in deze Bonnefooi
De grote lijn
21 december 2008
Pagina 4
4de zondag van de Advent Thema: Aanpakken
30 november 2008
2 Samuel 7, 4 – 16; Filippenzen 4, 4-9; Lucas 1, 26 -38 RK: 2 Samuël 7, 1 – 5.8b -12. 14a -.16 en Lucas 1, 26 – 38 De engel kondigt de geboorte aan aan Maria. De Heer is nabij. Francisco ervaart de mensen, die hem leren katoen te verbouwen zonder gif, als engelen. Ook Paulus voelt de aanwezigheid van God in zijn gevangenschap.
1e zondag van de Advent Thema: Geen hand voor ogen Jesaja 64, 1- 9; Filippenzen 1, 3-11; Marcus 13, 24-37 RK: Jesaja 63, 16b – 17. 19b en Marcus 13, 33 – 37 We starten met het adventsproject ‘Een huis van licht’. Overal is het donker om ons heen, maar we zien lichtpuntjes in het donker, Vanuit de gevangenis schrijft Paulus zijn brief aan de Fillipenzen. We maken kennis met Francisco, die het moeilijk heeft.
Pagina 46
25 december Kerstmis Thema: De wereld is mijn huis
Pagina 10
Jesaja 52, 7 – 10; Fillipenzen 2, 5-11; Johannes 1,1-14 RK: Jesaja 52, 7 – 10 en Johannes 1, 1 (-5.9 -14) -18 Voor Jezus is er geen plaats. De hele wereld is zijn huis. Er is een kerstviering en een kerstspel. Voor de oudste kinderen is er nog een kerstverhaal.
7 december 2008 2de zondag van de Advent Thema: Voetje voor voetje Jesaja 40, 1 – 11; Filippenzen 1, 12-17(26); Johannes 1, 19 - 28 RK: Jesaja 40, 1-5.9 – 11 en Marcus 1, 1 – 8 Johannes de Doper maakt de weg vrij voor Jezus. Ook Paulus wijst ons op de weg van Jezus. Wij mogen in zijn voetsporen treden.
Pagina 58
Zondag 28 december 2008 Zondag na Kerst - Onschuldige kinderen Thema: Hoezo vrede op aarde?
Pagina 24
Jeremia 31, 15 – 17 en Matteüs 2, 13 - 18 RK: Sirach 3, 2 – 6.12 – 14 en Matteüs 2, 14 – 15. 19 – 23 Deze zondag moet de pasgeboren Jezus met zijn ouders vluchten, omdat Herodes hem naar het leven staat.
14 december 2008 3de zondag van de Advent Thema: Kopje onder Jesaja 65, 17 – 25; Filippenzen 3,1-(11)16; Johannes 3, 22 - 30 RK: Jesaja 61, 1 – 2a. 10 – 11 en Johannes 1, 6 – 8.19 – 28 Even kopje onder. Johannes doopt met water. Dopen: een nieuw begin. Water is onmisbaar voor ons leven.
Pagina 66
4 januari 2009 Thema:
Wegwezen!
Alternatief: Jona 1 Jesaja 60, 1 – 6; Matteüs 2, 1-12 RK: Jesaja 60,1-6 en Matteüs 2,1-12 Jona moet naar Nineve maar hij besluit de andere kant op te gaan, ver weg over zee. Maar hij wordt tegengehouden door een storm en belandt uiteindelijk middenin de zee in een vis.
Pagina 36
Pagina 74
in deze Bonnefooi
11 januari 2009
8 februari 2009
Thema: Uit het oog?
Thema: Time-Out
Alternatief Jona 2 Jesaja 55, 1 – 11; Marcus 1,1-11 RK: Jesaja 55, 1-11 en Marcus 1, 7-11 Jona heeft het benauwd in de vis. Hij bidt en zingt in zijn angst. Hij wordt gehoord. De vis spuugt hem uit op het droge.
2 Koningen 4, 18-21(22-31)-37; Marcus 1, 29-39 RK: Job 7,1-4.6-7 en Marcus 1,29-39 Nadat Jezus veel mensen geholpen heeft en zieken genezen, heeft hij behoefte aan een pauze, een time out. Hij zoekt de stilte op. Maar de leerlingen gunnen hem geen rust.
Pagina 84
Pagina 124
18 Januari 2009
15 februari 2009
Thema: Op zijn kop
Thema: Gaaf!
Alternatief Jona 3 Jesaja 62, 1- 5; Johannes (1, 29-)2,1-11 RK: 1 Samuël 3, 3b -10.19 en Johannes1, 35 - 42 Jona gaat nu naar Nineve en roept dat de stad omgekeerd zal worden. De mensen van Nineve luisteren en keren zich om van hun boze daden. En God keert de stad niet om.
2 Koningen 5,1-3(4-8)9-15b; Marcus 1,40-45 RK: Leviticus 13, 1-2. 44 -46 en Marcus 1, 40-45 Zelfs een melaatse wordt genezen. Hij die buiten de maatschappij stond, mag weer meedoen. Alleen hij mag niets zeggen over wat hem overkomen is. Kan hij dat of vindt hij het te ‘gaaf’?
Pagina 96
Pagina 134
25 januari 2009
22 februari 2009
Thema:
Thema: (G)een been om op te staan’
Veel te goed?!
Alternatief Jona 4 1 Samuel 3, 1- 10(18); Marcus 1, 14-20 RK: Jona 3,1-5.10 en Marcus 1,14 – 20 Jona wacht in de schaduw van een zelfgebouwde hut af wat er gaat gebeuren met Nineve. Als de warmte hem toch teveel wordt, beschikt God een schaduwrijke boom. Jona geniet van de koelte totdat…
Jesaja 43,18-25; Marcus 2, 1-12 RK: Jesaja 43,18-19. 21-22. 24b-25 en Marcus 2, 1-12. De vrienden van de verlamde man hebben er veel voor over om de man bij Jezus te brengen. Zijn genezing en Jezus’ uitspraak over opnieuw mogen beginnen, wekt nogal wat opschudding. Maar de man heeft weer benen om op te staan en gaat blijmoedig met zijn matras onder de arm de wereld in.
