salto jaar
ver
slag
2012
Uitgave juni 2013
SALTO JAARVERSLAG 2012 Inhoudsopgave Samenvatting en leeswijzer
4
Voorwoord van de voorzitter
5
Algemene informatie over SALTO
6
Kengetallen
7
De bedrijfsfilosofie van SALTO
8
Managementverslag 2012
13
Jaarverslag externe vertrouwenspersonen SALTO 2012
15
Leerling- en onderwijsontwikkeling
17
Personeel en Organisatie
20
Financiën
25
Huisvesting en Facilitair
28
ICT
30
Bestuursbureau SALTO
31
Jaarverslag 2012 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)
32
Ontwikkelingen na 31-12-2012 – De toekomst van SALTO
34
Balans en exploitatierekening SALTO
36
Kasstroomoverzicht en financiële kengetallen
37
Toelichting op balans en exploitatierekening 2012
39
Toekomstparagraaf
42
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
45
Kengetallen scholen
46
Verklaring van afkortingen
49
Dit jaarverslag is vastgesteld op 12 juni 2013
3
Samenvatting en leeswijzer Voor u ligt het jaarverslag van SALTO over 2012.
Het jaarverslag is geschreven vanuit de periode van de interim manager. Daar waar het de toekomst betreft (2013 en verder) heeft de nieuwe algemeen directeur haar input geleverd. Het jaarverslag begint met een voorwoord van de voorzitter. Vervolgens wordt in de bedrijfsfilosofie van SALTO ingegaan op de SALTO-missie Samen Actief Leren Talenten Ontwikkelen, de waarden die gehanteerd worden, alsmede de vertaling van de visie naar de aandachtsgebieden leerlingontwikkeling, personele ontwikkeling en organisatieontwikkeling. In het managementverslag worden de belangrijkste zaken uit 2012 weergegeven en aangegeven welke (onderwijs)inhoudelijke en personele ontwikkelingen in 2012 hebben plaatsgevonden. De externe vertrouwenspersoon geeft een geanonimiseerd verslag over 2012 over de verrichte activiteiten van de vertrouwenspersonen, als ook over signalen en trends welke de vertrouwenspersonen signaleren. Vervolgens wordt in afzonderlijke hoofdstukken op de verschillende bedrijfsterreinen (Leerling- en onderwijsontwikkeling, Personeel en organisatie, Financiën, Huisvesting en ICT) ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen in 2012. De betrokken bestuursadviseurs hebben daarvoor elk hun input geleverd.
Samen
4
Actief
Leren
Ta l e n t e n
In het hoofdstuk bestuursbureau SALTO wordt aangegeven dat facilitering aan het primaire proces vanuit het bestuursbureau noodzakelijk is, om een levenskrachtige, duurzame en lerende organisatie te zijn en hoe daar vorm aan wordt gegeven. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) geeft als belangrijke overlegpartner haar kijk op het jaar 2012 om de kwaliteiten van de SALTOscholen te ontwikkelen en te borgen. In het financieel verslag bestaande uit de balans, exploitatierekening, kasstroomoverzicht, kengetallen, toelichting daarop en de toekomstparagraaf, is te lezen dat SALTO 2012 heeft afgesloten met een financieel resultaat van € 26.233. Dit wordt met name veroorzaakt door financiële baten, lagere huisvestingslasten en overige instellingslasten en anderzijds door een extra dotatie aan de voorziening onderhoud. De solvabiliteit, de liquiditeit en de kapitalisatiefactor zijn ruim voldoende. De begroting 2013 is sluitend. Aan het eind van het jaarverslag wordt via kengetallen van alle SALTO-scholen meer inzicht gegeven in de omvang van leerlingen en personeel op de scholen.
Ontwikkelen
Voorwoord van de voorzitter Geachte lezer, In 2012 zijn we tot een afronding kunnen komen met de in 2009 gestarte voorbereiding van de overgang naar de nieuwe bestuursvorm; scheiding tussen bestuur en toezicht. De belangrijkste stap daarin was de benoeming van een algemeen directeur, voorzitter College van Bestuur. Het bestuur was dan ook zeer verheugd met de benoeming van mevrouw Bus per 1 oktober 2012. Het bestuur heeft besloten om in zijn geheel af te treden om een nieuwe Raad van Toezicht de ruimte te geven om samen met het College van Bestuur een goede invulling te geven aan de nieuwe bestuursvorm. Ook is besloten dat een van de huidige leden van het bestuur benoemd zal worden in de Raad van Toezicht om de relatie met het verleden te borgen. Inmiddels zijn er vier kandidaten voor de Raad van Toezicht, die benoemd zullen worden in 2013. De verwachting is dat de formele overgang naar de nieuwe bestuursvorm in de eerste maanden van 2013 plaatsvindt, nadat ook de Gemeenteraad van Eindhoven de nieuwe statuten heeft goedgekeurd. In 2012 is ook het traject afgerond om onze begrotingsmethodiek aan te passen aan de eisen van deze tijd. Een tijd waar we te maken hebben met afnemende geldstromen van de overheid en de dreiging van dalende leerlingen aantallen. Uiteindelijk is besloten om over te gaan naar de door de PO-raad voorgestelde systematiek. Het bestuur staat op het punt om haar verantwoordelijkheid over te dragen aan het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Het bestuur wenst hen, en daarmee ook de gehele SALTO-organisatie, een goede toekomst toe. Het bestuur bedankt alle SALTO-medewerkers, leerlingen en de ouders van onze leerlingen voor hun bijdragen. Deze hebben ertoe geleid dat wij als SALTO-organisatie ons weer verder ontwikkeld hebben en een goede prestatie hebben neergezet. Zonder uw inzet was dat niet mogelijk geweest. Namens het bestuur van SALTO, Origineel ondertekend door Ir. P.F.M. Hulshof, voorzitter
5
Algemene informatie over SALTO SALTO bestaat sinds 1 januari 2001 en is sinds 1 januari 2005 een samenwerkingsstichting tussen twee voormalige organisaties voor primair onderwijs in Eindhoven, namelijk de Stichting voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven (SATOE) en de Commissie voor Openbaar Basis- en Speciaal Onderwijs (COBSO).
Bestuurssamenstelling (31-12-2012) De heer ir. P.F.M Hulshof, voorzitter De heer R.A.M. van Arendonk, secretaris De heer J.G. Sander, penningmeester De heer S. IJntema, lid Mevrouw J.P.A. Brent, lid De heer drs. P.C.B. de Jager, lid
Correspondentiegegevens Odysseuslaan 2 5631 JM Eindhoven tel.: 040 - 260 67 10 fax: 040 - 243 49 39 e-mail:
[email protected] website: www.SALTO-eindhoven.nl bank: ING 67.59.12.334 bestuursnummer: 41248
Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid van het bevoegd gezag is een stichtingsvorm. SALTO is op 22 december 2000 opgericht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder dossiernummer 17132101.
Algemeen directeur: Tot 1 oktober 2012 de heer C. Schouten, interim manager, vanaf 1 oktober 2012 Mevrouw drs. A.L. Bus
Bezoldiging van bestuurders
Begroting
2012
2012
2011
Totaal Bestuur
€ 4.900,=
€ 8.000,=
€ 4.900,=
Totaal bezoldiging
€ 4.900,=
€ 8.000,=
€ 4.900,=
In het jaarverslag dat aan het Ministerie van OC&W is verstrekt, is tevens melding gemaakt van de verplichte gegevens inzake de bezoldiging van de bestuurders op naam. Bij salto is geen sprake van uit publieke middelen gefinancierde topinkomens.
6
Bezoldiging van bestuurders Begroting
Kengetallen bedragen in e x 1.000
Gegevens per 31 december (tenzij anders aangegeven)
2012 2011 2010 2009 2008
aantal leerlingen per 1 oktober 6.819 6.728 6.748 6.682 6.625 af/toename leerlingen in % 1,4% -0,3% 1,0% 0,9% 2,6% aantal groepen per 1 oktober 306 313 311 316 305 aantal scholen 24 24 24 24 24 aantal locaties 25 25 25 25 25 aantal arbeidsplaatsen (fte) 515,1 522,0 546,5 547,9 521,6 aantal personen 661 675 699 695 661 waarvan vrouw 533 541 564 554 521 Ziekteverzuimpercentage (volgens RAET) 8,2% 8,3% 5,8% 4,5% 5,2% uitgaven personeel 29.749 *)30.691 29.944 29.274 26.918 overige uitgaven (excl. huisvestingsprojecten) 6.446 6.425 6.625 6.276 5.425 investeringen 1.065 1.662 1.520 1.603 1.554 rijkssubsidie 33.008 32.113 31.840 31.357 28.939 overige inkomsten (excl. huisvestingsprojecten) 2.737 3.078 3.199 3.155 3.966 inkomsten per leerling in euro’s (excl. huisvestingsprojecten) 5.311 5.298 5.193 5.165 4.967 kosten per leerling in euro’s (excl. huisvestingsprojecten) 5.308 5.517 5.419 5.320 4.882
*) uitgaven personeel in 2011 was inclusief een dotatie aan de voorziening personeel van € 0,8 miljoen. 7
De bedrijfsfilosofie van SALTO Wie is SALTO? In 2001 zijn de Stichting voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven (SATOE) en de Commissie voor Openbaar Basis- en Speciaal Onderwijs (COBSO), een bestuurscommissie van de gemeente Eindhoven, opgegaan in het Samenwerkingsverband voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs, SALTO. In 2005 werd dit samenwerkingsverband een stichting. Met een aandeelpercentage in leerlingenaantal van 36 procent is SALTO qua grootte het tweede schoolbestuur voor het primaire onderwijs in Eindhoven.
Doelstelling van de organisatie (Missie en Visie) Trouw zijn aan je afkomst, hetgeen te maken heeft met je identiteit, met je verleden en met de reden waarom je ooit bent opgericht, speelt bij de inrichting en vaststelling van de missie en visie een grote rol. In onze missie en visie gaan we uit van ‘Eenheid in Verscheidenheid’. SALTO streeft daarbij naar realisatie en behoud van algemeen toegankelijk onderwijs in elke Eindhovense wijk. De SALTO-missie luidt: “SALTO-scholen zijn de SPIL in de wijk met goed eigentijds onderwijs op maat voor elk kind” De uitdaging voor SALTO, haar scholen en de medewerkers, ligt in het bieden van onderwijs aan leerlingen, waarbij wordt gewerkt aan de realisatie van de meest betekenisvolle vormen van zingeving, te weten: bevestiging, creativiteit, ontplooiing, betrokkenheid, zelfsturing, respect, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid en eerlijkheid. Zaken die wij voor onszelf, voor de kinderen en in ons werk belangrijk vinden. Deze waarden zijn in wezen een staalkaart voor de SALTO-scholen bij de inrichting van het onderwijs. In de missie staat de ontplooiing centraal en het effectief inzetten van de talenten van leerlingen en medewerkers, het respectvol samenwerken en werken aan een eigen plek voor iedereen in een kansrijke toekomst.
8
De SALTO-visie vormt de brug tussen de missie, het ‘waarom & waartoe’ en het ‘wat & hoe’ in de onderwijsinrichting. De algemene omschrijving van de SALTO-visie op ‘eigentijds onderwijs op maat’ wordt bepaald door het succes op een kansrijke toekomst voor kinderen en de actieve rol van alle betrokkenen in dit proces. De veilige leeromgeving is daarbij een na te streven voorwaarde bij de realisatie. De SALTO-visie luidt: “SALTO-scholen werken in een veilige leeromgeving eendrachtig aan het succes van elke leerling”
visie De SALTO-visie (“samen actief leren talenten ontwikkelen”) nader vertaald: De leerlingen, de ouders en het onderwijs SALTO-scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen; SALTO-scholen zien ouders als partners, die betrokken zijn bij de school; SALTO-scholen weerspiegelen in leerling-populatie de Eindhovense samenleving; SALTO-scholen bieden ouders de keuze voor onderwijs in de eigen wijk; SALTO-scholen bieden samenwerking met peuterspeelzaal en kinderopvang; SALTO-scholen realiseren goed, modern en passend onderwijs; SALTO-scholen stimuleren de talentontplooiing van leerlingen op alle terreinen; SALTO-scholen bieden een breed palet aan onderwijsconcepten; SALTO-scholen bieden elke leerling een veilige leeromgeving op school; SALTO-scholen begeleiden leerlingen naar de juiste plek in het vervolgonderwijs; De SALTO-scholen willen hiermee in hun resultaten onderscheidend zijn ten opzichte van de andere scholen. De personele ontwikkeling en het werkgeverschap SALTO boeit: medewerkers werken individueel en in teams met passie en plezier; SALTO bindt: medewerkers hebben eigenaarschap t.a.v. de onderwijsinhoud; SALTO faciliteert: medewerkers worden gestimuleerd in hun ontplooiing; SALTO ontwikkelt: medewerkers nemen verantwoording in de eigen ontplooiing. De organisatieontwikkeling; huisvesting en bedrijfsvoering SALTO handelt in overeenstemming met de Code Goed Bestuur; SALTO is een lerende organisatie met een innovatieve cultuur; SALTO kent een besturingsfilosofie; SALTO-directeuren zijn onderwijskundig leider. SALTO-scholen zijn SPIL in elke Eindhovense wijk, de SBO-scholen SPIL in de regio; SALTO-scholen zijn onderscheidend en bieden een hedendaagse leeromgeving; SALTO-scholen hebben een gezond binnenklimaat en een multifunctioneel gebruik. SALTO is een toekomstbestendige organisatie op een gezonde financiële basis; SALTO koppelt beleidsactiviteiten en financiële middelen aan elkaar; SALTO legt baten en lasten zoveel als mogelijk op schoolniveau; SALTO gebruikt managementrapportages voor sturing en verantwoording; SALTO voldoet aan de wettelijke eisen in planning & control en verantwoording. Bovengenoemde missie en visie vormen de basis voor de inrichting van de schoolplannen van iedere school. SALTO heeft een breed scala van onderwijsconcepten: Montessori-, Jenaplan-, Dalton-, Ervaringsgerichten eigentijds leerstof jaarklassenonderwijs. De profilering van de scholen wordt gestimuleerd maar ook begrensd, door de mate waarin de hierboven genoemde kenmerken feitelijk en concreet in het onderwijs van alledag zichtbaar worden gemaakt.
9
salto-missie: “salto-scholen zijn SPIL in de wijk met goed en eigentijds onderwijs op maat voor elk kind”
Samen
Actief
Leren
Ta l e n t e n
Ontwikkelen
SALTO-scholen begeleiden en ondersteunen kinderen in samenspraak met ouders/verzorgers bij het creëren van een kansrijke toekomst.
De ouders als (potentiële) klanten, ervaren de SALTO-scholen als de beste schoolkeuze in Eindhoven.
Hoger Doel Waarom bestaan wij?
Kernwaarden
Gewaagd Doel
Waarvoor staan wij?
Waarheen gaan wij?
Kernkwaliteiten Waarin blinken wij uit?
Vormen van Betekenisvolle Zingeving betrokkenheid openheid eerlijkheid inspiratie respect harmonie zelfsturing
10
SALTO Samen Actief Leren Talenten Ontwikkelen
Relevante ontwikkelingen Om de visie en missie waar te kunnen maken is in 2012 gewerkt aan onderstaande issues.
