St.- Jozefmavo
De ZORG – PUZZLE Zorgverslag 2012-2013 Zorgplan 2013-2014 Veiligheidsverslag 2012-2013 Veiligheidsplan 2013-2014
09-07-2013
DE ZORGPUZZLE INHOUDSOPGAVE Zorgverslag Inhoudsopgave Inleiding Zorgverslag Hoofdstuk 1 De eerstelijnszorg Zorgverslag Hoofdstuk 2 De tweedelijnszorg Zorgverslag Hoofdstuk 3 De derdelijnszorg
pag. 2 pag. 3 pag. 4 pag. 20 pag. 28
Zorgplan Inleiding Zorgplan Hoofdstuk 4 De eerstelijnszorg Zorgplan Hoofdstuk 5 De tweedelijnszorg Zorgplan Hoofdstuk 6 De derdelijnszorg
pag. 32 pag. 33 pag. 45 pag. 50
Schoolveiligheidsverslag 2012-2013
pag. 52
1.1 Inleiding 1.2 Schoolveiligheidsverslag 2012-2013
pag. 54 pag 55
Schoolveiligheidsplan 2013-2014 2.1 Veiligheidsbeleid St.-Jozefmavo 2.2 Prioriteiten 2013-2014 3.1 Overzicht van prioriteiten, acties en maatregelen 2013-2014 3.2 Overige documenten betreffende veiligheid 4. Planning en control 2013-2014
pag. pag. pag. pag. pag.
57 58 58 61 61
2
DE ZORGPUZZLE
INLEIDING Voor u ligt het zorgverslag 2012-2013 / zorgplan 2013-2014. Dit is het jaar waarin het zorgprofiel van onze school zijn definitieve vorm zal gaan krijgen en waarmee we gaan richting Passend Onderwijs per 1 augustus 2014. Terugkijkend op dit jaar zien we een duidelijk grotere taakbelasting van de zorg en het zorgteam. Hiervoor zijn een aantal oorzaken aan te wijzen: -Meer leerlingen doen een direct beroep op de zorg in alle zorglijnen. Leerlingen ondervinden hinder van “Multi-problematiek”. -Door de derdelijnszorgmedewerkers binnen de school te halen komen problemen van leerlingen sneller naar boven. Problemen die leerlingen en ouders voorheen voor zichzelf hielden worden nu ook binnen school besproken en gedeeld. De lijnen tussen schoolverpleegkundige, leerplichtambtenaar, schoolmaatschappelijk werkster, de trajectbegeleidster en het zorgteam zijn sterk ingekort. -De St.-Jozefmavo is een “voorloper” bij het invoeren van het KernZat. Tweewekelijks zitten de schoolverpleegkundige, de trajectbegeleidster van het samenwerkingsverband en het zorgteam om tafel om leerlingen en ouders te adviseren over studie en/of thuisproblemen. Indien nodig kan de leerplichtambtenaar of schoolmaatschappelijk werkster hier vanuit haar onderdeel bij aanschuiven. Als titel is dit jaar gekozen voor “De zorgpuzzle”. Door de verdiepende problematiek van zowel ouders als leerlingen is het voor de zorg soms figuurlijk een hele puzzle om een juiste oplossing te vinden en een bruikbaar advies aan ouders en leerling te geven.. Het verslag is opgebouwd via de 3 bekende zorglijnen binnen onze organisatie: -Eerstelijnszorg Hieronder worden alle activiteiten begrepen die aangeboden worden aan alle leerlingen binnen de school. Het gaat hier dus om activiteiten die aangeboden worden door mentoren, tutoren, docenten, de decaan en het zorgteam, die bestemd zijn voor alle leerlingen. Tweedelijnszorg Op het moment dat de eerstelijnszorg niet toereikend genoeg blijkt te zijn komt de tweedelijnszorg in beeld. Hieronder worden alle ondersteunende activiteiten verstaan die binnen schoolverband aan leerlingen worden geboden. Leerlingen worden hiervoor doorverwezen door de mentor, of op verzoek van ouders of de leerling zelf. Binnen deze lijn bevindt zich ook de ondersteuning voor leerlingen waarvoor Leerlinggebonden Financiëring (LGF) is aangevraagd met ambulante begeleiding Derdelijnszorg Als er externe ondersteuning nodig is van derden wordt er gesproken over derdelijnszorg. Hieronder vallen bijvoorbeeld School Maatschappelijk Werk. Leerplicht, Schoolverpleegkundigen, Rebound en andere hulpverleners. Ook het zorgplan 2013-2014 is rond deze 3 lijnen van zorg opgebouwd. Om te voorkomen dat het verslag te uitgebreid wordt is er gekozen voor een 2-delige opzet. Het eerste deel is het verslag en het plan. Separaat hiervan zijn er de bijlagen en formulieren, die bij het zorgteam te verkrijgen zijn. Jan van der Kolk Zorgcoördinator
3
DE ZORGPUZZLE
Hoofdstuk 1 - De Eerstelijnszorg § 1.1 Inleiding In de eerste lijn bevinden zich alle activiteiten die voor alle leerlingen in de groepen plaats vinden. In eerste instantie gaat het hierbij om activiteiten die door de mentoren gedaan worden. In de paragrafen die behoren bij het mentoraat wordt ingegaan op het werk dat mentoren doen voor en rond hun groep. Vervolgens komen andere zorgonderdelen aan de orde, die voor alle leerlingen ingezet worden, zoals het tutoraat, Bazar, T-uur, het protocol Van Waarschuwen tot Verwijderen, de Gezonde School, leerlingbemiddeling, huiswerkbegeleiding en speciale projecten.
§ 1.2 Mentoraat Eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders is de mentor. Op veel manieren is de mentor bezig met de zorg rond zijn groep. Naast alle individuele gesprekken en contacten die de mentor heeft en het bijhouden van de ontwikkeling van zijn leerling zijn er een aantal zorgmomenten aan te wijzen die voor ieder jaar gelden en die door iedere mentor gebruikt worden. § 1.2.1 Warme Overdracht
Totaal
hulpverlening
overige problemen
Welbevinden
problemen met politie / justitie
verzuim
gedragsproblemen
leerproblemen en leerachterstanden
contact met volwassenen
contact met mede leerlingen
naam
werkhouding - taakaanpak
Score 0 = valt niet op 1 = valt op; heeft of veroorzaakt zo nu en dan problemen 2 = valt bijzonder op, heeft of veroorzaakt voortdurend problemen; het punt belemmert de ontwikkeling
thuissituatie
Het afgelopen jaar heeft de bijeenkomst Warme Overdracht aan het begin van het schooljaar goed gefunctioneerd. Het is belangrijk dat vertrekkende mentoren er wel op gewezen worden dat dit formulier gebruikt wordt door mentoren voor startgesprekken, het maken van een POP (ontwikkelingsplan) en betrokken wordt bij de eerste mentorbeoordeling in oktober. Doel hiervan is de nieuwe mentoren inzicht te geven waar problemen zijn opgedoken in de loop van het jaar en vervolgens met de betreffende leerling het gesprek aan te gaan over hoe verder:
Warme Overdracht
Voor leerlingen die instromen in klas 1 is er, indien nodig, contact tussen de mentoren en de basisschool. In een aantal gevallen is de toelatingscommissie op bezoek geweest in groep 8 om leerlingen te observeren en te bespreken met de leerkracht en/ of IB-er van groep 8. Uit de gesprekken blijkt dat basisscholen het zeer op prijs stellen dat de St.-Jozefmavo langs komt.
4
DE ZORGPUZZLE
Bovenschools is ook dit jaar twee keer een warme overdrachtsbijeenkomst georganiseerd: In november over de instroom van het schooljaar 2012-2013 en in juni 2013 over de instroom voor 2013-2014. § 1.2.2 Werkafspraken via een Persoonlijk-Ontwikkel-Plan (POP) Het afgelopen jaar is er een groep van 16 leerlingen ingestroomd. Met de instromers is dit jaar een POP opgesteld, waarmee de eerste periode gewerkt is. De meeste instromers in klas 3 hebben weinig tot geen problemen opgeleverd. Ook met doublanten zijn de werkafspraken gemaakt en is gewerkt met een POP. Nieuw dit afgelopen jaar is de ontmoeting tussen ouders van doublanten en de nieuwe mentor. Vanuit de diverse teams is hier enthousiast op gereageerd. Ook ouders waardeerden het om aan het begin van de “nieuwe kans” de nieuwe mentor te ontmoeten. § 1.2.3 Cito Volg- en Adviessysteem (Cito-VAS) Dit jaar is gekozen voor het inzetten van Toets 1 voor alle leerlingen in klas 1. In vogelvlucht gezien viel vooral op dat rekenen en wiskunde minder scoren, terwijl op taalgebied het resultaat beter is. De toetsuitslag biedt ook inzicht in het referentieniveau bij taal en rekenen. In de praktijk doen de vakdocenten te weinig met de uitslagen. Een schat aan informatie blijft hier liggen. Binnen team 1 zal hiernaar gekeken moeten worden. § 1.2.4 Vragenlijst Studievoorwaarden (VSV)/Klimaatschaal In klas 4 heeft de VSV in voldoende mate gefunctioneerd. In klas 1 heeft de Klimaatschaal informatie opgeleverd over het pedagogisch klimaat in de klassen. Het pedagogisch klimaat in 10 brugklassen oktober (nulmeting) en april (eindmeting) De vragenlijsten van de Klimaatschaal zijn opgedeeld in een: Algemeen deel: 16 vragen: Cluster 1: Kwaliteit onderlinge leerling-relaties; Cluster 2: Sfeer in de klas; Specifiek deel: 17 vragen (over docent): Cluster 3: orde in de klas; Cluster 4: interactie docent en de leerlingen;
Grafiek 1: voorkomen van positief en zorgelijk pedagogisch klimaat bij nul- en eindmeting
Het aantal klassen met een goed pedagogisch klimaat neemt af en het aantal klassen met een zorgelijk pedagogisch klimaat neemt toe.
5
DE ZORGPUZZLE
Mogelijke oorzaken voor de achteruitgang in beleving van het pedagogisch klimaat kunnen zijn: De rijping van de leerling. De leerling is in oktober nog een “groep 8 leerling” en in april al meer een minder gemotiveerde puber. Een andere oorzaak kan zijn de conflicten die zich in de periode vanaf november hebben afgespeeld. Het lukt niet altijd om de leerlingen hier met een juiste wijze mee om te laten gaan. Een laatste oorzaak kan zijn dat in april de opheffingsfase al is ingezet bij de leerlingen en zij zich bewust af gaan zetten tegen de klas als groep. Een positief resultaat van het uitvoeren van de Klimaatschaal zijn de gesprekken met de docenten van team 1 over het pedagogisch klimaat. De volgende grafiek laat zien dat bij er bij het merendeel van de metingen in oktober en april overeenstemming is bij de beleving van het pedagogisch klimaat bij de docenten en de mentoren.
Grafiek 2: verschillen in beleving van docenten en mentoren vergeleken met de leerlingen in oktober en april § 1.2.5 Zorgcyclus Het schooljaar is ook dit jaar weer verdeeld in 5 periodes van ongeveer 8 weken. De opzet van deze cyclus is vervolgens: -Week 1 t/m 5: Werkweken. Docenten kunnen mondeling of via mail aangeven bij de mentor hoe het gaat met een leerling of groep. -Week 6: Leerlingwerkmiddag. Centraal moment waarbij alle docenten opmerkingen mailen naar mentoren. In deze week stelt de mentor de mentorbeoordeling op. -Week 7: De mentor bespreekt de meldingen van docenten, signaleert of observeert. Mentor bepaalt of aanmelding bij leerlingenbespreking nodig is en stelt een hulpvraag op. -Week 8: Leerlingenbespreking. De mentor bespreekt zijn hulpvraag in het team. Het team adviseert de mentor. -Week 9/1: Start nieuwe cyclus. Mentor bespreekt de uitkomst van de leerlingenbespreking met ouders en leerling. §1.2.5.1 De leerlingwerkmiddag (LWM) Na de eerdere ervaringen met de leerlingwerkmiddag is gekozen voor een nieuwe agendaopzet: -14.00 - 15.00 Aanmelden door de docenten -15.00 - 16.00 Uitwerken aanmeldingen door mentoren(duo’s) -16.00 - 16.45 Invultijd voor teamleiders -16.45 Afsluiting Dit jaar is gekozen voor dezelfde opzet als voorgaand jaar. In gesprekken met ouders en docenten wordt er gebruik gemaakt van de input van docenten.
6
DE ZORGPUZZLE
§ 1.2.5.2 De mentorbeoordeling. Naast de cijferrapportages in december, februari, april en juni is er dit jaar ook weer gebruik gemaakt van de mentorbeoordeling. Deze beoordeling is meegegeven aan de leerlingen in oktober, december, februari en april. Doel van deze rapportage is de leerling naast de cijfers te beoordelen op motivatie, concentratie en gedrag. Mentoren hadden de keus tussen digitaal verwerken of met de hand geschreven. § 1.2.5.3 De leerlingenbespreking Naar aanleiding van de aanmelding door vakdocenten en de “screening” door de mentor bepaalt de mentor welke leerlingen hij voordraagt voor de leerlingenbespreking. Hier bespreekt het jaarteam de hulpvraag van de mentor en krijgt de mentor advies voor de vervolgstappen. Mogelijk vervolgstappen zijn: -Huiswerkbegeleiding -Studie-ondersteuning -Gele kaart -Mentorgesprekken -POP -Handelingsplan/wijzer -Inzet buddy / LOL Of de hulpvraag plaatsen bij de tweede lijnszorg: -Gesprekken Zorgcoördinator -Gesprekken faalangsttrainers / Sovatrainers -Aanmelding Zorg- en Advies Team (ZAT) -Gesprekken decaan § 1.2.6 Huiswerkbegeleiding Huiswerkbegeleiding kan door de mentor geadviseerd worden aan leerlingen en ouders. De inhoudelijke uitwerking van de huiswerkbegeleiding wordt verder besproken in §1.9 § 1.2.7 Studie-ondersteuning De mentor verzoekt om gerichte studie-ondersteuning. Hiervoor kan hij de tutoren inzetten in klas 1. In hogere jaren kan de mentor hulp inschakelen van de vaksectie, waar de leerling onvoldoende scoort. De vakdocent of een sectiegenoot bekijkt hoe de individuele leerling geholpen kan worden. Buiten de lestijden om of tijdens het Z-uur worden leerlingen geholpen. § 1.2.8 Begeleidingskaart Vooral in de onderbouw, maar ook regelmatig in de bovenbouw is door mentoren de begeleidingskaart ingezet. Hierbij wordt de leerling dagelijks gevolgd door de vakdocenten. Ieder uur noteren docenten hun bevindingen op de kaart. Dagelijks moet de leerling deze kaart thuis laten zien en tekenen. De mentor bespreekt de kaart wekelijks ook met de leerling. Op deze wijze krijgen zowel ouders als mentor inzicht in hoe het de leerling vergaat in de lessen. Nadelen van deze kaart zijn: -Bij motivatieproblemen werkt de kaart niet. De leerling vergeet regelmatig de kaart, laat hem thuis niet zien, enzovoorts. -Ook van ouders wordt er inzet verwacht en gevraagd dagelijks de resultaten te volgen. Om de kaart succesvol te gebruiken moet de leerling echt zelf willen. Vergeetachtige leerlingen werden het afgelopen jaar, na hierover afspraken te hebben gemaakt met ouders, bij vergeten terug naar huis gestuurd om de kaart alsnog op te halen. Geen ideale oplossing, maar soms nodig om de leerling te leren zijn spullen in orde te hebben.
7
DE ZORGPUZZLE § 1.2.9 Mentorgesprekken In de loop van het schooljaar heeft iedere mentor met zijn leerlingen gesprekken over de voortgang van de studie. Hiervoor is een door mentoren een deel van de mentoruren gebruikt, maar ook daarbuiten zijn er vele gesprekken tussen mentoren en leerlingen. § 1.2.10 Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) Tijdens gesprekken die mentoren voeren met hun leerlingen kan een leerling aangeven dat het op een aantal gebieden met zijn of haar studievorderingen niet goed gaat. In overleg met de mentor maakt deze leerling een Persoonlijk Ontwikkelplan, een POP om gedurende 6 weken aan dit probleem te werken. Hiervoor stelt de leerling samen met de mentor de POP op. Hierin worden werkafspraken gemaakt hoe de problemen worden aangepakt. De POP is eigendom van de leerling. Zowel de mentor als de leerling zetten hun handtekening onder de POP. Dit betekent dat de leerling verklaart zich in te zetten. Bij niet nakomen van deze afspraken kan de mentor via de tweedelijnszorg of via het protocol Van Waarschuwen tot Verwijderen vervolgacties ondernemen bij het niet nakomen van de afspraken. Tussentijds evalueert de mentor met de leerling en stelt de leerling de POP eventueel bij voor het tweede deel van de periode. § 1.2.11 Handelingsplan/Handelingswijzer Leerlingen die hinder ondervinden van een aandoening werken meestal met een handelingswijzer. Aan het begin van het jaar zijn begeleiders op school geweest om docenten hierover voor te lichten. De meeste mentoren werken echter liever met een POP. § 1.2.12 Buddy/LOL Regelmatig is dit jaar door mentoren en docenten gebruik gemaakt van het buddy-systeem: de betere leerling ondersteunt de zwakkere tijdens de instructie door bijvoorbeeld aantikken als de concentratie wegzakt of op andere wijze een seintje geven. In het kader van de rendementsverhoging in februari, maart en april is dit in meerdere leerjaren en klassen uitgebreid gebeurd. Naast dit systeem functioneerde ook dit jaar weer LOL: Leerling ondersteunt leerling bij het verwerken van opdrachten.