Pagina 106
1 februari 2009
Pagina 142
Thema: Te dichtbij? Deuteronomium 18,15-20; Marcus 1, 1,21-28 RK: Deuteronomium 18, 15 -20 en Marcus 1, 21 -28. Als Jezus in de synagoge van Kafarnaüm vertelt over het Rijk van God is iedereen verbaasd. Maar als Jezus te rake dingen zegt, komt er een protest. Hij komt te dichtbij.
Soladaridad
Pagina Pagina Adventskalender Pagina Boekbespreking Pagina Beurzen Pagina Speciale aanbieding Pagina Zo werk je met Bonnefooi Pagina Verantwoording Pagina Boekbespreking
Pagina 116
152 153 154 155 156 158 159 160
De grote lijn
Overbrieven De brief van Paulus aan de Filippenzen is toch zeker niets voor kinderen? Volwassenen hebben er al moeite mee. En juist zo’n brief staat als alternatief op het leesrooster. We zagen dat als een uitdaging. Bij nadere beschouwing zat er toch genoeg stof in om mee aan de slag te gaan, zeker als je de ‘gewone’ nieuwtestamentische lezingen niet uit het oog verliest. We ontdekten dat er in de brief liturgische noties te vinden zijn en daarom hebben we de brief naar kinderen hertaald en een plaats gegeven in de liturgie. In ons adventsproject krijgen de brief, maar ook,de traditionele nieuwtestamentische lezingen een plaats. Lees daarvoor de uitgebreide projectbeschrijving. Voor in de kerk zijn liturgische teksten gegeven die samen met de kinderen gezegd kunnen worden. Ook de kerstviering met een kerstspel of verhaal is samen met de kinderen. We zijn ook blij met de samenwerking met Solidaridad, een organisatie die zich inzet voor de zwakkeren in de wereldsamenleving. Meer daarover kan je ook lezen in de projectbeschrijving. Elke zondag werken de kinderen aan een lantaarntje of leporello dat met kerst af is. Het kan een plaats krijgen in de viering, maar mocht dat niet zo zijn: het is leuk om mee naar huis te nemen en een plaats thuis te geven op de viertafel, voor het raam, onder de kerstboom, of bij de stal. Uiteraard kan ieder zijn eigen creativiteit gebruiken, want niet iedereen beschikt over dezelfde ruimte en mogelijkheden. Stuur gerust het resultaat naar ons op. We vinden het leuk om te zien hoe ons materiaal een eigen weg gaat.
onderstreept dat de band tussen kerk en thuis. De indeling naar leeftijd in de rubrieken 3/5, 5/8 en 9/12 is niet waterdicht. Wie veel jonge kinderen in een groep heeft kan ook kijken bij de stof voor de jongere kinderen en omgekeerd. Ook de eigen voorkeur speelt daarbij een rol. We zien de kinderdienst als onderdeel van de viering in de kerk. De sleutelverhalen zijn een verduidelijking van de lezingen. Een sleutelverhaal kijkt door het sleutelgat van de inhoud, zoals de predikant in zijn verkondiging of overweging ook kijkt naar een facet van het (gelezen) bijbelgedeelte. De opbouw is als volgt: 1. We beginnen met een toelichting op de lezingen (Uit de bijbel). 2. We geven een korte verantwoording van wat er te verwachten is in Met de kinderen. 3. De overgang naar de kinderdienst wordt gemarkeerd in de rubriek In de kerk 4 Liturgische teksten, een korte leestekst of gebeden kan je vinden naast In de kerk 5 Vervolgens worden er voor drie groepen verhalen en activiteiten aangeboden. Ook met onze katholieke abonnees wordt rekening gehouden. Verder vind je achterin het blad boekbesprekingen en aankondigingen van bijeenkomsten, adressen van adviesbureaus en zakelijke gegevens. Naar onze mening is het weer een mooi blad geworden met veel mogelijkheden. Wij wensen elkaar gezegende feestdagen toe en een goede start van het nieuwe jaar.
Na kerst gaan we verder met de verhalen van Jona, die jong en oud aanspreken. Ook onze RK gebruikers worden niet vergeten.
Veel heil en zegen! Ria den Braber, Anneke van Wijngaarden en Anna Zegwaard (eindredacteuren)
Voor de jongsten, de drie- tot vijfjarigen, wordt meestal een prentenboek als sleutelverhaal gekozen dat aansluit bij het thema van de zondag. Zij zullen over het algemeen niet in de kerk komen. Geef de titel van het boek door in het kerkblad of op de website. Jonge kinderen vinden het leuk om een verhaal meerdere keren te horen. Wanneer het verhaal thuis ook gelezen wordt,
Projectbeschrijving Een huis van licht
kerk. De brief is gesteld in een voor de kinderen begrijpelijke taal.
In dit adventsproject staat de brief van Paulus aan de Fillipenzen centraal. Niet direct iets waar je aan denkt in de adventsperiode, maar wel een brief met verrassende doorkijkjes. Ons inziens gaat het om een samenhang van het persoonlijk spreken van Paulus en het spreken over de liturgie als het huis waarin de gemeente woont.
Ook is er voor elke zondag een bemoediging en groet waarin het Kind van de Zondag een rol heeft. In de kerk is een huis te zien met voor elke adventszondag een ‘raam’, zoals bij een adventskalender, maar nu niet voor elke dag, maar alleen voor elke zondag.
Het persoonlijk spreken, dat natuurlijk bij een brief hoort, heeft te maken met de hoop die Paulus koestert (1e advent), met zijn worsteling met zijn situatie (2e advent) met de balans opmaken over zijn leven nu hij gevangen zit en misschien wel ter dood veroordeeld wordt(3e advent) en de afsluitende groet en bemoediging die Paulus de gemeente meegeeft (4e advent).
• Dat huis kan gemaakt worden in het platte vlak op papier geschilderd of op een laken. • Het kan ook driedimensionaal door het stapelen van kistjes of dozen met een open voorkant en voorzien van een trapgeveldak. Op die manier ontstaan er op een natuurlijke wijze nisjes waarin de voorwerpen gezet kunnen worden, die de kinderen, terug in de kerk, meebrengen. Deze voorwerpen hebben met het thema te maken.
