerpen benoemd waarop samenwerkingsmogelijkheden onderzocht zijn, waaronder de drie decentralisaties. Daarnaast hebben college van B&W en de gemeenteraad zich in 2012 uitgesproken voor een intensivering van de samenwerking met de gemeente Helmond. De uitwerking hiervan volgt, en loopt parallel aan de uitwerking van initiatieven met de 6 Peelgemeenten.
83
RUD De stand van zaken ten aanzien van de samenwerking Regionale Uitvoeringdienst (verder: RUD) is opgenomen in het Thema Omgeving. Veiligheidsregio De stand van zaken ten aanzien van de veiligheidsregio en de overgang van de vrijwillige brandweer is opgenomen in het Thema Samenleving. SRE (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven) In 2011 is de regionale agenda 2011-2014 vastgesteld. Daarin is aangekondigd dat er een discussie ten behoeven van de taken van het SRE noodzakelijk werd geacht. In 2012 is een start gemaakt met het voeren van die discussie. Dit is een moeizaam proces gebleken en heeft in december 2012 tot een motie in de regioraad geleid. Dit zal begin 2013 tot een nadere taakafbakening inclusief financiële consequenties leiden. Hierover wordt uw raad in de kaderbrief dan wel zo veel eerder als mogelijk per Raadsinformatiebrief geïnformeerd. BSOB (belastingsamenwerking) De raad heeft besloten tot toetreding van de gemeente Landerd. In 2012 is intensief overleg gevoerd met de BSOB over de problemen omtrent het versturen van de aanslagen. Hierover vindt u een nadere toelichting bij het onderdeel financiën in dit thema. 2.2.6.4 Cluster Bedrijfsvoering Doelstellingen Binnen het cluster bedrijfsvoering vallen ook alle kostenplaatsen. Hier worden de personeelskosten en overige overhead verantwoord. Essentiële financiële mutaties worden toegelicht. Voor het overige wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Hier wordt aandacht besteed aan organisatorische en personele aspecten en het onderwerp inhuur derden. Wat willen we bereiken De doelstelling van het cluster bedrijfsvoering is: Het optimaliseren van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Zorgen voor efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. De beleidscyclus inrichten zodat het bestuur in staat is om op basis van transparante en heldere informatie de juiste kaders te stellen. De informatievoorziening inrichten zodat elke bestuurslaag op haar niveau sturing kan geven. De bedrijfsvoering inrichten zodat goed kan worden gestuurd op doelstelling en resultaat, waarbij aandacht is voor de benodigde en beschikbare capaciteit. Het optimaliseren van de inkomstenstromen waarbij het uitgangspunt 100% kostendekkendheid wordt gehanteerd. Wat hebben we daarvoor gedaan? De documenten van de beleidscyclus zijn aangepast en de thema’s zijn verder verfijnd. Uitgangspunt is het gewenste sturingsniveau (sturen op hoofdlijnen), heldere en transparante informatievoorziening en meer sturing op doelstelling en resultaat. De programmabegroting 2013 is opgemaakt en verder verfijnd. Een goede basis die naar de toekomst toe verder kan worden uitgebouwd. Inmiddels heeft de gemeenteraad ingestemd om de beleidscyclus anders en efficiënter te gaan inrichten. Uitwerking hiervan zal in 2013 en 2014 plaatsvinden. Hieraan gekoppeld zit een bezuinigingstaakstelling.
84
De legesverordening is in de jaren 2011 en 2012 gewijzigd van opzet. Inmiddels is er een goede onderbouwing van de legeskosten, en word en de leges- en belastingverordeningen tegelijk met de begroting aan de gemeenteraad aangeboden. Tijdschrijven en kostenverantwoording zijn opnieuw ingevoerd. Er zijn en worden hernieuwde afspraken gemaakt over kostentoerekening en kostenverantwoording. Hierdoor kunnen we beter en nauwkeuriger kosten toe te rekenen en zijn we als organisatie beter in staat om te kunnen sturen op capaciteit. De organisatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de door de gemeenteraad gestelde doelen. Deze doelen zijn gesteld in het raadsprogramma en worden verder vertaald in de programmabegroting. Met de afdelingsplannen geven de afdelingen aan hoe, wanneer en op welke wijze zij dit gaan realiseren. Hieruit rolt tevens een bestuurs- en raadsagenda. Dit wordt als plannings- en sturingsmiddel gebruikt door het college van b&w en de gemeenteraad. De instrumenten als de bestuursagenda, het concernplan, de afdelingsplannen en de individuele taakplannen zijn in 2012 op diverse momenten gehanteerd en vormgegeven. Transparantie en duidelijke afspraken omtrent de te realiseren doelstellingen en een duidelijke afbakening van de mogelijkheden. Een sturingsmiddel waarmee je het bestuur inzicht geeft in de te realiseren doelstellingen en je ambtelijk de druk op de ambtelijke capaciteit bewaakt. In het jaar 2013 zal dit alles verder worden uitgebouwd en uitgediept. Er zal er met name gewerkt moeten gaan worden met deze nieuwe sturingsinstrumenten. Daarnaast zal in 2013 het zaaksysteem zijn intrede doen. De organisatie zal digitaal, procesmatig en zaakgericht moeten gaan werken. In 2012 zijn veelal al voorbereidende werkzaamheden verricht. Definitieve implementatie zal in juni 2013 plaatsvinden. Het zaakgericht werken is een transparante en efficiënte manier van werken. Geeft inzicht in het proces voor zowel klant (stand van zaken) als werknemer en manager(managementinformatie / sturingsinformatie). Kosten bestaand beleid Thema Dienstverlening en Organisatie Rekening 2011 * € 1.000 Lasten Baten Resultaat
53.487 82.038 28.551
Begroting 2012 voor wijz. 5.810 38.685 32.875
Begroting 2012 na wijz. 16.889 47.402 30.513
Rekening 2012 21.677 49.720 28.043
Toelichting verschillen begroting 2012 - rekening 2012 Thema Dienstverlening en Organisatie Begroting Rekening Verschil 2012 2012 Begroting* € 1.000 Rekening Lasten Thema Dienstverlening en Organisatie 1.361 1.549 -188 Cluster Dienstverlening DIC 2.506 2.002 504 Cluster Bestuur 13.022 18.126 -5.104 Cluster Bedrijfsvoering Totaal lasten Thema Dienstverlening en Organisatie 16.889 21.677 -4.788 Baten Thema Dienstverlening en Organisatie 612 658 -46 Cluster Dienstverlening DIC 30 4 27 Cluster Bestuur 46.760 49.058 -2.298 Cluster Bedrijfsvoering Totaal baten Thema Dienstverlening en Organisatie 47.402 49.720 -2.317 Resultaat Thema Dienstverlening en Organisatie 30.513 28.043 2.470 85
Onderstaand worden de belangrijkste verschillen tussen begroting 2012 en rekening 2012 van het Thema Dienstverlening en Organisatie, per cluster, toegelicht. Cluster Dienstverlening DIC Geen noemenswaardige afwijkingen. Cluster Bestuur Geen noemenswaardige afwijkingen. Cluster bedrijfsvoering Personeelskosten De jaarrekening laat een overschot personeelslasten zien ad plm € 450.000. Dit voordeel wordt middels het uurtarief doorbelast naar de verschillende producten. De effecten van dit overschot zijn terug te vinden in de interne lasten op de verschillende thema’s. Net als in voorgaande jaren loopt de organisatie vooruit met de realisering van personeelsbezuinigingen; momenten van natuurlijk verloop worden vrijwel altijd aangegrepen om een voorgenomen personeelsbezuiniging (die voor later in de boeken staat) éérder te realiseren. Dat heeft als gevolg dat loonkosten eerder vrijvallen. Daarnaast is sprake van een selectieve vacaturestop; we proberen functies intern in te vullen. Hierdoor worden vacatures vaak gedurende langere tijd niet ingevuld; dit levert meer dan vroeger vrijvallende loonkosten op. (De tegenhanger van dit alles is overigens ook dat vrij veel moet worden ingehuurd om de tijdelijke situatie te overbruggen). Er zijn diverse argumenten om dit budget vast te houden: Financiering van frictiekosten als gevolg van personeelsbezuinigingen en de opstartkosten van intergemeentelijke samenwerking. In de komende twee jaren moet opnieuw hard worden gewerkt aan een nieuwe personeelstaakstelling per 2015 en 2016. Op 1 april a.s. verandert het ontslagrecht in die zin dat voorafgaand aan een ontslag (ook bij boventalligheid a.g.v. bezuiniging) een verplichte reïntegratieperiode van 2 jaar (met voortbestaan dienstverband) dient te worden gerespecteerd; aansluitend kan een wachtgeldverplichting ontstaan. De wetgever heeft hiermede kennelijk een inspanningsplicht (lees: impuls) bij de gemeentelijke werkgever willen neerleggen om ontslag te voorkomen. Één ontslagbesluit kan dus per saldo 2 jaarsalarissen aan frictiekosten opleveren. We hebben op dit moment geen signaal dat zich dit op korte termijn voordoet. Is ook niet wenselijk. Voorts zal een toekomstige samenwerking in de Peel en met Helmond gepaard gaan met opstartkosten en (eveneens) tijdelijke frictiekosten zoals achterblijvende overhead. Hiervoor hebben we nog geen oplossing. De WMO-transitie komt er per 1-1-14 aan in de Peel evenals een concrete samenwerkingsafspraak met Helmond op het gebied van Schuldhulpverlening en Minimabeleid. “Re-setten” kost kruim 15 tot 20 procent personeelskrimp wordt gehaald maar op veel plekken piept en schuurt het aan alle kanten; het nakomen van gemaakte afspraken en het bijstellen van ambities loopt niet altijd synchroon aan de reeds gerealiseerde personeelskrimp; we moeten daarom op die plekken waar dat
86
speelt gedurende een wat langere termijn tijdelijk bijplussen of inhuren. Vaak moet dat snel en met daadkracht. Al met al is het college van oordeel dat we voorzichtig moeten zijn met het vrij laten vallen van overschotten personeelslasten. Aan de andere kant is € 450.000 een fors bedrag waarvan niet op voorhand kan worden onderbouwd dat we het hele bedrag nodig hebben. Voorgesteld wordt daarom de helft hiervan te bestemmen voor frictie- en samenwerkingskosten en de andere helft terug te laten vallen naar de algemene middelen. Pensioenen wethouders -/- € 60.000 (I) Jaarlijks wordt, bij de vaststelling van de jaarrekening, op basis van de actuariële berekening, de hoogte van de voorziening pensioenen wethouders bepaald. Dit leidt in 2012 tot een tekort van € 60.000. Belastingsamenwerking -/- € 119.000 (I) Bij de oprichting van de belastingsamenwerking is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd door het bureau Beerenschot. Op basis hiervan is er een verdeelsleutel door de deelnemers afgesproken voor de verdeling van de kosten. Nu blijkt dat er voor de gemeente Deurne fors meer aanslagbiljetten verstuurd zijn dan in het haalbaarheidsonderzoek gedacht. Dit heeft te maken met het diftarsysteem dat de gemeente Deurne hanteert voor afvalstoffenheffing. Hiervoor moeten aparte aanslagen verstuurd worden. Omdat het aantal verstuurde aanslagen een groot aandeel heeft in de verdeelsleutel van de kosten, levert dit de gemeente Deurne een groot nadeel op. Deurne heeft wel een tegemoetkoming in de frictiekosten gekregen van € 23.000. Voor de frictiekosten is een reserve gevormd. Deze blijkt nu niet nodig te zijn. Voorgesteld wordt om het tekort van dit jaar te dekken uit deze reserve. Rente en financiering € 154.000 (sv) In werkelijkheid is de saldo van de rente en financiering € 163.000 nadelig. Naast het positieve saldo van € 154.000 zijn er tevens negatieve bedragen op 2 thema’s, welke effect hebben op de rente en financiering.: Thema Dienstverlening en Organisatie Thema Vrije tijd (cultuur) Thema Samenleving (Huisvestigings- en expl.subsidie) Totaal nadeel rente en financiering
154.000 -120.000 -197.000 -163.000
Hieronder volgt een integrale toelichting op de rente & financiering Het nadeel op deze post heeft diverse oorzaken: 1. Financieringstekort Het verschil tussen de middelen die gefinancierd moeten worden (de boekwaarden van de Grex en de investeringen, ook wel staat-C genoemd) versus de beschikbare middelen (de aangetrokken geldleningen en het eigen vermogen) leidt tot een financieringstekort of- overschot. Bij de Jaarrekening 2012 betekent dit voor de Gemeente Deurne een tekort dat gefinancierd is tegen de vastgestelde rekenrente van 4,25%. De redenen voor het ontstaan van dit tekort ten opzichte van de begroting 2012 zijn o.a.: Stijging van de boekwaarden van de Grex t.o.v. de begroting 2012. Hiervoor was de nota Grex 2011 destijds nog het uitgangspunt. Stijging van de boekwaarden reserves en voorzieningen hierdoor dalen ook de beschikbare financieringsmiddelen voor het financieringstekort. 87
2. Bespaarde rente Door hogere waarde van de reserves en voorzieningen, waarover bespaarde rente wordt toegerekend,is de bespaarde rente gestegen t.o.v. 2012. 3. Rente toerekening aan reserves Een gedeelte van de bespaarde rente wordt toegerekend aan reserves en voorzieningen. Het betreft hier de voorziening “Verlieslatende exploitaties” en de egalisatiereserve “Egalisatie reken tarieven Grex”. Deze beide aan de Grex gerelateerde reserve en voorziening zijn ten opzichte van de begroting 2012 (basis Grex 2011) toegenomen waardoor de rente toerekening ook is gestegen. 4. Rente opbrengst Grex Bij het financieringstekort hebben wij al vermeld dat de we meer moeten financieren door de stijging van de boekwaarden van de Grex. Echter deze financiering wordt grotendeels weer doorbelast aan de Grex tegen een rekenrente van 4,25%. Hierop zijn o.a. de Glastuinbouw en OMO locaties een uitzondering. 5. OBRA’s OBRA’s zijn bestemmingsreserves die ingesteld zijn ter dekking van kapitaallasten binnen de reguliere exploitatie. Conform begroting 2012 zijn enkele OBRA’s vrijgevallen en ingezet ter verbetering van de vermogenspositie (algemene reserve) van de Gemeente Deurne. Dit had een negatief effect van € 274.000. In werkelijkheid (jaarrekening) is het negatief effect 317.000. Per saldo een nadeel van €43.000. Dit is inmiddels bij de begroting 2013 structureel verwerkt. Algemene uitkering gemeentefonds
Verklaring verschil mutatie algemene uitkering 2012 mutatie algemene uitkering 2011 mutatie algemene uitkering 2010 totaal verschil
€ 98.000 (I) Verschil begroot/werkelijk 2012 39.000 18.000 41.000 98.000
Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door de decembercirculaire 2012, waardoor de maatstaven, integratie uitkering wmo en uitkeringsfactor zijn aangepast.
88
2.3
Paragrafen
2.3.1 Inleiding Voor de rekening 2012 is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) van kracht. In deze voorschriften wordt een aantal paragrafen verplicht gesteld. De paragrafen handelen vooral over een aantal belangrijke onderwerpen met betrekking tot de financiële functies die binnen de verschillende thema’s terug te vinden zijn. De nota Reserves en voorzieningen is vastgesteld. De gevolgen en overige adviezen zijn in de rekening 2012 verwerkt en meerjarig doorgerekend. 2.3.2 Lokale heffingen Hieronder volgen de geraamde en gerealiseerde opbrengsten per heffingsoort in verhouding tot voorgaand jaar. Lokale heffingen Ozb Rioolrecht Afvalstoffenheffing vast Afvalstoffenheffing variabel Leges persoonsinformatievoorziening Leges burgerlijke stand Leges Bouw en woning toezicht Brandweerrechten Lijkbezorgingrechten Toeristenbelasting Evenementen (kermis) en marktgelden Hondenbelasting Parkeerbelasting Reclamebelasting Totale baten
Rekening 2011 5.684.200 3.504.758 884.120 1.079.326 434.573 29.849 1.304.950 2.590 71.241 81.050 181.286 117.322 553.910 48.262 13.977.437
P9311 P7221 P7211 P7212 P0031 P0032 P8223 P1202 P7241 P3102 P5602 P5604 P2141 P3102
Begroting 2012 5.729.910 3.757.000 861.674 1.079.034 465.872 44.400 1.199.206 1.600 74.091 124.114 176.124 139.254 483.500 51.000 14.186.779
Rekening 2012 5.631.162 3.621.575 898.378 806.745 465.450 38.696 1.386.951 1.011 60.241 119.367 179.923 123.268 497.661 46.448 13.876.874
Coelo woonlasten 2012 (Woningen) In onderstaand overzicht worden de woonlasten vergeleken van Deurne ten opzichte van de gemeenten Helmond, Gemert-Bakel, Someren, Asten en het landelijke gemiddelde: Woonlasten 2012
Deurne Gemert-Bakel Helmond Asten Someren landelijk gemiddelde
eenpersoonshuishoudens
Afval 125 199 232 119 138 209
Rioolheffing 192 175 232 154 120 165
OZB 289 271 243 226 271 239 89
meerpersoonshuishoudens Totaal woon lasten 606 645 707 498 529 613
Afval 247 299 232 219 243 267
Rioolheffing 283 196 232 154 120 177
OZB 289 271 243 226 271 239
Tot. woon lasten 820 766 707 598 634 683
Tarieven en ontwikkelingen belastingen en heffingen OZB OZB wordt geheven als percentage van de WOZ-waarden. Veranderingen in deze waarden worden in de tarieven gecompenseerd. Voor 2012 geldt de WOZ-waarde per 1 januari 2011. In onderstaande tabel staan de OZB tarieven van 2011 en 2012 vermeld. Belastingjaar 2011 woningen eigenaar 0,0907
Belastingjaar 2012
niet-woningen eigenaar gebruiker 0,1359 0,1125
woningen eigenaar 0,0946
niet-woningen eigenaar gebruiker 0,1370 0,1112
Het tarief OZB is als volgt tot stand gekomen door de volgende elementen: in 2012 is er een waardedaling van zowel de woningen als niet-woningen opgetreden; dit heeft een opbrengstenterugval tot gevolg gehad; deze terugval van de opbrengsten is gecompenseerd door een tariefsstijging om een gelijkblijvende opbrengst te realiseren; de opbrengsten zijn geïndexeerd. Rioolheffing Rioolheffing wordt geheven van gebruikers van riolering voor de afvoer van afvalwater. Aan zowel directe als indirecte lozers wordt een heffing opgelegd. Maatstaf voor de heffing is het waterverbruik. In het geval dat bedrijven: water gebruiken voor hun productie en dat water na gebruik niet tot afvoer komt naar de riolering het afvalwater een andere oorsprong heeft dan de levering door het waterleiding bedrijf en het waterverbruik daardoor geen maatstaf is voor het gebruik van de riolering kan op basis van kengetallen of door op andere wijze meten het van toepassing zijnde tarief worden vastgesteld. Adressen waarvan het gebruik groter is dan 300 m3 per jaar worden geacht bedrijven te zijn. Daarin zit een onnauwkeurigheid. Echter elke andere wijze van benadering leidt tot eenzelfde onnauwkeurigheid. De rioolheffing is kostendekkend. De inkomsten uit de heffingen zijn gebaseerd op het kostendekkingsplan binnen het GRP. Door: het achterblijven van onderhoud en door een lager rentepercentage neemt de egalisatiereserve sterker toe dan geraamd. Ondanks dat de rente over de uitstaande reserve geen onderdeel meer is van de dekking en dat de kosten voor de zorg voor het stedelijk hemel- en grondwater ten laste kunnen worden gebracht is de verwachting dat de ontwikkeling van de inkomsten uit de heffing stabiliseert. Landelijke ontwikkelingen: De afspraken van de koepelorganisaties binnen het nationaal bestuursakkoord water richten zich op lagere kosten (minder meer) van de waterketen. De partners in de waterketen hebben de opdracht om door samenwerking en daardoor beter benutten van expertise en onderling afstemmen van maatregelen te komen tot een beheersbare kosten ontwikkeling.
90
Afvalstoffenheffing vast De afvalstoffenheffing is een gesloten exploitatie en is geheel kostendekkend. Dit geldt enkel voor afval van particulieren, bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor hun afval. Beleidsvoornemens: Door de Commissie Wonen & Economie is de koers van materialentransitie vastgesteld. Deze koers houdt in dat we afval voortaan beschouwen als waardevolle materialen. Er wordt in de toekomst gezocht naar de beste manieren om deze materialen te vermarkten. Momenteel wordt al het restafval nog verbrand, dit is een substantieel deel van de afvalstromen. Het verbranden van restafval is een dure manier van afvalverwerking. Wanneer het lukt om afval beter te scheiden en de afzonderlijke producten financieel gunstig te vermarkten is de verwachting dat de afvalstoffenheffing omlaag gaat. De komende 2 jaar gaat Deurne aan de slag om proeven te doen op de milieustraat, om deze materialentransitie daadwerkelijk vorm te geven. Het projectplan hiervoor wordt momenteel opgesteld. Landelijke ontwikkelingen: Alle landelijke ontwikkelingen zijn meegenomen in de koers van materialentransitie. Deze ontwikkelingen zijn dus geborgd in het lokale beleid. Afvalstoffenheffing variabel Grondstoffen worden steeds schaarser en momenteel verdwijnen nog veel waardevolle grondstoffen via de afvalinzameling naar de verbrandingsoven. Omdat dit een weinig verantwoord gebruik is van waardevolle grondstoffen is het wenselijk om de slag te maken naar het beter scheiden van het afval en daarmee diverse grondstoffen apart in te zamelen. De toekomstige omslag van afvalstoffenheffing naar grondstoffenvergoeding wordt daarmee realistischer. Dat is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van de Tournees inwoners. Beleidsvoornemens: Ook voor het variabele deel van de afvalstoffenheffing is de koers van materialentransitie van toepassing (zie afvalstoffenheffing vast deel). In 2012 is gestart met het 1 maal per 4 weken inzamelen van de grijze restafvalcontainer. Dit beleid wordt in 2013 voortgezet. Landelijke ontwikkelingen: Alle landelijke ontwikkelingen zijn meegenomen in de koers van materialentransitie. Deze ontwikkelingen zijn dus geborgd in het lokale beleid. Rijbewijzen Er komt een maximum tarief voor rijbewijzen. Dit tarief zou in de zomer 2012 gaan gelden. Een standaardaanvraag van een rijbewijs zou dan niet meer dan € 37,05 gaan kosten. Dit heeft de ministerraad besloten op voorstel van minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Met de voorgestelde wijziging van het Reglement rijbewijzen hebben gemeenten niet meer de mogelijkheid om zelf een maximumtarief vast te stellen voor de aanvraag van een rijbewijs. Er bleken grote prijsverschillen te bestaan tussen gemeenten onderling, waarbij in bepaalde gemeenten tarieven golden die ruim boven de kostprijs lagen. Omdat de dienstverlening in essentie gelijk is, waren de prijsverschillen voor aanvragers van een rijbewijs onbegrijpelijk. Het nieuwe tarief voor de standaardaanvraag is gebaseerd op een objectieve kostprijsberekening en is afgestemd met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het nieuwe maximumtarief heeft slechts betrekking op de standaardaanvragen van rijbewijzen. Voor rijbewijsaanvragen die met een extra service behandeld worden, bijvoorbeeld een spoedprocedure, kunnen gemeenten hogere tarieven vaststellen. 91
De gemeente Deurne hanteert een kostendekkende tarief (€ 31,00) zoals opgenomen is in de legesverordening, deze is lager dan het maximum tarief (€ 37,05) dat door het rijk wordt vastgesteld. Deze wetswijziging heeft voor de gemeente Deurne dus geen invloed. Leges burgerlijke stand Beleidsvoornemens: Het aanwijzen van een "gemeentehuis" als trouwlocatie is als gevolg van artikel 108, juncto artikel 147 van de Gemeentewet een bevoegdheid van de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft in haar vergadering van 26 juni 2012 nummer 47 a besloten deze bevoegdheid met vastgestelde criteria te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders. Naar aanleiding van dit besluit heeft het college van burgemeester en wethouders in haar vergadering van 31 juli 2012 een aangepast Reglement van de Burgerlijke Stand vastgesteld. Tevens is door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld dat per 1 januari 2013 de zogenaamde "kosteloze" voltrekkingen uitgevoerd gaan worden op maandag om 8.30 en 8.45 uur met alleen de wettelijke vereiste getuigen. Als alternatief wordt een beperkte ceremonie geïntroduceerd op maandag om 9.00 en 9.30 uur waar leges (€ 132,40) voor gevraagd worden. Deze wijzigingen zijn inmiddels in de legesverordening van 2013 gerealiseerd Leges Bouw en woning toezicht Gemeentelijke producten en diensten brengen wij in beginsel kostendekkend in rekening bij de direct belanghebbende. Dit betekent dat de baten de lasten niet mogen overstijgen. De leges van deze heffingen zijn gekoppeld aan bepaalde taken of dienstverlening van de gemeente. De rechtspraak buigt zich vaak over deze regel van maximale kostendekkendheid. In de wetsgeschiedenis wordt expliciet een aantal kosten genoemd die niet verhaald kunnen worden op de specifieke dienstverlening. Het betreft de volgende kosten: -
beleidsvoorbereiding en algemene inspraakprocedure; handhaving, toezicht en controle (behoudens eerste controle); bezwaar- en beroepsprocedures.
In beginsel komen diensten met betrekking tot alle in de omgevingsvergunning opgenomen toestemmingen in aanmerking voor het heffen van leges. Voor de meeste toestemmingen was dat ook al zo in de situatie voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wabo. Om uiteenlopende redenen zijn twee categorieën sinds 1 januari 1998 echter uitgezonderd van de mogelijkheid tot legesheffing: beschikkingen krachtens de Wet milieubeheer en beschikkingen krachtens de Wet bodembescherming. De belangrijkste overweging om de milieuleges af te schaffen was echter dat milieuleges voor bedrijven een negatieve prikkel vormde voor activiteiten die moeten bijdragen aan een beter milieu. De gederfde legesinkomsten zijn vervolgens gecompenseerd via het gemeentefonds. De in de Wabo gekozen integratie van een aantal toestemmingen uit met name de Wet milieubeheer, heeft er niet toe geleid om de kosten voor milieuleges opnieuw onderdeel te laten worden van de leges. Milieuvergunningen blijven vrijgesteld van de heffing van rechten. Daarnaast worden voor enkele diensten op grond van gemeentelijk beleid bewust geen leges in rekening gebracht. Dit geldt voor de aanvragen die betrekking hebben op de activiteiten kap en monumenten. Landelijke ontwikkelingen: Provincies, gemeenten en waterschappen hanteren velerlei uiteenlopende grondslagen voor de tarieven die gemoeid zijn met leges voor het in behandeling van aanvragen van vergunningen. Uit het oogpunt van gelijkheid en transparantie verdient het aanbeveling om (enige) uniformering van de leges voor de omgevingsvergunning te bewerkstelligen. In het voorontwerp van de Wabo was een 92
bepaling opgenomen om te komen tot landelijke transparante stroomlijning van de berekening van leges. Gelet op de in november 2004 door het Rijk, het IPO en de VNG ondertekende Code Interbestuurlijke Verhoudingen, wordt echter eerst bezien of op vrijwillige grondslag afspraken kunnen worden gemaakt over de wijze van berekening en de hoogte van de leges. Het plan om een leges-AMvB vast te stellen, is voorlopig van de baan. Het ministerie van BZK heeft in het kader van het Project Vereenvoudiging Vergunningen de handreiking Kostentoerekening leges en tarieven opgesteld. De Handreiking geeft inzicht in de doorberekening van de kosten in de tarieven en de leges, die maximaal 100% kostendekkend mogen zijn. Dit inzicht is niet alleen van belang voor de heffende instantie zelf, maar draagt ook bij aan een groter draagvlak voor de leges en tarieven. De handreiking wordt regelmatig geactualiseerd. Intern hebben wij ook een richtlijn Kostentoerekening leges en tarieven, die gebaseerd is op de handreiking van het ministerie van BZK. Brandweerrechten Het betreft hier heffingen op basis van de legesverordening voor vergunningen waarvoor de brandweer (nog) de uitvoering verzorgd. Beleidsvoornemens: Daar waar nog sprake is van afzonderlijke vergunningen zullen deze steeds meer via het KCC verleend worden. Brandweer zal uiteraard een inhoudelijke bijdrage en ondersteuning blijven leveren. Landelijke ontwikkelingen: In het kader van deregulering komen steeds meer ‘vergunningen’ te vervallen en worden deze vervangen door ‘meldingen’. Hieraan kunnen geen kosten worden verbonden waardoor steeds minder inkomsten hieruit voort zullen komen. Lijkbezorgingrechten De directe baten bestaan uit de inkomsten die voortvloeien uit de verordening. Hieronder vallen begraaf- en grafrechten en leges voor ambtelijke handelingen. Beleidsvoornemens: Met ingang van 2012 is de exploitatie van de begraafplaatsen niet meer als sluitend aangeduid. In opdracht van de portefeuillehouder wordt de raad voorgesteld de leges dermate te verhogen dat deze kostendekkend zijn. De raad heeft in november 2011 het besluit genomen om het budget voor onderhoud en beheer van de begraafplaats te halveren en dit met de inzet van vrijwilligers te combineren. Dit traject is voortvarend van start gegaan. Tevens zullen de aantallen handelingen die ten grondslag liggen aan de begroting worden aangepast aan gemiddelden over de laatste paar jaar. Tot 2012 werd in de begroting uitgegaan van exploitatiecijfers die in 2005 op basis van landelijke trends werden geprognostiseerd maar waarvan jaarlijks bleek dat deze niet werden gehaald met een begrotingstekort als gevolg. Landelijke ontwikkelingen: Bijna jaarlijks wordt door Monuta en andere uitvaartverzekeringen onderzoek gedaan naar de leges die gemeenten rondom lijkbezorging heffen. Hierbij komen verschillen nadrukkelijk in beeld; “dure” gemeenten worden nadrukkelijk in beeld gebracht. Verantwoording van kostendekkendheid zou in het gedrang komen wanneer er een fikse verhoging wordt toegepast zonder dat daar kostenverhogende factoren voor een gemeente tegenover staan. Door de wijzigingen zoals onder beleidsvoornemens aangegeven is dit niet aan de orde."
93
Toeristenbelasting De opbrengst uit de toeristenbelasting wordt volledig ingezet voor de verdere ontwikkeling van de sector. De opbrengst is niet kostendekkend. In de regio is het huidige niveau van het tarief in Deurne gemiddeld. Het betreft € 0,65 voor minicampings en groepsaccommodaties en € 0,90 voor de overige logiesverstrekkers. Sinds 2012 wordt ook voor arbeidsmigranten een aanslag opgelegd. In 2013 wordt het tarief van € 0,90 verhoogd naar € 1,15. De oplegging en inning van de toeristenbelasting loopt sinds 2012 via de BSOB. Beleidsvoornemens: Er ligt een document op initiatief van de bezuinigingen ter bespreking in het college. Enerzijds betreft het een andere oplegging via het zgn. forfaitaire tarief. Daarnaast ligt er een voorstel tot ophoging met € 0,25 van beide tarieven. Landelijke ontwikkelingen: Er lijkt een trend voor een (sterke) verhoging toeristenbelasting in sommige regio. Reclamebelasting De reclamebelasting is een heffing die wordt geheven op basis van de verordening reclameheffingen. Het betreft een heffing aan de ondernemers binnen het centrum van Deurne. De opbrengsten van deze heffing worden gebruikt ter medefinanciering van het centrummanagement Deurne. In 2013 geen wijzigingen in tarief. Daarna is het nog onduidelijk. Beleidsvoornemens: n.v.t. Landelijke ontwikkelingen: n.v.t. Evenementen (kermis) en marktgelden De kermissen worden voor de gemeente Deurne georganiseerd door Bureau de Kermisgids. Het contract loopt tot en met 2013. Beleidsvoornemens: Door de belastingenoverdracht naar de BSOB is de marktgeldverordening niet meer actueel. Deze wordt aangepast en zal 2013 zal van kracht worden. De weekmarktverordening zal samen met de marktgeldverordening ook aangepast worden. Hondenbelasting Hondenbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat er geen relatie tussen enerzijds de kosten van bijvoorbeeld hondenuitlaatplaatsen en perceptiekosten en anderzijds de opbrengst hoeft te zijn. Beleidsvoornemens: n.v.t. Landelijke ontwikkelingen: Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft op 24 januari 2013 een opmerkelijke uitspraak gedaan over de hondenbelasting. Volgens het hof komt een hondenbelasting die enkel wordt geheven als bijdrage aan de algemene middelen in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De VNG vindt dat deze uitspraak geen gevolgen heeft voor het heffen van hondenbelasting. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de kosten van hondenbezit voor de gemeente van wezenlijke betekenis zijn voor de heffing. Als de hondenbelasting alleen gericht is ophet verkrijgen van inkomsten is er sprake van discriminatie van hondenbezitters. De uitspraak van het hof is nog niet definitief. Pas nadat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan is er 94
volledige duidelijkheid. De VNG verwacht dat de Hoge Raad deze zaak met voorrang zal behandelen. Inhoudelijk lijken de gevolgen van de uitspraak zeer beperkt. Elke gemeente heeft namelijk kosten die specifiek verband houden met hetgeen honden teweeg brengen. Parkeerbelasting Parkeerbelasting is een algemene belasting. Dat houdt in dat er geen relatie tussen enerzijds de kosten van bijvoorbeeld parkeervoorzieningen en anderzijds de opbrengst hoeft te zijn. Beleidsvoornemens: De parkeertarieven worden doorgaans één keer per 4 jaar herzien (geïndexeerd). Deze prijsverhogingen zijn in de berekeningen van de Exploitatie parkeren 2013 meegenomen. Landelijke ontwikkelingen: n.v.t. Algemeen: Met het principe dat de baten de lasten niet mogen overstijgen is rekening gehouden bij de legesberekening voor 2012. Bij de vaststelling van een aantal tarieven (bijv. reisdocumenten) wordt rekening gehouden met de van rijkswege gestelde (maximum-) tarieven. Landelijke ontwikkelingen: Voor de uitvoerende taken (heffen en innen) op het gebied van belastingen en de uitvoering van de WOZ is per 1 juli 2010 een Gemeenschappelijke Regeling opgericht tussen het waterschap Aa en Maas en de gemeenten Boekel, Deurne, Oss, Uden en Veghel. Het openbaar lichaam van deze Gemeenschappelijke Regeling (GR) wordt aangeduid als Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB). In de GR zijn door de gemeente Deurne de taken op het gebied van WOZ, OZB, Rioolrecht en Afvalstoffenheffing overgedragen. Daarnaast heeft de gemeente Deurne alle overige belastingsoorten als pluspakket aan het samenwerkingsverband overgedragen (toeristenbelasting, (naheffing) parkeerbelasting, hondenbelasting, brandweerrechten, grafrechten, reclamebelasting en marktgelden). Het uitvoeringsbeleid wordt aan de samenwerking overgedragen, het strategisch beleid blijft bij de deelnemende organisaties zelf berusten. De feitelijke start van de werkzaamheden door BSOB heeft plaatsgevonden in de loop van het vierde kwartaal van 2011. Het gemeentelijk personeel dat mee overgaat naar BSOB zal per 1 oktober in dienst treden van BSOB. Met ingang van het belastingjaar 2012 zal het samenwerkingsverband de diverse heffingen gebundeld opleggen. Kwijtscheldingsbeleid Gemeenten kunnen onder bepaalde omstandigheden kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verlenen als het inkomen van de belastingplichtige onder de genormeerde kosten van het bestaan ligt. Volgens het Rijk is dit 90 % van de voor hem geldende bijstandsnorm. Gemeenten kunnen dit percentage verhogen naar 100%. In Deurne bedraagt dit percentage -net als in het overgrote deel van de andere gemeenten in Nederland- 100%. Wij verlenen kwijtschelding voor de jaarafrekening afvalstoffenheffing en rioolheffing. Beleidsvoornemens: Met de deelnemende gemeenten en het waterschap in de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) tot een uniform kwijtscheldingsbeleid te komen. Bij het opstellen van dit beleid worden de wijzigingen in de invorderingswet (per 01-04-2012) en de hierin te maken beleidskeuzes meegenomen.
