Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit [traineeboek]
Tijdstip:
Nader te bepalen
Locatie:
Nader te bepalen
Trainer:
Patricia M. Aarts
1
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
INTRODUCTIE Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit Doel van de training: Bewustwording van het nut goede sociale vaardigheden. Deelnemers gesprekstechnieken aanleren waardoor de communicatie kan verbeteren. Het oefenen van die gesprekstechnieken in trainingssessies, waardoor dit beter in de praktijk gebracht kan worden. Hierbij wordt bewust gebruikt gemaakt van creatieve werkvormen. Creatief werken is een manier om jezelf beter te leren kennen en een veranderingsproces op gang te brengen. Iedereen weet, van de televisie of foto's, dat beelden vaak meer zeggen dan woorden. In een oogopslag zie je wat je in 1.000 woorden nog niet zou kunnen beschrijven. Ze zijn vaak directer, confronterender en begrijpelijker dan woorden alleen. Kort vertaald: Sociale vaardigheden leert over grenzen en ik-sterkte. Beide zijn basisuitgangspunten om maatschappelijke participatie mogelijk te maken of te verstevigen. Werkwijze: Er wordt gewerkt in een groep van 6-8 personen. Er worden praktijkvoorbeelden van cliënten gebruikt. Er worden creatieve werkvormen gebruikt om het bewustwordingsproces op gang te brengen. Iedere deelnemer krijgt een cursusboek met de theorie en de opdrachten van alle lessen. De training wordt 1 keer per week gegeven, de sessies duren twee en een half uur en de totale training beslaat 13 weken. De training wordt gegeven door Patricia Aarts Inhoudsopgave: Inleiding Luisteren Een praatje maken Hulp vragen Assertiviteit en Nee zeggen Uiten van emoties Je mening uiten Samenwerken, Onderhandelen en Afspraken nakomen Praten in groepen Voor jezelf opkomen Complimenten geven en ontvangen Met kritiek omgaan Doelen evalueren en afsluiten cursus
2
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 1 Inleiding De eerste les wordt gebruikt voor kennismaking met de groep en inleiding op de cursus. Er wordt besproken wat er verstaan wordt onder sociale vaardigheden. Daarna wordt er gekeken wat iedereen wil leren op gebied van Sociale vaardigheden en wat je wel al goed kunt. Er worden doelen afgesproken aan het begin van de cursus waarin staat beschreven waar iedereen aan wil werken. In de cursus zullen verschillende termen worden gebruikt zoals: feedback, ruis, verbaal, non-verbaal, mimiek, etc. Deze termen zullen in de eerste les worden uitgelegd. Les 2 Luisteren Om een gesprek te voeren heb je altijd een ander nodig. Een belangrijk aspect in een gesprek is dan dus ook dat je leert goed te luisteren naar de ander. Non verbale communicatie is zeer belangrijk bij het luisteren. Vandaar dat daar in deze les ook veel aandacht voor is. Les 3 Een praatje maken Eén van de meest ongedwongen gesprekjes is het maken van een praatje. Dit gebeurt vaker dan je denkt, wachtend bij de bushalte, in de rij van de supermarkt, over de schutting met de buurvrouw of in de pauze op je werk. Op zich zijn dit geen moeilijke gesprekken, toch hebben veel mensen hier toch moeite mee: Wat onderwerpen zijn waar je het over kan hebben en wat geen geschikte onderwerpen zijn om over een schutting te bespreken wordt in deze les besproken. Het maken van een praatje is vaak het eerste contact wat je met iemand hebt. Soms blijft het daarbij, soms is het begin van een nieuw contact. Hoe je van een praatje maken en vriendschap kunt opbouwen is een belangrijke vraag. Les 4 Hulp vragen Veel mensen zijn heel bereid om de ander te helpen en in te springen wanneer dat van ze gevraagd word. Maar wanneer ze zelf graag hulp bij iets zouden willen dan durven ze dat niet te vragen. Waar dat nou mee te maken heeft en hoe je daar verandering in kan brengen leer je in deze les. Les 5 Assertiviteit en Nee zeggen In de vorige les is het vragen van hulp besproken. Toen is ook al benoemd dat veel mensen bereid zijn de andere een helpende hand toe te steken. Toch komt een vraag soms ongelegen. Nee zeggen kan dan moeilijk zijn. Tips om dit makkelijker te maken en punten waar je op moet letten worden uitgewisseld. Les 6
Uiten van emoties
Iedereen kent de emoties blijdschap, verdriet, angst en boosheid. Hier kun je op verschillende manieren uiting aan geven, bijvoorbeeld door lachen of huilen. Maar vaak is het heel moeilijk die emoties ook onder woorden te brengen. Toch is het heel belangrijk om dat wel te kunnen want daarmee kun je ervoor zorgen dat anderen beter begrijpen wat er in je hoofd omgaat. Hoe je hiermee om kunt gaan wordt in deze les uitgebreid besproken.
3
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 7
Je mening uiten
Iedereen heeft een mening, maar niet iedereen durft er ook voor uit te komen. Daarentegen zijn er ook mensen die heel erg met hun mening te koop lopen. Wat daar nu een goed evenwicht in is en wat gepast is in welke situatie is onderwerp van gesprek in les 7. Les 8 Samenwerken, Onderhandelen en Afspraken nakomen Op werk of in schoolsituatie heb je vaak te maken met samenwerking. Om dit soepel te laten verlopen zijn er een aantal punten waar je op moet letten. Onderhandelen is daar een onderdeel van. Het kan namelijk zijn dat je van mening verschilt met een ander. Dat hoeft niet erg te zijn, als jullie beide bereid zijn hierover in onderhandeling te gaan. Onderhandelen is dus niet je eigen mening doordrukken, maar samen overleggen en tot een compromis komen. Als je samenwerkt zul je ook afspraken met elkaar moeten kunnen maken. En die afspraken zul je ook na moeten komen anders kun je onbetrouwbaar over komen op anderen. Les 9 Praten in groepen Voor veel mensen is het spannend om in groepen te praten. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Toch heb je regelmatig met grote groepen te maken. Bijvoorbeeld in therapie, op verjaardagen of feestjes en in school of werksituaties. In deze les wordt bekeken waarom het voor jou misschien wel eng is om in grote groepen te spreken en wat je eraan kunt doen om dit te vergemakkelijken. Les 10 Voor jezelf opkomen Misschien ken je het gevoel wel, er ligt iets op je maag, maar je hebt geen idee hoe je dat ter sprake brengt? Of iemand anders houdt geen rekening met je. Dat zijn momenten dat je voor jezelf op moet komen. Dat is moeilijk, maar valt te leren. Het heeft veel te maken met grenzen. Voordat je een grens kan stellen naar een ander zul je eerst bewust moeten worden van je eigen grenzen. Wat je kunt doen om hier vaardiger in te worden wordt in deze les verteld. Les 11 Complimenten geven en ontvangen Complimenten zijn leuke dingen om te geven of te ontvangen. Helaas wordt het niet zo veel gedaan. En als je dan eens een compliment geeft heb je grote kans dat de ander het wegwimpelt omdat hij niet weet hoe hij ermee om moet gaan. Tijd om daar verandering in aan te brengen. Vandaar dat dit in deze les geoefend wordt. Les 12 Met kritiek omgaan Het kan natuurlijk zo zijn dat iemand het niet eens is met wat jij hebt gedaan of hebt gezegd. Dat wil niet zeggen dat iemand jou afkeurt, maar wel dat wat je gedaan hebt. Veel mensen klappen dicht wanneer ze kritiek krijgen en ook zijn er een aantal die boos worden. Toch kan kritiek ook heel nuttig zijn. Je kunt daardoor dingen anders gaan doen, wat soms veel beter uitpakt. Het is dus heel belangrijk om te leren hoe je kritiek ontvangt, maar ook dat je leert om zelf op een goede manier kritiek te geven, zonder dat je de ander kwetst.
4
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 13 Doelen evalueren en afsluiten cursus Iedereen heeft aan het begin van deze cursus een aantal doelen voor zichzelf gesteld. In de laatste les wordt besproken wat je van de cursus hebt opgestoken en op welke punten je verbetering hebt geboekt.
5
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 1 Inleiding Veiligheid Wat we hier bespreken of aan de orde komt wordt niet buiten deze groep om besproken. Wel kun je hier onderling over spreken. 1. Wat valt er volgens jou allemaal onder sociale vaardigheden?
2. Wat hoop je dat er in deze training aan de orde komt?
3. Wat betekenen de volgende termen? Feedback Ruis Verbale communicatie Non verbale communicatie Mimiek
4. Wat wil je aan het eind van deze training geleerd hebben op het gebied van sociale vaardigheden?
6
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Enquête start Sociale Vaardigheidstraining
1. Hoe maak je nu contact met nieuwe mensen?
2. Hoe verloopt dat?
3. Hoe gemakkelijk of moeilijk vind je dat?
4. Wat doe je goed?
5. Wat zou je anders willen doen?
6. Wat zie je bij anderen wat je ook zou willen?
7. Heb jij behoefte aan meer contacten?
8. Waar zou je nieuwe mensen kunnen ontmoeten?
9. Wat is jouw doel om op deze training te leren?
7
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
10. Kun je je doel SMART maken? Specifiek:
Meetbaar:
Acceptabel:
Realistisch:
Tijdgebonden:
8
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Extra Les 1: Werkdoelen Schrijf hier je doelen op waar je aan wilt werken tijdens deze cursus.
Aan het eind van de cursus sociale vaardigheden wil ik in staat zijn om …… 1.
Dit wil ik bereiken door
2.
Dit wil ik bereiken door
3.
Dit wil ik bereiken door
4.
Dit wil ik bereiken door
5.
Dit wil ik bereiken door
6.
Dit wil ik bereiken door
9
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 1 Inleiding Sociale vaardigheden zijn gesprekstechnieken. Praten doe je al sinds zeer jonge leeftijd, maar toch is het heel moeilijk om een aantal gesprekken aan te gaan. Tijdens de cursus komen een aantal termen voor. Hier een korte uitleg wat die termen ook al weer betekenen: Feedback: Het is een Engels woord voor terugkoppeling. Daarmee wordt bedoeld het krijgen van commentaar of een complimentje. Ruis: Dingen die de inhoud van een mededeling kunnen verstoren, bijvoorbeeld een lage concentratie bij de ontvanger of bijgeluiden op straat. Verbale communicatie: Dat deel van communicatie waar men woorden voor gebruikt. Non verbale communicatie: Het deel van communicatie waar men geen woorden voor gebruikt. Hieronder vallen lichaamshouding, gebaren en mimiek. Mimiek: Gezichtsuitdrukkingen. Door onderzoek is aangetoond dat in een gesprek ongeveer 30% van de boodschap verbaal (via woorden) wordt overgebracht en dat de andere 70% dus via non-verbale signalen. Een passende lichaamshouding, mimiek, klemtoon en gebaren zijn dus zeer belangrijk om duidelijk te kunnen zeggen wat je wilt. In de komende lessen zal dus iedere keer ook veel aandacht zijn voor de non-verbale signalen. Hier nog een kort voorbeeld om aan te geven hoe belangrijk het juist leggen van de klemtoon kan zijn. Het maakt een heel verschil in de boodschap als je in de volgende zin de klemtoon op een ander woord legt.