Het spreken over het huis van de liturgie overstijgt dit persoonlijke. Dit huis is immers niet door onszelf ingericht. We kunnen er wel het een en ander veranderen en de inrichting herschikken, maar het huis was er al voor ons en zal er ook na ons nog zijn. Wij voegen ons in de liturgie, weliswaar op eigen wijze, maar toch ook in een groots bouwwerk dat er al staat. Vergelijkbaar met de wijze waarop een mens zich in de taal voegt, die er al was voordat wij er waren.
Misschien leuk om in de nisjes achtergronden te maken in verschillende kleuren [papier of verf ] bijvoorbeeld: • donkerblauw achter de sterren • zandkleur achter de schoenen • lichtblauw achter het water • blauw met wolkjes achter de engel
Het is denken we wel mogelijk om de liturgie te beschouwen vanuit de hoop op wat komt; of beter gezegd op degene die komt en die al onder ons verschenen is. Liturgie is uitzien en tegelijk vieren dat het er al is. Vanuit deze gedachten komen we uit bij ons project: ‘Een huis van licht.’
1ste advent: Lichtgevende sterren [deze zijn te koop in speelgoedwinkels]. of zelfgemaakte sterren (werktekening bij de zondag) 2de advent: sandalen/schoenen of voetstappen (in het platte vlak) 3de advent: een glazen kan met water of waterdruppels (in het platte vlak) 4de advent een engel
In de kerk De brief van Paulus krijgt een plaats op de geëigende momenten in de liturgie: 1ste advent: bij de Begroeting 2de advent bij het Kyriëgebed 3de advent voor de Schriftlezing 4de advent bij de Wegzending en Zegen.
Er is een kaarsenlied en een projectlied (zie pagina 7/8).
Op al deze momenten zijn de kinderen nog in de
Projectbeschrijving Met de kinderen Met de kinderen werken we ook aan een ‘huis’ in de vorm van een leporello (vier adventszondagen en kerst) of aan een lantaarntje (vier adventszondagen) (zie foto en werkbladen pag. 12/13)
De huisjes kunnen naar eigen fantasie verder versierd worden. Zo komt er elke week een huisje bij. Vier huisjes voor de lantaarn. Voor het leporello zijn er vijf huisjes nodig. Tot slot zet de leiding [ vóór 25 december, zie suggesties bij 3/5 ] de vier of vijf huisjes aan elkaar met sterk plakband of voorgelijmd inlijstband.
De thema’s sluiten aan bij de brief- en evangelielezingen en daarin krijgen lichaamsdelen een accent: : 1ste advent: Geen hand voor ogen Filippenzen 1, 3-11 en Marcus 13, 24-37 2de advent: Voetje voor voetje Filippenzen 1, 12-17(26) en Johannes 1, 19 – 3de advent: Kopje onder Filippenzen 3,1-(11)16 en Johannes 3, 22 - 30 4de advent: Spits je oren Filippenzen 4, 4-9 en Lucas 1, 26 -38
Op de trapgevel plakken we advent 1, één plakster, advent 2, twee sterren enz. Advent 1 Ster (werkblad pag 18). De kinderen knippen/prikken de ster uit en plakken deze op het vliegerpapier. Om de ster kunnen kleine sterretjes geplakt worden.
Met Kerst spitst het thema zich toe op het feit dat de wereld het huis van Jezus is en dat hij geen huis in de eigenlijke zin van het woord heeft. Hij wordt dan ook buiten het huis gesitueerd.
Advent 2 Voetafdruk (werkbladpag. 29) Achter de uitsparing wordt weer vliegerpapier geplakt. De kinderen knippen de voetafdruk op het werkblad uit en plakken hem op het vliegerpapier in de uitsparing.
Kerst: De wereld is mijn huis - Filippenzen 2, 5-11 en Johannes 1,1-14 Werkwijze
Advent 3 Waterdruppel (werkbladpag. 43) We plakken de waterdruppel van het werkblad op het vliegerpapier in de opening aan de voorzijde van het huisje..
Elke zondag kan hetzelfde werkblad (pag.13) gebruikt worden van een huis met trapgevel met daarin een vierkant. De leiding zorgt wekelijks voor een uitgeknipt huisje met uitgeknipte vierkant. De grootsten kunnen dat wel zelf doen. (kan ook uitgesneden worden) De kinderen krijgen een stukje vliegerpapier dat zo groot moet zijn dat het achter het vierkant geplakt kan worden. Verder krijgen ze het symbool van de week om uit te knippen/prikken om op het vliegerpapier te plakken. Advent Advent Advent Advent
Advent 4 Engel (werkbladpag. 51) Achter de uitsparing van het vierde huisje plak je weer vliegerpapier De kinderen knippen of prikken de engel uit. De uitgeprikte of uitgeknipte engel plakken we op het vliegerpapier. De vleugels van engel kunnen we versieren met goudglitter.
1: een ster 2: een voetafdruk 3: een waterdruppel 4 : een engel
(zie ook bij de diverse zondagen)
Projectbeschrijving Kerst Jozef en Maria met kind (zie werkblad pag. 63) De kinderen kleuren de voorstelling van Jozef en Maria met kind op het werkblad met kleurpotloden. Deze plaat plakken we op het vliegerpapier in de uitsparing op de voorzijde van het huisje. Om het goed door te laten schijnen, kunnen de kinderen er met een kwastje sneldrogende lijnolie (drogisterij of verfwinkel) overheen strijken. Zo wordt het een fraai transparantje.
geen licht meer geven. En de sterren zullen uit de hemel vallen.” (Marcus 13) De oriëntatiepunten zijn verdwenen. Er is alleen donker om ons heen. In dat donker zoeken we naar een nieuw perspectief. Christus, degene die komen gaat en al gekomen is, vormt dat nieuwe perspectief en het nieuwe oriëntatiepunt. Hij richt onze blik naar het Licht en leidt ons weg uit de duisternis. Hij toont ons Gods Koninkrijk. In het verhaal van vandaag maken we kennis met Francisco. Hij is katoenboer in Peru (zie stukje introductie) en vertelt ons een spannend verhaal van vroeger, toen hij nog klein was. Hij werd dan wel eens opgesloten met zijn zusje en moeder in het huis, terwijl zijn vader en broers met giftige stoffen werkten op het veld. Het huis was donker en benauwd. Francisco was dan altijd bang. Zijn moeder, die hem anders altijd troostte was dan ook bang en zijn vader, waar hij zo tegenop keek, werd dan altijd ziek. Zo was Francisco op dat soort momenten zijn oriëntatiepunten kwijt. Francisco nam zich dan altijd iets voor als nieuw perspectief en dat troostte hem.
