Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Goedemorgen dames en heren,
Welkom in Waalwijk. De ‘aftrap’ voor de eerste, echte ‘Hart van Brabantdag’. In het RKC-stadion (over social innovation gesproken).
10
Groene (Zuid-Afrikaanse) grasmatten hebben we allemaal de afgelopen weken veel gezien. Ik stel voor dat we het vandaag verder niet over voetbal hebben en de 0-1 tegen Spanje. Laten we het hebben over hoe wij wèl kunnen scoren, maar dan op het gebied van regionale samenwerking. Zoals Cruijff zegt: "Je moet schieten, anders kun je niet scoren." Daarom hierbij mijn voorzet.
15
Mij is gevraagd om deze eerste officiële Hart van Brabant-dag in te leiden. Titelopdracht: ‘Hart van Brabant: Regio van Social Innovation en de implementatie van de strategische agenda.’ Een hele mond vol. Ik heb er zelf van gemaakt: ‘social innovation’: van 20
wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant.’ Het zal me niet lukken, hier in mijn eentje, om een complete voorzet te geven. Daarvoor hebben we elkaar, ons onderwijs en ons bedrijfsleven hard nodig. Zie het als een voorzetje en enkele losse gedachten over social innovation in ons bestuur van alledag.
25
Voordat ik hierop concreet inga, schets ik eerst de kaders.
Pagina 1
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
De bijeenkomst op 1 maart zit immers al weer ver weg in ons geheugen. Het begrip ‘social innovation’ is ook nog lang niet voor iedereen even duidelijk. Daarnaast hebben sinds de gemeenteraadsverkiezingen op 9 maart in MiddenBrabant weer vele wisselingen van de wacht plaatsgevonden. Daarom eerst nog een stukje ‘wat er aan voorafging’.
10
Overigens: ook moeilijke dingen moeten tegenwoordig gemakkelijk in het gehoor liggen. Met ‘Social innovation’ is dat niet zonder meer het geval. Communicatie-, pr- en marketingspecialisten: er moet iets beters zijn. Denk eens mee.
15
De achtergrond van social innovation schets ik aan de hand van een viertal vragen. Deze vragen luiden:
1. Wat is ‘Social Innovation’ nu eigenlijk? 20
2. Waarom past social innovation als profiel goed in Midden-Brabant? 3. Hoe draagt social innovation bij aan de strategische agenda voor Midden-Brabant? En als laatste: 4. Zijn er ook valkuilen rond social innovation en een strategische
25
agenda?
Pagina 2
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Maar eerst dus vraag 1: wat is social innovation?
De term viel binnen ons gremium voor het eerst tijdens een ontbijtbijeenkomst op 1 maart in de Postelse Hoeve in Tilburg. Tijdens deze bijeenkomst heeft professor Mommaas ons hiermee kennis laten maken. 10
Over social innovation kan een heel wetenschappelijk verhaal afgestoken worden. Ik ga dat niet herhalen. Hans Mommaas is daar veel beter in. Ik beperk me daarom tot een uitleg in – wat we zo mooi noemen – ‘gewone mensentaal’. 15
Social innovation is innoverende vernieuwing door alle mogelijke vormen van samenwerking. Het is niet vooral economisch, of vooral sociaal, of in de eerste plaats politiek, het maakt dit soort indelingen juist overbodig. Het verbindt kennis-kunde-kassa, het verbindt denken en doen, het verbindt organiseren en 20
maken, het is alfa-bèta en gamma samen. Niet technologische vernieuwing is voorwaarde voor succes in de toekomst, maar de manier waarop we door samenwerking met technologische vernieuwing durven om te gaan. En als je zo organiseert zijn al uw portefeuilles er ineens bij betrokken: arbeidsmarkt, veiligheid, onderwijs en zorg, etc. Het uiteindelijke doel van social innovation is
25
dat het de hele samenleving versterkt.
Pagina 3
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Voorbeelden kunnen dit begrip beter verduidelijken.
Denk aan vergrijzing. Er komen steeds meer mensen die een hoge leeftijd bereiken. De meeste ouderen willen graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en in hun eigen sociale omgeving blijven. Met ouderdom komen echter 10
ook de gebreken. Handjes aan het bed zijn echter duur en er wordt voorspeld dat we op een gegeven moment een tekort aan zorghanden krijgen. De maatschappij vraagt nu om op een slimme manier, zonder concessies te doen aan kwaliteit en - liever kostenbesparend dan kostenneutraal - om hier een oplossing voor te vinden.
