De Klimboom, Eindhoven
pagina 1
De Klimboom: een school waar ouders volop meehelpen en meedenken Vanuit haar visie op partnerschap met ouders heeft deze Eindhovense basisschool een sterk ontwikkeld middenveld van meehelpende en meedenkende ouders. Elke groep heeft enkele vaste Klassenouders, er zijn ad hoc hulpouders en er is een groot aantal commissies waarin ouders wisselende rollen vervullen. Die rollen lopen uiteen van uitvoeren onder leiding van leerkrachten tot samen met de leerkracht de kar trekken bij de verdere ontwikkeling van een deel van het onderwijs.
Vernieuwende elementen 1.
Ouders die hun rol nemen als Klassenouder, als hulpouder of als lid van een commissie. Op deze manier kun je niet alleen gebruik maken van de meehelp- en meedenkkracht van ouders, maar ontstaat voor ouders ook een uitgelezen mogelijkheid om de school van binnenuit te leren kennen.
Kijkje in de keuken ‘Door met elkaar samen te werken, krijg je zicht op het perspectief van waaruit de ander naar dezelfde schoolwerkelijkheid kijkt. Dat leidt tot meer begrip voor elkaar’, aldus een leerkracht. ‘De wereld van school en de wereld van thuis komen zo dichter bij elkaar.’
2.
De instelling van een Stuurgroep Educatief Partnerschap, waarin directie, leerkrachten en ouders vertegenwoordigd zijn. De school realiseert zich dat een visie hebben niet voldoende is. Je moet impulsen geven om dat partnerschap ook werkelijkheid te laten worden, op de uitwerking ervan moet je enige regie voeren en ontwikkelingen moet je monitoren en evalueren om te kunnen vaststellen of ze tot de beoogde resultaten leiden.
Tips en tops a.
Begin bij het betrekken van ouders bij wat er in de klas gebeurt: van meekijken in de klas naar meehelpen.
b.
Begin klein en bouw uit waarmee je al bezig ben. Zo is de taak van de Klassenouders geleidelijk aan wat uitgebreid. Van meehelpen kom je gemakkelijk tot meedenken en meebeslissen.
c.
Realiseer je dat sommige leerkrachten de samenwerking gemakkelijker aangaan dan andere en dat sommige Klassenouders hun taak beter oppakken dan andere. Daar kun je van leren. Maak gebruik van de goede voorbeelden.
d.
Samenwerking met ouders op het niveau van de klas – als klassenouder of als hulpouder – vraagt loslaten, ruimte bieden. Dan ontstaan kansen: ‘ouders komen soms toch met heel andere ideeën. Het onderwijs kan er beter van worden’.
e.
Durf ouders te vragen om te participeren: niet alle ouders bieden hun diensten of hun meedenkkracht spontaan aan. Sommige ouders willen gevraagd worden. Sommigen willen structureel iets doen, anderen alleen incidenteel en/of als het in hun agenda past. Dat laatste vraagt om een planning vooruit.
De Klimboom, Eindhoven
f.
pagina 2
Accepteer dat er verschillen blijven in de mate waarin ouders betrokken zijn en willen participeren. Zijn vaak dezelfde ouders betrokken? Accepteer dat ook; het heeft ook voordelen: ze brengen hun ervaring mee en de organisatie van activiteiten verloopt vaak gemakkelijker.
g.
Durf te snoeien in je structuur als er teveel groepen of commissies zijn (dit naar aanleiding van het overbodig raken van de Schoolraad als gevolg van de instelling van een Stuurgroep, het uitbouwen van het commissiewerk en de andere taakstelling van Klassenouders).
Kenmerken -
De Klimboom (http://bs-klimboom.nl/blog/) staat in de Eindhovense wijk Stratum.
-
De wijk heeft duidelijk twee gezichten. In het ene deel van de wijk wonen modale en boven modale gezinnen, in het andere deel wonen beneden modale en relatief veel allochtone gezinnen.
-
De school groeit nog steeds. Het aantal leerlingen loopt tegen de 400. De leerlingenpopulatie vormt een redelijk goede afspiegeling van de wijk. Ongeveer 15% is allochtoon (in de wijk zelf ligt dat percentage net iets boven de 20). Ongeveer 60% van de kinderen heeft ouders met een gemiddeld tot hoge opleiding.
-
De school ziet een trend waarin ouders meer dan vroeger bewust omgaan met de schoolkeuze voor hun kind. Ouders vragen ook steeds meer naar de uitstroompercentages richting voortgezet onderwijs.