95
Wijziging invorderingswet Kleine zelfstandige Per 01-04-2011 hebben gemeenten de mogelijkheid om kleine zelfstandige in aanmerking te laten komen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Kwijtscheldingsnorm 65plusser Per 01-04-2012 kunnen gemeenten de huidige kwijtscheldingsnormen voor personen van 65 jaar of ouder verhogen tot 100% van de toepasselijke netto AOW-bedragen. Kosten kinderopvang Bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen voor de kwijtschelding kan met ingang van 01-04-2012 rekening worden gehouden met de netto-kosten van kinderopvang. De netto-kosten worden dan aangemerkt als uitgaven. 2.3.3
Weerstandvermogen
Inleiding Het weerstandsvermogen is te definiëren als “het vermogen van de gemeente om financiële risico’s op te kunnen vangen ten einde zijn taken te kunnen voortzetten”. Het risicoprofiel in relatie tot de het weerstandsvermogen bepaalt de weerstandscapaciteit. De accountant en de provincie Noord Brabant hebben opmerkingen gemaakt over de manier waarop wordt omgegaan met de beoordeling van weerstandsvermogen, omdat er geen duidelijke koppeling is tussen risico’s en de weerstandscapaciteit. De gemeente zelf ziet ook zelf de noodzaak met dit onderwerp aan de slag te gaan. In deze paragraaf wordt ingegaan op de stappen die zijn gezet (4.3.2. Risicomanagement), de kaders, de werkwijze die wordt gevolgd (4.3.3 Werkwijze), en de resultaten die dit heeft opgeleverd (4.3.4 Inventarisatie), en de conclusie (4.3.5). Risicomanagement Eind vorig jaar stelde het college de startnotitie risicomanagement vast (oktober 2011). De rode draad in deze notitie: de gemeente Deurne is op diverse vakgebieden met risicomanagement bezig, maar mist de focus en de kaders rondom dit onderwerp. Landelijk blijkt ook dat risicomanagement bij veel publieke organisaties in de kinderschoenen staat. Verder is de boodschap het niet alleen in instrumentele oplossingen te zoeken maar ook te sturen op gedrag, omdat dit een belangrijke factor blijkt te zijn wanneer risico’s zich openbaren. De gemeenteraad is eind vorig jaar met een Raadsinformatiebrief geïnformeerd over risicomanagement. Omdat eerst focus en kaders rondom dit onderwerp nodig zijn is een werkwijze vastgelegd in de kadernota risicomanagement, deze is opgenomen in deze paragraaf weerstandsvermogen (4.3.3.). In paragraaf 4.3.4 zijn de onderwerpen die relevant zijn in het kader van risicomanagement, waaronder die waar de gemeente al mee nadrukkelijk mee bezig is (o.a. grondexploitatie), opgenomen. Volgens de kaders wordt een oordeel gegeven over de weerstandscapaciteit (risico’s versus het beschikbare weerstandsvermogen). Deze is opgenomen in paragraaf 4.3.5. Conclusie. De financiële situatie van de gemeente Deurne is bekend. In het verlengde hiervan is de conclusie in deze paragraaf niet verrassend, de weerstandscapaciteit is onvoldoende, voor zover te beoordelen, omdat het inzicht in bepaalde risico’s nog onvoldoende is. Het vervolg is de risico’s te onderzoeken, concreter te maken, en het weerstandsvermogen te vergroten. Advies is een weerstandscapaciteit “voldoende tot matig” in de volgende begroting na te streven. Werkwijze Bij het uitvoeren van onze taken als gemeente willen we actief sturen op het beheersen van risico’s. Om dit te kunnen doen is het nodig risico’s te inventariseren, te kwantificeren en af te dekken. Risico’s kunnen worden afgedekt door: 96
het risico te vermijden of te voorkomen (stoppen met het beleid dat het risico veroorzaakt); het risico vermindert (kans dat het risico optreedt afzwakken); overdragen/uitbesteden (het beleid dat het risico met zich meebrengt over te laten aan een andere partij die ook het financiële risico draagt); - accepteren (wanneer het risico niet kan worden vermeden, voorkomen, verminderd, uitbesteed of overgedragen, dan worden de eventuele financiële gevolgen gedragen door het weerstandsvermogen). De risico’s die een gemeente loopt in de laatste categorie moet zij afdekken met voldoende weerstandsvermogen. Op dit weerstandsvermogen wordt in de volgende paragraaf (4.3.4) ingegaan. Om de omvang van de mogelijke risico’s te kennen, is het nodig periodiek de omvang van alle risico’s te inventariseren, deze te beoordelen op te nemen maatregelen, en een (financiële) inschatting te maken van de hoogte van het risico dat gelopen wordt. Deze inschatting is nodig om te kunnen beoordelen in hoeverre de gemeente in staat is risico’s op te vangen. Met als resultaat een beoordeling, uitgedrukt in een ratio van de weerstandscapaciteit (ratio weerstandsvermogen). -
De wettelijke kaders voor het bepalen van het weerstandsvermogen zijn vastgelegd in: 1. Besluit begroten en verantwoording provincies en gemeenten 2. Wet financiering decentrale overheden (wet FIDO) 3. Europese richtlijn voor aanbesteding overheidsopdrachten 4. Verordeningen art. 212 en 213 gemeentewet De volgende regels zijn bepalend voor de beoordeling van het vermogen risico’s op te vangen: het weerstandsvermogen bedraagt minimaal 50 tot 65 % keer de hoogte van de geïnventariseerde risico’s (niet wettelijk bepaald, maar algemene gebruikelijke norm); de algemene reserve beslaat minimaal 10 % van de algemene dekkingsmiddelen (vastgelegd in de notitie reserves en voorzieningen). Wanneer risico’s zich voordoen, en een beroep wordt gedaan op de algemene reserve, of de gemeente inkomsten verliest of hogere uitgaven heeft, treedt het volgende proces in werking: 1. De directie informeert het college over risico’s en de achtergronden; 2. Het college informeert de gemeenteraad over het risico en de achtergronden; 3. Voorstel ter dekking van het financiële effect van het risicobedrag; 4. Indien financiële middelen (algemene reserve) niet toereikend is, worden bezuinigingsvoorstellen gedaan. Periodiek, bij de begroting en bij de jaarrekening wordt de inventarisatie van de risico’s en reserves gepresenteerd in de paragraaf weerstandsvermogen. Bij de begroting 2013 is een inventarisatie van risico’s opgenomen, en waar mogelijk is deze gekwantificeerd. Het betreft zowel risico’s die zich intern kunnen voordoen (bedrijfsvoering) als risico’s die extern zijn (economische ontwikkelingen). In deze jaarrekening worden deze risico’s geactualiseerd. In risicoparagrafen werd eerder geen rubricering gebruikt, met ingang van de begroting 2013 wordt de volgende rubricering van risico’s gehanteerd: 1. Strategische risico’s (intern maar met extern effect) o Beleidsrisico’s (o.a. samenwerking, decentralisatie, economisch, politiek, maatschappelijk) 2. Operationele risico’s o Risico in de bedrijfsvoering (proces en vermogen te reageren op calamiteiten) o Personele risico’s en cultuur (spreken van risicotaal, fouten durven toegeven) o Risico’s informatievoorziening (adequaat applicatie- en informatiebeheer) 97
3. Financiële risico’s o Grondexploitatierisico’s en projecten. o Financieringsrisico’s. 4. Risico’s door wet- en regelgeving o Juridische risico’s (o.a. ook ARBO technische risico’s). o Risico’s verbonden partijen. o Risico’s samenwerking. o Risico’s in contracten. 5. Financiële verslagleggingrisico’s De inventarisatie van risico’s geeft daar waar bekend inzicht in het bruto bedrag. Wanneer wel een risico bekend is maar nog geen netto of bruto bedrag wordt een PM post opgenomen. Het bruto bedrag geeft nog geen inzicht in de financiële effecten, daarvoor waarderen we een risico, wat leidt tot een netto risicobedrag. Dit doen we omdat niet alle risico’s zich gelijktijdig voordoen. Er wordt op deze manier een meer reële inschatting gemaakt van de kans dat een risico beslag legt op het weerstandsvermogen. Voor het berekenen van het netto bedrag krijgt ieder risico een klasse. Deze klasse geeft aan de kans dat een risico zich voordoet, en het effect dat het risico kan hebben op het vermogen (dekkingspercentage). Een risico wordt netto gemaakt omdat niet alle risico’s even zwaar zijn en de kans dat alle risico’s zich voordoen in één jaar nagenoeg nihil is. Door deze klassering kom je tot de waardering (met percentage) van het bruto bedrag, resulterend in een netto bedrag waarmee rekening moet worden gehouden bij het bepalen van je weerstandsvermogen. In tabel 1 worden de klassen weergegeven, met daarbij de dekkingspercentages op basis van de kans dat een risico zich voordoet. Klasse 1 2 3 4 5 6 Tabel 1: Risicowaardering
Kans (gemiddeld) > 90 % 75 – 90 % 25 – 75 % 10 – 25 % 5 – 10 % <5%
Dekkingspercentage 100 % 80 % 60 % 40 % 20 % 0% tot 10 %
Met alleen de weerstandscapaciteit en de berekening van het netto bedrag per risico is het niet mogelijk een uitspraak te doen van het weerstandsvermogen. Daarvoor gebruiken gemeenten de ratio’s in tabel 2. Door het beschikbare weerstandsvermogen te delen door de benodigde weerstandscapaciteit, en het getal te vergelijken met de ratio’s kan de weerstandscapaciteit beoordeeld worden. Beschikbare weerstandscapaciteit ----------------------Benodigde weerstandscapaciteit
= ratio weerstandsvermogen
98
Ratio Waardering weerstandsvermogen) > 2.0 Uitstekend 1,5 - 2,0 Ruim voldoende 1,0 - 1,5 Voldoende 0,8 - 1,0 Matig 0,6 - 0,8 Onvoldoende Tabel 2: Ratio weerstandsvermogen < 0,6 Ruim onvoldoende Over de hoogte van de gewenste weerstandscapaciteit zijn geen voorschriften. Dit behoort tot de autonomie van de gemeente. Inventarisatie risico’s en reserves Inleiding In de vorige paragraaf is uiteengezet op welke wijze we aan risicomanagement wensen te werken. In het voorjaar van 2012 is hiermee een start gemaakt. Risicomanagement wordt geen op zichzelf staande activiteit maar het doel is dat het onderdeel gaat uitmaken van lopende activiteiten. In projecten, college- en raadsvoorstellen, jaarrekening, productenbegroting en afdelingsplannen wordt ingegaan op beheersing en sturing van de organisatie, daarin hoort ook het benoemen van risico’s. In de begroting en jaarrekening wordt hierover gerapporteerd in de paragraaf weerstandsvermogen. In deze paragraaf worden de risico’s (die zijn geïnventariseerd) opgenomen, waar mogelijk worden deze gewaardeerd en voorzien van een bruto en nettobedrag. De werkwijze is zeer recent ingevoerd, waardoor bij veel risico’s een PM bedrag is opgenomen. Ook de inventarisatie is nog niet compleet maar geeft wel de belangrijkste risico’s aan. In de doorontwikkeling van risicomanagement zal deze waardering door onderzoek en aannames concreter worden, ook is het streven naar een completer overzicht. In deze paragraaf wordt ook opgenomen de reserves die van belang zijn voor het bepalen van de ratio weerstandsvermogen. De overige reserves en voorzieningen en onderwerpen als onbenutte belastingcapaciteit en leges en heffingen zijn opgenomen in een bijlage. In de navolgende paragraaf staat de conclusie over de ratio weerstandsvermogen. Risico’s 1. Strategische risico’s (intern maar met extern effect) o Beleidsrisico’s (o.a. samenwerking, decentralisatie, economisch, politiek, maatschappelijk) Brutobedrag Risicowaardering Nettobedrag €0 6 €0 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) In december 2010 heeft de Gemeenteraad het beleidsplan maatschappelijke ondersteuning gemeente Deurne 2011-2014 vastgesteld. Hiermee zijn de kaders met betrekking tot het Wmo beleid bepaald. Aan de kaders zoals gesteld wordt thans uitvoering gegeven. Belangrijke speerpunten, met betrekking tot de uitvoering van de Wmo zijn informatie, advies en cliëntondersteuning, collectief aanbod van voorzieningen en een grotere inzet vrijwilligers t.b.v. onderdelen van de Wmo. Wanneer dit niet gerealiseerd wordt, zal als gevolg van de vergrijzing en de bezuinigingen (zowel binnen de gemeente als binnen de Algemene wet bijzondere ziektekosten) een tekort ontstaan. Inwoners van Deurne zullen namelijk een steeds groter beroep gaan doen op ondersteuning van de gemeente, terwijl de gemeente daar vanuit het Rijk geen financiële compensatie voor ontvangt. Er is een budget onvoorzien opgenomen in 2013 van € 60.200 ter afdekking van het risico. In de jaren 2014 – 2016 99
wordt op dit budget onvoorzien bezuinigd (hoogte budget onvoorzien in 2014: € 72.300 in 2015: € 21.100, in 2016: € 21.100). De kaders zijn in ontwikkeling en in de uitvoering zullen de werkelijke consequenties blijken. Het risico is nu afgedekt met een post onvoorzien maar zal jaarlijks gevolgd moeten worden op toereikendheid. Op dit moment wordt dit risico gewaardeerd op niveau 6. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag € PM
Decentralisaties (en algemene uitkering) Het rijk heeft taken en gaat nog meer taken decentraliseren naar gemeenten. Het gaat om Centrum Jeugd en Gezin, Transitie Jeugd, AWBZ en bijstand, Wet werken naar vermogen. De decentralisatie wordt gefaseerd ingevoerd. In de media worden deze decentralisaties aangeduid als een van de grootste risico’s voor gemeenten. De financiële consequenties kunnen per gemeente verschillen. Sommige zullen voordelen hebben, anderen nadelen. Indien een gemeente financiële consequenties ondervindt als gevolg van de herverdeling en het nadeel is in enig jaar groter dan 15 euro per inwoner, dan wordt voor het meerdere een financiële overgangsregeling getroffen. Boven de 15 euro word je dan gecompenseerd. Deze compensatie zal echter in 4 jaar worden afgebouwd. Een gemeente kan dus voor meer dan 15 euro per inwoner worden gekort. Dit zal echter in een overgangstraject van 4 jaar worden opgebouwd. Er bestaat een budgettair risico, maar dit is afhankelijk van het daadwerkelijke herverdelingseffect waaruit op termijn (2014-2018) pas blijkt wat het effect is voor de gemeente Deurne. Het overgangstraject van vier jaar biedt de gemeente de mogelijkheid aanvullende maatregelen te nemen (bezuinigingsvoorstellen en wijziging van beleid). De risico’s zijn zeker aanwezig, maar het zijn geen risico’s die zich acuut openbaren. Er kan door maatregelen, hoe impopulair deze ook kunnen zijn, worden ingegrepen. In de begroting 2012 is vanaf 2014 € 475.215 gereserveerd voor herverdeeleffecten na decentralisaties. Door de overgangstermijn, de termijn waarbinnen en de reservering kan worden ingegrepen op dit risico wordt dit risico gewaardeerd op niveau 6. Dit risico dient wel nauwgezet te worden gevolgd de komende jaren. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag €0
Wet houdbaarheid overheidsfinanciën(wet HOF) Het aandeel van de lagere overheden in het begrotingstekort van Nederland is ongeveer 0,5 %. Daarvan komt 0,35 % voor rekening van de gemeenten. Wat betekent de wet HOF voor de gemeente, en welke risico’s hangen ermee samen. Het wetsvoorstel zou 1 januari 2013 in werking kunnen treden. Duidelijk is dat de wet ingrijpt op de autonomie van de gemeente. Risico’s liggen er vooral in dat de Europese Unie alle lidstaten wil houden aan de berekening van het EMU-saldo voor de gehele overheid, inclusief decentrale overheden. Het verschil zit hem vooral in investeringen waarbij gemeenten putten uit voorzieningen en in het verleden gevormde reserves. Ook de gemeente Deurne kan nog putten uit in het verleden gevormde bestemmingsreserves voor investeringen en uitgaven. De gemeenten hebben altijd betoogd dat op grond van hun batenlastensystematiek er altijd een bepaald tekort beschikbaar moet zijn om de bestaande investeringen te kunnen vervangen en om uitbreidingsinvesteringen te doen die noodzakelijk zijn omdat de bevolking nog steeds groeit. Inmiddels is er een akkoord gesloten tussen de VNG. Over de ruimte die hiervoor noodzakelijk is verschillen kabinet en mede overheden van mening. Hoewel het kabinet er van overtuigd is dat een kleinere ruimte niet knellend zal zijn, is het bereid gebleken daarover nadere afspraken te maken teneinde de decentrale overheden tegemoet te
100
komen. In het akkoord dat nu voorligt, wordt door alle partijen de intentie uitgesproken dat het tekort van de mede overheden in 2017 gaat dalen naar 0,2% van het nationale inkomen. Tegelijkertijd geeft het kabinet ook in de jaren 2014 en 2015 de mede overheden dezelfde tekortruimte als in 2013 is overeengekomen, namelijk -0,5%. Daarna daalt dit tekort in 2016 naar -0,4% en in 2017 naar - 0,3%. Deze twee percentages zijn in het akkoord tussen haakjes gezet. Eind 2015 zal worden bezien of deze daling mogelijk en verantwoord is op basis van de realisaties in de jaren hiervoor. Over de verdeling binnen de ruimte voor de medeoverheden zullen VNG, IPO en Unie op basis van nader onderzoek dit jaar een afspraak maken waarbij de huidige verdeling vertrekpunt is. Hoewel het kabinet niet bereid bleek de extra sanctie die nu nog in de wet staat, ook als de Europese Unie Nederland geen sanctie oplegt bij het overschrijden van het tekort, uit de wet te verwijderen is wel vastgelegd, dat een dergelijke sanctie in deze kabinetsperiode niet zal worden toegepast. Door dit akkoord zijnde scherpe kantjes eraf en zijn de risico’s beperkt. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag €0
Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord van 2013 is afgesproken dat de decentrale overheden met ingang van 2013 gaan schatkistbankieren. Bij schatkistbankieren lopen de geldstromen via het Rijk, i.p.v. via de kapitaalmarkt. Het verplicht schatkistbankieren heeft een positief effect op de staatschuld, maar mogelijk een negatief effect op rente inkomsten van de gemeenten. Doordat de geldstromen via het Rijk lopen worden tegoeden aangehouden in de Nederlandse schatkist en hoeft het Rijk minder geld te lenen op de kapitaalmarkt. Dit betekent dat de staatschuld zal dalen. Voor gemeenten betekent dit dat zij zelf geen geld meer kan uitzetten tegen vaak hogere tarieven (dan het Rijk biedt) op de kapitaalmarkt. Uit berekeningen blijkt al dat gemeenten hierdoor geld mislopen. Contracten en beleggingen die zijn aangegaan voor 18:00 uur op 4 juni 2012 zullen worden geëerbiedigd. Daarna, zullen ze vallen onder de nog op te stellen nieuwe regels. Inmiddels is er een akkoord gesloten tussen de VNG en de regering. In dit huidige akkoord zijn twee aanvullingen opgenomen ten aanzien van het schatkistbankieren: 1. Het wordt voor gemeenten mogelijk om overtollige middelen uit te lenen aan andere overheden. Hiermee is mogelijk een beter rendement te halen dan bij de schatkist. 2. Er wordt een zogenaamde doelmatigheidsdrempel ingevoerd van 0,75% van het begrotingstotaal. Het minimumbedrag per gemeente is € 250.000, - (met een maximum € 2,5 miljoen). Hebben gemeenten overtollige middelen die niet boven deze drempel komen, dan is schatkistbankieren niet noodzakelijk. Wel moeten alle administraties van gemeenten (dus ook gemeenten die niet boven deze drempel uitkomen) nu al klaar worden gemaakt om schatkistbankieren in de toekomst mogelijk te maken. De verwachting is dat het schatkistbankieren medio juli in werking gaat treden. Momenteel heeft de gemeente Deurne een spaarsaldo van € 12,5 miljoen euro tegen rente vergoeding van 1,3%. Bij ingaan van schatkistbankieren krijgen wij hiervoor geen rente tot wel bijna nihil bedrag als rente vergoed. Aangezien deze renteopbrengsten niet zijn begroot lopen we hierop geen risico. Wel zullen wij in werkelijkheid een lagere rentevergoeding gaan ontvangen.
101
2. Operationele risico’s o Risico in de bedrijfsvoering (proces en vermogen te reageren op calamiteiten) o Personele risico’s en cultuur (spreken van risicotaal, fouten durven toegeven) o Risico’s informatievoorziening (adequaat applicatie- en informatiebeheer) Brutobedrag € PM
Risicowaardering PM
Nettobedrag € PM
Bruggen (bedrijfsvoering) Op basis van de laatste inventarisatie (foto’s) van bruggen en duikers, vier jaar geleden, is achterstallig onderhoud aan bruggen en duikers uitgevoerd. Dit onderhoud bestond uit o.a. schilderwerk, reparaties aan leuningen en herstel van beton. De collectie bevat 50 objecten (bruggen en duikers). Het onderhoud aan bruggen en duikers is niet gestructureerd, de objecten zijn niet betrokken bij een structurele jaarlijks- of maandelijkse inspectie. Er is verder geen budget beschikbaar voor incidenteel of regulier onderhoud. Op dit moment kan het risico vanwege het ontbreken van actuele informatie niet worden gewaardeerd. Het advies is ook de bruggen in een beheerstructuur op te nemen, waardoor inzicht ontstaat en risico’s beter beheersbaar zijn. Wanneer zich risico’s openbaren, of onderhoud noodzakelijk wordt is er geen budget beschikbaar. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0 % van € 0
Wegbeheer/Onderhoud wegen Verkeersveiligheid, het voorkomen van ongevallen, en lichamelijk letsel is een doel dat de gemeente door de juiste inrichting en onderhoud aan wegen wil bereiken. Het voorkomen van ongevallen vraagt ook om verantwoordelijk weggebruik door de weggebruiker zelf. In deze paragraaf wordt gesproken over risico’s, in financiële zin, en risicoaansprakelijkheid van de gemeente. Het streven naar het verkeersveilig ingerichte wegen wordt niet nadrukkelijk genoemd, maar is impliciet verbonden aan de taak van de gemeente als wegbeheerder. In de raadsvergadering van 6 maart 2012 is de notitie “aanpak onderhoud wegen” vastgesteld. In deze notitie wordt vastgesteld welke onderhoudstoestand voor welk wegtype geldt en welke middelen hiervoor worden opgenomen in de begroting. Daarnaast is er een reserve gevormd van € 950.000 om een eenmalige impuls te geven aan het wegonderhoud. Dit besluit verschaft duidelijkheid aan de weggebruikers, het gemeentebestuur, de provincie en de accountant over de manier waarop de wegen in Deurne worden onderhouden. De provincie NoordBrabant merkte vanuit haar toezichtrol al enkele jaren op dat de wegen-beheerbudgetten afgestemd dienen te worden op de onderhoudsbehoefte en dat hier onvoldoende inzicht in bestond. Het niet beschikken over dit inzicht vormt een risico voor de gemeentefinanciën. Berekeningen op basis van een recente inventarisatie laten zien dat de behoefte aan middelen voor regulier onderhoud ongeveer gelijk is aan het budget. Deze constatering leidt ertoe dat het risico voor een ongeplande vraag naar onderhoud zo goed als nihil is. Doordat de methodiek, inspectie en berekening van de onderhoudsbehoefte jaarlijks wordt uitgevoerd ontstaat er blijvend inzicht in de verhouding, onderhoudsbehoefte en beschikbare budgetten. Naast financiële risico’s is inzicht in de risicoaansprakelijkheid ook van belang. De wetgeving geeft meer ruimte voor mensen om de wegbeheerder (de gemeente) aansprakelijk te stellen. De gemeente heeft nu bepaald welk kwaliteitsniveau geldt voor welke wegen en op welke wijze
102
eventuele risico’s kunnen worden afgedekt (bijvoorbeeld door het plaatsen van borden). Dit biedt duidelijkheid bij de afhandeling van een aansprakelijkheidstelling. In 2012 is de gemeente Deurne 7 keer aansprakelijk gesteld, dat heeft geleid tot 1 toekenning voor een bedrag van € 258. Twee aansprakelijkheidstellingen zijn afgewezen, van 4 loopt de procedure nog. In 2011 wordt de gemeente 7 keer aansprakelijk gesteld, waarvan de kosten € 1.412 bedragen (3 procedures). Van de 7, werden er drie afgewezen, en is er een nog niet afgerond. De gemeente heeft een verzekering gesloten om het risico aansprakelijkheid af te dekken. Per aansprakelijkheidstelling geldt een eigen risico van € 2.500. Het risico is hiermee afgedekt en vormt geen risico voor de financiële continuïteit van de gemeente, en wordt daarom op 6 gewaardeerd. Brutobedrag € 1.500
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0%€0
Groenbeheer - laanbomen De gemeente Deurne is eigenaar van ongeveer 40.000 laanbomen. De meeste laanbomen zijn (Amerikaanse) eiken, deze bomen krijgen op latere leeftijd veel last van taksterfte. Doordat de lanen veelal ouder zijn dan 60 jaar, begint dit probleem zich nu te manifesteren. De eigenaar is verantwoordelijk voor de bomen en wettelijk verplicht de schade die veroorzaakt wordt door bomen te voorkomen, of te vergoeden. Als boomeigenaar is de gemeente Deurne verplicht om het beheer zodanig in te richten dat er geen nalatigheid verweten kan worden. Dit houdt in dat boomgegevens geregistreerd, gearchiveerd en reproduceerbaar zijn. Om een goed beeld te krijgen van alle gemeentelijke laanbomen dient eenmalig een compleet VTA-onderzoek gedaan te worden de kosten hiervan bedragen ongeveer € 60.000. Dit onderzoek is niet uitgevoerd omdat er geen budget beschikbaar is. De gemeente Deurne heeft inmiddels een aantal schadeclaims ontvangen. In 2012 zijn tot en met augustus 2012 6 schadeclaims ontvangen. Deze schades zijn nog in onderzoek, het schadebedrag is daarom nog niet bekend, of uitgekeerd. In 2011 zijn er 3 schadeclaims ontvangen, het uitgekeerde schadebedrag bedraagt € 1.120, nog één dossier staat open. In 2010 zijn er vier schadeclaims ontvangen, voor een bedrag van € 1.000. Veiligheid voor personen en voorkomen van schade aan eigendommen is belangrijk. Een inventarisatie is nodig omdat vanuit het vakgebied aangegeven wordt dat de leeftijd van de bomen met kennis van de praktijk situaties kunnen voorkomen die gevaarlijk zijn. Voorkomen van risico’s kun je niet, dit vanwege de invloed van de weersomstandigheden en de grilligheid van de natuur. Het aantal claims en het schadebedrag dat hieruit voorkomt is in 2010 en 2011 laag. Het risico op basis van de informatie uit de jaren 2010 en 2011 vormt geen bedreiging voor de continuïteit van de (financiële) bedrijfsvoering. Vanwege de grilligheid van de natuur (weersomstandigheden/bomen), is er altijd een verhoogd risico van aansprakelijkheid. Deze aansprakelijkheid is afgedekt met een aansprakelijkheidsverzekering. Brutobedrag Risicowaardering Nettobedrag €0 6 0%€0 Groenbeheer Bij de storm van juli 2010 zijn circa 2.000 gemeentelijke laanbomen omgewaaid. Doordat er geen geld beschikbaar is voor vervanging kunnen er geen bomen herplant worden. Dit is wel verplicht vanuit de boswet. Door de gemeenteraad is aangegeven dat er geen geld beschikbaar wordt gesteld voor een vervangingsplan.
103
Wij kunnen hiermee niet voldoen aan de Boswet, Volgens deze wet is het verplicht om een herplant te verrichten binnen 3 jaar. Het risico dat de gemeente wordt gedwongen tot herplant over te gaan wordt laag ingeschat, daarom wordt dit risico op 6 gewaardeerd. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag €0
Exploitatie en onderhoud van eigendommen De gemeente heeft veel eigendommen in bezit, het is noodzakelijk hier kritisch naar te kijken. Kritisch vanuit de maatschappelijke vraag naar gebouwen, de rol van de gemeente daarin en ruimtelijke ambities van de gemeente. Er zijn sinds 2004 een aantal stappen gezet. In 2004 zijn gemeenschapsaccommodaties en sporthallen aan de maat gebracht, naar aanleiding van het integraal accommodatiebeleid (2002). Voor deze en een aantal andere locaties zijn Meerjarige Onderhoudsplannen door Bergopwaarts (BOW) opgesteld. Deze hebben (nog) niet geleid tot een uitvoeringsplan. Sinds 2011 is het budget voor onderhoud van panden verhoogd. Hiermee is ruimte gecreëerd voor beter onderhoud en is voor een deel tegemoet gekomen aan de begrotingseisen van de provincie. Bij gebrek aan uitvoeringsplannen, wordt nu nog calamiteus onderhouden. Om inzicht te krijgen in de benodigde budgetten voor onderhoudskosten van de gebouwen is er onlangs een QuickScan uitgevoerd. Op basis hiervan blijkt ter bekostiging van de onderhoudskosten structureel € 250.000 per jaar noodzakelijk. Het betreft een berekening van de onderhoudskosten op basis van kostenkengetallen per m2 bruto vloeroppervlak gerelateerd aan gebouwtype en grootte van het gebouw. In de begroting 2013 is het structurele onderhoudsbudget met dit bedrag verhoogd. Daarnaast is er nog een reserve “Onderhoud gemeentelijk onroerend goed” met saldo van € 1,6 miljoen per ultimo 2012 beschikbaar voor onderhoud. In de begroting 2012 is verder budget beschikbaar gesteld voor de aanschaf van een automatiseringspakket voor dagelijks eigendommenbeheer. Daarnaast is een pm-post opgenomen om Meerjarige Onderhoudsplannen op te stellen. Op 23 december 2011 is door het college van B&W het plan van aanpak “exploitatie en onderhoud eigendommen” vastgesteld. En in de commissie omgeving van 23 januari 2012 behandelt. Het doel is voor de eigendommen die uiteindelijk in het bezit blijven van de gemeente het onderhoud te optimaliseren en structureel te borgen. Dit zijn voornemens die uitgezet zijn in een stappenplan. De strategie in dit plan van aanpak is integraal en doordacht, en vormt een goede basis voor een gedegen aanpak. Het komt echter aan op uitvoering en regie. Vanuit risicomanagement wordt dit onderwerp gevolgd. Op dit moment is het nog te vroeg om een risicowaardering te geven, en wordt dit risico op PM gezet. In de paragraaf “Onderhoud kapitaalgoederen” staat een uitgebreidere toelichting. Brutobedrag Risicowaardering Nettobedrag € 326.000 6 0 % is € 0 Bijstandsverlening Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB). Voor de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de WWB krijgen gemeenten middelen van het Rijk. Deze middelen bestaan uit een budget voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen (inkomensdeel/BUIG) en een budget om mensen te laten re-integreren (Participatiebudget). De Wet werk en bijstand (WWB) kent een financieringssystematiek die ertoe leidt dat gemeenten financieel risico lopen. De tekorten op het verstrekken van uitkeringen moeten gemeenten zelf dragen. Wel bestaat er een vangnet voor gemeente met een meerjarig of incidenteel tekort. De gemeente Deurne heeft op basis van meerjarige tekorten een MAU voor de jaren 2012 t/m 2014
104
ingediend. Deze aanvraag is gehonoreerd. De intentie is om het tekort binnen 3 jaar terug te dringen, conform het verbeterplan ten behoeve van de MAU- aanvraag 2012-2014 Op basis van de kaderbrief 2013 wordt de begroting 2013 aangepast ten aanzien van de effecten van het verbeterplan MAU en de toekenning van de MAU aanvraag (7,5% eigen risico). De risicowaardering kan daarna van 5 naar 6 worden gezet, in de volgende paragraaf weerstandsvermogen. Er zijn bij de jaarrekening 2012 geen nieuwe gegevens beschikbaar op basis waarvan dit onderwerp aangepast moet worden. Prognose
2012
Budget Uitgaven Aantal cliënten Tekort Tekortpercentage
werkelijk 2012
€ 4.220.000 € 4.692.000 340 € 472.000 11,20%
2013
€ 4.674.447 € 4.489.580 327 € -184.867 -3,95%
2014
€ 4.340.000 € 5.004.000 360 € 664.000 15,30%
€ 4.450.000 € 5.348.000 382 € 898.000 20,20%
Verwerkt in begroting 2013-2016 Prognose Budget Uitgaven Aantal cliënten Tekort Tekortpercentage Brutobedrag €0
2013 € 4.436.464 € 4.770.392 340 € 333.927 7,50%
2014 € 4.492.305 € 4.830.435 340 € 338.130 7,50%
Risicowaardering 6
2015 € 4.544.678 € 4.886.750 340 € 342.073 7,50%
Nettobedrag €0
Participatiewet/ Wet werken naar vermogen Het Participatiebudget is met ingang van 1 januari 2013 verder verlaagd. De middelen vanuit WWI worden afgebouwd. Het risico bestaat dat het toegekende participatiebudget vanuit het Rijk voor 2013 e.v. niet meer toereikend is voor de uitvoering van de taken. Tot op heden is het budget steeds toereikend geweest, maar door deze veranderende omstandigheden, zullen er keuzes gemaakt moeten worden met betrekking tot de uitgaven vanuit het participatiebudget. Deze keuzes zijn vastgelegd in de ‘visie Participatiebudget 2011-2013’. Vanaf 1 maart 2013 is de afbouwregeling ID/WIW-banen afgerond. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag €0
Beheerskosten /uitvoeringskosten WWB en Participatie Vanaf 1 juli 2011 ligt de uitvoering van de WWB met aanverwante wetten bij het Werkplein regio Helmond. Voor de uitvoering van de WWB en Participatie ontvangt de gemeente Helmond een beheerkostenvergoeding. De beheerskostenvergoeding voor 2013 is begroot op € 1.245.000. De beheerskostenvergoeding is afhankelijk van het aantal bijstandsgerechtigden. Indien het aantal bijstandsgerechtigden dalen of stijgen met meer dan 5% wordt de beheerskostenvergoeding hierop aangepast en bestaat het risico dat de begroting van € 1.245.000 niet toereikend is. In 2012 is het aantal bijstandsgerechtigden gedaald, waardoor de beheerkosten € 1.163.439 bedragen. 105
Brutobedrag € 80.000
Risicowaardering 3
Nettobedrag 60 % is € 48.000
Cultuur centrum - Betalingsregeling Ten aanzien van het cultuurcentrum speelt een aantal facetten. Op de eerste plaats staat, hoewel de bezettingsgraad van de voorstellingen relatief hoog ligt, de exploitatie onder druk. In 2011 heeft de Raad een lening verstrekt van € 95.000 en mogelijk incidenteel een extra bijdrage in de exploitatie zal leveren. Hieraan werd de voorwaarde verbonden te komen tot een andere beheerstructuur. Inmiddels is gebleken dat de extra bijdrage in de exploitatie niet noodzakelijk is. Tevens is een afbetalingsregeling getroffen voor de nog openstaande vorderingen die de gemeente heeft. Een en ander is tot stand gekomen in goede samenwerking met de Rabobank, de exploitant, een groep ondernemers in Deurne die het cultuurcentrum steunen en de gemeente. Bij de afbetalingsregeling is ook rekening gehouden met het geconstateerde geluidslek en mogelijke effecten die dit op de exploitatie heeft gehad. Op basis van de voortgang en ontwikkelingen zijn de risico’s in beeld, dan wel opgelost, en wordt dit gewaardeerd op klasse 3. Brutobedrag € 75.000
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0 % is € 0
Cultuur centrum – Geluidslek / mediation Het geconstateerde geluidslek is inmiddels “gedicht”. Een en ander is gebleken uit metingen die door een tweetal bureaus zijn verricht. In 2012 is een mediationproces opgestart tussen enkele omwonenden van het Cultuurcentrum, Bergopwaarts, exploitanten en gemeente. Dit proces is opgestart als gevolg van het ingediende beroepsschrift door omwonenden en Bergopwaarts als gevolg van vastgestelde maatwerkvoorschriften die de maximale geluidsproductie vanuit het Cultuurcentrum regelen. Bewoners geven aan dat zij ondanks de genomen maatregelen nog altijd overlast ervaren. Ter afdekking van de diverse risico’s is een reserve gevormd. Op basis van de voortgang en ontwikkelingen zijn de risico’s in beeld, dan wel opgelost, en wordt dit gewaardeerd op klasse 6. Brutobedrag € 900.000
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0 % is € 0
Cultuur centrum – btw herzieningstermijn Met betrekking tot het gebouw loopt een btw-herzieningstermijn van 10 jaar. Indien binnen die 10 jaar blijkt dat het gebouw niet voor 90% btw-plichtig wordt geëxploiteerd, moet de btw van de nog lopende jaren worden terugbetaald. Op basis van de voortgang en ontwikkelingen zijn de risico’s in beeld, en wordt dit gewaardeerd op klasse 6. Brutobedrag € 162.000
Risicowaardering 5
Nettobedrag 20 % is € 32.000
Uren toerekening aan gesloten exploitaties en grond exploitatie Bij grondexploitatie wordt feitelijk personeel ingehuurd van de algemene dienst. De personeelskosten worden doorbelast aan de grondexploitatie. Het onderzoek naar de grondexploitatie heeft ertoe geleid dat interne uren niet meer dan nodig aan de exploitaties worden toegerekend. Dit risico is door de nieuwe werkwijze rondom de grondexploitatie aanzienlijk 106
afgenomen, en wordt gewaardeerd op 5(€ 20.000). Bij de jaarrekening is het nadeel € 162.000. Er is een reële mogelijkheid dat dit ook in 2013 kan gelden derhalve een waardering van 5 (€ 32.000). 3. Financiële risico’s o Grondexploitatierisico’s en projecten. o Financieringsrisico’s (treasury) Brutobedrag € 17,6 miljoen
Risicowaardering zie tabel
Nettobedrag € 8,1 miljoen
Grondexploitatie Het weerstandsvermogen is het vermogen om onverwachte financiële tegenvallers te kunnen opvangen zonder dat dit de bedrijfsvoering of zelfs financiële continuïteit direct raakt. De aard van de activiteiten van het Grondbedrijf brengen risico's met zich mee. Uitkomsten op de vastgoedmarkt staan onder meer dan gemiddelde invloed van het economisch klimaat. In goede jaren volgen winstuitkeringen en in slechte jaren zijn extra financiële injecties voor de voorziene verliezen benodigd. Om te voorkomen dat deze uitslagen effect hebben op de gemeentelijke begroting en vervolgens bedrijfsvoering heeft het grondbedrijf een eigen weerstandsvermogen. Dit is de Algemene Reserve Grondexploitaties. De Algemene Reserve Grondexploitaties is het expansievat van het grondbedrijf van de gemeente Deurne. In het geval van een positief eindresultaat komt dit resultaat in de Algemene Reserve Grondexploitaties. Wanneer een project tijdens de exploitatie een negatief saldo krijgt, of het negatieve saldo verslechtert dan draagt de Algemene Reserve Grondexploitaties het benodigde bedrag af aan de Voorziening Verlieslatende Exploitatie. De omvang van de benodigde reserve hangt samen met de voorziene risico’s en kansen in de grondexploitaties en de strategische aankopen (NIEGG gronden). Hierbij geldt dat de risico’s voor de NIEGG gronden beperkt zijn aangezien deze gronden tegen de huidige marktwaarde in de boeken zijn opgenomen. De grootste risico’s hangen dus samen met de lopende grondexploitaties. Doordat de afgelopen jaren goede jaren waren voor het Grondbedrijf, vele projecten zijn gerealiseerd, is de noodzaak voor een goedwerkend expansievat naar de achtergrond geraakt. Het gevolg is dat het economisch slechte tij in korte tijd de reserve heeft uitgehold. Om te voorkomen dat de Algemene Reserve Grondexploitaties in de toekomst onvoldoende is, is met ingang van afgelopen jaar extra aandacht besteed aan risicomanagement in de Nota Grondexploitatie 2012-2021. Het gaat om het vergroten van het risicobewustzijn en het treffen van beheersmaatregelen. De uitwerking hiervan heeft een plaats gekregen in de individuele managementrapportages die vertrouwelijk ter inzage liggen en in een aparte paragraaf in de nota. Ook is een financiële inschatting gemaakt van de risico's. Het totaal van benoemde risico’s en kansen liet in de Nota Grondexploitatie zien dat het benodigde weerstandscapaciteit € 17,6 miljoen bedraagt. Het weerstandsvermogen is nihil. Bij de jaarrekening 2012 is tussentijds winst genomen om de Algemene Reserve Grondexploitaties aan te vullen met € 1.125.000,- om zo een deel van het extra verlies dat ontstaat binnen de grondexploitaties op te kunnen vangen. Een extra dotatie van ad € 0,7 miljoen vanuit de Algemene Reserve van de Algemene Dienst blijft derhalve noodzakelijk om het hele verlies af te kunnen dekken.
