Sonnet 48 How careful was I when I took my way, Each trifle under truest bars to thrust, That, to my use, it might unused stay From hands of falsehood, in sure wards of trust! But thou, to whom my jewels trifles are, Most worthy comfort, now my greatest grief, Thou, best of dearest, and mine only care, Art left the prey of every vulgar thief. Thee have I not lock’d up in any chest, Save where thou art not, though I feel thou art, Within the gentle closure of my breast, From whence at pleasure thou mayst come and part; And even thence thou wilt be stolen I fear, For truth proves thievish for a prize so dear.
Vertalingen door:
Arie van der Krocht Gerard Messelaar H.Moulijn – Haitsma Mulier Lucas Numan H.J.de Roy van Zuydewijn
H.J.de Roy van Zuydewijn Hoe zorgvol, toen ‘k vertrok, ervoor te zorgen Hoe bezorgd was ik toen ik op reis ging,
hoe zorgvol… ervoor te zorgen…
ook ’t kleinst ding¹) in een kluis te doen²), zodat, ¹) zie aantekening om elk wissewasje achter de veiligste tralies te steken,
²) “loper” (i.p.v. bergen)
voor valse handen veilig opgeborgen, opdat het ten behoeve van eigen gebruik ongebruikt ik ’t ongebruikt weer voor ¹) gebruik bezat²). ¹) eigen ²) zou uit handen van valsheid mocht blijven, op afgesloten bewaarplaatsen.
bezitten
Maar jij wie¹) zelfs mijn duurst juweel niets doet²), ¹) misinterpretatie! Maar gij, vergeleken met wie mijn juwelen snuisterijen zijn,
²) nou ja…
mijn grootste troost, nu mijn grootst ongerief*, ritme! / hinder, last, ongemak! mijn diepe troost, maar nu mijn bron van grote droefheid,
liefste (liefste der liefsten heeft aanvaard-
jij, liefst¹) der liefsten en mijn kostbaarst goed²), gij, allerliefste schat, en enige zorg van mij,
¹)
staat aan de greep bloot* van de grofste dief. zijt ten prooi gelaten aan iedere ordinaire dief.
ritme? / de dichter drukt zich ietwat ongelukkig [(scabreus) uit
‘k Heb jou niet opgesloten in een kluis, Ik heb u niet opgeborgen in zomaar een kist,
pejoratief (beter
behalve¹) waar, al voel ik je daar slaan²),
¹)
[baar ritme!)
???
²)
²)
misinerpretatie!
weggesloten)
???
maar waar gij niet écht verblijft, hoewel ik vóél dat gij er zijt: je niet bent en mijn hart zich teder sluit, binnen de tedere beslotenheid van mijn boezem,
ritme / complete
wartaal!!
/ klinkerrijm
en jij in vrijheid komen kunt en gaan. alwaar gij naar believen kunt komen en gaan. Ook daar ben jij niet veilig, ben ik bang, minder cynisch En zelfs daaruit zult gij worden gestolen, ben ik bang, Want voor zo’n prijs duurt eerlijkheid niet lang. want trouw blijkt geniepig bij zo’n dure buit.
(afgetrapte) metafoor van vertaler
Aantekening: ¹) “ook ’t kleinst ding” onuitspreekbaar! / bovendien kleinste / in feite luidt de regel: ”ook ùt kleinste ding in een kluis te doen, zodat” [6 heffingen]
Gerard Messelaar Hoe zorgzaam deed ik voor mijn afreis niet Hoe bezorgd was ik toen ik op reis ging, Het zwaarste slot het luttelst ding bewaken, metafoor van vertaler om elk wissewasje achter de veiligste tralies te steken, Opdat bewaard bleef wat ik achterliet mist alle ironie! opdat het ten behoeve van eigen gebruik ongebruikt En ’t niet in vuige dievenhand zou raken. uit handen van valsheid mocht blijven, op afgesloten bewaarplaatsen. Maar U, die elk juweel verbleken doet, bombastische metafoor van vertaler Maar gij, vergeleken met wie mijn juwelen snuisterijen zijn, Het grootst geluk, de smart nu van mijn leven, steeds er nét een beetje náást! mijn diepe troost, maar nu mijn bron van grote droefheid, Mij dierbaar bovenal, mijn hoogste goed, gij, allerliefste schat, en enige zorg van mij,
misinterpretatie!