Ik heb nooit gezegd dat jij geld gestolen hebt. Ik heb nooit gezegd dat jij geld gestolen hebt. Ik heb nooit gezegd dat jij geld gestolen hebt. Ik heb nooit gezegd dat jij geld gestolen hebt.
10
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Extra theorie (1) les 1 Albert Mehrabian1 (1939), destijds hoogleraar psychologie aan de UCLA, tegenwoordig met emeritaat), is het meest bekend geworden door zijn publicaties over het relatieve belang van verbale en non-verbale boodschappen. Zijn bevindingen over tegenstrijdige boodschappen van gevoelens en opvattingen worden wereldwijd geciteerd op seminars over de menselijke communicatie en zijn ook bekend geworden als de 7%-38%-55%-regel. Drie communicatie-elementen – en de "7%-38%-55%-regel In zijn onderzoek komt Mehrabian (1971) tot twee conclusies. Op de eerste plaats dat elke rechtstreekse communicatie in wezen uit drie elementen bestaat:
woorden intonatie en lichaamstaal
en op de tweede plaats dat de non-verbale elementen met name van belang zijn voor het overdragen van gevoelens en opvattingen, vooral als ze niet met elkaar in overeenstemming zijn: als woorden en lichaam niet overeenkomen, is men geneigd de lichaamstaal te geloven. Het is vanzelfsprekend niet zo dat non-verbale elementen in elk opzicht het merendeel van de boodschap overbrengen, hoewel zijn conclusies vaak wel als zodanig worden geciteerd. Als een lezing of voordracht wordt gehouden, wordt de inhoud van de tekst geheel in woorden tot uitdrukking gebracht, maar non-verbale aanduidingen zijn heel belangrijk om de opvatting van de spreker ten opzichte van zijn woorden over te brengen, vooral zijn
geloof of overtuiging. Houding en congruentie. Volgens Mehrabian zijn deze drie elementen, op een verschillende manier, verantwoordelijk voor onze voorkeur voor de persoon die een boodschap overbrengt betreffende zijn gevoelens: woorden zijn verantwoordelijk voor 7%, de intonatie voor 38%, en de lichaamstaal voor 55% van die voorkeur. Ze worden vaak afgekort als de “3 V’s,” voor Verbaal, Vocaal en Visueel. Voor een werkzame en zinvolle communicatie over emoties, moeten deze drie gedeelten van de boodschap elkaar ondersteunen – ze moeten “congruent” zijn. In het geval dat er sprake is van enige “incongruentie,” kan de ontvanger van de boodschap geïrriteerd raken doordat er twee boodschappen via verschillende kanalen overkomen, die twee verschillende richtingen aanduiden. Het volgende voorbeeld zou als illustratie kunnen dienen van een incongruentie tussen verbale en non-verbale communicatie.
1
Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Albert_Mehrabian#Drie_communicatie-elementen_.E2.80.93_en_de_.227.25-
38.25-55.25-regel.22 11
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Verbaal: "Ik heb geen probleem met je!"
Non-verbaal: de persoon mijdt oogcontact, kijkt angstig, vertoont een
ontoegankelijke lichaamstaal, enz . Het is waarschijnlijker dat de ontvanger meer zal vertrouwen op de overheersende communicatievorm, die volgens Mehrabians bevindingen non-verbaal is (38 + 55 %), dan op de letterlijke betekenis van de woorden (7 %). Het is van belang op te merken dat Mehrabian in het desbetreffende onderzoek proefnemingen uitvoerde, die betrekking hadden op het overbrengen van gevoelens en opvattingen (dat wil zeggen voorkeur-afkeer), en dat de bovengenoemde onevenredige invloed van intonatie en lichaamstaal alleen effectief wordt als de situatie dubbelzinnig is. Een dergelijke dubbelzinnigheid treedt meestal op als de gesproken woorden niet consistent zijn met de intonatie of lichaamstaal van de spreker (zender).
12
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Extra theorie (2) les 1
AXENROOS OF DIERENCIRKEL VAN CUVELIER Bovenaan staat de UIL met HOUDEN. Zijn letterlijke verblijfplaats hoog in de boom is kenmerkend. De uil stelt zich erboven. Hij kan afstand bewaren en boven alles goed geheim houden, bij zich houden, verzamelen. De uil heeft een gefixeerde blik, hij kan zijn ogen niet zijwaarts bewegen. Uil-aspecten in beeldend werk; mysterieus, raadselachtige vormen. omsloten vormen. Eieren. Vormen met een heel andere buitenkant dan binnenkant Ook wel: afstandelijk. Cliché"s, stereotypen. Houden inde zin van conservatief, conserveren. Verzamelen. Collecties. Links ervan staat de HAVIK met AANVALLEN. De havik durft zich scherp te laten aftekenen tegen de lucht; hij heeft geen natuurlijk vijanden zolang hij in de lucht is. Hij laat zich een beetje drijven op de thermiek, wordt daar niet echt moe van en heeft ondertussen alle tijd om overzicht te krijgen en zijn doel te bepalen. Als hij eenmaal een doel heeft gevonden laat hij zich door niets meer ervan af brengen en laat zich als een kanonskogel naar beneden vallen. Havik-aspecten in beeldend werk zijn: Er is sprake van een duidelijke richting, gebruik van lijnen, lengtes, pijlen. Economisch omspringen met energie wat zichtbaar is doordat er functioneel is vormgegeven, geen frutsels geen decoraties Vaak sprake van puntige vormen, scherpe vormen. In tekeningen het vogelvluchtperspectief. Verder alle ( werk-) vormen die te maken hebben met scheuren, uit elkaar trekken. Links onder de havik staat de STEENBOK met WEERSTAAN. De hoorns van de steenbok zijn zoals elk gewei, erop gebouwd om af te weren en wel continu. Het is zelfs niet mogelijk ermee op te houden want ze zijn er en blijven er. Dit is de metafoor voor het vermogen om steeds voor de eigen plek te, zorgen, veilig te zijn ook als je niet waakzaam bent. Steenbok-aspecten in beeldend: vestingen, bunkers, muren, etc. helm, schild, pantsers, grenzen, begrenzingen. contouren. Onderaan staat de SCHILDPAD met zowel ONDERGAAN als LOSLATEN. Het kenmerkende voor de schildpad is uiteraard het terugtrekken bij gevaar, maar ook is hier van belang dat het dier zich in het water mee laat voeren met de stroom, zich over kan geven aan de gebeurtenissen. Schildpad-aspecten in beeldend: half afgesloten en afgesloten vormen, bol, slakkenhuizen, spiralen, Maar ook vloeiende, waterige vormen. Aquarellen, toevalstechnieken. Rechtsonder naast de schildpad staat de positie van ONTVANKELIJKHEID deze is in drieën gedeeld naar de verschillende zintuigen waarmee je kunt ontvangen.
13
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
DE POES staat voor GENIETEN. De grote aaibaarheidsfactor van de poes, het spinnen en het genieten van warmte staan hierbij centraal. In beeldend werk: Ronde en sierlijke vormen, aaibaar, toegankelijk. Rust. De HOND staat voor LUISTEREN. De bereidheid het een ander naar de zin te maken, het spitsen van de oren om signalen op te vangen zijn hier van belang, en, vrolijk kwispelen met de staart.... In beeldend werk: antenne-achtige vormen, open vormen, schalen, schelpen. Spits, gespitst zolang het niet agressief is. Het HERT staat voor OPKIJKEN Van belang is een open blik om de omgeving waar te nemen en nieuwe grazige weiden te ontdekken, nieuwe verten te vinden. In beeldend werk; ruimte, verte -horizon, perspectief, uitzicht, doorzicht. Ramen, vensters. Verrekijkers, microscopen, fotografie Boven de positie van ontvankelijkheid staat die van GEVEN. Ook deze is in drieën gedeeld. De PAUW geeft zichzelf door zich te TONEN. In beeldend: Uitwaaierende vormen, uitbundige kleuren, veren. Sieraden, kleding, mode. Decoraties, versieringen, strikken, linten enz. in zijn algemeenheid: schoonheid. De BEVER geeft ZORG door in de voorwaardenscheppende sfeer bezig te zijn hoofdactiviteit is bouwen. In beeldend werk eveneens: Bouwen. Maar ook; ordenen, stapelen, binden, verbinden, vlechten, samenbrengen. Samengestelde vormen. Huizen, huisraad, potten en pannen. De LEEUW geeft LEIDING door te bevelen. Hoofdactiviteit is heersen. Structuur aanbrengen en opleggen. In beeldend: Boven iets uit torenen. Torenflats, Opvallende onontkoombare vormen. Groot, bepalend, waardigheidstekenen, kronen, kragen, stralenkransen, etc. Tot zover deze beestencirkel van welgeteld 10 dieren op zes posities. Naast de beeldelementen en vormaspecten die bij elk dier genoemd zijn, heb ik ook nog een poging gedaan om de kleuren zoals ze in de cirkel van Joh. ltten staan hier ook in onder te brengen. Niet alle kleuren passen geloof ik even goed maar toch geef ik jullie ook die indeling mee ter overweging. - de havik
ROOD
- de 'ontvankelijken'
GROEN
- de schildpad
BLAUW
- de uil
ORANJE
- de steenbok
VIOLET
- de 'gevenden'
GEEL
14
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
En, wat voor dit hele model geldt, geldt ook daarvoor; het is een aanzet om met elkaar verder te bediscussiëren en te ontwikkelen. Gebruik Cuvelier heeft zijn model vooral ontwikkeld om de communicatie tussen mensen onderling mee te verhelderen en te sturen. Vanuit dat oogpunt is het van belang in staat te zijn een positie zo zuiver mogelijk in te nemen. Vermenging van verschillende posities geeft vaak stoornissen . Bijvoorbeeld: Een havik dient erop gericht te zijn doel te bereiken en als hij tegelijkertijd ook begrepen wil worden dan verzwakt dat zijn havikpositie. Ander voorbeeld is de poes die wil genieten maar het eigenlijk niet mag en er. vanuit een uilpositie boven blijft staan. Stel je maar een noordeling voor die zich slechts met moeite in het carnaval van de zuiderling kan storten. Voor ons als creatief therapeuten is het gebruik van deze cirkel om interacties duidelijk te krijgen ook heel zinvol en kan ik het zeker aanraden om dit model eens uit te proberen in nabesprekingen bij groepswerk. ECHTER, in beeldend werk streven we niet, met klem niet, naar helderheid van posities. Dat zouden hele saaie werkstukken worden en zoals al eerder opgemerkt is, is de kracht van de beeldende expressie juist de meerduidigheid, het feit dat strijdige inhouden zich met elkaar kunnen verenigen binnen één vorm. Wel kunnen we met dit model kijken naar beeldend werk en zien welke posities vooral en welke niet of nauwelijks worden ingenomen. Met andere woorden wat het 'poes-gehalte 'ervan is, hoeveel 'havik' erin voorkomt. De achterliggende gedachte is, dat elke positie in zekere mate tot uitdrukking moet kunnen worden gebracht en dat doelen dus meestal te vinden zijn in de "taartpunten" die niet of nauwelijks, of vaag aan bod komen. Het kan zijn dat die posities gewoonweg nog niet ontwikkeld of getraind zijn, het kan even goed zijn dat er sprake is van afweer en dat de positie die veel voorkomt de functie heeft om een andere 'eronder' te houden. Daarmee kom je voor een deel in het creatief procestheorie denken terecht en het is doenlijk om de zes fasen die in de appellijst onderscheiden worden in de zes posities van deze dierencirkel te zetten. Overgave / oceanisch:
Schildpad (ondergaan, loslaten)
Zorg / oraal passief:
Hert, Hond, Poes (ontvangen)
Primitieve Agressie / oraal actief:
Steenbok (weerstaan)
Egovorming / anaal:
Uil (houden)
Competentie/ genitaal:
Havik (doel kiezen, aanvallen)
Effect / latentie:
Leeuw, Bever, Pauw (geven)
Echter, het aardige van dit model is dat er zowel in termen van afweer en veiligheid gedacht kan worden, maar ook in termen van bijvoorbeeld onderstimulatie en training . De ene keer zal een doelstelling meer regressieve inhouden hebben bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van ontvankelijkheid, genieten, etc. De andere keer zal een doelstelling wellicht meer op trainingsniveau liggen, b.v. de leeuw leren beheersen, de bever aanmoedigen te leren bouwen. Ik wil jullie graag uitnodigen dit model te bekijken en te bespreken in kleinere groepjes. 15
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Hier onder zie je de cirkel van Cuvelier met kindersymbolen. Let op dat Hond en Hert de termen zijn die de opleiding gebruikt. In de tekst hieronder worden dit Kameel en Wasbeer genoemd, maar die dieren gebruiken we dus niet.
