remonstrants maandblad jaargang 24 nr. 10 november 2013
sp eciale editie
do opsge zind.nl + A d Re m
Advert entie
TE HUUR SENIOREN APPARTEMENTEN MET EEN VRIJZINNIG RELIGIEUZE UITSTRALING WAAR IEDEREEN WELKOM IS! De Timanshof te Bennekom De Roosebrink te Wageningen De Aleidahof te Bennekom
De Timanshof
In de complexen heerst een tolerante, vrijzinnig religieuze sfeer, iedereen is er welkom. Alle drie de gebouwen zijn op loopafstand gelegen van het stads- respectievelijk dorpscentrum. De gebouwen liggen tevens gunstig ten opzichte van het openbaar vervoer. Voorzieningen De appartementen zijn aangesloten op een alarmsysteem. Hierdoor kan er 24 uur per dag in geval van nood snel eerste hulp geboden worden. Tevens beschikken de gebouwen over twee liften, een wasserette, fietsenstalling, logeerkamers, recreatieruimte, hobbykamer en een bibliotheek/vergaderruimte. De bewoners worden vertegenwoordigd door enthousiaste bewonerscommissies.
De Roosebrink
Huurprijs De huurprijs varieert van 441,– euro tot 747,– euro. De servicekosten variëren van 72,– euro tot 193,– euro. Bent u geïnteresseerd en 50 jaar of ouder? Maak geheel vrijblijvend een afspraak met Mw. L. Kik of Mw. C. Besselink voor meer informatie en/of een bezichtiging. Seniorenhuisvesting ‘Zuid-Veluwe’ Hof van Sint Pieter 27, 6721 TN Bennekom Telefoon: 0318 – 43 11 34 Internet: www.vrssh-zuidveluwe.nl Email:
[email protected]
Foto: Michel van Bergen
van de redac tie
400 jaar verkering Bedachtzaam zat Bert voor zich uit te staren. We hadden, op onze eerste date, een tijdje om elkaar heen lopen dralen en de nodige beleefdheden uitgewisseld. Voorzichtig, aftastend, onzeker. Als twee verliefde pubers die elkaar wel zien zitten, maar ergens toch bang zijn voor een afwijzing van de ander. Maar, zo leerde ik ooit van een Loesje-poster, beter een blauwtje lopen dan eelt op je ziel. Dus trok ik de stoute schoenen maar aan en stelde de vraag. Of Bert het ook zag zitten, samen een nummer maken. Nadat hij dat eens goed op zich in had laten werken, verloste hij me van mijn spanning: ‘maar dan wel twee keer zo dik toch?’. Tevreden sopte ik mijn koekje nog eens in de thee. Bert, dat is natuurlijk uw hoofdredacteur, die doorgaans dit vooraf invult. Dat dubbeldikke nummer natuurlijk het blad dat u nu onder ogen heeft. Een vertrouwd blad, maar toch ook niet. En dat was precies onze bedoeling. Een kennismaking tussen twee bladen, Doopsgezind NL en AdRem. Als bevestiging van een samenwerking die, in meer of mindere mate, al zo’n vierhonderd jaar gaande is. Doopsgezinden en remonstranten samen op weg. Soms tot over hun oren verliefd, soms met de rug naar elkaar toe gekeerd, soms getrouwd en soms onwetend van elkaars bestaan. Met recht verkering dus. Om eerlijk te zijn ben ik vooral onwetend. Van remon stranten weet ik niet gek veel meer dan wat ik ooit in de geschiedenisstrip Van Nul tot Nu heb gelezen. Iets met
remonstranten en contra-remonstranten, ene Johan van Oldebarnevelt heeft er iets mee te maken en dan is er nog die Arminius, bij mijn weten een (overigens fraai uitgevoerde) glossy. Ja, mijn doopsgezinde gemeente organiseert weliswaar tweejaarlijks de ‘dienst van de kleine kerken’ in samenwerking met de remonstranten, maar die heb ik altijd vakkundig weten te ontwijken. Geen idee waarom. De hoogste tijd dus voor een nadere kennismaking. Een kennismaking tussen twee bladen, maar vooral een kennismaking tussen mensen. Voorzichtig, aftastend, onzeker. Twee redacties en dus twee culturen en twee werkwijzen. Leuk om de verschillen te zien, inspirerend om de overeenkomsten en verbindingen te ontdekken. Een voorzichtige vrijage die naar meer smaakt. ‘Veel te laat heb ik je lief gekregen. Schoonheid wat ben je oud, wat ben je nieuw’, dicht Huub Oosterhuis. En Leonie Jansen zingt het hem na. Hopelijk brengt ze haar liefdeslied voor de twee oude en energieke geliefden ook in de DoRe-dienst in Leiden, zo rond Valentijnsdag volgend jaar. Ik weet al wie er dan van mij een kaartje krijgt. Anoniem hoeft het niet meer. Bang om een blauwtje te lopen, ben ik niet.
•
Johan Tempelaar Coördinator communicatie ADS,
[email protected] Het decembernummer van AdRem verschijnt op 6 december 2013
Op het omslag ziet u de predikanten Laura van Asselt en Sonja van der Meulen (in de spiegel) uit Leiden. Foto: Michel van Bergen.
in dit nummer onder meer: 4 Het geheim van een goed huwelijk
15 Filmrecensie Amish Grace
7 Geloof en samenleving
16 Do over Re
8 Doorgeven van het verhaal
17 Saskia Poldervaart
11 Sipke Jan Bousema
18 Het gezicht van...
12 Op een bankje
19 Boekrecensie
14 Tentoonstelling
20 Dopen wat mondig is
21 Column
Vormen van Verdraagzaamheid
colofon Redactie: Bert Dicou (hoofdredacteur), Joan van Esveld, Martijn Junte, Vanessa van Koppen-Enters, Michel Peters (eindredacteur) en Carolien Sieverink. Redactieadres: AdRem, p/a Nieuwegracht 27 a, 3512 LC Utrecht, tel. 030 2316970,
[email protected] Administratie (adreswijzigingen en andere mutaties): info@remonstranten. org, of via bovenstaand redactieadres. ING 4088342 t.n.v. AdRem Utrecht Website: www.remonstranten.org Kosten: gratis voor remonstranten, 30,- euro per jaar voor nietremonstranten. Advertentiewerving: Eric Zinger, 06 52003708,
[email protected], tarieven op aanvraag verkrijgbaar. Uitgave: Boekencentrum Uitgevers Ontwerp: Marjorie Specht, www.ontwerpkantoor.nl Druk: Koninklijke BDU Barneveld ISSN 0925-238X © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de redactie.
400 jaar verkering
Het geheim van een goed huwelijk
4 adrem remonstrants maandblad
Op een zonnige herfstdag reed ik naar de fraaie stad Dokkum. Misschien wel de mooiste van de Friese elf steden. In de schaduwen van de middeleeuwse, hervormde kerk en van de neogotische rooms-katholieke kerk vind je een straat verder aan de Legeweg de sfeervolle 19e eeuwse kerk van de ‘Verenigde Christelijke Gemeente’. Ik werd daar gastvrij ontvangen door de predikante van de gemeente, Yvonne Hiemstra, en de voorzitter van de kerkenraad, Thea Metz- van der Wal. In de kerk werd enthousiast geboord, getimmerd en geschilderd door bouwvakkers, omdat het interieur van de kerk toe was aan een opknapbeurt. In het boeiende gesprek bleek al snel dat de argumenten voor en tegen het samengaan van doopsgezinden en remonstranten, die naar voren werden gebracht in de 17e en de 18e eeuw, nog steeds actueel zijn.
Geschiedenis van de gemeente in Dokkum De doopsgezinde gemeente in Dokkum is vermoedelijk ontstaan in 1551 door de inspanning van de uit Emden afkomstige predikant Oudste Leenert Bouwes. Toen hij stierf in 1578 had de gemeente 453 gedoopten. Hoewel Dokkum voor de begrippen van die dagen een vrij tolerante stad was, moesten de doopsgezinden zich toch verborgen houden. Enkele doopsgezinden moesten zelfs voor hun overtuiging met hun leven betalen. Ook de gereformeerden in Dokkum hadden het aanvankelijk moeilijk. Dit veranderde in het jaar 1580 toen de gereformeerde godsdienst de heersende werd. Later ontstond er in het tolerante Dokkum een gedoogbeleid dat het mogelijk maakte dat de doopsgezinden in 1640 de beschikking kregen over een eigen ‘Vermaning’. Het was een schuilkerk op dezelfde plaats waar nu de later gebouwde kerk staat. Na de synode van Dordrecht van 1619, waar de remon stranten uit de hervormde kerk werden gezet, kregen de Arminianen het ook in Dokkum moeilijk. De beide predikanten van de hervormde kerk in Dokkum waren aanhangers van Arminius en werden uit hun ambt gezet. De Dokkumse gemeentebestuurders waren veel verdraagzamer dan de Dokkumse kerkbestuurders, zodat de remonstranten in Dokkum het niet echt moeilijk kregen. Zij mochten alleen niet officieel een predikant aanstellen, maar met steeds wisselende proponenten lukte het toch om het gemeenteleven aan de gang te houden. Er was altijd een goed contact tussen doopsgezinden en remonstranten en ook landelijk werden er in de 18e eeuw pogingen in het werk gesteld om te komen tot eenheid. De Algemene Vergadering van de Remonstrantse Broederschap nam in 1796 zelfs het besluit om alle protestantse kerkgenootschapen in Nederland uit te nodigen om zich te verenigen op de grondslag van het gemeenschappelijke geloof in Jezus Christus. Hiervoor waren de geesten niet rijp. Echter, in Dokkum ging men wel op de uitnodiging in en er kwamen intensieve gesprekken op gang tussen de doopsgezinden en remonstranten. Het ijs was helemaal gebroken toen de remonstrantse predikant voorging in de rouwdienst van zijn overleden doopsgezinde collega. In oktober 1798 gingen de ledenvergaderingen akkoord met de oprichting van een ‘Verenigde Christelijke Gemeente’. De doopsgezinden hadden toen 80 leden en de remonstranten 15.
Doop Toch ging nog niet alles van een leien dakje. Het was moeilijk om een predikant naar Dokkum te halen. De landelijke Remonstrantse Broederschap stelde hoge eisen aan de kwaliteiten van een predikant en de doopsgezinde sociëteit had grote moeite met een dominee die kinderen zou dopen. Alsof er niets veranderd is. Het lukte pas in 1799 de van origine hervormde predikant ds. A. Aeyelts uit Laren-Blaricum bereid te vinden om naar Dokkum te komen. Hoewel de Friese doopsgezinde sociëteit geen bezwaar had tegen de vereniging van de twee gemeenten, kwam er toch een einde aan het lidmaatschap van de Dokkumse gemeente van deze sociëteit, omdat er in het contract van de predikant stond dat hij zowel de kinderdoop als de volwassendoop moest toepassen. In de uitgebreide notulen uit die tijd die ik kreeg van het gemeentelid Paul Douma, is veel boeiends te vinden, zoals: jaargang 24 nr. 10 november 2013 5
400 jaar verkering
• ‘De enige regel voor geloof en leven is de leer van Jezus Christus’. • ‘Ieder wordt vrijgelaten zelf te zoeken, ook t.a.v. volwassen- en kinderdoop’. • ‘De doopsgezinde gemeente kan niet beschouwd worden als overgegaan zijnde tot de remonstrantse gemeente, noch deze tot de doopsgezinde gemeente’. • ‘De keuze van een predikant (‘leraar’) moet vrij zijn en niet meer onderhevig zijn aan goedkeuring door de kerkenraden van Amsterdam en Rotterdam’ (maar men wilde wel blijven beschikken over de jaarlijkse subsidie die grote gemeenten betaalden aan kleine, waaronder Dokkum…). • ‘Wie te laat komt in een kerkenraadsvergadering betaalt een stuiver, wie eerder vertrekt twee stuivers en wie helemaal niet komt vier stuivers’ (Deze boetes worden gebruikt voor de verteringen van de kerkenraad). • ‘Het kerkenraadslid dat te laat komt op een predikdag betaalt één stuiver en het kerkenraadslid dat daar helemaal niet komt betaalt twee stuivers’ (Deze boetes komen ten goede aan de kas van de gemeente). Het kerkgebouw was aan vervanging toe en in 1852 werd een nieuw kerkgebouw in gebruik genomen. De aanneemsom was, exclusief het orgel, f 8269,- (voor onze jongere lezers, dit is nog geen 4000 euro). Ruim tien jaar later kwam er ook een nieuw orgel (kosten f 1370,-). De tijd schreed voort. De samenwerking met de hervormde gemeente werd steeds beter en ook de verhouding met de rooms-katholieke parochie was goed.
De gemeente in de 21e eeuw Thans heeft Dokkum een levendige gemeente met 73 leden en 31 belangstellenden. Yvonne Hiemstra heeft een aanstelling voor 0,3 weektaak. De omvang van de gemeente is hiermee ongeveer even groot als toen deze werd opgericht. Wie kan dat nog zeggen in Nederland? Ook nu is er een voorganger die haar wortels heeft in het hervormd-gereformeerde (PKN) deel van de Nederlandse kerk en ook nu wordt de gemeente goed
geaccepteerd in Dokkum en omstreken. Dit laatste blijkt onder meer uit het resultaat van een prijsvraag die een jubilerend schildersbedrijf hield onder de bevolking van Dokkum. Mensen konden een stem uitbrengen voor een bestemming van een bedrag dat dit schildersbedrijf ter beschikking wilde stellen voor het verfraaien van een monument in deze stad, die zo rijk is aan nog veel andere monumenten. De kerk aan de Legeweg won de wedstrijd, mede dankzij zuster- en broedergemeenten in den lande. Mede hierdoor werd het mogelijk om de huidige restauratie van het interieur te beginnen. Maar, niet alleen materieel gaat het goed. De gemeente blijkt uitstekend in staat te zijn om in onze postmoderne samenleving overeind te blijven. Misschien komt dit wel, omdat de gemeenteleden zo goed de praktischchristelijke traditie van de doopsgezinden en het wat meer academische, denkende geloven van de remonstranten weten te verenigen. Dus praktische acties, lezingen èn gespreksavonden met meer abstracte bespiegelingen komen allemaal voor in de gemeente. Met behoud van verschillen accepteert men elkaar. Als er een kind wordt gedoopt, komen ook de doopsgezinden naar de kerkdienst. Als er een maatschappelijk, politiek gevoelig onderwerp op een avond aan de orde komt, komen er veel belangstellenden, voor- en tegenstanders. Zo is er, na het grote succes van vorig jaar, een avond over politiek en religie, waar Tom Mikkers een inleiding houdt over religiestress en waar lokale kerken en politici komen om te debatteren. Slechts een klein gedeelte van de gemeenteleden is naast lid van de gemeente, ook nog bewust doopsgezind of remonstrant. De kerkenraad hecht veel waarde aan het doopsgezinde en aan het remonstrantse gedachtengoed. Dit komt financieel tot uiting doordat voor de helft van de gemeenteleden het quotum aan de landelijke organisatie van de doopsgezinden wordt betaald en de helft aan de remonstranten. Men ziet duidelijk het belang in van het voortbestaan van de landelijke kerkelijke organisaties. Zoals dit helaas overal in ons land gebeurt, haken veel vrijzinnigen die behoorden tot de Protestantse Kerk in Nederland (hervormden en gereformeerden) af. Maar, gelukkig zijn er ook in Dokkum vrijzinnigen die kiezen voor een vrij en verdraagzaam christendom en zich aansluiten bij de ‘Verenigde Christelijke Gemeente’ in Dokkum. Sommigen worden lid met behoud van eigen identiteit, maar voelen zich thuis in de manier van omgaan met elkaar in de kerk aan de Legeweg. Hoewel het niet echt vlot gaat met het trekken van jeugd, is er toch nog een zondagsschool en een gespreksgroepje voor jongeren.
•
Je begrijpt niet dat er nog zo veel doopsgezinden en remonstranten genoegen nemen met een verkering, terwijl een goed huwelijk mogelijk is... Jan Hendriks Lid remonstrantse gemeente Hoogeveen 6 adrem remonstrants maandblad
geloof en samenl eving
(Z)onderdak Wat moeten we doen voor uitgeprocedeerden? Kom op 22 november naar Rotterdam als het lot van andere mensen u aan het hart gaat! De koude maanden komen er aan. We weten dat er mensen in Nederland zijn die op straat slapen. Onder hen bevinden zich ook uitgeprocedeerden. Een gevoelige thematiek, want wie is waarvoor verantwoordelijk? De overheid trekt zich steeds verder terug. Regels worden aangescherpt. Mensen komen klem te zitten. Wat zouden kerken – remonstranten in het bijzonder – kunnen doen? Op vrijdag 22 november organiseert de landelijke remonstrantse instelling ‘Geloof en Samenleving’ opnieuw een middag getiteld (Z)ONDERDAK, dit keer in de Pauluskerk in Rotterdam.
Inleidingen Ds Dick Couvée, predikant van de Pauluskerk in Rotterdam. De Pauluskerk is een van de bekendste kerkelijke plekken waar heel concreet hulp wordt geboden aan ongedocumenteerde vluchtelingen. Wat gebeurt er precies in deze kerk voor ongedocu menteerden? Kunnen wij er iets van leren?
zijn van kerken? Hoe kunnen zij over dit onderwerp in gesprek treden met de overheid? Deze bijeenkomst is een vervolg op de samenkomst op 25 mei j.l. in Amsterdam waar 30 remonstranten uit 13 verschillende gemeenten zich beraadden op de thematiek van ongedocumenteerde en uitgeprocedeerde vluchtelingen. Op 22 november staat de vraag centraal hoe we als geloofsgemeenschap onze stem verheffen als de medemenselijkheid in het geding is. En daarom gaan we, aan de hand van de oproep opgesteld op 25 mei, in gesprek over hoe een remonstrantse reactie over dit onderwerp richting de overheid er uit zou kunnen zien en wat we als remonstranten en remonstrantse gemeenten zélf kunnen doen.
Praktisch Plaats en tijd: 14.00 - 16.00 uur in de Nieuwe Pauluskerk, Mauritsweg 20, Rotterdam (Dit is op loopafstand van het Centraal Station in Rotterdam). Opgave:
[email protected], tel 030 2316970. Kosten deelname: gratis. Aansluitend vindt van 16.00 tot 17.00 uur de jaarlijkse plenaire vergadering plaats van Geloof & Samenleving.
John van Tilburg geeft in Nederland leiding aan INLIA, Internationaal Samenwerkingsverband van kerken rond vluchtelingen. Hij komt op voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Wat zou volgens hem een taak kunnen
•
De AdRem – special ‘Kunnen we het over God hebben?’ is erg geschikt om in de gemeente te bespreken. Greteke de Vries maakte enkele gespreksvragen bij de publicatie. Nu te downloaden op www.remonstranten.org. Ga met deze publicatie aan de slag in de kerk; bestel 10 exemplaren voor 75,- euro. Losse exemplaren 10,- euro. Bestellen:
[email protected] / 030 23 16 970 / www.remonstranten.org / 64 pagina's / ISBN 9789081194983
S
P
E
C
I
A
L
S
P
E
C
I
A
L S
P
E
C
I
A
L
Zinnig spreken over God, is dat mogelijk? Greteke de Vries, remonstrants predikant in Naarden dook in de geschied -Bussum, enis van het Remons trants Seminar ging op zoek naar inspirati ium en ebronnen van prominente remonstrantse theologe n. U maakt in deze speciale editie van AdRem kennis remonstrantse met acht hoogleraren theologi e vanaf het einde negentiende eeuw van de tot en met nu. Elk van hen na God vanuit een denkt na over eigen invalsho ek. Hun biografi een belangrijke e lijkt daarbij rol te spelen. Uniform wordt En tot op de dag het nergens. van vandaag werken hun gedachte In deze AdRemn door. special is te lezen in welke voetspor Christa Anbeek en treedt als allereers te vrouwelijke remonstrantse hoogleraar theologie.
ijk? is dat mogel n-Bussum, n over God, ant in Naarde Zinnig spreke strants predik arium en Vries, remon strants Semin Greteke de van het Remon ente remon geschiedenis van promin dook in de tiebronnen naar inspira ging op zoek acht gen. kennis met strantse theolo van AdRem editie de le deze specia het einde van U maakt in theologie vanaf over na denkt na e hoogleraren hen strants van Elk remon j met nu. fie lijkt daarbi eeuw tot en negentiende oek. Hun biogra nergens. een eigen invalsh m wordt het God vanuit spelen. Unifor door. rijke rol te gedachten een belang g werken hun oren dag van vandaa welke voetsp En tot op de te lezen in hoogleraar -special is vrouwelijke In deze AdRem allereerste k treedt als Christa Anbee e theologie. remonstrants jaarthema aan bij het hebben?’ sluit het over God ’. ‘Kunnen we rgen geloof leesstranten: ‘Verbo ksvragen en van de Remon treft u gespre in gebruiken tranten.org l ook kunt Op www.remons AdRem-specia zich thuis? zodat u deze ring voelt u suggesties, benade pen. Bij welke gespreksgroe
S
P
E
C
I
A
L
over God hebben? ’ sluit aan bij van de Remons het jaarthema tranten: ‘Verborg en geloof ’. Op www.rem
onstranten.org treft u gespreks suggesties, zodat vragen en leesu deze AdRemspecial ook kunt gespreksgroepen gebruiken in . Bij welke benader ing voelt u zich thuis?
