[Geef tekst op]
Skol Salú: een eerste start, het in kaart brengen van de verkoop van etenswaren op openbare basisscholen op Curaçao.
Linda Sommers Dieke van der Velden Willemstad, januari 2011.
Voorwoord Wij, twee vierdejaarsstudenten Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), hebben dit rapport geschreven in het kader van de Stage Health Promotion en Toegepast Onderzoek. Het is een onderdeel dat als bewijsmateriaal dient om aan te tonen dat wij de competenties die vallen binnen de beroepstaken “Verrichten: werken aan preventie” en “Richten: werken aan professionalisering’, beheersen op niveau drie. Toen in het voorjaar van 2010 bekend werd dat het mogelijk zou zijn om een praktijkopdracht te vervullen op Curaçao hebben wij beide met veel enthousiasme gesolliciteerd. Het rapport is in eerste instantie bedoeld voor de Dienst Openbare Schole (DOS). De opgestelde adviezen zijn algemene adviezen die gelden voor alle openbare basisscholen. Daarnaast is het bedoeld voor alle geïnteresseerde in voeding op basisscholen en in het bijzonder in Curaçao. Het rapport dient als uitgangspunt gebruikt te worden voor vervolgprojecten omtrent voeding op openbare basisscholen in Curaçao. Ten slotte willen wij graag een aantal mensen bedanken voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit rapport. Dhr. Ruckly Ettienne en Mw. Hayley Canword willen wij bedanken voor hun deskundige begeleiding tijdens het onderzoek. Mede door steeds de link naar Curaçao te blijven benadrukken heeft het onderzoek geresulteerd in adviezen die goed bruikbaar zijn in Curaçao, aangepast aan de gewoontes en gebruiken van dit land. Ook Annemarie Nijhof, senior adviseur voor onze projectgroep vanuit de HAN willen we bedanken voor haar tijd, feedback en optimisme. De schriftelijke feedback die zij ons heeft gegeven hebben bij gedragen tot het eindresultaat. Marjon van der Velden willen we bedanken voor de tijd, moeite en geduld die ze heeft gehad met het ontwerpen van een logo voor het Skol Salú project. Dankzij haar heeft het logo een professionele uitstraling gekregen. Daarnaast willen we alle schoolhoofden van de openbare basisscholen bedanken voor hun tijd en medewerking aan de vragenlijsten. Maar ook voor alle algemene adviezen die zij ons vaak hebben gegeven tijdens de interviews over Curaçao zelf. Tot slot willen wij in het bijzonder Mw. Rosette Balentina-Hofdam van de J.W.Th. Schotborgh school bedanken. Niet alleen stelde zij haar bespreekkamer voor ons beschikbaar, maar ook dacht zij mee over de opzet van het project, de uitvoering en de adviezen. Daarnaast heeft zij ons betrokken bij alles wat er op haar school georganiseerd werd en stond zij altijd klaar als we een vraag hadden over elk willekeurig onderwerp. Willemstad, Januari 2011.
2
Inhoudsopgave Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3 Samenvatting........................................................................................................................................... 5 Verklarende woordenlijst ........................................................................................................................ 7 1. Inleiding ............................................................................................................................................... 8 1.1 Aanleiding tot het onderzoek. ....................................................................................................... 8 1.2 Probleemstelling............................................................................................................................ 8 1.3 Projectgroep en werkwijze ............................................................................................................ 8 1.4 Leeswijzer ...................................................................................................................................... 8 2.Probleemanalyse en afbakening .......................................................................................................... 9 3.Methoden ........................................................................................................................................... 11 3.1 Literatuuronderzoek .................................................................................................................... 11 3.2 Veldonderzoek............................................................................................................................. 12 3.2.2 Onderzoekseenheden. ......................................................................................................... 13 3.2.3 Datapreparatie en –analyse. ................................................................................................ 13 3.2.4 Ethische aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid. ................................................................. 13 4. Resultaten.......................................................................................................................................... 14 4.1 Resultaten literatuur onderzoek ................................................................................................. 14 4.1.1 Welke leefstijlprogramma’s kunnen als leidraad dienen voor ‘Skol Salú’?.......................... 14 4.1.2 welke criteria kunnen gesteld worden aan het voedingsaanbod? ...................................... 16 4.1.3 wat is de voedingsbehoefte van een basisschoolkind?........................................................ 17 4.2 Resultaten veldonderzoek ........................................................................................................... 18 4.2.1 Bij welke eetmomenten bieden de DOS basisscholen voedingsmiddelen aan? .................. 18 4.2.2 Welke voedingsmiddelen worden er per eetmoment aangeboden? ................................. 18 4.2.3 Welke partijen zijn verantwoordelijk voor het voedingsaanbod? ....................................... 20 3
4.2.4 In hoeverre wordt er door de kinderen gebruik gemaakt van het voedingsaanbod? ......... 21 4.2.5 Waarom maken de kinderen gebruik van het voedingsaanbod? ........................................ 21 4.2.8 In hoeverre is er sprake van een voedingsbeleid op de openbare basisscholen? ............... 23 5. Conclusie & Discussie ........................................................................................................................ 25 5.1 Conclusie algemeen..................................................................................................................... 25 5.2. Conclusies ten aanzien van de eetmomenten .......................................................................... 25 5.3 Conclusies ten aanzien van tussendoortjes................................................................................ 26 5.4 Discussie ...................................................................................................................................... 27 6. Adviezen ............................................................................................................................................ 28 6.1 Adviezen productgroep basis ...................................................................................................... 28 6.2 Adviezen productgroep extra’s ................................................................................................... 29 6.3 Overige Adviezen ......................................................................................................................... 30 6.4 Toekomst Project ........................................................................................................................ 30 Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 31 Bijlage 1: Onderbouwing onderzoeksvragen ........................................................................................ 34 Bijlage 2: Enquête .................................................................................................................................. 36 Bijlage 3: Onderbouwing enquête......................................................................................................... 43 Bijlage 4: Criteria voor eetmomenten, volgens het Healthy School Model. ......................................... 45 Bijlage 5: Zoek strategie ........................................................................................................................ 45 Bijlage 6: Voorkeur, middenweg en uitzondering ................................................................................. 48 Bijlage 7: Voedingsbehoeften kinderen op productniveau................................................................... 49 Bijlage 8: Aangeboden producten als tussendoortje ............................................................................ 50
4
Samenvatting Inleiding. Dienst Openbare Scholen (DOS) te Curaçao heeft als opdracht gegeven om een gezondheidsprogramma op te zetten waarin voeding en beweging een belangrijke rol spelen. Dit project heeft als doel om een gezonde leefstijl te bevorderen in de breedste zin van het woord bij basisschoolkinderen. Een eerste poging is gedaan om de kaders te schetsen van dit gezondheidsprogramma door bestaande gezondheidsprogramma’s te bestuderen. Om alvast een begin te maken, is de opdracht gegeven om het huidige aanbod van voedingsmiddelen en dranken op DOS basisscholen te inventariseren en waar nodig adviezen te geven over gezondere keuzes. Methoden. Om het huidige aanbod van voedingsmiddelen in kaart te brengen is gekozen voor een beschrijvend kwantitatief onderzoek als onderzoekstype voor het veldonderzoek. Als onderzoeksontwerp is gekozen voor een survey onderzoek, in de vorm van een enquête die face to face is afgenomen bij de respondenten. Van de vijftien DOS basisscholen hebben dertien basisscholen meegedaan aan dit onderzoek. De producten die verkocht worden op de DOS basisscholen zijn getoetst aan de hand van de criteria die De Gezonde Schoolkantine stelt, om zo een beeld te schetsen van het huidige aanbod en om voorstellen te geven voor verbeteringen. Resultaten literatuur onderzoek Uit literatuuronderzoek blijkt dat bepaalde factoren de effectiviteit van een gezondheidsprogramma kunnen vergoten. Zo is een structurele en langdurige aanpak belangrijk om de slagingskans te vergroten. Daarnaast is het belangrijk dat het gezondheidsprogramma uit meerdere aandachtsgebieden bestaat. Deze bevindingen zijn meegenomen bij het opstellen van ‘Skol Salú`. Resultaten veldonderzoek. Bij de DOS basisscholen zijn drie verschillende eetmomenten mogelijk. Het ontbijt, het tussendoortje en de lunch. Twee scholen bieden het ontbijt aan, de kinderen mogen hier gebruik van maken als de ouders een onderstanduitkering hebben, dit geld voor 30% van de kinderen. Het ontbijt bestaat uit een boterham met beleg, de financiering hiervoor gebeurd door subsidies. Op 11 scholen worden producten als tussendoortje aangeboden hier wordt door 13% van de kinderen gebruik van gemaakt, deze kinderen bestellen omdat ze niks bij zich hebben en besteden gemiddeld 1.8Nafl. per dag. Het tussendoortje is zeer divers in totaal worden er 46 producten aangeboden op de basisscholen. Op 45% van de scholen is het aanbod op deze manier samengesteld omdat de kinderen dit het lekkerste vinden. 36% van de schoolhoofden geeft aan dat ze geen invloed hebben op het assortiment omdat dit door een extern bedrijf geleverd wordt of dat dit assortiment er al zolang is dat ze het uit gewoonte niet veranderen. Op 8 scholen wordt een lunch aangeboden 26% van de kinderen maken hier gebruik van. De lunch kan bestaan uit een warme of een brood maaltijd. Één school biedt zowel een broodmaaltijd als een warme maaltijd aan, de broodmaaltijd wordt verstrekt door de naschoolse opvang en zij financieren deze maaltijd. De warme maaltijd wordt op 2 scholen gefinancierd door subsidies voor kinderen waarvan de ouders een onderstandsuitkering hebben. Tweederde van de scholen geven aan dat de gezonde samenstelling van de maaltijd de belangrijkste reden is, twee scholen beargumenteren dit met het feit dat de maaltijden worden samengesteld onderleiding van een diëtist. Op alle DOS basisscholen is het schoolhoofd eindverantwoordelijke voor de aangeboden producten. Van de producten die verkocht worden op school, krijgt de school een deel van de opbrengst, gemiddeld komt dit neer op 0.25 Nafl. per verkocht product. De extra inkomsten die de 5
school hierdoor krijgt worden gebruikt voor de school. Op de DOS basisscholen is geen schriftelijk voedingsbeleid aanwezig. Sommige scholen beschikken over mondelinge afspraken. Conclusie. Aan de hand van de eisen die zijn opgesteld door de het project ‘De Gezonde Schoolkantine’, zijn de conclusies beschreven. De producten die aangeboden worden, vallen zowel binnen de productgroep basis als de productgroep extra’s, deze bevatten veel kcal uit vet en koolhydraten, weinig vitaminen, mineralen en vezels waardoor het aandeel van producten in de categorie uitzondering volgens ‘De Gezonde Schoolkantine’ te groot is. Door het warme klimaat is de houdbaarheid van veel producten beperkt, daarom is het lastig groenten en fruit goed in te kopen en aan te bieden. Op korte termijn kan gewerkt worden aan een ‘Goed op weg’ voedingsaanbod, ‘De gezonde schoolkantine’ is iets voor de langere termijn. De financiële bestedingsruimte die kinderen hebben verschilt niet alleen per school, maar ook onderling tussen de leerlingen. Niet alleen is de verkoop van producten een inkomstenbron voor de school, ook de externe leveranciers zijn afhankelijk van deze verkoop. Dat maakt het voor schoolhoofden lastig om het assortiment aan te passen, men wil namelijk niet dat er sprake is van inkomstenderving van de school en bij de externe leveranciers. Het verschilt per school in hoeverre de prioriteit bij gezonde voeding ligt.
6
Verklarende woordenlijst D.O.S
Dienst Openbare Scholen. Hier onder valt het algemeen schoolbestuur van alle openbare scholen in Curaçao.
F.O.
Funderend onderwijs. In Nederland wordt dit het basisonderwijs genoemd.
Arepa Panuna Platte pannenkoeken van maismeel, vaak met een vulling, bijvoorbeeld kaas of vlees die gefrituurd wordt. Bologna worst Broodbeleg dat lijkt op boterhamworst maar gemaakt wordt van door elkaar gemaalde kip, kalkoen en rundvlees. Busta
Frisdrank met prik en rood van kleur, zeer zoete smaak.
Grupo Di Shete Curaçaose variant van de Schijf van Vijf. Met als belangrijkste verschil dat er zeven in plaats van vijf productgroepen worden onderscheiden. Zo staan groente en fruit in de Curaçaose variant apart, en is ook water een aparte kolom. Johnny Cake
Gefrituurd deegwaar met een kaasvulling.
Nafl.
Nederlands Antilliaanse Florijn. Munteenheid op Curaçao. 1 Nafl = €0,427
Onderstand
De Bijstand. Een minimale uitkering voor degene zonder vaste baan.
Pan Dushi
Gesuikerd koffiebroodje met krenten.
Pastechi
Traditioneel Antilliaans pasteitje. Gemaakt van bladerdeeg met als vulling kip, kaas, vis en/of vlees. Dit wordt gefrituurd en gesuikerd.
7
1. Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek. Op 10.10.10 viel het land Curaçao onder een nieuw bestuur binnen de overheid. Het bestuur bestaat uit negen ministeries. Dienst openbare scholen valt onder het ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport (OWCS). Hieronder vallen vijftien basisscholen, acht scholen voor speciaal onderwijs, en zes middelbare scholen. De opdracht is uitgeschreven door de Dienst Openbare Scholen (DOS) in Curaçao. De DOS gaat een gezondheidprogramma opzetten waarbij onder andere voeding een centrale plaatst in zal nemen. Voor het opzetten van een gezondheidsprogramma is er eerst literatuuronderzoek gedaan naar resultaten van bestaande gezondheidsprogramma’s. Een eerste stap is gezet door het aanbod van voedingsmiddelen op DOS basisscholen in kaart te brengen. Vervolgens zijn hierover adviezen gegeven ter bevordering van gezond gedrag op school. Vanuit de DOS zijn Dhr. Ruckly Ettienne en Mw. Hayley Canword, beide werkzaam als maatschappelijk werker, aangesteld als begeleiders.
1.2 Probleemstelling Afbakening van het onderzoeksgebied (hoofdstuk 2) heeft geresulteerd in de volgende doelstelling: ‘Het analyseren van het huidige voedingsaanbod op DOS basisscholen, en het formuleren van algemene adviezen ter verbetering van het voedingsaanbod’.
1.3 Projectgroep en werkwijze De projectgroep bestaat uit twee vierdejaarsstudenten van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN), t.w. Linda Sommers en Dieke van der Velden. De opdrachtgevers en begeleiders zijn namens de DOS Dhr. Ruckly Ettienne en Mw. Hayley Canword. Vanuit de HAN is deze opdracht begeleid door een senior adviseur Annemarie Nijhof.