SALTO: • Streeft standaardisatie en verbetering van bedrijfsprocessen op bestuursniveau na; • is actief in landelijke en lokale initiatieven zoals Passend Onderwijs en VVE; • werkt aan organisatiebreed beleid op terreinen als kwaliteit, ICT en IPB; • zorgt voor intervisiebijeenkomsten voor haar medewerkers; • is actief in de ontwikkeling van brede SPIL-scholen; • repareert en renoveert in nieuw- en verbouw en van de scholen; • organiseert betrokkenheid van ouders en van leerlingen onder andere door medezeggenschap; • bereidt haar organisatie voor op de code ‘Goed Onderwijs Goed Bestuur’ door middel van een College van bestuur en Raad van Toezicht model.
SALTO werkt aan: • een integraal kwaliteitsbeleid; • het vergroten van de zorgbreedte op scholen in het kader van Passend Onderwijs; • het bovenschools ICT-beleid en het gebruik van de elektronische leeromgeving.
SALTO in cijfers: • Ruim 6.800 leerlingen worden in hun dagelijkse ontwikkeling door circa 650 personeelsleden begeleid en uitgedaagd. • SALTO heeft 22 scholen voor basisonderwijs. • SALTO heeft 2 scholen voor speciaal basisonderwijs.
Code Goed Onderwijs Goed Bestuur In het kader van de code Goed Onderwijs Goed bestuur in het Primair Onderwijs, is gekozen voor een ontwikkeling naar een College van Bestuur en Raad van Toezicht model. Door organisatorische omstandigheden is de kanteling in 2012 nog niet afgerond. SALTO zal begin 2013 de laatste stap zetten in het proces van scheiding tussen besturen en toezicht houden. De werving voor de Raad van Toezicht is in 2012 gestart. De voor dit traject benodigde wijziging van de statuten zal in 2013 worden afgerond. Zodra de statuten door de gemeenteraad van Eindhoven zijn
geaccordeerd en met hen een convenant is vastgesteld, kan het oude bestuur aftreden en zal de nieuwe Raad van Toezicht aantreden. De algemeen directeur zal dan voorzitter College van Bestuur worden. Met de nieuwe Raad van Toezicht zal de voorzitter College van Bestuur dan een governancetraject nader uitwerken, teneinde ook de mandatering intern in de organisatie verder correct gestalte te kunnen geven.
Organisatiestructuur en personele bezetting De algemeen directeur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de totale organisatie. Diens taken zijn het voorbereiden en toezien op de uitvoering van het bestuursbeleid en het strategisch beleid. De staffunctionarissen binnen het bestuursbureau hebben daarbij een adviserende en ondersteunende rol, ieder op het eigen beleidsterrein. In 2013 zal de algemeen directeur ondersteund gaan worden door een tweetal programmamanagers, bedrijfsvoering en onderwijs. Het beleid is verdeeld in de volgende terreinen: 1. Onderwijs en Kwaliteitszorg; 2. Personeel en Organisatie; 3. Huisvesting en Facilitair; 4. Financiën; 5. ICT. De algemeen directeur geeft tevens leiding aan de directeuren van de 24 SALTO-scholen en het bestuursbureau. Gezien de omvang van de organisatie is een goed samengesteld bestuursbureau noodzakelijk. Het zorgt ervoor dat alle interne processen en de in- en externe communicatie goed gestroomlijnd zijn. Iedere SALTO-school wordt geleid door een directeur, die algeheel verantwoordelijk is voor de onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen en een goede gang van zaken binnen de eigen school.
11
Organigram in 2012 Bestuur SALTO Eindhoven
GMR
Algemeen Directeur
Bestuurbureau: bovenschoolse bedrijfsvoering
Onderwijs & Kwaliteitszorg
Personeel & Organisatie
Huisvesting & Facilitair
Financiën
ICT
SALTO-basisscholen 1. de Bergen 2. Louis Buelens 3. Cornelis Jetses 4. Drents Dorp 5. de Driesprong 6. de Driestam 7. Floralaan 8. Hanevoet 9. de Hasselbraam 10. de Hobbitstee 11. ‘t Karregat
Receptioniste
MR 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
SALTO-sbo-scholen 23. de Vijfkamp 24. Jan Nieuwenhuizenschool
12
Secretaresse
de Klapwiek de Klimboom de Ontmoeting de Opbouw Reigerlaan de St@rtbaan de Tempel de Trinoom de VierRing de Vuurvlinder de Zevensprong
S C H O O L B R E E D
Managementverslag 2012 Bedrijfsplan en (onderwijs)inhoudelijke ontwikkelingen In het strategisch beleidsplan SALTO 2011-2015 worden naast de in 2006 vastgestelde missie en visie als centrale thema’s de leerlingontwikkeling, de medewerkersontwikkeling en de organisatieontwikkeling genoemd. Pijlers die ook voor de komende jaren zeker een nadere uitwerking zullen gaan krijgen.
Belangrijke zaken in 2012 waren: • 2012 heeft in het teken gestaan van de bestuurlijke vernieuwing. De in november 2011 door het stichtingsbestuur aangestelde interim manager heeft in 2012 een aantal zaken in samenspraak met het stichtingsbestuur, directeuren en bestuursbureau op een rij gezet en een voorstel uitwerkt voor de organisatieopzet en -aansturing, mede met betrekking tot de overgang naar een College van Bestuur en Raad van Toezicht model. • In oktober 2012 is een nieuwe algemeen directeur, beoogd voorzitter College van Bestuur, in dienst gekomen. • Vanwege de bestuurswisselingen zijn de plannen voor het schooljaar 2011-2012, die in de commissies zouden worden uitgewerkt, slechts in beperkte mate gerealiseerd. In de hoofdstukken hierna wordt op de realisatie van de plannen nader ingegaan. • Eind oktober 2012 is een programmamanager bedrijfsvoering ingehuurd om te zorgen dat de bedrijfsvoering verbeterd wordt en om met name de processen van Personeel en Financiën beter op elkaar te laten afstemmen. • In het verslagjaar is kritisch gekeken naar de personeelsformatiebegroting en het meerjarenpersoneelsformatieplan, wat geleid heeft tot een voor het schooljaar 2012-2013 noodzakelijke uitstroom van 27,5 fte’s. De uitstroom van tijdelijke aanstellingen uit het schooljaar 2011-2012, was onvoldoende van volume om deze terugloop op te vangen. Daartoe is beleid opgesteld om daarmee personeel de mogelijkheid te bieden de organisatie (voortijdig) te verlaten. De in de jaarrekening 2011 gevormde voorziening personeel is hiervoor in 2012 aangesproken. • Het begrotingsproces van 2012, waarbij sprake was van 3 deelbegrotingen in een combinatie van
school- en kalenderjaarbegrotingen, is verlaten. De begroting 2013 is op kalenderjaar opgesteld, volgens het model van de PO-Raad. • In 2012 zijn drie directeuren uit dienst gegaan, waarvan twee directeuren een andere functie aanvaard hebben en een directeur met pensioen gegaan is. Voor opvolging zijn geen nieuwe directeuren benoemd, maar is het principe door de interim directeur losgelaten dat één directeur verbonden is met één school. Een aantal directeuren is nu directeur over meerdere scholen. Op deze wijze is ook de vervanging van zieke directeuren ingevuld. • Op het bestuursbureau is in 2012 de vacature voor de beleidsmedewerker huisvesting en facilitair op parttime basis ingevuld. In 2013 zal worden bekeken of verdere versterking van het totale bestuursbureau noodzakelijk is.
Participatie van SALTO met externe partners Hoewel SALTO veel aandacht schenkt aan de interne organisatieontwikkeling, heeft SALTO de in voorgaande jaren reeds ingezette koers vervolgd, om de relaties met de externe omgeving te intensiveren. Tussen de twee grote Eindhovense besturen voor basisonderwijs, SKPO en SALTO, zijn in 2012 weder-om gezamenlijke initiatieven genomen om thema’s van gemeenschappelijk belang op te pakken. Hierbij kan gedacht worden aan VVE, het Integraal HuisvestingsPlan, gemeenschappelijk overleg met de gemeente Eindhoven en het Samenwerkingsverband.
Bewaking/waarborging openbaar karakter en actieve pluriformiteit SALTO vindt verscheidenheid belangrijk en heeft ‘actieve pluriformiteit’ hoog in het vaandel staan. Daarom heeft elke SALTO-school een eigen concept, waarbij in principe elke leerling welkom is, ongeacht afkomst, milieu en/of levensovertuiging. SALTO heeft zich ook gedurende 2012 sterk gemaakt het openbaar karakter van de organisatie te waarborgen.
Klachten(procedure), geschillen en externe vertrouwenspersonen SALTO Gedurende de verslagperiode hebben de vertrouwenspersonen 34 cases behandeld en overleg gehad met de algemeen directeur. Geen 13 5
enkele klacht heeft geleid tot behandeling bij de Landelijke Klachtencommissie. In 2012 hebben de SALTO-vertrouwenspersonen en de algemeen directeur geregeld overleg gehad. In 2012 zijn door de 2 externe vertrouwenspersonen 2 studiemiddagen voor de intern schoolcontactpersonen georganiseerd.
Andere (landelijk) relevante aandachtspunten in 2012 • De teruggang van de economie en de wereldperikelen op financieel vlak leiden ertoe dat ook de Nederlandse overheid te kampen heeft met bezuinigingen. Deze werken uiteraard door op alle beleidsterreinen, ook in het onderwijs. De bezuinigingsoperatie die de Minister van Onderwijs doorvoert, leidt dan ook tot het nemen van gerichte bezuinigingsacties en beleidsmaatregelen in de SALTO-organisatie. Reeds eerder in dit verslag is aangegeven, dat in het kader van het meerjarenpersoneelsformatieplan al de nodige acties ondernomen zijn, die hun doorwerking naar de volgende jaren zullen hebben. • Daarnaast eist de code Goed Onderwijs Goed Bestuur een verdere professionalisering van bestuur en interne beheersing, van zowel het primaire proces als van de bedrijfsvoering. Dit is door de interim directeur in gang gezet en zal in 2013 verder gestalte krijgen.
14
Stedelijke ontwikkelingen in 2012 • Bezuinigingen binnen de gemeente spelen eveneens een rol in de financiële inkomsten voor SALTO. • Verdere uitrol meerjaren programmering SPIL Eindhoven. In het kader van de wet OKE is het kwaliteitskader VVE 2012-2015 vastgesteld. Schooldirecteuren en SPIL-partners hebben deelgenomen aan de cursus Vversterk en een nieuw Pedagogisch Educatief Raamplan is opgesteld. • De verdere verwachte groei in leerlingenaantallen in stedelijke gebieden die maakt dat goed naar de leerlingenaantallen gekeken moet worden. • In samenwerking met de gemeente Eindhoven en andere schoolbesturen in de gemeente Eindhoven hebben diverse bijeenkomsten plaatsgevonden om te komen tot een Integraal Huisvestingsplan voor Eindhoven. Ook is gekeken in hoeverre de stadsbrede bibliotheekfunctie geïntegreerd kan worden met het onderwijs. In de hierna volgende hoofdstukken worden bovengenoemde zaken nader uitgewerkt.
Jaarverslag externe vertrouwenspersonen SALTO 2012 Hieronder wordt een geanonimiseerd verslag over 2012 van de externe vertrouwenspersoon weergegeven over de verrichte activiteiten, als ook over signalen en trends welke de vertrouwenspersonen signaleren.
de kinderen. De externe vertrouwenspersoon is aangesteld om uitvoering te geven aan het proactieve en preventieve beleid van directie en bestuur van het SALTO, betreffende preventie en het omgaan met klachten, op al haar locaties.
Beleid vertrouwenspersonen
De externe vertrouwenspersonen zijn beschikbaar voor alle medewerkers, ouders en kinderen van SALTO, dus ook voor gedetacheerd en ingehuurd personeel, zoals uitzendkrachten en stagiaires. De externe vertrouwenspersonen zijn André Lubbers en Ad v.d. Meijden.
SALTO voert een actief beleid voor een gezond werkklimaat voor de werknemers en leeromgeving van de kinderen. Het is belangrijk dat medewerkers, ouders en kinderen respectvol met elkaar omgaan. Ongewenste omgangsvormen en ongewenst gedrag moeten worden voorkomen en medewerkers die er onverhoopt toch mee te maken hebben, moeten deskundige ondersteuning ontvangen. In het kader van dit beleid zijn er 2 externe vertrouwenspersonen aangesteld binnen SALTO. Als medewerkers worden geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen van andere medewerkers, ouders en kinderen en als het niet lukt om dit probleem samen op te lossen, binnen de gangbare procedures/werkwijzen, kunnen zij indien gewenst een beroep doen op de externe vertrouwenspersoon. Dit zelfde geldt voor de ouders van
Werkzaamheden 2012 Gedurende de verslagperiode (2012) hebben 18 locaties gebruik gemaakt van ondersteuning of begeleiding van een van de vertrouwenspersonen. Er zijn 34 casussen voorgelegd aan de externe vertrouwenspersonen, waarbij onderstaande thema’s aan de orde zijn geweest. De telefonische consulten en vragen per mail zijn niet geregistreerd en opgenomen in het overzicht. De thema’s/onderwerpen van de casussen betroffen:
Aantal
Omschrijving casuïstiek 1. Arbeidsconflict / aansturing 2. Conflict ouders met leerkracht / school 3. Geweld / bedreiging 4. Sexueel grensoverschrijdend gedrag kinderen 5. Burnout, zingeving 6. Problemen met functioneren i.v.m privésituatie 7. Pesten 8 Grensoverschrijdend gedrag medewerker
14 8 4 1 2 2 1 2 Totaal
34
15
Jaarlijks worden door de externe vertrouwenspersonen 2 studiemiddagen georganiseerd voor de interne schoolcontactpersonen. Hierbij staan onderlinge uitwisselingen en het op de hoogte blijven van ontwikkelingen ten aanzien van de werkzaamheden van de schoolcontactpersonen centraal. De thema’s van 2012 waren: • Signalen omzetten in acties; • Omgaan met klachten tegen een directeur/ collega; • Omgaan met strafbare feiten (aangifte/mediation); • Gesprekstechnieken t.o.v. ouders en kinderen; • Bespreking casuïstiek. In het verslagjaar 2012 hebben de externe vertrouwenspersonen 5x overleg en/ of afstemming gehad. Er heeft 5x een overleg plaatsgevonden met de algemeen directeur.
Evaluatie / ontwikkeling in 2012 Vergelijking
2012
2011
2010
Locaties
18
15
17
Casussen
34
31
31
• Het aantal casussen waarbij sprake is van arbeidsconflicten of problemen met de aansturing van het management is toegenomen. Arbeidsconflicten zijn primair geen werkzaamheden voor de externe vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon heeft bij de conflicten een adviserende en bemiddelende rol vervuld. • De externe contactpersonen zorgen ervoor dat situaties/problemen van ouders en/of personeel besproken worden binnen de gangbare structuren, zowel de hiërarchische structuren als de medezeggenschapstructuren, zodat er geen parallel processen ontstaan. • De onberispelijkheid van de externe vertrouwenspersoon vormt de voorwaarde voor uitvoering van de werkzaamheden.