Kunnen we
het over Go
d hebben?
Als u nu een abonnee voor AdRem werft, ontvangt u de special 'Kunnen we het over God hebben?'
BOR GEN R HU N VER ANT EN OVE REM ON STR DE VRI ES GRE TEK E
––– 58 –––
10,p/stuk 10 stuks 75,-
‘Kunnen we het
GEL OO F
Kunnen we het REM ONS TRAN
over God hebben
?
TEN OVE R HUN VERB ORG EN GELO OF GRET EKE DE VRIE S
––– 10 –––
GRATIS! jaargang 24 nr. 10 november 2013 7
400 jaar verkering
Doorgeven van het verhaal dat o n s i n s pir e e rt Het zijn geen mannenbroeders, die term past niet, maar gebroederlijk zitten ze wel aan tafel in Utrecht. Eind september spraken Henk Stenvers, algemeen secretaris van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, en Tom Mikkers, die dezelfde functie bij de Remonstrantse Broederschap bekleedt, over de lange relatie tussen beide kerken. Een gesprek over herkenning en gedeelde smart, over historische gegevenheden en de blik op de weg die voor ons ligt.
Kennen we elkaars geschiedenis? Hoe hebben beide kerken te maken gehad met vervolging en weerstand? Henk: ‘De doopsgezinden zijn voortgekomen uit de radicale reformatie, een 16e eeuws antwoord op de beleefde corruptie in de katholieke kerk en in de religieuze beweging die door Luther werd geleid. Via Zuid - Duitsland en Zwitserland is het doperse gedachtegoed naar Nederland gekomen. Kenmerk van de wederdopers is het herdopen van volwassenen op basis van belijden en de afstand die zij houden tot de overheid. Ook beschouwen zij het avondmaal niet als transsubstantiatie (term om de verandering van brood en wijn in het lichaam en bloed van Christus, die volgens de katholieke leer tijdens de eucahristieviering of mis plaatsvindt, filosofisch-metafysisch te omschrijven), maar als een symbolische handeling. Wederdopers werden als ketters gezien en voor ketters gold de doodstraf. Duizenden wederdopers zijn in de 16e eeuw ter dood gebracht. In 1534 grijpt een groep wederdopers onder leiding van Jan van Leiden naar de wapens en vestigt in Münster voor korte tijd een dopers koninkrijk. Menno Simons bracht vanaf 1535 in Nederland verspreide groepen wederdopers tot een eenheid. Als reactie op de uitwassen van ‘Münster’ en op de dood van zijn broer die omkwam bij een doperse aanval op een klooster, streeft hij volledige geweldloosheid na. Vijfentwintig jaar lang is hij vervolgd, maar uiteindelijk is hij in 1561 een natuurlijke dood gestorven. Na de Unie van Utrecht in 1579 werden de wederdopers in Nederland gedoogd en mochten zij schuilkerken hebben. Wederdopers die in de 16 e eeuw hun geloof niet mochten belijden trokken weg. In eerste instantie naar het Oosten, naar Pruisen, Rusland en de Oekraïne. Later trokken zij vaak via Friesland naar Canada, de VS en Midden - en 8 adrem remonstrants maandblad
Zuid - Amerika. Via de missie zijn doopsgezinden ook in Afrika, India en Indonesië terecht gekomen. Vervolging van doopsgezinden vindt nu nog plaats in o.a. Ethiopië, Vietnam, en Latijns - Amerika.’ Tom: ‘De remonstranten stammen af van een andere familie, zij zijn een spruit aan de reformatie van Calvijn en Zwingli. Willem van Oranje omarmde dit calvinisme in een humanistische variant. Eind 16e eeuw heroveren de Spanjaarden de Zuidelijke Nederlanden. De calvinisten werden er weggejaagd. Er komt een stroom van vluchtelingen naar het Noorden op gang. Deze mensen hadden een sterke afkeer van de Spanjaarden en zij waren harder in de leer. Mede door die tegenstelling is in het begin van de 17e eeuw het conflict tussen rekkelijken en preciezen, tussen de theologen Arminius en Gomarus ontstaan. In 1610 dienen de medestanders van Arminius bij de Staten van Holland een remonstrantie (verzoekschrift) in. Zij bepleiten godsdienstvrijheid en het bijeenroepen van een kerkvergadering over de vragen die Arminius op het punt van de predestinatie had gesteld bij de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De afloop is bekend: tijdens de Synode van Dordrecht (1618-1619) worden de remonstranten veroordeeld en veel predikanten verbannen naar Antwerpen. Een aantal van hen sticht in Noord-Duitsland de vrijplaats Friedrichstadt, waar later ook wederdopers hun toevlucht vinden. Vanaf 1625 na de dood van prins Maurits nemen de godsdiensttwisten af. De remonstranten keren terug naar de Nederlanden, waar zij schuilkerken stichten.’ Hoe stonden remonstranten en doopsgezinden in die vroege jaren ten opzichte van elkaar? Tom: ‘We moeten een goed beeld krijgen van die tijd. Het
was een soort Afghanistan, waarin religies elkaar beconcurreerden op het scherpst van de snede. Geweld werd niet geschuwd. Doopsgezinden en remonstranten waren in die tijd groepjes zeer bevlogen gelovigen, die daarmee een grote aantrekkingskracht hadden op anderen. Er waren geen landelijke bureaus die de contacten met elkaar onderhielden. De gereformeerden als staatskerk hadden een vorm van structuur, zij konden als enige gebruik maken van de overheidsdiensten. De reformatie was trouwens ook niet met een druk op de knop een feit. Er was in de zestiende en zeventiende eeuw eerder sprake van een kudde die bewoog. In de vroegste periode van de Reformatie ging men ’s ochtends misschien naar de mis en ’s middags naar een hagepreek luisteren. Lokaal waren er dus contacten, remonstranten en dopers behoorden beiden tot groepen die alleen in schuilkerken bij elkaar mochten komen, maar inhoudelijk waren er grote verschillen.’ Henk: ‘Het oudste document van de wederdopers is een verslag van de eerste wederdoop op een zolderkamertje in Zurich in 1525. Het waren jonge mensen die daartoe besloten, er zat heroïek in, de toetreders verzetten zich tegen de bestaande orde. Wederdoper worden maakte vrij uit de ketenen van de staatskerk, het bevrijdde van een ijzeren dogmatiek. Beide kerken kunnen gezien worden als voorlopers van de religieuze emancipatiebeweging.’ Hoe hebben die ervaringen uit de eerste jaren zich vastgezet in het DNA van beide kerken? Henk: ‘Voor doopsgezinden is geloofsvrijheid essentieel. Remonstranten hebben in ieder geval nog belijdenisteksten, wij hebben dat in Nederland helemaal niet. Iedere gelovige schrijft zijn eigen belijdenis. Op wereldniveau hebben we wel opgeschreven wat we delen in het geloof, maar daar spreken we van ‘shared convictions’. ‘Dopen wat mondig is, spreken dat bondig
is, vrij in ’t christelijk geloven, daden gaan woorden te boven’ is een bekende spreuk bij ons. Geloof komt tot uitdrukking in de persoonlijke inzet voor het goede in de wereld. Die daden verrichten wij niet om beloond te worden, om in de hemel te komen, maar omdat wij door onze bekering een ander mens worden. Wij doen daar lacherig over, maar Afrikanen vragen heel serieus aan mij: ‘when were you saved’? Wij zijn bovendien een historische vredeskerk. Dat uit zich in geweldloosheid en in het weigeren van de dienstplicht.’ Tom: ‘De begrippen vrede en verdraagzaamheid uit onze slogan zijn een soort geuzennaam, een ideologisch frame dat sterk geladen is vanuit het heden. Duidelijk is wel dat het opkomen voor godsdienstvrijheid en het antidogmatisme altijd onderdeel van ons denken heeft uitgemaakt. De remonstranten hebben beroemde theologen voorgebracht die verbinding hebben gezocht met andere godsdiensten, met cultuur en wetenschap.’ Wat zijn mijlpalen in jullie geschiedenis? Henk: ‘ Wij zijn er trots op de dat we met Anne Zernicke de eerste vrouwelijke predikant in Nederland hadden. De doopsgezinden stonden aan de wieg van de ‘Decade to Overcome Violence’ (2000-2010) van de Wereldraad van Kerken. In Nederland is dat initiatief niet zo geland, maar wereldwijd wel. Wij hopen dat in de komende Algemene Vergadering in Busan de ‘Journey for Peace’ wordt aangenomen. In de kernwapendiscussie was ook onze kerk verdeeld, maar ik denk dat er meer mensen tegen waren. Wereldwijd zijn er bewonderenswaardige initiatieven te melden. In Colombia zet een kleine groep doopsgezinden zich in voor verzoening tussen de FARC en de overheid. In Djokjakarta, Indonesië, zit een team van doopsgezinden. Zij geven workshops geweldloos communiceren, waaraan ook vertegenwoordigers van de Hezbollah deelnemen.’ Tom: ‘In 1918 zijn op ons Seminarie vrouwen toegelaten. Kort na de doopsgezinden kregen wij daarmee ook vrouwelijke predikanten. Gedurende de 20e eeuw hebben de remonstranten zich hard gemaakt voor contacten met andere religies en zijn we actief geweest in de oecumene. Onze vroege wijziging van de kerkorde om ‘homorelaties’ te zegenen en daarmee gelijk te stellen aan hetero-relaties, is natuurlijk een mijlpaal.’ jaargang 24 nr. 10 november 2013 9
400 jaar verkering
Hoe zijn de contacten geweest in de afgelopen decennia? Wordt er meer samengewerkt? Is een fusie aan de orde? Het contact tussen doopsgezinden en remonstranten in de 20e eeuw is niet los te zien van de ontwikkeling van het vrijzinnig protestantisme, geeft Tom aan. Ook de NPB en de VVP maken deel uit van die geschiedenis. In 1923 werd de Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme opgericht. De vier vrijzinnig – religieuze groepen organiseerden zich daarmee in een eigen zuil. Maar zoals bekend: de verzuiling is voorbij. Aan het einde van de vorige eeuw is die Centrale Commissie formeel opgeheven. De doopsgezinden zijn bij het begin van het Samen op Weg – proces betrokken geweest, maar besloten al snel die weg niet op te gaan vanwege verschillen in theologie, kerkorde en ecclesiologie. De remonstranten hebben veel energie gestopt in samenwerking met de PKN kerken, maar hebben uiteindelijk ook besloten om zelfstandig te blijven. Henk: ‘Tien tot vijftien jaar geleden is gezocht naar samenwerking tussen bureaus van doopsgezinden, remonstranten en NPB, zonder dat die beweging (nog) tot concrete resultaten heeft geleid. Samenwerking tussen of fusie van de kerken is heel ingewikkeld. Immers, de doopsgezinden zijn een wereldkerk, de remonstranten zijn puur Nederlands. Ook het kerkmodel is anders. De remonstranten hebben een kerkorde en de doopsgezinden niet. De NPB en de VVP hebben bovendien een eigen organisatorische opdracht. Het
zijn geen kerken, maar verenigingen. Wij hebben er toen niet voor gekozen om samen echt iets nieuws te beginnen, alle kerken meenden sterker te staan in de toekomst door hun eigenheid te bewaren. Wij staan te boek als ‘vrijzinnige kerken’, maar onder die noemer willen doopsgezinden niet geschaard worden. Vrijzinnigchristelijk, dat willen wij zijn en daar vinden we de remonstranten aan onze zijde.’ Tom: ‘Maar de wal kan het schip keren. De leden van beide kerken worden steeds ouder. Op praktische gronden kan er binnen afzienbare tijd de noodzaak ontstaan om de samenwerking nog eens te bekijken. Beide predikantenopleidingen zitten nu aan de VU. Dat biedt een heel concrete mogelijkheid om samen te werken.’ Het verhaal gaat verder, daar zijn beide het over eens. Of kerken de secularisastie zullen overleven? Het wordt in ieder geval zoeken naar andere vormen van kerk-zijn. Daarin kunnen beide kerken elkaar vinden. ‘We willen niet uit negativiteit samenwerken, maar gezamenlijk onderzoeken hoe we het verhaal dat ons beiden inspireert ook in deze eeuw kunnen doorgeven. Dat kan vooralsnog goed in de vorm van projecten. Als ons verhaal staat, dan komt die organisatie vanzelf.’
•
Michel Peters Coördinator communicatie bij de remonstranten
Wees adrem! rem on
str an
dbl ts ma an
rga ad jaa
i-au nr. 7 jul ng 24
gus tus
20 13
rem ons
tra nts
maa ndb
gan lad jaar
3 5 mei 201 g 24 nr.
Eigenzinnig remonstrants magazine over religie en cultuur. Met diepgang, dwarsheid, duiding en human interest. En natuurlijk met veel remonstrants nieuws. AdRem verschijnt maandelijks. Neem een abonnement voor 30,- euro per jaar.
[email protected] / 030 23 16 970 / www.remonstranten.org
ken , Ov er ker
gra ven
ke n ele Pl ek Sp iri tu lab yri nt en he t 16-09-13
g.2013
_nr 7 juli-au
AdRem
d 1
def.ind
Ge luk e wol k? ap of ros We ten sch
remo nstr
ants maan
2013 9 okto ber ang 24 nr. dbla d jaarg
16-09-13
mei AdRem_nr5
30,-
remo nstra nts
maan dblad
2013.indd
1
jaarga ng 24 nr. 8 septem ber 2013
jaarabonnement
TeR BeL UIs PRO Ken De Bes K In DIT MU ZIe eR VIA nU MM De s! QR -CO
roe rt Mu ziek ont
woo rden' voor erge ns 'geen te geve n 'Som s zijn t een invu lling toch in staa word t.' en is muziek wat bedo eld aan datg ene
‘De verbo rgen omga ng met God is de moto r achte r ieder e vorm van geloo fsleve n’ Verb orge n Gelo of en Myst iek
AdRem_nr 8 sept.2013_d
ef.indd 1
10 adrem remonstrants maandblad
21:51
16-09-13 21:51
PROEFABONNEMENT: DRIE NUMMERS
GRATIS!
21:55
smaakmakers van Verdraagzaamheid
Bousema
Presentator Sipke Jan Bousema maakte vorig jaar samen met Marieke Slinkert een documentaire met de titel ‘Strijders voor de Liefde’. Hij werd geïnspireerd door het verhaal van Harvey Milk, de eerste openlijk homoseksuele politicus in de VS. Het doel was om de Harvey Milks van deze tijd in beeld te brengen.
Strijders ‘De strijders voor de liefde zijn mensen die opkomen voor gelijke rechten en eerlijke kansen voor mensen overal ter wereld die niet lief mogen hebben die ze lief willen hebben. In heel veel landen worden mensen die homo zijn uitgesloten. Soms door de wet, bijvoorbeeld in Rusland en Oeganda, en soms door de maatschappij, zoals in Zuid-Afrika. Met de documentaire willen we een podium bieden aan mensen die strijden voor de liefde. Wij geloven in het verhaal, het verhaal moet verteld worden. In heel veel landen worden mensen niet opgevoed met informatie of educatie over homoseksualiteit. Dat verhaal moet doorverteld worden. Daar sluiten we de documentaire ook mee af: vertel de verhalen verder, want strijders voor de liefde zijn er nooit genoeg. De film is door het ministerie van Buitenlandse Zaken vorig jaar naar alle Nederlandse ambassades gestuurd om het onderwerp te kunnen bespreken met plaatselijke groepen. En dit jaar hebben we een concert georganiseerd, waar de strijders letterlijk het podium kregen en ‘messages of love’ werden gezongen naar allerlei landen. We proberen nu verder het liefdesvuur te ontsteken.’
Vrije mensen ‘Wij strijden voor een vrije mens, dat je je volledig kunt ontwikkelen. Als ik naar mezelf kijk, ik wist op m’n achtste niet dat ik homo was, maar was wel met bepaalde dingen bezig. Op dat moment had ik mensen in mijn omgeving die daar open en vrij mee omgingen, dat is voor mij heel belangrijk geweest. Tijdens mijn puberteit heb ik het glashard ontkent. En toch was het fijn dat er een bepaald soort ruimte was. Ik ging als kind ook wel naar de doopsgezinde kerk bij ons in het dorp en ik merkte dat daar een bepaalde ontspannenheid was. Ik kan me herinneren dat ik dat als kind heel prettig vond. Ik heb in Oeganda homoseksuele jongeren gespro-
ken die naar de kerk gingen en daar werden uitgestoten toen ze met hun geaardheid naar buiten kwamen. Het is belangrijk dat er christelijke gemeenschappen zijn waar je gewoon welkom bent, waar je mag zijn wie je bent. En dan spreek ik voor heel veel homoseksuelen in Nederland die gelovig zijn. Ik zou eigenlijk tegen de remonstranten en de doopsgezinden willen zeggen: ga juist die openheid nog meer verkondigen. God heeft bedoeld dat de liefde nog groter wordt in de wereld in plaats van kleiner. En daarom was ik persoonlijk bijzonder dankbaar voor de steun die de remonstranten ons gaven voor het concert van de Strijders. En ook blij met Marieke Fernhout, predikant in Arnhem, met haar statement in de documentaire over kinderen van homoseksuele ouders.’
Diversiteit ‘Aan de strijd kan op elk moment een bijdrage worden gegeven. Door simpel een gesprekje aan te knopen, of iets te organiseren waar het onderwerp in een groep besproken wordt. Zo krijg je een gemeenschap waarin diversiteit gezien wordt als iets waar je van kunt leren en waaraan je iets hebt. Als er overal ter wereld gelijke rechten en kansen zijn voor hetero’s en homo’s, dan kunnen we onszelf opheffen. Waar het om gaat is dat homoseksualiteit iets is van alle tijden, het is er altijd al geweest en het zal er ook altijd zijn. Het is niet iets bedachts, wat je jezelf kun aanpraten of laten aanpraten. Het zou voor mij vele malen gemakkelijker zijn als ik hetero was geweest. We strijden voor volledige acceptatie. Dat iedereen volledig zichzelf mag zijn en zich mag uiten. Dat je je mag ontwikkelen tot wie je bent.’
•
Carolien Sieverink Redactielid AdRem
jaargang 24 nr. 10 november 2013 11
Foto: Stefan Ammerlaan
Sipke Jan
400 jaar verkering E en bankje , te midden van de F riese weilanden , in de late najaarszon . T wee mannen , die de kerk veranderden , ontmoeten elkaar . M enno S imons en J acobus A rminius .
