Nummer 13 / december 2013
Een voorspoedig 2014
NVGA-congres 26 september 2013 Thema: Opleidingen
Klik & Advies® Voor de adviseur van de toekomst
Wilt u 70% van uw tijd bezig zijn met advies in plaats van uw polisadministratie? Kies dan voor Klik & Advies®. Voogd & Voogd ontwikkelt dit platform voor adviseurs die de klant centraal willen stellen en niet hun administratie. Naast ons huidige aanbod van producten en diensten, kunt u met Klik & Advies® automatisch adviezen genereren ten behoeve van uw klant. Zo kunt u efficiënt en effectief uw portefeuille onderhouden en uitbouwen.
U communiceert daarbij op de wijze die bij u past: in een persoonlijk gesprek, per e-mail of via een smartphone. Als adviseur blijft u altijd de ‘regisseur’ richting uw klant.
Klik & Advies® kunt u gebruiken voor uw volledige portefeuille, niet alleen voor polissen die u bij Voogd & Voogd heeft ondergebracht.
Benieuwd wat dit voor u kan betekenen? Ga dan naar onze website www.voogd.com of neem contact op met één van onze relatiebeheerders.
Bezoekadres Postbus Telefoon E-mail Website
Boomgaardweg 5, 3241 LA Middelharnis 14, 3240 AA Middelharnis 0187 48 85 55
[email protected] www.voogd.com
Van de redactie In alle hectiek is het ons weer gelukt om een mooi gevuld magazine te realiseren. Eerlijk is eerlijk, alle lof voor de dames in ons team. Zij hebben het leeuwendeel van deze uitgave voor hun rekening genomen.
Met trots kijken we terug op het congres in de Rijtuigenloods. Het drukst bezochte congres ooit in de geschiedenis van de NVGA. De evaluatie die we van deelnemers terug hebben gekregen was bijzonder positief. Dat is fijn om te lezen. De schaarse kritische noot nemen we natuurlijk mee naar de organisatie voor 2015. Wat betreft de roep om meer inhoudelijke onderwerpen kan ik kort zijn: de Marktdag Volmachten, die in september 2014 door de NVGA en het Verbond van Verzekeraars gezamenlijk wordt georganiseerd, is een bijeenkomst waar de inhoud meer op de voorgrond hoort te staan en daar zullen we dan ook voor zorgen. Als thema voor dit nummer hebben wij voor opleidingen gekozen. Actueel natuurlijk in het licht van het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk. De ledenlunches en Workshops Portefeuilleanalyse & Rapportage in november op diverse plaatsen in het land waren een succes, niet in de laatste plaats vanwege de belangstelling. Als ik naar onze eigen praktijk kijk, dan lijkt het wel of de CRvp het enige onderwerp is waar maatschappijen over kunnen
praten. Ik blijf op dit punt toch nog wel met een prangende vraag zitten. De toegestane hoogte van de CRvp is opgebouwd uit verschillende procentuele componenten. Een van die bepaalde componenten is kosten. Is het dan wel logisch dat het percentage CRvp voor elk volmachtbedrijf gelijk is? Ik kan me voorstellen dat er een vast deel in zit maar kost een volmacht portefeuille van vijf miljoen premie echt vijf keer zoveel voor een maatschappij als een van één miljoen of zit daar een verscholen winstcomponent in? Wellicht een mooi onderwerp voor ons volgend magazine. Zoals gebruikelijk besteden wij ook aandacht aan de netwerkactiviteiten van de NVGA. Wij bekijken momenteel of er genoeg belangstelling is om in april 2014 met een groep NVGA-leden de (halve) marathon van Wenen te lopen en wij zijn ook gevraagd om mee te werken aan een fietsevenement dat in juni zal plaatsvinden. U hoort daarover later meer. We wensen u veel leesplezier, fijne dagen en tot ziens in 2014! Namens de redactie, Arie van den berg
Inhoudsopgave
12 22 28
5
Van de voorzitter...
6
NVGA-congres 2013: Geslaagd
12
De volmacht in het vakbekwaamheidsbouwwerk
15
Eigen database NVGA biedt leden grote voordelen
16
De visie van diverse opleidingsinstituten
19
Het nut van compliance
20
Bijpraatlunches & Workshops Portefeuilleanalyse
22
a.s.r. gelooft in het volmachtkanaal
25
Volmacht zorgt voor concurrentiekracht
28
De passie van … Bart Uiterwijk Winkel
31
Netwerkactiviteiten NVGA 3
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
De waarde van advies
Ondernemen is keuzes maken. Keuzes die u helpen om uw toegevoegde waarde te realiseren en klanten beter te adviseren. Zo besloot advieskantoor Berends & Slump volledig provisievrij te werken. Een behoorlijke omslag. Avéro Achmea ondersteunt adviseurs daar graag bij, bijvoorbeeld met het ondernemersprogramma Voorzie. Voorzie helpt adviseurs keuzes te maken en een toekomstbestendig bedrijf neer te zetten. Dat levert mooie verhalen en resultaten op. Bekijk het interview met René Slump op dewaardevanadvies.nl
6088R_130220376_Adv ondernemenerschap.indd 1
14-11-13 08:38
“Monuta past bij ons. Een grote naam binnen de uitvaartbranche, maar met de flexibiliteit van een kleine organisatie.” Ramona Tuk Volmachtbeheerder Heinenoord Assuradeuren te Heinenoord
Een uitvaartverzekering is snel gesloten Monuta weet als geen ander wat er speelt, wat er kan en wat het kost. Wij bieden u dan ook een oplossing voor al uw vragen over uitvaart. Dat is het voordeel van uitvaartzorg en -verzekeringen onder een dak. Bel Intermediair Support voor een afspraak, 055 - 539 11 30 of mail naar
[email protected]
Van de voorzitter...
Concurrentiegedreven We naderen het einde van het jaar. Een moment van terugblikken, vooruitkijken en wellicht een nieuwe start maken, is aangebroken. ‘Einde’ impliceert ook afronding van zaken. Nu hebben inmiddels veel gevolmachtigden met hun volmachtgevers op individueel niveau overeenstemming bereikt over de beloning 2013 en 2014 en is er inmiddels meer duidelijkheid over het vakbekwaamheidsbouwwerk. Echter, over de invulling van diverse zaken bestaat nog grote onduidelijkheid waardoor afronding wat mij betreft niet echt aan de orde is. En als hiervan al sprake is dan dient zich direct een nieuw onderwerp aan.
Eén van die onderwerpen is het door DNB uitgevoerde onderzoek naar de risicobeheersing van de volmachtportefeuille door verzekeraars. Hierbij is gekeken naar governance, strategie en datakwaliteit. De belangrijkste bevinding van DNB is dat de uitbesteding aan een Gevolmachtigd Agent (GA) aanzienlijke risico’s met zich meebrengt die niet altijd afdoende worden beheerst. Onder andere is naar voren gekomen dat de commerciële belangen van verzekeraars prevaleren boven risicobeheersing. Ter illustratie geeft DNB aan dat bij de meerderheid van de verzekeraars een keuze voor het distributiekanaal ingegeven wordt door marktomstandigheden, maar dat een evenwichtige afweging (te) beperkt wordt gemaakt. Verder blijkt dat slechts in het uiterste geval tot opzegging van een volmachtovereenkomst wordt overgegaan, ook ingeval de GA meerdere keren de overeenkomst niet heeft nageleefd, aldus DNB. DNB constateert dat de GA een stevige machtspositie over de jaren heen heeft opgebouwd en dat de verwachting is dat door marktontwikkelingen deze machtspositie in de komende jaren zal toenemen. Volgens de toezichthouder is het daarom des te belangrijker dat de verzekeraars de uitbestede activiteiten (aantoonbaar) voldoende (gaan) beheersen. Zij gaat daartoe in 2014 een éénmeting uitvoeren onder alle verzekeraars die gebruikmaken van het volmachtkanaal. De NVGA en met haar de leden onderkennen het belang hiervan aangezien de Workshop ‘Portefeuilleanalyse en rapportage’ die vorige maand werd
gehouden, kon rekenen op een overgrote belangstelling. Alle zes de workshops waren volgeboekt. Belangrijke aspecten die hierbij aan de orde kwamen waren een goed inzicht in de portefeuille en het verstrekken van informatie aan de verzekeraar. Een directe relatie dus met voornoemd onderwerp. Belangrijk is dat DNB wel van mening is dat de afspraken rond risicobeheer tussen verzekeraar en GA goed zijn. De NVGA deelt deze opvatting gelet ook op de NVGA-kwaliteitsnormering, de goede afspraken die er zijn over data-uitwisseling en de wijze waarop audits worden uitgevoerd. De naleving van de afspraken is volgens DNB echter wel voor verbetering vatbaar. Door het nader onderzoek dat DNB zal houden, zal zij de relatie tussen GA en verzekeraar daarom nadrukkelijker monitoren. Zorg er daarom meer dan ooit voor dat het huis op orde is. U heeft nu de kans te bewijzen dat uw bedrijf goed is ingericht en risico’s goed worden beheerst. Een ander gegeven is dat naast DNB ook toezichthouder AFM onderzoek verricht naar onder meer de werking van het volmachtkanaal maar daar niet over publiceert. Daarentegen verricht de Autoriteit Consument & Markt (voormalige NMa) geen zelfstandig onderzoek, terwijl zij op z’n minst wel degelijk van de partij zou moeten zijn. Wij zijn van mening dat de toezichthouders in hun
activiteiten meer gecoördineerd zouden moeten optreden en transparant zouden moeten zijn over hun uitkomsten. Dat komt niet alleen de tijdsinspanning van partijen die gepaard gaat met de onderzoeken ten goede, maar de werking van het hele volmachtkanaal. Wij zijn dan ook indringend met hen in overleg waarbij wij hen eveneens wijzen op de toegevoegde waarde van het volmachtkanaal, namelijk een betere dienstverlening richting de (eind-)klant, een breder aanbod en een scherpere prijs juist doordat het volmachtkanaal de concurrentie aan de aanbodzijde aanwakkert. Het is aan ons allemaal de taak om duidelijk te maken dat volmacht leidt tot genoemde voordelen voor de klant en daarmee dus het klantbelang dient. Terecht stelt econoom dr. Fred de Jong (zie ook verderop in dit nummer) dat commerciële overwegingen bij verzekeraars voor een machtiger volmachtkanaal zouden kunnen zorgen en dat dit weleens in het voordeel van de consument (en zakelijke markt) zou kunnen zijn. Zonder volmachtkanaal zouden verzekeraars veel minder concurrentie ondervinden. Mijn pleidooi richting u is dan ook om niet alleen klantgedreven maar zeker ook concurrentiegedreven te blijven opereren! Vanaf deze plek wens ik u fijne feestdagen en veel voorspoed in 2014 toe. Michael de Nijs, voorzitter NVGA
5
Nummer 12 / september 2013
www.nvga.nl
NVGA-congres 2013:
Geslaagd! Op basis van de uitkomsten van het evaluatieformulier én op basis van vele lovende reacties kan het NVGA-congres 2013 met recht geslaagd genoemd worden. Tijdens het congres, dat op donderdag 26 september jongstleden plaatsvond, was er veel (interactieve) aandacht voor de toekomst van het volmachtbedrijf. Daarnaast zorgden inspirerende sprekers voor boeiende betogen en was er ook een officieel onderdeel in het programma ingeruimd, namelijk de eed/belofte die door zo’n tachtig branchegenoten werd afgelegd. Het congres werd voor de zesde maal georganiseerd. Ditmaal met als titiel: ‘GA Centraal: hét station van de toekomst!’. In De Rijtuigenloods in Amersfoort verzamelden zich maar liefst zo’n vierhonderd branchegenoten om dit ‘event’ bij te wonen. Nog niet eerder kon het NVGA-congres zich verheugen op zo’n grote belangstelling. De opkomst was inherent aan de positieve ontwikkeling van het volmachtbedrijf, zo werd duidelijk in de openingsrede van NVGA-voorzitter Michael
6
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
de Nijs. De Nijs, die zijn opwachting maakte na een spetterende lasershow en openingsvideo, benadrukte dat ondanks alle onzekerheden de kansen legio zijn. ‘Mits je ze herkent, je er klaar voor bent, je blijft investeren in jezelf en je een duidelijke visie ontwikkelt’, aldus de voorzitter. Na zijn bespiegelingen op de toekomst van het volmachtbedrijf daagde voormalig zakenvrouw van het jaar, Yolanda Eijgenstein, de deelnemers uit tot ‘anders durven denken’. Zij adviseerde haar gehoor goed voor zichzelf te zorgen, relaties persoonlijke
Toekomst: kansen en bedreigingen Dagvoorzitters Arie van den Berg en Marcel van Loon (beiden eveneens NVGA-bestuurslid) nodigden de congresgangers uit hun kansen en bedreigingen over de toekomst van het volmachtbedrijf kenbaar te maken en hierover openlijk met elkaar te discussiëren. Zo werd ondermeer stilgestaan bij ‘dubbele agenda’s’ en ‘de gevolgen van verdergaande digitalisering’. aandacht te geven en creatief te zijn. Astronaut André Kuipers nam het publiek mee de ruimte in aan de hand van veel en spectaculair beeldmateriaal. Hij ging daarbij vooral in op zijn belevingen als astronaut alsmede het schitterende uitzicht vanuit de ruimte op onze planeet. Tot slot vatte cabaretier en entertainer Dirk Denoyelle alle betogen op ludieke, ironische en muzikale wijze samen. Het aansluitende aperitief en ‘walking’ diner vonden plaats tijdens een ‘rondje Veluwe’ met een bijzondere trein. Niet alleen de GA maar ook het netwerken stond daarbij centraal!
