Innovatie in theorie en praktijk bruikbaarheid van onderzoek en commercialisering van onderzoeksresultaten Ben Dankbaar Radboud Universiteit Nijmegen
Weinig bruikbaar onderzoek? • Pearce en Huang (2012) hadden het gevoel dat er in de recente wetenschappelijke managementliteratuur maar weinig materiaal te vinden was, waarmee zij hun leerlingen konden duidelijk maken hoe nuttig bedrijfskundig onderzoek was. • Ze onderzochten hoeveel publicaties in twee bedrijfskundige toptijdschriften ‘actionable’ waren: conceptueel of instrumenteel te gebruiken als basis voor (een verandering in het) handelen door managers. • De auteurs vonden een significante afname in het aantal ‘actionable’ bijdragen in twee toptijdschriften tussen 1960 en 2010. InnoTeP 2012
2
Weinig bruikbaar onderzoek! • Hoe komt dat? • Jonge academici worden aangemoedigd om de theoretische literatuur te bekijken en te zien of daar geen tekortkomingen zijn te ontdekken die onderzocht kunnen worden. Daardoor ontbreekt in de beginvraag van het onderzoek al vaak de praktische relevantie • Academici zijn vooral met elkaar in gesprek • Maar ook als je met een praktische vraag begint, is het verre van eenvoudig om de diverse begrippen te meten en welke van de talloze invloeden van kritische betekenis zijn. Met andere woorden: bruikbaar onderzoek doen is heel moeilijk. InnoTeP 2012
3
Publiceren is belangrijker dan bruikbaarheid • Juist omdat bruikbaar onderzoek doen zo moeilijk is, neem het aantal artikelen waar een manager iets mee kan doen, eerder toe dan af • De druk om in toptijdschriften (“A-Journals”) te publiceren is enorm • Gebrek aan bruikbaarheid is vrijwel nooit een reden om een artikel te verwerpen; er kan ook sprake zijn van – een nieuwe statistische techniek of onderzoeksmethode – een originele dataverzameling – een goed uitgewerkte theoretische vraagstelling
• Voor de business schools zijn de ‘rankings’ belangrijker dan het nut van hun onderzoek voor managers InnoTeP 2012
4
De kosten van ‘onbruikbaar’ onderzoek • Martin (2012) becijfert in een reactie dat het produceren van alle “non-actionable” artikelen in de 42 erkende toptijdschriften de samenleving jaarlijks ongeveer 600 miljoen dollar kost – Een noodzakelijke besteding om die artikelen die wel bruikbaar zijn, tot stand te brengen?
• Verder onderzoekt hij de publicaties van de 21 professoren die op de gezaghebbende lijst van de 50 ‘top management denkers’ van de wereld staan – De 4 best publicerende professoren van zijn eigen faculteit publiceren meer dan 10 keer zo veel in de toptijdschriften als de top management denkers InnoTeP 2012
5
Meer case research? • “..very rarely is a scholar able to maintain a meaningful level of speaking to his academic colleagues and at the same time achieve a valued position as a provider of ideas to the outside business world.” • Martin wijst op het feit dan van de 21 invloedrijke professoren er maar liefst 9 bij Harvard Business School werken – Ligt het aan het feit dat daar ‘case-based research’ centraal staat, gericht op het oplossen van reële problemen?
• Martin hoopt op meer wederzijdse waardering tussen onderzoekers die zich richten op case studies en onderzoekers die zich richten op kwantitatieve analyse – Case research voor ‘raising questions’ en kwantitatief onderzoek voor ‘rigorous actionability’? InnoTeP 2012
6
Algemene geldigheid levert weinig op • Starbuck (2006) laat zien dat gebruik van kwantitatieve analyses ook lang niet altijd veel vooruitgang brengt – Onderzoekers vinden een sterke en interessante correlatie tussen twee variabelen – Meer onderzoekers storten zich op het fenomeen – Zij verzamelen meer data, halen andere variabelen er bij, onderzoeken het fenomeen in andere omgevingen – Na 20 jaar onderzoek is van de originele samenhang niets meer over
• Door te streven naar theorieën die algemene geldigheid hebben, ondermijnen de onderzoekers de waarde van hun theorieën InnoTeP 2012
7
Beginnen met aanbevelingen! • Starbuck wijst er op dat een onderzoek dat aantoont dat een hypothese juist is, pas werkelijk nuttig wordt, wanneer het ook laat zien dat een andere hypothese niet juist is • Hij vraagt zich ook af of de gebruikelijke volgorde datatheorie-aanbevelingen wel zo goed is: is het niet beter om te beginnen met aanbevelingen (interventies) en te bekijken wat er dan gebeurt (data)? • Theorieën volgen dan uit de waarneming van de gevolgen van interventies – Maar dan is er geen ‘objectieve’ werkelijkheid meer – Consultancy als vorm van onderzoek doen InnoTeP 2012
8
Evidence-based management?