15
Een oplossing zou kunnen zijn om medische apparatuur te ontwikkelen waarbij het mogelijk is om op afstand hartslag, bloeddruk en suikergehalte te meten. Resultaat van deze sociale innovatie: ouderen kunnen langer zelfstandig in hun eigen sociale leefomgeving wonen en het aantal handen aan het bed wordt verminderd. Let wel: bij social innovation gaat het maatschappelijke probleem
20
dus vooraf aan de technologische ontwikkeling.
Een ander mooi voorbeeld is het onderzoek dat de gemeenten Loon op Zand, Heusden en Waalwijk momenteel uitvoeren naar de haalbaarheid van publiek/private samenwerking tussen het werkvoorzieningschap en een groot 25
schoonmaakbedrijf.
Pagina 4
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Het werkvoorzieningschap brengt ervaring met WSW-medewerkers mee. Het schoonmaakbedrijf kent de markt goed, is commercieel ingesteld en kan efficiency inbrengen. De markt is geïnteresseerd in maatschappelijk ondernemen. Zo kan het beste van twee werelden gecombineerd worden. Tegelijkertijd wordt er een mogelijkheid gecreëerd voor doorstroom van WSW-
10
medewerkers naar de reguliere arbeidsmarkt. Social innovation dus.
Ook de ontwikkeling van Bosrijk, een initiatief waarbij de Efteling heeft samengewerkt met het Brabants Landschap is een voorbeeld van social innovation waarbij duurzaamheid hoog in het vaandel heeft gestaan. 15
Het gaat bij social innovation om samen dingen tot stand te brengen, oftewel ‘co-creatie’. Een voorbeeld van een heel andere orde is de Senseo van Philips en Douwe Egberts. Een koffiezetapparaat met pads, ontwikkeld door de techneut en de koffieboer samen. 20
Social Innovation gaat dus over innovatieve samenwerking, over organisatie van arbeid, over innovatieve publieksdiensten, over participatie, betrokkenheid en kennisontwikkeling, maar… het gaat uitdrukkelijk nìet om een keuze tussen deze thema’s maar juist om de 25
strategische samenhang.
Pagina 5
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Met andere woorden: het één kan niet zonder het ander. Publiek en privaat werken samen. En dat is iets anders dan privatisering. Hiervan hebben wij gemerkt dat dit ook grote nadelen kan hebben als we als overheid te veel loslaten en het buiten de deur plaatsen. Social innovation gaat juist over samenwerken en schakelen tussen publiek en privaat.
10
De overheid is immers allang niet meer de enige partij die ontwikkelingen kan sturen. De samenwerking tussen de zogenaamde drie O’s wordt daarom steeds belangrijker. Deze O’s staan voor Overheid, Onderwijs en Ondernemingen. In een tijd waarin de kenniseconomie steeds meer de nadruk legt op creatieve, 15
sociale en intellectuele vermogens moet een steeds sterker beroep worden gedaan op zelfredzaamheid en participatie. De samenleving vraagt om een totaal nieuwe benadering van allerlei sociale vraagstukken.
Juist omdat het gaat om samenwerking tussen de drie O’s, was het zo goed dat 20
op de ontbijtbijeenkomst op 1 maart zowel afgevaardigden vanuit de Overheid, de Ondernemers en de Onderwijsinstellingen in Midden-Brabant aanwezig waren. De drie O’s in Midden-Brabant kunnen niet apart, maar kunnen alleen samen vormgeven aan sociale innovatie.
25
Tot zover de vraag: Wat is social innovation?
Pagina 6
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
De tweede vraag die ik aan het begin stelde, en daarmee komen we al dichter bij ons doel, luidt:
Waarom social innovation in Midden-Brabant?
10
Allereerst omdat we dit in Midden-Brabant – nog voordat hier een wetenschappelijke theorie en titel aan werd gegeven – al veel hebben gedaan. Van oudsher is er een behoorlijke cohesie tussen de dorpen en steden in dit gebied. Deze regio kent veel platte organisaties waar het credo luidt: niet mauwen maar bouwen. De universiteit van Tilburg heeft zich daarnaast altijd
15
geprofileerd als een universiteit waar met name gamma-wetenschap wordt beoefend: economie, recht, sociale wetenschappen. Daarnaast is de sociale agenda in Midden-Brabant altijd al stevig verankerd geweest in het denken en doen.
