Samen slagvaardig
07|12
Alle Hens l a i c e Sp
S pecial
Colofon: Coverfoto: Hr.Ms. Evertsen escorteert de Jaikur-II ten oosten van Afrika door piraatgevaarlijk gebied. (Foto: AVDD) Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden verleend.
Voor adreswijzigingen: 0223 657386 Adreswijzigingen KM-personeel: 0223 657386
De marine anno nu
KM nationaal sterk merk
Samen slagvaardig
9
Dit is een speciale editie van Alle Hens, een momentopname van datgene wat de vloot en mariniers van de Koninklijke Marine uitvoeren. Diverse
Alle Hens Special
Zo wijd de wereld strekt
Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 | 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150
Internet: www.defensie.nl Kopijdatum: Het komende nummer van Alle Hens heeft als deadline 23 augustus 2012. Abonnementenwet Sinds 1 december 2011 is de nieuwe Abonnementenwet van kracht. Deze is van invloed voor abonnementen van betalende abonnees. Kijk voor meer informatie op de website www.aboland. nl en de specifieke pagina voor dit blad/ deze krant.
18 Aanjager van innovatie
30 Onderhoud en instandhouding
34
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar) Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding. ISSN 0024-0389
En verder... 4 Interview C-ZSK & DABNL | 38 Ingezonden door...
Alle Hens | juli 2012
achtergrondartikelen passeren de revue binnen de vier belangrijkste verantwoordelijkheidsgebieden, waarin de marine voor behoud van een veilige samenleving en welvaart opereert: Internationale Operaties;
Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 | 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl
Redactieadres: Alle Hens Postbus 10.000 | 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 660 DSN 209 57660 E-mail:
[email protected]
07|12
Hoofdredactie: KLTZSD Robin Middel Bladcoördinatie: LTZ 2OC Astrid Talma-van Dam Eindredactie: LTZSD 2OC Joost Margés Lay-out: Grafische Dienst, Audiovisuele Dienst Defensie, Den Haag Druk: OBT B.V., Den Haag
2
Nationale Operaties; Maritieme Instandhouding & Ondersteuning; en Kennis & Innovatie. Deze speciale editie biedt meer beeld en geluid bij Samen slagvaardig
deze verantwoordelijkheidsgebieden.
De marine is van oudsher effectief en efficiënt bij inzet van mens en materieel. Dit mede dankzij de inzet van innovatieve bemanningsconcepten en hoogwaardige technologische ondersteuning. Voor optimale inzet van onze bemanningen vervult iedere marineman of -vrouw meerdere rollen aan boord of bij de eenheid. Die eenheden worden als geheel flexibel en breed ingezet. Van wereldwijde noodhulp tot bestrijding van terrorisme binnen de landsgrens. Van reddingsactie op de Noordzee tot het schaduwen van onderzeeboten van fragiele staten. Van ballistische raketverdediging tot piraterijbestrijding. Van het ruimen van een oude vliegtuigbommen tot het ontmantelen van moderne, geïmproviseerde explosieven. Samenwerking essentieel Dat het marinepersoneel van oudsher gewend is om in die rollen te werken, heeft ons tot op heden geholpen de bezuinigingen te doorstaan. Steeds weer werden taken verdeeld en als maar beter werden onderlinge rollen op elkaar afgestemd. Dit heeft er toe geleid dat het geheel nu precies op elkaar aansluit; een samenspel van schepen en marinierseenheden die allemaal op hun taken zijn berekend. Taken die alleen nog kunnen worden uitgevoerd dankzij de Belgisch-Nederlandse maritieme instandhouding en ondersteuning, die overal ter wereld wordt geleverd. De effectieve output is er alleen als we samen slagvaardig optreden. Geen schip vaart veilig zonder adequate ondersteuning onder water. Geen marinier landt veilig voordat de 3
Tekst: Robin Middel I Foto: AVDD
mijnendreiging onder water is weggenomen. Daarnaast werken we hand in hand met andere krijgsmachtdelen. De maritieme luchtmachthelikopters werken feilloos vanaf onze marineschepen. De landmacht ruimt samen met ons explosieven en bedient onbemande vliegtuigen op zee. De mariniers werken in Kunduz samen met de Marechaussee om Afghaanse politieagenten te trainen. Die samenwerking is essentieel, want de output van individuele krijgsmachtdelen is door bezuinigingen veel minder dan voorheen. Zwaar weer De marine is kleiner geworden en door alle bezuinigingen in zwaar weer terecht gekomen. Zoals het een goed zeeman (m/v) echter betaamt, worden de taken voor de samenleving nog onverminderd uitgevoerd. Ook bij hoge golven en harde wind voeren wij onze werkzaamheden immers nog gewoon uit. Daarbij moeten we niet uit het oog verliezen dat het samenstel van vloot en mariniers nu dusdanig strak op elkaar staat afgestemd, dat het rollensysteem tot het maximum is opgerekt. Eén extra rol willen wij u echter nog wel meegeven. Wij hopen dat u na het lezen van deze Alle Hens, als ambassadeur van onze organisatie, nóg beter kunt uitleggen wat onze taak binnen de Nederlandse samenleving is. Veiligheid op en vanuit zee komt immers niet vanzelf, daar moet in woord en daad in worden geïnvesteerd: ‘samen slagvaardig’. Alle Hens | juli 2012
I nterview
I nterview
Belgisch-Nederlandse band uniek in de wereld
“Samenwerken is een
levenshouding” De Belgisch-Nederlandse samenwerking binnen de Admiraal Benelux-organisatie werd onlangs op de NAVO-top in Chicago genoemd als hét voorbeeld van hoe het moet. Commandant Zeestrijdkrachten en tevens Admiraal Benelux, vice-admiraal Matthieu Borsboom, en zijn Belgische plaatsvervanger, flottielje-admiraal Michel Hofman, vinden de aan integratie grenzende samenwerking vanzelfsprekend. “Het is een attitude geworden om de juiste vragen te blijven stellen bij bijvoorbeeld aankopen, onderhoud, innovaties en opleidingen”, aldus Hofman. “Dat leidt tot een kosteneffectieve structuur, waar beide landen van profiteren.” Tekst: Joost Margés I Foto’s: John van Helvert (AVDD)
Alle Hens | juli 2012
4
“Het optreden van de marine is direct van toegevoegde waarde voor ongestoorde handel over zee”, gaat Borsboom even terug naar de kern. “Daar is geen politie, dus zul je met landen samen moeten werken om voor veiligheid te zorgen en daarmee welvaart te behouden. Maar handel over zee is ook kwetsbaar. De commandant van de Iraanse marine hoeft alleen maar een grootschalige oefening aan te kondigen of de olieprijs schiet omhoog. Veiligheid ver van huis levert welvaart thuis op, daar komt het in feite op neer; en de marine is daarvoor cruciaal. In Singapore hebben ze dat bijvoorbeeld ook goed begrepen. Ondanks het geringe aantal van 2,8 miljoen inwoners beschikt de stadsstaat over een marine die groter is dan de Nederlandse. Vanuit economic value hechten ze er veel waarde aan.”
Flottieljeadmiraal Hofman: “We opereren bij Afrika samen met Russen en Chinezen. Dat is een ideale manier om een brug te slaan”.
Blijven investeren Hoewel de officiële maritiem-militaire samenwerking van de buurlanden alweer dateert van 1997, is deze actueler dan ooit. Door budgettaire krapte zijn de marines van België en Nederland nog meer gedwongen om zo efficiënt en effectief mogelijk met middelen om te gaan. “Ondanks de vele bezuinigingen kunnen we dankzij die samenwerking toch nog een goed operationeel product neerleggen”, reageert Hofman, de Deputy Admiraal Benelux, enigszins opgetogen. “We ervaren de coöperatie als uitstekend; we zijn de rest van de wereld 20 jaar voor. Ons beider organisaties zijn inmiddels volledig afgestemd op elkaar. Ik durf zelfs te zeggen dat wij als Belgische Marine slechts dankzij de schaalvergroting door ABNL nog kunnen bestaan. Toch is er duidelijk sprake van een winwinsituatie, doordat we scholen, simulatoren, logistiek, infrastructuur en doctrines met elkaar organiseren.”
“We ervaren de coöperatie als uitstekend; we zijn de rest van de wereld 20 jaar voor.” Dit alles nog even los van samen opereren. “Momenteel is bijvoorbeeld een Belgische Alouette de boordheli van Hr.Ms. Tromp in de West”, gaat Borsboom verder. “Daarnaast leveren we vanaf dit najaar aan de Mine Counter Measures Group 1 een half jaar een Belgische en een half jaar een Nederlandse commandant. Die gebruiken dan ook allebei BNS Godetia als 5
stafschip. En ten slotte krijgen we in 2013 samen de leiding over operatie Atalanta.” Borsboom benadrukt – los van deze voorbeelden – dat het belangrijk is om te blijven investeren in de band met België. Ter illustratie: “Admiraal Hofman maakt niet voor niets deel uit van de Nederlandse Admiraliteitsraad.” Muziek in de oren Waar de Commandant Zeestrijdkrachten eveneens grote waarde aan hecht, is het gezamenlijk streven naar innovaties. Net als de Nederlandse M-fregatten ondergaat bijvoorbeeld ook BNS Leopold innovatieve modificaties, zoals het plaatsen van een hightech mast. “Een fregat dat straks kan varen met de kleine bemanning van een OPV, dat is de stip op de horizon”, schetst de Nederlander. “Om daar te komen is het belangrijk om goed contact te hebben met kenniscentra plus industrie en slim onder woorden te brengen wat we willen. Maar de KM is niet alleen een kritische klant; we moeten ook zelf komen met kennis en innovaties. Tegen demissionair minister van Financiën Jan Kees de Jager heb ik onlangs nog gezegd: voor alle capaciteiten zoek ik samenwerking. Bij het verkrijgen van materieel, indienststellen, opleiden, onderhoud, testen, certificeren, doctrines ontwikkelen en lessons learned evalueren.” Dit streven klinkt De Jager allicht als muziek in de oren, maar ook zijn Belgische collega kan op een weldenkende admiraal rekenen. “De politiek staat de komende jaren voor gevoelige beslissingen, door budgettaire spanning”, aldus Hofman. Alle Hens | juli 2012
I nterview
achtergrond
Maritieme knelpunten maken wereldhandel kwetsbaar
“Mocht je dus iets willen aanschaffen, dan kun je je ook afvragen of je het samen kunt kopen of onderhouden en of je er samen mensen voor kunt opleiden. Jezelf constant de juiste vragen stellen is een belangrijke attitude.”
Dotteren
Optreden optimaliseren ‘Samen slagvaardig’ is niet voor niets het motto voor de Marinedagen van 2012. Het is hét thema van dit moment nu op civiel-militair gebied de belangen steeds dichter bij elkaar komen. “We plegen structurele inzet voor nationale taken. Het schip van de wacht, de Kustwacht in Nederland en in het Caribisch Gebied – vooral ten behoeve van drugsbestrijding –, mijnenruimen met de Belgen op de Noordzee in het kader van Benificial Cooperation; ze dienen allemaal een direct belang voor de economie en de veiligheid. De Defensie Duikgroep is verder op afroep beschikbaar, ook ten behoeve van de Brandweer, en de Unit Interventies Mariniers staat dag en nacht paraat als antiterreureenheid. Ten slotte hebben we dan ook nog de Dienst der Hydrografie die de zeebodem opneemt en zeekaarten vervaardigt. Daar maken tienduizenden mensen gebruik van.”
voor vrije doorvaart Onze wereld is sterk afhankelijk van handel. Meer dan ooit zijn landen afhankelijk van de im- en export van over de gehele wereld. De handel in levensmiddelen, technologie en grondstoffen gebeurt tegenwoordig in een meer internationaal verband dan ooit. Het is daarom van belang dat deze handel op zee op een veilige wijze plaats kan vinden. De rol van internationale zeestrijdkrachten is groot bij het openhouden – desnoods ‘dotteren’ – van zee-engtes of andere cruciale vaarwegen. Tekst: Alex Kranenburg I Foto: AVDD
Ook elders in de wereld worden de handen ineen geslagen om de effectiviteit en efficiëntie van het optreden te optimaliseren. “Een rotatie mariniers levert een substantiële bijdrage aan de politietrainingsmissie in Kunduz. En als je kijkt naar Hr.Ms. Rotterdam in operatie Ocean Shield, dan zie je andere voorbeelden van joint en combined optreden. Zo staan er Cougar-helikopters aan dek en wordt er gewerkt met onbemande vliegtuigjes van het type Scan Eagle. Ook hebben we inlichtingenmensen aan boord van verschillende krijgsmachtdelen, net als special forces en medisch personeel.”
“Een marine is een ideaal instrument om bij partijen tussenbeiden te komen.” Symbolische waarde Vooruitkijkend verwacht flottielje-admiraal Hofman niet dat het aantal operaties zal verminderen. Een ontwikkeling die hem alert maakt is de sterke uitbreiding van onderzeebootcapaciteit in zuidoost-Azië. Admiraal Borsboom denkt vooral dat de winning van olie en gas op zee voor spanningen zal zorgen. “Nog even los van de spanning die nu al heerst in het gebied van de Arabische Golf. Dit geldt als een kwetsbaar gebied; een belangrijk deel van de wereldhandel gaat daar doorheen. Daarom is het van groot internationaal belang om het daar stabiel te houden. Een marine is een ideaal instrument, ook preventief, om bij partijen tussenbeiden te komen. Tegelijkertijd kijken we ook naar het hogere
VADM Borsboom: “Veiligheid ver van huis levert welvaart thuis op; de marine is daarvoor cruciaal”.
spectrum. We moeten altijd in staat blijven om een klap uit te delen. Als de politiek daartoe besluit, zijn we er klaar voor.” Een manier om zo’n escalatie te voorkomen is het bedrijven van diplomatie. Hierbij onderschat Hofman de rol van de marines geenszins. “We opereren bij Afrika inmiddels ook samen met Russen en Chinezen. Dat is een ideale manier om een brug te slaan. Als we zo al een vriendschappelijke band ontwikkelen, kan dat goed van pas komen bij toekomstige crises.” Ook Borsboom benadrukt het belang van naval diplomacy: “Als we andere landen bezoeken zijn we vertegenwoordigers van de staat Nederland of België; dat is van een belangrijke symbolische waarde. Zeker ook bij partners die we nooit verwacht hadden. Inmiddels hebben we hier eerder dit jaar drie dagen de commandant van de Russische marine op bezoek gehad. Zoiets was vroeger ondenkbaar. ” Al met al is het voor beide admiraals duidelijk dat we samen slagvaardig de toekomst tegemoet moeten treden. Borsboom: “Dat zie ik als met het hele arsenaal het hele spectrum afdekken. Vanaf het niveau van nanotechnologie tot in de ruimte. Eén ding is daarbij zeker: mensen blijven nodig. Bijvoorbeeld voor interventies en controles, waarbij je veel zaken zorgvuldig moet afwegen. Ten slotte voorzie ik dat er steeds complexere zaken van mensen gevraagd zullen worden.”
In totaal vindt zo’n 90 procent van al deze wereldhandel zijn weg over zee. De gehele wereldeconomie is hiermee afhankelijk van een veilige doorvaart op zee. Ook de Nederlandse economie leunt in grote mate op de import en export. Nederland voert jaarlijks voor zo’n 30 miljard euro aan goederen in, terwijl we gezamenlijk voor zo’n 35 miljard euro exporteren. Deze gigantische bedragen geven direct aan hoe belangrijk het is dat deze handel op veilige wijze de zee kan doorkruisen. De Koninklijke Marine werkt daarom dagelijks aan het handhaven van deze veiligheid op en vanuit zee. Doorslaggevend Wanneer we kijken naar de wereldkaart, kunnen we eenvoudig een aantal knelpunten aanwijzen. Dit zijn mogelijke probleemgebieden waar de veilige doorvaart van koopvaardijen vissersschepen niet altijd gegarandeerd kan worden. Deze punten heten maritieme choke points. ‘To choke’ betekent ‘verstopt raken’ of ‘stikken’. Een verstopping belemmert hier de vrije doorvaart en vormt daarmee een bedreiging voor zowel de veiligheid op zee als de wereldwijde economie. Het gaat hier vaak om smalle zeestraten die een cruciale doorgang vormen voor de wereldhandel. Zij vormen bijvoorbeeld een doorslaggevend onderdeel van de wereldwijde energievoorziening, gezien de grote hoeveelheden olie die door deze nauwe zeestraten worden vervoerd. Deze choke points zijn eenvoudige doelwitten voor kwaadwillenden en kunnen bijvoorbeeld door een enkele zeemijn geheel platgelegd worden. Dreiging reëel Wanneer een dergelijk choke point verstopt raakt, al is het maar tijdelijk, dan heeft dit direct invloed op de energieprijs.