Visie, beleid en praktijk Partnerschap De Klimboom heeft bewust gekozen voor ouders als educatieve partners. Vanaf begin 2010 werkt men gericht aan de bevordering van dat partnerschap. Als ambitie werd geformuleerd: ‘de betrokkenheid van ouders/grootouders dient uitgebouwd te worden zodat zij ingezet kunnen worden als ondersteuners bij de workshops’ (Schoolplan). Met het oog op deze ambitie is het niet vreemd dat het accent bij De Klimboom ligt op het praktisch betrekken van ouders op het niveau van groep en school als geheel. Er is echter ook oog voor andere vormen van (wederzijdse) betrokkenheid en participatie van ouders, zowel op het niveau van het eigen kind als op het niveau van groep en school. Steeds duidelijker wordt: partnerschap begint met samen optrekken bij het begeleiden van kinderen in hun persoonlijke ontwikkeling, zeker als die
De Klimboom, Eindhoven
pagina 3
ontwikkeling hobbels vertoont. Dan zijn goede communicatie en goed contact essentieel (Schoolgids). Ouders en school ‘Wij hechten veel waarde aan goede samenwerking tussen ouders en school. Door mondelinge en schriftelijke communicatie en contacten over individuele kinderen proberen we ervoor te zorgen dat ouders gemakkelijk en graag naar school komen. Wij vinden het van belang dat ouders deelnemen aan de dagelijkse gang van zaken, de schoolraad en de medezeggenschapsraad.’ (Schoolgids, paragraaf Het belang van betrokken ouders) Het Schoolplan verwoordt de ambitie breder: intensivering van de samenwerking met ouders om samen nog beter de kinderen te kunnen begeleiden in hun ontwikkeling.
Stuurgroep Om de uitbouw van het partnerschap te bevorderen en de verschillende vormen van ouderparticipatie te coördineren, is er een Stuurgroep ingesteld, bestaande uit een lid van het managementteam (voorzitter), een leerkracht (secretaris) en een ouder. Ultieme doel is de integratie van educatief partnerschap in het onderwijs op De Klimboom. Meer concreet ‘moet het voor leerkrachten en ouders vanzelfsprekend worden dat ouders een actieve rol hebben in het onderwijs op De Klimboom. Ouders worden hierin serieus genomen door leerkrachten en leerkrachten worden ontlast door ouders in bijvoorbeeld de diverse commissies.’ Voor dit jaar heeft de Stuurgroep zichzelf een aantal concrete doelen gesteld: optimalisering van het functioneren van Klassenouders en commissies (mede op basis van monitoring en evaluatie) en optimalisering van de manier waarop de creatieve vakken en techniek aan de orde komen. De Stuurgroep heeft vooral een regisserende functie. In de woorden van één van de leden: ‘De Stuurgroep hangt boven alles, kijkt hoe alles loopt, houdt in de gaten dat er tijdig een brief naar ouders gaat op basis waarvan ze zich kunnen aanmelden voor commissies, als Klassenouder of als hulpouder, en neemt initiatieven waar dat nodig is.’ Voor de langere termijn staan op de rol eventuele koffieochtenden, uitbreiding van het aantal commissies en meer algemeen een nog betere en bredere inzet van het sociaal kapitaal van ouders. De instelling van de Stuurgroep, de aanscherping van de taakstelling van de Klassenouders, het al lopende proces van het instellen van commissies en de constatering dat de MR goed functioneert hebben de eerder bestaande Schoolraad feitelijk overbodig gemaakt. Die raad bestond uit ouders en leerkrachten. Er was regelmatig overleg met de directie. De taakstelling was tweeledig. Enerzijds klankbord zijn voor directie, ouders en leerkrachten en het kanaliseren en doorgeleiden van signalen die de raad zo opving (mede met het oog op het bewaken van de goede sfeer op school). Anderzijds het coördineren van de ouderparticipatie. Volgens een lid van het managementteam was er onder ouders steeds minder animo om daarin te participeren. ‘We hadden al een MR en de Schoolraad hing daar wat aan. Bovendien kwamen de commissies meer op de voorgrond. Zo is de Schoolraad eigenlijk doodgebloed. Een belangrijke taak, het opvangen en doorgeven van signalen omtrent wat er in de school leeft, hebben we nu lager in de organisatie neergelegd, bij de Klassenouders.’ En een leerkracht vult aan: ‘Klassenouders en commissies hebben ook meer ruimte voor initiatieven gekregen.’ De ouders met wie we spraken, hadden ook weinig beeld bij de Schoolraad. Ze kenden ‘wel de MR, daar hoor je wel van via de nieuwsbrieven.’ De Schoolraad heeft eerder wel degelijk een belangrijke functie gehad. Met het organiseren van een algemene ouderavond rond het concept Educatief partnerschap stond de raad in 2010 in feite aan de basis van het streven het partnerschap met ouders met beleid te gaan aanpakken. Het werken in deze nieuwe structuur van Stuurgroep, commissies, Klassenouders en hulpouders wordt volgens plan op enig moment geëvalueerd.
