EXCLUSIVE
Speciale editie
press award 2010
Directeur Milagros Montes
Spaans Verkeersbureau
M
et het verschijnen van deze unieke Exclusive wil het Spaans Verkeersbureau, iedereen laten genieten van de mooiste Spanje-verhalen. Op de komende pagina’s lees je de drie beste reisreportages die vorig jaar in tijdschriften en kranten zijn verschenen. Milagros Montes, directeur van het Spaans Verkeersbureau: “Ik heb in Nederland kennis mogen maken met zeer gepassioneerde journalisten. Zij kennen Spanje zeer goed; van de bekende toeristische trekpleisters tot de meest verborgen plekjes in het binnenland aan toe. Journalisten zijn tijdens hun ontdekkingstocht door Spanje getuige van alles wat ons land te bieden heeft. Ze hebben het talent hun beste ervaringen op doeltreffende wijze op papier te zetten en over te dragen. Hun bijzondere artikelen vormen een inspiratiebron voor nieuwsgierige consumenten en reisprofessionals. Lezers leren unieke bestemmingen kennen en nemen notie van de diverse mogelijkheden aldaar. Eind vorig jaar hebben wij voor het eerst de persprijs uitgereikt. Omdat we de nadruk op de Spaanse gastronomie wilden leggen, was het thema: Proef Spanje. De beste drie verhalen hebben we gebundeld in deze Exclusive, zodat iedereen kan meegenieten van de smakelijke verhalen.
Persprijs Proef Spanje
H
et Spaans Verkeersbureau in Nederland heeft vorig jaar voor het eerst persprijzen uitgereikt. Het thema van 2010 was ‘Proef Spanje’. Kees Lucassen van Reizen Magazine werd met zijn artikel ‘Camino del Cid, van Burgos naar Valencia’ tot winnaar verkozen.
De criteria De artikels moesten informatief, uniek, origineel, zintuigprikkelend, inspirerend en toeristisch van aard zijn; een verrassende invalshoek hebben en verder ook gastronomische aspecten van Spanje belichten.
De einduitslag
Dit jaar is ‘cultuur’ het thema van de persprijs. Het gaat hierbij om cultuur in de breedste zin van het woord, zowel traditioneel als modern: muziek,
Het verkeersbureau reikt vanaf nu jaarlijks de persprijs uit aan de journalist
musea, festivals, architectuur, theater, tradities, enz. Spanje heeft een
die Spanje op een originele manier en vanuit een speciale invalshoek
1. Kees Lucassen, (Reizen Magazine):
unieke cultuur waarmee we ons onderscheiden van elke andere bestemming.
onder de aandacht brengt van de Nederlandse consument, waarbij het
2. Hans Avontuur, (Reizen Magazine):
We verbreden onze horizon dit jaar, want naast artikelen in kranten en
toeristische aspect niet uit het oog wordt verloren. Dit jaar werd er met
“Málaga, Pedro cinco churros”
tijdschriften kunnen ook verhalen op blogs meedingen naar de persprijs.
name gekeken naar artikelen die een gastronomische invalshoek hadden.
“Camino del Cid, van Burgos naar Valencia”
3. Guy Meus (Grande Magazine): “Navarra, in de voetsporen van de pelgrims”
Ik wil graag iedereen bedanken die betrokken is geweest bij ‘Proef
Alle reisjournalisten, zowel van dagbladen als van tijdschriften, waren
Spanje 2010’, en we kijken uit naar alle nieuwe verhalen in 2011!”
vrij om hun artikel in te zenden, mits het artikel was gepubliceerd tussen
Eervolle vermeldingen voor:
1 september 2009 en 31 augustus 2010. Uit alle inzendingen werden 25
- Sander Groen (AD Reiswereld): “Welkom op het kolenspoor”
artikelen geselecteerd. Vervolgens maakte de jury - na uitvoerig beraad
- Gert de Looze (Reformatorisch Dagblad): “De koning van de hammen”
Inhoud 03 Persprijs proef spanje 04 winnaar: Kees lucassen 12 tweede plaats: hans avontuur 16 derde plaats: guy meus 22 Hoe er te komen 23 toen & Nu 50 jarig jubileum
2
proef spanje
- de top tien bekend. Winnaar Lucassen ontving, naast de award, ook een reis voor twee personen naar Madrid.
Overige vijf genomineerden: - Auke Hulst (Columbus Magazine): “Ibiza Anders”
De jury
- Matthijs Meeuwsen (AD Reiswereld): “Authentiek Madrid”
• Isabel Ferrer (correspondent El País)
- Vanessa Oostijen (Esquire): “Nachtrit Madrid”
• Wim Breedveld (voormalig journalist Wegener)
- Paul van der Linden (Society World): “Verrukkelijk, verrassend en
• Theo de Reus (journalist Reisrevue)
veelzijdig Madrid”
• Marlies Duquesnoy (persafdeling Spaans Verkeersbureau)
- Cila van der Endt (Watch): “Adolf Muñoz, de nieuwe man La Mancha”
• María Abat Muntané (vertaalster en lerares Spaans)
proef spanje
3
Foto: Paul Tolenaar
winnaar press award 2010
camino del cid
Van Burgos naar Valencia Tekst: Kees Lucassen en fotografie: Paul Tolenaar (Gepubliceerd in Reizen Magazine, nr. 10-2009)
Z
o’n 900 jaar geleden vocht El Cid zich een weg van Burgos naar Valencia. Een 1000 kilometer lange veldtocht waarbij menige Moor het leven liet. Vandaag El Cid volgend, zien we bruggen, poorten en kastelen uit zijn tijd. En wat ook niet verdwenen is: de wrede natuur, het smakelijke eten en veel, heel veel ruimte.
Jozef Israëls in 1894. Werelderfgoed waarin naast duizend andere bezienswaardigheden het graf van El Cid en zijn doña Jimena is te bewonderen, en de akte van hun huwelijk in 1074. ‘Hij heeft dus echt bestaan?’, fluistert Paul. ‘Ja, maar hij werd pas een legende door het Cantar de Mío Cid. Een middeleeuws heldendicht waarin Rodrigo Díaz een avontuurlijk edelman is, trouw aan koning en kerk, en onmisbaar in de woelige strijd tegen de Moren, de reconquista. Bekend is echter dat hij met zijn huurleger, een verzameling uitschot, ook voor de Moren vocht, als dat genoeg opleverde.’ ’s Avonds
Kille wind zwiept door Vivar del Cid, een gehucht tien kilometer boven
steken we de Plaza Mayor over, naar Cafetaría Casino.
Burgos. Langs de oude kloostermuur, de rokende schoorstenen en de nu, half april, nog lege ooievaarsnesten. De bonte was aan de lijn naast Mesón
Alles klopt: het geklak van kopjes die op schoteltjes worden gestapeld,
Molina del Cid klappert horizontaal. Snel vluchten we het eethuis in. Tussen
de obers in wit hemd en zwarte broek, tapas brengend, het geroezemoes
twee schilderijen van El Cid ontvangt de gerimpelde kastelein, Javier Alfonso
der klanten, van 0 tot 80, het menú del dia voor € 12, inclusief wijn, en
Perez, ons glimlachend met een Camino del Cid-folder, een stempel-
het uitzicht op agent en pastoor, samen buiten kuierend over het plein.
kaart en twee warme café solo van het huis. Een huis dat eeuwenlang een watermolen was. In een muur staat gekrast: Rodrigo Díaz de Vivar, El
‘Vanochtend Schiphol, nu Burgos, morgen richting Valencia.’ ‘Por qué
Cid Campeador.
