TACTUS BOEK 2012-2013
goed/slecht
verbeteren
beinvloeding
VER ANDE REN
keuzes
10 JAAR TACTUS
beslissingen
95
Colofon Het Tactus Boek wordt u aangeboden door de Stichting Vrienden van Tactus Tekst : Tactus Verslavingszorg Fotografie : Tactus archief, Ewout Staartjes, illustraties, stock Samenstelling en redactie : Afdeling Communicatie Tactus, Deventer Ontwerp : SOV concept en vormgeving Druk : Graphic Improvements
Ontwerpconcept van dit Tactus Boek Het thema van dit jaar is VERANDEREN. Daarom een boek dat verandert terwijl je het leest. Een boek dat je verrast en nieuwsgierig maakt. Met feiten, raadsels, breinbrekers en illusies. Een boek dat leest en kijkt als een reis, zodat wanneer het uit is, je iets rijker bent en misschien ook wel veranderd.
Tactus Verslavingszorg
ZENUWCEL/NEURON EEN ZENUWCEL OF NEURON IS EEN BEPAALD TYPE LICHAAMSCEL, BEHOREND TOT DE BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN HET ZENUWSTELSEL.EEN MENS HEEFT NAAR SCHATTING 100 MILJARD ZENUWCELLEN. VERREWEG HET GROOTSTE DEEL DAARVAN BEVINDT ZICH IN HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL (HERSENEN EN RUGGENMERG). ZENUWCELLEN ZIJN DE INFORMATIE- EN SIGNAALVERWERKERS VAN HET LICHAAM. EEN SPECIFIEK KENMERK VAN ZENUWCELLEN IS DAT ZE PRIKKELBAAR ZIJN; ZE KUNNEN SIGNALEN ONTVANGEN EN DOORGEVEN ZONDER VERLIES VAN SIGNAALSTERKTE. IN DE HERSENEN BEVINDEN ZICH CIRCUITS VAN ZENUWCELLEN DIE EEN GROOT AANTAL LICHAAMSFUNCTIES REGELEN EN OOK VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR ONS DENKVERMOGEN. BRON: WWW.WIKIPEDIA.NL
Keulenstraat 3 Postbus 154 7400 AD Deventer 088 382 28 87 www.tactus.nl
oplossing: 5 (het aantal E’s dat in de getallen rondom de driehoek voorkomt)
02
03
04
pagina 10 >>
HOOFDSTUK #01
10 JAAR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK BIJ TACTUS
pagina 22 >>
HOOFDSTUK #02
geschiedenis: tactus ENTREÉ in de 21e eeuw
VER ANDE REN INHOUDSOPGAVE
05
pagina 56 >>
HOOFDSTUK #03 beleids PERSPECTIEF 2013 - 2018 pagina 66 >>
HOOFDSTUK #04 CIJFERS 2002 - 2012 pagina 78 >>
HOOFDSTUK
Stichting Vrienden van Tactus
06
VOORWOORD
07
Veranderen is eigenlijk steeds meer jezelf worden. Woorden die ik uitsprak tijdens mijn laatste nieuwjaarstoespraak. Veranderen is ook ons vak bij Tactus; elke dag helpen we mensen beetje bij beetje te veranderen. Het is dan ook het thema van het Tactus Boek dat u in handen hebt. Een boek dat niet alleen laat zien hoe Tactus verandert, maar wellicht ook uw brein verandert.
D
it Tactus Boek heeft een andere opzet dan u van ons gewend bent. We hebben het concept eenmalig aangepast om terug te blikken op de afgelopen tien jaar Tactus. Daarbij loopt het thema veranderen als een rode draad door het boek.
Verandering bestaat in vele gedaanten. Maatschappelijk, maar ook binnen een organisatie en op persoonlijk niveau. Verandering op individueel niveau is niks meer dan nieuwe paden aanleggen in het brein. Een neurologisch complex proces dat veel vraagt. Want ook in ons brein zijn de gebaande paadjes het gemakkelijkst te begaan. Niet voor niets is verslaving een hardnekkige ziekte met in veel gevallen een chronisch karakter. Niet alleen onze cliënten veranderen; ook Tactus is altijd in beweging en op weg iets anders te worden. Zo zijn we op veel fronten een andere organisatie in vergelijking met tien jaar geleden. Een jeugdkliniek, online behandelen, de fusie met het CAD, alcoholmatigingsprojecten en de vorming van Amethist Verslavingszorg. Zomaar een paar voorbeelden van ontwikkelingen in de afgelopen jaren. Wat er nog meer is veranderd in die periode
leest u in het verhaal ‘Tactus door de tijd - de laatste tien jaar’. Het is een intrigerend document dat nog maar eens weergeeft hoe turbulent de afgelopen tien jaar zijn geweest. Veel verandering ontstaat door onderzoek. Een zoektocht naar onderbouwde vooruitgang. Tactus heeft in het afgelopen decennium op diverse terreinen onderzoek gedaan. Van internetbehandeling tot lvb-cliënten, maar ook naar verslaving & trauma. In dit boek vindt u tien aansprekende onderzoeken van de afgelopen jaren. Uitgevoerd door onderzoekers binnen Tactus en een waardevolle bijdrage aan betere hulpverlening. Naast de voornoemde drie hoofdthema’s vindt u het beleidsperspectief voor het komende jaar en de cijfers van afgelopen jaren. Niets illustreert verandering zo feilloos als de kale cijfers. Ik wens u veel plezier toe met het lezen van het Tactus Boek. Wie weet verandert het u zelfs. Vriendelijke groet, Ruud Rutten Bestuurder
08
BREIN BREKER 01
10
Bedenker: Hermann Raster
TOELICHTING Het raster van Hermann is een illusie die ontstaat door een verschijnsel van onze hersenen dat ‘laterale inhibitie’ wordt genoemd. Laterale inhibitie wil zeggen dat, als een zenuwcel (in de hersenen) geactiveerd wordt (vuurt) dit leidt tot de onderdrukking (of inhibitie) van de zenuwcel die ernaast ligt.
9
HOOFDSTUK #01
10
10 JAAR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK BIJ TACTUS Door: Sjoerd van der Wal
Onderzoek is het kompas voor betere zorg. Behandelingen, methodes en technieken worden steeds meer verfijnd door onderzoek; het is de katalysator van innovatie. Verdeeld over dit boek vindt u de tien meest aansprekende onderzoeken van zes Tactus-medewerkers van het afgelopen decennium. Daarnaast vindt u de persoonlijke drijfveren en ambities van de onderzoekers.
11
DE VRAGEN 1/ Hoe ben je in je huidige rol van onderzoeker beland? 2/ Wat is voor jou het mooie aan onderzoek? 3/ Wat vond je van dit onderzoek en wat maakt dit onderzoek voor verschil voor onze cliënten? 4/ Wat is de meerwaarde van onderzoek? Niet zozeer voor jou persoonlijk, maar voor de maatschappij? 5/ Waar ben je als onderzoeker het meest trots op?
Tactus knowhow
12
01/06
MARLOES POSTEL Deed onderzoek naar internetbehandeling van alcoholverslaving (Alcoholdebaas.nl), redenen voor behandeluitval en het drinkgedrag in de zogenoemde keten en hokken. 1/ Hoe ben je in je huidige rol van onderzoeker beland? Na mijn studie sociale psychologie, met een sterke focus op sociaal wetenschappelijk onderzoek, heb ik bij Tactus gesolliciteerd op de functie van preventiewerker. Hoewel de inhoud van het werk me erg aansprak, heb ik tijdens mijn sollicitatiegesprek al gemeld dat mijn ambitie op de langere termijn vooral lag bij het doen van onderzoek. Destijds werd al aangegeven dat Tactus het doen van onderzoek wilde intensiveren. Na een jaar kreeg ik al mijn eerste onderzoeksklus: een literatuurstudie naar wat reeds bekend was over de effectiviteit van online behandelen bij verslaving. Het was voorwerk voor de ontwikkeling van de internetbehandeling Alcoholdebaas.nl. 2/ Wat is voor jou het mooie aan onderzoek? Het vernieuwende en ‘het zicht krijgen op’. Onderzoeksdata en cijfers klinken vaak saai en suf, maar de betekenis ervan is zeer waardevol. Zo krijgen we bijvoorbeeld goed zicht op onze doelgroepen, maar ook inzicht in drop-out en therapietrouw. Het draagt bij aan steeds betere zorg. 3/ Wat vond je van dit onderzoek en wat maakt dit onderzoek voor verschil voor onze cliënten? Alle drie de onderzoeken hebben hun bijdrage gehad. Bij het onderzoek naar
Alcoholdebaas.nl was vooral de (media-)aandacht leuk. De instroom voor onderzoek verliep daardoor soepel, maar de behandeling kwam ook goed onder de aandacht bij cliënten. Is uitval ook terugval? Dat wordt vaak gedacht; door het onderzoek naar behandeluitval hebben we veel informatie gekregen over redenen voor het niet afronden van de behandeling. Op basis van die informatie zijn er wijzigingen in de behandeling gedaan. Het onderzoek naar drinkgedrag in keten & hokken heeft een mooi beeld opgeleverd van keetbezoekers versus niet-keetbezoekers. Het blijkt dat bezoekers van keten in meerdere opzichten kunnen worden beschouwd als meer riskant. Als het gaat over het alcoholgebruik zelf, maar ook in alcoholgerelateerd gedrag en meningen over alcoholgebruik. 4/ Wat is de meerwaarde van onderzoek? Niet zozeer voor jou persoonlijk, maar voor de maatschappij? De meerwaarde zit in de nieuwe inzichten en de vertaling naar betere zorg. 5/ Waar ben je als onderzoeker het meest trots op? Steeds meer collega’s zijn enthousiast over het doen van onderzoek. Ze zien de meerwaarde, bedenken de meest interessante onderzoeksvragen en zijn nieuwsgierig naar uitkomsten.
Auteur Korte J, Pieterse ME, Postel MG, Van Hoof JJ. Faculty of Behavioral Sciences, University of Twente, PO Box 217, 7500 AE Enschede, The Netherlands.
[email protected]
13
Private peer group settings as an environmental determinant of alcohol use in Dutch adolescents: results from a representative survey in the region of Twente.
ABSTRACT
This study supports the hypothesis that the drinking setting can be an environmental risk factor for hazardous alcohol use. In a survey of Dutch adolescents (n = 1516), alcohol consumption and participation in private peer group settings (PPSs), environments where adolescents meet and drink alcohol without direct adult supervision, were measured. After controlling for demographic variables, adolescents visiting PPSs as compared to non-visitors, appeared to have a significantly higher lifetime prevalence of alcohol use, average weekly consumption, and frequency of heavy episodic drinking. Moreover, accounting for school clustering, the frequency of PPS visits was associated with increased alcohol consumption.
Auteur Postel MG, de Haan HA, ter Huurne ED, Becker ES, de Jong CA. Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction, Nijmegen, Netherlands.
[email protected]
14
Effectiveness of a web-based intervention for problem drinkers and reasons for dropout: randomized controlled trial.
ABSTRACT
BACKGROUND
Online self-help interventions for problem drinkers show promising results, but the effectiveness of online therapy with active involvement of a therapist via the Internet only has not been examined.
OBJECTIVE
The objective of our study was to evaluate an e-therapy program with active therapeutic involvement for problem drinkers, with the hypotheses that e-therapy would (1) reduce weekly alcohol consumption, and (2) improve health status. Reasons for dropout were also systematically investigated.
15
METHOD
In an open randomized controlled trial, Dutch-speaking problem drinkers in the general population were randomly assigned (in blocks of 8, according to a computer-generated random list) to the 3-month e-therapy program (n = 78) or the waiting list control group (n = 78). The e-therapy program consisted of a structured 2-part online treatment program in which the participant and the therapist communicated asynchronously, via the Internet only. Participants in the waiting list control group received “no-reply” email messages once every 2 weeks. The primary outcome measures were (1) the difference in the score on weekly alcohol consumption, and (2) the proportion of participants drinking under the problem drinking limit. Intention-to-treat analyses were performed using multiple imputations to deal with loss to follow-up. A dropout questionnaire was sent to anyone who did not complete the 3-month assessment. Reasons for dropout were independently assessed by the first and third author.
RESULTS
Of the 156 individuals who were randomly assigned, 102 (65%) completed assessment at 3 months. In the intention-to-treat analyses, the e-therapy group (n = 78) showed a significantly greater decrease in alcohol consumption than those in the control group (n = 78) at 3 months. The e-therapy group decreased their mean weekly alcohol consumption by 28.8 units compared with 3.1 units in the control group, a difference in means of 25.6 units on a weekly basis (95% confidence interval 15.69-35.80, P < .001). The between-group effect size (pooled SD) was large (d = 1.21). The results also showed that 68% (53/78) of the e-therapy group was drinking less than 15 (females) or 22 (males) units a week, compared with 15% (12/78) in the control group (OR 12.0, number needed to treat 1.9, P < .001). Dropout analysis showed that the main reasons for dropouts (n = 54) were personal reasons unrelated to the e-therapy program, discomfort with the treatment protocol, and satisfaction with the positive results achieved.
