Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen Opdracht 1 bij 8.1 ** Doe de opdracht in groepjes. Uitleg voor de docent: Verdeel de klas in groepjes van vier à vijf cursisten. Op pagina 2 vind je een blad met beroepen die de cursisten in dit boek geleerd hebben. Knip de kaartjes los. Doe de kaartjes in een envelop en geef ieder groepje een envelop. Geef ook ieder groepje een afdruk van pagina 3. Welke opleiding moet je volgen voor het beroep? De cursisten leggen de kaartjes met beroepen in de juiste kolom. Variatie Op de lege kaartjes schrijven de cursisten nog meer beroepen die ze kennen. Ze leggen deze ook in de juiste kolom neer.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 1
kok
slager
huisarts
tandarts
medewerker administratie
meester op de basisschool
dokter
taxichauffeur
automonteur
boer
conducteur
tandartsassistente
verkoper in een kledingwinkel
medewerker op een kinderdagverblijf
burgemeester
juf op de basisschool
advocaat
piloot
bakker
arts
verzorger in de dierentuin
groenteman
leraar
politicus
bedrijfsarts
docent Nederlands
rechter
kapper
journalist
directeur van een fabriek
docent op de middelbare school
drogist
politieman of politievrouw
medewerker op een kantoor
verkoopster op de markt
medewerker in een fabriek
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 2
universiteit hbo-opleiding mbo-opleiding TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 3
Opdracht 1 bij 8.2 Praat samen. Lees de vragen. Geef antwoord. 1. 2. 3. 4. 5.
Kun je bij jou in de buurt cursussen volgen? Waar dan? Volg jij een cursus of heb je een cursus gevolgd? Welke cursus? Waar kun je informatie vinden over cursussen? Kun je bij jou in de buurt opleidingen volgen? Waar dan? Doe je een opleiding of heb je in Nederland een opleiding gedaan? Welke opleiding? 6. Waar kun je informatie vinden over opleidingen? 7. Heb je een diploma uit je geboorteland? Wat voor diploma?
Opdracht 1 bij 8.3 Praat samen. Gebruik het rooster van buurthuis De Klimop hieronder. Jullie willen samen een cursus volgen. Kijk in je agenda en kijk in het rooster. Wanneer kunnen jullie allebei? Welke cursus gaan jullie volgen?
Buurthuis De Klimop Informatie: 030 9854671 Openingstijden: ma. t/m vr. 8.30 – 21.00 uur Ook dit jaar hebben we weer leuke cursussen voor u. Kijk in het rooster wat u leuk vindt. Aanmelden voor een cursus kan tot vrijdag 31 augustus.
Cursussen startdatum 10 september
cursus schilderen
dag maandag
tijd 19.00 – 20.15
lokaal 3
10 september
internet 50+
maandag
19.30 – 21.00
1
17 september
Spaans niveau 1
maandag
19.00 – 20.30
4
11 september
computercursus
dinsdag
19.00 – 20.30
1
11 september
dansen voor kinderen
dinsdag
16.30 – 18.00
4
12 september
tekenen voor kinderen
woensdag
13.30 – 15.00
3
19 september
korte verhalen schrijven
woensdag
14.00 – 15.30
4
13 september
fietsen voor vrouwen
donderdag 13.30 – 15.00
2*
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 4
13 september
koken voor mannen
donderdag 18.30 – 20.00
2
20 september
de mooiste foto’s maken
donderdag 19.00 – 20.30
3
20 september
Spaans niveau 2
donderdag 19.00 – 20.30
4
* We verzamelen in het lokaal en gaan daarna samen naar buiten. Bij de administratie liggen formulieren waarmee u zich kunt inschrijven.
Cursist A:
september
week 37
week 37
10 maandag werken 8.30 – 17.00 uur
september donderdag 13
.
10.00 – 12.00 uur sportschool
_________________________________
_________________________________
_________________________________
_________________________________
11 dinsdag
vrijdag 14
_________________________________
werken 8.30 – 17.00 uur
_________________________________
__________________________________
voetballen 18.30 – 21.00 uur
__________________________________
zaterdag 15 __________________________________
12 woensdag _________________________________ werken 15.15 – 21.45 uur _________________________________
TaalCompleet A2 Spreken Plus
.
zondag 16 __________________________________
Thema 8 - 5
Cursist B:
september
week 37
week 37
10 maandag
donderdag 13 _________________________________
_________________________________ werken 15.00 – 21.00 uur
.
