Standaard Europees Platform Elos – grensverleggend onderwijs-vmbo Kwaliteit Elos voor internationalisering in het vmbo in Nederland Elos is een internationale leerroute voor scholen in het Nederlands voorgezet onderwijs die tot doel heeft leerlingen optimaal voor te bereiden op een internationaal georiënteerde toekomst. Op basis van ervaringen en uitkomsten van het Elos pilot-project dat liep van 2004 tot 2008, is in de netwerkvergadering van Elos scholen van 4 juni 2008 besloten tot het formuleren van officiële Elos standaarden voor vmbo, havo en vwo. Deze vmbo-standaard is op 2 december 2010 in de netwerkvergadering van Elos-scholen herzien en nogmaals in maart 2013. Afgesproken is dat de standaard iedere twee jaar wordt geëvalueerd en zo nodig wordt bijgesteld. Leerlingen die alle onderdelen van de Elos-standaard met goed gevolg afronden, ontvangen een Eloscertificaat van de school. Indien de school gecertificeerd is als Elos- school, komen vmbo-leerlingen op basis van hun portfolio in aanmerking voor een officieel Elos-certificaat. Een school wordt door het Europees Platform en het Elos netwerk Nederland erkend als Elos-school wanneer de school: in minimaal een van de tot de scholengemeenschap behorende schooltypen leerlingen de mogelijkheid geeft zich voor te bereiden op een Elos-certificaat. hiervoor gebruik maakt van een stevig internationaal scholennetwerk met duurzaam karakter relevante informele en non-formele internationale leerervaringen van leerlingen opneemt in de Elos kwalificaties van de leerling en deze beoordeelt en erkent; de school hoeft deze ervaringen niet te organiseren. De kwaliteit van Elos wordt getoetst aan de volgende vier elementen: A Opbrengsten / resultaten B Onderwijsleerproces C Kwaliteitszorg D Randvoorwaarden Deze elementen worden gekarakteriseerd door de volgende criteria: A Opbrengsten / resultaten A1 Taalvaardigheid in een (BBL/KBL) of twee (GL/TL) moderne vreemde talen
Elos-standaard vmbo , versie 2 – 2 december 2010
De leerlingen bereiken aan het einde van klas 2 vmbo een niveau van taalbeheersing voor de eerste moderne vreemde taal dat overeenkomt met niveau A1 (BBL/KBL/GL/TL) van het Common European Framework of Reference for Languages (CEFR). Leerlingen uit de GL/TL bereiken voor een tweede vreemde taal een niveau van taalbeheersing dat overeenkomt met niveau A1 van het CEFR. De leerlingen bereiken aan het einde van hun schoolloopbaan een niveau van taalbeheersing voor de eerste moderne vreemde taal dat overeenkomt met: niveau A2 (BBL/KBL) of B1 (GL/TL) van het Common European Framework of Reference (CEFR). Leerlingen uit de GL/TL bereiken voor een tweede vreemde taal een niveau van taalbeheersing dat overeenkomt met niveau A2 van het CEFR. Leerlingen halen voor een
1 van 5
A2 Kennis van Europese en Internationale Oriëntatie
A3 Praktische Europese en Internationale Oriëntatie
A4 Vaardigheden werktalen A5 Internationale variant
(BBL/KBL) of beide talen (GL/TL) een voldoende op hun eindlijst. Leerlingen behalen aan het eind van klas 4vmbo (BBL/KBL/GL/TL) ten minste één internationaal erkend certificaat via een schoolonafhankelijke, op het CEFR geijkte toets op de niveaus zoals hierboven genoemd. Een tweede certificaat (GL/TL) is optioneel. De leerlingen voldoen aan het eind van klas 2 vmbo aan niveau 1(BBL/KBL) of 2 (GL/TL) van het Common Framework for Europe Competence (CFEC) en tonen dat onder meer aan in hun portfolio. De leerlingen voldoen aan het einde van hun schoolloopbaan in het vmbo aan niveau 2 (BBL/KBL) of 3 (GL/TL) van het Common Framework for Europe Competence (CFEC) en tonen dat onder meer aan in hun portfolio en door in klas 4 te slagen voor een schooleigen toets, een opdracht of werkstuk met betrekking tot Europese en Internationale Oriëntatie. De leerlingen nemen gedurende hun schoolloopbaan minstens één maal aantoonbaar deel aan alle drie ondergenoemde zaken: een samenwerkingsproject met buitenlandse leerlingen, aangevuld met een digitale uitwisseling, dat leidt tot een gezamenlijk eindproduct. Ook non-formele leerervaringen worden, mits aangetoond, erkend. een (fysieke) uitwisseling met leerlingen van een buitenlandse partnerschool of een buitenlandse stage in een school, bedrijf of maatschappelijke instelling voor de duur van ten minste een week (= 32 uur). een internationaal georiënteerde activiteit, bijvoorbeeld dag van de Talen, internationale gastspreker, internationale wedstrijd vanuit een vak, etc. In klas 1 en 2 vmbo vindt ten minste één van deze activiteiten plaats. Leerlingen werken vanaf klas 3 vmbo gedurende ten minste 20 slu bij maatschappijvakken, exacte vakken of creatieve en bewegingsvakken aan een module in een moderne vreemde taal.
