Seneca Seneca Seneca Journaal is een uitgave van het Seneca Congres
Het Journaal is een uitgave van het Seneca Congres
Journaal
Augustus 2011 Jaargang 10 nummer 2
Hans Alders: De consequenties van langer leven zijn enorm
Maatschappelijk ondernemen ook in de Ouderenzorg
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 1
10-08-11 11:05
C O L UMN
Katalysator
Frank de Grave, Voorzitter Seneca
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben in juli een akkoord gesloten met minister Schippers van VWS over verregaande specialisatie van Nederlandse ziekenhuizen. Eerder sloot de minister al een akkoord met de medisch specialisten en de ziekenhuizen. Alweer een succes voor ons beproefde poldermodel? Feit is dat partijen zich committeren aan de gemaakte afspraken. Maar werkelijk inhoud geven aan de gemaakte afspraken, kwaliteitsverhoging en de groei van vijf naar tweeënhalf procent terugdringen, is een zware en complexe taak die een enorme inspanning van de sector vraagt. Ook de GGZ ontkomt niet aan maatregelen. Minister Schippers wil nog dit najaar een bestuurlijk akkoord sluiten om ook de GGZ-sector toekomstbestendig te maken. Maatregelen zijn ook nodig, daar is iedereen het over eens. Zeker omdat we niet eens precies weten wat er allemaal op ons afkomt. Hebben we bijvoorbeeld wel goed zicht op de additionele zorgkosten die gepaard gaan met de verwachte toename van het aantal chronisch zieken? De toekomst van de zorg of, Zorg 3.0, vraagt om visie, leiderschap, nieuwe ideeën en heldere inzichten. Om sterke schouders en daadkracht. Laat het komende Seneca Congres wederom katalysator zijn. De plek waar ervaring, kennis en visie samenkomen. Waar niet alleen de stand van zaken wordt besproken en gekeken wordt naar kansen en bedreigingen, maar vooral ook een plek waar oplossingen worden gevonden. Nederland heeft een zorgstelsel dat wereldwijd tot voorbeeld dient. Met het Seneca Congres als bron van inspiratie voor zorgbestuurders en beleidsmakers, moet het lukken om dit stelsel ook in de toekomst fier overeind te houden.
Colofon Seneca Journaal wordt toegezonden aan deelnemers van het Seneca Congres en andere belangstellenden in de zorgsector. Sponsoren van het Seneca Congres zijn PGGM, IZZ, PinkRoccade Healthcare, UVIT, Ernst & Young, Springer Media/ Bohn Stafleu van Loghum.
Concept & realisatie:
Axioma Custom Media, Baarn 035-54 88 140 / www.axioma.nl
Frank de Grave Voorzitter Seneca
2
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 2
10-08-11 11:05
INHOUD
4-5
De houdbaarheid van het sociale stelsel - Aanpassingen zijn noodzakelijk, vindt keynote-spreker Hans Alders
6-8
Betaalbare en toegankelijke ouderenzorg - Albert Arp ziet voldoende mogelijkheden
9
Zoveel mensen, zoveel wensen - Levensstijl, zorgbehoeften en woonwensen verschillen, zegt aanbieder van hoogwaardige ouderenzorgconcepten Erwin Miedema
10-11
Alzheimer: de epidemie van de toekomst - Een noodkreet van neuroloog en alzheimerspecialist Philip Scheltens
12-14 6 Remedies tegen stroperigheid - Scenter director Sicco Santema
heeft de oplossing voor de financiële problemen in de zorg 15-17 Zorg moet nieuwe bestuurders aan kunnen - Headhunter
Freek Muller trekt deze en andere conclusies 18-19 Jeugdzorg naar gemeenten: transitie en transformatie - Hoe
dichter de zorg bij de burger staat, hoe beter, vindt Jo Deleersnijder
Checklist Seneca Congres Zorgbestuurders met visie op de zorgDe top van het ministerie Een beeldbepalende en historische locatieEen scherpe voorzitterSpraakmakende key note-sprekerEen ambiance die uitnodigt tot discussie en debatEen goede trendwatcher die de tongen losmaaktAansprekende thema’s Inspirerende sprekers met een mening
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 3
3
10-08-11 11:05
H o u d b aa r h e id s t e l s e l
“Het sociaal stelsel is aan vernieuwing toe”
Hans Alders over het sociaal stelsel:
Snijden of anders inrichten
Tien jaar Seneca, en vanuit zijn functie als bestuursvoorzitter van pensioenfonds Zorg en Welzijn was hij er vrijwel alle keren bij. Hans Alders. Als keynote-spreker zal hij ook in Berlijn de congresdeelnemers weer aanzetten tot discussie.