Op een bankje Waar zouden ze afspreken? Ergens in de buurt van Oudewater, in wat later het Groene Hart ging heten? Of in de drassige weilanden rond Pingjum en Witmarsum? Samen lunchen, was een optie. En daar begon het al mee. De een stelde voor om een leuk terras te zoeken waar witte wijn wordt geschonken, Pingjum heeft zelfs een pizzeria. De ander stelde voor zelf boterhammetjes en een pakje chocomel mee te nemen. Het werd een bankje aan de rand van een sloot in Friesland. Koffie in de thermoskan, krentenbollen met kaas. De twee kerkhelden hadden elkaar nooit eerder ontmoet. Jacobus Arminius werd geboren in Oudewater, twee jaar voordat Menno Simonszoon stierf, als eenzame balling in het Duitse Oldesloe. Maar het moest er toch een keer van komen. Hun volgelingen, doopsgezinden en remonstranten, waren in de Nederlanden niet talrijk meer. Aanwezig, ja. Talrijk, nee. Hier en daar hadden zij elkaar gevonden in samengestelde gemeenten, die ze speels 12 adrem remonstrants maandblad
‘do-re’ noemden, als in The Sound of Music. Soms deden zij wat samen, als nood wet brak of als het beter uitkwam. Cultuurverschillen bleven geregeld de kop opsteken. ‘Ik begrijp dat wel’, zei Menno, met de deur in huis vallend. ‘Wij dopersen zijn altijd eenvoudig gebleven. Dat kunt u van jullie niet zeggen. Ik ben getrokken uit de Friese klei en dat aardse fundament is nooit verdwenen. Bij ons geen bontjassen, jachten of glimmende bolides, gekoketteer met de wereldse schijn. Dat ook onder ons rijkdom gevonden wordt, is een feit. Maar wij zullen daar nooit op roemen en het altijd inzetten voor het welzijn van de gemeente. Weet u, dat een van onze Friese gemeenten laatst nog een compleet nieuwe keuken kon laten bouwen dankzij een legaat van een zuinige doperse zuster?’ ‘Je hebt gelijk, amice, ik erken het ruiterlijk. Wat is het probleem? Voor zover ik weet, heeft Christus nooit opgeroepen om het goede leven adieu te zeggen. Ik hield ervan om met mijn kompanen uit de hogere kringen
aanvaarden of te verwerpen. De mens heeft een vrije wil, zo is het. En ja, hij heette Gomarus en hij was niet gek.’ ‘Neem mij niet kwalijk, maar met dat soort formuleringen hoefde ik in de dorpskerk van Witmarsum niet aan te komen! Boeren, waar de stank van kuilgras nog omheen hangt, hebben wel effe iets anders aan hun hoofd dan de vrije wil. Als die al bestaat. En doen uw volgelingen nog wat met dat idee?’ ‘Wis en waarachtig gelukkig wel! Al moet ik oprecht zeggen, dat ik ze soms niet volgen kan in hun hoog staande, doordachte en zeer liberale opvattingen. Zij maakten recent nog een psalmboek waar de Heer niet eens in voorkomt! Snap jij jouw volgelingen nog, kerel?’ ‘Niet in alles. Maar waar ik echt trots op ben, is dat ze altijd trouw zijn gebleven aan het afzweren van geweld. Begrijp je wat ik bedoel als ik Münster zeg? Hooligans waren dat, vandalen. Zij hadden gelijk met hun doperse ideeën, maar het liep volslagen uit de hand. Zelfbenoemde vorsten in een koninkrijk van klaplopers. Geweld was er aan de orde van de dag. Zo kon onze beweging niet doorgaan. Ik kapte met die variant en tot op vandaag is onze kerk de enige echte vredeskerk. Daar heb jij niet van terug, makker!
‘ J e bent al dood, hoor .’ ‘ O , ja . D a’ s waar ook .’
Foto: Truus van Gog / HH
een vorkje te prikken en te filosoferen over het leven, het geloof en de wereld. Het leven van een hoogleraar heeft zijn voordelen, waarde vriend. Waarom ben jij niet verder gegaan in de theologie?’ ‘Ik ben niet zo’n student. Bovendien: waar had ik de tijd vandaan moeten halen? Ik liep het vuur uit mijn klompen om die kruiwagen met kikkers, die de doperse beweging in die tijd was, op de weg te houden. U had misschien maar één echte vijand. Hoe heet hij, Gomarus toch? Ik had er tallozen, in eigen kring. Bij nacht en ontij reisde ik in het geheim door Friesland om die gemeenten te bezoeken en ruzies te sussen, een heidens karwei. Ik was een soort rijdende rechter, per koets of te voet. Terwijl u in hogere kringen verbleef, met heersers en vorsten.’ ‘Ik spreek je opnieuw niet tegen, confrater. Maar zelfs die goede contacten op hoog niveau verhinderden niet dat wij het land werden uitgezet en onder vuur kwamen te liggen. Wij hebben het ook niet gemakkelijk gehad.’ ‘Ik heb uw punt nooit helemaal begrepen, eigenlijk. Was het niet iets met vrijheid en tolerantie?’ ‘Wil je dat ik het in een zin comprimeer, mijn beste? Het gaat om niets anders dan dit: het bestaan van de vrije wil om het genadeaanbod van eeuwige zaligheid en rust in God te
Arminius zwijgt vermoeid. Een reiger klapwiekt op en vliegt weg. Twee Pingjummer jongens fierljeppen behendig over de sloot. ‘Als jij het mocht bepalen, dan zouden deze knapen niet gedoopt zijn, maar pas als ze dat zelf wilden. Hoe slim is dat?’ ‘Kom op, geleerde broeder, u weet net zo goed als ik dat er in de bijbel geen enkele grond te vinden is voor de doop van kinderen. Dat wij alleen volwassen mensen moeten dopen, die zelf tot geloof gekomen zijn. Op dat punt rammelt jouw leer en die van de rooms-katholieke kerk aan alle kanten.’ ‘Mag ik mij een kanttekening permitteren, waarde? Voor de continuïteit van de gemeente lijkt mij dit gevaarlijk. Jonge mensen haken al af voordat ze op het idee komen zich te laten dopen! Hoe slim is dat?’ Menno zwijgt verlegen. Hij zou nooit zijn principes aanpassen aan strategische marketingmotieven. De klok van de toren van Pingjum slaat twee uur. ‘Ach, ik zou daar best nog eens willen preken, net als vroeger.’ ‘Anders ik wel, in de Leidse Pieterskerk.’ ‘Maar dat regelen ze tegenwoordig minstens een jaar van te voren in een preekrooster.’ ‘Is dat zo? Ik weet niet eens of ik over een jaar nog leef.’ ‘Je bent al dood, hoor.’ ‘O, ja. Da’s waar ook.’
•
Kees Posthumus Kees Posthumus is verhalenverteller en maakte samen met Juul Beerda de voorstellingen ‘Arminius! Rekkelijk!’ en ‘Menno Simonszoon’. jaargang 24 nr. 10 november 2013 13
tentoonstelling
Vormen van
Verdraagzaamheid Sinds Willem van Oranje ‘vrijheid van geweten’ tot een van zijn strijdpunten maakte, beschouwen we onszelf als een tolerant volk. Maar leidde vrijheid van geweten ook vanzelfsprekend tot godsdienstvrijheid? Museum Catharijneconvent in Utrecht vertelt vanaf dit najaar met de tentoonstelling Vormen van Verdraagzaamheid het verhaal over de religieuze (in)tolerantie in de Gouden Eeuw. Indrukwekkende schilderijen van grote meesters uit de bloeiperiode van de Noord-Nederlandse schilderkunst en prachtige kunstvoorwerpen geven antwoord op de vraag: hoe tolerant was Nederland? De tentoonstelling is te zien van 6 september 2013 tot en met 5 januari 2014 en maakt deel uit van de viering van de Vrede van Utrecht.
Religieuze verdeeldheid Religieuze hervormingen leiden in de zestiende eeuw tot het ontstaan van meerdere stromingen binnen het christelijk geloof. Hoewel de gereformeerde kerk een bevoorrechte positie krijgt, hangen ook remonstranten, doopsgezinden, lutheranen en katholieken elk het in hun ogen ware geloof aan. Toch moeten alle gelovigen samen door één deur. In de praktijk blijken ze ook in staat om met elkaar samen te leven. Tot voor kort is dat vermogen toegeschreven aan de vrijheidslievende inborst van de Hollander. Dit beeld is inmiddels genuanceerd; de tentoonstelling laat zien dat men elkaar tolereerde uit pure noodzaak en niet uit idealisme.
Topstukken Vormen van Verdraagzaamheid verhaalt over verborgen schuilkerken achter gevels van woonhuizen, over mensen die hun geloof met gebruiksvoorwerpen dichtbij zich houden en over kunstenaars die opdrachten uitvoeren voor mensen met een andere geloofsovertuiging. Dat zijn zeker niet de minste kunstenaars: meesters als Frans Hals, Rembrandt, Jan Steen en Pieter Saenredam zijn vertegenwoordigd. De tentoonstelling bevat spectaculaire bruiklenen: van de beroemde boekenkist van Hugo de Groot tot de grootste tekening ooit in Utrecht gemaakt, Joachim Wtewaels Vrijheid van Consciëntie. Deze enorme werktekening voor een van de wereldberoemde gebrandschilderde glazen uit de Goudse Sint Janskerk is voor het eerst sinds 1596 weer terug in Utrecht.
•
Catharijneconvent, Lange Nieuwstraat 38 Utrecht 14 adrem remonstrants maandblad
film recensie Nederlandse Doopsgezinden herken je niet aan hun uiterlijk, en dat geldt van de meeste Mennonieten, de wereldwijd verbreide geloofsrichting die zich laat inspireren door de ‘wederdoper’ Menno Simons. Een uitzondering vormen de Amish. Zij splitsten zich eind 17e eeuw af van de Mennonitische hoofdstroom omdat hun stichter, Jacob Amman, een radicalere interpretatie voorstond.
Amish Grace
( Gregg Champion, 2010) Zo moest er meer afstand tot ‘de wereld’ gehouden worden, vond hij, en moest het principe van de tucht strenger gehandhaafd worden. Degenen die zich niet aan de gemeenschappelijke besluiten houden, gaan in de ban, waarna de contacten verbroken worden. De meeste Amish wonen in de plattelandsgebieden van de oostelijke staten van de VS. Ze zijn eenvoudig herkenbaar aan hun wijze van vervoer - paard-en-wagen (ook op de snelweg!) met het karakteristieke zwarte koetsje - en aan hun kleding. De mannen dragen donkere broeken met bretels en witte of blauwe overhemden met ofwel een zwarte hoed ofwel een strohoed. Alle getrouwde mannen hebben een ringbaard. De vrouwen dragen lange rokken en witte kapjes. Amish Grace (2010) is één van de films die een inkijkje geeft in hun leven en in hun wijze van geloven (een oudere zeer bekijkenswaardige film is Witness uit 1985). Voor alle Mennonieten geldt als de belangrijkste geloofsopgave: je dagelijks leven zo in te richten dat het de bevrijdende boodschap van het evangelie weerspiegelt. De Amish gaan daarin het verst. Hun hele bestaan straalt eenvoud, vredelievendheid en vergevingsgezindheid uit. Amish Grace vertelt over het moment dat deze waarden zwaar op de proef werden gesteld: de schietpartij op een school in Nickel Mines, Pennsylvania van 2006. Al schijnt de film een nogal vrije weergave te zijn van deze afschuwelijke gebeurtenis, historisch is de manier waarop de gemeenschap reageerde. De dader was een getroebleerde man (niet-Amish) die zij goed kenden, hij haalde de melk op van hun boerderijen. Nadat hij de school had overvallen, de jongens laten gaan en de meisjes beschoten (vijf van hen overleefden het niet) schoot hij zichzelf dood. Nog voor de begrafenis van de meisjes ging een delegatie van de gemeenschap (onder wie één van de vaders) op bezoek bij de weduwe van de moordenaar. Ze betuigden haar hun medeleven en boden haar hun steun aan. Maar ze waren vooral gekomen om haar te laten weten dat zij hem zijn gruweldaad vergeven hadden. Dit was wat zij geloofden: het oordeel over een mens is aan God en niet aan ons; vergeving is de meest concrete invulling van wat God van ons vraagt als we te maken krijgen met mensen die ons kwaad doen. Amish Grace is vooral
een analyse van wat hier gebeurde. Was dit werkelijk wat die mensen voelden, of ‘moest het van hun geloof’? Wat betekende het eigenlijk, dat vergeven? Was iedereen in de gemeenschap hier zo maar mee akkoord? We volgen een journaliste en een cameraman die op reportage zijn gestuurd en, tevergeefs, proberen de Amish voor de camera te krijgen om uit te leggen wat ze hiermee bedoelen. We volgen de weduwe (Tammy Blanchard), die eveneens grote moeite heeft het te begrijpen. We volgen vooral, in een prachtige rol van Kimberly Williams-Paisley, Ida Graber, die anders dan haar man absoluut niet bereid is de moordenaar van haar dochter te vergeven. Gaandeweg wordt duidelijk dat het voor niemand eenvoudig was om tot vergeving te komen, en dat het eerder een terugkerende beproeving is dan een eenmalig genomen besluit. Tevens zien we iets van de achtergrond: ze zijn zich er zeer van bewust dat vergeven bevrijdend is, dat ze anders behalve door hun diepe verdriet ook nog verteerd zouden worden door woede en haat. Indrukwekkend moment aan het slot van de film is de begrafenis van de moordenaar. Er is bijna niemand uit zijn eigen sociale netwerk aanwezig. Niemand weet er raad mee. Maar er verschijnt wel een groot aantal Amish mannen en vrouwen, zo tonend dat ze hun belofte haar te steunen serieus nemen. Gelukkig blijft Amish Grace kritisch; de film gaat de minder positieve kanten van de Amish-cultuur niet uit de weg. We zien een vader die een schoolopleiding voor zijn dochter helemaal niet nodig vindt, daar krijgt ze maar wereldse neigingen van. We horen van de zus die in de ban is gedaan omdat ze met ‘een Engelsman’ getrouwd is en nu een normaal gezinsleven in de stad leidt. Het is verboden om contact te onderhouden en zelfs minder gewenst om het over haar te hebben. Maar de bewondering voor dit ongelofelijke vertoon van medemenselijkheid overheerst. Een aangrijpende film en een mooie studie in de betekenis van het christelijke begrip ‘vergeving’.
•
Bert Dicou Predikant doopsgezinde - remonstrantse gemeente Hoorn
jaargang 24 nr. 10 november 2013 15
400 jaar verkering
Do over Re
D oopsgezind predikant So n j a va n d e r m e ul e n uit L eiden aan het woord wie remonstrants. Ook mensen die al jaren lid zijn weten vaak niet wie do is en wie re. Ze zien elkaar in de kerk, bij de gespreksgroepen, de adventsmiddag voor ouderen, de commissies en ze zingen samen in het koor. Wat is dan het verschil? Soms komt dat boven. Bijvoorbeeld bij het ontbijt dat we jaarlijks op paasochtend in de kerk hebben. Daar komen vrijwel alleen doopsgezinden en een enkele ‘verdwaalde’ remonstrant. Wanneer het onderwerp van een gemeenteavond ‘Aandachtig leven’ is, zijn de do’s in de meerderheid. Maar is het onderwerp van de jaarlijkse zomercursus ‘De divina commedia’ dan is het gehalte aan re hoger. Dat cliché lijkt waar: als er iets te doen valt en als het gezellig is dan zijn er do’s. Re’s komen opdraven als er een intellectueel onderwerp aan de orde is.
DORE, het is het begin van een toonladder, een aard appel en een samenwerking van doopsgezinden en remonstranten in Leiden. Na jarenlang in gemeentes te hebben gestaan die alleen maar do zijn, ging ik 7 jaar geleden naar Leiden waar een jarenlange samenwerking is met re. Gaat dat een beetje samen dat do en re? Ja, het gaat, maar niet vanzelf. De ene week is er een do-dienst, de andere week een re. De hoogtijdagen worden gevierd met gezamenlijke diensten. Voor mensen die binnenlopen in de kerk is het niet meteen duidelijk welke gemeente de beurt heeft. Of, om het nog moeilijker te maken: wie doopsgezind is en 16 adrem remonstrants maandblad
Soms bekruipt mij het gevoel dat een ‘remonstrantse’ preek pas echt is als er minstens één filosoof en een schrijver in genoemd zijn. En dat een overdenking pas typisch ‘doopsgezind’ is als dat juist niet gebeurd. Een collega elders in het land vertelde over de vraag die haar na de dienst gesteld werd. ‘U bent zeker doopsgezind?’ ‘Ja, waarom dacht u dat?’ ‘Nou, de preek was heel eenvoudig’. De predikant antwoordde: ‘Dank u, ik denk dat ik dit als een compliment opvat’. Zo vat ik het maar als een compliment op als mij gezegd wordt, dat ik gelukkig tijdens het voorgaan in de dienst een mantelpak draag en geen bloemetjesrok, zoals de meeste van mijn vrouwelijke do-collega’s. Die bloemetjesrok staat voor veel meer: voor het ‘rommelige’ dat een doopsgezinde dienst aankleeft. Pas als er iets een beetje mis gaat en dat soepel wordt opgelost, is het echt do, terwijl dat bij re een ongemak teweeg brengt, omdat een dienst toch een zekere stijl moet hebben. Zonder gemoedsbezwaren vroeg een re-gastpredikant of de kinderen het doopvont konden vullen. Dat was even slikken voor de do-leiding van de zondagschool, die ook toen voornamelijk bezocht werd door kinderen uit gezinnen waar de kinderdoop hoogst ongebruikelijk is. Maar het lukte! Zelf ongedoopte kinderen bleken het doopwater uitstekend te kunnen gieten. Bovendien gaf het de gelegenheid om te vertellen over kinderdoop en doop op belijdenis. Wat we doen wordt nooit vanzelfsprekend door de aanwezigheid van de ander, die de dingen anders doet. Wij stellen vragen en zij stellen vragen. Het verdiept en vult aan. Al zou het kunnen, ik zou hier niet zonder de re’s willen!
•
Sonja van der Meulen
smaakmakers van Verdraagzaamheid
V erdraagzame f e mi n i s t e en utopisch - s ociali s t e
Saskia Poldervaart Dolle Mina Saskia Poldervaart (1945 – 2011) groeit op in Schagen, in een communistisch gezin. Haar vader kwam uit een domineesgezin. Omdat blijkt dat ze goed kan leren, laat haar moeder haar de ULO doen in plaats van de huishoudschool. Vervolgens zit ze op de HBS, gaat ze naar het gymnasium en aansluitend begint ze aan een studie kunstgeschiedenis. Tenslotte studeert ze adragogie in Amsterdam. Tijdens haar studententijd komt ze uit nieuwsgierigheid terecht bij de feministische Dolle Mina - beweging. Ze is verbaasd hoe fel mannen op een pamflet van deze beweging reageren en wil er daarom meer van weten. Ze sluit zich bij hen aan. Met ludieke acties zetten ze zich af tegen het keurslijf waarin vrouwen zaten. Letterlijk: door de verbranding van korsetten, maar ook door met luchtverfrissers en zwabbers de redactie van de Margriet binnen te vallen om te protesteren tegen de ‘truttigheid’ die het blad vertegenwoordigde. Ze zetten zich in voor de pil en abortus. Dat laatste raakte haar ook persoonlijk: op 19 jarige leeftijd raakte zij in verwachting en de verwekker liet haar zitten.
voor haar kinderen en werken te combineren door de zorg te delen met andere allenstaande moeders.