U heb ik iedre gauwdief prijsgegeven. zijt ten prooi gelaten aan iedere ordinaire dief. U sloot ik nergens anders weg dan daar Ik heb u niet opgeborgen in zomaar een kist,
weinigzeggend
Waar gij niet zijt, al ben¹) ik in die waan,²) ritme! / ¹) verkeer (contaminatie: in de maar waar gij niet écht verblijft, hoewel ik vóél dat gij er zijt: [ war zijn) ²) dubbelpunt Mijn borst, die teder U omsluit en waar binnen de tedere beslotenheid van mijn boezem, Naar eigen wens gij in en uit kunt gaan. alwaar gij naar believen kunt komen en gaan. En ‘k vrees nochtans, dat men U steelt, mijn lief, ingevoerd En zelfs daaruit zult gij worden gestolen, ben ik bang, Want zulk een ¹) buit maakt eerlijkheid tot dief. want trouw blijkt geniepig bij zo’n dure buit.
¹)
dure
²) metafoor van vertaler
Arie van der Krogt Met hoeveel zorg deed ik vóór mijn vertrek Hoe bezorgd was ik toen ik op reis ging,
ritme! / “loper”
(borg, stopte)
Mijn kleinste kostbaarheden in een kist; om elk wissewasje achter de veiligste tralies te steken, Zodat ik ze op een verborgen* plek een kist is nog géén verborgen plek opdat het ten behoeve van eigen gebruik ongebruikt Voor onbevoegde handen veilig wist. uit handen van valsheid mocht blijven, op afgesloten bewaarplaatsen. Maar jij, bij wie ¹) ²) juwelen prullen zijn, ¹) kan zonder “vergeleken” óók betekenen Maar gij, vergeleken met wie mijn juwelen snuisterijen zijn, [“die vindt dat…” ²) mijn! Mijn enige en allerliefste lief, (praktisch) 4 heffingen mijn diepe troost, maar nu mijn bron van grote droefheid Mijn grootste troost, maar nu mijn ergste pijn, gij, allerliefste schat, en enige zorg van mij, Jij ligt te prooi voor¹) elke vuile²) dief. zijt ten prooi gelaten aan iedere ordinaire dief.
¹)
bent ten prooi aan! (óf gewoon [een vulgaire woordspeling?)
Jou heb ik niet geborgen in een kast; Ik heb u niet opgeborgen in zomaar een kist, Maar ook al ben je ver van mij vandaan, maar waar gij niet écht verblijft, hoewel ik vóél dat gij er zijt: Toch ben je hier en in mijn hart te gast, dat staat er duidelijk ánders binnen de tedere beslotenheid van mijn boezem, En je bent vrij te komen en te gaan. alwaar gij naar believen kunt komen en gaan.
gebrekkig ritme
Maar zelfs daaruit, vrees ik, steelt men je nog, idem En zelfs daaruit zult gij worden gestolen, ben ik bang, Want bij zo’n rijke buit wordt trouw bedrog. want trouw blijkt geniepig bij zo’n dure buit.