Op de NVGA-site kunt u onder activiteiten/ congres de openingsfilm en de foto’s bekijken.
7
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Openingstoespraak NVGA-voorzitter Michael de Nijs NVGA-congres 26 september 2013, De Rijtuigenloods Amersfoort “Dames en heren, Alleen al vanwege het feit dat er zoveel bezoekers zijn (rond de 400), blijkt dat volmacht leeft! Voordat we naar de toekomst gaan kijken, wil ik eerst stilstaan bij het heden. Nooit eerder hebben we ons bedrijf op zo’n transformatie-speelveld moeten uitoefenen. Er zijn heel veel onzekerheden. Maar zoals iedere rasondernemer weet, biedt iedere onzekerheid ook enorme kansen. Ik ben ontzettend blij dat het volmachtbedrijf desondanks floreert. Het totaal geboekte premievolume is drie miljard euro in volmacht waarmee we een substantiële positie in de markt innemen. Met een marktaandeel van zes-, zeventien procent ben je een speler van betekenis.
’Ondanks de vele onzekerheden zijn de kansen legio!’
We zien ook dat dat premievolume nog steeds stijgt. Over het afgelopen jaar met zes procent. Daarnaast zie je dat de schadequote over de hele linie binnen alle typologieën volmachten daalt met 2,7%. Dan denk ik dat je goed bezig bent om namens je opdrachtgever, de verzekeraar, dat werk goed uit te voeren. Naast het genoemde marktaandeel is het belangrijk dat de concentratiegraad van gevolmachtigden (de mate waarin gevolmachtigden zich aansluiten bij de branchevereniging) ook alleen maar toeneemt. Afgelopen jaar noteerden we een ledengroei van zes procent. Wij zijn daar enorm blij mee. Dat betekent in ieder geval dat u zich herkent in onze vereniging en dat de vereniging van toegevoegde waarde is. Die toegevoegde waarde is het centrale thema voor onze toekomst. Voor ons als gevolmachtigde. Als je het hebt over ‘de GA van de toekomst’ dan moet je het vooral hebben over de toegevoegde waarde. Waar het om gaat is ‘kijk naar jezelf’. Waartoe ben ik op aarde, wie doe ik een plezier met wat ik doe en wat is mijn toegevoegde waarde in de keten? Daarin zit de sleutel van toekomstig succes.
8
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Wat doet de NVGA? De drie belangrijkste zijn de volgende. 1) Een succesje wat we kunnen melden, is de lobby die wij samen met andere brancheorganisaties hebben gevoerd rondom het wetsvoorstel permanente educatie wat in de kamer voorlag ter accordering. De minister moet voor december met een alternatief komen en wij zullen input blijven leveren om het bestaande systeem van permanente educatie overeind te houden en verder in te richten. 2) Wij gaan voor de oprichting van een onafhankelijk auditinstituut volmachten. Het proces kan in onze ogen efficiënter en onafhankelijker. 3) We worstelen met de transitie naar nieuwe modellen. Er zal een toets op passendheid moeten plaatsvinden. Het is lastig. We zijn natuurlijk decennia lang gewend geweest om op een bepaalde manier beloond te worden. We vonden dat dat prima was. Als wij naar ons eigen functioneren in de markt keken, dan zagen wij niet enorme excessen. In ieder geval niet die excessen die in andere delen van de sector de afgelopen jaren pijnlijk zichtbaar zijn geworden. Wij zijn bedrijven die zich in opdracht van verzekeraars bezighouden met het afwikkelen van schadegerelateerde processen. Dat zijn transparante producten waar geen waardeopbouw in zit, geen verborgen kosten en waar geen enorme marges op zitten. Dus de noodzaak om dat oude systeem los te laten, werd niet direct door iedereen gevoeld. Maar er staat wel duidelijk in de wet (vrij vertaald) dat de beloning die je uitkeert als verzekeraar en die je ontvangt als gevolmachtigde niet hoger mag zijn dan dat noodzakelijk is voor het verlenen van een dienst. Ook al voelen wij zelf niet die noodzaak om die switch te maken, we zullen het met elkaar wel moeten doormaken. Dus laat dat duidelijk zijn. Wij zitten in dat transformatieproces. U heeft allemaal kennis genomen van het feit dat de winstcommissie eraf is. Die hebben we niet meer. Ik weet ook dat het in de afgelopen jaren een belangrijk onderdeel is geworden van de dekking van de operatie van een gemiddeld volmachtkantoor, dus het zomaar wegsnijden van die winstcommissie zonder compensatie kan voor de meeste volmachtkantoren ook niet. Dus wat je op dit moment in de markt ziet, is dat er compensatie wordt gezocht in de tekencommissie om het bedrijf levensvatbaar te houden. Dat is een verdedigbaar streven want we zijn er niet op uit om onszelf te liquideren. We willen als volmachtbedrijf, richting klanten op een gezonde manier opgesteld staan en daar hoort ook een
gezonde en toereikende beloning bij. Dat proces gaat niet makkelijk. Waar staan we nu? Wat we zien is dat ongeveer de helft van de volmachtgevers en volmachtnemers op dit moment concrete afspraken over beloning hebben gemaakt. Dat er een akkoord is. De andere helft heeft dat niet en dat baart mij zorgen. Ik wil leden en volmachtgevers dan ook oproepen om het beste beentje voort te zetten en voor het einde van het jaar die beloningsonderhandelingen af te wikkelen, want het is niet alleen het passend maken van die beloning maar het is een dubbel proces. Het is ook een normale onderhandeling tussen twee businesspartners. Ik roep marktpartijen op om in de komende weken voortvarend en slagvaardig definitieve afspraken te maken zodat we in ieder geval dit jaar aan de wet- en regelgeving voldoen.
Hoe ziet die toekomst er dan uit? Volgens de visie van de NVGA ziet die toekomst eruit dat wij van modellen gaan veranderen. Dat de manier waarop we in het verleden zijn beloond niet meer terugkomt. Dat hoeft echter niet te betekenen dat wij te weinig of minder dekking krijgen voor onze investeringen. Sterker nog, dat is ook weer dat onderhandelingsspel waar ik het over had. Niet de vorm zou leidend moeten zijn, maar je eigen kostprijs, met een faire beloning en met een faire winstmarge waarbij je je bedrijf ook op een hele goede manier kunt ‘runnen’. Dat is het uitgangspunt en ik heb er een vast vertrouwen in dat we daar met elkaar uitkomen. De discussie over de vorm is wat ons betreft te vaak te dominant. Er wordt wel gesproken over de invoering van een verrichtingentarief. Wij als bestuur van de NVGA vinden dat zeker een goede variant, maar wij vinden ook dat waardegerelateerde beloning een goede variant is en zeker passend is te maken. Dat past ook binnen het karakter van de wet, de open norm in Nederland, dat beide systemen mogelijk zijn. Wij stellen ons op het standpunt dat wij het aan de markt overlaten. Wij laten het graag aan u over welke koers u vaart en wij gaan in ieder geval die partijen die kiezen voor een bepaalde koers maximaal ondersteunen om dat op een goede manier te implementeren. De NVGA zal er de komende tijd alles aan doen om processen maar ook (administratieve) systemen zo goed mogelijk voor te bereiden op het goed in- en uitvoeren van zo’n vorm van beloning. De discussie en het onderhandelingsspel over de hoogte van je beloning dat zal blijven. Dat zal blijven, ongeacht welk systeem. Belangrijk is te melden dat de AFM ook in de laatste bespreking met ons nogmaals haar voorkeur heeft uitgesproken voor een vorm van nominale vergoeding.
En dan de toekomst. Als ik een parallel trek met het huidige treinstation dat te maken heeft met een complexe reizigersbehoefte dan is het de taak van het volmachtbedrijf om als moderne verkeersleiding te beschikken over de juiste en efficiënte processen en daar de juiste tools bij te hebben. En dan heb ik het niet alleen over geautomatiseerde systemen maar vooral ook over geautomatiseerde tools die klanten en hun adviseurs meenemen naar een adequaat advies. Wij als gevolmachtigden kunnen daarmee in de toekomst excelleren. Wij hebben namelijk een totaalbeeld op die klant en een totaalbeeld van die markt. In die zin zou je ook kunnen zeggen dat wij als gevolmachtigden allemaal iets van een serviceprovider gaan worden. De ene in het groot: landelijk werkend en alleen maar serviceprovider, en de andere in de rol van huisvolmacht: als serviceprovider van zijn eigen adviespraktijk. Dat zal steeds meer onze rol worden. De gevolmachtigde laat vraag en aanbod goed en efficiënt op elkaar aansluiten. Wij zijn in de kern van zeer veel toegevoegde waarde in de keten. Wij zijn een noodzakelijke schakel om de klant niet alleen op een vlotte en goede manier te bedienen, maar vooral ook op een kostenefficiënte manier.
Hoe houden we het bedrijf gezond? Als je zo naar dat volmachtbedrijf durft te kijken dan gaat het om een aantal dingen. Dat is kostenefficiënt blijven produceren. In ieder geval kostenefficiënter dan onze aanbieders. Dat is bestaansrecht nummer één. Op de tweede plaats: in het belang van de klant de adequate producten blijven leveren. Dat is bestaansrecht nummer twee. Hiertoe moeten wij investeren in vakkennis en managementvaardigheden. De NVGA zal daar de komende tijd ook beleid voor ontwikkelen en uitvoeren om die kennis en managementvaardigheden specifiek voor de gevolmachtigde aan te bieden. Je zult moeten innoveren. Stilstand is achteruitgang, zeker bij ons. Laten we die voorsprong met elkaar vasthouden. Je zult wendbaar moeten blijven. De kracht van onze bedrijven is dat we ‘lean’ en ‘mean’ zijn. Houd dat zo. We moeten creatief zijn, dicht bij de klant georganiseerd zijn en maatwerk leveren. Dat zijn de ingrediënten van het toekomstige succes van onze bedrijfstak. Als we onszelf zo organiseren, met die toegevoegde waarde en die plaats in de keten innemen dan dienen de kansen zichzelf vanzelf aan en de kansen zijn legio!”
9
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Het NVGA-congres 2013 was mede een succes dankzij:
doelgericht terug naar werk
Kritisch op het juiste moment
Het volgende congres vindt plaats in 2015. 10
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
‘De toekomst bepalen we samen’ Over de toekomst van het volmachtbedrijf zei Michael de Nijs in zijn openingsrede het volgende: ‘De richting en koers bepalen we samen. Het meest waardevol van dit volmachtcongres is de informatie die we onderling met elkaar uitwisselen. Ik moedig iedereen dan ook aan kennis en ervaring met elkaar te delen en elkaar tot grotere hoogte te brengen. Versterk elkaar in ideeën en het verder versterken van het volmachtbedrijf!’
11
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
De volmacht in het vakbekwaamheidsbouwwerk Rien Goes en Richard van Gelder: “De grootste pijnpunten in de Permanente Educatie zijn de inhaalexamens en het gebrek aan actualiteit.”
12
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Er is veel ophef en onduidelijkheid over het opleidingsbouwwerk in de verzekeringsbranche. Er ligt een voorstel van het ministerie om volmacht uit het Bgfo te halen, waardoor de diplomaplicht vervalt. En blijft het PE-stelsel met de examens bestaan of komt er toch nog het door de brancheorganisaties gewenste puntensysteem? De brancheverenigingen trekken samen op om ervoor te zorgen dat de vakbekwaamheid weer de boventoon gaat voeren. De klant is immers gebaat bij een vakbekwame adviseur. Door Froukje Meerman, Mermaid Media | Foto’s: Raphaël Drent
De deadline nadert met rasse schreden, maar niemand weet eigenlijk waar hij aan toe is en wat hij moet doen. Het is medio november als Rien Goes en Richard van Gelder om tafel gaan om te praten over de stand van zaken rond het vakbekwaamheidsbouwwerk en de positie van de gevolmachtigde hierin. Grootste pijnpunten in de Permanente Educatie zijn volgens hen de inhaalexamens en het gebrek aan actualiteit. “Hoe kun je het zo reguleren dat iedereen het begrijpt en dat de vakbekwaamheid geborgd blijft?