Leerlingen nemen deel aan de variant Internationale Beroepsoriëntatie en werken daar aantoonbaar aan.
Leerlingen documenteren alle opbrengsten en resultaten van hun internationale activiteiten in een in ieder geval digitaal, en eventueel ook fysiek, portfolio aansluitend bij Europass. Leerlingen maken een (sector)werkstuk voor het examendossier over een onderwerp dat hun internationale oriëntatie vergroot.
A6 Portfolio A7 Internationaal georiënteerd werkstuk
Elos-standaard vmbo , versie 2 – 2 december 2010
2 van 5
A8 Doorlopende internationale leerlijnen
Leerlingen nemen aantoonbaar deel aan activiteiten ter bevordering van de doorstroom richting internationale leerwegen (MBO) en documenteren dit in hun portfolio.
B Onderwijsleerproces Het onderwijsleerproces van het Elos vmbo kenmerkt zich door de volgende elementen: In de eerste twee leerjaren wordt een basis gelegd die het B1 leerlingen mogelijk maakt om vanaf klas 3 deel te nemen Kwalitatief aan de variant Elos Internationale Beroepsoriëntatie. Een belangrijk element is versterkt onderwijs in alle op school aangeboden moderne vreemde talen. Hierbij is de doeltaal zoveel mogelijk de voertaal, waar mogelijk met inzet van native speakers en taalassistenten. Leerlingen vergaren door een samenhangend leerstofaanbod bij diverse vakken en door deelname aan activiteiten zoals de Dag van de Talen en het Europees Jeugdparlement of eigen, door de school ontwikkelde activiteiten, kennis over Europa, de Europese Unie en de internationale leefwereld. In de verschillende leergebieden wordt aandacht besteed aan nationale en internationale ontwikkelingen. Leerlingen leren nationale ontwikkelingen in Europese landen te plaatsen in een bredere Internationale context. Door virtuele samenwerking, uitwisselingen en studiebezoeken leren leerlingen constructief samen te werken met leerlingen in andere Europese landen. De school biedt Internationale Beroepsoriëntatie aan, en neemt eventueel deel aan één van de varianten InterHealth, InterArt en InterScience. B2 Kwantitatief
B3 Internationalisering
Opzet is de lessen in de moderne vreemde talen in de doeltaal te geven. Hierbij ligt de nadruk op de communicatieve vaardigheden. Doeltaal = voertaal geldt voor minimaal één van de gegeven talen. Voor de overige talen geldt dit voor minimaal 50% van de contacttijd. In elk leerjaar wordt geïntegreerd en samenhangend gewerkt aan Elos. Leerlingen werken vanaf klas 3 bij een van de zaakvakken gedurende minimaal 20 studielasturen (in totaal) aan een module in een moderne vreemde taal. Dit mag modulair of middels project(weken) worden aangeboden. Het onderwijsprogramma kenmerkt zich door continue aandacht voor internationalisering. Dit wordt gerealiseerd doordat de school: in relevante documenten, te beginnen in het Schoolwerkplan, duidelijk maakt welke plaats Elos inneemt in het schoolprogramma. Elos opneemt in het curriculum en Elos daarin een duidelijk herkenbare plaats geeft.