§ 1.3 Tutoraat Het tutoraat is inmiddels een instituut aan het worden. Ook dit jaar waren er veel derdejaars, die solliciteerden naar de functie van tutor. Zij werden geworven door een brief met daarin het doel van het tutoraat en de functie-eisen. De brief werd in de klassen uitgedeeld na een wervend praatje van de teamleider onderbouw. Voor de eerste klassen zijn er per klas twee tot drie tutoren nodig. De tutorcommissie bestaande uit Cor van der Hoek, teamleider onderbouw en Liana Immerzeel, secretarieel medewerker, heeft met allen een gesprek gevoerd. Daarbij is gekeken naar de cijfers van de kandidaten, hun motivatie voor het tutoraat en de sociale vaardigheden van de sollicitant. Uitdrukkelijk is ook de vertrouwelijke kant van de functie naar voren gebracht. Bij het sollicitatiegesprek zijn de aankomende tutoren geconfronteerd met een aantal casussen, aan de hand waarvan wij hun competenties hebben beproefd. Ook is de zwaarte van de functie duidelijk geschetst. De tutor komt immers een beetje tussen de eigen klasgenoten en het lerarenteam in te staan. Nog voor het eind van het schooljaar hebben de toekomstige tutoren een cursus gekregen vanuit de verschillende disciplines: omgaan met zorgleerlingen, faalangstigen, dyslecten, aanpak huiswerkbegeleiding, leerlingbemiddeling e.d. Uiteindelijk zijn 20 tutoren benoemd en officieel geïnstalleerd door de directie. De leerlingen tekenen dan een verklaring waarin zij
8
DE ZORGPUZZLE geheimhouding beloven. De ouders moeten schriftelijk akkoord gaan met de benoeming van hun kind tot tutor. Naast ondersteuning bij allerlei activiteiten van de eerstejaars en het mentoruur hebben veel tutoren ook leerlingen begeleid bij het plannen van het huiswerk en specifieke hulp voor moeilijke vakken. Verder worden alle tutoren minimaal een keer per maand opgeroepen om hun invullijsten te bespreken; wat hebben ze gedaan en tegen welke zaken lopen zij aan. Zonodig kan er dan extra aansturing plaatsvinden. De mentoren geven regelmatig feedback over het functioneren van de tutor en wordt er binnen de leerlingenbesprekingen gewezen op de mogelijkheden van de tutor als helpende hand bij leerlingen met problemen bv. met het huiswerk. Bijzonder is ook de insteek om tutoren in te zetten bij specifieke leerlingbegeleiding; individuele aandacht voor bv. gehandicapte eerstejaars of leerlingen met een aan autisme gerelateerd probleem. Ook zal de directie de tutoren gaan betrekken bij sollicitatiegesprekken en beoordelingen van docenten. Voor de uren buiten schooltijd krijgen de tutoren een kleine vergoeding. Aan het einde van het jaar krijgen zij een officieel certificaat dat bij verdere studie of toekomstige sollicitaties een pre kan zijn. Duidelijk is, dat het inzet van tutoren zich vertaalt in een zeer goed rendement van het eerste jaar. § 1.4 Bazar Op een vast moment in de week hebben alle eerste en tweede klassen Bazar op het rooster gevolgd. Buiten de mentoren waren er in de eerste klas 2 extra docenten ingeroosterd. Zij gaven aan de groep dyslectische leerlingen begeleiding bij het leren. Tijdens de Bazaruren zijn de klassen bezig met Bazar (leesbevorderende projecten). Er is een kist met leesboeken toegevoegd aan de projecten. De leerlingen lezen in boeken die door mevrouw Kevenaar bij elkaar gebracht zijn onder de titel “Uitdagend lezen”. Voor de introductieweek werkten alle eerste klassen gezamenlijk aan de uitwerking van het boek “De scheepsjongens van Bontekoe”. Daarna het project “Doe maar dicht maar”, waarbij de leerlingen op speelse wijze gedichten maakten. Na afloop heeft elke klas de 2 beste gedichten uitgekozen en heeft de gedichtenwedstrijd plaats gevonden. Tot slot werden alle gedichten opgestuurd naar de landelijke gedichtenwedstrijd van “Doe maar, dicht maar”. De gedichten van twee leerlingen van onze school zijn uitgekozen door de jury. Deze gedichten staan in de gedichtenbundel van “Doe maar, dicht maar”, die in iedere boekwinkel komt te liggen. Ook in klas 2 zijn de leerlingen tijdens Bazar bezig met leesbevorderende projecten en woordenschat. In klas 2 volgt elke klas gedurende vier weken één van de 9 projecten. De leerlingen, die daar behoefte aan hadden, hebben bijles Duits en wiskunde gekregen. Dat waren voornamelijk de instromers of de leerlingen die laag scoorden voor die vakken. De materialen voor de Bazarlessen stonden in de Dropbox zodat iedereen er bij kon. Dit schooljaar zijn er nieuwe docenten bij gekomen om de Bazarlessen te geven. Tevens zijn de onderdelen voor de Bazar aangepast. De onderdelen zijn via de mail rondgegaan. De docenten hebben ook een jaarplanning gehad van de lessen. § 1.5 T-uur In tegenstelling tot het vorige schooljaar , is het T- uur dit jaar gegeven door 8 verschillende collega’s in 10 klassen .De behandelde leerstof was gelijk aan het vorige jaar . Doordat de
9
DE ZORGPUZZLE groep collega’s heel veel groter was , kwam dit de communicatie niet ten goede. Collega’s hielden zich slecht aan het programma en door het grote aantal uitgevallen uren raakten sommige klassen achter op schema. In de 2e schoolweek is er de instaptoets T- uur afgenomen. De resultaten lagen nagenoeg gelijk aan het vorige jaar. Verder zijn er 3 toetsen hoofdrekenen /cijferen afgenomen , een toets metriek , een toets studievaardigheden en een toets breuken/ procenten . In de eindrepetitie kwamen alle behandelde rekenonderdelen weer terug . Ook is er door de leerlingen een werkstuk gemaakt . Op verzoek van een aantal collega’s is er voor het werkstuk een cijfer in Magister gegeven. In tegenstelling tot vorig jaar toen er alleen een aantekening in Magister stond. De resultaten per klas lopen behoorlijk uiteen. Naar mijn idee een gevolg van de grote verschillen in benadering van uitleg en beleving van de lessen. Ik hoop volgend schooljaar op een kleinere groep docenten die met meer inzet dit 1- uurs vak gaan geven. In de 1e schoolweek is tijdens de les Nederlands het dyslexiedictee afgenomen. Het aantal kinderen met dyslexie met een verklaring lag bij binnenkomst op 22 .In de loop van het jaar zijn daar nog 3 leerlingen bijgekomen , zodat we in het Bazar uur te maken hadden met een grote groep leerlingen . Samen hebben EK en KK de leerlingen begeleid bij het invoeren in WRTS . Tijdens een aantal “praatsessies “ konden de leerlingen hun hart luchten over hoe het in de lessen ging met hun dyslexie. Het heeft enige moeite gekost om ervoor te zorgen dat de leerlingen tijdens Bazar een boek voor één van de talen bij zich hadden . Tijdens het uur werd er geschreven of ingevoerd in WRTS en was het niet de bedoeling dat er tijdens dit uur geleerd werd.
§ 1.6 Van Waarschuwen tot Verwijderen Het afgelopen jaar hebben we opnieuw Van Waarschuwen tot Verwijderen 3 gehanteerd. Docenten hebben in de loop van het jaar regelmatig aan de bel getrokken dat de administratieve rompslomp voor hen te groot was. In dit kader is afgesproken dat er een Van Waarschuwen tot Verwijderen 4 zal komen, waarin de werkdruk bij docenten wordt verminderd, maar waarbij de opbouw van het systeem in takt blijft. Apart opgenomen in het protocol is de “Regeling Te laat komen.” Het afgelopen jaar draaide het begin opnieuw op de oplettendheid van de dagelijkse leiding en vooral op aanwijzing van het OOP waar leerlingen zich bij te laat komen melden. In de loop van het jaar hebben 2 wijzigingen de regeling verbeterd: 1. Per periode van 8 weken maakt de Magister-beheerder een uitdraai van het totale aantal te laatjes, zodat er niemand over het hoofd wordt gezien. 2. Doordat de afdeling leerplicht sinds dit jaar spreekuur op school houdt is het beter mogelijk preventieve gesprekken met leerlingen te houden. Vreemde ogen kunnen wat dit aangaat behoorlijk dwingend zijn. Sommige ouders waren weliswaar verrast dat hun kind plotseling uit de klas werd gehaald door de leerplichtambtenaar, maar van deze wijze ging een goede preventieve werking uit. Van alle gesprekken maakte de leerplichtambtenaar een verslag dat besproken werd met de zorgcoördinator en dat naar de ouders werd opgestuurd. Verzonden brieven met waarschuwingen: Leerlingen op gesprek Leerplicht: Leerlingen doorverwezen voor HALT-procedure:
32 leerlingen 40 leerlingen 5 leerlingen
Regeling te laat Komen
10
DE ZORGPUZZLE § 1.7 De gezonde school Ook het afgelopen schooljaar is via de Gezonde School methode structureel en systematisch gewerkt aan gezondheidsthema’s binnen de school. Gezondheidsthema’s 1. De volgende componenten zijn gebruikt om effectief aan dit thema te werken De componenten: Het schoolgebouw en omgeving Signalering en zorg Schoolbeleid en regelgeving Gezondheidseducatie De doelgroepen: Leerlingen Team Ouders 2. De volgende activiteiten zijn afgelopen schooljaar uitgevoerd volgens het . Activiteit Sportdag Jozefdag, sponsorloop en zwemmen Sporttoernooien
Doelgroep Klas 1 – 4 Klas 1 – 4
Wanneer juni maart
Gedaan? Ja Ja
Klas 1, 2 en 3
Verspreid over het jaar
Ja
Kampweek
Klas 2 en 3
Ja
Survivaldag Beleid, 80% aanwezigheid om een voldoende voor gym te halen Vakoverstijgende lessen bij BIO en LO Zwemmen als afsluiting Sprint challenge Schaatsen in uithof
Klas 4 Klas 1 – 4
doorlopend
Ja Ja
Klas 1
Feb – maart
ja
Klas 2
juli
Ja
Klas 1 Klas 1- 4
uitgesteld
Nee Ja
3.
Alle activiteiten worden in het komend schooljaar 2013-2014 gecontinueerd. De sprint challenge kon dit jaar niet doorgaan, maar staat voor komend jaar weer op het programma. 4. De randvoorwaarden hiervoor blijven tijd en geld, alsmede de medewerking en ondersteuning van collega’s en externe partijen. De betrokkenen 5. Met name door de betrokkenen in de werkgroep, de directie en de biologie- en gymsecties wordt de Gezonde School –gedachte voldoende gedragen binnen de school. 6. Vooral de sportactiviteiten en de kampweken vinden de leerlingen erg leuk. 7. De ouders in de ouderraad hebben voor het komend jaar aangegeven, dat “weerbaarheid” in de breedste zin van het woord, de nieuwe speerpunt zou moeten zijn. 8. Het personeel en directie, alsmede de commissieleden
11
DE ZORGPUZZLE 9. De begeleidende docenten hebben zich over het algemeen positief uitgelaten over de ondernomen activiteiten. De werkgroep 10. De werkgroepleden zijn dit schooljaar 9 x bijeengeweest, waarvan 4 x met de betrokken begeleidster van de GGD. De samenwerking verloopt zowel intern als extern prima. 11. De samenwerking tussen de secties LO en Bio is niet alleen uitgebreid, maar ook prima verlopen; met name voor het thema “Sporten” in klas 1 zal dit verder uitgediept gaan worden. Inmiddels is er een lesboekje ontwikkeld, waarin de kinderen hun resultaten kunnen noteren en vragen kunnen beantwoorden. Ondersteuning GGD De contactpersoon vanuit de GGD is Pamela van Kessel. Haar taken zijn enige tijd waargenomen door Saskia van Breugel. De samenwerking met beiden wordt nog steeds als prima ervaren! Naar verwachting zullen wij in september wederom een ster aan ons vignet toegevoegd krijgen!
§ 1.8 Leerlingbemiddeling Leerlingbemiddeling bij conflictsituaties tussen leerlingen is dit schooljaar slechts sporadisch toegepast. De momenten wanneer het ingezet wordt is het wel een nuttig middel. Een huidige generatie getrainde bemiddelaars staat op het punt onze school te verlaten na het behalen van het diploma. Daarom een belangrijk keuzemoment. Willen we tijd en geld investeren in de opleiding van leerlingen tot gecertificeerde bemiddelaars die vervolgens grotendeels ‘werkloos’ blijven? Moet er wellicht op een andere wijze ‘nieuw leven’ ingeblazen worden in dit systeem?
§ 1.9 Huiswerkbegeleiding Huiswerkbegeleiding kent twee vormen: vrijwillig of op dringend advies van de mentor, in overleg met de ouders. Voor de vrijwillige huiswerkbegeleiding melden ouders aan. De huiswerkbegeleiding op verzoek van mentor en de ouders wordt aangemeld door de mentor. De aanmelding was dit jaar een belangrijk verbeterpunt. Een verbetering dit jaar is de controle van de absenten. Ouders/ verzorgers die een brief ontvingen, werd verzocht contact op te nemen met school over de opgaaf van reden en de leerling moest zich in de kleine pauze melden om een afspraak te maken voor een inhaalmoment. Dit is goed verlopen. Tot slot was een belangrijk verbeterpunt dat mentoren goed op de hoogte worden gesteld van het begin en einde van een periode en dat bij aanmelding in acht nemen. Via de administratie verliepen de communicatie en het aanleveren van gegevens zeer goed. -Leerlingen, ouders en mentoren Er zijn best veel leerlingen, voornamelijk eerste- en enkele tweedeklassers, die gebruik hebben gemaakt van deze service. Dit jaar is ervoor gekozen om in de eerste 4 lessen van de huiswerkbegeleiding intensief met de leerling te plannen, zodat de leerlingen een beter beeld krijgen over hoe zij hun huiswerk kunnen verdelen over een week. Na de 2e week hebben zij het plannen al goed door en krijgen zij de opdracht om een week lang deze planner na te streven. Zij ervaren het als best lastig, maar zien het nut er wel van in. De rest van de weken werd er ondersteuning gegeven bij het maken van huiswerk.
12
DE ZORGPUZZLE Bij alle leerlingen wordt de belangrijkheid van de huiswerkbegeleiding afgemeten aan de cijfers. Ook als de leerlingen weer uit hun prestatiedip zijn, wil dat niet zeggen dat ze zich de juiste vaardigheden eigen hebben gemaakt en dat huiswerkbegeleiding voor de rest van een periode overbodig is geworden. Duidelijke voorlichting naar mentoren en, via de mentoren, naar ouders en goede afspraken met de aangemelde leerlingen gaf hieraan structuur. Leerlingen weten wat verwacht wordt. § 1.9.1 Huiswerkbegeleiding/examentraining via Het Studiecentrum (HSC) In de loop van dit jaar is het zorgteam in contact gekomen met HSC, een organisatie die betaalde huiswerktraining, studieondersteuning en examentraining verzorgd. Vanaf april 2013 heeft HSC activiteiten aangeboden ter ondersteuning van leerlingen. De school draagt hiervoor verder geen verantwoording, maar biedt de ruimte aan de docenten het HSC om te trainen als extra service.
§ 1.10 Motivatieproblemen/Groepsgesprekken Het afgelopen jaar hebben er veel individuele gesprekken plaats gevonden met leerlingen die blokkeerden of lesverstorend gedrag hebben gegeven. Een steeds grotere groep leerlingen weet “113”, de zorg, goed te vinden en komt aandacht vragen voor problemen waar ze mee kampen. Ook klasgenoten attenderen het afgelopen jaar regelmatig op problemen die bijvoorbeeld ontstaan door verkeerd mediagedrag en dergelijke. Groepsgesprekken met hele groepen hebben vooral plaatsgevonden in geval van pesten door meerdere klasgenoten en tegenvallende resultaten bij vakken.
§ 1.11 Rekenbeleid Het afgelopen jaar is er gebouwd binnen de school aan een rekensysteem waarbij de leerlingen regelmatig bezig zijn met rekenen in alle vakken. Voor ieder leerjaar is er een coördinator voor het rekenbeleid gekomen die docenten attent moest houden en tips en adviezen moest aandragen om rekenen overal te gebruiken. Het rekenprogramma in de leerjaren zag er als volgt uit: Klas 1 T-uur en rekenen bij alle vakken Klas 2 Z-uur ingezet voor Got-it, extra oefentijd in OLC en E-learning Klas 3 Z-uur ingezet voor Got-it, extra oefentijd in OLC, E-learning, rekenen bij alle vakken en tot slot een proeftoets in januari Klas 4 Rekenen bij alle vakken Door een aantal oorzaken is dit niet goed van de grond gekomen: 1. Motivatie bij leerlingen ontbreekt. Leerlingen waren niet gemotiveerd om te werken met Got-it. Het gevoel bezig te zijn met vaardigheden die noodzakelijk zijn om maatschappelijk te kunnen functioneren ontbrak. 2. Opstartproblemen met Got-it. Leerlingen hadden moeite om een nieuw account te maken voor dit digitale programma. Oorzaak hiervan is dat veel leerlingen op de basisschool ook al een account op hun naam hadden staan en daardoor gaf het computerprogramma geen nieuw account. 3. Wisselingen binnen de rekengroep De groep collega’s die het rekenprogramma van de grond moest tillen is geplaagd in de loop van het jaar door ziekte en vervangingen
13
DE ZORGPUZZLE 4. Hearts en minds zijn niet gewonnen Binnen de teams, maar ook binnen het management leeft het rekenen niet voldoende om het goed te implementeren. Regelmatig bleven gesprekken beperkt tot de afname van rekentoetsen. Om toch het rekenen onder de aandacht van leerlingen en ouders te krijgen en te houden zijn er verschillende activiteiten ontplooid: 1. Voorlichtingsmiddag voor ouders klas 2 en 3. In een voorlichtingsmiddag is aan de ouders gepresenteerd waarom rekenen belangrijk is en de doelen die door de overheid zijn opgelegd (referentieniveau 2F). 2. Regelmatige mail naar ouders klas 2 en 3. Maandelijks werden ouders op de hoogte gehouden via mail met informatie en tips over het oefenen met rekenen. 3. Gesprekken naar aanleiding van de proeftoets in januari Met ouders is gesproken over de problemen waar leerlingen tegenaan zijn gelopen tijdens de proeftoets in januari. 4. Extra oefentijd Naast het reguliere Z-uur dat leerlingen konden gebruiken om op school te oefenen is er bericht naar ouders verstuurd dat dagelijks het OLC tot 15.30 open is om zelfstandig aan een computer te oefenen. 5. Invoering E-leaning Zowel in klas 2 als 3 zijn er extra uren gecreëerd om tegelijk thuis aan de computer te oefenen en contact op te nemen via mail met een begeleider. 6. Extra hulp voor ouders dyscalculieleerlingen De ouders van wie de kinderen kampen met dyscalculie hebben ondersteuning gekregen in de vorm van informatie over de afspraken die de overheid maakt en waar ouders zich organiseren tegen de voor dyscalculieleerlingen vrijwel onmaakbare rekentoets. 7. Rekentoets als toelatingscriterium Mbo/Havo De decaan heeft direct actie ondernomen tegen Mbo’s die nu al de rekentoets als toegangscriterium voor niveau 4 opleidingen wilden opvoeren. 8.Uiteindelijk is de rekentoets in maart afgenomen. Rond de 60% van de derde klassers heeft het cijfer behaald dat nodig is. In juni is de herkansing en in maart 2014 mogen de leerlingen het nogmaals proberen. §1.12 Taalbeleid Een goed taalbeleid is van wezenlijk belang voor school. Iedere vaksectie zal gemotiveerd moeten worden om ook het belang voor het eigen vak in te zien. Immers, de taal speelt een belangrijke rol in de klassensituatie, bij alle toetsen, bij het examen van ieder vak. Er valt nog een wereld te winnen als het gaat om bv. schooltaalwoorden, vaktaalwoorden, leesstrategieën. Taalbeleid kan alleen goed van de grond komen, als het breed gedragen wordt, dus ook door de directie en het MT. Dit schooljaar is daarom gekozen voor de volgende opzet: Taalcoördinator: Coördinatie leerjaar 1: Coördinatie leerjaar 2: Coördinatie leerjaar 3: Coördinatie leerjaar 4:
Annemiek van Dijk Jerry Kenbeek Maja Destanovic Meriam Hoppenbrouwer Alex Goedhart
Drie keer per jaar is deze groep mensen bijeen geweest tijdens de leerlingwerkmiddag. Tijdens dit overleg zijn steeds de plannen gepresenteerd die de verschillende mensen zouden uitwerken.