De Klimboom, Eindhoven
pagina 4
Klassenouders Klassenouders ondersteunen de leerkracht(en) van een groep bij allerlei activiteiten. Ze worden daartoe aan het begin van elk jaar door de groepsleerkrachten aangezocht. Sinds kort is er een eerste proeve van een taakomschrijving beschikbaar. Die wordt aan het eind van het jaar geëvalueerd. Het aantal Klassenouders verschilt van groep tot groep. In een enkel geval is er één, in de andere gevallen zijn er twee tot vier. Zijn er meer Klassenouders, dan wisselt men elkaar soms af. Er is nog geen behoefte om te koersen op een vast aantal. ‘Als het werkt, werkt het’, aldus één van de Klassenouders. De Klassenouders van een groep komen enkele keren per jaar samen met de leerkracht(en) van de betreffende groep. Vragen die dan spelen zijn: hoe verliepen de activiteiten waarbij de Klassenouders betrokken waren, waar liepen we tegenaan, welke activiteiten komen eraan en bij welke activiteiten is hulp van Klassenouders en hulpouders gewenst? De Stuurgroep ziet erop toe dat Klassenouders en leerkrachten van een groep daadwerkelijk ook periodiek met elkaar om de tafel zitten. Zoals gezegd, hebben de Klassenouders sinds kort nadrukkelijker ook een signaalfunctie. Een leerkracht geeft aan daar erg blij mee te zijn. ‘Als er iets speelt onder ouders, dan kun je dat als leerkracht of team maar liefst zo snel mogelijk weten. Dan kun je daarop inspelen. Als je een open contact hebt met de Klassenouders, dan kun je daar je voordeel mee doen. Zij horen van alles in de wandelgangen, op het plein.’ Vanwege de meer nadrukkelijke positionering van de Klassenouders komen zij dit schooljaar driemaal bij elkaar in aanwezigheid van de directie om ervaringen en ideeën of praktijken met elkaar uit te wisselen (in september, in januari en in april). De bijeenkomst staat onder leiding van een lid van het MT (tevens voorzitter van de Stuurgroep). Naar het oordeel van enkele Klassenouders heeft deze bijeenkomst een toegevoegde waarde. ‘Je kunt dingen met elkaar uitwisselen. En er komen dingen naar voren waar we met z’n allen ons voordeel mee kunnen doen.’ Een bijkomend voordeel is dat de Klassenouders op deze wijze ook twee leden van het managementteam beter leren kennen. Dat is met name van belang in verband met de signalen die ze opvangen van individuele ouders. ‘Ik loop nu gemakkelijker even binnen bij leden van het managementteam om zo’n signaal door te geven en om even te bepraten hoe het dan verder gaat. En of ik daar dan een rol in heb.’ Om elkaar gemakkelijk te bereiken, is er een gemeenschappelijk e-mailadres. Je moet er maar opkomen Voor het benaderen van de andere ouders uit de groep werkt één van de Klassenouders via Afspreken.nl. Ze beschikt over alle e-mailadressen van de ouders van ‘haar’ groep en kan zo alle ouders informeren over wat er op stapel staat. En iedereen kan dan ook intekenen. ‘Ik voer alle e-mailadressen BCC in, zodat de e-mailadressen voor anderen onzichtbaar blijven. Niet alle ouders vinden het plezierig dat hun e-mailadres bekend is bij anderen. Daar moet je voorzichtig mee zijn. Via Afspreken.nl kun je ook gemakkelijk een bericht laten herhalen of ouders herinneren aan een bericht waarop ze nog niet gereageerd hebben.’ Een andere Klassenouder reageert met ‘een geweldige vondst en typisch iets om te melden op de volgende bijeenkomst van de Klassenouders’. De Klassenouders vinden het de taak van de leerkrachten om de e-mailadressen te vragen. Die moet er dan wel bij vertellen waarvoor en hoe die dan gebruikt kunnen worden. ‘In het gebruik en afgeven van e-mailadressen volgen de leerkrachten nog niet één lijn. Het is van belang daarover naar ouders duidelijkheid over te geven, net als waar het gaat om het op de website plaatsen van foto’s.’ Een derde Klassenouder adviseert: ‘Plan voor een aantal maanden vooruit en wees helder over de aanpak: zo gaan we dit doen.’
De Klimboom, Eindhoven
pagina 5
Alle ouders weten wie de Klassenouders zijn. Bij ouders van de meeste groepen zijn ook de emailadressen van ‘hun’ Klassenouders bekend. De meesten hebben zich middels een brief met foto bekend gemaakt. Een enkeling heeft dat niet gedaan. Zij zegt daarover: ‘Ik wil een beetje onzichtbaar zijn, ik werk liever op de achtergrond’. ‘Aan alle ouders van groep X´ Dit is de eerste brief van jullie Klassenouders! Zoals jullie gehoord hebben is de invulling van de rol van de Klassenouder dit jaar anders dan de voorgaande jaren. Wij zullen meer betrokken zijn bij het beleid van school, door schoolbrede overleggen met alle Klassenouders en de schooldirectie. Wanneer jullie ideeën of opmerkingen hebben die leuk en belangrijk zijn voor de school, dan kunnen jullie die via ons inbrengen. Daarom is het handig dat jullie ons kennen! Dit zijn wij:’ Dan volgt een fraai gecompileerde foto van de beide Klassenmoeders, met vermelding van hun kind, hun e-mailadres en hun mobiele nummer. De brief vervolgt: ‘Wij zijn zelf erg enthousiast over het vergroten van de ouderbetrokkenheid op school. Het is een mooie aanvulling op het huidige onderwijs. Veel activiteiten zijn moeilijk te organiseren voor de juffen alleen. Wanneer de groep met hulp van ouders in groepjes opgesplitst kan worden, is er veel meer mogelijk. Samen met A en B (de juffen van groep X) hebben we gekeken bij welke activiteiten ouders betrokken kunnen worden en welke activiteiten extra gedaan kunnen worden als er voldoende ouders zijn die kunnen helpen. (…) Daarna volgt een oproep om zich aan te melden voor activiteiten op een bijgevoegde lijst met gebruikmaking van Afspreken.nl.