Practice what you preach Saskia Poldervaart zette zoveel mogelijk de daad bij het woord. Daarom uitte ze kritiek op feministische vrouwen die een goede baan hadden en tegelijkertijd het huishouden voor een lager loon door een werkster lieten doen. Dat vond zij emancipatie ten koste van andere vrouwen. In 1978 wordt ze docente vrouwenstudies aan de UvA. Ze promoveert en schrijft meerdere boeken, met prikkelende titels als: ‘Tegen conventioneel fatsoen en zekerheid’ (haar proefschrift) en ‘Leven volgens je Idealen’. Zelf inmiddels ‘gevestigde orde’ geworden, haalt ze stoeptegels voor haar huis weg en zet er plantjes en een bankje neer, voor een goed gesprek met haar omgeving. Het zijn soms de kleine dingen die het verschil maken. ‘Wees bereid anderen te helpen’, stelde ze, ‘maar offer jezelf niet op’. Feminisme: ook een kwestie van mannen Ondanks
Utopistisch-socialisme Tijdens haar studie maakt ze kennis met het Franse Utopistisch-socialistische gedachtengoed, zoals van Claude Henri de Saint-Simon en Charles Fourier. Volgens dat gedachtengoed, moet je, wanneer je ontevreden bent over de bestaande manier van leven, jezelf en je omgeving van onderaf veranderen door je idealen in het dagelijks leven vorm te geven. Dus: géén revolutie, maar ook niet onderhandelen met de gevestigde orde. Dit gedachtengoed verwijst terug naar de Essenen en Jezus. Haar idealen zijn: een eerlijke verdeling van welvaart, een eerlijke verdeling van (huishoudelijke) taken, gelijkwaardigheid tussen man en vrouw. Wat haar kenmerkte, is dat ze daarin niet dogmatisch was. Ze erkende dat er ook andere manieren van leven zijn en dat haar idealen, ook maar ideeën zijn. Van revolutie moest ze niets hebben. Ze geloofde meer in kleine stapjes dan in een grote breuk om tegen onrecht te strijden. Van klagen moest ze ook niet veel hebben: probeer het samen op te lossen, was haar motto. Zelf gescheiden met kleine kinderen, probeerde ze de zorg
het feit dat ze feministe was, was ze geen mannenhater. Sterker nog, ze was ervan overtuigd dat er ook nog zo iets als mannenemancipatie moet plaatsvinden. ‘Willen we prettiger met elkaar omgaan, dan zal dat van beide seksen moeten komen’, zei ze eens in een interview. Ze leefde wat dat betreft ook mee met mannen die het gevoel hebben dat ze altijd kostwinner zouden moeten zijn, het altijd beter zouden moeten weten en altijd rationeel moeten zijn. Haar hele leven blijft ze trouw aan haar idealen en in 2009 ontvangt zij een prijs voor feministisch engagement en geschiedenis, de prijs wordt vanaf dat moment ook naar haar vernoemd. Drie jaar voor haar dood wordt er hersenkanker geconstateerd. Tot aan haar dood blijft ze optimistisch en blijft ze zoveel mogelijk lezingen geven en haar werk doen.
•
Vanessa van Koppen Redactielid AdRem jaargang 24 nr. 10 november 2013 17
thema het gezicht xxxxx van...
Siebolt Beetsma (1939) is doopsgezind en lid van de Hutgemeenschap in Emmen. Hij is getrouwd, heeft 2 dochters en is een trotse (oppas)opa voor zijn kleinkinderen.
Siebolt Beetsma Achtergrond ‘Mijn moeder kwam uit een doopsgezinde familie en vanuit die traditie ben ik er mee opgegroeid in de Doopsgezinde gemeente Franeker. Daar ben ik naar de zondagsschool gegaan (bij de vader van Pia Dijkstra) en heb ik catechisatie gedaan bij ds Kater. Tot mijn 25e heb ik bij de lokale doperse jongerenvereniging ‘Hendrik Naeldeman’ gezeten, waar ik ook mijn vrouw heb leren kennen. Mijn vader was directeur van de toenmalige Rotterdamse Bank, die later werd gefuseerd tot AMRObank. Hij was niet-praktiserend hervormd. Wij zijn later ook getrouwd in de doopsgezinde kerk in Franeker. Na ons huwelijk gingen wij in Leeuwarden wonen, waar ik werkte bij een verwarmingsbedrijf en daarnaast studeerde voor de bevoegdheid werktuigkunde. Later ben ik leraar technisch onderwijs geworden aan de Streekschool voor Beroeps Begeleidend Onderwijs (S.B.B.O.) in Emmen, de voorloper van het huidige ROC. In die functie begeleidde ik daarnaast leerlingen bij hun stage en legde daartoe ook stagebezoeken af. Uiteindelijk was ik belast met coördinerende taken.
Hutgemeenschap ‘Onze kerk is ontworpen door stadsarchitect Sietse Dijkstra in de jaren ’60. Door de industrialisatie kwamen veel doopsgezinden in Emmen wonen. Broeder De Vries hield een inzamelingactie en zo kon de kerk gebouwd worden. Het gebouw heeft de vorm van een hut, vandaar de naam natuurlijk. Allengs kwamen er ook remonstranten wonen, voor wie de remonstrantse kerk in Hoogeveen toch wel drie kwartier rijden was. Zij voelden zich thuis bij de verdraagzame geest die hier heerste en kregen in onze kerk een warm onthaal. In 1971 volgde een volledige integratie van beide groepen, met één kerkbestuur. Ik ben eerst secretaris van de gemeenschap geweest en later ook vele jaren voorzitter. Toen waren er 90 leden, nu zijn het er nog 50. Ongeveer de helft van hen is niet do of re, maar alleen lid van de Hutgemeenschap. Oudere leden overlijden helaas, maar de afgelopen jaren is er toch ook wel aanwas geweest van zo’n 10 mensen. Een duidelijke remonstrantse inbreng zijn de antependia in onze kerk, doeken aan de kansel in de kleuren van het 18 adrem remonstrants maandblad
kerkelijke jaar. Dat waren de doopsgezinden niet gewend, maar nu zijn de diverse uitvoeringen geaccepteerd. Ook het (remonstrantse) antwoordlied zingen wij nu graag in de dienst. Wij zijn vrij actief, vaak samen met de vrijzinnige gemeente in Emmen. Er zijn bijeenkomsten rond oecumene, het nieuwe liedboek, Bijbelboek Esther, gospelzang, avonden over gnostiek, over dichters en geloof en over gedichten en stiltes. Zo zijn er ook vrij in te vullen zondagsdiensten met een bijzondere interactieve inhoud. Het is een hechte gemeenschap, waarvan de sociale kant erg belangrijk is. Ik ben bij deze kerk gebleven vanwege de ondogmatische opvattingen en de ruimte voor een persoonlijke geloofsbeleving, wij volgen de bijbel niet van kaft tot kaft. Mij persoonlijk boeit de oriëntatie op de bijbelse verhalen rondom het leven en werken van Jezus van Nazareth. Verhalen die vaak geprojecteerd kunnen worden op de actuele situatie, zodat ze steeds weer een werkelijke inspiratiebron blijken te zijn. In een zeer bescheiden poging probeer ik daarin hem na te volgen en op het rechte pad te blijven. In dit perspectief kunnen bijv. begrippen als duurzaamheid, overdadig consumptiegedrag en omgaan met mensen genoemd worden. In de loop der tijd zijn mijn Godsbeelden wel veranderd. Ik zou nu eerder zeggen dat ik God aantref in de natuur of in contacten tussen mensen.’
Muziek ‘Tien jaar ben ik nu gepensioneerd. Sindsdien pas ik met liefde op mijn kleinkinderen in Groningen en doe ik ook heel wat werk aan het onderhoud van ons en hun huis. Ook gaat er veel tijd zitten in de muziek. Vroeger zong ik in koren als tenor en later als bariton. Mijn eerste instrument als kind was een piccolo, dat was toen eigenlijk wel een teleurstelling. Via de dwarsfluit en saxofoon kwam ik later bij de contrabas terecht. Nu speel ik als contrabassist in het Drents symfonieorkest en in een kamerorkest van de Muziekschool in Emmen. De achtste symfonie van Dvorák spelen we nu. Prachtig, maar het vraagt veel oefening.
•
Michel Peters
boek recensie Dat iemand bereid is voor zijn geloof te sterven, vinden de meesten van ons denk ik moeilijk voor te stellen. Dat een moeder
Vervolgd en standvastig
zelfs bereid zou zijn haar kinderen alleen op de wereld achter
Mireille Geus schreef daar een kinderboek over: De andere weg. Omdat kinderboeken gewoonlijk het perspectief van een kind kiezen, groeit direct de spanning tussen de moeder en Nelleken, haar dochter. De moeder groeit in haar geloofsovertuiging, maar bij Nelleken groeit vooral de wanhoop, naarmate ze haar moeder een dodelijk pad ziet gaan. ‘Ja maar WIJ dan?!’ vraagt ze zich vertwijfeld af. En als moderne lezer kun je dan eigenlijk alleen maar heftig met haar meeknikken.
Na de dood van haar moeder neemt ze zich voor ook op haar beurt haar eigen mening te zullen vormen, haar eigen weg te gaan. Met het geloof van haar moeder in het achterhoofd zal ze, als de tijd rijp is, haar EIGEN weg gaan en een keuze maken voor de kerk van ‘de meesten’, of die van haar moeder. Met de kracht die ze bij haar moeder zag, neemt ze het leven dapper weer op.
Twee perspectieven De auteur houdt zich echter neutraal, zonder oordeel. Ze werkt beide perspectieven naast elkaar uit. En passant komen lezers van alles over doopsgezinden van die tijd te weten. Over de volwassendoop, hoe het er toen aan toe ging tijdens een dienst en hoe doopsgezinden elkaar probeerden te steunen in tijden van armoede en vervolging. De auteur veroordeelt de moeder niet, ze heeft vooral oog voor de loyaliteit van Nelleken, die haar moeder ondanks alles ook meer en meer bewondert om haar moed.
te laten voor haar doopsgezinde overtuigingen, is al helemaal ondenkbaar. Toch vind je dit soort keuzen terug in de doperse martelaarsspiegel als treurige heldenverhalen, die vertellen dat mensen zijn gestorven voor de godsdienstvrijheid die wij heel gewoon vinden.
De andere weg Het is 1573. Een barre tijd om je hoofd boven water te houden, zeker voor een weduwe met drie kinderen. Nelleken is het oudste kind en doet er alles aan om haar moeder te helpen. Ze redden het net, met wat hulp van de buren. Maar dan besluit haar moeder zich openlijk aan te sluiten bij de doopsgezinden. Door te kiezen voor een nieuw geloof waar de samenleving niets van moet hebben, brengt ze haar leven en dat van haar kinderen in gevaar. Nelleken probeert wanhopig het gezin voor een drama te behoeden, maar of dat gaat lukken?
•
Iris Speckmann Het boek ‘De andere weg’ van Mireille Geus (Gottmer Uitgeversg roep Haarlem 2013) is voor € 13,95 (ex. verzend kosten) te bestellen bij de ADS:
[email protected] of 020-6230914.
Oratie Christa Anbeek in boekvorm We leven in een tijd waarin religie voor velen onbegrijpelijk en betekenisloos is geworden. Veel kinderen weten niet meer wat Pasen of Pinksteren betekent, of wie Judas en Petrus waren. Menigeen beschouwt religie zelfs als verdacht en gevaarlijk. Dat is jammer, omdat religie een rijk levensperspectief kan bieden. Geloof moet een keuzemogelijkheid blijven. Maar om die optie open te houden, moeten we theologische inzichten terugvertalen naar persoonlijke ervaringen van kwetsbaar leven. Dat is de strekking van de oratie die Christa Anbeek hield op 16 oktober 2013. 19 adrem remonstrants maandblad
Uitgeverij Ten Have heeft de oratie in boekvorm uit gegeven. Dit boekje is op het landelijk bureau remonstranten te bestellen via
[email protected] of tel. 030 2316970. Christa Anbeek is sinds 1 september 2013 bijzonder hoogleraar Remonstrantse theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam namens de Remonstrantse Broederschap. Anbeek is de eerste vrouwelijke hoogleraar in die functie. Eerder schreef zij onder meer Overlevingskunst; Leven met de dood van een dierbare (2010). Samen met Ada de Jong is zij ook de auteur van de bestseller De berg van de ziel; Persoonlijk essay over kwetsbaar leven (2013).
•
Aan de heidenen overgeleverd; Hoe theologie de 21ste eeuw kan overleven / Christa Anbeek / Ten Have/ Prijs € 11,95 / Paperback met flappen / 93 pagina’s / ISBN 978 90 259 0375 6 /
jaargang 24 nr. 10 november 2013 19
400 jaar verkering
Dopen
wat mondig is !?
Er zijn van die spreuken die onmiddellijk worden herkend en mede daarom ook vrij snel de status krijgen van eeuwenoud. Zo’n spreuk verwoordt dan blijkbaar feilloos het levensgevoel van een generatie of zelfs van meer dan één. Zo is het ook gegaan met de bij de doopsgezinden bekende tekst van ds. Sibold Smeding (1896-1970), die vanaf circa 1944 door de Koninklijke Tichelaar in Makkum op wandborden in drie formaten werd vervaardigd. Dopen wat mondig is Spreken dat bondig is Vrij in het christelijk geloven Daden gaan woorden te boven Piet Visser schreef vorig jaar in de convocatie voor de najaarsvergadering van de Doopsgezinde Historische Kring over doopsgezinde identiteit, dat de Friese vertaling eigenlijk beter aansluit bij de doperse traditie dan het Nederlandse origineel. ‘Dopen wie (hwa’t) mondig is’ geeft preciezer uitdrukking aan het persoonlijke belijden dan het meer collectieve ‘Dopen wat mondig is’. Wie googlet op deze vaak geciteerde eerste regel krijgt bijna 9.000 hits, en vrijwel elke doopsgezinde gemeente in Nederland hanteert op haar site deze vier regels op de een of andere wijze nog steeds als uithangbord voor het eigentijdse belijden. Dat is op z’n minst zeer opmerkelijk. Smedings ogenschijnlijk onschuldige initiatief zou destijds in de barre tijden van de bezetting als een stille daad van verzet betiteld mogen worden. Het getuigt van een robuuste vrijzinnigheid die afstand wenste te nemen van de verstikkende verzuiling, dogmatisme, kerkelijke macht en eindeloze preken. Christelijk geloof gaat over vrijheid, over echte keuzes, over je dagelijks doen en laten en over persoonlijke verantwoordelijkheid. Ik heb zelf mee mogen werken aan het blauwe ‘Scherven boekje’ Geloven Vragenderwijs (1990) met op de omslag de scherven van dit geliefde wandbord. Wij hadden, ieder op eigen wijze, toch het gevoel dat we met deze oude slogan niet helemaal meer uitkwamen. Het was te zeer vrij van het christelijk geloof, te zelfgenoegzaam en met te weinig taal om iets van geloof en bezieling gaande te houden in deze tijd. Iedereen doet toch al waar hij of zij zin aan heeft, daar hoef je niet meer doopsgezind voor te worden.
20 adrem remonstrants maandblad
Foto: Herman Heijn Tegelijk heb ik nooit de behoefte gehad om er iets negatiefs over te zeggen. Ik wil zelfs wel bekennen dat ik ook wel eens jaloers was op collega Smeding. Bedenk maar eens zo’n spreuk die het doet! Ik heb door de jaren heen ook van alles geprobeerd van Aangeraakt door de Eeuwige tot een Dopers ABC en besef en aanvaard dat dit geen sinecure is. Ik vind het ook belangrijk zo’n spreuk. Deze geeft kernachtig aan waar het in een traditie omgaat, zowel voor onszelf als in de communicatie met anderen. Ik ben een voorstander van dopen wie mondig is, maar mijn hart gaat uit naar levenslange betrokkenheid. Ik vind oprecht dat we ons bondig moeten uitdrukken, maar hoop dat wij ons zullen inspannen om woorden te vinden voor wat ons beweegt. Ik sta pal voor de persoonlijke vrijheid van geloven, maar koester ook het verlangen om met elkaar te delen. Daden gaan woorden te boven, maar ik wil me er ook voor inzetten dat mijn daden met mijn woorden overeenstemmen, zo goed als ik dit maar kan. Zo verstaan kan deze tekst nog weer jaren mee en wenkt zij ons, uit liefde voor God en mensen naar een toekomst van vrede.
•
Gerke van Hiele Doopsgezind predikant bij de ‘Arboretumkerk. Vrijzinnig op weg’ in Wageningen, een samenwerking van de NPB en de Doopsgezinde Broederschap.
column
Waarom vr e d e s th e ologi e voor D oopsgezinden zo belangrijk is Doopsgezinden dragen geweldloos handelen in hun ‘confessionele genen’! In de loop van de 20ste eeuw zijn ze bekend geworden als één van de historische vredeskerken – naast de Quakers en de Church of the Brethren. Rondom de Eerste en Tweede Wereldoorlog werden hevige discussies gevoerd tussen vooren tegenstanders van de dienstplicht. Sommigen zagen het zonder meer als hun plicht om hun regering met de wapenen te dienen (bij voorbeeld de doopsgezinden in Duitsland). Voor andere doopsgezinden was het juist een deel van hun identiteit om militaire dienst te weigeren. In feite had geen van de verschillende groepen een echt uitgewerkte vredestheologie. En toch leefde er overal een bewustzijn, dat het afwijzen van de krijgsdienst al in de tijd van de Reformatie een kenmerk van de dopers was geworden. In één van de vroegste belijdenissen van deze traditie, de Schleitheimer Artikelen van 1527, komt dit duidelijk tot uitdrukking: in de zoektocht naar de oorspronkelijke ‘nieuwtestamentische’ kerk moest juist de veel te nauwe band met de staat gereorganiseerd worden. Deze reeds vervolgde kerk, voor wie het geweld aan hun eigen lichaam voelbaar werd, restte slechts de ‘afzondering’, de radicale scheiding van de gemeenschap van ware gelovigen. Uiterlijke tekenen hiervoor werden nu de doop op belijdenis, het weigeren van de eed en zelfs ook het dienstweigeren. De zuivere kerk zou alleen nieuw gevormd kunnen worden uit hen, die bewust voor een leven in navolging van Jezus kozen. In Noord Duitsland en in de Nederlanden erkende en preekte Menno Simons na de catastrofe van Münster (1535) dat het afwijzen van geweld een kenmerk van de ware kerk moest zijn. Het ‘recht doen’, met name zoals de Bergrede het beschreef, werd belangrijker dan alle geleerde theologie. Dit deel van de doperse beweging overleefde, alle anarchistische en gewelddadige delen werden vernietigd. Pas in de 20ste eeuw zagen de doopsgezinden zich uitgedaagd uit de ethische oproep tot gehoorzaamheid tegenover het nieuwtestamentische gebod je vijand lief te hebben en van geweld af te zien, werkelijk een vredestheologie te ontwikkelen. De vraag, hoe men zich tegen het ergste kwaad, zoals het Duitse nationaalsoci-
alisme of ook het Russische stalinisme moest opstellen, raakte de oecumene wereldwijd. Doopsgezinde theologen als John Howard Yoder ontwikkelden daarop geheel nieuwe theologische concepten. De eenvoudige opdracht voor een ethische grondstelling was mooi, maar in hoeverre behoorde geweldloosheid tot de wezenlijke kern van het christelijk geloven? Wanneer echter een God geloofd wordt, die in zijn zoon Jezus Christus zelf geweld aan het kruis op zich nam om het uitgerekend zo – zonder tegengeweld – ten slotte te overwinnen, dan wordt hier – in de kern van alle christelijke theologie – duidelijk, dat het afwijzen van geweld juist meer is dan een ethische houding. Als dit gebeuren aan het kruis uiteindelijk als het geschieden van verzoening kan worden opgevat, waarin God de verhouding tot de mensen uit genade rechtzet, zonder tegenprestatie, dan volgt hieruit ook de mogelijkheid, dat mensen met elkaar in verzoende verhoudingen leven – bevrijd van geweld. Vanuit deze kerngedachte kunnen alle thema’s in de theologie werkelijk nieuw en anders ontwikkeld worden als een ‘vredestheologie’. Vooral de manier, waarop men kerk wil zijn: een navolgende gemeenschap van vrijwillige belijders, die ernaar streeft overeenkomstig de nieuwe werkelijkheid verzoening te leven midden in de maatschappij en ook in de politiek: in het actieve verzoeningswerk, inzet voor gerechtigheid, in geweldloze acties voor de (mensen)rechten van wie gediscrimineerd worden tot aan de zorg voor het behoud van de natuur. De vraag: hoe kunnen wij vredeskerk worden? – die niets anders betekent dan: hoe kunnen wij kerk van Jezus Christus worden? – blijft een sterke beweegreden tot gezamenlijk theologisch nadenken hoe tot spirituele vernieuwing te komen. Uit de aanvankelijke oproep om af te zien van geweld, die zelden onomstreden was, is een wijd verbreide, aanhoudende theologische reflectie gegroeid. Het ‘confessionele gen’ is een elementair deel van vele ‘cellen’ van deze vredeskerk geworden, tot ver buiten de eigen grenzen.