14
DE ZORGPUZZLE Daarnaast stond bij iedere teamvergadering ‘Taalbeleid’ op de agenda. (conclusie is wel, dat dit niet gewerkt heeft en dat er binnen de teams veel te weinig/niet gesproken is over het taalbeleid). In oktober heeft de studiedag in het teken gestaan van Taalbeleid. Het programma van deze dag was opgesteld in samenwerking met Corine Ballering van het CPS. De studiedag was een succes. De collega’s waren zeer gemotiveerd bezig en gaven er blijk van, dat zij het belang inzagen van een goed taalbeleid. Het moeilijke is dan, om dit gevoel vast te blijven houden. Bovenstaande groep is aan de slag gegaan met de resultaten van de studiedag en gekozen is om dit jaar te kiezen voor het in kaart brengen van de verschillende leesstrategieën, die reeds gebruikt worden bij de verschillende vakken voor leer- en leesteksten. Begin volgend schooljaar zullen alle secties tijdens hun eerste vergadering een opdracht meekrijgen om met de verschillende leesstrategieën aan de slag te gaan. De examenkandidaten hebben tijdens de Keuze Werk Tijd een les gevolgd over het taalgebruik in examens. Uit ieder examen van vorig jaar waren voorbeeldvragen gekozen, de bedoeling was dat de leerlingen gingen opzoeken wat de verschillende woorden/vragen precies betekenden. Vaak snappen de leerlingen immers de vraag niet, terwijl ze de vakkennis wel in huis hebben om de vraag te beantwoorden. Zo zal ieder schooljaar een ander aspect van taalbeleid aan de orde komen. Dit jaar is voor de leerlingen van klas 3 een licentie aangevraagd voor het programma Muiswerk, een onlineoefenprogramma ter voorbereiding op de taaltoets. In oktober hebben alle leerlingen eerst de drempeltoets gemaakt in het OLC om te bepalen welk niveau zij reeds bij de verschillende onderdelen hebben (2F is niveau vmbo-tl). De resultaten van deze toets hebben geleid tot een op maat gemaakt oefenprogramma voor de leerlingen, waarmee zij zowel thuis als op school tijdens het Z-uur aan de slag konden. Bij ieder rapport kregen de ouders een uitdraai van de resultaten tot dan toe en de hoeveelheid tijd, die leerlingen aan Muiswerk hadden gewerkt. Ouders hebben uitdrukkelijk te horen gekregen dat het voorbereiden op de taaltoets een gedeelde verantwoordelijkheid is, van de leerling, van school en van de ouders. Zij zullen hun kind moeten aansporen om zelf aan de slag te gaan met Muiswerk. In juni hebben alle leerlingen opnieuw de drempeltoets gemaakt om te kijken in hoeverre er vorderingen waren. Omdat dit jaar voor het eerst met Muiswerk werd gewerkt, kostte het veel tijd om het programma optimaal te laten draaien en het goed onder de knie te krijgen. Komend schooljaar zal dit een stuk makkelijker gaan. Conclusie is wel dat er in het algemeen te weinig geoefend is door de leerlingen uit klas 3 en dat het programma Muiswerk te weinig gebruikt is bij het vak Nederlands.
15
DE ZORGPUZZLE
Reken- en taalbeleid
§ 1.13 Speciale projecten Ook het afgelopen jaar zijn er een aantal speciale projecten gedraaid, dan wel voorbereid. § 1.13.1 Challenge-Day Sinds 2010 is het al een wens van de school om een keer een Challenge-Day te kunnen organiseren. De reden waarom dit nooit lukte was er vooral een van financiële aard. Het kost een behoorlijk bedrag om de trainers op school te kunnen krijgen. Toch hebben we dit jaar opnieuw een poging gedaan en hebben contact gezocht met Challenge-Day Nederland. Na verkennende gesprekken zijn we binnen de Vlaardingse gemeenschap op zoek gegaan naar sponsors. Het sponsorverzoek is goed verlopen. De twee dagen dat de training plaats zal vinden is financieel rond gekomen. Ook de bemensing was een probleem. Om 200 leerlingen mee te laten doen zijn er 50 begeleiders nodig. Door Challenge-Day aan te bieden als regionale mogelijkheid om samen met anderen (scholen, instellingen,trainers) te kijken of dit een manier is waarop leerlingen elkaar leren kennen en begrijpen zijn de begeleiders toegestroomd via scholen, leerplicht, CJG, SMW, politie, enz. Om een beeld te krijgen van de opbrengsten werkt het zorgteam samen met Challenge-Day Nederland aan een nulmeting in september en een meting achteraf in december. Deze zelfde meting zal ook gebruikt worden door het CJG voor de reguliere gesprekken in klas 3. Als startdatum voor het gehele project is gekozen voor 8 juli, als klas 1 en 2 in zijn geheel de film Spijt in de bioscoop gaat bezoeken. § 1.13.2 De digitale hangplek De mediacode die het afgelopen jaar is ingesteld functioneert naar behoren. Leerlingen weten dat tijdens de les de mobiel niet gebruikt moet worden, tenzij de docent die toestaat. In de aula tijdens de pauzes wordt e volop gebruik gemaakt van mobieltjes. Een aantal leerlingen is in de loop van het jaar in de problemen gekomen door digitaal pesten of bijvoorbeeld foto’s van zichzelf op het internet te plaatsen. Als school hanteren we de stelregel uit het vernieuwde pestprotocol dat bewijzen via printscreen bewaard moeten blijven en adviseren ouders aangifte te doen van bijvoorbeeld afpersing via het internet of bedreiging. § 1.13.3 Sociale media
16
DE ZORGPUZZLE
Het gebruik van Sociale media als Facebook en Twitter, maar ook nieuwere programma’s als Whats-up en Instagram, neemt nog steeds toe. Docenten maken ook steeds meer gebruik van deze media en ook de school heeft inmiddels een eigen facebookpagina en twitteradres. Hierdoor zien leerlingen dat sociale media niet alleen een voorbehouden jongerenplek is waar alles kan en mag, maar dat het media zijn die handig gebruikt kunnen worden voor les en berichten. § 1.13.3.1 Ouderavond Sociale media Ook de ouderraad van de school heeft zich verdiept in sociale media en in het afgelopen voorjaar is er een voorlichtingsavond geweest voor ouders over het gebruik van deze media. § 1.13.3.2 Ghostbuster In januari is er voor de directie een presentatie gehouden over het programma Ghostbuster, een waarschuwingsprogramma voor gevaarlijke IP-adressen. Na de zomervakantie, als de pilotperiode voorbij is, zal er gekeken worden of school mee gaat doen aan dit traject. § 1.13.3.3 Digitalisering Het gehele digitaliseringsproject van de school is tijdelijk in de koelkast gezet. Komend jaar wordt opnieuw gekeken wat de (on)mogelijkheden zijn. § 1.13.4 Vet Nep Het afgelopen jaar heeft in klas 2 en 3 het Project “Vet Nep “ weer gedraaid. Dit project van het landelijk platform vuurwapens heeft leerlingen goed duidelijk kunnen maken wat de gevaren zijn van nepwapens en het feit dat deze niet mogen worden aangeschaft in het buitenland. Tijdens de excursieweek bleek het resultaat goed te zijn geweest. Er zijn geen berichten geweest over leerlingen die (nep)wapens hebben aangeschaft § 1.14 LOB De verbeterpunten In het LOB-verslag van 2011-2012 gaf ik aan dat er alleen een basis was gelegd voor een goed LOB-beleid, maar dat er nog een hoop moest gebeuren om meer resultaat te boeken:
De opgedane kennis tijdens de LOB-dagen en de mentoruren werd niet in alle leerjaren toegepast in de praktijk, waardoor leerlingen en docenten het nut van LOB niet inzagen. Het waren op zich staande lessen waarvan de opbrengst minimaal was. Een goed uitgevoerd LOB-beleid speelt zich niet alleen af tijdens de LOBlessen, maar is één van de pijlers van goed onderwijs: leerlingen leren keuzes te maken - niet alleen op het gebied van vakkenpakket of vervolgopleidingmaar ook op het gebied van leerstijlen. Er wordt uitgegaan van de kwaliteiten en interesses van de leerlingen en de leerling wordt positief benaderd. LOB kan zelfs worden ingezet voor het aannamebeleid, waardoor er niet alleen een selectie wordt gemaakt op basis van de citoscore, maar ook op basis van het karakter (inzet, praktisch ingesteld, enz.)
Er zou meer ondersteuning van de teamleiders komen. Er zou meer overleg tussen
17
DE ZORGPUZZLE LOB-coördinator en teamleider plaatsvinden, de teamleiders zouden de mentoren meer aansporen en tijdens de teamvergadering zou er meer over LOB worden gesproken. In het schooljaar 2012-2013 is er op het eerste punt maar bij een beperkt aantal collega’s progressie geboekt, maar het merendeel blijft LOB zien als een losstaande activiteit. Bij punt twee is er in geen enkel leerjaar vooruitgang geboekt. In het LOB-verslag van 2011-2012 stond een concreet praktijkvoorbeeld, dat afgelopen schooljaar zou worden aangepakt: ‘Zo is er in leerjaar 1 veel aandacht besteed aan het onderwerp Meervoudige Intelligentie, maar dit is alleen gebeurd tijdens LOB-lessen. Het doel van Meervoudige Intelligentie is dat een leerling deze kennis in de praktijk toepast bij het leren van de verschillende vakken. Deze link is echter niet gelegd, zodat leerlingen en (verschillende) mentoren hier het nut niet van inzagen.’ Alhoewel de LOB-lessen op het gebied van MI afgelopen schooljaar waren verbeterd, is er wederom niets structureels gedaan met deze kennis. De bedoeling was, dat de verschillende manieren van leren tijdens de normale lessen door docenten en leerlingen werden ingezet. Sommige docenten en mentoren hebben dit ook inderdaad gedaan, maar lang niet iedereen. Om ervoor te zorgen dat dit op structurele wijze zou worden ingevoerd, zou iedere repetitie worden afgesloten met een korte evaluatie waarin de leerlingen moesten verwoorden op welke manier zij MI hadden ingezet bij de voorbereiding op de toets. Op deze manier zou er structuur komen, want bij de bespreking van de toets zou deze vraag dan automatisch worden behandeld. Helaas hebben wij het niet voor elkaar gekregen om op dit punt ook maar enige vooruitgang te boeken. Ik heb mijn collega’s (en dus ook de teamleider) niet kunnen overtuigen van het belang van MI. Ook in de andere leerjaren heb ik gemerkt dat de kern van een effectief LOB-beleid nog niet bij iedereen is doorgedrongen, namelijk een doorlopende leerlijn die het gehele jaar op de agenda staat. In het begin van het jaar, tijdens de LOB-dagen en tijdens de weken voorafgaand aan een belangrijke keuze (bijvoorbeeld vakkenpakketkeuze) is iedereen hier druk mee bezig , maar buiten deze periodes vinden mensen het moeilijk om deze lijn door te trekken. In de derde periode van afgelopen jaar heb ik gemerkt dat in een aantal leerjaren de LOB-lessen niet waren ontwikkeld en verspreid. Het kan gebeuren dat een coördinator dit een keer vergeet, maar ik was verbaasd dat niemand hier een opmerking over maakte. Om maar aan te geven hoe labiel ons LOB-beleid eigenlijk is. Dit geeft wel aan dat ik voor volgend jaar meer de interactie moet zoeken met teamleiders en coördinatoren, want anders zal LOB alleen maar fragmentarisch worden aangeboden, waardoor de opbrengst van LOB gering blijft. Ik ben dus zelf in gebreke gebleven bij het bewaken van het beleid gedurende het hele schooljaar . Dit heeft alles te maken met mijn intrinsieke motivatie. Er is de afgelopen jaren zoveel tijd en energie gestoken in het ontwikkelen van het LOB-beleid, dat ik meer had verwacht van de wisselwerking tussen de werkgroep LOB, teamleiders, directie en docenten.
18
DE ZORGPUZZLE
Positieve punten Gelukkig zijn er afgelopen jaar ook vooruitgangen geboekt: sommige mentoren ( in alle leerjaren) worden deze bedrevener in de loopbaanbegeleiding, zodat er door de leerlingen zeer kritisch en bewust wordt gekozen. Ook de ingevoerde drie-op-één-gesprekken verliepen over het algemeen goed. Bijna alle mentoren in alle leerjaren hebben hiermee geëxperimenteerd en meerdere mentoren hebben om hulp gevraagd, hetgeen ik als zeer positief ervaar. Iedereen is overtuigd van het belang van de dialoog. Helaas is het de meeste mentoren nog niet gelukt om twee LOB-gesprekken op jaarbasis te voeren. Dit heeft weer alles te maken met het feit dat LOB alleen tijdens de belangrijke periodes wordt ingezet. Dit jaar ben ik aan het begin van het schooljaar veel meer op de ‘LOB-werkvloer’ geweest. Dit deed ik niet alleen om mentoren te ondersteunen, maar ook om hen een stimulans te geven. Afgelopen schooljaar stond in het teken van ‘ervaren’: leerlingen moeten ervaringen opdoen om een goede keuze te maken. We hebben afgelopen schooljaar in alle leerjaren vele buitenschoolse activiteiten georganiseerd, die voor de leerlingen meer opleverden dan voorgaande jaren. Denk hierbij aan de bedrijvendag voor leerjaar 2, de uitgebreide sectororiëntatie in leerjaar 3 en de nauwe samenwerking met het Scheepvaart- en Transportcollege voor de leerlingen in leerjaar 4.
19
DE ZORGPUZZLE Hoofdstuk 2 De Tweedelijnszorg
§ 2.1 Inleiding Drie netten die figuurlijk onder de leerlingen door zijn getrokken. Het eerste net, de Eerstelijnszorg voor iedereen en uitgevoerd door de mentor met mogelijke ondersteuning van de tutor en of het zorgteam. De Tweedelijnszorg wordt uitgevoerd door het zorgteam en gespecialiseerde docenten die activiteiten ontwikkelen voor leerlingen die hiervoor door de mentoren zijn verwezen. In dit hoofdstuk wordt de inzet besproken van het zorgteam, het ZAT/KernZat, de activiteiten rond dyslexie en rekenzwakte (dyscalculie), Rots en Water, de leerlinggebonden financiering (LGF) en de doorstroom van leerlingen naar andere leerwegen of het MBO.
§ 2.2 Het Zorgteam Het zorgteam kijkt terug op een druk jaar. Veel leerlingen zijn op allerlei manieren met leren, emotioneel of thuis in de problemen gekomen. Als de Eerstelijnszorg van de mentoren en tutoren niet toereikend is komt de leerling terecht bij het zorgteam. Het zorgteam heeft dit jaar veel gesprekken gevoerd en is steeds nadrukkelijker poortwachter voor externe hulp, de Derdelijnszorg. Het zorgteam bestaat uit 3 leden. De wekelijkse gesprekken die normaal gesproken gehouden werden zijn door de druk van leerlingen die om hulp vragen niet of nauwelijks van de grond gekomen. Door de diverse trainingen die het zorgteam zelf heeft gevolgd is het team dit jaar in staat geweest om een behoorlijk aantal leerlingen op te vangen of door te verwijzen. Aangezien de school “voorloper” is in het KernZat-experiment werd er snel en slagvaardig geadviseerd en of bemiddeld voor leerlingen. § 2.2.1 Gesprekken Op verzoek van mentoren, docenten, ouders en leerlingen wordt gevraagd individuele gesprekken te voeren met leerlingen. Soms blijft het bij 1 gesprek, maar meestal worden er gedurende een langere periode meerdere gesprekken gevoerd. Naast leerlingen zijn er ook de docenten/mentoren die met een hulpvraag langskomen en ouders van leerlingen die met vragen zitten. De verslaglegging van deze gesprekken in Magister en het informeren van collega’s is zeer belangrijk. Gemiddeld per week heeft het zorgteam 10 gesprekken met leerlingen die een hulpvraag hebben, wat het geheel op ongeveer 350 gesprekken per jaar brengt. § 2.2.2 Faalangsttraining Voor eerste en tweedeklassers heeft er een oproep aan de ouders in de nieuwsbrief gestaan om te achterhalen of leerlingen uit klas 1 en 2 een faalangsttraining of Vriendentraining nodig hebben. Hier kwamen veel reacties op. Met de reacties van de ouders aangevuld met de leerlingen die al bij school bekend waren komen we op een groep van 14 leerlingen die deelnemen aan de faalangsttraining van drie bijeenkomsten van een dubbel lesuur in maart. Gedurende het jaar komen nog verzoeken binnen om gesprekken over faalangst te voeren. Deze leerlingen krijgen individueel hulp om met faalangst om te leren gaan.