16
Aandachtspunten voor 2013 • Aandacht voor pesten en de gevolgen op langere termijn; • Registratie van telefonische en mailconsulten.
Leerling- en onderwijsontwikkeling Binnen Leerling- en onderwijsontwikkeling hebben de uitvoering van de Wet Passend Onderwijs en de wet OKE veel aandacht gekregen. Vanuit de interne deskundigheidsbevordering worden vanuit verschillende disciplines meetings georganiseerd. In dit jaarverslaghoofdstuk wordt daar nu specifiek melding van gemaakt.
Op weg naar passend onderwijs SALTO neemt als omvangrijke partner binnen het Samenwerkingsverband Eindhoven e.o. actief deel aan de overleggen die plaatsvinden in het kader van de ontwikkelingen richting Passend Onderwijs. Het SWV PO3007 in wording heeft zich in het afgelopen jaar toegelegd op zowel de bestuurlijke inrichting als op de inhoudelijke uitvoering van de Wet Passend Onderwijs. Vanaf 1 augustus 2014 zal binnen de scholen voor regulier, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs een passend aanbod voorhanden moeten zijn binnen het samenwerkingsverband. Handelingsgericht werken en handelingsgerichte procesdiagnostiek zijn concepten die op de SALTOscholen aan de basis van deze ontwikkeling liggen. De handelingsbekwaamheid van onze leerkrachten is de belangrijkste voorwaarde voor het doen slagen van de invoering van Passend Onderwijs. Het groepsplan is bij uitstek geschikt als middel om de onderwijspraktijk in de klas, op de werkvloer, te concretiseren. Daar waar nodig gaan SALTOscholen werken met ontwikkelingsperspectieven om optimaal af te stemmen op onderwijsbehoeften van leerlingen. Binnen het Samenwerkingsverband Eindhoven e.o. is door een kleine werkgroep een Concept Indicatoren Basisondersteuning ontwikkeld. Deze indicatoren hebben inmiddels via diverse overleggen hun weg gevonden naar de reguliere basisscholen en liggen ten grondslag aan de ondersteuningsprofielen die door de scholen opgesteld gaan worden. Daarnaast vindt overleg plaats tussen de diverse SBO’s en Rec scholen om de te ontwikkelen ondersteuningsprofielen op elkaar af te stemmen en op die manier te komen tot een volledig passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen. De opgestelde schoolprofielen zullen leiden tot een
gezamenlijk concept ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband Eindhoven e.o..
Kwaliteitskader VVE De ambitie van de wet OKE is dat alle kinderen, die dat nodig hebben, voorschoolse educatie wordt aangeboden: ”De gemeente draagt zorg voor voldoende kwalitatief goede voorzieningen in aantal en in spreiding en heeft inspanningsverplichtingen om alle doelgroepkinderen te laten deelnemen aan de voorschool”. Hieruit voortvloeiend is door de partners in februari 2012 het kwaliteitskader “Vooren Vroegschoolse Educatie Eindhoven 2012 – 2015” vastgesteld. In dit kwaliteitskader zijn zowel de wettelijke als aanvullende eisen nader uitgewerkt in een, met de onderwijsinspectie afgestemd, pedagogisch educatief raamplan en verbeterplan. In juni 2012 is het raadsvoorstel “Doorontwikkeling Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)” door de Gemeenteraad aangenomen. In het raadsbesluit worden een aantal argumenten opgenoemd: - doelgroep definitie VVE; - stadsbrede dekking en bereikbaarheid alle kinderen 2,5 - 4 jaar; - bevordering integratie; - extra inzetten ouderbetrokkenheid; - aantal dagdelen voorschool koppelen aan VVE indicatie; - basisonderwijs neemt regie en verantwoordelijkheid voor de uitvoering; - financiële gezonde toekomst.
Het werk in VVE/SPIL Naar aanleiding van de wet OKE, het kwaliteitskader VVE Gemeente Eindhoven en het inspectierapport VVE van de inspectie van het onderwijs, zijn alle managers van onze basisscholen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen naar de cursus Vversterk geweest. In de modules kwamen tijdens de twee bijeenkomsten vier pijlers aan bod: visie en beleid, uitvoering, evaluatie en borging van VVE. Vervolgens heeft elke basisschooldirecteur er zorg voor gedragen, dat in samenspraak met de partners er een nieuw Pedagogisch Educatief Raamplan werd geschreven. In nauwe samenwerking met de SPIL partners zijn belangrijke stappen gezet 17
op weg naar eenduidigheid en (waar nodig en gewenst) uniformiteit. Het oude pedagogisch raamplan was 10 jaar oud en is opgeschud en omgevormd tot een Pedagogisch én Educatief Raamplan. Het bestaat uit drie delen: een korte notitie met uitgangspunten, een meerjarenplan voor 4 jaar en een jaarplan met schema voor verbeterpunten. In het schooljaar 2012-2013 en 2013-2014 zijn er financiële middelen beschikbaar voor elke basisschool (€ 12.000 per schooljaar) om een VVE coördinator en/of IB-er aan te stellen om de doelstellingen, verwoord in het Pedagogisch Educatief Raamplan, te kunnen behalen en om regie te voeren bij de uitvoering. Gedurende 2012 zijn in verschillende directieoverleggen onderstaande gespreksonderwerpen aan bod gekomen: • samenwerking SPIL tot 2013; • wet OKE; • wet Kinderopvang; • wet inspectietoezicht; • wet op Primair Onderwijs (WPO); • VVE kwaliteitskader gemeente Eindhoven; • veranderingen door harmonisatie kinderopvang peuterspeelzaal.
Werkoverleg Interne Begeleiders Het voortdurend ondersteunen en versterken van de handelingsbekwaamheid van leerkrachten is een streven waarop binnen SALTO steeds vanuit diverse geledingen wordt afgestemd. Interne begeleiders spelen daarbij een essentiële rol. Zeker omdat zich in de aard van hun werkzaamheden in de afgelopen jaren een belangrijke verschuiving heeft voorgedaan; van specialist binnen de leerlingenzorg naar ondersteuner, begeleider en coach van leerkrachten. De professionaliteit van onze Interne begeleiders krijgt binnen SALTO ieder jaar aandacht middels een aantal “werkbijeenkomsten”. Deze ontmoetingen staan steeds in het licht van informatie en kennisuitwisseling, het delen van expertise, (bij)scholing, reflectie en onderlinge samenwerking. In 2012 werd een fantastische start gemaakt met een extra bijeenkomst in het kader van Hoogbegaafdheid; een succesvolle en uitermate inspirerende lezing door Professor Tessa Kieboom uit Antwerpen. Deze lezing was toegankelijk voor al het personeel van SALTO en werd door de aanwezigen als zeer goed gewaardeerd. Een volgende bijeenkomst werd georganiseerd 18
rondom de (bij)scholing van het analyseren van resultaten uit het Cito leerlingvolgsysteem, het produceren van de gewenste overzichten zoals o.a. trendanalyses en het gebruiken van de gegevens voor besprekingen op leerling-, groeps-, leerjaar- en schoolniveau. Gedurende de overige bijeenkomsten hebben ondermeer “het jonge (risico)kind”, ‘Leerwegondersteuning en de overgang PO-VO” en “rouw en verliesverwerking bij kinderen” als thema’s centraal gestaan. Het laatste thema in samenhang met het materiaal, dat op bovenschools niveau is aangeschaft en aan scholen in voorkomende gevallen uitgeleend kan worden. Bij de voorbereiding en uitvoering van de programma’s is gebruik gemaakt van zowel externe als interne expertise. Het inschakelen van interne expertise zal ook de komende jaren een belangrijk streven van SALTO blijven.
Overleg ICT-coördinatoren Op alle SALTO-scholen is een ICT-coördinator, veelal een leerkracht met affiniteit voor ICT, die ICT zaken op school behartigt. Alle ICT-coördinatoren komen bijeen in een ICT-coördinatoren overleg, dat in 2012 vier keer heeft plaatsgevonden. Daarbij zijn de volgende punten besproken: ICT bekwaamheid, ICT beleidsplan, de SALTO-app, Eduscope voortgang in implementatie en de infrastructuur. Ook heeft SALTO deelgenomen aan de regionale themamarkt op de Fontys pabo in Eindhoven. Verder zijn samen met ICT, interne begeleiders en directies, cursussen Eduscope gegeven voor de scholen, die daar behoefte aan hadden. Deze cursussen hadden betrekking op administratie, dossier en opleiding.
Overleg administratief medewerkers Alle SALTO-scholen hebben de beschikking over een administratief medewerker. De administratief medewerkers zijn werkzaam op één of meerdere SALTO-basisscholen. De directe verantwoordelijke is de directeur van de school, waarop de administratief medewerker werkzaam is. In de 2012 zijn twee bijeenkomsten voor de administratief medewerkers SALTO-basisscholen geagendeerd. Vragen en problemen waar men in de praktijk mee te maken krijgt, worden zo gedeeld en eventueel opgelost. Samen wordt gekeken naar die zaken die spelen en waar SALTO breed aandacht voor nodig is.
Tijdens deze bijeenkomsten zijn de administratief medewerkers geïnformeerd en geïnstrueerd over nieuwe afspraken, nieuwe toepassingen en veranderingen binnen SALTO zoals Eduscope, wijzigingen in het financieel codeersysteem en het personeelssysteem RAET. Op deze manier proberen we tot een uniforme verwerking en toepassing van gegevens en systemen te komen. Een groot voordeel hierbij is dat de administratief medewerkers elkaar kunnen helpen bij vragen en/of problemen en dat bij ziekte of absentie voor elkaar kan worden ingevallen, waarbij de continuïteit op de scholen gewaarborgd wordt.
19
Personeel & Organisatie Uitgangspunt voor het HRM beleid vormt het onderwijs. De kwaliteit van onderwijs staat en valt met het werken met professionele medewerkers, zowel in het primaire proces als in de ondersteunende processen. De centrale thema’s die aan bod kwamen in 2012 en eveneens voor de toekomst om verder uitwerking en invulling vragen zijn: • Ontwikkelen van een evenwichtig en synergetisch personeels- en organisatiebeleid; • Het professionaliseren van de afdeling Personeel & Organisatie; • Het verstevigen van de samenhang tussen primaire en ondersteunende processen ter realisering van een sterkere samenwerking tussen scholen onderling en tussen scholen en ondersteunende diensten; • Vergroten van de zelfverantwoordelijkheid en zelfsturing van medewerkers; • Verbetering van de inzetbaarheid van medewerkers. Rond deze centrale thema’s zijn voor 2012 een aantal concrete acties uitgezet. Het betreft hier de volgende onderwerpen.
Personeelsformatie Het reeds ingezette beleid uit het vorige jaar is voortgezet waarbij verdere invulling is gegeven aan een transparant, evenwichtig en verantwoordde personeelsformatie-inzicht. In de eerste plaats met als doel betere sturing te geven aan de personele inzetbaarheid en de personele budgettaire verantwoording, anderzijds om helderheid te krijgen over welke acties genomen moeten worden om de personele bezetting in evenwicht te brengen met de personeelsformatie. In de lijn die reeds ingezet was in het vorige jaar, moest in 2012 eveneens overgegaan worden tot een bezuiniging in de personele kosten, hetgeen ongeveer neerkwam op 1,5 miljoen euro. Hierbij is een algemene regeling uitgewerkt, die als uitgangspunt gebruikt werd om tot een individuele regeling met de werknemer te komen. Deze regeling werd gefinancierd door de gelden, die in 2011 zijn gereserveerd in de voorziening personeel.
20
Naast tijdelijke arbeidsovereenkomsten die niet gecontinueerd werden, heeft deze regeling, door zijn grote succes, meegeholpen om het overschot aan personele bezetting op te lossen. Voor zowel SALTO als voor alle deelnemende werknemers aan de regeling was het een duidelijk win-win situatie. Van de regeling hebben in het totaal 17 medewerkers gebruik gemaakt.
Processen Het pad dat reeds ingezet was om binnen SALTO de processen vast te leggen, heeft in het verslagjaar zijn verder concretisering gekregen. De doelstelling van het project is om SALTO breed procesgericht denken en werken te implementeren en te realiseren door de primaire-, ondersteunende- en besturingsprocessen te benoemen en de relevante processen te beschrijven, te verbeteren en te innoveren, zodat een continue bijdrage geleverd kan worden aan de onderwijskwaliteit en algehele performance van de organisatie. Het uiteindelijke resultaat van dit traject kan als volgt geformuleerd worden: • Transparante en actuele procesbeschrijvingen; Er ontstaat helderheid in taken en verantwoordelijkheden. Iedereen kent zijn rol. • Uniforme werkwijze en goede communicatie; Het werken in processen is een vorm van samenwerking, die vereist dat over de muren van de eigen functie en verantwoordelijkheid wordt heen gekeken. • Kennisbewaking en -overdracht; Procesbeschrijvingen maken het gemakkelijker om nieuwe medewerkers snel en functioneel wegwijs te maken in de SALTO-organisatie. Kennis verdwijnt niet. • Voortdurende procesverbetering; Door middel van reflectie zal voortdurend gekeken worden waar eventuele procesverbetering noodzakelijk en/of mogelijk is. Gerichtheid op verbeteringen, efficiency en het oplossen van knelpunten. • Wendbaar(der) worden; Snel en adequaat kunnen reageren op veranderingen in bijvoorbeeld de behoefte van leerlingen, wet- en regelgeving, de directe omgeving of de samenleving.
• Online handboek; Het procesmatig gericht denken en werken zal middels een online handboek worden gepubliceerd in de organisatie. Het online handboek bevat procesbeschrijvingen en handleidingen. Binnen SALTO is in 2012 een werkgroep benoemd, die verantwoordelijk is voor het opstarten van het project. Zij zijn gezamenlijk met de consultant van Sensus-methode® verantwoordelijk geweest voor het vaststellen van het projectplan, het projectformat en de processen. De werkgroep bestond uit zowel directeuren als stafmedewerkers. De algemeen directeur neemt de besluiten omtrent de procesbeschrijvingen. De werkgroep heeft vijf personen uit de organisatie aangeduid die opgeleid zijn voor de Sensusmethode® en Sensus-software®. Conform de Sensus-methode® zullen de relevante processen worden beschreven en vastgelegd. In september 2012 is gestart met die processen die te maken hebben met formatieplanningen en de kwaliteit van onderwijs. De afdeling P&O heeft een start gemaakt om met de Sensus-methode® haar interne processen te beschrijven.