Alle Hens | juli 2012
6
7
Beschermen van handel, vrijhouden van zeestraten en ter plaatse kunnen zijn, vormen taken die enkel uitgevoerd kunnen worden door maritieme eenheden.
Alle Hens | juli 2012
achtergrond
Kennis en kunde belangrijk in steeds complexere wereld Wanneer een choke point verstopt raakt, zoals de Straat van Hormuz, dan heeft dit direct invloed op de energieprijs. (Foto: Portstrategy. com)
Marine ook nationaal
een sterk merk Daarnaast zijn schepen die gebruikmaken van deze smalle zeestraten kwetsbaar voor aanvallen van piraten, terroristen, ongelukken of voor de gevolgen van conflicten in politiek instabiele regio’s. Bekende choke points zijn de Straat van Hormuz bij Iran, de Straat van Malakka in de buurt van Singapore, het Egyptische Suezkanaal, de Bab el Mandeb bij de Hoorn van Afrika en Jemen, de Turkse Bosporus en het Panamakanaal door Midden-Amerika. Al deze doorgangen of routes vormen belangrijke onderdelen van wereldwijd gebruikte handelstrajecten en zijn essentieel voor de wereldhandel. Raakt zo’n zeestraat of kanaal geblokkeerd, dan zullen koopvaardijschepen en olietankers een andere, langere route moeten nemen. De kosten die hiermee gepaard gaan, hebben direct invloed op de prijs die de consument betaalt, bijvoorbeeld bij het tankstation. De dreiging is reëler dan vaak gedacht wordt. Zo heeft Iran eerder dit jaar al gedreigd de Straat van Hormuz te sluiten, als antwoord op internationale druk om af te zien van nucleaire ambities. De Straat van Malakka staat verder bekend om het alarmerend aantal kapingen van schepen door piraten. En mocht het Suezkanaal geblokkeerd raken, dan kost dat een Europees schip zo’n twee weken omvaren rond Zuid-Afrika, met alle economische gevolgen van dien.
Een verstopping belemmert de vrije doorvaart en vormt een bedreiging voor zowel de veiligheid op zee als de wereldwijde economie. Alle Hens | juli 2012
8
Rol niet onderschatten Omdat er niet zoiets bestaat als een internationale zeepolitie en de zee voor een groot deel niemandsland is, moet de veiligheid op een andere manier gewaarborgd worden. De rol van de marine valt hierin niet te onderschatten. Het beschermen van handel, het vrijhouden van zeestraten en direct ter plaatse kunnen zijn, vormen taken die enkel uitgevoerd kunnen worden door maritieme eenheden. Ook het uitoefenen van druk op potentiële kwaadwillenden is een taak die de marine als geen ander kan invullen. Maritieme aanwezigheid dicht voor de kust kan een duidelijk signaal afgegeven; het is slechts een kleine stap van aanwezigheid en dreiging tot daadwerkelijke inzet van militaire middelen. Een recent voorbeeld hiervan was de maritieme aanwezigheid voor de kust van Libië, tijdens het gewapende conflict in het land van dictator Khadaffi. Het bestrijden van piraterij en terrorisme, het ruimen van mijnen en het direct bieden van humanitaire hulp gebeurt steeds meer in Europees en wereldwijd verband. Omdat ieder land baat heeft bij een veilige doorvaart op zee, mag ook van ieder land verwacht worden hier in zekere mate aan bij te dragen.
De wereldzeeën worden sinds lang door de vloot bevaren en op ieder continent is wel een marinier geweest. In 2012 is een vijfde deel van het personeelsbestand van de KM uitgezonden. De inzet van het maritieme krijgsmachtdeel vindt echter niet vooral buiten de landsgrenzen plaats. Juist nationale instanties vinden steeds vaker hun weg naar de marine; maritiem-militaire kennis en ervaring blijken een nuttige bijdrage in een wereld die ook nationaal steeds complexer wordt. Van het onschadelijk maken van explosieven uit de
“Van oudsher verleent Defensie de civiele autoriteiten militaire bijstand en steun. Maar vanaf 2006 hebben de ministeries van Defensie, Binnenlandse Zaken en Justitie de banden aangehaald, hetgeen resulteerde in de Intensivering Civiel Militaire Samenwerking (ICMS)”, legt majoor der mariniers Kees Heemskerk uit. Heemskerk had de eer om het bureau Ceremonieel & Evenementen uit te bouwen tot een loket dat zich naast de dienstverleningsactiviteiten meer met bijstand en steunverlening zou gaan bezighouden. Met de totstandkoming van de ICMS legde Defensie zichzelf een gegarandeerde beschikbaarheid van specialistische capaciteiten op, waardoor steeds meer taken richting het Commando Zeestrijdkrachten kwamen. “Er kwam een tsunami aan activiteiten op ons af”. Heemskerk moest zich een weg banen door allerlei beleidsvoornemens plus procedures voor aanvragen voor bijstand, steunverlening, noodhulp en calamiteiten; het bestaansrecht voor Bureau Nationale Operaties was al snel een feit.
Tweede Wereldoorlog tot het verrichten van sporenonderDe Koninklijke Marine speelt al jaren een grote rol in het vrijhouden van de sealines of communication, zoals belangrijke vaarroutes wel genoemd worden. Tijdens verschillende operaties en door middel van internationale samenwerking draagt de KM bij aan de veiligheid op en vanaf zee. De wereldwijde belangen die Nederland heeft op het gebied van vrede en veiligheid, maar ook waar het gaat om handel en welvaart, maken een sterke marine – zeker in het licht van internationale ontwikkelingen – zeer nuttig en zelfs noodzakelijk.
Vast aanspreekpunt “Het voordeel is dat er nu maar één loket is voor het beschikbaar stellen van capaciteiten voor genoemde activiteiten.” Heemskerk, toen nog in de rang van kapitein, zou eigenlijk met functioneel leeftijdsontslag gaan. “Ik bleek als vast aanspreekpunt een handige spin in het web en ben gevraagd nog een aantal jaren voor deze afdeling te blijven werken”, aldus Heemskerk. “Ik ben altijd bezig met plannen en organiseren”. Naast de dagelijkse dienstverleningaanvragen, zijn er nog altijd vaste evenementen die jaarlijks terugkomen, maar
zoek in moordzaken. Een uiteenzetting van die kennis en kunde.
Tekst: Doenja Zwaan I Foto’s: AVDD
9
Alle Hens | juli 2012
ook bij het operationeel jaarplan is Heemskerk nauw betrokken. “Als het programma leidt tot verminderde capaciteit voor bijstand en steunverlening, dan is het mijn taak om de betrokken partijen daarin te adviseren. Ik zit voortdurend in het proces als bewaker, initiator en coördinator. Tegelijkertijd is het mooi om als intermediair het enthousiasme van de eenheden te zien, omdat ze heel graag iets voor de samenleving willen betekenen.”
Van het ruimen van explosieven en havens bewaken tot antiterreur en sporenonderzoek, de marine is ervan. De aanvragen die bij Bureau Nationale Operaties binnenkomen zijn legio. Niet verwonderlijk omdat Defensie zich door de gemaakte afspraken ontwikkelde tot gegarandeerd vangnet voor civiele instanties. In samenwerking met de
Kustwacht worden onder de noemer Beneficial Cooperation explosieven op en rond het water opgespoord en vernietigd. Hiervoor staan permanent eenheden van de Defensie Duik Groep (DDG), de Mijnendienst en een maritieme eenheid van de Explosieven Opruimings Dienst Defensie (MEODD) ter beschikking. Maar ook voor de bescherming van havens bij verhoogde dreiging of tijdens evenementen staan diverse eenheden gereed. Mariniers van de Unit Interventie Mariniers (UIM) zijn getraind in het kader van antiterreurinzet. Naar beschikbaarheid is er ten slotte ook nog een eenheid Combat Trackers beschikbaar voor sporenonderzoek in het kader van justitiële bijstand.
Kustwacht en KM hand in hand Een voorbeeld van permanente ondersteuning is terug te leiden naar de operatie Beneficial Cooperation, waarvoor de Kustwacht verantwoordelijkheid draagt en de marine de uitvoering verzorgt. Zo stelt de marine 140 dagen per jaar een mijnenjager ter beschikking. Aan boord van deze schepen bevinden zich gespecialiseerde duikteams die deel uitmaken
WO-2 zijn gedumpt in de Noordzee.” Een hulpmiddel hierbij is de explosievenkaart, waarmee vissers een gevonden explosief kunnen identificeren. De vinder geeft vervolgens de locatie door waar de vondst weer overboord is gezet. Samen met gegevens over het schip wordt bij het Kustwachtcentrum een melding ingediend. Daarna wordt de afhandeling overgedragen aan de marine, die zich ontfermt over de daadwerkelijke ruiming.
van de Defensie Duik Groep. Met de komst van het ICMS stelt het Commando Zeestrijdkrachten permanent personeel en materieel beschikbaar. “Zo zijn er permanent twee schepen van de wacht; één mijnenjager en een groter schip. Daarnaast zijn er eenheden paraat voor havenbescherming, boarding, interventie en inspectie”, vat Heemskerk het samen. En dat die beschikbaarheid van eenheden hard nodig is, blijkt wel uit de hoeveelheid aanvragen.
Hoewel de Kustwacht zelfstandig werkzaamheden uitvoert voor zes ministeries (Defensie, Infrastructuur en Milieu, Veiligheid en Justitie, Financiën, Economische Zaken Landbouw en Innovatie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), valt de organisatie operationeel onder Defensie. Samenwerken met de Koninklijke Marine is aan de orde van de dag. Niet voor niets bevindt het Kustwachtcentrum zich op de marinebasis in Den Helder. Dit hoofdkwartier fungeert als centraal meld-, informatie- en coördinatiecentrum en is tevens het Nationale Maritieme en Aeronautische Reddings Coördinatie Centrum.
Op het Marine Hoofdkwartier – 24/7 bezet – beoordeelt de Stafofficier van Dienst daartoe eerst de melding. Een gevonden explosief wordt – onder water – geruimd door een van de duikteams van de mijnenbestrijdingsvaartuigen. Een visser kan het explosief echter ook aan boord hebben gehouden. In zo’n geval neemt de Maritieme Explosieven Opruimings Dienst Defensie het projectiel nabij een haven over om het op zee onschadelijk te maken. Explosieven op land worden door de Explosieven Opruimings Dienst Defensie vernietigd.
Samenwerken met de Koninklijke Marine is aan de orde van de dag. Beneficial Cooperation vindt zijn oorsprong in een ongeluk waarbij een explosief uit de Tweede Wereldoorlog op 6 april 2005 aan boord van een vissersboot ontplofte en het leven kostte aan drie opvarenden. “Deze operatie is er dan ook op gericht explosieven die de scheepvaart bedreigen op te sporen en te vernietigen”, legt woordvoerder Peter Verburg van de Kustwacht uit. “Door middel van voorlichting willen we de visserij – de belangrijkste doelgroep – op de hoogte brengen van de gevaren van explosieven die voornamelijk tijdens
Taken Kustwacht • Dienstverleningstaken: nood-, spoed- en veiligheidsverkeer, Search & Rescue, rampen- en incidentenbestrijding, verkeersbegeleiding, vaarwegmarkering, zee- verkeersonderzoek. • Toezichthoudende taken: algemene politietaak, douanetoezicht, toezicht op het milieu en visserij, toezicht op scheepvaartverkeer en uitrusting van schepen, grensbewaking.
Alle Hens | juli 2012
10
11
Alle Hens | juli 2012
DDG dient publiek belang
Salvage Constructie Unit uitgevoerd. Dat is ook echt weer een specialiteit op zich.” Dat zulke specialisten hard nodig zijn, bewijst hun inzet begin 2012 toen een van de onderzeeboten nabij hun operatiegebied in het kader van antipiraterij, met spoed onderhoud behoefde.
De Defensie Duik Groep valt hiërarchiek onder het Comman-
Naast de duikers die werkzaamheden uitvoeren voor het Salvage-team, beschikt de DDG nog over een Very Shallow Waterteam en een Diepduikteam. Deze laatste twee hebben mijnenbestrijding als basis en daarnaast beschikken ze over de specialiteiten tactisch optreden (samen met mariniers) en technisch duiken tot 80 meter. De EODD beschikt ook over een maritieme eenheid die op en nabij water met explosieven werkt. Aan boord van de mijnenjagers en duikvaartuigen heeft de DDG ook duikteams tot haarbeschikking. “Voor iedere inzet kan de duikofficier van de wacht de aanwezige capaciteiten in de benodigde vorm samen-stellen.” Dat maakt volgens Visser de DDG tot een unieke organisatie. De frequente inzet in civiele zaken voor bijvoorbeeld politie en brandweer bevestigt dat.
do Zeestrijdkrachten; in het kader van nationale taken is zij verantwoordelijk voor het ruimen van uit zee opgeviste explosieven, het opsporen van explosieven en wapens in Nederland, het ruimen van mijnen op zee, duikopdrachten, hyperbare behandelingen, havenbescherming en militaire duiksteun op Nederlands grondgebied. De duikteams aan boord van mijnenjagers zijn eenheden van de DDG. De autoriteit op het gebied van duikopleidingen in Nederland, de Defensie Duik School (DDS) werkt nauw samen met de DDG om kennis en training die benodigd zijn voor het uitvoeren van de specialistische taken van duikers te waarborgen. “Een van onze taken is clearance, het afzoeken van een gebied naar bijvoorbeeld mijnen. Andere civiele organen, zoals politie en brandweer, beschikken niet over deze capaciteit”, zegt kapitein-luitenant ter zee Bart Visser, de commandant Defensie Duikgroep. “Als duikbedrijf van de overheid zijn wij in staat grote gebieden af te zoeken. En iets te zeggen over de waarschijnlijkheid of er wel of niet wat is.” Hiermee dient de gegarandeerd beschikbare DDG een publiek belang. De commandant DDS, kapitein-luitenant ter zee Gerard Hekkers, over de redenen waarom andere instanties niet over de capaciteiten van marineduikers beschikken: “Dat heeft te maken met opschaling qua personeel en materieel en het voortzettingsvermogen”. Visser weer: “Als wij worden ingezet met een havenbeschermingsteam dan zijn wij in staat om gegarandeerd 64 mensen te leveren binnen 48 uur, dat is inclusief al het materieel, wachtploegen en de maritieme EODD.”
Opdrachten voor de DDG komen binnen via Bureau Nationale Operaties, vaak nadat daar een hele procedure via betrokken ministeries aan vooraf is gegaan. Visser: “Wij hebben permanent een duikofficier van de wacht beschikbaar die de aanvraag als eerste ontvangt”. Die duikofficier kent de capaciteiten van de DDG en elders binnen de overheid en is zodoende in staat adequaat benodigde teams te instrueren. Opdrachten in het kader van militaire duiksteun variëren van pre bomb checks tot het zoeken naar drenkelingen of voorwerpen onder water. “De aanwezigheid van onze capaciteiten maakt samenwerking aantrekkelijk voor civiele autoriteiten, juist omdat onze ondersteuning gegarandeerd beschikbaar is”. Zo mogelijk wordt hierbij gebruikgemaakt van duikondersteuning van andere operationele Defensie-duikeenheden, waarbij de DDG een regierol vervult.
De DDG maakt het verschil met specialistische kennis en gegarandeerde beschikbaarheid.
In de winter van 2012 is de DDG onder andere ingezet om het vermiste lichaam van een verdronken jongen in Luttelgeest op te sporen. Met behulp van gespecialiseerde duikers en sonarcapaciteit van de onderwaterrobot Remus slaagde de DDG in die opdracht. “Dat zijn natuurlijk wel heel treurige gebeurtenissen. Maar ons werk is onafhankelijk van wie of wat; iemand zal het moeten doen en dan zijn wij er als duikgemeenschap van”, besluit Visser.
DDG in cijfers • Per jaar 1.000 duikkeuringen, 18 hyperbare behandelingen, 350 DDS cursisten, 200 maritieme explosieven ruimen, 60 uitrukken in de veiligheidsregio. • Daarnaast een continue stroom van bijstand en steunverlening, waaronder pre bomb checks, havenbescherming en ondersteuning van politie en brandweer.
Combat tracking: klassiek spoorzoeken, moderne stijl Waar de eenheden van de DDG onder water worden ingezet in het kader van justitieel onderzoek, zijn het juist de combat trackers die sporenonderzoek op land verrichten. In feite staat tracking voor het volgen van een enkele persoon of groep personen aan de hand van de sporen die zij achterlaten.