20
DE ZORGPUZZLE § 2.2.3 Sociale Vaardigheidstraining/Vrienden De Sociale Vaardigheidstraining heeft dit jaar niet plaatsgevonden omdat in de tweede helft van het jaar een Vriendentraining gegeven is door medewerkers van het CJG. Dit is een preventieprogramma voor leerlingen die last hebben van eenzaamheidsgevoelens, somberheidsklachten en sociale onhandigheid. Hier hebben 7 leerlingen uit klas 1 en 2 aan deelgenomen. Deze training bestaat uit 10 bijeenkomsten van een dubbel lesuur. De gesprekken met leerlingen om te kijken of deze training passend was zijn gevoerd door Annemiek en Dorien. Daarna volgde een uitgebreide intake met ouders door de medewerkers van het CJG. § 2.2.4 Examentraining De VSV-toets (Vragenlijst Studie Voorwaarden) werd bij klas 4 online in oktober afgenomen. De VSV geeft een overzicht van gegevens van leerlingen op het gebied van: -Motivatie -Studieaanpak -Planning -Memoriseren -Lichamelijke conditie
-Concentratie -Tekstanalyse -Taakaanpak -Faalangst -Welbevinden
Bij de uitslag van de VSV-test wordt door de mentor met de leerlingengesproken die een score hebben van 1 of 2 op een onderdeel. Het zorgteam heeft een diagnostisch gesprek met leerlingen die lage score hebben op het onderdeel Faalangst. Van deze 35 leerlingen hebben 14 leerlingen de examentraining gevolgd in januari. In juni hebben is er op verzoek voor het eerst een stoomcursus examenvrees van een dubbel lesuur gegeven door Annemiek en Dorien aan nog eens 12 leerlingen. § 2.2.5 Omgaan met verlies De training “Omgaan met verlies” is bedoeld voor leerlingen die van nabij te maken hebben gekregen met een overlijden of een emotioneel probleem hebben door de scheiding van de ouders. Aan de ouders van de 9 leerlingen waarvan bekend is bij de inschrijving dat zij een ouder verloren hebben wordt een brief geschreven met de vraag of wij een gesprek met hun kind over het verlies mogen voeren. Met de reacties van de ouders en de leerlingen die via de mentoren zijn doorgegeven worden gesprekken gevoerd over deelname aan de training. De cursus is gevolgd door 10 leerlingen uit klas 1 en 2 en bestond uit 4 bijeenkomsten van 2 lesuren en is gegeven door Annemiek en Dorien. § 2.2.6 Vrienden In samenwerking met de preventiemedewerkers van het CJG heeft het zorgteam succesvol de training Vrienden binnen de school weten te halen. Deze training richt zich op leerlingen die moeite hebben zich sociaal-emotioneel staande te houden. § 2.3 Dyslexie Aan het begin van dit schooljaar waren er reeds 24 leerlingen in de brugklas met een officiële dyslexieverklaring. Opvallend is dat deze groep ieder jaar groeit en dat de dyslexieonderzoeken door zeer verschillende instanties/personen zijn uitgevoerd. Deze leerlingen zijn aan het begin van het schooljaar gezien door dhr. Stelwagen en hun is begeleiding aangeboden.
21
DE ZORGPUZZLE Gedurende het schooljaar zijn er nog 2 leerlingen getest, ditmaal niet door dhr. Stelwagen, maar door schoolpsychologisch onderzoeksbureau Microconsult. Ook is een leerling uit klas 3 getest door Microconsult. Reden van het in zee gaan met Microconsult is, dat dhr. Stelwagen eind dit schooljaar met pensioen gaat en het leek ons goed om alvast proef te draaien met dit bureau. Aan het eind van het schooljaar zullen we besluiten of we komend schooljaar door zullen gaan met Microconsult. De verklaringen, die reeds uitgereikt zijn, zijn afgegeven door de volgende instanties/personen: Kinder- en jeugdpraktijk, Everdingen, CED, dhr. Stelwagen, Meervoud, Onderwijs Advies, Praktijk voor Psycho Diagnostiek, Van Graafeiland Psychologie, Dyslexiecentrum Rotterdam, Drs. E. Uitdehaag, Microconsult, Blom, Riagg Rijnmond, 12learn, CBS van Kampen, Iwal, Kempenhaege. Dit jaar hebben in totaal 107 leerlingen een officiële dyslexieverklaring. 28 leerlingen in klas 1, 28 leerlingen in klas 2, 25 leerlingen in klas 3 en 26 leerlingen in klas 4. Zij hebben de dyslexiepas gekregen. Ondanks het feit dat de school is gegroeid, is het aantal dyslectische leerlingen gedaald met 5. Screening Bij alle leerlingen uit de brugklas is het dyslexiedictee afgenomen volgens het Protocol Dyslexie. De leerlingen, die hierop uitvielen, hebben ook het 58-woordendictee gemaakt. Op grond van deze gegevens is het werk van enkele leerlingen naar Microconsult gezonden. Microconsult heeft geadviseerd dat bij 6 leerlingen de Brus en Klepel afgenomen moest worden. Bij 2 leerlingen was testen op dyslexie niet nodig, bij 4 leerlingen wel. Slechts 1 leerling van deze 4 heeft zich daadwerkelijjk laten testen. 3 leerlingen uit klas 3 hebben het verzoek gedaan om de leestest Brus en Klepel te doen. Alle 3 kregen het advies, dat testen op dyslexie zinvol was. 1 leerling heeft zich daadwerkelijk laten testen. De nabespreking van de dyslexietest met ouders en leerling werd gedegen gedaan. Handelingsplan Er is een handelingsplan dyslexie opgesteld. Dit betekent dat iedere docent en iedere dyslectische leerling zich moet houden aan de afspraken, die gelden rond dyslexie. Aan het begin van ieder schooljaar krijgt iedere docent het handelingsplan toegezonden. Zo worden de nieuwe collega’s op de hoogte gesteld. Bovendien is het handelingsplan op enkele punten aangepast.
Dyslectische leerlingen tijdens Bazar Gedurende de lessen Bazar hebben de dyslectische leerlingen uit klas 1 extra ondersteuning gehad door Mevrouw De Kok. Daisy- cd’s Aan alle dyslectische leerlingen wordt het aanbod gedaan om enkele studieboeken op daisycd te leveren. Voor de leerlingen uit de onderbouw ging het om de studieboeken Nederlands, Engels, Frans en Duits. Voor de leerlingen uit de bovenbouw ging het om de studieboeken Nederlands en Engels. Leerlingen die er gebruik van gemaakt hebben:
22
DE ZORGPUZZLE 16 x klas 1 5 x klas 2 2 x klas 3 2 x klas 4 Bij het centraal examen hebben dit jaar 15 leerlingen gebruik gemaakt van een daisy-cd. De meeste leerlingen kiezen voor de vakken Engels en Nederlands. Dit houdt in dat het hele examen voorgelezen kan worden. Daarnaast hebben de leerlingen ook het papieren examen voor zich. Het werken met de daisy-cd is erg gebruiksvriendelijk en de stem is natuurlijk. De leerlingen hebben het gebruiken van deze cd als positief ervaren. Aan het begin van het schooljaar konden alle dyslectische leerlingen uit klas 4 aangeven of zij gebruik wensten te maken van de daisy-cd’s en zo ja, bij welke vakken. Vooraf hebben de leerlingen kennis gemaakt met het programma. De leerlingen hebben het examen gewoon in de examenzaal met koptelefoon gemaakt. Werkboeken Aan het begin van het schooljaar is aan de leerlingen van klas 1 en 2 doorgegeven dat zij de werkboeken, die klassikaal gebruikt worden, zelf mogen aanschaffen. Het is immers voor dyslecten zeer tijdrovend om zonder eigen werkboek te moeten werken § 2.4 Dyscalculie Dyscalculie is in klas 1 en 2 een onderdeel geworden van de mentorrapportage. In klas 3 is veel aandacht besteedt aan de rekentoets. Met de ouders van dyscalculanten is regelmatig gecommuniceerd over de ontwikkelingen in Den Haag bij de vaste Kamercommissie voor onderwijs. Ook via Linked-In en de oudervereniging Balans is aandacht gevraagd voor de onoverkomelijke rekenproblemen van leerlingen met dyscalculie. De laatste berichten uit Den Haag wijzen op het feit dat er heel langzaam beweging schijnt te komen in het Njet van de rekenmeesters in de vorm van speciale toetsen voor dyscalculanten en het gebruik van een rekenmachine bij alle toetsonderdelen. § 2.5 Rots en Water De Rots en Watertraining is oorspronkelijk een training voor jongens. Dit komt, omdat jongens en jonge mannen negatief in beeld komen. Zij worden gezien als lastposten en hun specifieke kwaliteiten, hun ontwikkeling en hun problemen worden weinig belicht. Jongens worden vaak niet begrepen en gerespecteerd en krijgen daardoor niet de begeleiding die zij nodig hebben. Veel ouders en scholen stellen te hoge eisen, die niet passen bij hun ontwikkeling, met als gevolg jongens die afhaken of de aandacht trekken met storend probleemgedrag. Binnen het onderwijs is over de gehele breedte bij jongens een teruggang in schoolprestaties te constateren. Het zijn vooral de jongens die op scholen opvallen door lastig gedrag en daarmee samenhangend verlies van motivatie. Jongens worden vaker uitgesloten van lessen dan meisjes of op andere manieren gestraft. De Rots & Watercursus kan worden beschouwd als een weerbaarheidstraining. De training onderscheidt zich van andere trainingen door een meervoudige doelstelling. De ontwikkeling van de fysieke weerbaarheid is niet een doel op zich, maar vooral ook een middel om mentale en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Zoals al eerder aangegeven is de cursus oorspronkelijk ontwikkeld voor jongens, maar meisjes kunnen ook profijt hebben van de training. De jongens en meisjes wordt geleerd hun energie te beheersen en te richten en tegelijkertijd worden via fysieke vormen van communicatie andere communicatievaardigheden aangeleerd.
23
DE ZORGPUZZLE Leerlingen die worden aangemeld, volgen een training die 10 lessen in beslag neemt. We hebben de cursus dit jaar voor het vijfde jaar aangeboden. De leerlingen werden geselecteerd via de mentoren, of werden voorgedragen door het zorgteam. De groep bestond dit jaar uit 12 deelnemers. Dit jaar bestond de groep uit “zgn. pesters en gepeste leerlingen”. We begonnen met 12 leerlingen. Jongens en meisjes. Aan het begin van de cursus hadden we duidelijke afspraken gemaakt en een contractje laten ondertekenen. 1 van de afspraken was dat ze op eigen initiatief naar de dep moesten komen en dat afwezigheid wordt gecontroleerd. Blijf je namelijk 2 weg, terwijl je gewoon op school was, dan is de cursus voorbij. Dit laatste is helaas gebeurt. 3 jongens zijn gewoon weggebleven. Hier gaan wij volgend jaar meer `body` aangeven. Succes was weer het plankje doorslaan. En wij denken dat diegene die de cursus hebben afgemaakt, goed/leerzaam is geweest. § 2.6 Zorg- en Adviesteam (ZAT) / KernZat Het ZAT heeft dit jaar een andere rol gekregen door de komst van het KernZat. Dit jaar heeft het zorgteam meegedraaid in een pilot, waarbij 2 wekelijks het zorgteam met de schoolverpleegkundige en de trajectbegeleider van het samenwerkingsverband op zoek waren om hulpvragen van ouders, leerlingen en school op te lossen. Terugkijkend op dit jaar valt het volgende op te merken: -De hulpvraag van ouders en leerling wordt veel duidelijker als die persoonlijk kan worden toegelicht door betrokkenen -Door de hoge frequentie konden meer leerlingen en ouders sneller worden geholpen -Het KernZat kan meer en vaker preventief adviseren -De aanwezigheid van ouders en leerling maakt dat er gerichtere vragen gesteld kunnen worden en er dus veel meer informatie boven tafel kan komen. Zorgpunten zijn ook aan te wijzen: -Het is belangrijk van te voren af te spreken wie verantwoordelijk is voor wat. Binnen het KernZat van de SJM hebben wij gekozen voor de schoolverpleegkundige op lichamelijk/geestelijk gebied en de trajectbegeleider op onderwijsgebied. -De druk op het zorgteam van de school neemt behoorlijk toe. Van 5 vergaderingen per jaar naar 18 legt een flinke druk op zorgsysteem. -Door meer te richten op preventieve werking is het aantal leerlingen gegroeid. Dit had een opstropend effect. -Op afroep kunnen ook de leerplichtambtenaar of de school maatschappelijk werkster deelnemen. -De lijn tussen ZAT en KernZat is soms dun of onduidelijk. Welke hulpvragen horen thuis binnen het bredere ZAT en welke binnen het KernZat. Door de waan van de dag en soms plotselinge hulpvraag worden leerlingen afhankelijk van de datum van de volgende bijeenkomst ingedeeld. Het is nog zoeken naar de exacte verdeling.
24
DE ZORGPUZZLE Gegevens ZAT Aantal bijeenkomsten Besproken leerlingen
2011-2012
2012-2013
KernZat 2012-2013
5 5 44 (+20 LGF) 21 (+16 LGF)
13 37
Topics in het afgelopen jaar waar we aandacht aan hebben besteed zijn onder andere: -Internetpesten -Suïcidale gedachten -Problemen in de thuissituatie -Uithuisplaatsingen -Zware psychische problemen -Mantelzorg -Problemen met geïndiceerde -Mishandeling aandoeningen (ADHD e.d.) -Eetstoornissen -Zelfmutilatie -Zwangerschap -Comadrinken
Dit jaar hebben we bemerkt dat steeds zwaardere zorg voor leerlingen op jonge leeftijd moet worden ingezet om te voorkomen dat ze tijdens hun verdere leven vastlopen. Meerdere leerlingen zijn dit jaar voor langere of kortere tijd uit huis geplaatst om intensieve psychische hulp te kunnen krijgen. Dit maakt preventieve hulp alleen maar belangrijker. Belangrijk is hierbij wel te melden dat signaleren door docenten en mentoren van onschatbare waarde is. Vaak komen leerlingen binnen in de tweede lijn op een vermoeden bij docenten en mentoren. Daarnaast komen er veel zaken boven water door het inschakelen van de derdelijnszorgverleners die in de school actief zijn.
§ 2.7 Uitstroom, instroom, overstap of doubleren Jaarlijks stapt een groep leerlingen uit alle jaren in, uit of over. § 2.7.1 Uitstroom De uitstroom van leerlingen is dit jaar begeleidt door de decaan. De communicatie vanuit de diverse teams naar de decaan verdient dit jaar geen schoonheidsprijs.2Belangrijk is in deze goede afspraken te maken tussen docenten en dagelijkse leiding/teamleider over hoe om te gaan met kansloze leerlingen die dermate lesverstorend bezig zijn, dat anderen hierdoor in hun ontwikkeling verstoord raken. In mei/juni hebben we de lijn ingezet dat lesverstoorders direct verwijderd worden en volgens het protocol Van Waarschuwen tot Verwijderen afgehandeld. § 2.7.2 Instroom De instroom van leerlingen is dit jaar slechts een beperkte groep geweest. Voor de zomervakantie zijn ouders al op school geweest en direct na de zomervakantie zijn de instromers ontvangen door de mentoren, teamleiders en zorgcoördinator. Het afgelopen jaar zijn 21 leerlingen tot klas 2 en 3 uiteindelijk toegelaten. -Instroom klas 2 – 13 leerlingen -Positief 10 -Leerproblemen 2 -Gedragsproblemen 1 -Instroom klas 3 – 8 leerlingen -Positief 4 -Leerproblemen 4 Uitkomsten instroom klas 2 en 3
25
DE ZORGPUZZLE § 2.7.3 Overstappen Overstappen naar een ander niveau, of het nu opstromen of afstromen is, brengt risico’s met zich mee. Met hard werken in klas 1 kunnen leerlingen goede cijfers halen. Ze zijn gemotiveerd om te presteren en willen in sommige gevallen graag doorstromen naar de Havo. Als eind klas 1 de docenten en ook een onafhankelijke toets (Nio en Cito-Vas) Cito-Vas) op deze mogelijkheid wijzen wordt leerlingen de kans geboden. Toch zullen we hier terughoudend mee moeten zijn. Kinderen zitten in hun pubertijd en motivatie kan op 14en 15-jarige leeftijd zo maar wegvallen. § 2.7.4 Doubleren Doubleren in klas 2 of 3 is mogelijk. Aan het begin van het jaar zijn de ouders van doublanten in contact gebracht met de mentoren om te bespreken hoe er dit jaar gehandeld zal worden met de doublant. De meeste mentoren hebben dit als positief ervaren. Negatieve signalen kwamen er over klachten die ouders meteen bij de nieuwe mentor wilden neerleggen en de onbekendheid met de betreffende leerlingen. Toch zijn deze bijeenkomsten zeer waardevol: Na de kritiek en het afsluiten kan er met nieuw elan aan een nieuw jaar worden begonnen. Gekeken moet er worden naar het vervolg, in de loop van het jaar, als de leerling niet in staat blijkt te zijn de weg omhoog te vinden. § 2.8 Leerlinggebonden financiering (LGF) Het afgelopen jaar heeft de school voor 16 leerlingen leerlinggebonden financiering ontvangen, het zogenaamde rugzakje. De verdeling over de diverse clusters was dit jaar als volgt: -Cluster 2 1 maal -Cluster 3: 2 maal -Cluster 4: 13 maal De school maakte gebruik van ambulante begeleiders: -Cluster 2 : Auris dienstverlening -Cluster 3: 1 ambulant begeleider via Scoor -Cluster 4: 3 ambulant begeleiders via Horizon. Verdeling LGF-leerlingen over de leerjaren: -klas 1: 4 leerlingen -klas 2: 4 ‘’ -klas 3: 3 ‘’ -klas 4: 5 ‘’ § 2.8.1 Opzet begeleiding Voor wat betreft de opzet van de begeleiding dit afgelopen jaar is gekozen voor een zelfde opzet: -Juni: kennismakingsgesprekken met ouders en ambulant begeleiders basisonderwijs. De ouders krijgen voorlichting over ons werkschema en krijgen samen met de ambulant begeleider handelingswijzers mee om samen met de ambulant begeleider in te vullen. - September: LGF-leerlingen worden indien nodig besproken bij de Warme Overdracht - September: Verkennende gesprekken. Opstellen handelingsplannen - September: Voor LGF-leerlingen start coaching - Oktober: Rugzakleerlingen besproken in Zorg en Adviesteam (ZAT)
26
DE ZORGPUZZLE - Oktober: Alle LGF-leerlingen staan op de agenda van de leerlingwerkmiddag - Rugzakleerlingen staan vast op de agenda tijdens de leerlingenbespreking - Aan de leerlingenbespreking nemen de ambulant begeleiders deel - De mentoren houden in Magister de stand van zaken bij - Iedere 8 weken: Gesprek tussen coach met ambulant begeleider en ouders - Ambulant begeleider bezoekt ouders thuis § 2.8.2 Coaches Het aantal coaches is dit jaar gedraaid met 4 coaches. Samen met de AB-ers hebben de coaches gesprekken met ouders en leerlingen. In vrijwel alle gevallen is de begeleiding succesvol verlopen.