De motivatie van ouders om zich op te geven als Klassenouder verschilt. Eén moeder zegt daarover: ‘Ik wilde bij mijn zoons groep betrokken zijn. En bovendien, op enig moment had zich nog niemand anders aangemeld. Wellicht omdat de groep een nieuwe leerkracht heeft en veel ouders misschien denken: ik ken die juf niet. Wat misschien ook wel een rol speelde was de (nieuwe) taakomschrijving van de Klassenouder. Iedere ouder kreeg die en dat was een hele rits taken. Misschien teveel? Met die lijst is niets mis, maar voor de werving van Klassenouders moet-ie misschien wat korter. En misschien kun je beter na een eerste oproep eerst een informatiebijeenkomst beleggen voor geïnteresseerde ouders met inzet van Klassenouders met ervaring.’ Leerkrachten aan zet ‘Als leerkracht heb je een actieve rol bij het werven en het inzetten van Klassenouders zoals bedoeld. Onze groep heeft er twee. De één meldde zichzelf, de ander is gevraagd. Twee of meer is prettig. Ouders willen het vaak ook samen doen, eventueel taken verdelen, elkaars agendaproblemen opvangen. We hebben sinds kort een aantal vaste momenten – vier – waarop we even om de tafel gaan zitten. We kijken dan terug en vooral vooruit: wat staat er de komende periode op het programma? Sinterklaas, Kerst, een knutselmiddag met ouders en kinderen, enzovoorts.’ ´Dat vraagt ook wat van jezelf. We willen ouders meer binnenhalen, meer ouders betrekken. Dat heeft veel voordelen. Het contact wordt beter, je leert je meer te verplaatsen in de positie van ouders. Je kunt ook veel werk uit handen geven. Dat scheelt mij veel tijd. We hebben heel korte lijntjes naar elkaar toe. We hebben een maillijst gemaakt, zodat de Klassenouders daar gebruik van kunnen maken. Dat is voor hen ook veel gemakkelijker.’ ‘Klassenouders denken vooral ook mee. Ze zijn er niet alleen om hulpouders te werven. Ze hebben ook een belangrijke signaalfunctie. Ouders onderling hebben ander contact met elkaar dan het contact tussen leerkracht en ouders. Dan moeten de andere ouders hen wel kennen. Hun pasfoto’s hangen bij de deur. Ze zijn heel gemakkelijk aan te spreken.’
De Klimboom, Eindhoven
pagina 6
Houding en gewenning in het geding Op de vraag hoe andere ouders aankijken tegen Klassenouders, zegt een leerkracht: ‘De rol van de Klassenouders moet voor andere ouders nog wat meer gaan leven. Daarop ligt dit jaar een belangrijke focus, net als op een goede rolneming. Op die punten is nog veel winst te behalen. We zien daarin nog grote verschillen binnen school. Leerkrachten verschillen ook. Je moet zelf anders in je werk gaan staan. Vorig jaar deed ik nog veel zelf. Nu besef ik dat het erom gaat dat je durft los te laten, dat je dingen na overleg ook echt uit handen geeft. Ik merk nu ook dat dit kan, als je ook blijft kijken naar wat ouders aankunnen. Dat verschilt ook van ouder tot ouder. Het is gewoon een groeiproces.’ ‘Waar het op aan komt, is dingen echt samen met ouders te doen, in een gelijkwaardige samenwerking, elkaar daarin vertrouwen, ouders laten zien dat ze verantwoording kunnen en mogen pakken. Ik houd zelf wel de eindverantwoordelijkheid. Ik volg hun activiteiten en ben goed aanspreekbaar. Door die werkwijze verandert ook het contact met andere ouders. Het leven wordt zoveel gemakkelijker als je een goed contact hebt met ouders.’ ‘Het is ook goed dat de Klassenouders periodiek bij elkaar komen. Ze kunnen daarbij ook van elkaar leren. Ook leerkrachten kunnen nog veel van elkaar leren.’ Ouders merken nog veel verschillen in de mate waarin ‘de leerkrachten zaken aan ouders kunnen overlaten,’ zegt een Klassenouder. En een andere relativeert: ‘Nou is de ene ouder ook de andere niet. En: wellicht hoef je ook niet voor elk thema een ouder te hebben. Dan voel je als ouder een druk om mee te doen, en dat kan ook niet de bedoeling zijn.’ ‘Loslaten en toch eindverantwoordelijk blijven en samenwerken met ouders is soms best lastig als je eerder gewend was zelf alles te doen of overal zelf het initiatief toe te nemen,’ zegt een leerkracht. De keuze voor partnerschap en zorgen voor een rol en inbreng van ouders is echter onomkeerbaar.
