Projectplan: Buurt- en burgerinitiatief ‘Op koers met de Klipper’. Aanvrager:
Solidez i.s.m. de Bibliotheek Veluwezoom met steun van diverse burgergroepen, maatschappelijke organisaties en de gemeente Renkum
Projectleiding:
Regiegroep ‘De Klipper’
Datum aanvraag:
14-09-2013
1. Inleiding: wie zijn we? De Regiegroep ‘De Klipper’ vertegenwoordigt een samenwerkingsverband dat in deze aanvangsfase bestaat uit twee professionele kernspelers: de Bibliotheek Veluwezoom en Solidez en dat de steun van de gemeente Renkum heeft. Als partners delen we de ambitie om - in lijn met de transitieopgave ‘van zorgen voor naar zorgen dat’ - via een stevige impuls een beweging te realiseren die er toe leidt dat niet alleen de bestaande voorzieningen ‘Bibliotheek’ en ‘Dorpshuis’ opgaan in één voorziening, dat deze behouden blijft voor de gemeenschap maar vooral ook dat het gebouw een vrijplaats wordt voor ‘ontmoeten, ondersteunen, ontwikkelen, ondernemen en onderzoeken’ door en voor burgers. In de achterliggende maanden hebben we via een intensieve verkenning veel steun verworven voor het vernieuwingsproces zoals ons dat voor ogen staat. Na deze verkenning willen we kunnen gaan verzilveren en ons initiatief kunnen verbreden zodat er een vitaal netwerk van burgers, ondernemers (waaronder zzp-ers) en dienstverleners ontstaat. Aan onze veranderopgave zit in de eerste plaats een sociale component die gevolgd wordt door de realisatie van een fysieke aanpassing van het gebouw. We willen hier projectmatig mee aan de slag. Het project kenmerkt zich door een dynamische aanpak. Dat betekent dat we steeds naar ‘kruispunten’ zullen toewerken en via een participatief proces bepalen wat de volgende afslag en mijlpaal zal zijn. De eerste verkenningen hebben tot enthousiasme geleid zowel bij burgerinitiatieven c.q. (creatieve) ondernemers als bij maatschappelijke ondernemers zoals bijvoorbeeld: de Permar; Leo Kannerhuis; de HAN, ROC Rijn IJssel, Vilente, RIBW en Lindenhout. Met hen zullen we vormgeven aan het concept ‘wijkleerwerkteams’ en daarmee de burgerparticipatie actief gaan vormgeven. In de fase waarin we toewerken naar fysieke aanpassing zullen we andere lokale partners, zoals bijvoorbeeld Revabo en een plaatselijke architect, bij het proces betrekken. Allen werken we vanuit de visie dat het initiatief beoogt bij te dragen aan het versterken van buurten burgerkracht, onderlinge betrokkenheid, gemeenschapszin, participatie, sociale, culturele en economische activiteiten. En dat kan alleen als burgers een prominente rol vervullen. 2. Doelstelling ‘Op koers met de Klipper’ Bovengenoemde partners willen inhoudelijk en fysiek vorm geven aan ‘de Klipper’ een multifunctionele voorziening in Oosterbeek. Met betrekking tot de inhoudelijke realisatie onderscheiden we twee componenten: •
De realisatie van vernieuwende vormen van burgerparticipatie en het vormen van een vitale coalitie van burgers, ondernemers en dienstverleners t.b.v. de beoogde vrijplaats. Een plaats waar de goed toegeruste burger als vrijwilliger een actieve bijdrage aan realisatie en exploitatie levert; de kwetsbare burger zich kan ontwikkelen en naar vermogen bijdraagt en
•
zodoende betekenis vindt; waar geleerd en onderzocht kan worden en waar in de ontmoeting plaats is voor iedereen; De realisatie van maatschappelijke doelen op basis van bestaande budget- en prestatieafspraken met de gemeentelijke opdrachtgever (going concern, zo veel als mogelijk volgens de nieuwe principes).