§ 2.9 Doorstroom zorgleerlingen naar het MBO De doorstroom van leerlingen naar het MBO is het afgelopen jaar in overleg opgepakt door de decaan, aangezien hij ook de meeste contacten heeft met de verschillende scholen. Het zorgteam denkt mee en adviseert in deze.
§ 2.10 Passend Onderwijs De komst van passend Onderwijs is afgelopen jaar op managementniveau voorbereid. Het zorgprofiel is in concept klaar. Komend jaar zal de aanmelding van leerlingen nog op schoolniveau plaats vinden, maar in 2014 zal dit in het kader van Passend Onderwijs gebeuren. § 2.11 Zorggelden via het samenwerkingsverband Via het samenwerkingsverband heeft het zorgteam ook dit jaar een aanvraag ingediend om de toewijzing van gelden (23 euro per leerling). Een deel van dit geld is ingezet voor de uitbreiding van de uren School Maatschappelijk Werk wat dringend noodzakelijk was en blijft, maar ook de aanschaf van remediërende computerprogramma’s en programma’s voor het reken- en taalbeleid.
27
DE ZORGPUZZLE Hoofdstuk 3 De Derdelijnszorg
§ 3.1 Inleiding Drie netten onder de leerlingen. Leerlingen die door het eerste net van de mentor en het tweede net van het zorgteam dreigen te zakken krijgen van het zorgteam het advies gebruik te maken van de Derdelijnszorg. Door de komst van het KernZat en het op locatie werken van de schoolverpleegkundige en leerplichtambtenaar is de Derdelijnszorg veel effectiever geworden, zijn de lijnen veel korter en kan er snel, maar ook preventief beter ingegrepen worden. Deze efficiëntie en preventief werken legt echter een zware druk op het zorgteam: De volgende leerling kwam al binnenwaaien met zijn/haar probleem of werd gestuurd door schoolverpleegkundige/leerplichtambtenaar. § 3.2 School Maatschappelijk Werk Vanwege de verdiepende problemen bij leerlingen is de druk op SMW sterk gegroeid. Aanmelding 2010-2011 - 27 Aanmelding 2011-2012 - 51 Aanmelding 2012-2013 35 -Door de instelling van het KernZat zijn dit jaar minder leerlingen binnen gekomen bij SMW maar direct naar ander hulpinstanties doorverwezen. Vanwege de ernst van sommige problematiek hebben 13 leerlingen vanuit de gesprekken met SMW een doorverwijzing gekregen richting GGZ. Instanties die hierbij zijn geadviseerd zijn o.a. Riagg, GGZ-Delfland, Forta Groep en/of een vrijgevestigde psycholoog. § 3.2.1 Helpff.nl Directe verwijzing naar helpff voor online hulpverlening is niet nodig geweest. Wel is uit de registratiegegevens gebleken dat er leerlingen zijn geweest die op geheel vrijwillige basis van chatdienst gebruik hebben gemaakt.
§ 3.3 Leerplicht De rol van de leerplichtambtenaar is dit jaar versterkt. Meldingen vonden plaats vanuit: -Het absentiesysteem (spijbelen en dergelijke) -Aanmeldingen via het ZAT -Aanmeldingen vanwege te vaak “Te laat” komen Meldingen leerplicht 2010-2011 - 24 Meldingen leerplicht 2011-2012 - 29 Meldingen leerplicht 2012-2013 - 40 Naast deze meldingen hebben er ook nog preventieve gesprekken plaats gevonden met leerlingen die gemeld dreigden te worden..
28
DE ZORGPUZZLE § 3.4 Plaatsing- en advies commissie (PAC) Leerlingen zijn dit jaar bij de PAC aangemeld na overleg in het ZAT, of op persoonlijk initiatief van de zorgcoördinator. De samenwerking verliep dit jaar soepel. Opmerkelijk is de plotselinge daling van het aantal meldingen. Naar onze inschatting is het meer preventief werken binnen het KernZat hiervan de oorzaak. Aanmeldingen 2010-2011 - 16 Aanmeldingen 2011-2012 - 14 Aanmeldingen 2012-2013 - 5 § 3.5 Rebound Dit jaar heeft 1 leerling deel genomen aan het Rebound traject. Ook hier speelt de versterking van het KernZat en het daarmee preventief kunnen aanpakken van gedragsproblemen een rol. Aanmeldingen 2010-2011 - 4 Aanmeldingen 2011-2012 - 3 Aanmeldingen 2012-2013 - 1 § 3.6 Schoolverpleegkundige en/of schoolarts Alle eerste klassers hebben dit schooljaar een vragenlijst ingevuld en zijn uitgenodigd voor een gesprek met de jeugdverpleegkundige. De jeugdverpleegkundige is dit schooljaar gestart met maandelijkse inloopspreekuren De verpleegkundiige is wekelijks aanwezig indien nodig meerdere dagen per week. Door de korte lijn en laagdrempeligheid die hierdoor ontstond, hebben de verpleegkundigen ook vele andere leerlingen en ouders gesproken in geval van mogelijke aandoeningen of andere hulpvragen. Ook hier ontstond evenals bij §3.2 (SMW) gemeld een kortere lijn van hulpverlening en samen met de trajectbegeleider van het Steunpunt is er regelmatig overleg gevoerd over hulpvragen van leerlingen, ouders en collega’s. Alle leerlingen van VO2 hebben op 1 juli de E-movo vragenlijst ingevuld en op basis van een eerst inschatting op basis van de uitkomsten lijkt voor ruim 50% een gesprek geïndiceerd. Reguliere onderzoeken VO1 Onderzoeken op indicatie Huisbezoeken
270 100 3
*De onderzoeken op indicatie waren vaak gevolg van ZAT-bijeenkomsten en KernZat en schoolverzuim en opvraag van mentor of anderen.
Verwijzingen door schoolverpleegkundigen GGZ SMW optometrist
10 15 1
Naast deze verwijzingen heeft de jeugdverpleegkundige de school, bij diverse overleggen zoals GOSA, BJZ, vertegenwoordigd.
29
DE ZORGPUZZLE § 3.7 Psychologische hulp In § 2.6 is al ingegaan op de stijging van zorgproblemen van leerlingen. Voor een grotere groep leerlingen is externe psychische hulp ingeschakeld. In 5 gevallen heeft dit geleid tot tijdelijke uithuisplaatsing. Door meer preventief te gaan werken met het KernZat zijn leerlingen eerder verwezen naar psychische hulp. § 3.8 Overige externen Vanuit de Tweedelijnszorg is het afgelopen jaar een aantal keren contact gezocht met onder andere: -Steunpunt Jongeren Het steunpunt jongeren adviseert de leerling en de school bijvoorbeeld bij motivatieproblemen in de examenklas en kijkt wat de vervolgmogelijkheden zijn, of ondersteunt bij het kiezen van een juiste vervolgopleiding. -AMK In 1 geval heeft het KernZat/ZAT als melder gefungeerd en in 2 gevallen heeft de school het afgelopen jaar medewerking verleend aan onderzoeken die door het AMK werden gedaan. -Steunpunt Huiselijk geweld Via het KernZat is er in 2 gevallen contact geweest. -Politie Vlaardingen en Schiedam Door de wijkagent meer bij het schoolgebeuren te betrekken is er intensiever contact ontstaan met de politie. Daarnaast bespreekt de zorgcoördinator vanuit het veiligheidsoogpunt ook regelmatig schoolzaken met de politie. Hierbij kan het gaan om individuele leerlingen, maar ook om groepsproblemen in bijvoorbeeld winkelcentrum de Loper buiten schooltijd. -GOSA Vlaardingen/Schiedam GOSA staat voor gemeentelijke organisatie sluitende aanpak. Leerlingen, maar ook gezinnen werden hier Multi-disciplinair besproken. Namens het zorgteam nam hieraan onze schoolverpleegkundige deel. Als kinderen en jongeren met problemen tussen wal en schip raken bedoelen we dat ze steeds bij een andere hulpverlenende instelling bekend raken, waar ze toch niet goed genoeg geholpen worden. Of ze laten zich niet goed helpen of ze willen geen hulp. Na een tijdje belanden ze weer ergens anders en de instellingen weten van elkaar niet genoeg over de eerder geboden hulp. We noemen dat ‘shopgedrag’ en het ‘rondpompen’ van de ene instelling naar de anderen. GOSA wil dit veranderen. GOSA richt zich op kinderen en jongeren tot 23 jaar met wie het even minder goed gaat. Door problemen op school bijvoorbeeld. Of thuis. Kinderen die geen aandacht en zorg krijgen. Of jongeren die problemen hebben met drank of drugs. Of met schulden. Vaak is het moeilijk om dat zelf op te lossen. Dan is het fijn dat GOSA er is. GOSA werkt samen met alle instellingen die zich met jeugd bezig houden. Dat zijn onder andere scholen, jongerenwerk, maatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. Maar ook politie en justitie. Fig. 2 GOSA (website gemeente Vlaardingen)
. -Vervangende huisvesting van leerlingen Het afgelopen jaar zijn er 2 leerlingen geweest die wegens omstandigheden niet thuis konden wonen en in een gezinsvervangende setting woonden.
30
DE ZORGPUZZLE
De Zorg Puzzle ZORGPLAN 2013-2014
31
DE ZORGPUZZLE Inleiding De zorgstructuur van de school staat goed bekend. Velen weten de Zorg binnen de St.Jozefmavo te vinden. Het komend jaar zal gewerkt worden aan: -Verdere ondersteuning voor leerlingen, ouders en collega’s -Het aanpassen en verbeteren van trajecten -Het zoeken naar wegen om de school verder voor te bereiden op ontwikkelingen die momenteel vooral door de landelijke overheid worden opgelegd. In de Eerstelijnszorg zal vooral geïnvesteerd moeten worden om het taal- en rekenbeleid goed vorm te gaan geven. Daarnaast zullen de docenten wegen moeten zoeken om het gehele rendement binnen alle leerjaren te vergroten. Het zorgteam zoekt hierbij naar wegen om docenten en leerlingen te ondersteunen. De werkdruk binnen de Tweedelijnszorg is het afgelopen jaar geëxplodeerd. Problemen die voorheen voor kwamen bij een enkele bovenbouwleerling zijn dagelijkse kost geworden voor het zorgteam in de onderbouw. De zorg die in de onderbouw aan leerlingen gegeven moet worden is echter veel groter omdat jongere leerlingen nog niet in staat zijn echt rationeel na te denken over gebeurtenissen en het zorgteam eerst de emotionele lading met de leerlingen moet verwerken om daarna na te kunnen denken over mogelijke oplossingen. Komend jaar zal de zorg twee pilots draaien en één groot project. De twee pilots zijn: -De verdere implementatie van het KernZat -De Pilot Schoolcontactfunctionaris/Onderwijsspecialist Het project: Challenge Day Het zorgprofiel van de school is voor de zomer 2013 besproken met de collega’s van het Samenwerkingsverband. Op het “Protocol Medisch Handelen” na is de Jozefmavo gereed voor 2014, het jaar waarin Passend Onderwijs zal worden ingevoerd. Het zorgplan voor het komende jaar kent dezelfde opbouw als het zorgverslag. Hoofdstuk 4 de Eerstelijnszorg, hoofdstuk 5 de Tweedelijnszorg en hoofdstuk 6 de Derdelijnszorg.
32
DE ZORGPUZZLE Hoofdstuk 4 - De Eerstelijnszorg
§ 4.1 Inleiding Binnen de Eerstelijnszorg zal er komend jaar veel aandacht bestaan voor het verhogen van het rendement. Het grootste deel hiervan ligt binnen de vakken, maar een aantal zaken zullen vakoverstijgend en klasoverstijgend dit komende jaar vorm moeten krijgen. Te denken valt hierbij aan het taal- en rekenbeleid, activerende werkvormen, digitalisering en het verkleinen van de afstand tussen examencijfers en schoolcijfers. T-uur, Bazar en het Z-uur moeten anders ingevuld worden. Het OLC heeft een boost nodig om ook echt als OLC dienst te gaan doen.
§ 4.2 Mentoraat De mentor blijft de spil van de zorg rondom de leerling. Het zorgteam staat komend jaar klaar om de mentoren te ondersteunen op allerlei manieren. § 4.2.1 Warme Overdracht Nog steeds maken mentoren te weinig gebruik van de schat aan informatie die via de Warme Overdracht beschikbaar komt. Voor komend jaar zullen we het gebruik van de formulieren, ook voor de eerste mentorrapportage als meetpunt om een vergelijking met vorig jaar te maken gebruiken. § 4.2.2 Werkafspraken via een Persoonlijk-Ontwikkel-Plan (POP) voor instromers en doublanten In de voorlichting naar ouders en leerlingen zullen we de zorg die wij willen bieden in geval van instroom en/of doublure beter moeten inkaderen. Hiervoor kunnen we een aantal ijkpunten vaststellen. In schema ziet dit voor klas 2 en 3 er als volgt uit: Wanneer 10 juli 2 sept. 2 sept 15.15 4 sept. 15.15 4-9 sept. 15 okt 28 okt 28 okt-20 dec 29 okt 29 okt- 1 nov. 3 dec 10 dec 16-20 dec
Wat Kennismaking ouders van instromers Teamleiders mailen lijst doublanten/instromers naar Deca/Zoco Kennismaking instromers Kennismaking ouders doublanten Mentoren maken POP met instromers en doublanten LWM 1 Afronding POP met goede leerlingen. Complimenten geven Verplichte studie-uren voor uitvallers LLNbespr.1 Mentoren bespreken voortgang met lln. Stellen eventueel nieuw of vervolgpop op. LWM 2 LLNbespr.2
Wie Zoco/Teamleiders/Deca Teamleiders ZoCo/Mentoren/Deca ZoCo/Mentoren/Deca Mentoren Mentoren vragen voortgang bij vakdocenten Mentoren Team 2/3/4 Mentoren bespreken voortgang in team Mentoren Mentoren vragen voortgang bij vakdocenten Mentoren bespreken voortgang in team. Besluit welk vervolgtraject Mentor/ZoCo/deca
Mentor vult groepsbeoordelingsformulier in en mailt dit aan ZoCo/Deca 6 jan-28 mrt Voortzetting studie-uren Team 1/2/3/4 6-10 jan Overleg*: Bepalings gesprekken/SLBT/PAC/Nio ZoCo/ Deca ( Ouders) Voor 28 maart Afronding overstaptraject ZoCo/Deca Voor 25 april Leerling ingeschreven op andere opleiding, ZoCo/Deca leerroute * In onderling overleg tussen Deca en Zoco is afgesproken dat alle leerlingen boven de 16 bij Deca liggen en onder de 16 bij ZoCo.
33
DE ZORGPUZZLE
Voor klas 4: Wanneer 2 sept.
4-9 sept. 15 okt 28 okt 28 okt-20 dec 29 okt 29 okt- 1 nov. 1 nov 3 dec 10 dec 10 dec 11 dec Na 11 dec
Wat Overzicht voor de mentoren met doublanten per klas Gesprek met leerling en ouders Afspraken pop Mentoren maken POP met doublanten LWM 1 Afronding POP met goede leerlingen. Complimenten geven Verplichte studie-uren voor uitvallers LLNbespr.1 Mentoren bespreken voortgang met lln. Stellen eventueel nieuw of vervolgpop op. Ouders informeren over voortgang LWM 2 LLNbespr.2 Mentor vult groepsbeoordelingsformulier in en mailt dit aan decaan. Gesprek met ouders en leerling Positief Advies: blijven op school Negatief advies: onmiddellijke overstap naar mbo 1
Wie teamleider Teamleider / decaan Mentoren Mentoren vragen voortgang bij vakdocenten Mentoren Team 2/3/4 Mentoren bespreken voortgang in team Mentoren Mentoren Mentoren vragen voortgang bij vakdocenten Mentoren bespreken voortgang in team. Besluit welk vervolgtraject Mentor /deca Teamleider / decaan Deca / teamleider
In overleg met mentoren en teamleiders kiezen we voor brede zorg tot aan het eerste rapport. Ontwikkelt de leerling zich in de richting om succesvol te zijn dan wordt de begeleiding voortgezet. Bij niet functioneren, in gedrag, motivatie of resultaten, worden ouders op school gevraagd en afspraken gemaakt over de basiszorg die wordt voortgezet, maar dat extra ondersteuning wordt stopgezet aangezien de leerling blijkbaar niet wil verbeteren/veranderen. Ouders en leerling worden verwezen naar de decaan/zorgcoördinator voor acties richting afstroom. § 4.2.3 Cito Volg- en Adviessysteem (Cito-VAS) Komend jaar zal Cito-VAS toets 1 worden afgenomen in klas 1. Mentoren en docenten moeten voorgelicht worden over het gebruik van de voortgangsrapportage om te zien waar het goed gaat en waar gaten in de kennis zitten. Vervolgens moet er dan een programma gemaakt worden voor hulp op maat. Dit zou kunnen via studielessen, T-uur, extra ondersteuning enz. Voorwaarde hiervoor is dat mentoren en vakdocenten wel in staat moeten zijn de uitslagen te lezen en hieraan conclusies te verbinden. Komend jaar willen we samen met het samenwerkingsverband hier actie op gaan zetten. § 4.2.4 Vragenlijst Studievoorwaarden (VSV)/Klimaatschaal In klas 4 zal de VSV in worden voorgezet. Het team van klas 1 heeft ingestemd met een voortzetting van het uitvoeren van de Klimaatschaal. In klas 2 zal er een pilot uitgezet worden bij een aantal docenten en mentoren om bekend te worden met de Klimaatschaal. Aandachtspunt is het bewust inzetten van de handelingswijzers die de Klimaatschaal biedt. De mentoren in klas 1 gaan actief aan de slag met de kennis en inzichten van groepsdynamica om te werken aan het pedagogisch klimaat. Tijdens teamoverleg zal daar steeds kort op ingespeeld worden. In klas 2 zal een aanzet gegeven worden om bewuster met het groepsklimaat om te gaan. In klas 2 wordt een onderzoek uitgevoerd om te kijken of na het PBS (Positive Behavior Program) de groepssfeer kan verbeteren.