Over de verhalen van Francisco en Solidaridad (9/12): Voor de oudste kinderen leggen we een link met een project in Zuid - Amerika van Solidaridad. De verhalen sluiten weer aan bij de evangelielezing en zijn sleutelverhalen. “Twintig jaar eerlijke handel” Deze vier weken van advent horen we meer over Francisco en over zijn leven als katoenboer van toen hij nog klein was en nu hij zelf kinderen heeft. Francisco is een bijzondere boer. Hij verbouwt namelijk katoen op een andere manier dan de boeren om hem heen, en hoe zijn ouders het deden. Hij heeft met hulp van Solidaridad een manier gevonden om katoen te verbouwen zonder gif te gebruiken. Ook krijgt hij meer geld voor zijn katoen dan een gewone katoenboer. De verhalen die Francisco vertelt over zijn leven vroeger en nu zijn niet zomaar verzonnen. Het zijn de verhalen van boeren zoals er zo velen zijn in de wereld. Francisco wordt gesteund door Solidaridad. Al twintig jaar helpt Solidaridad boeren zoals hij die katoen, fruit, cacao, of bijvoorbeeld koffie verbouwen om hun gewassen zo te verbouwen, waarbij geen gif meer gebruikt wordt en waarbij de boeren eerlijk en beter betaald krijgen voor hun werk, zodat ze met hun gezin van de opbrengst kunnen leven. Solidaridad helpt de boeren ook hun oogst te verkopen, zodat wij hier in Nederland de producten kunnen kopen en niet alleen de boeren en hun families, maar ook wij er beter van worden. Dat noemen we fair trade.
Link met de evangelietekst van de tweede adventszondag Voetje voor voetje – op weg naar eerlijke handel en gaan waar geen wegen gaan. Deze zondag gaat het over op weg gaan en baan breken. Op weg gaan, weg bereiden, zoals Johannes de mensen oproept in het evangelie. Hij ziet om zich heen dat dingen misgaan en roept mensen op om iets te veranderen, om hun leven te veranderen. Doop heeft alles te maken met afleggen van het oude leven en het ontvangen van nieuw leven. Het is geen eenvoudige weg. We horen in het verhaal over de katoenboer Francisco ook hoe hij op weg gaat, vastbesloten om iets te veranderen aan het gevaar van het gif dat door zijn vader en broers gebruikt wordt en vol moed om hun levens ten goede te veranderen. En dan ontmoet hij iemand, die hem op de juiste weg zet. Zijn naam is Juan (Johannes in het Nederlands). Link met de evangelietekst van de derde adventszondag Water staat centraal in de evangelielezingen over Johannes. Het water van de doop. Dopen heeft alles te maken met jezelf klein maken,
Link met de evangelietekst van de eerste adventszondag “De zon zal verduisterd worden en de maan zal
Projectbeschrijving Projectlied
kopje onder gaan. Beseffen, dat het leven meer te bieden heeft dan je eigen bestaan. Francisco weet dat wel, hij komt erachter hoe het gif niet alleen hem en zijn familie ziek maakt, maar ook het water vervuilt in de rivier en de dieren die ervan drinken en alle mensen in de buurt die er gebruik van maken. Hij is ervan geschrokken en voelt nu nog meer de aandrang er iets aan te doen en probeert de andere mensen in het dorp bij zijn plan te betrekken. Hij merkt hoe water alleen niet voldoende is om dingen schoon te wassen.
melodie: Komt, kindertjes nadert Johan Abraham Peter Schulz, ca. 1770 Advent 1 1. In duigen gevallen de dag en de nacht, geen hand zien voor ogen: Weg, zicht op wat wacht! Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblind. refrein: Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblind.
Link met de evangelietekst van de vierde adventszondag Maria is een voorbeeld van hoe mensen uit ellende kunnen opstaan en het evangelieverhaal van vandaag over de aankondiging biedt een nieuw toekomstperspectief. Het kind in de buik van Maria biedt Gods kinderen een nieuwe toekomst. Zo gaat het ook met Francisco. Hij stond op tegenover iets en biedt zijn eigen kinderen een nieuw perspectief: een veilig leven buiten zonder gif. Een leven van hard werken, maar met voldoende middelen en met toekomstmogelijkheden. Maar het houdt hier niet op, want er zijn nog zoveel andere boeren die dit niet weten en Francisco blijft zich inzetten om ook hun zijn verhaal te vertellen en om anders te gaan leven. Wat nabij is moet tegelijkertijd nog groeien, als een baby in een buik.
Advent 2 2. Zo dwalen wij verder door ruige woestijn waar nergens een pad of een spoor lijkt te zijn maar voetje voor voetje ontstaat er een weg van stappen van vrede en liefde en recht. refrein: Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblind. Advent 3 3. Kom, duik in het water, zo worden wij fris, opnieuw te beginnen aan wat leven is. Wij gaan kopje onder in water dat redt en worden door God op het droge gezet. refrein: Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblind. Advent 4 4. Dichtbij is gekomen het feest van het kind, dat met een belofte aan mensen begint. Dus spits nu je oren en hoor het verhaal van Jezus geboren voor ons allemaal. refrein: Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblind. Kerst 5. Wij zijn als de herders en horen het lied, van vrede op aarde voor wie het maar ziet. Toe ga maar naar buiten begroet daar het kind, zodat het bij ons een warm onderdak vindt. refrein: Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblind.
