Examenreglement St.-Jozefmavo
(schooljaar 2015-2016)
Inleiding Dit examenreglement is opgesteld conform het Eindexamenbesluit V.W.O.-H.A.V.O.-M.A.V.O.-V.B.O. Onverminderd hetgeen is vastgelegd in dit besluit, is in het examenreglement informatie opgenomen over de maatregelen, bedoeld in artikel 5 van het Eindexamenbesluit, en de toepassing daarvan, alsmede regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, de gang van zaken tijdens het eindexamen, de herkansing van het schoolexamen en de samenstelling en adres van de in bovengenoemd artikel 5 bedoelde commissie van beroep. Een aantal relevante (delen van) artikelen van het Eindexamenbesluit zijn in het examenreglement overgenomen. Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting worden door de directeur vóór 1 oktober toegezonden aan de inspectie en aan de kandidaten bekend gemaakt. Een exemplaar van het Eindexamenbesluit V.W.O.-H.A.V.O.-M.A.V.O.-V.B.O. ligt bij de administratie van de school ter inzage. Het examenreglement bestaat uit drie delen: I. Algemeen gedeelte II. Schoolexamen III. Centraal examen
Leden van de examencommissie:
Mw. S.M.M.B. Bos MA (voorzitter) Mevr. T. Aleman (secretaris) Dhr. A. Freijer (lid) Dhr. J. v.d. Kolk (lid)
I
Algemeen gedeelte
1.
Begripsbepalingen (art. 1) In dit reglement wordt verstaan onder: de wet: deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs; Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; Informatie Beheer Groep: de Informatie Beheer Groep, genoemd in de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank; inspectie: de inspectie, bedoeld in artikel 113 of 114 van de Wet op het voortgezet onderwijs; bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, indien het een school voor voortgezet onderwijs betreft, in casu het bestuur van de Stichting Sint Jozef M.A.V.O.; kandidaat: ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen of deeleindexamen wordt toegelaten; gecommitteerde: een gecommitteerde als bedoeld in artikel 36 van het examenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.m.a.v.o.-v.b.o.; school: een school voor v.w.o., een school voor h.a.v.o., een school voor m.a.v.o., een school voor v.b.o. of een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, tenzij anders blijkt; school voor voortgezet onderwijs: een school voor v.w.o., een school voor h.a.v.o., een school voor m.a.v.o., een school voor v.b.o. of een school voor v.m.b.o., als bedoeld in artikel 21 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs; directeur: de rector of directeur van een school voor voortgezet onderwijs; leerling: een leerling aan een school voor voortgezet onderwijs; schooljaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar; examinator: degene die is belast met het afnemen van het examen in een vak; vakken: vakken, deelvakken, intra sectorale programma's en andere programmaonderdelen; de vakken behorende tot de beeldende vorming: tekenen, handvaardigheid (handenarbeid), handvaardigheid (textiele werkvormen), fotografie, film, audiovisuele vorming; kunstvakken: de vakken behorende tot de beeldende vorming, alsmede muziek, dans en drama; algemene vakken: vakken niet zijnde afdelingsvakken genoemd in artikel 26h respectievelijk bedoeld in artikel 26i, eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O. en niet zijnde intra sectorale programma's, genoemd in artikel 26j van dat besluit; sector: een in artikel 10, derde lid, artikel 10b, derde lid of artikel 10d, derde lid, van de wet bedoelde sector; eindexamen v.m.b.o.: een eindexamen dat leidt tot een diploma v.m.b.o., voor zover het betreft de theoretische leerweg, genoemd in artikel 10 van de wet; deeleindexamen: een examen in één of meer van de voor het eindexamen voorgeschreven vakken; staatsexamencommissie: een commissie als bedoeld in artikel 60 van de Wet op het voortgezet onderwijs; herkansing: het opnieuw deelnemen aan een toets van het centraal examen of het schoolexamen; examenstof: de aan de kandidaat te stellen eisen. P.T.A.: Programma van Toetsing en afsluiting SE: Schoolexamen: een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten.
2.
Toelating tot het eindexamen (art. 2) Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van een school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen.
3. 1.
Afnemen eindexamen (art. 3) De directeur en de examinatoren van een school voor voortgezet onderwijs nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De directeur van een school voor voortgezet onderwijs wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen, onverminderd artikel 37.
2.
4. 1. 2.
5. 1.
Indeling eindexamen (art. 4) Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. Het schoolexamen v.m.b.o. voor zover het betreft de theoretische leerweg, genoemd in artikel 10 van de wet, omvat mede een sectorwerkstuk. Het sectorwerkstuk is een werkstuk, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in de betreffende sector. Het sectorwerkstuk heeft betrekking op een thema uit de sector waarin de leerling het onderwijs volgt. Onregelmatigheden (art. 5) Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen, dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling, aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. Ouders/verzorgers van de kandidaat worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
de tussen haakjes vermelde artikelnummers verwijzen naar het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
6. 1.
2. 7. 1.
2.
8. 1.
2.