De axenroos Hoe moet je de axenroos interpreteren? Elke ax, elk dier kan een „positief gedrag‟ stellen, dit komt de relatie ten goede. Maar geen enkele relatie verloopt vlekkeloos, vandaar dat ook hier een achterkant van de medaille bestaat. Een dier dat geen enkel „negatief gedrag‟ stelt, is ondenkbaar. Als er overdreven wordt, als er te veel aandacht getrokken wordt, te veel hulp gevraagd wordt, is dit geen gezonde situatie. Ook het te weinig belangstelling tonen, te weinig je verdriet tonen kan een relatie verzieken. Belangrijk is dat er telkens twee dieren, twee mensen in relatie staan en dat beide zich goed voelen in de verhouding van het geven en het nemen. Betekenis en kenmerken van de dieren De pauw De pauw STELT ZICH PRESENT. Een gezonde pauw is niet verlegen, ook niet over de dingen die hij niet kan. Hij beseft wel dat hij niet volmaakt is, maar is er zich van bewust dat hij heel wat te bieden heeft.
Kenmerken van een pauw tevoorschijn komen – zich laten zien – zich te kennen geven – op het podium gaan staan – aandacht trekken – aantrekkelijk voorkomen – contact opnemen – aanraken – op bezoek gaan bij – gaan wonen bij De wasbeer (NB: hert!!!!) 16
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
De wasbeer WAARDEERT. Anderen hebben je veel te bieden. Als jij beseft hoeveel jij aan andermans aanwezigheid en uitstraling te danken hebt, dan ben je heel dankbaar dat ze er zijn, je waardeert hun aanwezigheid.
Kenmerken van een wasbeer opkijken naar – aandacht geven aan – waarderen – feliciteren – bewonderen – pluimpjes geven – uitnodigen – verwelkomen - voorrang geven – zich open stellen voor De bever De bever ZORGT. De zorgende bevers zijn ijverig en gedienstig. Ze willen de handen wel uit de mouwen steken. Waar nodig is, springt de bever in de bres en hij kan anderen op gepaste manier bijstaan.
Kenmerken van een bever zorgen – verzorgen – nuttige diensten verlenen – hulp bieden – knuffelen – iets schenken – iets uitlenen – iets aanbieden – iets offeren De poes De poes GENIET. Een poes krijgt zo graag, zij glundert als haar iets aangeboden wordt. Let wel, profiteren doet ze niet, ze gunt de ander ook een hap.
Kenmerken van een poes om hulp vragen – zich laten verzorgen – bedanken voor hulp – zeggen dat je iets graag hebt – genieten van vertroeteling – geschenken aannemen – genieten. De leeuw De leeuw LEIDT. Een leeuw heeft dikwijls iets te vertellen, hij voelt zich ten volle verantwoordelijk en stelt waar nodig enkele regels. Hij wil dat er naar hem geluisterd wordt. Hij weet wat hij wil en niet wil.
Kenmerken van een leeuw opdrachten geven – bevelen – adviseren – regels uitvaardigen – grenzen bepalen – een voorstel doen – meedelen – verslag geven – vertellen – nieuws brengen – een tip geven – babbeltjes doen De kameel (NB hond !!!!!!) De kameel VOLGT. Een kameel luistert aandachtig en stelt geen overbodige, maar wel nodige vragen. Op een kameel kan je rekenen en hij is plezant in de samenwerking.
Kenmerken van een kameel volgzaam zijn – gehoorzamen – een bevel uitvoeren – zich aan de regels houden – zich schikken naar – beluisteren – om informatie vragen – onderzoeken - belangstelling tonen – vragen om nieuws De havik 17
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
De havik VECHT. Iets of iemand aanvechten wil niet zeggen dat men alleen vecht tegen de ander, maar ook dat men knokt voor zelfbescherming. De havik staat symbool voor kracht en aanval, hij staat ook bekend voor zijn directe stijl. Hij ziet de aanval als de beste verdediging en speelt om te winnen.
De kenmerken van een havik bekritiseren – beschuldigen – zich ergens binnendringen – andermans plaats innemen – zinloosheid van regels aantonen – in twijfel trekken – onwaarheid blootleggen – onjuistheden bewijzen – opdrachten aanvechten De steenbok De steenbok WEERSTAAT. Weerstaan is stand houden, zich schrap zetten tegen onderdrukkers en pesters. De steenbok is bijzonder waakzaam, men kan hem weinig wijs maken en hij laat ook regelmatig van zich horen.
Kenmerken van een steenbok op zijn hoede zijn – niet tot zich nemen – zich niet laten helpen – zich niet laten betuttelen – gerust willen gelaten worden – zijn terrein afbakenen – zich verdedigen – op afstand houden – neen zeggen tegen een aanbod –afgrenzen De uil De uil HOUDT. De uil houdt zich graag op de achtergrond. Vanuit een hoekje heeft hij een goed overzicht over wat er allemaal aan het gebeuren is. De anderen weten wel waar ze de uil kunnen vinden.
Kenmerken van een uil zich niet laten kennen – geslotenheid – geen regels stellen – niet met gezag optreden – geheimhouden – weinig zeggen – verzamelen – bij zich houden – verbergen – wegstoppen – zich terugtrekken – niet ingaan op een uitnodiging De schildpad De schildpad LOST. Binnen alle relaties komt er al wel eens een misverstand, onmacht, verdriet. Lossen is niet kunnen bijhouden, het is de draad verliezen. Het siert wel een mens als hij zijn fouten durft te bekennen. De schildpad is kwetsbaar en heeft soms nood aan een knuffel.
Kenmerken van een schildpad verdriet hebben om iemand – bang zijn van iemand – moe zijn – schuilen – wegkruipen – passief ondergaan – zich terugtrekken – links laten liggen – contact vermijden – kracht missen – twijfelen
18
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Extra theorie (3) les 1 DE ROOS VAN LEARY
De Roos van Leary is niet meer dan een schema, de werkelijkheid is er niet ten volle in te vatten. Het kan een instrument zijn wanneer een groep zich wil bezinnen op het eigen functioneren en ieders bijdrage daarin. De vraag is dan voor ieder: in welke hoek zit ik vooral in deze groep en in welke hoek(en) ook wel eens? Vervolgens kan duidelijk worden hoe de verschillende gedragstypen, elk in zijn eigen hoek, elkaar oproepen (en dat iemand in een heel andere groep ook in een heel andere hoek terecht kan komen). Bij een groepsgesprek over het eigen functioneren komt tevens de vraag op: wil ik echt in deze hoek zitten of ben ik erin verzeild zonder er vrede mee te hebben? Wat kan ik er zelf aan doen om een iets andere rol op te pakken en hoe kunnen de andere groepsleden mij daarbij stimuleren? De beschrijvingen zijn vrij uitgebreid en niet alles zal voor de desbetreffende rolvervuller opgaan.
imponeren, concurreren
kritiserend, aanvallen
taakgericht leiden, structureren
samenbindend zorgen, steunen
8 1 2 3
7 6 5 4 opstandig, weerstaan
teruggetrokken, twijfelend
1.
waarderend meewerken
afhankelijk, volgend
Taakgericht leiden, structureren
Neemt initiatieven, brengt ordening aan, verschaft richtlijnen. Geeft suggesties, informatie, uitleg, adviezen. Probeert naar beslissingen toe te leiden. Bewaakt en stimuleert de voortgang van de groepsactiviteit. Toont zich energiek, gaat voorop, wekt op tot medewerking en geniet een zeker gezag. Door dit alles roept deze rolvervuller uiteenlopende reacties op. Respect en waardering, eventueel bewondering. Daarnaast gezagstoekenning, inwilliging, volgen van de verschafte 19
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
directieven. Met name bij 2, 3 en 4. Aan de andere kant roept hij van tijd tot tijd ook op: concurrentie (8), kritische aanvallen (7), verzet (6) en onttrekking (5). In het meest ongunstige geval wordt hij in dit taakleiderschap autoritair-onderdrukkend, afdwingend, ongeduldig, schoolmeesterachtig, geen tegenspraak accepterend en dergelijke. Ook ligt altijd de mogelijkheid op de loer dat hij bij de vervulling van deze rol mensen te afhankelijk van zich maakt, misschien vanuit de onbewuste behoefte onmisbaar te worden en beter te kunnen gloriëren. 2.