Valencia?’, wil Paul weten. ‘In 1094 veroverde El Cid Valencia en vijf jaar later stierf hij er. Op dat moment stonden de Moren voor de poort.
‘Is dit de plek?’, vraagt Paul. ‘Ja, hier is El Cid geboren.’ We verlaten het dorp
De legende wil dat zijn dode lichaam in zijn harnas werd gestopt. Dat
en rijden naar Burgos, de hoofdstad van Castilla, recht naar de kathedraal.
werd op zijn trouwe Babieca gezet, die vervolgens in volle galop door de
‘De grote, alles verkleinende kathedraal, want eigenlijk is geheel Burgos
poort stormde. De Moren wisten niet wat ze zagen en sloegen in paniek
aangelegd als een omgeving van dit prachtgebouw’, noteerde de schilder
op de vlucht.’
4
proef spanje
proef spanje
Castillo de Gormaz
5
Standbeeld van de legende in El Poyo del Cid
winnaar press award 2010
camino del cid
Kathedraal van Burgos
Vaya con Dios
Lobos. Lobos betekent wolven, maar die zie je hier zelden. Boven
Eerste stop na Burgos is San Pedro de Cardeña. Ook hier is een
ons zweven zwijgend een dertigtal vale gieren.
klooster (9 eeuw) en ook hier is onze held geweest, zowel dood als de
levend. Hier leefden zijn vrouw en kinderen. En Babieca, zijn paard,
We rollen de bergen uit, het land gaat open: vlakke Meseta. Akkers,
ligt hier begraven. Broeder-portier sloft voor ons uit naar een klein
velden, herders, schapen. Aan de horizon groeit El Burgo de Osma,
kamertje, waarin we ons derde stempeltje ontvangen. Met een wel-
een wandeling waardig. Reken op een fijne Plaza Mayor, kapsalon
gemeend ‘Vaya con Dios!’ zwaait hij ons uit.
Figaro en de middeleeuwse kathedraal waarin het Cantar de Mío Cid
Dit Castillo de Gormaz, gebouwd door de Moren en begeerd door de
Salim = Stad van Salim) waar Rodrigo ooit, zoals het een Campeador
is gevonden. Stel nu, dit was niet gevonden. Was El Cid dan vergeten?
Christenen, wisselde in een halve eeuw tijd tien keer van eigenaar
betaamt, man tegen man vocht. Een brokkelige plaquette op de uitgestorven Plaza Mayor herinnert aan zijn aanwezigheid.
Of waren zijn daden dan juist, door mondelinge overlevering, nog
alvorens onze held het definitief veroverde. Vandaag is het een leeg
waar El Cid in 1076 vertoefde en vandaag onder de romaanse
groter geworden. We vragen het aan Juan, de uitbater van Cafétaria
karkas. Vanaf de muren kijken we uit over schier oneindig niets dat
gewelven gregoriaans gezang galmt. Scenic route, zo noemt onze
Capitol, waar we tortilla bestellen. Hij haalt zijn schouders op en
wordt bevlekt door de schaduw van overdrijvende wolken.
kaart onze weg, dankzij waanzinnige rotswanden, lispelende stroompjes
keert hoofdschuddend terug naar zijn toog.
De camino slingert van Covarrubias naar Santo Domingo de Silos,
en geelvlammende brem.
We nemen een kamer con vistas (met uitzicht) in Hotel Babieca, in de oude bovenstad, en gaan eten in de benedenstad, die een kwartet hos-
Na het volgende fort, bij Berlanga de Duero, wordt onze smalle scenic
tal-restaurants rijk is, langs de oude weg tussen Madrid en Barcelona.
Schier oneindig niets
way bedreigd door oprukkende bermen, onder aanvoering van klap-
Daar weer naast ligt nu de A2, een snelweg, maar truckers weten
Via Salas de los Infantes, waar al wel de ooievaars klepperen, komen
Na La Rasa, een in onbruik geraakt gehucht aan een dito spoorlijn,
roos en korenbloem. We passeren het mozarabische kerkje van San
Restaurante Carlos Mary nog te vinden. En wij weten nu waarom.
we in de Sierra de la Demanda, een ruig Nationaal Reservaat. De Rio
komen we in het spookdorp Navapolos. Hier verliet El Cid Castilla en
Baudelio (‘Ver van alle routes’, aldus Cees Nooteboom in De Omweg
Een smakelijk menu (van espárragos con mayonesa tot en met flan
Arlanza brult, de witgetopte Neila (2094 m) schittert, gele kwik-
stak hij de Rio Duero over, aldus regel 401 van het heldendicht. Hij had
naar Santiago, maar dat klopt dus niet meer) en het ommuurde middel-
caramel) voor € 12, inclusief wijn, wordt hier geserveerd door de
staartjes riedelen, en tussen bemoste rotsklompen, formaat dorps-
dat ook iets verderop kunnen doen, via een brug die werd beschermd
eeuwse dorp Rello (een ‘hoogtepunt’ volgens Bert Sitters, schrijver
tweelingzus van Jennifer Lopez.
kerk, dalen we over een serpentine van asfalt naar de Cañón del Rio
door het toen grootste kasteel van Europa.