Een onregelmatigheid of onregelmatigheden ontstaan door omstandigheden gelegen buiten de macht van een kandidaat zal door de directeur in samenspraak met een lid van de examencommissie worden beoordeeld en bezien of die omstandigheden van een dusdanig aard en/of omvang zijn, dat de onregelmatigheid/onregelmatigheden niet aan de kandidaat is/zijn aan te rekenen. Hetgeen wordt vermeld in artikel 22.2 t/m 22.5 is ook onvoorwaardelijk van toepassing op het schoolexamen. Iedere vorm van communicatie met iemand buiten het lokaal of met iemand binnen het lokaal (niet zijnde een surveillant) valt onder onregelmatigheid. Het zal dan ook duidelijk zijn dat het meenemen in het lokaal van apparatuur daartoe, zoals bijvoorbeeld een mobiele telefoon, niet is toegestaan en derhalve ook geldt als onregelmatigheid. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen; b het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen; c het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; d het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en, indien de kandidaat minderjarig is, aan de wettelijk vertegenwoordigers van de kandidaat. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur van een school voor voortgezet onderwijs in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school in te stellen commissie van beroep (zie bijlage 1). Van de commissie van beroep mag de directeur geen deel uitmaken. De commissie van beroep is uitsluitend bevoegd te beoordelen of de beslissing van de examencommissie op correcte wijze tot stand gekomen is. De commissie kan geen inhoudelijk oordeel vellen over de beslissing. In overeenstemming met artikel 30a van de wet wordt het beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk ingesteld bij de commissie van beroep. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. Examenprogramma (art. 7) Onze Minister stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken die onderdeel zijn van het eindexamen, voor elk van de onderwijssoorten examenprogramma's vast, waarin zijn opgenomen: a een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak; b welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt; en c het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken. Begrenzing mogelijkheden vakkenkeuze kandidaten (art. 8) De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit hoofdstuk, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. Voor wie niet als leerling is ingeschreven geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag hen tot het examen in die vakken toelaat en in voorkomend geval nadat toepassing is gegeven aan artikel 27 van het Inrichtingsbesluit W.V.O. De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken of niet verplichte delen van de examenstof examen afleggen dan in de vakken en examenstof die ten minste te samen een eindexamen vormen. Eindexamen v.m.b.o. theoretische leerweg (art. 22) Het eindexamen v.m.b.o. voor wat betreft de theoretische leerweg genoemd in artikel 10 van de wet, omvat: a de vakken die het gemeenschappelijk deel ingevolge artikel 10, vijfde lid, van de wet, omvat; b de twee vakken die het sectordeel ingevolge artikel 10, zesde lid van de wet omvat; en c in het vrije deel twee nog niet in het sectordeel gekozen vakken, bedoeld onderscheidenlijk genoemd in artikel 10, zevende lid, onderdeel a en b, en onderdeel c voor zover het betreft de Friese taal, van de wet, met dien verstande dat het sectordeel en het vrije deel tezamen ten minste twee vakken omvatten die geen moderne taal zijn. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat in de sector economie ten aanzien van wie toepassing is gegeven aan artikel 26n, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O., bij het eindexamen vrijgesteld van het
vak Franse taal of het vak Duitse taal, genoemd in artikel 10, zesde lid, onderdeel c, van de wet, overeenkomstig genoemd artikel 26n, tweede lid. In plaats van elk vak waarvoor vrijstelling is verleend, doet de kandidaat eindexamen in het vak Arabisch, het vak Turks, het vak Spaans of het vak maatschappijleer II. Indien de kandidaat in het vrije deel twee kunstvakken kiest, wordt één kunstvak gekozen uit de vakken behorende tot de beeldende vorming en één kunstvak uit de vakken muziek, dans en drama.
II 9. 1.
2.
3.
4. 10. 1. 2.
3.
4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
16.
11. 1. 2.
Schoolexamen Algemeen Het schoolexamen vindt plaats overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting (PTA). Hierin zijn opgenomen a een omschrijving van de inhoud; b de wijze van toetsen; c de wijze van beoordelen; d de weging van het resultaat; e duur en planning. Het schoolexamen bestaat uit de volgende onderdelen: a schoolexamens b praktische opdrachten; c handelingsdelen; d sectorwerkstuk. e. de rekentoets Het examendossier omvat een overzicht van alle onderdelen van het schoolexamen zoals deze in het voorlaatste en laatste leerjaar van de opleiding wordt opgebouwd. Het dossier bevat eveneens een overzicht van die vakken die niet centraal worden geëxamineerd dan wel reeds in het derde leerjaar worden afgesloten. De schoolexamenperiode en de weken voorafgaand aan deze periode vormen een toets periode. Organisatie Het schoolexamen strekt zich uit over het 3e en 4e leerjaar van de opleiding. Het begin van het schoolexamen valt samen met de aanvang van het 3 e leerjaar van de opleiding. Het schoolexamen eindigt, met inachtneming van artikel 17 met de 3e en tevens laatste schoolexamenperiode in het 4e leerjaar van de opleiding. De vaksecties stellen het PTA op in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de toetsing plaatsvindt. De vaksecties leveren uiterlijk een week voor de afsluiting van het schooljaar het PTA in bij de secretaris van het examen. De vaksecties stellen de correctievoorschriften