Samenbindend zorgen, steunen
Deze rol omvat in beginsel alles wat men kan denken bij sociaal-emotioneel leiderschap. Niet in de eerste plaats gericht op taakvervulling, maar op de mensen en de algemene sfeer. Samenbindend ingesteld. Geeft aan mensen warmte, vriendelijkheid, persoonlijke aandacht. Ondersteunt, steekt mensen een hart onder de riem. Staat voor hen open, een verwelkomende houding, beschermt en vangt op, waar nodig: behulpzaam, weet nabij te zijn. Kan zich soms zorgen maken over een randfiguur. Toont zich in dit alles een soort ouder, met moederlijke of warme vaderlijke trekken, in de goede zin van het woord. Roept op tot solidariteit, harmonie en elkaar serieus nemen. Kan af en toe lijden onder het gedrag van met name 6 en 7, die de eenheid en de harmonie wel eens in gevaar lijken te brengen. Weet met de eigen agressie niet zo goed raad, want die lijkt wel taboe bij deze rol. Er gaat van deze rolvervuller een bemoedigende kracht uit, vaak blijkt ook innerlijk evenwicht. Wat roept dit gedrag bij de anderen op? Bij velen waardering, respect en eventueel bewondering. Fungeert als model voor onderlinge vriendelijkheid. Maar 6 en 7 kunnen tegenliggen. Bij 6 bijvoorbeeld door verzet tegen moederlijkheid/vaderlijkheid, bij 7 kritiek op het conflict toedekken dat van deze harmoniërende figuur uitgaat. Deze rol kan ongunstig worden als de moederlijkheid opdringerig wordt, de warmte bezitterig en de agressie zich langs een omweg openbaart als een gegriefd zijn vanwege een gebrek aan dankbaarheid - in dat geval was het waarschijnlijk een vlucht naar een scheve rol door een waardering zoekende weldoener. 3.
Waarderend meewerken
Een vriendelijke, sociabele manier van meedoen. Behoeft daarbij wel steun van 2, leunt daar wat tegenaan. Wil ook graag bijdragen aan het bijleggen van conflicten door tegenstanders bij elkaar te brengen (misschien juist hen die 2 niet zo goed pruimen). Deelt waardering en bewondering uit, draagt bescheiden bij aan warmte en sfeer. Kan een ontspannende werking uitoefenen, juist omdat van deze rolvervuller niet de kracht en druk uitgaat zoals bij 1 en 2 het geval kan zijn. Uit zich ook spontaner. Neemt net als 4 zonder protest orders aan, vooral omdat samenwerking immers zo belangrijk is. Roept wel eens kritiek op van 7, die dit gedrag misschien te lief-toegeeflijk vindt, maar zal voor het overige alleen maar sympathie oogsten. Ook waardering, met name van 1 en 2, waarbij dit tweetal ook voelt dat er een appèl op hen wordt gedaan om richting en steun te verschaffen. In het negatieve: té gemakkelijk toegeven, totaal niet assertief, nooit tegenwicht, gebrek aan creativiteit. Krampachtig conflicten toedekken. Op een behaagzieke manier aandacht naar zich toezuigen. Een allemansvriend met eeuwige glimlach.
20
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
4.
Afhankelijk, volgend
Zachtaardig gedrag. Aanvaardt leiding, voert orders uit, conformeert zich. Een trouwe medewerker. Geeft vertrouwen. Wil in de groep graag leren en iets van anderen aannemen. Neemt gemakkelijk iets op gezag aan. Een volgzame discipel. Toont meestal min of meer zwijgende instemming. Bij dit alles nogal afhankelijk: zoekt voor een eigen initiatief eerst instemming van de leiding en laat het anders maar liever na. Eén en ander heeft tot gevolg dat hij manipuleerbaar wordt, want een weerbare, assertieve opstelling is niet gauw te verwachten. Is ook betrekkelijk gemakkelijk te intimideren. Dit gedragstype lokt uiteenlopende reacties uit. Enerzijds voelen 1 en 2 zich geroepen om kracht, richting, steun en bescherming te leveren, mét waardering voor de bereidheid tot samenwerking. Maar 6 en 7 vinden het waarschijnlijk te afhankelijk en conformistisch. 8 aarzelt tussen erop neerkijken, beleren of oppeppen tot meer zelfverzekerdheid. Daarmee raken we ook het gevaar dat dit gedragstype bedreigt: karakterloos conformisme, ruggegraatloze braafheid, vlucht voor eigen verantwoordelijkheid. Eventueel hulpeloos klagen en zeuren. Kinderachtig aandacht naar zich toe zuigen. 5.
Teruggetrokken, twijfelend
De boodschap naar de groep zou kunnen luiden: een mens heeft ook het recht om het niet zo goed te weten, niet ja en niet nee te kunnen zeggen, zich gereserveerd op te stellen of in de schulp te kruipen. Dan blijf je dichter bij jezelf. Ga jezelf niet overschreeuwen. Tot dit laatste, actieve gedrag is iemand in de nu beschreven groepsrol toch al niet geneigd. Er zou wel aanleiding zijn tot actief kritiseren, want 5 is niet zo happy in deze groep, maar hij volstaat er liever mee het verzet aan 6 over te laten en kritiserende aanvallen aan 7. Daar kan hij in voorkomende gevallen zwijgend mee instemmen. Verder hoort het eerder bij dit gedragstype om kritiek te incasseren en zich schuldig te voelen. Hij stelt daarmee impliciet en onbedoeld de schuldvraag aan de orde in een groep. Ongerechtvaardigd optimisme zal hij niet delen. Hij kan ook fungeren als zwijgend signaal dat niet iedereen zich tevreden voelt in deze groep. Dat alles kan men interpreteren als een positieve groepsfunctie. Hij
loopt
kans
kritiek
te
krijgen
van
meerdere
kanten,
met
name
door
zijn
teruggetrokkenheid en zijn wat depressieve pessimisme. Hij loopt zelfs gevaar de zondebok te worden. Daartegen zal de bezorgde 2 echter in het geweer komen en zal 1 blijven proberen hem toch te interesseren, daarbij merkend dat hij niet goed vat krijgt op dit gedragstype. Hij is de tegenpool van 8, die hem vermoedelijk negeert of anders vermaant. Bij 6 en 7 bestaat kans op irritatie: als je ontevreden bent, kom er dan mee voor de dag. Die kritiek heeft op 5 echter eerder een deprimerend effect. Wie in deze hoek is terecht gekomen, moet wel oppassen niet te vervallen in een vorm van masochisme: zichzelf stelselmatig de grond inboren is niet meer positief te duiden. Dat geldt ook voor de eventuele neiging niets meer van anderen aan te nemen, zich geheel te isoleren en hoogstens nog wat klagerige geluiden te laten horen. 6.
Opstandig, weerstaan
Protest aantekenen is meestal een belangrijke functie in de groep. Weerstand bieden aan al datgene wat niet bij je vermag binnen te komen en dat je dan ook niet toelaat. Je hebt je eigen autonome leven en je claimt het recht je tegen een niet-aanvaarde indringing te 21
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
verzetten. Een vorm van zelfbeveiliging die anderen in de groep tot model kan dienen, met name hen die zich al te vlot aanpassen. De boodschap luidt: biedt weerstand aan de pogingen (met name van 1 en 2) om jou in te kaderen. En ga niet met elke trend mee (dit aan 3 en 4). Het weerstand biedende groepslid wekt creativiteit. Hij slikt en pikt het niet, stelt vragen en wil dat er beter wordt gewogen en getoetst. Te gemakzuchtige oplossingen worden tegengegaan, maar of hij ook zelf actief met constructieve tegenvoorstellen komt is de vraag. Een waakzame figuur die kritisch distantie houdt: daar kan men een groep mee feliciteren. Wel moet hij verduren dat traditie-bewakers en ordehandhavers hem willen afstraffen of de mond snoeren. De gedragstypen 1 en 2 moeten zich schrap zetten, terwijl 3 en 4 zich er ook niet gelukkig mee zullen voelen. Daarentegen zal 7 hem af en toe bijvallen, al is 7 niet tuk op ordeverstoringen, net zo min als 8. De bekendste uitglij-mogelijkheid van de opstandige is: negativisme, verzet om het verzet. Verder: zichzelf volledig verschansen in een vesting, wantrouwen ook als het niet gerechtvaardigd is, cynisme, wrok. Medeverantwoordelijkheid ontlopen, maar wel alsmaar energie van de groep naar zich toe trekken. 7.
Kritiserend, aanvallen
In tegenstelling tot 6, die vooral vragen stelt en enigszins vanuit een vesting zichzelf beveiligd, gaat gedragstype 7 er aanvallend tegenaan. Wat niet in orde is moet men actief bestrijden. Rotte plekken wegsnijden, ondeugdelijkheden te lijf gaan, als politieman optreden. Hij zorgt voor strijd in de groep en dat is af en toe waarschijnlijk wel nodig. Mocht de groep als geheel in de aanval moeten, naar buiten toe, dan heb je een goeie aan hem. Hij verwoordt kritiek die in de groep leeft. Tegelijk kan hij daarbij een solidaire bondgenoot zijn, maar dan wel op zijn actief-kritiserende manier. Hoewel hij 6 soms bijvalt, zal hij hem op een ander moment tot de orde roepen. Hij pakt natuurlijk ook 1 aan waar nodig en 2 vindt hij al gauw ‘te soft’. Hij zet zijn eigen wil door, maar als je bereid bent met hem te knokken, zal hij je respecteren. Zulk gedrag brengt uiteraard nogal wat teweeg. Velen worden bang of raken geïmponeerd, zoals 3, 4 en 5. Terwijl 1 de strijd waarschijnlijk aangaat, 2 er geen raad mee weet en 6 mogelijkerwijs alweer opstandig wordt. Merkt men dat hij wel degelijk medeverantwoordelijkheid aanvaardt, dan wordt hij in beginsel gewaardeerd. De ongunstige ontwikkeling is voor 7 gelegen in dwangmatig vechten, agressie om de agressie, vijandigheid, kleinerend optreden, iemand ‘doodslaan’ met argumenten. 8.