107
In onderstaande tabel staat een samenvatting opgenomen van de benoemde risico’s. Risico
Impact
Kans van optreden
Wonen Werken Specifiek Kansen Totaal
-/- € 5,2 -/- € 7,4 -/- € 5,5 € 0,5 -/- € 17,6
59% 48% 25% 60%
Benodigde weerstandscapaciteit -/- € 3,0 -/- € 4,0 -/- € 1,4 € 0,3 -/- € 8,1
Afgesproken is dat de risicoparagraaf in de Nota Grondexploitatie deel B (begroting) wordt herijkt. In de volgende Nota Grondexploitatie komen opnieuw de risico’s uitgebreid aan de orde. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0 % is € 0
Glastuinbouw Ook in 2012 heeft de glastuinbouw nog erg veel last gehad van de economische crisis, hoewel in enkele sectoren sprake is van een serieuze opleving (tomaten en specialties). Pas aan het eind van 2012 was er weer sprake van bedrijven die zich op mogelijkheden tot nieuwbouw oriënteerden. De vermogenspositie van de meeste bedrijven staat echter nog steeds behoorlijk onder druk. Het herstel dient aanmerkelijk krachtiger door te zetten om binnen afzienbare tijd weer tot grootschalige investeringen in nieuwe bedrijven te leiden. De initiatiefnemers, maar ook de provincie NoordBrabant, blijven overtuigd van de noodzaak en de haalbaarheid van het project. Zoals reeds eerder vermeld hebben de Provincie Noord-Brabant, de gemeente Deurne en TOM (Tuinbouw Ontwikkelings Maatschappij) een ‘afnamegarantieovereenkomst’ afgesloten, waarbij de provincie verklaart alle tot glastuinbouw bestemde gronden die op 1 januari 2020 nog niet zijn verkocht tegen de dan geldende boekwaarde af te zullen nemen onder aftrek van de € 2 miljoen risicodragende deelname van TOM en gemeente Deurne ieder. Met deze overeenkomst blijft het risico voor de gemeente Deurne binnen dit project beperkt tot € 2 miljoen. Momenteel zijn de prognoses vanuit de grondexploitatie dat dit project positief wordt afgesloten en er geen aanspraak om de garantstelling nodig is. Mocht dit wel zo zijn dan zal bij de bepaling van de voorziening verlieslatende exploitaties hiermee rekening gehouden worden. Brutobedrag PM
Risicowaardering 6
Nettobedrag PM
Treasury Het treasurybeheer is o.a. gericht op het minimaliseren van de gemeentelijke rentelasten op lange termijn. Hierbij is een van de doelen dat rente- en andere financieringsrisico’s beheersbaar blijven. Verwezen wordt naar de financieringsparagraaf waarin staat beschreven op welke manier hiermee wordt omgegaan. Eerder werd over renterisico’s geschreven in deze risicoparagraaf onder de noemer Schatkistbankieren. Dit onderwerp wordt in de jaarrekening 2012 in deze paragraaf niet gewaardeerd, de risico’s en kansen worden beschreven in de financieringsparagraaf. Voor een toelichting inzake de rente derivaat verwijzen wij u naar de Financieringsparagraaf. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
108
Nettobedrag 0% is € 0
Leningen aan woningbouwverenigingen De woningbouwvereniging Bergopwaarts heeft geen rating. In het Treasurystatuut is aangegeven dat er gelden, mogen worden uitgezet bij instellingen zonder rating, mits de kredietwaardigheid van deze instellingen op andere wijze is vastgesteld. Gelet op het feit dat de gemeente garant staat voor diverse leningen die door de woningbouwvereniging zijn afgesloten, de onderzoeken naar de kredietwaardigheid door de banken die deze geldleningen hebben verstrekt en de beschikbare informatie over de balanspositie van Bergopwaarts, heeft de gemeente geen reden om aan de kredietwaardigheid van de woningbouwvereniging te twijfelen. Tegenover de uitgezette geldleningen bij de woningbouwvereniging heeft de gemeente geldleningen aangetrokken bij de Waterschapsbank en BNG. De geldleningen waarvoor wij momenteel 100% garant staan bestaat altijd het risico dat de geldnemer niet meer aan haar betalingsverplichtingen voldoet. Op basis van onderzoek naar kredietwaardigheid wordt dit risico gewaardeerd op 6. Brutobedrag € 900.000
Risicowaardering 2
Nettobedrag 80% is € 720.000
Algemene uitkering (Gemeentefonds) De ontwikkelingen in de algemene uitkering worden gevolgd en vertaald. In de jaarrekening 2012 zijn de laatste circulaires verwerkt. De effecten vanuit de circulaires worden voor de gemeente zodra bekend berekend. Het risico dat hieruit voortkomt wordt op dit moment ingeschat op klasse 6, omdat de effecten vanuit het gemeentefonds direct worden vertaald naar de jaarrekening en de begroting. Daarnaast zijn er al diverse stelposten in de jaarrekening en begroting opgenomen, ter dekking van de risico’s. Evt. verdere rijksbezuinigingen zijn niet verwerkt in de begroting, dit levert wel een extra risico op variërend van 0,9 tot 2 mln euro. Dit minimale risico van € 0,9 miljoen wordt gewaardeerd op 2, aangezien dit een reel is gezien de kabinetsplannen. Zie ook hiervoor van het hoofdstuk financiële positie, paragraaf Algemene uitkering. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0% is € 0
Bezuinigingen In de begroting 2012 en ook in de begroting 2013 zijn bezuinigingen opgenomen. Hiermee is de begroting weer (meerjarig) sluitend en verbeterd het weerstandsvermogen. Met de bezuinigingsmonitor wordt de voortgang in de afspraken bewaakt. Het risico van het niet behalen van de bezuinigingen wordt op dit moment ingeschat in risico klasse 6. 4. Risico’s door wet- en regelgeving o Juridische risico’s (o.a. ook ARBO technische risico’s). o Risico’s verbonden partijen. o Risico’s samenwerking. o Risico’s in contracten. Juridische kwaliteitszorg Juridische kwaliteitszorg wordt ingezet om zo min mogelijk juridische risico’s te lopen door het juist toepassen van wet- en regelgeving, rekening houdend met jurisprudentie. Door het verhogen van de juridische kwaliteit van de door de gemeente geleverde producten, afgesloten contracten, gemeentelijke regelgeving en -beleid is de juridische houdbaarheid beter en de kans kleiner dat er
109
juridische procedures worden aangespannen en is de kans dat de gemeente in het gelijk wordt gesteld door enig rechtscollege groter. Juridische kwaliteitszorg investeert aan de voorkant door o.a. opleiding, kennisoverdracht, beschikbaar stellen van getoetste modellen en handreikingen, beschikbaarheid van recente vakliteratuur en jurisprudentie en een intern juridisch vakberaad. Daarnaast wordt, door de combinatie met juridische advisering, bij ieder advies een juridische kwaliteitsimpuls meegegeven. Brutobedrag € PM
Risicowaardering 6
Nettobedrag €0
Afvalwaterbeheer Riolering buitengebied Over de afrekening van het project "Sanering niet gerioleerde panden" loopt nog steeds een arbitrage procedure. Door de Raad van Arbitrage is uitspraak gedaan waarbij een groot gedeelte van de claim is afwezen. De financiële gevolgen van de uitspraak zijn in de orde van grote van de inschatting van het bedrag dat door de aannemer zou kunnen worden gemotiveerd indien hij zich had ingespannen om te komen tot een onderbouwde eindafrekening. Aannemer heeft zich niet kunnen vinden in de uitspraak en heeft beroep ingesteld. Uitspraken worden aan het eind van 2012 verwacht. Enig risico wordt afgedekt binnen de GRP. Er ontstaat geen claim t.a.v. de algemene middelen, waardering op 6. Brutobedrag €0
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0 % is € 0
Wet dwangsom De ‘Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen’ is van toepassing op alle beslissingen op aanvragen en verzoeken en ingediende bezwaarschriften, waar de wettelijke beslistermijn wordt overschreden. In 2012 is € 1.260 betaald in het kader van een handhavingszaak. Er was een budget van € 1.400 opgenomen in de begroting. De wet dwangsom vormt een risico maar dit is echter zeer gering van omvang, en wordt op 6 gewaardeerd. Brutobedrag € 20 miljoen
Risicowaardering 6
Nettobedrag (0 tot 10%) 0,5 % = € 100.000
Inkoop en aanbesteding Inkoop van goederen en diensten wordt door elke afdeling zelfstandig uitgevoerd, eventueel onder begeleiding van het inkoopbureau, en indien nodig na toestemming van het college. Op inkoop zijn de inkoop- en aanbestedingsregels van toepassing, hierop wordt steekproefsgewijs controle uitgevoerd. Uit de controles (IC) blijkt dat niet altijd de procedure zoals die in de inkoop- en aanbestedingsregels is vastgelegd wordt gevolgd. Deze constatering geldt overigens alleen voor inkopen die worden gedaan door de eigen organisatie (zonder inkoopbureau). De omvang van deze inkoop is € 20 miljoen. Op 19 februari 2012 is bekend geworden dat de aanbestedingswet per 1 april 2013 in werking treedt. Hierin zijn nieuwe regels opgenomen (gebaseerd op Europese richtlijnen) op het gebied van aanbesteden en inkoop. Deze regelgeving vraagt om een inkoopdossier waarin de genomen stappen juist zijn vastgelegd. Wanneer inkoopprocedures zwak zijn en onvoldoende opgebouwd, kan dit leiden tot procedures waaruit schadevergoedingen voortkomen. Deze risico kunnen worden verminderd met enkele gerichte acties, o.a. meer interne sturing op de inkoop, en volledige dossiers. Geschat wordt dat het bedrag waarvoor risico wordt gelopen € 20 miljoen is. Het 110
inkoopbureau heeft een analyse gemaakt van de nalevingsgraad van inkoopregels in gemeenten van 20.000-50.000 inwoners. De nalevingsgraad komt uit op 20-30%. Op basis van deze analyse zou dit een waardering van klasse 3 krijgen. Een waardering in klasse 6 ligt meer voor de hand omdat er in de organisatie al controles op de inkoop worden uitgevoerd, en er een onderzoek en project loopt naar de inkoopfunctie (waaruit aanvullende maatregelen kunnen komen). In klasse 6 wordt het nettobedrag gewaardeerd op € 100.000 (0,5% van € 20.000.000). Brutobedrag € 3.054.000
Risicowaardering 6
Nettobedrag 0 % is € 0
Betaling binnen betalingstermijn Eind 2012 staat voor € 2.710.000 aan debiteuren open met een achterstand 2 jaar of jonger. Vorderingen ouder dan 2 jaar bedraagt € 344.000. De bedragen betreffen allen bijzondere procedures zoals dwangsommen, en/of bezwaren tegen opgelegde leges. Tegenover deze vorderingen is een voorziening gevormd ter hoogte van € 101.900. Op basis van de risicowaardering is deze voorziening toereikend. De basis voor deze normen en de afspraken hoe hiermee om te gaan liggen echter niet vast. Het doel is deze normen nog te onderzoeken en op te nemen in de notitie risicomanagement en/of financiële regels. De waardering van deze risico’s bedraagt 6. Dat wil zeggen dat 0 % wordt ingecalculeerd als risico, € 0. Brutobedrag € PM
Risicowaardering PM
Nettobedrag € PM
Samenwerking verbonden partijen De Gemeente Deurne is bezig een beleid te formaliseren rondom de inventarisatie, het risico beheer en verantwoording van verbonden partijen en deze te vertalen in procedures en werkafspraken met de betreffende instanties. Dit zorgt voor een betere risicobeheersing van de verbonden partijen en een tijdig informatieverstrekking van bestaande risico’s en mogelijke financiële en maatschappelijke gevolgen aan de raad. Hierop is de paragraaf verbonden partijen al uitgebreid, risico’s worden genoemd. Op dit moment zijn deze risico's nog niet gewaardeerd omdat de omvang en inhoud ervan niet is onderzocht. Brutobedrag € PM
Risicowaardering PM
Nettobedrag € PM
Samenwerking toekomst Ervaring met het zoeken naar samenwerking in de regio toont aan dat iedere vorm van samenwerking aanloopkosten heeft en dus in eerste instantie ook geld kost. Dit wordt onder andere veroorzaakt door de achterblijvende overhead. Hierin zit een risico, dit risico is afhankelijk van de manier van samenwerken die je kiest. De vraag is of je voor samenwerking in zijn algemeenheid een risicobedrag moet gaan opnemen in de begroting, waardoor je risico is ingecalculeerd en afgedekt. Voor de samenwerking in de RUD is bijvoorbeeld € 88.000 opgenomen in de begroting. In 2013 zal er een onderzoek (controller) plaatsvinden naar de consequenties van samenwerking. Doels is om een goed basisdocument te hebben waaraan je nieuwe samenwerkingsvormen gaat toetsen. Naast de aandacht voor de achterblijvende overhead zal de aandacht ook uitgaan naar de regiefunctie van de gemeente, de terugverdientijd, juridische afspraken, prestatieafspraken, managementinformatie en ga zo nog maar even door. Het document zal een bijdrage leveren in het vooraf bewust omgaan met samenwerken, het integraal en volledig doorzien van de consequenties en het borgen van informatie en sturingsmogelijkheden. Daarmee borgen we organisatorisch nog beter dat we aan de achterkant voor organisatorische of financiële verrassingen komen te staan. 111
5. Financiële verslagleggingrisico’s Op dit moment zijn er geen risico’s opgenomen in deze paragraaf. Samenvatting geïnventariseerde risico’s onderwerp
bruto bedrag (€)
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Decentralisaties (en algemene uitkering) Wet houdbaarheid overheidsfinanciën(wet HOF) Schatkistbankieren Bruggen (bedrijfsvoering) Wegbeheer/Onderhoud wegen Groenbeheer - laanbomen Groenbeheer Exploitatie en onderhoud van eigendommen Bijstandsverlening Participatiewet/ Wet werken naar vermogen Beheerskosten /uitvoeringskosten WWB en Participatie Cultuur centrum - Betalingsregeling Cultuur centrum – Geluidslek / mediation Cultuur centrum – btw herzieningstermijn Uren toerekening aan gesloten exploitaties en grond exploitatie Grondexploitatie Glastuinbouw Treasury Leningen aan woningbouwverenigingen Algemene uitkering (Gemeentefonds) Bezuinigingen Riolering buitengebied Wet dwangsom Inkoop en aanbesteding Betaling binnen betalingstermijn Samenwerking verbonden partijen Samenwerking toekomst
0 0 0 0 PM 0 1.500 0 0 326.000 0 0 80.000 75.000 900.000 162.000 17.600.000 0 PM 0 900.000 0 PM 0 20.000.000 3.054.000 PM PM 43.098.500
risico % risico netto waardering waardering bedrag (€) 6 0 6 PM 6 0 6 0 PM PM 6 0 6 0 6 0 6 0 6 0 6 0 6 0 3 60,0% 48.000 6 0 6 0 5 20,0% 32.000 zie tabel 6 6 6 2 6 6 6 6 6 PM PM
80,0%
0,5%
8.100.000 0 PM 0 720.000 0 0 0 100.000 0 PM PM 9.000.000
Reserves In de vorige paragraaf staat een overzicht van de risico’s, op dit moment zijn deze niet allemaal te kwantificeren (PM). Naast inzicht in risico’s is inzicht in reserves belangrijk. In de bijlage zijn alle reserves, voorzieningen, onbenutte belastingcapaciteit opgenomen. In deze paragraaf een toelichting op de reserves die onderdeel uitmaken van het weerstandsvermogen. De gemeente had geen of nauwelijks reserves meer, noch binnen de grondexploitaties, noch binnen de algemene dienst. Er is een minimaal weerstandsvermogen, dit is een zorgelijke situatie. Door de bezuinigingen is het weerstandsvermogen verbeterd en boven de norm die is vastgelegd in de notitie reserves en voorzieningen. De stand van de reserves (incl. stille reserves), de onbenutte belastingcapaciteit, de ruimte in de begroting, de post onvoorzien en het inzicht in de risico's de ingrediënten van het weerstandsvermogen. Onderstaand een nadere uiteenzetting over deze onderdelen.
112
De reserves van de gemeente bestaan uit: a. Algemene reserve b. Bestemmingsreserves c. Stille reserves Het deel van de algemene reserve dat een bufferfunctie vormt wordt hieronder weergegeven. Dit deel van de algemene reserve kan direct worden ingezet wanneer bedrijfsrisico’s waarvoor nog geen bestemmingsreserve of budget aanwezig is, zich voordoen. De gemeente heeft zichzelf een norm gesteld waaraan deze reserve moet voldoen. De reserve bevindt zicht boven de norm. Weerstandscapaciteit vermogen algemene reserve t.b.v. bufferfunctie algemene reserve; vrije reserve Totaal weerstandscapaciteit vermogen Norm versus Weerstandscapaciteit vermogen algemene reserve Gangbare norm algemene reserve cnf nota R&V Ruimte boven norm
2012
2013
vanaf 2017 11.697.000 9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000 8.214.000 0
2014
0
2015
0
2016
0
0
0
11.697.000 9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000 8.214.000
2012
2013
2014
2015
2016
vanaf 2017
11.697.000 9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000 8.214.000 3.152.400 3.152.400 3.152.400 3.152.400 3.152.400 3.152.400 8.544.600 6.182.600 4.737.600 4.108.600 5.061.600 5.061.600
* Let op, dit zijn de bedragen inclusief de bezuinigings- en verbeteringsvoorstellen die nog door de raad vastgesteld moeten worden. Een ander deel van de algemene reserve heeft een financieringsfunctie. Dit deel van de algemene reserve heeft als doel heeft om de exploitatie te voeden. Wanneer deze reserve wordt ingezet, betekend dit dat een deel van de voeding wegvalt binnen de exploitatie. In 2013 wordt een deel van deze reserve ingezet. Ook hiervoor worden bezuinigingsvoorstellen gedaan. Bestemmingsreserves worden gevormd door een deel van het eigen vermogen af te zonderen en een specifieke bestemming mee te geven. De bestemmingsreserve dekt dan specifieke lasten of risico’s, in de vorige paragraaf zijn meerdere bestemmingsreserves genoemd. Voor de decentralisatieoperaties is bijvoorbeeld eigen vermogen afgezonderd. De raad kan te allen tijde besluiten om het doel van het niet aangewende deel van de bestemmingsreserve te wijzigen, of vanuit de risico inschatting een bestemmingsreserve te verlagen. In de begroting 2013 kritisch gekeken naar deze reserves en zijn voorstellen opgenomen bestemmingsreserves te verminderen. Dit op basis van een analyse door de beleidsafdelingen. De stille reserves van een gemeente bestaan uit waardevolle eigendommen die niet of tegen een te lage of hoge waarde verantwoord zijn op de balans. Het betreft in deze vooral de waarde van gronden, onroerende goederen, deelnemingen opgenomen in de balans tegen nominale waarden e.d. in veel gevallen is de werkelijke intrinsieke waarde niet of moeilijk te bepalen omdat hiervoor geen markt aanwezig is. In 2001 is een onderzoek gedaan naar de omvang van de stille reserves. De uitkomsten uit dit onderzoek zijn opgenomen in de stille reserves (Pacht- en erfpachtgronden en Gronden met opstallen in eigendom). Bij de begroting 2012 zijn raadsopdrachten geformuleerd over 113
het eigendommenbeheer. In januari 2012 is er een plan van aanpak opgesteld inzake “Exploitatie en onderhoud van Eigendommen”. Onderdeel van dit plan is het in beeld brengen van de stille reserves (waardering). Dit plan is in uitvoering, maar nog niet uitgewerkt op het onderdeel stille reserves. Er is daarom geen oordeel te geven over de waarde van deze stille reserves. Totale Weerstandscapaciteit 2012 Samenstelling Weerstandscapaciteit 2012 Algemene reserve Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Post onvoorzien Ruimte op de begroting Totaal
11.697.000 0 2.090.134 0 0 13.787.134
S/I I I/S
Gezien de ontwikkelingen die gemaakt zijn met betrekking tot het risicomanagement kunnen we de norm die gesteld is de nota Reserves en voorzieningen los laten en vervangen door de hierboven genoemde weerstandscapaciteit. Het vermelde saldo van de algemene reserve is immers het saldo van de algemene reserve met bufferfunctie. Ratio weerstandsvermogen Met alleen de weerstandscapaciteit en de berekening van het netto bedrag per risico is het niet mogelijk een uitspraak te doen van het weerstandsvermogen. Daarvoor gebruiken we de ratio’s die weergegeven staan in tabel 2 van paragraaf. Door het beschikbare weerstandsvermogen te delen door de benodigde weerstandscapaciteit, en het getal te vergelijken met de ratio’s kan de weerstandscapaciteit beoordeeld worden. De inventarisatie laat zien dat bij veel onderwerpen risico’s worden vertaald naar een verhoging van het budget of de vorming van een voorziening. Voor een aantal onderwerpen zoals samenwerking, beheer op bruggen en eigendommen is dit nog niet gebeurd. De benodigde weerstandscapaciteit is op basis van de beschikbare gegevens ook nog niet in te schatten. Omdat een ratio alleen berekend kan worden op basis van benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit kan er geen oordeel worden gegeven of het vermogen van de gemeente Deurne risico’s op te vangen voldoende is. Beschikbare weerstandscapaciteit 2012 - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - = ratio Benodigde weerstandscapaciteit 2012
13.787.134 ------------- = PM + 9.000.000
PM (excl. PM 1,53)
Conclusie risicomanagement en weerstandscapaciteit Veel ontwikkelingen grijpen op dit moment in elkaar. Uit de kernboodschap in de publieke managementletter juni 2012, vertaald in vijf signalen, van het NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie voor Accountants) zijn parallellen te trekken naar de situatie in Deurne. Taak op taak, risico op risico. Gemeenten moeten meer met minder doen, het risicoprofiel lijkt toe te nemen, ook van de gemeente Deurne. Het risicoprofiel kan zoals blijkt uit de inventarisatie van risico’s, in de vorige paragraaf, nog niet goed worden gekwantificeerd, en beweegt zich op basis van de reeds bekende grote lijnen (risico’s en hoogte van weerstandsvermogen) wel in de gevarenzone. Wel zijn positieve ontwikkelingen te melden. Het weerstandsvermogen is t.o.v. de begroting 2012 verbeterd. Ook is er over de gehele linie sprake van (meer) risicobesef, ook al kunnen risico’s nog niet
114
gekwantificeerd worden. Alle plannen, doelen en risico’s vragen bestuurlijk, ambtelijk om overleg, daadkracht en doorzettingsvermogen. Uit de inventarisatie van risico’s en de stand van de reserves is op dit moment de ratio weerstandscapaciteit niet te berekenen. De reserves en voorzieningen bevinden zich boven de norm, de waardering van eigendom (stille reserves) wordt nog onderzocht, een aantal risico’s zijn aanwezig maar nog niet voldoende onderzocht of niet te kwantificeren. Risicomanagement zal in 2013 verder worden uitgewerkt. Aandacht voor risico’s (en kansen) in raads- en collegevoorstellen, projecten en reguliere taken. Dit wil niet zeggen dat het nu geen aandacht heeft, maar er wordt meer gestuurd op focus en overzicht. Bijlage bij de paragraaf weerstandsvermogen: Reserves en voorzieningen De reserves zijn onderverdeeld in: a. Algemene reserve b. Bestemmingsreserves c. Stille reserves Ad a. Algemene reserve: De gemeente Deurne heeft conform de nota Reserves en Voorzieningen 3 algemene reserves: Met een bufferfunctie. Dit betreft het deel van de algemene reserve dat verband houdt met het noodzakelijk weerstandsvermogen. Het noodzakelijk weerstandsvermogen kan bepaald worden met behulp van risicomanagement, waarbij het algemene bedrijfsrisico dat de gemeente loopt gekwantificeerd kan worden. Indien er geen sprake is van een actueel of adequaat risicomanagement, kan de gemeente gebruik maken van een algemene norm. Conform de nota Reserves en voorzieningen is de minimale norm voor de reserve vastgesteld op € 3.152.482. T.b.v. financiering (OBRA’s). Dit betreft het deel van de algemene reserve dat als doel heeft om via de bespaarde rente de exploitatie te voeden. Deze reserve is niet vrij beschikbaar en is daarom niet opgenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Vrije reserve: dit deel van de algemene reserve is vrij besteedbaar. Deze reserves zijn, m.u.v. de algemene reserve t.b.v. financiering, vrij beschikbaar als buffer voor het opvangen van risico’s en vormt daarom een belangrijk onderdeel van de weerstandscapaciteit. Weerstandscapaciteit vermogen algemene reserve t.b.v. bufferfunctie algemene reserve; vrije reserve Totaal weerstandscapaciteit vermogen Norm versus Weerstandscapaciteit vermogen algemene reserve Gangbare norm algemene reserve cnf nota R&V Ruimte boven norm
2012
2013
vanaf 2017 11.697.000 9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000 8.214.000 0
2014
0
2015
0
2016
0
0
0
11.697.000 9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000 8.214.000
2012
2013
2014
2015
2016
vanaf 2017
11.697.000 9.335.000 7.890.000 7.261.000 8.214.000 8.214.000 3.152.400 3.152.400 3.152.400 3.152.400 3.152.400 3.152.400 8.544.600 6.182.600 4.737.600 4.108.600 5.061.600 5.061.600 115
Op basis van de vastgestelde norm (Nota Reserves en Voorzieningen) mag je concluderen dat besteedbare gedeelte van de algemene reserve voldoende is. Echter in welke mate deze voldoende zal zijn hangt af van relatie tussen weerstandscapaciteit (zijnde de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of waarvoor verzekeringen zijn afgesloten. Ad b. Bestemmingsreserve De raad kan ook besluiten om een deel van het eigen vermogen af te zonderen en een specifieke bestemming mee te geven. De bestemmingsreserve dekt dan specifieke lasten. De raad kan te allen tijde besluiten om het doel van het niet aangewende deel van de bestemmingsreserve te wijzigen. Omdat deze reserves een bestemming hebben en dus niet vrij besteedbaar en direct inzetbaar zijn, kunnen ze daarom niet als weerstandsvermogen aangemerkt worden, en niet in de berekening worden meegenomen. c. Stille reserves De stille reserves van een gemeente bestaan uit waardevolle eigendommen die niet of tegen een te lage waarde verantwoord zijn op de balans. Het betreft in deze vooral de waarde van gronden, onroerende goederen, deelnemingen opgenomen in de balans tegen nominale waarden e.d. in veel gevallen is de werkelijke intrinsieke waarde niet of moeilijk te bepalen omdat hiervoor geen markt aanwezig is. In 2001 is een onderzoek gedaan naar de omvang van de stille reserves. Omdat dit uitkomsten zijn uit een onderzoek in 2001 kunnen we stellen dat deze gegevens inmiddels gedateerd zijn en een actualisatie (zowel omvang als prijzen) noodzakelijk is. In de loop van 2013 wordt er een nieuwe inventarisatie verricht en vindt er een waardering plaats tegen actuele prijzen, waarbij ook de relatie gelegd zal worden met eventuele pacht opbrengsten en eventuele boekwaarden. Bij de begroting 2012 zijn raadsopdrachten geformuleerd over het eigendommenbeheer. In januari 2012 is er een plan van aanpak opgesteld inzake “Exploitatie en onderhoud van Eigendommen”. Onderdeel van dit plan is o.a. het in beeld brengen van de stille reserves (waardering). Onbenutte belastingcapaciteit Onroerende zaakbelasting (OZB) De onbenutte belastingcapaciteit werd bepaald aan de hand van de norm welke het Rijk hanteert voor het bepalen van het artikel 12-status. Voor toelating tot artikel 12 moeten gemeenten onder andere voldoen aan het redelijk peil van het zogenoemde belastingpakket. De onroerendezaakbelastingen (OZB) maken onderdeel uit van dat belastingpakket. Het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 is voor 2012 gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de percentages van de WOZ-waarde 2011 die in het gemeentefonds als rekentarieven voor het jaar 2012 worden gehanteerd, met een opslag van 20%.
116
Berekening onbenutte belastingcapaciteit
woningen eigenaar niet-woningen eigenaar niet-woningen gebruiker
opbrengst opbrengst volgens waarde 2012 tarief 2012 norm tarief
Verschil
3.647.755.814 0,09% 3.450.777 5.223.586 1.772.809 933.421.898 0,14% 1.278.788 1.336.660 57.872 810.789.568 0,11% 901.598 1.161.051 259.453 5.391.967.280 5.631.163 7.721.297 2.090.134
Normtarief 2012 conform mei circulaire mei circulaire 2011:
0,14%
Rioolrecht De kosten van rioleringen worden volledig verhaald via de heffing van het rioolrecht. Het tarief is gebaseerd op het GRP (Gemeentelijk Riolerings Plan) 2008-2012. Uitgangspunt hierbij is een 100% kostendekkendheid. Daarom is hier geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Voor de jaren 2013-2017 zal er een nieuwe en geactualiseerde GRP opgesteld worden. Afvalstoffenheffing De kosten van afval worden volledig verhaald via de afvalstoffenheffing. Uitgangspunt hierbij is een 100% kostendekkendheid. Daarom is hier geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Leges Ook bij de leges voor 2013 is het uitgangspunt 100% kostendekkendheid. Hierop zijn altijd uitzonderingen, echter het is aan de gemeenteraad om dit te bepalen. Daarom is hier geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Bij de opmaak van de legesverordening voor het begrotingsjaar 2011 is extra aandacht besteed aan de kostendekkendheid en de onderbouwing van de legestarieven. Mogelijke afwijkingen en consequenties worden helder en transparant in beeld gebracht. Bij de behandeling en vaststelling van de legesverordening zal dan ook blijken of dit zal leiden tot een begrotingswijziging. Ruimte op de begroting – jaarrekening (raming en realisatie) De budgetten in de begroting kunnen in grote lijnen worden opgesplitst in: Beïnvloedbare posten, waarbij gedurende het begrotingsjaar invloed kan worden uitgeoefend op het verloop van de uitgaven/inkomsten en het uiteindelijke jaartotaal, posten waarbij bijsturing mogelijk is. Niet-beïnvloedbare posten, waarop gedurende het begrotingsjaar niet of nauwelijks invloed kan worden uitgeoefend. Vooral door de economische crisis en de invloed die deze heeft op de gemeenten en vooral op haar financiën, heeft de gemeente Deurne al bij de begroting 2010 bezuinigingen doorgevoerd. Ook voor de begroting 2013 zijn diverse onderzoeken gedaan naar mogelijke bezuinigingen. De uitkomsten hiervan worden met de behandeling en vaststelling van de begroting 2011 aan de raad voorgelegd. Hieruit mag je wel concluderen dat er geen ruimte meer kan en mag zijn in de begroting 2013 van de gemeente Deurne.
117
Totale weerstandscapaciteit Samenstelling Weerstandscapaciteit 2012 Algemene reserve Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Post onvoorzien Ruimte op de begroting Totaal 2.3.4
11.697.000 0 2.090.134 0 0 13.787.134
S/I I I/S
S = Structureel I = Incidenteel
Onderhoud kapitaalgoederen
Gemeentelijke gebouwen en accommodaties De gemeente bezit veel eigendommen. Deze eigendommen zijn divers. De gemeenschappelijke deler bestaat veelal uit het gegeven dat op de eigendommen een exploitatie rust. Op een substantieel deel van de eigendommen rust een beheer en onderhoudsplicht. Om meer inzicht te krijgen in de benodigde budgeten voor onderhoudskosten van de gebouwen is er in 2012 een QuickScan uitgevoerd. Het betreft een berekening van de onderhoudskosten op basis van kostenkengetallen per m2 bruto vloeroppervlak gerelateerd aan gebouwtype en grootte van het gebouw. Op basis hiervan is geprognotiseerd dat met bekostiging van de onderhoudskosten van onze eigendommen structureel € 250.000,- per jaar gemoeid is. In de begroting 2013 is een verhoging van het onderhoudsbudget met dit bedrag opgenomen. Dit gegeven ondervangt grotendeels het financiële risico op onderhoud en beheer van eigendommen. Om de taken op eigendommenbeheer structureel afdoende te kunnen uitvoeren is de beschikking over MeerjarenOnderhoudsPlannen (MOP’s) een noodzaak. De MOP’s zijn enerzijds nodig om te verantwoorden op welke wijze de middelen voor de diverse eigendommen worden ingezet. Anderzijds zijn ze nodig om het risico van pieken in onderhoudsuitgaven te beheersen. Over deze MOP’s wordt nog niet beschikt. Wel zijn in 2012 voorbereidende stappen gezet om in de loop van 2013 een aanzet te kunnen maken voor het opstellen van MOP’s. Bij gebrek aan MOP’s en de daarbij behorende uitvoeringsplannen, werd in 2012 nog calamiteus onderhouden. Van het in 2012 onbenutte onderhoudsbudget is € 450.000,- vrijgevallen vanuit de najaarsnota. Beoogd was deze middelen te reserveren, o.a. voor het opstellen van MOP’s. Dit is niet gebeurd. In de begroting 2012 is verder budget beschikbaar gesteld voor de aanschaf van een automatiseringspakket voor dagelijks eigendommenbeheer. Dit pakket is in 2012 aangeschaft en tevens is een begin gemaakt met het vullen van het pakket met gegevens. Deze exercitie wordt in 2013 voortgezet. Sportvelden De gemeente Deurne heeft voor 10 sportparken (voetbal/atletiek/hockey) de verantwoordelijkheid voor de vervanging van de toplaag van de sportvelden. In januari 2009 heeft de gemeenteraad een knelpuntenanalyse van buitensportverenigingen besproken en hierbij de wens aangegeven een voorziening te creëren op basis waarvan deze verenigingen in de toekomst (vanaf 2014) in aanmerking kunnen komen voor subsidie ten behoeve van toplaagrenovaties. Bij de vaststelling van de begroting zijn hiervoor structureel middelen beschikbaar gesteld (€44.000). In 2013 wordt een subsidieregeling uitgewerkt op basis waarvan verenigingen in aanmerking kunnen komen voor subsidie om toplagen te renoveren.