Projectlied
Projectlied
1e zondag van de Advent 30 november 2008
thema:
Uit de bijbel... Jesaja 64, 1- 9 Filippenzen 1, 3-11 Marcus 13, 24-37 Het is een brief die Paulus schrijft aan de gemeente te Filippi, maar het is ook liturgie. De apostel schrijft wat hij op zijn hart heeft, maar wil ook spreken over het hart van de liturgie. Zo gaat het in deze brief over denken en danken (vers 3) over vreugde en verkondiging (vers 4), over de onderlinge verbondenheid en het deelgenoot zijn aan de genade (vers 7). Het eerste heeft steeds betrekking op de persoonlijke verhouding van de apostel en de gemeente, het tweede op wat altijd tot de kern van de liturgie zal behoren. Deze mengeling van het persoonlijke en het publieke spreken geeft dit bijbelboek zijn bijzondere kracht. Het perspectief voor Paulus is de dag van Christus. Daar ziet hij zelf naar uit, nu hij gevangen zit in Rome. Maar het is voor hem ook het perspectief van de liturgie. Daarin gaat het blijkbaar niet in eerste instantie om het terugkijken op wat geweest is, maar om het vooruitgrijpen naar wat komen gaat: de dag van de Heer. De apostel spreekt daar nuchter over, terwijl de term zelf toch ontleend is aan de apocalyptiek. Daar wordt in felle visioenen en schreeuwende kleuren het eind van de wereld geschilderd. Iets daarvan proeven we nog in de evangelielezing uit Marcus 13. De zon zal verduisterd worden en de maan zal geen licht meer geven, horen we daar. En de sterren zullen uit de hemel vallen. Dat betekent dat onze oriëntatiepunten verdwenen zullen zijn. De sterren, de tekens van de dierenriem, die de seizoenen markeren: ze zijn er niet meer. Het ritme van dag en nacht, dat aangegeven wordt door de afwisseling van zon en maan, is verdwenen. Er is alleen maar donker om ons heen: we kunnen onze weg door het leven niet meer vinden. In die situatie waarin de ons bekende wereld verdwijnt, is er een nieuw oriëntatiepunt nodig. Zoeken we naar een nieuw perspectief. Dat is echter niet alleen iets dat staat te gebeuren, maar ook iets dat al geschied is. De komst van Christus heeft ons op een ander been gezet, een andere kijk op de wereld gegeven. Zijn komst richt ons op een ander Koninkrijk, dat van God komt. De dag van Christus zal komen, maar is ook al verschenen. Als een twijg aan de boom, als een licht in de nacht, als een kind in een voederbak
Geen hand voor ogen
Met de kinderen Deze zondag begint het adventsproject :’Een huis van licht’. (zie voor de projectbeschrijving pag. 4/5). We beginnen in de kerk met het voorlezen van een brief van Paulus die nu aan onze gemeente is gericht. Daarna volgt het aansteken van de eerste kaars. Het is overal donker, we zien geen hand voor ogen en in het donker verschijnt het eerste lichtpuntje. In de kinderdienst is er voor de drie- tot vijfjarigen het verhaal van Kleine Beer, die bang is in het donker. Wanneer de jongste kinderen direct naar de kinderdienst gaan is er voor hen ook een kaarsenliedje bij het aansteken van de adventskaars. De vijf- tot achtjarigen horen het verhaal van Achippus en Aquila die zien hoe Paulus opgepakt wordt en weer vrij komt. In dit verhaal speelt het huis en licht in het donker een rol. Er is deze keer ook een sleutelverhaal waarin angst voor Zwarte Piet een rol speelt. Voor de negen- tot twaalfjarigen is er naast een leestekst van het evangeliegedeelte een brief van Timon, een jongen uit Filippi, die schrijft over Paulus in de tijd dat Paulus aan die gemeente een brief schrijft. Voordat je de brief leest, vertel je in welk kader de brief is geschreven. Dat kader staat onder het kopje: Vooraf. Voor de kinderen en hun ouders is het vast leuk als zij de brieven meekrijgen naar huis. Je kunt ze ook afdrukken in het kerkblad. Bij elke brief zit een doe en/of gespreksvoorstel. Het sleutelverhaal speelt in Peru, Zuid-Amerika, waar het leven er somber uitziet. Dit verhaal sluit aan bij een project van Solidaridad, maar kan ook los gebruikt worden. Er is een projectactiviteit die elke week terugkomt en uitgebreid wordt (zie projectbeschrijving pag. 4/5). Terug in de kerk nemen de kinderen een symbool mee voor in het huis van licht. Deze zondag is dat een ster. Kijk gerust ook bij de andere leeftijden.
Makers:
Uit de bijbel: Evert van Leersum In de kerk: Evert van Leersum, Janneke Nijboer, Geertje de Vries 3/5: Joeren Wagner 5/8: Gerard Damen 9/12: Joke Bruinsma, Maria Berends, Anneke van Wijngaarden Fooi: Lise Miedema
RK: Jesaja 63, 16b – 17. 19b en Marcus 13, 33 – 37 10
Bonnefooi
30/11
Aan het begin van de dienst/ viering V = voorganger, K = kind, A = allen
In de kerk...
Intochtslied Aan het begin van de dienst lezen we de brief aan de Filippenzen bij bemoediging en groet. Laat de brief er ook als een echte brief uitzien, opgerold met een lintje eromheen of gewoon in een envelop.
Bemoediging V: Onze hulp is in de naam van de Eeuwige die de hemel en de aarde heeft gemaakt K: Dit is de dag van God, die hij heeft gemaakt een dag van licht voor alle mensen A: VAN ZIJN GENADE LEVEN WIJ
Aan de gemeente van….(eigen plaats invullen) Gegroet met vrede,
Aansteken van de adventskaars met het licht van de paaskaars
Wanneer ik aan jullie denk, krijg ik het daar nog altijd een beetje warm van. Zoveel eeuwen later, en zoveel kilometers van mij verwijderd, geloven jullie nog steeds in datzelfde verhaal over het licht dat geboren is in de nacht, over een toekomst om naar uit te zien. Ik kan het maar nauwelijks geloven. Zeker toen ik gevangen zat in een cel in Rome. Toen zag ik maar weinig van Gods toekomst. Ik kon soms mijn eigen hand niet eens zien. En weet je wat ik het meest miste? De sterrenhemel boven me. Als jongen kon ik in de velden van Tarsus uren naar de hemel turen. Zoveel lichtjes, die God ontstoken had aan de hemel. Zoveel mensen op aarde, die in Hem zouden geloven. Dat houdt de moed erin. Om te denken aan al die mensen die aan mij dachten en voor mij zouden bidden. Lichtjes staan niet alleen aan de hemel, maar zijn ook te vinden als kleine vlammetjes in jullie zelf. Koester dat vuur maar. Het komt van God En ik herhaal nog eens wat ik boven aan de brief schreef Gegroet met vrede van God, die bron van ons leven is en van Jezus Christus, die de Heer is voor jullie allemaal
Tekst om te zeggen: Advent, dat is een goed bericht: in het donker brandt een licht. Een licht van hoop voor wie gevangen is, een licht van troost voor wie er bang is. Al is het donker om ons heen, God laat mensen niet alleen. en/ of Om te zingen - Kaarsenlied melodie gezang 133 (Ik ben een engel van de Heer) Steek maar een licht aan in dit huis zo maken wij het tot ons thuis, waar duisternis wordt weggejaagd en om Gods liefde wordt gevraagd. Drempelgebed V: Op de dag van het licht, in het huis van het licht A: HIER ZIJN WIJ GOD, ZIE ONS AAN V: met het donker dat wij meedragen, dat ons gevangen houdt in angst A: HIER ZIJN WIJ GOD, ZIE ONS AAN V: Zie ons aan en geef ons licht A: VANDAAG EN ALLE DAGEN. AMEN
Alle goeds, Paulus Geef de brief mee naar de kinderdienst. Daar kan hij eventueel nog een keer gelezen worden.