Imponeren, concurreren
Iemand met hoge status in de groep. Gewoonlijk kan men van hem zeggen: hij hééft iets (en is zich daarvan ook bewust). Hij weet zichzelf inspirerend te presenteren, vol zelfvertrouwen, als iemand die bovenaan staat. Hij imponeert met zijn prestaties of met eigenschappen die in deze groep bewondering wekken. Het kan iemand zijn op wie de groep trots is. Hij wil ook dat de groep trots op zichzelf is. Vooroplopen bij noodzakelijke veranderingen moet men niet van hem verwachten, veeleer heeft hij een behoudende instelling en in verband daarmee: iemand vermanen of ‘onderwijzen’ ligt wel in zijn lijn. Ook dat kan een belangrijke groepsfunctie zijn. 22
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Wil zijn hoge status in de groep handhaven, waardoor hij een concurrent wordt van 1, de andere hoge-statusfiguur. Mocht 1 op een gegeven moment uitvallen of er even naast zitten, dan zal hij als eerste het roer even overnemen, maar hij is er niet op uit de rol van 1 werkelijk op zich te nemen. Wel bewaakt hij bij 1 dat deze niet aan zelfoverschatting gaat lijden. Wat roept dit op? In de eerste plaats bewondering, 3 en 4 kijken tegen hem op, vanwege zijn prestaties en zelfvertrouwen; 4 en 5 zullen zich klein bij hem voelen. Afgunst zal ook wel eens de kop opsteken en 1 kan zich bedreigd voelen. Pakt deze opstelling negatiever uit, dan ziet men narcisme en arrogantie verschijnen, eventueel onaanraakbaar ‘er boven zweven’. Of te veel zichzelf showen. Ook wel: zichzelf overschreeuwen en overschatten om innerlijke zwakke plekken af te dekken. (Uit:: Guus Van Lente, 1991 http://home-6.tiscali-business.nl/~t028692/bijl3.htm)
23
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Creatieve opdracht les 1
Jezelf voorstellen middels een collage.
We gaan ons zelf aan de ander deelnemers voorstellen. We doen dit niet met woorden, maar met plaatjes (collage). Je kunt hier tijdschriften voor gebruiken. Neem ook je doelen op in deze college. Laat zien wie je bent en laat zien wat je doel is.
Mindmap.
De trainer legt uit wat een mindmap is, hoe je hem kunt maken en hoe je hoe kunt toepassen. Je doel plaats je kernachtig in het midden.
Maak een vrij werk van klei
De trainer geeft aan hoeveel tijd er beschikbaar is voor deze opdracht. Hierna passen we de werken in de dierencirkel en bespreken met elkaar.
24
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 2 Luisteren naar een ander Om een gesprek te voeren heb je altijd een ander nodig. Een belangrijk aspect in een gesprek is dan dus ook dat je leert goed te luisteren naar de ander. Non verbale communicatie is zeer belangrijk bij het luisteren. Vandaar dat daar in deze les ook veel aandacht voor is. 1. Beschrijf een situatie waarbij er door slecht luisteren problemen in de communicatie ontstond.
2. Welke non verbale signalen laten zien dat je goed luistert? (dus; Hoe zit je? Hoe kijk je? Welke gebaren maak je?)
3. Welke verbale reacties kun je geven als je luistert? (Wat kun je zeggen om te laten merken aan de ander dat je luistert, zonder dat je ingaat op zijn/ haar verhaal?)
4. Stel: Je hebt iets vervelends meegemaakt wat je hoog zit en je wilt je verhaal aan iemand kwijt. Je komt thuis en je huisgenoot is er en je begint te vertellen. Wat zou je een vervelende reactie vinden?
25
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 2 Luisteren Voor een goede luisterhouding: Kijk je de ander aan. Laat je blijken dat je luistert door non-verbale signalen, bijvoorbeeld knikken, glimlachen bij een leuk verhaal, fronzen bij een serieuze mededeling etc. Hummen en korte woordjes zeggen als oh, ja, ah. Geef je de ander de tijd zijn/ haar verhaal te vertellen. Stiltes mogen ook vallen. Dit wil niet zeggen dat je meteen het gesprek moet overnemen, het kan namelijk ook betekenen dat de ander even tijd nodig heeft om na te denken en zijn gedachten te ordenen. Bij een serieus gesprek zit je rechtop, iets naar de ander toegebogen. Bij een gezellig gesprek mag je ook achterover zitten. Doorvragen mag. [waarom –vraag achterwege laten, beter is de hoe-vraag, voorbeeld geven, klein rollenspel] Laat eigen meningen en opvattingen achterwege, tenzij hierom word gevraagd. Creatieve opdracht les 2
Deze opdracht gaat over alert zijn, voelen en gedachten ordenen.
We gaan tekenen op elkaars rug. Werk hierbij in tweetallen. Je mag op de grond gaan liggen, buik beneden, naast zich een vel en krijtje. Maar je kunt ook aan tafel gaan zitten. De ander gaat met de vinger op de rug tekenen, degene die ligt/zit tekent na wat hij/zij voelt. Als de trainer het aangeeft wordt er gewisseld van rol.
Deze opdracht noem ik feestmaal.
We regelen samen een vel zo groot als de tafel, we plakken dit met plakband aan elkaar, we gebruiken acrylverf, kwasten en watre. Vertel aan elkaar wat je graag eet en drinkt een minuut lang. Schilder vervolgens voor elkaar, wat de andere graag eet of drinkt. Vul gezamenlijk de gehele tafel. Je schildert niet voor jezelf, alleen voor de ander.
26
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Briefjesspel
De trainer stelt 3 á 4 vragen aan de deelnemers. Elke vraag wordt beantwoord via tekeningentjes op een apart briefje. Als de tekening klaar is doe je hem opvouwen in de pot. Als alle vragen doormiddel van tekeningen beantwoord zijn dan trekken we om de beurt papiertje uit de pot. Vervolgens probeer je te raden wie het getekend heeft en je onderbouwt hoe het komt dat je dit denkt. Mocht je jezelf trekken, stop je het papiertje terug en je pakt een andere. Mogelijke vragen die de trainer kan stellen:
Dier waar je voorkeur voor hebt
Wat doe je in je vrije tijd
Welke bezigheid ontspant jou het best
Teken eigenschappen van je zelf
Teken iets of iemand die heel belangrijk is in je leven
27
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 3 Een praatje maken 1. In welke situaties gebruik je de gespreksvorm “een praatje maken”?
2. Wat zijn onderwerpen waar je het over kunt hebben?
3. Hoe lukt het je een praatje te maken? (Wat is er moeilijk aan, of wat lukt je juist goed?)
4. Heb je onlangs nog een praatje gemaakt met iemand? Of begon iemand zomaar een gesprek met jou? Beschrijf hieronder kort dat gesprek.
5.
is het verschil in lichaamshouding en non-verbale signalen tussen een gesprek tussen vrienden en twee mensen die een praatje maken?
28
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 3 Een praatje maken Een praatje maken kun je gebruiken in de volgende situaties: Op straat bij de bushalte, In de rij bij de supermarkt, In de lift met een buurtbewoner In werksituaties Bij een sportclub, buurthuis of vereniging Waar moet je op letten: Kijk je de ander aan. Laat je blijken dat je luistert door non-verbale signalen (zie les 2) Houd gepaste afstand, het is ten slotte vaak geen goede bekende van je. Houd het onderwerp van gesprek neutraal en veilig. Wat zijn onderwerpen die besproken kunnen worden: Het weer De gezamenlijke interesse Iets wat op dat moment gebeurt Als iemand een hond of kind bij zich heeft kan dit vaak een sleutel zijn voor het eerste contact Creatieve opdracht les 3 We gaan een opdracht die ik noem “Doorgeeftekening met vragen”. Schrijft je eigen naam op eigen vel papier. Bepaal zelf waar en hoe groot. Vervolgens geeft je je vel door aan de persoon die rechts van je zit. Er wordt vervolgens door de trainer een vraag gesteld over beroep, hobby, gezinsituatie, favoriete eten, tv/radio programma, literatuur/krant/tijdschrift, etc. Ieder tekent het antwoord op deze vraag over de persoon die op het vel staat. We gaan net zo lang door tot het vel bij de persoon die de naam heeft opgeschreven terug is.
29
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 4 Hulp vragen Veel mensen zijn heel bereid om de ander te helpen en in te springen wanneer dat van ze gevraagd word. Maar wanneer ze zelf graag hulp bij iets zouden willen dan durven ze dat niet te vragen. Waar dat nou mee te maken heeft en hoe je daar verandering in kan brengen leer je in deze les. 1. Er zijn twee soorten hulp die je kunt vragen, praktische hulp en psychische hulp. Leg uit wat de verschillen hiertussen zijn?
2. Durf jij hulp te vragen?
3. Heeft het te maken met overgave, blootgeven, je zelf laten zien?
4. Maakt het je nog uit of je om praktische hulp of psychische hulp moet vragen? (Is het één makkelijker dan het ander?)
5. Hoe kun je iemand vragen je te helpen?
6. Is het wel eens gebeurd dat je hulp vroeg en je deze niet kreeg? Waar zou dat mee te maken gehad kunnen hebben?
7. Waar moet je op letten als je iemand om hulp vraagt?
30
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 4 Hulp vragen Je kunt hulp vragen voor twee verschillende vormen van steun, namelijk:
Praktische steun
Psychische steun
Onder praktische hulp worden bijvoorbeeld huishoudelijke klusjes, zoals helpen met behangen, een schilderij ophangen en je helpen verhuizen verstaan. En ook het geven van een lift, je planten water geven tijdens je afwezigheid zouden hieronder vallen. Onder psychische hulp worden zaken als je verhaal laten doen en je troosten verstaan. Maar ook meegaan naar een moeilijk gesprek met een instantie kan hieronder vallen. Wanneer je iemand om hulp wilt vragen houd dan de volgende punten in je achterhoofd: Leg de situatie uit, maar kom snel en duidelijk ter zaken Wees duidelijk in je vraag Geef de ander de tijd om na te denken Wanneer je iemand om hulp vraagt moet je jezelf eerst een aantal vragen stellen: Wie wil ik vragen? Waarom wil ik juist die persoon vragen? Is diegene in staat mij te helpen? Heeft de ander tijd mij te helpen? En onthoud goed: Een afwijzing van jouw vraag om hulp hoeft geen afwijzing van jou als persoon te zijn! Creatieve opdracht les 4 Deze opdracht gaat over overgave, vertrouwen en durven. Je vormt groepjes van twee. Om beurten gaan jullie elkaar blinddoeken en laten leiden. De ander begeleidt je. Je doet dit samen totdat de trainer zegt dat de ander aan de beurt is. Nadat iedereen aan de beurt is geweest bespreken we deze ervaring na.
31
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 5 Assertiviteit en Nee zeggen Nee durven zeggen heeft veel te maken met het stellen van grenzen en assertiviteit. 1. Wat betekent het woord assertiviteit?