(mist sarcasme)
²) stijlbreuk
Lucas Numan Elk prutsje wist ik, voor ‘k mijn reis aanvaardde, Hoe bezorgd was ik voor ik op reis ging, met zorg een afgesloten plek te geven, om elk wissewasje achter de veiligste tralies te steken,
zie r.4 metafoor verloren
dat, mij ten nutte, ik ‘t ongebruikt bewaarde opdat het ten behoeve van eigen gebruik ongebruikt uit handen die in valsheid zijn bedreven. uit handen van valsheid mocht blijven, op afgesloten bewaarplaatsen. Maar gij, naast wie ’k mijn stenen op kralen schat, Numan i.p.v. Shakespeare Maar gij, vergeleken met wie mijn juwelen snuisterijen zijn, mijn diepe troost, maar bron van droefheid nu mijn diepe troost, maar nu mijn bron van grote droefheid, en enige zorg, ik liet u, liefste schat, gij, allerliefste schat, en enige zorg van mij, ten prooi aan elk roofzuchtig individu. zijt ten prooi gelaten aan iedere ordinaire dief. Niet zomaar ’n kast biedt u geborgenheid: Ik heb u niet opgeborgen in zomaar een kist, al zijt ge er niét, ik vóél u daarin in staan, waarom niet liggen of zitten? maar waar gij niet écht verblijft, hoewel ik vóél dat gij er zijt: [(rijmdwang) de van mijn boezem tere beslotenheid, binnen de tedere beslotenheid van mijn boezem, alwaar naar wens gij komen kunt en gaan. alwaar gij naar believen kunt komen en gaan. Zelfs dááruit wordt gij, ben ik bang, gegapt, En zelfs daaruit zult gij worden gestolen, ben ik bang, want trouw blijkt bij zo’n dure buit doortrapt. want trouw blijkt geniepig bij zo’n dure buit.
stijlbreuk
H.Moulijn – Haitsma Mulier
borg
Voorzichtig berg¹) ik op²) mijn verre reis Hoe bezorgd was ik toen ik op reis ging,
¹)
Uwe robijnen* in geheimen schrijn,
?!?!
²)
vóór!
om elk wissewasje achter de veiligste tralies te steken, Waar zij, voor mij van een zoo hoogen prijs, opdat het ten behoeve van eigen gebruik ongebruikt Voor valsche roovershanden veilig zijn. pleonasme uit handen van valsheid mocht blijven, op afgesloten bewaarplaatsen. Maar gij, die¹) mijn juweel’²) als steenen³) telt, ¹) misinterpreatie! ²) rare elisie! Maar gij, vergeleken met wie mijn juwelen snuisterijen zijn, [³) juwelen en stenen zijn syno[niemen!
Mijn zoetste* troost, maar nu mijn grootste grief, pasmuntje mijn diepste troost, maar nu mijn bron van grote droefheid, Gij, allerliefste ¹) die mijn lot bestelt²), gij, allerliefste schat, en enige zorg van mij,
¹) komma
Gij wordt¹) een prooi voor²) elken laffen dief. ¹) zijt ten prooi gelaten aan iedere ordinaire dief.
zijt
²) bepaalt
²) beter: ten prooi
U berg¹) ik niet, schoon gij uw goed vermorst²), Ik heb u niet opgeborgen in zomaar een kist,
¹)
aan
heb geborgen
²) ?!?! [maar het rijmt op borst …
Behalve waar, trots verzijn¹) ²) ik u voel, ¹) vèr zijn ²) komma maar waar gij niet écht verblijft, hoewel ik vóél dat gij er zijt: Binnen de zacht’ omhelzing van mijn borst, overbodige (dwaze) elisie (“de zachte omhelbinnen de tedere beslotenheid van mijn boezem, [zing”) Die nu uw haven is, dan weer uw doel. omslachtige formulering! / ritme alwaar gij naar believen kunt komen en gaan. En zelfs vandaar *) vrees ik, wordt gij geroofd, komma / ritme En zelfs daaruit zult gij worden gestolen, ben ik bang, Zelfs¹) waarheid steelt²), geldt het uw kostbaar hoofd³). ¹) zelfs /zelfs ²) onwant trouw blijkt geniepig bij zo’n dure buit. [zin! ³) alsof er een prijs op staat…