Met het oog op komende uitzendingen wist kapitein der mariniers Raymon Witteveen in 2008 het Mariniers Training Centrum (MTC) te overtuigen van de nut en noodzaak van combat tracking. Vlak daarvoor had hij zelf de opleiding Militairy Tracking Instructors Course in Brunei gevolgd. “Wat ik toen nog niet wist, is dat tracking niet alleen een junglevaardigheid is, maar binnen Intelligence Surveillance Target Aquisition and
Naast de beschikbare capaciteiten wordt ook de kennis en ervaring binnen de DDG en DDS (inter)nationaal als voorbeeld beschouwd. Hekkers: “Ons succes is mede te danken aan het feit dat we zichtbaarder zijn gaan opereren met professionals en state of the art materiaal. We geven voorlichting en bezoeken scholen, maar we leiden daarnaast mensen op, ook duikers van buiten Defensie. Men herkent en erkent ons als expertisecentrum en dus delen wij graag onze kennis, maar wordt ook kennis met ons gedeeld”. Het credo van de marine is: ‘Veiligheid op en vanuit zee’. “Maar dat kun je niet bieden als het onderwater niet veilig is. Onze inzet draagt ook bij aan de mobiliteit van de marineschepen”, verklaart commandant DDS. “Werkzaamheden aan het onderwaterschip, bijvoorbeeld, worden door onze Alle Hens | juli 2012
12
13
Alle Hens | juli 2012
Reconnaissance overal valt in te zetten”, vertelt Witteveen. “Uiteindelijk zijn er vier opleidingen ingekocht om op korte termijn combat trackers ervaring op te laten doen in Afghanistan”.
Doel van tracking is om zoveel mogelijk informatie over de tegenstander te verzamelen.
In Afghanistan bleek deze vaardigheid al snel van nut: “Zo hebben Combat Tracker Teams sporen vanaf een geïmproviseerd explosief volledig kunnen ‘uitlopen’ tot aan het huis waar de bommenlegger woonde, met een arrestatie als gevolg. Mede door het succes in Afghanistan en de mogelijkheden die tracking heeft op civiel gebied, zijn we in contact gekomen met diverse politie-eenheden”. Zo is in 2011 voor het eerst in het kader van civiele ondersteuning de hulp ingeroepen van combat trackers.
In een omgeving waar de informatie over de ‘vijand’ beperkt is, zal de belangrijkste methode van informatie verzamelen patrouilleren zijn. Het doel van tracking is dan ook om zoveel mogelijk informatie over deze tegenstander te verzamelen door het gebruiken van tracking-procedures die in de opleiding zijn aangeleerd. Is tracking dan zo uniek? “Als de commandant een verkenningspeloton een gebied in stuurt, kan dit team terugkomen met het antwoord nothing special to report, omdat er niets te zien was. Maar als je een Combat Tracker Team dezelfde opdracht geeft, dan krijgt de commandant gedetailleerd te horen wat er in dat gebied heeft plaatsgevonden, zonder dat de vijand ook maar gezien is”, legt Witteveen uit.
Net als bij andere bijstand en hulpverlening komen aanvragen binnen bij Bureau Nationale Operaties. Vanaf dat moment wordt in rap tempo een team combat trackers samengesteld die invulling kan geven aan de gevraagde opdracht. Een voorbeeld van zo’n inzet is de ondersteuning bij het politieonderzoek naar het vermiste meisje Farida Zargar in het Mallebos, begin 2011. Hoewel de verdwijning van het meisje een half jaar eerder had plaatsgevonden, wisten de spoorzoekers toch nog verdachte plekken te identificeren, door de veranderingen in de natuur op te merken. Aan de hand van die markeringen konden civiele autoriteiten verder met het onderzoek, met de vondst van spullen van het meisje als gevolg. Een half jaar later is uiteindelijk ook het lichaam van Farida gevonden.
een essentiële bijdrage aan het expeditionaire vermogen van de krijgsmacht. “Vanwege het hoge risico kunnen civiele hydrografische schepen deze werkzaamheden niet uitvoeren”, verduidelijkt Bol.
“Dankbare taak die direct bijdraagt aan veiligheid van scheepvaart.”
Naast het vervullen van hydrografische taken zijn Hr.Ms. Luymes en Hr.Ms. Snellius inzetbaar ter ondersteuning van amfibische operaties, kustwachttaken, rampen- en incidentenbestrijding op zee, opleidingen, duikoperaties, ondersteuning in kleine vlootverbanden, als stafschip en voor wetenschappelijk onderzoek. De 21-koppige bemanning
werkt toegewijd en met plezier aan de taken: “Ik ben als commandant eindverantwoordelijk voor het geleverde product, ik zet er letterlijk mijn handtekening onder. Omdat je product direct bijdraagt aan de veiligheid van de scheepvaart, ervaar ik dit als een dankbare en concrete taak waar je je zeer betrokken bij voelt”, besluit Bol.
UIM: enige eenheid die zich richt op antiterreur In het kader van nationale belangen worden op frequente basis marine-eenheden ingezet. De Unit Interventie Mariniers (UIM) kan echter in een vroegtijdig stadium al worden ingeschakeld – bij terreurdreiging in eigen land. Deze elite-
Dienst der Hydrografie zet KM op de kaart
eenheid binnen het Korps Mariniers verwierf algehele bekendheid in de jaren ’70, waarbij een einde werd gemaakt aan een treinkaping door Molukkers.
Van oudsher is Nederland een maritieme natie met zeer grote Op 1 juli 2006 is de Dienst Speciale Interventies (DSI) bij het Korps Landelijke Politiediensten opgericht. Deze dienst is belast met de operationele aansturing van de speciale eenheden – waar de UIM deel van uitmaakt –, in geval van terrorisme of situaties van grof geweld. De minister van Justitie en Veiligheid beslist over inzet van de DSI en het OM ziet toe op de daadwerkelijke inzet. “Het optreden van de UIM kenmerkt zich door interventies in grootschalige en complexe situaties, in het hoogste geweldsspectrum. Antiterreur is onze core business”, legt een majoor der mariniers van de UIM uit. “Daarnaast kunnen we net zo goed op kleinere schaal en lagere geweldsniveaus chirurgisch opereren.”
belangen bij het vrije en veilige gebruik van de zee. Negentig procent van de wereldhandel gaat over zee en Nederland is hierin een belangrijk knooppunt. Waar de marine met schepen en marinierseenheden wordt ingezet in het kader van antipiraterij-operaties om vaarwegen veilig te houden, zorgt de Dienst der Hydrografie dat de vaarwegen ook goed in kaart zijn gebracht.
“Door het grote belang van actuele zeekaarten en zeemansgidsen ontstond vanaf de 18e eeuw de noodzaak voor overheidstoezicht op het hydrografische karteringswerk. Zo werd hydrografie een taak van de overheid en werd de marine belast met het verstrekken van hydrografische informatie, zowel aan de marine als aan de koopvaardij”, legt luitenant ter zee 1 Jasper Bol uit. Bol is als commandant van hydrografisch opnemingsvaartuig Hr.Ms. Luymes in zijn dagelijkse werkzaamheden belast met het verzamelen van data om zeekaarten up to date te houden. Alle Hens | juli 2012
14
“De marine opereert steeds vaker in ondieper water dicht onder de kust, ter ondersteuning van amfibische en landoperaties. Van veel potentiële operatiegebieden zijn echter geen hydrografische opnemingen beschikbaar en dateren de in zeekaarten opgenomen gegevens vaak nog uit de 18e en 19e eeuw”. Het uitvoeren van specifieke militair-hydrografische operaties dicht onder – doorgaans vijandelijke – kusten is daardoor noodzakelijk. De hydrografische schepen Hr.Ms. Luymes en Hr.Ms. Snellius kunnen de vereiste militairhydrografische informatie produceren en leveren hiermee
“Het optreden kenmerkt zich door interventies in grootschalige en complexe situaties.” De UIM wordt binnen het Korps Mariniers verenigd in de Maritime Special Operations Forces, kortweg MARSOF. “Kennis en kunde worden hiermee breder inzetbaar bij speciale operaties in het buitenland en terreurbestrijding in Nederland.” 15
Binnen het takenpakket van de UIM ligt de nadruk op vier specialismen: grote specifieke gebouwen, boorplatformen, ferry’s en vliegtuigen. “De UIM is de enige militaire eenheid binnen het stelsel van speciale eenheden die zich nationaal richt op antiterreur.” De kracht van de UIM is heimelijk opereren, daarom komt de elite-eenheid maar zelden in het nieuws. Toch zijn er wel degelijk acties waarop de UIM haar stempel heeft gedrukt. “De beëindiging van de gijzeling aan boord van het Duitse koopvaardijschip Taipan in de wateren rond Somalië, bijvoorbeeld”, aldus de majoor. Alle Hens | juli 2012
Nationale inzet marine in de West
Defensie gereed voor orkaannoodhulp Het is midden in de nacht. Een groep mannen heeft zich verzameld in de winkelstraat. De mannen zijn ontevreden, hebben honger en zijn aan het plunderen geslagen. Ondertussen liggen er nog mensen onder het puin en zijn er diverse branden ontstaan. De orkaan die een paar dagen geleden voorbijraasde heeft veel verwoest. Het zou zo een fragment kunnen zijn uit een Hollywood rampenfilm, maar dit zijn typische scenario’s waarop de mariniers van de 32e infanteriecompagnie uit Aruba en de landmachtcompagnie in de West voorbereid zijn. Elk jaar wordt er door de 32e infanteriecompagnie uit Aruba geoefend op het gebied van orkaannoodhulpverlening. Tekst: Vanessa Strijbosch I Foto’s: AVDD
In 2010 werd Curaçao geteisterd door tropische storm Tomas die een gedeelte van het land onder water zette. Defensie verleende militaire bijstand.
En dan de realiteit. Biloxi, 2005: na de verwoestende orkaan Katrina ligt de stad Biloxi (New Orleans) in puin. Hr.Ms. Van Amstel vaart naar het rampgebied om hulp te bieden. Nicaragua, 2007: Hr.Ms. Van Nes en de Pelikaan bieden humanitaire noodhulp aan de bevolking van het door orkaan Felix zwaar getroffen Nicaragua. Sint Maarten, 2008: een gedeelte van het orkaannoodhulp-detachement vertrekt naar Sint Maarten voor hulpverlening voor en na passage van orkaan Omar. Curaçao/Sint Maarten, 2010: na de orkaan Earl en tropische storm Tomas deden de autoriteiten van Sint Maarten en Curaçao een beroep op Defensie. De geschiedenis van de verwoestende orkanen in het Caribisch Gebied laat zien dat adequate hulpverlening een must is.
Continu alert De eenheden van Defensie in het Caribisch Gebied zijn gereed voor noodhulpverlening tijdens het orkaanseizoen, dat loopt van 1 juni tot 1 december. Hulpverlening voor, tijdens en na een orkaanpassage is één van de hoofdtaken van Defensie in de West. In het orkaanseizoen houden de medewerkers van de Afdeling Operaties van de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB) op Curaçao het weer nauwlettend in de gaten en elke depressie en storm wordt op de voet gevolgd. Die alertheid is een continu proces, want dit jaar diende zich op 14 mei al de eerste tropische storm (Aletta) aan, gevolgd door tropische storm Alberto en orkaan Bud.
Verkenningen en overleg Ter voorbereiding op het orkaanseizoen zijn er diverse verkenningen uitgevoerd op de Bovenwindse Eilanden, is communicatieapparatuur geplaatst en zijn noodverbindingen getest. Daarnaast heeft er overleg plaatsgevonden met de gezaghebbers, lokale autoriteiten en leden van de rampenstaf van Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius. Bij een dreigende orkaanpassage kan de gouverneur een verzoek voor militaire bijstand indienen. Na inzet van het orkaannoodhulp-detachement ligt de prioriteit bij het opzetten van een communicatienetwerk. Uit ervaring blijkt dat telefoonlijnen en het GSM-netwerk uitvallen en zonder communicatiemiddelen kan geen hulp worden aangevraagd of gecoördineerd. Als de verbindingen zijn zeker gesteld, worden de mariniers ingezet voor het verlenen van medische assistentie, het ruimen van puin en voor het bewaren van openbare orde en veiligheid. Als het nodig is zal het noodhulpdetachement worden aangevuld met mensen van de Pelikaan, het stationsschip in het Caribisch Gebied en de landmachtcompagnie in de West.
De geschiedenis van verwoestende orkanen laat zien dat adequate hulpverlening een must is. Rust herstellen Door de jaarlijkse Hurricane Exercise op de Bovenwindse Eilanden leren de mariniers uit Aruba de-escalerend optreden en de rust herstellen. Tijdens deze oefening vinden diverse, realistische scenario’s plaats. Alle Hens | juli 2012
16
17
Zo krijgen de mariniers van de 32e infanteriecompagnie de opdracht om shelters te beveiligen, contact te onderhouden met de lokale autoriteiten en – na de gesimuleerde orkaanpassage – de balans op te maken van de schade en benodigde hulpverlening. Tevens zijn zij direct inzetbaar waar nodig, zoals voor het plaatsen van roadblocks, de beveiliging van objecten en riot control. Daarnaast helpen de mariniers met het ruimen van puin, verlenen ze medische assistentie en worden ze ingezet voor het bewaken van de openbare orde en veiligheid. Pelotons van de Landmachtcompagnie in de West worden al in Nederland voorbereid op hun taken op het gebied van Beteugelen van Woelingen op de Benedenwindse Eilanden. Gedurende hun tijdelijke tewerkstelling op Curaçao krijgen ze nog diverse riot control-oefeningen voor de kiezen.
“Elk jaar zien we rond de twintig tropische cyclonen ontstaan, vorig jaar zelfs meer. Deze stormen kunnen in een enorm gebied schade aanrichten. Er is voorafgaand aan de passage van de storm al zeer intensief contact met de omringende (ei)landen”, aldus hoofd Afdeling Operaties van CZMCARIB, kapitein-luitenant ter zee Ron van Twuijver. Hij geeft leiding aan de afdeling operaties van CZMCARIB. Afgelopen maand bezocht hij ondermeer Saba en Sint Eustatius om daar samen met de gezaghebbers en delen van de rampenstaf scenario’s voor het beoefenen van de rampenplannen voor te bereiden. “Een tropische cycloon is de meest waarschijnlijke natuurramp in deze regio. De autoriteiten moeten te allen tijde een beroep op ons kunnen doen. Wij staan paraat.” Alle Hens | juli 2012
Spiraal van misdaad en onveiligheid doorbreken
Bestrijding piraterij werpt vruchten af Hedendaagse piraterij staat ver van het geromantiseerde beeld van kapitein Haak en Jack Sparrow. Voor zeevarenden vormen zwaarbewapende Somalische criminelen die meedogenloos schepen aanvallen, een waar schrikbeeld. Piraterij is keiharde business geworden, waarin miljoenen omgaan. Het vormt een serieuze bedreiging voor de wereldwijde handel over zee, maar ook voor de stabiliteit in complete regio’s. Tekst: Karen Gelijns I Foto's: Ministerie van Defensie
In het maritieme domein is de vrije zee van essentieel belang. Ruim 90% van de wereldhandel wordt just in time over zee vervoerd en is daarbij afhankelijk van de vrije doorvaart en een verzekerde toegang tot havens. Als dit wordt verstoord, bijvoorbeeld door illegale praktijken als piraterij of
drugssmokkel, dan heeft dit direct merkbare gevolgen voor de wereldeconomie. Nederland is sterk afhankelijk van die goederenstroom. Het grootste gedeelte van onze geïmporteerde goederen bereiken per schip, via de Rotterdamse haven, het vaste land. Rotterdam is niet alleen de haven met Nederland, maar ook van een groot Europees achterland met
Boven: Dag en nacht zijn mariniers van het VPD alert op mogelijke activiteiten in de buurt. Rechts: Dit soort spandoeken moet piraten ontmoedigen.
een goederenoverslag van 430 miljoen ton per jaar. Via Rotterdam heeft de wereld toegang tot 150 miljoen consumenten binnen een straal van 500 kilometer van de Maasstad. In de hedendaagse wereldwijde economie speelt ook de toegang tot schaarse grondstoffen een grote rol. Afrika heeft bijvoorbeeld veel grondstoffen. Als piraterij zorgt voor hogere verzekeringspremies en toenemende onveiligheid in de regio, dan raken die regio’s de toegang tot die wereldeconomie kwijt. Dan ontstaat er een spiraal van misdaad, onveiligheid, gebrek aan economische ontwikkeling en navenante sociale problemen. Alle mogelijke middelen Eind vorige eeuw vonden de meeste gevallen van piraterij en gewapende overvallen op zee plaats in de Straat van Malakka. Daar is inmiddels door gecoördineerd optreden van landen in de regio een effectief bestrijdingsmechanisme opgezet. De afgelopen jaren verschoof de piraterijdreiging vooral naar het zeegebied bij Somalië. De opmars van piraterij in
Onderzeeboten zijn een uniek wapen in de strijd tegen piraterij. deze regio begon in 2005. Sindsdien is het aantal gevallen van piraterij en gewapende overvallen op zee explosief gestegen. Net als de Straat van Malakka, maakt de Golf van Aden deel uit van de ‘maritieme snelweg’ tussen Amerika, Europa en Azië. Maar anders dan in de Straat van Malakka, kent de regio geen sterk stelsel van staten. Landen als Jemen en Somalië beschikten – en beschikken – niet over de bestuurlijke, juridische en maritieme capaciteiten om piraterij een halt toe te roepen. Dus was het woord aan de internationale gemeenschap, opgeroepen door een aantal VN-resoluties.