2. Waarom is het belangrijk om grenzen te stellen?
3. Wat gebeurt er als je over je eigen grenzen heen gaat?
4. Vind jij “Nee zeggen” moeilijk?
5. Wat maakt “Nee zeggen” voor veel mensen lastig?
6. Hoe kun je reageren als je iets niet wilt, maar het moeilijk vind om assertief te reageren?
32
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 5 Assertiviteit en Nee zeggen In les 5 is de term assertiviteit aan bod gekomen. Met assertiviteit wordt opkomen voor jezelf bedoeld. “Nee zeggen” is een onderdeel daarvan. Het weten van je grenzen en deze ook respecteren is belangrijk voor je. Als je namelijk over je eigen grenzen gaat heb je de kans dat je hier lichamelijke of psychische klachten van krijgt. Wat voor een klachten dat zijn is per persoon afhankelijk. De één krijgt hoofdpijn, de ander slaapt slecht en weer een ander blijft piekeren. Het kennen van je grenzen en die ook naleven is dan ook van belang als je goed voor jezelf wilt zorgen. Het aanvoelen van andermans grenzen en daar niet overheen gaan is ook belangrijk. Wanneer je namelijk over andermans grenzen gaat hebt je kans dat men daar op reageert, mensen kunnen boos worden of verdrietig en de manier waarop zij daar uiting aan geven kan heel vervelend zijn voor jou. Als je het moeilijk vind om Nee te zeggen kun je een aantal dingen proberen. Bedenk goed of je iets wel of niet wilt. Mocht het antwoord Nee zijn, bedenk dan wat de reden is dat je Nee wilt zeggen. Heeft het te maken met tijd, interesse, gevoel etc. Het is namelijk makkelijker Nee te zeggen als je kunt uitleggen waarom je Nee zegt. Als je twijfelt vraag dan bedenktijd i.p.v. dat je toestemt zonder zeker te weten of je wel Ja wilt zeggen. Soms verzinnen mensen smoesjes als ze het moeilijk vinden om Nee te zeggen. Bijvoorbeeld: Een vriend heeft wel eens wat spullen van je geleend die je soms niet terug kreeg en als je het al terug kreeg dan was hij er niet voorzichtig mee om gegaan. De volgende keer vraagt hij een boek van je te leen. 1) Smoesje: Oh, dat boek kun je nu niet lenen want het ligt bij mijn moeder. 2) Nee zeggen: Ik wil je dat boek niet uitlenen omdat ik al vaker iets aan je uit hebt geleend wat ik niet terug hebt gehad, wat ik heel vervelend vind. In het geval van het eerste antwoord heb je kans dat die vriend twee weken later er nog eens om vraagt en je weer voor hetzelfde probleem staat. In het tweede geval heb je gezegd wat jezelf vervelend vind en hoef je er niet om heen te draaien. Je hebt ook nog eens kans dat de ander na gaat denken over zijn gedrag en dit misschien wel gaat verbeteren.
33
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Creatieve opdracht les 5
Grenzen aangeven I
Maak een tekening van een dierbaar moment voor jou. We schuiven vervolgens de tekening door naar rechts. Maak een aanvulling op de tekening die voor je ligt. We vervolgen de opdracht net zolang tot de tekening weer terug is bij de oorspronkelijk tekenaar.
Grenzen aangeven II
Maak tweetallen Neem een groot vel papier en maak hiervan een papieren smalle strook. Kies allebei een vorm bijvoorbeeld de een kiest een ronde vorm en de ander kiest een rechte vorm. Ieder werkt vanuit een kant aan de lange smalle strook papier. Je werkt naar elkaar toe en kijkt of je tot een gezamenlijke vorm kan en wil komen. Werk geleidelijk.
Grenzen aangeven III
Maak tweetallen Kies beide een eigen kleur ecoline en een kwast. Pak een vel papier, A3. Werk naar elkaar toe, kun je misschien de kleuren laten vervloeien in het midden Kijk hoe je dit doet?
34
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 6
Uiten van emoties
1. Welke vijf hoofd emoties zijn er?
2. Waarom zijn non-verbale extra belangrijk bij het overbrengen van emoties?
3. Welke non-verbale signalen passen bij de emotie blij zijn?
4. Welke non-verbale signalen passen bij de emotie boos zijn?
5. Welke non-verbale signalen passen bij de emotie bedroefd zijn?
6. Welke non-verbale signalen passen bij de emotie bang zijn?
7. Welke emoties vind jij moeilijk onder woorden te brengen?
8. Waar moet je op letten als je emoties onder woorden gaat brengen?
35
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie Les 6 Uiten van emoties Er zijn vier hoofd emoties: Bang Blij Boos Bedroefd Beschaamd Iedere emotie kun je in verschillende gradaties hebben. Je kunt wat geschrokken zijn of doodangst uitslaan. Je kunt een vrolijke stemming hebben of uitzinnig zijn van vreugde. Je kunt wat humeurig zijn of een woedeaanval hebben. Je kunt wat sip zijn of vreselijk verdrietig. Ten eerste als je wilt weergeven wat je emoties zijn is het belangrijk om zelf bewust te zijn van je emoties; dus weten wat je voelt. Iedereen ervaart de emotie boosheid bijvoorbeeld op een andere manier. De één heeft zin om met iets te gaan gooien als hij boos is, de ander wil misschien gaan schreeuwen en een volgende zal niets doen en zich terugtrekken op zijn kamer. Deze manieren zijn niet het meest handig omdat je daarmee niet bereikt wat je zou willen en je kunt er anderen mee afschrikken. Beter is woorden te geven aan je emoties. Wanneer je woorden geeft aan je emoties kun je de ander laten weten hoe je je voelt, waardoor de ander daar rekening mee kan houden. Daarnaast kun je misschien wat aan de situatie veranderen door er over te praten. Waar moet je op letten als je woorden geeft aan emoties: Bedenk zelf goed welke emotie je voelt. Zorg ervoor dat je non-verbale signalen kloppen bij die emotie. Benoem de emotie en leg eruit wat dat met jou doet. Doe daarna een suggestie ter verbetering. Val de ander niet aan, hou het bij jezelf. Bijvoorbeeld: Ik ben heel blij dat je me dit vertelt, ik voel me hierdoor namelijk gesteund. Ik kan me hier heel boos over maken, ik voel me namelijk erg beetgenomen. Ik wil je vragen of je hier voortaan rekening mee kunt houden. Ik word hier verdrietig van, ik voel me namelijk aan de kant gezet. Ik zou het prettig vinden wanneer ik hier voortaan bij betrokken kan worden. Ik kan daar erg angstig van worden, ik voel me namelijk niet prettig in grote groepen. Dus zou het mogelijk zijn dat we de volgende keer ergens anders heen gaan?
36
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Het is erg belangrijk hierbij op je non-verbale signalen te letten. Als je bijvoorbeeld iemand wilt vertellen dat je het vervelend vond dat hij/ zij zo kortaf was tegen je dan moet je dat wel met een serieus gezicht doen, anders kan de ander denken dat je het niet meent. Creatieve opdracht les 6 Dit is een individuele opdracht. Kies een groot vel, A2 of groter. Je kunt vellen aan elkaar plakken. Pak plakkaat verf en kwasten. Kies een eigen plek in de ruimte. En schilder de zes basisemoties.
37
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 7
Je mening uiten
1. Waarom is het belangrijk om je mening te geven?
2. Hoe vind jij het om je mening te uiten?
3. Wat voor een zinnen kun je gebruiken om je mening te geven.
4. Waarom is het belangrijk ook je reden te vertellen wanneer je het ergens niet mee eens bent?
5. Wat gebeurt er als je teveel met je mening te koop loopt?
38
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 7
Je mening uiten
Er zijn verschillende problemen die zich kunnen voordoen bij het geven van je mening: Sommige mensen geven nooit hun mening en als er naar gevraagd wordt houden ze hun standpunt een beetje vaag zodat er nog niet duidelijk is wat iemand echt denkt. Anderen geven hun mening alleen als die van hen gevraagd wordt en verder onthouden ze zich van commentaar. Dan is er een groep die te veel met zijn/haar mening te koop loopt en te pas en te onpas verkondigt wat hij ervan vindt. En tot slot blijven nog de mensen over die hier wel een goede balans in weten te vinden bij het geven van hun mening. Wanneer je jouw mening wilt gaan geven kun je hier verschillende openingszinnen voor gebruiken, deze helpen je jouw mening beter te formuleren. Bijvoorbeeld:
Ik denk daar anders over,
Ik vind dat …,
Ik ben het daar niet mee eens …
Ik kan me wel/ niet in die mening vinden,
Ik ben daar nog niet zo zeker van,
Wanneer je bij het formuleren van je mening houdt je aan de volgende regels houdt heb je een grote kans dat je mening duidelijk wordt begrepen en dat je anderen er niet mee aanvalt. Spreek vanuit de ik-vorm. Verduidelijk je mening met je argumenten. Als je ergens deels mee eens bent, maar ook argumenten hebt die tegen zijn dan kun je dit ook benoemen. Wees duidelijk, kort en bondig, maar wel volledig. Creatieve opdracht les 7
Compositie van vissen, bloemen of bomen
Als de groep groot genoeg is verdelen we de groep in tweeën. Kies als groep een gezamenlijk thema. Vervolgens voegen we de twee groepen samen. En kies een gezamenlijk thema. Elke deelnemer maakt een wasco tekening van het thema. De tekening uitknippen. En komt tot een gezamenlijk compositie die je ook opplakt (raam, deur, muur, tafel, vloer, etc.)
39
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 8 Samenwerken, Onderhandelen en Afspraken nakomen 1. In welke situaties heb jij te maken met samenwerken?
2. Heb je wel eens last gehad van een vervelende samenwerking? (beschrijf de situatie)
3. Waar moet je op letten wanneer je samenwerkt?
4. Wat is onderhandelen?
5. Waarom is onderhandelen zo belangrijk bij samenwerken?
6. Waarom is het nakomen van afspraken belangrijk bij samenwerking?
7. Hoe kun je ervoor zorgen dat je je afspraken na komt?
8. Wat kun je doen als een ander zijn afspraken niet na komt?
40
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
9. Benoem je eigen kwaliteit
41
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie Les 8 Samenwerken, Onderhandelen en Afspraken nakomen Gedurende je leven heb je veel te maken met samenwerken. Bijvoorbeeld op het werk of in schoolsituaties, maar ook als je samen moet koken op de afdeling. Om dit soepel te laten verlopen zijn er een aantal punten waar je op moet letten. Samenwerken: Samenwerken houdt in dat je samen tot een eindresultaat komt. Dat houdt dus niet is dat alle taken samen gedaan moeten worden. Samenwerken kan ook betekenen dat de één een deel doet en de ander een deel. Toch moet dit goed afgesproken worden, anders kan het eindresultaat tegenvallen. Communiceren en veel overleg zijn dus zeer belangrijk voor een geslaagde samenwerking. Samenwerkingsstijl: Toch zijn er verschillende persoonlijke stijlen hoe mensen samenwerken. Zo heb je “volgers” en “leiders” . Het één is niet beter dan het ander, maar je kunt je misschien voorstellen dat er moeilijk knopen worden doorgehakt wanneer een groep met alleen maar volgers bij elkaar zitten. Daarentegen zal een groep met alleen maar leiders wat sneller conflicten kunnen krijgen. Een mix van beide is dus een goede combinatie. Ook zijn er mensen die moeite hebben dingen los te laten en zoveel mogelijk taken zelf doen. Dit kan met verschillende zaken te maken hebben, onzekerheid maar ook controledrang kan hieraan ten grondslag liggen. Daartegenover staan de mensen die heel goed zijn in delegeren. Deze mensen zijn goed in het verdelen van taken. Het is belangrijk te weten wat jou samenwerkingsstijl is, dan kun je namelijk in een niet goed werkende samenwerking kijken waar dit aan zou kunnen liggen en wat jou rol daarin is. Onderhandelen en afspraken: Bij samenwerking komt de vaardigheid onderhandelen goed van pas. Het kan namelijk zijn dat je van mening verschilt met een ander. Dat hoeft niet erg te zijn, als jullie beide bereid zijn hierover in onderhandeling te gaan. Onderhandelen is dus niet je eigen mening doordrukken, maar samen overleggen en tot een compromis komen. Als je samenwerkt zul je ook afspraken met elkaar moeten kunnen maken. En die afspraken zul je ook na moeten komen anders kun je onbetrouwbaar over komen op anderen. Wanneer een ander zich niet houdt aan de gemaakte afspraken kun je diegene daar feedback op geven. Houdt dan wel de regels van feedback goed in acht, anders heb je kans dat de ander zich aangevallen voelt. Kernkwadranten: We bespreken en maken kernkwadranten.