Hulpouders Voor activiteiten met een meer ad hoc karakter en voor commissies worden hulpouders gevraagd om mee te helpen. Die vraag kan komen van de kant van leerkrachten, de Schoolraad, Klassenouders, het managementteam of de Stuurgroep. In de schoolgids worden ouders opgeroepen daaraan gehoor te geven. Hulpouders gevraagd ‘Voor verschillende activiteiten die tijdens het schooljaar worden georganiseerd, kunnen wij niet zonder de hulp van ouders. Misschien dat u door de leerkracht van uw kind, een lid van de schoolraad of de klassenouder wordt benaderd om te helpen bij een activiteit. Dit kan zijn het begeleiden van een groepje kinderen, het vervoeren van een groepje kinderen of helpen tijdens het niveaulezen. Mocht u beschikbaar zijn om te helpen, dan kunt u dat aangeven bij de leerkracht van uw kind.’ (Schoolgids)
Beleving van leerlingen De Klassenouders en hulpouders zijn voor leerlingen ook een reëel gegeven. Een leerling zegt daarover: ‘Elke klas heeft wel een of twee Klassenouders en veel ouders bieden zich aan als hulpouder voor uitjes.’ Een ander vult aan: ‘Uitjes zijn vaak op maandag, dat is lastig voor ouders. Er komt nog eens een dag dat er onvoldoende ouders zijn.’ Kinderen in groep 7 en 8 wordt regelmatig gevraagd of ze aan hun ouders willen vragen of ze mee willen helpen. Brieven mee, dat hoeft niet meer. ´Dat kunnen we ook zelf wel melden. En als iemand het vergeet, is er de volgende dag nog een kans. Het uitje komt op het bord en dan komen er
De Klimboom, Eindhoven
pagina 7
namen te staan van de kinderen van wie de ouders meegaan.’
Over het algemeen, merken de Klassenouders op, biedt de school volop ruimte aan ouders met ideeën. ‘Maar er wordt niet systematisch naar hun mogelijkheden gevraagd. Er wordt niet actief gekeken wat ouders in huis hebben. De school zou dat meer moeten doen. Bijvoorbeeld: Wie is creatief, wie is technisch, wie heeft wat te vertellen? Veel ouders willen wel helpen, maar je weet vaak niet in hoeverre of op welk gebied dat mogelijk is. Je wilt je niet opdringen. En sommige ouders zijn ook wat terughoudend vanuit het idee dat andere ouders dan weer denken ‘daar heb je de vader of de moeder van die of die weer’ of omdat hun mogelijke bijdrage op het vlak ligt van hun werk en ze niet de schijn op zich willen laden dat ze aan het acquireren zijn. En dat, terwijl het heel veel toegevoegde waarde zou kunnen hebben. We hebben nogal wat in huis als ouders. Nu hangt het teveel van toevalligheden af. Als school zou je alle beroepen moeten weten. En daar moet je dan ook iets mee doen. Bijvoorbeeld, om de zes weken wisselt het thema. Met het oog daarop kun je dan aan ouders vragen: Wie zou iets kunnen doen rond het thema ….? Dan moet je als school wel meer vertellen over de thema’s. En zo’n verhaal zou je dan moeten besluiten met zoiets als: het zou leuk zijn als ouders met die of die kennis of ervaringen of netwerken mee zouden doen. Heel concreet dus. En het aardige is dat ouders die niet meedoen, door die informatie toch veel meekrijgen over wat er op school gebeurt.‘ Voor de werving van hulpouders gebruikt de school een inschrijfformulier. In de kop staat: ‘Bij onderstaande activiteiten gaat het niet uitsluitend om hulp bij de uitvoering, maar ook het (zelfstandig) organiseren van (deel-)aspecten. Het overleg met de betrokken teamleden vindt in hoofdzaak na schooltijd plaats. In de laatste kolom kunt u aangeven in welke activiteit u geïnteresseerd bent.’ Het formulier heeft de vorm van een tabel met achtereenvolgens de volgende kolommen: -
Activiteit. Voorbeelden zijn Carnaval, Themadag, Culturele vorming, Musical groep 8.
-
Datum. Soms staat er een datum, soms een periode (bijvoorbeeld voor een Projectweek) of ‘diverse momenten in het jaar’ (bijvoorbeeld bij Sportactiviteiten, Leesbevordering, een commissie).
-
Omschrijving van de activiteit. Bij IVN (natuureducatie) staat bijvoorbeeld: het meehelpen organiseren en uitvoeren van activiteiten op het gebied van natuuronderwijs. Bij Culturele vorming staat: het ontwikkelen van een jaarplan voor de groepen 1 t/m 8 en het organiseren van diverse activiteiten, bijv. het inhuren van een dramadocent, een theatergroep, een muziekdocent.