•
Fernando Enns Hoogleraar Vredestheologie op de leerstoel Doopsgezinde Vredestheologie en Ethiek bij de Faculteit der Godgeleerd heid van de VU. jaargang 24 nr. 10 november 2013 21
1 Meppel | Federatie Samenwerking doopsgezinde en remonstrantse gemeente Begin samenwerking: sinds 1 oktober 2008 als federatie in één (kerk) gebouw. De samenwerking bestaat al ongeveer 30 jaar. Predikant: ds. Graddie Meijer (doopsgezind) en ds. Albert Klok (remonstrants). Aantal leden en vrienden do en re: do 52 (+ 6 belangstellenden), re 46 Aantal diensten en hoe laat zondag: wekelijks, 10:00 uur. Vaste activiteiten/kringen: onder meer maaltijdmomenten, meditaties, zustercontact en senioren ochtenden.
6
1
4
3
2
5 3 Deventer | Geloofsgemeenschap Het Penninckshuis
2 Leiden | Doopsgezinde en Remonstrantse Gemeente Leiden Begin samenwerking: 1969 Predikant: ds. Sonja (S.P.) van der Meulen (doopsgezind) en ds. Laura (L.P.) van Asselt (remonstrants). Aantal leden en vrienden do en re: do 121 (+ 25 belang stellenden) en 30 kinderen (tot 18 jaar). re 112 (+ 56 vrienden) en belangstellenden en 28 kinderen (tot 18 jaar). Aantal diensten en hoe laat zondag: wekelijks, 10:15 uur. Vaste activiteiten/kringen: onder meer concerten, orgel bespelingen, gratis inloopconcerten door Practicum Musicae-studenten, culturele middagen ‘voor leden, door leden’ en lezingen.
Remonstrantse gemeente
DoRe + andere vrijzinnige (kerk)gemeenschap: Amersfoort, Emmen, Hilversum, Gouda
Samenwerking doopsgezinde en remonstrantse gemeente Begin samenwerking: 1973 Predikant: ds. Jelmer (J.) Koornstra (doopsgezind). Aantal leden en vrienden do en re: do 83, re 65, vrienden van Het Penninckshuis 34. Aantal diensten en hoe laat zondag: wekelijks m.u.v. 1e zondag van de maand, 10:00 uur. Vaste activiteiten/kringen: onder meer leesclub, gespreksgroep Compassie, Bijbelkringen, Doperse kring, remonstrantse gespreksgroep en 30+groep (allen gemengd).
4 Hoorn Begin samenwerking: 1969 Predikant: dr A. Dicou (Remonstrants). Aantal leden en vrienden: do 37, re 18, vr 28. Diensten: 10 u, 1x per 2 weken Activiteiten: Foreestenhuisavonden, kring 20-30-ers, overig jongerenwerk, interculturele bijbelkring, culinaire heren-kring, zusterkring, open gepreks kring, filmavonden, diverse cursussen, bezoekgroep gedetineerden, bijbels Hebreeuws, leeskring, meditatiegroep, www.foreestenhuis.nl
6
1
4
3
2
5 6 Dokkum Verenigde Christelijke Gemeente Begin samenwerking: 1798 Predikant: mw ds. Yvonne Hiemstra (doopsgezind). Aantal leden en vrienden: 73 leden, 31 belangstellenden. Aantal diensten en hoe laat zondag: wekelijks, zomer 9.30 uur, winter 10.00 uur. Activiteiten/kringen: Zondagschool, Jongerengroep 19+, Camphuysenkring, kerstspel, exposities, toneelvoorstellingen, debatavond Politiek en Religie, cantorij.
5 Nijmegen Begin samenwerking: 1989 Predikant: mw ds E.H. de Clerq (Remonstrants). Aantal leden en vrienden: do 52, re 66 (do en re hebben ook belangstellenden), Diensten: 10.30 u, 3x per maand, 1e zondag v/d maand: bezield wandelen. Activiteiten: Meditatiekring, 5 regionale gesprekskringen, bezield wandelen, culturele kring i.o., thema-avonden over vrijzinnigheid en over duurzaamheid, gemeentediensten, lunches, samenwerking met andere kerken in Bezield Verband (3 leerhuisochtenden, gezamenlijke diensten).
DoRe + andere vrijzinnige (kerk)gemeenschap: Amersfoort, Emmen, Hilversum, Gouda
Doopgsgezinde gemeente
column
De Superkerk tekst Christa Anbeek
De vraag of ik een column voor deze speciale AdRem wilde schrijven over het belang van spirituele en theologische vernieuwing, bracht mij in verlegenheid. Ik denk niet dat spirituele vernieuwing hard nodig is: die is al lang gaande. Vanaf het begin is vernieuwend denken kenmerkend voor remonstranten, inclusief het pleidooi om in vrijheid en met respect met verschillen om te gaan. Meer dan in sommige andere geloofsgemeenschappen realiseren remonstranten zich dat geloof een menselijke aangelegenheid is, die in de loop der tijd andere vormen en inhouden aanneemt. Ook vandaag de dag kenmerken remonstranten zich door veelkleurigheid en veelvormigheid als het gaat om geloofsinspiratie. Voor de een is dat beeldende kunst, voor de ander bijbelstudie, een derde put nieuwe energie uit literatuur, een vierde uit muziek, een vijfde wordt rustig van boeddhistische meditatie. Bij dit alles is de beginselverklaring verbindend: De Remonstrantse Broederschap is een geloofsgemeenschap die, geworteld in het evangelie van Jezus Christus en getrouw aan haar beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid, God wil eren en dienen. Twijfelend aan mijzelf en mijn eigen vernieuwingszin begaf ik mij richting Catharijneconvent om de tentoonstelling Sporen van verdraagzaamheid te bekijken, op zoek naar wat er nog meer vernieuwd kan worden op spiritueel en theologisch gebied. De eerste zaal toont de ontwerptekening van de Vrijheid van Geweten, het bekende glas-in-lood raam van de Sint-Janskerk in Gouda. Een eindje verderop staat de boekenkist waarin
Hugo de Groot uit slot Loevestein is ontsnapt. Eenmaal in Gorinchem aangekomen vergezelden een doopsgezinde lakenkoopman en een lutherse metselaar hem via Waalwijk naar Antwerpen. Terwijl ik mij afvroeg of dit de kist werkelijk kon zijn – Grotius zelf schrijft dat hij betreurt dat de kist is kwijtgeraakt – dwaalden mijn gedachten af naar het Hugo de Grootcollege in Rotterdam Zuid. In een ontroerende en inspirerende documentaire vertelt de directeur van deze school, Eric van ’t Zelfde, over zijn Superschool. De school staat in een achterstandswijk met veel kansarme kinderen en werd tot voor kort met sluiting bedreigd. Het moet nu een Superschool worden waar je als peuter binnenkomt en als volwassene weer weggaat. In de tussenliggende jaren krijg je excellent onderwijs van de beste docenten, in allerlei verschillende vakken. Zo kan ieder kind de eigen talenten ontdekken en ontwikkelen, en opent zich voor een nieuwe generatie een beloftevolle weg naar de toekomst. ‘Een Superkerk’ ging telkens door me heen, terwijl ik naar de documentaire over de school keek. Met excellente predikanten en theologen die, in gesprek met de gelovigen en de cultuur, borg staan voor een voortdurende actualisering van theologische inhouden en geloofspraktijken. Kerkenraden die met plezier de voorwaarden helpen scheppen voor de wekelijkse bedrijvige gang van zaken. Een landelijk bestuur dat waar nodig ondersteuning biedt, en een landelijk bureau dat ervoor zorgt dat de Superkerk bij talloze potentiële afnemers bekend is, en bijzonder slim en vindingrijk is in fondsenwerving.
De directeur van de Superschool laat zich inspireren door de Engelse Edinburgh Academy. Ooit zat hij zelf op deze school – hoe hij daar terecht kwam blijft onduidelijk. Afkomstig uit een gezin uit een achterstandswijk, leek voor hem en zijn broers mavo het hoogst haalbare. Totdat zij op de Schotse kostschool leerden hoe belangrijk het is dat je ‘tot kennis komt’. Passie voor onderwijs en hoe je dingen overbrengt zijn belangrijk voor de Superschool, én een sterk gevoel voor de achterliggende visie. Ook voor de Superkerk zijn passie voor geloven en hoe je die op anderen overbrengt, van belang. Met de Engelse kathedraal van Salisbury op de achtergrond, kregen wij predikanten van onze Superkerk dit voorjaar een nieuw gevoel over waar we mee bezig zijn en waarom dat al bijna vierhonderd jaar van belang is. Het vernieuwende is, dat het verborgen geloof dat ons bindt er nu om vraagt getoond te worden. We kunnen de schat niet langer verbergen, omdat te weinig mensen uit zichzelf de weg naar onze geloofsbronnen vinden. We kunnen iets leren van de directeur van de Superschool: vol enthousiasme gaan staan voor wie we zijn, laten zien waarin we geloven en wat we doen en waarom dat van belang is. We hebben een rijke traditie en veel talenten in huis – de grote uitdaging ligt erin hoe wij dat alles een beloftevolle toekomst geven. <<
Christa Anbeek is sinds 1 september 2013 bijzonder hoogleraar Remonstrantse Theologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
21
dboek-binnenwerk 32 Getijden van het jaar_Getijden van het jaar 29-05-13 00:05 Pagina 1157 historie
Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods
1
1 Kom, Hei lige Geest, Gij
vo
680 680 Antwoordlied
gel Gods,
tekst Marius van Leeuwen
daal ne der waar Gij wordt ver wacht.
Ver schijn, licht en gel, in
van
on
de nacht
ze geest, ver ward en
Zó vanzelfsprekend hoorde het erbij, dat sommigen vergaten dat het nog maar recentelijk was ingevoerd – zo hoorde ik ooit iemand vragen of Tot U, Heer… misschien van Arminius afkomstig was.
trots.
Tot U, Heer… 2 Waar Gij niet zijt, is het bestaan, is alle denken, alle doen zo leeg en woest, zo dood, als toen Gij, Geest, nog niet waart uitgegaan.
In 1944 kwam, ten dienste van de vrijzinnige kerkgenootAfbeelding: eerste couplet van 3 Er is geen licht dan waar Gij zijt, lied 680 (Nieuwe Liedboek). een nieuwe Liederenbundel uit. Hij verscheen uw vleugelsschappen, breidt, uw vleugels strekt, Het vierde couplet is het van den Nederlandschen Protestantengeen leven, “in danopdracht waar Gij het wekt huidige Antwoordlied. die het eraan had gecoördineerd. Er waren in een gemisbond”, dat naar U werk schreit. verschillende edities. De doopsgezinden voegden in hun verzameling 250 liederen 4 Hoor, heilige Geest, wijvan roepen U! een suffix toe, met liederen die in eigen kring bijzonder Kom, wees aanwezig in het woord; geliefd waren. De remonstranten namen voorin wek onze geest, opdat hij hoort,hun editie een prefix op. Dat een schets wek ons tot omvatte leven, hier en nu.van de remonstrantse geschiedenis en een aantal liturgische ontwerpen: een gewone orde van dienst, en ‘verantwoordingen’, te gebruiken bij 5 O, heilige Geest, wij zijn verblijd: ‘plechtigheden’ zoals doop en avondmaal. Gij immers,bijzondere eeuwig ondoorgrond, legt zelf dit lied ons in de mond,
DieGij ontwerpen waren de vrucht van de liturgische ten teken dat bij ons zijt. beweging die bij de remonstranten in de jaren ’20-’30 op tekstvelen Ad den gang kwam. De eredienst werd door alsBesten te kaal melodie Genève 1551 – Psalm 134 ervaren. De ‘plechtigheden’ werden vaak te slordig gevierd. Er moest in de eredienst meer orde komen en meer rijkdom van taal. Daarom was, onder leiding van G.J. Sirks, een commissie aan het werk gegaan, die zijn voorstellen in 1944 in dat prefix presenteerde.
1157 1157
Marius van Leeuwen (1947) is emeritus hoogleraar aan het remonstrants seminarium.
De genoemde orde vanVAN kerkdiensten bevatte – revolutioGETIJDEN HET JAAR getijden van het jaar- -Pinksteren Pinksteren nair in vrijzinnige kring – een vast liturgisch gezang: het ‘antwoord van de gemeente’ op het votum, de wijdingsformule waarmee de dienst begon, maar waar overigens geen vaste tekst voor werd aangegeven. Dat antwoordlied, gezongen op een oude psalmmelodie (Ps. 134), luidde: Tot U, Heer, is ons hart gericht; hier zijn wij, open voor Uw licht. Gij geeft ons kracht tot stilte en strijd; kom tot ons, Eeuw’ge, in den tijd. Amen.
Maar na verloop van tijd kwamen er vragen. Was de toon niet wat parmantig? Durven we allemaal zomaar te getuigen dat ons hart op God is gericht? Dat we open zijn voor zijn licht? Misschien zou het wat bescheidener mogen. Daarom vroeg seminarium-hoogleraar G.J. Hoenderdaal, die betrokken was bij de voorbereiding van het Liedboek voor de Kerken (1973), aan Ad den Besten om een nieuw lied te schrijven op dezelfde melodie. Het werd gezang 250 (in Liedboek 2013: 680). Hoenderdaal stelde vers 4 voor als het nieuwe antwoordlied. Bescheidener van toon, is het eerder een gezongen drempelgebed: Hoor, heilige Geest, wij roepen U! Kom, wees aanwezig in het woord; wek onze geest, opdat hij hoort; wek ons tot leven, hier en nu. Amen. Vanaf dat moment viel er te kiezen tussen twee teksten. In het remonstrantse prefix uit 1976, een boekje met liturgische teksten om voorin het liedboek te leggen, staat dan ook dat “als antwoordliederen o.a. kunnen dienstdoen: Tot U, Heer…, of lied 250, vers 4”. Maar algemeen aanvaard werd de nieuwe tekst toch niet. In een nieuwe editie van dat prefix (Liturgiekatern, 1996) was weer alleen het oude Tot U, Heer… te vinden. En in de bij dat prefix verschenen Liturgieklapper (1997) stelde men als een minder stellige versie niet Hoor, heilige Geest… voor, maar: “Tot U, Heer, zij ons hart gericht. Maak gij ons open voor uw licht”. Maar dat was toch een beetje lapwerk… Tegenwoordig berust ik er maar in dat Sirks’ tekst kennelijk te sterk is om opzij te zetten. Ook de doopsgezinden namen hem op in hun dienstboek De gemeente komt samen (1998). Onder de voorbeelden van mooie liturgische gezangen is het lied wederom te vinden. In een bijschrift staat dat men in plaats van ‘Heer’ ook ‘God’ mag zingen. Maar dat is een andere kwestie. <<
Het lied was geschreven door Sirks en werd spoedig de remonstrantse herkenningsmelodie bij uitstek.
20
‘Ik wil weleens ervaren hoe het is om zo onvoorwaardelijk te geloven, dat het je handelen bepaalt’
Mandela. Maar ik zoek het dichter bij huis. Omdat ik slechthorend ben twitter ik veel, dat is voor mij een ideale manier om contact te onderhouden. Eén van de mensen die ik volg op twitter, houdt een weblog bij over haar leven na twee auto-ongelukken. Bij de eerste kreeg ze hersenletsel, bij de tweede verloor ze haar man. Ze schrijft over het weer vinden van vreugde in haar leven. het daar saai is. We krijgen heimwee naar de aardse Op twitter vertelt ze over haar dagelijkse lichtpuntjes. gevoelens, die voortkomen uit het feit dat juist niet alles Zij leert mij de eenvoudige dingen in het leven te zomaar kan.’ waarderen.’ (www.marloesjuffermans.nl/bloggum) Waar bidt u voor? ‘Ik bid nooit voor concrete of abstracte zaken. Mijn bidden is contact zoeken met God. Ofwel kracht en steun zoeken, ofwel danken. Ik stuur, al dan niet via God, weleens mijn intenties uit naar mensen of zaken – misschien is dat ook bidden. Maar voor mij voelt dat meer als: ‘mijn gedachten gaan naar je uit’. Ik doe dat eigenlijk nooit vanuit het niets, het heeft altijd een concrete aanleiding.’ Hoe ziet uw hemel eruit? ‘Ik denk dat we in de hemel los zijn van het fysieke, los van de wetten van zwaartekracht en tijd. Daardoor kunnen we alles ervaren. We kunnen terugkijken op ons leven en alles vanuit alle perspectieven zien, dus ook onszelf vanuit de ogen van de ander. We kunnen zonder oordeel terugkijken naar onszelf, en snappen waarom we dingen deden. We kunnen met onze gedachten bij onze geliefden zijn, maar meer dan inspiratie influisteren doen we niet. We weten namelijk dat de levenden hun eigen keuzes en hun eigen fouten moeten kunnen maken. We kunnen besluiten opnieuw het aardse leven in te duiken. Dan weten we vervolgens niets meer van ons verblijf in de hemel, omdat we ons door het aardse leven willen laten verrassen. We gaan die hemel uit omdat
Welk boek ligt er op uw nachtkastje? ‘Op mijn nachtkastje ligt nu Bleak House van Charles Dickens. Daar ben ik net in begonnen, dus behalve dat ik de taal erg mooi vind, kan ik er nog niet veel over zeggen. Ik heb besloten een aantal klassiekers te gaan lezen. Eén van de eerste klassiekers die ik las, was De broers Karamazov van Fjodor Dovstojevski. Prachtig zijn de hoofdstukken waarin Ivan Karamazov worstelt met het geloof. Zo mooi om zowel een pleidooi vóór het geloof als een pleidooi tégen het geloof te lezen.’ Wat is uw favoriete vakantiebestemming? ‘Een rustige, eenvoudige camping, vanwaaruit men veel kan wandelen en mooie steden kan bezoeken. Ik houd meer van gematigde streken dan van de hete zomerzon. Voor mij geen stranden en hotels dus.’ Waar mogen we u om drie uur ’s nachts voor wakker maken? ‘Als één van mijn kinderen thuiskomt na een lange reis. Of om ze naar de trein of het vliegveld te brengen voor zo’n reis. Al vind ik de thuiskomst natuurlijk leuker.’ <<
advertentie
Kerst en Oud & Nieuw Vier de feestdagen in het sfeervolle Mennorode Prachtige ligging, te midden van bos en hei. Gastenpastor aanwezig. Geen vuurwerk 31 december. Tot 15% korting op onze arrangementen! Informeer naar de mogelijkheden. Reserveren: neem contact met ons op via
[email protected] of 0577 498 111!
www.mennorode.nl |
[email protected] | Apeldoornseweg 185, Elspeet | 0577 498 111
19
Jacob Jan Voerman
sprekende koptitel
uit de kast In dit speciale DoRenummer dagen we niet een doopsgezinde, maar een remonstrant uit om uit de kast te komen, zichzelf te laten zien en zijn geloof onder woorden te brengen.
tekst Jan Willem Stenvers foto Henk-Jan Winkeldermaat
Jacob Jan Voerman (51) is remonstrants lid in de DoRe-gemeente Nijmegen. Hij is theatermaker en toert momenteel met zijn voorstelling ‘Jacob Jan vertelt over het leven’. Hij houdt een weblog bij en is fervent twitteraar. iets, maar ik weet niet hoe die richting heet”. Toen kreeg ik het antwoord: “Dan ben je vast remonstrants”.’
