Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
Samenvatting De daling van de bezetting bij gemeenten heeft in 2014 doorgezet, dit is ook in onze organisatie het geval. Deze trend is binnen gemeenteland ook zichtbaar. Bij vertrek van medewerkers worden er afwegingen gemaakt of er over wordt gegaan tot invulling van de vacature en op welke manier. Daar waar mogelijkheden gevonden worden voor een creatieve invulling, zijn ze ook benut. De afgelopen vijf jaar is de bezetting zeer sterk gedaald, namelijk met 30 FTE. Hiervan zijn 8 FTE overgeheveld naar de regionale brandweer en 1,9 FTE naar de omgevingsdienst. Procentueel gezien is de bezetting gedaald met 10,5%. In deze periode ligt de daling van de bezetting bij gemeenten op gemiddeld 8,6%. Omdat er nauwelijks sprake is van instroom blijft de gemiddelde leeftijd van medewerkers en de diensttijd oplopen. Inmiddels ligt de gemiddelde leeftijd op 47,3 jaar. Het aantal dienstjaren was in 2014 13,6 jaar. Deze gemiddelden liggen nagenoeg gelijk met gemeenten van gelijke grootte. De instroom-, doorstroom-, en uitstroomcijfers liggen bij gemeenten gemiddeld genomen iets hoger. Het is duidelijk zichtbaar dat de arbeidsmarkt in 2014 nog op slot zat, hierdoor zijn er intern ook weinig doorstroommogelijkheden. Om de mobiliteit te vergroten is binnen gemeenten een tijdelijke regeling in de rechtspositie opgenomen, namelijk het individueel loopbaanbudget (ILB). Dit budget is om de loopbaanmogelijkheden te vergroten en kan door medewerkers in 2013, 2014 en 2015 ingezet worden. Dit budget is in 2014 € 187.000 en is ingezet voor zowel functie- als loopbaangerelateerde opleidingen en cursussen. Op gebied van verzuim laat de gemeente nog steeds een dalende trend te zien in het verzuimcijfer. In 2014 lag het verzuimpercentage op 4,2%. De daling in het verzuimpercentage komt doordat er in 2014 focus is geweest op het langdurig verzuim. Er is echter wel een kleine stijging te zien in de meldingsfrequentie die wel onder het gemeentelijk gemiddelde blijft.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
2
1.
In- door en uitstroom
1.1.
Instroom
In 2014 zijn 6 nieuwe medewerkers ingestroomd. Het instroompercentage komt hiermee op 2,07%. Dit is een kleine daling ten opzichte van vorig jaar (2,36% in 2013). De instroom bij gemeenten van vergelijkbare grootte lag in 2013 op 3,8%.
1.2.
Doorstroom
Er zijn 2 medewerkers in 2014 doorgestroomd naar een andere functie. Hiermee komt het doorstroompercentage op 0,69%. In 2013 lag dit percentage op 1,68%. Bij gemeenten van soortgelijke grootte lag dit percentage in 2013 op 2,9%.
1.3.
Uitstroom
In 2014 zijn 14 medewerkers uitgestroomd. Dit is een uitstroompercentage van 4,83%. In 2013 lag dit percentage op 4,71% en op 8,9% bij gemeenten van vergelijkbare grootte. De uitstroomredenen waren: • • •
11 medewerkers op eigen verzoek; 2 medewerkers met (vroeg)pensioen; 1 medewerker vanwege arbeidsongeschiktheid. 3
De komende 5 jaar (2015 tot en met 2019) stromen er minimaal nog 26 medewerkers uit in verband met het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
In- en uitstroom 50 40 30 20 10 0 Instroom Uitstroom
2010 12 17
2011 15 30
2012 2 18
2013 7 14
2014 6 14
In bovenstaande grafiek is de in- en uitstroom van de laatste jaren in aantallen medewerkers weergegeven.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
2.
Omvang en samenstelling personeelsbestand
2.1.