Lobby Goes en Van Gelder zijn nauw betrokken bij alle ontwikkelingen. Goes, verantwoordelijk voor Operations en Finance binnen het volmachtbedrijf van Meeùs, zit in het NVGA-bestuur en heeft opleidingen in zijn portefeuille. Namens de NVGA zit hij in de intermediaire werkgroep van het CDFD, waarin brancheorganisaties vertegenwoordigd zijn. Van Gelder, feitelijk leider van het volmachtbedrijf Thoma Assuradeuren en lid van de NVGA-commissie Ledenzaken, heeft veel affiniteit met educatie. Hij is voorzitter van de examencommissie van het EBFS (Exameninstituut Beroepsonderwijs Financiële Sector) en neemt sinds maart jl. plaats in de commissie toets- en eindtermen van het CDFD, met als aandachtsgebied volmacht. Hierover heerst soms verwarring, geeft hij aan. “De bijdrage aan deze commissie lever ik op persoonlijke titel. Ik bekijk wat de nieuwigheden zijn in de branche en in een vakinhoudelijke discussie geef ik mijn mening, verder gaat het niet. Ik vertegenwoordig daarin niet de NVGA.” Brancheorganisaties Adfiz, CFD, OvFD, NVF en NVGA pleiten voor een PE-puntensysteem om het vakbekwaamheidsbouwwerk te versoepelen en te verbeteren. Dit voorstel hebben ze toegelicht aan het ministerie van Financiën. Aanleiding voor dit overleg was motie 118, waarin Kamerleden het ministerie vragen om in overleg met marktpartijen te komen met voorstellen voor de versoepeling van het huidige systeem met behoud van kwaliteit. “Hiervoor waren naast brancheorganisaties en keurmerken, de AFM en het CDFD uitgenodigd, geen marktpartijen. Dit kaartten we aan, waarop
het ministerie ons uitnodigde om eerder langs te komen. In dit gesprek gaven we aan hoe wij aankijken tegen PE en met name het inhaalexamen, waarover nu de grootste discussie is, en dat een puntensysteem een betere optie is”, vertelt Goes. “Wat me opviel, was dat het ministerie totaal niet in de gaten had wat wij moeten doen om een PE-examen te halen en dacht dat het niet zoveel uitmaakt, omdat je toch alles weet als professional. Maar in de praktijk doe je ook PE op vakgebieden, waarmee je niet dagelijks bezig bent. Je moet heel veel kennis tot je nemen en dat is niet erg, maar het moet wel bijdragen aan de kwaliteit.” “Vlak na dit overleg volgde een vergadering met alle branchepartijen, waarin verzekeraars, banken en de toezichthouder aangaven het examen wel een prima middel te vinden, mits op niveau. Het examenstelsel strookt niet met de Europese denklijn. Daarin wordt een stelsel genoemd met het halen van een bepaald aantal punten in twee jaar door het volgen van PE. Dat ligt in lijn met onze voorstellen. Als je nu iets gaat invoeren, loop je de kans dat je het weer kan intrekken vanwege de Europese regelgeving.”
Vorm voor inhoud Terwijl het ministerie achter gesloten deuren verder praat over een mogelijke oplossing, gaat het CDFD onverdroten door met het bespreken van de toetsen eindtermen van het PE-examen, zegt Goes. “Het CDFD nodigde ons uit voor een sessie over de toets- en eindtermen. Wij zagen op dat moment geen heil in een dergelijk overleg en hebben dit dus afgezegd. We moeten eerst over de vorm praten, voor we aan de inhoud beginnen. Tot dit moment wachten we nog steeds op een nieuw voorstel van de minister. De Kamerleden seinden we in dat dit niet voldoet aan de uitvoering van de motie. Er is nog geen enkel fatsoenlijk overleg geweest over de vorm.” “Waarop we ons met name richten, zijn het inhaalexamen en de actualiteit. Je mag je beroep niet meer uitoefenen als je het inhaalexamen niet haalt.” Ook de actualiteit blijft een heikel punt, volgens Goes. “Als je kijkt naar de toets- en
eindtermen, daarin staan heel vaak zaken die in het basisdiploma thuishoren en niet bij vragen over de actualiteit. Er komt een centrale bank met alle examenvragen: de itembank. Het CDFD garandeert dat er voldoende actuele vragen in zitten. Dus als je over twee maanden examen doet, krijg je andere vragen dan wanneer ik het nu doe. Hoe gaan de opleidingsinstituten de lesstof daarop zo snel aanpassen? Je kunt die vragen er wel inpompen, maar de mensen moeten het ook nog leren. Daarover hebben ze nog niet nagedacht of in elk geval nog geen oplossing voor gevonden. Al die punten bij elkaar maken het ondoorzichtig.”
Diplomaplicht volmacht Bij de rol van het CDFD als adviesorgaan van het ministerie gaat het vaker mis, vindt Goes. “In het bouwwerk zien we een nieuw Schade-onderdeel staan: Schade Extra. Bij de consultatie adviseerden we om de verzekeringstechniek op één plek te concentreren. Het CDFD vertaalt dat naar het ministerie dat de NVGA wil dat de volmachtdiploma’s worden samengevoegd. Dat hebben we helemaal niet gevraagd. We willen juist een volmachtdiploma houden wat alleen volmachtzaken bevat. Het CDFD heeft nu een voorstel bij het ministerie neergelegd om de diplomaplicht voor Volmacht uit het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen te halen. Vervolgens willen ze een denktank oprichten met het ministerie, het CDFD, onderwijsdeskundigen en de NVGA om te kijken naar de gevolgen van dit voorstel. Deze denktank is nu uitgesteld, vanwege de andere discussie, maar het kan dus gebeuren dat de volmacht straks geen diplomaplicht meer heeft. Het gevaar daarin is dat iedereen zich volmacht kan noemen. Dit kan je eventueel oplossen door afspraken te maken met verzekeraars, al lopen we daarmee op de zaken vooruit. Aan de andere kant: nu loop je mee in alle verplichtingen van de adviseur. De verzekeraar die het werk aan ons uitbesteedt, heeft geen diplomaplicht. Waarom leg je het dan wel neer bij degene die zijn werk overneemt?” Volgens Van Gelder zitten er wat haken en ogen aan. “De denktank moet alle voor- en nadelen te zijner tijd op een rij zetten. Het is nog wel spannend.” Hoewel er nog veel onduidelijk is en er een voorstel ligt om Schade Extra te laten vervallen als plicht voor gevolmachtigden, raden Goes en Van Gelder iedereen aan om alles voor 1 januari 2014 op orde te hebben. “Je moet zorgen dat de diploma’s en deelcertificaten die je nodig hebt, kloppen en actueel zijn, dan heb je zekerheid op het moment dat de diploma’s omgezet worden in de nieuwe Wft-diploma’s. Je weet nooit wat je in
13
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
de toekomst gaat doen en wie weet kom je nog aan de adviseurkant terecht. Bij ons haalt iedereen nu zijn deelcertificaten die hij nog niet heeft, terwijl men ze misschien niet eens nodig heeft.” Over de geldigheid van diploma’s heerst veel onzekerheid, vertelt Goes. “Niemand weet hoe het echt in elkaar steekt. Uit angst gaan veel mensen het maar doen, ook al weten ze niet waar het goed voor is.” Van Gelder: “Mijn collega heeft een Volmachtdiploma, maar doet er verder niets mee en dat wil ze ook niet. Voor de continuïteit van het bedrijf is het handig, omdat ik anders de enige ben met dit diploma. Als ik dan een PE mis, dan mag ik het volmachtbedrijf niet leiden. Nu blijkt dat ze Beleggen A niet heeft gedaan, waarmee ze het risico loopt dat haar GA-diploma in zijn geheel vervalt. Ik vind dat de minister nu zo snel mogelijk diploma’s moet laten omzetten in Wft-diploma’s en bij twijfel niet star moet vasthouden aan regeltjes die ontstaan zijn zonder dat er is nagedacht over de consequenties. Ik vind het raar dat als je er op 2 januari achter komt dat er ergens iets is misgegaan, omdat het vaag was, je niet meer de kans krijgt om dat te herstellen. Er moet een mogelijkheid komen om mensen die al jaren in het vak zitten en altijd goed hun werk hebben gedaan, de kans te geven een foutje te herstellen. Ik ga zelf ook wel eens twijfelen; heb ik het wel gedaan en in de juiste periode? Het is belangrijk dat de onduidelijkheden nu worden weggenomen.”
Rien Goes en Richard van Gelder: “Koppel de basisdiploma’s los van het PE-stelsel en laat mensen op hun vakgebied PE volgen.”
Actualiteit van belang
Instroom
Een van de grote bezwaren tegen het PE-stelsel is het gebrek aan actualiteit, vertelt Goes. “In september is het Prinsjesdag. Als daaruit maatregelen voortkomen die op 1 januari 2014 ingaan, dan komen die pas aan bod in een examen in juli 2015. En als het een driejaarstermijn wordt nog later. Dan zit je stof te leren van een paar jaar oud, die soms alweer achterhaald is. Wat voegt een inhaalexamen dan toe aan Permanente Educatie? Je creëert in feite schijnzekerheid. Stel dat het op 1 januari 2014 doorgaat en je gaat bij wijzen van spreken na drie maanden examen doen, dan krijg je een brevet van vermogen en ben je vakbekwaam volgens je diploma, ook al wijzigt er iets in de wet een maand later. Je kunt de nieuwe kennis alleen tot je nemen door middel van een PE-traject via je werkgever. Dit is overigens al een eis vanuit de Wet op het financieel toezicht. Een PE-puntensysteem sluit dan beter aan op de praktijk.” “Mensen die inhaalexamens doen, kunnen drie jaar lang niets doen, desnoods niet eens in de branche werken, maar zo wel hun diploma intact houden”, vult Van Gelder aan. “Je loopt achter met je kennis. Neem bijvoorbeeld de afschaffing van de brandregresregeling. Het is natuurlijk heel raar als je dat een paar jaar later behandelt in de PE. Dat moet nu. Voor 1 januari moeten we advies geven aan klanten. Als goede adviseur ben je nu aan de gang met die brandregresregeling.” Goes: “De brancheorganisaties hebben een voor-
Door alle ontwikkelingen ontstaat nog een ander gevaar, meent Goes. “Er is nog nauwelijks instroom van nieuwe leerlingen in de opleiding Bank & Verzekeringswezen. Daarover maken we ons zorgen. Opleidingsinstituten geven aan dat leerlingen zich afvragen of er nog wel toekomst in zit. Ze zien dat na het behalen van het diploma al die PE er nog achteraan komt. We zijn in gesprek met Ecabo en ik heb ze gevraagd naar hun visie. Het viel me op dat ze mensen opleiden voor functies die wij schrappen, vanwege bijvoorbeeld automatisering. Nu vragen ze welke mensen wij in de toekomst nodig hebben en aan welke opleidingseisen ze moeten voldoen. Het is dus belangrijk om te weten welke functies er in de toekomst overblijven. Met de automatiseringsslag die we maken, verschuiven de functies en daarmee de opleidingseisen. Ga je van een backoffice waar je polissen opmaakte naar een callcenter, dan moet je voldoen aan de diplomaplicht, omdat je nu klantcontact hebt.” Van Gelder denkt dat de instroom ook minder is door de krimp in de bedrijfstak. “Studentenadviseurs adviseren je sneller een andere richting op te gaan, omdat de kans op een baan minder groot is.”
stel neergelegd voor een puntensysteem, waarin je binnen een bepaalde periode punten moet halen. Koppel de basisdiploma’s los van het PE-stelsel en laat mensen op hun vakgebied PE volgen. Dan zijn ze ook veel gemotiveerder.” Voordeel daarvan is dat je veel flexibeler bent, vindt Van Gelder, in de manieren waarop je bijblijft in je vak. “Bijvoorbeeld door een congres of workshop bij te wonen georganiseerd door een brancheorganisatie. Dat kan kosten drukken voor individuele deelnemers. Het CDFD geeft net als nu per periode aan wat er tenminste behandeld moet worden en de opleidingsinstituten blijven verantwoordelijk voor de inhoud van het programma. Zij moeten borgen dat de kwaliteit van de workshop voldoende is. Een voordeel van het puntensysteem is dat mensen continu en gedisciplineerd met PE bezig moeten zijn. Dit kun je niet op het laatste moment doen, zoals bij een examen.” Goes geeft als voorbeeld een workshop rond de nieuwe beloningsvoorstellen. “Met Jan van de Veen organiseren we vanuit de NVGA workshops over portefeuillemanagement. Als die workshop aan bepaalde normen voldoet, dan moet dat PEpunten gaan opleveren.”