http://www.cebma.org/ InnoTeP 2012
9
Wat stond er in de toptijdschriften? • Vier toptijdschriften op het gebied van innovatie – – – –
Journal of Product Innovation Management Research Policy R&D Management Technovation
• Onderwerp dat in 2011 het meest aan de orde kwam was de commerciële toepassing van de resultaten van universitair onderzoek – Door licenties van universitaire patenten – Door ‘universitaire spinoffs’
• Achtergrond: 30 jaar Bayh-Dole Act (dec 1980)
– Een wet die het eigendom van met publiek geld gedane uitvindingen aan de Amerikaanse universiteiten gaf (in plaats van aan de Federale overheid) InnoTeP 2012
10
Gevolgen van Bayh Dole? • In de decennia na 1980 nam het aantal universitaire patenten in de VS sterk toe en de licentie-inkomsten van Amerikaanse universiteiten groeiden eveneens • Een duidelijk gevolg van de verandering in eigendomsrechten? • Of van de opkomst van nieuwe wetenschapsgebieden als de biotechnologie? – Het aantal patenten steeg al voor Bayh Dole
• Of van de opkomst van Technology Transfer Offices – Het aantal TTO’s steeg spectaculair InnoTeP 2012
11
Imitatie van een succesvol (?) model • In verschillende landen is het voorbeeld van de VS gevolgd − Universitaire uitvindingen werden eigendom van de universiteit, terwijl die in het verleden eigendom werden van de uitvinder/professor (Duitsland, Italië) of simpelweg bij een bedrijf werden ondergebracht (Japan)
• Kenney & Patton (2011) laten nu zien dat bij een (Canadese) universiteit die het eigendom van uitvindingen bij de uitvinder laat, veel meer spinoffs zijn ontstaan per stafmedewerker en per onderzoeksdollar dan bij de VS universiteiten met universitair eigendom InnoTeP 2012
12
Patenten en TTO’s • Geuna & Rossi (2011) laten zien dat het aantal universitaire patenten in Europa in de jaren ‘90 groeide, maar dat die groei afnam of zelfs veranderde in een teruggang in de eerste helft van de jaren 2000, juist toen in de meeste landen het universitaire eigendom van patenten van kracht werd − Overigens bleef er in Europa sprake van een groot aantal uitvindingen van universitaire onderzoekers, die door bedrijven werden aangevraagd − is dat erg?
• Conti & Gaule (2011) laten zien dat als je rekening houdt met relevante verschillen, de Europese TTO’s net zo veel licentieovereenkomsten sluiten als hun Amerikaanse tegenhangers, maar er minder inkomsten aan ontlenen – Is dat erg?
InnoTeP 2012
13
Veel geld en weinig spinoffs • Clarysse et al (2011) melden dat tussen 2000 en 2011 meer dan ₤ 500 miljoen is besteed aan de opbouw en verbetering van TTO’s aan Engelse universiteiten. Ze stellen vast dat deze TTO’s voor de totstandkoming van academisch ondernemerschap slechts een marginale betekenis hebben gehad.
− De universiteiten hebben nauwelijks geprobeerd om academici aan te trekken met een ondernemende oriëntatie
• In Zweden blijven universitaire uitvinders nog eigenaar van hun uitvinding, terwijl dat bij bedrijven natuurlijk niet zo is – Toch waren er tussen 1994 en 2002 in de kennisintensieve sectoren tien keer zo veel spinoffs van bedrijven als van universiteiten (Wennberg et al 2011) InnoTeP 2012
14
Broodnodige bedrijfskennis • Wie wil dat er meer bedrijven worden opgericht door hoog opgeleide academici kan ze dus beter (eventueel na hun promotie) de universiteit uitjagen en naar het bedrijfsleven sturen, waar ze broodnodige bedrijfskennis kunnen opdoen. • Het aantal universitaire spinoffs neem ook toe wanneer universitaire onderzoekers contractonderzoek doen voor bedrijven, zo melden Van Looy et al. (2011); blijkbaar brengt dat commerciële kennis binnen − En eventuele nieuwe kennis wordt meteen eigendom van het bedrijf
• Maar is dat geen bedreiging voor het fundamenteel onderzoek? InnoTeP 2012
15
Fundamenteel en/of toegepast? • Larsen (2011) geeft een overzicht van onderzoek van de afgelopen tien jaar, waaruit steeds blijkt dat goede academische prestaties van instellingen samengaan met goede commerciële resultaten (patenten, ondernemerschap) − Niks aan de hand dus? − Perkmann et al (2011) zien verschillen tussen wetenschappelijke disciplines en merken op dat bij de ‘star scientists’ vaak juist geen sprake is van betrokkenheid bij de industrie
• Het blijkt lastig om de categorieën ‘fundamenteel’ en ‘toegepast’ scherp te krijgen • Wanneer de financiering van de industrie komt, is het onderzoek toch vooral toegepast InnoTeP 2012
16