vast voor de onderdelen waar het PTA uit bestaat. De vaksecties leveren de opgaven en de bijbehorende correctievoorschriften voor wat betreft de schoolexamens, minimaal 5 dagen voor aanvang van een schoolexamenperiode in bij de secretaris van het examen. De secretaris van het examen maakt minimaal 5 werkdagen van tevoren het rooster van een schoolexamen periode bij de kandidaten bekend. Op een dag in de schoolexamenperiode vinden maximaal 3 schoolexamens plaats. De vaksecties stellen opgaven en beoordelingsnormen voor wat betreft de repetities in onderling overleg vast. De opgaven, normen en de wijze van afnemen van een repetitie zijn voor ieder vak uniform. Het afnemen van de repetities in leerjaar 4 vindt plaats op een lesdag tijdens de vaklessen en onder toezicht van de vakdocent die optreedt als examinator. Met inachtneming van lid 10 en 11 stelt de examinator het tijdstip vast waarop voor een klas of cluster een repetitie plaatsvindt. De examinator maakt minimaal 5 werkdagen van tevoren aan de kandidaat het moment bekend waarop een repetitie plaatsvindt. Op een lesdag neemt een kandidaat maximaal deel aan twee repetities. Dit geldt niet voor clustervakken. Het inleveren van beoordelingen en eventueel gemaakte protocollen vindt plaats op vastgestelde data bij de secretaris van het examen. Het mondeling toetsen van onderdelen vindt plaats in aanwezigheid van een andere docent en/of van andere kandidaten die in hetzelfde vak examen afleggen. Het bepalen van het onderwerp voor het sectorwerkstuk vindt plaats in overleg met de examinator. Het bekendmaken van de criteria waar praktische opdrachten, handelingsdelen en het sectorwerkstuk aan moeten voldoen, vindt plaats tijdens de vaklessen voorafgaand aan het moment dat de kandidaat start met de werkzaamheden aan het betreffende onderdeel. De data voor het inleveren van de praktische opdrachten, de handelingsdelen en het sectorwerkstuk staan vermeld in het PTA van het betreffende vak of worden schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt door de vakdocent. Deze data zijn bindend. Beoordeling De docent die de vaklessen verzorgt treedt op als examinator binnen dat vak en stelt de beoordeling vast. De beoordeling van de handelingsdelen vindt plaats met de kwalificatie goed, voldoende of onvoldoende. Een handelingsdeel is een voor een vak specifieke activiteit, waarop door de kandidaat een reflectie moet
3. 4. 5.
6.
12. 1. 2. 3. 4.
13. 1.
2.
3.
worden gegeven of toegevoegd. Dit betekent dat een mening of een eigen indruk hiervan op schrift wordt gezet door de kandidaat. Het is bij voorkeur niet een uitgebreid werkstuk aan de hand van de gegeven eisen of van een handleiding. Dit handelingsdeel moet in de lessen voor de uiterste inleverdatum worden overhandigd aan de examinator. Deze datum is te vinden in het PTA van het betreffende vak. Als het handelingsdeel betrekking heeft op een activiteit buiten school of op een activiteit die alleen op een bepaalde datum kan plaatsvinden, wordt bij reglementaire absentie een alternatieve opdracht gegeven door de examinator in overleg met de teamleider. Bij inleveren na de uiterste datum genoemd in het PTA of bij een beoordeling onvoldoende wordt er een brief naar huis gestuurd door de examinator en heeft de kandidaat 5 dagen de tijd om te zorgen voor een beoordeling voldoende of goed. In de brief zal melding worden gemaakt van de consequentie van het niet tijdig inleveren of van een beoordeling onvoldoende. Dit leidt in beide gevallen tot een onregelmatigheid ( zie art.5). De beoordeling van het sectorwerkstuk vindt plaats met de kwalificatie goed, voldoende of onvoldoende. Met inachtneming van artikel 1 en 2 vindt de beoordeling van de overige onderdelen van het schoolexamen plaats met de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Uit de beoordeling van alle onderdelen genoemd onder artikel 4 en de wegingen conform het PTA, leidt de examinator het eindcijfer voor het schoolexamen af. Voor het eindcijfer gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Bij het beoordelen van een onderdeel van het schoolexamen door twee of meer examinatoren bepalen deze in onderling overleg het cijfer. Mochten de examinatoren niet tot overeenstemming komen dan vormt het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen van ieder van hen het cijfer, afgerond op één decimaal. Mededelingen beoordelingen De examinator maakt de beoordeling van ieder onderdeel van het schoolexamen zo spoedig mogelijk bekend aan de kandidaat. De kandidaten hebben het recht het door hen gemaakte werk op school in te zien. De kandidaat noteert de beoordelingen in het examendossier. Berichtgeving over de beoordelingen aan de kandidaten en hun ouders vindt schriftelijk plaats binnen twee weken na afloop van een toets periode. Berichtgeving over het eindcijfer vindt plaats in combinatie met de beoordelingen van de 3 e toets periode in het 4e leerjaar van de opleiding. Beroep beoordeling en eindcijfer Bij twijfel over de juistheid van een beoordeling voor een onderdeel van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 3 werkdagen na het schriftelijk bekend maken van de beoordeling een verzoek indienen tot herziening van de beoordeling. Het verzoek dient mede ondertekend te zijn door een van de ouders en schriftelijk ingediend te worden bij de directeur van de school. Bij twijfel over de juistheid van de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 3 werkdagen na het schriftelijk bekendmaken van het eindcijfer een verzoek indienen tot herziening van het eindcijfer. Het verzoek dient mede ondertekend te zijn door een van de ouders en schriftelijk ingediend te worden bij de directeur van de school. Binnen 7 dagen na ontvangst van een verzoek om herziening van een beoordeling en/of eindcijfer beslist de directeur over het verzoek.