CONCLUSIONS
E-therapy for problem drinking is an effective intervention that can be delivered to a large population who otherwise do not seek help for their drinking problem. Insight into reasons for dropout can help improve e-therapy programs to decrease the number of dropouts. Additional research is needed to directly compare the effectiveness of the e-therapy program with a face-to-face treatment program.
16
optische illusies Een optische illusie is simpel gezegd het foppen van je brein, ook wel gezichtsbedrog genoemd. Je ogen nemen iets waar wat de hersenen anders interpreteren dan dat de werkelijkheid is. De informatie die via de ogen verkregen wordt, zal in je brein namelijk maar voor 20% gebruikt worden om een beeld te vormen. De rest wordt door de hersenen zelf aangevuld. Dit doen ze door middel van eerdere ervaringen, verwachtingen en andere zintuigen. De foutjes die in het proces ‘zien’ optische illusies leveren kun je grofweg in twee categorieën onder verdelen. De hersenen vullen de basis van 20% verkeerd aan of de informatie verkregen via het oog klopt niet. bron: www.leerwiki.nl
17
18
BREIN BREKER 02
10
Onderzoek: Universiteit van Cambridge
TOELICHTING We lezen hele woorden, geen losse letters. Onderzoek toont aan dat we veel meer doen dan simpelweg ‘lezen wat er staat’. Het betekent ook dat we onbewust woorden die verborgen zitten in andere woorden, kunnen opmerken of verwerken.
19
Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het neit uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaatst wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we neit ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel.
20
Auteur Postel MG, de Haan HA, ter Huurne ED, van der Palen J, Becker ES, de Jong CA. Tactus Addiction Treatment, Enschede, Netherlands.
[email protected]
Attrition in web-based treatment for problem drinkers.
ABSTRACT
BACKGROUND
Web-based interventions for problem drinking are effective but characterized by high rates of attrition. There is a need to better understand attrition rates in order to improve the completion rates and the success of Web-based treatment programs.
OBJECTIVE
The objectives of our study were to (1) examine attrition prevalence and pretreatment predictors of attrition in a sample of open-access users of a Web-based program for problem drinkers, and (2) to further explore attrition data from our randomized controlled trial (RCT) of the Web-based program.
METHODS
Attrition data from two groups of Dutch-speaking problem drinkers were collected: (1) open-access participants enrolled in the program in 2009 (n = 885), and (2) RCT participants (n = 156). Participants were classified as noncompleters if they did not complete all 12 treatment sessions (9 assignments and 3 assessments).
21
In both samples we assessed prevalence of attrition and pretreatment predictors of treatment completion. Logistic regression analysis was used to explore predictors of treatment completion. In the RCT sample, we additionally measured reasons for noncompletion and participants’ suggestions to enhance treatment adherence. The qualitative data were analyzed using thematic analysis.
RESULTS
The open-access and RCT group differed significantly in the percentage of treatment completers (273/780, 35.0% vs 65/144, 45%, χ(2) (1) = 5.4, P = .02). Logistic regression analysis revealed a significant contribution of treatment readiness, gender, education level, age, baseline alcohol consumption, and readiness to change to predict treatment completion. The key reasons for noncompletion were personal reasons, dissatisfaction with the intervention, and satisfaction with their own improvement. The main suggestions for boosting strategies involved email notification and more flexibility in the intervention.
CONCLUSIONS
The challenge of Web-based alcohol treatment programs no longer seems to be their effectiveness but keeping participants
involved until the end of the treatment program. Further research should investigate whether the suggested strategies to improve adherence decrease attrition rates in Web-based interventions. If we can succeed in improving attrition rates, the success of Web-based alcohol interventions will also improve and, as a consequence, their public health impact will increase.
TRIAL
International Standard Randomized Controlled Trial Number (ISRCTN): 39104853; www.controlled-trials.com/ISRCTN39104853 (Archived by WebCite at www.webcitation.org/63IKDul1T).
HOOFDSTUK #02
22
geschiedenis:
DOOR: Dr. Jaap van der stel
tactus ENTREÉ in de e 21 eeuw
23
24
vooraf
Tactus is een onderdeel van het systeem dat we aanduiden als verslavingszorg, maar laat zichzelf ook goed beschrijven als een systeem. Veel systemen zijn complex zodra je er meer kennis van neemt en daar komt bij dat ze vaak gekenmerkt worden door een grote dynamiek: het systeem is alweer veranderd zodra je het in kaart hebt gebracht. Als we proberen de ontwikkeling van Tactus in het eerste decennium van de 21e eeuw te schetsen zijn we genoodzaakt details weg te laten en de abstractie te vermijden.
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
In de eerste honderd jaar van de geschiedenis van de verslavingszorg, die samenvalt met de 20e eeuw, was het mogelijk de belangrijkste veranderingen te vangen in periodes van tien jaar of langer. Dat kan nu niet meer, en de recente geschiedenis van Tactus is daarvan een goed voorbeeld. In de afgelopen tien jaar is er wellicht meer veranderd dan in de vijfentwintig jaar die daaraan voorafgingen. De organisatie is flink gegroeid en intern complexer geworden, doordat het aantal onderdelen fors is gegroeid, er meer werkwijzen bij zijn gekomen en het onderscheid in doelgroepen is gedifferentieerd. Ongemerkt is ook het aantal verschillende relaties met de buitenwereld gestegen. Niet alleen omdat Tactus diensten levert aan en in meer gemeenten, maar ook is de diversiteit aan relaties met maatschappelijke instellingen gegroeid. Het laatste is trouwens heel terecht als we ons realiseren dat verslavingsproblemen gekoppeld zijn aan een reeks andere problemen waar andere voorzieningen ook een taak in hebben of beter voor zijn toegerust. Verslaving is gerelateerd aan problemen rondom werk en inkomen, geestelijke en lichamelijke gezondheid, openbare orde en het recht (politie en justitie), opvoeding en onderwijs en zo kunnen we doorgaan. Samenwerking en samenhang met andere thema’s is inherent aan verslaving en verslavingszorg. Het bestaansrecht van de verslavingszorg toont zich niet alleen in haar bijdrage op het gebied van de volksgezondheid. Ook de maatschappelijke waarde van goede en efficiënte verslavingsbehandeling kan steeds beter worden aangetoond. Meerdere onderzoeken laten zien dat de baten van behandeling voor alcoholverslaving hoger zijn dan de kosten. Dit kan worden verklaard door minder schade door criminaliteit, een verminderd beroep op additionele zorg en een toename van de inkomsten uit arbeid.
25
Als we een systeem als Tactus over een bepaalde periode beschrijven kunnen we de blik richten op de volgende thema’s: 1. Wat zijn de belangrijkste veranderingen geweest in de verzameling onderdelen die samen Tactus vormen? 2. Welke relaties hebben die onderdelen intern met elkaar (hoe zijn ze gestructureerd) en welke relaties worden er door onderdelen gelegd en onderhouden in de omgeving van Tactus? Hebben zich hierin belangrijke verschuivingen voorgedaan? En wat was daarvoor de reden? 3. Hoe werkt Tactus? Hoe zorgen al die, met elkaar en met de buitenwereld verbonden, onderdelen ervoor dat Tactus doet wat het wil, en kan wat het moet? Deze vraag heeft betrekking op de zichtbare maar vaak ook onopgemerkte functies van Tactus en de processen die – op de verschillende niveaus van de organisatie - ervoor zorgen dat dit lukt. Deze vragen zijn in kort bestek nauwelijks goed te beantwoorden, maar we doen hieronder wel een poging enkele kernpunten te belichten. En vervolgens werpen we een blik in de toekomst. Hoe die eruit ziet weet niemand, maar als we de door Tactus aan het begin van deze eeuw uitgezette lijnen doortrekken komen we al een eind.
26
Reorganisatie vanaf 2001
Herstructurering zorgproces en zorgorganisatie Wat de structuur van Tactus betreft is de belangrijkste ontwikkeling geweest dat de instelling in het begin van de 21e eeuw in staat is gebleken allerlei, van oorsprong kleine instellingen, samen te smeden tot één samenhangend zorgprogramma. De geleidelijke transformatie die de organisatie heeft doorgemaakt, resulteert vandaag de dag in het werken in zorgpaden. Deze zorgpaden vormen het sluitstuk van een ontwikkeling die de cliënt centraal zet.
TACTUS, geschreven met hoofdletters, kwam in 2001 voort uit een fusie van kleine en grotere instellingen voor ambulante en klinische verslavingszorg. Eerst was er de fusie tussen het Instituut Verslavingszorg Oost-Nederland (IVON) en het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs Twente (CAD Twente). Deze werd gevolgd door een fusie met de Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek (IVS). Een leidend idee was de ontschotting van traditionele klinische en ambulante verslavingszorg, en het ombuigen van ‘verkokerde’ en aanbodgerichte zorg naar integrale en vraaggerichte zorg (inclusief preventie). Als pijlers werden gezien • verwerven wetenschappelijke kennis op het terrein van verslavings- en afhankelijkheidsgedrag; • het omzetten van deze kennis naar evidence based interventies; • het positioneren van deze interventies in ketens van zorg; • en het aanbieden van interventies/ producten voor een aanvaardbare prijs. De zorg werd op een nieuwe manier geordend. Het belangrijkste ordeningsprincipe van TACTUS werd het organiseren vanuit programma’s en modulen en vervolgens de uitwerking hiervan naar een heldere structuur: de clustering van samenhangende programma’s in stuurbare organisatorische eenheden. Zo ontstond het idee tot de vorming van een reeks circuits • Behandeling en Begeleiding; • Sociale Verslavingszorg; • Forensische Verslavingszorg; • Verslavingsreclassering; • Preventie & Consultancy.
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
27
Uitgangspunt binnen het circuitwerken was het principe ‘regionaal waar het kan en centraal waar het moet’. Tactus verbond zich nadrukkelijk aan het landelijke verslavingszorg-verbetertraject Resultaten Scoren. Hierbinnen heeft TACTUS zich vooral beziggehouden met verbetering van de methadonverstrekking en het meetbaar maken van resultaten van zorgverlening. In 2001 is mede doorTACTUS het Nijmegen Institute for ScientistPractitioners in Addiction (NISPA) opgericht, een samenwerkingsverband tussen het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Nijmegen en een consortium van verslavingszorginstellingen.
Tactus veranderde in een circuitorganisatie waarin op grond van zorgbehoeften diverse niveaus werden onderscheiden. Om die zorgbehoeften in kaart te brengen werd gebruik gemaakt met een voor de verslavingszorg nieuw beoordelingsinstrument: de MATE. Hiermee kan de ernst en omvang van de verslaving, en eventueel aanpalende problemen, zodanig in beeld komen dat vervolgens een verantwoorde beslissing kan worden genomen welke zorg iemand nodig heeft. Inhoudelijk betekenden deze jaren een sterke verbetering van de kwaliteit van de zorg voor mensen met de chronische ziekte verslaving. De verstrekking van methadon was, ook elders in Nederland, vanuit medisch gezichtspunt, onder de maat. Door op verandering gericht onderzoekzijn de richtlijnen voor methadonverstrekking (het zogenaamde RIOB ) en, ruimer opgevat, de zorg voor mensen met chronische verslaving aan heroïne op ‘deltahoogte’ gebracht. Een belangrijk aspect hiervan was de segmentatie van de doelgroepen, waardoor zorg op maat uitgangspunt werd voor het zorgbeleid. Hiernaast kwamen er projecten voor harm reduction door bijvoorbeeld alcohol-
gebruiksruimtes te creëren voor gebruikers die na diverse pogingen vooralsnog niet in staat zijn te stoppen met gebruik. Verder is er hard gewerkt aan verbetering van de forensische zorg, de introductie van internetbehandeling en projecten gericht op verandering van leefstijl. Voor wie er middenin stond waren het kleine stapjes, maar bekeken over een decennium zijn de inhoudelijke veranderingen omvangrijk geweest. Maar niet alleen het zorgproces, ook de organisatie van Tactus kreeg in deze tijd volop aandacht. Om zorgprocessen goed te laten verlopen is vastgoed én een adequate infrastructuur vereist. Wie nog herinneringen heeft aan hoe de verslavingszorg functioneerde in de jaren tachtig zal zich niet meer kunnen oriënteren in het moderne Tactus. De interne werkwijzen en overlegstructuren zijn effectiever en professioneler geworden, de doelgroepen zijn vanwege overwegingen van efficiency ‘ontvlochten’ en gerelateerd aan nauwer omschreven taak- en functieomschrijvingen van de daarbij betrokken medewerkers. Zorgvernieuwing, organisatieverandering gingen gelijk op met een groei van het aantal cliënten, een stijging van het beschikbare budget en, onvermijdelijk, een toename van het personeel. Het maakte een betere organisatie en bedrijfsvoering mogelijk en het stelde Tactus in staat een eigen vermogen te vormen waardoor het meer veerkracht heeft.