14
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Saamhorigheid “Er is een algemene maatregel van bestuur uitgevaardigd dat de start per 1 januari wel eens kan vertragen, doordat de itembank wellicht nog niet gereed is”, vertelt Goes. “Daarnaast kan het nog wijzigen door de inbreng van brancheverenigingen.” Van Gelder vindt dat brancheorganisaties dit dossier goed oppakken. Goes beaamt dat er volledige focus op is. “De saamhorigheid is groot op dit dossier. De brancheverenigingen trekken gezamenlijk op en delen de kennis. Een van de opmerkingen in motie 118 is dat de opleidingseisen niet zwaarder mogen zijn dan vergelijkbare branches. Dit hebben bijvoorbeeld beleidsmedewerkers van Adfiz allemaal keurig in kaart gebracht. Er is geen enkele vergelijkbare branche, die dit soort PE-verplichtingen heeft.” “De tijd begint te dringen”, vertelt Goes. “Dit houdt veel mensen bezig. Er zijn er maar weinig die precies weten wat ieder personeelslid in welke periode moet doen, willen ze aan de minimale eisen voldoen. Veel medewerkers zijn meer bezig met het veiligstellen van eerder behaalde diploma’s, dan met de focus te leggen op het verkrijgen van meer vakkennis. Dat is niet in het belang van de klant.” De NVGA houdt u op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in dit dossier via de nieuwsbrief.
Eigen database NVGA biedt leden grote voordelen NVGA-kantoren hebben bij acceptatie van de lidmaatschapsvoorwaarden ook toestemming gegeven om volmachtresultaten geanonimiseerd ter beschikking te stellen. Met de totaalresultaten heeft het bestuur van de NVGA o.a. inzicht in hoe de groei van de leden zich verhoudt ten opzichte van de gehele schademarkt. Market Scan is de opvolger van het marktaandelenonderzoek dat de NVGA jaren door SEO heeft laten uitvoeren. Zij heeft voor de NVGA een database gebouwd waardoor de NVGA trends sneller kan signaleren en meer analyses op een gedetailleerder niveau kan uitvoeren. Met uitzondering van de grote zorgvolmachten (die rapporteren op een andere wijze) beschikt de NVGA nu over alle aangeleverde cijfers van haar leden.
Marktaandeel motorrijtuigen.pdf 1 19-11-2013 15:08:27
Volgens Ron Krisman (voorzitter Commissie Economische Zaken) heeft dit als voordeel dat de NVGA beter en sneller met informatie kan komen. Ook zullen de leden in de loop van 2014 individueel voorzien gaan worden van een standaardrapportage waarmee zij hun eigen bedrijf met die van de benchmarkcijfers van de NVGA kunnen gaan vergelijken. De bedoeling is dat deze rapportage met de VRA meegeleverd zal gaan worden. Bovendien is er
geen aparte aanlevering van informatie door de leden zelf meer nodig dan wel een aparte machtiging aan Market Scan. Voor de leden is het er daarom eenvoudiger op geworden.
Marktaandeel totaal.pdf 1 19-11-2013 15:11:41
Over de periode 2011 ten opzichte van 2012 worden hieronder de belangrijkste gegevens vanuit Market Scan van de NVGA-leden weergegeven.
Serviceproviders hebben een groter dan gemiddeld aandeel Motorrijtuigen in portefeuille:
Met uitzondering van brand zijn de resultaten op alle branches verbeterd. Combined ratio Motorrijtuigen in 2012 gedaald van 96% naar 91% Combined ratio Brand gestegen van 90% naar 93% Combined ratio medische varia gedaald van 84% naar 73% Combined ratio totaal gedaald van 88% naar 85%
Het premievolume is met 6% gestegen hetgeen positief is aangezien de totale markt nauwelijks groeit. C
M
De verhouding in premievolume per soort volmachtkantoor is nagenoeg onveranderd. Serviceproviders 32% (+0.7%) Huisvolmachten groot 56% (-0.6%) Huisvolmachten middel 8% (-0.1%) Huisvolmachten klein 4% (gelijk) Y
CM
MY
CY
CMY
K
NB: Huisvolmacht groot: Huisvolmacht middel: Huisvolmacht klein:
premie > € 5.000.000 premie > € 2.500.000 < € 5.000.000 premie < € 2.500.000
Uitkomsten op Extranet Op het Extranet onder Leden / Documenten staat het volledige document ‘resultaten NVGA-leden 2012’.
Groei 2012 Service providers Huisvolmacht groot Motorrijtuigen 8% 2% Brand 10% 4% Aansprakelijkheid 9% 5% Medische varia 13% 16%
Huisvolmacht middel 1% 6% 3% 12%
Huisvolmacht klein Totaal 4% 4% 7% 6% 9% 6% -1% 15%
Totale premie geboekte schade Service provider Schaderatio 2011 59,52% Schaderatio 2012 58,29%
Huisvolmacht Middel 53,60% 55,41%
Huisvolmacht klein 49,40% 52,19%
Huisvolmacht groot 59,40% 54,79%
Totaal 58,54% 55,86%
15
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
In het kader van het Thema Opleidingen vroegen wij opleidingsinstituten hun visie op de actualiteit te geven en relevante zaken voor u als GA te beschrijven. De bijdragen treft u hier aan.
Bureau D&O
Be good and tell it! De wereld van de volmacht is uniek. In het buitenland kent men deze bedrijfsvorm niet. Maar ook in Nederland is de volmacht nog steeds relatief onbekend voor buitenstaanders. Dat leidt tot onbegrip. En tot wetgeving zoals de Wft waarbij duidelijk is dat de opstellers onvoldoende inzicht hadden in de wereld van de volmacht. Met als resultaat wetgeving die voor deze specifieke doelgroep niet past. En wanneer gekeken wordt naar het opleidingsdossier kunnen we constateren dat tot op de dag van vandaag de volmacht voor velen ‘een vreemde eend in de bijt’ blijft.
Maatschappelijke meerwaarde profileren Als insiders kunnen we zelf overtuigd zijn van de maatschappelijke meerwaarde van de volmacht. Maar wanneer de grote boze buitenwereld die meerwaarde niet herkent dan geeft dit een risico. Het risico dat men eisen gaat stellen aan het volmachtbedrijf die juist de kracht en de meerwaarde voor de samenleving ondergraven. Daarom denken wij dat het meer dan ooit zaak is voor het volmachtbedrijf om de communicatie met de samenleving aan te gaan en duidelijk te maken wat de meerwaarde voor die samenleving is van het volmachtbedrijf.
Kennis en vaardigheid is onderdeel van die meerwaarde De samenleving wordt complexer. Er ontstaan behoeftes bij klanten die niet of niet snel genoeg door aanbieders worden herkend. Aanbieders die zelf zuchten onder regeldruk en waar de IT-afdelingen voor de komende jaren eigenlijk zijn ‘volgeboekt’. De volmacht die vaak dicht bij de klant staat herkent de veranderende behoeftes vaak sneller en kan wel snel oplossingen ontwikkelen. Dat is één van de belangrijke voordelen van het volmachtbedrijf. Maar dat vereist een voortdurende ontwikkeling in kennis en vaardigheid.
Scherp op de actualiteit Je kunt opleidingen volgen omdat dit van de wetgever moet. Of je kunt dit doen omdat je zelf het beste voor je klant wilt. Die laatste groep bedrijfsgenoten vinden wij het meest plezierig om mee te werken. “We zitten scherp op de actualiteit. We bedrijven geen politiek. Dat laten we graag over aan de organisaties die daarvoor zijn, zoals de NVGA. Wat wij doen is om zo vroeg mogelijk ontwikkelingen te signaleren en aan te geven wat de consequenties voor de sector zijn. Opleiden om de sector samen sterker te maken. Ook het waardevolle volmachtbedrijf.
Links Annette van de Wetering (directeur) en Natascha van Drumpt (consultant opleidingen)
Financieel College
Vakbekwaamheid op de schop Als er een onderwerp is waarover - op het moment van schrijven - nog veel onduidelijkheid is, dan is het wel vakbekwaamheid. Maar ondanks alle onzekerheden, een ding is zeker: vakbekwaamheid gaat op de schop.
Wat betekent dat voor de volmacht? Het nieuwe vakbekwaamheidsbouwwerk dat 1 januari 2014 in gaat telt negen beroepskwalificaties. Alle gericht op de adviesfunctie. Er komen vier of vijf Volmachtlijnen: Schade, Vermogen (nu Leven), Pensioen, Inkomen en wellicht Zorg. Daarbij wordt gedacht aan een constructie, waarbij de beroepskwalificatie (adviesgericht dus) de basis is, aangevuld met Wft Volmacht Algemeen en Wft Volmacht Overig. Echter niet voor Schade. Daar heeft het College (CDFD) Wft Schade Plus
voor bedacht: een samenvoeging van Wft Volmacht Brand, Varia en Transport. U weet dat studiemateriaal en examens van deze drie Volmachtonderdelen gelijk zijn aan de A-modules Brand, Varia en Transport. Veranderingen die inhouden dat examens helemaal anders worden. Examens worden samengesteld vanuit een Centrale Examenvragenbank en ‘verrijkt’ met toetstermen over vaardigheden, integriteit, beroepshouding etc.. Dus meer dan kennis alleen. Ervaren adviseurs (in bezit van een diploma) doen een PE-examen met een PLUS, die PLUS houdt in dat je getoetst wordt op de ‘nieuwe’ competenties.
En dan nu de Volmacht Het CDFD berichtte op 22 oktober dat in het gepubliceerde document voorlopige vaststelling van toetstermen Volmacht Algemeen, Schade Extra
16
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
en Overig ontbreken. Voor Volmacht Algemeen is het aantal toetstermen te gering. Het advies ten aanzien van de beide andere onderdelen stelt het CDFD uit. Er vindt nu een herafweging plaats in dialoog met relevante marktpartijen. Het zou mij niet verbazen als de Volmachtopleiding uit het Wft vakbekwaamheidsgebouw getild wordt. U kent Financieel College (voorheen Huibers Instituut) als instituut dat dicht bij de klant staat en dat alles in het werk stelt om de opleiding - ook voor een klein aantal deelnemers- te starten. Financieel College is dan ook een van de weinige opleiders die Wft Volmacht/ A-cursussen (inclusief Wft Volmacht Overig) begeleidt. “Onze cursussen, dagonderwijs met een kleine interval maken het de deelnemers mogelijk om in korte tijd zeer intensief voor te bereiden op het examen.”
NIBE-SVV
“Als ik de baas zou zijn van een GA, dan werd het nieuws meteen een heel stuk positiever ...” Velen van u kennen bovenstaande titel uit een heel andere context. Kinderen voor Kinderen uit 1984 over het Journaal en u begrijpt, dit heb ik opgezocht. Maar, ik ben niet de baas van een GA, ik ben gewoon opleider in de financiële dienstverlening. Nou ja gewoon, NIBE-SVV gaat al ruim meer dan een halve eeuw terug in opleidingen voor de financiële wereld en dus de GA. En eigenlijk zijn we ook wel zo’n beetje de enige aanbieder van de opleiding GA. De enige opleider die nog de moeite neemt om daar serieus aandacht aan te besteden. Maar, eerlijk is eerlijk, het wordt bedrijfseconomisch voor ons wel steeds moeilijker door de teruglopende aantallen cursisten. Dat moet dus anders. De cursus Gevolmachtigd Agent bestaat trouwens ook al heel lang. Nog niet zo lang als de Gevolmachtigd Agent zelf, maar wel zo’n 50 jaar. “Het lijkt en klinkt wel een beetje stoffig” dacht de wetgever waarschijnlijk in 2006, want bij de Wfd/Wft werd de naam gewijzigd in Wft Volmacht Overig. Om echt warm van te worden!
Voor het Wft PE onderwijs dat wij vanaf de start geboden hebben, vonden GA’s massaal de weg naar het Financieel College. Laat de Minister en het CDFD toch het plan varen om Wft PE te examineren en gaan zij over tot een Wft PE-puntensysteem, waarvan de NVGA voorstander is, dan zal Financieel College in samenspraak met docenten een programma opzetten dat relevant is voor de GA, anno 2014.
NIBE-SVV heeft toen, samen met SVC, de boeken uitgebreid geactualiseerd en aangepast qua begeleiding en structuur, maar natuurlijk wel binnen de wettelijke exameneisen. Daarmee kun je het Wftdiploma halen. Maar wil je echt iets als volmacht dan zeggen wij: “Doe er mondelinge begeleiding bij”. Die mondelinge cursus van NIBE-SVV wordt gegeven door SVC (Richard Meinders en Wim van de Weg). Daarbij is alle ruimte voor discussie en verdieping, voor uitwisseling van ervaringen en gedachten over hoe het beter of anders kan. Kortom, niet alleen kennis stampen, maar ook vaardigheden, houding en gedrag krijgen daar een plaats. Op dit moment denkt de minister na over de toekomst van de Volmachtopleiding binnen de Wft. Ik ben bang dat die er niet is. Maar is dat dan het einde van de GA-opleiding? Nee, absoluut niet. Ook zonder wettelijke diplomaplicht is een goede volmachtopleiding nodig. Misschien is dat zelfs wel beter om echt te kunnen aansluiten bij de toekomst van de GA . Nu is het tijd voor een eigen stempel van de NVGA op zowel opleiding als beroepsgroep. Misschien wel een eigen register waarin juist die vakbekwaamheid van de GA bevestigd wordt.