Gesprekkencyclus In het licht van een krachtig Integraal personeelsbeleid (IPB) speelt de gesprekkencyclus een cruciale rol. IPB betekent het regelmatig en systematisch afstemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Deze afstemming is ingebed in de strategische positie en gerelateerd aan de onderwijscontext van de school. Hierbij wordt professioneel gebruik gemaakt van een samenhangend geheel van instrumenten en middelen, die gericht zijn op de ontwikkeling van individuele medewerkers. In de gesprekkencyclus vindt de afstemming plaats tussen de leidinggevende en de medewerker over het beoogde resultaat, de medewerker zijn inzetbaarheid en de professionele ontwikkeling. De gesprekkencyclus vormt dan ook het kernpunt in de uitvoering van het
personeelsbeleid, het is de concretisering van het plannings- en monitoringproces. De formele borging van het resultaat uit dit ontwikkel- en professionaliseringsproces van de leraar vindt zijn neerslag in het bekwaamheidsdossier. In het verslagjaar heeft de vastlegging plaatsgevonden van het gedachtegoed ‘gesprekkencyclus’ in de vorm van een beleidsnota. Deze nota is besproken in het directeurenberaad waaruit de vraag is gekomen om het nu lopende proces van ontwikkelingsgericht beoordelen (OGB) te toetsen aan de nieuw te implementeren ‘gesprekkencyclus’. In de OGB aanpak ligt de nadruk sterk op medewerkerontwikkeling, waarbij in de gesprekkencyclus een duidelijke koppeling gelegd wordt tussen resultaat en ontwikkeling. Er zal een vergelijkende analyse gemaakt worden tussen OGB en gesprekkencyclus met daaraan gekoppeld conclusies en aanbevelingen. Op basis van dit onderzoek zal een definitieve goedkeuring gegeven moeten worden aan de concept beleidsnota ‘gesprekkencyclus’. In 2013 zal ook nog een uitspraak gedaan worden voor welk kwaliteitszorgsysteem gekozen wordt, waarmee een koppeling gelegd gaat worden met de gesprekkencyclus. Eén school van SALTO zal in experimentele vorm werken met WMK kwaliteitssysteem, om te toetsen of dit systeem gehanteerd kan worden. Het implementatieproces wordt voorbereid in 2013 zodat in het schooljaar 2013-2014 een start kan worden gemaakt wordt met de concrete invoering van de gesprekkencyclus.
Functiemix In het verslagjaar is een start gemaakt met de invoering van de functiemix voor de SBO-scholen. Bij de JNS SBO-school hebben alle leraren een asessmentscan gedaan op het niveau van de functie die ze nu vervullen. Deze scan geeft de mogelijkheid om een beeld te krijgen van de medewerker zijn huidige kennis, kunde en bekwaamheid in relatie tot zijn functie-eisen en -verwachtingen. De uitslag wordt met de directeur van de school besproken om hiermee na te gaan welke mogelijke stappen gezet moeten worden om zich te ontwikkelen op het verwachte functieniveau van senior-leraar SBO. Vervolgens kan dan overgegaan worden tot de feitelijke start van de functiemixinvoering.
21
Een gelijkwaardig proces zal eveneens in 2013 gestart worden bij de andere SBO-school de Vijfkamp. Voor het traject functiemix van de basisscholen heeft een evaluatie plaatsgevonden, waarbij directeuren en leraren, die deelgenomen hebben aan de functiemix, een vragenlijst hebben ingevuld, die verwerkt is en geleid heeft tot een notitie. Zowel de verstrekte informatie als de functiebeschrijvingen met resultaatgebieden, werden als helder en bruikbaar ervaren. Het assessment werd divers ervaren van prima tot veel stress/spanning oproepend, tevens werden problemen met de technische uitvoering ervaren. De sollicitatieprocedures en -gesprekken zijn prima verlopen. De evaluatie, waarin de hoofdconclusie luidt, dat zowel directeuren als kandidaten het traject positief hebben ervaren, wordt nog aangevuld met kengetallen per school en een advies aan de algemeen directeur over welke stappen nog noodzakelijk zijn op schoolniveau en op bestuursniveau. Fase 3 en 4 voor de basisscholen zijn derhalve nog niet van start gegaan.
Ziekteverzuim Het ziekteverzuimbeleid van SALTO maakt onderdeel uit van het arbo- en personeelsbeleid en is gericht op het voorkomen en verminderen van verzuim van personeel. In het verslagjaar is een eerste stap gezet om gericht te gaan werken aan het verzuimbeleid binnen SALTO. Een, volgens het personeelssysteem RAET, gemiddeld verzuim over 2012 van 8,2 % voor totaal SALTO vraagt om noodzakelijk gerichte acties. Oplossingsgericht verzuimmanagement biedt grote mogelijkheden om het verzuim fors te verlagen en tegelijkertijd de zorg voor de medewerkers te verbeteren. De mobiliteit van de medewerkers is in deze aanpak essentieel. Sturen op mobiliteit is bepalend voor terugkeer op de werkplek, wat cruciaal is voor het welzijn van de medewerker en voor reduceren van verzuim. In het verslagjaar is een ziekteverzuimbeleidsplan opgesteld waarin een protocol is opgenomen hoe te handelen bij verzuim. Het plan is nog niet vastgesteld door de algemeen directeur. Dit ziekteverzuimbeleidsplan is een uitwerking van de regels, die gelden voor de werkgever en de werknemer en omschrijft maatregelen ter bevordering van de veiligheid en
22
de gezondheid en ter voorkoming en beperking van ziekteverzuim van werknemers. Met andere woorden, het ziekteverzuimbeleid draagt bij aan het scheppen van een optimaal werkklimaat, in overeenstemming met de van toepassing zijnde wetgeving (zoals Arbowet en Wet Verbetering Poortwachter). Het ziekteverzuimbeleidsplan, zoals hieronder weergegeven, bestaat uit drie onderdelen: 1. P reventief beleid, ter verbetering van de balans tussen werkbelasting en belastbaarheid van personeel; 2. C uratief beleid, ter bevordering van het herstel van personeel en spoedige werkhervatting; 3. Registratie en administratie. De schooldirecteuren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het beleid. De werknemer heeft een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het ziekteverzuimbeleid door er een gezonde levenswijze op na te houden en om eventuele problemen tijdig te onderkennen en bespreekbaar te maken. Er is gestart met het inrichten van een goed registratiesysteem en informatiesysteem over ziekte en ziekteverzuimbegeleiding. Daarnaast is een start gemaakt met het inrichten van een Sociaal Medisch Overleg (SMO), waarbij in samenspraak met de bedrijfsarts verzuimbegeleiding en preventie besproken wordt.
Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) In het verslagjaar is een start gemaakt met de RisicoInventarisatie & Evaluatie (RI&E). Alle scholen zijn door middel van een vragenlijst bevraagd over de arbeidsomstandigheden en het welzijn van medewerkers. Daarnaast heeft de arbeidsdeskundige van de Arbo Unie op basis van de ingevulde vragenlijst een bezoek gebracht aan alle scholen en samen met de schooldirecteur de feitelijke situatie verder in kaart gebracht. De resultaten van de verschillende scholen worden in 2013 uitgewerkt en in een rapport gepresenteerd aan het College van Bestuur. Het rapport bevat zowel conclusies en aanbevelingen op schoolniveau als op SALTO-niveau.
Kweekvijver In 2006 is binnen SALTO het initiatief genomen om te starten met een kweekvijver. Het doel van een kweekvijver was om potentiële deelnemers voor een leidinggevende functie in het vizier te hebben en ze in de gelegenheid te stellen om via een
opleiding (Magistrum) voor te bereiden op een rol als toekomstig leidinggevende. Dit initiatief is enigszins doodgebloed omdat de wijze waarop het ingevuld werd, onvoldoende gemonitord is. Uit de toen opgezette kweekvijver zijn wel een aantal potentials tevoorschijn gekomen, die nu een leidinggevende rol binnen SALTO vervullen. Het was de bedoeling dat SALTO het kweekvijverprincipe weer zou oppakken en hieraan een bredere invulling te geven. Met de kweekvijver zoekt SALTOmedewerkers die zich verder willen ontwikkelen vanuit hun huidige functie, om vervolgens nieuwe stappen te zetten in hun loopbaan en mede te voorzien in de kwalitatieve personeelsinvulling voor de toekomst van SALTO. Op 18 juni 2012 hebben een tiental medewerkers op uitnodiging van SALTO van gedachten gewisseld over de wijze waarop een kweekvijvertraject ingevuld zou kunnen worden. De resultaten uit deze bijeenkomst hebben geleid tot een experimenteel initiatief, dat zijn start zal maken begin 2013. De voorbereidingen en uitwerking van het programma zal plaatsvinden in het laatste kwartaal van 2012.
23
Overzicht personeelsbestand SALTO Personeelsbestand per 31-12-2012 (inclusief parttimers)
Functie
% vrouw
% man
Directeur
38%
Adjunct-directeur
Totaal 2012
Totaal 2011
vrouw
man
67%
7
14
21
24
40%
60%
6
9
15
17
Groepsleraar
86%
14%
449
74
523
532
OOP
70%
30%
71
31
102
102
675
• onderwijsassistent • klassenassistent • administratief medewerker • conciërge • medewerkers bestuursbureau
Totaal in 2012
81%
19%
533
128
661
Totaal in 2011
80%
20%
541
134
675
Leeftijdsopbouw personeel per 31-12-2012
24
Leeftijd
% vrouw
% man
< 25 jaar
89%
25 tot 35 jaar
Totaal 2012
Totaal 2011
vrouw
man
11%
25
3
28
30
92%
8%
182
15
197
201
35 tot 45 jaar
82%
18%
117
25
142
151
45 tot 55 jaar
82%
18%
112
24
136
135
55 en >
61%
39%
97
61
158
158
Totaal in 2012
81%
19%
533
128
661
675
Totaal in 2011
80%
20%
541
134
675
Financiën 2012 is voor Financiën een jaar dat gekenmerkt wordt door ingrijpende veranderingen. Zowel het begrotingsproces als de rapportagestructuur en -formats zijn ingrijpend veranderd, om beter inzicht in de schoolfinanciën, maar ook voor SALTO als totaal te verkrijgen, zodat schooldirecteuren en algemeen directeur betere instrumenten hebben om sturing te geven.
Planning- en controlcyclus T.a.v. de SALTO-bedrijfsvoering wordt gewerkt met een planning- en controlcyclus (P&C-cyclus). De begroting 2012, is opgesteld in het najaar van 2011, maar de besluitvorming hierover is pas medio 2012 geweest. In juni 2012 is de begroting vastgesteld door het Bestuur nadat de GMR positief had geadviseerd. Begin 2012 waren de deelbegrotingen al aan de budgethouders toegezonden.
Begrotingsstructuur De met ingang van het formatiebudget 2011-2012 toegepaste begrotingsstructuur is in 2012 doorgetrokken. De begroting 2012 bestaat uit 3 delen: formatiebegroting op schooljaarbasis, BPA begroting op schooljaarbasis en een MI-begroting op kalenderjaar basis. Voor de jaarrekening is een samengevoegde begroting 2012 opgesteld. In 2012 is het begroten gebaseerd op de afspraken die waren gemaakt in het verdeelmodel, waarin is aangegeven welke vergoedingen naar de scholen worden doorgegeven en welke vergoedingen bovenschools blijven. Allocatie en doorbelasting gaan volgens vooraf afgesproken regels. De interim manager heeft besloten de systematiek van begroten toe te passen zoals die ook bij de begroting over 2011 was gehanteerd.
Rapportages 2012 De budgethouders hebben periodiek exploitatieoverzichten ontvangen. Deze overzichten zijn gebaseerd op de begroting en bestaan uit 3 delen: formatiebegroting op schooljaarbasis, BPA begroting op schooljaarbasis en een MI-begroting op kalenderjaar basis. In 2013 zullen nieuwe maandrapportages opgesteld gaan worden, die aansluiten op de nieuwe vereenvoudigde begrotingsstructuur.
De Marap rapportage in het stoplichtmodel, zoals al enkele jaren werd toegepast is in dit verslagjaar gestopt. Een vervangend model dat gebaseerd is op een risico controlmodel, dat aansluit op de opgestelde risicoanalyse, zou ingevoerd gaan worden. Door de organisatieontwikkelingen die zich vanaf het najaar van 2011 hebben voorgedaan is dit proces tot stilstand gekomen ook doordat de interim manager heeft besloten daar niet verder mee door te gaan. In 2012 is een nieuwe kwartaalrapportage opgesteld voor het bestuur om hen te informeren over de financiële stand van zaken en ontwikkelingen in relatie tot de begroting.
Risicomanagement Als gevolg van de bestuurswisselingen heeft risicomanagement minder aandacht gekregen in dit verslagjaar. De algemeen directeur heeft besloten om het risicomodel van de PO-raad te gaan invoeren. Het instrument ‘Risico’s in beeld’ is door het project ‘Eerst kiezen, dan delen’ van de PO-Raad ontwikkeld voor en door bestuurders en helpt : • te beoordelen of het risicomanagement toereikend is; • aandachtsgebieden voor de (nabije) toekomst inzichtelijk te maken; • inzicht te verkrijgen in de relatie tussen het risicoprofiel en de financiële positie. Een eerste start daarmee is inmiddels gemaakt.
Bij het opstellen van de begroting 2013 is besloten om ten behoeve van de inzichtelijkheid, duidelijkheid en beheersbaarheid het begrotingsprincipe van 3 deelbegrotingen, deels op schooljaar en deels op kalenderjaar, los te laten en terug te gaan naar een begroting op kalenderjaar. De begroting 2013 is daarbij opgesteld op basis van het begrotingsmodel van de PO-raad. Bij de introductie van dit begrotingsmodel in de organisatie (m.n. naar de directeuren) is ondersteuning verkregen vanuit Leeuwendaal. Het nieuwe begrotingsmodel is goed ontvangen.
25 5
“In Balans” SALTO heeft in oktober 2012 bij de PO-Raad een aanvraag ingediend om ondersteuning te verkrijgen vanuit het project In Balans. Dit project, gefinancierd door het ministerie van OCW, beoogt schoolbesturen kortdurend te ondersteunen indien er sprake is van een zorgwekkende of kritieke financiële situatie. Deze aanvraag is, na een intakegesprek vanuit de PO-Raad, goedgekeurd. De ondersteuning richt zich op: • Herinrichting van de financiële verslaglegging; • Herinrichting van de financiële processen; • Borging van de financiële transparantie. De ondersteuning is eind december 2012 van start gegaan en zal in het 1e kwartaal van 2013 worden afgerond.
Onderzoek Belastingdienst In 2012 is het onderzoek aangiften loonheffingen van de Belastingdienst over het tijdvak 1 januari 2006 t/m 31 december 2010 afgerond. Dit onderzoek was in 2010 gestart. Het jaar 2009 was daarbij als uitgangspunt genomen. Het onderzoek van de Belastingdienst heeft niet tot een naheffing geleid. Een van de bevindingen was dat bij SALTO geen adequate kasprocedure was vastgelegd of werd nageleefd. Ter verbetering is een nieuwe kasprocedure opgesteld, die door de Belastingdienst is “goedgekeurd”. Deze kasprocedure is inmiddels ingevoerd en zal in 2014 door de Belastingdienst op werking worden gecontroleerd.
Onderzoek inspectie In 2012 heeft de Onderwijs inspectie een onderzoek gedaan naar de financiële positie van SALTO. Aanleiding voor het onderzoek was een aanbeveling van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (CVO) in haar eindrapport van november 2009 aan de Tweede Kamer. Deze kwam erop neer, dat de inspectie een onderzoek moest doen onder schoolbesturen die mogelijk beschikken over middelen die nog niet zijn ingezet in het onderwijsproces. Het onderzoek is gebaseerd op de jaarrekening 2010 en aanvullende informatie. De inspectie concludeert dat de toekomstige financiële buffer van SALTO eind 2014 ongeveer 15% van de totale baten, inclusief rentebaten bedraagt. Hierdoor overschrijdt de financiële buffer de signaleringswaarde van de CVO van 5%. In de vorm van een managementletter 2011 en de financiële vertaling daarvan, zijn aan de inspectie plannen overlegd hoe het teveel aan 26
middelen ingezet zal gaan worden in het onderwijsproces. Deze plannen dienen nog in een meerjarenbegroting gestalte te krijgen.