28
BREIN BREKER 03
10
Ontdekker: Een onderzoeker van de Universiteit van Bristol
TOELICHTING Wat ziet u in de tekening? Rechte of schuine lijnen? De aandacht die hersenen hebben voor het blokjespatroon staat in de weg van een correcte waarneming van de lijnen.
29
30
Tactus beleidsperspectief vanaf 2009 Aan het einde van het decennium formuleert Tactus – inmiddels niet meer in hoofdletters geschreven – nieuwe beleidslijnen. De belangrijkste kenmerken daarvan zijn de volgende 1. Intensivering van de aanpak van verslaving bij jongeren door de opening van een jeugdkliniek, nog meer preventie activiteiten voor jongeren en door intensieve samenwerking met de jeugdzorg. 2. Intensivering van de aanpak van verslaving bij ouderen door consultatie en deskundigheidsbevordering van ouderen werkers en door een op ouderen toegespitst zorgaanbod. 3. Vernieuwing en ‘ont-organisatie’ door kortere verwijs- en doorlooptijden voor cliënten, door te experimenteren met zelfstandige teams en door minder overleg en meer zorg. 4. Profilering als expertisecentrum door van Tactus een opleidingsinstituut te maken, door permanente (bij)scholing aan haar medewerkers te bieden, en door nieuwe coalities met onderzoek en onderwijs aan te gaan.
tactus nader >> bekeken foto: Forensisch Begeleid Wonen Boven Leeuwen
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
31
Forensische verslavingszorg Nieuwe werkwijzen en nieuwe doelgroepen Na eerst enkele jaren van het in gang zetten van structurele veranderingen heeft Tactus vervolgens de focus gericht op de verbetering of vernieuwing van de zorg rondom enkele doelgroepen die tot dan toe om uiteenlopende redenen onderbelicht waren. Het is al lang bekend dat mensen met een verslaving vaak ook kampen met een andere psychische stoornis. Al jaren wordt erover gedebatteerd of het onderscheid tussen verslavingszorg en de algemene GGz (geestelijke gezondheidszorg) adequate hulp aan deze groep cliënten in de weg staat. Hoe het ook zij: Tactus heeft inmiddels voorzieningen, waaronder een dubbeldiagnosekliniek, voor mensen bij wie psychische co-morbiditeit vraagt om een geïntegreerde behandeling. Ook voor jongeren is een kliniek opgericht. Het spreekt voor zich dat de medewerkers van Tactus zich hierdoor veel beter kunnen afstemmen op de achtergronden en specifieke problemen van jongeren. En een andere groep, waarvoor inmiddels meer aandacht is, betreft cliënten met een licht verstandelijke beperking. Wellicht is bij een kwart van de cliënten in de verslavingszorg van zo’n bijkomend probleem sprake, maar in het licht van de geschiedenis is hier pas heel recent aandacht voor. In samenwerking met andere organisaties heeft Tactus werk gemaakt van deze vergeten doelgroep. Ook op het gebied van de forensische zorg, hulp aan mensen die met justitie in aanraking zijn geweest en worden behandeld in het kader van een juridische maatregel, heeft Tactus het afgelopen decennium zich onderscheiden en een eigen benadering gevonden. Belangrijke principes zijn: drempelverlagend werken, de focus richten op motivatie, streven naar kortere behandelduur en meer in het algemeen het wetenschappelijk funderen van het werk. In de afgelopen jaren heeft ook de dwang en drang-benadering zich ontwikkeld tot een professionele verslavingsbehandeling.
De Forensische Verslavingskliniek (FVK) is in 1998 gestart met de Piet Roordakliniek in Apeldoorn als besloten voorziening en het Buitencentrum Beneden Leeuwen (nu Piet Roordakliniek locatie Waalbandijk) als open en resocialisatieafdeling. In 2001 kwamen problemen aan het licht over de cliëntenpopulatie, kennis en kunde van het personeel en afstemming met verwijzers. Daarom werd de focus meer gelegd op forensische verslavingszorg en werd de doelgroep nader afgebakend tot cliënten met zware justitiële titel en een strafverwachting van minimaal 6 tot 18 maanden. Op initiatief van VWS is er door het AIAR een effectenonderzoek gedaan naar de effectiviteit van de van de FVK. Daar kwam uit dat de voor een substantieel deel van de cliënten tot verbetering van hun crimineel gedrag, verslavingsgedrag en maatschappelijk functioneren had geleid. Een derde deel van de van de populatie was een succes in termen van criminaliteitsreductie (een reductie van 50% of meer in aantal gepleegde delicten per jaar in de follow-up periode). In de follow-up periode heeft 18% van FVK respondenten geen enkel delict gepleegd. Bij 42% was een succes in verslavingstermen waarvan de overgrote meerderheid (95%) de maand voor het follow-up interview helemaal geen opiaten, stimulantia of excessief alcohol had gebruikt. Tactus concludeerde dat behandelen zin heeft, vooral als je de reguliere detentie vergelijkt met behandeling. Tegenwoordig heeft de Piet Roordakliniek ook een gesloten voorziening. Binnenkort zullen de gesloten en besloten voorziening zich samenvoegen op een nieuwe Tactus locatie in Zutphen. JusTact is de forensische verslavingspolikliniek van Tactus Verslavingszorg. JusTact biedt cliënten die middelen gebruiken en met justitie in aanraking (dreigen te) komen de juiste zorg. Het aanbod van JusTact is gericht op delictpreventie. JusTact behandelt en onderzoekt cliënten waarbij sprake is van forensische problematiek in combinatie met verslavingsproblematiek.
32
Maar aandacht voor bijzondere doelgroepen hoeft niet altijd te betekenen dat Tactus telkens nieuwe vestigingen opent: veeleer stelt Tactus zich op als expert in het systeem van een andere partij en probeert ze elders mee te denken en te werken aan verbeteringen. Zo is Tactus voorloper geweest in het ontwikkelen van instrumenten rondom de problemen van verslaafden met een licht verstandelijke beperking. En hier komt bij dat Tactus pas in beeld komt als mensen niet in staat zijn zelf hun problemen op te lossen. Niet toevallig ligt er een accent op het opbouwen van een zelfhulporganisatie en ook initiatieven op het terrein van internetbehandeling bevorderen het allereerst zelf oplossen van individuele problemen. Bij de zelfhulporganisatie InTact is trouwens nog iets bijzonders aan de hand: de ideeën komen uit de buurregio in Duitsland, waar men zelf weer erg geïnteresseerd is in de ervaringen van Tactus op andere gebieden. Tactus leerde hun Oosterburen hoe je verslavingszorg aanbiedt die middelenoverstijgend is (niet gespecificeerd naar alcohol of drugs) en van de Duitsers leerde Tactus weer hoe je een zelfhulporganisatie opbouwt die aansluit op de professionele organisatie die Tactus is, uiteraard rekening houdend met de Nederlandse culturele omstandigheden.
Internetbehandeling De term internetbehandeling is reeds gevallen en op dit vlak is Tactus beslist voorloper geweest met het programma Alcoholdebaas.nl. De verwachtingen zijn dat in de nabije toekomst de zorg steeds meer ‘vermengd’ wordt met de toepassing van nieuwe technologie: websites, gebruik van sensoren om preciezer de fysieke en geestelijke toestand van de cliënt te kunnen monitoren, slimme apparaatjes voor tweewegverkeer tussen cliënten en computers (en/of hulpverleners) et cetera. Wie in de komende jaren een beurs voor zorginnovatie bezoekt zal overstelpt worden met nieuwe ‘intelligente’ vindingen. Tactus kan erop bogen dat ze op dit vlak in de verslavingszorg daarbij aan het begin heeft gestaan. Veel e-health-programma’s zijn in het begin zo opgezet dat de reële hulp een virtuele vorm kreeg. Tactus deed het slimmer door vanaf het begin iets nieuws of aparts te ontwikkelen en aan te bieden: er werden platforms opgezet waar cliënten elkaar konden ontmoeten (wat in de ‘echte’ zorg nog niet moge-
lijk was, althans niet als zodanig gebeurde). In een later stadium werden de succesvolle componenten van internetbehandeling ook aangeboden in een face-to-facebehandeling. En als een logische uitkomst verschenen recent de blended behandelingen; een mix tussen e-healt en face-to-facebehandeling.
Preventie Tactus heeft zich in de afgelopen periode gepresenteerd als een sterke speler op het vlak van de preventie. Kern van preventie is het vroegtijdig ingrijpen bij de progressieve, chronische ziekte die verslaving is. Tactus is steeds beter in staat risicovolle groepen te benoemen, te traceren en te bereiken. De betere toegang tot deze groepen is een gevolg van de samenwerking die Tactus aangaat met diverse organisaties voor jeugdzorg. Risicovolle groepen zijn in drie categorieën te verdelen: 1. de groep met een genetische aanleg voor verslaving. De aanleg voor alcoholverslaving kan in 50% van de gevallen worden verklaard door een genetische aanleg. Bij verslaving op jonge leeftijd is dit zelfs 60%; 2. de groep met psychosociale problemen; 3. de groep in kwetsbare omstandigheden. Deze kennis geeft aanknopingspunten om risicojongeren vroegtijdig te monitoren en te begeleiden. Zo voorkom je dat de kiem van verslaving kan worden gelegd en bevordert de sociale participatie van jongeren. De jeugd heeft de toekomst, maar de vorige generatie legt daar vaak wel een hypotheek op. Kinderen van moeders die gedurende de zwangerschap of tijdens de borstvoeding middelen gebruiken zijn kwetsbaarder. Dat is ook het geval als zij in hun jeugd te maken hebben met misbruik van middelen, vaak als component van een ongunstig opvoeringsklimaat, misbruik en mishandeling (fysiek geweld). De ontwikkeling van strategieën en methoden om de doorgifte van risico’s van de ene naar de andere generatie te doorbreken is nog lang niet voltooid. Uiteraard kan dit ook nooit alleen door Tactus worden uitgevoerd. Hier is een enthousiaste en houdbare samenwerking tussen formele en informele zorgsystemen van groot belang.
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
33
opening hostel oostzeelaan zwolle Maar ook zonder intergenerationele problematiek lopen jongeren risico’s. Het aanbod van middelen is enorm, de verkrijgbaarheid eenvoudig en de kosten relatief laag. Preventie van gebruik of misbruik van legale en illegale middelen, of van gedrag dat verslaving tot gevolg kan hebben zoals gokken, heeft alle aandacht van Tactus. Hier komt het er in essentie op neer dat jongeren ‘nee’ kunnen zeggen en/of in staat zijn na opgedane ervaringen te matigen of te stoppen. De houding en het gedrag van ouders en vriendengroepen spelen daarbij een sterk beïnvloedende rol.
Werken en wonen Wonen en werken zijn basisvoorwaarden voor maatschappelijk herstel – dit geldt voor alle mensen, om het even welke aandoening ze hebben (gehad), en zeker voor verslaafden die een lange tijd aan de zelfkant van de samenleving hebben verkeerd.
Tactus heeft Tactory Arbeidsre-integratie opgericht, een organisatie waar iedereen die een programma doorloopt, of heeft doorlopen, aan de slag kan. Ook zijn er in relatief korte tijd de nodige woonvoorzieningen tot stand gekomen. In nagenoeg alle grote steden binnen het werkgebied heeft Tactus één of meerdere woonvoorzieningen. Het treffen van voorzieningen voor arbeid en huisvesting behoort niet tot de kerntaken van de verslavingszorg. Er zijn tal van mogelijkheden gebruik te maken van algemene voorzieningen. Maar het is gebleken dat er op deelgebieden of voor subgroepen toch de noodzaak is om dit zelf te organiseren. In de praktijk blijkt dat mensen met een verslaving zich vaak onvoldoende integreren in algemene voorzieningen, of dat begeleiders zich geen raad weten met wat ze het beste kunnen doen als terugval in gebruik plaatsvindt.
34
de tactus-methode Tactus presenteert zich als specialist op het gebied van verslavingszorg. Richting gemeenten, de belangrijkste opdrachtgever, presenteert Tactus zich als partner; een bondgenoot die de juiste kennis heeft voor een rendabele aanpak van verslavingsproblematiek.
instelling toe. Een ontwikkeling uit noodzaak én uit overtuiging: het is niet meer van deze tijd om cliënten van beslissingen, beleidsontwikkeling én de praktijkvoering buiten te sluiten. Het is goed mogelijk dat in de toekomst cliënten zelf projecten gaan runnen. Dit sluit aan bij de ideeën die door cliëntenorganisaties zijn geformuleerd rondom herstel: cliënten zijn niet slechts object, maar ook subject van hun veranderingsproces. Langzamerhand heeft de invloed van cliënten ook zijn weerslag gekregen in bijvoorbeeld de inrichting van gebouwen of de opvattingen over privacy.