Eerst maar even de actualiteit: wat vind je van het pensioenakkoord? “Vooropgesteld: Pensioenfonds Zorg en Welzijn is geen onderhandelingspartner geweest bij het pensioenakkoord. Het is een zaak waar de sociale partners op landelijk niveau uit moeten zien te komen, en dat is best een spannende discussie. Wij vinden echter wel dat het stelsel aan herziening toe is, wil je de
4
pensioenen toekomstbestendig houden. Een van de belangrijkste aspecten is dat mensen langer leven. De consequenties daarvan zijn enorm. Voor pensioenfondsen betekent dit dat zij langer een pensioen aan hun leden moeten uitkeren. Deze ontwikkeling heeft zich in de afgelopen jaren versneld doorgezet. Daardoor is er niet genoeg bij elkaar gespaard. Er ligt wat dat betreft niet alleen een verantwoordelijkheid bij de werknemers en de gepensioneerden, maar ook bij de werkgevers. Hoezeer werkgevers en werknemers ook de mening delen dat het premie-instrument niet meer de oplossing is, hebben werkgevers hun medeverantwoordelijkheid getoond door de inhaalpremie van 2,5% te rekenen tot de premiebasis. Ook is
voorzien in een premiemaatregel in het kader van de onderdekkingsrichtlijn, waarin is vastgelegd hoe we de zaken gaan aanpakken wanneer we onder onze dekkingsgraad zitten. Het pensioenakkoord benadrukt dat het premie-instrument niet meer dé oplossing kan bieden en accepteert dat we langer moeten werken.” Welke veranderingen zijn nodig om het stelsel toekomstbestendig te maken? “Het Nederlands pensioenstelsel is iets om trots op te zijn. Het moet wel aangepast worden aan de ontwikkelingen: we worden met zijn allen ouder en de verhouding tussen jongeren en ouderen is drastisch verschoven. Het akkoord
Seneca Journaal / september
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 4
10-08-11 11:06
onderliggende solidariteit. Je moet snijden in voorzieningen of het stelsel anders inrichten.” Een steeds grotere zorgvraag en arbeid die schaars wordt. Wat doen we daaraan? “Goed werkgeverschap is van essentieel belang, Seneca Congres heeft daar al meerdere keren aandacht voor gevraagd. Om mensen te blijven trekken moeten zowel werkgevers als het werk zelf interessant zijn. Daarbij behoren ook goede arbeidsvoorwaarden. Het pensioen is daar een wezenlijk onderdeel van. Als pensioenfonds voor de sector willen we daar graag over meedenken en onze kennis delen. Belangrijk is ook dat werkgevers nadenken over hoe ze hun organisaties beter kunnen inrichten op oudere werknemers. Langer werken is makkelijker gezegd dan gedaan, zeker in de zorgsector. Het gaat immers om mentaal en fysiek zwaar werk, dat je niet tot in lengte van dagen kunt blijven doen. Mensen vinden en langer beschikbaar houden voor de sector: dat is een hersenkraker van de eerste orde.”
Hans Alders Bestuursvoorzitter PFZW (030) 277 55 77
[email protected] www.pfzw.nl
zoals dat er nu ligt accepteert de effecten van langer leven, de verschuiving van de verhouding tussen jongeren en ouderen en zorgt ervoor dat de verwachtingen omtrent het pensioen realistischer worden. Het geeft de kaders aan waarbinnen de pensioenfondsen tot een invulling moeten komen. Het moet de ambitie zijn van Zorg en Welzijn om ook onder de aangepaste omstandigheden te streven naar een welvaartsvast pensioen. Pensioen is een onderscheidende arbeidsvoorwaarde van de werknemers en werkgevers in de sector zorg en welzijn. Het pensioenfonds is er om te zorgen voor die betrouwbare en betaalbare oudedags-, arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenvoorzieningen voor een sector die dat verdient.”