118
Zwembad De gemeente Deurne heeft zwembad de Wiemel geprivatiseerd. In de privatiseringsovereenkomst is met de exploitant (LACO) afgesproken dat na afloop van het contract (2013), zij het zwembad mogen kopen voor € 0,45. Wel bestaat voor de gemeente nog een mogelijkheid om het contract met maximaal 5 jaren te verlengen onder dezelfde voorwaarden. Inmiddels is besloten de overeenkomst met LACO te verlengen tot en met augustus 2015. Komende periode zal onderzocht worden op welke wijze een zwemvoorziening voor de gemeente behouden kan worden. Hierbij zal onderzoek gedaan worden naar alternatieven bij beëindiging van het contract met LACO. Hierbij zal dan ook gekeken worden naar de mogelijkheden van de huidige samenwerking met de gemeente Helmond. In de begroting zijn geen middelen gereserveerd voor de realisatie van een nieuwe zwemvoorziening. Wegen Programma verbetering wegen (2009-2010) De inhaalslag heeft in 2009 en 2010 invulling gekregen via het Programma verbetering wegen. Per saldo is € 5,88 miljoen uitgegeven (waarvan 2,07 miljoen subsidie). De raadscommissie Omgeving is over de evaluatie geïnformeerd. Vervolgaanpak vanaf 2011-2030 De problematiek die resteert is groot. Een vervolgaanpak was noodzakelijk om de kwaliteit van de slechte wegen op een redelijk niveau te krijgen, zodat verkeersonveilige situaties worden beëindigd en om te voorkomen dat staat van de weg verder achteruit gaat en dit gepaard gaat met kapitaalvernietiging. Voor het bereiken van het gewenste kwaliteitsniveau is een plan uitgewerkt dat voorziet in een lange termijn aanpak voor het inlopen van het achterstallig onderhoud van de wegen(Raadsopdracht R10) De gemeenteraad heeft het gewenste kwaliteitsniveau bepaald en budget beschikbaar gesteld voor de bekostiging van de aanpak. De raadsopdracht werd mede ingegeven door aanmerkingen van de Provincie op de begroting over het onderhoud van wegen binnen de begroting. De provincie is geïnformeerd over het raadsvoorstel en het besluit van de raad daarover. Op basis van bovengenoemd raadsbesluit en onderhoudsplan is in de kaderbrief 2012 opgenomen om vanaf 2013 een voorziening “wegen” in de begroting in te stellen. De reserve “wegen" blijft actief totdat de lopende werken OR&E financieel zijn afgesloten. Nadat deze zijn afgesloten vervangt de voorziening de reserve. Het creëren van de voorziening heeft een tweetal voordelen, te weten: · De jaarlijkse onderhoudsmiddelen voor het handhaven van het vastgestelde beleid (huidige onderhoudssituatie, 80/20-verhouding) worden volledig ingezet. · Er gaat een positief signaal naar de provincie uit dat de gemeente Deurne op een juiste manier bezig is met het uitvoeren van de “Aanpak onderhoud wegen”. In 2012 zijn in het kader groot onderhoud wegen vanuit de uitvoeringsplannen de volgende projecten voltooid: - Herinrichting Beuken- Berkenstraat 1e fase - Herinrichting Schuifelenberg - Milhezerweg-Snoertsebaan - Hoofdstraat Liessel - Herinrichting Keltenstraat/Kloosterstraat - Revitalisering Houtenhoek Als nog lopende en overgehevelde projecten 2013 zijn te benoemen; 119
-
Herinrichting Beukenstraat 2e fase Milhezerweg (binnen de bebouwdekom) Doorstroming verkeer centrumring Reconstructie Oude Molen Liessel
Deze werkzaamheden zijn vaak een combinatie van wegen- en rioolonderhoud. Riolering In het door de Raad vastgestelde Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP2008-2012) is aangegeven welke de kosten van het onderhoud van de riolering zijn en op welke wijze de kosten worden gedekt. De inkomsten uit de rioolheffing ontwikkelen zich volgens de raming binnen het kostendekkingsplan. Het niveau van de interne- en externe kosten van het onderhoud van de riolering blijven achter op het niveau van de raming binnen het GRP. Belangrijkste oorzaak voor het achterblijven van de interne kosten van het onderhoud is dat de uitvoering van het onderhoud achter blijft. Als gevolg daarvan neemt de egalisatiereserve rioleringen sterker toe dan geraamd. Bij de vervanging van riolering is uitgangspunt dat de mogelijkheden om het vuilwater en hemelwater zoveel mogelijk gescheiden in te zamelen en de mogelijkheden om lokaal hemelwater te infiltreren worden benut. Bij het vervangen van riolering wordt prioriteit toegekend aan de maatregelen die een grootste maatschappelijk effect hebben (terugdringen van verontreiniging van oppervlaktewater via riooloverstorten en de bescherming tegen wateroverlast). Zie ook de opmerking bij wegen. Beleidskaders: - Waterplan Deurne - Gemeentelijk RioleringsPlan 2008-2012 Ontwikkelingen: Gemeentelijke watertaken In 2013 moet het GRP betrekking hebben op de gemeentelijke watertaken. Deze omvatten de zorg voor inzameling van afvalwater binnen de gemeentegrenzen en de zorg voor het stedelijk hemel- en grondwater. De kosten van de uitvoering van de gemeentelijke watertaken kunnen ten laste worden gebracht van de inkomsten uit de rioolheffing. De zorgplichten voor hemelwater en grondwater zijn nu in de wet geregeld. Primair is een eigenaar van een perceel verantwoordelijk. Daar waar dat redelijkerwijs niet van hem kan worden gevraagd begint de zorgplicht van de gemeente. Welke inspanning van een eigenaar wordt gevraagd moet in 2013 vastliggen in het door de raad vastgestelde nieuwe en geactualiseerde GRP. Samenwerking In 2011 is door de landelijke koepelorganisaties een nieuw nationaal bestuursakkoord water ondertekend. Daarin is onder andere vastgelegd dat waterleidingbedrijven, waterschappen en gemeenten de samenwerking intensiveren. De Unie van Waterschappen en de VNG hebben samen het initiatief genomen voor een plan van aanpak. Regionaal wordt daaraan nu invulling gegeven. Water Het onderhoud beperkt zich tot het periodiek maaien en verwijderen van specie uit sloten, watergangen, regenwaterretentiebekkens en het vrijhouden van het doorstroomd profiel van duikers. Het vrijkomend maaisel en de vrijkomende specie worden afgevoerd. En het onderhoud ligt op een minimum niveau. Voor een deel van de watergangen ziet het waterschap toe op het naleven van de onderhoudsverplichting. Er zijn geen middelen voor het periodiek profileren of baggeren van vijvers en sloten.
120
In enkele wijken zijn voorzieningen aanwezig die van belang zijn voor de beheersing van de grondwaterstanden. Het onderhoud beperkt zich tot de daarvoor aangelegde installaties. Beleidskaders: zie riolering Ontwikkelingen: Een enkele vijver, een deel van de sloten en de regenwaterretentiebekkens en de voorzieningen ten behoeve van de grondwaterstanden binnen het stedelijk gebied zijn van belang voor de zorg voor hemel- en grondwater binnen het stedelijk gebied. In 2013 moeten het onderhoud en in standhouden onderdeel te zijn van het Gemeentelijk Rioleringsplan. Groen Voor het openbaar groen (de beplanting binnen de kom en de bomen buiten de bebouwde kom) is geen budget beschikbaar voor vervanging. Beleidskaders: boswet Groenstructuurplan Groene Parels Ontwikkelingen: Bij de storm van juli 2010 zijn circa 2.000 gemeentelijke laanbomen omgewaaid. Doordat er geen geld beschikbaar is voor vervanging kunnen er geen bomen herplant worden. Dit is wel verplicht vanuit de boswet. Door de gemeenteraad is aangegeven dat er geen geld beschikbaar wordt gesteld voor een vervangingsplan. Wij kunnen hiermee niet voldoen aan de Boswet, Volgens deze wet is het verplicht om een herplant te verrichten binnen 3 jaar. Vorig jaar is er veel groen binnen de bebouwde kom vervangen. Nu is er echter geen geld meer beschikbaar voor het vervangen van openbaar groen wat versleten is. Hierdoor zal het beeld in de gemeente Deurne verslechteren en moeilijk beheersbaar zijn. Verkeer De structurele instandhouding van de kapitaalgoederen binnen het cluster verkeer (verkeersborden, parkeermeters, verkeersregelinstallaties etc.) wordt geacht opgevangen te worden binnen de reguliere exploitatie. Voor de parkeergarage Wolfsberg wordt een jaarlijkse bijdrage gedaan aan de Vereniging Van Eigenaren. Beleidskaders: Exploitatie parkeren Actualisatie parkeerbeleid Parkeerverordening Verordening Parkeerbelastingen Nota parkeernormen en Mobiliteitsfonds
121
2.3.5
Financieringsparagraaf
In deze paragraaf wordt stilgestaan bij enkele algemene ontwikkelingen, het treasurybeheer binnen de gemeente, de ontwikkelingen ten aanzien van de financiering van de gemeente, de liquiditeitspositie van de gemeente en de stand van zaken rond de gemeentelijke beleggingen. Interne en externe ontwikkelingen Interne ontwikkelingen Het treasurybeheer is gericht op het minimaliseren van de gemeentelijke rentelasten op lange termijn. Voorwaarde hierbij is dat rente- en andere financieringsrisico’s beheersbaar blijven. Het team Bedrijfsvoering van de afdeling Bestuur- en Managementondersteuning is belast met het verzekeren van een duurzame toegang van de gemeente tot de financiële markten en voor de permanente beschikbaarheid van bancaire diensten tegen minimale kosten. Tot de treasuryfunctie behoren de taakgebieden: financiering, rentemanagement, portefeuillebeheer, saldo- en geldstroombeheer, betalingsverkeer, werkkapitaalbeheer, optreden als aandeelhouder en het onderhouden van bankrelaties. In juni 2007 is het gewijzigd treasurystatuut door de gemeenteraad vastgesteld. In het treasurystatuut zijn de doelstellingen van de treasuryfunctie binnen de gemeente nader geformuleerd en geconcretiseerd aan de hand van de drie deelgebieden van treasury: risicobeheer, gemeentefinanciering en kasbeheer. Daarnaast is in het treasurystatuut aandacht voor de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie. Het accent ligt hierbij op de eenduidigheid van (de verdeling) van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Rekening gehouden is met een functiescheiding tussen: voorbereiden, autoriseren (beslissen), uitvoeren, administratie (registreren) en controleren van treasury activiteiten. Het treasurystatuut zal in 2013 weer geactualiseerd moeten worden. Dit mede n.a.v. diverse ontwikkelingen in de praktijk (b.v. garantiestellingen en autorisaties). Rekenrente In oktober 2010 is het rapport betreffende het onderzoek naar de kapitaallasten binnen de gemeente Deurne samen met de begroting 2011 vastgesteld. Eén van de uitgangspunten van dit rapport was dat als interne rekenrente een rente gehanteerd wordt van 4,25% (voorheen een vast percentage van 5,71%) voor zowel de grondexploitatie als algemene dienst (uitzonderingen daar gelaten). Voor de bespaarde rente wordt een rente percentage gehanteerd van 4%. Zowel voor de begroting als jaarrekening zijn deze percentages gehanteerd. Treasury-organisatie en interne controle In het treasurystatuut zijn algemene uitgangspunten opgenomen op het gebied van administratieve organisatie en interne controle. Zo zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd. Functiescheiding is doorgevoerd en transactiebevestiging bij een derde binnen de sector is opgenomen. Tot eind 2011 maakte treasury nog geen deel uit van de interne controle. M.i.v. 2012 is treasury geïntegreerd binnen de interne controle van de gemeente Deurne. Financieringsbeleid Het financieringsbeleid van de gemeente Deurne is erop gericht om zo lang mogelijk de uitgaven met ‘kort geld’ te financieren en pas vaste leningen aan te trekken (consolideren) wanneer dat noodzakelijk is. De gemeente Deurne streeft er naar de benodigde leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s te beheersen. Daartoe wordt bij het afsluiten 122
van leningen rekening gehouden met de bestaande leningenportefeuille, de rentevisie en de renterisiconorm. Het moment van aantrekken van gelden en de grootte van het bedrag zijn afhankelijk van de geldstromen. De Wet Fido geeft hiervoor een ruimte van 6 maanden. Vanaf het moment van overschrijding van de kasgeldlimiet waarna geconsolideerd dient te worden. Wordt deze periode overschreden dan dient contact opgenomen te worden met de toezichthouder (provincie). Het tijdstip waarop een lening wordt aangetrokken en de hoogte van de lening is mede afhankelijk van de inkomsten en uitgaven van grote projecten en investeringen, waaronder de grondexploitaties. Het is moeilijk dit ruim van tevoren in te schatten. Middels de opmaak van een liquiditeitenraming proberen we dit wel in beeld te brengen. Momenteel wordt er 2 keer per jaar een liquiditeitsprognose opgesteld. Renteontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt Ontwikkeling rente 1-maands Euribor Ontwikkeling 1-maands Euribor 2012 1,200%
percentage
1,000% 0,800% 0,600%
rente
0,400% 0,200%
0,000%
maand
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt, gold voor de 1-maands Euribor in 2012 zeer lage percentages. In zowel de maanden november en december 2011 als in juli 2012 heeft de ECB haar rente 3 keer verlaagd met beide 0,25%. De financieringsrente van de ECB komt hierdoor op 0,75 %. Dit is de laagste rente sinds het bestaan van de Euro. Dit vertaalt zich ook in een daling van de 1-maands Euribor. Eind 2012 is deze wederom historisch laag, namelijk 0,113%. De ECB zal een ruim monetair beleid blijven voeren. De herfinancieringsrente zal in 2013 naar verwachting op 0,75% worden gehandhaafd. De lange rentetarieven zullen vanwege de zwakke economische vooruitzichten nauwelijks oplopen De ECB verlaagde ook de rente die banken krijgen op hun deposito's bij de centrale bank. Die rente zakte van 0,25 naar 0 procent. Dit kan er mogelijk voor zorgen dat banken onderling meer geld gaan uitlenen. Momenteel zetten banken hun overtollige middelen vooral weg bij de ECB
123
Ontwikkeling rente 10 jaar Fixe
Percentage
Ontwikkeling rente 10 jaar Fixe 2012 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00%
Reeks1
Maand
De kapitaalmarkt heeft in 2012 een rustig verloop gekend. Uitgaande van 10 jaar Fixe geldleningen ( dit is een lening die voor een vaste periode wordt aangegaan en in haar geheel wordt afgelost) stond de rente voor het tweede halfjaar 2011 rond de 3,5 %. In de loop van 2012 dook het percentage onder de 3% met zelfs in juni 2012 een rentepercentage van 2,53 %. Medio september 2012 is dit percentage wederom historisch laag, namelijk 2,62 %. Ook dit percentage is onderhavig aan de crisis die heerst op de geld- en kapitaalmarkten. Ook het rente beleid van de ECB (zie hierboven) heeft hier invloed op. Verwachtingen voor de korte rente (< 1 jaar) De ECB veranderde de belangrijkste rentetarieven in de eurozone bij de vergadering van begin maart 2013 niet. De herfinancieringsrente, de rente die banken betalen voor hun leningen bij de ECB, blijft daardoor op het historisch lage peil van 0,75 procent. De rente die banken krijgen op hun deposito's bij de centrale bank blijft op 0 procent. Die rentestanden gelden al sinds de laatste verlaging, in juli van vorig jaar. ECB president Draghi waarschuwde in zijn toelichting dat de risico's voor de economische groei groot blijven. Op de financiële markten is de rust redelijk teruggekeerd, maar die verbetering werkt nog niet door in de echte economie. Daarbij blijft de kans aanzienlijk dat de export en bestedingen minder hard groeien dan nu wordt verwacht en dat overheden hun beloofde economische hervormingen niet doorzetten. De ECB zal er waarschijnlijk niet voor terugdeinzen om de rente verder te verlagen als de economie later dit jaar niet aantrekt. Verwachtingen voor de lange rente (> 1 jaar) De Nederlandse 10-jaarsrente is de afgelopen twee weken ongeveer gelijk gebleven. De 10-jaars rente in Duitsland is in de afgelopen twee weken ook ongeveer gelijk gebleven. Rust keerde weer na patstelling bij Italiaanse verkiezingsuitslag. De verwachting is dat op grond van het bovenstaande dat de hypotheekrentetarieven voor rentevast perioden van 1 jaar en langer de komende twee weken ongeveer gelijk zullen blijven dan wel licht zullen dalen. Aanpassingen Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) In 2006 is de Wet Fido geëvalueerd. Uit deze evaluatie is een aantal aanbevelingen gekomen welke overgenomen zullen worden in de aanpassing van de wet in 2009. De ingangsdatum van de Wet Fido is 1 januari 2009. De belangrijkste wijzigingen voor de gemeente Deurne zijn:
124
Kasgeldlimiet Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen, maar er hoeven geen aparte kwartaalrapportages meer naar de toezichthouder te worden gezonden. Renterisiconorm Hier gaat inhoudelijk wel een en ander veranderen. De oude norm kijkt achteruit, waar de nieuwe norm meerjarig vooruit kijkt. De nieuwe norm wordt 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. In de oude situatie bedroeg de norm 20% van de vaste schuld per 1 januari. De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in paragraaf 4.5.2. Hypotheekverstrekkingen eigen personeel Er is een nadrukkelijk verbod opgenomen dat hypotheekverstrekking aan eigen personeel niet meer mag. Bestaande leningen kunnen aflopen zoals overeengekomen. Dit betekent dat de gemeente Deurne momenteel een sterfhuisconstructie m.b.t. de verstrekt hypotheken hanteert. Financieringsfunctie De bevoegdheid van de financieringsfunctie wordt verlegd naar het college. De Raad geeft de globale kaders aan. Dit is al verwerkt in het eerder genoemde treasurystatuut. Treasurybeheer Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is er om renterisico op de kortlopende, vlottende schuld te beheersen. Een vlottende schuld kent een fluctuerende rente (de hoogte van de rente staat namelijk niet vast of slechts voor korte termijn). Indien de rente stijgt, heeft dit een negatieve invloed op de financiële positie van de gemeente. Om dit risico te beperken bestaat er een limiet op de hoeveelheid kasgeld die een gemeente mag aantrekken. De kasgeldlimiet betreft het bedrag wat de gemeente met zogenaamd kort geld mag financieren. Het gaat hierbij om het bedrag in de rekening-courant en leningen met een looptijd < 1 jaar. Ontwikkeling kasgeldlimiet 2012 (Bedragen X € 1.000) 1 Vlottende (korte) schuld
2 Vlottende middelen
3 Netto vlottende schuld (+) / Overschot aan vlottende middelen (-) (1-2)
1e kwartaal maand 1 maand 2 maand 3 maand 1 maand 2 maand 3 maand 1 maand 2 maand 3
4 Gemiddelde netto vlottende schuld (+) / 125
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
262
213
211
159
220
260
193
128
1.232
229
1.184
111
14.708
15.044
14.543
15.715
14.826
14.422
14.890
16.417
15.040
16.328
14.716
17.168
-14.446
-14.831
-14.332
-15.556
-14.606
-14.162
-14.697
-16.289
-13.808
-16.099
-13.532
-17.057
-14.287
-15.031
-14.187
-16.301
Ontwikkeling kasgeldlimiet 2012
1e kwartaal
(Bedragen X € 1.000) Gemiddeld overschot vlottende middelen (-) 5 Kasgeldlimiet 6a Ruimte onder kasgeldlimiet (5-4) 6b Overschrijding van de kasgeldlimiet (4-5) Berekening kasgeldlimiet 7 Begrotingstotaal per 1/1/2012 8 Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 9 Kasgeldlimiet:post 7x post 8 : 100
6.587 20.874
2e kwartaal
6.587 21.618
3e kwartaal
6.587 20.774
4e kwartaal
6.587 22.888
77.495 8,5% 6.587
De kasgeldlimiet is in 2012 niet overschreden. Eventuele overschrijdingen worden conform de wet Fido toegelicht en tevens verantwoording afgelegd in de financieringsparagraaf in de jaarrekeningen. De ruimte onder de kasgeldlimiet wordt voornamelijk veroorzaakt door een spaarrekening die per 31-12-2012 een saldo had van € 13,5 miljoen. Renterisiconorrm De renterisiconorm is bedoeld om het renterisico op de langlopende vaste schuld te beheersen. Voor de langlopende financiering stelt de wet Fido een norm waaraan het renterisico van de langlopende opgenomen leningen als geheel moet voldoen. Deze norm wordt aangeduid als de renterisiconorm en bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Het renterisico benadrukt vooral het belang van een goede spreiding van de leningenportefeuille en van de renterisico’s.
1 2 3 4 5a 5b
Renterisico(norm) Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (1+2) Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm (4-/-3) Overschrijding renterisiconorm (3-/-4)
4
Berekening 4. renterisiconorm Begrotingstotaal Percentage regeling Renterisiconorm
2012 0 28.950 28.950 15.499 0 13.451
77.495 20% 15.499
Bovenstaande tabel laat zien dat de renterisiconorm wordt overschreden. De reden hiervoor is de aflossing van 5 geldleningen (tranches) van in totaal € 27 miljoen per 1 juli 2012 aan de Rabobank. Deze geldlening wordt voorlopig geherfinancierd met 3-maands kasgeldleningen van € 27 miljoen. Echter hier is geen sprake van een rente risico aangezien al in juni 2007 reeds een renteswap is afgesloten voor de periode 1 juli 2012 tot 1 juli 2037 op basis van een 25 jarige lineair dalende geldlening van € 27 miljoen tegen een vast rentepercentage van 4.975%. Voor een nader toelichting hierop verwijzen wij naar de toelichting bij het onderdeel rentederivaat in deze paragraaf. Gemeentefinanciering Hieronder is het verloop per hoofdgroep opgenomen: 126
Omschrijving Vaste activa incl. GREX Uitstaande langlopende geldleningen Opgenomen langlopende geldleningen Eigen vermogen Financieringstekort
Boekwaarde Mutaties Boekwaarde 01-01-2012 2012 31-12-2012 125.100 4.830 129.930 34.998 -3.581 31.417 -127.968 28.952 -99.016 -29.627 -5.409 -35.037 2.503 24.791 27.295
De bovenstaande gegevens zijn samen met de financiële doorrekening van de grondexploitatie de basis voor de renteberekening, welke binnen de gemeente Deurne wordt gehanteerd. De benodigde middelen ter dekking van de activa worden afgezet tegen de aanwezige financieringsmiddelen en het eigen vermogen, exclusief de belegde reserve. Waar bij de begroting 2012 nog uitgegaan werd van een financieringstekort van € 2,5 miljoen, lijkt dit eind 2012 opgelopen naar € 27,3 miljoen. Met de nadruk op lijkt. Zoals we al vermeld hebben bij de renterisiconorm hebben een langlopende geldlening van in totaal € 27 miljoen per 1 juli 2012 afgelost. Deze geldlening wordt voorlopig geherfinancierd met 3-maands kasgeldleningen van € 27 miljoen. Deze staat op de balans verantwoord op de passiva, “Vlottende schulden met een rente typische looptijd < 1 jaar”. Per saldo is eigenlijk het financieringstekort per ultimo 2012 € 0,3 miljoen. In feite mag je concluderen dat het financieringstekort juist ia afgenomen. Voornaamste reden is dat de te financieren middelen (activa en uitstaande geldleningen) per saldo gelijk zijn gebleven terwijl de beschikbare financieringsmiddelen (inclusief kasgeldlening) zijn toegenomen. Vooral het eigen vermogen is gestegen. Dit komt voornamelijk door de voordelige resultaten bij de najaarsnota 2012 en jaarrekening die ten gunste van de algemene reserve komen. Het totale rente resultaat is ten opzichte van de begroting 2012 € 163.000 negatief. Voornaamste oorzaak is is de financiering van de activa van voornamelijk de grondexploitaties (nadeel € 303.00). Ten opzichte van begroting 2012 zijn de boekwaarden eind 2012 hoger dan begroot, hetgeen hogere financieringslasten met zich meebrengt. In dit nadelig resultaat zit wel een incidenteel voordeel van € 140.000. Dit betreft de rente opbrengsten uit de spaarrekening. Begin 2012 had deze een saldo van € 13,5 miljoen (rente percentage 2,25%) en eind 2012 was het saldo € 12,5 miljoen (rente percentage 1,65%). Uitgezette geldleningen Boekwaarde Vermeer- Vermin- Afschrij- Boekwaarde 31-12-2010 dering deringen vingen / 31-12-2011 (* € 1.000) Aflossing Leningen aan woningbouwcorporaties Leningen Waterschapsbank 12.975 0 0 1.730 11.244 Leningen BNG 1.975 0 0 30 1.945 Renteloze lening woningbouwlocaties 283 0 0 57 227 Overige langlopende leningen Deurne Recreatie BV 34 0 0 11 23 Lening politie 3 0 0 2 1 Museum de Wieger 35 0 0 1 34 Stichting Streekontwikkeling de Peel 750 0 0 0 750 Renteloze lening Vrije academie 5 0 0 1 4 Renteloze lening Cultuurcentrum 76 0 0 19 57
127
Boekwaarde Vermeer- Vermin- Afschrij- Boekwaarde 31-12-2010 dering deringen vingen / 31-12-2011 (* € 1.000) Aflossing Uitzettingen met een looptijd > 1jaar Inschrijving grootboek nationale schuld 3% 139 0 0 0 139 Inschrijving grootboek nationale schuld 2,5% 14 0 0 0 14 Bouwkredietregeling Aflossingsvrije 14.052 0 0 1.561 12.490 HTP 4.536 0 0 152 4.383 Jaar-annuïteit 8 0 0 4 4 Maand-annuïteit 88 0 0 12 77 Fietsplan 25 14 0 13 26 Totaal
34.998
14
0
3.595
31.417
Leningen aan woningbouwcorporaties De woningbouwvereniging Bergopwaarts heeft geen rating. In het treasurystatuut is aangegeven dat er gelden, mogen worden uitgezet bij instellingen zonder rating, mits de kredietwaardigheid van deze instellingen op andere wijze is vastgesteld. Gelet op het feit dat de gemeente garant staat voor diverse leningen die door de woningbouwvereniging zijn afgesloten, de onderzoeken naar de kredietwaardigheid door de banken die deze geldleningen hebben verstrekt en de beschikbare informatie over de balanspositie van Bergopwaarts, heeft de gemeente geen reden om aan de kredietwaardigheid van de woningbouwvereniging te twijfelen. Tegenover de uitgezette geldleningen bij de woningbouwvereniging heeft de gemeente geldleningen aangetrokken bij de Waterschapsbank en BNG. In 2012 heeft BOW, naast de reguliere aflossingen, 1 geldlening extra afgelost ter hoogte van € 1,2 miljoen. Hiermee hebben wij de hieraan gekoppelde geldlening bij de NWB afgelost. Deze operatie is niet geheel budget neutraal. Immers wij berekenen aan de woningbouw vereniging een risico-opslag van 0,25% door. In 2013 gaat BOW een 8 tal geldleningen aflossen. Uitgangspunt en gemaakte afspraak hierbij blijft voor de gemeente Deurne dat dit zonder voor extra kosten verloopt. Uit bovenstaande overzicht blijkt dat de woningbouwvereniging bezig is met de herfinanciering van haar leningen portefeuille. Voor de gemeente Deurne is dit positief. Immers voor de herfinanciering staat de WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw) garant en niet meer de gemeente Deurne. We staan dan met het rijk als tertiaire achtervang, na de woningbouwvereniging en de WSW, terwijl wij nu als primaire achtervang en tevens risico lopen. Hier tegenover staat wel dat we in de exploitatie, hetgeen begroot is, de risico opslag van 0,25% gaan missen. De overige uitstaande gelden op de lange termijn hebben betrekking op uitoefening van de publieke taak. Het treasurystatuut is in 2007 aangepast waarbij het (nieuwe) verstrekken van geldleningen door de gemeente niet meer toegestaan is. Uitzondering is indien de raad d.m.v. een raadsbesluit van afwijkt. Hypotheekverstrekkingen eigen personeel (bouwkredietregeling) Er is een nadrukkelijk verbod opgenomen dat hypotheekverstrekking aan eigen personeel niet meer mag. Bestaande leningen kunnen aflopen zoals overeengekomen. Dit betekent dat de gemeente Deurne momenteel een sterfhuisconstructie m.b.t. de verstrekte hypotheken hanteert.
128
Medio 2010 heeft de gemeente Deurne de mogelijkheid laten onderzoeken of haar hypotheken portefeuille overgedragen kon worden aan een derde partij. Op basis van de boekwaarde van 01-01-2010 € 19,4 miljoen kwam uit het onderzoek een marktwaarde uit van 85,95%. Concreet betekent dit een disagio (minder opbrengst bij verkoop) van € 2,6 miljoen. Daarom heeft de gemeente Deurne gekozen om de sterfhuisconstructie te blijven hanteren. In januari 2012 hebben wij navraag gedaan bij de onderzoekers over de huidige mogelijk waarde. Zij geven aan dat de rente gedaald is waardoor de marktwaarde normaliter zou stijgen echter door de kredietcrisis wordt in de financiële markten een hoger risico opslag berekend, waardoor de marktwaarde per saldo gelijk zal blijven conform destijds is vastgesteld in het onderzoek. Risico’s Hypotheekverstrekkingen eigen personeel (bouwkredietregeling) De gemeente Deurne draagt het debiteurenrisico op haar hypotheken portefeuille zelf. Bij de bepaling van de dubieuze debieturen worden deze vorderingen voor betalingen inzake rente en aflossingen wel meegenomen, echter op € 0 gezet. Dit heeft te maken met het goede betalingsgedrag van de mensen. Van de personeelsleden wordt dit automatisch ingehouden van hun salaris, danwel van de oude personeelsleden wordt dit automatisch ingehouden waardoor de betalingachterstanden nihil zijn te noemen. De hypotheek portefeuille bestaat voor grotendeels uit de aflossingsvrije verstrekte hypotheken (zie tabel hierboven). Deze zullen door de hypotheeknemers aan het einde van de looptijd afgelost moeten worden aan de gemeente Deurne. Eventuele herfinanciering zullen ze bij een externe partij moeten aangaan. Gezien de ontwikkelingen ten gevolge van de krediet crisis, inclusief de hypotheek- en huizen markt, is dit een mogelijk risico voor de toekomst. Echter conform de bouwkredietregeling zijn er alleen aflossingsvrije leningen verstrekt indien deze niet hoger zijn dan 60% van de vrije verkoop warde van het huis. Daarnaast zijn de waarden van de woningen afgelopen jaren ook nog gestegen in hun waarde. Gezien het voorgaand kan geconcludeerd worden dat het risico voor de gemeente Deurne zeer beperkt is. In 2012 zijn veel aflossingsvrije hypotheken extra (gedeeltelijk) afgelost. Opgenomen geldleningen Financieringen voor een periode van één jaar en langer worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Stand per Vermeer- Aflos- Stand per 01-01-2012 deringen singen 31-12-2012
(Bedragen * € 1.000)
● Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen - Leningen ten behoeve van de woningbouw Waterschapsbank Bank Nederlandse Gemeenten - Overige leningen Bank Nederlandse Gemeenten Waterschapsbank Rabobank Rabobank t.b.v. glastuinbouw Streekrekeningen
12.816 1.965 20.123 20.000 43.000 27.500 2.564 127.968
129
0 0
1.720 32
11.096 1.933
0 199 0 0 0 27.000 0 0 0 0 0 28.952
19.924 20.000 16.000 27.500 2.564 99.016
Het bedrag aan opgenomen geldleningen t.b.v. woningbouw sluit niet aan met de uitgezette geldleningen van de woningbouwvereniging omdat aan de woningbouwvereniging een risico-opslag van 0,25% in rekening wordt gebracht, conform afspraak. De aflossingen inzake deze geldleningen zijn reeds bij de uitgezette geldleningen opgenomen. Zoals we al vermeld hebben bij de renterisiconorm en financiering is er een langlopende geldlening van in totaal € 27 miljoen per 1 juli 2012 afgelost. Deze geldlening wordt voorlopig geherfinancierd met 3-maands kasgeldleningen van € 27 miljoen. Deze staat op de balans verantwoord op de passiva, “Vlottende schulden met een rente typische looptijd < 1 jaar”. Deze verklaart de grootte van aflossing. Rente derivaat In juni 2007 heeft de gemeente Deurne een renteswap afgesloten vanaf 1 juli 2012: Voor 25 jaar tot 1 juli 2037 Lineair dalend Voor een vast rentepercentage van 4,975% Hier tegenover staat een 3-maands Euribor als vergoeding Een renteswap wordt gebruikt om renterisico's te beheersen of af te dekken, of om een gewenste rentepositie in te nemen. De gemeente Deurne is destijds deze renteswap aangegaan om zich te beschermen tegen potentiële renterisico's. Bij de overeengekomen swap wordt een vaste rente betaald en een variabele rente (3-maands Euribor)ontvangen. De rentelasten van 4,975% zijn vanaf de begroting 2012 structureel begroot, op basis van een lineaire, dalende geldlening van € 27 miljoen in 25 jaar. De renteswap heeft per ultimo 2012 een negatieve marktwaarde van € 10,1 miljoen. Momenteel is deze marktwaarde € 9,5 miljoen (18 maart 2013). Juridisch heeft de bank in haar voorwaarden staan dat zij bijstorting van liquiditeiten kan eisen als bepaalde limieten (lees negatieve marktwaarden) worden overschreden. Voor de gemeente Deurne heeft de bank zowel aangegeven dat zij hierop geen beroep doen. Dit heeft 2 redenen: 1. De gemeente Deurne wordt door haar kredietwaardigheid (overheid) beschouwd als een triple-A klant. 2. Daarnaast beschouwt de bank de gemeente Deurne, inzake derivaten producten, als een non-professional. In de leningsovereenkomst die in 2007 met de bank is afgesloten, is afgesproken dat betreffende geldlening per 1 juli 2012 geherfinancierd moest worden. De intentie was om per 1 juli 2012 deze lening te herfinancieren voor 25 jaar, lineair dalend. Momenteel zijn wij met de bank in gesprek, zowel juridisch als financieel, over de mogelijkheden voor de herfinanciering die het best past bij de gemeente Deurne. Hierbij gaat het niet om de hoogte van het rente percentage, Immers dit risico is afgedekt door het afsluiten van de renteswap. Het gesprek richt zicht op de liquiditeitentoeslagen die door het intreden van de economische crisis ook hun intreden hebben gedaan. De banken berekenen deze toeslagen door aan hun klanten. De liquiditeitenopslagen waren ons destijds niet bekend en was ook niet de intentie en afspraak met de bank voor de herfinanciering. Inmiddels is er extern financieel onderzoek verricht door een advieskantoor op het gebied van Finance en Risk Management. Concreet doen zij 3 adviezen: 1. Op basis van de huidige financieringsbehoefte (n.a.v. liquiditeitsprognose opgesteld in januari 2013), de gemeente Deurne de volledige hoofdsom van € 27 miljoen moet herfinancieren. 130
2. De renteswap niet af te kopen of te herstructureren. Dit kost immers meer dan € 9 miljoen (negatieve marktwaarde)en additionele rentekosten. 3. Mogelijkheden om de € 27 miljoen voor de komende 25 jaren te her financieren Conclusie: De rentekosten vormen geen risico. Immers hiervoor is een renteswap afgesloten in 2007 ter dekking voor de destijds verwachte rentestijgingen. De liquiditeitsprognose van januari 2013 geeft aan dat de een geldlening van 27 miljoen lineair dalend voor 25 jaar nodig is. Dit is nogmaals door het onderzoek bevestigd. Hierdoor kun je concluderen dat het risico van onder- of overfinanciering gedekt is. Gezien het eerste en tweede punt mag je concluderen dat er sprake is van een effectieve hegderelatie tussen het derivaat en het afgedekte risico. Het risico waarvan momenteel nog sprake is, zijn de liquiditeitentoeslagen. Met de bank zijn we in gesprek om de meest passende lening bij onze financieringsbehoefte te zoeken. Uit het overleg met de bank zal moeten blijken wie de hiermee gepaard gaande kosten moet gaan dragen. Garantiestelling In 2011 heeft het college ingestemd met een garantstelling (voor 50% op een lening van € 400.000. Stichting Waarborgfonds sport staat voor de overige 50% garant) voor de nieuwbouw van het clubgebouw van SV Deurne. SV Deurne had in 2012 echter een financieel tekort op de nieuwbouw. In overleg met het bestuur van SV Deurne, Stichting Waarborgfonds Sport (SWS) en de Rabobank is afgesproken dat de Rabobank SV Deurne een aanvullende lening verstrekt van € 85.000. Daarbij is door de bank wel de volgende voorwaarde gesteld: zowel SWS als de Gemeente Deurne verlengt de garantstelling voor de huidige gegarandeerde lening van € 400.000 met twee jaar. De bank zal vervolgens voor een periode van maximaal twee jaar uitstel van aflossing verlenen voor deze financiering. In deze tijd zal op de nieuwe lening € 60.000 in 2 jaar tijd worden afgelost en de resterende 5 jaar, € 5.000 per jaar. De lening is na 7 jaar dus weer volledig afgelost. Het college heeft hiermee ingestemd. Voor de nieuwe lening geldt geen garantstelling. Relatiebeheer Met zowel de BNG als de Rabobank is voor 2012, zoals voorgaande jaren, een herziene overeenkomst financiële dienstverlening afgesloten. Het maximale krediet voor 2012 was bij beide banken gesteld op de kasgeldlimiet voor 2012 ad € 6.587.000. Daarnaast is in december 2011 een zakelijke spaarrekening afgesloten bij de Rabobank om tijdelijke overtollige liquiditeiten te parkeren en om zo een optimaal rente voordeel te behalen. Deze spaarrekening is gebaseerd op een variabel rente percentage dat op het moment van af sluiten 2,25 % was en ultimo 202 1,6 %. De Rabobank geldt momenteel als huisbankier voor de gemeente Deurne. Aangezien dit spaarproduct niet meer door de Rabobank wordt ondersteund zijn eind december 2012 3 nieuwe spaarrekeningen geopend, om ze renteverlies te voorkomen. Ontwikkelingen Invoering SEPA Het Nederlandse betalingsverkeer wordt steeds Europese. Europese landen en banken werken momenteel aan de invoering van één Europese betaalmarkt (Single Euro Payments Area) om het betalingsverkeer eenvoudiger en efficiënter te maken. Als gemeente merken we dat bij de dagelijkse betalingen en ontvangsten, ook als we niet over de grens zaken doet. Alle landen die de euro hebben ingevoerd, werken concreet naar één Europese betaalmarkt toe. Deze landen worden ook wel aangeduid met SEPA, een afkorting die staat voor ‘Single Euro Payments Area’. In dit gebied worden de betalingen in en tussen Europese landen eenduidig en
131
daardoor eenvoudiger. Iedereen in Europa gaat het IBAN gebruiken. IBAN staat voor ‘International Bank Account Number’. Einddatum waarvoor het SEPA ingevoerd dient te zijn is 1 februari 2014. In Nederland zal in 2013 SEPA en dus IBAN betaalrekeningen al geïntroduceerd worden waarna de verwachting is (afhankelijk van besluitvorming op nationaal en Europees niveau, mogelijk eerder) dat in 2020 SEPA volledig ingevoerd is en het oude betalingsverkeer niet meer ondersteund wordt. Wet houdbaarheid overheidsfinanciën(wet HOF) Het aandeel van de lagere overheden in het begrotingstekort van Nederland is ongeveer 0,5 %. Daarvan komt 0,35 % voor rekening van de gemeenten. Wat betekent de wet HOF voor de gemeente, en welke risico’s hangen ermee samen. Het wetsvoorstel zou 1 januari 2013 in werking kunnen treden. Duidelijk is dat de wet ingrijpt op de autonomie van de gemeente. Risico’s liggen er vooral in dat de Europese Unie alle lidstaten wil houden aan de berekening van het EMU-saldo voor de gehele overheid, inclusief decentrale overheden. Het verschil zit hem vooral in investeringen waarbij gemeenten putten uit voorzieningen en in het verleden gevormde reserves. Ook de gemeente Deurne kan nog putten uit in het verleden gevormde bestemmingsreserves voor investeringen en uitgaven. De gemeenten hebben altijd betoogd dat op grond van hun batenlastensystematiek er altijd een bepaald tekort beschikbaar moet zijn om de bestaande investeringen te kunnen vervangen en om uitbreidingsinvesteringen te doen die noodzakelijk zijn omdat de bevolking nog steeds groeit. Inmiddels is er een akkoord gesloten tussen de VNG. Over de ruimte die hiervoor noodzakelijk is verschillen kabinet en mede overheden van mening. Hoewel het kabinet er van overtuigd is dat een kleinere ruimte niet knellend zal zijn, is het bereid gebleken daarover nadere afspraken te maken teneinde de decentrale overheden tegemoet te komen. In het akkoord dat nu voorligt, wordt door alle partijen de intentie uitgesproken dat het tekort van de mede overheden in 2017 gaat dalen naar 0,2% van het nationale inkomen. Tegelijkertijd geeft het kabinet ook in de jaren 2014 en 2015 de mede overheden dezelfde tekortruimte als in 2013 is overeengekomen, namelijk -0,5%. Daarna daalt dit tekort in 2016 naar -0,4% en in 2017 naar - 0,3%. Deze twee percentages zijn in het akkoord tussen haakjes gezet. Eind 2015 zal worden bezien of deze daling mogelijk en verantwoord is op basis van de realisaties in de jaren hiervoor. Over de verdeling binnen de ruimte voor de medeoverheden zullen VNG, IPO en Unie op basis van nader onderzoek dit jaar een afspraak maken waarbij de huidige verdeling vertrekpunt is. Hoewel het kabinet niet bereid bleek de extra sanctie die nu nog in de wet staat, ook als de Europese Unie Nederland geen sanctie oplegt bij het overschrijden van het tekort, uit de wet te verwijderen is wel vastgelegd, dat een dergelijke sanctie in deze kabinetsperiode niet zal worden toegepast. Door dit akkoord zijnde scherpe kantjes eraf en zijn de risico’s beperkt. Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord van 2013 is afgesproken dat de decentrale overheden met ingang van 2013 gaan schatkistbankieren. Bij schatkistbankieren lopen de geldstromen via het Rijk, i.p.v. via de kapitaalmarkt. Het verplicht schatkistbankieren heeft een positief effect op de staatschuld, maar mogelijk een negatief effect op rente inkomsten van de gemeenten. Doordat de geldstromen via het Rijk lopen worden tegoeden aangehouden in de Nederlandse schatkist en hoeft het Rijk minder geld te lenen op de kapitaalmarkt. Dit betekent dat de staatschuld zal dalen. Voor gemeenten betekent dit dat zij zelf geen geld meer kan uitzetten tegen vaak hogere tarieven (dan het Rijk biedt) op de kapitaalmarkt. Uit berekeningen blijkt al dat gemeenten hierdoor geld mislopen. Contracten en beleggingen die zijn aangegaan voor 18:00 uur op 4 juni 2012 zullen worden geëerbiedigd. Daarna, zullen ze vallen onder de nog op te stellen nieuwe regels. Inmiddels is er een akkoord gesloten tussen de VNG en de regering. In dit huidige akkoord zijn twee aanvullingen opgenomen ten aanzien van het schatkistbankieren: 132
3. Het wordt voor gemeenten mogelijk om overtollige middelen uit te lenen aan andere overheden. Hiermee is mogelijk een beter rendement te halen dan bij de schatkist. 4. Er wordt een zogenaamde doelmatigheidsdrempel ingevoerd van 0,75% van het begrotingstotaal. Het minimumbedrag per gemeente is € 250.000, - (met een maximum € 2,5 miljoen). Hebben gemeenten overtollige middelen die niet boven deze drempel komen, dan is schatkistbankieren niet noodzakelijk. Wel moeten alle administraties van gemeenten (dus ook gemeenten die niet boven deze drempel uitkomen) nu al klaar worden gemaakt om schatkistbankieren in de toekomst mogelijk te maken. De verwachting is dat het schatkistbankieren medio juli in werking gaat treden. Momenteel heeft de gemeente Deurne een spaarsaldo van € 12,5 miljoen euro tegen rente vergoeding van 1,3%. Bij ingaan van schatkistbankieren krijgen wij hiervoor geen rente tot wel bijna nihil bedrag als rente vergoed. Aangezien deze renteopbrengsten niet zijn begroot lopen we hierop geen risico. Wel zullen wij in werkelijkheid een lagere rentevergoeding gaan ontvangen. 2.3.6 Grondbeleid Toelichting op de grondexploitatie De gemeente Deurne heeft tot afgelopen jaar een zeer actief grondbeleid gevoerd. Door zelf actief te zijn op de grondmarkt wenste de gemeente haar ruimtelijke doelen te bereiken. Het resultaat van het beleid is een aanzienlijke grondportefeuille. Deze portefeuille bestaat uit: - Bouwgrond grond in exploitatie. Grondexploitatieprojecten: projecten waar in een periode van maximaal 10 jaar planrealisatie plaats vindt; - Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). Gronden waar ontwikkeling staat gepland, maar start ontwikkeling in periode tussen 10 en 20 jaar plaats vindt. Waardering van gronden tegen de huidige waarde; - De Materiële Vaste Activa, locaties waarvoor op de lange termijn geen programma is voorzien, zijn bij de najaarsnota 2012 overgeboekt naar de Algemene Dienst. Deze maken geen deel meer uit van de grondexploitaties. Boekwaarde De boekwaarde is het totaal aan gerealiseerde kosten, vermindert met de gerealiseerde opbrengsten op een bepaald moment. In gebieden waar meer kosten zijn gerealiseerd dan dat opbrengsten zijn gerealiseerd, is de boekwaarde ongunstig. In gebieden met een gunstige boekwaarde zijn meer opbrengsten dan kosten gerealiseerd. De totale boekwaarde begin 2012 was € 77 miljoen. De eigendommen waarvoor geen programma is voorzien in de komende 20 jaar (materiele vaste activa) zijn overgebracht naar de algemene dienst. De boekwaarde van deze eigendommen was € 5,5 miljoen en is door de Algemene Dienst overgenomen. Hiermee komt de boekwaarde per begin 2012 op € 71,5 miljoen, waarvan het glastuinbouwgebied met € 24,3 miljoen de grootste is. Onder invloed van 2012 is de boekwaarde toegenomen tot € 78 miljoen. Met € 11,4 miljoen kosten en € 4,9 miljoen opbrengsten is de boekwaarde met € 6,5 miljoen toegenomen. De belangrijkste factoren die de boekwaarde beïnvloeden zijn kosten, opbrengsten en tussentijdse winstnemingen. Dit hoofdstuk gaat in op deze factoren. Het gaat dan voornamelijk om de daadwerkelijke realisatie van opbrengsten, kosten en tussentijdse winstnemingen in 2012. De realisatie wordt afgezet tegen de verwachting over 2012. Voor de meest relevante projecten zijn managementrapportages opgesteld. In deze rapportages wordt verslag gedaan over de stand van zaken van de projecten, inclusief een financiële toelichting op de jaarrekening. De managementrapportages liggen vertrouwelijk ter inzage voor de gemeenteraad.