1.4 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 2 ‘probleemanalyse en afbakening’, wordt beschreven wat de achtergrond voor de opdracht is, en wordt onderbouwd waarom gekozen is voor het Skol Salú Model en het inventariseren van het huidige aanbod aan voedingsmiddelen en dranken op de DOS basisscholen. In hoofdstuk 3 ‘methoden’, wordt beschreven welke methoden zijn gebruikt om de probleemstelling en de onderzoeksvragen te beantwoorden en waarom deze methoden gekozen zijn. Hoofdstuk 4 ‘resultaten’ beschrijft de resultaten van het literatuur- en veldonderzoek en in Hoofdstuk 5 ‘conclusie en discussie’ worden conclusies getrokken en resultaten verder bediscussieerd. Ten slotte, worden in Hoofdstuk 6 adviezen gegeven naar aanleiding van de resultaten.
8
2.Probleemanalyse en afbakening Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het aantal personen met overgewicht wereldwijd toeneemt. Als gevolg hiervan neemt ook het aantal mensen met hart- en vaatziekten en Diabetes Mellitus toe (3). Uit onderzoek uitgevoerd in Curaçao blijkt dat deze trend zich ook in Curaçao doorzet. De Curaçao Health Study laat zien dat 56% van de volwassen mannen en 68% van de volwassen vrouwen kampt met overgewicht. Hierbij wordt overgewicht gedefinieerd als een BMI ≥25. Verder blijkt dat 18.7% van de mannen en 36.2% van de vrouwen lijdt aan obesitas, dat wil zeggen dat er sprake is van een BMI ≥30 (1). Ook het aantal kinderen met overgewicht en obesitas neemt toe op de Curaçao. Uit gegevens van de GGD blijkt dat het aantal kinderen met overgewicht gestaag toeneemt, met name in de leeftijd van 10 tot 11 jaar en in de leeftijd van 15 tot 16 jaar (19). Dit is niet alleen een extra belasting van de gezondheidszorg, ook de gevolgen van overgewicht voor het kind zelf moeten niet onderschat worden. Korte termijn medische gevolgen zijn bijvoorbeeld orthopedische complicaties, metabole verstoringen zoals stijging LDL-cholesterol en triglyceriden, hyperinsulinemie, verhoogde bloeddruk en Diabetes, verminderde afweer en huidinfecties zoals striae of schimmelinfecties in huidplooien (32). Daarnaast is er vaak sprake van psychosociale gevolgen, zoals pesten en het ontwikkelen van een negatief zelfbeeld. Dan zijn er ook nog negatieve medische lange termijn gevolgen, zoals een verhoogde kans op hart- en vaatziekten, kanker en obesitas op latere leeftijd en mede daardoor een verhoogde sterftekans (8). Het is belangrijk om in een vroeg stadium overgewicht te voorkomen. Een manier waarop preventief aan het voorkomen van overgewicht gewerkt kan worden is door het opzetten van een gezondheidsprogramma. De Dikke van Dalen definieert gezondheidsprogramma als ‘een programma ter bevordering van de gezondheid’ (10). Een gezondheidsprogramma heeft als doel om het gedrag te beïnvloeden waardoor mensen keuzes maken die op lange termijn het meest gunstige effect hebben op hun gezondheid. Het bevordert het maken van ‘gezonde keuzes’. Te denken valt hierbij aan een gezond eetpatroon, een regelmatig beweegpatroon en het beperken van schadelijke middelen zoals roken, alcohol en drugs. Overgewicht heeft niet alleen invloed op de gezondheid van een kind, maar ook op de schoolprestaties. De review van Taras en Potts-Datema (2005) naar de relatie tussen overgewicht en schoolprestaties omvat negen onderzoeken en deze laten allen hetzelfde zien: de onderzoeken vonden een negatieve relatie tussen overgewicht en schoolprestaties (30). Zo moeten kinderen met overgewicht vaker een jaar overdoen, halen ze lagere cijfers, zien zichzelf als minder goede leerlingen en worden vaker in het speciaal onderwijs geplaatst. De oorzaak hiervan is volgens de onderzoekers nog niet bekend. Wel concluderen zij dat overgewicht geassocieerd kan worden met slechtere schoolprestaties. Daniels (2008) onderzocht in navolging op Taras en Potts-Datema, ook de relatie tussen schoolverzuim en overgewicht (11). Deze review laat verschillende onderzoeken zien die aantonen dat kinderen met overgewicht vaker lessen verzuimen. Opvallend in deze review is het artikel van Datar en Sturm (2006). Dit onderzoek laat zien dat bij meisjes een verandering van BMI van ‘gezond gewicht’( BMI ≤25) naar ‘overgewicht’(BMI >25) leidt tot significant slechtere schoolprestaties dan bij meisjes die een ‘gezond gewicht’ behouden tijdens de eerste vier jaar op de basisschool. Voor jongens gold dit niet (12). Praktijk opdracht DOS heeft de opdracht gegeven een gezondheidsprogramma op te zetten, genaamd ‘Skol Salú’. Er is gekozen voor deze naam, omdat dit ‘De Gezonde School’ betekent in het Papiaments. Dit is de 9
voertaal in Curaçao, hierdoor zal het sneller geaccepteerd en begrepen worden door de lokale bevolking. De DOS wil graag dat ‘Skol Salu’ op alle DOS basisscholen wordt ingevoerd. Het is de bedoeling dat dit een langlopend multidisciplinair project wordt waardoor uiteindelijk de basisschoolkinderen van de DOS een gezonde leefstijl ontwikkelen. Het idee om het Skol Salú model uit meerdere aandachtsgebieden te laten bestaan is tot stand gekomen na aanleiding van de bestudering van bestaande gezondheidsprogramma’s. De wens van de opdrachtgever is om het Skol Salú model te baseren op het Healthy School Model. De verantwoordelijkheid van verdere uitwerking van dit model ligt in handen van DOS in samenwerking met de HAN. Zij zijn verantwoordelijk voor een verdere projectdefinitie. In een review van French en Stabeles (2003) stond het onderzoeken van verschillende voedingsinterventies centraal op het gebied van het verhogen van de fruit- en groenteconsumptie op scholen. Hoewel interventies die zich zowel richten op educatie als mede op het aanpassen van het voedingsaanbod in kantines, de grootste effecten hebben wat betreft het stimuleren van gezonde productkeuzes, laat hetzelfde onderzoek echter ook zien dat met interventies die zich uitsluitend richten op het kantineaanbod ook de gewenste effecten bereikt kunnen worden (13). Gezien de relatief korte tijd die beschikbaar was voor dit onderzoek, is besloten om alleen in te gaan op het voedingsaanbod en de overige aspecten open te laten voor verder onderzoek.
10
3.Methoden Om een onderzoek goed op te zetten is het belangrijk om een hoofdvraag te formuleren en bijbehorende subvragen. Op die manier kan er gerichter naar literatuur worden gezocht en het veldonderzoek beter onderbouwd worden opgezet. De hoofdvraag bij dit onderzoek luidt als volgt: In hoeverre kan het aanbod van voedingsmiddelen op de DOS basisscholen aangepast worden naar een verantwoord voedingsaanbod? Na aanleiding van de hoofdvragen zijn verschillende subvragen geformuleerd. Deze vragen zijn onderverdeeld in vragen die beantwoord worden tijdens het literatuuronderzoek en vragen die beantwoord kunnen worden naar aanleiding van het veldonderzoek. De onderbouwing waarom voor deze vragen is gekozen staat in bijlage 1. Vragen literatuuronderzoek. 1. Welke leefstijlprogramma’s kunnen als leidraad dienen voor ‘Skol Salú’? 2. Welke criteria stellen Healthy School en Gezonde Schoolkantine aan het voedingsaanbod? 3. Wat is de voedingsbehoefte van een basisschoolkind? Vragen Veldonderzoek. 1. Bij welke eetmomenten bieden de DOS basisscholen voedingsmiddelen aan? 2. Welke voedingsmiddelen worden er per eetmoment aangeboden door de DOS basisscholen, wat is/zijn de beweegreden(en) voor deze productkeuze? 3. Welke actoren zijn verantwoordelijk voor het voedingsaanbod op de DOS basisscholen? 4. In hoeverre wordt er door de kinderen gebruik gemaakt van het voedingsaanbod? 5. Op welke manier worden de aangeboden voedingsmiddelen gefinancierd? 6. Wat is de gemiddelde besteding per kind aan voedingsmiddelen op de DOS basisscholen? 7. Wat gebeurt er met de inkomsten verkregen uit de verkoop van voedingsmiddelen en/of dranken? 8. In hoeverre is er sprake van een voedingsbeleid op de DOS basisscholen? 9. Welke motieven hebben de kinderen op de DOS basisscholen om gebruik te maken van het voedingsaanbod? Aan de hand van deze subvragen worden de resultaten besproken (hoofdstuk 4). De methode die gebruikt is voor het uitvoeren van het literatuuronderzoek wordt hieronder besproken.
3.1 Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek is uitgevoerd in 3 stappen: 1. Eerst is nagegaan in hoeverre overgewicht voorkomt in Curaçao. In het bijzonder bij basisschoolkinderen. 2. Vervolgens is nagegaan of er empirische onderbouwing te vinden is over de effectiviteit van gezondheidsprogramma’s op scholen. 3. Ten slotte is nagegaan of het aanpassen van het aanbod in schoolkantines bijdraagt aan gezondheidsbevordering. Hierbij gekeken aan welke eisen een gezonde schoolkantine moet voldoen. Voor het literatuur onderzoek is in eerste instantie de databank PubMed gebruikt. Er is voor PubMed gekozen omdat dit een relevante database is voor (para)medici en omdat ook de systematische reviews en meta-analyses uit de Cochrane Library hierbij zijn opgenomen. Cochrane Library wordt 11
gezien als de gouden standaard binnen het evidence-based handelen in de gezondheidszorg. De geraadpleegde bronnen en zoekstrategie met daarbij behorende zoektermen zijn terug te vinden in bijlage 5. Leefstijlprogramma’s Om handvaten te bieden voor het opzetten van een gezondheidsprogramma in Curaçao zijn we op zoek gegaan naar bestaande gezondheidsprogramma’s die als uitgangspunt kunnen dienen voor het opzetten van een langdurig Skol Salú programma in Curaçao. Specifiek is gezocht naar de effectiviteit van interventies op scholen. Naast PubMed zijn ook toonaangevende organisaties geraadpleegd om een indicatie te krijgen van al bestaande gezondheidsprogramma’s. Deze organisaties zijn het RIVM (Gezonde School Methode en JOGG), Ministerie Volksgezondheid Groot-Brittannië (Healthy School Model) en het Ministerie Volksgezondheid Frankrijk (EPODE). Schoolkantine Om een eerste start te maken met het Skol Salú programma is afgesproken met de opdrachtgever om te beginnen met het onderdeel ‘schoolkantine’. Hierom zijn we eerst nagegaan in hoeverre het aanpassen van het kantinebeleid effect heeft. Om gerichte adviezen te kunnen geven voor het aanbieden van de juiste voeding, is ook gekeken naar de basisbehoefte aan voedingsmiddelen van een basisschoolkind.
3.2 Veldonderzoek Tijdens het veldonderzoek is onderzocht hoe op dit moment het voedingsaanbod op DOS basisscholen eruit ziet. Hierbij is navraag gedaan naar het aanbod van producten/dranken, financiële situatie en verantwoordelijkheid. Dit is gedaan aan de hand van een enquête welke is opgenomen in Bijlage 2. De enquête is opgesteld om een beter inzicht te krijgen in het voedingsbeleid op de DOS basisscholen. De enquête bevat algemene vragen over de school. Daarnaast wordt gekeken naar de producten die op school worden aangeboden aan de kinderen per eetmoment. De eerste vragen zijn opgenomen om een algemeen beeld te schetsen van de school en het voedingsbeleid. Verder is er navraag gedaan over subsidies en sponsoren. Door een inzicht te krijgen in deze inkomstenbronnen kunnen de adviezen beter aansluiten op de financiële bestedingsruimte van de DOS basisscholen. Belangrijk voor de advisering is ook wie de producten maakt zodat hiermee rekening gehouden kan worden bij het opstellen van aanbevelingen en adviezen. Verder wordt doormiddel van de enquête achterhaald in hoeverre de school beschikt over een reglement omtrent voeding, dit is belangrijk voor de verdere uitwerking van Skol Salú. Verder zijn de vragen onderverdeeld per eetmoment, hierin wordt onderscheid gemaakt in ontbijt, tussendoortjes en lunch. Door deze vragen ontstaat een beeld van het voedingsaanbod en het gebruik hiervan. De volledige onderbouwing per enquêtevraag is terug te vinden in bijlage 3. In de enquête zijn antwoordopties gegeven, de vragen zijn echter open gesteld, om zo een uitgebreid antwoord op de vragen te verkrijgen. De vragen zijn gesteld tijdens een mondeling interview, omdat dit een grotere mate van flexibiliteit met zich meebrengt voor de respondenten en misinterpretaties voorkomen kunnen worden door de taalbarrière. Ook kan op deze manier doorgevraagd worden als er onduidelijkheden zijn.
3.2.1 Onderzoekstype en –ontwerp Omdat er bij de DOS zeer weinig kennis was over voedingsmiddelen en dranken die verkocht worden op de basisscholen is er gekozen voor een beschrijvend kwantitatief onderzoek als onderzoekstype voor het veldonderzoek. De onderzoeksmethode die gebruikt is, is beschrijvend. Als onderzoeksontwerp is gekozen voor een survey onderzoek, in de vorm van een enquête die face to 12
face is afgenomen bij de respondenten. Vijftien schoolhoofden zijn gevraagd om mee te werken aan het onderzoek, uiteindelijk zijn dertien schoolhoofden bereid geweest om de vragen te beantwoorden.
3.2.2 Onderzoekseenheden. Aan de hand van het veldonderzoek is onderzocht wat het aanbod van voedingsmiddelen en dranken op de DOS basisscholen is. Om het aanbod in kaart te brengen is de eindverantwoordelijke van het aanbod op scholen geïnterviewd. Dit betrof bij alle scholen het schoolhoofd. Aan de hand van het veldonderzoek worden er uitspraken gedaan over het totale aanbod van voedingsmiddelen en dranken op DOS basisscholen.
3.2.3 Datapreparatie en –analyse. De antwoorden op de vragen zijn beschouwd als fragmenten, de fragmenten zijn voorzien van labels. Er is voor gezorgd dat de labels kenmerkend zijn voor het fragment en relevant voor het beantwoorden van de onderzoeksvragen. Daarna zijn de labels geordend, is een labelstructuur benoemd en zijn hoofdthema’s gedefinieerd (2).