De zorgkosten gaan de pan uitrijzen. Kunnen we het pensioenvraagstuk nog los zien van zorg en wonen? “Gezien de demografische ontwikkelingen is het niet vreemd om combinaties te leggen tussen pensioen, zorg en wonen. Langer leven betekent ook dat er meer aanspraak op zorg zal worden gedaan. Hoe dat gefinancierd moet worden is de vraag. Je zou kunnen denken aan zorgsparen in aanvulling op het pensioen. Maar je kunt ook overwegen om een deel van het pensioengeld om te zetten in zorgarrangementen. We hebben nog geen idee hoe we de toekomst moeten gaan vormgeven, maar het zou verkeerd zijn om er nu niet over na te denken. Vind je geen oplossingen, dan leg je een zeer grote druk op de
Wat is de meerwaarde van tien jaar Seneca Congres in het licht van de huidige problematiek? “In de beginjaren heeft Seneca Congres een aantal belangrijke onderwerpen zoals goed werkgeverschap en governance op de agenda gezet. De jaren daarna zag je discussies steeds breder worden. Zaken als ondernemerschap en de kwaliteit van organisaties en prestaties kwamen aan de orde. Het belang van Seneca komt ook tot uitdrukking door betrokkenheid van bewindspersonen door de jaren heen. Ministeries zijn altijd goed vertegenwoordigd en meestal is ook de minister zelf aanwezig. Mensen uit de sector kunnen elkaar op veel plaatsen ontmoeten. Maar het Seneca Congres is een andere setting: het stimuleert en enthousiasmeert, maar is zeer zeker niet vrijblijvend. Er worden afspraken gemaakt, ideeën uitgewisseld en zorgbestuurders worden uitgedaagd om leiderschap te tonen. Veranderingen komen immers niet tot stand door alleen proclamatie.” ■
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 5
5
10-08-11 11:06
To e k o m s t v i s i e
Albert Arp over ouderenzorg 3.0
Ouderenzorg ontkomt niet aan grootschaligheid Albert Arp ziet de dubbele vergrijzing niet als een probleem. Er zijn volgens hem oplossingen mogelijk voor toegankelijke en betaalbare ouderenzorg. Zolang we maar niet verwachten dat alle ouderen - zonder bijbetaling recht hebben op dezelfde zorgfaciliteiten. “Ieder volgt het pad van zijn leven en zijn levensstijl”, aldus de bestuurder van Beweging 3.0.
E
én keer per maand gaat hij de organisatie in. “Dat is mijn spijkerbroekendag”, zegt Albert Arp. “Ik loop dan een halve dag mee, ergens in de organisatie, iedere keer op een andere plek. Het is voor mij een manier om me te blijven realiseren wat ons eigenlijke werk is. Als bestuurder wil ik ook zichtbaar zijn, dichtbij. Want dat is toch waar de organisatie en de maatschappij om vragen. Kijk alleen maar naar wat er gebeurt op het gebied van social media. Iedereen is bereikbaar, mensen twitteren, sturen - bij wijze van spreken - rechtstreeks een mail aan de minister. Je moet er dicht bovenop zitten, niet reageren maar proactief zijn. Dichtbij, betaalbaar en toegankelijk: dat is voor mij Zorg 3.0.” Basiszorg En zo is de ouderenzorg op dit moment ook ingericht, vindt Arp. “Wij hebben in Nederland een zeer behoorlijke infrastructuur met thuiszorg, intramurale zorg en verpleging. Een mooi vertakt netwerk.” Maar de demografische ontwikkelingen hangen als donkere wolken boven dit zorgvuldig vormgegeven zorglandschap: het aantal werkenden neemt af en de zorgconsumptie als gevolg van ziektes en beperkingen vanwege ouderdom neemt toe. “Ik denk daarom dat niet iedereen zal krijgen wat hij vraagt; het is onmogelijk om aan alle zorgvraag te voldoen. Kijk, de bovenkant van de samenleving zal het gemakkelijk
6
zelf kunnen organiseren. Die koopt residentiële zorg voor zichzelf.” Zorg zoals Beweging 3.0 die nu al levert in het Hilversumse Benvenuta, een hoogwaardig residentieel concept voor draagkrachtige ouderen die - voorzien van alle gemakken - van hun oude dag genieten. Arp: “De middengroep is waarschijnlijk wel in staat aangepaste arrangementen af te nemen. Zij kunnen betalen voor extra zorg, een extra douchebeurt, aanpassingen aan hun woning zodat ze langer thuis kunnen wonen of zelfs een theaterbezoek. Aan de onderkant leveren we basisouderenzorg: gewone zorg voor gewone mensen. Dat is een groot goed voor een grote groep.” Vanuit die basis bestaat altijd volgens Arp de mogelijkheid tot upgraden, maar daar moet de oudere dan wel zelf voor (bij)betalen. Flexibel Maar of dat ook nodig is? “Kijk, als je gewend bent om je hele leven lang met drie kinderen in een kleine flat te wonen, moet je dan op je 87e opeens een kamer van zestig vierkante meter? Ik denk dat ieder mens het pad van zijn leven moet volgen. Het gaat om het voortzetten van de levensstijl. Om eerlijke zorg en eerlijke kosten die daarmee gemoeid zijn. We zullen deze sociale discussie aan moeten gaan. Ik denk dat we moeten erkennen dat er niet - zoals vroeger - een tweedeling in de maatschappij is, maar misschien wel een zesdeling.” Volgens Arp vraagt dat om flexibel denken als het om >