Wat betekent het woord ‘remonstrants’ voor u? ‘In het woordenboek staat: “Hij die zich verweert tegen een opgelegd besluit”. Daar kan ik mij geheel in vinden. Ik had als puber al iets met spiritualiteit, maar wilde dat niet aan God koppelen. Ik vond namelijk dat de kerk mij niet mocht opleggen hoe ik geloofde. Bij de remonstranten vond ik dat. Toen kon ik mijn grenzen laten varen. Mijn ouders waren van huis uit ook remonstrants, maar deden daar niet veel mee. Ik kwam er pas achter dat ze dat waren toen ik een keer zei: “Ik ben van huis uit ook
Welke bijbelse figuur zou u een dag willen zijn? ‘Abraham. Ik wil weleens ervaren hoe het is om zo onvoorwaardelijk te geloven, dat het je handelen bepaalt. Zonder dat je daar nog allerlei ‘intellectuele’ bijgedachten bij hebt. Niet geloven vanuit blikvernauwing en bekrompenheid, dat zich uit in vastklampen aan rituelen en aan ‘hoe het hoort’, maar vanuit een diep levensvertrouwen.’ Welke niet-bijbelse persoon is voor u een profeet? ‘Nu kan ik de geijkte antwoorden geven: Gandhi en
18
smaakmakers van verdraagzaamheid
Als journalist nuance aanbrengen in het maatschappelijk debat. Dat is wat journaliste en theologe Ida Overdijk (1963) als eindredacteur bij de ikon en hoofdredacteur van Nieuwwij.nl probeert te doen.
Ida Overdijk, bruggenbouwer Tijdens haar studie theologie rolde Overdijk via een stage binnen bij de ikon. Ze leerde daar het klappen van de journalistieke zweep. ‘Als je een goede researcher wilt zijn, moet je echt nieuwsgierig zijn en alles aan mensen durven vragen.’ De levensbeschouwelijke omroep verliet ze sindsdien niet meer. Ze ontwikkelde onder andere het platform lux met de series ‘Grote Denkers over de toekomst’ en ‘God achter de voordeur’. Twee jaar geleden werd ze ook hoofdredacteur van de multimediale website Nieuwwij.nl. Een website over religieuze en culturele diversiteit, die mensen met verschillende levensbeschouwelijke achtergronden wil verbinden. Hoe? Door al die personen met andere meningen en denkwijzen elkaar virtueel te laten ontmoeten via interviews, filmpjes, opiniestukjes en achtergrondartikelen. Het platform hoopt dat mensen zo meer kennis over en inzicht in ‘de ander’ krijgen. Een werkwijze waar Overdijk zich hard voor maakt. ‘Journalisten hebben vaak de neiging de extremen te laten zien en zo te doen alsof ze ‘de’ werkelijkheid registreren. Pauw en Witteman hebben bijvoorbeeld het liefst een ‘achterlijke’ moslim aan tafel, zoals die advocaat die niet wilde opstaan voor de rechter. Ik zal niet ontkennen dat er zulke moslims zijn, maar is het verstandig zo iemand aandacht te geven als er al zoveel angst voor de islam in de samenleving is? Wil je olie op het vuur gooien, of inzicht geven in de pluriforme islam en moslimgemeenschap? Ik vind dat je als journalist een verantwoordelijkheid hebt om juist het genuanceerde verhaal naar buiten te brengen. Dat je nieuwsgierig moet zijn naar wat er echt speelt binnen groepen in de samenleving.’
Een groot probleem ligt volgens Overdijk bij de ‘tolerante’ bril waardoor ‘wij’ naar de werkelijkheid kijken. Met haar werk voor Nieuwwij.nl en de ikon hoopt ze de perspectieven van mensen te verbreden en te onderzoeken wie die ‘wij’ zijn.
tekst Jan Willem Stenvers foto Bettina Traas
‘Willen we tolerantie als wapen of als brug gebruiken?’ ‘Je hoeft lezers en kijkers niet te vertellen: zo zit het. Vanaf donderdag Mensen kunnen heel goed zelf een mening vormen. 14 november is op Maar je kunt ze wel verschillende levensbeschouwelijke Nederland 2 de nieuwe visies aanreiken. En daar mogen best denkwijzen tussen lux-serie te zien: zitten waar niet iedereen het mee eens is. Het idee van ‘God achter de voordeur. verdraagzaamheid in Nederland is op dit moment: Over religieuze verdraag‘wij zijn beschaafd en tolerant en we moeten anderen – zaamheid in Nederland de ‘achterlijken’ – opvoeden om ook zo te worden’. & over de grens’. Kijk bijvoorbeeld naar de discussies over de weigerambIn de eerste aflevering tenaar of jongensbesnijdenis. Als je voor het trouwen worden de grenzen opvan homo’s en tegen besnijdenis bent, hoor je bij het gezocht van de Neder‘beschaafde Nederland’ en anders niet. Nu ben ik ook landse verdraagzaamheid. vóór het homohuwelijk, maar dat hoeft toch niet iedereen In de tweede aflevering te zijn? Dan creëer je alleen maar hypocrisie. Willen we wordt onderzocht wat ‘wij’ tolerantie als wapen of als brug gebruiken? Dat is voor kunnen leren van de ommij de vraag, en daarover moeten we met elkaar op een gang van de Verenigde dieper niveau in debat.’ << Staten met religie. In aflevering drie en vier staat religieuze verdraagzaamheid in Frankrijk en Turkije centraal.
17
samenwerking
DoRe samenwerking in de praktijk
Bij de bevestiging van Sonja van der Meulen in de DoRe-gemeente te Leiden gaf ik haar een xylofoontje. Daarop sloeg ik tegelijk de do- en de re-noot aan: een dissonant. gezinde of remonstrantse vlak, maar op het persoonlijke. Op theologisch gebied is het sterke punt van de samenwerking dat beide kerkgenootschappen ondogmatisch zijn: ieder mens heeft een eigen, uniek en persoonlijk geloof. Ik hoor nooit: ‘zo doen we dat niet, want dat is niet doopsgezind (respectievelijk remontekst Laura van Asselt ‘Dissonant, dat wordt er over onze strants)’. Ik denk dat heel veel foto Michel van Bergen samenwerkende geloofsgemeenmensen niet eens weten wat dat schappen gezegd, maar ik hoop dat precies is. wij veel andere, harmonieuze akkoorden zullen vinden’, zei ik. Remonstranten hebben al vrij lang Ondertussen weet ik dat die er zijn, de mogelijkheid vriend van een in meerderheid zelfs. Net als alle verkeringen kennen ook wij goede en gemeente te worden, waardoor de drempel om zich bij een gemeente slechte tijden. ‘Wij’ in de zin van de aan te sluiten voor mensen zonder gemeenten dan, want ‘wij’ als remonstrantse achtergrond laag is collega’s hebben nooit problemen. geworden. Daardoor hebben ook wij Sonja en ik hebben elkaar bij het al decennialang mensen ‘van buiten’ begin van onze samenwerking zo erbij gekregen. In veel gemeenten ongeveer bezworen dat we dat te zijn deze mensen in de meerderheid; allen tijde zouden proberen te voorkomen. En I Leng Tan, die er nu zo niet, dan vormen zij een grote minderheid. De ‘echte’ remonstrant als remonstrants predikant bij is dus een uitstervend ras. Dat is bij gekomen is (en vóór haar Frans Fockema Andreae), denkt en dacht er doopsgezinden minder. Zij zijn landelijk met meer mensen, en geven net zo over. Collegialiteit staat ‘het doopsgezinde’ vaker van ouder voorop. Samenwerkingszaken bespreken we met elkaar, zodat we daar op kind door. Ook hun landelijke jonsamen mee naar buiten komen. gerenwerk is sterk – mijn eigen drie dochters gaan met groot enthousiasme, een zeker fanatisme zelfs, Laura van Asselt is naar de doopsgezinde jeugdkampen remonstrants predikant – waardoor ze nog veel jongeren in de DoRe-gemeente bereiken. En sommige oudere te Leiden doopsgezinden zijn bijkans in een doopsgezinde zuil opgevoed: op de
Re over Do
Zo verschillend als wij zijn, zo verschillend zijn ook de mensen in onze gemeenten. Het is dus zaak dat iedereen prettig met elkaar kan samenwerken. Als er al problemen zijn liggen die niet op het doops-
openbare basisschool was bijna iedereen doopsgezind, idem op het werk van hun ouders, op de padvinderij. Dat ben ik bij remonstranten nooit tegengekomen. Zijn er heikele punten? De volwassendoop? Ach, waar doopsgezinden tegen de kinderdoop zijn, zijn remonstranten niet tegen de volwassendoop, en ook niet per se vóór de kinderdoop. Velen laten hun kinderen niet dopen en dan komt daar nog bij dat onze doop een algemene doop is. Of het kind later remonstrants wil worden, staat los van die doop. Toen ik net in Leiden beroepen was, vroeg een vriendin van mij die in het buitenland woonde of ik haar pasgeboren dochter met kerst wilde dopen, want dan was het gezin in Nederland. Nu hebben wij in Leiden op feestdagen samenwerkingsdiensten, in tegenstelling tot de andere zondagen, waarop ofwel remonstrantse ofwel doopsgezinde diensten zijn. De kerstdienst was een goede aanleiding om alle aanwezige kinderen – en eigenlijk beide gemeenten – uit te leggen, én uit te dragen, dat je weliswaar andere gewoonten kunt hebben, maar die van elkaar wel kunt respecteren. Dat de doopsgezinden daar meteen in meegingen en de dienst meevierden, vormde denk ik, nu ik er op terugkijk, het begin van een goede samenwerking. <<
16
Willem Jan Otten (1951) heeft op latere leeftijd gekozen voor het katholieke geloof. Tot dan toe was hij ongelovig. Tien auteurs, waaronder theologen en filosofen, hebben getracht dit fenomeen te ontleden aan de hand van zijn omvangrijk oeuvre. In Het leven volgens Willem Jan Otten proberen zij vanuit verschillende disciplines een antwoord
Geloven te vinden op vragen als ‘wie of wat is God’ en ‘wat is geloven’. Een traditionele gelovige is Otten niet, want de God aan wie hij zich toevertrouwt is geen almachtig heerser. De essentie van zijn bekering, zegt Otten, is de ervaring ‘zelf gekend’ te worden. Dat gevoel schenkt hem een ongekende vrijheid. Alle tien auteurs zijn bewonderaar van Otten. Van enige kritiek is nauwelijks sprake. Misschien had redacteur Johan Goud er goed aan gedaan ook enkele critici aan het woord te laten. Zo was er destijds veel onbegrip bij theoloog Anton Houtepen over het feit dat Otten zo onbevangen over het beladen begrip
Verdraagzaam
‘Jezus’ offer’ durft te spreken. Ook was er onbegrip bij Harry Kuitert die Otten verweet alleen maar op zijn gevoel af te gaan en elke rationele verantwoording van zijn geloof leek te bagatelliseren. Maar volgens Otten eist het geloof juist veel verbeelding en is er bij hem voor de ratio dan geen plaats. Otten: ‘Geloof vraagt om verbeelding die ons in staat stelt te breken met het idee dat ‘het is zoals het is’ en dat de wereld geen diepere bedoeling zou hebben.’ Het leven is een boek waar je je hoofd goed moet bijhouden, maar daar is niets mis mee. door Bart Smits Het leven volgens Willem Jan Otten. De redenen van het hart, red. Johan Goud, uitgeverij Klement, € 19,95
“Im Anfang ist die Beziehung” Martin Buber, Ich und Du. v e r d ra ag za am h e i d
Islam, populisme en kerkelijke respons
de noodzaak van een herwaardering van verdraagzaamheid als ‘de sleutel tot conflictbeheersing’. Remonstrants hoogleraar Johan Goud vraagt zich af wat instemming met het moslimmanifest uithaalt. Hij hekelt het hoge abstractieniveau en het feit dat door het ondersteunen van een verklaring ‘verschillen onvermijdelijk in de schaduw blijven’. Professor Jan Michiel Otto legt uit dat populisten mensen zijn ‘met een bepaalde stijl van politiek bedrijven’. Hij definieert en analyseert het hedendaagse populisme met zijn anti-islam agenda. De laatste reactie is van dr. Mohamed Ajouaou, docent islam aan de Vrije Universiteit. Hij betoogt dat de noties van Van der Hoek e.a. geen antwoord geven op de kernvraag hoe de remonstranten zich tot A Common Word verhouden. Dat antwoord kwam in de zomer van dit jaar toen vanuit de remonstrantse
i n t h e g lo ba l v i l lag e
Antje van der Hoek
Remonstranten en de uitgestoken moslimhand In 2007 verscheen aan het eind van de vastenmaand ramadan A Common Word, een handreiking van 138 moslimgeleerden gelieerd aan het Royal Aal al-Bayt Institute for Islamic Thought in Jordanië. De moslimgeleerden zochten naar een gemeenschappelijk fundament met het christendom. Dat was volgens hen ‘niet enkel een zaak van een beleefde oecumenische dialoog tussen enkele geselecteerde religieuze leiders’ van de twee grootste wereldgodsdiensten, maar een bittere noodzaak om vrede wereldwijd dichterbij te brengen. Met enige vertraging werd vanuit de christelijke wereld gereageerd op de handreiking. Vanuit de remonstrantse broederschap verscheen in 2012 Islam, populisme en kerkelijke respons – vrijzinnigen aan het woord, onder redactie van de remonstrantse predikante Antje van der Hoek. Van der Hoek benadrukt
Islam, populisme en kerkelijke respons vrijzinnigen aan het woord Antje van der Hoek
voor een vrij en verdraagzaam christendom
Rem_Antje omslag.indd 1
17-09-12 14:26
broederschap in een brief ‘grote waardering’ voor het manifest werd uitgesproken. De remonstrantse geloofsbelijdenis werd voor deze gelegenheid vertaald in het Arabisch en meegestuurd met de antwoordbrief. door Martin Maassen Islam, populisme en kerkelijke respons, Antje van der Hoek e.a., € 7,– te bestellen via
[email protected]
15
boeken & bladen
Een platina liedboek uit de Gouden Eeuw
ht, veel gelezen, veel gezongen: een platina liedboek uit de Gouden Eeuw nog actuele vragen oproept. Het best verkochte en meest herdrukte liedboek van euw was Stichtelycke rymen van Dirck Raphaelszoon Camphuysen uit 1624.Voormalig storische letterkunde aan de Universiteit van Utrecht Riet Schenkeveld wekt in dit ter ervan tot leven door zijn biografie te verbinden met zijn poëzie. Het is voor het negentiende eeuw dat de auteur en zijn Stichtelycke rymen ontsloten worden voor een . Je zou Camphuysen zowel remonstrants als doopsgezind kunnen noemen.Van huis uit gezind en veel van wat hij van thuis had meegekregen bleef voor hem belangrijk. Maar ische en politieke conflict van die tijd - culminerend in de synode van Dordrecht - was aan remonstrantse zijde en daarom werd hij verbannen en vervolgd. Met zijn liedteksten phuysen kerkelijke grenzen en politieke twisten. Zijn liedboek werd door een breed ikt, inclusief zijn tegenstanders. Het pleidooi om in alles Gods wil te doen en deugd, oversteeg kerkelijke grenzen en politieke twisten.
Een platina liedboek uit de Gouden Eeuw Dirck Raphaelszoon Camphuysen Doopsgezind en Remonstrant
‘Van te strijden wil ik zingen’
Oorspronkelijke geest Prachtig boekje over Dirck Raphaelszoon Camphuysen
toch als predikant in Vleuten. Al sinds zijn studie ontpopte hij zich als een Riet Schenkeveld - van der Dussen arminiaan die zich kantte tegen de orthodoxe predestinatieleer. Na de Synode van Dordrecht werd hij dan De God van doopsgezind Nederland ook uit het ambt ontheven. In 1620 werd hij zelfs uit de Republiek kende in de Gouden Eeuw, zeker verbannen. Hij dook een tijdje onder in Amsterdam, nogal wat rare kostin Amsterdam, vestigde zich toen in gangers. Zo werden er allerlei het Oost-Friese Norden, waar hij met roddels verspreid over types als onruststoker Jan Theunisz, de hitsige een vriend heterodoxe boeken uitgaf van o.a. Coornhert en Socinus, en ‘communist’ Cornelis Laackhuysen, belandde daarna in Harlingen en op of Willem van Coppenol, befaamd Ameland. Hij verdiende wat geld met kalligraaf en dronkenlap. En wat te vertalen, ontving giften van remondenken van Jacob Aertsz Colom, uitgever, die pronkte met een schedel strantse vrienden, en via de doopsuit een Dokkums graf? Colom, vriend gezinde schilder en leraar Lambert van Vondel, had tijdens een reisje Jacobsz zou hij in Dokkum de rest naar het Noorden het ‘bekkeneel’ van zijn te korte leven slijten als weten te bemachtigen, dankzij zwart vlasbewerker met een stoffenwinkelgeld voor een bijklussende koster tje. annex lijkenpikker. Het was de schedel van de door hem zo bewonLieddichter voor remo’s en dopo’s Hoeveel religieuze en materiële derde dominee-dichter Dirck begunstigers hij onder remonstranRaphaelsz Campuyzen, die al op ten ook had, toch weigerde deze 41-jarige leeftijd gestorven was. Was pseudo-doper die hij in z’n hart ook het niet uitgerekend Dokkum, waar was, zich bij welk kerkgenootschap als enige plaats doopsgezinden en remonstranten in 1798 hun Verenigde dan ook aan te sluiten. Een collectief dichtgetimmerde belijdenis vond hij Christelijke Gemeente zouden een onding. Geloven was de allerstichten? Pas in 1823 zou de schedel individueelste band met God, en weer naar de Elfstedenstad terugchristelijk leven betekende daarnaar keren, waarna hij in 1860 verenigd handelen in alle rust en eenvoud. werd met het herbegraven skelet. Zijn traktaten en dichtwerk, vaak door doopsgezinden uitgegeven, zijn daarvan doordesemd. Zij vielen vooral in de smaak van de collegianten, voornamelijk pre-oecumenische maar kritische remonstranten en doopsgezinden, die wekelijkse samenkomsten hielden. Bij uitstek geliefd waren zijn liederen, de Stichtelyke Rymen uit 1624 – het meest herdrukte liedboek van ons
ijmeinema.nl
Rusteloos leven Deze verre van rustige dood mag symbool staan voor Camphuysens roerige leven. Dirck groeide op in een Gorkums gezin van een gereformeerde vader en een doopsgezinde moeder. Hij studeerde theologie in Leiden, maar maakte die opleiding niet af. Eerst werd hij privéleraar op slot Loevestein, maar belandde later
Dirck Raphaelsz Camphuysen (1586-1627) autonoom christen tussen remonstranten en doopsgezinden
lezersactie Lezers van AdRem en Doopsgezind NL kunnen Een platina liedboek uit de Gouden Eeuw met korting bestellen. U betaalt tot 31 januari 2014 € 11,50 in plaats van € 16,25 (excl. verzendkosten). Bestellen kan bij het Landelijk Bureau Remonstranten: 030 231 69 70
[email protected] o.v.v. actiecode 90205682 land – evenals zijn Psalmberijmingen, die lang ook in menig mennist vermaanhuis hebben opgeklonken. Platina juweel De ‘first lady’ van de historische neerlandistiek, Riet Schenkeveld-van der Dussen, heeft een voorbeeldige bloemlezing gemaakt uit het liedoeuvre van deze oorspronkelijke geest. Na een uitvoerige inleiding over Dircks omzwervingen en een analyse van zijn markante dichterschap, volgt een sterke selectie van zo’n dertig liederen. Elke tekst wordt adequaat geïntroduceerd; de taal van Dircks eenvoudige, zeer toegankelijke lyriek is waar nodig gemoderniseerd of toegelicht. Dit ook typografisch oogstrelende boekje met rebels rood dat elke kerkmuur overstijgt, moet gelezen worden! door Piet Visser Een platina liedboek uit de Gouden Eeuw – Dirck Raphaelszoon Camphuysen, Doopsgezind en Remonstrant; Riet Schenkeveld-van der Dussen, uitgeverij Meinema
14
1 8
10 11
9 2 3
12
4 5
13 14 6 7
meerdere organisaties. Zo is er een sterke band met drie Duitse doopsgezinde organisaties, verenigd in de Internationale Mennonitische Organisation, ofwel imo. Ook daar leren we veel van elkaar. We zoeken elkaar op als we co-financiers zoeken, en in imo-bijeenkomsten worden ervaringen uitgewisseld. Successen vieren we en teleurstellingen delen we. Met name met doopsgezinden in Paraguay zijn door de jaren heen veel ervaringen uitgewisseld. Af en toe komt een broeder of zuster uit Paraguay naar Europa. Er worden gemeenten bezocht en er staat altijd een bezoek aan Witmarsum op het programma. Ook de doopsgezinde bibliotheek in Amsterdam is een favoriet programma-onderdeel. Op zoek naar doopsgezinde roots (wortels).