Tactus streeft er naar zoveel mogelijk kennis en kunde in huis te hebben. Daardoor hoeft niemand de deur te worden gewezen. Daarnaast wordt actief de samenwerking gezocht. In dat opzicht is Tactus de afgelopen jaren meer en meer een netwerkorganisatie geworden. Dit houdt allereerst in dat wordt bekeken of Tactus anderen kan helpen problemen zelf op te lossen. Daarnaast is er de mogelijkheid actief te participeren in de dagelijkse bedrijfsvoering van andere instellingen.
Het outreachend werken heeft de laatste jaren een grote vlucht genomen. Voornamelijk in de Sociale Verslavingszorg is deze methode een succesvolle gebleken. Het opzoeken van de cliënt, of dat nu thuis of in een park is, is niet zozeer een service aan cliënten maar vooral ook een manier om meer te weten over de context waarin iemand leeft. Cliënten uitnodigen op een locatie heeft zijn beperkingen omdat je mensen dan in ‘jouw’ context uitnodigt.
Een onderdeel van de cultuur is ook dat cliënten een steeds belangrijkere rol spelen in de organisatie. Eerst was er slechts een cliëntenraad die inspraak kreeg in de discussies over het instellingsbeleid. Nu zijn ex-cliënten ook als ervaringsdeskundige actief op de werkvloer. Hn invloed neemt op alle niveaus van de
In de visie van Tactus is zorg voor iedereen toegankelijk en gelijk. Voor mensen met een hoge maatschappelijke positie zijn dan ook geen aparte faciliteiten. In de praktijk is gebleken dat je de zorg het beste kunt aanpassen aan de individuele behoeften en kenmerken.
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
35
36
de nabije toekomst
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
Als we terugkijken naar het verleden van Tactus, naar het werk van haar voorlopers, tientallen jaren terug, wordt direct duidelijk dat het een illusie is om te denken dat er een tijd komt dat de organisatie staat als een huis, dat de werkwijzen zijn uitontwikkeld en alle medewerkers, cliënten en opdrachtgevers zich wentelen in tevredenheid. Mensen zijn altijd bezig om hun werk te verbeteren: effectiever te worden, complexere doelen te stellen en aan anderen telkens weer hogere eisen te formuleren. Evenwicht is er slechts voor het moment, dynamiek bepaalt het beeld. Beleid en organisatie van Tactus kunnen daarom beter opgevat worden als inzet om interne en externe vragen op te lossen en processen te verbeteren en resultaten te optimaliseren dan als vaststaande dingen.
37
38
In het begin van de 21e eeuw was het een novum om de organisatie op te delen in circuits rondom grove cliëntprofielen , maar nu worden deze weer bekritiseerd omdat ze hebben geleid tot ‘eilanden’, strak georganiseerd en begrensd. De introductie van destijds de circuits en nu de zorgpaden waren en zijn de best denkbare antwoorden op maatschappelijke en professionele opgaven.. Circuits en zorgtrajecten creëren onherroepelijk nieuwe grenzen die als een barrière kunnen werken – tenzij je het grensverkeer uitdrukkelijk organiseert en stimuleert. Dat is de opgave waar Tactus in het volgende decennium voor staat. In de praktijk zal er de komende periode gezocht worden naar een nieuwe verhouding van differentiatie én integratie. Het ligt voor de hand, maar zeker is niets, dat bij toekomstig herontwerp nog nadrukkelijker de individuele cliënt als uitgangspunt wordt genomen. Het gaat er tenslotte om zo goed mogelijk in te spelen op hun individuele achtergronden, beperkingen én potenties. De ontwikkeling van zorgpaden, gebaseerd op ziektestadia en profielen van cliënten, zullen deze ontwikkeling sterk stimuleren. De bestaande bedrijfsonderdelen – binnen én buiten Tactus – vormen dan voor cliënten de omgeving die zich probeert zo goed mogelijk af te stemmen op de cliënt. Tegelijkertijd krijgt de cliënt ook de mogelijkheden aangereikt om deze omgeving naar zijn of haar hand te zetten, of – beter nog – samen met Tactus-medewerkers, overige organisaties en andere cliënten te werken aan een vernieuwend Tactus. Zo’n ontwikkeling – die hier nog slechts in ‘abstracte’ termen kan worden weergegeven – impliceert wel dat de medewerkers zich op een hoger niveau van bekwaamheid moeten scholen. Het centraal stellen van de autonomie van cliënten is een mooi ideologisch principe; het krijgt pas handen en voeten als Tactus in staat is dit, individu-specifiek, te concretiseren en richting te geven. Autonomie is het resultaat van zelfregulatie: het vermogen jezelf, je emoties, cognities, drijfveren en je gedrag, aan te
sturen. Mensen met een verslavingsprobleem, zeker als dat al langer bestaat en er extra complicaties zijn ontstaan, of er toch al sprake was van een licht verstandelijke beperking, zijn hierin beperkt. Maar wetenschappelijke inzichten geven ook aan dat mensen – door ze te behandelen én hun psychische functies te trainen – tot veel in staat zijn. Zeker als ze daarbij in het dagelijks leven worden ondersteund. En bij die ondersteuning kan in de komende jaren e-health, of beter nog m-health, waarbij gebruik wordt gemaakt van mobiele technologie, effectief gebruik worden gemaakt. De contactfrequentie kan daarmee enorm stijgen en met moderne apps (gespecialiseerde softwareprogramma’s) kunnen meerdere keren per dag, in welke context dan ook, ervaringen en adviezen worden uitgewisseld tussen cliënten en hun begeleiders. Dat kan een boost tot gevolg hebben in de ontwikkeling van de zelfregulatie van cliënten. Het vergroot de onafhankelijkheid van cliënten van Tactus en ondersteunt terugvalpreventie
Transparantie Het begrip transparantie krijgt in deze tijd een nieuwe betekenis. Het meetbaar maken van behandelresultaten was binnen Resultaten Scoren al een substantieel onderdeel. De introductie van routine outcome monitoring (ROM) binnen de verslavingszorg is een logische volgende stap als het gaat om cijfermatig aantonen, behouden en verbeteren van behandelkwaliteit. Het gaat dan om het meten en terugkoppelen van behandeluitkomsten. Een relatief nieuw fenomeen binnen de verslavingszorg. Ook binnen de internetbehandelingen wordt veel data verzameld van cliënten. Data die inzicht geeft in wat werkt en wat niet werkt. In de 20e eeuw was het in de praktijk ondenkbaar dat collega’s leidinggevenden, laat staan de cliënten, meer dan betrekkelijk oppervlakkige informatie kregen over wat een hulpverlener deed of overwoog, wat zich feitelijk afspeelde in het zorgproces en wat – in termen van de werkrelatie of de behandeluitkomsten – daaruit voortvloeide. De zorg functioneerde als een
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
verzameling van gesloten ‘dozen’ en overwegingen van privacy sloten buitenstaanders uit om mee te kijken naar de gang van zaken. Transparantie hield op zijn best in dat er – op team- of instellingsniveau – jaarcijfers gepubliceerd werden over de inen uitstroom van cliënten. Daaruit was niet of nauwelijks af te leiden of de cliënten echt vooruit waren gegaan. Uitstroom kan tenslotte ‘herstel’ of ‘teleurgesteld afhaken’ betekenen. Vanuit de verantwoordelijkheid van Tactus en haar medewerkers voor de bewaking én verbetering van de diverse processen is een diepgaand inzicht in de dagelijkse werkzaamheden vereist. ROM en vergelijkbare systemen voorzien daarin. Transparantie levert kennis en inzicht en is de een voorwaarde voor kwaliteitsverbetering. De ontwikkeling van systematisch meten en evalueren betekent voor de cliënt een steeds meer verfijnde afstemming van het zorgtraject op zijn of haar individuele behoeften. Een proces dat haar voorlopige hoogtepunt kent in het werken in zorgpaden.
39
actuele opgaven Zo rond 2013 wordt er nog steeds gewerkt aan de uitwerking van zorgpaden en worden behandelprogramma’s verder gedifferentieerd zodat ze voldoen aan de behoeften van alle relevante subgroepen. En dat betekent ook dat de medewerkers hun arbeidskwalificatie én servicegerichtheid zullen moeten verhogen. Maar eerder is ook al aangeven dat de behoefte aan integratie zich alweer aandient: differentiatie zal hand in hand gaan met een toenemende vervlechting, zowel organisatorisch als wat betreft de competentieprofielen van medewerkers. Ook zal er, aangestuurd door wensen van de rijksoverheid, sterker gekoerst worden op de eerste lijn (Basis GGZ). Maar als we Tactus bekijken van een grotere afstand en de blik werpen op andere arbeidsorganisaties, binnen én buiten de zorg, dan zien we ook veel parallelle ontwikkelingen. Elke organisatie volgt een eigen koers maar is ook deelgenoot van maatschappelijke en culturele transities die zich dwars door alle organisaties heen afspelen. Eén daarvan is het centraal stellen van het individu en zijn of haar ontwikkeling (en behoefte aan zelfbepaling) en context.
omnizorg APELDOOrn
40
BREIN BREKER 04
10
Bron: leukeraadsels.nl
TOELICHTING Voor dit raadsel geldt dat je 6 verbindende lijnen mag trekken waarbij je uiteindelijk alle zestien punten tenminste een keer moet hebben geraakt (zonder je pen op te tillen). Scan de QR code voor de oplossing >>
41
42
de toekomst verderop Tactus lijkt niet meer op wat het was wanneer we kijken naar de toestand aan het begin van deze eeuw, en zeker niet wanneer we de blik werpen op de periode daaraan voorafgaand. Wat niet veranderd is, zijn de grondbeginselen. De formulering ervan wordt af en toe opgefrist. Maar dat de focus er eenduidig op is gericht om mensen die kwetsbaar zijn voor het misbruik van middelen te beschermen, of degenen die vanwege het gebruik van middelen of anderszins verslaafd zijn geraakt te helpen, is uiteraard gebleven. Dat geldt ook voor de diepe interesse in de behoeften en kenmerken van de diverse doelgroepen en de gemeenschappen waarvan zij deel uitmaken. Stabiliteit in het management, maar ook de toenemende interesse voor dit onderwerp door onderzoekers,heeft aan deze continuïteit zeker bijgedragen. Maar Tactus veranderde dus ook, en die veranderingen gaan door. Het betroffen veranderingen met een missie gericht op het telkens beter inspelen op vragen van doelgroepen en de individuen die tot die doelgroepen behoren. Wie de fraai verzorgde en inhoudelijk interessante jaarboeken van de afgelopen tien jaar
doorneemt, krijgt misschien even het gevoel dat Tactus nu wel ‘af’ is. Er is met zoveel zorg gewerkt aan beleidsontwikkeling, een transparante en efficiënte organisatie, een doeltreffende communicatie én werkzame en effectieve zorgverlening, dat het moeilijk is je voor te stellen wat er nog aan kan worden verbeterd. Maar telkens ontstaan weer nieuwe plannen. Achteraf is altijd makkelijk praten – dan zien we vanuit de dan gangbare kennis en kunde hoe ‘onbeholpen’ allerlei onderdelen van het werk nog waren. Maar in het heden is dat toch veel lastiger.
Herontwerpen zorgproces Voor de komende periode is de aandacht erop gericht zorgpaden in te voeren en verder te ontwikkelen. Een zorgpad voor een bepaalde doelgroep, bijvoorbeeld jongeren die verslaafd zijn
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
geraakt aan het (soms zelf gefabriceerde) GHB, veronderstelt dat de zorgverleners zo precies mogelijk kunnen voorspellen wie, wanneer, en onder welke omstandigheden een zo goed mogelijke respons heeft op een bepaalde behandeling (of mix van therapieën). Dit veronderstelt een database van cliëntgegevens waarmee kan worden geanalyseerd welke subgroepen kunnen worden onderscheiden, en welke behandelingen daarbij het beste resultaat hebben laten zien. ROM, de routine outcome monitoring is daarbij van onschatbare waarde. De hiermee verkregen gegevens kunnen een snel en precies inzicht geven in de kenmerken van cliënten en de (effecten van de) aan hen verleende zorg. Het vormt een belangrijke aanvulling op wetenschappelijke publicaties. Het ideaal is op termijn op een wetenschappelijk gefundeerde wijze voor dit individu, in deze fase van de ontwikkeling van een bepaald type problemen, en rekening houdend van die en die individuele kenmerken (zoals de uitkomsten van genetisch onderzoek of hersenscans, maar ook de voorkeuren van de cliënt), te kunnen voorspellen welke behandelwijze de beste kans van slagen heeft. Hierdoor kunnen een aantal resultaten worden geboekt: 1. de effectiviteit van de zorg neemt enorm toe, mede omdat men vooraf meer zekerheid heeft dat bepaalde zorg niet zal werken; 2. er kan in een vroeger stadium al een tastbaar resultaat worden geboekt; 3. de kosten van de zorg kunnen daadwerkelijk in de hand worden gehouden. Zorgpaden worden uiteraard ontworpen voor groepen individuen. Dan kan niet anders. Maar binnen het ontwerp van een zorgpad kan wel alle aandacht gaan naar de zoektocht naar individuele kenmerken. Alleen dan is er sprake van matched care, van zorg op maat in plaats van voorbedachte standaardbehandelingen.