van de gids El Camino del Cid) en bereiken zo Medinaceli (= Madinat
6
proef spanje
proef spanje
7
El Cid op zijn Babieca in Burgos
winnaar press award 2010
camino del cid
Doel voor vandaag: Orihuela del Tremedal Over de ‘oude’ weg rijden we van Medinacelli richting Santa Maria de Huerta. Door de gargantas (rode rotswanden, grillig geboomte en de Rio Jalón) naar Calatayud en daarna zuidwaarts, de Rio Jiloca volgend. Ooievaars klapwieken af en aan. Dat deden ze ook al in de 11de eeuw, toen El Cid hier naar El Poyo reed, vanwaar hij over de omgeving heerste. Verbazingwekkend. El Poyo is een stip op de kaart en in werkelijkheid nauwelijks meer. Oké, er staat een kerkje aan een Plaza Mayor, formaat theedoek, en er is een kroeg, goed voor een stempel, maar verder... De barvrouw die ons jamón (ham) laat proeven die duidelijk van een gelukkige stier komt, verklapt dat er ook een estatua (beeld) van El Cid is. En jawel, tussen puin en onkruid vinden we onze held,
Van broeder-portier in het klooster van San Pedro Cardeñas
onversaagd kijkend. Nog meer ham en stempels scoren we in Monreal del Campo, waar een dolenthousiaste bibliothecaresse onze stempelinkt droogblaast, en in de oude wijk van Molina de Aragón, in het Oficina de Turismo,waar een Margaret Thatcher-achtige verschijning, zonder van haar breiwerk op te kijken, venijnig sist: ‘Doe snel de deur dicht, ik heb de kachel aan’. Voor ons ligt het Parque Natural de Tajo, waarna het reliëf van het Reserva Nacional de Montes Universales zal volgen. Bizarre bergen, wild-romantische dorpen, woest water en plakken sneeuw. Anemoon, bergbok en ik voelen ons hier uitstekend thuis. Doel voor vandaag: Orihuela del Tremedal, een pueblo vlakbij een ermita, met één hotel: Hotel Pinares. ‘We moeten ook tanken’, meldt Paul, terwijl de zon achter gindse heuvels zinkt. Een haarspeldbocht later zien we het dorp, inclusief hotel én benzinepomp. Pinares is echter cerrado (gesloten). Het winderige tankstation niet, en de in drie truien verstopte pompbediende vermoedt dat het vinden van een plek voor de nacht dificil (moeilijk) gaat
Café langs de weg naar de ommuurde middeleeuwse stad Daroca
worden. ‘Maar tien kilometer verder, in Bronchales, vindt u wellicht wel een bed.’ Vlak voordat de duisternis valt, stuiten we op camping Corralizas. Naast de poort hangt een bordje: bungalows te huur. Stierenbloedkleurige houten huisjes. ‘With hot shower, clean beds and DVD-player’, grijnst Jorge Alonso Gonzales, de bestoppelde uitbater. ‘I have only one free. Is okay?’‘Okay!’, roepen wij eenstemmig. Kunnen we vanavond Sophia Loren zien schitteren in El Cid (zie pag. 23). Jorge brengt frisruikend beddengoed en hij wijst ons op het restaurant. Met morro (‘head of the pig’) als specialiteit, maar ook met Delicias de Teruel (ham, ham en ham), ensalada de la casa en nog veel meer. Jorge: ‘Wisten jullie trouwens dat dit de hoogste camping van Spanje is? Jullie eten nu op 1750 meter. Nog wijn?’ We knikken ja en vergeten Sophia.
8
proef spanje
proef spanje
Plaza Mayor van El Burgo de Osma
9
Toren in Mudéjarstijl (werelderfgoed)
winnaar press award 2010
camino del cid
Los Amantes, dat is een droef verhaal
‘Wat nu is precies het verschil tussen een hostal en een hotel?’ vraag ik
Oud, levendig en vol vertier
Opnieuw rijden we over een weg om lief te hebben. Eerst dansend
aan de man van de recepción. ‘De prijs’, is het droge antwoord. Teruel
We vervolgen de route, door wreed, mooi en naakt Spanje. Maar na de
tussen okergeel gebergte, dan kruipend over El Portillo, een 1790
is bekend om drie dingen: jamón, torens in Mudéjarstijl (werelderf-
Puerto de Cuarto Pelado (1674 m), de vierde van de vijf passen op weg
meter hoge pas, en zo komen we uit bij de bron van de Taag. De
goed) en Los Amantes. Anna, de kapster die onder de Torre del
naar Cantavieja, verandert er iets. We zien duizenden muurtjes tussen
langste rivier van het Iberisch schiereiland die 1000 kilometer verder
Salvador haar nering drijft, zeept mijn kin in en legt uit. ‘Mudéjares,
de velden, en steeds meer olijf- en fruitbomen. Iglesuela del Cid,
bij Lissabon in de oceaan stroomt, begint hier als een zielig straaltje.
dat is Arabisch voor: zij die toestemming hebben om te blijven. De
bezaaid met wapenschilden, herbergt niet alleen een stempelpost (want
Een straaltje dat wordt geflankeerd door het met afstand lelijkste beeld
kunstenaars onder de Moren die na de Reconquista in Spanje bleven,
volgens regel 721was Rodrigo Díaz de Vivar ook hier) maar ook een
van Spanje, voorstellende een roestige ridder, huilend in de wind.
hielpen mee kerken te bouwen in mudéjarstijl. Begrijpt u?’ Net als ik
klein café dat voor een kwart wordt gevuld door een stierenkop die
Minder dan 500 meter van deze plek ontspringt de Cabriel, een
ja wil knikken, zet Anna haar mes op mijn keel.
norskijkend de muur siert.
Stoppels maaiend vertelt ze verder: ‘En Los Amantes, dat is een droef
Waarna we de Puente de San Miguel de la Pobla passeren, die al zes
rivier die in de Middellandse Zee eindigt. Jawel beste lezer, wij staan hier op een markant punt.
verhaal. Ergens in de 13 eeuw waren Diego en Isabel smoorverliefd
eeuwen lang de Rio de las Truchas overspant. ‘Het wordt warm’, merkt
Niet lang daarna volgt Albarracín, een plaatsje dat één groot monu-
op elkaar. De vader van Isabel vond Diego echter te weinig man van de
Paul op. We ruiken wilde tijm, lavendel en rozemarijn, en zien vlinders
ment is. ‘In de roerige tijd van El Cid was dit adelaarsnest, dat toen
wereld. Hij moest zich eerst maar eens bewijzen. Daarop trok Diego
en sinaasappels. Heel veel sinaasappels. Geen twijfel mogelijk,
Santa Maria de Aben Rázin heette, een taifa (mini-staatje) waar aan-
voor vijf jaar de wereld in.
Valencia nadert.
Aben Rázin, waar we een café solo nuttigen tussen stugrokende hom-
En op de dag dat hij als rijk man terugkeerde, bleek Isabel diezelfde
Die avond al eten we gamba’s aan zee. In El Grau de Castelló, onder
bres met rochelende stembanden, schuilend voor een stortbui. Buiten
ochtend te zijn getrouwd. Hij vraagt haar om een laatste kus, Isabel
wuivende palmen en krijsende meeuwen, en met zicht op break-
blinken antieke kasseien als zilver. Totdat de zon ze plotsklaps in goud
weigert, waarna Diego met een gebroken hart sterft. Als Isabel zijn
dansende hijskranen. Veel van El Cid’s krijgers, geboren in Castilla,
verandert, waarop Paul, als fotograaf gevoelig voor licht, prompt
begrafenis regelt, hier in de San Pedro, kust ze hem alsnog, en valt dan
zagen hier voor het eerst de zee. Zelfs voor ons voelt het nu wat
‘Señor, pagar por favor’ roept. We rollen naar de vlakte van Teruel,
dood in zijn armen. Nu nog liggen ze samen in de San Pedro, naast
vreemd, na de honderden kilometers binnenland.
genoemd naar de stad waarin we Hostal Aragón vinden. Hartje cen-
elkaar. Gaat u maar eens kijken.’
de
bidders van zowel Allah als Maria woonden’, vertelt de pátron van café
trum, in de Calle Santa Maria.