_________________________________
werken 10.00 – 17.30 uur ________________________________
11 dinsdag
vrijdag 14 __________________________________
_________________________________ werken 10.00 – 17.30 uur
september
.
dansles 19.30 – 21.00 uur
_________________________________
__________________________________
12 woensdag
zaterdag 15 __________________________________
_________________________________ _________________________________ _________________________________
zondag 16 __________________________________
Opdracht 1 bij 8.4 ** Praat samen. Uitleg voor de docent: De cursisten voeren een rollenspel uit. Op pagina 7 vind je twee situaties. Knip ze los en deel ze per tweetal uit. Doe een rollenspel voor met een cursist, om duidelijk te maken wat de bedoeling is. Geef vijf minuten de tijd om de situatie te lezen en de cursisten te laten bedenken wat ze kunnen zeggen. Als het gesprek klaar is, wisselen de cursisten van rol. Daarna doen ze het tweede rollenspel.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 6
Op school, in de kantine
Op school, in de kantine
Cursist A: cursist
Cursist B: medewerker
Je hebt je ingeschreven voor een cursus schilderen. De cursus gaat niet door, omdat er te weinig aanmeldingen zijn. Je wilt je geld terug.
administratie Je werkt bij de administratie. Een cursist vraagt zijn geld terug. Vertel dat er ook een cursus tekenen is. Zorg dat de cursist zich daarvoor inschrijft.
De cursus Nederlands
De cursus Nederlands
Cursist A: cursist
Cursist B: medewerker
Je wilt Nederlands leren. Je gaat naar een school om je in te schrijven voor een cursus. Je wilt zo snel mogelijk beginnen met de cursus.
administratie Je werkt op een school. Een cursist wil zich inschrijven voor een cursus Nederlands. De cursus is vol. De cursist moet zich inschrijven voor de volgende cursus.
Opdracht 1 bij 8.5 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. 1. Heb je gisteren gewerkt?
1. Nee, ik werk vandaag.
2. Rende Youri naar de trein?
2. Ja, Youri rende naar de trein.
3. Heb je een keuze gemaakt?
3. Ja, ik heb een keuze gemaakt.
4. Heeft de rechter lang gestudeerd?
4. Ja, de rechter heeft lang gestudeerd.
5. Volg je dat vak nu?
5. Nee, ik volgde dat vak vorig jaar.
6. Heeft Simone je wakker gemaakt?
6. Ja, Simone heeft me wakker gemaakt.
7. Leg je dat boek daar neer?
7. Ja, ik leg dat boek daar neer.
8. Kende jij die methode al?
8. Ja, ik kende die methode al.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 7
9. Gebruikte je een mes?
9. Ja, ik gebruikte een mes.
10. Keurde de docent dit goed?
10. Ja, de docent keurde dit goed.
11. Heb je de melk uit de koelkast gepakt?
11. Nee, ik pak de melk straks uit de koelkast.
12. Maak jij de oven schoon?
12. Nee, Hans heeft de oven schoongemaakt.
13. Woont Merel op een leuke plek?
13. Ja, Merel woont op een leuke plek.
14. Vierde je je verjaardag gisteren?
14. Nee, ik vier mijn verjaardag morgen.
15. Wast de kapper je haar?
15. Ja, de kapper wast mijn haar.
Opdracht 2 bij 8.5 * Vraag en antwoord. Kijk nog een keer naar de vragen in de vorige opdracht. Cursist A: lees de vraag hardop. Lees ook het eerste woord van het antwoord. Cursist B: geef antwoord zonder te lezen! Bedenk zelf een antwoord. Begin met het woord dat cursist A heeft gezegd. Klaar? Dan leest cursist B de vragen.
