Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 1
de cellosuites
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 2
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 3
Eric Siblin
De cellosuites J.S. Bach, Pablo Casals en de speurtocht naar een meesterwerk
Vertaald door Frits van der Waa
2011 de bezige bij amsterdam
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 4
Copyright © 2009 Eric Siblin Copyright Nederlandse vertaling © 2011 Frits van der Waa Oorspronkelijke titel The Cello Suites. J.S. Bach, Pablo Casals, and the Search for a Baroque Masterpiece Oorspronkelijke uitgever House of Anansi Press, Toronto Omslagontwerp Studio Jan de Boer Foto auteur Marcie Richstone Vormgeving binnenwerk CeevanWee, Amsterdam Druk Clausen & Bosse, Leck isbn 978 90 234 5804 3 nur 320/661 www.debezigebij.nl
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 5
Voor mijn ouders, Herbert en Jacqueline Siblin
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 6
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 7
Inhoud Suite nr. 1 Suite nr. 2 Suite nr. 3 Suite nr. 4 Suite nr. 5 Suite nr. 6
9 65 111 151 199 253
Noten 307 Bibliografie 339 Luistertips 347 Woord van dank 349
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 8
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 9
Suite nr. 1
(G grote terts )
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 10
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 11
Prelude We belanden in een wereld aan emoties en ideeën die opgebouwd is uit het allereenvoudigste materiaal. laurence lesser
De eerste maten ontvouwen zich met de verhalende kracht van een meesterimprovisator. Het is het begin van een reis, maar het is net of de muziek hier en nu gecomponeerd wordt. De diep klinkende snaren voeren ons mee naar het begin van de achttiende eeuw. Het is een blijde klankwereld. Kwiek en jeugdig. Hier valt veel te ontdekken. Na een rustpunt dat zich bezint op de toekomst komt er een schrijnende bezieling in de celloklank. Wat nu komt gaat niet vanzelf. Uit de murmelende noten ontwikkelt zich een relaas met een hoofse zelfverzekerdheid die overgaat in felle vervoering. De toppen worden steeds hoger. Dan gloort een nieuw vergezicht, gevolgd door verrukte vervulling en een afdaling met een zachte landing. Zo klonk het openingsdeel van Bachs cellosuites me in de oren op de binnenplaats van een villa aan de Spaanse kust – het huis waar ooit Pablo Casals had gewoond, de Catalaanse cellist die als jongen op een middag in 1890 op die muziek was gestuit. Terwijl ik daar in de weelderige, door palmen en pijnbomen overschaduwde tuin via de koptelefoon naar de muziek zat te luisteren, leken de glinsterende golven van de vlakbij gelegen Middellandse Zee perfect de cadans van de prelude van de eerste cellosuite te volgen. Een toepasselijker plaats om van die muziek te genieten was niet denkbaar. Hoewel de cellosuites niet
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 12
12
de cellosuites
lang na het jaar 1700 uit de ganzenveer van de componist zijn gevloeid, was Casals degene die ze twee eeuwen later beroemd heeft gemaakt. Zelf had ik de cellosuites ontdekt op een herfstavond in 2000, een ‘Bachjaar’, waarin de 250ste sterfdag van de componist werd herdacht. Het overkwam me tijdens een concert in het Royal Conservatory of Music in Toronto, waar ik een cellist van wie ik nog nooit gehoord had muziek hoorde spelen waar ik niets van wist. Ik had niet meer aanleiding om daar te zijn dan een aankondiging van het concert in een plaatselijke krant, vage nieuwsgierigheid, en het feit dat het conservatorium in de buurt was van mijn hotel. Maar misschien was ik wel zonder het zelf te beseffen naar iets op zoek. Niet lang daarvoor had ik een streep gezet onder mijn bezigheden als popmuziekcriticus bij The Gazette, een dagblad in Montreal, omdat mijn hoofd door dat werk was volgestouwd met een enorme berg muziek, die ik daar voor een flink deel helemaal niet wilde hebben. Mijn auditieve cortex had zijn bekomst van top 40-hits, en de allure die de popcultuur ooit had gehad was sleets geworden. Wat mij betreft zou muziek altijd een centrale plaats in mijn leven blijven innemen, maar dan op een andere manier. De cellosuites bleken voor mij een perfecte uitweg uit die impasse. In de programmatoelichting bij het concert van Laurence Lesser, een bekende cellist uit Boston, las ik dat de cellosuites ‘verbazingwekkend genoeg heel lang’ waren beschouwd als niet meer dan een verzameling etudes. Maar sinds Casals aan het begin van de twintigste eeuw de suites was gaan spelen, ‘beseft men hoe gelukkig we moeten zijn met het bezit van deze buitengewone meesterwerken. Wat de meeste muziekliefhebbers echter niet weten is dat er voor zover bekend geen manuscript in Bachs hand is overgeleverd van dit werk. Er bestaat geen werkelijk betrouwbare bron voor de suites.’ Toen ik dat las, stak prompt de journalist in mij de kop op: wat was er gebeurd met Bachs manuscript?