Jagend op stempels keren we daar nog een keer terug. Montenejos is een bergdorp annex bronnenplaatsje, zonnig, vol bouwsels uit vele tijden en met een markt op elke maandag. Weemoedig lummelen wij daar rond, in de wetenschap dat de volgende rit ons naar Valencia zal brengen. En ja, via Sagunto en El Puig boren we ons in de rijstebrijmuur van betonbouw en billboards, waar je doorheen moet om bij de Torres de Serranos uit te komen, een stadspoort uit de 14de eeuw. Volgens het Cantar de Mío Cid is dit de Stad van het Licht. En de al genoemde Jozelf Israëls noteerde hier in 1894: ‘Ik zag overal uit naar standbeelden van de Cid, want deze stad heet Valencia del Cid. Dit is de plaats van zijn grote heldendaden waarvan zovele legenden en gedichten spreken, maar in geen der nauwe kronkelstraatjes, nog op enig marktplein kon ik iets daarvan ontdekken. De stad scheen mij zeer oud, levendig en vol vertier, maar met de Cid moest ik wachten’. Ook wij zien eerst de kathedraal, waarin we de Heilige Graal aanschouwen. En daarna de Basilica de Nuestra Señora de los Desamperados, met daarin het beeld van de schutsvrouw: Maria der Verlatenen. Maar dan lezen we, op een vergeelde kaart die in het stadhuis hangt, duidelijk de volledige naam van de stad: Valencia del Cid. En daarna, vlakbij de arena, zien we legende zelf. Hoog op Babieca, versteend in volle galop.
10
proef spanje
proef spanje
11
Puente de San Miguel de la Pobla verbindt de provincies Teruel en Castellón
tweede prijs press award 2010
málaga
Zo zou de grote kunstenaar hebben gezegd hebben dat hij enkel de zigeunermuziek in de stad de moeite waard vond. Maar daarmee doet Picasso zijn geboorteplaats toch echt tekort. Sterker, in Málaga is misschien wel meer basis voor Picasso’s kunst gelegd dan hem lief was. Zo is zijn passie voor het kubisme volgens kenners terug te voeren op de rechthoekige vormen van de witte dorpen in de omgeving en ook de corrida, het stierengevecht waar de kleine Pablo aan de hand van z’n vader naartoe ging, speelt een belangrijke rol in het werk van de man die 92 jaar oud zou worden.
Eenarmige dame Tussenstop in La Tetería, een van de theehuizen in oude centrum. Hoewel je er ook binnen kunt zitten, drink je de thee bij voorkeur op straat aan een laag houten tafeltje. Met de rug tegen de eenvoudige gevel genieten van de ochtendzon en de kaart met tientallen soorten thee uit de hele wereld. Sommige zijn alleen lekker, andere ook goed tegen kwalen als buikpijn, hoofdpijn, gewrichtspijn of een winterdip. De Marokkaanse thee is de winnaar en wordt even later geserveerd in een Arabische pot, precies zoals honderden jaren geleden toen de Moren in Zuid-Spanje de baas waren. Waar de cultuur van het theedrinken elders in Andalusië goeddeels is verdwenen, heeft dit kleine beetje Moors erfgoed in Málaga standgehouden. Voor de liefhebbers: bestel bij de thee een stuk chocoladetaart en je hebt ontbeten, geluncht én gedineerd. La Tetería groeit tijdens ons verblijf
‘Pedro, cinco churros!’ Tekst en fotografie: Hans Avontuur (Gepubliceerd in Reizen Magazine, nr. 2-2010)
M
álaga. Dat klinkt naar overvolle stranden, bierhallen en pizza all you can eat. Maar niets is minder waar. De warme stad is als een van de weinige plaatsen aan de Costa del Sol volkomen zichzelf gebleven. Een Spaanse oase, waar de Malagueños het leven vieren.
in Málaga uit tot een favoriete plek, net als Calle Sagasta voor het ontbijt en El Jardín voor een cortado. Hoewel de uitgestrekte stad meer dan 500.000 inwoners telt, ben je er op de vaste adressen al gauw een bekend gezicht. Ondanks het formaat heeft het oude centrum de warmte van een klein dorp. Praatje hier, praatje daar, waar kom je vandaan, waar ga je
houten erkers, ronde gevels, zwierige straatlantaarns. Pablo Picasso,
naartoe? Naar het dak van hotel Málaga Palacio! Precies zoals Juan in
kind van de stad, hield ook van churros, maar kon als peuter het woord
El Jardin me heeft aangeraden: ‘Een mooier uitzicht op de eenarmige dame
nog niet zeggen. Dus tekende de kleine kunstenaar lange spiralen en
is er niet!’ En het klopt. Vanaf het dakterras kijk je recht op de Manquita,
kreeg hij alsnog zijn zin. Dit beviel hem uitstekend, met kunst de
de ‘eenarmige dame’ zoals de kathedraal van Málaga in de volksmond
wereld naar je hand zetten, met alle gevolgen van dien.
wordt genoemd omdat slechts één van de twee torens af is. De reden?
Kleine Pablo
Tijdens de 200 jaar durende bouw was het geld herhaaldelijk op en moesten
In een pijpenla in de oude stad van Málaga bevinden zich deze ochtend
Sinds de tijd dat Picasso hier is geboren (1881) en naar school ging, is
er voortdurend nieuwe fondsen en belastingen worden aangesproken. In
meer mensen dan er in passen. Malagueños verdringen zich rond een
de casco antiguo, de oude stad, niet veel veranderd. De kleine Pablo
1782 vond het stadsbestuur het welletjes: ‘Zo, de kathedraal is klaar. Probleem
smalle toog voor een traditioneel ontbijt: chocolademelk met churros,
zou nog altijd moeiteloos de weg naar huis vinden. Ook zónder de
opgelost.’ Terug op straat wachten meer dan twintig musea op een
deegstengels die naar oliebol smaken. Terwijl ze hun bestellingen naar
bordjes die naar het pand aan het Plaza de la Merced wijzen. En het-
bezoek. Van Picasso tot Flamenco en van oude wijn tot moderne kunst.
de keuken roepen, snellen obers in wit en zwart tussen toog en tafeltjes.
zelfde geldt voor de kerk waar hij gedoopt is, het kantoor waar zijn
Maar eerlijk gezegd, het is vooral de stad zelf die bijzonder is. Brede boule-
vader werkte en de school waar het hoogbegaafde kereltje zich stierlijk
vards met palmbomen worden afgewisseld door wijken vol smalle steegjes.
Hier in de Calle Sagasta, halverwege de oude markthal en de winkel-
verveelde. Picasso. Er is geen ontkomen aan. Ook al woonde de meest
straten, komt de stad op gang. Collega’s delen churros voor ze naar hun
geniale schilder uit de vorig eeuw slechts tot z’n tiende in de haven-
Tot enkele jaren geleden was er weinig oog voor de authentieke
werk gaan, krantenverkopers schreeuwen het laatste nieuws door de
stad, en keerde hij hier daarna niet meer dan vier keer terug. Deels
schoonheid, maar Málaga heeft zichzelf ontdekt. Oude panden worden
straten, voetstappen galmen over pleintjes en de eerste zonnestralen
omdat dictator Franco geen liefhebber van hem was en deels omdat
niet meer gesloopt maar gerenoveerd. Zelfs de markthal met z’n Moorse
zetten de mooie panden in een gouden gloed. Alles glimt en glundert:
Picasso geen fan van Málaga was.
entree staat weer in de steigers.