In maart 2011 besloot het kabinet tot de inzet van Vessel Protection Detachments aan boord van zeer kwetsbare schepen.
Alle Hens | juli 2012
18
19
De internationale gemeenschap reageerde in 2008 massaal op de oproep van de VN om piraterij en gewapende overvallen op zee in de buurt van Somalië met alle mogelijke middelen te bestrijden. De inzet van de internationale gemeenschap richtte zich primair op het actief beschermen van koopvaardijschepen en VN-voedseltran-sporten. En daarnaast op het afschrikken en afwenden van gewapende overvallen en het beveiligen van de Internationally Recommended Transit Corridor, waardoor koopvaardijschepen onder maritieme bescherming de Golf van Aden kunnen passeren. Effectieve samenwerking De bestrijding van piraterij voor de kust van Somalië gebeurt in diverse internationale samenwerkingsverbanden, zoals in de NAVO-missie Ocean Shield, de EU-missie Atalanta en door de Combined Maritime Taskforce. Daarnaast sturen ook individuele landen, zoals Iran, China, Rusland, Maleisië, Japan, Korea en Thailand, eenheden naar de wateren bij Somalië, om koopvaardijschepen te beschermen. Nederland levert sinds 2008 een belangrijke maritieme militaire bijdrage aan deze internationale piraterijbestrijding. Dit is ingegeven door de internationale verplichting om de vrije doorvaart op zee mogelijk te maken. En natuurlijk omdat Nederland voor zijn welvaart in belangrijke mate afhankelijk is van de vrije zeevaart. Het ongemoeid laten van piraterij op belangrijke scheepvaartroutes ondermijnt dit strategische belang. Initieel richtte de Nederlandse inzet zich op het terugdringen en verstoren van piraterij, het escorteren van schepen en het beschermen van kwetsbare scheepvaart. Hiertoe zette het kabinet al vele keren marineschepen in. Daarnaast levert Nederland essentiële stafcapaciteit aan de internationale vlootverbanden. De inzet wierp steeds vruchten af; elk marineschip is thuisgekomen met successen op haar naam. Die waren vooral te danken aan de effectieve en efficiënte samenwerking van onze oppervlakteschepen, onderzeeboten en marinierseenheden. Alle Hens | juli 2012
hoofdstad Mombassa en verschillende Somalische havens. Aan boord van deze kwetsbare transporten trof het AVPD de nodige preventieve maatregelen. Zo richtten de mariniers wachtposten in, waardoor er altijd 360 graden zicht was, spanden ze prikkeldraad om piraten te belemmeren aan boord te gaan en hing er aan dek een spandoek als waarschuwing aan eventuele kapers: Armed Security by Dutch Marines.
Initieel richtte de Nederlandse inzet zich op het terugdringen van piraterij, het escorteren van schepen en het beschermen van kwetsbare scheepvaart.
De Golf van Aden maakt deel uit van de maritieme snelweg tussen Amerika, Europa en Azië. Door dit soort maatregelen en vele andere internationale inspanningen, is het aantal gekaapte schepen sterk afgenomen. Nu is het zaak om de druk hoog te houden of op te voeren, want ondanks het effect van de huidige operaties, zetten piraten hun activiteiten voort. Ter illustratie: volgens
Zo zet de marine onderzeeboten in voor het verzamelen van inlichtingen. Onderzeeboten zijn in de strijd tegen piraterij een uniek wapen omdat ze ongezien kunnen opereren. Een onderzeeboot kan onbespied informatie verzamelen en heeft het vermogen om langdurig – zonder ondersteuning – een zeegebied te controleren. Door de reikwijdte van de sensoren van een onderzeeboot, kan een gebied goed in de gaten worden gehouden. Kleine bootjes, zoals piratenskiffs die onopgemerkt blijven op de radar, kunnen niet eenvoudig ontsnappen aan de sonars van een onderzeeboot. Nog waardevoller Het bewijs van de reikwijdte van een onderzeeboot leverde Hr.Ms. Dolfijn eerder dit jaar. Tijdens de inzetperiode verijdelde de boot verschillende acties van nietsvermoedende piraten en voorkwam het meerdere kapingen. Ook ontdekte de onderzeeboot een dhow, een traditionele vissersboot, die ten anker lag voor een piratenkamp. De Dolfijn observeerde het schip langdurig en ongezien, waardoor het vermoeden
De internationale inspanning is effectief, het aantal gekaapte schepen neemt sterk af. van een gijzeling kon worden bevestigd. Hierop kreeg het Deense marineschip HDMS Absolon opdracht in te grijpen. Het resultaat: piraten aangehouden en twaalf gegijzelden bevrijd. Bij terugkeer van de onderzeeboot verwoordde Defensieminister hans Hillen de toenemende waarde van Alle Hens | juli 2012
20
onderzeeboten in antipiraterij-missies: “Door de bezuinigingen zijn de patrouillevliegtuigen al geschrapt en moet de marine het met minder schepen doen. Dat maakt u (Dolfijn, red.), onze onzichtbare waarnemers onder water, nog waardevoller.” Naast oppervlakteschepen en onderzeeboten gebruikt de Koninklijke Marine nog een krachtig wapen in de strijd tegen piraterij: het Korps Mariniers. Niet alleen aan boord van marineschepen vervullen deze zeesoldaten een essentiële rol als enhanced boarding element. Ook op zeer kwetsbare koopvaardijschepen die onder Koninkrijksvlag varen en op voedseltransporten van de VN, maken zij het verschil. In maart 2011 besloot het kabinet tot de inzet van militaire beveiligingsteams, de zogenoemde Vessel Protection Detachments (VPD’s), aan boord van zeer kwetsbare schepen. Dit jaar heeft Hillen marinierscapaciteit vrijgemaakt om honderd VPD’s in te zetten op Nederlands gevlagde koopvaardijschepen. Voedseltransporten Door de hongersnood in Somalië nam eind vorig jaar de behoefte aan noodhulp aanzienlijk toe. Het aantal hulptransporten naar het noodlijdende land verdrievoudigde. De Europese Unie stemde in december 2011 in met inzet van zelfstandige militaire beveiligingsteams aan boord van voedseltransporten van het World Food Program (WFP). De marineschepen die de transporten aanvankelijk begeleidden, konden daardoor hun eigenlijke taken voor de antipiraterijoperaties weer oppakken. In januari van dit jaar stemde de Tweede Kamer ook in met de inzet van een zogenoemd Autonomous Vessel Protection Detachment (AVPD) aan boord van de WFP-schepen, die heen en weer varen tussen de Keniaanse
het Internationaal Maritiem Bureau vonden in het eerste kwartaal van dit jaar 43 gevallen van piraterij plaats en worden op dit moment (half juni) 213 bemanningsleden op zeven schepen onder erbarmelijke omstandigheden vastgehouden.
“Een actieve bestrijding op zee en op land blijft noodzakelijk”, stelt commandeur Ben Bekkering. Hij geeft als commandant van CTF 508 de komende zes maanden leiding aan de NAVO-deel van de internationale antipiraterij-inspanningen. “Op zee zorgen de marines er voor dat de schepen ongestoorde doorvaart hebben en ladingen de havens bereiken. Door piraten hun inkomen te ontnemen, kunnen ze op land de boel niet meer ontwrichten. En krijgen de lokale gemeenschappen en het regionaal bestuur, hoe pril soms ook, met steun van VN-organisaties en trainingsmissies de gelegenheid om zich te ontplooien. De oplossing ligt op het land door het creëren van rechtstaten. De sleutel daartoe ligt echter op zee.”
Linksboven: Eerder dit jaar verijdelde Hr.Ms. Dolfijn verschillende acties van niets vermoedende piraten. Rechts: Kleine bootjes die onopgemerkt blijven op de radar, kunnen niet eenvoudig ontsnappen aan de sonars van een onderzeeboot. Onder: Een boardingteam van Hr.Ms. Van Amstel bevrijdde onlangs zeventien Iraanse gijzelaars uit handen van Somalische piraten.
21
Alle Hens | juli 2012
Ruime diversiteit bij integratieoefening Hr. Mr. Rotterdam
Grijs van buiten, paars van binnen “Bij de gele streep, toch?” Een klein groepje militairen,van de luchtmacht en de landmacht discussiëren op het helikopterdek over vanaf waar je een zwemvest aan moet. Aan boord van Hr. Ms. Rotterdam is een grote diversiteit aan uniformen aanwezig, in voorbereiding op hun antipiraterij-missie Ocean Shield van de NAVO. Tijdens de integratieoefening voor de kust van Den Helder worden de expertises ineen geschoven. En kan de landrot wennen aan het leven op zee.
Tekst: Joost Ploegmakers I Foto’s: Ad Biersteker, AVDD
De bemanning zelf omschrijft de Rotterdam als ‘een groot stekkerblok, waar andere eenheden hun stekker inprikken’. Dat stekkerblok zit aardig vol, met naast vlootpersoneel ook mariniers, twee Cougars inclusief personeel en een compleet hospitaal aan boord. Samen vertrekken deze eenheden in juli richting Somalië om piraten te bestrijden. Tijdens de integratieweken wordt er flink geoefend, maar vooral met elkaar kennisgemaakt. Ook wordt het snelle vaartuig FRISC voor het eerst operationeel ingezet en is er voor de eerste keer de beschikking over het onbemande verkenningsvliegtuig Scan Eagle. Voor de militairen van buiten de marine is het vooral wennen aan het leven op een schip. “Ik kan me voorstellen dat ik best een keert zeeziek wordt. Ik hoor van de marinemensen dat zij dat ook allemaal wel eens zijn geweest”, zegt landmachtmajoor Chris Sievers van JISTARC. Zijn eenheid is hier om beelden die de Scan Eagle maakt, te analyseren en te vertalen voor de commandant. De majoor voelt zich al aardig thuis op de Rotterdam. “De bemanning is erg gastvrij. De Rotterdam is zo groot, het is net een kazerne.”
De commandant van Hr. Ms. Rotterdam, KTZ Hulsker, is in zijn nopjes met de 'aangeklikte' eenheden.
Alle Hens | juli 2012
22
Operatiegebied vergroten Totdat de krijgsmacht de beschikking heeft over de NH90-helikopter, neemt de Cougar de taken waar van de af te stoten Lynx. Luchtmachters van het Defensie Helikopter Commando zullen dus ook moeten wennen aan het leven op zee. Majoorvlieger ‘Wortel’ Wolter van Thiel: “We hebben al wat ervaring met opereren vanaf dit schip, maar sommige dingen wennen niet zo snel. Het praaien (omroepen via de geluidsinstallatie, red.) is een schel geluid en gebeurt ook om drie uur 's nachts”, zegt hij met een voorzichtige glimlach. “Maar de berichten zijn belangrijk, dus ik begrijp het
Mariniers zijn per Cougar en FRISC onderweg naar het ‘gekaapte’ Kustwachtschip.
wel.” Op werkgebied zitten er ook verschillen tussen het schip en de vliegbasis. Van Thiel: “Landen op het helikopterdek is een stuk lastiger dan op de vaste grond. Vandaag valt het mee, want de zee is rustig. Hoe steviger het zeetje, hoe pittiger het is.” Die laatste zin is ook van toepassing in de operatiekamer. Vanwege de aard van de missie is er een kans op gewonden, dus is er naast een reguliere ziekenboeg een noodhospitaal (role-2) ingericht. Die wordt voornamelijk bemand door militairen van de landmacht. Naast mogelijke Nederlandse gewonden zullen ook getroffenen aan piratenzijde worden geholpen. De kans is groot dat gewonden naar de Rotterdam worden gebracht per landingsvaartuig van het Korps Mariniers. De zeesoldaten beschikken over de types LCVP en LCU.
“De middelen die ik tot mijn beschikking heb, zijn geweldig. We zijn flexibel inzetbaar en kunnen bijna alles aan.” Daarnaast hebben ze ook de splinternieuwe, snelle FRISC en RHIB’s tot hun beschikking. Het mooie aan de LCU is, dat deze ook valt in te zetten als Forward Operating Base (FOB) op zee. “Daarmee kunnen we ons operatiegebied flink vergroten”, legt kapitein der mariniers Marc Huisman uit. “We kunnen zo'n FOB dertig mijl van de Rotterdam leggen; die is dan zes dagen zelfvoorzienend. Met behulp van de razendsnelle FRISC zijn we over een groot gebied snel inzetbaar. Met twee FOB's bestrijken we zelfs zo'n 120 zeemijl.” 23
Uitkijken naar de missie Alle elementen aan boord komen samen als er even later een melding binnenkomt: er is een schip (in deze oefening van de Kustwacht) gekaapt door piraten. De bemanning van dat schip heeft zichzelf in veiligheid gebracht in de safe room. Na het doorlopen van de procedures komt er toestemming om in actie te komen. De Cougar zet het Enhanced Boarding Element van mariniers af op het dek van het gekaapte schip. De oefenpiraten worden snel overmeesterd, waarna het tweede deel van het boardingteam per FRISC arriveert. Er blijken twee gewonden te zijn, een Nederlandse militair en een Somalische piraat. Een voor een worden ze per RIHB naar de role-2 op de Rotterdam gebracht en daar behandeld. De commandant van Hr. Ms. Rotterdam, kapitein-ter-zee Huub Hulsker, is in zijn nopjes met de 'aangeklikte' eenheden. “De middelen die ik als commandant tot mijn beschikking heb, zijn geweldig. We zijn flexibel inzetbaar en kunnen bijna alles aan. Ik kijk wat dat betreft erg uit naar de missie.” Hij heeft nog wel het een en ander in petto voor de militairen van buiten de marine die straks meegaan naar Somalische wateren. “Het schip ligt behoorlijk stil tijdens deze varende integratieweken. Na vertrek zoeken we natuurlijk nog wel een keer flinke deining op.”
“Over twee maanden vertrekken we voor onze missie”, aldus de enthousiaste commandant. “Tot die tijd gaan we veel trainen om de verschillende eenheden goed op elkaar aan te laten sluiten. Een plus een is nu nog twee, maar dat moet drie worden.” Alle Hens | juli 2012
“Niet voor niets expeditionaire eenheid” Ondanks dat de geïntegreerde politietrainingsmissie in Noord-Afghanistan gekenmerkt wordt door de ‘blauwe’ opdracht, het trainen en mentoren van politieagenten, werkt het Korps Mariniers op de achtergrond keihard om de veiligheid van de politietrainers buiten de poort te garanderen. Commandant Police Training Group 3, kolonel der mariniers Jarst de Jong: “Dat mariniers zowel links als rechts van het geweldsspectrum kunnen acteren, bewijst deze missie. We zijn niet voor niets een expeditionaire eenheid en hebben al aan diverse landmissies van crisisbeheersings- tot humanitaire operaties, deelgenomen, zoals in Irak, Cambodja, Haïti en Afghanistan. Het is wél uniek dat we voor het eerst zo nauw samenwerken met de Marechaussee. Met Uruzgan in het achterhoofd is het natuurlijk best omschakelen, maar Uruzgan is niet de graadmeter. Ik verwacht van mijn mannen dat ze flexibel zijn, daar zijn ze mariniers voor. Zes maanden scherp blijven, vraagt een hoop. Daarom proberen we binnen de missie zoveel mogelijk variatie te creëren. De POMLT’s wisselen van district en we gaan de districten in; als het moet blijven we daar overnachten. ‘Smoel op het terrein krijgen’, daar zijn we goed in. Alleen dan kunnen we onze collega’s de maximale veiligheid bieden.”