GGL in Rijksvergoedingen Tijdens het opstellen van de begroting 2013 met het voor SALTO nieuwe begrotingsmodel van de PO-Raad bleek dat de berekening van de Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL) per 1 oktober 2011 en 1 oktober 2012 niet correct berekend was door het administratiekantoor. De fout had te maken met de bapo regeling, die bij de overgang van Caso naar RAET niet juist verwerkt was. De GGL is door het administratiekantoor opnieuw berekend en de accountant heeft een herziene Assurance rapportage over de bekostiging voor schooljaar 2012-2013 opgesteld in ingestuurd naar DUO. DUO heeft nog geen uitspraak gedaan over de aanpassing van de bekostiging. De aanpassing van de GGL heeft een voor SALTO positief financieel effect van circa € 145.000 op de bekostiging op schooljaarbasis (2012-2013).
Huisvestingsprojecten Huisvestingsprojecten worden gefinancierd door de gemeente. Daarvoor dienen van tevoren aanvragen te worden ingediend. SALTO heeft vele projecten onder handen. Met de gemeente zijn uitvoeringsafspraken gemaakt over de uitbetaling van termijnbedragen bij grote projecten. Bij kleinere projecten vindt vaak nog bekostiging plaats op basis van ingezonden facturen. De inmiddels toegepaste werkwijze heeft ervoor gezorgd dat SALTO de projecten niet meer voorfinanciert, zodat dit geen nadelig effect heeft op de liquiditeitspositie van SALTO. Grote (nieuw)bouw projecten van scholen, waarbij de school deel uitmaakt van een groter SPIL- centrum, worden in principe door de gemeente uitgevoerd. Voor de kleinere (nieuw)bouwprojecten is SALTO de bouwheer. Eind 2012 is een inhaalslag gemaakt met betrekking tot het afsluiten van projecten. Projecten die al waren opgeleverd en administratief nog open stonden, zijn gereed gemeld bij de gemeente om ook financieel afgehandeld te kunnen worden.
Investeringen Investeringen in onderwijs Leerpakketten (OLP), schoolmeubilair en inventaris, alsmede in apparatuur, worden gedaan ten dienste van het onderwijs op de SALTO-scholen. Alle scholen beschikken over meerjarenbegrotingen om er de jaarlijkse investeringen op te kunnen baseren. Deze investeringsbegrotingen zijn voor een meerjaarse periode vastgesteld (2012-2014) en in de begroting verwerkt. De daadwerkelijke investeringen vinden plaats op basis van deze investeringsbegroting en de behoefte die er is ontstaan. Hierbij wordt tevens de liquiditeitsontwikkeling op bestuursniveau en de resultaatontwikkeling op de school in ogenschouw genomen. Een analyse van de werkelijke investeringen bij de scholen in vergelijking met het in 2011 opgestelde meerjaren investeringsplan (2012-2014) zal in 2013 plaatsvinden, waarna mede naar aanleiding van de begrotingsronde 2013 de investeringsbegroting zal worden herzien.
Treasury verslag Het treasurystatuut van SALTO sluit aan op de “regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010” en is in 2010 vastgesteld door het Bestuur. De algehele doelstelling van het treasurystatuut van SALTO is dat deze de financiële continuïteit van de organisatie waarborgt. In dit statuut is beschreven welke treasurytaken en verantwoordelijkheden van toepassing zijn op SALTO en welke beleidskaders daarbij zijn vastgelegd. Tevens zijn afspraken over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico’s alsmede financierings- en beleggingsvraagstukken vastgelegd. Vanaf 2013 zullen per kwartaal treasuryrapportages opgesteld gaan worden.
27
Huisvesting en Facilitair Binnen Huisvesting worden de zaken geregeld met betrekking tot huisvestingsprojecten, schades en onderhoud. Hierover is geregeld overleg met de gemeente Eindhoven. Daarnaast wordt gewerkt aan een Integraal HuisvestingsPlan met alle schoolbesturen en zijn bijvoorbeeld knellende huisvestingszaken in gezamenlijkheid opgelost (“losse eindjes”). Het grootste deel van 2012 heeft SALTO niet de beschikking gehad over een adviseur Huisvesting en Facilitair. De vacature is per september 2012 op parttime basis ingevuld. Dit heeft tot gevolg gehad dat in 2012 de aandacht voor Huisvesting minder is geweest dan noodzakelijk was.
leerlingenaantal in de stad. Doelstellingen van het nog te ontwikkelen IHP: • Vanuit een totaalvisie het gebouwenaanbod optimaal inzetten voor het onderwijs (inclusief SPIL-voorzieningen); • De spreiding van onderwijsvoorzieningen optimaliseren en structurele leegstand voorkomen; • Afspraken tussen gemeente en schoolbesturen vastleggen in een meerjarig integraal huisvestingsplan (voor de komende 8 jaar); • De exploitatiekosten beheersen; • Inzicht krijgen in de investeringsbehoefte voor de middellange en lange termijn.
Huisvestingsprojecten
MOP
Voor het kunnen realiseren van projecten op het terrein van huisvesting (vervangende nieuwbouw, uitbreiding e.d.) en onderhoud (m.n. onderhoud buitenzijde gebouw) is geld en dus medewerking nodig van de gemeente. Daartoe dient SALTO jaarlijks aanvragen in bij de gemeente. Zij toetst deze aanvragen aan de hand van de gemeentelijke verordening enerzijds en de met schoolbesturen gemaakte beleidsafspraken anderzijds. Ook in 2012 zijn er beschikkingen verstrekt en zijn er diverse werkzaamheden op de scholen uitgevoerd. Tevens heeft SALTO haar afgeronde huisvestingstrajecten ook financieel afgesloten en opgevoerd bij de gemeente. In 2012 zijn de verbouwing voor de uitbreiding van de SPIL-ruimte op de Klapwiek en de uitbreiding van een 17e lokaal bij de Driestam gerealiseerd. Daarnaast zijn een aantal onderhoudsprojecten door SALTO gerealiseerd, welke door de gemeente zijn vergoed. Lopende projecten in 2012 zijn vervangende nieuwbouw bij de Reigerlaan, uitbreiding van de St@rtbaan, nieuwbouw Drents Dorp en vervangende nieuwbouw van ’t Karregat. Bij de Reigerlaan is SALTO bouwheer en bij de andere 3 projecten is de gemeente bouwheer.
In 2012 is een opdracht verstrekt tot het opstellen van een nieuw Meerjaren OnderhoudsPlan (MOP), SALTO breed. In het verleden werd dit door de gemeente opgesteld. In 2012 zijn 8 scholen geïnspecteerd en is er een totaal rapportage aan de hand van beschikbare gegevens opgesteld. De overige scholen zijn in het MOP meegenomen op basis van het oude onderhoudsplan, dat nog door de gemeente in 2008 was uitgevoerd en de in 2011 uitgevoerde quick scan bij alle scholen. Dit geeft ons inzicht in het onderhoud en de daarbij behorende kosten voor 2013 met een doorkijk naar de komende tien jaar. In 2013 zullen de overige scholen geïnspecteerd worden, waarna het onderhoudsplan met de resultaten daarvan, zal worden geactualiseerd.
IHP De gemeente en de schoolbesturen, waaronder SALTO, zijn hard aan het werk om te komen tot een Integraal Huisvestings Plan (IHP) in relatie tot onderwijshuisvesting. Hierbij wordt integraal gekeken naar de staat van de gebouwen, de levensduur en de verhouding vierkante meters in relatie tot het 28
Schades In 2012 zijn door de scholen 56 schademeldingen gedaan op het digitaal Onderwijsloket van de gemeente Eindhoven. Twee keer per jaar kunnen schademeldingen financieel afgehandeld worden. Op 1 april 2012 zijn de schades van de voorafgaande maanden juli tot en met december 2011 gedeclareerd bij de gemeente en op 1 oktober 2012 de schades van de voorafgaande maanden januari tot en met juni. In 2012 is voor ca. € 33.000 aan schadevergoedingen verkregen bij een totaalbedrag van de schades van ca. € 42.000. De schades hadden betrekking op met name brand, inbraak, vandalisme en glas- en waterschade. Een aantal schademeldingen, waaronder een als gevolg van insluiping, zijn afgewezen.
Facilitaire zaken Met de toevoeging van facilitaire zaken bij de werkzaamheden van de adviseur huisvesting streeft SALTO naar een betere coördinatie en bundeling van contracten. Dit onder andere op het gebied van energie, kopieerapparatuur en mobiele telefonie. Door centrale inkoop en aanbesteding zijn besparingsmogelijkheden te realiseren. Dit zal in 2013 verder gestalte krijgen.
29
ICT ICT wordt gecoördineerd door een adviseur ICT. De belangrijkste ICT zaken van 2012 hadden betrekking op VOIP, klassemedia, de SALTO app “gerichte berichten” en Eduscope. In het jaar 2012 zijn alle scholen inclusief bestuursbureau overgestapt op telefonie via VOIP. Daarmee is het benutten van het glasvezelnetwerk door schoolnet Eindhoven, dat in de loop van 2010 in werking is genomen, meer uitgebreid. De website www.klassemedia.nl, voortvloeiend uit het project van schoolnet Eindhoven, is geïntroduceerd en in gebruik genomen. Dit project is opgezet door SALTO en biedt leerkrachten de kans om voorbeelden van goed digibord/touchscreen gebruik te zoeken. Er zijn 8 scholen gestart met de app ”gerichte berichten” als pilot te introduceren bij de ouders. Dit is een app die te downloaden is in de app store en in de market van google om de communicatie tussen ouders en school te verbeteren. Hiermee wil SALTO vooruitstrevend zijn en meer de digitale mogelijkheden benutten om ouders en leerlingen te informeren. Vice versa is de app hiervoor ook geschikt. Zo kunnen ouders bijvoorbeeld berichten over ziekte van hun kind aan de school doorgeven. Eduscope is uitgebreid met de functionaliteit om groepsoverzichten en groepsplannen te kunnen maken. Dit is geïntroduceerd en wordt bij de scholen op aanvraag ingevoerd in het systeem en eigen gemaakt binnen het team. Er zijn op alle scholen digiborden en touchscreens in gebruik, een groep ICT coördinatoren heeft zich geschoold in goed digibord gebruik met de doelstelling om dit in eigen teamverband te verbreden.
30
Bestuursbureau SALTO Vanwege de organisatieomvang van SALTO, met 25 bedrijfsonderdelen (24 scholen en een bestuursbureau), de zorg voor ca. 650 personeelsleden en 6.800 leerlingen, is een bestuursbureau van voldoende omvang en kwaliteit noodzakelijk, zodat alle interne processen en de in- en externe communicatie goed gestroomlijnd zijn. De inzet van het bestuursbureau staat ten dienste van het onderwijs en dient duidelijk meerwaarde te bieden voor het functioneren van de scholen in hun primaire taakstelling, namelijk het geven van goed en adequaat onderwijs conform de missie en visie van SALTO.
Totstandkoming SALTO-bestuursbureau SALTO heeft begin 2004 de stap gezet naar een eigen gehuurd bedrijfspand aan de Odysseuslaan 2 in Eindhoven, waar het bestuursbureau is gevestigd en alle geledingen in de gelegenheid zijn elkaar te ontmoeten en (vergader)faciliteiten hebben. Bovendien draagt dit ertoe bij, dat hiermee de organisatie nog beter als eenheid kan functioneren. SALTO heeft daarmee een onderkomen dat, naast een goede bereikbaarheid, goed geschikt is voor de behuizing van de stafleden inclusief receptiebalie, vergaderruimten, archiefmogelijkheden en parkeervoorzieningen. Het SALTO-bestuursbureau is gehuisvest in een vleugel van het gebouw. De andere vleugel wordt onderverhuurd aan andere onderwijspartners. Vanwege de onderhuur aan de andere partners ontvangt SALTO als hoofdhuurder huurpenningen, waardoor de huisvestingskosten worden beperkt.
Bekostiging SALTO-bestuursbureau De kosten van het bestuursbureau bedragen minder dan 4% van de totale kosten van SALTO. De kosten worden gefinancierd via een bestuursafdracht vanuit de reguliere Rijksbekostiging.
Stafplan Het stafplan heeft een duidelijke verbinding met het strategisch bedrijfsplan. Samengevat zijn de criteria waarmee we rekening moeten houden voor de omvang van het bestuursbureau c.q. wat centraal wordt uitgevoerd: • Voldoende expertise binnen de organisatie; • Efficiency voordelen vanwege de grootte van de organisatie; • Een aantal zaken zijn niet te decentraliseren vanwege de wettelijke (bestuurs) verantwoordelijkheid; • Onnodige risico’s zo veel mogelijk beperken. In verband met de ontwikkelingen bij het bestuursbureau wordt gewerkt aan een nieuw stafplan inclusief deskundigheidsbevordering. Daarbij is ook specifiek aandacht besteed aan de vragen die binnen de besturingsfilosofie van SALTO passen van: “groot waar het moet en klein waar het kan”, waarbij de verantwoordelijkheid daar wordt neergelegd waar deze thuishoort: • Wat dient centraal aangestuurd te worden (vanuit bestuursbureau) en wat decentraal (scholen)? • Wat kan de organisatie zelf doen en wat kunnen we beter uitbesteden? • Wat dient namens het bevoegd gezag of wat namens de schooldirecteur plaats te vinden?
Op het SALTO-bestuursbureau zijn in 2012 de volgende functionaliteiten ondergebracht: De algemeen directeur en secretariaat, bedrijfsvoering, personeel en organisatie, financiën, huisvesting en facilitair, ICT, receptie en conciërge.
31
Jaarverslag 2012 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Hieronder is het verslag van de GMR weergeven over haar activiteiten in 2012. De tekst is integraal overgenomen. Daar waar gesproken wordt van College van Bestuur betreft het de algemeen directeur en waar gesproken wordt van Raad van Toezicht betreft het het bestuur.