-
Tijdsinvestering. Een schatting van het aantal uren dat het kost, uiteenlopend van ongeveer 10 tot circa 20 uren.
-
Leerkrachten. Hier staat vermeld welke leerkracht(en) erbij betrokken zijn.
-
Aantal ouders. Hier staat hoeveel ouders nog nodig zijn.
-
Ouder(s). In deze kolom kunnen ouders aangeven waarin ze geïnteresseerd zijn. Ouders die in deze laatste kolom iets aangekruist hebben, vermelden bovenaan hun naam, de naam van hun kind(eren) en de groep(en) van hun kind(eren), en leveren het vervolgens in.
Commissies Voor de organisatie van deze activiteiten bestaan commissies, waarvan sommige een meer structureel karakter hebben, al kunnen de leden jaarlijks wisselen. Zowel naar het oordeel van Klassenouders als leerkrachten met wie we spreken, zijn er grote verschillen te constateren tussen die commissies in de wijze waarop ze opereren en in de ruimte die ouders krijgen én nemen voor het inbrengen van eigen ideeën en initiatieven. In sommige commissies zijn de leerkrachten nog sterk leidend en participeren ouders vooral in een uitvoerende rol. Er zijn ook commissies waarin sprake is van meer evenwicht, van echte gelijkwaardigheid. Een voorbeeld
De Klimboom, Eindhoven
pagina 8
vormt de commissie IVN (natuur- en milieu educatie), waarin ouders een grote inbreng hebben. Aan de andere kant van het continuüm is er uitzicht op commissies waarin ouders sterk leading zijn. En wel op basis van affiniteit met het thema en expertise. Een voorbeeld daarvan is de recent opnieuw samengestelde commissie Wetenschap en techniek. De commissie Wetenschap en techniek Met Techniek (de oude naam) waren aanvankelijk drie leerkrachten bezig. Techniek had een vaste plek in de school. Er was een visie, er was een onderzoekje gedaan onder collega’s, er was met studenten een onderzoekje gedaan naar materiaal en er was materiaal gekozen. ‘Toen liepen we vast. We hadden materiaal, maar wat de volgende stap zou moeten zijn, was niet duidelijk. Toen realiseerden we ons dat er onder ouders veel know-how was en dat zij tal van connecties hadden met o.a. bedrijven en de Technische Universiteit. We hebben in het voorjaar van 2012 een oproep gedaan en zeven ouders wilden meedenken. Wat er toen gebeurde, overtrof onze verwachtingen. Je moet ook wel een beetje geluk hebben: zo hebben we een ouder met zowel een technische als een didactisch/onderwijskundige achtergrond. De ouders waren enthousiast over het materiaal dat we in huis hadden en door samen te brainstormen kregen we snel uiteenlopende ideeën en konden we een aantal conclusies trekken. We besloten aan te sluiten bij de programma’s van de school TV. Dat bood structuur en daarop konden we voortborduren. We werken nu zo dat ouders de uitzendingen bekijken en op basis daarvan scherpen we het thema aan en selecteren we materiaal. We kijken nu met andere ogen naar Nieuws uit de natuur. Er is sprake van een echt mooie wisselwerking tussen ouders en leerkrachten. Leuk is dat ouders zo ook meer zicht krijgen op wat de taak van leerkrachten allemaal inhoudt.’
Bij sommige activiteiten of onderdelen van het curriculum ligt het meer voor de hand om te werken met een commissie van ouders en teamleden dan bij andere. Neem taal en rekenen. Daarvoor heb je veel inhoudelijke expertise nodig die vooral bij de leerkrachten zit, maar een onderdeel als lezen is weer een ander verhaal. De Leescommissie loopt goed: ‘wij sturen wel aan’, aldus een leerkracht, ‘maar we zien een groei in de rolneming door ouders: activiteiten rond de Kinderboekenweek, de organisatie van een voorleesontbijt, de leescarrousel en het voorlezen in de groep.’ Ook hier verschillen leerkrachten sterk van elkaar. Een leerkracht zegt: ‘Natuurlijk houd je de eindverantwoordelijkheid, maar dat ouders veel voor de school kunnen betekenen, zit nog niet bij iedereen in het systeem. Uit handen durven geven is belangrijk. En soms, als de kaders duidelijk zijn, kunnen ouders het alleen. Zo beheren ouders de schoolbibliotheek.’ Medezeggenschapsraad (MR) Een bijzondere commissie, verplicht door wet- en regelgeving, is de MR. Deze heeft eerder nog overwegend een toetsende rol dan dat de raad aan de voorkant van het beleid zit. De omslag naar vooraf meedenken zit ook daar aan te komen. In verband met de vacature voor de schoolleiding levert de MR ook een lid voor de adviescommissie. Het traject dat school en ouders lopen - De start Als ouders geïnteresseerd zijn in de school volgt veelal een gesprek met de directeur of een lid van het managementteam, met ruime gelegenheid tot het stellen van vragen en een rondleiding. Bij voorkeur gebeurt dat, aldus een lid van het managementteam, zonder het kind. ‘Dan kun je zonder veel afleiding een goed gesprek hebben.’ Voor veel ouders is de school een bewuste keuze. Er zijn op redelijke afstand ook andere scholen. Als ouders al niet vanuit zichzelf bij