133
Om tot de jaarrekening te komen, zijn vijf stappen gezet: 1) Jaarschijf 2012 is afgesloten, de gerealiseerde kosten en opbrengsten worden afgezet tegen de begroting. Resultaten zijn een verschillenverklaring en een geactualiseerde boekwaarde per begin 2013; 2) Op basis van de gerealiseerde opbrengsten en kosten in 2012 wordt, rekening houdend met actuele inzichten in de economie en vastgoedmarkt, het programma voor wonen en werken in de tijd bijgesteld. Niet het programma maar de fasering wijzigt; 3) De grondexploitaties zijn opnieuw berekend op basis van de bovenstaande twee punten; 4) De benodigde omvang van de Voorziening Verlieslatende Exploitaties is bepaald. Het verschil tussen de bestaande verliesvoorziening en de benodigde verliesvoorziening moet in de jaarrekening worden aangevuld op basis van de regels Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV); 5) De prognose van de Algemene Reserve Grondexploitaties is bijgesteld. Ingezet wordt op tussentijdse winstname uit positieve projecten met een laag risicogehalte. Dit biedt mogelijkheden voor de dekking van de verliesvoorziening deels aan te vullen. De resultaten van deze vijf stappen komen samen in deze toelichting. De gerealiseerde opbrengsten, verdeeld over wonen en werken, komen in het eerste hoofdstuk aan de orde. In het tweede hoofdstuk staan de kosten centraal. In het derde hoofdstuk worden de herijkte resultaten op projectniveau gepresenteerd. In het vierde en laatste hoofdstuk worden de Voorziening Verlieslatende Exploitaties en de Algemene Reserve Grondexploitaties opgemaakt. Dan wordt per saldo duidelijk wat de financiële gevolgen van de jaarrekening zijn. 1. Grondopbrengsten De vastgoedmarkt ondervindt de gevolgen van de economische crisis in alle heftigheid. Het aantal woningverkopen heeft op landelijk niveau een dieptepunt bereikt. Als er al een transactie plaats vindt dan meestal tegen een lagere prijs dan in voorgaande jaren voor vergelijkbaar vastgoed werd betaald. Deze paragraaf gaat in op financiële gevolgen van het vermindert aantal transacties en de prijsdruk op de grondopbrengsten voor de gemeente Deurne. Het hoofdstuk maakt onderscheid tussen het woningbouwprogramma en het programma voor werken. Woningbouwprogramma De woningmarkt is geenszins verbeterd en dat heeft effect op de verkoop van zowel nieuwbouwwoningen als bestaande woningen. In het derde kwartaal van 2012 zijn 3.000 nieuwe woningen verkocht. Dat is 30% minder dan hetzelfde kwartaal een jaar eerder1.
1
Bron: ANP, Verkoop nieuwbouw in zwaar weer
134
Bron: Kadaster, januari 2013 In het vierde kwartaal van 2012 zijn alle vastgoedindexen gedaald: woningen (-6,3%), kantoren (8,3%), winkels (-12,5%) en bedrijfsruimten (-6,6%)2. Hiermee lagen de prijzen van verkochte bestaande koopwoningen begin 2013 op ongeveer hetzelfde niveau als in het voorjaar van 2003. In de eerste maand van 2013 daalde de prijzen van bestaande woningen nog harder. Verkochte bestaande koopwoningen waren in januari 9,6% goedkoper dan in januari 2012. De prijsdaling ten opzichte van een jaar eerder is de grootste sinds het begin van de prijsindex bestaande koopwoningen in 1995. Dit hangt mogelijk samen met de verandering van de hypotheekregels per 1 januari. Voor het eerste kwartaal van 2013 verwacht Calcasa een woningprijsontwikkeling op jaarbasis van -5,8%.
Prijsindex bestaande koopwoningen
Ook de prijsontwikkeling van nieuwbouwwoningen vertoont een sterke dalende tendens. In het afgelopen half jaar vertoont een aantal indicatoren dat van invloed is op de prijsontwikkeling een negatieve tendens. Het consumenten vertrouwen is bijzonder laag, de koopkracht daalt en zal, als gevolg van extra bezuinigingen in 2012, nog meer dalen en de financierbaarheid staat met het invoeren van nieuwe regels voor hypotheken, zoals volledige aflossing, onder druk. De maatregelen op de woningmarkt zijn hoofdzakelijk gericht op de bestaande woningen en de verwachting is dat het effect op nieuwbouwwoningen gering zal zijn. Hier komt bovenop de verminderende bereidwilligheid van banken om hypotheken te verstrekken. De stagnatie op de vastgoedmarkt gaat aan Deurne niet voorbij. Het aantal verkochte woningen ligt in de nieuwbouw lager en stagneert in de bestaande bouw (na een eerdere sterke daling). Cijfermatig betekent dit voor: - Bestaande bouw: 182 transacties in 2012 (waarvan 11 vrije verkoop door Bergopwaarts en 21 Koopgarantwoningen door Bergopwaarts). Ten opzichte van 2011 ligt het aantal transacties 19 hoger (163 transacties, waarvan 4 vrije verkoop door Bergopwaarts en 25 Koopgarantwoningen door Bergopwaarts), ten opzichte van 2010 ligt het aantal transacties 117 lager (299 transacties, waarvan 14 vrije verkoop door Bergopwaarts en 108 Koopgarantwoningen door Bergopwaarts) - Gereed gekomen woningen 2012: 75 woningen, verdeeld in 30 koopwoningen en 45 huurwoningen. In 2011 waren dit nog 126 woningen (75 koop en 51 huur) en in 2010 167 woningen (105 koop en 122 huur) - Aanbouw genomen woningen 2012: 73 woningen, de verwachting was 109 woningen en het programma lag nog hoger op 200 woningen. Dit komt vooral door het doorschuiven van 2
Bron: Calcase, 4e kwartaalbericht 2012
135
-
woningen op de locatie De Rijtse Vennen. In 2011 zijn 43 woningen in aanbouw genomen, in 2010 171 woningen, in 2009 184 woningen en in 2008 282 woningen; Op 1 januari 2013 waren er 100 woningen in aanbouw, waarvan 14 huurwoningen. Per 1 januari 2012 waren dat 105 woningen, 1 januari 2011 181 woningen, 1 januari 2010 156 woningen en 1 januari 2009 403 woningen.
In onderstaande tabel is het gerealiseerde woningbouwprogramma naar grondeigenaar opgenomen. Het totaal aantal gerealiseerde woningen laat een dalende lijn zien. Gerealiseerd woningbouwprogramma naar grondeigenaar Grondeigenaar 2005 tot en met 2009 2010 2011 Gemeente 50 76 14 Gemeente Particulier 231 39 96 Subtotaal 281 115 110 Pariculier Totaal
84 365
52 167
16 126
2012 15 41 56 19 75
Totaal Totaal aantal procentueel 355 16% 1331 61% 1686 77% 507 2193
23% 100%
Bij nieuwbouwprojecten is de crisis merkbaar door een stagnerende verkoop. Voelbaar is dat de bestaande voorraad heftig concurreert met nieuwbouw projecten. Financieel is een bestaande woning aantrekkelijk. Dit komt door de verlaging van de overdrachtsbelasting en doordat met de verkoper valt te onderhandelen over een lagere prijs. Hierbij komt tevens het voordeel dat de woning direct beschikbaar is, bij een nieuwbouw project moet de koper dat maar afwachten of ontwikkeling überhaupt plaats vindt. In de laatste Nota Grondexploitatie is rekening gehouden met de situatie op de woningmarkt. Het woningbouwprogramma is verder gefaseerd, in het dure segment is geschrapt en de grondprijs is bevroren. Dit vanwege de teruglopende vraag naar koopwoningen, die is ingegeven door de economische crisis. Naast de koopmarkt zijn ook woningbouwcorporaties voorzichtiger, in afwachting op de effecten van de rijksmaatregelen. Behalve een gehele terugval in vraag is er ook een verschuiving in type vraag te zien. De vraaguitval is het grootst bij woningen in het duurdere segment. In het goedkopere koopsegment vinden wel transacties plaats, al is dat mondjesmaat. Feit blijft dat verkoop op gang is gehouden. Het aanpassen van plannen aan de markt, prioriteren tussen projecten, duidelijkheid naar de markt en promotie via de website hebben hieraan bijgedragen. Dat ook in het goedkope segment nieuwbouw terugvalt is desondanks een belangrijk verschil met vorig jaar. Daarnaast vindt er een verschuiving in de vraag van koopwoningen naar huurwoningen plaats. In het woningbouwprogramma wordt daarom extra de nadruk gelegd op projecten met woningen in het goedkopere segment en het huursegment. Het is echter de verwachting dat een extra bijstelling noodzakelijk is. De nadruk blijft daarbij liggen de volgende doelgroepen (conform de gemeentelijke Woonvisie): - Startende een- en tweepersoonshuishoudens - Jonge gezinnen - Senioren
136
Eventuele bijstellingen in het woningbouwprogramma vinden plaats in de Kaderbrief. Hoe dit doorwerkt in de grondexploitatie komt aan de orde in deel A van de Nota Grondexploitatie 2013 (kaderbrief) en financieel in deel B van de Nota Grondexploitatie 2013 (begroting). Bedrijvenprogramma Het producentenvertrouwen blijft laag door de economische omstandigheden. De verwachting voor 2013 in de bouwsector is somber. Het Economisch Instituut voor de Bouw verwacht voor 2013 een krimp in de bouw van nog eens 5%. Dit nadat veel bouwbedrijven inmiddels zijn afgeslankt. Dit heeft een direct effect op de werkgelegenheid in de bouwsector en aanverwante sectoren. Daarnaast verslechter hiermee de bouwinfrastructuur. Als de economie weer aantrekt moet een achterstand in de bouwproductie worden ingelopen. Een divers aanbod aan bouwers leidt tot concurrentie en daardoor betere en goedkopere producten. Voor de middellange termijn is dit van zeer cruciaal belang voor de volkshuisvesting in Deurne. Door het lage consumentenvertrouwen en terughoudende banken, is de geringe investeringsbereidheid in Deurne zichtbaar in de verkoopcijfers van bedrijfskavels. Uitsluitend op Willige Laagt in Liessel is industriegrond verkocht. Belangrijkste oorzaak voor de tegenvallende verkoopcijfers vormt de economische omstandigheid. Hiernaast zijn twee andere oorzaken aan te wijzen: - Geen vraag van verplaatste bedrijven. In voorgaande jaren zorgde bedrijven die uit de Spoorzone vertrokken voor een vraag naar nieuw bedrijventerrein. In 2011 zijn geen nieuwe transformatieprojecten gestart; - Het gemeentelijk bedrijventerreinenbeleid is primair gericht op bestaande bedrijventerreinen. Dit wil zeggen dat bestaand terrein voor gaat op nieuw terrein. Op de bestaande bedrijventerreinen is de leegstand in 2012 tot 12 hectare afgenomen. Om verdere leegstand te voorkomen wordt actief ingezet op herstructurering en revitalisering. Uitgifteprijs van kavels (wonen en werken) De gemeentelijke uitgifteprijzen voor bedrijven- en woningbouwkavels stijgen de komende jaren niet. Met dit beleid sluit Deurne aan bij de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt. Deze laten een negatieve tot beperkte prijsontwikkeling zien. Deurne kiest vooralsnog niet tot verlagen van de grondprijzen. Waarom: - Variëren in kavel omvang. Doordat de gemeente werkt met een m² uitgifteprijs is het mogelijk om met de prijs te variëren door de omvang van de kavels aan te passen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in Zonnedauw. Een kleinere kavel betekent immers een lagere totale grondprijs; - In diverse gebieden wijken zijn eerder al grondprijsafspraken gemaakt met ontwikkelaars. Deze wijken af van de gemeentelijke grondprijs; - Residuele toetsing van grondprijzen. Periodiek toets de gemeente de grondprijzen residueel. Wat blijkt is, met name in het dure segment, dat een grondprijsaanpassing beperkt effect zal hebben. De prijzen in dit segment zijn met 15% tot 20% gedaald en in sommige gevallen zelfs meer. 15% daling van de woningprijs heeft een effect van 30% op de grondprijs. Zelfs bij een grondprijsaanpassing van 30% is succes niet gegarandeerd. De markt van de grotere kavels zit momenteel op slot en de oorzaken daarvan liggen in eerste instantie niet bij de grondprijs. Meedalen met de grondprijs lijkt echter op termijn onvermijdelijk.
137
In de bijzondere projecten staan de grondprijzen momenteel onder druk. De belangrijkste daarvan zijn de Spoorzone, de Rijtse Vennen en het glastuinbouwgebied. Voor deze en andere gebieden zijn bij de Nota Grondexploitatie risicoanalyses opgesteld. De risico’s worden continue gemonitord en beheersmaatregelen worden getroffen. De markt is het grootste risico en de invloed daarop is zeer beperkt. Het volgende ijkpunt voor de grondprijzen is de Nota Grondexploitatie. Wanneer aanleiding is om de grondprijzen aan te passen, zal de gemeente dit verwerken in de komende Nota Grondexploitatie. Wonen In de Nota Grondexploitatie 2012-2021 werd een afzet van 80 gemeentelijke woningbouwkavels verwacht. Dit zou leiden tot een verkoopopbrengst van € 4,1 miljoen. In 2012 zijn 40 woningbouwkavels verkocht, waarmee de verkoopopbrengst met € 2,26 miljoen beperkt is. In onderstaande tabel is de verkoop per locatie zowel in hoeveelheid als financieel weergegeven: Begroting versus gerealiseerde verkopen, kavels en opbrengst Locatie Verwachting gerealiseerd 2012(kavels) (kavels) Rijtse Vennen 55 25 Beukenstraat - Zuid 3 5 Helenaveen Zuid 10 10 ROC-Locatie 5 0 Diverse kavels 7 0 Totaal 80 40
m2 4.783 2.228 1.328 0 0 8.339
Totale Opbrengst opbrengst per m2 1.229.791 257 655.212 294 378.480 285 0 0 0 0 2.263.483 836
In de Rijtse Vennen wordt met een aangepaste grondprijs gerekend. Contractueel is met een grondprijs van gemiddeld € 250 per m² met de betrokken ontwikkelaars afgesproken. De particuliere kavels worden door de gemeente aangeboden tegen € 285,- per m². In 2012 zijn diverse gronden door de gemeente verkocht in Helenaveen Soemeersingel. Deze verkopen maken geen onderdeel uit van deze analyse aangezien grond wordt teruggeleverd aan de voormalige eigenaar. Deze gronden zijn terug verkocht, nadat de glasopstanden zijn gesloopt. De gemeente had deze gronden tijdelijk in eigendom om de glastuinbouw in Helenaveen te saneren. Werken Voor werken werd in de Nota Grondexploitatie 2012-2021 een afzet verwacht van 4.200 m² op bedrijventerrein Willige Laagt. Deze verkoop heeft in 2012 plaatsgevonden aan een zittende ondernemer met uitbreidingsplannen. Daarnaast is geen bedrijventerrein verkocht. De vraag naar bedrijventerrein blijft zeer laag. Begroting versus gerealiseerde verkopen, kavels en opbrengst Locatie Verwachting gerealiseerd Totale Opbrengst 2012 m2 opbrengst per m2 Willige Laagt 4.200 4.247 603.074 142 MOB-complex 0 7.955 130.930 16 Totaal 4.200 12.202 734.004 60
138
Op bedrijventerrein Willige Laagt in Liessel is voor €0,6 miljoen industriegrond verkocht. Naast deze aankoop is aan de rand van het MOB-complex grond verkocht. Dit is contractueel overeengekomen in de overeenkomst rondom het MOB-complex. In de komende jaren komt de nadruk te liggen op bestaande terreinen. De pilot Kranenmortel wordt voortvarend opgepakt en op de Industrieweg is een leegstaand (particulier) terrein opnieuw in gebruik genomen. De verwachting voor de uitgifte van bedrijvenkavels is beperkt. Overige opbrengsten Naast de verkoop van woningbouwgrond en industriegrond is € 1,92 miljoen opbrengst in de exploitaties gerealiseerd. Dit zijn: - € 0,31 miljoen interne rente; - € 0,16 miljoen uit de verkoop overige grond; - € 0,89 miljoen is uit het Lokaal Herstructurerings Fonds ingezet om het tekort in de exploitatie Philipslocatie te compenseren (op basis van afspraken met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij); - € 0,12 miljoen van de Voorziening Verlieslatende Exploitaties is ingezet om afgeronde projecten financieel te beëindigen; - € 0,44 miljoen overige opbrengsten, met name beheersopbrengsten. Grondopbrengsten in perspectief In 2012 waren de totale opbrengsten uit grondverkoop circa € 3,15 miljoen. Dit is fors lager dan de jaren ervoor. In 2011 werden € 12 miljoen opbrengsten geboekt, ruim de helft kwam uit de verkoop van het MOB-complex. In 2010 werd voor € 21 miljoen verkocht.
Onzekerheden in geprognotiseerde verkopen In de Nota Grondexploitatie 2012 is voor het eerst een inschatting gemaakt van deze risico’s op de gemeentelijke grondexploitaties. Met inmiddels € 32 miljoen in de verliesvoorziening blijft een risico bestaan van € 18,5 miljoen. Bij de Nota Grondexploitatie 2012-2021 is reeds geconstateerd dat met nog ongeveer € 80 miljoen aan kosten en nog voor € 125 miljoen te verkopen, de opgave groot blijft. 139
Onderdeel hiervan zijn complexe projecten, waaronder de Spoorzone en het Glastuinbouwgebied. Bij de volgende Nota Grondexploitatie deel B zullen de risico’s op de grondexploitatie herijkt worden. De gemeente beschikt nauwelijks over reserves om tegenvallers in de grondexploitaties op te vangen. Landelijk zijn verkoopresultaten laag en blijft de onzekerheid onveranderd groot. Daar komt bij dat het prijsniveau zwaar onder druk staat. De aanhoudende recessie op de vastgoedmarkt eist zijn tol. Voor een deel is hier rekening mee gehouden in de laatste Nota Grondexploitatie, maar voor een deel ook niet. In de Nota Grondexploitatie 2012 is rekening gehouden met een stagnerende vastgoedmarkt door: - Een lager jaarlijks uitgiftetempo. In het woningbouwprogramma is het aantal verkopen per jaar beperkt; - Geen indexatie van uitgifteprijzen van kavels tot 2021. Wanneer echter de huidige ontwikkelingen langer doorzetten, prijzen nog verder dalen, banken terughoudend blijven en de investeringsmogelijkheden van corporaties ingeperkt worden, dan zal dit negatieve financiële gevolgen hebben. Om eventuele negatieve gevolgen op te vangen werkt de gemeente aan het opbouwen van weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen wordt gevormd door de Algemene Reserve Grondexploitaties (ARG). De afspraak is dat het eindresultaat van positieve projecten ten gunste komt van de ARG. 2. Kosten In totaal zouden er € 8,9 miljoen grondexploitatiekosten worden gemaakt. De belangrijkste kostensoorten zijn grondaankopen, plankosten, bouw- en woonrijp maken, en rentekosten. De gerealiseerde kosten zijn circa € 8,0 miljoen. Er is € 0,9 miljoen minder kosten gemaakt dan begroot omdat plannen faseren. Dit betekent dat deze kosten op een later moment alsnog moeten worden gemaakt. Per saldo is er een positief calculatieverschil van € 110.000,-. Dit heeft een positief effect op het totale exploitatieresultaat en zijn meegenomen in de nieuwe doorrekeningen (zie hoofdstuk 3). In het Glastuinbouwgebied zijn € 200.000,- miljoen meer opbrengsten gerealiseerd dan verwacht uit beheersopbrengsten. Daartegenover zijn de beheerskosten op de OMO-locatie Kruisstraat € 90.000,hoger dan verwacht. Daarnaast zijn in diverse plannen positieve en negatieve verschillen. Deze compenseren elkaar. De belangrijkste kostensoorten worden hieronder nader toegelicht. Grondaankopen In 2012 heeft de gemeente € 2,5 miljoen grond verworven. Begroot voor 2012 was € 1,7 miljoen. Dit is aanzienlijk minder dan voorgaande jaren. De aankopen in 2012 hebben direct betrekking op actieve grondexploitaties. De grondaankopen vallen uiteen in vier categorieën. Namelijk aankopen ten behoeve van: 1. Woningbouw: voor de exploitatie Helenaveen Soemeersingel is per saldo € 1,8 miljoen aangekocht. Enerzijds is € 1,95 miljoen aangekocht (waarvan € 0,5 miljoen een verplichting is die waarschijnlijk in 2013 wordt aangekocht) en is € 0,18 miljoen verkocht (sanering glastuinbouw). Deze aan- en verkopen komen voort uit overeenkomsten die eerder zijn gesloten; 2. Industrie: € 0,27 miljoen ten behoeve van de ontsluiting van de Willige Laagt en een verplichting die voortkomt uit de overeenkomt MOB-complex; 3. Koopverplichting van € 0,37 miljoen aan de Waagweg in Vlierden; 4. Nabetalingsverplichting aan de Liesselseweg 239 van € 50.000,-.
140
Ten opzichte van 2011 heeft de gemeente voor € 4,3 miljoen minder grond gekocht (€ 6,8 miljoen in 2011). In 2010 was dit nog € 25,7 miljoen. Dit maakt duidelijk dat de gemeente zich terughoudend opstelt op de grondmarkt. Minder aankopen past in het faciliterende grondbeleid dat de gemeente sinds 2011 heeft ingezet. Een terughoudende rol op de grondmarkt past daarbij. De gemeente koopt enkel nog (laatste) gronden voor projecten die onomkeerbaar zijn of als het betrekking heeft op bestaande verplichtingen.
Grondaankopen verdeeld over categorieën 30.000.000 25.000.000
Euro's
20.000.000
Reconstructie
15.000.000
Strategisch Industrie
10.000.000
Woningbouw 5.000.000 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Jaar Bouw en woonrijp maken
In 2012 heeft de gemeente Deurne voor circa € 1,4 miljoen kosten gemaakt binnen haar grondexploitatieprojecten ten behoeve van bouw en woonrijp maken. Dat is circa € 1,3 miljoen minder dan begroot. Tot deze categorie behoren de kosten voor sloop, civieltechnische werken, aanleg van nutsvoorzieningen en de plantontwikkeling die met de uitvoering samenhangt. De kosten van bouw- en woonrijp zijn veelal gerelateerd aan de afzet van kavels. De gebieden waarin kavels in of voor 2012 zijn verkocht, zijn dan ook de meeste uitvoeringskosten gemaakt: - Rijtse Vennen, hoofdzakelijk civieltechnisch werk (0,8 miljoen) - Helenaveen-Zuid, hoofdzakelijk woonrijp maken en het plaatsen van verlichting en (0,23 miljoen) - MOB-Complex, rioolaansluiting (0,15 miljoen) - Beukenstraat/Zuid, bouwrijpmaken (€ 0,11 miljoen) De werkzaamheden die niet in 2012 hebben plaats gevonden zullen in 2013 of later alsnog gemaakt moeten worden, afhankelijk van de afzet van kavels. Doordat kosten in de tijd naar achteren zijn geplaatst zal dat een positief effect hebben op het exploitatieresultaat. Planontwikkeling Voor de planontwikkeling was circa € 1,03 miljoen begroot. Hiervan is in 2012 circa € 0,77 miljoen gerealiseerd. Het gaat om € 0,35 miljoen interne plankosten en € 0,42 miljoen externe plankosten. Hiertoe behoren de kosten voor de projectbegeleiding, planologische trajecten, (haalbaarheids) onderzoeken en de ambtelijke ondersteuning op financieel, juridisch en inhoudelijk gebied. 141
In de volgende plannen zijn de meeste projectkosten gemaakt: - Rijtse Vennen, de plankosten zijn hoofdzakelijk gerelateerd aan de realisatie. In totaal is in 2012 € 0,18 miljoen kosten gemaakt. Dit is nagenoeg conform begroting - Spoorzone Middengebied, tot op heden zijn in het gebied vooral veel plankosten gemaakt en verworven. In 2011 zijn circa € 0,13 miljoen plankosten gemaakt; - MOB/complex, vanwege de complexiteit van het project is er vooral meer externe planontwikkeling ingekocht ten behoeve van groen, riool, ontsluiting en vergunningverlening. In 2012 is totaal circa € 0,11 miljoen gerealiseerd. Dit is nagenoeg conform begroting. Beheer In totaal is € 0,4 miljoen aan beheerskosten gemaakt. Een derde hiervan zijn beheerskosten voor de OMO-Kruisstraat, in het speciaal de energielasten. Het overige deel is over diverse exploitaties verdeeld. Rentelasten In totaal is € 2,9 miljoen aan rentekosten gemaakt (hiertegenover staat € 0,3 miljoen renteopbrengsten). De rentekosten zijn berekend, met uitzondering van het Glastuinbouwgebied, op 4,25% rente. Voor het Glastuinbouwgebied is een project specifieke lening aangetrokken met een rente van 3,3%. 3. Financiële impact op projectniveau In 2012 is het algemene beeld in de grondexploitatie dat er minder kavels zijn verkocht dan dat begroot was. De gerealiseerde kosten zijn gelijk aan de begroting. Doordat opbrengsten later komen dan begroot, wordt het exploitatieresultaat door rente negatief beïnvloed. Bij een aantal projecten hebben gewijzigde uitgangspunten een financiële impact. Het gaat om afwijkingen ten opzichte van de laatste Nota Grondexploitatie. Op basis van de gewijzigde uitgangspunten is een doorrekening gemaakt. Hiermee is de actuele financiële stand inzichtelijk. Het voornaamste uitgangspunt dat is gewijzigd is de fasering. Veelal als gevolg van achterblijvende gronduitgifte. Het eerste deel van de paragraaf gaat hier op in. Vervolgens worden conclusies getrokken. Gewijzigde fasering als gevolg van achterblijvende gronduitgifte De verkoop van woningbouwkavels en bedrijfskavels (met uitzondering van het MOB-complex) is achter gebleven op de verwachting in de Nota Grondexploitatie. Dit bleek al uit het eerste deel van deze paragraaf. Gezien de huidige economische ontwikkelingen is het niet realistisch te verwachten dat de verkoop alsnog in 2013 plaats vindt. Voor een evenwichtige en op de markt afgestemde afzet is het programma voor wonen en werken uit 2011 en 2012 over een langere periode gefaseerd (zie bijlage). Met deze herijkte fasering (zie tabel 1 en tabel 2)) zijn de resultaten van alle grondexploitaties opnieuw berekend. Tabel 1; Fasering woningbouwuitgifte jaar gemeente combinatie particulier soc. huur ov. huur soc. koop koop 250 koop 333 koop>333 groepswon. 2012 (gerealiseerd+ in aanbouw) 59 62 54 48 11 17 20 14 65 2 2013 82 17 52 28 1 45 24 6 47 2 2014 81 67 5 54 0 41 10 15 29 4 tot 5 2015 86 65 0 70 10 46 2 15 8 2016 75 35 5 10 10 25 20 14 36 2017 45 0 26 25 0 20 20 0 6 2018 45 19 0 15 20 2 12 10 5 2019 0 17 20 0 0 17 20 0 0 2020 15 0 0 0 0 0 0 10 5 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 142250 totaal 488 282 162 52 213 128 84 201
Tabel 2; Fasering bedrijventerreinuitgifte Uitgifte in jaar: 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Na2022 Totalen
Industrie (in m2) 12.202 13.762 19.195 20.606 17.700 15.000 5.500 15.533 15.000 15.000 2.500 34.893 186.891
Glastuinbouw (in m2) 92.576(*) 318.514 169.276 14.000 357.428 422.866
1.374.660
Totaal (in m2) 12.202 106.338 19.195 339.120 186.976 29.000 362.928 438.399 15.000 15.000 2.500 34.893 1.561.551
(*) afstoten van buiten het plangebied gelegen gronden
In de onderstaande tabel worden de resultaten vergeleken. De tabel bestaat uit vijf kolommen: Kolom A: De naam van het exploitatiegebied. Kolom B: Het exploitatieresultaat op basis van de netto contante waarde begin 2012, conform de Nota Grondexploitatie 2012-2021 deel B. Kolom C: Het exploitatieresultaat op basis van de Nota Grondexploitatie 2012-2021 deel B, maar dan de netto contante waarde begin 2013. Het verschil met kolom B wordt veroorzaakt door één jaar rente. Kolom D: Het herberekende exploitatieresultaat onder invloed van de jaarrekening en de bijgestelde fasering van het programma wonen en werken. Netto contant per begin 2013. Kolom E: Het verschil tussen de Netto Contante Waarde per begin 2013 op basis van de Nota Grondexploitatie 2012-2021 (kolom C) en de herberekende resultaten per begin 2013 (kolom D). Kolom F: Als het resultaat positief is, wordt het exploitatieresultaat na afronding van het project in de Algemene Reserve Grondexploitaties (ARG) gestort. Als het exploitatieresultaat negatief is, dan wordt het verlies gedekt uit de Voorziening Verlieslatende Exploitaties (VVE).