Bezetting
In 2013 lag de gemiddelde bezetting op 297 medewerkers. De bezetting is in 2014 gedaald. Begin 2014 waren 294 medewerkers in dienst, eind 2014 waren dit 286 medewerkers. Hiermee komt de gemiddelde bezetting op 290 medewerkers. De daadwerkelijke bezetting lag begin 2014 op 261,2 FTE en aan het einde van het jaar op 253,3 FTE. Hiermee komt het gemiddelde op 257,3 FTE (264 FTE in 2013). Bij uitstroom (14 medewerkers) is spaarzaam omgegaan met de invulling van vacatures. De aan de organisatie opgelegde bezuinigingstaakstelling dwingt de organisatie keuzes te maken bij de invulling van vacatures en ruimte te zoeken in de bedrijfsvoering. Eind 2014 waren er 138 vrouwen (48,3%) in dienst en 148 mannen (51,7%). Bij gemeenten van dezelfde grootte waren dit 2013 48,2% vrouwen en 51,8% mannen.
Man deeltijd Man voltijd Totaal man Vrouw deeltijd Vrouw voltijd Totaal vrouw Totale bezetting
Begin 2014 15 140 155 95 44 139 294
Eind 2014 14 134 148 94 44 138 286
Gemiddelde 2014 14,5 137 151,5 94,5 44 138,5 290 4
In onderstaande grafiek is de gemiddelde bezetting van de afgelopen 5 jaar in FTE zichtbaar.
Bezetting (FTE) 300 290 280 270 260 250 FTE
2010 287,3
2011 279,52
2012 266,14
2013 261,86
2014 257,25
Het aantal FTE’s is in de afgelopen 5 jaar met 10,5% gedaald, in totaal een 30-tal FTE. Hiervan zijn 8 FTE overgeheveld naar de regionale brandweer en 1,9 FTE naar de omgevingsdienst.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
2.2.
Deeltijd
Gemiddeld genomen werkt 37,6% van de medewerkers in deeltijd en 62,4% in voltijd. Het aantal medewerkers dat in deeltijd werkt is bijna gelijk aan 2013 (38% deeltijd). Bij vergelijkbare gemeenten werkte in 2013, 45,9% in deeltijd en 54,1% voltijd.
Bezetting vol- en deeltijd 15,2%
Voltijd man 47,2%
Deeltijd man Deeltijd vrouw Voltijd vrouw
32,6%
5,0%
2.3.
Management
Het managementteam bestaat uit de gemeentesecretaris en 2 coördinerend managers. In 2014 telde de organisatie 11 teams. De aansturing van deze teams gebeurt door 10 teammanagers. Het aantal teams en managers is gedaald ten opzichte van 2013. Een van de teammanagers heeft in 2013 de aansturing van 2 teams voor zijn rekening genomen. Het percentage mannen in het management lag eind 2013 op 93% (71,9% in 2013 bij vergelijkbare gemeenten). Het college heeft bij het vorige sociaal jaarverslag (2013) de opmerking geplaatst dat de eerstvolgende vacature voor een manager in principe alleen wordt opengesteld voor vrouwen. Hier is in 2015 gestalte aan gegeven bij de eerste vacature op managementgebied. In 2014 is de span of control van het management gestegen en groter dan bij gemeenten met dezelfde grootteklasse. Er zijn 4,8 leidinggevenden per 100 medewerkers, dit is 5,4 bij gemeenten van dezelfde grootte.
2.4. Leeftijdopbouw De gemiddelde leeftijd in onze organisatie is in 2014, 47,3 jaar. Deze leeftijd is gestegen ten opzichte van 2013 (46,1 jaar). Dit is onder het landelijk gemiddelde van 47,6 jaar in 2013.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
5
Medewerkers in leeftijdscategorieën 100% 11,7%
10,7%
80%
14,0%
16,1%
70%
35,0%
35,2%
90%
60>
60%
55-60
50%
45-55 35-45
40% 26,7%
30%
25,4%
25-35 <25
20% 10%
11,9%
11,5%
0,7%
0%
Gemeente Heusden
2.5.