Guus de Jonge, productmanager Schade en Schade-expertise NIBE-SVV
Lindenhaeghe
Actualiteit voorop Opleidings- en exameninstituut Lindenhaeghe biedt diverse Wft-opleidingen, bovenwettelijke opleidingen en examens aan. Lindenhaeghe hecht grote waarde aan het informeren van hun klanten over actuele zaken die spelen in de branche. Lindenhaeghe heeft daarom ook het abonnement Permanent actueel ontwikkeld waarmee zij inspeelt op de meest recente ontwikkelingen in de markt op het gebied van de Wft. Permanent actueel is een platform met een Kennis Update, Kennis Quiz en Kennis Plein. Zeer actuele situaties komen aan bod en de abonnees worden direct getoetst. Ook omvat het abonnement tevens een Kennis- en Praktijkbijeenkomst die online wordt gegeven via webcasting. Voor de GA zijn een tweetal recente ontwikkelingen van invloed. De belangrijkste is dat de modules Volmacht hoogstwaarschijnlijk worden opgeschort. Het
CDFD wil in overleg met de sector kijken hoe deze modules in de toekomst ingericht kunnen worden. De tweede ontwikkeling is dat de overgangsperiode wordt verlengd van anderhalf naar twee jaar zodat de markt meer tijd heeft om aan de nieuwe vakbekwaamheidseisen te voldoen. Eind november heeft de Tweede Kamer de minister van Financiën definitief geïnformeerd over de gekozen lijn. Ook in deze overgangsperiode zal Lindenhaeghe voor kantoren een (sturende) rol vervullen.
Hans Ruiter, directeur
17
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Welten
Vakbekwaamheid 2014 en betekenis GA
Op 1 januari 2014 treedt het nieuwe Wft-Vakbekwaamheidsbouwwerk in werking. Dit nieuwe stelsel vervangt de huidige Wft wetgeving. Vanaf 2014 zal met betrekking tot de Wft vooral de focus liggen op vakbekwaamheid en krijgt deze een andere modulaire opbouw. Directe aanleiding voor de herziening van de huidige Wft-opbouw is de uitkomst van verschil-
lende onderzoeken van de AFM. Hieruit bleek dat - door het ontbreken van de juiste vaardigheden van de adviseur - in veel gevallen het advies niet compleet of niet correct is. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn meegenomen in het ontwikkelen van het nieuwe Wft- Vakbekwaamheidsbouwwerk. Zoals de naam al doet vermoeden is het nieuwe bouwwerk meer gericht op de vakbekwaamheid van de adviseur. Naast de hernieuwde Wft-modules wijzigt ook de huidige Permanente Educatie. In de toekomst dient de adviseur aantoonbaar permanent actueel te zijn. Dit betekent dat hij of zij altijd op de hoogte moet zijn van actualiteiten die voor zijn of haar functie van belang zijn.
Vakmanschap De invoering van het nieuwe Vakbekwaamheidsstelsel is wat ons betreft een stap in de goede richting. Vanuit onze Visie op Leren streven wij naar
bestendig vakmanschap. Een bestendige vakman is volgens ons een financieel adviseur die in lastige situaties en ongeacht omstandigheden hoog kwalitatieve oplossingen weet te creëren voor het bereiken van de doelen van de klant. Met de invoering van het nieuwe stelsel komt er meer focus te liggen op de vaardigheden en competenties van de financieel adviseur. Hiermee wordt de eerste stap naar bestendig vakmanschap gezet.
Vakmanschap voor Gevolmachtigd Agent Het nieuwe Wft stelsel gaat ook voor u als Gevolmachtigd Agent impact hebben. Hoe dit er precies uit gaat zien, is nog niet duidelijk. In een brief heeft het Ministerie van Financiën laten weten de volmachten voorlopig uit het nieuwe stelsel te halen. Er zal overleg plaatsvinden tussen het CDFD en de markt om hiervoor een nieuwe invulling te vinden.
ALS HET TOCH MOET dOE HET dAn gOEd
Het is nu aan jou. Ben je er klaar voor? Kijk op nibesvv.nl/wft of bel 020-520 85 34 voor meer informatie en ontdek hoe je het
Wft-diploma haalt bij hèt kennisinstituut van de financiële wereld.
SUCCES DOEN WE SAMEN
022 Adv WFT 18 190x135.indd 1
Nummer 13 / december 2013
05-12-13 15:24
www.nvga.nl
Het nut van compliance De afgelopen tien jaar is een stortvloed van wet- en regelgeving over de financiële dienstverlening heen gekomen. Het einde van de wet- en regelgeving - nu weer met de resultaten van het DNB-onderzoek naar de beheersing van volmachten door verzekeraars - lijkt nog niet in zicht. Van de andere kant ontstaat de roep om minder regels, omdat de regelzucht het werken onmogelijk maakt. Is compliance uitsluitend voldoen aan de regeltjes of levert het uw bedrijf echt wat op? In dit artikel laat ik zien op welke wijze compliance kan worden gebruikt om uw onderneming te versterken. Foto: Richard Meinders, SVC
Wat is compliance? Misschien is het goed om eerst eens vast te stellen wat ‘compliance’ nu eigenlijk is. Als ik de ‘Dikke van Dale’ erop nasla, tref ik het woord niet aan. Het dichtst in de buurt komt het woord ‘compliantie’, hetgeen ‘volgzaamheid’ betekent, een vertaling voor het Engelse woord ‘compliancy’. Dan maar eens in de moderne encyclopedie ‘Wikipedia’ kijken. Hier komt behoorlijk wat meer verklarende tekst naar boven en blijkt dat het woord te zijn ontstaan in de financiële sector, het is in Nederland geïntroduceerd door DNB. Door DNB wordt het gedefinieerd als ‘de naleving van wet- en regelgeving, alsmede het werken volgens de normen en regels die een instelling zelf heeft opgesteld.’
Waarom wet- en regelgeving? Veel wet- en regelgeving ontstaat incident gerelateerd. Denk aan bepalingen ten aanzien van de brandveiligheid van kerstverlichting in horecagelegenheden (Volendam) en opslagvereisten voor vuurwerk (Enschede).
De pers meldt misstanden, het publiek is verontwaardigd en de politiek bedenkt nieuwe wetten en regels. Zo levert de financiële crisis ons ook nog bijna dagelijks nieuwe regels op. Ook binnen uw bedrijf heeft u ongetwijfeld regels opgesteld omdat er iets mis ging. De kracht van compliance is echter om niet incident gestuurd te reageren, maar proactief te acteren.
Risico’s analyseren Leg een stevig fundament onder uw compliance door een gedegen risicoanalyse op te stellen. Ga na waar de risico’s zitten die de continuïteit of de goede naam van uw onderneming in gevaar kunnen brengen. Probeer deze risico’s te kwalificeren op basis van de kans dat dit zich voordoet en de mogelijke impact hiervan. Hiermee krijgt u een goed inzicht in de risico’s die u moet vermijden of verminderen (mitigeren). De volgende stap is om deze risico’s om te zetten naar beleid. Op welke wijze wilt u omgaan met bijvoorbeeld de gesignaleerde risico’s op het gebied van integriteit, vakbekwaamheid, ICT, fraude, acceptatie en schadebehandeling. Denk hierbij aan ‘wij hechten grote waarde aan de kwaliteit en snelheid van onze administratieve processen’, of ‘wij tolereren geen enkele vorm van fraude’. Als dit beleid is geformuleerd, dan is de volgende stap om dit –middels concrete doelstellingen (key performance indicatoren) - te verankeren in processen.
Voorbeeld Het beleid ten aanzien van de kwaliteit en snelheid van de administratieve processen kan worden vertaald naar de SMART gedefinieerde doelstelling ‘80% van de polissen moet binnen 2 werkdagen na het definitief accepteren van een verzekering, foutloos zijn opgemaakt en verzonden’. Vervolgens wordt deze doelstelling vertaald naar procedures die ertoe leiden dat aan de doelstelling wordt voldaan. Niet alleen de procedure die zorgt dat de polis foutloos en op tijd wordt afgegeven, maar ook een procedure waarin het controlemechanisme is opgenomen om te beoordelen of dit wordt gerealiseerd (managementinformatie).
Plan-Do-Check-Act Een goede beheersing van een administratieve organisatie bestaat altijd uit de vier stappen van de Deming-cirkel: • Plan: normen stellen; • Do: consequent werken volgens normen en de informatie gebruiken om te verbeteren en te innoveren; • Check: elkaar aanspreken op positieve en negatieve prestaties; • Act: normen regelmatig evalueren en bijstellen.
Waar zit uw winst? Veel ondernemers kennen, of zo u wilt, onderkennen de risico’s in hun onderneming onvoldoende. De ondernemer die de risico’s in zijn onderneming kent, hierop stuurt en deze beheerst heeft een betere controle over zijn onderneming. Hij zal minder worden verrast door incidenten en loopt minder risico’s ten aanzien van de continuïteit van zijn onderneming. Met een goede risicobeheersing kan ook het vertrouwen van toezichthouders (volmachtgevers, DNB en AFM) worden afgedwongen, waarop over het algemeen een lichter toezichtregime van toepassing is. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat u inzichtelijk maakt welke maatregelen u hebt genomen.
Kortom: De zekerheid dat de grootste risico’s onder controle zijn geeft u rust en continuïteit en vertrouwen bij uw stakeholders.
19
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Grip op de volmachtportefeuille ‘Een opsteker en nog leuk ook’ was een veel gehoorde reactie na afloop van de workshops ‘Portefeuilleanalyse & Rapportage’. Dat het thema actueel is, bleek wel uit de grote deelname; alle workshops waren volgeboekt. In een paar uur tijd loodste Jan van de Veen van JV Impuls BV de deelnemers door de meest elementaire onderdelen: cijfers – analyse – bevindingen – maatregelen.
Vanuit het model ‘The Golden Circle’ stond het NVGA-model “Portefeuillebeheer en Rapportage” centraal. Het NVGA-model is inmiddels door de meeste verzekeraars min of meer omarmd. Er zijn tal van redenen om actief met portefeuillebeheer bezig te zijn. Vanzelfsprekend is portefeuillebeheer een primaire verantwoordelijkheid van de gevolmachtigde agent. Dat vinden ook de verzekeraars. Niet voor niets is in vrijwel alle beloningsmodellen portefeuillebeheer het belangrijkste onderdeel. En degelijk portefeuillebeheer zorgt voor continuïteit in de samenwerking tussen de gevolmachtigde en de verzekeraar.
Het NVGA-model heeft voor uniformiteit gezorgd. Het verrichten van een portefeuilleanalyse en het opstellen van een rapportage per verzekeraar kost nu eenmaal tijd en door een uniform model kan de gevolmachtigde veel efficiënter aan de slag. Tijdens de workshops is het NVGA-model concreet ingevuld met een cijfermatig format en een rapportageformat waarmee de gevolmachtigden nu direct aan de slag kunnen.
Jan van de Veen loodste de deelnemers door de materie.
20
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Bijpraatlunches NVGA Rondom de Workshops Portefeuilleanalyse hield het NVGA-bestuur zogenoemde Bijpraatlunches. Hierin stond de actualiteit centraal van het beloningsdossier, de oprichting van een onafhankelijk auditinstituut, het vakbekwaamheidsbouwwerk en het DNB-onderzoek. De lunches werden op drie verschillende plaatsen gehouden. In Amersfoort was het Ron Krisman die namens het bestuur de actualiteiten toelichtte.
In het kader van het beloningsdossier gaf Ron Krisman aan dat de NVGA er vanwege de open norm voor heeft gekozen de markt haar werk te laten doen en niet te kiezen voor één model. De NVGA zal andere initiatieven wel ondersteunen. Verder drong Krisman er bij de leden op aan vóór het einde van het jaar overeenstemming te hebben met verzekeraars over de beloning 2013 en 2014, alsook volmachten uitsluitend naar verzekeraars over te sluiten als dat in het belang van de klant is. Voor oprichting van een onafhankelijk auditinstituut is de NVGA om zodoende te komen tot vereenvoudiging, meer objectiviteit en efficiency van de audits en de daarmee gepaard gaande tijd en inspanning van het volmachtbedrijf te verminderen. Het instituut zal zich in ieder geval richten op het non-concurrentiële gedeelte van de audits, op de inhoud van de SAGA/AO-IC, op de controle van ‘passendheid’ en op de kwaliteitscriteria in de beloningsmodellen. De intentie is het instituut medio 2014 van start te laten gaan.”