Mariniers in Kunduz
Blauwe missie met dikke groene rand Het is nog vroeg als de mariniers zich gereedmaken voor een training buiten de poort. De boordwapens worden
want er zijn al een aantal keer granaten gevonden. “Voordat we hier kwamen, dropten burgers gevonden wapens en granaten gewoon voor de poort. Wij hebben een opslagplaats (‘uxopunt’) gemaakt achter het gebouw. Stukje veiligheid voor ons en de agenten hier”, vertelt Wiebe. Terwijl opperwachtmeester Norbert in gesprek gaat met de plaatsvervangend chief of police over de toestand in zijn district, maakt de beveiliging zich alweer klaar voor de praktijkles ‘inrichten
“We zijn een geïntegreerd team en samen trainen we de Afghaanse politie.”
vehicle checkpoint’ (VCP). Hoewel de Koninklijke Marechaussee in charge is als het gaat om het lesgeven, doet zij regelmatig beroep op de kennis en ervaring van de mariniers. “Op het gebied van patrouilles lopen, kaartlezen of inrichten van een VCP kunnen wij de ‘blauwe’ trainers prima assisteren”, meent Wiebe. “Dat is ook de kracht van ons Police Operational Mentoring and Liaison Team (POMLT). We zijn een geïntegreerd team en samen trainen we de Afghaanse politie.” Overzicht houden Terwijl de ene helft van het konvooi op het hoofdbureau achterblijft en wat rust pakt, vertrekken de Bushmasters van groepscommandant Wiebe naar een checkpoint even verderop in het dorp. Na de theorielessen over voertuiginspectie is het voor de zeven agenten van de Afghan Uniformed Police nu tijd voor de praktijk. Met rollen prikkeldraad en pionnen wordt de weg afgezet. Wiebe zet intussen de voertuigen strategisch neer. “Overzicht houden, dat is voor mij het belangrijkste.” De mentors geven nog wat aanwijzingen en de agenten nemen hun positie in. “Houd wel afstand”, waarschuwt de sergeant der mariniers zijn marechausseecollega. Verbindelaar marinier 1 Mike onderhoudt over de radio nauw contact met de konvooicommandant. Het ‘landmachtsysteem’ was even wennen, maar na een omscholing is hij er behoorlijk los op. “Het is mijn eerste uitzending, dus ik wist niet goed wat ik kon verwachten. Tot nu toe bevalt het goed. Het belangrijkste is dat de samenwerking top is. Iedereen heeft respect voor elkaars taak. Natuurlijk is het wachten soms saai, maar je moet zelf zorgen voor afwisseling. Ik heb bijvoorbeeld al lesjes verbindingen gegeven aan mijn collega’s.” Na anderhalf uur zweten in de bloedhitte van de Afghaanse zon is het welletjes geweest. De trainers zijn tevreden over de vorderingen van hun pupillen. Volgens wachtmeester 1 Raymond is het een enthousiaste groep. “De agenten zijn leergierig en met onze tips doen ze de volgende keer echt wat”, zegt hij. En sergeant der mariniers Wiebe? Hij heeft pas een voldaan gevoel als iedereen weer veilig op de base is.
gecheckt en bij de voertuigen geeft de pelotonscommandant de laatste bijzonderheden door. De route naar Khanabad kan dit Police Operational Mentoring and Liaison Team inmiddels dromen. Maar verslappen is geen optie. Scherp blijven is de taak, en dat zes maanden lang.
Tekst: Marlous de Ridder I Foto’s: Sjoerd Hilckmann/Rob van Eerden, AVDD
Het districtshoofdkwartier van Khanabad bevindt zich op zo’n 45 minuten rijden van Kamp Kunduz. De grotendeels geasfalteerde route leidt langs kraampjes vol handelswaar en quala’s. Behendig manoeuvreren de mariniers de Bushmasters door de nauwe straatjes. In de ‘bak’ vertelt groepscommandant, sergeant der mariniers Wiebe, opgewekt over een aantal markante gebouwen en checkpoints. “Ik lijk wel een reisleider zo”. Maar het is duidelijk dat de sergeant de omgeving als zijn broekzak kent. “Er zijn maar een beperkt aantal Alle Hens | juli 2012
24
wegen en we rijden vaak naar dezelfde politiestations. Dus het is zaak dat we iedere rit beslagen ten ijs komen”, verklaart Wiebe de gedisciplineerde voorbereiding. Beroep op kennis en ervaring Bij aankomst op het politiebureau is de taakverdeling tussen de mariniers en de politietrainers van de marechaussee meteen goed zichtbaar. Voordat iedereen mag uitstijgen, searchen de genisten de muren rondom. Geen overbodige luxe, 25
Alle Hens | juli 2012
reorganisatie
Continue strijd tegen illegale praktijken op zee
Waakzaamheid in Caribische wateren Kanonschoten overstemmen het stadsgeluid van Willemstad. Langs de fel gekleurde huisjes op de Handelskade staan militairen in wit tropenuniform. Zij brengen de eregroet want het nieuwe stationsschip in het Caribisch
hiervan genaamd Taskgroup 4.4 aan te sturen. Dat gebeurt door de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (CZMCARIB). Een aantal keer per jaar worden er vanuit het operatiecentrum op Curaçao drugsbestrijdingsoperaties geleid. Deze vallen onder de paraplu van de Taskgroup 4.4. Recent resulteerde dit nog in onderscheppingen van 1.300 en 500 kilogram cocaïne. In 2011 werd in tijdens counterdrugsoperaties in de Caribische regio in totaal 119.000 kilo coke onderschept, ter waarde van 2,35 miljard dollar op de Amerikaanse markt.
Voor de militairen is elke kilo onderschepte cocaïne een kilo minder op straat.
Gebied is net gearriveerd. Drie keer per jaar vaart een Nederlands marineschip de haven van Curaçao ceremonieel binnen, traditioneel begeleid door 21 kanonschoten als eerbetoon aan de Gouverneur en het Koninkrijk. Dit keer is het de beurt aan Hr.Ms. Tromp die de gelederen van de Koninklijke Marine en de Kustwacht in het Caribisch Gebied komt versterken. Haar voornaamste taak? De strijd continueren tegen illegale praktijken op zee.
Om dergelijke successen te kunnen continueren, moet er constant afgestemd en overlegd worden. Regelmatig vinden er ontmoetingen plaats tussen de betrokken landen en hun operationele commandanten. Onlangs nog bezocht C-ZMCARIB, brigadegeneraal der mariniers Dick Swijgman, de Colombiaanse marine en deelde daar belangrijke ervaringen met betrekking tot informatiestromingen.
Tekst: Vanessa Strijbosch I Foto’s: Peter Bijpost
Driemaal per jaar arriveert er een nieuw stationsschip in Willemstad, Curaçao. Op de foto: Hr.Ms. Johan de Witt.
Het maritieme domein is één van de belangrijkste domeinen in het Caribisch Gebied. Het is de levensader van de economie. Op meerdere vlakken wordt de marine ingezet voor handhaving van de veiligheid op zee. In de loop der jaren zijn criminele praktijken op zee, zoals drugshandel en mensen- plus wapensmokkel almaar toegenomen. Er is een ‘vijand’ en daarmee een belangrijke taak bijgekomen voor de maritieme presentie in de West. In officiële termen wordt die taak verwoord als ‘de handhaving van de (inter)nationale rechtsorde en stabiliteit op zee’. Amerika gaat eveneens de strijd aan en trekt het breed met operaties onder de noemer ‘countering transnational organized crime’: de strijd tegen internationaal georganiseerde criminaliteit.
Alle Hens | juli 2012
26
Midden in kruisvuur Op het Westelijk halfrond wordt naar schatting 70 miljard dollar illegaal de economie ingebracht. Dit ondermijnt de stabiliteit in diverse landen in de regio met als gevolg hoge criminaliteitscijfers en regeringen die dreigen de grip op hun land te verliezen. Eind juni maakte de Wereldbank bekend zo’n 700 miljoen euro te reserveren voor het terugdringen van de criminaliteit in Midden-Amerika en het Caribisch Gebied. De landen hier zitten net als West-Afrika middenin het kruisvuur tussen de grootste cocaproducenten in de Andes en de grootste consumenten in Noord-Amerika en Europa. Ongeveer 80% van de cocaïne die in de VS aankomt wordt via zee vervoerd. De samenwerking tussen landen in de regio op het gebied van het criminaliteitsbestrijding is dan ook van groot belang. Dit wordt in de praktijk gebracht door de internationale drugsbestrijdingorganisatie Joint Inter Agency Taskforce South (JIATF). Op dit moment is de grote drugsbestrijdingsoperatie ‘Martillo’ gaande, waaraan twaalf landen deelnemen. Nederland is nauw betrokken bij het planningsproces voor deze operatie. De marine zet varende eenheden in en de Kustwacht Caribisch Gebied neemt deel met het maritieme patrouillevliegtuig Dash-8. Successen continueren De Koninklijke Marine in het Caribisch Gebied werkt nauw samen met de Amerikaans geleide drugsbestrijdingsorganisatie JIATF-South. Nederland draagt bij door het onderdeel
Volgens het drugsrapport over 2011 van het United Nations Office on Drugs and Crime gebruiken wereldwijd 210 miljoen mensen illegale drugs overlijden jaarlijks 200.000 mensen daaraan. Hoewel een drugsvangst van enkele tientallen tot honderden kilo’s wordt omschreven als ‘een druppel op de gloeiende plaat’, blijft de KM in de West onverminderd doorgaan met drugsbestrijding. Voor de militairen is elke kilo onderschepte cocaïne namelijk een kilo minder op straat.
Met een mix aan middelen gaan de KM en Kustwacht in de west de strijd aan.
Eenheden van CZMCARIB - - - - - - -
Stationsschip + helikopter: al ruim 80 jaar vaart er permanent een stationsschip in het Caribisch Gebied. De belangrijkste taken bestaan uit maritieme presentie en counterdrugs-operaties. Met de boordhelikopter kunnen snelle smokkelboten tot stoppen worden gedwongen. Patrouilleschip: vanaf 2013 kan de KM beschikken over een nieuw patrouilleschip. In de mast zijn vrijwel alle sensorsystemen ondergebracht om illegale praktijken op en boven zee in de gaten te krijgen. FRISC: in totaal komen er twaalf snelle rubberboten van het type Fast Raiding Interception and Special Forces Craft. Zij zullen worden ingezet voor diverse doeleinden. Cutter: drie van dit soort schepen bewaken de territoriale wateren van de zes Koninkrijkseilanden. Ze varen onder Kustwachtvlag, maar werken regelmatig samen met het stationsschip van de marine. Dash-8: het maritieme patrouillevliegtuig Dash-8 is een belangrijk wapen om illegale praktijken snel te lokaliseren. De tactical commander, sensoroperator en twee observers kunnen grote gebieden afzoeken vanuit de lucht. Super-RHIB: vanaf 2006 kreeg de Kustwacht Caribisch gebied de beschikking over twaalf superRHIB’s, die met zes man aan boord patrouilles en boardings kunnen uitvoeren. AS-355: deze Kustwachthelikopter is gestationeerd op het steunpunt Hato, te Curaçao. De heli is in staat om snelle speedboten tot stoppen te dwingen en schepen te identificeren.
De razendsnelle FRISC leent zich uitstekend voor het achterhalen van smokkelaars.
27
Alle Hens | juli 2012
personeel
Maritime Campus brengt partijen bij elkaar
Winst creëren met
Gouden Driehoek Vice-admiraal bd Cees van Duyvendijk denkt vaak terug aan de tijd dat hij Bevelhebber der Zeestrijdkrachten was en de beschikking had over veertien fregatten. Daarnaast had de KM op het gebied van fregattenbouw destijds zo veel meer kennis en kunde zelf in huis, voordat de bezuinigingen ook op dat gebied genadeloos
Extreme klimaten kennisdomein van Korps
toesloegen. “De KM runde de Gouden Driehoek van ondernemerschap, onderzoek en onderwijs. Nu zijn we
Mariniers bedwingen jungle Kilometers afleggen in een verzengende vochtige hitte, tussen ongedierte en modder kruipen en doorweekt zijn tot op de botten. Mariniers uit Aruba en Curaçao ondervonden dat afgelopen maand aan den lijve in de jungle van Frans Guyana. Een leek zal zich afvragen waarom deze mannen dit zichzelf toch aandoen. De marinier zal kunnen antwoorden met het aloude credo van het Korps Mariniers ‘Qua Patet Orbis’, zo wijd de wereld strekt. Tekst: Vanessa Strijbosch I Foto’s: Henry Westendorp (AVDD)
Links: Uniek: nog niet eerder werd de junglerivier vanaf zee op deze manier getrotseerd. Rechts: Opere- ren onder extreme omstandigheden is het domein van de mariniers.
Om overal ter wereld, onder alle omstandigheden inzetbaar te zijn, moeten de mariniers regelmatig onder extreme omstandigheden op de proef worden gesteld. In Frans Guyana werden twee pelotons van de 32e Infanteriecompagnie uit Aruba en een peloton van de 21e Infanteriecompagnie uit Nederland aan die test onderworpen. In de uitdagende jungle van het Zuid-Amerikaanse land werden de mariniers afgetest op hun vaardigheden op het gebied van leven, overleven en vechten onder extreme omstandigheden, het kennisdomein van het Korps Mariniers bij uitstek. Unieke vaartocht Een ander belangrijk kennisdomein van het Korps is optreden in rivierrijke gebieden. Deze expertise werd tijdens de jungletraining in Frans Guyana op een bijzondere manier in de praktijk gebracht door de mariniers van het bootpeloton uit Aruba en Curaçao. Zo voeren de zeesoldaten met hun Boston Whalers vanaf zee de junglerivier l’Approuague op.
Alle Hens | juli 2012
28
Iets wat zelfs door de Franse marine nog niet eerder op deze manier is gedaan. Het ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Pelikaan liet de Boston Whalers los in de riviermonding. Vanaf dat moment stonden de bestuurders voor de opgave om zo tactisch mogelijk door het onbekende gebied diep de jungle in te varen op weg naar het basiskamp Suetz van de Franse jungle-experts. Tijdens de driedaagse training die volgde, werden de gevaren, het navigeren en overleven in de jungle behandeld. Ook is er getraind in verschillende ondersteunende taken, zoals herbevoorraden en het vervoeren van gewonden. De training werd georganiseerd vanuit de Koninklijke Marine in het Caribisch Gebied en vond in nauwe samenwerking plaats met de Franse marine die samen met de KM verantwoordelijk is voor een grote maritieme presentie in het Caribisch Gebied.
afhankelijker van anderen.” Tekst: Joost Margés I Foto: TNO Na zijn loopbaan bij de Koninklijke Marine, nam de admiraal-buiten-dienst in 2003 zitting in de Raad van Bestuur van onderzoeksinstituut TNO. Mede uit dit bolwerk van kennis en innovatie kwam in 2009 het initiatief voort van de Maritime Campus Nederland (MCN), waarvan Van Duyvendijk nu voorzitter is. “MCN is geen gebouw van stenen met een hek eromheen; het is een koepelorganisatie van ondernemers, onderzoekinstellingen en onderwijsinstituten en een marktplaats waar genoemde partijen samen met de overheid de economische bedrijvigheid in de Noordkop kunnen stimuleren. MCN beoogt hierin faciliterend te zijn.” Van Duyvendijk betreurt het dat het zelfscheppende vermogen van de KM door reducties deels verloren is gegaan. “De marine was een materieeldeskundige klant en een aanjager van innovatie. De ‘vraagarticulatie’ was fabelachtig goed. ‘Dit is wat we willen’, zeiden we dan en de kwaliteit van het resultaat konden we vervolgens goed beoordelen. We hadden de massa om het bedrijfsleven en de onderzoeksinstituten doelmatig en doeltreffend aan te sturen. Nu is de marine nog wel een dominante speler, maar veel afhankelijker van anderen.” Win-win-situatie In feite moet de Maritime Campus vooral in de Noordkop van de nood een deugd maken, door partijen bij elkaar te brengen. Uiteraard met als doel een win-winsituatie. De KM wil 29
profiteren van wat ondernemers, onderwijsinstellingen en onderzoeksinstituten te bieden hebben. Aan de andere kant is de marine een dankbare afnemer – met nog steeds veel interne kennis en ervaring – en heeft het met het Marinebedrijf, CAMS Force Vision en de geaccrediteerde opleidingen van het Koninklijke Instituut van de Marine (KIM) zelf ook veel te vergeven. Wat onderwijs betreft, zit de industrie volgens Van Duyvendijk niet te wachten op competentiegerichte noviteiten. “Er is behoefte aan mensen met hele specifieke kennis en kunde. Het maritieme onderwijs in Nederland werkt helaas moeizaam; weinig studenten en veel opleidingsinstituten. Dat moet robuuster. Ook voor het KIM is samenwerking met civiele partners belangrijk voor kwaliteitsborging. Minors en majors aanbieden, samen met de TU’s van Delft en Twente en het Marinebedrijf, zou een goede zaak zijn. Dit werpt ook vruchten af voor de offshore- en offshore wind-sector.”
De initiatieven van de MCN bieden volgens de oud-marineman een grote kans aan de Noordkop. “Den Helder ligt centraal ten opzichte van het Continentaal Plat. Ik heb een beeld van een kenniscorridor langs het Nieuwe Diep, van het KIM tot het Ankerpark. De campus kan de wisselwerking tussen de KM – inclusief Marinebedrijf –, de offshorebedrijven, Scheepswerf Damen en radar- en sensorproducent Thales en andere ondernemingen enorm stimuleren. De marine kan zo deels terugwinnen wat verloren is gegaan. De Maritime Campus kan de KM het momentum teruggeven op het gebied van kennis en innovatie." Alle Hens | juli 2012
Constant innoveren om effectief te blijven
KM en werf sterk vervlochten
Meer waarde voor hetzelfde geld
Innige dans met Damen
TNO is al sinds jaar en dag de kennispartner van Defensie en dus ook van de Koninklijke Marine. En met als motto Innovation for life zet TNO zich in om – samen met de KM en de maritieme industrie (het zogenoemde Marinebouw-
Al jaren is Damen Schelde Naval Shipbuilding de hofleverancier van de KM. Met een werf in Vlissingen en in het Roemeense Galatz realiseerde Damen bijvoorbeeld de vier gezusters van de Holland-klasse. De kwaliteit van dergelijke vaartuigen is slechts haalbaar dankzij de innige band van de werf met de marine en het gezamenlijke streven naar innovatieve topproducten. Tekst: Joost Margés I Foto: AVDD
cluster) – onze marine tot een van de modernste ter wereld te laten behoren.