De fysieke realisatie bestaat uit een verbouwing van het pand bij voorkeur uit te voeren door lokale ondernemers die plaats bieden aan leerlingen/studenten en/of mensen met een beperking. De fysieke invulling maakt nu geen deel uit van het projectplan. De partners stemmen werkzaamheden en dienstverlening optimaal op elkaar af en betrekken daarbij de burgers. Via deze samenwerking wordt vorm gegeven aan diverse maatschappelijke opgaven: de transformatie van verzorgingsstaat naar participatiegemeenschappen met een toename van het zelforganiserend en zelf-oplossend vermogen in de samenleving; de realisatie van de WMO-kanteling; de decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ,de Participatiewet, Passend Onderwijs en de beoogde verlaging van kosten. De samenwerking in Oosterbeek staat tevens model voor de ontwikkelingen elders in de Renkumse kerndorpen. De samenwerking krijgt van meet af aan vorm met verschillende type burgers, elk met een participatie- c.q. leerwerkprofiel. Op die manier dragen we bij aan het versterken van zelfredzaamheid en eigen kracht, participatie, leefbaarheid en sociale veiligheid, onderlinge betrokkenheid en zorg en een actieve, gezonde leefstijl. Kwetsbare burgers worden, mede m.b.v. medeburgers, informatievaardig, leefvaardig, leervaardig en arbeidsvaardig.
3. Doelstellingen m.b.t. specifieke doelgroepen T.a.v. uiteenlopende burgers: -
Goed toegeruste burgers die mee willen participeren in formeel besluitvormingsproces op basis van vooraf helder gedefinieerde procedures en vastgestelde invloedsferen. Gedurende de projectperiode van drie jaar zijn er 50 burgers actief, in wisselende samenstelling en intensiteit. De participatieactiviteiten zijn dusdanig vormgegeven dat er rekening wordt gehouden met diverse participatie- en leefstijlen.
-
Vrijwilligers op activiteitenniveau: matching vraag en aanbod op basis van intrinsieke motivatie Gedurende de projectperiode zijn er 10 actieve vrijwilligers die een bijdrage leveren van gemiddeld 4 uur p/w. Daarnaast is er een grote groep vrijwilligers die op meer incidentele en onregelmatige basis betrokken is.
-
Semi vrijwilligers: burgers die in het kader van participatiedoelen een tegenprestatie leveren; matching van vraag en aanbod passend bij de capaciteiten, motivatie en ambities. Gedurende de projectperiode wordt gemiddeld aan 5 participatiemedewerkers een begeleide leerwerkplaats geboden. Zij worden in staat gesteld door de werkzaamheden die zij verrichten hun vaardigheden (informatie-; leer- arbeid- en leefvaardigheden) verder uit te bereiden.
-
Burgers met een activeringsvraag: matching van vraag en aanbod passend bij de capaciteiten, belastbaarheid, motivatie en verlangens. Gedurende de projectperiode wordt gemiddeld aan 5 burgers adequate begeleiding geboden opdat ze de eerste treden op de participatieladder kunnen overbruggen.
-
Burgers in opleiding met een onderscheid in opleidingsniveaus (mbo-niveau 1 en 2; 3 en 4; hbo en wo) en sectorkeuze: matching van vraag en aanbod passend bij de opleidingseisen, motivatie en/of persoonlijke ambities. Gedurende de projectperiode werken we gemiddeld met 8 stagiaires van verschillend opleidingsniveau, verschillend studieprofiel en divers in aard en omvang van de inzet (praktijk en/of onderzoek).
T.a.v. de professionals van zowel kern- als schilpartners: het is van belang dat zij leren vanuit de eigen thuisbasis (de huidige organisatie) te werken voor een samenwerkingsverband bestaande uit kern- en schilpartners. De samenwerkings-, keten- en netwerkvaardigheden dienen zich zodanig te ontwikkelen dat de gemeenschappelijk beoogde doelen behaald kunnen worden. Werkprocessen dienen optimaal op elkaar afgestemd te worden, het succes van de een is tevens het succes van de ander, de samenwerking en bijbehorende houding transformeert van kennisdeling naar gemeenschappelijke kenniscreatie. 4. Werkwijze in het project Partners geven gezamenlijk vorm aan de realisatie van een wijkleerwerkteam: een netwerk van uiteenlopende burgers die een actieve rol vervullen in de realisatie van de beoogde vrijplaats. Het wijkleerwerkteam wordt als team in de basis begeleid door een agogisch medewerker. De betrokken burgers krijgen, afhankelijk van de bijdrage die zij willen en kunnen leveren en in lijn met hun
persoonlijke ambities en doelen, begeleiding op maat. Deze kan verleend worden door burgers onderling en/of door professionals van de betrokken maatschappelijke organisaties c.q. ondernemers.