43
Herstelgericht werken Dat Tactus samen met haar cliënten werkt aan herstel is evident en behoefte geen nadere toelichting – toch is dat wel op zijn plaats. Want begrippen krijgen in de loop van de tijd een nieuwe betekenis en bij herstel is dat ook het geval. In de gezondheidszorg is herstel vooral geassocieerd aan de curatieve geneeskunde – aan het behandelen van ziekten met het oog op genezing of ten minste het voorkomen van erger. Deze klinische vorm van herstel kennen we ook in de verslavingszorg. De meeste tests in het kader van ‘evidence based medicine’ zijn hierop gericht geweest. In behandelrichtlijnen staat beschreven wat het beste kan worden gedaan voor de behandeling van een persoon in een bepaalde toestand. Tactus heeft de afgelopen jaren actief meegewerkt aan Resultaten Scoren – een gezamenlijk initiatief van de instellingen voor verslavingszorg – om de klinische zorg op ‘deltahoogte’ te brengen. Tientallen richtlijnen, protocollen, handleidingen en ‘bewezen effectieve’ interventies zijn daarvan het resultaat. Er is echter meer dan klinisch herstel. Mensen kunnen misbruik maken van middelen of verslaafd raken omdat bepaalde lichamelijke, psychische en sociale functies niet goed tot ontwikkeling zijn gekomen of verstoord zijn geraakt. En door een jarenlange verslaving kunnen die functies verder beschadigd raken. Het is bijvoorbeeld bekend dat mensen die impulsief zijn eerder te vaak of te veel gebruik maken van middelen en daardoor verslaafd kunnen raken. En als gevolg daarvan zijn ze vaak nóg minder goed in staat zichzelf te beheersen: ze zijn geneigd om de realisatie van dichterbij liggende doelen (zoals met vrienden de kroeg in gaan, en zichzelf ‘lekker te laten gaan’) de voorkeur te geven boven verder weg liggende doelen (zoals het afronden van een studie), ook al weten ze beter. Inmiddels wordt in het nieuwe visiedocument van de Nederlandse verslavingszorg onderscheid gemaakt tussen vier vormen van herstel: klinisch, functioneel, maatschappelijk én persoonlijk.
44
Vier vormen van herstel bij verslaving In zekere zin is verslaving een stoornis in het kunnen reguleren of prioriteren van doelen. Dit betekent dat herstel bij verslaving ook te maken heeft met functioneel herstel, met het oefenen in of met het realiseren van lichamelijke, psychische en sociale functies die voor een regulier bestaan in onze samenleving vereist zijn. Werken aan functioneel herstel hangt samen met klinisch herstel, maar ze staan ook relatief los van elkaar: voor de ene persoon is bijvoorbeeld volledige abstinentie vereist voordat aan functioneel herstel kan worden gewerkt, maar bij een ander geldt het omgekeerde, of is het het beste het werken aan beide vormen van herstel gelijk op te laten lopen. Dat geldt ook voor een andere vorm of dimensie van herstel die in de geschiedenis van de verslavingszorg, en zeker ook die van Tactus, als belangrijk is onderkend: het maatschappelijk herstel – het herwinnen van een respectabele plaats in de samenleving in het geval deze door het gebruik en/of de verslaving is verloren of gehavend.
Wonen, werk en inkomen, relaties en leven in een niet-stigmatiserende omgeving staan bij maatschappelijk herstel centraal. En bij voorkeur wordt de aantasting hiervan voorkomen. Daarom is preventie ook zo belangrijk. Tot slot onderscheiden we persoonlijk herstel. Mogelijk is dit de belangrijkste ‘motor’ van de andere vormen van herstel. Persoonlijk herstel doelt op het proces waarbij de betrokkene zelf op zoek gaat naar zijn of haar doelen en waarden, voor zichzelf afwegingen maakt en de motivatie ontwikkelt om wel of niet actief deel te nemen aan programma’s die de gelegenheid bieden te werken aan klinisch, functioneel en maatschappelijk herstel. Op persoonlijk herstel hebben cliëntenorganisaties sterk de nadruk gelegd, maar als we bij onszelf te rade gaan weten we dat iedereen hier ervaring mee heeft. Het gaat er om dat wat andere mensen ook voor je kunnen betekenen, je uiteindelijk zelf aan zet bent om daar wel of niet gebruik van te maken. Als je een voorlichtingsboodschap ontvangt en deze niet op jezelf betrekt heeft het weinig effect. Dat principe telt ook in psychologische behandelingen en wanneer medicijnen worden verstrekt. Uiteindelijk beslissen mensen zelf of ze die middelen innemen. Ook het placebo-effect heeft met persoonlijk herstel van doen.
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
Hoe deze vier vormen van herstel met elkaar samenhangen, welke verschillen er in dit opzicht tussen mensen bestaan – zoals het stadium van hun verslaving of het individuele profiel van problemen en potenties – weten we nog niet zo goed. Maar de kans is aanwezig dat we in de toekomst veel betere resultaten kunnen boeken (liefst ook eerder, en in kortere tijd) als we hier meer van afweten en leren nieuwe kennis toe te passen. Op dit vlak kan Tactus wederom een voorhoede positie vervullen, en het ligt voor de hand dat cliënten of ervaringsdeskundigen daarin een belangrijke rol kunnen spelen.
Ontwikkeling van behandelingen voor verslaving Vergeleken met de situatie in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw is het aantal vormen van behandeling voor (aspecten van) verslavingsproblematiek enorm toegenomen. En het goede nieuws is ook dat deze voorzien zijn van een wetenschappelijk fundament. Dertig jaar geleden waren er nauwelijks effectieve geneesmiddelen voor verslaving en de toepassing van psychologische behandelvormen, zoals cognitieve gedragstherapie, moest nog beginnen. Inmiddels zijn we toe aan een vernieuwing van het repertoire van behandelingen. Deels vindt dat buiten Tactus plaats, maar ook bij Tactus zelf vindt gerichte innovatie plaats. De aandacht gaat bijvoorbeeld uit naar de vernieuwing van cognitieve gedragstherapie. Hier is het streven erop gericht de positieve ervaringen die met de door Tactus ontwikkelde internetbehandeling zijn opgedaan in de therapieën te integreren. Ook zal verbetering worden nagestreefd in de methode van contingentiemanagement. Hierbij wordt gebruik gemaakt van beloningen. Het is inmiddels een ‘bewezen effectieve’ methode in de
45
drugshulpverlening. Daarmee is niet gezegd dat het resultaat dat hiermee kan worden bereikt voldoende is. De duurzaamheid van de behaalde resultaten en de transfer van het geleerde op andere facetten van zelfregulatie zijn nog niet gegarandeerd. Verder zal worden gewerkt aan het training van psychische functies, zoals de aandachtsfunctie of het werkgeheugen, waarvan bekend is dat deze bijdragen aan het functionele herstel van cliënten.
Competenties van medewerkers De ontwikkeling van de competentie van de medewerkers van Tactus is ook een voornaam veld voor verdere ontwikkeling. Om elk jaar betere resultaten te boeken, en soms daarin zelfs een sprong te kunnen maken, is het investeren in het menselijk kapitaal van Tactus een eerste vereiste. Het werken met zorgpaden, en daarbinnen te zoeken naar een voor de individuele cliënt beste behandeling, veronderstelt bij de medewerkers kennis, inzicht, ervaring en de bereidheid deze voortdurend te herijken en/ of aan te passen. Hierbij gaat het zowel om de meer technische aspect van het werk, zoals hoe een methode in elkaar steekt of weten wanneer bepaalde medicatie kan of moet worden voorgeschreven. Maar minstens zo belangrijk zijn de persoonlijke en relationele aspecten van het werk. Empathie en compassie, interesse tonen in de bijzonder kenmerken van de cliënt, erop gespitst zijn hoe de werkrelatie met de cliënt zich ontwikkelt, zijn van cruciaal belang. Het kan uitmaken of een ‘op zich’ bewezen effectieve methode bij een cliënt aanslaat. En het verwaarlozen van deze aspecten kan voor een cliënt zelfs averechtse, schadelijke gevolgen hebben. Tactus stelt het werken in teams die bestaan uit diverse disciplines centraal. En in dat kader wordt de komende jaren gewerkt aan competentiemanagement.
tot slot
46
hoofdstuk #02 // Tactus entreÉ in de 21e eeuw
47
De persoonlijke en sociale kosten van misbruik van en verslaving aan middelen zijn hoog. Dit is een belangrijke reden voor de overheid om verslavingszorg te ondersteunen en - samen met zorgverzekeraars - te financieren. Door de financiële en economische crisis staan de beschikbare budgetten onder druk en is beheersing van de kosten troef. Hoe verhoudt zich dat tot de voorgaande ambities? Het beste antwoord hierop is: ‘naadloos’. Goede zorg is goedkoper en door innovatie kunnen verdergaande kostenbesparingen worden gerealiseerd. Dat wordt evenwel vaak pas duidelijk als de prijs wordt gekoppeld aan het resultaat – niet het resultaat dat direct meetbaar is na een behandeling of interventie, maar het resultaat over een langere periode. Dan kan blijken dat er heel effectieve ontwenning kuren bestaan maar als we de blik ook richten op de andere vormen van herstel dan kan het resultaat onder de maat vallen. Zeker als blijkt dat door een fixatie op ontwenning het aantal keren dat iemand aan een detoxificatieprogramma deelneemt alleen maar toeneemt. En daarbij komt: wat effectief lijkt is dat vaak maar voor een selecte groep mensen. In de financiering van de verslavingszorg zijn nog maar weinig prikkels ingebouwd waardoor het leveren van het beste resultaat ook het best betaald wordt. Een goed resultaat is bijvoorbeeld vroegtijdige hulp, geleverd in een zo kort mogelijke periode, met op het vlak van de vier onderscheiden vormen van herstel een evenwichtig én duurzaam resultaat. Dat cliënten na ontslag bijvoorbeeld minder vaak terug hoeven te komen. Voor zo’n financieringsvorm bestaat vrees omdat zo’n systeem
instellingen ertoe zou kunnen verleiden zich louter op ‘de beste’ cliënten te richten waarmee gemakkelijk gezondheidswinst kan worden behaald. Maar die vrees is onterecht. Er is juist veel winst, in termen van geld en gezondheid, te behalen bij die cliënten die nu het meeste gebruik maken van zorgfaciliteiten. Het systeem zit echter zodanig in elkaar dat extra inspanningen door zorgverleners, en daardoor betere resultaten in termen van preventie of herstel, behaald in een vroegtijdig stadium en (mede daardoor) in een kortere tijd, nu niet direct worden beloond. Het is gewenst dat Tactus in overleg met haar financiers in de toekomst de ruimte houdt om aan verbetering te kunnen werken. Een spiraal van efficiency en kwaliteitsverbetering vraagt om herinvestering in wetenschappelijk onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Dat zijn immers de pijlers als het gaat om betere en betaalbare zorg. Tactus is zich hier meer dan bewust van en hoopt dat het besef bestaat dat de verantwoordelijkheid voor een gezonde sector een gezamenlijke inspanning is.
48
BREIN BREKER 05
10
Bron: leukeraadsels.nl
TOELICHTING Welke letter ontbreekt op de derde plaats om de kluis te kunnen openen? Oplossing: zie rechtsboven op pagina 51.