20
Social innovation biedt ons nu de mogelijkheid om deze samenwerking te verdiepen. Regionale kennis en economische kracht kunnen worden verbonden aan die van Midden-Brabant, met als doel succesvol regionaal, provinciaal, landelijk en ook globaal te kunnen opereren.
25
Midden-Brabant is altijd al sterk geweest in schakelen en samenwerken.
Pagina 7
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
In de nieuwe strategische visie van Waalwijk is de schakelfunctie niet voor niets als basis genomen. De slogan uit deze visie luidt dan ook: ‘Waalwijk, schakel in Midden-Brabant. Gelegen op een kruispunt van weg- en vaarverbindingen, op de overgang van zand naar klei, van Brabant naar Holland is de gemeente Waalwijk een economische, ruimtelijk en sociale scharnier in
10
een conglomeratie van grote steden en kleine dorpen.’
Daarnaast past social innovation bij Midden-Brabant omdat: -
het een ambitieus punt is op de horizon waar we als regio wat mee kunnen;
15
-
het onderscheidend is, d.w.z. we zijn de 1e regio die het als profiel heeft gekozen;
-
het verbindend werkt tussen steden, dorpen en landschap in een nieuw verband;
20
het een antwoord kan geven op een knellende maatschappelijke en de financieel-economische agenda;
Voor ons als bestuurders kan social innovation een impuls geven aan bestuurlijke vernieuwing. Bestuurlijke organen kunnen en moeten steeds meer interacteren, niet alleen lokaal maar ook regionaal en landelijk, niet alleen met 25
andere (de)centrale overheden maar juist ook met onderwijsinstellingen en ondernemers.
Pagina 8
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
En wat me trouwens intrigeert is de veelbesproken kloof tussen overheid en burgers. Bestaat die? Aan wie ligt dat dan? Meestal is het antwoord: aan beiden. Bijna grenzeloze individualisering aan de ene – de burgerkant - en stapelen van taken en regels aan de andere – de overheidskant. Wat mij betreft ligt er een 10
uitdaging om in het kader van social innovation op het niveau van gemeenten te zoeken naar zinvolle experimenten die op dit gebied oplossingen bieden.
Tot zover social innovation en waarom we dit profiel zo goed past bij MiddenBrabant. De derde vraag is: 15
Wat betekent social innovation voor de strategische agenda van Midden-Brabant?
Als ik heel eerlijk ben, bestaat de strategische agenda zoals we op 1 maart 20
hebben vastgesteld, nog voornamelijk uit procesafspraken.
We hebben ervoor gekozen Midden-Brabant te positioneren en ook te vermarkten als het ‘Hart van Brabant’, regio van Social Innovation. De andere vier pijlers die we hebben vastgelegd in de strategische agenda zijn: 25
Pagina 9
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
1. Het vormgeven van een ‘open source’ kennis- en ontwikkelingsplatform op het grensvlak van denken en doen. Dit is al tot stand gekomen via de Development Board. Die bestaat uit vertegenwoordigers uit de ondernemerswereld, de onderwijsinstellingen en de overheid; 2. Het versterken van een excellent verblijfsklimaat;
10
3. Het vormgeven van een topinstituut op het gebied van sociale innovatie; 4. Het stimuleren van bestuurlijke vernieuwing.
Echt inhoud geven aan sociale innovatie hebben we echter nog niet gedaan. Als we dat gaan doen, zouden we gebruik kunnen maken van drie subagenda’s. 15
Deze zijn:
1) Innovatie vanuit het middenveld. Denk hierbij aan innovatieve ontwikkelingen in de zorg. Het voorbeeld dat ik aanhaalde over de vergrijzing en de mogelijkheden om mensen langer thuis te laten wonen, 20
past hier goed bij;
2) Bedrijfsmatige innovatie. Deze is van oorsprong erg gericht op arbeidsproductiviteit maar ook het voorbeeld van de Senseo valt hieronder. 25
Pagina 10
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
3) Politiek-bestuurlijke innovatie. Hieronder valt regionale samenwerking maar ook gebiedsgericht werken. De Veiligheidsregio is een ander voorbeeld ‘avant la lettre’ waarbij gemeenten en sectoren (politie, brandweer, GHOR) samenwerken om de veiligheid te verbeteren. Ook het Veiligheidshuis – ik dacht oorspronkelijk een Tilburgse uitvinding - is een
10
voorbeeld van sociale innovatie. In dit Veiligheidshuis zijn 21 organisaties gebundeld. Gezamenlijk wordt gewerkt aan de aanpak van straf en zorg gericht op jeugd, veelplegers, slachtoffers en plegers van huiselijk geweld en personen met een meervoudige en complexe problematiek. Onze gezamenlijke reactie op de provinciale structuurschets is een ander
15
voorbeeld.