Fundamenteel en/of toegepast? • Is het onderzoek naar de relaties tussen universiteiten en bedrijfsleven ‘actionable’? • Terug naar de ‘autonomie van de wetenschap’? − Moeilijk wanneer onderzoek, technologie en toepassing in elkaar overlopen − Ongewenst wanneer onderzoek grote ethische vraagstukken opwerpt
• Wanneer de universiteit in de ontmoeting met de industrie geen eigen onderzoeksmiddelen kan inbrengen, wordt de ruimte voor fundamenteel onderzoek wel erg klein • Afrekenen op publicaties heeft geleid tot perverse prikkels
InnoTeP 2012
17
Fundamenteel en/of toegepast? • Zou het goed zijn om binnen het universitaire onderzoek meerdere parallelle loopbaanpaden te onderscheiden met hun eigen afrekenmodellen? − Voor de ‘star scientists’ (publicaties) − Voor mensen die werken in ‘collaborative research’ (patenten) − Voor contractonderzoekers (eigen broek ophouden)
• Of moeten de laatste (twee?) soorten onderzoek naar hogescholen verplaatst worden? − Maar in het onderwijs zou de ervaring van alle drie moeten doorklinken
• In de gammawetenschappen mag de roep om ‘actionability’ misschien wat luider klinken dan in de natuurwetenschappen − Minder geld voor ‘fundamenteel’ onderzoek InnoTeP 2012
18
Fundamenteel en/of toegepast? • Als bedrijven effectiever zijn dan universiteiten in het genereren van nieuwe bedrijven, zou de ondersteuning voor onderzoekers die een bedrijf willen beginnen beter in nauwe samenwerking met bedrijven kunnen worden opgezet • Er zouden (meer) commerciële instituten voor contractonderzoek moeten komen, die geleid worden door hoogleraren in nauwe samenhang en interactie met hun leerstoelgroep
InnoTeP 2012
19
InnoTeP 2012
20
Literatuur (in volgorde van bespreking) Pearce, J.L. & L. Huang (2012) The decreasing value of our research to management education, Academy of Management Learning & Education, Vol 11:2, pp. 247-262 Martin, R. (2012), The price of actionability, Academy of Management Learning & Education, Vol 11:2, pp. 293-299 Starbuck, W.H. (2006), The production of knowledge, Oxford: Oxford UP Kenney, M. & D. Patton (2011) Does inventor ownership encourage university research-derived entrepreneurship? A six university comparison, Research Policy, Vol. 40: pp. 1100-1112 Geuna, A. & F. Rossi (2011) Changes to university IPR regulations in Europe and the impact on academic patenting, Research Policy, Vol. 40: 1068-1076 Conti, A. & P. Gaule (2011) Is the US outperforming Europe in university technology licensing? A new perspective on the European Paradox, Research policy, Vol. 40: 123-135 Clarysse, B., V. Tartari & A. Salter (2011), The impact of entrepreneurial capacity, experience and organizational support on academic entrepreneurship, Research Policy, Vol. 40: 1084-1093 Wennberg, K., J. Wiklund & M. Wright (2011) The effectiveness of university knowledge spillovers: Performance differences between university spinoffs and corporate spinoffs, Research Policy, Vol. 40: 1128-1143 Van Looy, B., P. Landoni, J. Callaert, B. van Pottelsberghe, E. Sapsalis, K. Debackere (2011), Entrepreneurial effectiveness of European universities: An empirical assessment of antecedents and trade-offs, Research Policy, Vol. 40: 553-564 Larsen, M.T., (2011), The implications of academic enterprise for public science: An overview of the empirical evidence, Research Policy, Vol. 40: 6-19 Perkmann, M., Z. King & S. Pavelin (2011), Engaging excellence? Effects of faculty quality on university engagement with industry, Research Policy, Vol. 40: 539-552 InnoTeP 2012
21
Literatuur (niet besproken) Perkmann, M., A. Neely & K. Walsh (2011) How should firms evaluate success in universityindustry alliances? A performance measurement system, R&D Management, Vol. 41, 2, pp. 202216 Uit de literatuur afgeleide lijst van indicatoren waarmee het succes van een alliantie tussen bedrijf en universiteit gemeten kan worden Ahrweiler, P., A. Pyka, N. Gilbert (2011), A new model for university-industry links in knowledgebased economies, Journal of Product Innovation Management, Vol. 28, pp. 218-235 Laten met een complex simulatiemodel zien dat samenwerking met universiteiten de kwaliteit van een bedrijven netwerk verhoogt Lam, A. (2011), What motivates academic scientists to engage in research commercialization: ‘Gold’, ‘ribbon’ or ‘puzzle’?, Research Policy, Vol. 40, pp. 1354-1368 Laat op grond van interviews en een Internetenquete zien dat commerciele toepassing van onderzoek door academische onderzoekers lang niet altijd door geldelijk gewin (gold) gemotiveerd wordt, maar minstens zo vaak door de wens de eigen reputatie te verbeteren (ribbon) of gewoon doordat men houdt van het oplossen van problemen (puzzle)
InnoTeP 2012
22