14. 1. 2. 3.
Rekentoets De rekentoets op het v.m.b.o. wordt afgenomen op 2F niveau. Zowel in het 3e als het 4e leerjaar wordt deze toets maximaal twee maal aangeboden. Bij gebruikmaking van een herkansing telt het hoogst behaalde resultaat.
15. 1.
Herkansingen vierde leerjaar De kandidaat heeft twee mogelijkheden om schriftelijk werk, gemaakt tijdens periode 4 en/of 5 (SE4 of SE5), te herkansen. Bij herkansing telt het hoogst behaalde cijfer. Een mogelijkheid tot herkansing bestaat tevens voor onderdelen van de vakken: lichamelijke opvoeding, en IT (informatietechnologie). In bijlage 2 van het examenreglement is voor deze vakken de mogelijkheid tot herkansing nader uitgewerkt. Een mogelijkheid tot verbeteren of herkansen bestaat voor de handelingsdelen en het sectorwerkstuk. Het bekend maken van de wijze waarop de kandidaat in de gelegenheid wordt gesteld tot verbeteren of herkansen en de termijn waarbinnen dit dient te gebeuren, vindt plaats tijdens de vak lessen voorafgaand aan het moment dat de kandidaat start met de werkzaamheden aan het betreffende onderdeel. Bij inleveren na de uiterste datum genoemd in het PTA of bij een beoordeling onvoldoende wordt er een brief naar huis gestuurd door de examinator en heeft de kandidaat 5 dagen tijd om te zorgen voor een beoordeling voldoende of goed. In de brief zal melding worden gemaakt van de consequentie van het niet tijdig inleveren of van een beoordeling onvoldoende. Dit leidt in beide gevallen tot een onregelmatigheid ( zie art.5). Indien het resultaat van een schoolexamen onderdeel daar aanleiding toe geeft, kan de examencommissie besluiten een herkansing aan te bieden. De examencommissie bepaalt vervolgens datum en tijdstip van de herkansing. Deze herkansingsmogelijkheid geldt voor alle kandidaten van het betreffende vak. Voor het laatste schoolexamen in een schooljaar geldt deze herkansingsmogelijkheid niet. De kandidaten die aan een herkansing wensen deel te nemen, moeten zich daarvoor schriftelijk aanmelden met gebruikmaking van het opgaveformulier herkansing. Deze aanmelding moet uiterlijk een week voor de herkansingsdatum bij de examensecretaris ingeleverd zijn.
2.
3.
4.
5.
6. 7. 16. 1. 2.
3.
4.
5.
6. 7.
17. 1. 2. 3. 4.
5.
6. 7.
8. 9.
10.
18. 1. 2.
Als een kandidaat zonder geldige reden niet verschijnt op het vastgestelde moment van de herkansing dan vervalt deze mogelijkheid. Een herkansing wordt maar 1 maal aangeboden. Bij ziekte/afwezigheid volgt geen nieuwe herkansing. Herkansingen huidige derde leerjaar De kandidaat heeft twee mogelijkheden om schriftelijk werk, gemaakt tijdens periode 1 en/of 2 (SE1 of SE2), te herkansen. Bij herkansing telt het hoogst behaalde cijfer. Een mogelijkheid tot herkansing bestaat voor onderdelen van de vakken: c.k.v., lichamelijke opvoeding, maatschappijleer en IT (informatietechnologie). In bijlage 2 van het examenreglement is voor deze vakken de mogelijkheid tot herkansing nader uitgewerkt. Een mogelijkheid tot verbeteren of herkansen bestaat voor de handelingsdelen .Het bekend maken van de wijze waarop de kandidaat in de gelegenheid wordt gesteld tot verbeteren of herkansen en de termijn waarbinnen dit dient te gebeuren, vindt plaats tijdens de vak lessen voorafgaand aan het moment dat de kandidaat start met de werkzaamheden aan het betreffende onderdeel. Bij inleveren na de uiterste datum genoemd in het PTA of bij een beoordeling ‘onvoldoende’, zal de examinator de ouders/verzorgers per brief hierover informeren. De kandidaat heeft 5 dagen de tijd om te zorgen voor een beoordeling ‘voldoende’ of ‘goed’. In de brief zal melding worden gemaakt van de consequentie van het niet tijdig inleveren of van een beoordeling onvoldoende. Dit leidt in leerjaar 3 tot doubleren en in leerjaar 4 tot uitsluiting van het centraal examen. Indien het resultaat van een schoolexamen onderdeel daar aanleiding toe geeft ,kan de examencommissie besluiten een herkansing aan te bieden. De examencommissie bepaalt vervolgens datum en tijdstip van de herkansing. Deze herkansingsmogelijkheid geldt voor alle kandidaten van het betreffende vak. Voor het laatste schoolexamen in een schooljaar geldt deze herkansingsmogelijkheid niet. De kandidaten die aan een herkansing wensen deel te nemen, moeten zich daarvoor schriftelijk aanmelden met gebruikmaking van het opgaveformulier herkansing. Deze aanmelding moet uiterlijk een week voor de herkansingsdatum bij de examensecretaris ingeleverd zijn. Als een kandidaat zonder geldige reden niet verschijnt op het vastgestelde moment van de herkansing dan vervalt deze mogelijkheid. Een herkansing wordt maar 1 maal aangeboden. Bij ziekte/afwezigheid volgt geen nieuwe herkansing.