42
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Creatieve opdracht les 8
Samenvoegen werkstukken
De groep wordt opgedeeld in twee groepen. Elke groep maakt een eigen werkstuk naar keuze. Vervolgens worden de twee werkstukken samengevoegd op aanwijzing (qua tijd) van de trainer.
43
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 9
Praten in groepen
1. In welke situaties heb je te maken met praten in groepen?
2. Wat maakt praten in groepen voor sommige mensen spannend?
3. Vind jij het moeilijk om in een groep te spreken? (Zo ja: leg uit wat er op zo’n moment door je heen gaat)
4. Maakt de groepsgrootte uit hoe moeilijk je het vind om te spreken in een groep? Wat is voor jou een prettige groepsgrootte?
5. Hoe kun je leren beter in groepen te spreken?
6. Beschrijf een situatie waarbij jij voor of in een groep moest spreken:
44
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 9
Praten in groepen
Voor veel mensen is het spannend om in groepen te praten. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, bijvoorbeeld faalangst. In verschillende situaties heb je te maken met grote groepen. Bijvoorbeeld: tijdens therapie, op een verjaardag, op een feestje, in school of werksituaties. Voor veel mensen maakt de groepsgrootte uit. De één voelt zich al onprettig wanneer er vier mensen bij elkaar zijn, de ander heeft pas moeite wanneer er 20 mensen aanwezig zijn. Het is goed om van jezelf te weten wat voor jou een goede groepsgrootte is. Dan kun je hier rekening mee houden. Hoe kun je nu oefenen met spreken in groepen: Bedenk wat jij nog een prettige groepsgrootte vindt. Begin bij een kleine groep en oefen dan naar grotere groepen toe. Begin met te praten over onderwerpen waar je je prettig bij voelt. Vaak zijn dit onderwerpen waar je zelf veel van weet, bijvoorbeeld je hobby. Begin met neutrale onderwerpen, dus onderwerpen waar niet zo snel discussie over zal ontstaan. Als je wat beter bent geworden in het praten in groepen kun je ook gaan oefenen met onderwerpen waar je een weerwoord op kunt krijgen. Het is vaak gemakkelijker om in een groep bekenden te praten dan bij mensen die wat verder van je af staan. Probeer dus eerst het één en ander uit bij bijvoorbeeld familiebijeenkomsten. Wanneer je moeite hebt met praten in groepen kan het soms goed helpen dit gewoon te benoemen, bijvoorbeeld aan collega’s of aan de groep voordat je een presentatie moet houden. Creatieve opdracht les 9
Toren van papier
We maken twee groepen We hebben nodig een stapel papier, plakband, schaar, niettang, touw. Maak per groep een toren die zelfstandig blijft staan, tot het plafond. De trainer geeft de beschikbare tijd aan.
Teken jezelf
Een individuele opdracht. Teken jezelf met wasco, open staand vel paper (A3 of A2). Als je klaar bent knip je het geheel in drie gelijke delen, overdwars. We gaan in een kring zetten en leggen alle geknipte stukken op z’n kop in het midden. Om beurten pakken we een stuk. En je geeft het stuk weg aan diegene waarvan jij denkt dat het is en je motiveert dit. De ontvanger zegt alleen dank je wel. Zo gaan we de kring rond. Als je jezelf pakt laat je deze liggen en pakt een ander deel. We bespreken de opdracht gezamenlijk na. 45
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 10 Voor jezelf opkomen Deze les is een samenvatting en een herhaling van wat we al eerder behandeld hebben. 1. Leg uit wat assertiviteit is.
2. Wat betekende de term feedback ook al weer?
3. Wat valt er allemaal onder assertief reageren?
4. Hoe kun je feedback het beste geven? (hoe kun je een opmerking goed formuleren?)
5. Hieronder staan een aantal opmerkingen, die niet goed worden gegeven volgens de regels van feedback. Probeer de opmerkingen om te buigen zodat ze wel goed zijn.
1) Een collega vertelt wat hij dit weekend beleefd heeft maar hij vertelt dit zo uitgebreid dat je de draad van het verhaal een beetje kwijt begint te raken.
Fout gegeven feedback: Jij bent altijd zo vaag in je verhaal. Beter zou zijn:
2) Een vriendin komt een half uur te laat op een afspraak. Fout gegeven feedback: Jij kunt ook nooit eens op tijd komen. Beter zou zijn:
3) Een huisgenoot spreekt je aan dat de vloer nog niet is gedweild is en het jou corveedag is. Fout gegeven feedback: Doe niet zo achterlijk, ik maak het huis zo wel schoon. Beter zou zijn:
46
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 10
Voor jezelf opkomen
Opkomen voor jezelf is erg belangrijk, assertiviteit wordt dit in de termen van sociale vaardigheden genoemd. In de eerste les hebben we de term feedback besproken. Dit woord betekent terugkoppeling als je het vertaald. Feedback is de manier waarop je op een ander reageert. Kritiek en complimentjes vallen bijvoorbeeld onder feedback. Er zijn een aantal regels waar je je aan moet houden als je op een ander reageert. Dit is ook besproken in de lessen: het uiten van emoties, je mening geven, assertiviteit en Nee zeggen. Hieronder worden ze nog even samengevat. Spreek vanuit de ik-vorm
Benoem je gevoel
Beschrijf de situatie waarover je het hebt
Geef een suggestie hoe de ander zijn gedrag kan veranderen, zodat jij er minder last van hebt.
Hier heb je nog een aantal voorbeelden: Situatie:
Een collega vertelt wat hij dit weekend beleefd heeft maar hij vertelt dit zo uitgebreid dat je de draad van het verhaal een beetje kwijt begint te raken.
Fout:
Jij bent altijd zo vaag in je verhaal.
Goed:
Ik kan je niet volgen, kun je wat concreter zijn?
Situatie:
Een vriendin komt een half uur te laat op een afspraak.
Fout:
Jij kunt ook nooit eens op tijd komen.
Goed:
Ik heb er last van als jij te laat komt. Kun je hier voortaan rekening mee houden?
Situatie:
Een huisgenoot spreekt je aan dat de vloer nog niet is gedweild is en het jou corveedag is.
Fout:
Doe niet zo achterlijk, ik maak het huis heus wel schoon.
Goed:
Ik vind het vervelend dat je me erop wijst dat het mijn schoonmaakbeurt is. Ik wilde er zo dadelijk aan beginnen.
Creatieve opdracht les 10
Dorp
We gaan een gezamenlijk dorp maken van klei. Dit is een groepsopdracht.
47
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 11 Complimenten geven en ontvangen 1. Wat is positieve feedback?
2. Krijg je wel eens complimentjes?
3. Geef je wel eens complimentjes?
4. Hoe vind je het om complimentjes te krijgen?
5. Hoe merk je het verschil tussen een gemeend compliment en slijmen?
6. Waarom hoef je bij positieve feedback de regels van feedback (zie vorige les) niet altijd toe te passen?
48
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 11
Complimenten geven en ontvangen
In de voorgaande lessen is het geven van feedback besproken. Een compliment is een vorm van positieve feedback. Toch hoef je bij het geven van een compliment niet zo heel strikt de regels van feedback na te leven. Waar dit mee te maken heeft wordt per punt uitgelegd. Spreek vanuit de ik-vorm: Bij een negatieve boodschap moet je vanuit de ik-vorm spreken omdat de ander het gevoel krijgt dat je hem aanvalt als je JIJ… gebruikt. Bij een positieve boodschap (een compliment) zal de ander zich niet snel aangevallen voelen en mag je dus jij gebruiken. Benoem je gevoel: Dit kun je doen bij een compliment maar is niet altijd noodzakelijk. Als je bijvoorbeeld iemand een complimentje wilt geven over hoe iemand er uit ziet zou het wat overdreven zijn als je daarbij verteld wat dat met jou doet. Als het om het gedrag van de ander gaat kun je je eigen gevoel wel benoemen. Beschrijf de situatie waarover je het hebt: Vaak worden complimentjes meteen gegeven en is de situatie waar het om gaat dus duidelijk. Met het geven van negatieve feedback wordt vaak gewacht en dan moet je er later op terugkomen. Dan is het juist belangrijk de situatie wel te benoemen. Geef een suggestie ter verbetering: Als je tevreden bent met het gedrag van de ander hoef je dus geen suggestie ter verbetering te geven. Wel kun je de ander uitnodigen om dit leuke gedrag vaker te laten zien. Het krijgen van complimentjes behoort leuk te zijn. Toch zijn er veel mensen die een compliment wegwimpelen of er overheen praten. Dit wordt vaak gedaan omdat men er zenuwachtig van wordt, of ze vinden het gedrag zo normaal dat ze niet vinden dat je daar geen compliment voor verdient. Het is juist belangrijk om een compliment binnen te laten komen. Het is namelijk goed voor je zelfvertrouwen! Ook kun je, doordat je hoort van een ander wat ze prettig vinden, in de toekomst rekening houden met datgene. Tot slot nog het verschil tussen een gemeend compliment en een slijmerige opmerking. Het verschil tussen die twee zit hem in de non-verbale communicatie. Je voelt het als iemand een compliment heeft ingestudeerd, omdat de non-verbale signalen (gezichtsuitdrukkingen, houding en intonatie) dan niet volledig kloppen. Dan komt zo’n opmerking al snel slijmerig over. Dus denk aan je non-verbale signalen als je zelf een compliment wilt maken.
49
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Creatieve opdracht les 11
Cadeau maken en ontvangen
Schrijf je naam op een briefje, vouw het dicht. We stoppen het in een pot (o.i.d.) en dat trekken we een briefje. Als je je eigen naam trekt, beginnen we opnieuw. Maak vervolgens een werkje van klei dat je aan de ander, genoemd op het briefje, cadeau doet. Motiveer waarom je nu juist dit cadeau voor de ander gemaakt hebt.