34
DE ZORGPUZZLE
§ 4.2.5 Zorgcyclus De zorgcyclus zal komend jaar worden voortgezet. De opzet van de cyclus in periodes van 8 weken blijft gelijk. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de periode na de aanmelding. Mentoren kunnen gebruik maken van signaleringsformulieren om tot een diagnose te komen, dan wel een hulpvraag op te kunnen stellen voor de leerlingenbespreking. Gebruik maken van elkaars expertise als mentoren en van het zorgteam zal hiervoor extra aandacht moeten krijgen. Ook de rol van Magister en de leerlingenadministratie als vindplaatsen van extra informatie zal verbeterd worden. § 4.2.5.1 De leerlingwerkmiddag (LWM) Voortzetten § 4.2.5.2 De Mentorbeoordeling Voortzetten § 4.2.5.3 De leerlingenbespreking De leerlingenbespreking moet meer vorm krijgen als adviserend podium voor de mentor. Teamleden moeten duidelijk voor ogen hebben dat een leerling niet alleen de verantwoordelijkheid is van mentor en vakdocent, maar een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het jaarteam. Screening door mentoren en het opstellen van een hulpvraag moet duidelijker naar voren komen. Mogelijke vervolgstappen blijven: -Huiswerkbegeleiding -Studie-ondersteuning -Gele kaart -Mentorgesprekken -POP -Handelingsplan/-wijzer -Inzet buddy / LOL Of de hulpvraag plaatsen bij de tweede lijnszorg: -Gesprekken Zorgcoördinator -Gesprekken faalangsttrainers / Sovatrainers -Aanmelding Zorg- en Advies Team (ZAT) -Gesprekken decaan § 4.2.6 Huiswerkbegeleiding Voortzetten § 4.2.7 Studie-ondersteuning Studieondersteuning zal komend jaar uitgebreid worden met extra uren studie-ondersteuning op school, met als doel het rendement van de school omhoog te brengen. Voortzetten § 4.2.8 Begeleidingskaart Voortzetten
§ 4.2.9 Mentorgesprekken
35
DE ZORGPUZZLE Voortzetten § 4.2.10 Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) Voortzetten § 4.2.11 Handelingsplan/Handelingswijzer Voortzetten § 4.2.12 Buddy/LOL Binnen mentoraatoverleg kijken naar de mogelijkheden om zowel het inzetten van buddy’s als ondersteuning door lesgenoten uit te breiden. § 4.2.13 Ordeproblemen en hernieuwde inzet Leefstijl In een aantal groepen waren er het afgelopen jaren ordeproblemen. De groep had zich op een negatieve manier gevormd en ging zich tegenover docenten steeds negatiever gedragen. Het inzetten van activerende werkvormen, “energizers” en leefstijllessen kunnen vooral tijdens de vormingsperiode van een klas (eerste weken) bijdragen aan een positieve sfeer. § 4.3 Tutoraat Voortzetten § 4.4 Bazar Ter voorbereiding op de taaltoets in 2014 zal er meer gelezen moeten worden. Het taalbeleid vraagt leerlingen meer te laten lezen. De exacte invulling is nog niet geheel rond, maar we gaan ervan uit dat Bazar in klas 1 vooral bezig zal blijven met “leesplezier”. Er komen 2 kisten met het boek “Spijt” van Carry Slee bij. Dat geeft de mogelijkheid aan alle klassen om dit boek klassikaal te lezen. Aan de hand van de evaluatieformulieren van de docenten die Bazar gegeven hebben zullen de projecten worden aangepast en aangevuld. De steunlessen kunnen worden gegeven afhankelijk van het toegewezen aantal studenten. Binnen het Bazarprogramma zal een groepje dyslecten worden geformeerd. Microconsult heeft toegezegd dat zij hiervoor materialen ter beschikking zal stellen. Volgend schooljaar komen er in klas 2 een aantal veranderingen in het programma. De verandering zijn het gevolg van de gesprekken die met collega’s en leerlingen zijn gevoerd. De lessen worden aangepast aan de belevingswereld van de leerlingen. Het is de bedoeling dat de leerlingen meer leesplezier krijgen. Daarom gaan we volgend schooljaar anders aan de slag. Sommige onderdelen die we dit schooljaar hebben uitgevoerd blijven nog steeds op het programma staan maar worden gegeven in verschillende werkvormen. Sommige onderdelen zijn eruit gehaald. Daarvoor zijn er nieuwe onderdelen toegevoegd. De onderdelen behoren allemaal onder het project Bazar. De leerlingen krijgen volgend schooljaar Bazarlessen van hun mentor. De mentor kan de leerlingen beter in de gaten houden. De leerlingen worden ook beoordeeld voor de Bazarlessen. De leerlingen worden beoordeeld op hun gedrag, motivatie en inzet. Daarnaast krijgen de leerlingen twee keer in
36
DE ZORGPUZZLE het schooljaar een schriftelijke toets over de onderdelen van de Bazarlessen. De Bazarlessen worden vanaf volgend schooljaar gegeven in het computerlokaal. De onderdelen voor de docenten en leerlingen komen op Wordpress te staan. Via deze site kunnen de docenten en leerlingen makkelijk bij ieder onderdeel. De leerlingen kunnen hierdoor ook direct aan de slag. De leerlingen gaan tijdens de les gebruik maken van online materiaal, digitale didactiek, verschillende werkvormen etc.. Wanneer de leerlingen de toets behalen met een goed, krijgen zij een certificaat. Dit gaan we doen om de leerlingen te motiveren voor de Bazarlessen. We willen de leerlingen het gevoel geven dat zij de Bazarlessen niet zomaar krijgen en dat het niet nuttig is. § 4.5 T-uur Volgend schooljaar gaat de huidige 1e klas aan het werk met Got it. Dit gebeurt tijdens het Z- uur en wordt begeleid door de mensen van het OLC. § 4.6 Van waarschuwen tot Verwijderen 4 Het komende jaar draait Van Waarschuwen tot Verwijderen 4. De grootste aanpassingen betreffen het verlagen van werkdruk voor docenten. In plaats van 2 wegstuurformulieren wordt er 1 formulier gebruikt, waar de eerste 5 stappen bij wegsturen opstaan. e
1 keer
e
2 keer
e
3 keer
- Leerling meldt zich bij de dagelijkse leiding. -Leerling meldt zich aan het eind van de les bij de docent: -Docent houdt gesprek en legt sanctie op (max. 1 uur) -De leerling maakt dit in eigen tijd. -De docent mailt ouders en stuurt een CC-tje naar de mentor en plakt de mail in Magisterlogboek van de leerling -De docent kan in het kader van herstelrecht kiezen voor het ongedaan maken van het wegsturen en dit aanvinken voor hij het formulier inlevert bij de teamleider. -Als de sanctie niet wordt uitgevoerd vult de docent dit in. WD wordt hierdoor WT. -Docent levert formulier in bij teamleider -Schakel bij een conflict met een leerling de mentor in voor bemiddeling - Leerling meldt zich bij de dagelijkse leiding. -Leerling meldt zich aan het eind van de les bij de docent: -Docent houdt gesprek en legt sanctie op (max. 2 uren) -De leerling maakt dit in eigen tijd. -De docent mailt ouders en stuurt een CC-tje naar de mentor en plakt de mail in Magisterlogboek van de leerling -De docent kan in het kader van herstelrecht kiezen voor het ongedaan maken van het wegsturen en dit aanvinken voor hij het formulier inlevert bij de teamleider. -Als de sanctie niet wordt uitgevoerd vult de docent dit in. WD wordt hierdoor WT. -Docent levert formulier in bij teamleider -Schakel bij een conflict met een leerling de mentor in voor bemiddeling -Leerling meldt zich bij de dagelijkse leiding. -Dagelijkse leiding maakt afspraak voor leerling bij teamleider voor de keus 3 dagen vierkant (regel 1)of Non-wegstuur-contract -Leerling meldt zich aan het eind van de les bij de vakdocent -Docent houdt gesprek en legt sanctie op (max. 3 uur) -De leerling maakt dit in eigen tijd. -De docent mailt ouders en stuurt een CC-tje naar de mentor en plakt de mail in Magisterlogboek van de leerling -De teamleider kan in het kader van herstelrecht kiezen voor het ongedaan maken van het wegsturen en dit in Magister wijzigen. -Als de sanctie niet of onvoldoende wordt uitgevoerd vult de docent dit in. WD wordt hierdoor WT. -Op afgesproken tijd meldt de leerling zich bij de teamleider -De teamleider bepaalt in overleg met de mentor of het 3dagen vierkant of een Nonwegstuurcontract wordt. -De mentor stelt met de leerling het contract op en bericht de overige docenten/ouders
37
DE ZORGPUZZLE NB -Leerlingen die eerder negatief zijn opgevallen of in dit of voorgaand jaar komen niet in aanmerking, maar krijgen direct 3 dagen vierkant rooster Regel 1 e Regel 1 -DL constateert 3 verwijdering en maakt afspraak bij teamleider voor non wegstuurcontract e of regel 1 (3dagen vierkant). Na inzetten Non wegstuurcontract is dit de 4 verwijdering -Leerling meldt zich aan het eind van de les bij de docent -Docent houdt gesprek en legt sanctie op (max. 3 uur) De leerling maakt dit in eigen tijd. - Docent mailt ouders CC mentor en plak in Magister -WD kan door teamleider verwijderd worden -Teamleider legt 3 dagen vierkant rooster op -DL constateert volgende verwijdering en maakt afspraak bij teamleider voor 5 dagen vierkant -Leerling meldt zich aan het eind van de les bij de docent voor de sanctie Regel 2 -Docent houdt gesprek en legt sanctie op (max. 5 uur) De leerling maakt dit in eigen tijd. -Docent mailt ouders, CC mentor en plak in Magister -Teamleider legt 5 dagen vierkant rooster op -Mentor nodigt ouders uit voor gesprek en schakelt eventueel het zorgteam in. Van waarschuwen tot verwijderen 4
In Van Waarschuwen tot Verwijderen 4 zijn dit jaar als nieuwe items opgenomen: De regeling te laat komen: Keer 6x 10 x 12 x
Actie Leerling en ouders worden schriftelijk gewaarschuwd Preventief gesprek met leerplichtambtenaar op school. Leerling komt op gesprek bij leerplichtambtenaar. Leerling en ouders krijgen een officiële schriftelijke waarschuwing van de leerplichtambtenaar. School doet een leerplichtmelding. 15x Ouders en leerling worden op gesprek uitgenodigd door de afdeling leerplicht. Leerling krijgt een HALT-procedure opgelegd. Bij weigering maakt de leerplichtambtenaar Procesverbaal op. Regeling te laat komen
en de regeling ziekmelden: Keer Actie 10 x Schoolverpleegkundige spreekt leerling preventief. 12 x Leerling en ouders op gesprek bij schoolverpleegkundige. Schoolverpleegkundige informeert KernZat 15x Schoolverpleegkundige wijst door naar leerplicht of KernZat. Regeling ziekmelden
Beide regelingen hebben als doel preventief snel op school te kunnen ingrijpen
38
DE ZORGPUZZLE § 4.7 Gezonde school Volgens de zorgcoördinator is het roken onder leerlingen toegenomen. Hij zou daar nog wel meer aandacht voor willen. De school heeft afgelopen najaar meegedaan aan een onderzoek van het Trimbos instituut over roken en alcohol en drugsgebruik onder jongeren. De cijfers daarvan zijn in de tweede helft 2012 bekend. In de lessen levensbeschouwing is er vaak aandacht voor maatschappelijke onderwerpen en voor onderwerpen als relaties en seksualiteit. Ook bij het vak Biologie komen veel items uitgebreid ter sprake. § 4.8 Leerlingbemiddeling Gezien het feit dat haast alle bemiddelingen plaatsvonden in het eerste leerjaar is het overwegen waard om de inzet van tutoren te gebruiken. Zij zouden een beknopte spoedcursus ‘bemiddelen’ kunnen krijgen. Wanneer er ruzies spelen tussen leerlingen kunnen zij direct ingrijpen. Indien nodig samen met de mentor of coördinator leerlingbemiddeling. Ondanks de beperkte vraag naar mediation blijft dit systeem op passende wijze in leven zonder dat we grote kosten hoeven te maken. Bovenstaande situatie is nog altijd een voorstel.
§ 4.9 Huiswerkbegeleiding Het zou goed zijn om deze manier van werken van huiswerkbegeleiding voort te zetten, met als toevoeging dat cijfers die leerlingen behalen in de lessen ook met de leerlingen geëvalueerd kunnen worden door de begeleiders. Hiervoor kunnen evaluatiekaarten gebruikt worden. De begeleiders hebben aangegeven weer gebruikt te willen maken van vast computerlokaal voor het komend schooljaar.
§ 4.9.1 Begeleiding en training via HSC Ouders en leerlingen in alle leerjaren hebben de mogelijkheid binnen de school betaalde begeleiding in te schakelen. De school geeft HSC de mogelijkheid om deze trainingen aan te bieden.
§ 4.10 Rekenbeleid Het rekenbeleid is het afgelopen jaar niet goed uit de verf gekomen. Door softwareproblemen, snelle personele wissels, ziekte en te weinig borging binnen de teams is rekenen niet “tussen de oren” van collega’s terecht gekomen en wordt het vooral gezien als een fenomeen dat zich afspeelt in T-uren, Got-it en als E-learning. Ook leerlingen en als vervolg daarop ook de ouders zien de problemen niet die het niet behalen van niveau 2F met zich meebrengen. De resultaten bij de rekentoets in klas 3 ….. Voor het komende jaar zullen de volgende zaken worden voortgezet en/of ingezet.
39
DE ZORGPUZZLE -Digitaal werken met Got-it wordt voor 4 leerjaren ingevoerd -E- learning komt voor alle leerjaren op het rooster -Het Z-uur wordt omgezet tot digitaal weken met Got-it en of Muiswerk -Het T-uur wordt versterkt -De coördinatie komt bij 2 coördinatoren te liggen aangevuld met de teamleider die de rekenkundige secties onder zich heeft. -Vakdocenten verwerken in hun toetsen rekenopdrachten -De teamleider zorgt voor borging van deze verandering -Klas 3 en 4 kunnen in maart 2014 de rekentoets maken
§ 4.11 Taalbeleid Belangrijk is komend schooljaar een breder draagvlak te creëren voor taalbeleid. Er is daarom voor een gewijzigde opzet gekozen: Coördinatie taalbeleid: Alex Goedhart, Annemiek van Dijk, borging door Cor van der Hoek. Op deze wijze zal er constructiever gewerkt kunnen worden en de ondersteuning van het taalbeleid door het MT/directie beter gewaarborgd zijn. De coördinatoren zullen per week 1 vast overlegmoment kiezen. Taken van de coördinatoren: - Leiden Muiswerk klas 3 - Organiseren E-learning - 3 themaweken taalbeleid voorbereiden: Week 47: week van de schooltaal-, vaktaalwoorden (uitmondend in presentatie) SJM-schooltaalwoordenlijst voor alle lokalen, website etc. Week 5: week van de hoofdletter Week van 6 t/m 12 maart: week van het lezen (in kader van boekenweek) Het is de bedoeling dat komend jaar de plannen t.a.v. taalbeleid via de verschillende vaksecties bekend gemaakt zullen worden. Ook zullen de secties concrete vragen/opdrachten krijgen om daarmee binnen het eigen vak aan de slag te gaan. Taalbeleid in de verschillende leerjaren: In klas 1 zal er tijdens het T-uur aandacht zijn voor onderhoud van rekenvaardigheden, maar ook van taalvaardigheden. Daarnaast zal het Bazaruur deels ingevuld blijven zoals voorheen (bevordering leesplezier middels allerlei projecten en/of extra ondersteuning van leerlingen), deels zal er zeer regelmatig gewoon gelezen worden door de leerlingen.Lezen gebeurt buiten school steeds minder, dus is hier een belangrijke taak voor school weggelegd. Immers, veel lezen is essentieel voor een goede taalvaardigheid. In klas 2 zal een gedeelte van het Bazaruur ingevuld worden met lezen door de leerlingen. Het is van groot belang dat de leerlingen dan mogen lezen, wat hen aanspreekt.
40
DE ZORGPUZZLE In klas 3 zullen de leerlingen ook dit jaar weer tijdens het Z-uur in het OLC aan Muiswerk werken ter voorbereiding op de taaltoets, die vanaf 2014 officieel in het examen Nederlands ge-ïntegreerd zal worden. (het is voor iedereen nog onduidelijk hoe dit eruit zal komen te zien!!) In september zullen de leerlingen in het OLC de drempeltoets maken tijdens het Z-uur, vervolgens kunnen zij op school en thuis aan de slag met Muiswerkoefenprogramma’s. In juni zal de drempeltoets wederom afgenomen worden. Het is de bedoeling dat een deel van de verantwoording van onderhoud van de taalvaardigheid bij de ouders komt te liggen. Zij worden op de hoogte gebracht van de vorderingen van hun kind en zij zullen hun kind moeten stimuleren om ook thuis aan de slag te gaan met het oefenen ter vergroting van de taalvaardigheid. Tijdens het mentoruur van klas 4 zullen er door de mentoren verschillende lessen gegeven worden over het taalgebruik in de examens van de verschillende vakken. Het is belangrijk dat de mentor goed wordt voorbereid en aldus op geïnspireerde wijze aan de slag kan.