49
EF
I
Tactus knowhow
50
02/06 TIM KOK
deed onderzoek naar een screeninginstrument voor PTSS (Posttraumatische Stressstoornis) en het nut van de behandelmethode seeking safety. 1/ Hoe ben je in je huidige rol van onderzoeker beland? Voor mijn scriptie voor de opleiding Cognitieve Psychologie heb ik een onderzoek uitgevoerd binnen Tactus. Na afronding van mijn studie ben ik bij een onderzoeksbureau aan de slag gegaan als statistisch medewerker en junior-onderzoeker. Omdat ik toch ook graag in de praktijk werk, heb ik gesolliciteerd naar een combinatiefunctie voor psycholoog en onderzoeker bij Tactus. Als onderzoeker heb ik me vanaf dat moment bezig gehouden met het thema trauma en PTSS. 2/ Wat is voor jou het mooie aan onderzoek? Door onderzoek krijg je meer vat op de grillige dagelijkse praktijk. En ik vind het prettig om ingewikkelde vraagstukken op een gestructureerde manier aan te pakken om zo tot een weloverwogen antwoord te komen. 3/ Wat vond je van dit onderzoek en wat maakt dit onderzoek voor verschil voor onze cliënten? Dit onderzoek was voor mij een eerste kennismaking met de cliënten van Tactus. Ik heb tientallen interviews over het traumatische verleden van cliënten afgenomen en vond dit ondanks alle heftige verhalen erg leuk en leerzaam. Tot een aantal jaar geleden werd er nog maar in beperkte mate aandacht besteed aan traumagerelateerde problematiek. Door dit onderzoek hebben
we nu een veel beter beeld van onze cliëntenpopulatie en hebben we ook nog een goed bruikbaar instrument (de Zelfinventarisatielijst voor PTSS) in handen om de hulpverlening richting de cliënt te verbeteren. 4/ Wat is de meerwaarde van onderzoek? Het zit in de mens om nieuwsgierig te zijn en steeds meer te willen weten. Onderzoek is een logisch gevolg daarvan. Ik denk dat dat in het algemeen een meerwaarde is van onderzoek voor de maatschappij. Daarnaast zorgt onderzoek er in specifieke gevallen natuurlijk voor dat er oplossingen gevonden worden om de toekomst nog beter te maken. 5/ Waar ben je als onderzoeker het meest trots op? Het is mooi om te zien als anderen enthousiast zijn over onderzoek. En als mensen van verschillende disciplines gaan samenwerken om een gezamenlijk einddoel te halen door onderzoek.
Auteur Kok T, de Haan HA, van der Velden HJ, van der Meer M, Najavits LM, de Jong CA. Tactus Addiction Treatment, P.O. Box 154, 7400 AD Deventer, The Netherlands.
[email protected]
Validation of two screening instruments for PTSD in Dutch substance use disorder inpatients.
ABSTRACT
Posttraumatic stress disorder (PTSD) is highly prevalent in substance use disorder (SUD) populations. Because resources for extensive and thorough diagnostic assessment are often limited, reliable screening instruments for PTSD are needed. The aim of the current study was to test two short PTSD measures for diagnostic efficiency in predicting PTSD compared to the Clinician-Administered PTSD Scale (CAPS). The sample consisted of 197 SUD patients receiving residential substance use treatment who completed questionnaires regarding substance use and trauma-related symptoms, all abstinent from substance for 4weeks. The PTSD section of the Mini International Neuropsychiatric Interview plus (MINIplus) and the Self-Report Inventory for PTSD (SRIP) are compared to the CAPS. Results showed low sensitivity (.58) and high specificity (.91) for the PTSD section of the MINIplus. The SRIP showed high sensitivity (.80) and moderately high specificity (.73) at a cut-off score of 48. The prevalence of PTSD as measured with the CAPS was 25.4% current and 46.2% lifetime. Results indicate that the MINIplus, a short clinical interview, has insufficient quality as a screener for PTSD. The SRIP, however, is a reliable instrument in detecting PTSD in a SUD inpatient population in The Netherlands. Screening for PTSD is time efficient and increases detection of PTSD in SUD treatment settings.
oplossing: L
51
Auteur Kok T, de Haan HA, van der Meer M, Najavits LM, de Jong CA. Tactus Addiction Treatment, P.O. Box 154, 7400 AD Deventer, The Netherlands.
[email protected]
52
Efficacy of “seeking safety” in a Dutch population of traumatized substance-use disorder outpatients: study protocol of a randomized controlled trial.
ABSTRACT
BACKGROUND
Traumatic experiences and, more specifically, posttraumatic stress disorder (PTSD) are highly prevalent among substance use disorder (SUD) patients. This comorbidity is associated with worse treatment outcomes in substance use treatment programs and more crisis interventions. International guidelines advise an integrated approach to the treatment of trauma related problems and SUD. Seeking Safety is an integrated treatment program that was developed in the United States. The aim of the current study is to test the efficacy of this program in the Netherlands in an outpatient SUD population.
53
METHODS/DESIGN
A randomized controlled trial (RCT) will be used to test the efficacy of Seeking Safety compared to Cognitive Behavioral Therapy (CBT) in a population of SUD outpatients. Each treatment will consist of 12 group sessions. The primary outcome measure will be substance use severity. Secondary outcome measures are PTSD and trauma symptoms, coping skills, functioning, and cognitions. Questionnaires will be administered at the start of treatment, at the end of treatment (three months after the start of treatment) and at follow-up (six months after the start of treatment).
DISCUSSION
This study protocol presents a RCT in which the efficacy of an integrated treatment for comorbid PTSD and SUD, Seeking Safety, is evaluated in a SUD outpatient population compared to CBT. It is expected that the intervention group will show significantly more improvement in substance use severity compared to the control group at end-of-treatment and at follow-up. Furthermore, a lower drop-out rate is expected for the intervention group. If the intervention proves to be effective, it can be implemented. A cost-effectiveness analysis will be conducted to evaluate the two treatments.
TRIAL REGISTRATION
The protocol for this study is registered with the Netherlands Trial Register with number NTR3084 and approved by the local medical ethical committee (METC\11270.haa).
54
55
ons brein is de baas Uit het onderzoek aan het brein van de afgelopen jaren met machines die op het niveau van de actieve neuronen kunnen kijken, blijkt dat ons brein veel beslissingen neemt voordat we ons er bewust van zijn. Al dat functionele Magnetische Resonantie Beeldvorming (fMRI) heeft tot de conclusie geleidt dat we niet bewust onze beslissingen nemen, maar onbewust. Je kunt je daar echter een paar vragen bij stellen. bron: www.leerwiki.nl
HOOFDSTUK #03
56
beleids
perspectief
Door: Ruud Rutte en Sjoerd van der Wal
57
De enige constante is verandering. Ook komend jaar gebeurt er weer veel binnen Tactus. Ik neem u mee langs de belangrijkste voornemens.
We zijn steeds beter in staat te voorspellen welke cliënt welke zorg nodig heeft. Met deze kennis kunnen we een behandeling beter plannen en evalueren. Het werken in zorgpaden is een logische uitkomst van het toepassen van deze kennis. Binnen zorgpaden krijgen cliënten de juiste zorg op het juiste moment. In 2013 zijn we gestart en in 2014 gaan we de zorgpaden verder implementeren. Het is een nieuwe en forse stap in de optimalisatie van onze zorg.
58
Persoonlijk herstel
De verslavingszorg is sterk gericht op het klinische, sociale en maatschappelijke herstel van cliënten. Het doorzetten van het herstel staat of valt echter bij persoonlijk herstel. Eigen kracht en zingeving zijn daarom belangrijke ingrediënten. Net als het gebruik maken van ervaringen en inspiratie van ervaringsdeskundigen. Tegelijkertijd is het dienstbaar maken van de eigen ervaring aan anderen ook een ondersteuning voor eigen herstel. Herstel is niet per se een eindpunt; herstel is verweven in alle fasen van de behandeling. Arbeid, dagbesteding, wonen en sociale relaties zijn belangrijke voorwaarden om een zinvol bestaan op te bouwen. Net zoals destigmatisering van verslaving hier sterk aan bij kan dragen.
Vernieuwing
Onze verslavingsbehandelingen gaan we komend jaar doorontwikkelen. De cognitief-gedragstherapeutische behandeling van verslaving is aan vernieuwing toe. De door Tactus ontwikkelde internetbehandelingen gaan we ook als face-to-facebehandeling (groep en individueel) en hybride behandeling (combinatie van face-to-face én internet) toepassen. Daarnaast gaan we methoden om gedrag te belonen ontwikkelen; bijvoorbeeld in de vorm van vouchers. Of het trainen van de hersenen om onbewust en/of automatisch gedrag te veranderen.
Doorbreken
Het gezond opgroeien van onze jeugd is onze eerste zorg. Iedere generatie creëert zijn eigen verslavingsproblematiek. GHB, drank, gokken, partydrugs; het blijft onze aandacht vragen. Er is veel bereikt in het vroegtijdig voorkomen van ernstige problemen op de langere termijn. Het voorkomen en doorbreken van verslavingsproblemen bij kinderen van verslaafde ouders is, net als andere vormen van geïndiceerde preventie, onze uitdaging voor de komende tijd.
Delen
Het werken in zorgpaden betekent ook meer regie en zelfstandigheid voor zorgteams. De constante evaluatie van behandeling levert gegevens op die input zijn voor een nog betere behandeling. Leren en kennis delen zijn belangrijke voorwaarden voor een stap voorwaarts. Zowel intern met collega’s als extern met collegaorganisaties.
Transitie jeugdzorg
In 2014 krijgen we te maken met de transitie van de jeugdzorg. Een omvangrijke structuurwijziging die zowel mogelijkheden als moeilijkheden oplevert. Saneringen, vereenvoudiging en beperking van zorg enerzijds, maar ook vernieuwing en de mogelijkheid verslaving eerder te signaleren en te behandelen.
Basis GGZ en hoofdbehandelaarschap
De introductie van de Basis GGZ betekent een kanteling naar de eerstelijnszorg waar we op in gaan spelen. We bewegen als gespecialiseerde ggz-instelling richting de huisarts en andere eerstelijnszorgprofessionals. Hoe en in welke vorm is in hoge mate afhankelijk van de uitkomsten van de pilots die momenteel draaien. De eisen voor het hoofdbehandelaarschap worden in 2014 aangescherpt. Zo is de hoofdbehandelaar degene die in overleg met de cliënt het behandelplan opstelt. De hoofdbehandelaar moet BIG-geregistreerd zijn en een GGZ-specifieke opleiding hebben gevolgd. Deze nieuwe eisen betekenen een herschikking in het zorgproces.
59
+++ DE REST IS GESCHIEDENIS Huisvesting
De ontwikkeling van de zorgpaden vraagt ook een andere inrichting van de organisatie. Gebouwen en de zorgregistratie moeten hier bij aansluiten waarbij veiligheid van cliënt en medewerker voorop staat. Het accent ligt daarbij op medicatieveiligheid en agressiepreventie. Komend jaar gaat er op het gebied van huisvesting het een en ander gebeuren. Meest in het oog springend is de opening van onze nieuwe Dubbeldiagnosekliniek in Zutphen waar we High Intensive Care gaan aanbieden. De Piet Roordakliniek voor forensische verslavingszorg verhuist van Apeldoorn naar Zutphen en de jeugdkliniek op haar beurt verhuist naar Apeldoorn. In de regio Twente voegen we drie vestigingen samen in een nieuw gebouw in Enschede. In Almelo tenslotte openen we een nieuw hostel. De voortgaande ambulantisering en flexibilisering van de zorg heeft als gevolg dat het aantal vierkante meters zal dalen. Allemaal verschuivingen die ten goede komen aan de zorg voor onze cliënten. Zoals we eigenlijk alles doen in dienst van de cliënt. Ze praten mee over beleid en participeren in zorg en behandeling. Zij vormen Tactus. Samen met onze medewerkers en zorgpartners waar we mee samenwerken.
60
BREIN BREKER 06
10
Bron: eyetricks.com
TOELICHTING Tel de buizen.
61
Tactus knowhow
62
03/06
Elke ter Huurne deed onderzoek naar een online behandeling voor eetproblematiek. 1/ Hoe ben je in je huidige rol van onderzoeker beland? Voor mijn opleiding Communicatiewetenschap heb ik in 2007 mijn afstudeeronderzoek bij Tactus uitgevoerd. Ik heb toen voor de afdeling Preventie gekeken naar de ervaringen van basisschoolleerlingen en -docenten met het e-learningprogramma ‘Op tijd voorbereid’. Op dat moment had ik nog weinig ervaring met het doen van onderzoek, maar ik werd al snel erg enthousiast. Na mijn opleiding kreeg ik de mogelijkheid om bij de internetbehandelingen aan de slag te gaan als onderzoeker en dit bevalt nog steeds erg goed. Vooral de combinatie van praktijk en wetenschap vind ik leuk. In het kader van een promotietraject richt ik mij sinds een aantal jaren vooral op het onderzoek naar de effecten van de online behandeling Etendebaas.nl voor mensen met een eetprobleem. 2/ Wat is voor jou het mooie aan onderzoek? Het mooie van onderzoek is dat het eigenlijk onzichtbaar aan vrijwel alle processen en producten verbonden is. Binnen de verslavingszorg zijn zeer veel interessante onderzoeken mogelijk. Dit kunnen grootschalige onderzoeken zijn, zoals onderzoek naar de meest effectieve behandeling voor probleemdrinkers, maar juist ook kleinschalige onderzoeken kunnen voor de dagelijkse praktijk veel meerwaarde hebben. Het doen van onderzoek is zo divers dat er nooit een eindpunt zal zijn en we onszelf en onze werkwijze altijd kunnen blijven verbeteren.