Wijkleerwerkteam: samenspel tussen uiteenlopende burgers en professionals in de wijk
De agogisch werken ondersteunt het team in het kiezen van de activiteiten die zij van belang vinden in het licht van de doelstellingen als partners met elkaar de vitale vrijplaats ‘’ De Klipper’ te realiseren. Het participatieproces gericht op ‘ontwerp – en herinrichting van het gebouw en programmering van de activiteiten’ is een ‘voorbeeld in zichzelf’. Dat betekent dat al doende burgers en professionals samen optrekken vanuit de missie en visie van de transformatie ‘van zorgen voor naar zorgen dat’. Gaandeweg het proces treden de burgers naar voren en kunnen de professionals naar de achtergrond. Er zullen uiteenlopende werkvormen gekozen worden: dialoogsessies; ontwerpbijeenkomsten; klankbordgroepen; creatieve bijeenkomsten enz. Gedurende de projectperiode van 3 jaar zullen er in totaal zo’n 45 sessies gehouden zijn, gemiddeld zo’n 15 p/j (1,5 gemiddeld p/m).
Naast bovengenoemde betrokkenheid is er ook burgerbetrokkenheid voor de realisatie van de huidige dagelijkse gang van zaken (going concern). Gedurende de projectperiode zullen hier weliswaar veranderingen in optreden. De door burgers te verrichten werkzaamheden zullen in de komende jaren uitbreiden hetgeen tot een extensiever gebruik van de accommodatie zal leiden en tot een grotere participatie in het algemeen.
Regiegroep De Klipper Ontwerp- en herinrichting gebouw, programmering Dagelijkse gang van zaken in het gebouw
Voorbeeldwerking: kennisdeling en kenniscreatie Het initiatief zal dienst doen als voorbeeld voor burgergerichte netwerksamenwerking en de ontwikkeling van multifunctionele voorzieningen elders in de gemeente Renkum. Uitwisseling van kennis en inzichten zal gedurende het proces plaatsvinden in kenniskringen. We zullen daarbij gebruik maken van kennis van bestaande succesvolle burgerinitiatieven in de andere dorpen. Zo versterken we de verbinding tussen de verschillende kerndorpen in Renkum. Indien gewenst ook partners in de regio Arnhem (inclusief Wageningen) betrokken kunnen zijn. De werkwijze, proces- en productresultaten zullen via moderne media beschreven en gepubliceerd worden. We zijn van mening dat het met deze innovatieve aanpak lukt om met meerdere partijen tezamen, met een duidelijke rol voor de burger , te werken aan meerdere maatschappelijke vraagstukken gelijktijdig en deze vanuit een integrale visie vorm te geven. Al werkende zoeken we naar besparingsmogelijkheden en naar nieuwe organiseer-en verdienmodellen. We zullen daarbij gebruik maken van diverse lectoraten van de HAN. We zullen minimaal 1 kenniskring vormen.
5. Projectbegroting De realisatie vraagt ook om inzet van alle betrokkenen en om organisatiekosten. Partijen investeren zelf een deel en voor het andere deel vragen we ondersteuning van de provincie. Project
'Op koers met de Klipper'
Kosten projectleiding (extern)
2014
2015
2016 Totaal
tarief
€ 75,00
€ 76,50
€ 78,03
directe uren
200
140
80
p-last
€ 15.000
€ 10.710
€ 6.242
€ 31.952
Conceptuitwerking
2014
2015
2016
15 burgerinitiatieven p/j, gemiddelde prijs per initiatief: 2250 euro p/k
€ 33.750
€ 33.750
€ 33.750
Agogische ondersteuning wijkleerwerkteam
pm
pm
pm
Inzet medewerkers overige organisaties
pm
pm
pm
€ 33.750
€ 33.750
€ 33.750
€ 101.250
Totaal
€ 48.750
€ 44.460
€ 39.992
€ 133.202
Inbreng derden
€ 11.100
€ 11.100
€ 11.100
€ 33.301
Subsidie Provincie
€ 33.301
€ 33.301
€ 33.301
€ 99.902
Dekking/inkomsten
Toelichting begroting Kosten Projectleiding Om bovengenoemde doelstellingen te realiseren willen we volgens een afbouw van de inzet (van 200 uur in 2014 naar 80 uur in 2016 en 0 vanaf 2017) onder leiding van een extern projectleider de samenwerking tussen de betrokkenen (burgers en professionals) vormgeven. De partners verwerven dusdanige vaardigheden dat zij uiteindelijk de samenwerking zonder dergelijke ondersteuning kunnen realiseren en het onderdeel geworden is van de normale gang van zaken. We zijn uitgegaan van een gemiddeld uurtarief op HBO-niveau en geïndexeerd met 2% per jaar. De projectleider wordt aangestuurd door de ‘regiegroep’. De participatie uit de regiegroep wordt