3.2.4 Ethische aanvaardbaarheid en uitvoerbaarheid. Veldonderzoek moet ethisch aanvaardbaar zijn, met andere woorden, het mag de belangen van de deelnemers en opdrachtgevers niet schaden. De ethische aanvaardbaarheid van het veldonderzoek is gegarandeerd door te handelen conform Gedragscode Gezondheidsonderzoek (28). Het veldonderzoek moet ook uitvoerbaar zijn. Daarom is het onderzoek uitgevoerd met behulp van De Gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het HBO (9). Voorafgaand aan het onderzoek heeft het bestuur van de DOS scholen toestemming gevraagd aan de benaderde schoolhoofden. In de mail die hiervoor is verstuurd zijn zij ingelicht over het doel, de methode en de procedure van het onderzoek. Hierna waren zij vrij om deel te nemen aan het onderzoek.
13
4. Resultaten In dit hoofdstuk staan de resultaten van het literatuur- en veldonderzoek beschreven. De resultaten worden beschreven aan de hand van de subvragen zoals opgesteld in hoofdstuk 3 Methoden.
4.1 Resultaten literatuur onderzoek De resultaten van het Literatuur onderzoek worden beschreven aan de hand van de subvragen die opgesteld zijn in hoofdstuk 3 Methode.
4.1.1 Welke leefstijlprogramma’s kunnen als leidraad dienen voor ‘Skol Salú’? Om ervoor te zorgen dat het aantal mensen met overgewicht in de toekomst afneemt is het van belang om een gezonde leefstijl aan te leren. De school is, naast het gezin, een voor de hand liggende omgeving voor het bevorderen van gezondheid en een gezonde leefstijl bij kinderen (22). Ook is de basisschool een plaats is waar alle kinderen op relatief eenvoudige wijze te bereiken zijn (18). Dit geldt ook voor Curaçao, omdat kinderen leerplichtig zijn, en elke ouder (al dan niet illegaal) zijn of haar kind(eren) naar school moet laten gaan. Ook is het zo dat de DOS basisscholen niet zomaar kinderen mogen weigeren (23). Gezondheidsbevordering en preventie op scholen loont. Er zijn gezondheidsbevorderende programma’s voor scholen die ertoe leiden dat scholieren gezonder gedrag vertonen, op school beter presteren en minder vaak vroegtijdig school verlaten (5). Er zijn afgelopen jaren veel programma’s opgezet ter bevordering van de gezondheid van het kind. Een aantal projecten worden hier kort besproken. Ensemble Prévenons l’Obésité des Enfants (EPODE): Dit programma is opgezet na aanleiding van een onderzoek dat liep van 1992-2004(28). Hierbij werden in twee steden die qua populatie en samenstelling nauwelijks van elkaar verschillen verschillende gezondheid interventies uitgevoerd. Na jarenlang onderzoek concluderen onderzoekers dat interventies op het gebied van een gezonde leefstijl het meest effectief is als zoveel mogelijk groepen mensen (kinderen, ouders, leerkrachten, de buurt, de gemeente) erbij betrokken worden. Het EPODE programma heeft op basis van dit onderzoek vier pijlers onderscheiden voor de methodologie van het programma: Politieke betrokkenheid (de burgemeester moet betrokken worden in het maken van beslissingen omdat hij/zij voor een gemeenschap kan spreken), een coördinerende structuur (belangrijke actoren moeten met elkaar in contact worden gebracht en er moet duidelijk zijn wie waarover de leiding heeft), goede wetenschappelijke onderbouwing (alle projecten moeten zo goed mogelijk wetenschappelijk onderbouwd zijn, ook moeten deelnemers aan het programma zelf regelmatig evalueren) en een publiek en privaatpartnerschap waarin ook de overheid wordt betrokken, zodat er kan worden ingespeeld op gezondheidsproblemen (7). EPODE is een programma dat niet alleen op scholen wordt uitgevoerd, maar uitgaat van het verbeteren van de situatie voor een gemeente of wijk. Deze zogenoemde ketenaanpak lijkt tot nu toe succesvol. In Nederland is het JOGG programma (jongeren op gezond gewicht) dat op EPODE is gebaseerd. Ook hierbij staat het betrekken van gemeenschappen op verschillende niveaus centraal(21). Een ander gezondheidprogramma is De Gezonde School(7). Dit Nederlandse programma heeft als kernpunten: a) planmatig en b) vraag gestuurd werken waarbij een c) koppeling wordt gemaakt tussen individuele leerlingenzorg en collectieve preventie en waarbij d) regionale en landelijke ondersteunende organisaties samenwerken in hun aanbod richting scholen (Buijs, 2005). De Gezonde School Methode gaat uit van een vierjarenplan met zes stappen en is gebaseerd op modellen voor planmatig werken waaronder intervention mapping (Bartholomew et al.,2001)(4). Deze stappen zijn: 14
1. Bepaling van de (zorg)behoefte; 2. Bepaling van prioriteiten; 3. Bepaling van activiteiten en strategieën; 4. Opstellen van een schoolgezondheidsplan; 5. Uitvoering van het schoolgezondheidsplan; 6. Evaluatie en opname in het schoolbeleid. Het Gezonde School programma gaat er vanuit dat elke school zelf bepaalt hoe, en op welke manier er het beste aan problemen omtrent gezonde leefstijl gewerkt kan worden. Nog een voorbeeld van een gezondheidsprogramma is het Healthy School Model. Dit Britse model is opgezet in 1999 en is ontstaan uit een samenwerkingsverband tussen verschillende Britse ministeries. Het doel van het programma is om kinderen een gezonde leefstijl aan te leren zodat ook op latere leeftijd sprake is van gezond gedrag (16). Het Healthy School Model richt zich op leerlingen en leraren en heeft vier belangrijke thema’s ontwikkeld. Elk thema heeft een aantal criteria waaraan een school moet voldoen om zich een ‘Gezonde School’ te mogen noemen. De vier thema’s zijn: 1. Persoonlijke, Sociale, Gezondheid, en Economische Educatie incluis Sex en Relatie Educatie en Drugs Educatie. 2. Gezonde Voeding. 3. Lichamelijke Activiteit. 4. Emotionele gezondheid en Welbevinden, incluis pestbeleid. Er is dus een vast programma dat gevolgd moet worden, en het is bedoeld voor leerlingen en docenten. Alle programma’s hebben elementen die gebruikt kunnen worden bij het uitwerken van het Skol Salú model. Uit literatuuronderzoek blijkt dat bepaalde factoren de effectiviteit van een gezondheidsprogramma kunnen vergoten. Ten eerste is het belangrijk dat er sprake is van een structurele aanpak. Dit houdt in dat een school erop aanstuurt om continue aandacht te geven aan het programma, met gelijkblijvende intensiteit om ervoor te zorgen dat de behaalde resultaten op lange termijn behouden blijven. In de review van Stewart-Brown (2006) werd gekeken naar de uitkomsten van schoolinterventies in relatie tot de Gezonde Schoolbenadering. Uit de resultaten komt naar voren dat schoolprogramma’s die van langere duur waren en met een grotere intensiteit werden uitgevoerd vaker significante effecten gaven in vergelijking met interventies die van kortere duur en minder intensief waren (27). De review van Knai et al. (2006) ondersteunen de gedachten van een structurele aanpak (20). In deze review werden vijftien voedingsinterventies onderzocht en bekeken welke factoren bijdragen aan het slagen van een voedingsinterventie. Opvallend resultaat was dat de programma’s die langer duurde dan een jaar, ook leidde tot significant betere uitkomsten dan programma’s die korter duurde dan een jaar. Een derde onderzoek, Botvin en Griffin (2007),onderzocht of preventie programma’s op het gebied van alcohol en tabakgebruik bij basisschool kinderen op de lange termijn effect had. Belangrijke conclusie uit dit onderzoek is dat meerjarige programma’s op lange termijn laten zien effect te hebben op het gedrag van kinderen ten aanzien van alcohol en tabakgebruik. Ook dit onderstreept het belang van een structurele opzet van een leefstijlprogramma (6). Een tweede item dat de kans van slagen van een gezondheidsprogramma vergroot is het feit dat een programma uit meerdere aandachtsgebieden bestaat. In de eerder genoemde review van StewartBrown (2006) blijkt dat effectieve schoolprogramma’s vaker meerdere componenten omvatten en activiteiten ontplooien binnen verschillende domeinen zoals het curriculum, de schoolomgeving en de buurt. Bovenstaande bevindingen onderstrepen allereerst het belang om van het Skol Salú project een langdurig project te maken. Daarnaast laat de literatuur zien dat de kans van slagen van een gezondheidsprogramma groter is als er aandacht is voor meerdere factoren die bij kunnen dragen aan het bevorderen van een gezonde leefstijl. Dit kan door meerdere domeinen bij het project te 15
betrekken, dus niet alleen informatie geven over een probleem maar er ook naar handelen. Om de vertaalslag te maken naar voeding,is het belangrijk dat niet alleen informatie geven wordt over gezonde voeding maar bijvoorbeeld ook leren waaruit een gezonde voeding bestaat en/of hoe deze klaargemaakt kan worden. Oftewel, meer richting gedragsdeterminanten, niet alleen kennis aanbieden, maar ook de vaardigheden aanleren om dit te kunnen doen. Het project dat nu is uitgevoerd is gebaseerd op Healthy School. Dit sluit niet uit dat andere gezondheidsprogramma’s ook geïmplementeerd kunnen worden in Curaçao, maar voor het opzetten van iets soortgelijks als EPODE of JOGG zullen veel partijen betrokken moeten worden zoals de overheid, GGD en producenten. Gezien de complexiteit van het informeren, enthousiasmeren en instrueren van deze partijen is niet gekozen voor deze modellen. Als voorbeeld voor Skol Salú is daarom in eerste instantie gekozen voor het Healthy School Model. Hier ging ook de voorkeur van de opdrachtgevers naar uit. Als eerste stap in het Skol Salú model is begonnen met een inventarisatie van het aanbod van voedingsmiddelen op de DOS basisscholen. De aanbevelingen hiervoor zijn gedaan aan de hand van het project de Gezonde Schoolkantine.
4.1.2 welke criteria kunnen gesteld worden aan het voedingsaanbod? Uit literatuuronderzoek blijkt dat het aanpassen van het voedingsaanbod op scholen bijdraagt aan het verbeteren van een gezonde leefstijl (13). De gezondheidsprogramma’s Healthy School Model en De Gezonde School zijn als voorbeeld genomen voor het aanpassen van het voedingsaanbod. Zij stellen criteria en richtlijnen voor ontbijt, tussendoortjes en lunch op school. Binnen ‘De Gezonde School’ is een apart programmadeel opgezet: De Gezonde Schoolkantine, de eisen die dit project stelt zijn gekozen als uitgangspunt (24). Bij een gezonde schoolkantine wordt een gezonde productkeuze gestimuleerd, waarbij de voeding lekker is, maar ook aansluit op de voedingsbehoeften van haar leerlingen. Bij het Healthy school Model zijn duidelijke richtlijnen opgesteld voor de eetmomenten. Het verschil hierbij is dat men uitgaat van het Engelse voedingspatroon, dit sluit niet aan op het voedingpatroon van Curaçao. Hieronder worden beide modellen verder beschreven. Gezonde Schoolkantine De gezonde schoolkantine is een project dat het aanbod in schoolkantines wil aanpassen. Het is een apart project binnen het project ‘De gezonde school’ welke hierboven is beschreven. Door het uitvoeren van een inventarisatie van het aanbod moet een plan opgesteld worden om de schoolkantine een gezonder assortiment te geven. De Gezonde Schoolkantine maakt onderscheid tussen basisproducten en extra’s. Basisproducten leveren voedingsstoffen die nodig zijn om gezond te blijven, en zijn de basis van een gezonde voeding. Extra’s leveren geen belangrijke voedingsstoffen en zijn daarom alleen bedoeld als “extraatje”. Basisproducten zijn altijd gezonder dan extra’s. Het is daarom belangrijk dat er een goede verhouding is tussen basisproducten en extra’s. Daarnaast kunnen zowel basisproducten als extra’s verdeeld worden in drie categorieën: voorkeur, middenweg en uitzondering (31). In de ideale schoolkantine zijn alleen producten te koop uit de Schijf van vijf. Het aanbod bestaat dat voor 100% uit basisvoedingsmiddelen uit de voorkeur- en middenwegcategorie. Een tussenstap naar deze ideale schoolkantine is de ‘goed op weg kantine’. Hierbij bestaat het aanbod uit 75% lekkere en gezonde producten uit de Schijf van Vijf en maximaal 25% snacks en snoep; hierbij wordt gestreefd naar de meest gezonde producten binnen elke productgroep (15). Hieronder wordt nader ingegaan op de basisproducten en extra’s zoals die beschreven worden binnen het project De Gezonde Schoolkantine. Basisproducten. De groepen brood, groenten en fruit, melkproducten en dranken zijn basisproducten die goed in een schoolkantine verkocht kunnen worden. Deze producten zijn allen terug te vinden in de schijf van vijf (Grupo di Shete). Basisproducten leveren belangrijke voedingsstoffen. De producten die hieronder 16
vallen hebben de leerlingen nodig om gezond te kunnen blijven. De basisproducten zijn op hun beurt weer ingedeeld in de voorkeur-, middenweg- en uitzonderinggroep. De indeling van de producten is op basis van criteria die worden gesteld aan de voedingsstoffen en hoeveelheid energie per 100 gram in het product (kcal., vezels, verzadigde- en onverzadigde vetten, suikers), zie tevens bijlage 6. Voor de ideale situatie in de schoolkantine is het belangrijk dat er voornamelijk de basisproducten worden aangeboden van de voorkeur- en middenwegcategorie. Extra. Hartige snacks, koek, snoep en chocola, repen, chips en ijs zijn extra’s. Extra’s leveren vrijwel geen belangrijke voedingsstoffen. Wel zijn dit producten die vaak veel energie leveren. Het verschil met basisproducten is dat extra’s niet nodig zijn om gezond te blijven. Ook deze producten kunnen ingedeeld worden in voorkeur-, middenweg en uitzonderingsproducten. Deze criteria zijn gebaseerd op de hoeveelheid energie die het product per portie bevat. Er is voor gekozen om deze criteria per portieverpakking te hanteren omdat leerlingen vaak een verpakking met extra’s helemaal opeten (een zakje chips, een lollie etc.) Binnen de product groep extra’s wordt ook gebruik gemaakt van verschillende categorieën ‘( zie tabel 4.1)’. Tabel 4.1 criteria voor de productgroep extra’s kcal per portie categorie tot 100kcal voorkeur tussen 100kcal- 200kcal middenweg meer dan 200 kcal uitzondering Het is belangrijk om het aanbod van extra’s zoveel mogelijk te beperken en de producten die verkocht worden zouden voornamelijk uit de voorkeur- of middenweg moeten komen. De Gezonde Schoolkantine bestempelt een kantine als ‘gezond’ wanneer 80 procent van aangeboden producten in de voorkeur- of middenweg categorie valt (15). Healthy School Ook Healthy School heeft criteria opgesteld om het assortiment van kantines te verbeteren(25). Een groot verschil met de Nederlandse criteria is dat de Britse criteria ook gericht zijn op warme maaltijden, omdat men vaak warm luncht. Vandaar dat men twee categorieën heeft opgesteld. Ten eerste de categorie ‘basisnutriënten’ die criteria bevat voor de warme lunch. Dit is opgesteld aan de hand van macro- en micronutriënten, welke weer gekoppeld zijn aan producten. Verder bevat deze standaard voorbeeldmenu’s. Ten tweede kent het Healthy School model een standaard waarin richtlijnen staan voor alle eetmomenten buiten de lunch om. Ook hierin wordt een onderverdeling gemaakt. Hier spreekt men van verboden producten, producten voor af en toe en aanbevolen producten. Deze indeling is terug te vinden in bijlage 4. De producten die verkocht worden zijn getoetst aan de criteria van de Gezonde School. De criteria van de Healthy Schools zijn niet betrokken bij deze vergelijking omdat de eisen voor de tussendoortjes onduidelijker zijn dan voor de Gezonde Schoolkantine en zijn ingedeeld op de frequentie van het aanbieden. Daarnaast zijn de tussendoortjes representatief voor de Engelse keuken en staan er veel producten in die niet gebruikt worden op Curaçao. Verder is Healthy School betrokken bij het project omdat het wel duidelijke eisen stelt voor warme lunch en ontbijt op basisscholen.