De Klimboom, Eindhoven
pagina 9
andere scholen gaan kijken, krijgen ze alsnog het advies dat te doen, zodat de keuze een meer bewuste keuze is. Ouders krijgen standaard de schoolgids mee. Deze is gecombineerd met een jaarkalender. Ze krijgen een inschrijfformulier, een Kennismakingsboekje waarin wat zaken staan over het werken in de onderbouw en informatie over de BSO. Na inschrijving van hun kind krijgen ouders een brief waarin de inschrijving bevestigd wordt. Kinderen kunnen één of enkele malen deelnemen aan peuterspeelochtenden om alvast wat te wennen aan de school. Iets voor de vierde verjaardag van het kind volgt telefonisch contact tussen leerkracht en ouders. Het ‘stoeltje passen’ gebeurt vlak voordat het kind werkelijk naar school gaat. - Nadere kennismaking Al snel na het begin van het schooljaar vindt een kennismakingsavond plaats op het niveau van de groep of de parallelgroepen. Sommige parallelgroepen starten samen en gaan daarna naar het eigen lokaal. Op deze avond krijgen ouders meer informatie over wat er in de groep aan de orde komt, wat van de leerlingen verwacht wordt en wat zij van hun leerkracht(en) mogen verwachten. De opkomst is altijd redelijk groot. Ouders wier eerste kind in een groep zit, komen altijd. Bij het tweede kind komen ze niet altijd meer. Op de avond van groep 8 komen wel weer alle ouders. De avond vindt steeds op een maandag of een dinsdag plaats, naar keuze van de leerkracht. Overwogen wordt om voor een nog grotere spreiding te zorgen zodat ouders die meer kinderen op school hebben, steeds kunnen komen. - Inloopochtenden/middagen Regelmatig is er de mogelijkheid om op een ochtend of een middag eens mee te doen. Dan kunnen ouders een uur lang meekijken. Ouders vinden dat belangrijk, zo kwam naar voren in een interview met een groep ouders. Ouders kunnen dan zien waar hun kind mee bezig is. Dat gebeurt schoolbreed. ‘De deelname eraan kan meer gestimuleerd worden. Vandaar dat er dit jaar specifiek aandacht aan wordt besteed in KlimSalaBim, de Nieuwsbrief’, aldus een leerkracht. - Voortgangsgesprekken Na ongeveer zes weken volgt voor alle ouders een gesprek om persoonlijk kennis te maken. Daarop ligt de nadruk. Standaard komen ook de keuze voor partnerschap met ouders en de wederzijdse verwachtingen aan de orde. ‘Ouders verwachten vaak dat je dan al met resultaten komt, maar dat is niet het primaire doel. Het doel ligt meer in de sfeer van verder kennismaken en afstemmen.’ Ouders kunnen hun verwachtingen met de ‘nieuwe’ leerkracht bespreken en zo nodig afspraken maken die aansluiten op afspraken met de leerkracht van het jaar daarvoor. De leerkracht geeft in het gesprek wel aan welke ervaringen er tot dan zijn met hun kind. Verder wordt gesproken over de rapportages en de aard van de gesprekken over de ontwikkeling van hun kind. Benadrukt wordt dat de school zich laagdrempelig wil opstellen en dat het fijn is als ouders participeren. Daarbij wordt aandacht besteed aan de rol van Klassenouders, hulpouders en commissies. Naar de mening van ouders zou in dat verband meer het vanzelfsprekende van meehelpen en meedenken benadrukt moeten worden en zou nadrukkelijker iets gezegd kunnen worden over de meerwaarde ervan, voor school en ouders zelf. Afstemming van verwachtingen essentieel Een ouder geeft aan hoe belangrijk dat verwachtingenmanagement is. ‘Wat doet de school en wat kun je of moet je als ouders aanvullend doen? Wij hebben voor ons kind remedial teaching buiten de school georganiseerd. Dat doen meer ouders. Duidelijk moet dan zijn wie wat doet en wat je van elkaar verwacht. Het is belangrijk dat je als ouders goed geïnformeerd wordt, en vooral ook tijdig. Soms duurt het te lang voordat er een formeel contactmoment is. Je hoort dan wat laat dat er iets aan de hand is, want leerkrachten willen nog wel eens iets anders proberen
De Klimboom, Eindhoven
pagina 10
voordat ze je informeren. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Integendeel. Hoe eerder je iets weet, des te meer kun je meedenken.’ ‘Meer in het algemeen geldt dat ouders hun kind best meer zouden willen helpen, maar hoe doe je dat dan? Meer informatie daarover is dan wel handig.’