Opdracht 3 bij 8.5 ** Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: Op pagina 9 zie je kaartjes met plaatjes. Knip ze los. Doe de plaatjes in een envelop. Op pagina 10 vind je een schema. Geef ieder groepje één of twee schema’s. Een cursist komt naar voren en trekt een kaartje uit de envelop. Hij zegt wat er op het kaartje staat. Ieder groepje bedenkt nu drie zinnen met dit woord (in verleden tijd, voltooide tijd en tegenwoordige tijd) en schrijft deze in het schema. Daarna komt een andere cursist naar voren en trekt een nieuw kaartje. Ga zo door tot alle kaartjes geweest zijn of tot alle cursisten geweest zijn. Of stel een bepaalde tijd in. Bespreek na afloop de gemaakte zinnen. Kloppen ze? Variatie 1 Maak er een spel van door steeds twee minuten de tijd te geven voor het bedenken van de zinnen. Wie aan het eind de meeste zinnen heeft, heeft gewonnen.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 8
Variatie 2 Doe de opdracht in groepjes en laat ieder groepje zelf de kaartjes trekken. Variatie 3 Na afloop kunnen de groepjes vellen uitwisselen en elkaars zinnen beoordelen.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 9
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 10
voltooide tijd Karim heeft soep gekookt.
verleden tijd Mirjam kookte soep.
tegenwoordige tijd
Ik kook soep.
woord
koken
Opdracht 4 bij 8.5 Praat samen. Gisteren was je op een feest. Vertel iets over het feest. Gebruik de drie plaatjes.
Opdracht 1 bij 8.6 Praat samen. Je ziet een inschrijfformulier van de Volksuniversiteit. Vul het formulier voor elkaar in. Cursist A: vraag om de gegevens van cursist B. Vul de gegevens in op het inschrijfforumlier. Klaar? Dan vraagt cursist B om de gegevens van cursist A en vult ze in. INSCHRIJFFORMULIER Naam + voorletters: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon thuis: Telefoon werk/mobiel: E-mail:
M/V
Cursusnaam
Cursusnummer
Cursus- Extra prijs kosten
1. schilderen 2. 3.
S52
€ 65,€ €
€ 20,€ €
Bedrag boeken * € € € Totaal
Totaal € 85,€ € € 85,-
* Alleen invullen als u deze boeken wilt bestellen via de Volksuniversiteit. U kunt zich alleen inschrijven als u gelijk betaalt. Hoe wilt u betalen? Ik maak het geld over via de bank. Ik betaal geld bij de administratie. Datum:
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 11
Opdracht 1 bij 8.7 ** Praat samen. Uitleg voor de docent: De cursisten voeren een rollenspel uit. Hieronder vind je een situatie. Knip deze los en deel de situatie per tweetal uit. Geef vijf minuten de tijd om de situatie te lezen en de cursisten te laten bedenken wat ze kunnen zeggen. Als het gesprek klaar is, wisselen de cursisten van rol. De cursus schilderen
De cursus schilderen
Cursist A: cursist
Cursist B: medewerker administratie
Je volgt een schildercursus. Je bent niet tevreden over de cursus. Je wilt stoppen. Je wilt ook je geld terug.
Je werkt bij een buurthuis. Een cursist wil stoppen met een cursus. Je mag geen geld teruggeven. Je mag wel een andere cursus aanbieden.
Opdracht 1 bij 8.8 Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: Je vindt op pagina 13 kaartjes met zinnen. Met ieder werkwoord zijn drie zinnen gemaakt; één in de tegenwoordige tijd, één in de verleden tijd en één in de voltooide tijd. Knip de kaartjes los. Iedere cursist krijgt een kaartje. Zorg ervoor dat van ieder werkwoord minstens twee kaartjes in omloop zijn. De cursisten lopen door de klas. Ze gaan op zoek naar de personen die een zin hebben met hetzelfde werkwoord. Variatie Als de cursisten elkaar gevonden hebben, maken ze samen drie nieuwe zinnen in de drie tijden met hun werkwoord.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 12
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 13
Timon heeft zich niet bewogen.
Heb je de groente al gesneden?
Wij hebben een koelkast gekocht.
Ina heeft vandaag 20 kilometer gelopen.
De bomen bewogen in de wind.
Carla sneed in haar vinger.
Idris kocht een kilo worst.
Samira liep naar het buurthuis.
Beweeg je wel genoeg?
De kok snijdt het vlees.
De kinderen kopen veel snoep.
Waarom loop je zo hard?
Die vrouw heeft mij de weg gewezen.
Simon is nooit naar school gegaan.
Jij ging gisteren vroeg naar huis.
We gaan morgen naar de film.
Waarom wees hij naar mij?
Ik heb het al zo vaak gezegd.
Wij zeiden niets tegen haar.
Henk zegt nooit zo veel.
Kevin wijst naar zijn vriend.
Jan heeft niet aan het examen gedacht.