Sinds de oprichting van doopsgezind WereldWerk in 2006 is bewust specialisatie ontstaan op een beperkt aantal terreinen. De belangrijkste zijn gezondheidszorg, voeding, onderwijs en scholing, en vrede. Hierbij is ‘vrede’ niet altijd een aparte activiteit. Wij zijn ervan overtuigd dat de resultaten van de projecten vrede dichterbij brengen. Doopsgezind WereldWerk probeert haar naam waar te maken, gemotiveerd vanuit de geloofsopdracht dat wij geroepen zijn ongelijkheid om te zetten in wederkerige solidariteit in een wereld zonder ‘baas-boven-baas’, want ‘van jhwh is de aarde en alles wat daar leeft, de wereld en wie haar bewonen” (ps 24,1). <<
Getuigen van Soemoed Heel lang was het graf van Rachel in Bethlehem een bedevaartplaats voor moslims, joden en christenen. Daar kwam resoluut een einde aan toen Israël er een militair bolwerk van maakte en daar vlakbij een checkpoint tussen Jeruzalem en Bethlehem vestigde. Toen ook nog eens een hoge muur rond het graf en een nabij gelegen enclave werd gebouwd, werd het helemaal een troosteloze boel. Noodgedwongen moesten de ruim zestig winkels, garages en werkplaatsen in de omgeving sluiten. Het Arab Educational Institute bracht nieuw leven in de brouwerij en vestigde er het Soemoed-verhalenhuis. Een huis waar wekelijks verschillende
vrouwengroepen bijeenkomen voor sociale activiteiten. Er worden evenementen georganiseerd zoals zingen en musiceren vanaf daken en balkons. Er werd zelfs een concert gegeven onder een militaire wachttoren. En er worden verhalen van Soemoed verzameld. ‘Soemoed’ betekent vrij vertaald: standvastigheid. Maar het is meer dan dat. Het is een way of living, een levenshouding. Met behulp van vele sponsors, waaronder ook Doopsgezind WereldWerk, zijn de verhalen op grote posters aangebracht die op de ruim acht meter hoge scheidingsmuur zijn bevestigd.
Zo ontstond het Wall Museum. De verhalen moeten bijdragen aan de ineenstorting van alle scheidingsmuren, in het bijzonder die rond het Palestijnse volk.
1 Canada: cpt 2 Honduras: casm, mama, ivg 3 Colombia: cpt 4 Suriname: Wayana 5 Brazilië: imo 6 Paraguay: imo 7 Argentinië: ivg, imo 8 Bosnië: Bread of Life 9 Israël/Palestina: Musicians without Borders, Collège des Frères, Scholarship Fund 10 Syrië: mcc 11 Iraq: cpt 12 Ethiopië: imo 13 Tanzania: kmt, Bethsaida, imo, Scholarship Fund 14 Angola: Scholing
afkortingen acdim Asociación Cristiana de Desarrollo Integral de la Mujer casm Comision de Accion Social Menonita cpt Christian Peacemaker Teams imo Internationale Mennonitische Organisation ivg Internationale Vredes Gemeente kmt Kanisa la Mennonite Tanzania mama Mujeres Amigas Miles Apart mcc Mennonite Central Committee
Een vwo 5-klas van de Leo Vromanscholengemeenschap in Gouda heeft de verhalen uit het Engels in het Nederlands vertaald, waarna ze zijn samengebracht in het boek ‘Getuigen van Soemoed’, uitgegeven door Narratio. Een boek dat niet zomaar in uw boekenkast thuishoort, maar dat gelezen moet worden. door Bert Duhoux Getuigen van Soemoed, Marijke EgelieSmulders, Wil van de Meeberg en Iris Wevers, uitgeverij Narratio, € 12,50
13
Wederkerigheid In het beleidsplan van Doopsgezind WereldWerk staat dat er, waar mogelijk, sprake moet zijn van wederkerigheid. Maar wat betekent dat eigenlijk en waarom vinden we het zo belangrijk? Wat zijn de drie W’s van Wederkerigheid? tekst Bert Duhoux
ontmoeting
welvaart, maar wel tegen onze voorwaarden’. Tot midden Wat is wederkerigheid zeventiger jaren van de vorige eeuw werd ervan uitWikipedia omschrijft wederkerigheid als ‘de onderlinge verplichting binnen een relatie om een gift te beantwoor- gegaan dat dat de enig juiste manier van hulpverlening was. De arrogantie ten top, gekoppeld aan machtden met een tegengift’. Als de gift bestaat uit geld, (smisbruik). Er was vooral een situatie van ongelijkheid goederen of kennis, moet de tegengift dan eveneens uit en afhankelijkheid, van rijk tegenover arm, van Noord geld goederen of kennis bestaan? Dat kan, maar is niet tegenover Zuid. Maar gaandeweg werd duidelijk dat het noodzakelijk. Wij hebben de overtuiging dat het leren verstandiger was om eerst te luisteren naar de behoeften, kennen van elkaar al een wederzijdse verrijking brengt. Persoonlijke ontmoeting inspireert ons. Wij leren wie die en vooral veel vragen te stellen, alvorens met een ander is, we worden opgenomen in de wereld en cultuur ‘oplossing’ te komen. Onze oplossing is lang niet altijd de oplossing die zij voor ogen hebben en omgekeerd. Met van die ander, en van hun oplossingen voor problemen andere woorden: helpen is alleen helpen als het helpt! kunnen wij nog veel leren. Dát verstaat Doopsgezind WereldWerk onder wederkerigheid en daarbij is gelijkDe betrokkenheid van doopsgezinde gemeenten bij de waardigheid en respect een stevige basis. activiteiten van WereldWerk bevordert ook de wederkerigheid. Zo heeft de zondagsschool van de gemeente Het Waarom van wederkerigheid Haarlemmermeer enkele jaren geleden gespaard voor Het ‘waarom’ is in enkele woorden te beantwoorden. Lange tijd hebben hulpverleningsinstanties, vooral op het muziekinstrumenten voor een kleuterschool in een noordelijk halfrond, de slogan gehanteerd: ‘Wij weten wel Palestijns vluchtelingenkamp. De manier waarop de hele doopsgezinde gemeente en ook de plaatselijke muziekwat goed voor jullie is. Jullie mogen meedelen van onze school erbij werden betrokken, zou je een vorm van wederkerigheid kunnen noemen. Het is leuk om met elkaar iets voor anderen te kunnen doen. Dat hebben ook de leden van de doopsgezinde gemeente Dordrecht ervaren toen zij samen in actie kwamen voor een project in Paraguay. De samenwerking in een gemeente of met meerdere gemeenten samen maakt ook de onderlinge banden sterker. We geven niet alleen alsof wijzelf niets nodig hebben, we ontvangen ook aan solidariteit en gemeenteopbouw.
De arts/directeur van het doopsgezind ziekenhuis in Shirati, Tanzania, is dokter Bwire Chirangi. WereldWerk heeft al heel lang contact met hem en heeft diverse verbeterprojecten van het ziekenhuis zowel materieel als financieel gesteund. Ook hebben vrijwilligers er als verpleegkundige of fysiotherapeut gewerkt en lesgegeven. Bwire Chirangi heeft zijn studie medicijnen aan de medische faculteit in Maastricht enkele jaren geleden zó succesvol afgesloten, dat de faculteit hem nu in de gelegenheid stelt promotieonderzoek te doen naar kraambedsterfte in Tanzania. Bwire kan het onderzoek grotendeels in Tanzania verrichten, maar is voor overleg met zijn hoogleraar af en toe in Nederland. Begin oktober vond een ontmoeting plaats met enkele bestuursleden van WereldWerk. Uiteraard werd er gesproken over het ziekenhuis en Bwire’s onderzoek, maar ook over de verschillen tussen doopsgezind Tanzania en doopsgezind Nederland. door Jelke Weistra
Het Waar van wederkerigheid Uit de verslagen van onze activiteiten in elk nummer van Doopsgezind NL kunt u opmaken dat we actief zijn op drie continenten: Afrika, Latijns-Amerika en het MiddenOosten (zie kaart). Soms is er sprake van een één-op-één relatie met de aanvrager van het project. Maar het komt regelmatig voor dat we gezamenlijk optrekken met
12
het ook over gezelligheid. ‘Wij doopsgezinde jongeren lijken soms een beetje losgeslagen’, vertellen Janneke en Hugo. ‘Maar dat is omdat we het gezellig hebben en een veilige omgeving creëren waar we onszelf kunnen zijn.’ En de remonstrantse jongeren – ‘of wij ook losgeslagen zijn?’ Dan volgt een verhaal over een kloosterweekend, met overdag een serieus programma, en in de avond gezelligheid waarbij de nodige abdijbiertjes niet ontbreken… Die mix van gezelligheid, lol, ontspanning en een serieus programma is noodzakelijk voor een goed jongerenweekend. ‘Als je lol met elkaar hebt en elkaar beter leert kennen, durf je jezelf tijdens serieuze gesprekken meer bloot te geven’, concluderen de jonge gelovigen. Zo’n weekend met elkaar beleven, als remonstrantse en doopsgezinde jongeren samen? Dat zien ze alle vier wel zitten. Ook vaker dan één keer. Als je de jongeren zo hoort, denken ze over veel dingen hetzelfde. Is het dan geen idee voortaan als één groep vrijzinnige jongeren door het leven te gaan, in plaats van twee verschillende namen erop te plakken? Maar nee,
‘Als je lol met elkaar hebt en elkaar beter leert kennen, durf je jezelf tijdens serieuze gesprekken meer bloot te geven’ dat blijkt een brug te ver. Ze zitten niet voor niks bij de club waar ze nu zitten. Daar hebben ze een geschiedenis mee opgebouwd. Daar voelen ze zich veilig. Daar ontmoeten ze mensen waar ze mee op kunnen
schieten. Maar een keer iets organiseren waar remonstrantse en doopsgezinde jongeren elkaar ontmoeten, lijkt ze een goed plan! <<
even voorstellen Hugo van Oudenallen (30) werkt op Schiphol in de logistiek en woont in Haarlem. Hij is lid van de doopsgezinde Broederschapsraad en daar verantwoordelijk voor het jeugdbeleid. Janneke Timmerman (22) studeert verpleegkunde en werkt in Leiden. Ze is leidster bij de Algemene Kamp Commissie en organiseert jongerenweekenden bij de Werkgroep Midden-Nederland. Saskia van der Meer (27) werkt bij Albert Heijn, is katholiek en hervormd opgevoed, maar heeft uiteindelijk belijdenis gedaan bij de remonstranten. Liesbeth Rosen Jacobson (26) is historica en bezig met een promotieonderzoek. Ze is lid van de redactie van Vrijzinnig, het jongerenblad van de remonstranten.
11
eensgezind
Blind date
tekst Jan Willem Stenvers – portetfoto’s Stijn Haanschoten foto Johan Tempelaar
‘Het is lastig om snel verschillen te ontdekken tussen remonstrantse en doopsgezinde jongeren’, klinkt het eensgezind uit de monden van de remonstrantse Liesbeth en Saskia, en de doopsgezinde Janneke en Hugo. Zonder iets van elkaar te weten zijn deze koppels bij elkaar gebracht op station Amsterdam Centraal om te praten over wat hun geloof precies inhoudt. Toch weet Janneke, die in Leiden gewend is aan een DoRe-gemeente, al snel een concreet contrast te noemen. ‘Het valt op dat de remonstrantse predikant bovenop de kansel gaat staan en de doopsgezinde predikant beneden.’ Janneke moet wel bekennen dat haar tot op heden niet meer verschillen zijn opgevallen. ‘Wat de remonstranten precies doen en denken, weet ik niet.’ Maar volgens Liesbeth is dat niet gek. ‘Volgens mij weten we dat zelf ook niet helemaal. Waar we voor staan, is en blijft een zoektocht.’
(met de klok mee, vanaf linksboven) Saskia van der Meer, Hugo van Oudenallen, Janneke Timmerman en Liesbeth Rosen Jacobson
‘Als ik aan doopsgezinden denk, denk ik aan het feit dat ze zich pas op volwassen leeftijd laten dopen. Maar, dat doen de remonstranten eigenlijk ook’, zegt de remonstrantse Saskia aan het begin van het gesprek. Hugo vult haar aan: ‘We kunnen beter op zoek gaan naar overeenkomsten, dan naar verschillen. Dat is makkelijker denk ik. Al kan dat ook aan mijn onwetendheid liggen.’
Eigen manier Maar kunnen de jongeren zelf wel goed uitleggen waarom zij zich doopsgezind of remonstrant voelen? Als hun gevraagd wordt dat in twee zinnen te vertellen, vinden ze dat lastig. Maar na wat heen-en-weer gepraat klinkt uit bijna alle vier de monden zoiets als: ‘Het is een hechte gemeenschap waar de ruimte is om te geloven op je eigen manier. Het is goed dat niemand je dat oplegt.’ Vervolgens komt de volwassendoop, waar je zelf voor kiest, ter sprake. Die spreekt alle vier de jongeren aan: het neemt de druk weg om gelijk kaders aan je geloof te geven. Janneke zoekt nog, ze weet nog niet of en wanneer ze zich laat dopen. Liesbeth is al meer ‘geland’ en heeft enkele jaren geleden besloten tot de club toe te treden. Hugo heeft zich laten besprenkelen met water als
onderdeel van zijn zoektocht in geloof. ‘Het was een logische stap die ik toen graag wilde zetten. Het betekent niet dat ik toen besloot dat ik bij de club hoorde, of precies wist wat ik geloofde. Het voelde gewoon goed om het op dat moment te laten doen. Als je me vraagt of ik het morgen weer zou doen, zeg ik misschien nee.’ Activiteiten Als het gesprek uitloopt op het opsommen van de jongerenactiviteiten van beide vrijzinnige kerken, worden de jonge vrijzinnigen voor een uitdaging gesteld. Namelijk samen de grote lijnen bedenken van een programma voor een fictief jongerenweekend voor remonstranten en doopsgezinden. Die taak blijkt moeilijker dan gedacht. Na twintig minuten is alleen de locatie bedacht: Dopersduin of Mennorode. Maar de uitdaging blijkt een katalysator te zijn voor een mooi gesprek. Over hoe de jongeren het ervaren dat de doopsgezinden zeer internationaal georiënteerd zijn, terwijl de remonstranten dat juist niet zijn. Over hoe je bezig kunt zijn met vrede in je naaste omgeving, en ver weg. Bijvoorbeeld via inloophuizen, en door bewust niet te schelden. Losgeslagen? Als de jongeren het hebben over een weekendje weg met z’n allen, gaat
10
smaakmakers van verdraagzaamheid
Muziek inzetten om mensen te verbinden én in beweging te krijgen, zowel letterlijk als figuurlijk. Dat is de rode draad in het werk van Ilco van der Linde (1963). Hij is oprichter en initiator van de bevrijdingsfestivals op 5 mei, van Dance 4 Life en van de internationale vredesbeweging MasterPeace.
Ilco van der Linde, vredesactivist Van der Linde raakte al op jonge leeftijd overtuigd van de verbindende kracht van muziek. ‘Mijn vader werkte vanuit de voormalige verzetsorganisatie mee aan alle activiteiten rond 4 en 5 mei in Haarlem’, blikt Van der Linde terug. ‘Op een bepaald moment – ik was vijftien – kwam hij mijn kamertje binnen, legde het programma met een diepe zucht aan me voor en vroeg wat ik ervan vond. Ik zei: “Er staat van alles bij voor kleuters en bejaarden, maar niets voor mij”. Vervolgens vroeg mijn vader wat ik dan zou willen, en wat volgens mij dan wel zou werken. “Een popconcert natuurlijk”, antwoordde ik. Mijn vader legde uit eigen zak honderd gulden neer. En daar ging ik op mijn fiets, op zoek naar een zaal, een podium, bands, apparatuur en subsidie.’ Het idee en de inzet van Van der Linde resulteerden in de eerste editie van Bevrijdingspop, in 1980 in Haarlem. Inmiddels zijn er veertien bevrijdingsfestivals door het hele land. Wat begon met honderd gulden, is uitgegroeid tot het grootste muziekfestival van Nederland met ruim een miljoen bezoekers. Het doel is nog steeds het aanspreken van jonge mensen door middel van muziek. Jonge mensen, die hun mening en standpunten ten aanzien van racisme en mensenrechten vaak nog aan het bepalen zijn. Een soortgelijke gedachte gaat schuil achter Dance4Life, waar dans en muziek worden gebruikt om jongeren in beweging te krijgen voor de strijd tegen hiv en aids. Van der Linde: ‘Dance4Life is een goed voorbeeld van hoe we op een sexy manier positieve energie kunnen genereren voor een niet zo geliefd onderwerp als aids. Meer dan 550.000 jongeren hebben zich inmiddels actief ingezet voor een wereld zonder aids.’
En nu komt Van der Linde met MasterPeace, een internationale vredesbeweging die toewerkt naar een groots vredesconcert in Istanbul op 21 september 2014, de internationale dag van de vrede. Artiesten vanuit alle conflictgebieden ter wereld treden daar samen op, ter bevordering van dialoog. Tegelijkertijd zal MasterPeace concerten en seminars organiseren in maar liefst zestig andere landen. Van der Linde: ‘Inmiddels zijn we in veertig landen, waaronder diverse conflictgebieden, met duizenden mensen aan de slag voor peace building. Overal worden muziek, kunst, evenementen en dialoog ingezet om tegenpolen te verbinden en bij te dragen aan het voorkomen van nieuwe gewapende conflicten.’
tekst Johan Tempelaar foto Peter Streletski
‘‘Peace’ is immers toch vooral een werkwoord, niet?’ Hij vervolgt: ‘Volgens mij is het tegenovergestelde van liefde niet haat, maar onverschilligheid: de andere kant op kijken. Mijn projecten geven mensen hoop, ze raken geïnspireerd om zelf ook mooie initiatieven te ontwikkelen. Die vonk in hun ogen! Ik voel dat ik met de essentie bezig ben. Giving is the essence of living (geven is de essentie van leven). Als je één iemand helpt, help je de hele wereld. Mijn oproep is dan ook om vooral mee te bouwen. Sluit je aan, bel of mail me met jouw plan, idee of talent dat je wilt inzetten, en dan gaan we aan de slag. ‘Peace’ is immers toch vooral een werkwoord, niet?’ <<
De diverse doopsgezinde jongerengroepen zetten zich een jaar lang in voor MasterPeace. Meer informatie over MasterPeace: www.masterpeace.org
9
advertenties
Vergeet niet het vertrouwde dagboek te bestellen! • Laagdrempelig
• Brede leeftijdsdoelgroep
• Diverse auteurs uit breedte van kerkelijk Nederland
VOORDELIG RTIKEL WEGGEEFA Paperback 9789033877599 € 5,75
Blokkalender 9789033877582 € 9,50
Te koop bij de christelijke boekhandel en via de uitgever www.arkmedia.nl - 020-4802999
‘Eigenlijk’, aldus Alex Noord, ‘zijn we helemaal niet zo ‘naarbuitentrederig’, we gedragen ons liever alsof we nog schuilkerkelijk waren. Maar we moeten wel aan de weg timmeren, anders tellen we straks internationaal eenvoudigweg niet meer mee.’ Lat-relatie ‘Toch zijn we heel nauwe en heel betrouwbare partners, met veel respect voor elkaar’, zeggen Noord en Barnard. Zij het dat ze er onmiddellijk op laten volgen, dat ‘we onze specifieke verschillen niet wegpoetsen’. Barnard: ‘Op den duur zullen onze twee opleidingen wel in elkaar opgaan. Maar het duurt nog wel even voor we één instelling worden. We koesteren het gemeenschappelijke, maar onze eigenaardigheden geven we niet op.’ Als het zo doorgaat hopen de twee rectoren dat ‘we nog honderd jaar verkering hebben en nog heel lang een heel gezellige lat-relatie met elkaar’. <<
verbondenheid
Alex Noord (links) en Tjaard Barnard.