Belangrijke ontwikkelingen Vanaf november 2011 is binnen SALTO een interim manager actief. De GMR heeft een groot deel van 2012 (tot 1 oktober) te maken met de interim manager als bevoegd gezag. Met de interim manager werden een aantal zaken voortvarend opgepakt. Hard nodig ook na de tumultueuze periode in het najaar van 2011. Veel aandacht ging uit naar de bestuurlijke vernieuwing binnen SALTO: nieuwe statuten, notitie bestuurlijke inrichting, management contract, profielen College van Bestuur (CvB) en Raad van Toezicht (RvT) werden ter advies aan de GMR voorgelegd. De inhoudelijke voorbereiding van de invulling van een College van Bestuur en Raad van Toezicht resulteerde per 1 oktober 2012 in de aanstelling van Angelica Bus als College van Bestuur. De GMR was actief betrokken (juni/juli) in de sollicitatieprocedure. Ook participeerde de GMR in de Benoemings Advies Commissie (december) voor de invulling van de Raad van Toezicht. Vele maanden drong de GMR aan op een (beter) Arbobeleid waarbinnen ziekteverzuimbeleid en de uitvoering van een Risico Inventarisatie. In 2012 werden deze initiatieven genomen en, om mee te denken, werden beleid en procedures in concept aan de GMR voorgelegd. De interim manager legde een grote productiviteit aan de dag, veelal met notities die aan de GMR werden voorgelegd om inhoudelijk mee te denken en soms ook om advies uit te brengen. De GMR stelde deze openheid, die de GMR voorheen niet kende, zeer op prijs. De interim manager was regelmatig op de GMR vergadering om zijn denkbeelden uit een te zetten. Ook vond er regelmatig, op verzoek van de interim mananger, overleg plaats met het dagelijks bestuur van de GMR. 32
Het professionaliseringsproces van de GMR zelf bleef een belangrijk aandachtspunt met als hoogtepunt de werkbijeenkomst (open mind denken) van 21 augustus met de inspirerende titel: ‘GMR SALTO, een nieuwe start’ onder begeleiding van Daniël Lagarde van Wander. Met de komst van de algemeen directeur wilde de GMR een nieuwe start maken. De ervaringen uit het verleden mochten niet meer meespelen in de nieuwe verhoudingen. Ook wilde de GMR ruimte op de vergaderingen voor het bespreken van actuele thema’s, met de mogelijkheid hierover ongevraagd advies uit te brengen. Met een nieuwe vergaderopzet wordt aan deze wensen voldaan. In september werd kennis gemaakt met het beoogde nieuwe College van Bestuur, Mw. Angelica Bus. Ook Angelica Bus staat een transparante verhouding met de GMR voor. In de laatste periode van 2012 is dit ook gebleken. De GMR gaat met een positieve verwachting het nieuwe jaar in.
Vergaderingen De GMR kwam in 2012 elf keer bijeen, waarvan één bijeenkomst volledig werd ingevuld door de bovengenoemde werkbijeenkomst. Op 28 maart hield de GMR het jaarlijks ‘MR café’ waarbij alle leden van de MR-en van alle scholen betrokken bij SALTO uitgenodigd waren. Dit jaar stond het MR café in het teken van ‘Samenwerken’ op alle niveaus binnen SALTO. Onder bezielende begeleiding van Henk Linssen en Peter Gerrickens werd het een boeiende discussieavond. Het MR café werd gehouden op BS De Bergen.
Onderwerpen De volgende onderwerpen kwamen in dit jaar aan de orde binnen de GMR: Jaarrekening 2010 (positief advies), Ziekteverzuimbeleid en uitvoering RIE (positief advies), begroting 2012 (positief advies), vakantieplanning 2012-2013 (instemming), tussentijdse verkiezingen personeels- en oudergeleding, aanpassing handleiding GMR, passend onderwijs, statuten Stichting (advies), profielschetsen College van Bestuur en Raad van Toezicht (positief advies), Protocol Crisisleerlingen, Notitie Bestuurlijke inrichting, Management statuut en mandaatcontract,
Leonardo Onderwijs, Payroll tijdelijk personeel (geen instemming), benoeming College van Bestuur (positief advies), Meerjaren Bestuurs Formatieplan 2012, Notitie Bestuursvorm, Financieel Jaarverslag 2011 (positief advies), Zorgplan WSNS (positief advies), Flexibilisering formatie, Notitie Inzetbaarheid en resultaten, Medezeggenschap Statuut (instemming), Notitie Personeel addendum begroting, Notitie Ruimte voor vernieuwing werkwijze GMR (instemming), Verkiezingsreglement (vastgesteld), Begroting 2013 (positief advies), Vakantierooster 2013-2014 (positief advies), Resultaat verkiezingen (instemming).
Tot slot Het is duidelijk en begrijpelijk dat het nieuwe College van Bestuur haar stempel op het beleid wil drukken. Het is er dan ook een belangrijke reden voor dat tal van eerdere voorgelegde notities ingetrokken werden en in de komende periode in verbeterde vorm opnieuw voorgelegd zullen worden. De GMR spreekt haar waardering uit voor de doortastende aanpak en kijkt met het volste vertrouwen naar de toekomst.
Irene Klaassens- Lambriex, voorzitter GMR Rein Constant, vicevoorzitter GMR
33
Ontwikkelingen na 31-12-2012 De toekomst van SALTO Na een terugblik op het jaar 2012, nu een vooruitblik op de ontwikkelingen vanaf 2012 gebaseerd op “Lopen, rennen vliegen, ….. SALTO in beweging”, de 100 dagen notitie van Angelica Bus, de nieuwe algemeen directeur/voorzitter College van Bestuur.
Binnen SALTO heerst vooral nog een sfeer waarin nog onvoldoende in gezamenlijkheid vorm is gegeven aan de totale organisatie, mede ingegeven doordat veel medewerkers zich vanuit een onveilige werksetting hadden teruggetrokken op hun eigen scholen of afdelingen. Vele wisselingen in de top van de organisatie, waardoor er op verschillende wijzen werd gestuurd, veroorzaakten deze status. De komende jaren zijn nodig om de gewenste en noodzakelijke duurzame veranderingen voor SALTO te realiseren, om daarmee onze organisatie nog steviger op de kaart te zetten, tot een organisatie die ertoe doet. Binnen gezamenlijke SALTO-kaders zal (onderwijskundig school) leiderschap nader vorm krijgen, als trekkers van de organisatieontwikkeling. Hierbij zijn de volgende issues richtinggevend: klantgerichtheid, vrijheid in gebondenheid, samenwerken, resultaatgerichtheid, verantwoording geven en afleggen en respect.
(kernwaarden/dna) zal het fundament van de organisatie steviger neer moeten worden gezet. Dit fundament zal worden gevormd door een goede bedrijfsvoering geënt op de inrichtingsniveaus bestuur, toezicht, management en centrale ondersteuning. Uitgangspunt vormt het gegeven dat het College van Bestuur besluitvormend is, geadviseerd door het management en zo nodig andere stakeholders zoals ouders, GMR, Raad van Toezicht en gemeente. Het ligt als zodanig voor de hand de structuur van commissies op te heffen en te werken met projectmatige, divers samengestelde werkgroepen, waarin op basis van kennis beleidsvoorbereidend meegedacht wordt over issues die voor SALTO van belang zijn. De tot 2012 bekende commissies zijn daarmee beëindigd. Gezien de ervaren en beleefde onveiligheid zal vooralsnog de algemeen directeur alleen leidinggeven aan de totale organisatie, waarbij in ieder geval in 2013 en in 2014 ondersteuning wordt verkregen vanuit een tweetal programmamanagers, bedrijfsvoering en onderwijs. Dit is gewenst gezien het grote aantal issues dat de afgelopen jaren is blijven liggen en op korte termijn opgepakt moet worden. Voor het eindplaatje zal een platte organisatiestructuur nodig zijn, waarin zowel bottom up als top down (in de 8) wordt samengewerkt.
Cultuur en structuur
Leerlingen en medewerkers
Binnen SALTO zal eerder sprake zijn van onderwijskundig leiders, die tevens zorg dragen voor het personeelsmanagement binnen hun school, dan van integraal leidinggevenden. Het is raadzaam om ook een goed beeld te krijgen van de kwaliteiten van de directeuren. Verdere professionalisering middels een MD traject is daarbij noodzakelijk, om daarmee iedereen vanuit een zelfde basis te kunnen laten ervaren welke rol het beste past. Na een nadere analyse kan een besluit genomen worden over de voor SALTO ideale inrichtingswijze. Een recent uitgezette opdracht aan de werkgroep kleine scholen, om aanvullend beleid te maken en hierin tevens het vraagstuk van meerschoolse directies te betrekken, zal begin 2013 worden opgeleverd.
Leerlingen toe te rusten voor de 21ste eeuw betekent leerlingen leren te leren; leerlingen te leren in de wereld van onbeperkte toegang tot informatie, deze informatie op waarde en relevantie te kunnen schatten en te leren om in samenwerking met elkaar zaken te realiseren. Uitdagende en nieuwe onderwijsvormen zullen daartoe binnen SALTO een plek moeten krijgen. Daarbij kan worden gedacht aan sluitende dagarrangementen, scholen waarbij sport, bewegen en gezonde leefstijl de basis vormen, maar ook de optie om scholen 52 weken per jaar open te laten zijn, waardoor een langere contacttijd ontstaat en mogelijkheden om docenten zelf hun verlofmomenten te laten kiezen en bijvoorbeeld totaal ICT georiënteerde scholen. SALTO zal daarbij moeten leren om out of the box naar concepten te kijken. Om te kunnen functioneren in een wereld, die gedomineerd wordt door kennis, is het een voor-
Organisatie
Op basis van een gezamenlijke koers en met de juiste set van kennis, vaardigheden en attitude 34
waarde dat alle leerlingen binnen hun (cognitieve) mogelijkheden minimaal een adequaat taal- en reken niveau hebben, op het moment dat zij het funderend onderwijs verlaten op weg naar vervolgonderwijs. Dat betekent dat onze leerlingen minimaal moeten kunnen voldoen aan de door het ministerie gestelde referentieniveaus en hun talenten maximaal ontwikkelen. Dat betekent onderwijs op maat, passend onderwijs voor iedereen, ook voor de leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte, daar waar nodig gefaciliteerd door derden. Dit alles betekent dat we van leerkrachten verwachten, dat zij die professionele kwaliteit hebben, leerlingen maximaal cognitief uit te dagen in een inspirerende leeromgeving. De programmamanager onderwijs zal een prominente rol vervullen in de vorming en ontwikkeling van het onderwijs en van de leerkrachten. Naast dit alles spelen ook de demografische ontwikkelingen een belangrijke rol. Weliswaar zullen de leerlingenaantallen tot 2015 in Eindhoven nog stijgen c.q. stabiliseren, maar de samenleving vergrijst. Op basis van een nadere marktanalyse zal de koers voor SALTO voor de komende jaren vastgesteld worden. Deze externe verkenning moet het beeld schetsen voor de verdere ontwikkeling van SALTO voor de komende jaren.
Systemen Een duurzame bedrijfsvoering is onontbeerlijk. Het op orde brengen van de ondersteuningsfuncties en specifiek de financiële en personele administraties, gekoppeld aan een goede organisatiebrede ICT (infra)structuur (b.v. digitaal factureren, internet incl. PR, intranet), hebben daarbij absolute prioriteit. SALTO zal tevens een slag moeten maken om met minder middelen hogere prestaties te kunnen leveren. Vanuit een projectstructuur met programmamanagers zal zowel voor het onderwijs als de totale bedrijfsvoering gekeken moeten worden, welke winstpunten er te behalen zijn. Financiële middelen die vrijgespeeld kunnen worden (bijvoorbeeld door centrale inkoop, het handiger en efficiënter werken, beter ziekteverzuimbeleid etc.) worden heraangewend in en voor het onderwijs, om daarmee ook te kunnen innoveren. Innovatieve projecten worden (financieel) ondersteund en omarmd. Belangrijke issues op korte termijn zullen in ieder
geval worden gedomineerd vanuit wet- en regelgeving, denk daarbij onder andere aan passend onderwijs, de wet Oke, Vensters voor verantwoording PO, opbrengst gericht werken, krimp en daaruit voortvloeiende concurrentie tussen scholen en besturen en het bestuursakkoord.
Maatschappelijke omgeving SALTO zal in 2013 ook de laatste stap zetten in het proces van scheiding tussen besturen en toezicht houden. Ouderbetrokkenheid krijgt op dit moment nog onvoldoende systematisch de aandacht en wordt naast het centrale GMR niveau vooral op schoolniveau vorm gegeven. Weliswaar is het van belang om de niveaus tussen meedenken en meebeslissen steeds helder te formuleren (zeggenschap versus medezeggenschap), maar door het gebruiken van klanten als klankbord, kan steeds worden afgestemd met de gebruikers en de koers mede worden vormgegeven.
Samen op weg Het streven is er op gericht om de organisatie binnen de geschetste termijn van 3 tot 4 jaar ketengericht te laten functioneren (waar iedereen in de keten streeft naar een maximale toegevoegde waarde, van de juiste persoon op het juiste moment en waarbij innovatie voorop staat). Dit alles om als organisatie ook maatschappelijk verantwoord bezig te zijn en SALTO op de kaart te zetten. Redenerend vanuit de grootste risico’s is het absoluut noodzakelijk om de bedrijfsvoerings- en wet- en regelgevingaspecten op korte termijn nader op te pakken. Denk daarbij aan het invullen van benodigde deskundigheid, inrichtingen van systemen (Personeel, financieel en ICT), adequaat ziekteverzuim beleid, mandaat en procuratie, RI&E en huisvestingsvraagstukken, naast het bestuursakkoord en de functiemix. Omdat de organisatie, de scholen en de medewerkers in verschillende ontwikkelfasen zitten, zowel collectief als individueel, heeft het plan de titel ‘lopen, rennen, vliegen …..’. Zolang wij met elkaar oog hebben voor ieders talenten en daarop elkaar reflecteren staat SALTO een mooie toekomst te wachten.
35 5
Balans en Exploitatierekening SALTO Balans SALTO 31-12-2012
Activa
31-12-2012
31-12-2011
Passiva
31-12-2012
31-12-2011
Materiële vaste activa
5.662.220
5.841.999
Eigen vermogen
11.162.874
11.136.551
Financiële vaste activa
5.724.547
5.292.247
Voorzieningen
2.631.785
2.314.210
Vorderingen
2.559.189
3.339.221
Langlopende schulden
25.703
50.457
Liquide middelen
3.673.378
4.130.799
Kortlopende schulden
3.798.972
5.103.048
Totaal activa
17.619.334
18.604.266
Totaal Passiva
17.619.334
18.604.266
Exploitatierekening SALTO 2012 Realisatie
Begroting
Verschil
Realisatie
2011
2012-2011
33.008.391 613.591 2.123.114 35.745.096
32.170.760 1.786.178 2.193.599 36.150.537
837.631 -1.172.587 -70.485 -405.441
32.112.607 3.400.716 2.082.753 37.596.076
895.784 -2.787.125 40.361 -1.850.980
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
29.748.813 812.147 2.484.446 3.149.303 36.194.709
28.950.317 827.166 2.476.409 4.211.385 36.465.277
798.496 -15.019 8.037 -1.062.082 -270.568
30.691.058 730.967 2.810.090 5.289.687 39.521.802
-942.245 81.180 -325.644 -2.140.384 -3.327.093
Saldo baten & lasten Financiële baten & lasten
-449.613 475.936
-314.740 258.333
-134.873 217.603
-1.925.726 453.562
1.476.113 22.374
26.323
-56.407
82.730
-1.472.164
1.498.487
2012
2012
Verschil
Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
Lasten
Nettoresultaat
Bestemming van het resultaat
36
Resultaat 2012
Algemene reserve (publiek)
64.778
Bestemmingsreserves (publiek): Reserve MR/GMR
-10.305
Bestemmingsreserves (privaat): Reserve voortgangsimpuls
-28.150
Totaal resultaat
26.323
Bestemming van het resultaat Door het bestuur zal bij de vaststelling van de jaarrekening een besluit genomen moeten worden voor de bestemming van het behaalde resultaat. Het voorstel is om het resultaat over 2012 aan de reserves van SALTO toe te voegen. Van het resultaat heeft een deel betrekking op kosten die gemaakt zijn uit hoofde van bestemmingsreserves. Deze kosten zullen daarom uit de bestemmingsreserves worden onttrokken. Uit de bestemmingsreserve MR/GMR zal daarom €10.305 worden onttrokken en €28.150 uit de bestemmingsreserve voortgangsimpuls. Aan de publieke algemene reserve zal per saldo een bedrag van €64.778 worden toegevoegd.