Absentie en ziekte bij een schoolexamen Een kandidaat dient 10 minuten voor aanvang van het schoolexamen aanwezig te zijn voor de deur van het lokaal waar het schoolexamen zal worden afgenomen. Een kandidaat die meer dan 30 minuten te laat aanwezig is kan niet meer deelnemen aan het schoolexamen en wordt geacht onreglementair afwezig te zijn. Indien het een luistertoets, een toets muziek dan wel een mondeling schoolexamen betreft is het niet toegestaan dat de kandidaat na aanvang van het schoolexamen het lokaal betreedt. Bij een schriftelijk schoolexamen wordt een kandidaat tot 30 minuten na aanvang toegelaten tot het lokaal. Het schoolexamen eindigt voor deze kandidaat op de hiervoor vastgestelde tijd. De gemiste tijd mag dus niet worden ingehaald. Bij een mondelinge toets, een luistertoets of een toets muziek wordt de kandidaat na aanvang van de toets niet meer toegelaten. Wanneer een kandidaat niet meer kan worden toegelaten tot het schoolexamen(zoals hierboven beschreven) dient hij zich zo spoedig mogelijk bij de teamleider te melden om de reden van zijn te laat komen aan te geven. De teamleider overlegt in de examencommissie wat de consequentie zal zijn. De beslissing wordt zo spoedig mogelijk aan de kandidaat medegedeeld en indien nodig ook aan zijn ouders. Indien een kandidaat door ziekte niet in staat is deel te nemen aan een schoolexamen, dient de teamleider van het betreffende leerjaar (en bij diens afwezigheid de secretaris van het examen of de directeur) hiervan voor 08.30 uur door een van de ouders in kennis te worden gesteld. Bezoek aan huisarts, specialist, tandarts, etc. vormen geen reglementaire reden voor absentie tijdens een schoolexamen. Bij het niet op tijd en/of niet juist melden van ziekte van een kandidaat, wordt deze geacht onreglementair afwezig te zijn. Een kandidaat die een of meer schoolexamens reglementair heeft gemist overlegt op de eerste dag van aanwezigheid een schriftelijke verklaring voor de absentie aan de secretaris van het examen. De verklaring dient ondertekend te zijn door een van de ouders. In hetzelfde schrijven dient vermeld te worden aan welke schoolexamens de kandidaat alsnog wenst deel te nemen. Een kandidaat die in gebreke blijft genoemde verklaring op tijd in te leveren wordt geacht onreglementair afwezig te zijn geweest. Een kandidaat die door ziekte reglementair niet in staat is deel te nemen aan een schoolexamen in een bepaalde schoolexamenperiode, kan op een door de secretaris van het examen aan te wijzen tijdstip het gemiste schoolexamen inhalen. Het inhalen van het schoolexamen dient plaats te vinden voor aanvang van de volgende schoolexamenperiode. Afsluiten schoolexamen De kandidaat dient uiterlijk 7 dagen na afloop van de 3e schoolexamenperiode in het 4e leerjaar alle onderdelen van het schoolexamen te hebben afgerond. Het afsluiten van het schoolexamen vindt plaats nadat alle onderdelen van het PTA van een beoordeling zijn voorzien.
3.
De kandidaat draagt zelf de verantwoordelijkheid voor het tijdig en op de juiste wijze afsluiten van het schoolexamen.
19. 1.
Doubleren en niet slagen voor het eindexamen Bij een doublure van een kandidaat in het 3e leerjaar van de opleiding, komen de beoordelingen van het schoolexamen in het voorafgaande 3e leerjaar te vervallen. Indien de kandidaat definitief is afgewezen voor het eindexamen v.m.b.o. en besluit het leerjaar over te doen, komen de beoordelingen van het schoolexamen in het voorafgaande 4 e leerjaar te vervallen. Ook het cijfer van de rekentoets vervalt. De kandidaten krijgen echter wel drie kansen in het vierde jaar om de toets opnieuw te halen.
2.
20. 1. 2.
III
Gemaakt werk Vernietiging van opgaven en gemaakt werk m.u.v. werkstukken als onderdeel van het schoolexamen, vindt plaats vanaf 21 dagen na het schriftelijk bekendmaken van de beoordelingen. Werkstukken als onderdeel van het schoolexamen ingeleverd ter beoordeling worden tot een half jaar na het afsluiten van het schoolexamen bewaard. Na afloop van deze periode kan een kandidaat het werkstuk na telefonische afspraak met de examinator ophalen. De werkstukken die na 3 maanden niet zijn opgehaald worden vernietigd.