Ik dacht aan de vakantie.
Sarah denkt aan haar vriend.
Opdracht 2 bij 8.8 * Praat samen. Knip dit blad door. Cursist A: lees de zinnen hardop. Cursist B: zeg de zinnen in de verleden tijd en in de voltooide tijd. Klaar? Dan leest cursist B de zinnen hardop. Cursist A zegt de zinnen in de verleden tijd en in de voltooide tijd. Voorbeeld: Cursist A: De bakker maakt brood. Cursist B: De bakker maakte brood. De bakker heeft brood gemaakt. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De man zwijgt over zijn problemen. Ada schiet de bal in het doel. Wij zwemmen in het nieuwe zwembad. Dat bespreken we in het werkoverleg. Die moeder slaat haar kinderen. De kinderen blijven hier nog even zitten. Ernest vangt vier grote vissen. Ons team wint de wedstrijd.
Praat samen Cursist A: lees de zinnen hardop. Cursist B: zeg de zinnen in de verleden tijd en in de voltooide tijd. Klaar? Dan leest cursist B de zinnen hardop. Cursist A zegt de zinnen in de verleden tijd en in de voltooide tijd. Voorbeeld: Cursist A: De bakker maakt brood. Cursist B: De bakker maakte brood. De bakker heeft brood gemaakt. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Iwan wijst naar zijn vrouw. Marek leest veel boeken. Agnes is tevreden. We schuiven de tafel in de hoek. Gustav geeft mij een cadeau. Ik kan helaas niet komen. De medewerkster krijgt een bos bloemen. Karine schrijft een verhaal.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 14
Opdracht 1 bij 8.9 * Praat samen. Je ziet de agenda van Kenji. Het is vandaag donderdag 11 juli. Vertel wat Kenji deze week gedaan heeft. Vertel ook wat Kenji vandaag doet. Vertel ook wat Kenji deze week nog gaat doen.
juli
week 28
week 28
8 maandag werken 8.30 – 17.00 uur
juli donderdag 11
.
_________________________________
werken 8.30 -17.00 uur
_________________________________
muziek maken 20.00 -21.00 .
danscursus 19.00 -21.00 uur .
9 dinsdag
vrijdag 12 werken 8.30 – 17.00 uur
_________________________________ werken 8.30 – 17.00 uur
.
.
_________________________________
.
__________________________________ __________________________________
10 woensdag
zaterdag 13 10.00 uur naar de dierentuin .
_________________________________ 9.30 naar de kapper
.
18.00 eten bij Vito
.
zondag 14 _________________________________
Opdracht 1 bij 8.10 Praat samen. Cursist A: je belt cursist B. Je vraagt of hij mee wil naar het museum. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Hoi (noem de naam van cursist B). Hoe gaat het met je?
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Cursist B
1. Hoi (noem de naam van cursist A). Goed, en met jou?
Thema 8 - 15
2. Fijn. Met mij gaat het ook goed. Heb je zin om morgen naar het museum te gaan?
3. Oh jammer. Wat voor cursus doe je?
4. Wat leuk. Moet dat voor je werk?
5. Wat goed van je. Het is goed om jezelf te blijven ontwikkelen.
2. Morgen kan ik niet. Dan moet ik naar mijn cursus.
3. Ik volg een cursus Spaans.
4. Nee hoor, ik doe het voor mezelf. Ik vind het leuk om veel talen te spreken. Ik spreek ook al Engels en Frans.
5. Ja, dat vind ik ook. Zullen we een andere keer naar het museum gaan?
6. Ja, dat is goed. Dag! 6. Dag!
Opdracht 2 bij 8.10 ** Praat samen. Bedenk nu zelf een gesprek. Cursist A: je belt cursist B. Je stelt voor om morgen iets leuks te gaan doen. Bedenk zelf wat. Bijvoorbeeld naar een museum, naar de film of naar de dierentuin. Cursist B: je hebt morgen geen tijd, omdat je naar een cursus moet. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek.
Opdracht 1 bij 8.11 ** Praat samen. Als je klaar bent met deze cursus Nederlands, moet je misschien wel examen gaan doen. Ben je goed voorbereid? Bespreek samen wat je nog wilt weten over het examen. Schrijf de vragen op en stel ze aan de docent.
TaalCompleet A2 Spreken Plus
Thema 8 - 16