12
proef spanje
tweede prijs press award 2010
málaga el cid
Schoenen aan de muur
Pedro de Alcantara. Dit houdt het midden tussen een gezellig buurtcafé
Op onze manier blijven de sardientjes mals en houden ze hun smaak.’
Zeven uur ’s avonds. De Calle Marqués de Larios glittert en glanst.
en een hippe eettent die ook in New York of Londen had kunnen staan.
Loungebars en visrestaurants zorgen voor de juiste mix van klassiek en
Málaga’s belangrijkste winkelboulevard met exclusieve merken
En het is dé ontmoetingsplek van jong en alternatief Málaga. Hier
modern. Worden er op het ene adres sardientjes met witte wijn geser-
stroomt langzaam vol. Heren en dames keurig gekleed in kostuum en
wordt gelachen, gezoend, besteld en bijbesteld, bijbesteld en bijbesteld.
veerd, doet de buurman aan fingerfood en ijskoude Corona’s. Het past
mantelpak, de jeugd naar de laatste mode. Arm in arm lopen mannen,
perfect bij het publiek dat bestaat uit trotse Malagueños en studenten
vrouwen, vrienden en vriendinnen de straat op en neer. De siësta is
Leuk voor later
van de universiteit en de talrijke taalscholen, want Málaga is hét Spaanse
genoten, de avond is nog lang.
Ochtendgymnastiek: de beklimming van het Castillo de Gibralfaro. De
centrum voor taalonderwijs. Eenmaal onderuit op de veranda van La
zee, de haven en de stad slapen uit in het zachte licht. Vanaf de muren –
Chancla vernevelt het heilige middagprogramma tot een volkomen
Aan de bar van Bodega El Pimpi, een stukje verderop, vloeit de wijn en
het enige wat van dit kasteel nog echt overeind staat – is er een uitzicht van
onbelangrijke bijzaak. De oude markthal, de arena, het museum voor
gaan tapas rond, volgens de bewoners zelf een Andalusische uitvinding.
360 graden. Links ligt het reisdoel van zodadelijk: Pedregalego, het vissers-
moderne kunst, de Moorse vesting? Leuk voor later, misschien. ‘Camarero,
Nee, het is geen koop- of stapavond. Zo gaat het dagelijks. Er wordt
dorp van Málaga. Een kwartier later stap ik uit bus 11 en in een andere
una cerveza por favor.’
gewinkeld, geflaneerd en geflirt. Terwijl straatmuzikanten hun maaltijd
wereld: kleine huizen, vissersboten, wiegende palmen en goudgeel strand.
bij elkaar spelen, waaiert het publiek uit over de oude stad. Hoewel de Calle
Goed, in het mondaine Malagueta kun je ook naar het strand. Dat is
’t Mooiste uitzicht
Marqués de Larios de faam geniet, is de Calle San Juan de meest Spaanse
dichter bij het centrum, maar ook minder bijzonder. Bij Pedregalejo liggen
Uitgerust en gebruind gaat het terug naar de stad. Niet met bus 11, maar
winkelstraat. De geur van gebraden haantjes en geroosterde gamba’s
schilderachtige baaien naast elkaar. Uitkiezen, liggen en genieten. De wind
te voet. Wandelen langs de Middellandse Zee, met Pedregalego in de
zweeft langs etalages met bruidsjurken en hippe schoenen.
ruist en alle overige geluiden verwaaien boven de Middellandse Zee.
rug en Málaga aan de horizon. Geen haast. Op tijd even rusten op een
Ook leuk: Farmacia Suc Bonifacio Gomez met houten vitrines vol
Logisch dat Pedregalejo bij de Malagueños populair is. Zowel tussen
verder. Er hoeft nog maar één ding: voor zonsondergang bij het Alcazaba
medicijnpotten of Calzados Hinojosa, waar schoenen en pantoffels niet op
de middag als ’s avonds komen zij hier naartoe om over de Paseo te
zijn, het Moorse kasteel op de heuvel boven de stad. Het deels
mooie planken staan uitgestald, maar aan de muren zijn gespijkerd. Welke
wandelen of vis te eten. Dé specialiteit: espeto de sardinas. Hierbij
gerestaureerde Alcazaba dateert van de 11de eeuw en was de residentie
wilt u hebben?
worden sardientjes niet op een grill gelegd, maar aan een stok geregen en
van de Arabische vorsten. Wie vanaf de stadskant naar boven klimt,
in de hitte van een open vuur langzaam gegaard. Een van de broertjes
loopt door poorten, tuinen en verdedigingswerken tot je uiteindelijk in
Zoals elke avond in Málaga, eindigt ook deze aan de eettafel. Thuis of
Muñoz, die een restaurant aan zee runnen, legt uit: ‘Op de grill gaat
de gebouwen van het voormalige Nazari-paleis bent. Goed, het is geen
bij het favoriete restaurant zoals Laboratorio aan het Plaza de San
veel te snel. De buitenkant brandt aan en de binnenkant droogt uit.
Alhambra, maar de decoraties, vijvers, overdekte terrassen en fonteinen
bankje onder de palmbomen, een café solo bij een barretje en dan weer
geven wel een indruk van een, zeker voor die tijd, ongekende luxe. De toegift wordt gegeven door de zon zelf, die langzaam achter gindse heuvels zakt. Geen idee of de Moorse heren en dames daar ook van hielden, maar het moet bijna wel want vanaf het Alcazaba kijk je uit over de oude stad van Málaga die zich langzaam in haar schaduw terugtrekt. Kleuren verdwijnen, contouren verschijnen. Links die van de kathedraal, rechts het Picasso Museum, en daarboven bloost de knaloranje hemel.
Picasso Museum Sinds 2004 heeft de stad, net als Barcelona, Parijs en Antibes, een eigen Picasso Museum, gevestigd in een fraai stadspaleis. Je moet hier niet zijn voor de bekende topstukken, maar de meer dan tweehonderd werken geven wel een indrukwekkend overzicht van zijn artistieke leven. Voor de oplettende kijkers: pakweg elke tien jaar veranderde Picasso van stijl, vrouw, lievelingseten, omgeving en vrienden. Museo Picasso de Málaga / Palacio de Buenavista, Calle San Augustín 8. Geopend: dinsdag tot en met donderdag en zondag van 10.00 tot 20.00 uur, vrijdag en zaterdag van 10.00 tot 21.00. Entree: € 6,00. www2.museopicassomalaga.org
proef spanje
Calle Marqués de Larios
15
El Jardín in Calle Cañon
derde prijs press award 2010
navarra el cid
Sancho numero septimo Sober, ingetogen en heel mooi is de gotische kerk uit het begin van de dertiende eeuw waar de beroemde Virgen van Roncevalles wordt vereerd. Het houten Mariabeeld schittert door zijn eenvoud. Naast de kerk ligt het oude klooster en via de kloostergang met middeleeuwse muren kom je in de Capilla de San Agustín, waar de graftombe staat van de legendarische koning Sancho VII, bijgenaamd El Fuerte, die de oprukkende Moren flink van jetje gaf. Zijn overwinning in Las Navas de Tolasa in 1212, die heroïsch uitgebeeld wordt in een glas-inloodraam in de kapel, zou het startpunt geweest zijn van de reconquista, het begin van de herovering van het christelijke Spanje op de islam. Over de boomlange krachtpatser (2,10 meter) bestaan, zoals gebruikelijk bij heroïsche figuren uit de geschiedenis, heel wat mythen en fantasieën. Zo zou hij de ketting die rond de tent lag van de al even legendarische Morenaanvoerder Miramamolín, samen met een smaragdgroene edelsteen uit diens tulband buitgemaakt hebben. Die ketting met koningskroon en parel in het midden tooit vandaag de vlag van Navarra.