Centraal Examen
21. 1. 2. 3.
Tijdvakken en afneming centraal examen (art. 37) Het centraal examen voor de scholen voor voortgezet onderwijs kent een eerste, tweede en derde tijdvak. Het eerste en tweede tijdvak worden afgenomen in het laatste leerjaar. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door de staatsexamencommissie.
22. 1.
Regels omtrent het centraal examen (art. 40) De directeur zorgt ervoor, dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededeling van de door de commissie, bedoeld in artikel 39 van het Eindexamenbesluit, vastgestelde errata. De directeur draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het centraal examen wordt uitgeoefend. Zij die toezicht hebben gehouden, maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de directeur, samen met het gemaakte examenwerk. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. Bij ministeriële regeling kan ten aanzien van een of meer zittingen worden bepaald dat de kandidaten de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken inleveren bij een van degenen die toezicht houden. Bij die regeling wordt bepaald wanneer de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in de eerste volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven.
2.
3. 4. 5. 6. 7.
23. 1. 2. 3.
4. 5. 6.
24.
Instructie centraal examen De kandidaten zijn tien minuten voor de aanvang van een examenzitting aanwezig. Alle kandidaten blijven tot het eind van het examen in de zaal zitten. Het eind van het examen is het moment waarop al het werk is opgehaald. De kandidaat moet zelf bij zich hebben: - een pen, eventueel een reservepen, voor die vakken waarbij dit toegestaan is een rekenmachine dat voldoet aan de tevoren bekend gemaakte voorschriften, een geodriehoek, een liniaal met millimeterverdeling, een passer, een potlood en een woordenboek. Binas Toegestane hulpmiddelen, die aanwezig zijn in de zaal, worden aan het begin van de examenzitting gecontroleerd. Tassen, luisterapparatuur, telefoons, eten, drinken e.d. mogen niet meegenomen worden in de examenzaal. Kandidaten moeten zich beschikbaar houden tot het einde van het cursusjaar voor een mogelijk hernieuwd examen. Dit is minstens tot en met 1 juli.
Aanvang van zittingen van het centraal examen
1.
2. 3. 4.
5. 6.
25. 1.
2.
3. 4.
Voor het begin van de eerste zitting maakt de directeur de kandidaten opmerkzaam op de volgende voorschriften: a Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. De school verstrekt eveneens gewaarmerkt kladpapier. Kandidaten mogen geen papier meenemen in het examenlokaal. b De kandidaat vermeldt zijn examennummer en zijn naam op het papier. c Na het openen van de enveloppe met de opgaven is het verboden enige mededeling te doen of inlichting over het werk aan de kandidaat te verstrekken. d Het meenemen van andere dan toegestane boeken, tabellen en andere hulpmiddelen is verboden. e Zonder toestemming van de surveillant mag een kandidaat zich niet verwijderen uit het examenlokaal. f Indien een kandidaat zich bij het schriftelijk examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, kan de directeur maatregelen nemen zoals vermeld in artikel 5 van dit reglement. Tijdens het uitdelen van de opgaven heerst er volkomen rust in het examenlokaal. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het begin van de zitting tot het examenlokaal toegelaten worden. Hij levert zijn werk in op het tijdstip, dat is aangegeven voor het einde van de zitting. Kandidaten, die meer dan een half uur na de aanvang van de zitting binnenkomen, mogen niet meer deelnemen aan deze zitting. Bij een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, kunnen zij voor dit vak verwezen worden naar het tweede tijdvak. Op de overige zittingen van het eerste tijdvak dienen zij wel te verschijnen. Het werk wordt met blauw of zwart schrijvende (bal)pen gemaakt. Alleen bij het maken van tekeningen e.d. is het gebruik van potlood toegestaan Er mag geen gebruik gemaakt worden van correctiematerialen; dus mag het niet worden meegenomen.
De zittingen van het centraal examen Deelname aan een zitting betekent, dat het eenmaal gemaakt werk zijn geldigheid behoudt. Een kandidaat dient voor de aanvang van een examenzitting zeer bijzondere familieomstandigheden (ernstige ziekte, overlijden) alsmede eigen ziekteverschijnselen te melden bij de directeur. In overleg met de directeur moet van tevoren worden vastgesteld of een kandidaat in zo'n geval in staat is aan het centraal examen deel te nemen. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding het lokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de directeur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. a Indien de kandidaat het werk na enige tijd hervat, kan na overleg met de inspecteur de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. b Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, kan de directeur, zo mogelijk mede op grond van een medische verklaring, aan de inspecteur verzoeken te beslissen, dat het voor een deel gemaakte werk ongeldig is. De kandidaat mag, indien de inspecteur het werk ongeldig verklaart, in het tweede tijdvak opnieuw aan de desbetreffende zitting deelnemen. c De kandidaat levert zijn werk (met overtollig papier) in bij een surveillant. Een kandidaat mag niet voor afloop van de zitting vertrekken. De opgaven mogen niet voor het einde van de zitting uit de examenzaal worden meegenomen. Voor de ochtendzitting is dit 11.00 uur; voor de middagzitting is dit 15.30 uur.
26. 1. 2.