Kasstroomoverzicht en financiële kengetallen 2012
Saldo baten en lasten
2011
-449.613
-1.925.726
Afschrijvingen
812.147
727.998
Mutaties voorzieningen
317.575
702.737
Mutaties vorderingen
780.032
-1.865.136
-1.304.076
1.027.574
Ontvangen interest
475.936
453.562
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
632.001
-878.991
Investeringen in materiële vaste activa
-648.136
-1.327.458
15.768
10.712
-432.300
-334.457
-24.754
-66.770
-457.421
-2.596.964
Mutatie kortlopende schulden
Desinvesteringen in materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa Aflossing langlopende schulden Mutatie liquide middelen
Financiële kengetallen Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit, kapitalisatiefactor en het weerstandsvermogen hanteert SALTO onderstaande kengetallen. Door een wijziging in de rubricering in de exploitatierekening en balans in 2012 zijn de kengetallen van 2011 vergelijkbaar gemaakt aan de kengetallen van 2012 en wijken licht af van die uit het jaarverslag van 2011.
Kengetal
2012
2011
78,3
Signaleringsgrens Commisie Don ondergrens
bovengrens
72,3%
20%
n.v.t.
1,6
1,5
0,5
1,5
0,1%
-3,9%
0%
5%
Kapitalisatiefactor
48,6%
48,9%
Weerstandsvermogen
16,7%
16,5%
Financiële buffer
19,4%
18,5%
Solvabiliteit Liquiditeit Rendabiliteit
35% n.v.t.
n.v.t. 5%
Solvabiliteit: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen; De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De solvabiliteit van SALTO geeft aan dat 78,3% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves 37
en voorzieningen bestaat. Dit houdt in dat slechts 21,7 % van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd vermogen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de vermogenspositie van SALTO goed is en SALTO in staat is om aan haar verplichtingen op langere termijn te kunnen voldoen. Liquiditeit: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden; De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. De liquiditeitsratio geeft aan dat 1,6 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen, crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva. SALTO heeft op 31 december 2012 de beschikking over € 3.673.378 aan liquide middelen en heeft daarnaast € 2.559.189 openstaan aan nog te ontvangen bedragen. Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden die binnen één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 3.798.972. De liquiditeitspositie van SALTO is hierdoor nog steeds goed te noemen.
De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is, dit om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Deze ratio geeft aan dat SALTO ruim boven de signaleringsgrens van de Commissie Don zit. SALTO heeft bewust gekozen om een deel van de opbrengsten uit de beleggingen te gebruiken voor incidentele zaken voor projecten en innovatie. Hierdoor kunnen er meer middelen aan het Onderwijs besteed worden. Weerstandsvermogen: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW; Het weerstandsvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene, tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico’s, op te vangen. Het weerstandsvermogen bij SALTO is ten opzichte van 2011 toegenomen. Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de planning & control cyclus blijven altijd restrisico’s achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten hiervan heeft SALTO voldoende weerstandsvermogen.
Financiële buffer: Het geld dat het bestuur ter beschikking heeft om reëel denkbare financiële Rentabiliteit: Resultaat gedeeld door de totale risico’s te ondervangen; baten (inclusief rentebaten); De financiële buffer volgens berekeningen toont aan De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een dat SALTO een grote buffer heeft. Zie ook hetgeen positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in hierover is beschreven in het hoofdstuk Financiën en relatie tot de totale baten, ofwel hoeveel procent Planning & Control onder Onderzoek inspectie. van de totale opbrengsten omgezet wordt in het uiteindelijke resultaat. SALTO heeft van de totale opbrengsten (inclusief rentebaten), te weten € 36.221.032, een positief resultaat behaald van € 26.323. Dit houdt in dat 0,1% van de baten wordt omgezet in het uiteindelijke resultaat. In vergelijking met vorig jaar is de ratio licht gestegen, hetgeen aangeeft dat in het jaar 2012 procentueel minder kosten zijn verantwoord dan in het voorafgaande jaar 2011. Kapitalisatiefactor: De activazijde van de balans minus de materiële vaste activa, betreffende onroerende goederen gedeeld door de totale baten;
38
Toelichting op de balans en exploitatierekening 2012 Grondslagen De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. De rubricering is aangepast inzake Overige Baten betreffende uitkeringen Ziektewet en uitkeringen Risicofonds. Deze zijn in deze jaarrekening 2012 als uitkeringen gepresenteerd onder Personele Lasten. Verder zijn de meerkosten nieuwbouw Vuurvlinder in de jaarrekening 2011 nog opgenomen als schuld en de gemaakte kosten als vordering. Omdat dit één project is, is in de jaarrekening 2012 deze schuld gesaldeerd met de vordering. Hierdoor zijn de vergelijkende cijfers van 2011 in deze jaarrekening aangepast ten opzichte van de cijfers vermeld in de jaarrekening 2011. Dit heeft ook gevolgen op de gehanteerde kengetallen.
Toelichting op de balans De materiële vaste activa, die voornamelijk bestaan uit inventaris en apparatuur en leermiddelen, zijn in 2012 licht gedaald. De investeringen (€ 648.136) waren beduidend lager dan begroot (€ 1.168.075) en ook lager dan de afschrijvingen (€ 812.147) . De lagere investeringen heeft zich in alle categorieën voorgedaan en zijn deels uitgestelde investeringen, in verband met latere oplevering van nieuw- of verbouwtrajecten. De financiële vaste activa bestaan uit beleggingen in de vorm van obligaties. Er wordt uitsluitend belegd in obligaties van maatschappelijk verantwoorde instellingen. Dit in overeenstemming met de wensen van het bestuur. De beheerder van de beleggingen heeft een statuut inzake maatschappelijk verantwoord beleggen opgesteld. De beleggingen voldoen aan de criteria van de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010”. De boekwaarde is in 2012 met ca. 8% gestegen. Dit ondanks het defensieve beleggingsbeleid.
De vorderingen zijn in vergelijking met 31 december 2011 afgenomen vooral door vorderingen op de gemeente met betrekking tot huisvestingsprojecten. De liquide middelen zijn in 2012 afgenomen. Dit komt met name doordat de financiële baten van beleggingen geïnvesteerd zijn in nieuwe beleggingen en niet aan de liquide middelen zijn toegevoegd. Het eigen vermogen, dat bestaat uit publieke en private reserves is toegenomen met het positieve resultaat over 2012 tot € 11.162.874. De voorzieningen bestaan naast een onderhoudsvoorziening voor gebouwen uit een voorziening voor jubileumuitkeringen en een voorziening personeel. Uit de voorziening onderhoud gebouwen is in 2012 niet veel aan onttrokken, voornamelijk als gevolg van minder activiteiten wegens het feit dat een groot deel van 2012 de vacature voor de bestuursadviseur Huisvesting nog niet was ingevuld. Aan de voorziening is een extra dotatie gedaan van € 162.222, om in de komende jaren het benodigde onderhoud aan gebouwen uit te kunnen voeren volgens het meerjaren onderhoudsplan. De voorziening voor jubileumuitkeringen heeft een hogere onttrekking gekend dan dotatie, als gevolg van de personeelopbouw en effecten van vertrek van boventallig personeel. Per 31 december 2012 is een deel besteed van de in 2011 gevormde voorziening personeel om het boventallige personeel af te kunnen laten vloeien. In 2013 zal deze voorziening verder worden afgebouwd. De langlopende schulden zijn afgenomen door opname van spaarverlof in 2012. De kortlopende schulden zijn met € 1,3 miljoen gedaald door een lagere crediteurenpositie per einde boekjaar, voornamelijk betrekking hebbend op de gemeente.
39
Toelichting op de exploitatierekening Het gerealiseerde resultaat van € 26.323 is positiever dan begroot (€ -56.407). Daarmee is de trend van negatieve resultaten over de afgelopen jaren doorbroken. Dit resultaat zal worden toegevoegd aan de reserves. Het positieve resultaat werd mede veroorzaakt door hogere financiële baten, lagere huisvestingslasten, lagere overige instellingslasten en anderzijds door een extra dotatie aan de voorziening onderhoud. De € 0,8 miljoen hogere personele lasten dan begroot worden gecompenseerd door hogere Rijksbijdragen. In overleg met de accountant is besloten de huisvestingsprojecten (ontvangsten van de gemeente en de uitgaven daarvoor) met ingang van 01-01-2012 niet meer via de resultatenrekening te laten verlopen, maar via een balanspost. Dit geldt ook voor de vergoedingen van de gymzalen en de kosten die daarvoor betaald worden. Het bestuur ontvangt van de “reguliere” opbrengsten ca. 92% van het rijk, ca. 2% van de gemeente en ca. 6% van derden. Deze verdeling is vergelijkbaar aan die in 2011, al zijn de inkomsten derden toegenomen als gevolg van een inhaalslag in facturering naar SPIL-partners. De Rijksbijdragen zijn hoger dan begroot. Dit komt naast indexering voornamelijk door hogere inkomsten prestatiebox, niet begrote inkomsten rekenen en taal en meer inkomsten voor rugzakkinderen. De overige overheidsbijdragen bestaan uit opbrengsten van de gemeente. Het verschil ten opzichte van de begroting 2012 (€ 1,2 miljoen) wordt veroorzaakt door voornoemde wijziging in verantwoording van de vergoeding voor huisvestingsprojecten en gebruik van gymzalen. De overige baten waren iets lager dan de begroting en vergelijkbaar met die baten over 2011. Het verschil ten opzichte van de begroting betrof onder meer enerzijds hogere inkomsten van WSNS, meer doorberekende servicekosten aan SPIL-partners en anderzijds lagere ouderbijdragen en overblijfgelden en lagere overige uitkeringen en subsidies.
40
De stijging van de personele lasten ten opzichte van de begroting van ca. € 0,8 miljoen is voornamelijk een gevolg van de hogere kosten uitbesteed werk (€ 0,5 miljoen). Daarnaast is een stijging in de loonkosten te zien als gevolg van hogere werkgeverslasten (stijging pensioenpremie en sociale lasten) van € 0,2 miljoen. De daling ten opzichte van 2011 komt doordat in 2011 een voorziening personeel in verband met boventalligheid was gevormd van € 0,8 miljoen en door een lichte daling van het aantal medewerkers. De afschrijvingen zijn in overeenstemming met de begroting en 11% hoger dan in 2011 als gevolg van de investeringen van de afgelopen jaren. De afname van de huisvestingslasten komt met name doordat de kosten voor het gebruik van de gymzalen in 2011 en in de begroting 2012 hier werden verantwoord (ca. 0,3 miljoen). In 2012 is deze als balanspost met de vergoeding daarvoor van de gemeente verwerkt. Feitelijk is er sprake van hogere lasten dan begroot door hogere energiekosten (€ 0,1 miljoen) en meer klein onderhoud (€ 0,1 miljoen), alsmede door de extra dotatie aan de voorziening onderhoud (€ 0,2 miljoen). De overige instellingslasten zijn € 1,1 miljoen lager dan de begroting en dan die in 2010. Dat voornamelijk als gevolg van de huisvestingsprojecten (begroot € 0,9 miljoen) die in 2012 tezamen met de vergoeding daarvoor van de gemeente als balanspost zijn opgenomen. Ondanks hogere juridische kosten van ruim € 0,1 miljoen zijn feitelijk de overige instellingslasten lager dan begroot. Dit door lagere kosten voor materiaalverbruik op scholen (€ 0,2 miljoen) en lagere kosten uit ouderbijdragen en overblijven. De financiële baten en lasten waren hoger dan begroot en vergelijkbaar met die in 2011. De toename is een gevolg van een voorzichtig ingeschatte begroting en een goed beheer van de beleggingsportefeuille.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen SALTO heeft een claim lopen en ingediend bij de gemeente Eindhoven, welke niet in de balans is opgenomen. Dit betreft de door SALTO gemaakte extra huisvestingskosten voor de nieuwbouw van de SALTO-basisschool de Vuurvlinder, welke zijn gemaakt als gevolg van procedurefouten door de gemeente bij de nieuwbouw, waardoor de nieuwbouw die al was gestart, enige tijd heeft stilgelegen. In 2012 is dit nieuwbouwproject administratief afgesloten, waarna een claim bij de gemeente Eindhoven is ingediend. Hierover zijn in het lopende jaar 2012 nog geen verdere uitspraken gedaan.
41
Toekomstparagraaf Begroting 2013 De begroting 2013 is tot stand gekomen door samenvoegingen van de schoolbegrotingen en de begroting voor het bestuursbureau voor het kalenderjaar 2013. Deze begrotingen zijn opgesteld op basis van het begrotingsmodel van de POraad. Dit in tegenstelling tot de samengevoegde begroting 2012, die op 3 deelbegrotingen was gebaseerd, waarvan 2 op schooljaar (formatie en
BPA) en 1 op kalenderjaar (MI). In oktober 2012 is besloten om ten behoeve van de inzichtelijkheid, duidelijkheid en beheersbaarheid het toenmalige begrotingsprincipe los te laten en terug te gaan naar een begroting op kalenderjaar. De door het bestuur in januari 2013 vastgestelde begroting 2013 (en door de GMR voorzien van een positief advies) is sluitend.
Realisatie
Begroting
33.008.391
32.145.334
613.591
2.705.831
2.123.114
2.271.033
35.745.096
37.122.198
29.748.813
30.794.864
812.147
877.731
Huisvestingslasten
2.484.446
2.200.660
Overige instellingslasten
3.149.303
3.248.943
36.194.709
37.122.198
-449.613
0
475.936
0
26.323
0
Begroting SALTO 2013
2012
2013
Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten & lasten Financiële baten & lasten Nettoresultaat
Voor het financieel beleid van 2013 gelden de volgende kaders: • Het beleid is gericht op de inkomsten zoveel mogelijk in te zetten voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs; doelmatigheid en doeltreffendheid zijn hier leidend; • Het PO-raad model is gehanteerd als begrotingsmodel; • Allocatie en doorbelasting gaan volgens vooraf afgesproken regels. Het financieel verdeelmodel van de begroting 2012 is daarbij zoveel als mogelijk toegepast voor de begroting 2013. 42
Daarin is aangegeven welke vergoedingen naar de scholen worden doorgegeven en welke vergoedingen bovenschools blijven. Begrotingen zijn taakstellend en zo veel als mogelijk sluitend voor de afzonderlijke scholen, dit geldt ook voor de begroting op bestuursniveau SALTO; • Schooldirecteuren zijn verantwoordelijk voor de realisatie van de schoolbegroting. Met de directeuren zijn per school begrotingsafspraken gemaakt en vastgelegd; • Een intensieve sturing op de realisatie zal plaatsvinden.