Pelgrim voor een uurtje Terug naar de realiteit: we vermommen ons in pelgrim, gespen de rugzak om en beginnen aan een frisse wandeling van op de winderige heuvel-
In de voetsporen van de pelgrims
top boven Roncevalles (1.066 meter). Een prachtig Pyreneeënpanorama
Tekst en fotografie: Guy Meus (Gepubliceerd in Grande Magazine, nr. 6-2010)
Auritz, het eerstvolgende dorp vijf kilometer verderop, over een prachtig
D
e geschiedenis ligt in deze Noord-Spaanse regio op elke morzel grond voor het grijpen: romaanse kerkjes en kapellen, machtige kathedralen en middeleeuwse kastelen uit de tijd toen de koningen van Navarra hier zowat zeshonderd jaar de plak zwaaiden. Ook de landschappen in deze autonome Spaanse provincie zijn adembenemend en de beste chef-koks van Spanje komen uit deze streek. Maak je dus klaar voor een reis naar de zevende hemel.
strekt zich voor ons uit: donkere bossen, glooiende heuvels, groen weiland en op de achtergrond de bergen. De camino naar het verre Galicië is niet meteen onze optie, maar de miniversie naar Burguete/
Zwaardgekletter en schietgebeden
bospad naast een kabbelend beekje zien we wel zitten. Het straatdorp
Voor de middeleeuwse pelgrims was Roncevalles (Orreaga in het Baskisch)
met witgeschilderde huizen en rodepannetjesdaken ligt genieterig te
de eerste halteplaats waar ze na hun tocht door de donkere wouden van
dromen tussen de omringende heuvels.
de Franse Pyreneeën eindelijk hun lamme leden konden strekken. Uit kronieken blijkt dat de 27 kilometer lange klim vanuit Saint-Jean-Pied-
De vele hostals en pensions langs de hoofdweg of Calle Mayor zijn
de-Port via modderige bergpaden allerminst een gezondheidswandelingetje
duidelijk bedoeld voor de vele duizenden pelgrims die hier het hele
was. Want zoals je nog wel weet uit je eigen kindertijd, wemelde het in
jaar door passeren. De ‘echten’ doen het nog altijd te voet. Naast attrib-
afgelegen streken van dwaallichtjes, boze ogen en rakelings overvliegende
uten als wandelstaf, afstempelkaart (de credential) en de breedgerande
heksen terwijl uitgehongerde wolven en bruine beren in bedevaarders-
hoed met de bekende schelp zijn de meesten ook in het bezit van een
vlees geen graten zagen.
serie pijnlijke blaren. “Hoe gaat het met jou?” vraag ik aan een Zuid-
Roncevalles/Ronceveaux: misschien doet die naam wel een geschied-
Afrikaanse dame die we in de refugio van Puente la Reina later op de
kundig belletje rinkelen. Volgens de overlevering lokte hier in 778 een
In hun zog verkeerde op de koop toe ook nog het puikje van de struik-
dag ontmoeten samen met haar groep. Terwijl de was onder een shelter
horde Saracenen de dappere ridder Roeland in een hinderlaag. Karel de
rovers, beurzensnijders en goor geteisem dat het op het schaarse goed van
hangt te drogen, likken de meesten op een grasveldje, over een teiltje
Grote, zijn baas en machtige Frankenkoning, was even verderop de
de pelgrim gemunt had. De aha-erlebnis was dan ook groot bij de meesten
water gebogen, hun wonden. “Nie sleg nie, baie dankie”, klinkt het
bergpas al overgestoken en wachtte op zijn poulain, die de achterhoede
wanneer ze de oversteek over de bergpas, de Puerta de Ibañeta, achter
lacherig. We wandelen door de hoofdstraat van het dorp naar de stenen
aanvoerde. Die werd genadeloos in de pan gehakt. Een gedenkkruis
de rug hadden en in het dal de machtige abdij met hospitium zagen liggen.
boogbrug uit de elfde eeuw waaraan het dorp zijn naam dankt. Ten
voor Roldán, zoals ze Roeland hier noemen, en het oudste gebouw van
behoeve van de vele pelgrims liet een Navarrese koningin hier een brug
het dorp, de Silo de Carlomagno, dat ijzervreter Charlemagne voor de
De fitsten van deze survival hadden dan nog een tocht van een slordige
over de brede Arga-rivier bouwen zodat de bedevaarders zonder natte
gesneuvelde helden zou hebben laten optrekken, herinneren in Roncevalles
800 kilometer voor de boeg. Ook vandaag start in Roncevalles nog een
voeten hun onderkomen konden bereiken. De handel kwam op gang,
nog aan dat historische feit. Maar het zijn vooral de duizenden pelgrims,
van de vier routes die de moderne bedevaarder vanuit Spanje naar
het dorp kreeg naam en de koning verleende de inwoners fueros, rech-
op weg naar het graf van apostel Jacobus in Santiago de Compostela,
Santiago de Compostela in Galicië leiden.
ten en privileges, een begrip waarvan de hele geschiedenis van Navarra
die dit dorp op de historische kaart hebben gezet.
16
proef spanje
en vooral van het trotse Baskenland doordesemd is.