3/ Wat vond je van dit onderzoek en wat maakt dit onderzoek voor verschil voor onze cliënten? Het pilotonderzoek naar de internetbehandeling Etendebaas.nl was erg interessant, omdat het een eerste indruk gaf van de resultaten die cliënten met deze behandeling bereiken. Hoewel we al positieve ervaringen hadden met Alcoholdebaas.nl is het natuurlijk afwachten of een online behandeling ook voor mensen met eetproblemen effectief is. Het is erg fijn als dan blijkt dat cliënten positief zijn en het behandelprogramma een gunstig effect heeft op hun eetgedrag en lichaamsbeeld. De resultaten van het onderzoek maken dat de online behandeling ingezet kan worden als uitbreiding op het bestaande behandelaanbod voor cliënten met een eetprobleem. Aangezien er nog niet op alle locaties binnen Tactus een specifiek behandelprogramma is voor deze doelgroep is dit een mooie aanvulling die voor iedereen beschikbaar is. 4/ Wat is de meerwaarde van onderzoek? De vooruitgang die het oplevert. 5/ Waar ben je als onderzoeker het meest trots op? Ik vind het vooral bijzonder om te zien dat binnen Tactus praktijk en wetenschap steeds meer tot elkaar komen. Ook voor onze eigen afdeling geldt dat er een intensieve samenwerking is tussen behandelaren en onderzoekers. Ik denk dat een goede communicatie onderling en een terugkoppeling van de onderzoeksresultaten hierin belangrijk is.
Auteur ter Huurne ED, Postel MG, de Haan HA, Drossaert CH, DeJong CA. Tactus Addiction Treatment, Enschede, Netherlands.
[email protected]
63
Web-based treatment program using intensive therapeutic contact for patients with eating disorders: before-after study.
ABSTRACT
BACKGROUND
Although eating disorders are common in the Netherlands, only a few patients are treated by mental health care professionals. To reach and treat more patients with eating disorders, Tactus Addiction Treatment developed a web-based treatment program with asynchronous and intensive personalized communication between the patient and the therapist.
64
OBJECTIVE
This pilot study evaluated the web-based treatment program using intensive therapeutic contact in a population of 165 patients with an eating disorder.
METHODS
In a pre-post design with 6-week and 6-month follow-ups, eating disorder psychopathology, body dissatisfaction, Body Mass Index, physical and mental health, and quality of life were measured. The participant’s satisfaction with the web-based treatment program was also studied. Attrition data were collected, and participants were classified as noncompleters if they did not complete all 10 assignments of the web-based treatment program. Differences in baseline characteristics between completers and noncompleters were studied, as well as reasons for noncompletion. Furthermore, differences in treatment effectiveness, treatment adherence, and baseline characteristics between participants of the three major eating disorder diagnostic groups EDNOS (n=115), BN purging (n=24), and BN nonpurging (n=24) were measured.
RESULTS
Of the 165 participants who started the web-based treatment program, 89 participants (54%) completed all of the program assignments (completers) and 76 participants (46%) ended the program prematurely (noncompleters). Severe body dissatisfaction and physical and mental health problems seemed to have a negative impact on the completion of the web-based treatment program. Among the participants who completed the treatment program, significant improvements were found in eating disorder psychopathology (F=54.6, df = 68, P<.001, d=1.14). Body dissatisfaction, quality of life, and physical and mental health also significantly improved, and almost all of these positive effects were sustained up to 6 months after the participants had completed the web-based treatment program. Body Mass Index improved only within the group of participants suffering from obesity. The improvement in eating disorder psychopathology occurred in all three eating disorder diagnostic groups, and the percentage of completers did not differ significantly between these groups. Participants’ satisfaction with the treatment program, as well as with their therapist, was high, and participants indicated that they would recommend the program to other patients with eating disorders.
65
CONCLUSIONS
The results of this study suggest that the web-based treatment program has the potential to improve eating disorder psychopathology in patients with different types of eating disorders.
HOOFDSTUK #04
66
CIJFERS
2002 - 2012
67
68
2002 // 2003 // 2004 // 2005 // 2006 // 2007 Instroom
1804
1946
3719
3741
5325
5737
aantal bedden
152
152
156
167
167
225
wonen
-
-
-
5
21
69
personeel (fte)
361
383
395
426
478
680
budget x 1000
21.329
25.828
27.288
31.954
41.657
48.435
69
2008 // 2009 // 2010 // 2011 // 2012 // >>>> Instroom
5499
5363
5686
5811
5570
-
aantal bedden
225
259
259
225
225
-
wonen
121
121
134
134
146
-
personeel (fte)
698
833
887
845
897
-
budget x 1000
57.245
64.712
69.255
74.133
77.005
-
BEKIJK ALLE CIJFERS ONLINE Bekijk de rest van de cijfers van 2012 in één overzicht, van klachten tot jaarrekening. bron: www.tactus.nl
70
BREIN BREKER 07
10
Bron: eyetricks.com
TOELICHTING Gaat deze tunnel van links naar rechts, of van rechts naar links?
71
Tactus knowhow
72
04/06
HEIN DE HAAN deed onderzoek naar de relatie tussen verslaving en alexithymie. 1/ Hoe ben je in je huidige rol van onderzoeker beland? Ik deed in 1986 mijn eerste onderzoek naar HIV bij verslaafde patiënten en tijdens mijn opleiding tot psychiater naar cue exposure bij aan heroïne verslaafde patiënten. Daarna heb ik een periode minder onderzoek gedaan, maar dat veranderde toen ik vanaf 2000 als psychiater meer uren bij Tactus ging werken. Tegenwoordig ben ik betrokken bij meerdere publicaties per jaar. 2/ Wat is voor jou het mooie aan onderzoek? Onderzoek en artikelen schrijven vragen een verdiepende blik op de materie. Het onderzoek zelf, maar ook het uitwerken van de data is een spannend avontuur. Een interessante zoektocht, die regelmatig niet oplevert wat je verwachtte te vinden en dat probeer je dan weer te verklaren. Tegelijkertijd kan het soms ook een wat ‘asociaal’ vakgebied zijn. Om de data te analyseren of in een goede “schrijfflow” te komen en blijven, moet je je vaak afzonderen van de wereld. 3/ Wat vond je van dit onderzoek en wat maakt dit onderzoek voor verschil voor onze cliënten? Alexithymie houdt in dat iemand zijn gevoelens niet onder woorden kan brengen of kan differentiëren. Tussen de dertig en veertig procent van onze verslaafde patiënten voldoet in min of meerdere mate aan deze eigenschap of, bij sommigen, tijdelijke toestands-
beeld. En terwijl onze patiënten nagenoeg dagelijks wordt gevraagd naar hun gemoedstoestand zou dus bijna de helft niet in staat zijn deze adequaat te benoemen. Mijn onderzoek laat zien, tegen de verwachting in, dat de mate van alexithymie geen invloed heeft op de behandelresultaten. Wel vond ik (zie 1e artikel) aanwijzingen dat alexithymie een rol zou kunnen spelen in de familiaire overdracht van (alcohol)verslaving. Het andere deel van mijn onderzoek (2e artikel) focuste zich op de vraag in welke mate alexithymie een persoonlijkheidsstoornis is of een toestandsbeeld, dus van voorbijgaande aard. 4/ Wat is de meerwaarde van onderzoek? Onderzoek is de katalysator voor het verbeteren van zorg. Vooral het klinisch gerichte onderzoek levert een directe bijdrage aan het verbeteren of gerichter kunnen toepassen van onze behandelingen.
73
Auteur de Haan H, Joosten E, Wijdeveld T, Boswinkel P, van der Palen J, De Jong C. Tactus Addiction Treatment, 7400AD Deventer, The Netherlands.
[email protected]
Alexithymia is not a stable personality trait in patients with substance use disorders.
ABSTRACT
The construct of alexithymia as a vulnerability factor for substance use disorders (SUD) is under debate, because of conflicting research results regarding alexithymia as a state or trait phenomenon. The absolute and relative stability of alexithymia were evaluated in a pre-post design as part of a randomised controlled trial, controlling for several co-variates. Assessments were done with the Toronto Alexithymia Scale (TAS-20) and the Addiction Severity Index (EuropASI) at baseline and follow-up of a 3-month trial of inpatient Cognitive Behavioural Therapy (CBT) with or without a Shared Decision Making intervention for 187 SUD patients. Paired sample t-tests and analyses of variance were performed to assess absolute stability, intraclass correlation coefficients were calculated for relative stability and multivariate linear regression models were used to evaluate the relation between co-variates and change in alexithymia. Mean level reduction of total TAS-20 and two subfactors demonstrated no absolute stability, but change in alexithymia differed for patients with low, moderate and high alexithymia scores. Relative stability of alexithymia was moderate to high for the total population, but differed according to low, moderate and high alexithymia scores. The EuropASI “psychiatry” domain, covering anxiety and depression, was related to alexithymia, but CBT-related variables were not. In conclusion, alexithymia is partly a state-dependent phenomenon, but not a stable personality trait in this SUD population.
Auteur de Haan HA, Joosten EA, de Haan L, Schellekens AF, Buitelaar JK, van der Palen J, De Jong CA. Tactus Addiction Treatment, 7400 AD Deventer, the Netherlands; Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction, 6500 HE Nijmegen, the Netherlands. Electronic address:
[email protected].
74
A family history of alcoholism relates to alexithymia in substance use disorder patients.
ABSTRACT
OBJECTIVES
Previous research identified alexithymia as a potential risk factor for substance use disorders (SUD). More insight into the relation between alexithymia and SUD is needed in order to treat SUD effectively. Therefore, we investigated whether a familial vulnerability to alcoholism relates to the presence and severity of alexithymia in SUD patients.
METHOD
Hospitalized, abstinent SUD-patients (n=187), were assessed with the Toronto Alexithymia Scale (TAS-20) and Addiction Severity Index (EuropASI). A maternal, paternal, and total continuous measure of the Family History of Alcohol (FHA) was developed. Kruskal-Wallis tests and Spearman correlations were used to relate the composite scores of FHA to alexithymia as a categorical and continuous measure. Multivariate regression models were performed to control for the effects of confounders on the relation between FHA and alexithymia.
75
RESULTS
Compared to moderate (33%) and low (17%) alexithymic SUDpatients, high alexithymic (50%) patients were more likely to have fathers with alcohol problems (P=0.004). Such a difference was not found for mothers with alcohol problems. The composite FHA-score was significantly associated with alexithymia (Rs=.19, P=0.01). However, only a paternal FHA, independent from disturbed family functioning, related to the degree of alexithymia (β=.13, P=0.06), especially to the Difficulty Identifying Feelings as measured by the TAS-20 (β=.16, P=0.02).
CONCLUSIONS
The relation between a paternal FHA and a higher degree of alexithymia in SUD-patients suggests that alexithymia could mediate the familiality of alcoholism or SUD in the paternal line.
76
BREIN BREKER 08
10
Bron: leukeraadsels.nl
TOELICHTING Vervang de vraagtekens. Oplossing: zie rechtsboven op pagina 79.
77
2 3 5 7 11 13 17 19 ??
78
HOOFDSTUK
Stichting Vrienden van Tactus Deze stichting is in 2002 opgericht en heeft zich ten doel gesteld gerichte financiële steun te verlenen aan de voorzieningen van Tactus Verslavingszorg alsmede aan de daarmee verbonden instellingen of activiteiten.
Steun kinderen van verslaafde ouders (KVO)
Het gaat om investeringen op korte dan wel langere
Opgroeien in een gezin waar een van de ouders verslavingsproblemen heeft, is niet
termijn die niet via het
altijd even gemakkelijk. Op indringende wijze krijgen deze kinderen te maken met
reguliere budget worden
soms permanente gedragsveranderingen bij de ouder. Dit kan heel beangstigend
afgedekt. Ook is de
zijn voor een kind. In zijn ogen kan de veilige thuissituatie opeens veranderen in een
stichting vaste uitgever
onveilige plek waar de sfeer onvoorspelbaar en chaotisch is. Bijvoorbeeld bij terug-
van het jaarlijkse Tactus
komst uit school. Je weet nooit hoe en op welke manier je je ouder aan zult treffen.
Boek.