11
1e zondag van de Advent 30 november 2008
Gebed om ontferming Intenties afgewisseld met: K: voor alle mensen die wonen op de wereld om alle plekken waar het donker is A: ROEPEN WIJ: HEER ONTFERM U
Allen zingen het eerste couplet van het projectlied melodie: Komt, kindertjes nadert Johan Abraham Peter Schulz, ca. 1770 In duigen gevallen de dag en de nacht, geen hand zien voor ogen: Weg, zicht op wat wacht! Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblindt. refrein: Een licht voor de morgen, de lach van een kind, een ster in de nacht, die geen mens ooit verblindt.
Gebed van de zondag
...en weer terug De ster wordt in het ‘huis’ geplaatst. Ook kan gedacht worden aan een ster met ‘led’licht. De sterren van de kinderen krijgen een plaats in de kerk.
Kopieer het werkblad van pag. 27. De kinderen kunnen zelf de vlammetjes op de kaarsjes tekenen - elke week één vlammetje meer.
12
Voorbeeldtitel huisje
B o n n e fo o i We r k b l a d p a gi n a 13
30//11 00 00
1e zondag van de Advent 30 november 2008
Gebed
Lieve God, Wachten duurt soms zo lang, dat vinden wij moeilijk. We moeten nog heel veel nachtjes slapen tot het Kerstfeest wordt. Dan is het feest! Dan zijn we blij! Amen.
Begin Kijk eens rond, kijk eens om je heen. In licht en in donker , is God steeds dichtbij.
Gesprek In de winter is het al vroeg donker. Dan geeft zo’n klein adventslichtje heel veel licht in huis. Weet je een donker plekje in huis? (kast, toilet, kelder etc.) Als je in het donker naar buiten gaat, zie je overal lichtjes, kun je er een paar noemen? (straatlantaarns, licht van de winkels, licht van de auto’s, licht van de buitenverlichting, kerstverlichting etc.) Buiten is het niet echt donker of weet je wel waar het heel donker kan zijn. In het bos en toch zijn ook daar lichtjes. Sterren aan de hemel en de maan stralen ons tegemoet en geven de dieren veel licht.
Adventsgesprek (als deze kleintjes in de kerkzaal begonnen zijn, dit gesprek aanpassen.) Vandaag hebben we vier kaarsen op tafel staan. Vandaag steken we één kaars aan. Iedere zondag komt er een lichtje bij van de andere kaarsen. We gaan ons klaarmaken voor een heel mooi feest. Wie weet welk feest dit is? Het is een feest met heel veel lichtjes. We wachten zo op het kerstfeest.
Sleutelverhaal
Heb je al gemerkt dat het kerstfeest er aan gaat komen? Waar kun je dit aan zien? Thuis (en/of in de kerk) hangt een adventskalender, winkels vol met kerstversieringen. Elke week komt er een lichtje bij.
Het prentenboek: ‘Welterusten……Kleine Beer’ of de verzamelbundel: ‘De Verhalen van Kleine Beer’ van Martin Waddell, Barbara Firth, uitgever: Lemniscaat 2002.
Zingen
Samenvatting Na een dag spelen in de sneeuw, brengt Grote
Steek één kaarsje aan. Kerstfeest is nog ver. Kijk eens naar het vlammetje. ‘t Lijkt wel een ster.
Beer Kleine Beer naar zijn bed, achter in zijn hol. Grote Beer gaat in een gemakkelijke stoel naast het vuur zitten lezen. Kleine Beer kan echter de slaap niet vatten. Hij komt steeds zijn bed uit. Kleine Beer is bang, het is zo donker. 14
30/11 Grote Beer brengt steeds meer verlichting aan, maar het helpt niet. Kleine Beer is bang voor het donker buiten. Grote Beer pakt hem bij de hand en brengt hem naar buiten. Hij laat zien dat je niet bang hoeft te zijn voor het donker. Hij laat hem de maan en de fonkelende sterren zien. Zij waken over het donker. Kleine Beer valt dan in slaap in de armen van Grote Beer.