proef spanje
17
derde prijs press award 2010
navarra
Pamplona: hoofdstad vol joie de vivre Bij de naam Pamplona denk ik spontaan aan een joelende bende waaghalzen in witte pakken en rode sjaals die door nauwe straatjes voor opgejaagde stieren uit rennen. Een jaarlijks bloed-en-spelen-item dat steevast het internationale tvnieuws haalt. Spektakel gegarandeerd, zeker als een of andere onverlaat zich niet op tijd uit de voeten heeft kunnen maken en door een stier op de hoorns wordt genomen. “Doden vallen er zelden of nooit,” weet onze gids Javier, “en als het gebeurt, is het vaak door hun eigen stommiteit, zoals in 2009 nog met een Madrileen het geval was”, vult hij aan. Maar het is een traditie die bij de jaarlijkse fiesta van San Fermín, patroonheilige van de stad, behoort en eigenlijk ‘incontournable’ is, ondanks het groeiende protest uit vele hoeken. Ook toeristisch gezien legt het de stad en wijde omgeving geen windeieren, want de vele hotels en pensions zijn maanden van tevoren al volgeboekt. Wij lopen met Javier vanuit het Ayuntamiento, het stadhuis met de barokke voorgevel, waar elk jaar op 6 juli het startschot voor de stierenloop gegeven wordt, door het smalle, steile straatje naar boven. Via de Calle Estafete komen we aan de gemene bocht, waar gegarandeerd een van de vleeskolossen onderuit gaat. Vandaar stormen ze naar de arena, waar alleen maar tijdens de sanfirmines stierengevechten of
Klokkentoren van stadhuis Tudela
corrida’s plaatsvinden. Nauwelijks drie minuten duurt de dagelijkse encierro of stierenloop tijdens de feestweek waarbij de hele stad duchtig uit de bol gaat. Dat doet ze wel vaker, weet Javier, want de Pamplonezen en bij uitbreiding alle Navarrezen zijn geboren feestnummers. Het is ook een bekende en jolige studentenstad met drie universiteiten, waarvan de medische faculteit op het gebied van kankeronderzoek wereldfaam geniet. Op de Plaza del Castillo, het grote plein in het centrum met kiosk en mooie, hoge burgerhuizen met fraaie portieken, uitspringende erkers en smeedijzeren balkons, is het heel rustig op de middag. In het oude bekende café Iruña, de Baskische naam voor de stad, dragen camareros in
Tapas en pintxos in tabernas en bodegas
hoekjes pittige schapenkaas van Roncal en meer van dat lekkers. Tip:
gesteven, witte schorten Ernest Hemingway naar binnen. Die staat op
Dat Pamplona de stad is van la buena vida, merken we zodra we door
vervolledig dit gelukzalige concept met een frisse chardonnay of een
het ruime terras in houtenbeeldpositie naar de voorbijgangers te grijn-
de gezellige, kronkelige straatjes van de binnenstad struinen.
volle rode crianza uit Navarra, geniet van het interieur van een authen-
zen en wordt bij de oudewijvenregen die ons plots overvalt, eerbiedig
Restaurants, bars, winkels, boetiekjes en delicatessenzaken scholen er
tieke, doorrookte bodega met kanjers van hammen aan het plafond,
afgevoerd. Alsof een druppel ‘vocht’ de macho ook maar een spatje
samenzweerderig samen, gewapend voor een aanslag op maag en
prevel de vier woorden die je onthouden hebt uit je cursus
kon deren! In het café zou good old Ernest, gepatenteerde aficionado
beurs. Hoog tijd dus om kennis te maken met de tapas van Navarra, of
‘Beginnersspaans voor genieters’ tegen een local aan de toog en je bent
van stierengevechten, de roman ‘The Sun Also Rises’ geschreven heb-
beter de pinchos (pintxos in het Baskisch) zoals die prikkerhapjes in
vertrokken voor een fiesta sin fin en bloedbroederschappen voor het
ben waarmee hij de sanfirmines vereeuwigde.
het noorden van Spanje genoemd worden. Kenner Javier duikt met ons
leven. Pamplona: toros, tapas, fiestas. Je zou zelfs nog vergeten dat ze
onder in een paar gerenommeerde zaken en even later zitten we verrukt
hier ook nog een van de mooiste kathedralen ter wereld hebben uit de
We nemen ook een kijkje in de lobby van het poepchique hotel La
te smikkelen van de lekkerste heerlijkheden die we uitkiezen uit een
twaalfde eeuw, een paar prachtige kerkjes, een museum waar de rijke
Perla, waar de schrijver een tijd woonde en waar je voor een slordige
feestelijke processie van schotels op de lange toog.
geschiedenis van Navarra van begin tot einde uitgerafeld wordt, stukken bewandelbare stadsomwalling uit de Romeinse tijd en parken met
500 euro per nacht in de Hemingwaysuite kunt logeren. Elke nacht bezet, vooral door excentrieke Amerikanen, weet de hotelmanager te
Flinterdunne plakjes jamón van het beste Iberische varken, pikante
veel groen. Momenteel hangt de stad vol borden waarop ze haar inten-
vertellen.
chorizo, gebakken foie gras, gefrituurde calamares, gemarineerde ans-
tie kenbaar maakt om Europese cultuurhoofdstad 2016 te worden.
jovis, met tonijn gevulde pimientos de piquillo (Spaanse pepers), drie-
Mucho éxito, Pamplona!
18
proef spanje
proef spanje
La Iglesia de Santa María in Olite
19
derde prijs press award 2010
navarra
Kasteel voor koninklijke ooievaars
De vele ooievaars op de torens en daken kijken vertederd toe op het
Een must is ongetwijfeld de kathedraal van Santa Maria. Die staat
In Olite zijn ze trots op hun prachtige middeleeuwse kasteel. Dat dank-
voorbeeldige gedrag van hun afgewerkte producten. De twee profe-
zowat symbool voor het boeiende verleden van deze stad die in de neg-
en ze aan koning Carlos III, de Nobele, die hier in het begin van de
sores die niet meer weten waar hun hoofd staat, zie ik dromen van
ende eeuw door de Moren gesticht werd en in 1115 door de koningen
vijftiende eeuw op de resten van een kasteel uit de dertiende eeuw een
meer pedagogische begeleiding bij excursies en misschien wel van het
van Navarra heroverd werd. Vreedzaam leefden moslims, joden en
paleis liet bouwen dat tot een van de meest luxueuze van Europa gerek-
comfort van kerkers en vergeetputten. Olé, ola, adiós Olite!
christenen hier vierhonderd jaar lang samen en restanten van de grote
end werd. Na het opgaan van het koninkrijk Navarra in dat van Castilië
moskee waarop de latere kathedraal gebouwd werd, tref je in de
in 1512 raakte het kasteel in verval, maar sinds de recente renovatie is
Tudela, de groene hoofdstad van het zuiden
gotische kloostergang nog aan. Alleen al met het bewonderen van het
het een toeristische trekpleister geworden. Zodra je binnengaat, verd-
Voor meer geschiedenis en cultuur zakken we af naar Tudela, de hoofd-
timpaan en de architraven boven de monumentale toegangspoort is een
waal je in een middeleeuws decor met slanke torens, kantelen, door-
stad van de zuidelijke Ribera-streek en tweede grootste stad van
beetje iconograaf al een halve dag zoet. Daarop heeft een meester-
steekjes en binnenpleintjes. Het uitzicht op het stadje met zijn kron-
Navarra. Die streek naast de vruchtbare oevers van de Ebro is ook bek-
beeldhouwer ons zijn visie op het Laatste Oordeel fantasierijk
kelende middeleeuwse straatjes, de San Pedro-kerk, het achthonderd
end als tuinbouwstreek en voor de hoogstaande keuken met verrukkeli-
uiteengezet met een grote voorliefde voor zonde, gruwel en pijn. In de
jaar oude franciscanenklooster, de wijngaarden errond - Olite is ook
jke streekgerechten. Wij rijden naar het stadje Castejón, waar we een
kerk trekt het reuzegrote kleurrijke altaarstuk in Spaans-Vlaamse stijl
het wijnbouwcentrum van Navarra - is enig.
etappe op het groteroutepad langs de Ebro, de GR 99, willen lopen. Die
de aandacht terwijl het museum een heel arsenaal van kunstschatten uit
start in de bergen van Cantabria en loopt naar de Middellandse Zee.
diverse periodes herbergt.