Einde van de zittingen van het centraal examen Een kwartier voor het einde van de zitting wordt dit tijdstip aangegeven. Aan het einde van de zitting blijven de kandidaten zitten totdat een surveillant, na het ophalen van het werk, het sein geeft om op te staan en te vertrekken.
27. 1.
Inleveren examenwerk Bij het inleveren van het examenwerk dient de kandidaat te controleren of al het gemaakte werk, ook bijlagen e.d., ingeleverd zijn. Als na het verlaten van de examenzaal geconstateerd wordt, dat het gemaakte werk of een deel ervan ontbreekt, dan wordt het werk, c.q. het ontbrekende deel als niet gemaakt beschouwd.
2.
28. 1. 2.
Niet op regelmatige wijze afgenomen examen (art. 43) Indien het centraal examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaatsgehad kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor een of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. De inspectie verzoekt de commissie, bedoeld in artikel 39 van het examenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.v.b.o., eerste lid, nieuwe opgaven vast te stellen en bepaalt op welke wijze en door wie het examen zal worden afgenomen.
29.
Onvoorziene omstandigheden centraal examen (art. 44) Indien door onvoorziene omstandigheden het centraal examen in één of meer vakken aan één of meer scholen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist Onze Minister hoe alsdan moet worden gehandeld.
30. 1.
Verhindering centraal examen (art. 45) Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen voor ten hoogste drie toetsen te voltooien.
2.
3.
4. 31. 1. 2.
3.
32. 1. 2. 3.
33. 1.
2.
3. 4.
34. 1.
2. 3. 4. 5.
35. 1.
Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de directeur aan de commissie mede, wanneer zich dat voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 55, eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de directeur. Eindcijfer eindexamen (art. 47) Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De directeur bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. Vaststelling uitslag (art. 48) De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen in geval van een eindexamen de uitslag vast met inachtneming van artikel 49 van het examenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.. De uitslag luidt 'geslaagd voor het eindexamen 'of 'afgewezen voor het eindexamen'. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de directeur en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen. Uitslag (art. 49) geldend voor het examenjaar 2015/2016 De kandidaat die eindexamen v.m.b.o. heeft afgelegd, is geslaagd indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, en het eindcijfer voor het vak Nederlands niet lager is dan een 5. En tevens a voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of b voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of c voor twee van zijn examenvakken, het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger. Maatschappijleer 1 telt als één van de examenvakken. In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel en voor het sectorwerkstuk de kwalificatie 'voldoende' of 'goed' is behaald. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 51 van het Eindexamenbesluit bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 51, eerste lid, geen toepassing vindt (artikel 51, eerste lid vindt u tekstueel direct hieronder). Herkansing centraal examen (art. 51) De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat ingevolge artikel 49, vijfde lid, de eindcijfers zijn bekend gemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 45, eerste lid, van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen. De kandidaat stelt de directeur vóór een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 48 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin in een examenjaar deeleindexamen is afgelegd. De kandidaat die in een examenjaar zowel eindexamen als een of meer deeleindexamens aflegt, oefent het in het eerste lid bedoelde recht per examenjaar ten hoogste eenmaal uit. Diploma en cijferlijst (art. 52) De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, een cijferlijst uit waarop voor zover van toepassing zijn vermeld: a de cijfers voor het schoolexamen, het resultaat van de rekentoets en de cijfers voor het centraal examen. Het thema van het sectorwerkstuk, alsmede de beoordeling van het sectorwerkstuk. b de beoordeling van het kunstvak en het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg in het v.m.b.o. c het eindcijfer voor de examenvakken, d alsmede de uitslag van het eindexamen.
2.
3.
4.
5.
De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat, daaronder mede begrepen de kandidaat die zijn eindexamen met gunstig gevolg heeft voltooid ten overstaan van de staatsexamencommissie, een diploma uit waarop de leerweg is vermeld die bij de uitslag is betrokken. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit. De directeur en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma's en de cijferlijsten. Bij afwezigheid van de directeur en/of secretaris van het eindexamen, heeft de directeur de adjunct directeur en de teamleider van de leerjaar 4 een mandaat gegeven op de diploma’s te ondertekenen. Indien de kandidaat in een bepaald jaar is geslaagd voor het eindexamen, draagt de directeur er op verzoek van de kandidaat zorg voor dat de behaalde cijfers voor de vakken waarin in datzelfde jaar deeleindexamen of deelstaatsexamen is afgelegd, worden vermeld op de cijferlijst.
36.
Getuigschrift en cijferlijst (art. 53) De directeur kan aan de kandidaat die definitief is afgewezen voor het eindexamen v.m.b.o. en die de school verlaat een getuigschrift uitreiken. Hierop worden de resultaten van het centrale examen en van het schoolexamen vermeld, alsmede het thema van het sectorwerkstuk, voor zover beoordeeld met 'goed' of 'voldoende'.
37. 1. 2.
Duplicaten en afgifte verklaringen (art. 54) Duplicaten van afgegeven diploma's, certificaten, vrijstellingsbewijzen en cijferlijsten worden niet verstrekt. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) te Groningen worden verstrekt.
38. 1.
Afwijking wijze van examineren (art. 55) De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren, dat: a er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld. b de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a het vak Nederlandse taal en letterkunde; b het vak Nederlandse taal; c enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
2.