143
Omschrijving exploitatie A Centrumplan Hurks Europastraat Heiakker 3e fase Heiakker 8e fase Kleine Vos Kulertseweg 13a - Peelslenk Beukenstraat-Zuid WSZ St Jozef WSZ St Jozef - aankoop 3 woningen Oude Liesselseweg-Maassingel Romboutsstraat-Thijssestraat Romboutsstraat ROC Liessel - Molenweg e.o. Liessel - D'Esdoorn Vlierden - Dorpsakkers Vlierden - Keesomstraat 2 (Sporthal) Werken - Fabriekstraat Werken - Liesselseweg 141 Werken - Beukelsdijk Zuid (Binderen) Werken - MOB Complex Werken - Glastuinbouw versie 2012 Liesselseweg 239 Oude Bakelseweg 26 Amperestraat BIE - Winst - Totaal Afkoop Kulertseweg 14a Spoorzone - Middengebied (1) Deurne West - De Rijtse Vennen OMO-locaties - Zandbosweg (sporthal) OMO-locaties - Kruisstraat (voorm.school) Liessel - WSZ Neerkant - Tennisbaan Werken - Willige Laagt BIE - Verlies - Totaal BIE - Totaal Zonnedauw-Kulertseweg Spoorzone - Katoenstraat (4) Spoorzone - Mobilitietsknooppunt Helenaveen Zuid Werken - Kranenmortel Zuid Korte Zeilkens BIE/NIEGG - Totaal Verlies Ruimte voor Ruimte - Merlenbergseweg Helmondseweg 20 OMO-locaties - Perceel nabij begraafplaats NIEGG - Winst - Totaal Hogeweg-Molenstraat Hazenveldweg-Legerweg De Vlaas Spoorzone - Stationsplein Spoorzone - Boerenbond-Oost OMO-locaties - Haspelweg Vlierden - Zuid Vlierden - Waagweg eo Neerkant - Meistraat Werken - Haspelweg Deurne Paardenwereld Sanering Glastuinbouw H'veen Milhezerweg 74 Schansweg Sijben Belgerenseweg NIEGG - Verlies - Totaal NIEGG - Totaal Alle exploitaties - Totaal
NCW 1-1-2012 NG2012 B € € 391.875,00 € 70.553,00 € 142.616,00 € 94.399,00 € 151.877,00 € 882.299,00 € 83.467,00 € 65.954,00 € 210.609,00 € 70.401,00 € 349.565,00 € 199.448,00 € 45.203,00 € 935.402,00 € 121.416,00 € 149.486,00 € € 5.817.062,00 € 487.306,00 € 71.618,00€ 446.677,00 € 143.102,00 € 17.749,00 € 10.804.848,00 € 82.703,00€ 7.871.905,00€ 371.073,00€ 78.366,00€ 724.472,00€ 643.963,00€ 241.627,00€ 235.317,00€ 10.249.426,00€ 555.422,00 € 1.172.036,00€ 1.898.700,00€ 963.205,00€ 485.320,00€ 1.996.632,00€ 125.087,00€ 6.640.980,00€ 343.739,00 € 269.662,00 € 188.451,00 € 801.852,00 € 2.146.385,00€ 737.611,00€ 613.978,00€ 1.819.055,00€ 356.595,00€ 411.274,00€ 1.070.054,00€ 618.419,00€ 1.399.311,00€ € 322.292,00€ 1.555.965,00€ 1.374.948,00€ 980.396,00€ 9.748,00€ 13.416.031,00€ 12.614.179,00-
NCW 1-1-2012 peil per 1-1-2013 C (B+4,25%) € € 408.529,69 € 73.551,50 € 148.677,18 € 98.410,96 € 158.331,77 € 919.796,71 € 87.014,35 € 68.757,05 € 219.559,88 € 73.393,04 € 364.421,51 € 207.924,54 € 47.124,13 € 975.156,59 € 126.576,18 € 155.839,16 € € 6.064.287,14 € 508.016,51 € 74.661,77€ 465.660,77 € 149.183,84 € 18.503,33 € 11.264.054,04 € 86.217,88€ 8.206.460,96€ 386.843,60€ 81.696,56€ 755.262,06€ 671.331,43€ 251.896,15€ 245.317,97€ 10.685.026,61€ 579.027,44 € 1.221.847,53€ 1.979.394,75€ 1.004.141,21€ 505.946,10€ 2.081.488,86€ 130.403,20€ 6.923.221,65€ 358.347,91 € 281.122,64 € 196.460,17 € 835.930,71 € 2.237.606,36€ 768.959,47€ 640.072,07€ 1.896.364,84€ 371.750,29€ 428.753,15€ 1.115.531,30€ 644.701,81€ 1.458.781,72€ € 335.989,41€ 1.622.093,51€ 1.433.383,29€ 1.022.062,83€ 10.162,29€ 13.986.212,32€ 13.150.281,61-
NCW 1-1-13 herberekend D € € € € € € € € € € € €
Verschillen bij Financieel NCW op 1-1-2013 beleid E F
399.966,00 49.891,00 141.864,00 90.796,00 152.355,00 469.800,00 106.623,00 150.435,00 221.080,00 66.318,00 283.233,00 178.031,00
€ € € € € € € € € € € €
8.563,6923.660,506.813,187.614,965.976,77449.996,7119.608,65 81.677,96 1.520,12 7.075,0481.188,5129.893,54-
€ 907.197,00 € 127.652,00 € 155.082,00 € € 5.938.262,00 € 137.262,00 € 253.032,00 € 415.834,00 € 99.161,00 € 18.998,00 € 10.362.872,00
€ € € € € € € € € € €
67.959,591.075,82 757,15126.025,14370.754,51327.693,77 49.826,7750.022,84494,67 854.057,91-
€ 8.051.896,00- € € 814.632,00- € € 116.689,00- € € 739.069,00- € € 674.329,00- € € 245.670,00- € € 997.503,00- € € 11.639.788,00- € € 1.276.916,00- € € 1.236.736,00- € € 2.086.775,00- € € 957.531,00- € € 515.188,00- € € 2.047.986,00- € € 108.922,00- € € 6.953.138,00- € € 250.738,00 € € 254.777,00 € € 69.754,00 € € 575.269,00 € € 2.382.756,00- € € 771.171,00- € € 640.794,00- € € 1.959.936,00- € € 373.579,00- € € 595.748,00- € € 1.122.002,00- € € 696.662,00- € € 1.467.158,00- €
154.564,96 427.788,4034.992,4516.193,06 2.997,576.226,15 752.185,031.040.979,271.895.037,1914.888,47107.380,2546.610,21 9.241,9033.502,86 21.481,20 29.916,35107.609,9126.345,64126.706,17260.661,71145.149,642.211,53721,9463.571,161.828,71166.994,866.470,7151.960,198.376,28-
€ € € €
22.413,592.609,492.641,29 15.150,17-
€ 14.460.867,00- € € 13.885.598,00- €
484.816,97745.478,68-
€ 18.699.737,00- € 19.494.475,82- € 22.115.652,00- €
2.670.432,22-
144
€ € € €
358.403,001.624.703,001.430.742,001.037.213,00-
ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG ARG
VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE
VVE VVE VVE VVE VVE VVE ARG ARG ARG VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE VVE
Exploitatieresultaten verslechteren fors Per saldo lijkt het grondexploitatieresultaat met € 2.670.000,- te verslechteren. Dit is deels een vertekend beeld omdat hiervan € 1,1 miljoen tussentijds winst wordt genomen waardoor exploitatieresultaten van winstgevende projecten met hetzelfde resultaat verslechteren. De financiële regels (Besluit Begroten en Verantwoorden) schrijven voor dat de verlieslatende en winstgevende exploitaties apart moeten worden bezien. Dit omdat verlieslatende exploitaties direct moeten worden voorzien en winsten pas genomen mogen worden als ze zijn gerealiseerd: De verlieslatende exploitatieresultaten verslechteren verder met € 1.555.713,-. Dit is vooral het gevolg van een verdere fasering van het programma. Dit wordt vooral zichtbaar bij de exploitatieresultaten van de Rijtse Vennen en Willige Laagt. Bij de Willige Laagt leidt de verdere fasering tot het wegvallen van programma; De winstgevende exploitatieresultaten verslechteren met € 1.114.720,-. Opvallend zijn de verslechteringen van de exploitatieresultaten Beukenstraat-Zuid en MOB-complex. Deze resultaten verslechteren omdat tussentijds winst wordt genomen. Een verdere toelichting hierop volgt verderop. 4. Voorziening Verlieslatende Exploitaties en Algemene Reserve Grondexploitaties De grondexploitatie beschikt over de Voorziening Verlieslatende Exploitaties en de Algemene Reserve Grondexploitaties. In 2011 is door de gemeenteraad besloten om alle andere reserves en voorzieningen die binnen de grondexploitatie actief waren op te heffen. Voorziening Verlieslatende Exploitaties Een gemeente is, conform het voorzichtigheidsbeginsel, verplicht om het voorziene negatieve saldo van een grondexploitatieproject direct af te dekken. De gemeente Deurne doet dit door het treffen van een verliesvoorziening. Deze voorziening wordt aangeduid met Voorziening Verlieslatende Exploitaties (VVE). De VVE was per begin 2012 € 29,8 miljoen. De volgende mutaties zijn van invloed geweest op de verliesvoorziening: Bij de Nota Grondexploitatie 2012-2021 heeft de gemeente haar verliesvoorziening aangevuld met € 2,15 miljoen; In 2012 is € 1,3 miljoen rente bijgeschreven (4,25%); Aan de verliesvoorziening is € 1,9 miljoen onttrokken om de strategische gronden af te waarderen naar de huidige marktwaarde. Dit was nodig om de strategische eigendommen ‘marktconform’ over te kunnen boeken naar de algemene dienst. Voor deze eigendommen is binnen een termijn van 20 jaar geen programma voorzien. De financiële regels schrijven voor dat deze eigendommen niet verantwoord mogen worden in de grondexploitaties Dit heeft ertoe geleid dat verliesvoorziening per begin 2013 € 31,3 miljoen is. Eerder is geconcludeerd dat een verdere fasering van opbrengsten en kosten wordt verwacht en het financieel effect daarvan is berekend. Een extra verliesvoorziening is nodig voor projecten waarvan negatieve exploitatieresultaten nog negatiever worden. Onder invloed van de jaarrekening moet deze verliesvoorziening worden aangevuld met in totaal € 1,82 miljoen. Deze extra verliesvoorziening is nodig om de volgende twee redenen: I. Het totaal van verlieslatende grondexploitaties is verslechterd met € 1,56 miljoen; II. Bij de afwaardering van de strategische gronden is € 1,9 miljoen uit de verliesvoorziening ingezet, terwijl € 1,65 miljoen was begroot. Dit veroorzaakt een tekort van € 0,26 miljoen.
145
Onder invloed van deze jaarrekening en daarmee met de bovengenoemde toevoeging, moet de verliesvoorziening per 1 januari 2013 € 33 miljoen zijn, rekening houdend met een onttrekking uit de verliesvoorziening van per saldo € 0,1 miljoen om afgeronde projecten financieel af te kunnen sluiten. Algemene Reserve Grondexploitaties De grondexploitatieprojecten brengen, in meer of mindere mate, risico’s met zich mee. Omdat de gemeente Deurne een actief grondbeleid heeft gevoerd, loopt de gemeente ook risico’s. De Algemene Reserve Grondexploitaties is bedoeld om toekomstige risico’s financieel op te vangen. Het weerstandsvermogen dat in de Algemene Reserve Grondexploitaties wordt belegd, was bij de Nota Grondexploitatie 2012-2021 nihil. Een inschatting van de risico’s liet toen zien dat de grondexploitaties nog steeds voor € 18,5 miljoen risico loopt, bovenop de getroffen verliesvoorziening. Het opbouwen van de Algemene Reserve Grondexploitaties heeft de hoogste prioriteit. Door weerstandsvermogen op te bouwen kan de grondexploitatie mogelijke tegenvallers in de toekomst opvangen, zonder een beroep te hoeven doen op de Algemene Reserve van de Algemene Dienst. Dit is juist nu extra urgent omdat ook de Algemene Reserve van de Algemene Dienst onder druk staat. Om het weerstandvermogen op te bouwen is met de gemeenteraad afgesproken dat positieve exploitatieresultaten, na afronding van een project, over geheveld worden naar de Algemene Reserve Grondexploitaties. Bij de Nota Grondexploitatie 2012-2021 is besloten om de aanlegkosten van de twee kruisingen bij het MOB-complex over te brengen naar de Algemene Dienst. Omdat daarmee kosten uit de grondexploitatie wegvallen ontstond ruimte om € 2,2 miljoen winst tussentijds te nemen. Deze tussentijdse winst is via de Algemene Reserve Grondexploitaties over geboekt naar de Algemene Reserve van de Algemene Dienst. In de begroting was hier rekening mee gehouden. Vanwege financiële meevallers in de grondexploitaties, zoals minder kosten voor het riool, is het mogelijk om uit de exploitatie van het MOB-complex € 0,3 miljoen extra winst tussentijds te nemen. Met de beëindiging van de volgende vijf grondexploitaties wordt per saldo € 24.680,- in de Algemene Reserve Grondexploitaties gebracht: Centrumplan Hurks € 1.187,- verslechtering Haspelweg € 224,- verslechtering Belgerenseweg € 20.993,- verslechtering Afkoop Kulertseweg € 2 18,- verbetering Liessel – D’Esdoorn € 46.867,- verbetering Omdat het verlies op de grondexploitaties onder invloed van de jaarrekening verder toeneemt, wordt voorgesteld om tussentijds winst te nemen. Tussentijds winstnemen kan als de boekwaarde en het exploitatieresultaat dit toelaten en er voldoende ruimte overblijft om risico’s op te vangen. Bij zes projecten blijkt dit mogelijk, op basis van de volgende criteria: I. De boekwaarde is gunstig; II. Het exploitatieresultaat is positief; III. Na tussentijdse winstneming blijft er voldoende ruimte om nog te maken kosten en eventuele risico’s op te vangen; IV. Het exploitatieresultaat moet ook na tussentijdse winstneming positief blijven.
146
Alleen als aan alle bovengenoemde vier criteria wordt voldaan, wordt tussentijds winst genomen. Dit is bij zes exploitatiegebieden het geval, waardoor in totaal € 1.125.000,- tussentijds winst genomen kan worden: Ruimte voor Ruimte Merlenberg € 100.000, Beukenstraat-Zuid € 500.000, Verlengde Pastoor Jacobsstraat € 125.000, Liessel Molenweg € 50.000, Vlierden Dorpsakkers € 50.000, MOB-complex € 300.000,De Algemene Reserve grondexploitaties wordt ingezet om de Voorziening Verlieslatende Exploitaties aan te vullen. Dit betekent dat de Algemene Reserve Grondexploitaties in totaal met circa € 1,15 miljoen wordt ingezet. Inzet van de Algemene Reserve van de Algemene Dienst blijft nodig In dit hoofdstuk zijn de herberekende exploitatieresultaten vergeleken met die van de begroting. Algemene conclusie is dat de resultaten zijn verslechterd, met name als gevolg van de fasering van de programma’s voor wonen en werken. De verlieslatende exploitaties verslechteren verder. De financiële regels schrijven voor dat (extra) verliezen direct moeten worden genomen. Op basis van de actualisatie moet € 1,82 miljoen aan de VVE moet worden toegevoegd. Daartegenover staat dat de Algemene Reserve Grondexploitaties wordt aangevuld met € 1,15 miljoen. Winst wordt genomen bij de beëindiging van exploitatiegebieden en tussentijds. Het voorzichtigheidsbeginsel staat daarbij voorop. Deze winsten worden gebruikt om de extra verliezen af te dekken. Omdat de Algemene Reserve Grondexploitaties niet toereikend is om het totale extra verlies af te dekken, moet uit de Algemene Reserve van de Algemene Dienst € 670.534,- via de Algemene Reserve Grondexploitaties aan de Voorziening Verlieslatende Exploitaties worden toegevoegd. Risicomanagement Met de gemeenteraad is afgesproken dat het risicomanagement zal worden geprofessionaliseerd. In de Nota Grondexploitatie 2012-2021 deel B is hier een begin mee gemaakt. Risicoanalyses per project zijn opgesteld en verwerkt in de managementrapportages die ter inzage lagen. In de Nota Grondexploitaties is een algemene risicoanalyse opgesteld. Hierin zijn de project specifieke risico’s samengevat en programmarisico’s uiteen gezet. Naast een kwalitatieve omschrijving van de risico’s, zijn deze financiële vertaald. Bij de Nota Grondexploitatie 2013-2022 deel B zullen de risico’s van de grondexploitaties herijkt worden.
147
Rekening 2012
2.3.7 Bedrijfsvoering Personeel Organisatieontwikkeling Een goede dienstverlening is geen uitgangspunt maar een gegeven. De visie op Dienstverlening (Deurne in contact) is leading voor de inrichting van onze organisatie en gaat iedere medewerker, ieder team indringend aan. Sinds de vaststelling van onze besturingsfilosofie in 2009 hebben wij de volgende streefrichtingen en doelen geformuleerd: We zijn er voor de burger; een goede dienstverlening is daarmede een onbetwistbaar gegeven. We zijn loyaal aan ons bestuur; het is onze taak om hen deskundig maar ook met behoud van eigenheid te ondersteunen. We willen een goed werkgever voor onze medewerkers zijn; goede arbeidsvoorwaarden. Aansprekende leiding, creëren van betrokkenheid en plezier in je werk horen daarbij. We willen maatschappelijk ondernemer zijn met een daadwerkelijke externe oriëntatie, die in onze werkwijze is terug te vinden. We willen meer samenhang en geïntegreerd werken. We willen dat het bovenstaande gepaard gaat met een eigentijdse en efficiënte bedrijfsvoering. 2012 heeft in het teken staan van de verdere doorwikkeling van het KCC. Op 1 juli 2011 heeft een belangrijke organisatiewijziging plaatsgevonden waardoor er nu sprake is van een duidelijke front- en backoffice. In het voorjaar van 2011 zijn de mogelijkheden tot samenwerking onderzocht op binnen de volgende taakgebieden: food, recreatie en toerisme, rioolbeheer, handhaving (stadswacht), vastgoedbeheer, personeel, beleid en uitvoering, juridische control en (belastingen) en verzekeringen. In de business cases is de aandacht gericht op de mogelijke voordelen van samenwerking. Deze zijn vooral te vinden in het verbeteren van de kwaliteit en continuïteit, het verminderen van de kwetsbaarheid en het reduceren van kosten. De business cases bieden daarnaast perspectief op het delen van kennis en het versterken van de positie van de Peel in de regio Zuid Oost Brabant. Op basis van de geluiden vanuit de werkgroepen is er in de organisaties veel draagvlak voor samenwerking. De samenwerking binnen bepaalde taakvelden hebben in de voorbereiding een vervolg gekregen in 2012. Deze zijn echter nu in afwachting van de kaderstellende besluitvorming even on hold gezet. In oktober 2012 zijn de colleges van de Peelgemeenten bij elkaar gekomen om verdergaande afspraken te maken over eventuele toekomstige samenwerkingsvormen. Wat is de stip aan de horizon en op welke manier gaan we samenwerken. Begin 2013 zal dit worden gevolgd door een kaderstellende notitie die ook aan de college’s en raden van de Peelgemeenten zal worden voorgelegd. Bedrijfsvoering Doelstellingen Binnen het cluster bedrijfsvoering vallen ook alle kostenplaatsen. Hier worden de personeelskosten en overige overhead verantwoord. Essentiële financiële mutaties worden toegelicht. Voor het overige wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Hier wordt aandacht besteed aan organisatorische en personele aspecten en het onderwerp inhuur derden.
148
Rekening 2012
Wat willen we bereiken De doelstelling van het cluster bedrijfsvoering is: Het optimaliseren van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Zorgen voor efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. De beleidscyclus inrichten zodat het bestuur in staat is om op basis van transparante en heldere informatie de juiste kaders te stellen. De informatievoorziening inrichten zodat elke bestuurslaag op haar niveau sturing kan geven. De bedrijfsvoering inrichten zodat goed kan worden gestuurd op doelstelling en resultaat, waarbij aandacht is voor de benodigde en beschikbare capaciteit. Het optimaliseren van de inkomstenstromen waarbij het uitgangspunt 100% kostendekkendheid wordt gehanteerd. Wat hebben we gerealiseerd in 2012. De documenten van de beleidscyclus zijn aangepast en de thema’s zijn verder verfijnd. Uitgangspunt is het gewenste sturingsniveau (sturen op hoofdlijnen), heldere en transparante informatievoorziening en meer sturing op doelstelling en resultaat. De programmabegroting 2013 is opgemaakt en verder verfijnd. Een goede basis die naar de toekomst toe verder kan worden uitgebouwd. Inmiddels heeft de gemeenteraad ingestemd om de beleidscyclus anders en efficiënter te gaan inrichten. Uitwerking hiervan zal in 2013 en 2014 plaatsvinden. Hieraan gekoppeld zit een bezuinigingstaakstelling. De legesverordening is in de jaren 2011 en 2012 gewijzigd van opzet. Inmiddels is er een goede onderbouwing van de legeskosten, en word en de leges- en belastingverordeningen tegelijk met de begroting aan de gemeenteraad aangeboden. Tijdschrijven en kostenverantwoording zijn opnieuw ingevoerd. Er zijn en worden hernieuwde afspraken gemaakt over kostentoerekening en kostenverantwoording. Hierdoor kunnen we beter en nauwkeuriger kosten toe te rekenen en zijn we als organisatie beter in staat om te kunnen sturen op capaciteit. De organisatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van de door de gemeenteraad gestelde doelen. Deze doelen zijn gesteld in het raadsprogramma en worden verder vertaald in de programmabegroting. Met de afdelingsplannen geven de afdelingen aan hoe, wanneer en op welke wijze zij dit gaan realiseren. Hieruit rolt tevens een bestuurs- en raadsagenda. Dit wordt als plannings- en sturingsmiddel gebruikt door het college van B&W en de gemeenteraad. De instrumenten als de bestuursagenda, het concernplan, de afdelingsplannen en de individuele taakplannen zijn in 2012 op diverse momenten gehanteerd en vormgegeven. Transparantie en duidelijke afspraken omtrent de te realiseren doelstellingen en een duidelijke afbakening van de mogelijkheden. Een sturingsmiddel waarmee je het bestuur inzicht geeft in de te realiseren doelstellingen en je ambtelijk de druk op de ambtelijke capaciteit bewaakt. In het jaar 2013 zal dit alles verder worden uitgebouwd en uitgediept. Er zal er met name gewerkt moeten gaan worden met deze nieuwe sturingsinstrumenten. Daarnaast zal in 2013 het zaaksysteem zijn intrede doen. De organisatie zal digitaal, procesmatig en zaakgericht moeten gaan werken. In 2012 zijn veelal al voorbereidende werkzaamheden verricht. Definitieve implementatie zal in juni 2013 plaatsvinden. Het zaakgericht werken is een transparante en efficiënte manier van werken. Geeft inzicht in het proces voor zowel klant (stand van zaken) als werknemer en manager (managementinformatie / sturingsinformatie).
149
Rekening 2012
2.3.8 Verbonden partijen In deze paragraaf worden de naast de verbonden partijen ook de samenwerkingsverbanden weergegeven. Daarnaast wordt ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van verbintenissen met verbonden partijen, het wijzigen van verbintenissen met verbonden partijen en eventuele problemen bij verbonden partijen. Indien er sprake is van nieuwe verbonden partijen of van wijzigingen in bestaande verhoudingen worden het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat, het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente weergegeven. Er is sprake van een verbonden partij, indien het een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie betreft, waarin de gemeente Deurne zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Bestuurlijk belang is aanwezig indien de gemeente zeggenschap heeft, door vertegenwoordiging in het bestuur of door stemrecht. Van financieel belang is sprake als aan de verbonden partij een bedrag ter beschikking is gesteld dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat of indien de gemeente aansprakelijkheid is voor een bedrag indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Partijen waaraan alleen een relevant financieel risico kleeft, worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Partijen waarmee uitsluitend een bestuurlijk belang gediend is, en waaraan geen juridisch afdwingbare financiële verplichtingen kleven, zijn niet opgenomen in dit overzicht. Belastingsamenwerking Oost Brabant (BSOB) Vestigingsplaats Oss Portefeuille burgemeester H. Mak Afdeling Bedrijfsvoering Thema Dienstverlening en organisatie Product P0055 Belastingsamenwerking Openbaar belang dat wordt behartigd Het BSOB is een Gemeenschappelijke Regeling van het waterschap Aa en Maas en de gemeenten Boekel, Deurne, Oss, Uden en Veghel en is per 1 juli 2011 opgericht. De feitelijke start van de werkzaamheden voor gemeente Deurne was 1 oktober 2011 met dien verstande dat met ingang van het belastingjaar 2012 het samenwerkingsverband de diverse heffingen gebundeld zal opleggen. Het betreft een samenwerkingsverband voor de gezamenlijke uitvoering van WOZ- en belastingtaken (waarderen, heffen en innen). Bij de Gemeenschappelijke Regeling zijn door de gemeente Deurne de taken op het gebied van WOZ, OZB, Rioolrecht en Afvalstoffenheffing overgedragen. Daarnaast heeft de gemeente Deurne aangegeven alle overige belastingsoorten als pluspakket aan het samenwerkingsverband over te dragen (toeristenbelasting, (naheffing) parkeerbelasting, hondenbelasting, brandweerrechten, grafrechten, marktgelden). Het uitvoeringsbeleid wordt aan de samenwerking overgedragen, het strategisch beleid blijft bij de deelnemende organisaties zelf berusten. Bestuurlijk belang Het BSOB kent een Algemeen Bestuur (AB) bestaande uit wethouders/burgemeesters van de aangesloten gemeenten. Uit het AB wordt het Dagelijks Bestuur (DB) gekozen. Voor de gemeente Deurne is burgemeester H. Mak benoemd als vertegenwoordiger in het AB en hij heeft ook zitting in het DB.
150
Rekening 2012
Financieel belang In tegenstelling tot 2011 betreft het jaarverslag 2012 een volledig kalenderjaar en worden de daadwerkelijke kosten tegen de de werkelijke productie afgezet. Als methodiek voor de kostenverdeelsleutel is ervoor gekozen om de kosten via twee stappen over de deelnemers te verdelen. De eerste stap is om alle kosten toe te rekenen aan de drie hoofdprocessen: WOZ, heffen en Invorderen. Vervolgens wordt per proces een andere verdeelsleutel toegepast. De verdeelsleutel bedraagt voor WOZ: het aantal objecten; voor Heffen: het aantal aanslagregels; voor Invorderen: het aantal aanslagbiljetten. Volgens deze jaarrekening bedragen de toale lasten van de belastingsamenwerking voor 2012 € 7,3 miljoen. Tevens zit in de totale lasten omzetbelasting begrepen. Na onderhandeling met de Inspectie Omzetbelasting is vast komen staan dat de gemeenten de omzetbelasting begrepen in hun bijdrage mogen verrekenen met het BTW-compensatiefonds. De bijdrage van de gemeente Deurne is volgens deze rekening gesteld op € 630.000. Dit bedrag is berekend op basis van bovengenoemde verdeelsleutels. Risico's Het weerstandsvermogen van de Bsob is zeer beperkt. Alle (extra) aanloopkosten zullen een directe verhoging van de bijdrage betekenen. Een afwijking in aantallen van de verdeelsleutels kan ervoor zorgen dat de bijdrage flucteert. Belangrijke ontwikkelingen Het samenwerkingsverband heeft per 1 januari 2012 alle werkzaamheden van de deelnemers op het gebeid van waarderen, heffen en innen van belastingen hebben overgenomen. De eerste jaren zal de organisatie zich richten op het zo efficiënt mogelijk uitvoeren van de overgedragen taken. Vanaf 2013 is het mogelijk dat nieuwe partijen aansluiten bij het samenwerkingsverband. Veiligheidsregio Brabant Zuidoost Vestigingsplaats Eindhoven Portefeuille burgemeester H. Mak Afdeling Brandweer Thema Samenleving Product P1205 Regionale brandweer Openbaar belang dat wordt behartigd Regionale Brandweer en Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Zorg voor een goed toegeruste organisatie van de hulpverlening bij ongevallen en rampen en de zorg voor een integraal ambulance zorgsysteem in Zuid-oost Brabant. Bestuurlijk belang De Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant Zuidoost is een (wettelijk verplicht) samenwerkingsverband tussen 21 gemeenten. De aangesloten gemeenten betalen een bedrag per inwoner alsook een aantal bedragen voor specifieke diensten. Het bestuurslidmaatschap is gekoppeld aan de functie van burgemeester. Financieel belang De bijdrage 2013 aan de Veiligheidsregio betreft in totaal € 260.014. Dit is op basis van een inwonerbijdrage van € 6,74 per inwoner, een bedrag voor de functie Officier van Dienst en de kosten van de z.g. Oranje Kolom. Daarnaast wordt een aantal gemeentelijke brandweertaken uitbesteed aan de Veiligheidsregio middels een DienstVerleningsOvereenkomst. (DVO) De hieraan verbonden kosten 151
Rekening 2012
bedragen € 301.324 waarmee in totaal een bedrag van € 561.338 wordt betaald aan de Veiligheidsregio. Risico's Aansprakelijk voor tekorten op basis van aantal inwoners. Belangrijke ontwikkelingen De Wet op de Veiligheidsregio’s is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Sinds oktober 2012 is de Wijzigingswet Veiligheidsregio’s van kracht. Belangrijkste onderdeel hiervan is het wegnemen van de mogelijkheid om een gemeentelijke brandweer in stand te houden. Deze zal daarom per 1 januari 2014 in zijn geheel (personeel en materieel) overgaan naar de Veiligheidsregio. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) Vestigingsplaats Eindhoven Portefeuille burgemeester H.J. Mak Afdeling Leefbaarheid Thema Dienstverlening en organisatie Product P0051 Samenwerkingsverbanden Openbaar belang dat wordt behartigd Het SRE is een Plusregio op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Behalve diverse bevoegdheden die door de 21 deelnemende gemeenten aan het SRE zijn toegekend (vrijwillige samenwerking), zijn ook door de wetgever taken en verplichtingen aan het SRE toegekend (verplichte samenwerking). Het gaat om diverse beleidsterreinen zoals RO, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, recreatie en toerisme, gezondheid, streekarchief, milieu, economie en werkgelegenheid e.a. Overigens zijn per 1 juli 2008, bij de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, de wettelijke taken van het SRE op het beleidsterrein RO vervallen. In het regeerakkoord van het Kabinet Rutte 1 was opgenomen dat de plusstatus (en hiermee de wettelijke taken die het SRE nu heeft) uit de Wgr zou gaan verdwijnen. In de praktijk is dit op het moment van schrijven nog niet gerealiseerd. Dit heeft gevolgen voor de onderlinge samenwerking. Deze zal na het verdwijnen van de plusstatus volledig op vrijwillige basis tot stand moeten komen. Vooruitlopend op de gevolgen van het verdwijnen van de plusstatus is in de Regionale Agenda 20112014 een eerste aanzet gegeven voor manieren waarop regionale samenwerking op vrijwillige basis vorm kan krijgen. In 2012 zijn vervolgstappen gezet in de totstandkoming van een afgeslankt SRE in nieuwe stijl. Hiervoor is veel en intensief overleg geweest met de 21 deelnemende gemeenten. Het is de bedoeling dat het SRE in 2013 in zijn nieuwe vorm gaat functioneren. Vrijwillige samenwerking in flexibel vormgegeven verbanden is hierbij leidend. Alleen waar het kan, samenwerken waar het moet. Bestuurlijk belang Het SRE kent een algemeen bestuur (Regioraad) bestaande uit vertegenwoordigers van alle aangesloten gemeenten. Uit de Regioraad wordt een Dagelijks Bestuur benoemd. De gemeenten betalen een bijdrage per inwoner. Voor sommige beleidsterreinen worden specifieke bedragen in rekening gebracht, soms afhankelijk van de mate van afname van de diensten. Daarbij gaat het om het zogenoemde dienstverleningsmodel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan inhuur van ambtenaren van de SRE Milieudienst door gemeenten. In de gemeente Deurne is de burgemeester benoemd als vertegenwoordiger in de Regioraad. Voor de Peelregio is de burgemeester van Asten vanaf 2010 lid van het Dagelijks Bestuur.
152
Rekening 2012
Financieel belang Vanaf 2011 is door het SRE een bezuiniging gerealiseerd van 10% op de inwonersbijdrage. Deze bezuiniging komt rechtstreeks ten goede aan de aangesloten gemeenten. De financiële positie van het SRE zag er de afgelopen jaren als volgt uit: Jaar: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
2011 € 13.751.926 € 183.160.547 € 2.607.188
2010 € 11.539.428 € 151.747.392 € 1.499.366
2009 € 11.861.673 € 131.378.609 € 494.850
2008 € 11.881.091 € 116.092.518 € 1.739.183
Risico's Beleidsverantwoordelijk voor openbaar vervoer, adequate besteding EU-middelen (Stimulus), wegvallende of tekortschietende derde geldstromen, beheer recreatiegebieden, ontwikkelingen Brainport. De deelnemers zijn aansprakelijk voor tekorten in de exploitatie op basis van aantal inwoners. Belangrijke ontwikkelingen Het jaar 2012 heeft in het teken gestaan van verdere doorontwikkeling van het SRE in nieuwe vorm. Dit volgt op de lijn en samenwerkingsvorm die is vastgesteld in de Regionale Agenda voor de periode 2011 – 2014. In de Regionale Agenda geeft het SRE op grote lijnen richting aan ambities voor de bestuursperiode 2011 – 2014. Hierin is tevens rekening gehouden met het mogelijke verdwijnen van de eerder beschreven ‘plusstatus’. Tevens is de bezuinigingsdiscussie bij het SRE parallel gevoerd aan de discussie met betrekking tot de Regionale Agenda. In de Regioraad van december 2012 is een motie vastgesteld die moet leiden tot het terugvloeien van € 500.000,- uit de totale inwonersbijdrage in de SRE-begroting, naar vormen van subregionale samenwerking. Het is de bedoeling dat de 21 gemeenten waar het genoemde bedrag naar terugvloeit zelf een bijdrage in hun begroting opnemen voor subregionale samenwerkingsinitiatieven. Voor Deurne betekent dit een vrij te vallen bedrag van € 21.000,-. Het Dagelijks Bestuur (DB) van het SRE heeft op basis van de inhoud van de motie geconcludeerd dat deze sterk gericht is op subregionale samenwerking. Het Dagelijks Bestuur heeft echter aangegeven veel meer uit te willen gaan van zogenaamde multi-level governance. Hierbij blijven 21 gemeenten gezamenlijk een agenda vaststellen, maar de ontwikkeling daarvan zal worden gedelegeerd aan die gemeenten die hierbij het meeste belang hebben c.q. het meest betrokken zijn. Het SRE functioneert hierin in de optiek van het DB als een bestuurlijk platform, dat integraliteit bewaakt, faciliteert en partijen bij elkaar brengt. Uitvoering vindt plaats in wisselende samenstelling binnen de regio of lokaal. Atlant Groep Vestigingsplaats Helmond Portefeuille wethouder J. Ragetlie Afdeling Klantcontactcentrum (KCC) Thema Werken Product P6113 Sociale werkvoorziening Openbaar belang dat wordt behartigd Integrale uitvoering Wet sociale werkvoorziening, alsmede activiteiten op het vlak van arbeidsreintegratie en aangepaste arbeid aan personen uit de deelnemende gemeenten, die op afstand staan van de reguliere arbeidsmarkt. 153
Rekening 2012
Bestuurlijk belang De Atlant Groep is een uitvoeringsorganisatie die namens de aangesloten gemeenten (Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren) de Wet sociale werkvoorziening uitvoert. In het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) voeren zij re-integratietrajecten uit, waarbij zij ook werkplekken ter beschikking stellen om reguliere uitstroom te bevorderen. De Atlant Groep opereert regionaal zowel op de publieke als private markten. Het werkgebied strekt zich uit over de bovengenoemde zes gemeenten. Ingevolge artikel 7 van de (niet gedualiseerde) gemeenschappelijke regeling dienen de raden van de deelnemende gemeenten, uit hun midden of uit het college van burgemeester en wethouders, een lid van het algemeen bestuur aan te wijzen. Financieel belang Vanaf 2002 is Atlant Groep een winstgevend bedrijf. Op het moment dat dit niet meer het geval is, zijn de aangesloten gemeenten aansprakelijk voor de tekorten. Op het moment dat een bijdrage van de gemeente wordt verlangd, zal een separate vraag naar middelen worden voorgelegd aan de gemeenteraad. De gemeente ontvangt jaarlijks subsidie om de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit te voeren. De subsidie voor de uitvoering van de Wsw wordt onder aftrek van de uitvoeringskosten van de gemeente Deurne aan Atlant Groep uitbetaald. Deze uitvoeringskosten betreffen kosten die voortvloeien uit de regiefunctie van de gemeente. Jaar: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
2010 € € € 3.921.148
2011 € € € 1.964.000
2012
€ nog niet bekend
Risico’s De aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten. Belangrijke ontwikkelingen Weerstandsvermogen Door het bestuur van de Atlant Groep is besloten dat er behoefte is aan een weerstandsvermogen. Dit vermogen dient bij eventuele negatieve effecten (bijv. effecten van de crisis) van de Atlant Groep te worden ingezet. Risico’s De (financiële) omvang van dit risico is voor de gemeente Deurne nog niet vast te stellen. Participatiewet/ Wet werken naar vermogen In het Regeerakkoord van het kabinet Rutte II, Bruggen slaan, d.d. 29-10-2012, is opgenomen dat het Wetsvoorstel Werken naar Vermogen wordt vervangen door een nieuwe Participatiewet die per 1 januari 2014 wordt ingevoerd. Hierbij wordt ook een doelmatigheidskorting bij gemeenten en UWV doorgevoerd, die ook hun effect zullen hebben op het Participatiebudget en meer specifiek de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Verder stopt per 1 januari 2014 de instroom in de Wsw en wordt feitelijk de huidige Wsw beënidigd. Gevolg is dat het aantal plaatsen in de sociale werkvoorziening wordt afgebouwd.
154
Rekening 2012
Verder staat in het regeerakkoord dat het kabinet een quotumregeling ontwerpt voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten door grotere werkgevers. De loondispensatie3 wordt ingevoerd onder nog nader te bepalen condities afhankelijk van de uitkomsten van de lopende pilots. De wetsvoorbereiding vindt in samenwerking met de Peelgemeenten plaats. GGD Brabant-Zuidoost Vestigingsplaatsen Eindhoven en Helmond Portefeuille wethouder J. Ragetlie Afdeling Leefbaarheid Thema Samenleving Product P6204 Gezondheidszorg Openbaar belang dat wordt behartigd De GGD is een bestuursorgaan als bedoeld in de Wet Gemeenschappelijke regelingen. De GGD wordt in stand gehouden om uitvoering te geven aan de taken die de gemeente heeft in het kader van de Wet publieke gezondheid (Wpg). Bestuurlijk belang De GGD ontplooit activiteiten op lokaal maar ook op regionaal niveau. Belangrijke elementen zijn de Jeugdgezondheidszorg 4 – 19 jarigen, ondersteuning lokaal gezondheidsbeleid, gezondheidsbevordering en gezondheidsvoorlichting. Forensische geneeskunde en reizigersvaccinaties zijn belangrijke aanvullende taken. Het algemeen bestuur bestaat uit de portefeuillehouders gezondheidszorg van de regiogemeenten. Het algemeen bestuur kiest het dagelijks bestuur uit zijn midden. Eindhoven en Helmond hebben een vaste zetel in het dagelijks bestuur. Verder worden subregionale vertegenwoordigers afgevaardigd. Voor de Peel is dat wethouder Ragetlie. Financieel belang Bijdrage in exploitatie 2012 bedraagt € 449.828. Verdeling van de kosten vindt plaats naar rato van inwoneraantallen van de participerende gemeenten. Risico's De aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten. Belangrijke ontwikkelingen Inzetten op preventie en participatie is de grondgedachte van zowel de Wpg als de Wet maatschappelijke ondersteuning(Wmo). Vanuit die optiek is er een sterke gelijkenis tussen beide wetten. Inhoudelijk is er ook sprake van brede raakvlakken. Het is dan ook logisch dat in de beleidsontwikkeling en uitvoering zaken goed worden afgestemd. Met de toevoeging van artikel 5a aan de Wpg in 2010 (waarin gemeenten de taak krijgen de preventieve gezondheidszorg voor ouderen te versterken) is de noodzaak tot een integrale aanpak toegenomen.