§ 4.12 Speciale projecten Een aantal speciale projecten liggen komend jaar op tafel § 4.12.1 Pestprotocol 2013-2016 Voor de zomervakantie is in klas 1 en 2 speciale aandacht gericht op het pestprotocol. Klas 1 en 2 zijn voorafgaand aan de zomervakantie naar de film “Spijt” geweest, naar het boek van Carry Slee. Vervolgens zijn klassikaal activiteiten geweest rond het pesten van andere leerlingen. Na de zomer worden deze activiteiten voortgezet. Klas 2, dan inmiddels klas 3 zal deel gaan nemen aan Challenge-Day in november 2013. § 4.12.2 Protocol genotmiddelen 2013-2016 De afgelopen jaren heeft het protocol genotmiddelen gedraaid. Inmiddels is dit protocl toe aan een herziening/aanvulling. Doel van dit protocol is het gebruik van genotmiddelen als tabak, alcohol en mogelijk canabis terug te dringen. Het gebruik van tabak binnen de schoolpoorten wordt in 3 stappen aangepakt. Na een waarschuwing en een schrijfstraf volgt in de derde stap een schorsing volgen het Protocol Van Waarschuwen tot Verwijderen 4. Naast deze toevoeging zal ook het KernZat worden ingeschakeld. § 4.12.3 Protocol Medisch handelen In overleg met het Steunpunt Onderwijs wordt het protocol komend jaar opgesteld. § 4.12.4 Challenge-Day Komend schooljaar zal Challenge-Day Nederland Challenge-Days organiseren in klas 3. In overleg met diverse subsidiegevers is besloten dit project breed op te zetten: -In samenwerking met het CJG zal het gezondheidsonderzoek dat komend jaar in klas 3 plaats zal vinden gekoppeld aan Challenge-Day Uitkomsten zullen worden samengevoegd om vervolgens te bepalen welke leerlingen directe zorg zullen nodig hebben.
41
DE ZORGPUZZLE -In samenwerking met Challenge-Day Nederland wordt er in september 2013 een nulmeting gehouden onder de derdeklassers. Deze meting zal herhaald worden in december en kan eventueel nogmaals uitgevoerd in de loop van 2014. Dit om de Spin-off van Challenge-Day onder de leerlingen te kunnen monitoren. -Challenge-Day wordt ingezet als proefproject voor de gehele regio. Zorgcoördinatoren van vrijwel alle scholen, leerplichtambtenaren, schoolverpleegkundigen, SMW-ers en de politie draaien een dag mee als begeleiders. De uitkomsten van het project worden ter beschikking gesteld van alle deelnemende organisaties om te kunnen beoordelen of Challenge-Day in de regio Nieuwe Waterweg Noord een terugkerend onderdeel van de zorg rondom leerlingen kan worden. § 4.13.1 Mediabeleid Digitalisering staat op dit moment in de koelkast. Tegelijkertijd staat de wereld om ons heen niet stil. Het onderwijs en de mogelijkheden van digitale media worden steeds groter. Een aantal docenten is hier vanuit hun visie op goed onderwijs regelmatig mee bezig. Het is belangrijk dat dit soort “Good-practice” voorbeelden door overige collega’s gezien worden en dat uitgelegd kan worden hoe ons onderwijs de komende 20 jaar er uit zal zien.
§ 4.14 LOB Concreet levert bovenstaande evaluatie de volgende actiepunten op voor volgend schooljaar:
Drie-op-één-gesprekken worden uitgebreid naar twee gesprekken per jaar.
Aan het begin van iedere periode wil ik overleg met coördinator en teamleider om het LOB-programma voor de komende periode te bespreken. Dit om ervoor te zorgen dat LOB het gehele jaar op de kaart staat en dat iedereen voelt wat LOB in optimale vorm kan opleveren.
Andere invulling LOB-dagen (zie ‘LOB-dagen’)
Andere opzet portfolio (zie ‘portfolio’).
Ook voor volgend jaar voldoende buitenschoolse activiteiten plannen.
Ontwikkelen technologieroute, waarbij de technische leerlingen uit leerjaar 3 praktijklessen krijgen op een mbo.
Wederom veel op de werkvloer aanwezig zijn om mentoren te begeleiden bij LOBlessen en gesprekken.
Meer duidelijkheid geven over de loopbaancompetenties (zie ‘portfolio’)
Ouderbetrokkenheid blijven stimuleren.
42
DE ZORGPUZZLE § 4.14.1 Portfolio Evaluatie 2012-2013 Afgelopen jaar hebben we geëxperimenteerd met een portfolio in de elo. Dit werkte niet optimaal, omdat de opzet niet in orde was. Oorzaken:
De uitleg over het portfolio was te uitgebreid en beschreven in een te moeilijk taalgebruik.
Uitleg van de competenties was te ingewikkeld. Docenten en leerlingen zagen hier het nut niet van in.
Het bijbehorende reflectieformulier was hierdoor ook niet duidelijk.
De elo is niet de geschikte locatie voor het portfolio. Volgend jaar zal het portfolio in de elo van magister worden geplaatst. In het portfolio slaan de leerlingen immers bewijsstukken op, die inzicht geven in hun loopbaanontwikkeling. Dit past heel goed in Magister, omdat dit een leerlingvolgsysteem is. Daarnaast kunnen mentoren en ouders de ontwikkeling van het kind bijhouden.
Plan 2013-2014 Een vereenvoudigd portfolio op Magister, waarin de loopbaanontwikkeling door diverse partijen kan worden ingezien. § 4.14.2 LOB-dagen en ouderbetrokkenheid De LOB-dagen zullen volgend jaar wederom worden gesplitst en deze worden verdeeld over twee volle dagen en twee middagen. Het voordeel hiervan is dat de leerlingen op de middagen kunnen worden voorbereid op de volle LOB-dag. Op deze manier weten de leerlingen van tevoren wat er van hen wordt verwacht. Bovendien waren drie volle dagen voor een aantal leerjaren te lang om deze effectief te benutten voor LOB-activiteiten. De opleidingenmarkt verdwijnt De afgelopen jaren waren er in de regio Waterweg Noord twee grote opleidingsmarkten voor leerlingen uit het vmbo: de AOB-markt op het Geuzencollege en de opleidingenmarkt op onze school. Aankomend schooljaar worden deze twee markten vervangen door één grote opleidingenmarkt op het Lentiz Life College in Schiedam. Deze markt is alleen bestemd voor onze vierdejaarsleerlingen. De afgelopen jaren is er binnen het DAT (decanen advies team) door vertegenwoordigers uit het vmbo, mbo en het Steunpunt Onderwijs gesproken over het opzetten van een gemeenschappelijke opleidingenmarkt voor alle eindexamenleerlingen van het vmbo, alleen dan zonder inmenging van het AOB. De door deze partij georganiseerde markt op het Geuzencollege werd om verschillende redenen door steeds minder vo-scholen bezocht. De samenwerking met het AOB is nu beëindigd.
43
DE ZORGPUZZLE Afgelopen maanden hebben we vanuit het DAT een werkgroep geformeerd, die nu de opzet voor een nieuwe opleidingenmarkt heeft ontwikkeld. Het uitgangspunt van de nieuwe markt is een actieve rol van de leerling: hij/ zij gaat zelf op zoek naar informatie en gaat de dialoog aan met de vervolgopleiding. Er zullen dus geen klassikale voorlichtingen worden gegeven. De markt zal worden onderverdeeld in sectoren (techniek, zorg & welzijn, economie en groen) en daarnaast zullen ook de havoscholen, de grote leerwerkbedrijven, particuliere scholen en de SBB worden uitgenodigd. Zoals het er nu naar uitziet, zullen ruim 1100 vmboeindexamenleerlingen ( van alle niveaus) de markt op gestructureerde wijze bezoeken. Ook zullen ouders de gelegenheid krijgen om de markt te bezoeken. De ouderbetrokkenheid Over de ouderbetrokkenheid zijn zowel ouders als school zeer tevreden. Zij worden betrokken bij diverse LOB-activiteiten en in ieder leerjaar wordt er een voorlichting gegeven over ons LOB-beleid en de belangrijke rol die ouders hierin spelen. Daarnaast worden de ouders via de weekbrief en mail op de hoogte gehouden.
44
DE ZORGPUZZLE Hoofdstuk 5 De Tweedelijnszorg
§ 5.1 Inleiding De tweedelijnszorg is zorg die voor een deel in de klas plaatsvindt en een deel buiten de klas. Deze zorg wordt vooral verzorgd door leden van het zorgteam, getrainde docenten en begeleiders van buiten die binnen de school actief zullen zijn. In deze Tweedelijnszorg zullen de pilots KernZat en schoolfunctionaris/onderwijsspecialist het komend jaar verder vorm gaan krijgen. § 5.2 Het Zorgteam Voortzetten § 5.2.1 Gesprekken Voortzetten § 5.2.2 Faalangsttraining klas 1 De brugklasleerlingen kunnen vanaf januari deelnemen aan de faalangsttraining. Er wordt gebruik gemaakt van de gegevens die bekend zijn van de inschrijving. We zetten een oproep in de weekbrief en vragen docenten en mentoren aan ons door te geven wie er baat kan hebben bij een faalangsttraining.
§ 5.2.3 Sociale Vaardigheidstraining/Vrienden Er zal in mei overleg met het CJG een Vrienden training of een Sociale Vaardigheidstraining gegeven worden. § 5.2.4 Examentraining Er wordt in december/januari wederom een training examenvrees georganiseerd voor de examenkandidaten. De screening van de leerlingen vindt plaats door middel van de VSV test, die in oktober zal worden afgenomen. § 5. 2.5 Omgaan met verlies De training ‘Omgaan met verlies’ zal aan in oktober gegeven worden. In de eerste weekbrief van het nieuwe schooljaar zal een stuk geplaatst worden over deze training, met daarin de vraag of geïnteresseerde ouders hun kind willen aanmelden. § 5.3 Dyslexie Bij de aanmelding van de huidige brugklassers is gebleken dat een groot aantal leerlingen reeds beschikt over een officiële dyslexieverklaring. Aan het begin van het nieuwe schooljaar zullen gedurende de eerste weken ALLE leerlingen uit de brugklas het dyslexiedictee volgens het Protocol Dyslexie maken. De resultaten van dit dictee worden bekeken en het werk van de uitvallers zal voorgelegd worden aan Chloe Koote van Microconsult. Zij zal advies uitbrengen voor welke leerlingen het raadzaam is te laten testen op dyslexie.
45
DE ZORGPUZZLE Ouders worden op de hoogte gebracht van dit advies en zij zullen aangeven of zij hun kind wel/niet willen laten testen. Bij de leerlingen, die officieel getest mogen worden, wordt de Brus en Klepeltest op school afgenomen. Zowel aan de leerlingen, die reeds een officiële verklaring hebben als aan de leerlingen, die door Chloe Koote officieel dyslectisch worden verklaard, zal remedial teaching aangeboden worden door een medewerker van Microconsult. Ouders kunnen kiezen voor individuele begeleiding van hun kind, of begeleiding met 1 of 2 andere leerlingen. De remedial teacher van Microconsult zal ook materiaal aandragen voor de extra ondersteuning tijdens de Bazarlessen. Aanpak door de docenten Aan het begin van een nieuw schooljaar krijgt men een overzicht van dyslectische leerlingen. In de brugklas is dit niet meteen duidelijk, er moet getest worden. De namen van leerlingen, die in de testmolen zitten, worden via de mail doorgegeven. Binnen dezelfde sectie gelden dezelfde afspraken. Bij ieder vak is verlenging van tijd/minder vragen van belang, niet alleen bij de talen. Indien de dyslectische leerling extra tijd krijgt om repetitie af te maken, gaarne rust creëren. Bij de talen Duits, Frans en Engels geeft de vakdocent voor het verschijnen van het rapport de inspanning van de leerling door aan de mentor. Bij misbruik door een leerling van zijn pas, melden bij zorgteam. Leerlingen met grote leesproblemen doorgeven aan zorgteam. Aanpak door de mentor -
De mentor inventariseert vlak voor het verschijnen van de rapporten de inspanning bij Frans, Duits en Engels. Op het rapport komt voor beide vakken te staan of de inspanning in orde is. Indien de inspanning niet voldoende is, bespreekt de dyslexiecoördinator dit met ouders en leerling. Bij voldoende inzet, maar lage cijfers, overlegt de mentor met de teamleider en de dyslexiecoördinator. Op 3 van de 4 rapporten moet de inspanningsbeoordeling voldoende zijn om onvoldoendes bij de overgang niet mee te laten tellen. § 5.4 Dyscalculie Voortzetten
§ 5.5 Rots en Water Voor het komende jaar willen we de volgende afspraken behouden: -
De groep moet wederom uit minimaal 10 en maximaal 14 leerlingen bestaan. Duidelijk blijven maken dat de cursus niet alleen voor de onzekere leerling bestemd is, maar ook voor de drukke leerling (“de pester”). De cursus aanbieden voor leerlingen uit de onderbouw. Aan de mentoren vragen om de duidelijke reden erbij te zetten, waarom zij denken dat de leerling de cursus Rots & Water moet volgen. De leerling mag ook door een vakdocent worden opgegeven, in samenspraak met de mentor.
46
DE ZORGPUZZLE -
Duidelijk maken dat de leerling voor zichzelf komt en niet voor ons. Na 1 of 2 lessen met die leerlingen die niet de juiste mentaliteit tonen of zich niet openstellen voor de cursus, een gesprekje houden. Zien wij geen verbetering, dan is de cursus voor deze leerling voorbij. Nog een keer de cursus via een personeelsvergadering toelichten/uitleggen. de cursus meer body geven in samenspraak met de Zorgcoördinator (Ko).
-
Nieuwe afspraken voor komende cursus:
-
Zorgcoördinator heeft na 5 bijeenkomsten een tussentijds evaluatiegesprek met een aantal leerlingen, om te weten of de cursus aan de verwachtingen voldoet. Als leerlingen van de cursus weggestuurd worden, krijgen zij en hun ouders een gesprek met de zorgcoördinator. De aangemelde leerlingen moeten vooraf gescreend worden door de zorgcoördinator, dit om te kijken of de cursus Rots en Water wel de geschikte cursus is voor deze leerlingen. “donderspeech” voor die leerlingen die zonder geldige reden wegblijven van de cursus
§ 5.6 Zorg- en Adviesteam (ZAT) / KernZat De rol van het reguliere ZAT zal komend jaar steeds kleiner worden en mogelijk op termijn in zijn huidige vorm opgeheven kunnen worden. Het KernZat kan de bespreking, met wisselende samenstelling overnemen, zodat toch alle noodzakelijk expertise op school aanwezig is om de juiste begeleiding, of het juiste advies, te kunnen geven. Op termijn zal de onderwijsspecialist (schoolcontactfunctionaris) de rol van de trajectbegeleider overnemen. § 5.6.1 Schoolcontactfunctionaris Het komend jaar zal Passend Onderwijs zijn definitieve vorm gaan krijgen. Dit betekent dat de LGF komt te vervallen en ondersteuning breder zal worden ingezet. Aangezien de Jozefmavo ruime ervaring heeft met LGF-begeleiding zal de school komend jaar meedoen aan deze pilot. In de praktijk houdt dit in dat de ambulante begeleiders, zoals we die tot op heden kennen zich terug trekken. Hiervoor in de plaats komt 1 specialist die naast de rugzakbegeleiding de school zal ondersteunen bij extra zorg voor leerlingen. De verwachting is dat gedurende schooljaar 2013-2014 deze onderwijsspecialist anderhalve dag per week beschikbaar is voor de school. Deze tijd zal gedeeld moeten worden met de trajectbegeleider van het samenwerkingsverband.
§ 5.7 Uitstroom van leerlingen Streefdoel, uitstroom op 5% vast zien te houden.
§ 5.8 Leerlinggebonden financiering (LGF) In het komende jaar zal het aantal LGF-leerlingen afnemen. Zoals de gevens nu zichtbaar zijn zullen er 10 LGF-leerlingen in de school functioneren. De instroom van nieuwe LGFleerlingen bevindt zich in cluster 3 en 4. In de praktijk zal dit betekenen:
47
DE ZORGPUZZLE
-Cluster 2 -Cluster 3: -Cluster 4:
2012-2013 1 maal 2 maal 13 maal
2013-2014 1 maal 2 maal 9 maal
Komend jaar maakt de school gebruik van ambulante begeleiders: -Cluster 2: 1 ambulant begeleider via Auris -Cluster 3: 1 ambulant begeleiders via Scoor -Cluster 4: 1 onderwijsspecialist Verdeling LGF-leerlingen over de leerjaren: -klas 1: 1 leerlingen -klas 2: 4 ‘’ -klas 3: 4 ‘’ -klas 4: 3 ‘’ § 5.8.1 Opzet begeleiding Voortzetten: -Juni: kennismakingsgesprekken met ouders en ambulant begeleiders basisonderwijs. De ouders krijgen voorlichting over ons werkschema en krijgen samen met de ambulant begeleider handelingswijzers mee om samen met de ambulant begeleider in te vullen. -September: LGF-leerlingen worden indien nodig besproken bij de Warme Overdracht - September: Verkennende gesprekken. Opstellen handelingsplannen. - September: Voor LGF-leerlingen start coaching. - Oktober: Rugzakleerlingen besproken in Zorg en Adviesteam (ZAT). - Oktober: Alle LGF-leerlingen staan op de agenda van de leerlingwerkmiddag - Rugzakleerlingen staan vast op de agenda tijdens de leerlingenbespreking. -Aan de leerlingenbespreking neemt de onderwijsspecialist deel. -De mentoren houden in Magister de stand van zaken bij. - Iedere 8 weken: Gesprek tussen coach met ambulant begeleider/onderwijsspecialist en ouders. -Ambulant begeleider ? Onderwijsspecialist bezoekt ouders thuis Begeleidingsopzet LGF
§ 5.8.2 Coaches Voor komend jaar zijn 3 coaches in functie. 2 coaches met 4 leerlingen, 1 coach met 2 leerlingen. Ook dit jaar zal gepoogd worden zoveel mogelijk uren voor de coaches op de dinsdag te roosteren.