“De verwachting is dat het DNB-onderzoek gevolgen zal hebben voor de informatieverzoeken van verzekeraars richting het volmachtbedrijf. De NVGA zal er daarom bij verzekeraars op aandringen dit proces goed te kanaliseren en dit waar mogelijk te vereenvoudigen.” Met betrekking tot Solvency II meldt Krisman dat de formele invoerdatum is uitgesteld – volgens de inschatting van DNB – naar 2016-2017, maar DNB is zich wel alvast aan het voorbereiden en zij zal vooruitlopend daarop
toetsen uitvoeren. Ook zal er een vragenlijst op Volmachtbeheer komen die jaarlijks door de GA beantwoord moet gaan worden. Dankzij inspanningen van de NVGA is het aantal vragen echter substantieel teruggebracht.”
Namens het bestuur besprak Ron Krisman bij VVS Assuradeuren in Amersfoort de actualiteiten.
Over de discussie van het vakbekwaamheidsbouwwerk, doet Krisman uitgebreid verslag. Daarbij benadrukt hij dat de NVGA absoluut van mening is dat het volmachtdiploma in het vakbekwaamheidsbouwwerk zou moeten blijven. “Dan heb je een volledige objectieve en neutrale toetsing.” Ten aanzien van de discussie over permanente educatie (PE) zegt hij: “Er is geen enkele beroepsgroep in Europa waar de eisen voor PE zo streng zijn als in het voorstel dat nu voorligt.” Tot slot vroeg Krisman aandacht voor het recent gehouden DNB-onderzoek naar risicobeheersing door volmachtverzekeraars en voor de regels van Solvency.
21
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
a.s.r. gelooft in het volmachtkanaal
Tom van der Geer: “Ondanks alle veranderingen die we met elkaar moeten invoeren, blijft a.s.r. absoluut geloven in de kracht van het volmachtkanaal.”
22
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
a.s.r. heeft een helder beleid geformuleerd waar ze de partijen ook aan houdt. “In het begin merk je dat dit voor iedereen nog wat onwennig is, maar nu wordt het geaccepteerd doordat iedereen ziet dat a.s.r. ook daadwerkelijk doet wat ze zegt. Andersoortige afspraken zijn niet meer te maken wat ook geldt voor het beloningsmodel dat we hanteren. Dus we zitten zuiver in de wedstrijd wat niet wegneemt dat we onverminderd in het volmachtkanaal geloven en er de toegevoegde waarde van inzien.” Aan het woord is Tom van der Geer (43), directeur Intermediaire Distributie Particuliere Markt van a.s.r. Door Irene Okkerman, Irenergy | Foto’s: Raphaël Drent
“De markt verandert, de toezichthouder kijkt naar andere zaken, dus we zitten echt in een nieuwe situatie en volgens mij moeten we daar allemaal nog een beetje aan wennen”, meent Tom van der Geer. Van der Geer, die als directeur Intermediaire Distributie Particuliere Markt bij a.s.r. eveneens verantwoordelijk is voor het volmachtbedrijf, deed na zijn aantreden op 2 juni jongstleden een ‘rondje langs de velden’. “De gevolmachtigden die ik sprak, waren erg zoekende naar hoe verzekeraars tegen het volmachtbedrijf aankijken. Ik denk dat dit voortkomt uit het feit dat we de afgelopen periode met elkaar vooral over de bedreigingen in de markt hebben gesproken en veel minder over de kansen die er zijn. Er wordt niet zozeer gezegd dat we niet in het volmachtkanaal geloven, maar ook niet dat we er wel in geloven. Dat geloof in het volmachtkanaal is er bij a.s.r. absoluut wel, ondanks het feit wat er allemaal moet gebeuren. Al die veranderingen die we met elkaar moeten invoeren, is een hele uitdaging. Je ziet partijen die daarin zondermeer slagen, maar er zijn er ook een aantal die echt nog in beweging moeten komen.”
Ambities Van der Geer bracht het grootste deel van zijn loopbaan (dertien jaar) door bij AXA waar hij de laatste zes jaar als directeur verkoop verantwoordelijk was voor zo’n beetje alle branches (zorg, schade, leven en beleggingen). In 2006 ontwikkelde hij vanuit zijn eigen opgerichte bedrijf een digitaal concept voor de makelaar o.g. maar daarvoor bleek op dat moment onvoldoende animo te zijn. “Wat ik leuk vond toen ik in 2010 weer in de verzekeringsbranche aan de slag ging, was dat ik merkte dat - dankzij het Bgfo 1 - de bedrijfstak echt in beweging was gekomen”, aldus Van der Geer. “Het uitblijven hiervan was destijds (in 2006) voor mij één van de redenen waarom ik toe was aan iets anders. Dus toen ik in 2010 weer begon en midden in die hectiek terecht kwam heb ik wel echt die uitdaging weer gevonden.” Wat Van der Geer erg aansprak bij a.s.r. was het gedifferentieerde productenaanbod en de omvang (één op de acht Nederlanders heeft één of meerdere verzekeringen van a.s.r.). Van der Geer is nu bijna
een half jaar bezig en hij is van mening dat a.s.r. de weg omhoog weer te pakken heeft. “De markt zat in een negatieve spiraal, en dat raakte a.s.r. ook, maar in de afgelopen jaren zijn er vele slagen gemaakt. Zo heeft de bank zich goed ontwikkeld qua hypotheek- en spaarproducten en zijn er kostenefficiënte ontwikkelingen in gang gezet. Het is leuk om daar een rol in te hebben. Ik denk dat ik ook iemand ben die floreert in een organisatie die vooruit moet, die de boel moet aanjagen.” Over zijn ambities zegt Van der Geer: “Natuurlijk heb ik bepaalde doelstellingen ten aanzien van volmachten en particuliere producten. Dus natuurlijk wil ik die doelstellingen realiseren, maar mijn ambities zijn ook dat ik het naar m’n zin moet hebben in wat ik doe. Dat betekent voor mij dat het niet te makkelijk moet gaan. Ik hou van duwen, trekken en sleuren, maar ik wil daar wel echt de resultaten van terugzien. En dan is het belangrijk te werken met een groep mensen die datzelfde najaagt en waar je je energie uithaalt.”
‘Speed daten’ Om veel mensen binnen de organisatie te leren kennen, is Van der Geer vrij kort na zijn aantreden begonnen met ‘speed daten’. Hij heeft dat bewust gedaan om te kijken of de uitkomsten daarvan, strookten met wat de managers hem verteld hadden. De eerste weken voerde hij gesprekken van tien minuten per medewerker met vijf minuten uitloop waarbij hij begon met medewerkers, daarna teamleiders en als laatste de managers. Zo leerde hij in korte tijd zo’n honderd mensen kennen. Opvallend vond hij de positiviteit over en de verbondenheid met a.s.r. die iedereen uitsprak. De operatie om alle labels te centraliseren in Utrecht heeft er volgens Van der Geer toe geleid dat er een nieuwe, gezamenlijke cultuur wordt gecreëerd. Als manager selecteert Van der Geer mensen vooral op producten marktkennis. “In de afgelopen periode is veel kennis op veel plekken verloren gegaan. Dus ik vind het belangrijk dat de mensen daarover beschikken. Zelf ben ik operationeel, heel energiek en heb ik veel ideeën dus als manager zoek ik mensen die deze ideeën kunnen realiseren en oog hebben voor detail.”
23
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Tom van der Geer: “Het gaat om ‘partnership’ en het met elkaar in gesprek blijven.”
Helder beleid Van der Geer: “a.s.r. heeft een helder beleid uitgezet en dat dragen we uit. Dit geldt o.a. voor portefeuillemanagement, de acceptatierichtlijnen en het aanstellingsbeleid. In het begin merk je dat dit voor iedereen nog wat onwennig is, maar nu wordt het geaccepteerd doordat iedereen ziet dat a.s.r. ook daadwerkelijk doet wat ze zegt. Andersoortige afspraken zijn niet meer te maken wat ook geldt voor het beloningsmodel dat we hanteren. Aangezien de passendheidstoets uit de Bgfo duidelijke regels stelt voor de hoogte voor de beloning hebben we voor deze koers gekozen.” a.s.r. kwam begin dit jaar als één van de eersten met een waardegerelateerd beloningsmodel. Door vele gesprekken met de markt, de analyse van andere modellen en de voorstellen waarmee partijen zelf kwamen, heeft a.s.r. nu een model evenals de hoogte van de beloning geïntroduceerd dat draagvlak heeft in de markt. Volgens Van der Geer is het een voor de markt zeer acceptabel beloningsmodel waarin iedereen zich eigenlijk kan vinden. Inmiddels is met zo’n driekwart van de gevolmachtigden overeenstemming bereikt, dus dat gaat heel goed.”
Verrichtingentarief Verzekeraars moeten onder druk van de toezichthouders zaken steeds explicieter maken. Van der
Geer is van mening dat mede hierdoor de invoering van een verrichtingentarief voor particuliere producten onontkoombaar is. “Een dergelijk tarief geeft nog meer inzicht in de activiteiten en het wordt daardoor beter controleerbaar. Ik denk dat straks een verrichtingentarief als enig passend model naar voren gaat komen. Er ligt nu een blauwdruk van een groep van gevolmachtigden en verzekeraars - waaronder a.s.r. – van wat een verrichtingentarief zou kunnen inhouden, maar uiteindelijk moeten we dat nog wel invullen met elkaar. We verwachten daarover binnenkort meer duidelijkheid en vanuit die richting zullen wij met onze gevolmachtigden in gesprek gaan. Een waardegerelateerd beloningsmodel was ook een optie, maar dat is inmiddels een ver gepasseerd station.”
Duurzaam kanaal “Mede gezien het recent gehouden DNB-onderzoek ‘Risicobeheersing volmachtportefeuille’ zullen we het volmachtbedrijf strak moeten blijven managen”, benadrukt Van der Geer. “Wat ik hoop is dat als er aanscherpingen zijn we die met draagvlak van de partijen waarmee we samenwerken, zullen realiseren. Het moeilijke nu is dat ik denk dat heel veel volmachten er helemaal niets of heel weinig van zullen merken. Het is een algemene uitspraak die gaat over het volmachtkanaal en de verschei-
24
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
“Vanachter het bureau gaan we het niet bedenken.” denheid in dat kanaal is groot. Ook is er niet één manier die past op alles, maar ook hieruit blijkt weer dat we de komende tijd aan de bak moeten. ‘Control’, management, risicobeheersing en beloningsmodel, allemaal belangrijke zaken die op de rol staan om de duurzaamheid van het kanaal te waarborgen. De komende periode zullen wij ons volmachtpanel weer in ere herstellen. Dat is hard nodig want door alle veranderingen zullen we met elkaar in gesprek moeten blijven, onder meer over hoe we dat verrichtingentarief met elkaar gaan invoeren. Er is een hele klus te doen en vanachter het bureau gaan we het niet bedenken. ‘Partnership’ en in gesprek blijven met elkaar, dat is zeer belangrijk. Ik geloof in het volmachtkanaal en met deze maatregelen zorgen we er samen voor dat het volmachtbedrijf zijn snelheid en effectiviteit blijft behouden!“
Volmacht zorgt voor concurrentiekracht
In de maand november organiseerde Monuta een aantal lunches voor volmachtkantoren waarbij econoom dr. Fred de Jong een tafelrede hield over de actuele ontwikkelingen in de volmachtmarkt. Hieronder een verslag van de laatste sessie die plaatsvond in Kasteel Heeze. Door Irene Okkerman, Irenergy | Foto’s: Medea Huisman
25
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Na een introductie door Ruud van der Wal, manager intermediaire distributie Monuta, haalde dr. Fred de Jong diverse onderwerpen aan waarbij hij allereerst opmerkte dat de koek voor het intermediair de komende jaren niet kleiner zal worden. Wel vindt er volgens hem een grote verschuiving plaats van de taartpunten waarin de koek verdeeld gaat worden. Het intermediaire distributiekanaal blijft daarbij onder druk staan. “Het marktaandeel van het intermediair bij particuliere schadeverzekeringen is gedaald naar minder dan 40%. Banken en verzekeraars zijn nu leidend in deze markt. Als reactie op deze trend is te zien dat het aandeel schadeverzekeringen dat in volmacht wordt gesloten, de laatste jaren toeneemt. Circa 19% van alle schadeverzekeringen loopt via een volmachtkantoor, dat gaat dus jaarlijks om 2,5 miljard euro! Blijkbaar zien veel intermediairs in het volmachtkanaal een belangrijk middel om hun positie in de particuliere schademarkt te behouden of zelfs te versterken. Het is dan ook mijn verwachting dat in 2020 particuliere schadeverzekeringen via het intermediair alleen met behulp van een volmacht kunnen worden gesloten. Ook de serviceproviders bereiden zich daarop voor. Het aandeel serviceproviders met een volmacht neemt langzaam toe ten koste van de huisvolmachten. Consolidatie en schaalvergroting is de trend. En dat is ook nodig om te kunnen innoveren en de concurrentie op het gebied van vooral de
digitalisering met verzekeraars aan te kunnen.“ De Jong voorspelt daarbij dat het aantal intermediaire spelers de komende jaren daalt van 8000 naar rond de 5000 kantoren waarbinnen het aantal volmachtkantoren nog wel licht zou stijgen.