Spel
In de kelder is het donker, waarom zou het donker zijn, in de held’re maneschijn. Anna Maria, koekoek! Speelwijze: Eén kind zit gehurkt in het midden met de handen voor de ogen. Bij koekoek gaat de hele kring op de hurken zitten. Het kind in het midden gaat zonder te kijken achteruit tot het bij iemand op de knieën komt te zitten. Die mag dan in het midden en het spel kan opnieuw gespeeld worden. Uit: Kinderzang en kinderspel van Polman en Tiggers Uitgever: De Toorts 1982
Speelliedje In de kelder is het donker
Projectactiviteit Vandaag het eerste huisje. Misschien is het leuk om zelf alvast de leporello of lantaarn in zijn geheel (wel met het vliegerpapier maar uiteraard nog zonder symbolen) te laten zien. Voorbereiding Het (eventueel vergrote) werkblad van het huis kopiëren en voor alle kinderen op stevig papier vermenigvuldigen. De huisjes uitsnijden (knippen) en daarna ook de rechthoek eruit snijden(knippen) Geef alle kinderen een passend stuk gekleurd vliegerpapier om achter de rechthoek te plakken. Het is mogelijk dat de groep uit grotere kleuters bestaat die het bovenstaande zelf kunnen uitvoeren. •De kinderen knippen of prikken de ster van het (eventueel vergrote) werkblad uit. en plakken die op het doorzichtige vliegerpapier. (het resultaat bewaren voor de volgende weken)
B o n n e fo o i We r k b l a d p a gi n a 15
1e zondag van de Advent 30 november 2008
voor boeven. Bij het grote huis spelen is spannend. Je kunt er leuk verstoppertje spelen. Soms verstoppen ze zich bij het gangetje dat naar de ingang van de gevangenis loopt. De kinderen zien hoe de soldaten meneer Paulus naar binnen duwen. Geschrokken gaan Aquila en Achippus naar huis. Ze vertellen wat ze gezien hebben. Iedereen is er stil van. Steeds moeten ze aan meneer Paulus denken. De volgende ochtend vroeg zegt Aquila tegen Achippus: ‘Zullen we nog eens bij het grote huis gaan kijken?’ Ze heeft het nog niet gezegd of Achippus is al weg. De gevangenisdeur is open. Het slot ligt er naast. De gevangenisbewaker zit op zijn knieën voor Paulus. ‘Ze zullen me ontslaan”, jammert hij. ‘Misschien maken ze mij wel dood als ze horen dat zo’n belangrijke gevangene is ontsnapt’. ‘Wees maar niet bang‘, stelt Paulus hem gerust. ‘Ik zal niet weglopen. Ik blijf in de stad om over Jezus te vertellen. Ik logeer bij Lydia, de stoffenverkoopster, dan weten jullie waar ik ben, voor als dat nodig is. Ze kunnen me niet tegenhouden’. Paulus loopt gewoon de gevangenis uit. Achippus en Aquila gaan naast Paulus lopen. ‘Gaat u naar tante Lydia?’vragen ze blij, ‘dan lopen we zover mee’. Paulus is blij met hun gezelschap. ‘Ik blijf nog een poosje bij jullie, maar dan ga ik weer verder’, zegt hij. ‘Bent u niet bang, dat ze u weer zullen pakken?’ vraagt Achillus. ‘Nee hoor’, zegt Paulus, ‘ik moet nog naar andere steden en dorpen om te vertellen over Jezus’. Als ik weg ben stuur ik jullie wel een brief. Want ik wil niet dat jullie de verhalen van Jezus vergeten’.
Gesprek Je mag vast wel eens langer opblijven in de zomer, als het warm is. Is het buiten dan al donker? Kan je altijd goed sterren zien in de lucht? Vroeger waren de sterren nog belangrijker dan nu. Aan de hand van de sterren konden mensen bijvoorbeeld de weg vinden. Wat kan je nu helpen om je weg te vinden als je ’s avonds ergens naar toe gaat? Praat daar met de kinderen over.
Navertelling Omdat het zo warm is mogen Achippus en Aquila nog wat langer opblijven. Ze zijn aan het spelen op het veld als het groepje met meneer Paulus er aan komt. Meneer Paulus is in de stad op bezoek. Hij vertelt mooie verhalen over Jezus. Op deze warme zomeravond komen er weer veel mensen luisteren op het veld net buiten de stad. Als meneer Paulus begint te vertellen luistert iedereen ademloos. Ook Achippus en Aquila zijn er bij gaan staan. ‘Kijk’ , wijst Paulus naar de sterren die je al aan de hemel kunt zien. “Het is met Jezus net als met die sterren. De sterren wijzen je de weg in het donker. Jezus wijst je ook de weg. Ook als het donker is in je leven. Als je verdrietig bent’. Steeds meer mensen schuiven aan om te luisteren. Maar er zijn ook soldaten in de buurt. Die zijn bang dat er relletjes komen. ‘Ophouden met die praatjes…wegwezen’, brommen ze. Als Paulus zich daar niks van aan trekt, pakken ze hem beet en sleuren hem mee.
Activiteit Vouw het werkblad met het grote huis (pag.19) in de breedte dubbel zodat er onder het huis nog ruimte over is. Teken bij en onder het grote huis wat er gebeurt in het verhaal. Maak de onderste helft donker en de bovenste helft licht. Teken de sterren in de lucht.
Achippus en Aquila sluipen stiekem achter de soldaten aan. Waar brengen ze meneer Paulus naar toe?. De kinderen zien het al: naar het grote huis op de heuvel verderop. Het huis is verlaten. Er woont niemand meer. Het huis lijkt wel een kasteel, want het heeft heel veel kamers en onder het huis is een kelder die nog steeds wordt gebruikt. Het is een gevangenis 16
30/11 zelfs glimlachen als hij er weer aan denkt.’Nee, het was helemaal niet eng. Wegwijspiet maakte allemaal grapjes in de klas. Dat was heel leuk’, lacht Filip. ‘Sommige kinderen werden wel bang toen hij dichtbij kwam. Hij was ook zo zwart. Zo zwart als… de nacht buiten’. Filip kijkt naar het dakraampje. Mama heeft gelijk. Geen Piet te bekennen. ‘Boeoe…’. Met een ruk kijkt Filip om. Verschrikt kijkt hij weer naar de deuropening. ‘Ha ha, jij dacht dat ik een Zwarte Piet was hé?’ Paula, het zusje van Filip, springt de kamer binnen. ‘Nietes’, bromt Filip. ‘Je mag me niet zo aan het schrikken maken. Pieten doen dat ook niet. Die plagen alleen een beetje’.
Sleutelverhaal Gesprek In de winter is het vroeg donker. Vind je dat leuk of juist niet? Laat de kinderen voor- en nadelen bedenken Je kunt de groep ook in tweeën splitsen. De ene groep verzint wat er leuk is aan het donker, en de andere groep wat er niet leuk is aan het donker. De kinderen mogen het eventueel opschrijven. Ze vertellen elkaar wat ze bedacht hebben.
‘Nou’, zegt Paula, ‘ze maken de kinderen soms ook wel aan het schrikken. Jullie werden toch ook een beetje bang toen ze zo op de deur van de klas bonkten?’ Filip fronst zijn voorhoofd. Daar heeft zijn zus wel gelijk in. ‘Weet je wat…?’ roept Filip. Ineens komt er een leuk plannetje bij hem op. ‘Ik ga Sinterklaas een brief schrijven. Naar Sinterklaas willen de kinderen vast wel luisteren. Ik vraag Sinterklas of hij tegen de Pieten wil zeggen dat ze de kinderen niet bang mogen maken. Ze mogen alleen maar een beetje plagen’. ‘Ik doe mee’, roept Paula. ‘Goed idee’, lacht mama, ‘dan hoeven de kinderen niet meer bang te zijn’.Op dat moment vallen manestralen de slaapkamer binnen. De donkere wolk is voorbij gedreven.