Elos-standaard vmbo , versie 2 – 2 december 2010
3 van 5
ernaar streeft zoveel mogelijk leerlingen actief te laten deelnemen aan leerlingenuitwisselingen of buitenlandse studiebezoeken. een gevarieerd programma met internationaal georiënteerde activiteiten op school en in de schoolomgeving aanbiedt, zoals Europese gastsprekers, interviews met Europeanen in de schoolomgeving, specifieke CKV-activiteiten, deelname aan Europees Youth Parliament, deelname aan Europese wedstrijden vanuit verschillende vakken, Dag van de Talen, et cetera. Bevordert dat de internationaliseringsactiviteiten een structureel en geïnstitutionaliseerd karakter hebben. Dit wordt ondersteund door: - inzet van eigen middelen van de school. - structurele partnerschappen met scholen in andere (Europese) landen.
C
Kwaliteitszorg
C
Kwaliteitszorg
D
De school onderschrijft deze Elos-standaard De school integreert de Elos-standaard in het Schoolplan en ziet erop toe dat haar docenten (onderdelen van) de standaard opnemen in PTA’s en leerprogramma’s. De school is actief lid van het landelijke Elos-netwerk dat wordt gecoördineerd door het Europees Platform. De school heeft een Elos-beleidsplan. De school evalueert systematisch en cyclisch de kwaliteit van haar Elos-producten en –processen. De school bevordert actief de professionalisering van docenten, gericht op de Elos-standaarden. De internationale activiteiten van de leerlingen in de onderbouw worden geëvalueerd en formeel gewaardeerd (cijfers, studielasturen etc.) c.q. gecertificeerd. Dit geldt ook voor non-formele leerervaringen, mits afdoende aangetoond. De school zorgt voor voldoende middelen en adequate begeleiding van de leerlingen bij de samenstelling van het Elos-portfolio, aansluitend bij Europass. De school levert een bijdrage aan de verdere ontwikkeling van Elos in Nederland, binnen en buiten het Elosnetwerk. Vertegenwoordigers van de school nemen deel aan één van de regiogroepen, waarin naar behoefte gewerkt wordt aan de vormgeving van Elos. De school neemt deel aan een Elos-systeem van kwaliteitsbewaking (elementen hiervan zijn onder andere zelfevaluatie en visitaties)
Randvoorwaarden
Elos-standaard vmbo , versie 2 – 2 december 2010
4 van 5
D1 Personeel
D2 Ouders
D3 Materiële randvoorwaarden
Elos-standaard vmbo , versie 2 – 2 december 2010
Het personeel wordt gefaciliteerd om het Elos-traject voor te bereiden en uit te voeren. Dit blijkt onder meer uit de beschikbaarheid van middelen voor coördinatie van Elos, nascholing en deskundigheidsbevordering en het stimuleren van (Europese) docentenmobiliteit. Het Elos-traject heeft een breed draagvlak. De schoolleiding stimuleert vakoverstijgende samenwerking en interactie tussen de docenten. Er is een Elos-team, dat regelmatig overlegt. Docenten scholen zich indien nodig bij op het gebied van Europa en de Europese Unie, van taalvaardigheid of van coördinatie. Docenten tonen hun internationale professionalisering aan in hun bekwaamheidsdossier. Docenten die een module geven in een moderne vreemde taal, beheersen deze taal aantoonbaar op ten minste B2 niveau van het CEFR. De ouders ondersteunen de Elos-activiteiten, onder meer door de bereidheid als gastgezin op te treden voor uitwisselingspartners. De ouders worden geregeld geïnformeerd over ontwikkelingen rond Elos en de bijbehorende activiteiten. Zij worden, waar mogelijk, betrokken bij de voorbereiding en uitvoering daarvan. De financiële continuïteit van Elos wordt door de schoolleiding aantoonbaar gegarandeerd. Er is voldoende inzet van (onderwijs)middelen en materiaal over Europa en mondiale aspecten. Er wordt gebruik gemaakt van authentiek internationaal georiënteerd en anderstalig materiaal in alle vakken. De school is uitgerust met moderne communicatieapparatuur ten behoeve van de virtuele samenwerking met leerlingen en scholen in het buitenland.
5 van 5