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 13
suite nr . 1
13
De overlevering wil dat Bach de cellosuites schreef in 1720 in het Duitse stadje Köthen. Maar hoe kunnen we daar zeker van zijn zolang we het originele manuscript niet hebben? Waarom is zulke monumentale muziek gedacht voor de cello, een nederig instrument dat zich in Bachs tijd doorgaans moest beperken tot gebrom op de achtergrond? En gegeven het feit dat Bach dikwijls zijn muziek bewerkte voor andere instrumenten, hoe zeker kunnen we er dan van zijn dat de muziek werkelijk voor de cello geschreven is? Gezien vanuit mijn stoel in de conservatoriumzaal leek die eenzame gedaante die met zulke bescheiden middelen zo’n indrukwekkend geluid produceerde de muzikale logica te tarten. Het ging immers maar om één instrument, dat bovendien gebonden was aan een heel laag register. De cello leek niet opgewassen tegen zijn taak, alsof een subliem componist een al te ambitieuze notentekst had gewrocht, een volmaakte compositie, zonder veel rekening te houden met het onbeholpen gereedschap dat daaraan gestalte zou moeten geven. Terwijl ik Laurence Lesser volgde tijdens zijn kundige vertolking van de suites, viel me opeens op wat een plomp instrument het eigenlijk is. De cello – een afkorting van het vroeger veel gangbaarder ‘violoncello’ – deed me denken aan een zwoegende boer uit een middeleeuws strijkerskoninkrijk, primitief en ruwgebolsterd, bij lange na niet ontwikkeld genoeg voor de verfijnde muziek die hij nu speelde. Maar toen ik beter oplette zag ik de fraai uitgesneden houten krul en de sierlijke vorm van de klankgaten, die deden denken aan een zwierig maatteken uit het baroktijdperk. En wat er uit die klankgaten kwam was muziek die aardser en extatischer was dan alles wat ik ooit gehoord had. Ik liet mijn associaties de vrije loop. Hoe zou deze muziek in 1720 geklonken hebben? Het was goed voorstelbaar dat de violoncello zich uitstekend staande kon houden in een aristocratische omgeving en de toehoorders met hun bepoederde pruiken stuk voor stuk voor zich wist te winnen. Maar als de muziek zo ongemeen boeiend is, waarom zijn de
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 14
14
de cellosuites
cellosuites dan bijna nooit uitgevoerd voordat Casals ze ontdekte? Tot op dat moment, bijna twee eeuwen nadat Bach de muziek voltooide, was dit meeslepende meesterwerk alleen bekend in een kleine kring van beroepsmuzikanten en Bachonderzoekers. En degenen die het kenden dachten dat het eerder ging om technische exercities dan om muziek die geschikt was voor de concertzaal. Het verhaal van de zes suites beperkt zich niet tot het domein van de muziek. De politiek heeft er haar stempel op gedrukt, van het Pruisische militarisme van de achttiende eeuw tot het Duitse patriottisme dat een eeuw later het nodige heeft bijgedragen aan Bachs faam. Toen in het Europa van de twintigste eeuw veel landen werden geregeerd door dictators, veranderden de noten in evenzoveel kogels in de antifascistische cello van Casals. Tientallen jaren later speelde Mstislav Rostropovitsj de cellosuites tegen het decor van de neergehaalde Berlijnse Muur. Nadat Casals de muziek in brede kring bekend had gemaakt – niet lang nadat hij het werk ontdekt had –, viel de opmars van de suites niet meer te stuiten. Inmiddels telt de catalogus meer dan vijftig opnamen en meer dan vijfenzeventig in druk verschenen edities van de muziek – alleen al voor de cello. Want andere musici hebben het aangedurfd de cellosuites te transcriberen en uit te voeren op hun eigen instrument: er zijn versies voor fluit, piano, gitaar, trompet, tuba, saxofoon, banjo en nog verscheidene andere instrumenten, die verrassend overtuigend blijken. Maar voor cellisten zijn de zes suites al snel uitgegroeid tot een alfa en omega, een toetssteen, de Mount Everest van hun repertoire (of misschien de Fuji: in 2007 klom de Italiaanse cellist Mario Brunelli naar de top van die berg, bijna 3750 meter boven de zeespiegel, waar hij gedeelten van de cellosuites uitvoerde, en Bachs muziek omschreef als ‘de meest volmaakte benadering van het absolute en het perfecte’). Intussen geldt de muziek niet meer als te zware kost voor de doorsneeluisteraar. Regelmatig worden nieuwe opnamen van de suites uitgeroepen tot ‘plaat van het jaar’. En de oude, ruisende