Luitenant ter zee 1 Gerard Lancée is hoofd van de DMO-vestiging Toezicht Defensie Leveranciers Vlissingen en werkt voor de Directie Projecten & Verwerving. In die hoedanigheid heeft hij veel te maken met Ton Peschier, de director Technology Development bij Damen. Beide heren blijken in hun nopjes met de samenwerking. “De KM verkrijgt zo voor een zeer schappelijke prijs producten die zeer geschikt zijn voor haar taken en missies”, aldus Peschier, en Damen heeft in de
Tekst: Leo de Rooij I Foto: TNO
VADM bd Kelder: “Expertise wordt weggesneden; een gevaarlijke ontwikkeling.”
“Innovatie moet, want innovatie is goed”, vindt Jan Willem Kelder, oud-Commandant Zeestrijdkrachten en tegenwoordig lid van de Raad van Bestuur van TNO. “Wij bij TNO geloven daar heilig in. Innovatie helpt bedrijven aan meer winst en een betere concurrentiepositie; betekent voor consumenten betere of goedkopere producten en kan voor de samenleving leiden tot meer welvaart, betere zorg, een beter milieu en meer veiligheid.” Vanuit zijn militaire achtergrond kent Kelder het belang om als defensieorganisatie te blijven innoveren. “Je wilt de vijand het liefst altijd een stap voor blijven. Om in marinetermen te spreken: aan een zeilschip heb je weinig als de vijand over stoomschepen beschikt. Je wilt effectief zijn en daarvoor moet je constant blijven vernieuwen.” Daarnaast is er natuurlijk het doelmatigheidsargument: het moet in deze tijd van bezuinigen allemaal goedkoper. Meer waarde voor hetzelfde of zelfs voor minder geld. Innovatie kan ook geld opleveren. Tel uit je winst In het eerder genoemde Marinebouwcluster zetten Koninklijke Marine, maritieme industrie en TNO (Kelder: “Een gouden driehoek”.) zich al jaren gezamenlijk in om voor alle partijen voordelen te brengen. “Daardoor levert het voor iedereen toegevoegde waarde op die anders niet tot stand zou zijn gekomen”, weet de admiraal. “Meer samenwerking op alle gebieden: ontwerp, ontwikkeling, opleiding, trainingen, oefeningen, operationeel, onderhoud, spreiding van
Alle Hens | juli 2012
30
risico’s. Je zou dat het vormen van ecosystemen kunnen noemen. Het Marinebouwcluster is zo’n ecosysteem dat goed functioneert, waarin samenwerking gezamenlijk toegevoegde waarde oplevert: een marineschip te ontwikkelen, te ontwerpen en te bouwen. Ik noem het LCF en de OPV als aansprekende voorbeelden. Schepen waarin behoorlijk exploitatiereductie is gerealiseerd: 30 procent minder bemanning dan op vergelijkbare Engelse en Amerikaanse schepen. Tel uit je winst!”
“De kracht van deze samenwerking is dat beide partijen er beter van worden.” marine een klant die productontwikkeling en exportinspanningen ondersteunt. Lancée: “Ondanks zware economische tijden is de samenwerking plezierig en goed; en uiteraard ook zakelijk. Al met al is het natuurlijk een unieke samenwerking.”
De marine speelt daarin een centrale rol, onderstreept Kelder: “Een uitstekend geïnformeerde behoeftesteller aan de voorkant en veeleisende afnemer aan de achterkant. Daarmee daagt ze bedrijven en kennisinstellingen voortdurend uit om met innovatieve oplossingen te komen voor behoeften die steeds veranderen en operationele lessen die zijn geleerd. Het mes snijdt dan aan twee kanten: het heeft het marinebouwcluster een internationale exportpositie opgeleverd en de KM aan de wereldtop gebracht.” Om daar te blijven is het essentieel dat de marine de rol als launching customer/innovator naar behoren kan blijven invullen, benadrukt Kelder. De bezuinigingen op Defensie zijn daarin een groot punt van zorg voor de vice-admiraal buiten dienst. “Kennisinstellingen en industrie moeten technologisch worden uitgedaagd en operationele ervaringen en kennis moet worden ingebracht. Dat kan alleen de Koninklijke Marine doen. Door het snijden in de zelfscheppende capaciteit van die marine komt dit onmiddellijk in gevaar. Expertise wordt weggesneden en is daarmee niet meer beschikbaar voor feedback. Een gevaarlijke ontwikkeling. De rol van Defensie en met name de KM is cruciaal willen er in de toekomst innovatieve capaciteiten verder ontwikkeld worden."
Kennis delen “De kracht van deze samenwerking is dat beide partijen er beter van worden”, vervolgt Peschier. “We zijn relatief klein maar kunnen samen meedoen in de ‘eredivisie’. De KM participeert van begin tot eind in de ontwikkeling van nieuwe schepen. De kosten worden zo beperkt en de KM kan op niveau samenwerken met bondgenoten. Tegelijkertijd wordt
de kennis die hiermee is opgedaan door Damen gebruikt bij de ontwikkeling van schepen voor de export. Een voorbeeld hiervan is de Sigma corvettenfamilie.” De basis van het succes is de grote mate waarin de KM kennis en ervaring deelt. “Dit gaat op specifieke kennisvlakken - die Defensie heeft door de operationele achtergrond -, verder dan tussen veel andere klanten en leveranciers”, geeft Lancée aan. Peschier noemt dit ‘grijze kennis’: “Kennis met betrekking tot bedrijfsvoering van militaire schepen en militairtechnische eigenschappen. Wij stellen daar onze civiele technologische kennis tegenover. Dit delen van kennis zullen we in de toekomst moeten intensiveren omdat onze ontwikkelingsmogelijkheden door drastische bezuinigingen bij de overheid verder zullen afnemen.” Innovatie onder druk Het streven naar innovatie zal door krimpende budgetten onder druk komen te staan. Toch willen beide partijen doorgaan met vernieuwing. “Op het gebied van bijvoorbeeld dieselelektrische voortstuwing, brug lay-out, modulair bouwen van accommodatie en verwerking van afvalstoffen zoeken we naar innovatie ten behoeve van een optimaal defensieproduct”, aldus Lancée. Volgens Peschier zal daarnaast de toepassing van efficiëntere energieopwekkingssystemen en de vereenvoudiging van informatieverwerking aan boord leiden tot een reductie van aanschaf- en exploitatiekosten. Volgens Peschier gaan ook de toepassing van moderne materialen, zoals supervezels, en nieuwe productietechnieken een rol spelen. Als laatste ziet de werviaan een steeds belangrijkere rol voor onbemande systemen. Lancée voorziet mogelijke innovaties in verdergaand elektrische voortstuwingtreinen die gebruikmaken van waterstof en in de toepassing van groen composiet voortstuwingsschroeven. “En ten slotte ben ik er vooral van overtuigd dat we toekomstige schepen in nog grotere gezamenlijkheid zullen ontwerpen; dit is onontkoombaar door de verkleining van de Defensie-ontwerpafdelingen.”
De Hollandklasse is een typische liefdesbaby van Damen en de KM.
31
Alle Hens | juli 2012
KIM midden in kenniscluster
Steeds weer slagvaardig dankzij nieuw materieel
Veel te bieden aan bedrijfsleven
Stilstand is achteruitgang
Sinds jaar en dag worden op het Koninklijk Instituut voor de Marine marineofficieren opgeleid. Vanaf eind 2011 is deze opleiding wetenschappelijk geaccrediteerd. Daarmee staat het instituut helemaal op de kaart als maritiem-militair kennisinstituut en is de weg vrij voor nieuwe samenwerkingsverbanden met zowel onderwijsen onderzoeksinstellingen als het bedrijfsleven, om kennis te delen en innovatie te bewerkstelligen.
De Koninklijke Marine past zich voortdurend aan vanwege nieuwe dreigingen en omstandigheden. Zowel qua visie op het maritiem-militaire optreden, inzet van personeel en materieel, alsook de keuze voor passende middelen om de doelen te bereiken. Stilstand is achteruitgang en daarom streeft de KM steeds weer – samen met de partners – naar het beste en meest innovatieve materieel. Om dit vervolgens zo efficiënt mogelijk in te zetten.
Tekst: Joost Margés I Foto: AVDD Joost Margés I Foto’s: AVDD
met bedrijfskunde. Studenten van technische universiteiten kunnen met deze en bestaande varianten binnen MS&T prima een minor doen binnen hun studie.”Volgens universitair hoofddocent Onderhoudstechnologie Tiedo Tinga heeft het KIM ook veel te bieden aan het bedrijfsleven. “Op het gebied van navigatie, radarsystemen en onderhoud is onze kennis uniek in Nederland. Thema’s van militair onderwijs zijn ook relevant voor civiele bedrijven. Delen van ons bacheloronderwijs kunnen we aan mensen uit het bedrijfsleven aanbieden als minor of major. Dit maakt de klassen groter en het onderwijs efficiënter.”
Onderwijs aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) is gericht op de vorming en opleiding tot marineofficier. De Maritiem Militaire Vorming maakt jonge mensen militair en officier, het Militair Wetenschappelijk Onderwijs is het wetenschappelijke bachelorgedeelte en het Vaktechnisch Onderwijs brengt vakinhoudelijke kwaliteiten bij, zoals navigeren. Door de accreditatie van de Faculteit Militaire Wetenschappen is de officiersopleiding nu een officiële wetenschappelijke bacheloropleiding; daarmee heeft het KIM nog meer te bieden, ook aan de buitenwacht. “De accreditatie heeft onze positie verstevigd; we staan midden in het kenniscluster van Nederland”, aldus commandant Opleidingen KIM, kapitein ter zee Kees Turnhout. Onderwijs efficiënter Het KIM is onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie. De officieren in opleiding kunnen kiezen uit drie opleidingen, te weten: Krijgswetenschappen, Militaire Bedrijfskunde en Militaire Systemen en Technologie (MS&T). Op het KIM wordt nu gewerkt aan een nieuwe richting: Militaire Bedrijfskunde en Technologie. “Het is een nieuwe variant binnen MS&T, waar operationele ICT en civiele techniek ook een plek krijgen”, zegt professor Patrick Oonincx. “Nu nog volgen bijvoorbeeld aspirant-officieren vakken in een dergelijke richting aan de Universiteit Twente. De nieuwe opleiding combineert het maritiem-militair-technische aspect Alle Hens | juli 2012
32
Civiele erkenning Turnhout noemt het ‘een unieke doorkijk’: wetenschappelijk onderwijs ook voor niet-militairen. “We zoeken win-winsituaties. Leerlingen van de Zeevaartschool van Terschelling maken bijvoorbeeld gebruik van ons opleidingsvaartuig Van Kinsbergen, in ruil waarvoor adelborsten op Terschelling de vakken Belading en Stabiliteit volgen. Dit levert hen een civiele erkenning voor de Zeedienstopleiding op. De opbrengst door extra studenten kunnen we daarnaast nog aanwenden om de kwaliteit van het onderwijs te borgen en onderzoek te financieren.” Rond onderzoek spelen momenteel twee grote zaken. “Om te beginnen zijn we bezig met het opzetten van een groot onderzoeksproject rond service logistiek”, vertelt Tinga. “Dit is gericht op het Marinebedrijf, maar ook de offshore kan hiervan profiteren. De vraag is hoe Defensie en bedrijfsleven zo effectief en efficiënt mogelijk onderhoud kunnen uitvoeren aan schepen en platformen.”
Rechts: De FRISC mag zich binnenkort bewijzen tijdens de antipiraterijmissie van Hr.Ms. Rotterdam in Somalische wateren.. Midden: De Holland, de eerste van vier OPV’s. Links: Hr.Ms. Van Speijk onderging als eerste M-fregat de modificaties.
Een goed voorbeeld van innovatie en efficiëntie is de ingrijpende aanpassing van de SMART-L luchtwaarschuwingsradar aan boord van de Luchtverdedigings en Commando Fregatten. Het innovatieve van de modificatie is dat de antenne kan blijven rondraaien, maar dat de radarbundel onafhankelijk aangestuurd kan worden. Naast de US NAVY zal de KM straks als enige binnen de NAVO hierover beschikken. De radar is dan in staat om op grote afstand ballistische raketten vroegtijdig te detecteren en daarna samen met het Combat Management Systeem (CMS) te neutraliseren. Hierdoor kan een LCF tot diep in Europa de burgerbevolking tegen inkomende raketten beschermen. Ook aan de M-fregatten vinden aanpassingen plaats. Zo worden ze voorzien van een gloednieuwe mast, met de modernste sensoren als Seastar en Gatekeeper, zijn de schepen meer dan ooit in staat om effectief te opereren in kustwateren. Ook vond er een verdere integratie plaats van alle toepassingen binnen een nieuw CMS, het communicatienetwerk tijdens operaties. Daarnaast vonden er aanpassingen plaats aan het helidek, zodat de grote NH-90-heli er nu ook kan landen. Verregaande automatisering Is het voor bepaalde operaties minder doelmatig om een fregat in te zetten, dan biedt de Oceangoing Patrol Vessel (OPV) uitkomst. Deze laat zich perfect lenen voor inzet in een lager geweldsspectrum tijdens expeditionaire operaties in het
kader van maritieme blokkades, boardings, drugsbestrijdingsoperaties en antipiraterij. De OPV vaart met een kleine bemanning door tal van innovatieve toepassingen, zoals een onbemande technische centrale, verregaande automatisering, maar ook één gezamenlijk eetverblijf. De geïntegreerde mast van het schip is verder uitgerust met de Smile, ’s werelds nieuwste niet-roterende rondzoekradar voor de langere afstand. Het middenstuk biedt plaats aan de Seastar, met weliswaar een kleiner bereik, maar wel met het vermogen om zelfs in de golven te kijken. Bovenop zit het Gatekeeperdetectiesysteem, dat razendsnel camera- en infraroodbeelden analyseert. Bij operationele inzet heeft de OPV een supersnelle Fast Raiding, Interceptor and Special Forces Craft (FRISC) aan boord. Dit gloednieuwe vaartuig is onder andere bestemd voor antiterrorisme- en antidrugs-operaties op zee en in havengebieden. Daarnaast zal het vaartuig wereldwijd ingezet gaan worden voor het uitvoeren van nautische en amfibische operaties met marinierseenheden. Op de korte termijn mag de FRISC zich bewijzen tijdens de antipiraterij-missie van Hr.Ms. Rotterdam in Somalische wateren. Primair zal het vaartuig ter plekke ingezet gaan worden voor boarding-taken, waarbij het kan profiteren van een grote actieradius en een topsnelheid van zo’n 40 knopen (70 km/u). Bepaald geen stilstand, laat staan achteruitgang.
Futuristischer is ten slotte het onderzoek om te komen tot een onbemand vaartuig. Dit laat zich volgens Oonincx perfect lenen voor bijvoorbeeld antipiraterij en mijnenbestrijding, maar ook voor civiele offshore-taken. “Het KIM is gevraagd om de navigatieaspecten te onderzoeken. In september verwachten we de eerste demo en rond 2020-2025 zou het scheepje in de vaart moeten zijn.” 33
Alle Hens | juli 2012
België en Nederland samen slagvaardig
BeNeSam wereldwijd voorbeeld voor velen De Nederlandse en Belgische marines werken al lange tijd samen. De verkoop van twee Multipurpose-fregatten aan België in 2005 intensiveerde hun partnerschap. De overdracht bezegelde een nog nauwere samenwerking met betrekking tot het onderhoud en instandhouding van de gezamenlijke fregatten en mijnenjagers. De betrokken partijen spreken zelf over een ‘ruilactie’ die leidde tot een van de meest unieke samenwerkingsverbanden tussen twee landen: BeNeSam. Tekst: Sabina Wijchers en Sandra van der Salm I Foto’s: Marinebedrijf Commandeur Kees Boelema Robertus, algemeen-directeur Marinebedrijf: “Samen betekent iets in gezamenlijkheid doen. In toenemende mate gebeurt dat. De krimpende budgetten zorgen ervoor dat we slimmer moeten werken. Door van de nood een deugd te maken, leggen wij het fundament waarop het bedrijf verder kan groeien." De Belgen en de Nederlanders werken samen in de Wapensysteemmanagement (WSM)-driehoek van normsteller, onderhouder en gebruiker. Op dit moment beschikt de Koninklijke Marine over zes mijnenjagers uit de Alkmaar-klasse; de Belgische Marine over vijf. Beide landen bezitten twee Multipurpose (M)-fregatten. Door onderhoud en instandhouding te bundelen – de fregatten worden in Den Helder gedokt en de mijnenjagers in Zeebrugge –, wordt een hogere mate van efficiency gerealiseerd. BeNeSam ten voeten uit: BNS Leopold in Dok VI in Den Helder.