Marktmacht Nu de taartpunten anders worden verdeeld, worden de tegenstellingen tussen de partijen ook groter en vooral duidelijker zichtbaar. De Jong: “Het volmachtkantoor moet zich net als het intermediair positioneren als belangenbehartiger van de klant. En bij die rol van belangenbehartiger hoort nadrukkelijk dat je in staat bent om scherp (qua premie en voorwaarden) in te kopen en optimale service te bieden. Met name voor volmachtkantoren wordt dit nadrukkelijker de positie in de keten.” De recente groei van de volmachtmarkt toont aan dat verzekeraars in uitbesteding blijkbaar nog steeds voordelen zien, aldus De Jong. “Of volmachtkantoren werken efficiënter dan verzekeraars zelf, of de marktmacht van volmachtkantoren is dusdanig dat het een niet te passeren kanaal is voor verzekeraars. Hoe dan ook, het volmachtmodel is voorlopig een blijvertje.”
Verrichtingentarief De discussie in de markt over de beloning van volmachtkantoren wordt wat De Jong betreft in een
verkeerde volgorde gevoerd. “Het ‘oude’ model met tekencommissie en winstcommissie is door de wetgever afgeschoten. Winstcommissie mag niet meer, een conclusie die ik persoonlijk nog steeds een onbegrijpelijke vindt. Een partij die werkzaamheden in een keten uitbesteedt, heeft recht om daarbij prikkels in te bouwen om de kwaliteit en winstgevendheid van die activiteiten te waarborgen. Uiteraard moet de klant daarmee ook gediend zijn. Nu constateer ik dat in de schadeverzekeringsmarkt de concurrentie groot is, prijzen onder druk staan en er geen aantoonbare schade is voor de klant als gevolg van het oude beloningsmodel. Een rendabele portefeuille bij verzekeraars is immers ook in het belang van de klant.” Maar goed, de wetgever (of eigenlijk de toezichthouder) heeft beslist, zo gaat De Jong verder. “De discussie gaat nu over het omkatten van de winstcommissie naar een hogere tekencommissie en de stip aan de horizon is een nominaal beloningsmodel. De AFM en het Verbond van Verzekeraars zien een verrichtingentarief als beste beloningsvorm voor de toekomst. Ik ben bang dat in dat model een groter risico schuilt op misbruik, waar uiteindelijk de klant de rekening voor betaalt. Maar goed, de discussie gaat nu te veel over de hoogte en de manier van belonen. Terwijl de nadruk in eerste instantie zou moeten liggen op de toegevoegde waarde van het volmachtbedrijf.”
Dr. Fred de Jong: “Ik ben bang dat bij een verrichtingentarief een groter risico schuilt op misbruik, waar uiteindelijk de klant de rekening voor betaalt.”
26
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Aanbesteding of uitbesteding?
Concurrentiekracht
De Jong vraagt zich af of het niet logisch zou zijn als het volmachtkantoor in de toekomst beloond wordt door zowel de verzekeraar als het provinciale intermediair. “De vraag is überhaupt of er in de toekomst nog een beloning van verzekeraars is toegestaan. Ik merk dat veel volmachtkantoren niet schromen om na te denken over een nettopremiemodel, waarbij het volmachtkantoor namens een groep intermediairs en hun klanten dekking inkoopt bij een verzekeraar. De inkooppremie wordt dan met een opslag voor kosten en marge doorberekend aan het intermediair, dat intermediair zal daar ook weer een opslag bij doen, waarna de consument uiteindelijk een transparante prijs krijgt. Of die prijs, in combinatie met de voorwaarden, dan nog concurrerend is ten opzichte van de directe kanalen is de vraag. Maar dat is een marktvraagstuk en geen wetgevingsvraagstuk. In deze visie wordt volmacht meer aanbesteding in plaats van uitbesteding. Waarbij de vraag op tafel komt of er dan nog sprake is van een volmachtsituatie. In hoeverre handelen deze inkopers straks nog uit naam en voor rekening van een verzekeraar?”
De kracht van de volmacht is volgens De Jong het concurrerende vermogen. “Juist bij schadeverzekeringen zorgt het volmachtmodel de komende jaren voor marktmacht vanuit het intermediaire kanaal, waarmee de concurrentie met verzekeraars kan worden volgehouden. Dat is belangrijk, omdat concurrentie zorgt voor prijsdruk en een prikkel om innoverend en onderscheidend te opereren in de markt. Het is ongewenst als verzekeraars een monopoliepositie zouden verwerven bij particuliere schadeverzekeringen. De kracht van de volmacht is ook dat deze kantoren in staat zijn om het provinciale intermediair te ondersteunen met scherpe marktproposities en praktische ondersteuning. Dus ook voor het provinciale intermediair is een krachtig volmachtkanaal van belang.” In dat licht spoort De Jong alle direct belanghebbenden aan om ten aanzien van de volmachtmarkt een meer economische discussie te gaan voeren. “Positioneer de volmachtmarkt als een belangrijk economisch tegenwicht namens klanten en intermediairs ten opzichte van verzekeraars. Toon vervolgens overtuigend aan dat het volmachtkanaal ook nog eens efficiënter kan werken dan verzekeraars en breng dan pas het beloningsvraagstuk ter tafel. Voor het volmachtkanaal is het van belang om uit te gaan van de eigen kracht. Als mocht blijken dat het volmachtkanaal niet efficiënter werkt en geen toegevoegde waarde heeft voor de consument en het intermediair, heb ik er als econoom geen moeite mee als het volmachtmodel verdwijnt. Maar ik ben ervan overtuigd dat de volmacht toekomst heeft.”
“Onbegrijpelijk dat de winstcommissie is afgeschaft.” Klantbelang De Jong: “Er is door DNB en AFM onderzoek gedaan naar de volmachtmarkt over de volle breedte. Daaruit zijn twijfels gerezen over de mate van risicobeheersing bij verzekeraars ten aanzien van het volmachtkanaal. Verzekeraars wegen commerciële motieven soms (te) zwaar mee bij het kiezen voor uitbesteding via volmachten. DNB stelt echter niet de vraag in hoeverre dat erg is. Volmachten die door verzekeraars worden aangehouden vanuit commercieel belang, kunnen wellicht niet het meeste efficiënt zijn voor de verzekeraar, maar kunnen wel degelijk in het belang van de klant zijn. Dit vanwege de concurrentiedruk die van het volmachtkanaal uitgaat. Voor (uitvaart-)verzekeraars en volmachtkantoren is het zaak om duidelijk te maken dat een (uitvaart-)volmacht wel degelijk tot efficiency leidt in de keten. Het is aan de sector om aan te tonen dat een (uitvaart-)volmacht van toegevoegde waarde is, en dan niet alleen voor verzekeraars en gevolmachtigden, maar vooral dat daarmee ook het klantbelang is gediend.”
Debat Na deze rede debatteren de tafelgenoten over de aangehaalde onderwerpen. Zij zijn eveneens van mening dat volmacht toekomst heeft en daarbij dat verzekeraars geloof hebben in het volmachtkanaal. “Wel zijn ze zoekende naar hoe hiermee om te gaan en naar hoe ze controle en sturing kunnen blijven houden. Als volmachtbedrijf moet je daarom goed weten wat je wilt. Een eigen mening en beleid vormen en daar een standpunt in kiezen. Ook moet je opstelling tegenover verzekeraars onafhankelijk zijn, dus je moet zorgen voor alternatieven dan wel voor meerdere volmachten.” Het maatwerk dat het volmachtbedrijf – in belangrijke mate aan de zakelijke klant – levert, wordt als een belangrijke meerwaarde gezien. Verder wordt van het volmachtbedrijf vooral het administratieve gemak voor de tussenpersoon, de efficiency, de kostenbesparing, de distributiekracht en de toegang tot de hele markt geprezen. “Het concurrerende vermogen van de volmacht is belangrijk. Als een tussenpersoon beter kan functioneren door het vol-
machtkanaal dan is dat in het belang van de klant.” Over de toekomst van huisvolmachten zijn de debatterende deelnemers het eens: “Huisvolmachten worden meer onder druk gezet door verzekeraars dan service providers. Die laatsten hebben een grotere markt en meer inkoopkracht. Wel zitten de bedrijven met een huisvolmacht vaak korter op de klant en is de focus gericht op verschillende inkomstenbronnen. Het gemiddelde beeld is echter wel dat hun inkomsten door de huidige ontwikkelingen dalen en dat dit nauwelijks op te vangen is.”
Beloningsmodellen Uitvoerig wordt vervolgens met elkaar stilgestaan bij de voor- en nadelen van verschillende beloningsmodellen voor het intermediair, zoals ‘netto pricing’ en abonnementen, en de eventuele komst van een provisieverbod op schade. Men zegt daarbij veel waarde te hechten aan factoren als ‘een eerlijk speelveld’ en ‘voldoende overgangstijd’. Het door De Jong genoemde ‘model van aanbesteding’ voor het volmachtkanaal sluit men voor de toekomst niet uit. Een uitgesproken mening heeft men daar nu echter nog niet over. Wel vraagt men zich af of verzekeraars in dat geval daadwerkelijk in staat zullen zijn een nettopremie af te geven en of zij in dat geval in tarief onderscheid zullen gaan maken tussen het provinciale en het volmachtkanaal. De voorspelling is dat er een enorme diversiteit in tarieven zal gaan ontstaan. Voor partijen die beter presteren, zou het reëel zijn als in dat geval de winstcommissie weer terugkomt, zo wordt gesteld.
Zekere toekomst Er volgen nog diverse bespiegelingen over ondermeer de opmars van investeringsmaatschappijen in het volmachtkanaal, intermediaire samenwerkingsverbanden, de stroomlijning van processen (‘control’ en ‘audit’), het belang van vakkennis en investeringen in technologie in relatie tot volume. Over één ding zijn de volmachtbedrijven het eens. “Als we ons werk goed blijven doen, dan kan de verzekeraar ons nooit inhalen. Wel zullen we ons bedrijf anders moeten inrichten door meer specialiteit toe te voegen, meer aan klantenbinding te doen en te anticiperen op waar de jeugd later behoefte aan zal hebben. Kortom, het is zeker dat de markt er anders uit zal gaan zien, maar zeker is dat het volmachtkanaal zal blijven bestaan.”
Monuta zal de tafelrede van dr. Fred de Jong binnenkort in de vorm van een boekje uitbrengen. Indien u dit wenst te ontvangen, kunt u een mail sturen naar
[email protected].
27
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
De passie van … Bart Uiterwijk Winkel
“Modder aan de poten” “Bij jagen gaat het om één zijn met de natuur, al je zintuigen gebruiken, nergens aan denken, je verbinden met de aarde ofwel ‘modder aan de poten’.” Volgens de nuchtere maar sympathieke Bart Uiterwijk Winkel (48) is jagen dan ook geen hobby maar een passie. Door Irene Okkerman, Irenergy | Foto’s: Raphaël Drent ‘Modder aan de poten’ is volgens Bart Uiterwijk Winkel ook zeker van toepassing op de verzekeringsbranche. “We moeten ophouden met het kukelekugedrag.” Een uitspraak die meteen aangeeft hoe de Drentse Aboriginal – zoals hij zichzelf noemt – in het leven staat. Hoewel hij vanwege zijn opleiding enige tijd in Scheveningen heeft gewoond, is hij verknocht aan Drenthe. Het is misschien ook wel te danken aan zijn Drentse nuchterheid dat de zaken goed blijven gaan. “Eigenlijk hebben we nog nooit zo goed gedraaid als de afgelopen vijf jaar”, vertelt Bart. “Ik geef toe dat ik mezelf in de hoogtijjaren van de branche weleens afvroeg of wij niet dom bezig waren als wij branchegenoten hoorden vertellen over hoe fantastisch het hen ging, maar kennelijk ligt hierin nu de verklaring voor ons succes. Wij hebben ons niet gek laten maken en aangetoond een zeer solide en degelijk bedrijf te zijn voor onze zakelijke, agrarische en particuliere relaties. Wij richten ons uitsluitend op schade en –inkomensverzekeringen. Daarnaast zijn wij mede-aandeelhouder in StraX pensioen.” Het kantoor Uiterwijk Winkel/UW Assuradeuren, waarvan Bart en neef Jaap de derde generatie vormen, is op dit moment 26 fte groot en sinds 1929 gevestigd in Hoogeveen. Als mede-directeur houdt Bart zich vooral bezig met het bezoeken van klanten, want daar ligt zijn hart.