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 15
suite nr . 1
15
mono-opname van Casals is nog altijd een van de best verkochte historische albums. Maar het is geen luchthartige muziek. Uit een vluchtige inventarisatie van recente uitvoeringen blijkt dat de suites te horen zijn geweest bij herdenkingsdiensten in Engeland en de vs ter nagedachtenis aan de slachtoffers van 11 september, bij een andere plechtigheid ter nagedachtenis aan de genocide in Rwanda, en bij een aantal begrafenissen van belangrijke personages, waaronder de grootschalige uitvaart van de vroegere uitgever van The Washington Post, en die van Edward Kennedy. Ik herinner me nog goed dat ik bij een etentje, niet lang nadat ik in de ban was geraakt van de suites, door de gastvrouw op mijn vingers werd getikt omdat ik ‘begrafenismuziek’ in haar cd-speler had gestopt. Dat de muziek zo vaak wordt gebruikt bij droevige gelegenheden is voor een groot deel toe te schrijven aan de donkere, weemoedige klank van de cello, en aan het feit dat de Bachsuites geschreven zijn voor één enkel eenzaam instrument. Toch is de cello het instrument dat het meest op de menselijke stem lijkt: het heeft heel wat meer in zijn mars dan alleen maar kommer en kwel. En Bachs suites, waarvan de meeste in een majeurtoonaard staan, bevatten een navenante portie uitgelatenheid, wilde overmoed en extatische vervoering. De wortels van deze muziek liggen in de dans – bij de meeste delen gaat het in feite om oude Europese dansen – en de balletwereld heeft de suites dan ook al snel ontdekt. Michail Barysjnikov, Rudolf Noerejev, Mark Morris, het Cloud Gate Dance Theatre uit Taiwan en verscheidene anderen hebben allemaal gedanst op Bachs stuwende ritmes. De muziek is verzeild geraakt in bont gezelschap. Cellist YoYo Ma heeft het initiatief genomen voor zes korte films, waarin de suites worden geëxploreerd aan de hand van tuinierskunst, architectuur, kunstschaatsen en kabuki. De befaamde popmuzikant Sting heeft een korte film gemaakt waarin hij de eerste prelude op gitaar speelde, terwijl een Italiaanse balletdanser de melodie gestalte gaf. En de suites zijn gebruikt in allerlei films, met
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 16
16
de cellosuites
name (en toch weer op sombere momenten) in een aantal films van Ingmar Bergman, en verder in Master and Commander, The Pianist en de televisieserie The West Wing. De muziek is te vinden op de meest uiteenlopende cd’s, waaronder Classic fm Music for Studying, Bach for Babies, Tune Your Brain on Bach, en niet te vergeten Bach for Barbecue. Een operazangeres vertelde ooit dat ze tijdens het koken bij voorkeur de suites van Bach draait. Fragmenten van de muziek zijn wereldwijd in omloop als ringtones voor mobieltjes. Maar de cellosuites zijn niet totaal geïncorporeerd in de massacultuur. Per slot van rekening blijven ze ‘klassieke’ muziek, en hebben ze het verfijnde aura van muziek voor kenners. Dat was ook precies de kwalificatie van de critici – ‘een werk voor kenners’ – toen Casals’ baanbrekende opnamen aan het begin van de jaren veertig voor het eerst werden uitgebracht. ‘Deze muziek is koel, zuiver en verheven,’ schreef de criticus van de New York Times, ‘en onderscheidt zich door de eenvoud die het kenmerk is van diepgravende kunst.’ De suites genieten nog steeds een hoge status, wat nog in de hand wordt gewerkt door gewichtige recensies waarin wordt geponeerd dat ze ‘een soort hoogtepunt van de westerse scheppende toonkunst vertegenwoordigen’ of dat de muziek ‘een zuiverheid en intensiteit heeft die neigt naar die van de Japanse kunst, maar toch toegankelijker blijft voor westerse oren’. Het idee om een boek over de cellosuites te schrijven, maar dan een dat niet gericht zou zijn op kenners van klassieke muziek, kwam al meteen bij me op tijdens dat optreden van Laurence Lesser in Toronto, waar ik voor het eerst drie van de cellosuites hoorde. Het plan was nog vaag, maar ik had sterk het gevoel dat hier op een of andere manier een verhaal in zat, en ik besloot het spoor van de noten te volgen. Sindsdien heb ik de suites horen uitvoeren aan de Costa Dorada in Spanje, op het terrein van Casals’ vroegere villa, tegenwoordig een fraai museum dat helemaal gewijd is aan de cellist. Ik heb een jonge Duitse cellist de suites horen spelen in een pak-
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 17
suite nr . 1
17
huis in Leipzig, niet ver van de plek waar Bach begraven ligt. Matt Haimovitz, een voormalig wonderkind, gaf een onstuimige vertolking ten beste in een goedkoop wegrestaurant in de Gatineau Hills ten noorden van Ottawa. In een muziekkamp op de oevers van de Saint Lawrencerivier heb ik een masterclass over de suites gevolgd die werd gegeven door de eminente Nederlandse cellist Anner Bijlsma. Ik was erbij in Lincoln Center toen Pieter Wispelwey een complete uitvoering van alle zes suites gaf, en later ook in Manhattan, waar de suites tijdens een symposium over Bach in de eenentwintigste eeuw een grandioze uitvoering beleefden op marimba (MarimBach!). In een woontoren aan de rand van Brussel heb ik een uitgeweken Russische violist de suites horen spelen op een intrigerende vijfsnarige viool die hij zelf had gebouwd, in de overtuiging dat het hier ging om het geheimzinnige, verloren gegane instrument waarvoor Bach de suites werkelijk heeft gecomponeerd. De compact discs stapelen zich op – van de oudtestamentische opnamen die Casals in de jaren dertig van de vorige eeuw maakte tot de fraai opgetuigde edities van de laatste jaren, waaronder ‘authentieke’, historisch geïnformeerde uitvoeringen en versies op allerlei instrumenten, in jazzstijl, of vermengd met traditionele West-Afrikaanse muziek. In het jaar 2007, drie eeuwen nadat ze gecomponeerd waren, stonden de cellosuites nummer 1 op de klassieke hitparade van iTunes, in een opname van Rostropovitsj (Bach leek het die maand helemaal gemaakt te hebben bij de iPod-generatie: er stond nog een andere versie van de cellosuites in diezelfde top 20, om nog maar te zwijgen van drie andere stukken van de componist). Tegen die tijd was de muziek voor mij uitgegroeid tot een verhaal. En het leek alleen maar logisch dat dat verhaal dezelfde opbouw zou krijgen als de muziek. De zes cellosuites hebben elk zes delen, met een prelude aan het begin en een gigue aan het eind. Daartussenin klinken dan oude hofdansen – een allemande, een courante en een sarabande –, waarna Bach een ‘modernere’ dans invoegt, een menuet, een bourree of een gavotte.
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 18
18
de cellosuites
In dit boek zullen de eerste twee of drie delen van elke suite telkens gewijd zijn aan Bach. De dansen die daarna komen zijn gereserveerd voor Pablo Casals. En in de gigue waarmee elke suite besluit komt een veel recenter verhaal aan bod, dat van mijn eigen zoektocht. Dat ik zo lang met de muziek in de weer ben geweest, komt doordat er zoveel te horen is in de cellosuites. Het genre is dan wel dat van de barokmuziek, maar binnen elk van de suites komen verschillende persoonlijkheden en stemmingswisselingen voor. Ik hoor hitsige boerendeuntjes en modern minimalisme, spirituele lamentaties en heavymetalriffs, middeleeuwse springdansen en muziek die geknipt is voor een spionagefilm. Voor de meeste luisteraars zal het ideale vertrekpunt de situatie zijn waarin ik de muziek voor het eerst hoorde – zonder enige informatie vooraf. Maar wanneer je de noten met elkaar verbindt, ontstaat er een verhaal.