Maar met alleen de veiligheidsregio en het veiligheidshuis als voorbeelden van social innovation komen we niet ver. Dat zou erg mager zijn: heel Nederland doet het en één van beide heeft zelfs een wettelijke grondslag. 20
Ik herhaal nog eens. Het komt nu aan op andere ideeën en initiatieven. Die verzinnen we hier vandaag niet eventjes. Al was het alleen maar omdat onderwijs en bedrijfsleven hier vandaag niet (of is het: nog niet?) aanwezig zijn.
Zijn er ook valkuilen op weg naar ‘social innovation’? Ik denk het wel en ga 25
hier graag even nader in.
Pagina 11
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Valkuil 1: regelgeving en bureaucratie Daarnet noemde ik de veiligheidsregio als voorbeeld van social innovation. Qua samenwerking is dit zeker het geval. Maar verder weet ik het zo net nog niet. Ik zie mét de veiligheidsregio ook een toename van uniforme regelgeving en de dreiging van bureaucratisch organiseren. En beide fenomenen zijn weinig
10
innovatief, eerder zo oud als de weg naar Rome. Ook de Regionale Uitvoeringsdienst in oprichting wordt nu al door beide fenomenen bedreigd. Kijk eens naar de consequenties die de introductie van een kwaliteitskeurmerk met zich meebrengt. Is het niet veel innovatiever om het debat te organiseren over de risico’s die
15
onze samenleving nu eenmaal vanuit zichzelf kent en die we daarom moeten accepteren. Is het niet innovatiever om het debat aan te gaan over de in Nederland breed geaccepteerde dubbele moraal rond regelgeving? Vóór de ramp: de overheid maakt het ons onmogelijk om initiatieven te ondernemen. Ná de ramp: hoe kan zoiets in een beschaafd land als Nederland nog gebeuren?
20
Valkuil 2: de ongelijkheid van dorpen en steden Opnieuw is er discussie over de inrichting van het Nederlandse openbare bestuur en de bijbehorende organisatie van bestuurlijke verantwoordelijkheden. Het is een uitdaging om met de uitgangspunten van social innovation in Hart 25
van Brabant te zoeken naar een effectieve bestuurlijke organisatie in relatie tot zijn omgeving.
Pagina 12
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Je moet dan wel goed omgaan met de ongelijke positie van de dorpen versus de steden. Ik herinner me van de bijeenkomst in Hilvarenbeek dat één van onze gemeenten sterk heeft geaarzeld om een handtekening onder het convenant te plaatsen. Die gebeurtenis staat niet op zich maar wordt ingegeven door diezelfde ongelijkheid. Met name de steden moeten zich bewust zijn van de
10
gevoeligheden die nu eenmaal spelen. Ik ben daarom blij dat de burgemeesters van de B5 samen met Commisaris van de Koningin Van de Donk stelling hebben genomen tegen de VNG-plannen (Thorbecke 2.0) om te komen tot 25 regio’s in Nederland. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we eerst 25 regiogemeenten formeren om daarna – met een innovatief stempel – over te gaan tot
15
bestuurlijke deconcentratie, oftewel het vormen van deelraden, zoals we die vanuit de grote steden kennen. Hart van Brabant als proeftuin moet geen verouderde concepten herdefiniëren, maar experimenteren met echte vernieuwing, die recht doet aan stad en dorp. En betrek de raden bij zo’n proces.