Achter de wolk Filip ligt te draaien in zijn bed. Hij kan maar niet in slaap komen. Het is donker in zijn kamer. Wanneer de maan schijnt, is het wel eens heel licht in zijn kamer. Maar nu zit de lucht vol grote donkere wolken. Ineens…hoort hij daar iets? Filip zit meteen rechtop in bed.’Mamaaa…’, gilt Filip. Hij hoort mama op de trap. Het licht van de gang valt binnen als de slaapkamerdeur opengaat. ‘Wat is er?’ vraagt mama, ‘kun je niet slapen?’ ‘Ik hoorde iets op het dak…dat is vast de Wegwijspiet’.. Filip hoort een deur piepen. ’Mamaa..’, gilt hij weer. Met een ruk trekt hij het dekbed over zijn hoofd. Mama gaat naast hem op bed zitten. Ze doet het dekbed omlaag en slaat een arm om zijn schouder. ‘Je hoeft niet bang te zijn. De Pieten komen pas als alle kinderen slapen, ook de Wegwijspiet’. ‘Op school moest ik ook zo schrikken’. Filip kijkt mama met grote bange ogen aan. ‘De Wegwijspiet was op school. We waren aan het tekenen en ineens bonkte hij heel hard op de deur. Een paar kleine kinderen begonnen te huilen. Toen werd ik ook een beetje bang’. ‘De Zwarte Pieten willen de kinderen niet bang maken’, stelt mama de jongen gerust. ‘Ze willen alleen maar een beetje plagen. Was je ook nog bang toen Wegwijspiet bij jullie in de klas was?’ Het gezicht van Filip klaart wat op. Hij moet
Projectactiviteit Zie ook bij 3/ 5 Maak een lantaarntje of leporello (zie bij 3/5 en de projectbeschrijving pag. 4/5). Elke adventszondag komt er een kant bij). of Knip of plak een ster (zie werktekening pag. 18) en schrijf op de punten van de ster dingen die licht puntjes zijn in je leven. De ster krijgt een plaats in het ‘Huis van licht’ in de kerk.
17
1e zondag van de Advent 30 november 2008
18
Bonnefooi
B o n n e fo o i We r k b l a d p a gi n a 19
30/11
1e zondag van de Advent 30 november 2008
het vast leuk als zij de brieven meekrijgen naar huis. Je kunt ze ook afdrukken in de kerkbode. Bij elke brief zit een doe en/of gespreksvoorstel.
Sleutelachtige Navertelling
Activiteit
Vooraf Tweeduizend jaar geleden schreef een jongen uit Filippi een brief. Een brief aan ons. Mensen die tweeduizend jaar later leven. Hij wil zijn hart uitstorten, zijn zorgen delen en ook zijn blijdschap. Jullie zijn kinderen van deze tijd. Jullie chatten, MSN-en en SMS-en. Toen waren er geen computers, maar je kon wel brieven schrijven. De brieven van Timon uit Filippi lezen we in de weken van advent.
Leestekst (Marcus 13, 24 – 37) Let niet op de zon, de maan en de sterren. Denk niet dat zij iets over je leven te zeggen hebben. Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar de woorden van God zullen altijd bestaan!. Op God kan je vertrouwen. Hij zal je nooit in de steek laten, ook niet als het moeilijk is. Maar let goed op! Wees waakzaam. Zeker als er nare dingen gebeuren, moet je goed opletten! Er zal een dag komen dat je opeens merkt dat de nare dingen voorbij zijn. Het is als met de bomen in de winter. Als de takken zacht worden en de bladeren komen dan weet je dat de zomer komt. Het is als met iemand die naar het buitenland is gegaan en zijn knechten op zijn huis laat passen. Hij heeft tegen de portier gezegd dat hij goed moet opletten, want je weet nooit van te voren wanneer hij thuis komt. ‘s Avonds laat, midden in de nacht, bij het kraaien van de haan, of bij het eerste ochtendlicht. Dus blijf op hem wachten! Leef alsof hij ieder moment thuis kan komen. Houd alles goed op orde.
Lieve vrienden en vriendinnen van later, Jullie leven in een andere tijd dan ik. Vanmorgen bedacht ik dat ik een stel brieven wil schrijven die mensen over tweeduizend jaar pas lezen. Dit is mijn eerste brief. Ik ben een jongen van tien, bijna elf en ik heet Timon. Samen met twee zusjes en mijn vader en moeder woon ik in Filippi. Een kustplaats in Macedonië, in Griekenland. Zoek de stad maar eens op. Ik houd van de haven, de zee en de vrijheid van boten, die zomaar weg kunnen zeilen. Ons gezin hoort bij ‘de mensen van de weg’. Dat zijn de volgelingen van Jezus Christus. Ik voel me thuis bij onze gemeente, de mensen zijn vriendelijk en ze zorgen voor elkaar. Mijn vrienden en ik gaan samen naar lessen over Jezus en de God van de Joden. En de hele gemeente heeft elke week een dienst waarin we vieren dat Jezus leeft. Vandaag gebeurde er iets bijzonders in de viering. Er werd een brief gelezen van een van de apostelen van Jezus. Paulus, zo noemen de mensen hem. Hij is een jaar of wat geleden bij ons geweest. Hij heeft veel gereisd om aan zoveel mogelijk mensen te vertellen hoe bijzonder Jezus Christus is. Maar de Romeinen hebben hem in Rome gevangen gezet. De keizer is woedend op hem, want Paulus zegt dat hij maar één Heer kent en dat is Jezus en niet de keizer. Het ziet er donker uit voor Paulus. Toch waren de mensen vanmorgen blij met de brief. Want in de
Voor de leiding: In de komende weken lezen we brieven van Timon, een jongen uit Filippi, in de tijd dat Paulus aan die gemeente een brief schrijft. Het is handig als je elke keer voordat je de brief leest, even vertelt in welk kader ze zijn geschreven. Dat staat onder het kopje: Vooraf. Voor de kinderen en hun ouders is 20