Het tweede moment is in februari. Er is dan een schriftelijke rapportage en een gesprek waarop alle ouders verwacht worden. Het derde moment is in juni. Het gaat ook hier om een schriftelijke rapportage. Het gesprek is facultatief en het initiatief daartoe kan zowel van ouders als leerkracht komen. Stelregel is: als er eerder aanleiding is voor een gesprek, dan zoekt de leerkracht daarvoor contact met de ouders. Omgekeerd wordt hetzelfde verwacht van de ouders (Schoolgids). ‘Als ouders een afspraak vergeten, worden ze aan hun jasje getrokken. We nemen dan altijd even contact op’, aldus een leerkracht.
Zicht vanuit de leerling Op de vraag of hun ouders goed op de hoogte zijn, zegt een leerling uit groep 8: ‘Ja, via mailtjes, gesprekken en rapportgesprekken. Na de Entreetoets worden de ouders geïnformeerd of je het slecht of juist goed gedaan hebt.’ Dat hun ouders op rapportgesprekken komen, vinden de drie leerlingen met wie we spreken ‘logisch, want het gaat over je kind tenslotte.’ We hebben het nog even over juffen en meesters in het algemeen. Ze hebben daarover duidelijke opvattingen. Over hoe belangrijk een juf of meester is als het bijvoorbeeld gaat om pesten: de één doet daar meer aan dan de ander. Verder is het ‘belangrijk om een goeie band te hebben met je juf of meester. Ik loop nu nog wel eens naar X om iets te vertellen.’ En: ‘Sommige stimuleren je in een bepaalde richting, bijvoorbeeld netjes schrijven. En dan lukt het ook, en dan kun je ergens naartoe werken.’
- Informeel contact Om zo laagdrempelig mogelijk te opereren halen de leerkrachten als regel hun kinderen van de speelplaats op en begeleiden de kinderen ook weer naar buiten. ‘Dan sta je buiten en ben je gemakkelijk aanspreekbaar. En je kunt zelf ook ouders even aanschieten als ze hun kind naar school brengen of komen ophalen.’ (een leerkracht) Bewust blijft de school na schooltijd een half uur open voor ouders die even met de leerkracht willen praten of even naar het werk van hun kind willen komen kijken. ‘Maak daar gebruik van!’, is de boodschap in de schoolgids. Communicatie per e-mail over het kind wordt in het algemeen ontraden. ‘Liever een persoonlijk gesprek’ is de boodschap hier. - Informatie en communicatie Regelmatig verschijnt KlimSalaBim, de Nieuwsbrief. De naam werd door een kind bedacht. De brief gaat nog fysiek mee, maar is ook te raadplegen op de website. De school wil de nieuwsbrief nu per mail sturen, want nogal eens bereikt KlimSalaBim de ouders niet. Dat geldt ook voor andere brieven die met kinderen meegaan. Een bekende vindplaats voor dit soort informatie blijkt de naschoolse opvang te zijn.
De Klimboom, Eindhoven
pagina 11
Schoolprofiel -
De school is van oudsher een klassikale school, maar werkt steeds meer groepsdoorbrekend, met name in de bovenbouw. Met uitzondering van groep 7 zijn er steeds parallelgroepen waarbij voor de basisdomeinen rekenen en taal/lezen (technisch en begrijpend) op niveau samen wordt gewerkt (drie niveaus). Die differentiatie begint nu schoolbreed zichtbaar te worden. Een aantal vakken blijft klassikaal aangeboden, zoals aardrijkskunde en geschiedenis. Voor natuur en cultuur zijn er in groep 7 en 8 topklassers. Leerlingen waarderen die differentiatie. Eén zegt daarover: ‘Die verandering in begrijpend lezen en technisch lezen vind ik hartstikke goed. Vroeger was het altijd standaard en saai, nu mogen we zelf aan de slag, op ons eigen niveau.’ Voor kinderen die meer aankunnen, is er extra aanbod.
-
Bevordering van zelfstandig werken krijgt steeds meer aandacht. Al vanaf de kleutergroepen wordt er gewerkt met een planbord en met (kleine) weektaakjes, al is het nog kleinschalig. Waar mogelijk plannen leerlingen hun weektaak zelf. Daarin is er een duidelijk doorlopende lijn vanaf groep 3. ‘Onze leerlingen blijken in vergelijking met andere kinderen redelijk zelfstandig. Ze worden in het VO vaak klassenvertegenwoordiger’, aldus een teamleider.
-
De Klimboom wil ‘een school voor de toekomst’ zijn. Samen met twee andere scholen onder hetzelfde bestuur (Salto) heeft De Klimboom een aantal jaren samengewerkt in een ambitieus project, gericht op de vorming van een Talentencampus. In 2010 is die samenwerking beëindigd. De Klimboom profiteert nog steeds van een aantal verworvenheden uit die periode, zoals het Vroeg Vreemde Taal Onderwijs (VVTO) Engels.
-
Zowel voor Engels als Techniek is er een schoolbrede leerlijn (voor alle groepen dus, van groep 1 tot en met groep 8). De leerlijn Techniek wordt steeds meer geïntegreerd in het onderwijs in de zaakvakken.
Contact Voor nadere informatie: mevr. L. Jansen-Tops, lid van het MT. Zie voor contactgegevens de website van de school.
(Redactie december 2012)