door de betrokken organisaties zelf gefinancierd. Conceptuitwerking In lijn met de ontwikkelingen maken we onderscheid tussen twee hoofdcomponenten die gedurende de komende drie jaar steeds meer in elkaar zullen overvloeien. T.b.v. deelproces ‘Ontwerp en herinrichting gebouw en programmering’ zetten we actief in op het vergroten van burgerparticipatie van goed tot zeer goed toegeruste burgers (die gaande weg de rit ook de minder goed toegeruste burger meeneemt). Gemiddeld zullen we een 15-tal burgerinitiatieven per jaar realiseren. Aanvankelijk zullen we actief moeten inzetten om dit proces goed te stroomlijnen opdat enerzijds de burgers een steeds actievere rol kunnen vervullen en
anderzijds de betrokken organisaties hun werkwijze en bedrijfsvoering aan de nieuwe tijd kunnen aanpassen. We hebben een gemiddeld bedrag per burgerinitiatief begroot en houden rekening met enkele grotere evenementen en een reeks kleinschaliger initiatieven. Het budget is zowel beschikbaar voor bekostiging van middelen en materialen t.b.v. de activiteiten als voor inhuur van professionele ondersteuning. Deze kan geleverd worden door de aangesloten organisaties maar ook door derden (denk aan zzp-ers). De inbreng van de burger bij de invulling van deze initiatieven wordt steeds groter. Wij denken dat deze benaderingswijze behulpzaam is bij het versterken van de participatie; het nadenken over het belang van welke voorzieningen en het nemen van medeverantwoordelijkheid (inhoudelijk en financieel) voor de instandhouding; het versterken van het kostenbewustzijn en bijvoorbeeld het aan de slag zijn met het verwerven van aanvullende financiering. Per jaar zal er vanuit de burgerinitiatieven aandacht zijn voor kennisdeling en kenniscreatie. Noodzakelijke kosten maken deel uit van de begroting per (cluster) van initiatieven. De nadere invulling maakt onderdeel uit van het participatieve proces, het opgenomen bedrag vormt het plafond. Indien professionele ondersteuning door de betrokken organisaties geleverd wordt, hanteren we de criteria zoals door de provincie in de subsidievoorwaarden m.b.t. loonkosten zijn opgesteld. Uitgaande van een medewerkers in schaal 8, trede 13, bedraagt de werkgeverslast op jaarbasis van 59.090 p/j en een uurtarief van €36.93. We hanteren een opslag van €3 p/u indirecte kosten. Dat betekent dat we uitgaan van €39,93, afgerond €40 euro. In de verantwoording zal de realisatie (materieel/personeel) zichtbaar worden. T.a.v. het proces ‘dagelijkse gang van zaken’ zetten we actief in op de realisatie van wijkleerwerkteams. Betrokken organisaties zetten hier hun reeds beschikbare menskracht voor in. De kosten zijn als pm-post opgenomen. Dit aspect zal zich in de komende periode nader uitkristalliseren. De inbreng wordt door de organisaties zelf geleverd. Dekking/inkomsten Opgenomen is het bedrag dat de betrokkenen, in aanvulling op hun personele inzet t.b.v. beide deelprocessen, zullen bijdragen. 6. Structurele voortzetting We zijn van mening dat voor het behalen van de inhoudelijke en financiële doelen aanpassing van de fysieke ruimte nodig is opdat het dienstverleningsconcept (door en voor de burgers, vermijden professionele afhankelijkheid, afbreken systeemwereld ten gunste van de leefwereld, doorbreken van schotten tussen domeinen) tot volle wasdom kan komen en we het ontwikkelingsproces daadwerkelijk vanuit burger- c.q. klantperspectief kunnen vorm geven. De fysieke kosten in de vorm van aanpassingen in het gebouw zijn éénmalig. Aanvullende financiering zullen we met een krachtig netwerk van burgers en professionals in de volgende fase verwerven. Deze kosten maken geen deel uit van deze aanvraag, daarvoor is het te vroeg. De beoogde competentieontwikkeling van burgers en professionals en het aangepast zijn van de werkprocessen verwachten we binnen een tijdsbestek van 3 jaar gerealiseerd te hebben. Ook beschikken we dan over meer kennis van eigentijdse verdienmodellen inclusief een mentale verandering bij burgers en professionals zodat structurele voortzetting, onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden zoals verdergaande bezuinigingen, gewaarborgd kan zijn.