Meer met minder Kapitein ter zee Vincent Hap werkt sinds jaar en dag bij de Belgische Marine. In zijn huidige functie beheert hij al het varend materieel als sectiechef en normsteller. “Toen Neder-
land eind 2005 twee M-fregatten aan België verkocht, stond in het contract opgenomen om intensiever samen te gaan werken. Nederland werd verantwoordelijk voor het onderhoud van de M-fregatten en België voor het onderhoud van de mijnenjagers.” Korvetkapitein Raf Smet van de Belgische Marine is verantwoordelijk voor het globale onderhoud aan zowel de Nederlandse als de Belgische mijnenjagers. “Samenwerken met de Nederlandse marine levert ons op personeelsvlak ruimte. Gezamenlijk kunnen we onze vloot varend houden. We zijn ieder verantwoordelijk voor ons eigen systeem, dit geeft ons de kans om ons te specialiseren in die systemen, waarvan we wel gezamenlijk de norm stellen.” Hap vult aan: “Dat onze samenwerkingsverbanden alsmaar worden uitgediept, is een goede en noodzakelijke ontwikkeling die door bezuinigingen is ingegeven. Met een goede samenwerking kunnen wij meer met minder. Wij proberen zo verstandig mogelijk om te gaan met schaarste. Als we niet hadden samengewerkt, zouden we wellicht moeilijkheden ondervinden bij het onderhouden van de schepen”. Delen van kennis en ervaring Voorbereidings- en engineeringskosten worden nu door twee landen gedeeld. Reservedelen en walvoorraad kunnen beide landen aanspreken. Er is nog maar één strategische voorraad, in plaats van twee en dit scheelt al behoorlijk in de kosten. “Je leert veel van elkaar en met vier fregatten doe je meer ervaring op”, stelt luitenant ter zee 1 Marcel van der Windt, systeemmanager M-fregatten. Hoewel het financiële voordeel zeker een winstpunt is, is het kunnen delen van kennis en ervaring een belangrijke factor. “Het instandhoudingscluster kan snel schakelen doordat wij leven ‘op’ de klant, wij zijn de klant. Essentiële modificaties kunnen snel worden ontwikkeld en uitgevoerd”, vervolgt Boelema Robertus. Instandhoudingsplannen worden voor een periode van vijf jaar vooruit geschreven en eenmaal per jaar herzien. “In die
Alle Hens | juli 2012
34
KTZ Boelema Robertus: “Door van de nood een deugd te maken, leggen wij het fundament waarop het bedrijf verder kan groeien.” Rechts: KTZ Hap: “Als we niet hadden samengewerkt, zouden we wellicht moeilijkheden ondervinden bij het onderhouden van de schepen”.
plannen worden instandhoudingsactiviteiten inzichtelijk gemaakt en wordt duidelijk hoeveel manuren er jaarlijks nodig zijn. En wat de verwachte kosten voor materiaal en uitbesteding zijn binnen een scheepsklasse. Het doel van WSM is de materiële gereedheid van de schepen te waarborgen tegen minimale kosten”, vertelt Van der Windt.
“Over binationale samenwerkingsverbanden wordt veel gesproken; tot nu toe zijn wij de enigen die het echt doen.” Cultuurverschillen Zou het niet mogelijk zijn om het onderhoud uit te besteden aan burgerbedrijven? “Natuurlijk besteden we vanwege kostentechnische aspecten delen van onderhoud uit. Hierbij geldt dat de voordelen van het werken met een civiel bedrijf groter moeten zijn dan met een militaire partner. Daarbij gaat militaire veiligheid overigens boven alles. Informatie over gevoelige installaties vrijgeven brengt een groot risico met zich mee”, legt Smet uit. Waar twee verschillende landen met elkaar samenwerken worden cultuurverschillen zichtbaar. Ieder land kent immers zijn eigen werkwijze en dat kan in de dagelijkse werksfeer 35
soms tot onbegrip of onduidelijkheid leiden. Om de band goed te houden, wordt open en structureel overleg aangemoedigd; dat vergt een zekere mate van zakelijkheid. “Door gedegen onderhoudsplannen op te stellen is vertrouwen gewaarborgd”, legt systeemmanager Mijnenjagers, Marcel Abbekerk, uit. “Deze zakelijkheid komt daarnaast goed van pas in de huidige reorganisatie, waar budgetten en kennis steeds beperkter worden.” Hierop vult Hap aan: “Natuurlijk zijn er cultuurverschillen. Doordat de verstandhouding goed is, evolueren we van verschillende systematieken naar een nieuwe; zo ontstaat er winst op het eindproduct. Samen komen we tot een beter resultaat.” BeNeSam is uniek in Europa en wordt zelfs wereldwijd als voorbeeld beschouwd. De Europese politiek stuurt aan op meer samenwerking tussen defensies van verschillende landen. “De ruilactie met België betekent maximale synergie. Meer doen met minder en de aanwezige capaciteit maximaal benutten”, stelt Abbekerk. Hap: “Over binationale samenwerkingsverbanden wordt veel gesproken; tot nu toe zijn wij de enigen die het echt doen. De laatste maanden zijn wij zowel door de Franse als door de Spaanse defensies benaderd met vragen over hoe wij het geregeld hebben”. Boelema Robertus, ten slotte: “Nog slimmer ondernemen is het credo: maximale veiligheid, maximale doelmatigheid en maximale gezamenlijkheid”. Alle Hens | juli 2012
Medewerkers Optronica reizen kijkers achterna
Burger in vlekkenpak Met ruim 30 dienstjaren bij Defensie, waarvan de eerste vijf jaar als ’echte’ militair, is Nico Woord gepokt en gemazeld in zijn vak. Woord werkt als senior medewerker bij de afdeling Helderheidversterking van Optronica. Hij onderhoudt onder andere nachtkijkers voor de militairen in zowel Den Helder als missiegebieden. Aangezien Woord een burgermedewerker bij Defensie is, wordt hij voor zijn werkzaamheden in missiegebieden gemilitari-
Onderhoud ter plaatse heeft de voorkeur boven het opsturen van de middelen naar Den Helder.
seerd met de rang van adjudant van de Koninklijke Landmacht. Dit met als voordeel dat hij dezelfde rechten en plichten heeft als een militair. Tekst: Sabina Wijchers I Foto’s: Marinebedrijf
Nico Woord
“Vanaf 2004 ben Ik elf keer op werkbezoek en vijf keer op uitzending geweest, waarvan een keer naar Irak en vijftien keer naar Afghanistan. Dit is voor een medewerker van het Marinebedrijf uniek. Tijdens een uitzending voer ik dezelfde werkzaamheden uit als op de Nieuwe Haven in Den Helder.
De ambiance is echter geheel anders. Ik heb een militair pak aan, loop met een wapen en werk in een missiegebied. Gelukkig hoef ik niet alleen naar zo’n missiegebied, meestal gaan we met z’n drieën. Op die manier kun je veel werk uitvoeren en heb je steun aan elkaar.” Wederzijds begrip Een burger op missie sturen, gebeurt niet van de ene op de andere dag. Er gaat een heel traject aan vooraf. Er komt eerst een verzoek uit een missiegebied, bijvoorbeeld voor onderhoud en reparatie aan de nachtkijkers van piloten. Uiteindelijk krijgt Woord of een collega via zijn leidinggevende het verzoek zich voor te bereiden op uitzending. Wanneer het materiaal klaar dient te staan om verzonden te worden, wanneer en waar hij zich zelf moet melden. Missiegerichte instructie (MGI) is een ander belangrijk onderdeel van de voorbereiding. Tijdens een MGI wordt informatie gegeven over de situatie in het missiegebied en er wordt verteld wat de medische situatie ter plekke is. “Het werken in uitzendgebieden is voor mij uitdagend. Het is niet zonder gevaar en ik kom op plekken waar ik anders niet kom”, aldus Woord. “Daarnaast krijg ik inzicht in het gebruik van de optische middelen in het veld. Ik spreek de mensen die met de apparatuur werken, die ik onderhoud en repareer. Dit zorgt onder andere voor wederzijds begrip.” Te groot risico Nachtkijkers van piloten zijn moeilijk te verkrijgen. Wereldwijd zijn er slechts een paar leveranciers en het duurt ongeveer twee jaar voordat een bestelling geleverd wordt. Dit zorgt er mede voor dat Defensie uiterst zorgvuldig met het materiaal omgaat en extra waarde hecht aan het nodige onderhoud. Onderhoud ter plaatse heeft dan ook de voorkeur boven het opsturen van de middelen naar Optronica in
Alle Hens | juli 2012
36
Den Helder. Het kwijtraken van nachtkijkers tijdens transport is een te groot risico. Op uitzending werkt Woord overigens niet alleen voor de Nederlandse Krijgsmacht. “De Belgen maken ook gebruik van onze diensten. Nederland en België gebruiken hetzelfde
“Het is erg prettig om zaken te doen met een klantgerichte defensieorganisatie die inzicht heeft in de situatie waarin gewerkt wordt.” materiaal, hierdoor worden kosten gespaard op het gebied van reserveonderdelen en onderhoud. Voor dit onderhoud krijgen wij van onze Amerikaanse leverancier trouwens de nodige informatie en training. Die zal onze leverancier nooit aan een commerciële partij geven. Sterker nog, onze leverancier heeft ooit een spreekverbod opgelegd gekregen plus een boete van miljoenen dollars, omdat er informatie over het materiaal bij een verkeerd bedrijf terecht was gekomen. Geheimhouding is dus essentieel.” Logistieke uitdaging Berend Visser is de logistieke baas van de Maritiem Special Operations (MSO). Zijn club is er verantwoordelijk voor dat alle spullen op de juiste plek, op de juiste datum en de juiste tijd aanwezig zijn. Dit is een logistieke uitdaging vanwege de vele 37
verplaatsingen van wapens, munitie, kleding, voeding enzovoort. Kortom, alles wat nodig is om een missie of een training uit te voeren wordt door MSO verzorgd. Visser blijkt bijzonder ingenomen met het feit dat medewerkers van Optronica naar uitzendgebieden toekomen: “Kijkers zijn erg duur en het traject om de kijkers van een missiegebied naar Nederland te krijgen, voor onderhoud of reparatie, is lang. Door de bezuinigingen zijn de doorlooptijden opgelopen naar ruim een half jaar. Het is prima dat Optronica op locatie komt onderhouden en repareren.” “Het is erg prettig om zaken te doen met een klantgerichte defensieorganisatie die inzicht heeft in de situatie waarin gewerkt wordt“, vervolgt Visser. “In het begin stond ik nogal sceptisch tegenover de samenwerking en al helemaal omdat er een burger kwam. Toen bleek dat Nico Woord en zijn team ons materiaal op locatie kwamen onderhouden, schoonmaken en repareren, was ik om. We hebben onze werkzaamheden stilgelegd en Woord en zijn team hebben in een week tijd aan ruim 200 optische apparaten gewerkt.” “Inmiddels is de relatie met Woord hecht; wij zijn samen slagvaardig”, aldus Visser. “Het komt ook voor dat er kijkers op schepen niet goed functioneren. Zodra een schip de haven in vaart, leg ik contact met Woord om zijn advies te vragen. We voeren deze reparaties nog niet tijdens varende missies uit, maar mogelijk dat we dit in de toekomst wel gaan doen.” Alle Hens | juli 2012
ingezonden door . . .
08 06
Beroepsvisser en Koninklijke Marine zijn goede vrienden Door: Johan Nooitgedagt, voorzitter Nederlandse Vissersbond
“Er liggen nog explosieven op de bodem van de Noordzee. Deze zijn van de Tweede Wereldoorlog en in enkele gevallen van daarvoor. Omdat beroepsvissers met hun netten over de zeebodem gaan, komt daar wel eens een explosief in de vangst. Dat is gevaarlijk en kan mensenlevens kosten. Sinds het zware ongeluk met het vissersvaartuig OD 1 is de samenwerking met de Koninklijke Marine geïntensiveerd. De viskotters kregen duidelijke instructies mee. Tijdens havensessies werden lezingen gehouden door deskundigen van de marine. Voor de Nederlandse Vissersbond is het zaak om de aandacht niet te laten verslappen. Zo’n ongeluk slaat hele diepe wonden in visserijgemeenschappen en in gezinnen. De coördinatie van rampen gaat via het Kustwachtcentrum. Ook bij andere ongevallen, waarbij vissers met een helikopter van boord worden gehaald, speelt de marine een cruciale rol. Zij bewaken tevens de Noordzee door op te treden wanneer verdachte tankers een poging doen om illegaal hun tanks te wassen. Zo blijft onze Noordzeevis gezond en lekker! Tot slot is de Koninklijke Marine een vast nummer bij de Vlaggetjesdagen van de visserij. Zij halen dan alles uit de kast om te demonstreren wat de marine allemaal kan. Voor dit alles zijn wij ze erg dankbaar!” Alle Hens | juli 2012
ingezonden door . . .
08 06
Kustwacht Caribisch Gebied gerespecteerde partner Door: Hans Schreuder, plaatsvervangend Directeur Kustwacht Caribisch Gebied “De Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch Gebied, kortweg KWCARIB, is een samenwerkingsverband van de landen Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Dit schitterende bedrijf is zo’n zestien jaar geleden opgericht. De taken van KWCARIB hebben betrekking op dienstverlening (nood-, spoed- en veiligheidsverkeer, Search & Rescue en rampenbestrijding) en toezicht en opsporing (bestrijding van handel in en smokkel van verdovende middelen, vuurwapens, mensensmokkel, grensbewaking, douanetoezicht, toezicht milieu en visserij plus toezicht op de scheepvaart). KWCARIB is geen militaire organisatie, maar een civiel bedrijf dat voor ongeveer 80 procent bestaat uit medewerkers afkomstig van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de omliggende (ei)landen. De overige medewerkers zijn medewerkers van Defensie, met name marinecollega’s. De marine draagt niet alleen haar steentje bij door uitstekend opgeleide collega’s voor drie jaar te detacheren bij de Kustwacht, maar levert ook vele andere diensten. Denk bijvoorbeeld aan het onderhoud van de klei-
ne vaartuigen en de cutters, uiteraard in nauwe samenwerking met de lokale collega’s. KWCARIB maakt bijvoorbeeld ook gebruik van kazernefaciliteiten op Curaçao en Aruba, van kennis en ervaring op het gebied van Arbo, veiligheid en milieu, van beleidscapaciteit en van de vaardagen van het stationsschip. Door de voortreffelijke ondersteuning van Defensie en de nauwe samenwerking tussen de lokale collega’s en die van de marine, is KWCARIB uitgegroeid tot een professionele en alom gerespecteerde partner op het gebied van Search & Rescue en de bestrijding van maritiem gerelateerde criminaliteit in het Caribisch Gebied.” (Foto: Peter Bijpost, AVDD)
14 06
11 06
Door: Stichting Nederlandse Veteranendag
Door: Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij
“Op zaterdag 30 juni wordt de 8e Nederlandse Veteranendag gehouden. Dat gebeurt in Den Haag met een plechtige start in de Ridderzaal en een medaille-uitreiking aan zeventig militairen op het Binnenhof. Het hoogtepunt is het Nationale Defilé van duizenden veteranen voor Z.K.H. de Prins van Oranje en minister-president Mark Rutte. Het Malieveld is het gezellige trefpunt voor veteranen en publiek. Al vanaf het begin ondersteunt de Koninklijke Marine de organisatie van het geheel. Zo zijn bijvoorbeeld de marsleiding en de opbouw van het evenement op het Malieveld in handen van marinemensen en marineveteranen. Maar ook elders kom je marinepersoneel tegen. Bijvoorbeeld bij de Kidscorner, waar jonge mariniers zich inzetten om jeugdige bezoekers een leuke en avontuurlijke dag te bezorgen.”