§ 5.9 Doorstroom leerlingen Door het beter volgen van leerlingen volgt er binnen de school een verschuiving van verantwoordelijkheden. § 5.9.1 Leerlingen die voor het eerst doubleren Voor deze leerlingen ligt de eindverantwoording in het overleg tussen de teamleider en de zorgcoördinator. Een leerling heeft het recht om na de eerste klas een keer te doubleren. In gesprekken adviseren de teamleider en de zorgcoördinator de ouders en de leerling. Eventueel stelt de zorgcoördinator voor een leerling aan te melden voor het KernZat § 5.9.2 Leerlingen die voor een tweede keer, of in opeen volgende jaren doubleren Met de ouders van doublanten zijn aan het begin van het jaar afspraken gemaakt. Een van de afspraken is dat de doublant dezelfde zorg krijgt als alle andere leerlingen. Als na het
48
DE ZORGPUZZLE eerste rapport blijkt dat de leerprestaties of het gedrag van de doublant niet verbeteren wordt de begeleiding in overleg voortgezet door de zorgcoördinator en de decaan. De decaan bespreekt met de doublant en zijn/haar ouders het mogelijke vervolgtraject bij leerlingen boven de 16. De zorgcoördinator begeleidt onder de 16 jaar.. § 5.10 Passend Onderwijs Het ontwerp Zorgprofiel van de school is in juni 2013 in overleg met het Steunpunt Onderwijs vastgesteld. Ouders krijgen in 2014 een digitaal keuzemenu, waarin ze kunnen zien welk zorgprofiel door welke opleiding wordt geboden en vervolgens een keus maken voor een school voor voortgezet onderwijs
49
DE ZORGPUZZLE Hoofdstuk 6 De Derdelijnszorg § 6.1 Inleiding Drie netten onder de leerlingen. Leerlingen die door het eerste net van de mentor en het tweede net van het zorgteam dreigen te zakken, krijgen van het zorgteam het advies gebruik te maken van de Derdelijnszorg. Veel van deze adviezen verlopen via het ZAT/KernZat. In dit hoofdstuk worden de derdelijnsactiviteiten, waaronder bijvoorbeeld school maatschappelijk werk, leerplicht, schoolarts, Riagg en andere externen besproken.
§ 6.2 School Maatschappelijk Werk Schoolmaatschappelijk werk is een laagdrempelige vorm van maatschappelijk werk. Dit houdt in dat ouders, intern begeleiders/ zorgcoördinatoren, leerkrachten en leerlingen direct bij het schoolmaatschappelijk werk met hun vragen terecht kunnen. De schoolmaatschappelijk werker tracht door gesprekken met leerlingen en /of ouders de problematiek te verminderen en/ of de drempel naar verdere hulpverlening te verlagen. Het schoolmaatschappelijk werk kent drie kerntaken:
Schoolondersteuning Kortdurende hulpverlening Verwijzing
Een schoolmaatschappelijk werker verleent hulp en is ook de verbindende schakel naar andere vormen van hulpverlening. Daartoe is de schoolmaatschappelijk werker onderdeel van de zorgstructuur op school en werkt samen met andere betrokken rondom de school zoals, het CJG, Steunpunt Onderwijs, Leerplicht ambtenaar. § 6.2.1 Helpff.nl Voortzetten § 6.3 Leerplicht Voortzetten
§ 6.4 Plaatsing- en advies commissie (PAC) Voortzetten § 6.5 Rebound Voortzetten § 6.6 Schoolverpleegkundige Gezien de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en de huidige economie is de verwachting dat meer gezinnen en ook kinderen in de problemen komen. Vooral preventief
50
DE ZORGPUZZLE en tijdig insteken op voorkomen van problemen lijkt gewenst. He is wenselijk om vroegtijdig in te steken op o.a. ziekteverzuim. Alle VO1 leerlingen worden door de jeugdverpleegkundige gezien. Ook de derde klassers worden op basis van de uitslagen van de E-movo vragenlijst gezien. Vanuit een voorzichtige schatting zou dat ruim 50% zijn. De gesprekken met de leerlingen zullen voor een groot deel na Challenge-Day volgen. Uitkomsten van deze dagen zullen voor een deel leidend zijn.
§ 6.7 Riagg Voortzetten § 6.8 Overige externen Voortzetten
51
DE ZORGPUZZLE
St.-Jozefmavo
SchoolVeiligheidsPlan Jaarverslag 2012 -2013 Jaarplan
2013-2014 Vlaardingen J van der Kolk
52
DE ZORGPUZZLE
INHOUD
1.1 Inleiding 1.2 Schoolveiligheidsplan 2012-2013 2.1 Veiligheidsbeleid St.-Jozefmavo 2.2 Prioriteiten 2012-2013 3.1 Overzicht van prioriteiten, acties en maatregelen 2013-2014 3.2 Overige documenten betreffende veiligheid 4. Planning en control 2013-2014
53
DE ZORGPUZZLE
1.1 Inleiding Dit jaar is er hard gewerkt om alle leerlingen, docenten en onderwijs ondersteunend personeel goed te huisvesten. Vanwege de nieuwe aanmeldingen is dependance weer in gebruik genoemn aan e overkant van de Holysingel. SJM in het kort Schoolsoort: VMBO-TL (MAVO), biedt de theoretische leerweg aan, die voorziet in de aansluiting op het lang MBO en het HAVO. Een overstap naar het HAVO is ook mogelijk na het eerste jaar. Grootte: Ongeveer 940 leerlingen uit Vlaardingen, Schiedam, Maassluis en Maasland. Onderwijs in één modern gebouw en één kleine dependance. Signatuur: Een school op katholieke/algemene grondslag, die openstaat voor iedereen die de volgende waarden onderschrijft: respect, verdraagzaamheid, betrokkenheid en solidariteit. Begeleiding: - mentoraat met aparte mentoruren - hulp voor leerlingen met faalangst - duidelijke huiswerkafspraken - huiswerkbegeleiding - hulp bij leerhiaten - aandacht voor sociaal-emotionele problemen - goede voorbereiding op vervolgonderwijs - via inlogcode altijd inzicht in de behaalde resultaten - duidelijke aanpak van pestgedrag Lesrooster: - geen tussenuren in het rooster - telefonische melding bij uitval van het eerste uur Ouders: - 4x per jaar een ouderavond/thema-avond - enthousiaste ouderraad - actieve oudergeleding in de medezeggenschapsraad Reputatie: - betrokken, veilig en respectvol - onderwijs en zorg op maat - groot aanbod van buitenlesactiviteiten - veel nieuwe leerlingen op aanraden van huidige leerlingen Examen: - hoog percentage geslaagden - zeven examenvakken in plaats van zes - beeldende vorming of muziek in examenpakket mogelijk - ICT als examenvak (slechts 10 scholen in Nederland) SJM in het kort
Naam veiligheidscoördinator / veiligheidsverantwoordelijke: J van der Kolk (Zorgcoördinator) M. Blok (Gebouwbeheer en BHV)
54
DE ZORGPUZZLE 1.2 Schoolveiligheidsplan 2012/2013 In het plan 2012-2013 waren de prioriteiten:
Prioriteit 1 Prioriteit 2 Prioriteit 3 Prioriteit 4 Prioriteit 5 Prioriteit 6 Prioriteit 7 Prioriteit 8 Prioriteit 9 Prioriteit 10 Prioriteit 11 Prioriteit 12
Protocol Van waarschuwen tot verwijderen Aanpak ziekteverzuim Klantvriendelijkheid richting ouders en leerlingen en personeel Leerlingenparticipatie Verkeersveiligheid rond het gebouw Overleg CJG en GOSA De wijkagent in de school Veiligheid aan de poort BHV / Ontruimingsplannen Verkeersveiligheid van en naar de dependance Pestprotocol 2013-2016 Protocol Genotsmiddelen 2013-2016
Prioriteit 1
Protocol Van waarschuwen tot verwijderen
Het onder controle krijgen van verwijdering van leerlingen heeft dit jaar goed gefunctioneerd. Het aantal verwijderde leerlingen neemt af. Uit het Personeelstevredenheidsonderzoek 2013 (PTO) blijkt echter dat een groep docenten het protocol als omslachtig ervaren en werkverzwarend. De Te laatregeling heeft dit jaar redelijk gewerkt. Vooral nu de leerplichtambtenaar gesprekken binnen school houdt is beter de vinger aan de pols te houden. Prioriteit 2
Aanpak ziekteverzuim
Ook dit jaar is het ziekteverzuim hoog gebleven. Door automatisering van de gegevens via Magister en het toegankelijk maken van Magister voor de schoolverpleegkundige en leerplichtamtenaar is er een betere aanpak ontstaan. Prioriteit 3
Klantvriendelijkheid richting ouders en leerlingen en personeel
Dit is een blijvend punt van aandacht voor ieder die werkzaam is in de organisatie Prioriteit 4
Leerlingenparticipatie
Leerlingenparticipatie is vrij lastig van de grond te krijgen. Bij de start van het jaar is er gezocht naar verbetering, maar in de loop van het jaar is de participatie weggezakt. Het overleg tussen de directie en de leerlingenraad is niet van de grond gekomen en ook de betrokkenheid binnen de MR is weggezakt. Prioriteit 5
Verkeersveiligheid rond het gebouw.
Dit jaar weinig problemen. Enige probleem blijft de hanggroep voor het hek, waardoor onoverzichtelijke situaites kunnen ontstaan. Prioriteit 6
Overleg CJG en GOSA
Het CJG is in de vorm van de schoolverpleegkundigen binnen het ZAT/KernZat actief bezig geweest binnen de schoolorganisatie. Vanwege het toenemende aantal leerlingen dat op wat voor manier dan ook problemen had, functioneerde het KernZAT vrijwel wekelijks. De samenwerking met de GOSAregisseur is dit jaar goed verlopen. Terugkoppeling blijft echter een punt van aandacht. Prioriteit 7
De wijkagent in de school
Bij de start van dit schooljaar is er maandelijks bezoek geweest van de wijkagent. In de loop van het jaar is dit wegens het werkrooster van de wijkagent helaas minder geworden. De contacten met de politie zijn dit jaar sterk verbeterd.
55
DE ZORGPUZZLE
Prioriteit 8
Problemen aan de poort
Het afgelopen jaar zijner duidelijk minder incidenten aan de poort geweest. De mogelijkheid om snel de politie op te kunnen roepen en het fotograferen van overlastplegers hebben hierin een positieve bijdrage geleverd. Ook het waarschuwen van ouders van onze leerlingen draagt hierbij. De samenwerking met omliggende scholen is goed. Contacten worden snel gelegd en van vervolgacties, al dan niet met de wijkagent, houden we elkaar goed op de hoogte. Prioriteit 9
BHV/Ontruimingsplan
Het afgelopen jaar is aandacht besteed aan een ontruimingsoefening en zijn collega’s gevraagd het team BHV-ers te versterken. Prioriteit 10
Verkeersveiligheid van en naar de dependance
Het afgelopen jaar zijn door zo min mogelijk fietsbewegingen tussen de gebouwen geen noemenswaardige problemen geweest. Prioriteit 11
Pestprotocol 2013-2016
Het nieuwe pestprotocol 2013-2016 is door de school, de MR en het besuur vastgesteld. Prioriteit 12
Protocol Genotmiddelen 2013-2016
Ook dit protocol is opnieuw vastgesteld. Aangepast is de regeling rondom roken en toegevoegd aan de lijst is “gamen” als verslaving.
Overige aandachtspunten Hier betreft het vaste onderdelen die doorlopend aandacht vragen. -De Gezonde school De Gezonde school is het afgelopen jaar nieuw leven ingeblazen en heeft ook geleid tot het predicaat “Gezonde School”, met de bijbehorende ster. -Gemeentelijk veiligheidsbeleid
56
DE ZORGPUZZLE 2.1
Veiligheidsbeleid St.-Jozefmavo 2013-2014
De meeste prioritieiten zullen komen jaar voortgezet kunnen worden. Complicerende factor blijft het gebruik van een dependance aan de overkant van de Holysingel, waardoor leerlingen en docenten zich moeten verplaatsen.
2.2
Prioriteiten 2013-2014
Prioriteit 1 Prioriteit 2 Prioriteit 3 Prioriteit 4 Prioriteit 5 Prioriteit 6 Prioriteit 7 Prioriteit 8 Prioriteit 9 Prioriteit 10 Prioriteit 11
Protocol Van waarschuwen tot verwijderen 4 Aanpak ziekteverzuim Klantvriendelijkheid richting ouders en leerlingen en personeel Leerlingenparticipatie Verkeersveiligheid rond het gebouw Overleg CJG en GOSA De wijkagent in de school Veiligheid aan de poort BHV / Ontruimingsplannen Verkeersveiligheid van en naar de dependance Challenge-Day
57
DE ZORGPUZZLE 3.1
Overzicht van prioriteiten, acties en maatregelen op het gebied van veiligheid voor 2013-2014
Thema (algemeen)
Actie/maatregel (specifiek)
Resultaat van actie of maatregel (concreet, meetbaar)
Naam verantwoordelijke medewerker(s)
Overige betrokken medewerker(s)
Datum start
Datum Gereed
Prioriteit 1:
Protocol Van waarschuwen tot verwijderen 4
Duidelijkheid en werkbaar voor personeel en leerlingen
Management
Docententeams
01-09-2013
01-07-2014
Prioriteit 2:
Aanpak ziekteverzuim
Via een gestructureerde aanpak leerlingen doorverwijzen naar schoolarts en leerplicht
J van der Kolk
01-09-2013
01-07-2014
Prioriteit 3:
Klantvriendelijkheid richting ouders en leerlingen en personeel
-Oudertevredenheidsonderzoek (OTO) 2012-2013/ 2013-2014
-Medezeggenschapsraad
Teamleiders Magisterbeheer Mentoren OOP C van Vuuren
01-04-2013 01-04-2014
01-11-2013
Leerlingtevredenheidsonderzoek(LTO) 2012-2013 / 2013-2014
Management
J van der Kolk
01-04-2012 01-04-2014
01-10-2013
-Bespreking resultaten LTO
Teamleiders
Alle teams
01-10-2013
01-11-2013
Personeelstevredenheidsonderzoek (PTO) 2012-2013 /2013-2014
PMR
Management
01-03-2013 01-03-2014
01-05-2013
58
DE ZORGPUZZLE Prioriteit 4:
Leerlingenparticipatie
-Leerlingenraad en PR-leerlingen draaien volwaardig mee in de MR
J van der Kolk
-Leerlingenraad en PR draait mee in agendacommissie MR
J van der Kolk
-Klankbordgroep leerlingen - directie
J van der Kolk
-Instellen Tutoraat
Coördinatoren Leerlingenraad
01-09-2013
01-07-2014
01-09-2013
06-10-2013
C van der Hoek
01-06-2013
01-09-2013
-Leerlingen medeverantwoordelijk voor toezicht aula en buitenterrein
B. Lassooij
01-09-2013
01-07-2014
-Leerlingenraadverkiezingen
F. Elsendoorn
01-10-2013
-Leerlingtevredenheidsonderzoek 2013 /2014
J. van der Kolk
01-04-2014
30-05-2014
01-09-2013
01-07-2014
Directieleden
Prioriteit 5
Verkeersveiligheid rond het gebouw
Ouders wijzen op gevaarlijk situatie indien de straat voor het hek wordt gebruikt als plaats om leerlingen af te zetten
M . Blok
Management Wijkagent
Prioriteit 6:
Overleg CJG en GOSA-regisseur
Regelmatig overleg tussen school en instanties over hoe men elkaar kan ondersteunen
J van der Kolk
CJG GOSA-regisseur
01-09-2013
01-07-2014
Prioriteit 7:
De wijkagent
School wil de wijkagent regelmatig op school hebben om vragen te beantwoorden, adviezen te geven enz.
J van der Kolk
G. Oosterhuis
01-09-2013
01-07-2014
Prioriteit 8
Problemen aan de poort
Voorkomen dat leerlingen en jongeren van buiten ruzie met elkaar zoeken bij de poort.
J van der Kolk
K.Roos G. Oosterhuis Teamleiders
01-09-2013
01-07-2014
59
DE ZORGPUZZLE Prioriteit 9
BHV-Training / Ontruiming
Training om bedrijfshulpverlening op peil te houden
M. Blok
BHV-ers
01-09-2013
01-07-2014
Prioriteit 10
Verkeersveiligheid van en naar dependance
Rooster en afspraken maken over verkeer tussen gebouwen
M. Blok
Management
01-05-2013
01-07-2014
Prioriteit 11
Challenge-Day
Voorbereiding, uitvoering en evaluatie. Opbouwen hulpverlening via KernZat
J van der Kolk
KernZat
01-09-2013
31-01-2014
Overige aandachtspunten
Gemeentelijk veiligheidsplan
Opstellen veiligheidsplan op gemeentelijk niveau (tijdelijk op de lange baan geschoven door de gemeente)
J van der Kolk
Gemeente Vlaardingen Overige scholen voor VO
01-09-2013
01-07-2014
60
3.2 Overige documenten betreffende veiligheid Naast de in dit Veiligheidsplan genoemde documenten is er meer informatie over veiligheid en veiligheidsbeleid te vinden in de volgende documenten: -Schoolgids -Actieplan Bedrijfshulpverlening (BHV) -Ontruimingsplannen -Risico-Inventarisatie (R I&E)
4.
Planning en control
Het zorgplan wordt jaarlijks geactualiseerd. De Schoolveiligheid wordt hiervan een vast onderdeel:: Wat te doen?
Datum/maand
Betrokkenen
1. Evalueren doelen afgelopen schooljaar
Oktober 2013
MT
2. Vaststellen nieuwe doelen
Oktober 2013
Zorgteam MT
3. Inventariseren vragen en opmerkingen docenten over nieuwe doelen
April 2014
Team MR(incl. leerlingen) MT
4. Nieuw actieprogramma voor het komende schooljaar
September 2014
Team MT MR(incl. leerlingen) Bestuur
Opmerkingen