Respectvol Volgens Bart zijn er van oudsher twee typen mannen. “Of je was visser/jager of je was boer. Hoewel mijn vader zelf geen jager was, ging hij wel altijd mee op jacht dus in die zin heb ik het wel meegekregen.” Eén heel belangrijke regel binnen de jacht is die van de weidelijkheid wat wil zeggen dat een jager er alles aan moet doen om een dier niet onnodig te laten lijden. Ook dient een jager veilig om te gaan met zijn geweer en zicht respectvol op te stellen tegenover plant, mens en dier. Bart: “Een dier
moet bovendien een faire kans hebben tegenover de jager. Je schiet daarom niet op een dier dat zwemt of stil zit.” Een mooi voorbeeld vindt Bart de situatie waarbij hij eens met vijf anderen aan het jagen was en er een haas min of meer volledig door hen in het nauw gedreven werd. Doordat het dier geen schijn van kans had te ontsnappen, schoot niemand.”
Regels Je kunt niet zomaar gaan jagen. Om te kunnen en mogen jagen moet je met goed gevolg een theorie- en praktijkexamen afleggen, eventueel in de toekomst aangevuld met een psychologische test vanwege het ‘Alphen aan den Rijn’-incident. Moet je (in eigendom of via pacht) de beschikking hebben over een jachtgebied van ten minste 40 hectare wat gelijk staat aan 80 voetbalvelden. Moet je jaarlijks een jachtakte aanvragen. Beschikken over een aparte WA-verzekering en zijn er vele veiligheidsvoorschriften voor het gebruik en het bezit van een geweer. Zo moet het geweer in een deugdelijk verankerde wapenkluis apart van de munitie worden opgeborgen. Pas als je aan al deze voorwaarden voldoet, kan je het veld in. Dit gebeurt vooral in zogenaamde combinaties. Jagers hebben zich verenigd in lokale samenwerkingsverbanden, de zogeheten wildbeheereenheden (WBE’s). Aangezien niet zomaar in andermans gebied mag worden gejaagd, is het gebruikelijk dat deze ‘combinaties’ elkaar over en weer uitnodigen. Ondanks het feit dat Bart al vijftien jaar jaagt, bekent hij dat het voor hem nog steeds als een schoolreisje voelt als hij wordt uitgenodigd.
maken met kennis van de natuur en respect voor de dieren. Zo rij ik twee keer in de week – zonder mijn geweer - naar mijn veld om te ‘voelen’, ruiken en zien of alles goed gaat. Elke ree ken ik bij wijze van persoonlijk. Het valt me gelijk op als er iets mis is, bijvoorbeeld als er dieren ziek zijn. Wildbeheer is de belangrijkste taak van een jager. Overigens is er voor elk wildsoort een periode bepaald waarbinnen de jacht kan plaatsvinden. Zogeheten draagvlakregels bepalen hoeveel dieren van welk geslacht of leeftijd er per jaar en per WBE geschoten mogen worden. De aantallen dieren in een bepaald gebied worden door ‘teldagen’ in kaart gebracht. En natuurlijk mag er niet op beschermde diersoorten worden gejaagd.” “Een goede jager”, zo gaat Bart verder “is vakkundig waardoor hij een dier met één schot kan doden, dus zo pijnloos mogelijk. Maar ook als ik een hele dag niets geschoten heb of zoals dat in jagerstermen heet ‘niets uit de natuur heb geoogst’ kan ik evengoed een voldaan gevoel hebben. Ik geniet van de grote biodiversiteit aan flora en fauna en het één zijn met de natuur. Binnen de jacht gaat het naast vakkundigheid vooral om moraliteit. Aangezien ook een jager een dwarsdoorsnee van de maatschappij is, zullen er altijd jagers zijn die de regels minder serieus nemen. Naar mijn idee zijn dit echter de absolute uitzonderingen.”
Passie voor het jagen
De meest indrukkende ervaring die Bart binnen het jagen heeft, is het schieten van reebokken en –geiten. Aangezien reeën behoren tot de beschermde diersoorten is daarvoor aparte toestemming vereist. Ook mag dit alleen in bepaalde periodes van het jaar. Bart: “Het schieten van een ree doe je alleen dus de eenwording met de natuur is dan maximaal.
Volgens Bart is de passie voor het jagen vergelijkbaar met de liefde die een boer heeft voor zijn dieren. “Het is een misvatting te veronderstellen dat het vooral om het schieten dan wel doden van dieren gaat. Een goede jager beheerst vooral de kunst om niet te schieten. Het heeft veel meer te
Er gebeurt dan echt wat met je. Het wachten, de opperste concentratie, de adrenaline, het schot móét goed zijn en na het schot de verlossing, de geur, de aanblik. Dat beeld vergeet je nooit, en elke keer is het weer anders. Ik weet elk schot bij elke ree nog!”
28
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
“Een goede jager beheerst vooral de kunst om niet te schieten.”
Bart Uiterwijk Winkel: “Net als bij verzekeren is er bij jagen sprake van vele (gedrags)regels en gaat het vooral om moraliteit en vakkundigheid.”
29
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
Kijkje in de keuken Bart laat zien hoe een dag er voor een jager uitziet. Het is een zaterdag in november. De zon is net op en het prachtige Drentse coulisselandschap is nog in mist gehuld. De mist maakt dat de jager daardoor minder goed zichtbaar is, maar andersom geldt dat natuurlijk ook voor de dieren. Van belang is ook de windrichting waarin de jager loopt in verband met geur en geluid. Bart wijst op sporen van dieren die hij direct herkent. Lawaaierig vliegen verschillende koppels ganzen over. Vanuit een gebouwde riet-schuilplaats schiet Bart twee kolganzen recht in de borst. De één jaar oude Vizsla-jachthond Brutus doet de rest. Hij pakt de ganzen zoals het hoort, dus zonder in het vlees te bijten en brengt ze bij de baas. Bart: “Dit is zoals het moet gaan, alles klopt.” Tussentijds heeft hij via zijn mobiel (met vogel-ringtoon) contact met collega-jager Derk-jan. Op de vraag of de ganzen na een paar schoten massaal wegblijven, antwoordt Bart ontkennend waarbij hij wijst op het begrip ‘domme gans’. Hierop voortbordurend zegt hij: “Mooi vind ik dat. De enorme hoeveelheid spreekwoorden die betrekking hebben op de jacht, maar eigenlijk kan dat ook niet anders. De jacht is zo oud als de mensheid.” Gelet op de vele overvliegende ganzen is ‘de buit’ beperkt. “Wat we hier doen is vooral ganzen verjagen”, verklaart Bart “aangezien ganzenpoep zorgt voor verzuring van het land en daarmee schadelijk is voor de landbouw. Door de ganzen minstens tweemaal per week te (laten) verjagen, heeft de
grondeigenaar recht om schadevergoeding aan te vragen.” Na een korte tussenstop op de vaste ontmoetingsplek in Restaurant De Huiskamer – naast het Dwinglederveld - wordt de jacht in groter gezelschap voortgezet. In steeds weer een ander stukje schitterend en kleurrijk landschap (bos, open veld, graanveld, hei en veen) wordt er gejaagd op voornamelijk haas, konijn, fazant, eend, duif en vos, waarbij er telkens in linie wordt gelopen. Hierbij voelen de jagers zich niet gehinderd door welk obstakel dan ook. Prikkeldraad wordt behendig met de kolf van het geweer naar beneden gedrukt, er wordt over sloten gesprongen en er wordt dwars door struiken gebanjerd daarbij luidkeels kreten slakend als ‘brrr’ en ‘ariejop’ om zo de beesten op te jagen dan wel uit hun leger (schuilplaats) te lokken. Dankzij de mist laten vooral reeën zich daarbij zien, maar niet de gewenste andere diersoorten. Ondertussen wordt er veel verteld over het nut en de noodzaak van de jacht en de relevante balans tussen mens, dier en natuur. Over het fenomeen schaalgrootte, het effect van de ruilverkaveling en de rol van de voedingsindustrie. Ook het hoofdstuk ‘mens’ komt aan bod. Hoewel jagen nog weleens in een negatief daglicht wordt geplaatst, zijn de jagers van mening dat vooral de auto een bruut moordwapen is. Veel dieren sterven door aanrijding (het zogeheten valwild) een pijnlijke dood of lopen zware verwondingen op. Ook wordt de verstoring van de natuur door de mens steeds groter. Door de schaalgrootte neemt ook de recreatie en het
Regels voor jagers De Nederlandse wetgeving beoogt een goede aandacht voor het evenwichtige beheer van natuur en milieu. In dat kader heeft de jacht z’n eigen plaats. Jacht heeft immers naast het beheer van de fauna, ook de zorg voor natuurwaarden in het algemeen tot doel. De wet waarborgt dat de jacht verantwoord plaatsvindt uit het oogpunt van duurzame instandhouding van de soort of populatie. Verantwoorde jacht houdt rekening met de intrinsieke waarde van het dier en eerbiedigt het internationale begrip van ‘wise-use’.
sporten in de natuur toe. Daarnaast worden er veel dieren verjaagd door niet aangelijnde honden. Volgens goed gebruik wordt de jacht (eenmaal) onderbroken door het nuttigen van een zelf gebrouwen mix van graanjenever en vlierbessen. De echte afdronk vindt na afloop plaats in ‘De Huiskamer’ waar de dag met een glas rode wijn bij de open haard wordt geëvalueerd. Hoewel de oogst van die dag beperkt bleef tot drie ganzen en een haas, had iedereen een voldaan gevoel, behalve hond Brutus. Die bleek namelijk op dat moment zijn toevlucht tot de keuken van het restaurant te hebben genomen!
Bart Uiterwijk Winkel: “Dat de jacht zo oud is als de mensheid blijkt wel uit de vele spreekwoorden die met de jacht te maken hebben.”
30
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl
De NVGA organiseert regelmatig voor haar leden en andere partijen in de volmachtmarkt netwerkbijeenkomsten om in een hele andere setting met elkaar te praten over de actuele ontwikkelingen of over aangelegenheden waar men als ondernemer mee van doen heeft.
Netwerkactiviteiten NVGA -
De netwerkreis in de Sneeuw vindt dit jaar plaats van maandagavond 17 maart tot donderdagavond 20 maart in Saalbach Hinterglemm, Oostenrijk. De zeer geslaagde ski-events van de afgelopen jaren zorgen ervoor dat deze reis inmiddels met meer dan 60 inschrijvingen is volgeboekt.
-
De jaarlijkse Algemene Ledenvergadering NVGA wordt gehouden op woensdag 23 april 2014 vanaf de middag. De locatie is nog niet definitief vast-gesteld.
-
Het golfevent vindt in 2014 plaats op woensdag 21 mei 2014 in golfbaan De Scherpenbergh te Apeldoorn. Hou deze datum vrij. Er zal weer gekozen worden voor dezelfde opzet: een 18-holes wedstrijd voor de geoefende spelers en een Golfclinic met een 9-holes wedstrijd voor de onervaren golfers onder ons. Deze formule blijkt een succes gezien de grote belangstelling elk jaar.
-
De Marktdag Volmachten wordt georganiseerd op woensdag 24 september 2014 vanaf de middag in Hart van Holland te Nijkerk. De NVGA organiseert deze bijeenkomst elke 2 jaar samen met het Verbond van verzekeraars. Uiteraard komen daar de actualiteiten binnen de volmachtmarkt aan de orde.
Hardlopen met NVGA-leden:
Halve marathon in Wenen Het is ons bekend dat hardlopen een populair tijdverdrijf is onder leden van de NVGA. Om die reden is het idee ontstaan om met een groep van NVGA-leden mee te doen aan een hardloopactiviteit. Enkele leden hebben zich - zelfs met hun partner aangemeld voor de (halve) marathon in Wenen op zondag 13 april 2014. In overleg met het bestuur is besloten dit initiatief vanuit de NVGA op te pakken en te coördineren. Heeft u interesse om met een
Colofon Jaargang 5, uitgave 13, december 2013 GA Magazine is een uitgave van NVGA en verschijnt 3 maal per jaar. Redactie Secretariaat NVGA
[email protected]
NVGA-groep deel te nemen laat u dit dan – het liefst uiterlijk 30 december - weten aan Irene Okkerman (
[email protected]). Heeft u vragen dan kunt u met haar bellen op 06-21436184. Vlucht en verblijf zal nader bekend gemaakt worden. Wel dient u zich zelf aan te melden voor de marathon. Dit kan via www.vienna-marathon.com. Om verzekerd te zijn van een startbewijs, is het verstandig hier niet te lang mee te wachten.
met medewerking van: Froukje Meerman - www.mermaidmedia.nl Irene Okkerman -
[email protected] Fotografie Raphael Drent - www.fotodrent.nl
Uitgever
Druk Drukkerij Van der Weij BV, Hilversum
ZPress Sport Postbus 1015, 3300 BA Dordrecht T. 078 639 70 70
Copyright Overname van artikelen, foto’s en beeldmatriaal of gedeelten daarvan is toegestaan, mits vergezeld van bronvermelding. Toezending van de betreffende publicaties wordt op prijs gesteld.
Vormgeving ZPress Studio
31
Nummer 13 / december 2013
www.nvga.nl