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 19
Allemande De elegante allemandes uit de cellosuites, die alle worden voorafgegaan door een dramatisch openingsdeel, zijn wel omschreven als langzame, bespiegelende stukken met een grote schoonheid. oxford composer companions: j.s. bach
Wie het verhaal van de cellosuites wil achterhalen, zal zich natuurlijk allereerst verdiepen in de componist van de muziek. En iedereen die in de afgelopen halve eeuw is geboren en Johann Sebastian Bach wil leren kennen – werkelijk wil leren kennen –, zal zich moeten inleven in een andere kunstvorm, een ander tijdperk, een andere geesteshouding. Om mezelf vertrouwd te maken met het baroktijdperk beluisterde ik om te beginnen een enorme hoeveelheid stukken van Bach. Verder schuimde ik tweedehandsmuziekwinkels af om een fatsoenlijke collectie op te bouwen, las alles over Bach wat ik in mijn vingers kreeg, van verslagen uit de achttiende eeuw tot publiekstijdschriften over klassieke muziek, en ging naar concerten waar ik mensen op leeftijd ‘bravo’ hoorde roepen, wat een totaal andere wereld was dan die van het popcircuit. Ook werd ik lid van de American Bach Society. Dat had als voornaamste voordeel dat ik voortaan op gezette tijden de nieuwsbrief van de abs toegestuurd kreeg, die getooid ging met Bachs persoonlijke monogram, dat bestaat uit zijn kunstig dooreen geweven initialen met daarboven een kroon. De paar pagina’s met berichten over het meest recente wetenschappelijk onderzoek ploos ik helemaal uit, op zoek naar nieuws over de cellosuites. Het was net of ik lid was geworden van een geheim
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 20
20
de cellosuites
genootschap. Toen ik in de jaren zeventig op de middelbare school zat, waar je min of meer geacht werd te kiezen tussen twee kampen, dat van de disco en dat van de psychedelische synthesizerrock, was ik fan van de Rolling Stones, wat al een lichtelijk esoterische gewaarwording was. In een later stadium groeiden ze uit tot de band waar ongeveer alle mensen van mijn moeders leeftijd mee wegliepen, maar in die tijd waren echte Stonesfans vrij zeldzaam. Twintig jaar later bleek het nagenoeg onmogelijk om in mijn kennissenkring mensen te vinden met wie ik mijn enthousiasme voor Bach kon delen. Dus toen ik las dat de American Bach Society elke twee jaar een symposium hield, en dat het eerstvolgende tamelijk dichtbij zou plaatsvinden, aan de Rutgers University in New Jersey, was ik er als de kippen bij om me in te schrijven. Ik had me intussen zo vlijtig ingelezen in de cellosuites dat ik min of meer kon doorgaan voor een bonafide Bachkenner en me kon verstaan met mensen van mijn eigen slag. En zo wandelde ik dan in april 2004 over het felgroene gazon van Princeton University, te midden van een hele drom Bachaanhangers, vrijwel zonder uitzondering musicologen, van wie een alarmerend percentage getooid ging met baarden en donkere blazers. We kwamen net uit het universiteitsgebouw waar we zojuist een buitengewoon geleerde lezing over Bach hadden bijgewoond en knipperden tegen het felle zonlicht. Intussen was op het grasveld een studentenfestival aan de gang dat ‘Spring Fling’ heette. Er werd geschminkt, gevoetbald, gebarbecued, en er was een garageband, die een routineuze uitvoering gaf van het bekende nummer van rem It’s the End of the World As We Know It (and I Feel Fine). Het was allemaal niet besteed aan de Bachkenners, die naar Princeton waren gekomen voor een musicologische bedevaart, een kleurrijk uitstapje uit de anders zo gezapige wereld van het Bachonderzoek. Het beste Bachportret van de wereld, dat bijna nooit in het openbaar te zien is, was hier tentoongesteld, speciaal voor de deelnemers aan het symposium van de American
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 21
suite nr . 1
21