1,0%
Vergelijkbare gemeenten
Dienstjaren
Het gemiddeld aantal dienstjaren in 2014 is gestegen ten opzichte van 2013. In 2013 lag dit gemiddelde op 12,4 jaar, dit is in 2014 13,6 jaar. Landelijk lag het gemiddelde lager, namelijk op 11,5 jaar. In onderstaand overzicht is de gemeentelijke bezetting van 2013 en 2014 weergegeven naar het aantal dienstjaren. Heusden 2013 7% 41% 52%
< 3 jaar 3 – 10 jaar > 10 jaar
2.6.
Heusden 2014 6% 41% 53%
Vergelijkbare gemeenten 2013 17% 36% 471%
Salarisopbouw
De salarisopbouw is al jaren stabiel. De opbouw wijkt nauwelijks af van de opbouw bij vergelijkbare gemeenten.
Salarisopbouw 60,0% 50,0%
51,0%
50,0%
50,0%
50,2%
49,8%
40,0%
20,0%
20,0%
20,0%
30,8%
30,4%
30,0%
29,0%
30,0%
19,6%
19,4%
30,3%
19,5%
10,0% 0,0% 2010
2011
2012
2013
2014
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
Schaal 1 - 5 Schaal 6 - 9 Schaal 10 - 16
6
In onderstaande vergelijking is te zien dat het percentage medewerkers in de hoogste schalen iets lager is en in de laagste schalen iets hoger ten opzichte van vergelijkbare gemeenten.
Vergelijk salarisopbouw 100%
3,8% 27,1%
90%
0,0%
3,4% 29,0%
2,4%
80% 70% 42,8%
41,2%
60% 50% 40% 30% 26,0%
20%
22,9%
10% 1,1%
0,5%
0% Gemeente Heusden Schaal 1 - 3
Schaal 4 - 6
Schaal 7 - 9
Vergelijkbare gemeenten Schaal 10 - 12
Schaal > 13
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
Onbekend
7
3.
Gezondheid, welzijn en veiligheid
3.1.
Verzuim
In 2013 lag het ziekteverzuimpercentage (excl. zwangerschap) op 5,69%. Dit percentage is in 2014 gedaald naar 4,22%. Daarmee zitten we boven de norm van 3,9% van gemeenten met gelijke grootte (2013). Het verzuimpercentage (4,22%) is in onderstaande tabel opgedeeld in kort, middel en lang verzuim. Ten opzichte van vorig jaar is er een duidelijke daling te zien in het langdurig verzuim. Verzuim Kort (1 – 7 dagen) Middel (7 – 42 dagen) Lang (43 - 365 dagen) Extra lang (>365 dagen) Totaal
2014 0,86% 0,97% 1,53% 0,86% 4,22%
2013 0,78% 0,59% 3,15% 1,17% 5,69%
Van alle medewerkers die in 2014 in dienst waren is 42% niet ziek geweest (0-verzuimer). Dit percentage ligt bij gemeenten van dezelfde grootte op 32,6% in 2013.
Ziekteverzuimpercentage 8,0% 8
7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% Gemeente Heusden Norm; vergelijkbare gemeenten Alle gemeenten
2010 7,0% 5,0% 5,3%
2011 5,1% 5,1% 5,4%
2012 4,6% 5,1% 5,4%
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
2013 5,7% 4,8% 5,3%
2014 4,2% 3,9% 5,2%
Meldingsfrequentie 1,6 1,2 0,8 0,4 0 Gemeente Heusden Norm; vergelijkbare gemeenten
2010 1,29 1,42
2011 1,12 1,45
2012 1,26 1,36
2013 1,09 1,45
2014 1,18 1,33
De meldingsfrequentie ligt de afgelopen 5 jaar onder de norm. Er is in 2013 een duidelijke afname te zien, dit jaar is de meldingsfrequentie 1,18. Dat wil zeggen dat medewerkers zich gemiddeld 1,18 keer per jaar ziekmelden. Dit is onder het gemiddelde van gemeenten van vergelijkbare grootte (1,33 keer in 2013).
3.2.