Wat remonstranten met elkaar verbindt is hun instemming met de beginselverklaring, die uitspreekt dat de remonstrantse broederschap een geloofsgemeenschap is ‘die, geworteld in het evangelie van Jezus Christus en getrouw aan het beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid, God wil eren en dienen’. In 2006 stelde het convent van remonstrantse predikanten de volgende belijdenis op: Wij beseffen en aanvaarden dat wij onze rust niet vinden in de zekerheid van wat wij belijden, maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt; dat wij onze bestemming niet vinden in onverschilligheid en hebzucht, maar in wakkerheid en verbondenheid met al wat leeft; dat ons bestaan niet voltooid wordt door wie we zijn en wat we hebben, maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten. Door dit besef geleid, geloven wij in Gods Geest die al wat mensen scheidt te boven gaat en hen bezielt tot wat heilig is en goed, opdat zij, zingend en zwijgend, biddend en handelend, God eren en dienen. Wij geloven in Jezus, een van Geest vervulde mens, het gelaat van God dat ons aanziet en verontrust. Hij had de mensen lief en werd gekruisigd maar leeft, zijn eigen dood en die van ons voorbij. Hij is ons heilig voorbeeld van wijsheid en van moed en brengt ons Gods eeuwige liefde nabij. Wij geloven in God, de Eeuwige, die ondoorgronde liefde is, de grond van het bestaan, die ons de weg van vrijheid en gerechtigheid wijst en ons wenkt naar een toekomst van vrede. Wij geloven dat wij zelf, zo zwak en feilbaar als wij zijn, geroepen worden om met Christus en allen die geloven verbonden, kerk te zijn in het teken van de hoop. Want wij geloven in de toekomst van God en wereld, in een goddelijk geduld dat tijd schenkt om te leven en te sterven en om op te staan, in het koninkrijk dat is en komen zal, waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen. Aan God zij de lof en de eer in tijd en eeuwigheid. Amen
7
tafelgesprek
met twee rectoren aan tafel
Een lange relatie tekst Frits Groeneveld – foto Stijn Haanschoten
Beide ‘kweekscholen’ zijn eeuwenoud. Het remonstrants seminarium verzorgt sinds 1634 de opleiding van remonstrantse predikanten, het doopsgezind seminarium die van doopsgezinde – sinds 1735 voor de Amsterdamse doopsgezinde gemeente en sinds 1811 voor alle Nederlandse doopsgezinde gemeenten.
interview Iris Speckmann
liever niet nog eens uitspreken. Wat zijn dan de verschillen?
Speerpunten Doopsgezinden gaan volgens Alex Noord niet zo gemakkelijk mee met nieuwe ontwikkelingen in de theologie. Hun aanstaande predikanten zijn in hun studie vooral gericht op een aantal speerpunten. Daarbij gaat het allereerst om de rijke doopsgezinde geschiedenis, die internationaal gezien een unieke positie inneemt. Minstens even belangrijk is de ‘vredestheologie’, oftewel ‘doing theology’, vanuit doopsgezind perspectief in een oecumenische en
Intellectualisme Wie broeder Alex Noord, voorganger in Utrecht en rector van het doopsgezind seminarium, en dr. Tjaard Barnard, predikant in Rotterdam en rector van het remonstrants seminarium, aan één tafel meemaakt, merkt al gauw hoeveel begrip en sympathie zij voor elkaar en voor elkaars tradities en achtergronden hebben. Maar, al zei één van de twee voorafgaand aan het vraaggesprek dat beide seminaria best samen zouden kunnen gaan – later wil hij die opvatting
Die verschillen zitten hem in intellectualisme. Komen de remonstranten voort uit een academisch theologisch conflict aan de Leidse universiteit, met doopsgezinden die hun wortels vinden in eenvoudiger kringen, ligt dat heel anders. Zo meent Barnard dat vooraanstaande remonstrantse predikanten een brede academische vorming heel belangrijk is. Vooral omdat remonstranten willen openstaan voor cultuur, wetenschap en maatschappij en daarin ruimte proberen te vinden voor een vrijzinnige manier van geloven.
Sinds 2003 (doopsgezinden), respectievelijk 2013 (remonstranten), huizen de opleidingsscholen van de twee ondogmatische kerkgenootschappen onder één dak, namelijk dat van de theologische faculteit van de Vrije Universiteit (vu) in AmsterdamBuitenveldert. Hoe gaat dat met zijn tweeën, is er sprake van ondogmatische samenwerking? En in hoeverre gaan de doopsgezinde en de remonstrantse theologie met hun tijd mee? Moeten remonstranten en doopsgezinden – zo klein als hun wereld is – niet wat meer naar elkaar toegroeien, of willen zij nadrukkelijk hun eigenheid koesteren en bewaren?
multireligieuze wereld. En als derde speerpunt: de vrijheid van geloven, de vrije belijdenis, om daarmee aansluiting te vinden bij het moderne en het ‘postmoderne’ denken. Gaan remonstranten en doopsgezinden met tijd mee? In hoeverre is er net als in andere vakken, sprake van ontwikkeling en vernieuwing? ‘Je moet wel bedenken’, zegt Barnard, ‘dat onze invloed binnen de vu uitermate gering is, hooguit speldenprikjes. We zijn echt niet meer dan hele kleine luisjes in de pels van het vu-milieu. Concentreert het doopsgezind seminarium zich op Verleden, Vrede en Vrijheid, wij houden ons primair bezig met het remonstrants eigene in heden en verleden, en met de vraag of het mogelijk is een nieuwe, vrijzinnige dogmatiek te ontwikkelen. Wat dat betreft is opmerkelijk hoe er gereageerd werd op de nieuwe remonstrantse belijdenis. Van buitenaf bestond er veel waardering voor, maar in eigen kring heerste er nogal wat wantrouwen tegen.’ Eindigt het remonstrantisme bij de Nederlandse landsgrenzen, zo mondiaal is de doopsgezinde wereld. In die wereld moeten wij ons als Nederlandse doopsgezinden steeds nadrukkelijker profileren.
6
D oopsgezind
400 jaar
R emonstrant verkering
Doopsgezinden en remonstranten vieren langdurige band
400 jaar verkering
In 2013-2014 staan de Doopsgezinde Sociëteit en de Remonstrantse Broederschap stil bij hun relatie. Van een huwelijk is het nooit gekomen. Toch is er al vier eeuwen een vrijage gaande tussen gemeenten, predikanten en diegenen die zich door doopsgezinde of remonstrantse idealen lieten inspireren. De doopsgezinden en remonstranten hebben elkaar, in heden en verleden, op meerdere vlakken gevonden: > allebei hebben ze te maken gehad met vervolging en weerstand. > allebei hebben ze in de negentiende eeuw de moderne theologie omhelst. > vrijheid, vrede en verdraagzaamheid zijn thema’s die voor beide stromingen actueel en urgent zijn.
landelijke activiteiten >> 29 november 2013 Schepper&Co komt in het kader van de tentoonstelling ‘Vormen van Verdraagzaamheid’ vanuit Museum Catharijneconvent in Utrecht. In de genoemde tentoonstelling wordt aandacht besteed aan het doopsgezinde en remonstrantse erfgoed. Hennie Burggraaff (Schepper&Co, ncrv-radio) zal deze doopsgezindremonstrantse middag presenteren.
Schepper&Co in het museum toont het verband tussen het heden en het verleden. Welke waarden staan centraal voor doopsgezinden en remonstranten, toen en nu? Hoe gaf men die waarden vorm? Welke voorbeelden zijn er te geven van remonstrantse en doopsgezinde verbindingen? Ook voeren we Dirck Raphaelszoon Camphuysen ten tonele en bespreken het recent verschenen boek
> er zijn samenwerkingsgemeenten van doopsgezinden en remonstranten door heel Nederland. Dokkum was de eerste doopsgezind-remonstrantse gemeente. Al in 1798 vonden de geliefden elkaar. Anno 2013 zijn er samenwerkingsverbanden in Amersfoort, Deventer, Emmen, Hilversum, Hoorn, Leiden, Meppel, en Nijmegen. Ook wordt er door ‘do’ en ‘re’ gemeenten soms intensief samengewerkt.
Een platina liedboek uit de Gouden Eeuw, geschreven door professor Schenkeveld. Op het programma staan onder meer een lezing van prof. Piet Visser, een interview met prof. Schenkeveld, een beeldpresentatie van de tentoonstelling, een gesproken column door Gerke van Hiele en de verkiezing van de ‘grootste deugd’. Programma 13.45 tot ± 15.45 uur (deuren auditorium open vanaf 13.30 uur), aansluitend een borrel en gelegenheid de tentoonstelling te bezoeken. Belangstellenden kunnen zich opgeven via info@remonstranten. org of
[email protected] met daarbij de vermelding of ze de publicatie over Camphuysen willen bestellen. Het boek is ook te koop op 29 november met de mogelijkheid tot signering door prof. Schenkeveld.
>> 16 februari 2014 Landelijke doopsgezind-remonstrantse kerkdienst in do-re kerk in Leiden; Met medewerking van Leoni Jansen die liederen van Huub Oosterhuis zingt van haar nieuwe cd ‘Wat ongezegd bleef ’. >> 19 februari 2014 De remonstranten en de doopsgezinden in Zwolle organiseren op woensdag 19 februari 2014 een thema-avond. Gastspreker is ds. Carel ter Linde, die zal vertellen over zijn nieuwste boek Wat doe ik hier in Godsnaam? >> 22 maart 2014 Landelijke jongerendag doopsgezinde en remonstrantse jongeren in Leiden. Debatten en workshops over het thema ‘Liefde, vriendschap en relaties’.
Actuele informatie en overige activiteiten worden onder meer aangekondigd via www.doopsgezind.nl en www.remonstranten.org
5
ingekomen
receptenboekje DG Noordoostpolder
Het thema van afgelopen maand bracht mij het veertigjarig jubileum van de doopsgezinde gemeente Noordoostpolder in 1993 in herinnering. Onze gemeente heeft toen in eigen beheer een receptenboek gemaakt met de lievelingsrecepten van eigen gemeenteleden. Over duurzaamheid spraken wij toen nog niet, wij noteerden alleen wat wijzelf en onze kinderen lekker vonden. Het boekje gaf de regionale herkomst van onze leden goed weer: Friese recepten voerden de boventoon, mondiale recepten vormden de minderheid. Toen ik ons doopsgezind receptenboekje weer opzocht, realiseerde ik me hoe in de loop van twintig jaar onze voeding enorm geglobaliseerd is, met alle gevolgen van dien. Goed dat jullie aandacht aan dit thema besteden! Karen Hoogendoorn voorzitter DG Noordoostpolder
De Doopsgezinde Gemeente Holwerd Blija Ternaard is op zoek naar een
predikant/pastoraal werker (± 50%) wegens vertrek per 1 juli 2014 van onze huidige voorganger Korneel Roosma-de Vries Wij zijn een kleine maar actieve gemeente. Naast de wekelijkse kerkdiensten zijn er onder andere activiteiten van zondagsschool, jongerengroep, zuster-, broeder- en huiskring. We zijn op zoek naar iemand die: met behoud van het goede ook nieuwe wegen durft in te slaan inspirerend en verbindend is kordaat en ondernemend te werk kan gaan samen met de kerkenraad het nieuwe beleidsplan voor 2015-2019 wil ontwikkelen > > > >
> affiniteit heeft met het doopsgezinde gedachtegoed > de opleiding hbo/Master Theologie of een aanverwante opleiding heeft
afgerond, dan wel hier nog mee bezig is Het salaris is conform de richtlijnen van ads/idgp Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de voorzitter van de kerkenraad, Jelske de Groot, 0519 56 12 36. Meer informatie over onze gemeente vindt u op onze site www.dgholwerd.doopsgezind.nl
Zij heeft op de wereld een onuitwisbare voetafdruk nagelaten en was nog lang niet klaar met haar actieve leven. Maar moedig zag zij het onherroepelijk komende in de ogen en bereidde zich samen met haar gezin en haar predikante erop voor.
zin-inn een uitdagende baan? De Doopsgezinde Gemeente Aalsmeer zoekt een teamspeler om activiteiten te organiseren voor de leeftijdsgroep van circa 25-45 jaar en om uitvoering te geven aan zingevingsactiviteiten voor alle leeftijden.
Door haar naasten verzorgd en met liefde omgeven is van ons heengegaan mijn lieve vrouw, onze moeder, oma, zus, schoonzuster en tante
zin-kweker (0.6-0.8 fte) > > > >
Marthje de Vries-Itz
affiniteit met doopsgezind, vrijzinnig geloof hbo werk- en denkniveau bijeenkomsten organiseren bereidheid tot werken in avond en weekend
Martha Anna Margaretha 45 jaar echtgenote van
Jo de Vries
* Heerlen, 30 maart 1945
† Nuenen, 3 oktober 2013
Kijk voor de uitgebreide tekst op www.dgaalsmeer.nl De afscheidsplechtigheid heeft plaatsgevonden in het crematorium te Heeze op zaterdag 12 oktober 2013.
Reacties met motivatie en cv graag vóór 25 november per e-mail naar
[email protected] t.a.v. zr. M.C. HoffscholteSpoelder.
Correspondentieadres Parkstraat 19 | 5671 gd Nuenen | 040 283 15 87 |
[email protected]
4
vooraf
inhoud
De redacties van Doopsgezind NL en AdRem presenteren u met trots dit stuk gezamenlijke arbeid: een dubbelnummer met beide bladen, waarin zij allebei enerzijds hun eigenheid behouden en anderzijds volop over de schutting kijken. Het is een omklapblad geworden, met in het midden een fraaie kaart waarop is aangegeven op welke plekken de twee buren elkaar reeds plegen te ontmoeten. Enige discussie was wel nodig: welk van de twee formaten kiezen we? Welke papiersoort? Zoals u ziet zijn we tot overeenstemming gekomen. Een beetje geven en nemen van twee kanten en dan wil het wel. Het klopt dat u zich op dit moment in Doopsgezind NL bevindt. Maar u wordt nu toegesproken door de hoofdredacteur van AdRem. En u zult in deze Doopsgezind NL veel kunnen lezen over remonstranten.
69
De leden van beide geloofsgemeenschappen zullen dat de afgelopen eeuwen wel niet altijd zo ervaren hebben, maar onlangs zijn we tot de conclusie gekomen dat we eigenlijk al 400 jaar verkering hebben. Niet voor niets zijn er in den lande diverse samenwerkingsgemeenten van Do en Re, of gemeenten waar Do en Re samen aan meedoen. Ons gemeenschappelijke thema is: vrijheid en verdraagzaamheid. Om die reden is in beide helften van het blad een aantal ‘smaakmakers van verdraagzaamheid’ geïnterviewd. In deze helft zijn dat Ilco van der Linde, de man achter Dance4Life en MasterPeace, en Ida Overdijk, van de ikon en van NieuwWij.
10 21 Een lange relatie
6
Tafelgesprek met twee rectoren
Smaakmakers
Een vredesactivist en een bruggenbouwer U vindt een bespreking van een nieuw boek over een dwarse arminiaan die nooit remonstrant werd, en volgens Piet Visser een pseudo-doper was: de vermaarde lieddichter Dirck Camphuysen. We hebben ontmoetingen gearrangeerd van Do- en Re-jongeren en van de rectoren van de beide seminaries. De laatste twee willen zich nog niet in de echt verbinden ondanks de 400 jaar verkering, maar zijn al wel begonnnen aan een prettige lat-relatie (hoewel ze dacht ik toch al samenwoonden?). De predikante van de DoRe-gemeente Leiden deed erg haar best doopsgezinde eigenaardigheden te verzamelen, maar dat viel reuze mee naar het schijnt. Er komt een Re-lid van DoRe Nijmegen ‘Uit de kast’, en Martin Maassen verdiepte zich in wat remonstranten schrijven. En er zijn bijdragen van de oude en de nieuwe remonstrantse hoogleraar, over remonstrantse klassiekers en over vernieuwing. Mocht u stiekem toch meer geïnteresseerd zijn in uw eigen geloofsgemeenschap, draai het blad dan om en lees AdRem!
Blind date
Jongerenontmoeting op station Amsterdam Centraal
De Superkerk
9 & 17 10 21
Column Anbeek
en verder… ingekomen 400 jaar verkering Doopsgezind WereldWerk het belang van wederkerigheid boeken en bladen een platina liedboek Re over Do Laura van Asselt
4 5 12 14
uit de Kast Jacob Jan Voerman het antwoordlied op de kaart Do en Re in den lande
18 20 22
16
Bert Dicou hoofdredacteur AdRem
advertenties & colofon
Donatu s zver z ekert Donatus ver ekert vertro vertro uwduwd Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar Donatus verzekert kerkgebouwen en wat daar bij hoort, zoals ruimtes voor kinderopvang, bij hoort, zoals ruimtes voor kinderopvang, doopvonten, kanselbijbels en Donatus orgels. Donatus doopvonten, kanselbijbels en orgels. een betrokken specialist. Klein genoeg om is een isbetrokken specialist. Klein genoeg om u persoonlijk van te dienst zijn.genoeg Groot genoeg u persoonlijk van dienst zijn. te Groot uw verzekerings belangen toe te verom uwom verzekerings belangen aan toeaan te vertrouwen. met u zorgen we dat ervoor dat trouwen. SamenSamen met u zorgen we ervoor wat waardevol is, behouden blijftonze voor onze wat waardevol is, behouden blijft voor kinderen hun kinderen hun kinderen… kinderen en hunen kinderen en hun en kinderen…
www.donatus.nl w w w . d o n a tutel. s.nl073te l.- 522170 073 - 502 2 170 0
colofon Doopsgezind NL is een uitgave van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ads) en verschijnt tien keer per jaar. Het blad wordt tegen een vrijwillige bijdrage toegezonden aan alle leden van doopsgezinde gemeenten. Vrienden en belangstellenden die het blad willen ontvangen, betalen € 35,– per jaar. U kunt zich opgeven via de aangegeven contactgegevens in dit colofon. U kunt uw bijdrage overmaken op rekeningnummer nl19abna0243493886 t.n.v. Algemene Doopsgezinde Sociëteit onder vermelding van ‘dnl 2013’. Hoofdredactie Johan Tempelaar (coördinator communicatie) Eindredactie Marijke van Duin Redactie Kalle Brüsewitz, Martin Maassen, Wieteke van der Molen, Tea Rienksma, Jan Willem Stenvers
Ontwerp & opmaak Susan de Loor, Kantoordeloor, Haarlem Advertenties Saskia Meerts Oplage 13.000 Contact redactie & advertenties Singel 454 | 1017 aw Amsterdam t 020 623 09 14 |
[email protected] www.doopsgezind.nl
Abonnement Groot letter cbb 0341 56 54 99 of
[email protected] Het volgende nummer van Doopsgezind NL verschijnt begin december. Reacties voor ‘ingekomen’ uiterlijk 14 november aanleveren. Brieven dienen kort en zaakgericht te zijn.
De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen in te korten of niet op te nemen. © ads 2013
Nina Simone for MasterPeace
Lever je oude mobiel in bij de klantenservice van V&D. MasterPeace2014.nl
11
2013
Remonstranten & doopsgezinden 400 jaar verkering
foto Michel van Bergen
november 2013 | Algemene Doopsgezinde Sociëteit