50
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 12 Met kritiek omgaan In de voorgaande les hebben we het geven van complimenten besproken. Dit is positieve feedback. Kritiek is een vorm van negatieve feedback. 1. Krijg je wel eens kritiek? Hoe vind je het om te krijgen? En wat doet het met je?
2. Geef je wel eens kritiek? Hoe vind je het om te geven? En wat doet het met je?
3. Aan welke regels moet jij je houden als je kritiek wilt geven?
4. Hoe kun je reageren als je kritiek krijgt?
5. Waarom kun je het krijgen van feedback ook als iets nuttigs zien?
6. Beschrijf een situatie waarin jij kritiek gaf of kreeg:
51
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
7. Hoe vind je dat anderen kritiek moeten geven aan jou?
8. Wat is voor jou kritiek? Zijn het suggesties of is het kritiek?
52
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Theorie les 12 Met kritiek omgaan Kritiek is een vorm van negatieve feedback. Het krijgen van feedback kan nuttig zijn omdat het je kan helpen je gedrag te veranderen. Door het krijgen van feedback kun je bewust worden van dingen die je niet wist van jezelf. Wanneer je bewust bent van je eigen gedrag, kun je besluiten of je er iets mee wilt doen. Ook is het goed van de ander te weten wat ze ergens van vindt. Veel mensen ervaren het krijgen van kritiek als erg vervelend. Dat kan een aantal redenen hebben. Bijvoorbeeld: De kritiek-gever geeft de feedback op een verkeerde manier. De kritiek-krijger interpreteert de feedback op een verkeerde manier. Een goede manier om negatieve feedback te geven is: Spreek vanuit de ik-vorm: Bij een negatieve boodschap moet je vanuit de ik-vorm spreken omdat de ander het gevoel krijgt dat je hem aanvalt als je JIJ… gebruikt. Benoem je gevoel: Geef aan waar jij last van hebt als de ander dit gedrag laat zien en wat dat met jou doet. Beschrijf de situatie waarover je het hebt: Beschrijf duidelijk welk gedrag, in welke situatie jij als lastig hebt ervaren. De ander weet dan waar het om gaat. Geef een suggestie ter verbetering: Help de ander bij het oplossen van het probleem door suggesties aan te bieden waarmee de ander zijn gedrag kan veranderen en het voor jou minder storend is. Manieren om goed om te gaan met feedback: Vraag door zodat jou goed duidelijk is wat er aan de hand was. Vraag wat de ander als storend heeft ervaren. Als er een verklaarbare reden was voor je gedrag, leg deze dan uit. Als het noodzakelijk is dat je excuus aanbiedt, doe dat dan. Wanneer je het niet eens bent met de feedback die je hebt gekregen, dan kun je dat ook zeggen. Maar houd je dan aan de regels van feedback. Wanneer je twijfelt over de feedback die je hebt gekregen dan kun je het ook navragen bij anderen. Laat blijken wat de feedback met jou doet, uit je gevoel. Vraag eventueel bedenktijd of bezinningstijd en kom er dan later op terug. Besluit ten slotte zelf of je je gedrag gaat veranderen. Als een ander kritiek geeft kan hij/zij zeggen” bemoei je met je eigen zaken”. Dan kan het zijn dat het ook aan de ander ligt. Dat de ander niet over sociale vaardigheden beschikt en niet met kritiek kan omgaan.
53
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Creatieve opdracht les 12
Feedback op je zelf, reflectie
Schilder drie beelden van jezelf. De1e hoe je was, de 2e hoe je nu bent en de 3e hoe je in de toekomst bent. Gebruik papier, acryl verf, kwasten. Plak vellen papier aan elkaar indien je ze te klein vind.
54
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 13
Doelen evalueren en afsluiten cursus
Iedereen heeft aan het begin van deze cursus een aantal doelen voor zichzelf gesteld. In de laatste les wordt besproken wat je van de cursus hebt opgestoken en op welke punten je verbetering hebt geboekt in relatie tot je doelen. Opdracht Schrijft 10 minuten lang onafgebroken wat je heb geleerd en wat het je heeft gebracht. Schrijf hoe deze training je heeft veranderd. Als je niets meer weet mag je in herhaling vallen. Als je maar door blijft schrijven. Enquête Er wordt een enquête ingevuld voor de trainer zodat deze de feedback kan meenemen naar een volgende cursus. En er wordt een bewijs van deelname uitgedeeld. Creatieve opdracht les 13
Landschap
Dit is een groepsopdracht. We maken een gezamenlijk landschap. Groot vel met plakkaatverf en grote kwasten. Hang het vel aan de wand, kast of anderszins. Overleg met elkaar hoe je het gaat aanpakken.
55
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Les 13 Enquête over de Sociale Vaardigheidstraining 1. Wat was jouw doel voor deze training (wat wilde je leren)?
2. Is jouw doel voldoende aan bod gekomen? O Ja
O Nee
3. Heb je nieuwe dingen geleerd tijdens deze cursus? O Ja
O Nee
4. Heb je de indruk dat je beter bent geworden in sociale vaardigheden door deze cursus? O Ja
O Nee
5. Vind je de inhoud van de cursus aansluiten op de dingen die je in het dagelijks leven tegenkomt? O Ja, de cursus sloot aan
O Nee, de cursus sloot niet aan
6. Vind je dat je voldoende informatie hebt gekregen tijdens deze cursus? O Ik heb te weinig informatie
O Het was goed
O Ik heb te veel informatie
gekregen
gekregen
7. Vind je dat je voldoende hebt kunnen oefenen tijdens deze cursus? O Ik heb te weinig kunnen
O Het was goed
O Er was teveel tijd om te
oefenen
oefenen
8. Vind je dat er voldoende tijd was voor individuele vragen/ situaties? O Daar was te weinig tijd voor
O Dat was goed
O Daar was teveel tijd voor
9. Hoe vond je het tempo van de cursus? O Het ging te snel
O Het tempo was goed
O Het ging te langzaam
10. Wat vond je van de combinatie theorie en de theorie toepassen (ervaren) in het beeldend werken? O Het voegde geen extra ervaringsdimensie toe
O Het voegde wel een ervaringsdimensie toe
11. Als je onderwerpen hebt gemist tijdens deze cursus dan kun je deze hieronder opschrijven:
56
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
12. Als er onderwerpen zijn waar te veel aandacht aan besteed is tijdens de cursus dan kun je die hieronder opschrijven:
13. Zou je de training aan anderen aanraden? O Nee, omdat O Ja , omdat 14. Als je de cursus een cijfer zou moeten geven, welk cijfer krijgt deze dan? (van 1 tot 10)
57
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Sociale Vaardigheden – Oefensituaties Hieronder vind je een aantal situaties uit het dagelijks leven waarbij je je sociale vaardigheden kunt gebruiken. Schrijf bij iedere situatie op wat je letterlijk zou kunnen zeggen. Denk daarbij aan de volgende regels: 1.
Ik
Spreek vanuit jezelf.
2.
Gevoel
Zeg wat voor een gevoel deze situatie bij je oproept.
3.
Situatie
Beschrijf concreet om welke situatie het gaat.
4.
Suggestie te verbetering
Zeg erbij wat de ander anders zou kunnen doen, waardoor je er in de toekomst minder last van hebt.
Je staat in een winkel te wachten in een rij voor de kassa. Er dringt iemand voor en je besluit er iets van te zeggen. Hoe doe je dat netjes?
Je huisgenoot laat geregeld zijn koffiekopje op de salontafel staan en brengt hem niet terug naar de keuken. Dit vind je slordig en je zou graag willen dat hij dit voortaan wel doet.
Een vriend belt om te vragen of je kunt helpen met een aantal spullen van hem te verhuizen. Hij vraagt of je vrijdagmiddag kunt komen. Je hebt de hele week gewerkt en eigenlijk ben je moe en keek je uit naar een lekker vrij weekend. Hoe reageer je?
Je baas spreekt je aan omdat je een keer te laat op je werk bent gekomen. Jij bent normaal gesproken altijd op tijd en dit is de eerste keer in maanden dat dit gebeurt en daarnaast had je een goede reden. Je vindt het oneerlijk dat je meteen op het matje wordt geroepen en wilt de situatie uitleggen.
Je collega vraagt of je het erg vind wanneer hij vandaag een uurtje eerder stopt met werken want hij gaat een weekendje weg naar Limburg met zijn gezin en wil voor de spits voorbij Utrecht zijn. De klus is echter nog niet af en dat betekent dat jij het alleen af zult moeten maken en waarschijnlijk niet voor 20.00 uur vanavond thuis bent. Hoe reageer je?
58
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Je wilt zelf een keer een uurtje eerder stoppen met werk omdat je een weekendje weg gaat. Hoe vraag je aan je collega of dat kan?
Een vriendin belt je regelmatig ’s avonds laat om te praten. Ze heeft regelmatig problemen en stort dan haar hart bij je uit. Vaak duren die telefoongesprekken lang en nadat ze opgehangen heeft ben je nog zo met het gesprek bezig dat je ook niet meteen kunt slapen. De volgende dag moet jij echter wel weer om 07.00 uur op je werk zijn. Wat zou je tegen haar kunnen zeggen?
Je buurman draait regelmatig harde muziek. Ook zaterdagochtend vroeg als jij lekker wilt uitslapen. Wat zou je tegen hem kunnen zeggen?
Je bent in een winkel en krijgt te weinig wisselgeld terug. Hoe spreek je de caissière hierop aan?
Je tante in Overijssel wordt 50 en geeft een feestje waar je graag heen wilt. Je hebt zelf echter geen auto en bent afhankelijk van openbaar vervoer. Met de trein kom je tot de dichtstbijzijnde grote stad, maar niet helemaal tot de feestlocatie. Je zou dan 3 bussen moeten nemen en daarna nog 20 minuten moeten lopen. Je familie woont daar wel in de buurt, maar gaat waarschijnlijk wel met de auto heen. Wat zou je kunnen vragen?
59
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Je hebt een zware week gehad. Je moest veel regelen, je huishouden doen, hebt gewerkt en bent moe. Je slaapt ook al een tijdje slecht en hebt wat bijwerkingen van medicatie. Je hebt die week een afspraak met je ambulante hulpverlener. Wat zou je kunnen vragen?
60
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©
Uitgave en copyright Patricia M. Aarts Beeldend Therapeut, Vaktherapeut Purmerend E-mail:
[email protected] Copyright © 2011, Patricia M. Aarts, Purmerend. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Disclaimer De auteur besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in deze syllabus. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten. Voor vragen of opmerkingen kunt u zich richten tot de auteur: Patricia M. Aarts, beeldend therapeut bij De Beeldend Therapeut, e-mail:
[email protected]
61
Sociale Vaardigheidstraining & Creativiteit, P.M. Aarts, De Beeldend Therapeut ©