20
Ik permitteer me tussendoor ook een relativerende opmerking te maken over regionalisering in Nederland in het algemeen. Zuidoost Brabant als Brainport, West-Brabant als logistiek centrum, life sciences in Noordoost Brabant en social innovation in Midden-Brabant. In een tijd van sterke merken moet je meedoen, 25
of je nu wilt of niet. Je moet een plaats hebben in het Europa van de Regio’s. Toch zullen de Brabantse regio’s – ieder voor zich – altijd te klein zijn om een
Pagina 13
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
rol te spelen op Europees, laat staan op wereldniveau. Er wordt nog tamelijk gemakkelijk vanuit een Nederlands perspectief gedacht. Door de VNG wanneer ze Nederland in 25 regio’s indeelt. Door ons wanneer we in Brabant vier regio’s indelen. Het is goed je te realiseren dat op ditzelfde moment in het Duitse Ruhrgebied een campagne is gestart die inwoners aanzet zich meer Ruhrie te
10
gaan voelen. In het Ruhrgebied meent men dat dit nodig is om de concurrentie met Berlijn, Hamburg en München aan te kunnen. Enigszins concurreren met het Ruhrgebied veronderstelt een schaal die groter is dan Noord-Brabant en het misschien zelfs nodig maakt om het historische Brabant nog eens goed op een oude kaart te bekijken (incl. Antwerpen en Brussel dus).
15
Valkuil 3: we stappen niet echt over de eigen, gemeentelijke belangen heen? Gemeenten zijn ook vaak elkaars concurrenten. Vestigt een bedrijf zich in Waalwijk of in Tilburg, in Oisterwijk of in Gilze-Rijen? Mogen ze in Waalwijk 20
kritiek hebben op Tilburgse plannen voor een mall terwijl ze zelf een meubelboulevard hebben? Dit soort kwesties zijn een bom onder een goede samenwerking, met of zonder social innovation. Zonder een echt gesprek en zonder goede afspraken kom je niet verder. Het veronderstelt dat elk van de acht gemeenten aan bod moet
25
komen, een kans moet krijgen, die het zonder samenwerking niet gehad zou hebben. Dan pas wordt de Tilburgse spoorzone een project voor en van de hele
Pagina 14
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
regio. Dan pas wordt de Efteling een recreatiebestemming voor de hele regio. Dan pas wordt de Waalwijkse haven aan de Maas een multimodaal vervoerscentrum voor de hele regio. Ook met social innovation zal een oeroude relatiewet niet aan betekenis verliezen: geven en nemen; anders gaat het fout.
10
Er is een noodzaak om veerkrachtig regionaal samen te werken. Hart van Brabantdagen zoals vandaag bieden daartoe uitkomst. Om bestuurlijke drukte te voorkomen, is het echter soms pragmatischer om de samenwerking in 15
wisselende samenstelling te doen. Je hoeft ook niet altijd te kiezen voor dezelfde partners: wisselende contacten moeten ook kunnen als de situatie dat vereist.
Qua proces zijn we als Midden-Brabant al aardig op weg. Qua inhoud staan we 20
aan het begin. Vandaag zijn wij hier om op de 1e Hart van Brabant dag na te denken en met elkaar te spreken over de inhoud en over de vervolgstappen.
Het begint dus nu pas. Groot gevaar bij het al dan niet slagen is of we in staat zullen zijn om effectieve en productieve verbindingen te leggen. Niet alleen 25
binnen onze O, van overheid, maar ook met en tussen de andere O’s van onderwijs en ondernemers.
Pagina 15
15-7-2010
Sociale Innovatie: van wetenschappelijke theorie tot politieke praktijk in Midden-Brabant drs. A.M.P. Kleijngeld 15 juli 2010 5
Het onderwijs, bijvoorbeeld de Universiteit, zal zich steeds meer naar buiten moeten richten, ondernemers moeten elkaar – los van MKB-contacten - zien te vinden en ook wij, als lokaal bestuur, moeten contacten met elkaar leggen en daarbij boven onszelf durven uitsteken. 10
Daarbij kan het gedachtegoed van sociale innovatie als motor worden gebruikt 15
bij de beleids- en besluitvorming door gemeenteraad en college, en door bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties bij het ontwikkelen van plannen. Duidelijk is dat we als lokale overheid en als regio steeds meer moeten gaan interacteren, met elkaar, met onderwijsinstellingen met ondernemers. We zullen als bestuurders vaker buiten de muren van het
20
gemeentehuis moeten gaan kijken en praten. Niet alleen in het gemeentehuis maar juist buiten – in samenwerking met derden – kunnen wij goede oplossingen vinden voor maatschappelijke en economische vraagstukken.
De bal ligt nu bij ons om er wat mee te doen. 25
Dank voor uw aandacht.
Pagina 16
15-7-2010