In de tijd van Carlos, die volgens gids Javier meer kunstenaar dan krijgs-
Onderweg maken de vele informatieborden ons wegwijs in allerhande
man was, was er in het paleis ook nog een heuse dierentuin met buffels,
geografische en geologische aspecten van deze streek. Bij het naderen
De noordelijkste woestijn van Europa
kamelen, giraffen en leeuwen, geurden de hangende tuinen naar jasmi-
van Tudela rijgen de tuinbouwbedrijven zich aan elkaar en strekken
Canyons, spectaculaire zandsteenformaties, kale vlaktes en tinten van
jn en groeiden er dankzij een ingenieus bewateringssysteem citroenen
zich brede akkerlanden uit waar onder meer uien, tomaten, asperges,
zwart over roestbruin tot okergeel: daarvoor moet je naar het zuid-
en sinaasappelen aan de bomen. Aan de hand van infobordjes,
artisjokken, slaharten, spinazie, kardoen en bernagie groeien als kool.
puntje van de Ribera en wel naar de Bardenas Reales, een heus woesti-
maquettes en panelen kom je te weten hoe en waar er eertijds gewoond
In de verte zien we het middeleeuwse Tudela met zijn vele kerken en
jngebied van 42.000 hectare met drie natuurreservaten. In de zomer
werd. Het oude paleisgedeelte met zijn dikke muren en gotische gewel-
torens verrijzen. We lopen over de oude brug over de Ebro en zijn
kan de temperatuur er oplopen tot 45 tot 50 graden. Leven is er
ven is nu een prestigieuze parador waarvan het somptueuze interieur de
meteen in het hart van de stad. De terrasjes en bars op de Plaza de los
nagenoeg niet mogelijk, hoewel er tot zo’n tachtig jaar geleden, aldus
grandeur van weleer nog weerspiegelt. Ondertussen heeft een buslad-
Fueros zitten eivol en net zoals in Olite worden de vele ooievaars die
onze gids, nog kinderrijke families in holen leefden vlak voor de half-
ing kwetterende schoolkinderen het paleis belegerd en gewapend met
zich in de klokkentoren van het stadhuis genesteld hebben, kennelijk
woestijn begint. In 2000 werden grote gebieden door de Unesco tot
pennen en vragenlijstjes gaan ze hun vaderlandse geschiedenis te lijf.
beschouwd als ereburgers van de stad.
biosfeerreservaat uitgeroepen. Het militaire domein midden in het gebied, test- en schietveld van het Spaanse leger en ‘bondgenoten’, is velen een doorn in het oog, maar door de niet-toegankelijkheid is het ook een natuurlijke habitat voor fauna en flora. Langs een strikt afgebakende rondweg kun je met de auto, per fiets of te paard delen van het natuurgebied verkennen. Wij houden halt bij het zandkasteel of de Castildetierra, een uniek natuurfenomeen dat door de erosie van miljoenen jaren tot stand gekomen is. Van daaruit kun je te voet enkele wandelingen maken. Javier, die dit gebied kent als zijn broekzak, leidt ons naar een plek waar we een prachtig uitzicht hebben op de feeërieke wonderwinkel van Moeder Natuur. Hier heerst de absolute stilte en wordt een mens vanzelf stil. Terwijl hoog boven ons nog enkele vale gieren rondjes draaien, duffelt de ondergaande zon het landschap in met de warmste en zachtste pastellen die ze zo laat op de avond voor ons nog in huis heeft.
20
proef spanje
proef spanje
21
toen & nu
Hoe er te komen
50 jaar Spaans Verkeersbureau
H
et Spaans Verkeersbureau in Nederland bestaat bijna vijftig jaar. Ofschoon de officiële opening plaatsvond in december 1962, bestaan er documenten die aantonen dat de activiteiten reeds eind 1961 startten. In de loop van 2011 zullen de voorbereidingen voor het 50-jarig jubileum getroffen worden.
Toen - 1961 Spanje is onder Nederlanders al jaren één van de popu-
Camino del Cid
Málaga
Navarra
lairste vakantiebestemmingen. Al in 1962 gingen bijna
Burgos ligt op circa 2,5 uur rijden (250 kilo-
Transavia.com
vanaf
Met Iberia of Vueling kun je van Amsterdam
145.000 Nederlanders in Spanje op vakantie. Eén van
meter over de N1) van Madrid. Onder andere
Amsterdam en Rotterdam naar Málaga, en
naar Bilbao vliegen, en vanaf hier kun je snel
de eerste charters, uitgevoerd door Martinair, ging naar
Iberia, KLM en Easyjet vliegen dagelijks van
ook Vueling vliegt vanaf Schiphol naar de
naar Navarra reizen. Een andere optie is een
het eiland Mallorca. De foto komt uit het jaar 1992. Van
Schiphol naar de Spaanse hoofdstad. Ryanair
Zuid-Spaanse stad. Ryanair gaat vanaf
vlucht van transavia.com van Schiphol naar
links naar rechts: Ellen van Zijl, Adri van Breda, Paloma
gaat van Eindhoven naar Madrid. Transavia.
Eindhoven, Maastricht en Weeze.
Pau (net over de grens in Frankrijk).
Notario, Helena Torti, Adolfo Fernandez en Marlies
vliegt
dagelijks
Duquesnoy.
com, Vueling en Iberia vliegen dagelijks tussen Valencia en Amsterdam.
& nu
Oproep Speciaal voor het 50-jarig jubileum doet het Spaans Verkeersbureau een oproep. Stuur je Spaanse foto’s (eventueel met commentaar) uit het verleden naar
[email protected]. Tevens wil het verkeersbureau graag weten wat je tijdens je toekomstige vakanties in Spanje graag zou willen aantreffen.
Nu - 2011 Inmiddels brengen jaarlijks meer dan 1 miljoen Nederlanders hun vakantie door in Spanje en is het moeilijk om Nederlanders te vinden die nog nooit in Spanje zijn geweest. Het kantoor van het Spaans Verkeersbureau bevindt zich nog steeds op dezelfde plaats, aan de Laan van Meerdervoort 8A in Den Haag. Momenteel zijn er acht medewerkers (vier Spanjaarden, vier Nederlanders) actief bij het verkeerbureau, allen met een passie voor
COLOFON Spanje Exclusive by Travelution
Spanje. Van links naar rechts op de foto: Linda Groenewegen, Rosa Vicente, Sandra Lois, Ellen van Zijl, Milagros Montes, Anton Weijts, Marlies Bavius-
Uitgever: XIST! www.xist.nl Redactieadres: Rokkeveenseweg 30a, 2712 XZ Zoetermeer. Tel 31-(0)795939313
Duquesnoy en Paco Prieto.
Vormgeving: Stephanie van de Velde, Xist! Druk: Boom & van Ketel, Haarlem
2011, Xist!
22
proef spanje
proef spanje
23