3.
4.
5. 39. 1.
2.
3.
4.
40.
Bewaren examenwerk (art. 57) Het werk van het centraal examen der kandidaten en de lijst, bedoeld in artikel 56 van het Eindexamenbesluit, worden gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de directeur, ter inzage voor belanghebbenden. Een door de directeur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst, bedoeld in artikel 56 wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard. De directeur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. Een kandidaat die voor een vak ten overstaan van de staatsexamencommissie centraal examen aflegt met geheime opgaven, kan omtrent zijn werk gedurende genoemde periode van zes maanden inlichtingen inwinnen bij de voorzitter van die commissie. Spreiding voltooiing eindexamen (art. 59)
1.
2.
3.
4.
5.
Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, tegen de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het centraal examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het centraal examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken centraal examen heeft afgelegd. Artikel 51, eerste tot en met vierde lid van het examenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o., is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid centraal examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het centraal examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers, behaald tot en met het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen, zendt het bevoegd gezag aan de inspectie een lijst waarop voor die kandidaat zijn vermeld de gegevens, genoemd in artikel 56 van het examenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o., onderdelen a tot en met e. De directeur en de secretaris stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het schooljaar van het gespreid centraal examen of het gespreid schoolexamen, met overeenkomstige toepassing van artikel 49.
41.
Overige bepalingen Waar in dit reglement gelezen wordt: de ouders, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden: de verzorgers of voogden.
42.
Slotbepaling In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de directeur, na de betrokken partijen gehoord te hebben.
Bijlage 1 Het bevoegd gezag is het bestuur van de Stichting Sint Jozef MAVO. De commissie van beroep wordt jaarlijks aangezocht door de directeur en bestaat uit drie leden: de heer A.J. Hewitt (voorzitter) Berkendreef 131 3137 BE Vlaardingen de heer F.W. Wittkampf de heer C. Witvoet
Bijlage 2 Mogelijkheden tot herkansing 1.
Herkansing voor kunstvak 1. Voor het vak CKV bestaan geen schoolexamens. Cijfers worden behaald d.m.v. praktische opdrachten tijdens/buiten de lessen om. Reglementair gemiste opdrachten kunnen worden ingehaald op een door de docent afgesproken moment. De gemiste onderdelen zijn te herkennen aan de 0,1 in Magister. Het deelnemen aan deze herkansingen is op initiatief van de kandidaat. Kandidaten die in de loop van het cursusjaar een onvoldoende hebben behaald voor een praktische opdracht, kunnen voor maximaal 2 onderdelen per jaar een aanvullende opdracht krijgen. Het deelnemen aan deze herkansingen is op initiatief van de kandidaat. Als de beoordeling van de eindpresentatie onvoldoende is, dan maakt de CKV-docent meteen datum, tijdstip en plaats van herkansing aan de kandidaat bekend. Deze afspraak is bindend.
2.
Herkansing voor lichamelijke opvoeding Voor het vak lichamelijke opvoeding bestaan geen schoolexamens. Cijfers worden behaald tijdens de lessen voorafgaand aan een schoolexamenperiode. In de aansluitende schoolexamenperiode wordt tijd ingeroosterd om kandidaten in de gelegenheid te stellen om reglementair gemiste praktische opdrachten in te halen. De gemiste opdrachten zijn te herkennen aan de 0,1 in Magister. Deze kandidaten worden door de docent lichamelijke opvoeding op de hoogte gebracht en tekenen vervolgens een lijst waarop de in te halen praktische opdrachten vermeld zijn. Kandidaten die een onvoldoende hebben voor een handelingsdeel dienen op een door de docent afgesproken tijdstip het handelingsdeel in te halen. De afspraak die de docent maakt is bindend. Tevens kunnen kandidaten, die voor onderstaande praktische opdrachten een onvoldoende hebben gescoord, deze herkansen. Voor leerjaar 3: speerwerpen, kogelstoten en loopnummers; Voor leerjaar 4: loopnummers. Het deelnemen aan deze herkansing is op initiatief van de kandidaat. Na herkansing telt het hoogst behaalde resultaat.
3.
Herkansing voor maatschappijleer 1. Voor kandidaten die voor het schoolexamen een onvoldoende hebben behaald, bestaat eenmaal per cursusjaar de mogelijkheid tot herkansing. Het verzoek tot herkansing moet schriftelijk worden ingediend bij de examinator. Het indienen van een verzoek tot herkansing dient plaats te vinden binnen 3 werkdagen nadat de kandidaat schriftelijk is geïnformeerd over de beoordelingen. Het moment van herkansing zal worden bekend gemaakt door de examinatoren. Alleen de schoolexamens I of II kunnen worden herkanst.
4.
Herkansing voor ITTL Leerjaar 3 : Voor kandidaten die een onvoldoende hebben behaald voor SE 1 van het PTA, bestaat de mogelijkheid om deze toets te herkansen. Het verzoek tot herkansing moet schriftelijk worden ingediend bij de examinator. Dit verzoek moet binnen een week na de bekendmaking van het cijfer worden ingediend. Het moment van herkansing zal worden bekend gemaakt door de examinatoren.