Bach Society. Er zijn maar twee authentieke portretten van Bach bekend, die allebei vervaardigd zijn door dezelfde kunstenaar, de Saksische hofschilder Elias Gottlob Hausmann. Het zijn alle twee olieverfschilderijen, die veel op elkaar lijken, omdat de componist is afgebeeld in dezelfde ernstige pose. Ondanks die gelijkenis neemt men aan dat ze op verschillende tijdstippen zijn geschilderd. Een van de portretten hangt tegenwoordig in het gemeentemuseum van Leipzig, de stad waar het in 1746 werd vervaardigd. Het doek is er niet zo best aan toe, doordat het meer dan eens is overschilderd en bovendien ooit door proppen schietende studenten als doelwit is gebruikt. Het andere portret, dat twee jaar later is geschilderd, verkeert in uitstekende conditie. Dit schilderij kwam een halve eeuw geleden in het bezit van William H. Scheide, een rijke, zelfstandig opererende Bachliefhebber die zich toen al jarenlang bezighield met het bestuderen, uitvoeren en verzamelen van de werken van zijn favoriete componist. Normaal gesproken hangt het schilderij in Scheides woonhuis in Princeton, maar hij had er nu in toegestemd om het portret te exposeren voor de deelnemers aan de veertiende tweejaarlijkse bijeenkomst van de American Bach Society. Het portret van Hausmann is, meer dan enig ander object, bepalend geweest voor het beeld dat het grote publiek van Bach heeft – dat van een ernstige kijkende, bepruikte en ietwat corpulente Duitse burgerman. Omdat het een beeltenis is die steeds weer te zien is op de talloze cd-boekjes, concertprogramma’s en festivalaffiches, heeft het de luisteraar een eind op weg geholpen om zich een voorstelling te maken van een componist over wie maar heel weinig biografische gegevens voorhanden zijn. Dus toen we daar over de campus van Princeton liepen was de opwinding die zich meester maakte van de Bachgeleerden duidelijk voelbaar. Het Bachportret en William H. Scheide wachtten op hen in de zaal met bijzondere collecties van de John Foster Dulles Library of Diplomatic History. De vijfentachtig man tellende menigte stroomde het met houten panelen beklede zaaltje binnen en verdrong zich om het schilderij.
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 22
22
de cellosuites ‘Oooo!’ ‘Verbluffend.’ ‘Net de Mona Lisa.’ ‘Die ernst.’ ‘Het raakt me zo ongeveer recht in mijn maag, een gevoel van wauw!’ ‘Er gaat een soort energie van uit.’ ‘Moeten we niet drie keer buigen of zoiets?’
Het portret maakte inderdaad een overtuigend levensechte indruk. De knopen aan de jas van de componist glommen, zijn witte hemdsmouwen zagen er kraakhelder uit, de pruik leek zacht en verend, en zijn gelaat was overtogen met een lichte blos, alsof hij zojuist een paar glazen van zijn favoriete rijnwijn had genuttigd. Vanuit de brede gouden lijst leek Bach met een alwetende, bedachtzame oogopslag de bedrijvigheid om hem heen gade te slaan. De intussen negentigjarige William H. Scheide, die gekleed ging in een kobaltblauw jasje en een rode das met muzieknotatie erop (al dan niet afkomstig uit een Bachcantate), hield een kort verhaal over de andere bachiana in zijn verzameling – originele handschriften van de componist en een zeldzame brief. Toen werd hem de vraag gesteld die iedereen op de lippen lag: hoe was hij aan het schilderij gekomen? ‘Heel lang geleden,’ antwoordde hij, steunend op een wandelstok die voorzien was van een skistokhandgreep. ‘Ik kan het me bijna niet meer herinneren.’ Het verhaal komt erop neer dat Scheide, wiens familie rijk was geworden in de olie, kort na de Tweede Wereldoorlog van het schilderij had gehoord, en een kunsthandelaar in Londen opdracht had gegeven om het te kopen van de toenmalige eigenaar, een Duitse musicus die Walter Jenke heette. Jenke had Duitsland aan het eind van de jaren twintig verlaten en zich gevestigd in het Engelse graafschap Dorset. Tien jaar daarna was hij teruggegaan naar nazi-Duitsland om het schilderij op te ha-
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 23
suite nr . 1
23