4.1.3 wat is de voedingsbehoefte van een basisschoolkind? Om goede adviezen te kunnen geven is het van belang te weten hoe een basisvoeding van kinderen eruit ziet. Op die manier kan straks gekeken worden welke producten die al aangeboden worden op 17
de DOS basisscholen past binnen een verantwoorde voeding. Er is gekozen om de Richtlijnen Goede Voeding aan te houden (14). Op Curaçao is geen apart onderzoek gedaan naar voedingsbehoeften. De Richtlijnen Goede Voeding zijn door Het Voedingscentrum omgezet naar producten (31). Deze zijn ook van toepassing op Curaçao omdat de producten die hierin staan ook verkrijgbaar zijn en gegeten worden in Curaçao. De tabel is terug te vinden in bijlage 7.
4.2 Resultaten veldonderzoek In deze paragraaf worden de resultaten van het veldonderzoek beschreven. Deze resultaten zijn op basis van 13 van de 15 DOS basisscholen. Er zijn 2 scholen die niet bereid waren deel te nemen aan het onderzoek, deze scholen zijn niet meegenomen in de weergaven van de resultaten. Naast de resultaten uit de antwoorden die gegeven zijn op de enquête staan in dit hoofdstuk ook uitspraken vermeld die tijdens het gesprek met de schoolhoofden naar voren kwamen. Deze aanvullende informatie hebben we meegenomen in de resultaten en is beschrijvend weergegeven.
4.2.1 Bij welke eetmomenten bieden de DOS basisscholen voedingsmiddelen aan? Bij de DOS basisscholen zijn drie verschillende eetmomenten mogelijk. Dit zijn het ontbijt, dat is om half 8 voordat de lessen beginnen, het tussendoortje om 10 uur voor dat de pauze begint en de lunch om half 2 nadat de lessen voorbij zijn. Het verschilt per school bij welk eetmoment voedingsmiddelen aan worden geboden ‘(zie figuur 4.1)’. 1 school bood op geen enkel eetmoment producten aan. Het tussendoortje wordt op 85% van de scholen aangeboden.
Figuur 4.1 Aantal scholen per maaltijd.
4.2.2 Welke voedingsmiddelen worden er per eetmoment aangeboden? De resultaten behorende bij deze vraag zijn onderverdeeld per eetmoment. Ontbijt Op 2 scholen wordt elke dag een ontbijt aangeboden. Dit ontbijt bestaat bij beide scholen uit 1 wit broodje met kaas, jam, pinda kaas of chocopasta. De kostprijs van de maaltijd is de belangrijkste motivatie voor deze product keuze. De producten voor dit eetmoment worden aangeboden en gefinancierd door sponsoren. 18
Tussendoortje Het grootse aanbod aan voedingsmiddelen wordt aangeboden tijdens het tussendoortje 85% van de scholen biedt op dit eetmoment producten aan. De keuze voor het assortiment dat ze aanbieden verschilt per school. Op 45% van de scholen is het aanbod op deze manier samengesteld omdat de kinderen dit het lekkerste vinden. 36% geeft aan dat ze geen invloed hebben op het assortiment omdat dit door een extern bedrijf geleverd wordt of dat dit assortiment er al zolang is dat ze het uit gewoonte niet veranderen. 1 school geeft aan dat ze het assortiment op deze manier hebben samengesteld omdat dit het gezondste is voor de kinderen. Tot slot geeft nog 1 school aan dat de inkomsten die ze daardoor krijgen de belangrijkste reden is voor de verkoop van deze producten. De andere scholen geven ook aan dat de inkomsten een belangrijke bijkomstigheid zijn. De tussendoortjes die aangeboden worden op de DOS basisscholen zijn weergegeven in bijlage 8. Hierin staan alle 46 producten, deze tabel geeft een weergave van alle producten die aangeboden worden op de DOS basisscholen samen. Lunch op 8 DOS basisscholen worden er tijdens de lunch voedingsmiddelen aangeboden. 1 school heeft zowel een broodmaaltijd als een warme maaltijd, deze school is bij allebei de gegevens meegenomen. In 5 van de gevallen betreft dit een broodmaaltijd. Dit houdt in dat er voor elk kind één broodje is. Op 2 scholen zijn dit witte broodjes, 1 school biedt een half wit en half bruin broodje aan per kind. 1 school biedt twee dagen een bruin broodje en twee dagen een wit broodje aan. Op 1 school krijgen de kinderen een wit en een bruin sneetje brood. Tot slot is er op 2 scholen op vrijdag geen broodje maar Pan Dushi. Het broodbeleg dat gebruik wordt voor de broodjes staat in tabel 4.2 weergegeven. Tabel 4.2 soorten broodbeleg
Broodbeleg per 100 gram broodbeleg bolonga bolonga light bolonga 98% vetvrij chocopasta ham jam kaas 45+ kalkoen kip pinda kaas worst salami
kcal kh gram 300 5 180 0 75 0 563 57,8 129 1,7 247 60 364 0 141 0 138 0 625 12 375 0,1
vetten overige info 24 3,85 Nafl. per 227gr 4,40 Nafl. per 227 gr 0 5,50 Nafl. per 227gr 35 4,16 Nafl. per 750 gr 5,5 5,26 Nafl. Per 227 gr 0 4,86 Nafl. Per 450 gr 29,5 11,45 Nafl. Per 510 gr 6 3,75 Nafl. Per 227 gr 6,3 4,25 Nafl. Per 227 gr 52 15,36 Nafl. Per 1,13kg 3,3 4,08 Nafl. Per 227gr
Op 4 van de 5 scholen die een broodmaaltijd aanbieden krijgen de kinderen ’s middag een stuk fruit. De kinderen krijgen bij alle scholen die een broodmaaltijd aanbieden drinken bij de maaltijd ‘(zie tabel 4.3)’. Tabel 4.3 Dranken tijdens de lunch
19
Dranken tijdens de lunch dranken ice tea
kcal 80
kh gram 19
tang
80
20
Overige info Per 19 gr oplossing Per 21 gram oplossing. Soms extra suiker aan toegevoegd
Bij 50% van DOS basisscholen die een lunch aanbieden is er gekozen voor een warme maaltijd. Bij de warme maaltijd is de kostprijs van de maaltijd niet de belangrijkste reden voor de samenstelling. Tweederde van de scholen geven aan dat de gezonde samenstelling van de maaltijd de belangrijkste reden is, twee scholen beargumenteren dit met het feit dat de maaltijden worden samengesteld onderleiding van een diëtist. 1 van de scholen geeft aan dat vanuit de school een criterium is opgesteld voor de samenstelling van de maaltijd. Dit criterium houdt in dat de maaltijd elke dag een groente component bevat. Verder geven alle scholen aan dat er geen menu keuze is, er is wel veel variatie in het aanbod, elke dag een andere maaltijd.
4.2.3 Welke partijen zijn verantwoordelijk voor het voedingsaanbod? Op alle DOS basisscholen is het schoolhoofd eindverantwoordelijke voor de aangeboden producten. Het schoolhoofd moet rekening houden met de volgende partijen: subsidie verstrekkers, sponsoren, externe leveranciers en personen die de producten kunnen bereiden. Subsidies 3 van de 13 scholen maken gebruik van gesubsidieerde producten. Bij 2 scholen betreft dit het aanbieden van schoolmelk. 1 school maakt gebruik van een eenmalige gift van de overheid die vrij te besteden is. Deze school heeft er voor gekozen om deze gift te gebruiken voor het aanbieden van Juice van het merk Lovers. Sponsoren Het gebruik van sponsorgeld verschilt sterk per school. 5 scholen geven aan dat ze gebruik kunnen maken van sponsoren. Deze sponsoren leveren uiteenlopende producten. De volgende sponsoren zijn tijdens het veldonderzoek naar voren gekomen: - Kerk - Lions club - Prise Waterhouse Cooper - Service club - Avilla beach hotel - Bureau vrouwen zaken - Stichting: Un kuminda ave pa mi ta fuerta mayan - Stichting: Fundasion desaroyo i progreso Externe leveranciers In veel gevallen wordt er gebruik gemaakt van een externe leverancier die verantwoordelijk is voor de producten die aangeboden worden op de DOS basisscholen. Dit zijn vaak kleine zelfstandige ondernemingen die verantwoordelijk zijn voor de bereiding en levering van de producten. Dit geldt vooral voor de tussendoortjes die worden aangeboden. Bij de lunch wordt voor alle warme maaltijden gebruik gemaakt van een externe leverancier. Verantwoordelijke bereiding Het verschilt per school door wie de producten worden bereid. 1 schoolhoofd gaf aan zelf te helpen. Verder worden de producten door verschillende mensen gemaakt ‘(zie figuur 4.2)’. 20
Figuur 4.2 Door wie worden de producten gemaakt. Naschoolse opvang Op de scholen waar naschoolse opvang geregeld is, zorgt de naschoolse opvang voor de lunch de school heeft hier geen invloed op.
4.2.4 In hoeverre wordt er door de kinderen gebruik gemaakt van het voedingsaanbod? Op 2 scholen wordt een ontbijt aangeboden. Op 1 school maakt 39% van de kinderen gebruik van het ontbijt. Bij de andere school betreft dit 22% van de leerlingen. Het gebruik van het kantine aanbod varieert sterk. De kinderen kopen aan het eind van de maand meer dan aan het begin van de maand. Gemiddeld wordt op alle DOS basisscholen waar producten worden aangeboden als tussendoortje erdoor 13% van de kinderen gebruik van gemaakt. Van de lunch maken procentueel gezien de meeste kinderen gebruik, 26% van het totaal aantal kinderen op de 8 DOS basisscholen waar tijdens de lunch producten worden aangeboden maken hier gebruik van. In deze berekening zijn het aantal kinderen dat deelneemt aan de kinderopvang op de school waar zowel een brood- als een warme maaltijd wordt aangeboden niet meegenomen omdat deze niet bekend waren.
4.2.5 Waarom maken de kinderen gebruik van het voedingsaanbod? Het motief achter het gebruik van de aanboden producten verschilt per eet moment. Op de 2 scholen waar de kinderen gebruik kunnen maken van een ontbijt mogen de kinderen hier gebruik van maken als de ouders een onderstanduitkering hebben. De producten die aangeboden worden als tussendoortje, worden hoofdzakelijk gekocht door kinderen die niets bij zich hebben om in de pauze op te eten. Bij 2 scholen worden er als tussendoortje broodjes aangeboden aan kinderen waarvan de ouders niet voldoende financiële middelen hebben om in voldoende voeding te voorzien. De broodmaaltijd die bij de lunch wordt vertrekt is in alle gevallen bedoeld voor de kinderen van de naschoolse opvang. Het beleid voor de warme maaltijd varieert. Van de 4 scholen die een warme maaltijd aanbieden geven 2 scholen aan dat de kinderen hier gebruik van mogen maken als de ouders gebruik maken van de onderstand. Dit is een eis die wordt gesteld door de stichting die de 21
maaltijd financiert. Deze gefinancierde maaltijden zijn samengesteld door een diëtist. Bij 1 school kunnen de ouders aangeven of hun kind gebruik wil maken van de warme maaltijd die aangeboden wordt. Als een ouder zijn kind hiervoor inschrijft krijgt het kind elke dag een maaltijd. Bij de andere school kan het kind zelf aangeven of het gebruik wil maken van de warme maaltijd, ’s ochtends wordt verteld wat er ’s middags aangeboden wordt, aan de hand hiervan kunnen kinderen aangeven of ze er gebruik van willen maken. Het aantal kinderen dat gebruik maakt van de warme maaltijd fluctueert hierdoor per dag.
4.2.6 Wat is de gemiddelde besteding per kind aan voedingsmiddelen op de DOS basisscholen? Voor het ontbijt hoeft op allebei de scholen die deze maaltijd aanbieden niet betaald te worden. De gemiddelde besteding bij het tussendoortje is afhankelijk van de prijs per product. Over het algemeen bestelt het kind 1 product en in sommige gevallen iets te drinken en te eten. Bij alle scholen is nagevraagd wat de gemiddelde besteding van een kind was als hij iets bestelde. Deze getallen zijn bij elkaar geteld en hier het gemiddelde van genomen, dit komt neer op een gemiddelde besteding van 1,8- Nafl. per kind voor tussendoortjes. Op de scholen waar producten worden aangeboden tijdens de lunch is de gemiddelde besteding moeilijk vast te stellen. De broodmaaltijden worden verzorgd door de naschoolse opvang, hierdoor worden de kosten van deze maaltijd voor rekening van de sponsor of subsidie genomen. Een deel van de kosten voor deze maaltijd zit verweven met de ouderlijke bijdrage die betaald moet worden voor de naschoolse opvang. Bij de warme maaltijd gaat het bij 2 scholen om kinderen waarvan de ouders leven van de onderstand, zij betalen geen kosten voor de maaltijd, de financiering van deze maaltijden komt van sponsoren of subsidie. Op de 2 scholen waar de kinderen of ouders zelf kunnen bepalen of ze gebruik willen maken van de warme maaltijd, is wel een bedrag per maaltijd bekend. Op de school waar het kind elke dag kan kiezen of het wel of niet gebruik wil maken van de warme maaltijd kan ook gekozen worden voor de portie grootte, hier is ook de prijs op aangepast. De prijs varieert hierdoor van 2,- Nafl., 3 Nafl. Of 5Nafl. De kinderen kiezen allemaal voor de kleinste portie. Hierdoor wordt de besteding per kind op deze school voor deze maaltijd 2,- Nafl. Op de school waar de ouders kunnen aangeven dat hun kind gebruik wil maken van de warme maaltijd, kost deze maaltijd 4,- Nafl.