“De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) redt mensen op zee. Snel, professioneel en kosteloos. De KNRM heeft een landelijk netwerk van 45 reddingstations met 1.100 vrijwilligers. Tien reddingposten met lifeguards worden tijdens de zomermaanden bemand op de Waddeneilanden. De vloot van de KNRM telt 70 reddingboten die door professionele vrijwilligers worden bemand. Per jaar brengt de KNRM voor 3.000 mensen hulp en redding. Geregeld in samenwerking met eenheden van de Koninklijke Marine. Op alle wereldzeeën kunnen zeevarenden een beroep doen op de artsen van de Radio Medische Dienst van de KNRM. Waar nodig kan de marine worden ingeschakeld voor medische evacuaties. De
Marine steunt de Nederlandse Veteranendag
Peterson SBS op de Marinedagen Door: Peterson SBS 01 05
VPD aan boord VOS Shine Door: Kapitein Cornelis Jongedijk van VOS Shine
38
mogelijk coördineren en afstemmen van transport over land, zee en door de lucht. Veiligheid voor mens en milieu is daarbij cruciaal. Met de Koninklijke Marine hebben wij een gezamenlijk belang in het beschermen van onze energiebronnen op de Noordzee. Wij doen dat onder andere door regelmatig te controleren op de naleving van veiligheidsprocedures aan boord van de schepen en door het regelmatig testen en inspecteren van technische gereedschappen aan boord van de platformen. “
coördinatie voor Search & Rescue en radio medische adviezen wordt gedaan door het Kustwachtcentrum in Den Helder. De KNRM is een ongesubsidieerde hulpverleningsorganisatie, die in stand gehouden wordt door donaties, schenkingen en nalatenschappen. Word donateur via www.knrm.nl. (Foto: Flying Focus)
08 06
Dutch Marines onboard commercial vessels Door: Jonathan Martinez van Dockwise
08 06
“Vanaf de Nieuwe Haven kunt u de kade van Peterson SBS in Den Helder zien liggen. Maar wat gebeurt daar aan de overkant waar de rood-, blauw- en groengekleurde bevoorradingsschepen af en aan varen? Peterson SBS coördineert voor negen oliemaatschappijen (de SNS Pool) de logistieke afhandeling van vracht en personeel naar en van de booreilanden en productieplatformen in de Noordzee. Het coördineren van de logistieke stromen doen we niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Ons doel is het zo efficiënt
Koninklijke Marine en de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij
“Wou gaarne mijn waardering uitspreken voor het VPD-team dat aan boord van VOS Shine van Singapore tot Malta meevaarde. Prima ploeg mariniers die klaarstond voor hun duty, hetgeen ook bleek tijdens het incident op 25 april in de Rode Zee. Buiten hun duty ook zeer behulpzaam naar de scheepsbemanning toe, met allerlei zaken aan boord. Dit werd door mij uitermate gewaardeerd, omdat onze bemanning was geminimaliseerd en we wat hulp best konden gebruiken. Ook overige scheepsbemanning dus zeer content; hebben het ervaren als één team (tien bemanning + VPD-team) dat voor elkaar klaarstond. Gaf, buiten beter gevoel van bescherming, ook een prima sfeer aan boord! Mijn hartelijke dank hiervoor!”
“Dockwise is the heavy marine transport leader, specializing in transportation and installation of mega offshore structures. The company uses its specialized semi-submersible fleet of heavylift vessels to transport cargo for oil & gas companies. When transporting valuable cargo, the vessel is sometimes exposed to security issues in high risk areas such as the Golf of Aden where pirates are active. To mitigate risk, the Security Council at Dockwise decided to request armed protection. The safety of our crew, cargo, and vessels has always been a top priority. However, dealing with the danger of piracy is a reality that we must all face. Although it is impossible to entirely prevent piracy, at Dockwise, we never hesitate to make the investments necessary to minimize risks. Therefore, we decided to
39
invest in proactive anti-piracy protection measures. As flying the Curaçao flag, we are required to use armed Dutch marines onboard our vessels. These Vessel Protection Detachments reduce the risk of falling victim to piracy as much as possible. Dockwise has a positive track record with VPD onboard Dockwise Vessels. Crew and marines have learned to work as a team to secure a safe transit through High Risk Areas. The collaboration includes hardening of the vessel, performing training drills, execution of security tasks. VPD’s have earned the trust of the crew who feel well protected while exposed in high risk areas. Based on years of experience, we are convinced Dutch marines provide the best-in-class protection needed to ensure the safety of the crew, cargo and vessel.”
Alle Hens | juli 2012
ingezonden door . . .
ingezonden door . . .
12 06
09 06
Door: Captain David Jones (US Navy), liaisonofficier bij CZMCARIB/CTG4.4
Door: directeur Marinemuseum, KLTZSD Harry de Bles
It’s Not All about Klompen and Kaas “Not far from the Venezuelan coast is the island of Curaçao. The island is a former Dutch colony and was, until October 10, 2010, a part of the Netherlands Antilles, but is now semi-autonomous. The island’s 150,000 residents now primarily depend on the Kingdom only for defense and foreign ministry functions. Among the islands most notable residents
50 jaar lang ontmoetingsplek voor maatschappij en Koninklijke Marine
are the 500 men and women who comprise the Dutch Defense Forces in the Caribbean. While the Dutch have been on the island for over three hundred years, the Royal Netherlands Navy was dispatched to the island following a 1923 attack on Fort Amsterdam in Willemstad by Venezuelan revolutionary Rafael Simon Urbina. When most Americans think of
Tijdens zijn bezoek aan JIATF-South onderscheidde demissionair minister van Defensie Hillen kapitein Jones met het Ereteken van Verdienste in zilver. 15 06
14 06
Door: Rear admiral Potts
Door: Veteraneninstituut
“During my time as Operation Commander of ATALANTA the Royal Netherlands Navy has dedicated considerable forces to the struggle against piracy off the Horn of Africa. Highly versatile, HNLMS Zuiderkruis provided organic replenishment capability in addition to disrupting a number of pirated dhows and escorting World Food Programme (WFP) shipping into famine stricken Somalia. From January, Netherlands deployed a new groundbreaking capability to EUNAVFOR, the Autonomous Vessel Protection Detachment (AVPD), embarked in chartered WFP ship, MV Caroline Scan. AVPD protection of WFP shipping is paramount for EUNAVFOR, allowing greater flexibility in tasking counter piracy warships, whilst guaranteeing the security of WFP shipments. Finally, HNLMS Van Amstel has completed a most successful period of operations which culminated in the detention and transfer of eleven suspect pirates to the Seychelles for prosecution. The Royal Netherlands Navy has been in the van of counter piracy operations throughout, making a significant contribution to disrupting this criminal activity.”
“Het Veteraneninstituut (Vi) in Doorn zet zich in voor de maatschappelijk erkenning van en waardering voor veteranen. Veteranen zijn militairen die ons land hebben gediend onder oorlogsomstandigheden of tijdens internationale operaties in VN-verband of daarbuiten en inmiddels de dienst hebben verlaten. Daarnaast streeft het Vi naar optimale zorg voor veteranen en hun thuisfront en verwerft en verspreidt het Vi kennis over veteranenzaken. Deze kennis zetten we graag in, bijvoorbeeld tijdens de LOM-dagen (Leeftijds Ontslag Militairen) die de marine verzorgt voor haar dienstverlaters. Daarnaast helpen we de marine graag en waar we kunnen bij de organisatie van de Marine Veteranendag. Andersom zijn we blij met de bereidheid van de marine om ons aan informatie te helpen waar nodig. Veteranen en partners kunnen altijd en met elke vraag terecht bij het Veteraneninstituut, bijvoorbeeld tijdens de Marine Veteranendag.
NL contribution to ATALANTA
Alle Hens | juli 2012
the Netherlands, we think about wooden shoes (klompen), cheese (kaas), tulips, canals and windmills. During my five years on the island, I have not seen a wooden shoe, a tulip or a canal. I have seen lots of cheese and even encountered a Dutchman who did not like cheese. The only windmills on the island are five or six steel ones built on the north side of the island to harness wind energy. What I have seen is, what I believe to be, one of the West’s most efficient and professional navies which, despite fairly severe budget cuts, manages every day to field a fleet of eager, well-trained and determined professionals working ashore and afloat on cutting edge platforms like HNLMS Tromp or the new Holland Class Oceangoing Patrol Vessels (OPV’s) to protect the Kingdom and its allies from the scourge of illicit trafficking and other threats. At some point, everyone must retire from military service. After twenty-eight years, my time has come. I am happy to say that I have never had a bad assignment. Fortunately, for me, the best one was the last one. Allow me to thank the men and women of the Her Majesty’s Defense Forces for this incredible experience!”
Veteranen, onze missie!
40
Veteranen zijn namelijk onze missie! Alle informatie over het Vi kun je vinden op onze website: www.veteraneninstituut.nl.”
“Het Marinemuseum is al vijftig jaar lang één van die waardevolle plekken waar maatschappij en Koninklijke Marine elkaar ontmoeten. Het is veelzeggend dat juist een Commandant Zeemacht het initiatief tot de oprichting nam. Tot de dag van vandaag draagt de marineleiding het museum een warm hart toe. Mede hierdoor kregen medewerkers de kans een echt publieksmuseum te realiseren dat dit jaar door leden van de ANWB zelfs is uitgeroepen is tot ‘Leukste uitje van Noord-Holland’. Bezoekers maken op een leerzame, maar vooral verrassende
manier kennis met de Koninklijke Marine. De tentoonstellingen, schepen en medewerkers vertellen verhalen over vroeger en nu, over Michiel de Ruyter, maar ook over moderne piraterij. Voor (oud-)medewerkers en inwoners van Den Helder is het museum een ‘plek van herinnering’, waar ‘hun’ erfgoed maatschappij en samenleving met elkaar verbindt. Een ‘waarde’ om te koesteren, door de Koninklijke Marine, maar ook door de stad Den Helder. Op 12 juli viert het Marinemuseum haar 50-jarig jubileum en is het museum gratis geopend voor het publiek.
12 06
21 06
Gouden samenwerking
“Wij zien uit naar verdere samenwerking”
Door: Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid “De Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) is hèt contact voor samenwerking tussen krijgsmacht, industrie en kennisinstellingen. Om één aanspreekpunt vanuit het bedrijfsleven te hebben, namen de ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Defensie in 1984 het initiatief de NIDV op te richten. De meer dan 190 aangesloten bedrijven en instellingen vertegenwoordigen meer dan 90% van de economische toegevoegde waarde in deze hightech sector. Daarvan leveren ruim 80 bedrijven aan de Koninklijke Marine, ten behoeve van veiligheid op en vanuit zee. Binnen NIDV is Marc Soeteman verantwoordelijk voor marinezaken en ex-
Met ‘Levend Zeeslag’, demonstraties van tingieten en touwknopen en optredens van de Marinierskapel belooft het voor iedereen, jong en oud, een leuke dag te worden.”
port. Volgens hem is ‘de samenwerking in de zogenoemde gouden driehoek cruciaal voor het succes van KM, bedrijfsleven en kennisinstellingen; ieder haalt er zijn gouden eieren uit, de KM vaart met geïntegreerde topproducten en het bedrijfsleven houdt haar kennis- en vernieuwingscyclus in stand door een veeleisende eindgebruiker’. Met dalende budgetten wordt internationale samenwerking belangrijker om gezamenlijk het hoofd te kunnen bieden aan veranderende economische en machtsverhoudingen, vaarroutes en losbandige piraten. Daarbij gaat het volgens Soeteman om samenwerking in innovatie, kennis, ontwerp, fabricage, onderhoud, export en afstoting.” Aan boord van Hr.Ms. Evertsen in Istanbul woonde demissionair defensieminister Hillen samen met collega Verhagen van Economische Zaken een netwerkbijeenkomst bij van het Turkse en Nederlandse bedrijfsleven, met hightechbedrijven als Thales, Damen en Fokker. Ook Commandant Zeestrijdkrachten VADM Borsboom was hier; naast hem NIDV-directeur Van Vliet.
41
Door: Henk Zijm, Wetenschappelijk Directeur DINALOG “Het Dutch Institute of Advanced Logistics (Dinalog) is het technologische topinstituut op het gebied van Logistiek en Supply Chain Management en heeft als missie innovatie in de logistieke sector in brede zin te bewerkstelligen door een sterke samenwerking tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven (publiek-private samenwerking). Eén van die bedrijven is zonder twijfel het Marinebedrijf in Den Helder. Als wetenschappelijk directeur van Dinalog en tevens hoogleraar Supply Chain Management aan de Universiteit Twente, onderhoud ik sedert lang goede banden met het Marinebedrijf. Onder meer CDR Arie-Jan de Waard en Jan-Willem Rustenburg, destijds beiden LTZT, zijn gepromoveerd op onderzoek in het Marinebedrijf, respectievelijk op het management van grote onderhoudsprojecten en op het terrein van spare part management bij de KM. Inmiddels staat de marine opnieuw voor grote uitdagingen, mede door de aangekondigde bezuinigingen op Defensiegebied die ook het Marinebedrijf zullen raken. De uitdaging om met minder middelen toch zo uitstekend mogelijk essentiële taken te blijven uitvoeren is niet gering en zal naast partnerschap ook het slim gebruiken van nieuwe logistieke concepten met zich meebrengen. Wij zien uit naar verdere samenwerking.” Alle Hens | juli 2012
ingezonden door . . .
06 06
12 06
Technische opleidingen in de regio
Samenwerken voor innovatie en human capital
Door: Tetrix Bedrijfsopleidingen
Door: Stichting Nederland Maritiem Land
“Na de privatisering van de voormalige bedrijfstakschool van de Rijkswerf (thans Marinebedrijf ) in 1992, is het huidige Tetrix techniekopleidingen ontstaan. Een door het bedrijfsleven bestuurde onderwijsinstelling die samen met het reguliere onderwijs vraaggestuurde opleidingen verzorgt. Technische opleidingen waardoor (toekomstige) werknemers goed hun functie kunnen uitoefenen. De samenwerking met de Koninklijke Marine kent een lange historie van functiegerichte opleidingen en MBO opleidingen op niveau 2, 3 en 4. De leermeesters van de vestiging in Den Helder begrijpen dan ook de behoefte van de Koninklijke Marine aan goed opgeleid technisch personeel. Niet in de laatste plaats doordat zij vaak zelf in het verleden bij de Koninklijke Marine ge-
werkt hebben. Het voortbestaan van technische opleidingen in de regio Den Helder kan niet zonder de inbreng van de Koninklijke Marine en het bedrijfsleven. In deze vaak lastige tijden is het dan ook goed dat we elkaar altijd vinden in de samenwerking.”
12 06
Samen tegen piraterij Door: Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders
“De KM en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) werken intensief samen bij de bestrijding van piraterij. Reders kunnen sinds 15 juni 2011 op basis van een beleidskader een aanvraag indienen voor militaire bescherming van hun schepen bij doorvaart door een High Risk Area. Sinds die tijd zijn er 20 schepen beveiligd. De ervaringen met deze mariniers zijn zeer goed. De mariniers leveren een hoge graad van beveiliging die samen met de hoge mate Alle Hens | juli 2012
van professionaliteit de bemanningen zeer geruststellen. Dat blijkt vooral als er daadwerkelijk een aanval van piraten plaatsvindt, zoals op de Flintstone 17 januari 2012. Hier werd effectief en adequaat op gereageerd. Helaas kan de marine nog niet in alle gevallen voorzien in bescherming; hier wordt in overleg met de redersvereniging hard aan gewerkt. Tot die tijd dringt de KVNR aan op een sluitende aanpak door ook private beveiligers toe te staan.” 42
“Stichting Nederland Maritiem Land (NML) wil samen met belangrijke publieke en private spelers het imago en de naam van de Nederlandse maritieme sector verbeteren. De Nederlandse maritieme sector biedt met een toegevoegde waarde van 14,8 miljard euro werkgelegenheid aan 186.000 mensen. De export bedraagt 15,6 miljard euro en er zijn 12.000 ondernemingen maritiem actief in Nederland. Begin en eindpunt van alle activiteiten van NML is het netwerk van allerlei organisaties uit de totale maritieme sector. Deze zijn afkomstig uit lokale, regionale en landelijke overheden, brancheverenigingen, bedrijfsleven, ingenieursbureaus en kennisinstellingen. Samenwerken en afstemmen zijn inherent aan NML. Wij werken dan ook samen met diverse partnerorganisaties. De Koninklijke Marine is ook nauw betrokken want, hoewel geen commerciële partij, is het Commando Zeestrijdkrachten wel een belangrijke speler, vooral op het gebied van innovatie en human capital. Met name de rol van de Koninklijke Marine bij de innovatie binnen de marinebouwsector en de uitstralingseffecten hiervan naar aanpalende sectoren is belangrijk voor de gehele maritieme sector. Ten aanzien van de arbeidsmarkt trekken de deelnemers van NML gezamenlijk met de marine op om interesse te wekken voor de maritieme sector bij jongeren- en arbeidsmarktactiviteiten.”
Sommige kansen komen maar eens in je leven voorbij. Dit is er een.
MARINIER
BIJ DEFENSIE Heb je VWO, HBO of WO? Word Officier der mariniers. Er zijn van die kansen die je niet mag laten liggen. Marinier worden is er een van. Maar besef: Marinier, dat word je niet zomaar. Je moet sterk zijn en topfit. Een onverwoestbare doorzetter. En als geen ander weten wat samenwerken is. Want je gaat straks leiding geven aan een peloton van 30 mariniers. Zelf ervaren hoe dat is? Kom naar de infodag op 18 juli, 12 september, 24 of 25 oktober. Schrijf je in op werkenbijdemarine.nl of solliciteer direct.