3
Loondispensatie = betekent dat de werkgever minder dan het wettelijk minimumloon mag betalen als de werknemer door zijn arbeidsbeperking verminderd productief is. Naast het loon ontvangt de werknemer een aanvullende uitkering van de gemeente.
155
Rekening 2012
Stichtingen Stichting Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost-Brabant Vestigingsplaats Deurne Portefeuille Burgemeester H.J. Mak Afdeling Klantcontactcentrum (KCC) Thema Dienstverlening en organisatie P0053 Inkoopbureau Openbaar belang dat wordt behartigd Het doel van het inkoopbureau is om financiële, kwalitatieve en procesmatige inkoopvoordelen te behalen. Dit wordt bereikt door professionele inkopers aan te stellen, door een politieke bestuurlijke vertaling te maken van het gemeentelijke inkoopbeleid in een handboek inkoop en door inkoopwerkzaamheden van qua omvang vergelijkbare gemeenten in de regio te combineren. Bestuurlijk belang De stichting adviseert over inkoop van producten en diensten. Door samenwerking met andere gemeenten ontstaat inkoopvoordeel en een kwaliteitsimpuls. Financieel belang Bijdrage in exploitatie 2010: € 110.250, restitutie over 2009 € 12.608. Bijdrage in exploitatie 2011: € 129.780, restitutie over 2010 € 21.087. Bijdrage in exploitatie 2012: € 129.780, restitutie over 2011 € 17.687. Risico's De aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten. Belangrijke 0ntwikkelingen n.v.t. Stichting Administratiekantoor Dataland Vestigingsplaats Reeuwijk Portefeuille burgemeester H.J. Mak Afdeling Openbare ruimte en Eigendommen Thema Dienstverlening en organisatie Product P9131 Beleggingen Openbaar belang dat wordt behartigd Doel c.q. missie van DataLand is: het breed toegankelijk maken en beschikbaar maken van vastgoeden hieraan gerelateerde gegevens uit het informatiedomein van gemeenten voor de overheid, de burgers en het bedrijfsleven. Daartoe wordt een actieve bijdrage verleend aan de realisatie en het gebruik van het Stelsel van Authentieke Registraties. Een en ander wordt mogelijk gemaakt door het realiseren van een landelijke voorziening die leidt tot het breed toegankelijk en beschikbaar maken van gebouwengegevens uit het informatiedomein van de gemeenten voor de publieke en private markt. Bestuurlijk belang Niet van toepassing. Financieel belang De waarde van de certificaten bedraagt per 31 december 2012 € 1.451.
156
Rekening 2012
Risico's Niet van toepassing; door ondertekening van de participatieovereenkomst met de Stichting Administratiekantoor Dataland verplichte de gemeente zich tot afname van 13.500 certificaten op aandelen à € 0,10 (aantal is afgeleid van het aantal gebouwen binnen de gemeente). Hiertoe is een eenmalige investering gedaan van € 1.350 in 2005. In de overeenkomst is opgenomen dat 5 jaar na ondertekening de gemeente opnieuw een opgave van het aantal objecten doet. Op basis hiervan is het aantal certificaten in 2010 verhoogd naar 14.508 en heeft de gemeente eenmalig 1.008 certificaten voor € 0,10 per stuk bijgekocht. In 2013 zal de gemeente wederom een opgave van het aantal objecten moeten doen. Bij beëindiging van de Participatieovereenkomst zullen de certificaten door de Stichting worden teruggekocht voor een bedrag ter hoogte van de aankoopprijs. Belangrijke ontwikkelingen Niet van toepassing. Stichting Peelnetwerk Vestigingsplaats Helmond Portefeuille wethouder N. Lemlijn Afdeling Economie Thema Omgeving Product P8106 Bestemmingsplannen buitengebied In 2011 is een wijziging in het denken rond plattelandsontwikkeling op gang gekomen. Als gevolg van de economische crisis zijn de overheidsfinanciën onder sterke druk komen te staan, waardoor het beschikbare budget aanmerkelijk verminderde en daarnaast, of als gevolg daarvan heeft een herbezinning plaatsgevonden over de plaats en rol van de overheid in het proces. Was het tot voor kort zo dat ‘de overheid’ in vrijwel alle projecten ‘de regie’ voerde, thans gaat de overheid uit van initiatieven uit de streek en hooguit een faciliterende rol voor de overheid. Zowel budgetten als organisatieomvang zijn beperkt. In het plattelandsontwikkelingsgebied ‘De Peel’ heeft dit er toe geleid dat de bestuurlijke en ambtelijke uitvoeringsorganisatie is aangepast. Stichting Streekplatform De Peel en Regionale ReconstructieCommissie De Peel zijn samengevoegd tot/ opgegaan in de stichting ‘het Peelnetwerk’. De doelstellingen van beide organisaties zijn gehandhaafd maar de organisatie en ambities zijn aan de mogelijkheden aangepast. Openbaar belang dat wordt behartigd door het Peelnetwerk Het geven van een kwaliteitsimpuls op het gebied van land- en tuinbouw, water, natuur, milieu, economie, recreatie en toerisme en cultuurhistorie in de Peel met accent op economisch- en fysiekruimtelijk beleid. Bestuurlijk belang van het Peelnetwerk Een vorm van samenwerking in het kader van de uitvoering van de Reconstructiewet zonder eigen rechtspersoonlijkheid. Het Peelnetwerk omvat de gemeenten Nuenen c.a., Laarbeek, Helmond, Geldrop-Mierlo (voormalig gedeelte Mierlo), Gemert-Bakel, Deurne, Asten en Someren. Het Peelnetwerk heeft haar eigen agenda opgesteld: ‘Vitale Groene Ruimte de Peel 2012 – 2015’, met als ondertitel ‘Synergie tussen economie en quality of life’. De provincie Noord-Brabant heeft de agenda getoetst aan haar uitgangspunten en randvoorwaarden en een budget beschikbaar gesteld. Wethouder Lemlijn vertegenwoordigt de gemeente in het Peelnetwerk.
157
Rekening 2012
Risico’s Aan de deelname aan het Peelnetwerk zijn geen risico’s verbonden. Streekrekening De Peel Vestigingsplaats Helmond Portefeuille wethouder N. Lemlijn Afdeling Economie Thema Omgeving Product P8106 Bestemmingsplannen buitengebied Openbaar belang dat wordt behartigd Bij het samengaan van Stichting Streekplatform en Regionale Reconstructie Commissie heeft het Streekplatform de ‘Streekrekening De Peel’ in de nieuwe organisatie ingebracht. De ‘Streekrekening De Peel’ is een revolverend fonds waar de colleges van de deelnemende gemeenten een beroep op kunnen doen voor het voorfinancieren van aankopen van te verwerven gronden en gebouwen in het kader van de plattelandsontwikkeling in ‘De Peel’. 7 van de 8 gemeenten en de 4 regionale Rabobanken hebben besloten eenmalig € 750.000 per gemeente en € 500.000 van de Rabobanken per gemeente beschikbaar te stellen voor ‘Streekrekening de Peel’. In de vergadering van 19 mei 2009 is door het college van burgemeester en wethouders besloten om de overeenkomst tot geldlening aan te gaan voor de periode van 1 juni 2009 tot en met 31 mei 2013. Bestuurlijk belang De Streekrekening maakt het mogelijk om op het gebied van onroerend goed actief en slagvaardig te kunnen handelen, de kosten beheersbaar te houden, doordat rentetoerekening achterwege blijft en meerdere sociaal-economische reconstructiedoelen te kunnen realiseren. Financieel belang De Streekrekening is gevuld met gelden van 7 van de 8 Peelgemeenten en de 4 regionale Rabobanken. Van de Streekrekening kan de gemeente voor strategische aankopen op basis van een uitvoeringsproject vanuit plattelandsontwikkeling De Peel renteloos geld lenen. Met dit geleende geld en participatie voor 50 % in aankopen door de provincie kan de gemeente sneller en slagvaardiger de uitvoering van bijvoorbeeld een verplaatsing van intensieve veehouderijen ter hand nemen. Het gaat daarbij vooral om het verwerven van strategische posities. - De gemeenteraad van Deurne heeft besloten om € 750.000 renteloos als lening beschikbaar te stellen gedurende de periode 1 juni 2009 t/m 31 mei 2013, waarna deze inleg terugvloeit naar de gemeente. Het rendement van de beoogde inleg komt ten goede aan de Streekrendementsrekening en kan worden ingezet voor cofinanciering van onder andere sociaaleconomische projecten die in De Peel worden uitgevoerd. De opbrengsten in de Streekrendementsrekening worden door een bijdrage van de provincie verdubbeld. Het streekplatform de Peel en thans dus het Peelnetwerk functioneert ook als Plaatselijke groep voor het leaderprogramma. De Plaatselijke groep geeft bindende adviezen aan het college van G.S. met betrekking tot de te subsidiëren projecten binnen de Peel. In dit kader is voor wat betreft Deurne positief besloten ten aanzien van de volgende projecten: - molen Marie-Antoinette te Zeilberg; tuinbouwkas ten behoeve van het agrarisch onderwijs op de dr. Hub van Doorneschool; - restauratie van de Protestantse Kerk en zondagschool te Helenaveen en - ASORE benutten van zonne-energie - Herstel concessiegrens en de bijbehorende laanbomenstructuur in Helenaveen en - Herstel van de historische schietberg aan de Oude Helmondseweg. 158
Rekening 2012
Risico’s Niet van toepassing. Belangrijke ontwikkelingen Per 31 mei 2013 eindigt de Streekrekening. Uiterlijk per die datum komen de gronden die de gemeente Deurne in de Streekrekening heeft ingebracht weer volledig voor eigen verantwoordelijkheid. De ingelegde € 750.000 vloeien dan ook weer terug naar de gemeente. De bijbehorende consequenties (terugkoop van de gronden) zijn verwerkt in de GREX Landinrichtingsproject de Peelvenen (vormt onderdeel van reconstructie) Vestigingsplaats Deurne Portefeuille wethouder N. Lemlijn Afdeling Economie Thema Omgeving Product P8107 Reconstructie/Plattelandsontwikkeling Openbaar belang dat wordt behartigd Landinrichting in het kader van het aanwijzen van het gebied als strategisch groenproject in de Structuurschema Groene Ruimte waarbij een goed evenwicht wordt gerealiseerd tussen particuliere, landbouw-, leefbaarheids-, natuur-, cultuurhistorische en recreatiebelangen. Bestuurlijk belang In oorsprong een samenwerking in het kader van de uitvoering van de Landinrichtingswet zonder eigen rechtspersoonlijkheid. Het Peelvenengebied valt binnen de grenzen van de gemeenten Horst aan de Maas, Venray, Sevenum, Helden, Meijel, Nederweert, Deurne, Asten en Someren. Bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij de Provincies Limburg en Noord-Brabant. Met de inwerkingtreding van de WILG (Wet Inrichting Landelijk Gebied) zijn de provincies “vormvrij” geworden in de wijze waarop aan de uitwerking vorm wordt gegeven. Limburg heeft er voor gekozen om de landinrichtingscommissie op te heffen en de verantwoordelijkheden te leggen bij de regionale Limburgse uitvoeringscommissies. Brabant heeft er voor gekozen om voor haar grondgebied (Deurne, Asten en Someren) de landinrichtingscommissie in stand te laten en aan te wijzen als een zogenaamde “Bestuurscommissie” onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van G.S. Wethouder Lemlijn vertegenwoordigt Deurne in de bestuurscommissie. Financiële betrokkenheid In de begroting 2004 zijn de bedragen voor 2006, 2008 en 2009 incidenteel geoormerkt ten behoeve het landinrichtingsproject Peelvenen, respectievelijk € 300.000, € 200.000 en € 200.000. De reserve Peelvenen is bij de vaststelling van de begroting 2012 ‘afgeroomd’ ten gunste van de algemene reserve (€ 312.873,11). Risico’s Niet van toepassing.
159
Rekening 2012
Belangrijke ontwikkelingen De Bestuurscommissie is er in geslaagd om voor de uitvoering van het onderdeel ‘Koningshoeven’ (zone tussen Helenavaart en Deurnese Peel) een Europese subsidie uit het Life+ programma te verwerven. Hiermee is het mogelijk om dit gebied definitief en volledig in te richten. Regionaal College Politie (per 1 januari 2013 Veiligheidsoverleg Oost-Brabant) Vestigingsplaats Eindhoven Portefeuille burgemeester H. Mak Afdeling Leefbaarheid Thema Samenleving Product P1402 Openbare orde en veiligheid Openbaar belang dat wordt behartigd Politiezorg en aansturing. Per 1 januari 2013 is de Nationale Politie een feit. De politieregio’s Brabant Zuid-Oost en BrabantNoord zijn samengevoegd tot de nieuwe regionale eenheid Brabant-Oost waaronder 41 gemeenten gaan vallen. Op basis van een inrichtings- en realisatieplan wordt nu gewerkt aan de implementatie van de nieuwe wet. Inhoudelijk is voor de periode 2013-2014 een Regionaal Beleidsplan vastgesteld. Hierin zij de beleidsspeerpunten opgenomen. Deze sluiten bij de Veiligheidsplannen (in Deurne Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2013-2014) van de betrokken gemeenten. Met de komst van de Nationale Politie en daarmee de nieuwe regionale eenheid is d ook de wijze van aansturing van de politie veranderd. Het Regionaal College is per 1 januari komen te vervallen en vervangen door een nieuwe structuur : Veiligheidsoverleg (AB); 41 burgemeesters, politiechef, HOvJ, 2x coördinerend gemeentesecretaris
Bestuurlijke regiegroep (DB); 8 burgemeesters (basisteams), politiechef, HOvJ, 2x coördinerend gemeentesecretaris
Bestuurlijke werkgroepen IVB (Integraal Veiligheidsbeleid)
Bestuurlijk belang Burgemeester neemt vanuit zijn eigen bestuurstaak openbare orde en veiligheid deel aan het Veiligheidsoverleg. Financieel belang De gemeentelijke bijdrage voor regionale veiligheidsprojecten is geïntegreerd in de gemeentelijke bijdrage voor de veiligheidsregio (product 1205). Risico’s Niet van toepassing.
160
Rekening 2012
Besloten vennootschappen Tuinbouwvestiging Deurne BV Vestigingsplaats Deurne Portefeuille wethouder H. Kerkers Afdeling Economie Thema Omgeving Product P8107 Reconstructie Buitengebied/plattelandsontwikkeling Openbaar belang dat wordt behartigd Het realiseren van een nieuw concentratiegebied voor ca. 85 ha. glasopstand en 5 ha. tuinbouw gerelateerde bedrijvigheid aan de oostzijde van Deurne op basis van kostenneutraliteit. Bestuurlijk belang Samenwerkingsovereenkomst met Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij CV (TOM) tot deelname aan Tuinbouwvestiging Deurne BV (TVD BV). De samenwerking heeft vorm gekregen middels de oprichting van Tuinbouwvestiging Deurne BV. De gemeente Deurne en de Tuinbouw Ontwikkelings Maatschappij (TOM) nemen ieder en gelijkwaardig voor 50% deel in deze BV. De BV wordt dagelijks bestuurd door een directie en gecontroleerd door de Algemene vergadering van Aandeelhouders. In 2010 hebben de provincie Noord-Brabant, de TOM, de gemeente Deurne en TVD BV een overeenkomst gesloten die er in voorziet dat de provincie Noord-Brabant alle, per 1 januari 2020 niet verkochte en tot glastuinbouw bestemde gronden overneemt tegen de dan geldende boekwaarde. De gemeente Deurne, vertegenwoordigd door wethouder H. Kerkers, treedt op als voorzitter van de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA). Financieel belang De gemeente participeert voor 9.000 aandelen met een nominale waarde van € 1 per aandeel in totaal dus € 9.000. De omvang van de achtergestelde lening waarover de gemeenteraad van Deurne een besluit heeft genomen bedraagt € 2.000.000. Risico's Bij de risico’s in de paragraaf weerstandvermogen zijn de risico’s van de projectvestiging glastuinbouw beschreven. De conclusie luidt: Ter inbedding van de risico’s hebben de provincie Noord-Brabant, de gemeente Deurne en de TOM een ‘afnamegarantieovereenkomst’ afgesloten, waarbij overeen gekomen is, dat de provincie NoordBrabant alle per 1 januari 2020 niet verkochte tot glastuinbouw bestemde gronden tegen de dan geldende boekwaarde van de gemeente Deurne over neemt onder aftrek van de € 2 miljoen risicodragende deelname van TOM en gemeente Deurne ieder. Belangrijke ontwikkelingen Enkele sectoren binnen de glastuinbouw hebben in 2012 een herstel laten zien (met name tomaten en specialties) In het laatste kwartaal van 2012 is gesproken met enkele bedrijven met concrete investeringsplannen. Tot daadwerkelijke koopovereenkomsten hebben deze contacten nog niet geleid.
161
Rekening 2012
Naamloze vennootschappen Brabant Water N.V. Vestigingsplaats Den Bosch Portefeuille wethouder J. Ragetlie Afdeling Bedrijfsvoering Thema Dienstverlening en organisatie Product P9131 Beleggingen Openbaar belang dat wordt behartigd Watervoorziening. Bestuurlijk belang De gemeente is aandeelhouder. De burgemeester is vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergaderingen. Financieel belang Omvang aandeel in aandelenkapitaal: € 2.813,44. Jaar: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
2009 € 322.226.000 € 394.674.000 € 8.676.000
2010 € 359.211.000 € 393.881.000 € 36.985.000
2011 € 398.295.000 € 394.228.000 € 39.084.000
In bovenstaande tabel kan helaas 2012 nog niet aangevuld worden , aangezien de Jaarrekening/jaarverslag van Dataland nog niet is gepubliceerd. Risico’s Nominale waarde aandelenkapitaal. Belangrijke ontwikkelingen N.v.t. N.v.t. Bank Nederlandse gemeenten N.V. Vestigingsplaats Den Haag Portefeuille burgemeester H.J. Mak Afdeling Bedrijfsvoering Thema Dienstverlening en organisatie Product P9131 Beleggingen Openbaar belang dat wordt behartigd Bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Bestuurlijk belang De gemeente is aandeelhouder. De burgemeester is vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergaderingen.
162
Rekening 2012
Financieel belang Omvang aandeel in aandelenkapitaal: 99.840 aandelen ad € 2,50 (nominale waarde) = € 249.600. Dividend uitkering over 2011 is 99.840 aandelen ad ad 1,15 = € 114.816. Jaar: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
2009 € 2.253 miljoen € 102.243 miljoen € 278 miljoen
2010 € 2.259 miljoen € 116.274 miljoen € 257 miljoen
2011 € 1.897 miljoen € 134.563 miljoen € 256 miljoen
In bovenstaande tabel kan helaas 2012 nog niet aangevuld worden , aangezien de Jaarrekening/jaarverslag van de BNG nog niet is gepubliceerd. Risico’s Nominale waarde aandelenkapitaal. Belangrijke ontwikkelingen Van de winst van 256 miljoen euro over 2011 keert de BNG 64 miljoen euro aan dividend uit. De BNG stelt op koers te zijn, ondanks de aanhoudende turbulentie op de internationale kapitaalmarkten. Desondanks is in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders 2012 van de BNG besloten om over 2011 de winstuitkering aan haar aandeelhouders met de helft te verlagen. In plaats van de gebruikelijke 50 procent, krijgen gemeenten over 2011 slechts 25 procent van de nettowinst uitgekeerd. Dit betekent een dividend van naar verwachting 1,15 per aandeel. De gemeente Deurne heeft 99.840 aandelen. Dit betekent dat de gemeente Deurne in 2013 naarverwachting een dividend ontvangt van 99.840 * € 1,15 per aandeel is € 114.816 over het jaar 2012. In de primitieve begroting 2013 was reeds rekening gehouden met de verwachtte lagere dividenduitkering. In de vergadering van aandeelhouders in mei 2012 met haar aandeelhouders heeft de BNG besloten om de winstuitkering ook de komende jaren structureel met de helft te verlagen, aldus op het niveau van 25 procent. De structurele financiele gevolgens zijn reeds verwerkt in de begroting 2013.
163
Rekening 2012
164
Rekening 2012
3. Jaarrekening
165
Rekening 2012
3.1
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Met ingang van 1 januari 2004 is het BBV in werking getreden. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening 1. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kostprijs. De activa en passiva worden opgenomen tegen nominale waarden. 2. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. 3. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als baten opgenomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. 4. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. 5. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Hierbij moet worden gedacht aan ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume (bijv. vakantiegeld) wordt daarom geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Balans De balans is een in geld uitgedrukt overzicht van bezittingen, schulden en vermogen. Activa Onder activa worden alle bezittingen verstaan. Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheden al of niet duurzaam te dienen. De vaste activa worden onderscheiden in materiële en financiële vaste activa. Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, vorderingen, effecten, liquide middelen en de overlopende activa. Vaste activa Materiële vaste activa Dit zijn activa die van stoffelijke aard zijn, waar tegenover dus bezittingen staan, en die een meerjarig nut hebben.
166
Rekening 2012
Materiele vaste activa met economisch nut Onder economisch wordt verstaan dat de activa verkoopbaar zijn (bijvoorbeeld een gebouw) en/of opbrengsten genereren (bijvoorbeeld rioleringen). Deze activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het jaar na het jaar van ingebruikneming annuitair afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. De in erfpacht uitgegeven percelen worden (in het algemeen) gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als eerste basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Indien aanwezig worden percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht tegen een geringe registratiewaarde (€ 1 / m2) gewaardeerd. Materiele vaste activa in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Onder deze activa worden verstaan investeringen in aanleg van wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd (en dus ook afgeschreven). Aankoop en vervaardiging van deze activa worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves (voor zover van toepassing) annuïtair afgeschreven op basis van de verwachte levensduur. Indien de financiële situatie het toelaat kan over deze activa extra worden afgeschreven. Dit is echter in 2012 niet het geval geweest. Financiële vaste activa Verstrekte leningen zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Deelnemingen worden tegen de marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde duurzaam lager is dan de verkrijgingsprijs. Aandelen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd als ze een bedrag van € 10.000 te boven gaan. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van de door de gemeente gestelde voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak. Vlottende activa Als vlottende activa worden beschouwd de activa die bestemd zijn om de uitoefening van de werkzaamheden van de gemeente niet duurzaam te dienen. Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus 167
Rekening 2012
bijkomende kosten. Er wordt een rente van 4,25% bijgeschreven op de boekwaarde, met uitzondering van geen bepaald complex. De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Verliezen worden genomen op het moment dat deze voorzienbaar zijn. Vorderingen en overlopende activa Deze zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening op de vorderingen in mindering gebracht. Liquide middelen en overlopende activa Deze activa worden opgenomen tegen nominale waarde. Passiva Hieronder zijn de schulden, de voorzieningen en het eigen vermogen begrepen. Voorzieningen De voorzieningen zijn gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd (rentevaste periode) van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Gewaarborgde geldleningen Aan de passiefzijde van de balans buiten de balanstelling wordt het bedrag opgenomen waartoe waarborgen of garantstellingen zijn verstrekt aan natuurlijke personen en rechtspersonen.
168
Rekening 2012
169
Rekening 2012
3.2
Balans 31-12-2012
ACTIVA
Ultimo 2012
Ultimo 2011
● Investeringen met een economisch nut ● Investeringen met een maatschappelijk nut
74.034 3.731 77.766
67.704 3.513 71.217
● Kapitaalverstrekking aan deelnemingen ● Leningen aan woningbouwcorporaties ● Leningen aan deelnemingen ● Overige langlopende leningen ● Uitzettingen met een looptijd > 1jaar ● Bijdrage aan activa in eigendom van derden
1.904 13.416 263 868 17.133 7.128 40.712
1.742 15.233 263 903 18.862 6.930 43.933
● Niet in exploitatie genomen bouwgronden ● Onderhanden werk (bouwgronden in explotatie) ● Gereed product en handelsgoederen
8.804 36.223 9 45.037
9.450 37.494 9 46.953
2.448 4.863 7.311
3.778 4.469 8.247
6 15.258 15.264
6 16.265 16.270
3.173
3.686
(X € 1.000) VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar ● Vorderingen op openbare lichamen ● Overige vorderingen
Liquide middelen ● Kas ● Bank- en girosaldi
Overlopende activa TOTAAL ACTIVA
189.263 190.307
170
Rekening 2012
PASSIVA
Ultimo 2012
Ultimo 2011
14.412 17.495 2.408 34.315
7.752 24.673 -2.797 29.627
12.187
13.062
(X € 1.000) VASTE PASSIVA Eigen vermogen ● Algemene Reserve ● Bestemmingsreserves ● Resultaat na bestemming
Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd > 1 jaar ● Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financieële instellingen ● Door derden belegde gelden ● Waarborgsommen
99.018 127.968 981 888 153 317 100.152 129.174
VLOTTENDE PASSIVA
Vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar ● Kasgeldleningen ● Overige schulden
Overlopende passiva TOTAAL PASSIVA
27.000 4.530 31.530
0 5.307 5.307
11.078
13.137
189.263 190.307 Gewaarborgde geldleningen personen Gewaarborgde geldleningen instellingen
4.562 22.088
5.224 7.865
Totaal gewaarborgde geldleningen
26.650
13.089
171
Rekening 2012
3.3
Programma rekening
In de onderstaande tabel, verplicht conform de financiële voorschriften (BBV), staan de baten en lasten per thema gepresenteerd, samen met het saldo ervan. Ook is het saldo van de begroting vóór en na wijziging opgenomen. Bedragen in onderstaande tabel komen niet overeen met de bedragen zoals deze opgenomen zijn in tabellen van Hoofdstuk 2. Dit wordt veroorzaakt doordat in onderstaande tabel de mutaties in de reserves apart zijn opgenomen, terwijl dit niet is gebeurd in de overzichten van Hoofdstuk 2. Daarnaast zijn de algemene dekkingsmiddelen in onderstaand overzicht apart gepresenteerd, terwijl ze in hoofdstuk 2 rechtstreeks zijn opgenomen onder de afzonderlijke programma’s. Het betreft onder meer de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de opbrengsten uit onroerende zaakbelasting in thema dienstverlening en de hondenbelasting in thema samenleving en de toeristenbelasting in thema vrije tijd. Programmarekening over 2012 (bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012
Thema
lasten
baten
Thema Werken Thema Dienstverlening en Organisatie Thema Omgeving Thema Wonen Thema Vrije Tijd Thema Samenleving
7.945 4.839 19.563 21.422 4.360 23.253
8.079 134 899 -3.941 14.659 -4.904 20.320 -1.102 507 -3.853 6.314 -16.939
-533 -4.239 -11.006 1.596 -3.473 -18.839
-325 -4.094 -9.063 -415 -3.457 -17.187
Totaal programma baten en -lasten Algemene dekkingsmiddelen
81.382 888
50.777 -30.605 36.180 35.292
-36.493 35.091
-34.540 34.984
Resultaat voor bestemming
82.270
86.958
4.687
-1.403
443
Mutaties in de reserves
28.759
26.480
-2.280
-291
-443
111.029 113.438
2.408
-1.694
0
Resultaat na bestemming
saldo
Begroting 2012 voor na wijziging wijziging
Bij de inwerkingtreding van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is de mogelijkheid om lasten rechtstreeks ten laste van reserves te brengen komen te vervallen. Het rekeningresultaat 2012 vóór mutaties in de reserves bedraagt € 4.687.000 positief. In 2012 is per saldo € 2.280.000 gestort in de reserves. Het resultaat na bestemming (maar vóór resultaatbestemming door de Raad) bedraagt derhalve € 2.408.000 positief. Een nadere toelichting van de afwijkingen op thema niveau is opgenomen in het jaarverslag in paragraaf 2.2 “Thema’s”.