Voor 2013 geldt het volgende financieel regime: Het beleid richt zich op een evenwicht in de baten en de lasten over 2013. Dus een sluitende begroting 2013 en een positieve jaarrekening. Dit is in 2013 nog niet gelukt via een sluitende begrotingen per school en/of bestuursbureau, hoewel dat wel het beoogde uitgangspunt was, maar vooralsnog door ‘saldering’ van onderliggende school/ bestuursbureaubegrotingen. Voor enkele scholen was het onmogelijk om in 2013 een sluitende begroting te realiseren. Vervolgafspraken met de directeuren van de scholen staan daartoe in 2013 gepland. Een tweede beleidsontwikkeling betreft de bekostigingsgrondslag van de bestuurskosten. De kosten ‘bestuur en beheer’ zijn inbegrepen in de reguliere bekostiging, de zogenaamde lumpsum. Hiervoor is een bestuursafdracht opgenomen in de begroting. De rente-inkomsten worden buiten de reguliere baten en lasten gehouden. Deze worden aangewend ten behoeve van projecten en innovatie. Hiermee wordt voorkomen dat fluctuerende, incidentele inkomsten worden vertaald in structurele, personele verplichtingen. In de begroting zijn de financiële baten en de aanwending daarvan aan elkaar gelijk, waardoor het saldo ervan € 0 is. De afgelopen jaren liet de jaarrekening telkens een exploitatietekort zien. Om meer greep te krijgen op de financiën en het beheer zijn een aantal maatregelen getroffen: • Eén begroting op kalenderjaarbasis teneinde de inzichtelijkheid en beheersbaarheid te vergroten; • Ingebouwde buffers zoals een marge op de werkgeverslasten van 5% bij de scholen, inzet rente-inkomsten in projectgelden, inhuur van externen en tijdelijke ondersteuning voor processen op het bestuursbureau; • Afstemming van de aanwezige formatie met het personeelssysteem RAET, waarbij “zwevend personeel” weer op de school is teruggeplaatst; • Afspraken zijn gemaakt om processen te verbeteren via minder schijven, duidelijke beschrijving van de processen, verantwoordelijkheden helder aangeven (RAET, Dyade, SALTO, AO/IC, mandaat (in 2013: Raad van Toezicht/College van Bestuur); • Bij de scholen zijn alleen zekere inkomsten in de begroting opgenomen. Verwachte groeitellingen na januari 2013 zijn niet in de begroting opgenomen, maar worden meegenomen na realisatie van
de groei en pas ingezet als de financiën van de school dat op dat mogelijk maken. Een uitzondering is gemaakt voor de groeischool de St@rtbaan, waarvan de inkomsten van groei wel in de begroting zijn opgenomen; • Niet langer worden incidentele gelden/inkomsten omgezet in structurele, personele verplichtingen in de vorm van formatie-uitbreiding. In het verleden zijn door inzet van de incidentele gelden de formatieve verplichtingen in relatie tot leerlingenaantallen en inkomsten uit balans geraakt; • Strakkere tussentijdse sturing/IC door monitoring via klantenteams P en F, maandelijkse besprekingen met directeuren, kwartaalbespreking in DO, kwartaalbespreking met College van Bestuur en in Raad van Toezicht en (zonodig) bijstelling van de begroting na het 2e kwartaal 2013.
Risico’s bij de begroting In de begroting worden een aantal risico’s onderkend, waarop zo mogelijk al is ingespeeld. • Op een vrij laat moment is besloten om voor de begroting 2013 het begrotingsmodel van de PO-raad toe te passen. Alle aandacht is daarbij gegaan naar het verkrijgen van een realistische begroting voor het kalenderjaar 2013. Als gevolg van de organisatorische ontwikkelingen, die in 2012 hebben plaatsgevonden en veranderingen die daarbij plaats vonden en nog gaan plaatsvinden, was het niet mogelijk een beleidsrijke meerjarenbegroting, voor de jaren 2014-2016. Een nieuwe beleidsrijke meerjarenbegroting voor de jaren 2015-2018 zal met het opstellen van de begroting 2014 worden gerealiseerd. • De begroting is gebaseerd op werkelijke leerlingaantallen. Zowel in de reguliere rijksinkomsten als voor groei en rugzakkinderen. • In de loonkosten is een buffer opgenomen om tegenvallers op te kunnen vangen. Dit door een opslag op de werkgeverslasten. Hiermee worden financiële risico’s op loonkosten beperkt. • Bij het wegvallen van impulsmiddelen en LGFinkomsten vanaf 2014-2015 is mogelijk een verdere afbouw van fte noodzakelijk. Deze dient in realiteit eerst nader geanalyseerd en dan gerealiseerd te worden. • De rente-inkomsten zijn buiten de reguliere baten en lasten gepresenteerd in de begroting. Deze zullen worden ingezet voor projecten.
43
Aandachtspunten Aspecten die in 2013 aandacht zullen krijgen hebben ondermeer betrekking op: • Afronding overgang naar College van Bestuur en Raad van Toezicht model; • Het verlagen van het ziekteverzuimpercentage; • Een analyse van de werkelijke investeringen bij de scholen in vergelijking met het in 2011 opgestelde meerjaren investeringsplan (2012-2014); • Het opstellen van nieuwe maandrapportages, die aansluiten op de nieuwe vereenvoudigde begrotingsstructuur; • Het opstellen en toepassen van ratio’s in de monitoring van scholen; • Het instellen van klantenteams om betere monitoring en sturing te verkrijgen; • Het opzetten van kwartaal treasury rapportages; • Verdere versterking van het totale bestuursbureau; • Verdere invoering van de functiemix; • Het verder invulling geven aan het risicomodel “Risico’s in beeld” van de PO-raad.
44
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het College van Bestuur van Stichting Scholen voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven. De in dit jaarverslag 2012 op pagina 36 opgenomen balans en staat van baten en lasten met betrekking tot het jaar 2012 van Stichting Scholen voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven te Eindhoven zijn ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening 2012 van Stichting Scholen voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 6 juni 2013.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opstellen van de balans en staat van baten en lasten. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als bestuur noodzakelijk acht om het opstellen van het overzicht mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de balans en de staat van baten en lasten op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het overzicht geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in het overzicht. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van
het inschatten van de risico’s dat het overzicht een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel Naar ons oordeel zijn de in dit jaarverslag opgenomen balans en staat van baten en lasten over het jaar 2012, in alle van materieel zijnde aspecten, op de juiste wijze ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening 2012 van Stichting Scholen voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs.
Basis voor financiële verslaggeving en beperking in gebruik en verspreidingskring Wij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van Stichting Scholen voor Algemeen Toegankelijk Onderwijs en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle de balans en staat van baten en lasten dienen te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op 6 juni 2013 verstrekte goedkeurende controleverklaring. De controleverklaring (of delen daarvan) mag daarom, zonder onze uitdrukkelijke schriftelijke toestemming vooraf, niet in welke vorm dan ook aan derden ter beschikking worden gesteld. Wij aanvaarden derhalve geen aansprakelijkheid jegens derde partijen die inzage krijgen in deze verklaring of deze verklaring in handen krijgen. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel. Utrecht, 6 juni 2013
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door M.H.A. Bauman RA
45
Kengetallen scholen: Leerlingen aantallen datum
aantal leerlingen 4 -7 jaar
aantal leerlingen va. 8 jaar
aantal groepen
aantal CVI beschikkingen
aantal leerlingen naar sbo
13BP ‘t Karregat
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
136 143 163
132 125 127
14 14 14
1 3 2
0 2 3
0 2 0
13HD Louis Buelens
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
86 76 76
85 85 84
9 8 8
2 3 2
1 0 1
2 3 0
13MG De Opbouw
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
146 151 165
111 111 128
12 12 13
1 2 3
2 3 0
0 0 0
13RA Drents Dorp
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
55 48 45
49 43 39
7 6 5
2 1 3
0 0 0
0 0 0
13YM De Hobbitstee
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
91 90 91
83 83 80
8 8 8
1 1 3
0 0 1
0 1 0
14BT Cornelis Jetses
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
117 122 123
118 115 117
12 11 11
1 0 0
0 1 1
0 0 0
14EV De Ontmoeting
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
166 148 138
163 168 155
14 14 13
6 7 2
1 3 1
0 0 0
14HO De Klapwiek
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
169 155 172
167 165 167
15 15 14
7 4 2
3 0 1
0 1 0
17KZ De Driesprong
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
82 86 73
80 75 83
10 9 9
5 0 1
5 0 0
0 1 0
17LW De Driestam
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
196 194 204
176 182 198
16 16 17
3 3 5
0 0 0
0 1 0
17NO Hanevoet
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
134 138 123
123 128 132
12 12 12
3 2 3
0 1 0
1 0 0
17NZ De Klimboom
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
196 215 205
168 165 167
15 15 15
10 7 8
0 1 3
2 1 3
School
46
aantal leerlingen naar so
Leerlingen aantallen vervolg datum
aantal leerlingen 4 -7 jaar
aantal leerlingen va. 8 jaar
aantal groepen
aantal CVI beschikkingen
aantal leerlingen naar sbo
17PF Floralaan
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
285 278 270
272 284 295
23 23 23
2 5 7
2 0 1
0 1 0
17PU De VierRing
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
71 71 68
90 64 54
7 7 6
6 4 1
5 2 1
1 0 2
17QK De Tempel
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
105 92 94
139 116 111
11 11 10
8 5 6
0 2 2
0 1 2
17RM De Trinoom
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
270 264 265
288 284 288
22 22 21
18 19 30
0 5 3
1 0 0
17RY Reigerlaan
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
224 220 223
209 213 208
17 17 17
4 15 21
0 0 1
2 0 0
21MZ De Zevensprong
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
66 56 49
86 90 69
10 11 8
3 8 2
1 1 0
0 1 2
21NA De Bergen
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
86 96 98
86 82 93
8 8 8
1 1 0
1 1 0
0 1 0
23RA De Hasselbraam
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
123 128 119
132 135 136
11 11 11
1 2 3
0 1 1
0 0 0
24AD De Vuurvlinder
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
197 186 192
198 201 205
18 17 16
5 5 1
0 0 1
0 1 4
26PL De St@rtbaan
1-10-2010 1-10-2011 1-10-2012
369 394 402
157 205 261
23 28 28
4 6 4
1 2 2
1 1 1
School
aantal leerlingen naar so
47 5
Leerlingen aantallen vervolg datum
aantal leerlingen
aantal groepen
aantal CVI beschikkingen
aantal leerlingen naar so
1-10-2010
148
10
30
2
1-10-2011
146
10
29
4
1-10-2012
159
10
29
0
1-10-2010
118
7
14
5
1-10-2011
112
8
3
3
1-10-2012
105
8
16
2
SBO School 12EP De Vijfkamp
20ZJ JNS
Personeel
48
School
Aantal Aantal pers. fte 1-1-’12 1-1-’12
Aantal Aantal fte pers. 31-12-’12 31-12-’12
Waarvan Gem. Aant. pers. BAPO in vrouw leeftijd OP OP ouder WTF op 31-12-’12 dan 51jr. 31-12-’12
13BP ‘t Karregat
21,8
32
22,8
32
26
41,6
9
1,6
13HD Louis Buelens
14,5
21
15,9
21
15
44,0
5
1,3
13MG De Opbouw
19,3
27
20,6
27
21
40,1
6
0,6
13RA Drents Dorp
11,6
16
12,8
16
9
51,4
8
0,7
13YM De Hobbitstee
11,3
16
10,9
15
12
46,4
6
0,6
14BT Cornelis Jetses
18,1
22
16,1
20
17
42,8
4
0,5
14EV De Ontmoeting
19,0
27
17,7
23
18
41,6
4
0,4
14HO De Klapwiek
18,9
26
19,2
25
20
37,8
4
0,5
17KZ De Driesprong
16,2
22
17,2
21
18
39,9
5
0,8
17LW De Driestam
23,6
34
24,8
35
29
43,5
9
0,5
17NO Hanevoet
11,8
17
16,2
21
18
42,1
7
0,8
17NZ De Klimboom
22,5
33
23,2
35
30
43,4
11
1,1
17PF Floralaan
32,5
44
35,1
45
36
39,1
7
1,3
17PU De VierRing
8,9
14
10,4
16
13
43,2
4
0,7
17QK De Tempel
15,3
18
15,3
17
15
43,7
5
0,7
17RM De Trinoom
33,4
48
34,2
48
42
42,0
10
0,7
17RY Reigerlaan
27,8
38
27,9
36
29
39,4
5
0,7
21MZ De Zevensprong 14,5
18
14,9
19
14
45,5
5
0,9
21NA De Bergen
11,6
16
12,5
17
11
44,4
5
0,3
23RA De Hasselbraam
14,6
23
14,8
22
18
42,1
5
0,1
24AD De Vuurvlinder
23,0
30
23,5
30
23
37,8
5
0,5
26PL De St@rtbaan
40,1
56
39,1
55
47
36,7
5
0,5
12EP De Vijfkamp
26,7
34
31,0
25
24
40,3
6
1,0
20ZJ JNS
19,1
24
18,5
25
20
40,6
3
0,3
Verklaring van afkortingen AD
Algemeen directeur SALTO
Bao
BasisOnderwijs
BAPO
Bevordering ArbeidsParticipatie Onderwijs (een soort deeltijd-VUT)
BPA
Budget voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid
BSO
BuitenSchoolse Opvang
COBSO
Commissie Openbaar Basis- en Speciaal Onderwijs
DO
DirectieOverleg
EGO
ErvaringsGericht Onderwijs
FTE
Full-Time-Equivalent (volledige arbeidsplaats)
GMR
Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad
IB(-er)
Intern Begeleider
ICT
Informatie en CommunicatieTechnologie
IPB
Integraal Personeelbeleid
MARAP
MAnagement RAPportage
MR
MedezeggenschapsRaad
OLP
Onderwijs Leer Pakket
Rec-4
Regionaal Educatief Centrum cluster 4 (kinderen met meestal een optelsom van
problemen: leerproblemen, (tweede-)taalproblemen, sociaal-emotionele problematiek en
problemen in de opvoedingssituatie).
Rec Chiron
Ambulante begeleidingsdienst voor kinderen met ernstige gedrags- en
ontwikkelingsproblemen voor het gebied Oost-Brabant voor cluster 4 scholen)
SALTO
Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs Eindhoven/Samen Actief Leren Talenten
Ontwikkelen SBO
Speciaal BasisOnderwijs
SO
Speciaal Onderwijs
af·kor·ting (de; v; meervoud: afkortingen)
SPIL
Spelen, Integreren en Leren
SWV
SamenWerkingsVerband
1 woord, gevormd door de eerste letters van een woord of van een paar woorden
TSO
TussenSchoolse Opvang
VOIP
VOice over IP
VVE
Voor- en Vroegschoolse Educatie
WSNS
Weer Samen Naar School (federatie van besturen in de regio Eindhoven)
WTF
WerkTijdFactor (1,0000 WTF is een volledige arbeidsplaats)
49
Colofon © 2013 Vormgeving: EEN ANDER BUREAU, Haarlem Druk: Nederlof, Cruquius Oplage: 100 stuks
Lopen, rennen, vliegen... Salto in beweging
© 2013 SALTO jaarverslag Odysseuslaan 2 • 5631 JM Eindhoven T 040-260 67 10 • F 040-243 49 39 • E
[email protected] Samen
Actief
Leren
Ta l e n t e n
Ontwikkelen