4.2.7 Wat gebeurt er met de inkomsten verkregen uit de verkoop van voedingsmiddelen en/of dranken? Van de producten die verkocht worden op school, krijgt de school een deel van de opbrengst. Gemiddeld komt dit neer op 0.25 Nafl. Per verkocht product. De extra inkomsten die de school hierdoor krijgt worden gebruikt voor de school. De doeleinde van deze inkomsten zijn bijvoorbeeld: inkt, papier, printers, koelers, het kerstdiner, afscheidsfeestje van de eindejaars. Ook is aangegeven dat het geld dat ze krijgen vanuit de overheid vaak niet voldoende is. Hierdoor worden de inkomsten ook gebruikt ter aanvulling op de subsidies. Als voorbeeld hiervoor werd gegeven dat het geld dat de school krijgt voor de bus die nodig is voor een excursie niet voldoende is, dit wordt met de inkomsten uit de verkochten producten aangevuld. Verder hebben twee scholen aangegeven dat het geld ook gebruikt wordt om een broodje te kopen voor kinderen die niks bij zich hebben om te eten. Deze inkomsten worden ook gebruikt ter overbrugging. Het kan vaak lang duren voordat er geld beschikbaar komt voor bepaalde benodigdheden voor de school. de inkomsten uit de verkochten producten worden dan gebruikt om de benodigde middelen al vast aan te kunnen schaffen.
22
4.2.8 In hoeverre is er sprake van een voedingsbeleid op de openbare basisscholen? Om te kijken in hoeverre er op de DOS basisscholen een voedingsbeleid aanwezig is, is er gekeken of de school beschikt over een beleid of afspraken voor leerlingen omtrent voeding op school’(zie figuur 4.3)’
Figuur 4.3 in hoeverre is er op de DOS basisscholen sprake van een beleid omtrent voeding Het voedingsbeleid wordt niet doorgevoerd op de naschoolse opvang omdat dit door een extern bedrijf geregeld wordt. Naast het algemene voedingsbeleid is nagegaan in hoeverre de scholen beschikken over een kantinebeleid. Twee scholen hebben een schriftelijk kantinebeleid, waarvan een school dit beleid heeft opgenomen in het schoolreglement. Een school heeft mondelinge afspraken gemaakt over het kantinebeleid. Naast het kantinebeleid zijn er wel andere mondelinge afspraken gemaakt. Zo komt tijdens de interviews naar voren dat de bestellingen alleen bij de juffrouw gedaan kunnen worden. de mondelinge afspraak hierbij is dat de juffrouw in de gaten houdt hoe vaak een kind iets bestelt. Als een kind te vaak producten bestelt wordt hier door de juffrouw opgewezen. Gezien de kleine omvang van de scholen en de grote sociale controle worden ook vaak de ouders hierop gewezen. Verder kwam tussen de enquête door naar voren dat veel scholen frisdrank met rode kleurstof niet verkopen omdat de kinderen daar druk van worden. Naast het beleid omtrent voeding is ook gekeken naar het beleid ter vermindering of vermeerdering van consumptie van bepaalde producten. Er is hierbij gekeken of er een beleid is om de consumptie van snoep, frisdrank en zoete of vette tussendoortjes te verminderen. Daarnaast is hierbij gekeken of er een beleid is om de consumptie van fruit ,groente en melk te vermeerderen. Deze gegevens staan weergegeven in figuur 4.4.
23
Figuur 4.4 Beleid op de DOS basisscholen op product niveau. Aanvullende opmerkingen Doordat de mogelijkheid er was om aanvullende informatie te geven zijn er veel aanvullingen gegeven op deze vraag. Zo geven 4 scholen aan dat ze geen limonade meer verkopen. 2 schoolhoofden vertelden dat ze geen snoep meer verkopen. Een schoolhoofd geeft aan dat ze niks meer aanbieden aan de leerlingen, dit doen zij uit het principe van een gezonde school. Ook is er op deze school controle op de boterhammen die de kinderen mee nemen naar school, er wordt gekeken of het beleg gezond en afwisselend is. 1 school gaf aan dat ze in plaats van elke dag hotdog voortaan alleen nog maar op vrijdag hotdog aan de kinderen aanbieden. Verder zijn er scholen die bepaalde producten niet meer verkopen. Zo is er aangegeven dat er geen Busta, johnny cake, hamburger of kipburger meer wordt verkocht. Verder hebben 7 schoolhoofden aangegeven dat ze gezondheidslessen op de scholen geven waarin verteld wordt wat wel en wat niet gezond is. Wat betreft fruit zijn de meningen verdeeld. Op 1 school is een fruit uurtje voor de kleuters, een ander schoolhoofd heeft aangegeven dat fruit te duur is. Drinken wordt op alle scholen gestimuleerd. 1 schoolhoofd heeft aangegeven dat ze een brief over het gebruik van bruinbrood naar alle ouders heeft verstuurd. 1 schoolhoofd geeft aan dat de school niet verantwoordelijk is voor het eten. Dit is de taak van de ouders, in het schoolreglement staat dat de ouders voor brood voor het kind moet zorgen. Tot slot hebben een aantal schoolhoofden aangegeven dat het trakteren van fruit wordt gestimuleerd, maar dat het stimuleren van gezonde voeding lastig blijft.
24
5. Conclusie & Discussie In dit hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies beschreven die getrokken kunnen worden vanuit het literatuur- en het veldonderzoek. Ook worden hier de belangrijkste discussiepunten benoemd.
5.1 Conclusie algemeen In de periode van september 2010 tot december 2010 is er onderzoek gedaan naar het voedingsaanbod bij dertien DOS basisscholen in Curaçao. De hoofdconclusie is dat het aanbod van de voedingsmiddelen niet voldoet aan de eisen van een ‘Gezonde Schoolkantine’. Bovendien is er op dit moment geen enkele vorm van voedingsbeleid opgenomen in het schoolreglement. Op korte termijn kan gewerkt worden aan een ‘goed op weg’ voedingsaanbod, de ‘gezonde schoolkantine’ is iets voor de langere termijn. Naast de hoofdconclusies kunnen uit het literatuur- en veldonderzoek ook belangrijke conclusies worden getrokken. Bij het opzetten van een leefstijlprogramma zoals Skol Salú kunnen verschillende gezondhiedsprogramma’s als voorbeeld dienen. Skol Salú zal nader gedefinieerd moeten worden door DOS in samenwerking met de HAN. Wel zal het gezondheidsprogramma een hogere kans van slagen hebben als het voor langere tijd wordt opgezet en als het meerdere aandachtsgebieden omvat. Hierdoor zijn er nog veel mogelijkheden voor samenwerking op verschillende gezondheidsgebieden waarbij de HAN de DOS mogelijk kan ondersteunen. Scholen gebruiken de inkomsten verkregen uit de verkoop van voedingsmiddelen ten behoeve van de school en haar leerlingen. Niet alleen is de verkoop van producten een inkomstenbron voor de school, ook de externe leveranciers zijn afhankelijk van deze verkoop. Dat maakt het voor schoolhoofden lastig om het assortiment aan te passen, men wil namelijk niet dat er sprake is van inkomstenderving van de school en bij de externe leverancier. Het verschilt per school in hoeverre de prioriteit bij gezonde voeding ligt.
5.2. Conclusies ten aanzien van de eetmomenten Ontbijt: Slechts twee scholen bieden een schoolontbijt aan. Hierbij heeft het schoolhoofd geen invloed op het assortiment omdat dit volledig geregeld wordt door externe financiers. Tussendoortje: Elf scholen bieden producten aan tijdens dit eetmoment. Sommige scholen maken gebruik van een externe leverancier voor het bereiden van de aangeboden producten. De externe leverancier wordt door het schoolhoofd aangesteld. Als de school zelf zorgt voor producten is het ook de verantwoordelijkheid van het schoolhoofd welke producten er ingekocht worden. De producten die als tussendoortje worden verkocht op de DOS basisscholen worden allemaal per snacklijst verkocht. De kinderen kunnen ’s ochtends bij docent aangeven of en wat ze willen bestellen. Lunch: Het schoolhoofd heeft zeer beperkte invloed op de aangeboden maaltijden bij de lunch. De broodmaaltijd die bij de lunch wordt vertrekt is in alle gevallen bedoeld voor de kinderen van de naschoolse opvang. Ouders kunnen kinderen intekenen voor de naschoolse opvang en hierdoor heeft het kind recht op een broodmaaltijd. Deze maaltijd wordt gefinancierd en verzorgd door stichtingen. Het beleid voor de warme maaltijd varieert. Van de vier scholen die een warme maaltijd aanbieden geven twee scholen aan dat de kinderen hier gebruik van mogen maken als de ouders gebruik maken van de onderstand. Dit is een eis die wordt gesteld door de stichting die de maaltijd financiert. Deze maaltijden zijn samengesteld door een diëtist. Bij één school kunnen de ouders aangeven of kinderen elke dag gebruik willen maken van een warme maaltijd. En er is één school waarbij een warme maaltijd besteld kan worden door de kinderen zelf, per dag kan een kind aangeven of het hier gebruik van wil maken 25
5.3 Conclusies ten aanzien van tussendoortjes In totaal worden op alle DOS basisscholen samen 46 verschillende producten als tussendoortje aangeboden. Van deze producten vallen 31 producten in de groep van basisproducten, de overige 14 producten behoren tot de extra’s. De producten zijn beoordeeld aan de hand van de criteria die zijn opgesteld voor de Gezonde Schoolkantine (zie bijlage 6). Hierdoor is een onderverdeling van producten ontstaan in voorkeur, middenweg en uitzondering categorie ‘(zie tabel 5.1)’. Tabel 5.1 Basisproducten per product groep Product groep basis totaal voorkeur middenweg uitzondering brood 12 0 2 10 fruit/vruchtensappen/groente
16
0
16
0
melkproducten
1
0
1
0
dranken
2
0
0
2
31 100%
0 0%
19 61%
12 39%
totaal - aantal - procenten
In tabel 5.1 is te zien dat er een groot aanbod van basisproducten is. 61% van de producten valt in de categorie middenweg. Het aandeel van de uitzonderingsproducten is relatief hoog met 39%. In vergelijking met de ideale schoolkantine zou geen enkel product in de uitzonderingscategorie mogen vallen. In vergelijking met de ‘goed op weg’ kantine, zou de uitzonderingscategorie een aandeel mogen hebben van maximaal 25%. Dit betekent dat 15% van de uitzonderingsproducten aangepast moet worden zodat deze in de voorkeur of middenweg categorie vallen. Extra’s In tabel 5.2 staan de producten per productgroep die vallen binnen de categorie extra’s. De criteria die gehanteerd zijn voor deze indeling zijn terug te vinden in hoofdstuk 4, tabel 4.1. Tabel 5.2 Extra's per product groep Productgroepen extra’s totaal
voorkeur middenweg uitzondering
Hartige snacks
6
0
2
4
Koek
2
0
0
2
Snoep
2
1
1
0
0
0
0
Repen Chips
4
1
3
0
Totaal - Aantal
14
2
6
6
100%
14
43
43
- procenten
31% van het totale assortiment op DOS basisscholen bestaat uit extra’s. Volgens de ‘goed op weg’ kantine zou dit maximaal 25% mogen zijn. 57% van het assortiment bestaat uit producten uit de voorkeur en middenweg categorie. Hierdoor is het voor de kinderen goed mogelijk om een verantwoorde keuze te maken uit de categorie extra’s. Het aanbod kan nog wel zodanig worden aangepast dat het aandeel van de uitzonderingsproducten minder wordt, waardoor de DOS basisscholen zouden kunnen gaan vallen binnen de ‘goed op weg’ kantine.
26
5.4 Discussie Er kunnen een aantal belangrijke discussiepunten aangestipt worden bij het veldonderzoek. Ook al zijn de vragen face to face gesteld, soms was er sprake van een taalbarrière waardoor vragen extra uitgelegd dienden te worden en waardoor vragen anders geïnterpreteerd bleken te worden. Daarbij waren schoolhoofden van de tevoren op de hoogte van het onderwerp van de enquête en daardoor kunnen de antwoorden ook beïnvloed zijn. Uit het veldonderzoek blijkt dat slechts 13% van de kinderen op de DOS basisscholen gebruikt maakt van de mogelijkheid om producten op school te kopen. Dit roept de vraag op in hoeverre het aanpassen van het kantinebeleid van invloed is op de gezondheid van de kinderen. De externe leveranciers hebben niet aan het onderzoek deelgenomen, zij zijn buiten beschouwing gelaten omdat er sprake was van tijdgebrek en omdat ook hier sprake was van een taalbarrière. Hierdoor is niet duidelijk in kaart gebracht wat de mogelijkheden van de externe leveranciers zijn om bepaalde producten aan te passen. De eetmomenten, ontbijt en lunch zijn niet meegenomen bij het beschrijven van de adviezen. Hierdoor kunnen geen uitspraken worden gedaan over het totale aanbod op de DOS basisscholen. Deze eetmomenten zijn niet meegenomen bij de advisering omdat is gebleken dat de schoolhoofden nauwelijks tot geen invloed hebben op het aanbod van voedingsmiddelen tijdens deze maaltijden. Een ander belangrijk punt is het feit dat voor de advisering het aanbod van alle scholen samen is genomen. Hier is voor gekozen omdat de scholen apart te weinig producten verkopen om te kunnen toetsen aan de criteria van De Gezonde Schoolkantine. Op veel scholen worden typische Antilliaanse producten zoals pastechi, johnny cake, arepa panuna en pop verkocht. Van deze producten zijn de voedingswaarden onbekend. De indeling van de producten in voorkeur, middenweg of uitzondering is daarom gedaan op basis van de recepten. Daarbij verschillen de recepten en portiegrootte ook per school, het kan hierdoor zijn dat de voedingswaarden per portie afwijken.
27
6. Adviezen In dit hoofdstuk worden adviezen gegeven per productgroep. Eerst komen de adviezen aan bod voor de basisproducten, daarna worden adviezen gegeven voor de productgroep extra’s. Er is voor gekozen om het totale aanbod van alle DOS basisscholen tezamen te nemen om uitspraken over te doen. Dit is gedaan omdat het aanbod per school te klein is om de eisen van ‘De Gezonde Schoolkantine’ toe te passen.