Ongevallen
Volgens de Arbo-wet moeten alleen ongevallen worden geregistreerd die zijn gemeld aan de Arbeidsinspectie (dodelijke ongevallen, ongevallen met blijvend letsel en ziekenhuisopname) of die hebben geleid tot verzuim van méér dan 3 dagen. In 2014 zijn er geen ongevallen gemeld.
3.3.
Ergonomisch werken
Er waren afgelopen jaar 7 medewerkers met lichamelijke klachten die na een werkplekonderzoek advies kregen bij het instellen van de werkplek.
3.4.
Agressie en geweld
In 2014 zijn 11 agressie-incidenten met klanten gemeld, waarbij 20 collega’s betrokken waren. In 2013 waren er 14 meldingen met 17 betrokken collega’s. Agressievormen • 7 x verbale agressie tijdens een persoonlijk klantcontact; • 4 x betrof het telefonische verbale agressie; • In 2 situaties was het schriftelijke agressie per e-mail; • Bij 2 incidenten was er sprake van 2 vormen van agressie. Bij de persoonlijke contacten was dit 3 keer tijdens een afspraak met de klant in het gemeentehuis en 4 keer extern. Van de 14 incidenten waren 3 incidenten via een externe partner voor het parkeertoezicht (2 keer) en arts maatschappelijk ondersteuning. Maatregelen • Bij 3 incidenten stuurde de gemeente Heusden een waarschuwingsbrief; • 3 keer was er een ordegesprek; • In 2 situaties is er aangifte bij de politie gedaan; • In 3 situaties is er geen maatregel genomen; enkel de registratie vond plaats.
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014
9
3.5.
Bedrijfshulpverlening
In 2014 zijn er geen incidenten geweest waarbij de bedrijfshulpverlening (BHV) is ingeschakeld. Alle BHV’ers en EHBO’ers zijn eenmaal gezamenlijk in een vergadering bijeen geweest. Daar zijn een aantal actie- en verbeterpunten besproken. Ook de ploegleiders zijn apart bij elkaar geweest om het oefenprogramma voor 2015 te bespreken en vast te stellen. Alle herhalingstrainingen hebben plaatsgevonden voor alle actieve BHV’ers. Op het nog intensiever trainen en oefenen wordt ook in 2015 doorgepakt, in nauw overleg met een externe partij is een oefen- en trainingsprogramma opgezet en uitgevoerd. Verder is een start gemaakt om het complete beleidsplan te vernieuwen. Dit wordt voor de zomer van 2015 ter goedkeuring aan het college aangeboden. Alle vluchtplannen zijn geüpdatet en alle veiligheids- en blusmiddelen zijn gecontroleerd. De totale bezetting van de BHV voor de gehele organisatie in 2014 is als volgt: Locatie
Alleen BHV
Drunen Vlijmen Buitendienst Sportbedrijf
5 8 2
BHV en ploegleider 2 2 3 2
BHV en EHBO
Alleen EHBO
1 7 14
1 5 1
Een presentatie over BHV maakt standaard onderdeel uit van het introductieprogramma van nieuwe medewerkers. 10
3.6.
Vertrouwenspersoon
Er deden zich in 2014 op het gebied van ongewenst gedrag op de werkvloer 2 zaken voor die bij de interne vertrouwenspersoon zijn gemeld. Deze meldingen zijn in het kader van de klachtenregeling informeel behandeld en er is geen officiële klachtenprocedure gevolgd. Bij de externe vertrouwenspersoon werden 2 meldingen gedaan in verband met ongewenste omgangsvormen. In 2013 zijn er 7 meldingen in het kader van de klachtenregeling behandeld en waren er geen meldingen bij de externe vertrouwenspersoon. In het kader van de klokkenluidersregeling hebben zich geen zaken voorgedaan.
Bronnen • • • • •
Personeelsinformatiesysteem Beaufort Personeelsmonitor 2013, A&O fonds gemeenten Vertrouwenspersonen Hoofd bedrijfshulpverlening Website A&O-fonds; www.aeno.nl
Sociaal jaarverslag De belangrijkste ontwikkelingen en cijfermatige trends over 2014