len, dat kennelijk al sinds de negentiende eeuw in het bezit was geweest van zijn familie. Het portret van Hausmann is er mede de oorzaak van dat Bach een imago aankleeft dat veel strenger en ernstiger is dan hij vermoedelijk in werkelijkheid was. ‘De mensen beschouwen Bach als een oude muggenzifter,’ zei muziekcommentator Miles Hoffman ooit in een uitzending van National Public Radio, ‘en dat komt voor een deel doordat er maar één werkelijk authentiek portret van hem bestaat, waarop hij is afgebeeld als een oude man met een bepoederde pruik die er heel saai en degelijk uitziet.’ Hoffman beklemtoonde dat Bach juist een gepassioneerd man was, iemand die ooit verwikkeld was geraakt in een zwaardgevecht met een fagottist, op een zeker moment door een hertog in de gevangenis was gegooid, en niet minder dan twintig kinderen had verwekt. De bezichtiging van het portret sloot mooi aan op het thema van de tweejaarlijkse conferentie, die als titel had ‘Beelden van Bach’. Naast concerten en borreluurtjes omvatte het programma wetenschappelijke voordrachten met titels als ‘Wanneer een aria geen aria is’ of ‘“Ik word bijna voortdurend omringd door onaangenaamheden, afgunst en tegenwerking”: een psychologische interpretatie van J.S. Bachs relatie met het gezag’. De openingstoespraak werd gehouden door Christoph Wolff, een Duits-Amerikaanse musicoloog die doceert aan Harvard en geldt als ’s werelds meest vooraanstaande Bachexpert. In zijn lezing poneerde Wolff de stelling dat het befaamde portret van Bach niet beschouwd moet worden als een toevallige momentopname. ‘Het is een formele pose,’ zei hij. ‘Waarschijnlijk wilde de geportretteerde juist op deze manier afgebeeld worden. We kunnen ervan uitgaan dat Bach het beeld naar zijn hand wilde zetten.’ Op het portret heeft Bach een vel papier met noten in zijn hand: het gaat om een stuk van hemzelf, een uiterst complexe compositie, die bekendstaat als de ‘tripelcanon’. Volgens Wolff was dit een teken dat ‘Bach probeerde zijn faam als virtuoos bui-
Siblin De cellosuites 05-01-11 15:58 Pagina 24
24
de cellosuites
ten beeld te houden, niet de aandacht te vestigen op zijn officiële functie, en ook als mens op de achtergrond te blijven. Zijn oeuvre was het enige wat echt belangrijk was.’ Met zijn stelling dat Bach zich liet portretteren met het oog op latere generaties en zo bewust invloed uitoefende op het beeld dat men na zijn dood van hem zou hebben, ging Wolff in tegen een algemeen heersende visie op Bachs karakter. Gewoonlijk stelt men zich de grootmeester van de barok voor als een man die dag in dag uit aan het werk was, zonder te denken aan de toekomst, die aan de lopende band meesterwerken produceerde alsof het de gewoonste zaak ter wereld was, en die zich niet overmatig druk maakte over zijn populariteit of over de vraag hoe het zijn muziek later zou vergaan. Volgens Wolff speelde Bach wel degelijk een actieve rol bij het ‘promoten van zijn latere reputatie’. Hij deed zijn uiterste best om te zorgen dat er proeven van zijn kunst bewaard zouden blijven en zich te verzekeren van een plaats in de geschiedenis. Zelfs op het portret van Hausmann deed hij dat, door zich te laten afbeelden met in zijn hand een uitermate gecompliceerd muziekstuk (een ‘raadselcanon’ die veel weg heeft van een wiskundige puzzel). ‘De man met de ingetogen glimlach wilde bereiken dat de toeschouwer zich uitgedaagd zou voelen. Het werkte in 1748 – en het werkt vandaag.’ Vervolgens beantwoordde Wolff vragen uit het publiek. Een van de vragenstellers, een zwaargebouwde man met een paardenstaart, een vlinderdas en een reusachtige dikgerande bril, ging nog een stapje verder dan Wolff. Hij beschuldigde Bach ervan ‘een georganiseerde campagne te hebben gevoerd om zo veel mogelijk te bepalen wat het nageslacht van hem dacht’. Dat was de amateur-Bachexpert Teri Noel Towe, een goede bekende in Bachkringen. Hij is een in auteursrecht gespecialiseerde advocaat uit New York, die zichzelf pleegt te omschrijven als een ‘hartstochtelijke en obsessieve excentriekeling’, maar niettemin in de academische wereld voor vol wordt aangezien. Towe sprak zijn ergernis uit over het feit dat Johann Nikolaus