6.1 Adviezen productgroep basis Brood Bevindingen: Bruin brood wordt alleen op vrijdag aangeboden op één DOS basisschool, op de rest wordt alleen witbrood aangeboden. Er wordt geen smeersel gebruikt . Als beleg wordt veelal gekozen voor vette varianten. Adviezen: - De eisen die gesteld zijn aan de gezonde schoolkantine stellen dat wit brood een uitzonderingsproduct is gezien het geringe aantal vezels dat het levert. In de middenweg valt bruinbrood, de beste keuze is volkoren of meergranen brood. Deze broden vallen in de voorkeurscategorie omdat ze de meeste vezels en vitaminen bevatten in vergelijking met eerder genoemde broodsoorten. - Als tussenstap kan gekozen worden om kinderen een halve bruine boterham en halve witte boterham aan te bieden. Ook kan gekozen worden voor bepaalde dagen bruinbrood en bepaalde dagen witbrood. - Wanneer gebruik wordt gemaakt van hotdogbroodjes of bolletjes, kies dan voor de bruine variant. - Neem in plaats van Pan Dushi een ongesuikerde krentenbol of mueslibol. - Gebruik geen extra sauzen op de broodjes. - Maak gebruik van minder vette belegsoorten. Zoals 30+ kaas en Bologna light of Bologna 98% vetvrij, kip, kalkoen en schouderham, gekookt ei of jam. - Bied broodje hamburger, hotdog, krabsalade, tonijnsalade en dubbel belegde broodjes zoals ham en ei maximaal 1 keer per week aan. Bijvoorbeeld een snackdag op woensdag waarbij kinderen de keuze hebben uit een van bovenstaande producten. Fruit/vruchtensappen/groente. Bevindingen: Gezien de bederfelijkheid van verse groenten en fruit wordt dit niet aangeboden, dit komt door het tropische klimaat. Wel is er een ruim aanbod van Juice. Dit is geen verse juice maar uit een pakje. Op enkele broodjes is sla aanwezig. Adviezen: - Beleg broodjes met meer groente. Zoals stukjes tomaat, komkommer, sla, wortel of kool. -Bied fruit aan. Bijvoorbeeld watermeloen, dit is ook dorstlessend. Of een dag in de week een fruitdag. - Neem in plaats van Lovers Juice Capri-sonne. Dit bevat per verpakking minder calorieën en is ongezoet. Vermijd Juice Lovers Tamarind, deze bevat zeer veel calorieën. - Bied fruit smoothies aan. Met als basis melk of vruchtensap (sinaasappelsap, appelsap, ananassap etc.) - Las per dag een groenten en fruit kwartiertje in waarbij kinderen hun meegebrachte groente of fruit kunnen opeten. Melkproducten. Bevindingen: Op een paar scholen wordt gebruik gemaakt van schoolmelk. 1 school biedt yoghurt aan. Omdat veel zuivel geïmporteerd wordt, is de prijs relatief hoog. Advies: - Bied op alle scholen schoolmelk aan. Hierdoor hebben kinderen in ieder geval een consumptie van melkproducten per dag. 28
Dranken. Bevindingen: Er worden veel gezoete dranken aangeboden. Gezien de tropische temperaturen is het belangrijk dat kinderen veel drinken. Daarom kunnen de kinderen gebruik maken van drinkfonteintjes met water. Extreem zoete frisdrank wordt veel gedronken op Curaçao. Daarnaast worden dranken ook zoeter gemaakt door toevoeging van suiker. Adviezen: - Bied light producten aan. Ook Pop en Fria kennen een light variant. - Voeg geen extra suiker toe aan poeder ranja zoals Tang. Er zijn ook light varianten van de poeder ranja te verkrijgen. Neem van de gewone poeder ranja het merk Kool Aid, dit bevat minder calorieën dan Tang. - Bied van de limonades de kleinste verpakkingen aan. Als kinderen daarna nog dorst hebben kunnen ze gebruik maken van het water.
6.2 Adviezen productgroep extra’s Hartige Snacks. Bevindingen: De hartige snacks bestaan voornamelijk uit typisch Curaçaose producten. Deze zijn veel al gefrituurd. Deze producten zijn zeer geliefd en worden vaak verkocht. Portiegrootte verschilt sterk per DOS basisschool omdat ze zelf gemaakt worden door verschillende mensen. Adviezen: - Biedt de hartige snacks als eerste stap op 2 maximaal 3 dagen per week aan. Later kan overgegaan worden op 1 keer per week of helemaal niet meer aanbieden. - Biedt geen extra sauzen zoals mayonaise of ketchup aan bij de hartige snacks. - Probeer de portiegrootte zo klein mogelijk te houden. Koek. Bevindingen: De koeken die worden aangeboden vallen beide in de uitzonderingscategorie omdat deze bij de bereiding gefrituurd worden. Omdat ook deze producten zelfgemaakt worden verschillen de portiegrootte en de ingrediënten per DOS basisschool. Adviezen: - Zowel Arepa Panuna als Johny Cake bevatten dermate veel calorieën dat ze beter niet aangeboden kunnen worden. In de categorie koeken kan daarom beter gekozen worden voor: *pannenkoek/poffertjes (gemaakt van (volkoren)bloem, (halfvolle)melk, eieren)gebakken in een pan met eventueel jam, stroop of poedersuiker. * plakje cake (gemaakt van eieren, (volkoren)bloem, suiker en margarine) eventueel kan fruit worden toegevoegd zoals banaan en appel. * Kies voor koeken zoals eierkoek (onbesmeerd), Sultana of Liga. Snoep. Bevindingen: Er wordt niet veel snoep verkocht. Onder deze categorie valt ook cornflakes, omdat deze extra gezoet is. Adviezen: - Waterijs is een product dat in de voorkeurscategorie valt en is ook dorstlessend. - Vervang de gezoete cornflakes door de ongezoete variant met bijvoorbeeld gedroogde stukjes fruit. Cornflakes kan ook vervangen worden door kleine doosjes rozijnen. Repen. Bevindingen: Op geen enkele DOS basisschool worden producten uit de categorie repen verkocht. Advies: - Momenteel maken repen geen deel uit van het assortiment, laat dit zo. 29
Chips. Bevindingen: Er valt niks in de uitzonderingscategorie omdat de kleinste zakjes chips worden verkocht (30 gram). Naast chips is ook popcorn meegerekend in deze categorie. De ongezoete/ongezouten variant valt in de voorkeurscategorie. Advies: - Popcorn kan een verantwoord extraatje zijn, maar dan moet het wel ongezoet, ongezouten en niet gekarameliseerd zijn.
6.3 Overige Adviezen - Uit het veldonderzoek is gebleken dat er verschillende subsidie mogelijkheden zijn. Daarnaast zijn er tal van sponsoren die ofwel financiële steun kunnen verlenen dan wel scholen steunen in de vorm van goederen. Geadviseerd wordt daarom om verder onderzoek te doen naar subsidie en sponsor mogelijkheden zodat meerdere DOS basisscholen hier gebruik van kunnen maken. -Op dit moment is er geen sprake van een geschreven voedingsreglement op de DOS basisscholen. Hierom het advies om voor alle basisscholen een algemeen voedingsbeleid op te stellen, zodat er geen onduidelijkheid meer is over voeding op scholen. - De financiële ruimte van scholen en kinderen is klein. Daarom is het lastig om alleen producten uit de voorkeurscategorie voor te schrijven omdat deze producten automatisch duurder zijn. De hogere prijs van deze producten heeft ook te maken met het feit dat deze gezonde producten geïmporteerd moeten worden er moet daarom in kaart worden gebracht of en wat lokale alternatieven zijn. - De belangstelling en de mogelijkheden voor gezonde voeding op scholen verschilt per school. Het is daarom aan te raden om bij de implementatie van de adviezen te starten bij 1, maximaal 2 scholen die als pilot kunnen dienen.
6.4 Toekomst Project Om ervoor te zorgen dat de adviezen die gegeven zijn in dit hoofdstuk geïmplementeerd gaan worden, is het noodzakelijk dat er een vervolg wordt gegeven aan het project. De adviezen voor het vervolg van het project zijn onderverdeeld in twee categorieën. Ten eerste het vervolg van Skol Salú, ten tweede het vervolg van De Gezonde Schoolkantine. Vervolg Skol Salú. Op dit moment is er een grove opzet van Skol Salú. Om een goed theoretisch kader te schetsen is het van het essentieel belang dat het volledige gezondheidsprogramma verder wordt gedefinieerd en uitgewerkt. Dit is niet alleen belangrijk voor de pijler ‘ gezonde voeding’ maar ook voor de andere drie pijlers. Aangezien in het eerste semester van 2011 wederom Voeding en Diëtetiek studenten verder gaan met het Skol Salu project, is het aan te bevelen om tenminste de pijler Gezonde Voeding, volledig en gedetailleerd uit te werken, zodat dit kan dienen als theoretisch kader van alle toekomstige voedingsprojecten. Om de voortgang van het project te bespoedigen geniet het de voorkeur dat de projectdefinitie klaar is voor de komst van de nieuwe studenten. Vervolg Gezonde Schoolkantine. Om de implementatie van de adviezen met betrekking tot de gezonde schoolkantine te vergemakkelijken is het aan te bevelen om te starten met een of twee pilot scholen. Na aanleiding van de afgenomen enquêtes, blijkt dat er twee scholen erg enthousiast zijn over het aanpassen van voedingsbeleid. Dit waren de Joan Maurits basisschool en de Cola Debrot basisschool. Tijdens het afnemen van de vragen bleek dat beide schoolhoofden graag meer informatie en adviezen wilden over het opzetten van een gezonde schoolkantine. Deze scholen zouden daarom als pilot scholen kunnen dienen. 30
Literatuurlijst 1. Alberts, J.F., Gerstenbluth, I., Halabi, Y.T., Koopmans, P.C., O’Niel, J. and Heuvel, W.J.A van den., The Curacao Health Study: socio-economic inequity in healthcare, Social Sciences and Medicine, 45(2): 213-220. 2. Baarda ,D.B, Goede, M.P.M de, Teunissen J. (2005)Basisboek kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff. 3. Barnett, A.H. en Kumar, S.(2006) Obesitas & Diabetes. Zaltbommel: Pronounce. 4. Barholomew, L.K., Parcel, G.S., Kok, G., Gottlieb, N.H.(2001) Intervention mapping: designing theory- and evidence based health promotion programs. Mountain View, CA : Mayfield. 5. Bos, V., D.M. de Jongh en T.G.W.M. Paulussen (2010) Gezondheidsbevordering en preventie in het onderwijs. Stand van zaken, effectiviteit en ervaringen van GGD’en en scholen. Bilthoven: RIVM. 6. Botvin, G.J., Griffin, K.W., Paul, E., Macaulay, A.P.(2003) Preventing tobacco and alcohol use among elementary school students through Life Skills Training. Journal of Child and Adolescent Substance Abuse 12:1-17. 7. Buijs, G.(2005) Werkdocument de Gezonde School Methode in Nederland. Woerden: NIGZ. 8. CBO Richtlijn Obesitas (2007). Obesitas. Geraadpleegd op 14-12-2010 van http://www.cbo.nl/product/richtlijnen/folder20021023121843/rl_obesitas_07.pdf/view 9. Commissie Gedragscode Praktijkgericht Onderzoek in het HBO (2010). Gedragscode Praktijkgericht Onderzoek voor het HBO. Gedragscode voor het voorbereiden en uitvoeren van praktijkgericht onderzoek binnen het Hoger Beroepsonderwijs in Nederland. Geraadpleegd op 08-12-2010 van https://online.han.nl/sites/8-HE-IPS-80020/1011P12_TOKO/Gedeelde%20documenten/ Gedragscode%20praktijkgericht%20onderzoek_studenten.pdf 10. Van Dale. Groot woordenboek der Nederlandse taal (2010). Geraadpleegd op 14-12-2010 van http://www.vandale.nl 11. Daniels, D.Y.(2008) Examining attendance, academic performance, and behavior in obese adolescents. Journal of School Nursing, 24(6):379-387. 12. Datar, A., Sturm, R.(2006) Childhood overweight and elementary school outcomes. International Journal of Obesity, 30(9):1449-1460. 13. French, S.A., Stables, G.(2003) Environmental interventions to promote vegetable and fruit consumption among youth in school settings. Preventive Medicine, 37(6 Pt 1):593-610. 14. De Gezondheidsraad (2001). Voedingsnormen. Energie, eiwitten, vetten en verteerbare koolhydraten. Geraadpleegd op 08-12-2010 van http://www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/
[email protected] 15. De Gezonde Schoolkantine (2010). Wat verkoop je in een gezonde schoolkantine? Geraadpleegd op 13-12-2010 van 31
http://www.degezondeschoolkantine.nl/nl/kantinebeheerders/wat-verkoop-je-in-eengezonde-kantine-/ 16. De Gezonde Schookantine (2010).Waarom?Daarom! geraadpleegd op 22-12-2010 van http://www.degezondeschoolkantine.nl/nl/kantinebeheerders/waarom-daarom-/ 17. Healthy School Model (2010). About us. Geraadpleegd op 14-12-2010 van http://resources.healthyschools.gov.uk/p/Static/AboutUs 18. Healthy School Model (2010).NSHH. geraadpleegd op 14-10-2010 van http://www. Healthyschools.gov.uk 19. Hollander, A.E.M. de, N. Hoeymans, J.M. Melse, J.A.M. van Oers en J.J. Polder (2006)Zorg voor gezondheid - Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. 20. Hooijkaas, H. (2005), The Obesity Epidemic. Presentaties tijdens het NASHKO symposium World Trade Centre Curaçao. 21. Jongeren Op Gezond Gewicht (2010). Wat biedt JOGG?. Geraadpleegd op 05-01-2011 van http://www.jongerenopgezondgewicht.nl/wat_biedt_jogg. 22. Knai, C., Pomerleau, J., Lock, K., McKee, M. (2006)Getting children to eat more fruit and vegetables: a systematic review. Preventive Medicine, 42(2):85-95. 23. Leurs, M.T.W., H.P. Schaalma, M.W.J. Jansen, I.M. Mur-Veeman, L.H. St.Leger en Vries, N., de(2005) Development of a collaborative model to improve school health promotion in the Netherlands. Health Promotion International , 20(3): 296-305. 24. Loket Gezond Leven (2010). Interventieoverzichten. Geraadpleegd op 06-01-2011 van http://www.loketgezondleven.nl/settings/gezondeschool/interventieoverzichten/voortgezet-onderwijs/interventieoverzicht-voortgezetonderwijs/. 25. Nicis Institute (2010). Dossier Onderwijs.Geraadpleegd op 14-12-2010 van http://www.integratie.net/skcn/dossiers/Onderwijs/ Onderwijsachterstanden/Statenakkord-met-leerplichtwet_1049.html 26. School Food Trust (2010).Final food-based standards for lunches. Geraadpleegd op 13-122010 van http://www.schoolfoodtrust.org.uk/the-standards/the-food-based-standerds/finalfood-based-standerds-for-school-lunches 27. Sluiter, A.C,. (1999), Diabetes Mellitus type II, trends en risicoprofiel op Curaçao. Afstudeeropdracht geneeskunde, Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. 28. Stewart-Brown, S.(2006) What is the evidence on school health promotion in improving health of preventing disease and specifically, what is the effectiveness of the health promoting school approach? WHO European region, rapport , Copenhagen. 29. De Stichting Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen (2004). Gedragscode Gezondheidsonderzoek. Geraadpleegd op 08-12-2010 van 32