172
Rekening 2012
(bedragen x € 1.000) Thema
Begroting 2012 voor wijziging lasten baten saldo
Begroting 2012 na wijziging lasten Baten saldo
Thema Werken Thema Dienstverlening en Organisatie Thema Omgeving Thema Wonen Thema Vrije Tijd Thema Samenleving
6.899 5.256 20.192 14.099 3.966 23.658
6.366 1.018 9.186 15.695 492 4.819
-533 -4.239 -11.006 1.596 -3.473 -18.839
7.004 5.938 19.878 10.289 3.925 23.574
6.679 1.845 10.815 9.874 468 6.388
-325 -4.094 -9.063 -415 -3.457 -17.187
Totaal programma baten en -lasten Algemene dekkingsmiddelen
74.069 364
37.575 35.454
-36.493 35.091
70.609 1.029
36.068 36.012
-34.540 34.984
Resultaat voor bestemming
74.432
73.030
-1.403
71.637
72.080
443
3.482
3.191
-291
16.558
16.115
-443
77.914
76.220
-1.694
88.195
88.195
0
Mutaties in de reserves Resultaat na bestemming
Het verloop van de begroting 2012 is als volgt: Verloop begrotingssaldo begrotingssaldo primaire begroting naar/van algemene reserve primaire begroting begrotingssaldo primaire begroting begrotingssaldo mutatie kaderbrief 2012 naar/van algemene reserve kaderbrief 2012 begrotingssaldo na kaderbrief 2012 begrotingssaldo mutatie najaarsnota 2012 naar/van algemene reserve najaarsnota 2012 begrotingssaldo na najaarsnota 2012
-1.913.000 1.913.000 0 42.102 -42.102 0 1.196.000 -1.196.000 0
Algemene dekkingsmiddelen over 2012 (bedrag x € 1.000) Realisatie Begroting 2012 2012 saldo saldo voor saldo na wijziging wijziging Lokale middelen, waarvan de besteding niet gebonden is Algemene uitkeringen Dividend Saldo van de financieringsfunctie Compensabele BTW versus uitkering uit BTW compensatiefonds Overige algemene dekkingsmiddelen
173
5.920 28.187 120 1.104
5.813 27.668 146 0
6.044 28.089 119 1.215
-39 35.292
-25 33.602
-483 34.984
Rekening 2012
Overzicht van aanwending bedrag voor onvoorzien Ten laste van het begrote bedrag “onvoorzien” ad € 78.669,50 zijn in 2012 geen uitgaven gedaan. Overzicht van incidentele baten en lasten. Overzicht Incidentele lasten en baten Inhuur projectleiders wmo Achteraf betaald parkeren Lokaal gezondheidsbeleid; "laat je niet flessen" Lokaal gezondheidsbeleid; "Lekker fris" Exploitatie muggenhof (raadsvoorstel) 2009 Digitaliseren bestemmingsplannen Digitalisering en overdracht bouwvergunningendossiers - Idop Helenaveen zorgcooperatie (vertraging) - Sociaal programma (spreiding over 3 jaar) Vnm begr 2012 beheerplannen storting verlieslatende voorziening grondexploitaties storting participatiebudget naar alg reserve storting saldo njn 2012 naar alg reserve overboeking mva's Totaal incidentele lasten Dekking uit vrije reserve Dekking begrotingssaldo uit vrije reserve 3401 Beheer gronden, verkoop eigendommen Slotliquidatie IZA terugontvangen premie loonbelasting 2010/2011 overboeking mva's incidentele ontwikkelingen njn2012 Totaal incidentele baten Saldo incidentele lasten en baten
174
2012 Begroot 114.000 18.000 8.000 10.000 65.000 5.000 25.000 40.000 70.000 75.000 228.000 1.196.000 1.854.000 581.000 1.333.000
1.344.000 3.258.000 1.404.000
2012 Realisatie 110.000 0 7.000 10.000 52.000 0 0 0 18.000 128.000 671.000 228.000 1.149.000 590.000 2.963.000 581.000 1.333.000 1.454.000 32.000 46.000 682.000 1.344.000 5.472.000 2.509.000
Rekening 2012
3.4
Toelichting op de Balans
ACTIVA: VASTE ACTIVA Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: (* € 1.000) Investeringen met een economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut
Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2012 31-12-2011 74.034 67.704 3.731 3.513 77.766 71.217
Materiële vaste activa met economisch nut De investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde Vermeer- Vermin- AfschrijHer Afwaar- Bijdrage Boekwaarde (* € 1.000) 31-12-2011 dering deringen vingen rubricering dering van derden 31-12-2012 Gronden en terreinen in 2.637 8 2.214 14 21 -408 0 0 erpacht uitgegeven Gronden en terreinen niet in erpacht 2.086 0 4.389 2.934 1.039 408 0 0 uitgegeven Woonruimten niet in 32 5 27 0 0 0 0 0 erpacht uitgegeven Bedrijfsgebouwen in 170 13 157 0 0 0 0 0 erpacht uitgegeven Bedrijfsgebouwen niet 38.928 1.100 41.242 4.659 1.245 0 0 0 in erpacht uitgegeven Grond-, weg- en waterbouwkundige 17.712 20.190 2.806 -2 330 0 0 0 werken economisch nut Vervoermiddelen 458 410 44 21 71 0 0 0 Machines, apparaten en 4.284 4.071 330 51 492 0 0 0 installaties Overige materiële vaste 1.396 1.333 51 0 115 0 0 0 activa economisch nut Totaal 67.703 10.838 1.130 2.134 0 0 1.245 74.033
Materiële vaste activa met maatschappelijk nut De investeringen met maatschappelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
(* € 1.000) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Totaal
Boekwaarde Vermeer- Vermin- Afschrij- Afwaar- Bijdrage Boekwaarde 31-12-2011 dering deringen vingen dering van derden 31-12-2012 3.513 3.513
547 547
175
0 0
328 328
0 0
0 0
3.731 3.731
Rekening 2012
Financiële vaste activa Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar Boekwaarde Vermeer- Vermin- Afschrij- Boekwaarde 31-12-2010 dering deringen vingen / 31-12-2011 (* € 1.000) Aflossing Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Glastuinbouw Leningen aan woningbouwcorporaties Leningen Waterschapsbank Leningen BNG Renteloze lening woningbouwlokaties Leningen aan deelnemingen Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten Aandelenkapitaal NV WOB Certificaten Dataland Aandelen Glastuinbouw Overige langlopende leningen Deurne Recreatie BV Lening politie Museum de Wieger Stichting Streekontwikkeling de Peel Renteloze lening Vrije academie Renteloze lening Cultuurcentrum Uitzettingen met een looptijd > 1jaar Inschrijving grootboek nationale schuld 3% Inschrijving grootboek nationale schuld 2,5% Bouwkredietregeling Aflossingsvrije HTP Jaar-annuiteit Maand-annuiteit Fietsplan Bijdrage aan activa in eigendom van derden Bijdrage aan activa in eigendom van derden Totaal
176
1.742
162
0
0
1.904
12.975 1.975 283
0 0 0
0 0 0
1.730 30 57
11.244 1.945 227
250 3 1 9
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
250 3 1 9
34 3 35 750 5 76
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
11 2 1 0 1 19
23 1 34 750 4 57
139 14
0 0
0 0
0 0
139 14
14.052 4.536 8 88 25
0 0 0 0 14
0 0 0 0 0
1.561 152 4 12 13
12.490 4.383 4 77 26
6.930 43.933
443
0
620
0
245 3.840
7.128 40.712
Rekening 2012
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Beginbalans (* € 1.000) Bouwgrond in exploitatie Deurne Kern Kerkdorpen Industrie (exclusief glastuinbouw) Glastuinbouw
Niet in exploitatie genomen gronden Niet in exploitatie genomen gronden Strategische aankopen
Voorziening verliezen
26.006 2.221 7.171 24.298 59.695
11.383 5.669 17.052
VoorMutaties Eindziening 2012 balans verliezen 2011
14.793 1.748 2.580 19.120
-3.708 -836 1.371 679 -2.494
22.298 1.385 8.542 24.976 57.201
20.978
8.783 1.900 10.683
9.497 -5.669 3.828
20.880 0 20.880
12.076 0 12.076
-29.803
Totaal
46.945
Voorziening verliezen 2012
16.030 1.544 3.404
-3.251 -33.054 29.803
-1.917
45.028
33.054
Uitzettingen met een rentetypisch looptijd korter dan één jaar Vorderingen
(* € 1.000) ● Vorderingen op openbare lichamen Compensabele btw Verrekenbare btw diverse ministeries
● Overige debiteuren - Werkplein - Belastingsamenwerking - Overige debiteuren - Vorderingen handhaving - Vooruitbetaalde bedragen aan crediteuren
Boekwaarde voorzie- Balans- Balans31-12-2012 ning voor waarde waarde oninbaar- 31-dec 31-dec heid 2012 2011 2.409 30
2.409 30
3.466 312
9
9
0
2.448
2.448
3.778
2.244
2.762 1.554 1.545
895
102
102
1.867 1.554 1.443 0 0
126
5.962
1.099
4.863
4.469
8.410
1.099
7.311
8.247
102
0
Totaal
177
2.177 -78
Rekening 2012
De voorziening voor oninbaarheid is als volgt bepaald: Debiteuren Zorg en inkomen
Terugvordering bijstand Wwb Terugvordering IOAW Terugvordering IOAZ Terugvordering bijz. bijstand Fraudevordering Wwb Kinderalimentatie Wwb Verrekening UVI Wwb Krediethypotheek Wwb Krediethypotheek Wwb rente Onderhoudsplicht WIJ Bbz startend rentedragend Bbz startend rentedragend rente Bbz startend renteloos Bbz gevestigd rentedragend Bbz gevestigd rentedragend rente Bbz gevestigd renteloos Leenbijstand Wwb bijz.bijstand Leenbijstand Wwb Overig
te voorzien
omvang voorziening X 1000
80,8% 80,8% 80,8% 80,8% 80,8% 80,8% 0,0% 0,0% 80,8% 80,8% 25,0% 25,0% 60,0% 25,0% 25,0% 60,0% 80,8% 80,8% 80,8%
172 0 0 5 551 22 0 0 0 0 7 0 3 98 0 5 20 9 3 895
Te voorzien
omvang Voorziening
Debiteuren algemene dienst
De openstaande vordering is gestaffeld naar ouderdom. Dubieus, ouder dan 2 jaar 100% Dubieus, jonger dan 2 jaar 75% Gering risico,ouder dan 3 jaar 50% Gering risico, jonger dan 3 jaar 25% Gering risico, bezwaar 10% Zeer gering risico, ouder dan 1 jaar 0% Zeer gering risico, jonger dan 1 jaar 0% Geen risico, ouder dan 1 jaar 0% geen risico, jonger dan 1 jaar 0%
Vorderingen handhaving Vorderingen handhaving
100%
178
16 0 33 44 8 0 0 0 0 102
102 102
Rekening 2012
Liquide middelen Vorderingen
Boekwaarde Boekwaarde 31-12 31-12 2012 2011 (* € 1.000)
● Kas - Kas
5
5
- Voorschotten subkassiers
1
1
6
6
188 1.044 0 1.523 0 12.503 0 0 0
239 432 550 1.523 2 13.500 2 4 12
15.258
16.264
15.264
16.270
● Bank- en girosaldi - Bank voor Nederlandse gemeenten - Rabobank - Rabo Reserveringsrekening - Rabo Participatie BH - Ministerie van Financiën inz. Spoorzone - Rabobank spaarrekening - Kruisposten - Giro Algemene dienst - Giro sociale zaken
Totaal
Overlopende activa Vorderingen
Boekwaarde Boekwaarde 31-12 31-12 2012 2011 (* € 1.000)
Nog te ontvangen van HNG Voorschotten sociale uitkeringen Voorschotten werkplein Nog te ontvangen Nog te ontvangen Zorg en Inkomen Vooruitbetaalde bedragen uitzoeken rabobank Te verwerken Rabo Afboeken kleine verschillen Nog te ontvangen grondverkopen
869 1 0 1.145 18 1.138 0 0 2 0
977 0 36 1.573 18 447 18 368 2 246
Totaal
3.173
3.685
179
Rekening 2012
PASSIVA: VASTE PASSIVA Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende onderdelen:
(* € 1.000) Algemene reserve Bestemmingsreserves (schommeling tarieven) Overige bestemmingsreserves Bestemmingsreserve kapitaallasten Nog te ontvangen van HNG Reserve exploitatieresultaat
BoekBoekwaard waard 31-12-2012 31-12-2011 14.412 6.775 313 258 6.738 7.686 9.576 16.728 869 977 2.408 -2.797 34.315 29.627
In onderstaand overzicht wordt een verloop van de reserves in 2012 weergegeven Stand per Toevoeging Ontrekking 01-01-2012
VerminStand per dering 31-12-2012 ter dekking van afschrijvingen
(* € 1.000) Algemene reserve Reserve ten behoeve van financiering Overheveling saldo Subtotaal algemene reserves
3.350 3.425 6.775
13.237 3.439 16.676
8.019 1.019 9.038
0 0 0
8.568 5.844 14.412
Bestemmingsreserves (schommeling tarieven) Tarieven reiniging Egalisatie rekening tarieven;grondexploitaties Subtotaal bestemmingsreserves
258 0 258
55 6.192 6.247
0 6.192 6.192
0 0 0
313 0 313
40 1.621 861
0 36 102
6 4 470
0 0 0
34 1.652 492
53
0
0
0
53
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
472
0
23
0
449
Reconstructie buitengebied
397
0
62
0
335
14 362 0 51 140 718 1.646
0 114 15 0 0 238 2.465
0 0 0 51 40 0 2.932
0 0 0 0 0 0 0
14 476 15 0 100 956 1.179
Overige bestemmingsreserves Nog uit te voeren werkzaamheden Onderhoud gemeentelijke onroerend goed LHF Deurne projectleiders wmo en jeugd
Projectmedewerker reconstructie Rente Glastuinbouw projectvestiging Mobiliteitsfonds Monumenten Bouwleges Wozoco Onderwijshuisvesting (AU) Wegen
180
Rekening 2012
Stand per Toevoeging Ontrekking 01-01-2012
(* € 1.000) Sociaal programma Centrummanagement Egalisatie Bouwleges Europastraat Egalisatie Bouwleges MOB-complex Frictiekosten Belastingsamenwerking Totaal overige bestemmingsreserves Bestemmingsreserve kapitaallasten Sporthal st jozefstraat Verplaatsing tennisveld H'veen Sportpark Neerkant herschikking Sportpark Kranenmortel aanpassing WKPB (kapitaallasten) BAG (kapitaallasten) nieuwe webapplicatie (kap.lasten) Midoffice (kapitaallasten) Berichtenverkeer WOZ (kap.lasten) Reserve Deurne in contact (EGEM-I) GBKN kap.lasten Verbindingstunnel Parkeergarage Gemeenschapshuizen Milieustraat (kap last) Aankoop ondergrondse afvalcontainers Cultuur Centrum Verbouwing gemeentehuis in verband met dinestverlening Totaal bestemmingsreserve kapitaallasten Nog te ontvangen van HNG
Resultaat einde boekjaar
Totaal
VerminStand per dering 31-12-2012 ter dekking van afschrijvingen 0 193 0 40 0 214 0 395 0 140 0 6.738
164 80 173 754 140 7.686
29 0 41 0 0 3.040
0 40 0 359 0 3.988
643 673 450 742 6 6 19 11 4 577 46 448 2.915 558 132 8.728
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
643 20 450 34 1 1 19 11 4 92 9 448 2.915 0 8 1.726
0
0
772
0
0
7.152
0 9.576
0 0
109 109
0
869 869
-2.797 -2.797
2.797 2.797
-2.408 -2.408
0
2.407 2.407
29.627
28.759
16.920
7.152
34.314
772 16.728 0 977 977
181
0 652 0 708 5 5 0 0 0 485 37 0 0 558 124 7.002
Rekening 2012
Hierna volgt een toelichting op de reserves Reserve ten behoeve van financiering Doel: De bespaarde rente over deze reserve komt ten gunste van de exploitatie Ontrekking Jaarrekening 2011 resultaatbestemming Bodem en geluid Bestemmingsplan buitengebied Reconstructie buitengeboed en plattelandsontwikkeling Leefbaarheid KCC; Zorg en Inkomen Resultaat 2011 Totaal onttrekking resultaat 2011
60 10 12 22 12 2.797 2.913
kwijtschelding aflossing 2012 Cultuurcentrum Saldo verwerving toekomstige exploitatie algemeen dekk.69808032 P8309,vrh egal grex;proj leding act Dekk.69813101 4200m2 bedrijventerr,dekking uit alg begrotingsresultaat 2012 saldo 2010 jaarschijf 2012 Algemene kosten Grex 2012 Grex najaarsnota 2012 Najaarsnota 2012 storting in verliesvoorziening Grex Totaal onttrekking
19 52 60 84 1.332 581 385 443 2.150 8.019
Storting Jaarrekening 2011 resultaatbestemming JR 2011 van reserve wegen JR 2011 vrijval verkeersveiligheid JR 2011 vrijval achterpadverlichting JR 2011 vrijval mon. en preventie
265 6 189 3 463
afroming egalisatie voorziening tarieven riolering Afroming participatiebudget Resultaat Najaarsnota 2012 resultaat najaarsnota 2011 structureel niet verwerkt jaarrrekening 2011 vrijval bestemmingsreserves bestemd voor afschrijving (besluit begroting 2012) - Gemeenschapshuizen - Cultuur Centrum vrijval bestemmingsreserves bestemd voor afschrijving (besluit nota Grex '12 begroting '13 - sporthal st jozefstraat - Sportpark Neerkant herschikking - Verbouwing gemeentehuis ivm dienstverlening - Verbindingstunnel Parkeergarage - nieuwe webapplicatie 182
1.500 228 1.655 54
2.915 1.419
627 433 753 430 15
Rekening 2012
- Midoffice - Berichtenverkeer WOZ Onttrekking reserve grex kruizingen MOB complex Grex najaarsnota 2012 Boekwinst toekomstige gronden Grex naar staat C Totaal storting
9 3 2.200 139 394 13.237
Overheveling saldo Doel: Betreft reserve ten behoeve van nog uit te voeren werkzaamheden. Het budget voor deze werkzaamheden is in een voorgaand jaar toegekend en dient binnen 2 jaren tot besteding te komen Ontrekking Ontrekking: Saldo 31-12-2011
3.425
Storting Nog te maken kosten 2012
5.844
Tarieven reiniging Doel: Reserve ter afdekking van schommelingen in de exploitatieresultaten van het product afval. Storting in verband met sluiten van de exploitatie
55
Egalisatie rekening tarieven; grondexploitaties Doel: Opvang van schommelingen in het resultaat van de grondexploitatie. Onttrekking Centrumplan Hurks Plattelandexploitatie - Belgerenseweg Aanvullende storting in Voorziening verlieslatende expliotaties (toename verliezen) Reserve ten behoeve van financiering najaarsnota 2012 Bijdrage aan Algemene Dienst (inzake kruisingen nabij MOB-Complex)
Storting MOB complex Ruimte voor Ruimte - Merlenbergseweg Beukenstraat-Zuid OMO-locaties - Perceel nabij begraafplaats Liessel - Molenweg e.o. Liessel - D'Esdoorn Vlierden - Dorpsakkers Reserve ten behoeve van financiering najaarsnota 2012 Aanvulling negatief saldo vanuit het resultaat 2012
183
1 21 1.820 2.150 2.200 6.192
2.500 100 500 125 50 47 50 2.150 671 6.192
Rekening 2012
Nog uit te voeren werkzaamheden Doel: Betreft reserve ten behoeve van nog uit te voeren werkzaamheden. Het budget voor deze werkzaamheden is in een voorgaand jaar toegekend en dient binnen 2 jaren na 1-1-2010 tot besteding te komen. Onttrekking bijdrage onderhoudskosten afvalbakken honden
6
Onderhoud gemeentelijke onroerend goed Doel: Dekking kosten onderhoud huisvesting brandweer, de gemeentewerf, het gemeentehuis en de gemeenschapshuizen. Onttrekking onderhoud molens
4
Storting uit product 8201 onderhoud gebouwen
36
LHF Deurne Doel: De middelen in deze reserve zijn afgezonderd voor het Lokaal Herstructureringsfonds. Deze reserve dient ter cofinanciering voor revitaliseringsprojecten die in samenwerking met de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) worden uitgevoerd. Onttrekking Liesselseweg 141 Philipslocatie Rente 2012 Industrieweg west Businesscase traject
446 17 3 4 470
Storting Rente 2012 Rente voorziening BOM gelden
18 84 102
projectleiders wmo en jeugd Doel: Dekken van salariskosten van de projectleiders WMO en jeugd over een periode van 4 jaren. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Doel: De huidige doelstelling van de reserve is het opvangen van schommelingen in de exploitatie van WMO. Onttrekking Ontrekking ten gunste van product 6221 WMO beleid
184
23
Rekening 2012
Reconstructie buitengebied Doel: Bekostiging van diverse projecten. Onttrekking subsidie molen Marie Antoinette subsidie De Schietberg herstel historische laanstructuur Helenaveen kosten Voor Wat Hoort Wat 2012
30 6 3 22 62
Projectmedewerker reconstructie Doel: Dekking kosten in verband inhuur projectmedewerker. Verwachte afwikkeling voor einde 2012. Rente Glastuinbouw projectvestiging Doel: Doel is beperken van rente risico. Medio juli 2010 is er een nieuwe projectfinanciering voor het Storting rentevoordeel
114
Mobiliteitsfonds Doel: Storting bijdrage vd Berkmortel in verkeersvoorziening
15
Monumenten Doel: Reserve voor de restauratie van rijksmonumenten welke eigendom zijn van de gemeente. Onttrekking tgv verlies en winstrekening
51
Bouwleges Wozoco Doel: Egalisatie. Voor grote bouwprojecten ontvangt de gemeente grote legesbedragen waar kosten in komende jaren tegenover staan. De reserve dient ter dekking van de kosten van inhuur en eigen capaciteit. Ontrekking Vrijval 2012
40
Onderwijshuisvesting (AU) Doel: De reserve onderwijshuisvesting is onderbouwd in het IHP (integraal huisvestingsplan onderwijs). Onderwijshuisvesting is een deels gesloten exploitatie. Storting sluiting exploitatie onderwijs 2012
238
185
Rekening 2012
Wegen Doel: Dekking van kosten in het kader van het reguliere onderhoud en aanleg van wegen. onttrekking Beschikbaar stellen uitvoeringsplan 2012 W141 Snoertsebaan/Milheezerweg W142 Milhezerweg Bibeko W138 Beukenstraat 2e fase Evaluatie prog verbetering wegen (LOG) minder ontvang subsidie Format 0 W143 bijdrage doorstroming verkeer centrumring Bestemming jaarrekening 2011 storting in algemene reserve Saldo 2012 gesloten exploitatie 2012 Saldo onderhanden werk 2012 Format 0 W144 bijdrage Groot asfaltonderhoud
Storting Bijdrage product wegen uitvoeringsplan 2012 Afrekening project W141 Snoertsebaan/Milhezerweg bubeko Afrekening project R039 Oude Liesselseweg Afrekening project R040.02 Kloosterstraat Afrekening project R040.01 Keltenstraat Afrekening project W118 schoolroutes Saldo 2012 gesloten exploitatie 2012
350 750 300 113 131 265 8 65 950 2.932
1.434 911 24 6 15 24 52 2.465
Sociaal programma Doel: Reserveren voor uitvoering op een later tijdstip. De openstaande acties inzake het sociaalprogramma zijn voorlopig opgeschort in afwachting van de afronding van de werkzaamheden inzake het Werkplein en de evaluatie van het sociaal programma die beide in 2011 zullen plaatsvinden. onttrekking conform najaarsnota 2011
5
Storting conform najaarsnota 2012
29
Centrummanagement Doel: Dekking kosten voor het opstellen van een veiligheidsplan voor het centrum Onttrekking bijdrage veiligheidsplan 2012
40
186
Rekening 2012
Egalisatie Bouwleges Europastraat Doel: Egalisatie. Voor grote bouwprojecten ontvangt de gemeente grote legesbedragen waar kosten in komende jaren tegenover staan. De reserve dient ter dekking van de kosten van inhuur en eigen capaciteit. Storting ten laste van product 8223 Wabo
41
Egalisatie Bouwleges MOB-complex Doel: Egalisatie. Voor grote bouwprojecten ontvangt de gemeente grote legesbedragen waar kosten in komende jaren tegenover staan. De reserve dient ter dekking van de kosten van inhuur en eigen capaciteit. Onttrekking ten laste van product 8223 Wabo
16
Frictiekosten Belastingsamenwerking Doel:dekking van toekomstige frictiekosten, ten gevolge van de belastingsamenwerking. Overige bestemmingsreserves kapitaallasten Doel: Reserve ter dekking van de kapitaallasten van de investering Stand per Mutatie Stand Actief per Actief per 01-01-2012 2012 31-12-2012 01-01-2012 31-12-2012
(* € 1.000) De volgende reserves vallen hier onder - Sporthal St. Jozefstraat Peelhorst ** - Verplaatsing tennisveld Helenaveen Verplaatsen tennisvelden Helenaveen - Sportpark Neerkant herschikking Sportpark Neerkant herschikking bijdrage ** - Sportpark Kranenmortele aanpassing Sportp. Kranenmortel aanpassing AOD ZSV Sportp. Kranenmortel aanpassing 2e kunstgrasv. Sportp. Kranenmortel aanpassing uitbr 2e kl.lok Sportp. Kranenmortel aanpassing parkeren - WKPB (kapitaallasten) Software WKPB - BAG (kapitaallasten) Software BAG - nieuwe webapplicatie (kap.lasten) Software nieuwe webapplicatie ** - Midoffice (kapitaallasten) Software Midoffice ** - Berichtenverkeer WOZ (kap.lasten) Software berichtenverkeer WOZ ** - GBKN kap.lasten GBKN
187
643
-643
0
673
-20
653
450
-450
0
742
-34
708
6
-1
5
6
-1
5
19
-19
0
11
-11
0
4
-4
0
46
-9
37
1.691
1.094
441
444
377
371
338
310
89
106
6
5
6
5
19
15
11
9
4
3
46
37
Rekening 2012
Stand per Mutatie Stand Actief per Actief per 01-01-2012 2012 31-12-2012 01-01-2012 31-12-2012
(* € 1.000) - Verbindingstunnel Parkeergarage AC Verbindingstunnel Parkeergarage (VP) ** - Gemeenschapshuizen Wijkaccommodatie Kubus tlv reserve * Accommodatieplan: Gouden Helm * Accommodatieplan: (ver)nieuwbouw Kastanje * Accommodatieplan: onderhoud d'n Draai * Accommodatieplan: Gerardushuis * Accommodatieplan: Hofke van Marijke * - Milieustraat (kap last) Mileustraat excl grond - Aank. ondergrondse afvalcontainers Aankoop ondergrondse cont. Hogeweg Aanleg ondergrondse cont. Schelde 36 Aanleg ondergrondse cont. Helmondseweg 65 - Cultuur Centrum Cultuur Centrum Deurne Cultuur Centrum Deurne Installatie * Cultuur Centrum Deurne Inrichting - Verbouwing gemeentehuis ivm dienstverlening Gebouwelijke aanpassing dienstverlening ** - Reserve Deurne in contact * afschrijving vanaf 2012 in VenW rekening ** afschrijving vanaf 2013 in VenW rekening Totaal
448
-448
0
2.915
-2.915
0
558
0
558
132
-8
124
8.728
772
-1.726
652
634
63 462 1.751 180 22 343
62 437 1.727 177 21 324
2
2
115 8 7
107 7 7
6.237 1.419 964
6.069 1.361 826
626
609
15.879
14.769
7.002
-772
0
577
-92
485
16.730
-7.152
9.578
Voorzieningen De samenstelling en het verloop van de voorzieningen in 2012 was als volgt: Stand per Toevoeging Ontrekking Stand per 01-01-2012 31-12-2012 (* € 1.000) Voorziening onzekere verplichtingen Frictie- / reorganisatiekosten frictie Rick Cao verplichtingen ** vrijval ten gunste van resultaat 2012** Wethouderspensioenen Buitenformationeel Voorziening FPU Voorziening egalisatie Renovatie toplaag atletiekbaan BTW Muziekschool Tarieven riolering 188
741 0 160 535 96 24 1.556
0 252 0 127 127 97 603
158 0 160 0 223 96 637
583 252 0 662 0 25 1.522
21 134 11.248
21 0 3.313
0 22 4.147
42 112 10.413
Rekening 2012
Stand per Toevoeging Ontrekking Stand per 01-01-2012 31-12-2012 (* € 1.000) Voorziening middelen derden Sponsorverplichting Cultuur Centrum
Totaal
103 11.506
10 3.344
15 4.184
98 10.665
13.062
3.947
4.821
12.187
Hierna volgt een toelichting op de voorzieningen: Frictie- / reorganisatiekosten Doel; Reserve ter dekking van toekomstige frictiekosten Ontrekking
158
Frictiekosten Rick Doel; Reserve ter dekking van toekomstige frictiekosten Storting
252
Cao verplichtingen Doel; Opvang CAO onderhandelingsresultaat 2011 Onttrekking
160
Wethouderspensioen Doel: Dekking van toekomstige uitgaven op het gebied van pensioenverplichtingen van (voormalige) bestuurders. Storting
127
Buitenformationeel Doel: Dekking van kosten van personeelsleden die buiten de reguliere formatie vallen, zoals trainees. Dit bestand varieert, het betreffen geen jaarlijks terugkerende kosten van vergelijkbaar volume. Onttrekking Storting
223 127
Voorziening FPU Doel: Betreft voorziening ter dekking van de kosten van FPU. Deze regeling brengt nog maximaal 2 jaar kosten met zich mee. Onttrekking Storting
96 97
Renovatie toplaag atletiekbaan Doel: egalisatie kosten nieuwe toplaag atletiekbaan Storting
21 189
Rekening 2012
BTW Muziekschool Doel: Dekking van de jaarlijkse kosten in verband met de betaling van de BTW. Onttrekking (9/10 van de gevorderde btw tijdens de bouw)
22
Tarieven riolering Doel: Egalisatie van het rioleringstarief conform het gemeentelijke rioleringsplan. Onttrekking
4.147
Storting
3.313
Sponsorverplichting Cultuurcentrum Doel: Dekking van de kosten gelieerd aan de sponsorverplichtingen van het cultureel centrum. De gemeente Deurne is bij de bouw van het Cultureel Centrum in ruil voor sponsoring een aantal verplichtingen aangegaan, zoals het gratis ter beschikking stellen van ruimtes in het cultureel centrum aan sponsoren. De gederfde inkomsten van het cultureel centrum dienen voldaan te worden door de gemeente aan het cultureel centrum. Onttrekking
15
Storting
10
Vaste schulden met een looptijd langer dan een jaar De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2012 31-12-2011 (* € 1.000) ● Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financieële instellingen ● Door derden belegde gelden ● Waarborgsommen Totaal
190
99.018
127.968
981 153 100.152
888 317 129.173
Rekening 2012
De samenstelling en het verloop in 2012 waren als volgt: Stand per Vermeer- Aflos- Stand per 01-01-2012 deringen singen 31-12-2012 (* € 1.000) ● Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financieële instellingen - Leningen ten behoeve van de woningbouw Waterschapsbank Bank Nederlandse Gemeenten - Overige leningen Bank Nederlandse Gemeenten Waterschapsbank Rabobank Rabobank t.b.v. glastuinbouw Streekrekeningen
● Door derden belegde gelden Hypotheek Totaal Plan
12.816 1.965 20.123 20.000 43.000 27.500 2.564 127.968
888 888
0 0
1.720 32
11.096 1.933
0 199 0 0 0 27.000 0 0 0 0 0 28.952
19.924 20.000 16.000 27.500 2.564 99.016
93 93
0 0
981 981
Stand per Vermeer- Aflos- Stand per 01-01-2011 deringen singen 31-12-2011 (* € 1.000) ● Waarborgsommen Waarborgsommen riool/inritten Waarborgssommen woningen/gebouwen Waarborgsommen sloop gebouwen Waarborgsommen pacht/erfpacht Waarborgs.overige Waarborgsommen grondverkopen
86 6 15 -2 39 172 317
Totaal
129.173
-2 0 0 0 -2 -161 -164
0 0 0 0 0 0 0
85 6 15 -2 38 12 153
-71 28.952
100.150
VLOTTENDE PASSIVA Onder de vlottende passiva zijn opgenomen: Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2012 31-12-2011 (* € 1.000) Schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Overlopende passiva Totaal
31.530 11.078 42.608
191
5.307 13.137 18.444
Rekening 2012
Schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Deze zijn als volgt samengesteld: Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2012 31-12-2011 (* € 1.000) ● Kasgeldleningen ● Overige schulden - RC inkoopbureau - RC Streekhuis de Peel - RC Alegro - Crediteuren - Negatieve crediteuren - Cred.leenbijstand BZ - Crediteuren rente BZ - Te betalen belastingen en premies - Overige
Totaal
27.000
0
0 0 111 2.822
550 3 222 3.090
1.475 122 0 0 4.530
1.336 101 0 5 5.307
31.530
5.307
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: Boekwaarde Boekwaarde 31-12-2012 31-12-2011 (* € 1.000) Vooruitontvangen gelden van overheden Overige overlopende passiva Netto uitkeringen Netto uitk. WVG Nog te betalen te verw rabo Nuts voorzieningen Vooruitbetaald / nog te ontvangen BTW BCF Loonheffing Sociale lasten Sociale lasten uitkeringen Voorschotten werkplein BTW Nog te bet.facturen
Totaal
192
4.618
5.322
25 51 5.507 47 145 112 0 0 377 122 0 67 8 6.460
14 66 4.997 0 101 1.807 306 409 109 5 0 0 7.814
11.078
13.137
Rekening 2012
De vooruitontvangen gelden naar bestedingsdoel worden hieronder vermeld: Stand per Toevoeging Ontrekking Stand per 01-01-2012 31-12-2012 (* € 1.000) Vooruitontvangen gelden Subsidie projectvestiging glastuinbouw Recreatieve voorziening Vrijwilligerswerk Erfbeplanting Achterpadverlicht. BOW Leerpl.kwalificatieplicht Breedtesport NVTB Werkgelegenheid (WIW) Educatieve nieuwkomer Welzijn nieuwkomers Participatiebudget Interlokaal hulpaanbod jeugd Subs goedkope woningen reg.veiligheidsprojecte Verkeersveiligheid SRE Schuldhulpverlening Inburgering NW Centrum JGZ/WMO CJG; provincie Mon. en preventie 2006 Railschermproject LHF van BOM Voor wat hoort wat IDOP Helenaveen Winstdeling AM Wonen Totaal
804 124 23 4 189 96 9 103 8 5 3 309 0 64 13 6 4 405 124 17 3 160 2.430 0 418 0 5.322
27 0 0 0 0 64 0 -3 0 0 0 0 384 0 0 0 0 -56 0 0 0 118 84 62 -203 225 702
0 24 0 4 189 30 9 7 8 5 3 309 97 64 0 6 4 349 0 0 3 1 470 62 5 0 1.649
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Inzichtelijk wordt gemaakt welke meerjarige verplichtingen de gemeente met externe partijen is aangegaan en contracten heeft afgesloten. Op basis hiervan is de gemeente ook een financiële verplichting aangegaan. De belangrijkste niet uit de balans blijkende verplichtingen met een materieel financieel belang zijn: Een bijdrage aan de Veiligheidsregio van jaarlijks Lease telefooncentrale Lease ICT voorzieningen Langlopende softwarecontracten Huur printers Contract schoonmaakbedrijf (Variant en van Ganzewinkel) Contract salarisverwerking Contract Arbodienst onderhoud publicanda sim 2012 193
€ € € € € € € € € €
500.000 45.000 67.000 270.000 40.000 82.000 20.000 35.000 42.000 34.000
830 100 23 0 0 130 0 93 0 0 0 0 287 0 13 0 0 0 124 17 0 278 2.044 0 211 225 4.375
Rekening 2012
Gebruiksrecht Squit-XO Onderhoud pink roccade Verseon en Flower licenties abonnement Navigator 2012 (juridisch portaal) contributie VNG
€ € € € €
44.000 143.000 34.000 58.000 42.000
Streekrekeningen In 2013 lopen de streekrekeningen af. Dit wil zeggen dat de leningen afgelost moeten worden (boekwaarde € 2.563.500) en dat de gemeente Deurne verplicht wordt tot aankoop van de helft van het actief voor een prijs van € 2.563.500. De door de Gemeente Deurne gestorte bijdrage ad € 750.000 zal op dat moment worden teruggestort. Rente-swap De gemeente Deurne is in het bezit van een rente-swap. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de financieringsparagraaf Juridische procedures en ingediende claims Met betrekking tot tegen de gemeente aanhangig gemaakte c.q. te verwachten juridische procedures, dan wel ingediende claims kan het volgende worden opgemerkt. 1. Bij arbitraal vonnis van 21 september 2010 is de gemeente onder meer veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 941.671,94 aan de wederpartij te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 5.000,--. De wederpartij op haar beurt is veroordeeld tot betaling van een bedrag van bijna € 50.000,— aan de gemeente. De wederpartij heeft hoger beroep ingesteld van voornoemd vonnis en het appèlscheidsge recht heeft op 6 februari 2013 vonnis gewezen. In hoger beroep zijn de vonnissen in eerste aanleg vernietigd en is de gemeente vervolgens onder meer veroordeeld tot betahing van een bedrag van € 623.437,20 aan de wederpartij te vermeerderen met de wettehijke han delsrente en buitengerechtehijke kosten ter hoogte van € 5.000,--. De wederpartij is op haar beurt veroordeeld tot betahing van een bedrag van bijna € 50.000,-- aan de gemeente, als mede in de proceskosten in hoger beroep ter hoogte van € 14.650,--. De wederpartij is overigens eind 2012 failliet verklaard. 2. Er loopt een schadeclaim in verband met aantasting laanbomen, risico € 20.000 - € 35.000 3. Er loopt een procedure in verband met de beeindiging van een bedrijf, risico € 419.000 4. Inzake de herfinanciering van een geldlening ad € 27 miljoen, die gerelateerd is aan de rente swap, zijn wij momenteel in gesprek met onze huisbankier over de wijze waarop de herfinanciering het beste kan worden vormgegeven. Door de economische- en de kredietcrisis is immers de geld- en kapitaalmarkt volop in beweging. Hierdoor worden in de markt liquiditeitenopslagen gehanteerd. Dit liquiditeiten opslag zou voor de gemeente Deurne op € 456.300 per jaar kunnen bedragen. Wel is deze dan lineair dalend. 5. Claim in verband met een nabetalingsclausule bij grondverkoop, risico € 700.500 6. Er loop een procedure in verband met het beeindigen van onderhandelingen cq het niet aanvaarden van een eindbod, risico € 213.000
194
Rekening 2012
Bezwaar tegen leges Met betrekking tot bezwaar tegen leges lopen er: - 14 zaken. Het totaalbedrag aan leges bedraagt € 96.600 - In (hoger) beroep lopen 7 zaken. Het totaalbedrag aan leges bedraagt € 127.900 Huurzaken Er lopen twee huurzaken bij de kantonrechter. De totale huurachterstand bedraagt € 96.000. Hiervan is 25% voorzien in de voorziening dubieuze debiteuren. Gewaarborgde geldleningen Aantal Aantal saldo Mutatie saldo leningen leningen lening 2012 lening (* € 1.000) 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2011 31-12-2012 Gewaarborgede geldleningen personen Abn Amro Hypotheken FORTIS ASR levensverzekering maatsch FLORIUS Centraal beheer Directbank FORTIS ASR hyp bank Ing Nationale Nederlanden Obvion / ABP Postbank Syntrus Achmea Vastgoed (voorheen PVF) Quion / Hypo Trust Rabo Deurne Rabo Hypo Rabo Tilburg e.0. Reaal / Hooge Huys SNS Regio Bank SNS Bank Brabant Rivierenland Stater Delta Lloyd Woonfonds
20 1 20 2 2 10 14 9 11 11 3 1 33 23 0 1 6 1 1 2 171
13 1 19 2 2 9 12 9 11 10 2 NA 32 23 1 NA 6 1 1 2 156
744 59 528 115 22 395 777 175 595 274 42 62 766 212 0 35 242 29 51 102 5.224
-38 0 -87 0 -3 -39 -103 -16 -2 -73 -9
706 59 441 115 19 356 674 159 593 201 34 NA
-141 -161 120
625 51 120 NA
-2 -3 0 -10 -566
240 26 51 92 4.562
NA = niet aangeleverd
Saldo Mutatie Saldo Lening 2012 Lening 31-12-2011 31-12-2012 Gewaarborgde geldleningen instellingen Woningbouwvereniging Bergopwaarts Woningbouwvereniging Bergopwaarts Stichting Willibrord Ruysenberg Tennisclub Deurne Tennisclub Deurne Tennisclub Deurne Hofke van Marijke
2.586 1.417 3.403 15 15 13 86 195
-1.003 -82 -189 -4 -4 -3 -3
1.582 1.335 3.214 11 11 10 83
Rekening 2012
Saldo Mutatie Saldo Lening 2012 Lening 31-12-2011 31-12-2012 60 15 75 37 0 37 33 -3 30 200 0 200
Stichting Kunstgrasveld Mixed Hockeyclub Deurne Stichting Wereldwinkel Deurne Tennisvereniging Neerkant Stichting sportaccommodatie SV Deurne Tertiaire achtervang Woningbouwvereniging (BNG) Woningbouwvereniging (BNG) Woningbouwvereniging (BNG)
Totaal
196
0 0 0 7.865
-1.277
6.750 6.750 2.000 22.088
13.089
-1.843
26.650
Rekening 2012
3.5
SISA
197
OCW
D9
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Rekening 2012
Onderwijsachtersta ndenbeleid 20112014 (OAB)
Gemeenten
M I
E3
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (inclusief bestrijding spoorweglawaai) Subsidieregeling sanering verkeerslawaai
M I
E26
E27B
I N D I C A T O R E Besteding (jaar Besteding (jaar T) T) aan overige aan afspraken over activiteiten voor- en vroeg(naast VVE) schoolse educatie voor leerlingen met bevoegde met een grote gezagsorganen van achterstand in scholen, houders de Nederland- van kindcentra en se taal (conpeuterspeelzalen form artikel (conform artikel 165 WPO) 167 WPO)
N Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)
Aard controle R
Aard controle R Aard controle R
Aard controle nvt
Indicatornummer: D9 / 01 € 57.358 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinfor matie
Indicatornumm er: D9 / 02 €0 Besteding (jaar T) ten laste van rijksmiddelen
Aard controle n.v.t.
Aard controle R Aard controle R
Indicatornummer : D9 / 04 €0 Eindverantwoord Kosten ProRail ing Ja/Nee (jaar T) als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling ten laste van rijksmiddelen Aard controle Aard controle R n.v.t. Indicatornummer Indicatornumm : E3 / 04 er: E3 / 05
Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)
Indicatornummer: D9 / 03 €0 Overige bestedingen (jaar T)
Provincies, Indicatornummer: E3 gemeenten en / 01 gemeenschappelijke regelingen (Wgr) 1 BSV/2011057279 Spoorse Aantal projecten doorsnijdingen, (waarvoor een betranche 1 schikking ontvangen is)
Indicatornumm er: E3 / 02
Indicatornummer: E3 / 03
€0 Aantal afgeronde projecten (jaar T)
€0 Eindverantwoording Ja/Nee
Regeling eenmalige uitkeringen spoorse doorsnijdingen
Afspraak Aard controle R
Realisatie Aard controle R Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: E26 / 01 1 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinfor matie Aard controle n.v.t.
Indicatornumm er: E26 / 02 0 Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Gemeenten M I
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening
Indicatornummer: Gemeenten en E27B / 01 Gemeenschappelijke Regelingen 1 1662741/1674559 2 1662744/1674492
Indicatornummer: E26 / 03 Nee Overige bestedingen (jaar T)
Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02
Indicatornummer: E27B / 03
Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie.
Nee
€0
Toelichting afwijking
Eindverantwoor ding Ja/Nee
Aard controle n.v.t. Indicatornummer : E27B / 04
Aard controle n.v.t. Indicatornumm er: E27B / 05
€ 47.858
€ 75.249
Ja
€0
€0
Nee
198
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Rekening 2012
SZW G1C- Wet sociale 1 werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Gemeenten verantwoorden hier alleen het gemeentelijk deel indien er in (jaar T) enkele of alle inwoners werkzaam zijn bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr
SZW G1C- Wet sociale 2 werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T);
I N D I C A T O R E N Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren;
exclusief deel openbaar lichaam
exclusief deel openbaar lichaam
Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / 01 0,00 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Aard controle R Indicatornummer: G1C-1 / 02 0,00 Het totaal aantal geïndiceerde inwo-ners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 decem-ber (T-1);
Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1)
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T1), uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel inclusief deel inclusief deel inclusief deel openbaar lichaam openbaar lichaam openbaar lichaam openbaar lichaam Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1C-2 / 01 1 0762 (Deurne)
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornummer: G1C-2 / 02 G1C-2 / 03 G1C-2 / 04 G1C-2 / 05 281,50 14,21 187,16 30,29
199
SZW
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Rekening 2012
G2 I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I. 2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I. 5 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
I N D I C A T O R E N Besteding (jaar T) algemene bijstand Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk) Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2 / 01
Indicatornummer: G2 / 02
€ 4.145.861
€ 97.811
Besteding (jaar T) IOAW
Baten (jaar T) IOAW
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 03
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 04
€ 344.115
(exclusief Rijk)
€ 3.698
Besteding (jaar T) IOAZ
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 05
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 06
€ 97.638
€0
Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 07
Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 08
€ 10.500
Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk) Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 09 €0
200
€ 7.024
Ontvanger
G3
Juridische grondslag
Nummer
SZW
Specifieke uitkering
Departement
Rekening 2012
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
I N D Besteding (jaar T) kapitaalverstrekk ing (exclusief Bob)
I C A T O R Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Aard controle R
E N Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornumm er: G3 / 01 € 150.024
Indicatornummer Indicatornumm Indicatornummer Indicatornumm Indicatornumm : G3 / 02 er: G3 / 03 : G3 / 04 er: G3 / 05 er: G3 / 06 € 60.000 € 62.296 € 198.652 € 18.480 €0
Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Indicatornumm er: G3 / 07 €0
Aard controle R Indicatornummer : G3 / 08 €0
201
Aard controle R
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Aard controle R Aard controle R
Specifieke uitkering
G5
Wet participatiebudget (WPB)
Ontvanger
Nummer
SZW
Juridische grondslag
Departement
Rekening 2012
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Besteding (jaar T) participatiebudget
Wet participatiebudget (WPB)
I N D I C A T O R E N Waarvan Baten (jaar T) (nietWaarvan baten besteding (jaar T) Rijk) (jaar T) van van educatie bij participatiebudget educatie bij roc’s roc's
Gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T) indien zij de uitvoering in (jaar T) helemaal niet hebben uitbe-steed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
VWS H10_2010 Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG) Hernieuwde uitvraag 2008 tot en met 2011 Tijdelijke regeling CJG
Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is van toepassing voor gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 01 € 1.175.365
Aard controle R Indicatornummer: G5 / 02 € 198.992
Aard controle R Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G5 / Indicatornummer: Indicatornummer: 03 G5 / 04 G5 / 05 € 1.530 €0 €0
Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 06 45
Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 07 25
Besteding 2008 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Besteding 2009 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Besteding 2010 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 01
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 02
Aard controle R Indicatornummer: H10_2010 / 03
Aard controle R Aard controle D1 Indicatornummer: Indicatornummer: H10_2010 / 04 H10_2010 / 05
€ 303.479
€ 454.295
Gemeenten
202
€ 593.156
€ 680.507
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
Ja
Rekening 2012
203