Kinderen durven om deze reden ook geen vrienden meer mee naar huis te nemen en er heerst voortdurend spanning in huis.
oplossing: 23 (priemgetallen)
79
Gevolgen voor de kinderen Slechte schoolprestaties, spijbelen, vroegtijdig schoolverlaten komen vaker voor bij deze kinderen. Veel van de kinderen hebben identiteitsproblemen. Hun hele leven heeft in het teken gestaan van die ene ouder en zij hebben niet geleerd om aan zichzelf te denken. Ze zijn gewend zich weg te cijferen en hebben moeite met het maken van keuzes. Kinderen van verslaafde ouders hebben een anderhalf maal zo grote kans om op volwassen leeftijd een psychische stoornis te krijgen (stemmingsstoornissen, angststoornissen en eetstoornissen) dan andere kinderen (50% tegen 30%). Voorts is er een verhoogd risico (vier tot zes keer grotere kans) om zelf een verslaving aan alcohol of drugs te ontwikkelen (Maguin, Zucker & Fitzgerald, 1994). Erfelijkheid bepaalt volgens sommigen mede de kwets-
baarheid, terwijl de familieomgeving of omgevingsinvloeden doorslaggevend zijn voor het drinkgedrag van kinderen van verslaafde ouders.
Activiteiten Tactus vraagt aandacht voor de maatschappelijke participatie en integratie van kinderen van verslaafde ouders en organiseert voor de kinderen Doe-praatgroepen, een jaarlijkse activiteitendag en een vakantieweek in Ommen.
Doneren Stichting Vrienden van Tactus Wilt u Kinderen van Verslaafde Ouders ondersteunen, stort uw bijdrage dan op bankrekeningnummer 66.67.28.844 t.n.v. Stichting Vrienden van Tactus o.v.v. KVO sponsoring. Wij noemen u dan als sponsor op onze website en in ons volgende Tactus Boek.
Sponsor 2013 In 2013 ontvingen we ¤ 2.000,- van SKO Compleet in kantoren b.v. uit Oldenzaal voor de Talk ’n Joy vakantieweek in Ommen.
Tactus knowhow
80
05/06
Joanneke van der Nagel deed onderzoek naar middelengebruik bij cliënten met een verstandelijke beperking. 1/ Hoe ben je in je huidige rol van onderzoeker beland? Eigenlijk ben ik een beetje per ongeluk onderzoeker geworden. Ik werkte al bij Tactus en kwam vaak bij Aveleijn; daar raakte ik met Marion Kiewik aan de praat over cliënten met een lichte verstandelijke beperking. We signaleerden dat het een groep was die duidelijk aanwezig was, maar nauwelijks werd bediend. In ons onderzoek hebben we twee vragen centraal gesteld: hoe vaak komt het voor en wat kunnen we voor deze groep bieden? 2/ Wat is voor jou het mooie aan onderzoek? Onderzoek doen is een andere manier om in je gewone werk te staan. Het levert inzichten op die je niet had verwacht en tegelijkertijd ontkracht het dingen waar je altijd vanuit bent gegaan. In dat opzicht relativeert het wel. 3/ Wat vond je van dit onderzoek en wat maakt dit onderzoek voor verschil voor onze cliënten? Het onderzoek heeft een aantal dingen opgeleverd. In de eerste plaats een nieuwe methodiek om LVB-cliënten te bevragen naar middelengebruik. Het in gesprek komen met deze mensen vraagt een andere benadering; niet direct en confronterend. Dat is wel de belangrijkste les geweest. De methodiek werkt en nu is de volgende stap om het in de behandelmethodiek in te passen. Eén van de eerste concrete uitkomsten is de methode Minder drank en
drugs, een cursus voor cliënten met een lichte verstandelijke beperking. Daarnaast hebben veel instellingen voor verslavingszorg nu aandacht voor de doelgroep. 4/ Wat is de meerwaarde van onderzoek? Dit onderzoek heeft lvb-cliënten een betere plek gegeven binnen de gezondheidszorg. 5/ Waar ben je als onderzoeker het meest trots op? De reikwijdte en impact van het onderzoek is best groot; dat geeft wel een goed gevoel. En we zijn er nog niet. We zijn nu bezig om vervolgonderzoek te doen binnen de verslavingszorg.
81
Auteur VanDerNagel, J., Kiewik, M., Van Dijk, M., De Jong, C.A. Tactus Addiction Treatment, Postbus 154, Deventer, The Netherlands.
[email protected].
Middelengebruik bij mensen met een verstandelijke beperking Onderzoek naar het middelengebruik bij mensen met een licht verstandelijke BEPERKING heeft een goed hulpmiddel opgeleverd om dit gebruik in kaart te brengen en bespreekbaar te maken.
Mensen met een verstandelijke beperking komen – net als alle andere mensen – in aanraking met alcohol en drugs. Hulpverleners kunnen slecht een beeld krijgen van eventueel middelengebruik van hun cliënten doordat zij daar moeilijk over kunnen praten. In dit project is daarvoor een hulpmiddel ontwikkeld en gevalideerd: SumID- Q. Het is een interviewmethode die prettig is in het gebruik en leidt tot een levendig gesprek over het middelengebruik. De resultaten van de interviews zijn vergeleken met die van laboratoriumtesten en ze bleken betrouwbare resultaten op te leveren. Inmiddels is de SumID-Q beschikbaar voor breed gebruik. Het beeld over middelengebruik onder de LVB-groep leverde op dat het percentage gebruikers van alcohol onder deelnemers aan het onderzoek wat lager is dan in de gemiddelde bevolking, maar het tabak en cannabisgebruik komt juist vaker voor in de onderzoeksgroep. Ook is er een groep die middelen als cocaïne, xtc, speed, GHB en heroïne gebruikt. Bij ruim 20% van de deelnemers aan het onderzoek zijn er duidelijke aanwijzingen voor problematisch alcohol en/of druggebruik.
82
Organogram Raad van Toezicht De heer drs. F. Linnebank, voorzitter
De heer drs. L.W. Sietsma
De heer drs. G.F. Feij, plv. voorzitter
De heer drs. H. van der Stelt
De heer drs. J. Schermerhorn, RA
Mevrouw drs. B. van Emmerik MBA
Raad van Bestuur De heer drs. R.J.Th. Rutten, bestuurder
Ondernemingsraad
Cliëntenraad
83
Communicatie
Directie Bedrijfsvoering Automatisering en Telecommunicatie
Zorgontwikkeling
Facilitaire Zaken Financieel Economische Zaken HRM Informatiemanagement
Directie Zorg Postacademische Opleidingen
Circuits in de regio’s Flevoland, Noord-Veluwe, Stedendriehoek, Twente en Zwolle Behandeling en Begeleiding
Bestuursondersteuning
Forensische Verslavingszorg Preventie & Consultancy Sociale Verslavingszorg Verslavingsreclassering
Tactus knowhow
84
06/06
chris loth deed onderzoek naar de rol van de ambulante verpleegkundige zorg in de opiaatonderhoudsbehandeling. 1/ Hoe ben je in je huidige rol van onderzoeker beland? Ik heb verplegingswetenschap gestudeerd en daar leer je onderzoek te doen; ik heb een afstudeeronderzoek gedaan en dat beviel me goed. 2/ Wat is voor jou het mooie aan onderzoek? Dat je nieuwe informatie vindt in de literatuur en daarna de diepte in gaat. Met name de kwalitatieve interviews zijn dan het mooiste. Maar ook data uit vragenlijsten zijn altijd weer een bron van inspiratie. 3/ Wat vond je van dit onderzoek en wat maakt dit onderzoek voor verschil voor onze cliënten? Mijn promotieonderzoek heeft heel lang geduurd omdat er geen subsidie voor was te vinden. In de verpleegkunde had men niets met verslaving en in de verslaving ook niet zo veel met verplegingswetenschappelijk onderzoek; met name niet met kwalitatief onderzoek. Alleen RCT’s zijn daar echt onderzoek. 4/ Wat is de meerwaarde van onderzoek? Meerwaarde is dat je als professional op goede data gebaseerde interventies kunt toepassen of interventies zo kunt aanpassen dat de patiënt zich er in herkent. Zorg wordt daar beter van en zorg kan dan ook sneller en goedkoper.
5/ Waar ben je als onderzoeker het meest trots op? Dat wat ik destijds dacht dat het probleem was ook echt zo bleek te zijn. En dat de uitgedachte verbeteringen ook echt beklijfden in de praktijk en werden herkend door heel veel anderen.
Auteur Loth C, Schippers GM, Hart H, van de Wijngaart G. TACTUS Addiction Institute and Amsterdam Institute for Addiction Research, Deventer, The Netherlands.
[email protected]
85
Enhancing the quality of nursing care in methadone substitute clinics using action research: a process evaluation.
ABSTRACT
AIM
This paper is a report of a study to answer the research question: can participative action research help to halt the deterioration in methadone substitution treatment and develop new care strategies which are better geared toward the patients’ needs?
BACKGROUND
In the Netherlands, methadone substitute treatment has been the main medical treatment for heroin addiction since the early 1980s. Although effective at first, this methadone provision has deteriorated during the last 15 years. Over time, nursing staff have had to restrict their activities to simply dispensing methadone and have not been able to develop any other interventions, such as outreach care.
86
METHOD
A participative action research process was used in two outpatient methadone substitute treatment clinics. Using the four stages of the cooperative inquiry design of Heron and the knowledge development model of Johns, a diagnosis of all the bottlenecks was made and innovative care strategies were implemented. Reflection meetings were held to offer nursing staff maximum benefit in improving the quality of nursing care.
FINDINGS
Action research partially succeeded in enhancing care strategies. Of the two clinics involved in the study, one improved both its care organization and patient-centred outcome. The other managed to improve the organization of the care.
CONCLUSIONS
Participative strategies can be, but are not always, a helpful method for enhancing professional care in addictions nursing. By setting out attainable goals in daily practice, some nurses were able to become active change agents. The development of knowledge is inextricably connected with the growth of new care strategies. Chronic opiate users can benefit from the expansion of professional nursing knowledge.
87
it s al l i n yo ur h e ad
88
BREIN BREKER 09
10
Tekenaar: Onbekend
TOELICHTING Dit is een optische illusie: De onmogelijke olifant met hoeveel poten?
89
90
91
PRACHTIGE ZOOM ILLUSIE The Zoomquilt was completed in 2004. The project emerged from the surroundings of the internet platform tiles.ice.org, a site where people collaborated on patchwork paintings in earlier days of the internet. Notably drawing inspiration from Gridcosm, a similar and ongoing project, the Zoomquilt aims to create a more seamless and immersive experience. A project by Nikolaus Baumgarten bron: http://zoomquilt.org/
92
BREIN BREKER 10
10
Bron: leukeraadsels.nl
TOELICHTING Hoeveel E’s moeten er in de laatste driehoek komen? Oplossing: zie rechtsboven op pagina 95.
93
4
8
9
3
13
9
E
EEE
?
5
0
100
94
95
Colofon Het Tactus Boek wordt u aangeboden door de Stichting Vrienden van Tactus Tekst : Tactus Verslavingszorg Fotografie : Tactus archief, Ewout Staartjes, illustraties, stock Samenstelling en redactie : Afdeling Communicatie Tactus, Deventer Ontwerp : SOV concept en vormgeving Druk : Graphic Improvements
Ontwerpconcept van dit Tactus Boek Het thema van dit jaar is VERANDEREN. Daarom een boek dat verandert terwijl je het leest. Een boek dat je verrast en nieuwsgierig maakt. Met feiten, raadsels, breinbrekers en illusies. Een boek dat leest en kijkt als een reis, zodat wanneer het uit is, je iets rijker bent en misschien ook wel veranderd.
Tactus Verslavingszorg
ZENUWCEL/NEURON EEN ZENUWCEL OF NEURON IS EEN BEPAALD TYPE LICHAAMSCEL, BEHOREND TOT DE BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN HET ZENUWSTELSEL.EEN MENS HEEFT NAAR SCHATTING 100 MILJARD ZENUWCELLEN. VERREWEG HET GROOTSTE DEEL DAARVAN BEVINDT ZICH IN HET CENTRAAL ZENUWSTELSEL (HERSENEN EN RUGGENMERG). ZENUWCELLEN ZIJN DE INFORMATIE- EN SIGNAALVERWERKERS VAN HET LICHAAM. EEN SPECIFIEK KENMERK VAN ZENUWCELLEN IS DAT ZE PRIKKELBAAR ZIJN; ZE KUNNEN SIGNALEN ONTVANGEN EN DOORGEVEN ZONDER VERLIES VAN SIGNAALSTERKTE. IN DE HERSENEN BEVINDEN ZICH CIRCUITS VAN ZENUWCELLEN DIE EEN GROOT AANTAL LICHAAMSFUNCTIES REGELEN EN OOK VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR ONS DENKVERMOGEN. BRON: WWW.WIKIPEDIA.NL
Keulenstraat 3 Postbus 154 7400 AD Deventer 088 382 28 87 www.tactus.nl
oplossing: 5 (het aantal E’s dat in de getallen rondom de driehoek voorkomt)
02
TACTUS BOEK 2012-2013
goed/slecht
verbeteren
beinvloeding
VER ANDE REN
keuzes
10 JAAR TACTUS
beslissingen