http://www.cbpweb.nl/downloads_gedragscodes/gedr_fmwv.pdf?refer=true&theme=purpl e 30. Romon, M., Lommez, A., Tafflet ,M., Basdevant, A., Oppert, J.M., Bresson, J.L., Ducimetière, P., Charles, M.A., Borys, J.M(2009) Downward trends in the prevalence of childhood overweight in the setting of 12-year school- and community-based programmes. Public Health Nutrition, 12(10):1735-42. 31. Richtlijnen Goede Voeding (2009). Richtlijnen voedselkeuze. Geraadpleegd op 22-12-2010 van http://www.voedingscentrum.nl/resources2008/RICHTLIJNENVOEDSELKEUZE20091.pdf 32. Taras, H., Potts-Datema, W.(2005) Sleep and student performance at school. Journal of School Health, 75(7):248-254. 33. Het Voedingscentrum (2010).Hoeveel per dag? geraadpleegd op 05-12-2010 van http://www.voedingscentrum.nl 34. Zuivel en Gezondheid (2010).Gevolgen overgewicht. Geraadpleegd op 14-12-2010 van http://www.zuivelengezondheid.nl/?pageID=332
33
Bijlage 1: Onderbouwing onderzoeksvragen Vragen literatuuronderzoek Voor de start van het literatuur onderzoek zijn er vragen opgesteld. Deze vragen hebben gediend als startpunt van het onderzoek. In dit document wordt de onderbouwing gegeven voor deze vragen. Een vraag staat er niet bij maar die hebben we wel onderzocht: in hoeverre is overgewicht een probleem op Curaçao. De onderzoeksresultaten hiervan staan beschreven in de probleem analyse en afbakening. Hierin staat uitgebreid beschreven in hoeverre dit probleem heerst op Curaçao en welke invloed overgewicht heeft op de schoolprestaties van het kind. Dit vonden we belangrijk om te beschrijven omdat hiermee wordt aangegeven waarom het zo belangrijk is dat er wat gedaan wordt aan overgewicht bij kinderen. Daarnaast is dit rapport ook bedoeld voor de studenten die verder gaan met ‘Skol Salú’. Zij kunnen doormiddel van de gegevens in dit rapport, verder met het project. Hieronder staan de vragen die we hebben gebruikt voor het literatuuronderzoek. 1. Welke leefstijlprogramma’s kunnen als lijdraad dienen voor ‘Skol Salú’? Deze vraag is gesteld om te zien welke programma’s al bestaan omtrent leefstijlverandering bij schoolkinderen. Door de bestaande programma’s met elkaar te vergelijken kunnen de beste punten eruit gehaald worden. De onderdelen die bewezen effectief zijn worden gebruikt voor ‘Skol Salu’. Er zal verder kritisch gekeken worden naar de toepasbaarheid van de onderdelen uit de bestaande programma’s. Omdat de bestaande projecten niet geschreven zijn voor het Caribische gebied, zal een bestaand project in Curaçao implementeren niet haalbaar zijn. Op grond hiervan heeft men gekozen voor een eigen programma gebaseerd op de bestaande leefstijlprogramma’s maar aangepast aan de mogelijkheden van Curaçao. 2. Welke criteria stellen Healthy School en Gezonde Schoolkantine aan het voedingsaanbod? specifiek voor deze twee programma’s is gekozen op verzoek van de opdrachtgever. Nadat wij alle programma’s hadden bekeken hebben we hier een presentatie over gegeven. Aan de hand van deze presentatie is besloten om de adviezen over de kantine te baseren op het project de Healthy school en het project de Gezonde schoolkantine. Hierbij hebben we gekeken op welke manier deze projecten de schoolkantine aanpakken en welke eisen hierbij worden gesteld aan het kantine aanbod. Vervolgens is gekeken in hoeverre deze gegevens toepasbaar zijn op Curaçao. 3. Wat is de voedingsbehoefte van een basisschoolkind? Op advies van de opdrachtgever is gekeken naar de voedingsbehoefte van een kind, we hebben onderzocht wat een basisschool kind aan voedingsmiddelen nodig heeft. Met deze gegevens kunnen we kijken wat er nu op scholen verkocht wordt en in hoeverre we dit aankunnen passen zodat er op school aan de basisbehoefte aan voeding van het kind word voldaan. Dit is belangrijk omdat thuis niet altijd de mogelijkheid is om het kind optimaal te voeden.
Vragen veldonderzoek Nadat het literatuuronderzoek is gedaan, zijn we verder gegaan met het veldonderzoek, ook hiervoor hebben we vooraf onderzoeksvragen opgesteld. 1. Op welke eetmomenten bieden de DOS basisscholen voedingsmiddelen aan? Om inzicht te krijgen in de eetmomenten die geboden worden hebben we onderzocht op welke momenten er eten aangeboden wordt op de DOS basisscholen. Het is belangrijk om te weten op welk moment er voedingsmiddelen worden aangeboden om hier de adviezen op aan te kunnen passen. 34
2. Welke voedingsmiddelen worden er per eetmoment aangeboden door de DOS basisscholen, wat is/zijn de beweegreden(en) voor deze productkeuze? Om een inzicht te krijgen in het huidige aanbod hebben we nagevraagd wat er nu op de scholen wordt aangeboden. Het is belangrijk om te weten wat er nu wordt verkocht zodat de adviezen hier zoveel mogelijk op kunnen aansluiten. 3. Welke actoren zijn verantwoordelijk voor het voedingsaanbod op de DOS basisscholen? Naast advisering op producten niveau is het ook belangrijk om te weten wie er verantwoordelijk is voor het voedingsaanbod op de DOS basisscholen. Hiermee kun je in kaart brengen wie er betrokken moeten worden bij het opstellen van een voedingsbeleid en het aanpassen van het voedingsaanbod. Mogelijk kunnen er ook informatie- of cursusavonden georganiseerd worden voor iedere betrokke partij. Door inzicht te krijgen wie er allemaal betrokken zijn bij het voedingsaanbod op de school kan de informatie toegespitst worden per betrokken partij. 4. In hoeverre wordt er door de kinderen gebruik gemaakt van het voedingsaanbod? Het is belangrijk om te weten in hoeverre er gebruik gemaakt wordt van het voedingsaanbod om enigszins inzicht te krijgen in hoeverre het effect heeft om hier aanpassingen in te doen. 5. Op welke manier worden de aangeboden voedingsmiddelen gefinancierd? Om er voor te zorgen dat de adviezen toepasbaar worden is het belangrijk dat ook meegenomen worden wie verantwoordelijk is voor de financiering van de producten die aangeboden worden. zij zullen ook bereid gevonden moeten worden om ook de financiering te doen voor de adviezen die wij geven. Voor de implementatie van onze adviezen zullen ook de financiers bereid gevonden moeten worden om mee te werken. 6. Wat is de gemiddelde besteding per kind aan voedingsmiddelen op de DOS basisscholen? De adviezen die gegeven gaan worden moeten binnen de bestedingsruimte van de kinderen vallen. De financiële ruimte van de kinderen in Curaçao is over het algemeen krapper dan in Nederland hierdoor is het belangrijk dat de geadviseerde producten binnen de kosten van de huidige producten vallen. 7. Wat gebeurt er met de inkomsten verkregen uit de verkoop van voedingsmiddelen en/of dranken? Hiermee kan achterhaald worden in hoeverre de school afhankelijk is van de inkomsten uit de verkochte producten. Er kan hierdoor achterhaald worden in hoeverre inkomsten derving door het aanbieden van producten die de kinderen niet aanspreken een probleem is voor financiën van de DOS basisscholen. 8. In hoeverre is er sprake van een voedingsbeleid op de openbare basisscholen? Om een beeld te krijgen van de huidige situatie wordt nagegaan in hoeverre de DOS basisscholen beschikken over een voedingsbeleid. Hiermee kan gekeken worden of de nieuwe adviezen hierop kunnen aansluiten. 9. Welke motieven hebben de kinderen op DOS basisscholen om gebruik te maken van het voedingsaanbod? Door te onderzoeken wat de motieven van de kinderen zijn kan hier op in gespeeld worden met de adviezen die gegeven worden over het aanbod. Verder is dit ook van belang voor het vervolg van het project als het gaat over implementatie van de adviezen.
35
Bijlage 2: Enquête vragen voor de scholen. Algemeen 1. Hoeveel kinderen zitten hier op school?
2. Uit welke onderdelen bestaat deze school? A. de school geeft les aan FO 1 B. de school geeft les aan FO 2 C. de school geeft les aan FO 3 3. krijgt de school subsidie voor de aangeboden producten ( maaltijden/schoolmelk) ? ja/nee 4. Waar is de subsidie op gebaseerd? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 5. Is dit voldoende subsidie? En waarom? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 6. krijgt de school inkomsten uit sponsors voor de producten die aangeboden worden op de school? A. ja voor alles wat wordt aangeboden is er sponsor geld beschikbaar. B. ja, maar alleen voor de maaltijd voor de kinderen die gebruik maken van de na schoolse opvang. C. ja alleen voor de warme maaltijden die aangeboden worden. D. nee er is een sponsor geld beschikbaar voor de producten die worden aangeboden. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 7. Door wie worden de producten gemaakt die op school verkocht worden? A. ouders van de kinderen B. vrijwilligers C. betaalde krachten D. de leraren ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
36
8. Voor wie zijn de opbrengsten van de kantine? A. de opbrengsten gaan naar de school B. de opbrengsten gaan naar de directie C. de opbrengsten zijn voor het kantine personeel ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
9. Wat wordt er met de opbrengsten gedaan? A. de opbrengst is het inkomen van het kantine personeel. B. de opbrengsten worden besteed aan dagjes uit en spelletjes. C. de opbrengsten zijn voor de aanschaf van nieuwe schoolboeken. D. de opbrengsten zijn een extra inkomen voor de school voor algemeen gebruik. E. anders namelijk………………………………………………. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 10. Beschikt de school over een reglement of afspraken voor leerlingen omtrent voeding op school? A. ja, over een schriftelijk reglement dat is opgenomen in het schoolreglement B. ja, over een schriftelijk reglement dat niet is opgenomen in het schoolreglement C. ja, maar enkel over mondeling of impliciete afspraken. D. nee ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 11. Zijn het reglement of de afspraken voor leerlingen ook van toepassing op naschoolse of buitenschoolse activiteiten? A. ja, altijd B. ja, maar er zijn uitzonderingen C. nee ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 12. Beschikt de school over een reglement of afspraken omtrent het kantine beleid? A. ja, over een schriftelijk reglement dat is opgenomen in het schoolreglement B. ja, over een schriftelijk reglement dat niet is opgenomen in het schoolreglement C. ja, maar enkel over mondeling of impliciete afspraken. D. nee 37
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 13. Op welke partijen zijn het reglement/ die afspraken ook van toepassing in de school? A. leerkrachten B. directie C. overige personeelsleden( administratief, technisch, keuken of onderhoudspersoneel) D. ouders
14. Is er een beleid op school aangenomen om de consumptie van de volgende voedingsmiddelen/ dranken door leerlingen te verminderen tijdens de schooldagen? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Ja, er is een geschreven beleid in het schoolreglement
Ja er is een geschreven beleid maar niet in het schoolreglement
Ja er is een informeel beleid ( bv. Mondelinge afspraken)
Nee we hebben hiervoor geen beleid
Snoep Frisdrank Zoete of vette tussendoortjes 15. Is er een beleid op school aangenomen om de consumptie van de volgende voedingsmiddelen/ dranken te vermeerderen tijdens de schooldagen? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
Ja, er is een geschreven beleid in het schoolreglement Fruit Groenten 38
Ja er is een geschreven beleid maar niet in het schoolreglement
Ja er is een informeel beleid ( bv. Mondelinge afspraken)
Nee we hebben hiervoor geen beleid
Melk Water
16. Welke maaltijden worden er op school aangeboden? A. ontbijt B. tussendoortje C. warme maaltijd Ontbijt
1. Wordt er elke dag een ontbijt aangeboden aan de kinderen? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ ______________________________________________________________ 2. Waar bestaat deze maaltijd uit? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 3. Wat is de belangrijkste reden voor deze samenstelling van de maaltijd A. de kostprijs van de maaltijd B. de voorkeur van de kinderen C. de gezonde samenstelling van de maaltijd ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
4. Aan hoeveel kinderen word het ontbijt aangeboden?
5. Is er een speciaal beleid voor welk kind wel en welk kind niet deze maaltijd krijgt? A ja er is een beleid voor alleen de kinderen die onder de armoede grens leven hebben recht op een maaltijd B. ja, de ouders/ leerkrachten moeten het kind hiervoor in schrijven C. nee er is geen beleid elk kind maar gebruik maken van de warme maaltijd. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 39
___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 6. Wat kost het ontbijt om te bereiden gemiddeld per portie?
7. Wat betalen de kinderen voor deze maaltijd?
Tussendoor.
1. Hebben de leerlingen toegang tot de volgende faciliteiten waar ze voedingsmiddelen of dranken kunnen kopen? _____________________________________________ een kantine een snacklijst een schoolwinkeltje snoepautomaat drankautomaat melkautomaat
ja ja ja ja ja ja
nee nee nee nee nee nee
2. Hoeveel kinderen maken gebruik van de schoolkantine/ snacklijst?
3. Wat is de gemiddelde besteding per kind ?
4. Welke 3 producten worden het meest verkocht? 1.___________________________________________________________________ 2.___________________________________________________________________ 3.___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 5. Waarom is er voor dit assortiment gekozen? A. dit is wat het best verkoopt. B. dit is wat de kinderen het lekkerste vinden C. omdat deze producten gezond zijn voor de kinderen. D. zijn de goedkoopste producten. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ In onderstaande kolom kan ingevuld worden welke producten er worden aangeboden, hoe vaak per week of per dag ze worden aangeboden, wat de portie grootte is en tot slot wat de kinderen moeten betalen voor het product. Soort product 40
Hoe vaak aangeboden
Portie grootte
kosten
Soort drank
Hoe vaak aangeboden
Portie grootte
kosten
Warme maaltijd.
1. Wordt er elke dag een warme maaltijd aangeboden aan de kinderen? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 41
_____________________________________________________________________ ______________________________________________________________ 2. Kunnen de leerlingen kiezen uit twee of meer menu’s voor een warme maaltijd? A. ja ze kunnen kiezen uit meerdere menu’s B. nee, er is geen keuze tussen menu’s 3. Waar bestaat deze maaltijd uit? ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 4. Wat is de belangrijkste reden voor deze samenstelling van de maaltijd? A. de kostprijs van de maaltijd B. de voorkeur van de kinderen C. de gezonde samenstelling van de maaltijd ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________
5. Aan hoeveel kinderen word er een warme maaltijd aangeboden?
6. Is er een speciaal beleid voor welk kind wel en welk kind niet deze maaltijd krijgt? A ja er is een beleid voor alleen de kinderen die onder de armoede grens leven hebben recht op een maaltijd B. ja, de ouders/ leerkrachten moeten het kind hiervoor in schrijven C. nee er is geen beleid elk kind maar gebruik maken van de warme maaltijd. ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ ___________________________________________________________________ 7. Wat kosten deze warme maaltijden, om te bereiden gemiddeld per portie?
8. Wat betalen de kinderen voor deze maaltijd?
42
Bijlage 3: Onderbouwing enquête De enquête is opgesteld om een beter inzicht te krijgen in het voedingsbeleid op de scholen. Naast algemene vragen over de school zelf, wordt er gekeken in hoeverre er een voedingsbeleid is opgesteld per school. Daarnaast wordt er gekeken naar de producten die op school worden aangeboden aan de kinderen. 1. De eerste vraag is opgenomen om een algemeen beeld te schetsen van de school. Het aantal kinderen dat op school zit geeft een indruk van de grote van de school, ook kunnen hiermee eerlijke vergelijkingen gemaakt worden tussen de verschillende scholen. 2. Deze vraag geeft weer waar de school uit op gebouwd is. Er zijn verschillende niveaus en om te kijken of er verschil zit tussen de niveaus qua product aanbod is er een antwoord op deze vraag nodig. 3. Vraag 3 en 4 gaan over subsidie, om de uiteindelijke adviezen goed aan te laten sluiten op de bestedingsruimte van de school is het belangrijk dat het duidelijk is of de school van subsidies gebruik kan maken. 5. door deze vraag wordt duidelijk of de school beschikt over sponsor geld, dit kan de bestedingsruimte van de school verbreden waardoor er meer mogelijk is qua aanpassing in de voeding. 6. om een volledig beeld te krijgen van de gang van zaken qua voedingsaanbod is het belangrijk om te weten door wie de producten worden aangeboden. Voor het verder verloop van het project kan doormiddel van deze vraag achterhaald worden wie er een cursus of instructies moeten krijgen voor het aanpassen van het voedingsaanbod in de kantine. 7+8 ter aanvulling van het volledig beeld van de kantine is ook belangrijk om te weten voor wie de opbrengsten van de kantine zijn en wat er met de opbrengsten gedaan wordt. Hierdoor kan ook achterhaald worden als er tegenstand komt tegen de veranderingen of men bang is voor inkomstenvermindering. 9-15 doormiddel van deze vragen wordt duidelijk in hoeverre de school beschikt over en reglement over voeding, daarbij wordt duidelijk in hoeverre dit reglement is doorgevoerd en uitgewerkt. Hierbij wordt niet alleen naar de kinderen gekeken maar naar de hele school. Voor het verdere verloop van het onderzoek kunnen aan de hand van deze vragen ook adviezen gegeven worden over het voedingsbeleid en hoe dit mogelijk beter aan kan sluiten bij het project skol salú. De vragen 9,10,12,13,14,15 zijn uit de vragenlijst van het gezonde schoolproject overgenomen. 17 om inzicht te krijgen in het aantal kinderen dat gebruik maakt van de kantine is deze vraag opgenomen in de enquête. Samen met vraag 1 kan er gekeken worden hoeveel procent van de kinderen per school gebruik maakt van de producten die worden aangeboden op de school. 18 met deze vraag wordt de bestedingsruimte van de kinderen achterhaald. Doormiddel van deze gegevens kunnen de adviezen qua prijs beter op de bestedingsruimte van de leerlingen worden aangepast.
43
19. om een duidelijk beeld te krijgen van het aanbod, is het goed om te weten welke producten het beste verkopen. Doormiddel van deze vraag kan van te voren ook ingecalculeerd worden waar mogelijk de meeste weerstand komt bij het aanbrengen van veranderingen. 20 om te achterhalen wat de motivatie is achter dit aanbod is deze vraag opgesteld hiermee wordt duidelijk waarom er specifiek voor dit assortiment is gekozen. 21+ 28 bekend is dat er soms een speciaal beleid is voor het aantal kinderen dat wel of niet gebruik mag maken van het aanbod op school. de stuurgroep armoedebestrijding heeft bepaald dat er warme maaltijden aangeboden moeten worden op scholen die in een arme wijk staan. De scholen zijn vrij om hier wel of niet aan mee te doen. Er zijn ook scholen die niet in een armoede wijk staan maar hier wel interesse voor hebben. Verder is er op sommige scholen een speciaal beleid dat alleen de kinderen die onder de armoede grens leven gebruik mogen maken van de maaltijden. 22-27 op sommige scholen wordt er een warme maaltijd tussen de middag geserveerd, om te achterhalen of dit het geval is op de scholen van de DOS zijn deze vragen opgesteld. Verder is het belangrijk om een duidelijk beeld te krijgen over deze maaltijd. Om te achterhalen hoe deze maaltijd eruit ziet en hoe deze geserveerd wordt kunnen mogelijke knelpunten achterhaald worden. 29+30 voor goede adviezen is het belangrijk dat ook de prijs van de maaltijden bekend is, hierdoor kunnen de adviezen aangepast worden aan het huidige budget. Tot slot staan er twee tabellen waarin alle producten die aanboden worden weergegeven kunnen worden. naast de product naam word hierin ook de portie grote, prijs en de aanbod frequentie weergegeven. Met deze tabellen ontstaat een volledig beeld van het aanbod per school. De opdrachtgever wil graag inzicht krijgen in het aanbod per school vandaar dat er voor deze uitgebreide methode is gekozen. Deze vraag zal door de onderzoekers zelf ingevuld worden, tijdens de school bezoeken.
.
44
Bijlage 4: Criteria voor eetmomenten, volgens het Healthy School Model. dit zijn de criteria voor de eetmomenten op school zonder de lunch volgens het Healthy school model.
45
Bijlage 5: Zoek strategie Zoek strategie zoekterm
Limits
Databank
‘obesity’ AND ‘Curacao’
Preschool Child: 2-5 pubmed years, Child: 6-12 years, published in the last 10 years, taal: Engels, Frans, Nederlands ‘overweight’AND Preschool Child: 2-5 pubmed ‘antillean’ years, Child: 6-12 years, published in the last 10 years, taal: Engels, Frans, Nederlands ‘overweight’ Preschool Child: 2-5 pubmed AND ‘caribbean’ years, Child: 6-12 years, published in the last 10 years, taal: Engels, Frans, Nederlands ‘obesitas’ informatorium
Resultaten
bruikbaar
0 resultaten
0 resultaten
45 resulataten
0 bruikbaar
0 resultaten
‘obesity’ AND ‘children’
reviews
The Cochrane Libery
7 resultaten
1 bruikbaar
Healthy school
reviews
The Cochrane Libery
7 resultaten
2 bruikbaar
‘Health promoting school’ AND ‘Nutrition’
Kinderen 0-18 jaar.
pubmed
59
9
‘Health promotion’AND ‘school lunch’
Kinderen 0-18 jaar.
Pubmed
19
4
46
Taal: engels, frans, nederlands.
Taal: engels, frans, nederlands.
‘healthy school’ , Preschool Child: 2-5 pubmed AND ‘canteen’ years, Child: 6-12 years, published in the last 10 years. Taal: Engels, Frans, Nederlands. ‘Health Kinderen 0-18 jaar. Pubmed promotion’AND Taal: engels, frans, ‘school food’ nederlands, Human. Date AND ‘primary 10 year, review school’ ‘Canteen’ Kinderen 0-18 jaar. Pubmed Taal: engels, frans, Nederlands
‘Health Promotion’AND ‘School nutrition’AND ‘intervention’ ‘lifestyle intervention obesity’AND ‘school’
10 resultaten
31
8
8
1
Kinderen 0-18 jaar. Taal: engels, frans, nederlands, Human. Date 10 year, review
Pubmed
24
8
Kinderen 0-18 jaar. Taal: engels, frans, nederlands, Human. Date 10 year, review
Pubmed
43
6
Onderkant formulier
47
Bijlage 6: Voorkeur, middenweg en uitzondering Productgroep Brood en ontbijtgranen
‘Bij voorkeur’ Vezels: 6 gram per 100 gram. verzadigd vet: max. 1 gram per 100 gram.
Groente, fruit en vruchtensappen 1
vitamine C: min. 1 mg per 100 gram. foliumzuur: min. 1 mcg per 100 gram. vezels: min. 1 gram per 100 gram. verzadigd vet: max. 1gram per100 gram. suikers: niet toegevoegd. verzadigd vet: max. 0,5 gram per100 gram. suikers: max. 6 gram per 100 gram.
Melk(producten)
Kaas
verzadigd vet: max. 12 gram per 100 gram. energie: max.300 kcal per 100 g.
Vlees(waren), kip, eieren
verzadigd vet: max. 4gram per 100 gram. energie: max.200 kcal per 100 gram. verzadigd vet: max. 16 gram per 100 gram. energie: max. 17 kJ (4kcal)per 100 gram.
Vetten en olie
Dranken
48
‘Middenweg’ vezels: 5-6 gram per 100 gram óf: vezels: min. 6 gram per 100 gram. verzadigd vet: max.1 gram per 100 gram vitamine C: min. 1mg per 100 gram. foliumzuur: min. 1 mcg per 100 gram.
‘Uitzondering’ vezels: minder dan 5gram per 100 gram.
verzadigd vet: 0,6-1 gram per 100 gram óf: verzadigd vet max. 0,5 gram per 100 gram. suikers: meer dan 6 gram per 100 gram.
verzadigd vet: meer dan 1 gram per 100 gram. óf: verzadigd vet: 0,6-1 gram per 100 gram. suikers: meer dan 6gram per 100 gram. verzadigd vet: meer dan 18 gram per 100 gram.
verzadigd vet: 13-18 gram per 100 gram. óf: verzadigd vet: max. 12 gram per 100 gram. energie: meer dan 300 kcal per 100 gram. verzadigd vet: 45gram per 100 gram.
verzadigd vet: 17-24 gram per 100 gram.
vitamine C: niet aanwezig.
verzadigd vet: meer dan 5 gram per 100 gram. verzadigd vet: meer dan 24 gram per 100 gram. energie: meer dan 17 kJ(4 kcal) per 100 gram.
Bijlage 7: Voedingsbehoeften kinderen op productniveau.
behoefte in voedingsmiddelen. 4-8 jaar
fruit
jongens 150 gr
product meisjes niveau 150 gr 1,5 stuk 1002-3 150 gr opscheplepels
groente aardappelen, rijst,pasta, peulvruchten
100-150 gr
brood kaas melk vlees, vis, kip, eieren, vleesvervangers bak-,braad- en fitruurproducten, olie
105-140 gr 10 gr 400 ml
100150 gr 105140 gr 10 gr 400 ml
60-80 gr
60-80 gr
15 gr
15 gr
halvarine dranken (incl. melk)
15-20 gr
20 gr 1000 ml
49
100-150 gr
1000ml
9-13 jaar product jongens meisjes niveau 200 gr 200 gr 2 stuks 150-200 150-3-4 gr 200 gr opscheplepels
2-3 150-200 150-200 opscheplepels gr gr 140140-175 3-4 sneetjes 175gr gr 0,5 plak 20 gr 20 gr 600 ml 600 ml
1 eetlepel 5 gram per sneetje
80-100 gr
80-100 gr
15 gr
15 gr
3-4 opscheplepels 4-5 sneetjes 1 plak
1 eetlepel 5 gram per 20-25 gr 20-25 gr sneetje 100010001500 ml 1500 ml
Bijlage 8: Aangeboden producten als tussendoortje
Aangeboden producten als tussendoortje aangeboden producten (knak)worst Broodje ei Broodje ham Broodje ham & ei Broodje hamburger Broodje hotdog Broodje kaas Broodje salade krab Broodje tuna Broodje (snij)worst Bruine boterham met kaas bruine boterham met jam Chips Cornflakes cracker jack Galina ( pechu) kip salade Johnny cake juice caprisun orange juice caprisun summer berries juice caprisun tropical juice caprisun blackcurrent juice caprisun apple Juice Gloria Juice HIC juice lovers appel juice lovers sinaasappel juice lovers tamarind juice lovers juice punch juice lovers perzik juice lovers mango juice lovers ananas juice lovers peer Juice Sumesa Kroket Limonade Coco Limonade POP Mais Chips Nuggets voor op brood 50
Inhoud gram/ml. 50 100 70 120 125 100 70 110 110 80 35 35 30 30 35,4 * * 200 200 200 200 200 240 200 240 240 240 240 240 240 240 240 250 100 200 335 28.3 82
Kcal Kh gram 146 207 167 235 233 236 217 312 312 253 160 119 162 125 150 * * 86 88 88 105 92 139 40 122 120 150 130 125 120 120 120 100 170 140 * 160 190
2,5 * * * * 4 * * * * * * * 27 30 * * 21 21 21 26 22 34 25 30 29 36 31 31 31 30 30 25 17 34 * 15 31
Vetten gram 27,1 * * * * 14 * * * * * * * 2 2,5 * * 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 * 90 6
gemiddelde prijs in Nafl. Overige info 1 1,75 1,75 2 1,50-2,00 1,50-2,00 1,5 2 1,50-2,00 1,5 1-1,25 0,5 1,25 2 1,75 1 1 1 1 1 1 kl 2 gr 1 1-1,25 1-1,25 1-1,25 1-1,25 1-1,25 1-1,25 1-1,25 1-1,25 1-1,50 1,85 1,25-1,50 1,25-1,50 1-1,25 1,75
Pan dushi Pastechi di kési Pastechi tuna Popcorn: jolly time Arepa panuna Waterijs (fric) Yoghurt * gegevens niet bekend.
51
* * * unpoped 33 gr * 100 100
* * * 30 90 96 49
* * * 2 * 23,5 5,2
* * * 4 * 0,1 1,6
1,6 1,50-1,85 1,85 0,5 0,5 0,65 1