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 6
10-08-11 11:06
“We zullen meer euro’s in het systeem moeten steken om zorgverleners en zorg te kunnen blijven leveren”
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 7
7
10-08-11 11:06
toekomstvisie
> nieuwbouw gaat. Nu neigt alles nog naar kleinschaligheid, maar vanwege de enorme zorgvraag die op ons afkomt, moet het roer om. “Grootschaligheid heeft absoluut een toekomst vanwege de betaalbaarheid. Economisch en logistiek zijn de voordelen daarvoor te groot. Ga maar na: 24-uurs intramurale verzorging en verpleging kost nu ongeveer 170 euro per persoon. Daar zit alles in: wonen én zorg. Dat bedrag ben je ook kwijt aan vier uur verpleegkundige thuiszorg.” Natuurlijk realiseert Arp zich dat huisvesting een dominant onderdeel van de beleving van goede zorg is. “Maar ik denk dat je in de toekomst in een grootschalige setting op circa dertig vierkante meter woonruimte een goed en betaalbaar zorgniveau kunt bieden. Bovendien kun je binnen die noodzakelijke grootschaligheid ook kleinschalige oplossingen organiseren.” Bijdragen Ook voor de zorg zelf zullen hogere eigen bijdragen in de toekomst onvermijdelijk zijn, meent Arp. “Zorg is niet goedkoop. Je bent al snel 40 euro per uur kwijt. Reken dat maar eens uit, zeven dagen per week, 52 weken per
jaar. Dan weet je wat het kost. Heb je die verzorging nodig, dan zul je daaraan zelf financieel moeten bijdragen. Dat kan door je te verzekeren, door te gaan sparen als je weet dat je over twintig jaar aan de beurt bent, je eigen huis op te eten, of - waarom niet - de kinderen te laten meebetalen. Natuurlijk moet er sprake zijn van een soort solidariteit en collectief gedrag, maar het is de kwaliteit van de samenleving die aangeeft tot hoever die solidariteit gaat.” Wel vindt hij dat er innovatieve oplossingen moeten komen om die nieuwe financiering mogelijk te maken. “Het vraagt om veel creativiteit: we zullen meer euro’s in het systeem moeten steken om zorgverleners en zorg te kunnen blijven leveren. Je zou bijvoorbeeld een deel van je eigen huis al te gelde kunnen maken, als het mogelijk is om alvast een deel te verkopen. Ik denk dat bijvoorbeeld pensioenfondsen, zorgverzekeraars, private financiers of woningcorporaties daar een belangrijke rol in kunnen spelen.” Transitie Het nieuwe denken over de ouderenzorg vergelijkt Arp met het principe van de
snelweg: “Die is beschikbaar voor iedereen, maar we rijden er wel allemaal in verschillende auto’s overheen.” De ouderenzorg betaalbaar en beschikbaar houden betekent volgens hem dat je moet opereren vanuit een vastgesteld minimum, waarvandaan je kunt upgraden. “Ik ben ervan overtuigd dat de oplossing hier ligt, en dat die ook goed zal zijn. Het probleem zit in de transitie. Je moet het boven- en middenkader in zorginstellingen in deze ontwikkeling mee zien te krijgen.” De crisis versnelt dit proces, zo stelt hij. “Er is weer een nieuwe bewustwording van geld. Achter alles worden weer bedragen gezet. Dat is ook Zorg 3.0: zichtbaar maken wat het allemaal kost. Rekenschap afleggen. Wat voor zorg krijgen mensen voor hun verzekering of spaargeld? Het vraagt ook om ander bestuur en management, om andere competenties. Zakelijkheid, risico’s nemen, verandermanagement. De transitie vraagt veel aandacht en daar heb je goede mensen voor nodig. En daar ligt misschien nog wel de grootste uitdaging: zoveel mogelijk mensen aan het werk krijgen en aan het werk houden binnen de zorg…” ■
“Er is een nieuwe bewustwording van geld: overal worden weer bedragen achter gezet”
Albert Arp Bestuurder Beweging 3.0 033-4763771
[email protected] Actief op LinkedIn www.beweging3.nl
8
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 8
10-08-11 11:07
A a n b od s e g m e n t a t i e
Erwin Miedema over ouderenzorg:
Zoveel mensen, zoveel wensen Magnus [Latijn]: groot. Domus [Latijn]: stadswoning voor de rijkere klassen in de Romeinse oudheid. Domus Magnus anno nu: persoonlijke zorg en dienstverlening aan ouderen in een kleinschalige, exclusieve woonomgeving. Erwin Miedema spreekt tijdens Seneca Congres over zijn succesvolle concept.
T
ijdens zijn studie in Fontainebleau verbleef Erwin Miedema op een van de prachtige landgoederen die het Franse departement Seine-et-Marne kent. Daar rijpte - in 2001 - ook het idee om ouderen in een vergelijkbaar mooie setting dienstverlening en zorg te bieden. “Ik stelde me de vraag: hoe zou ik later zelf oud willen worden?” Vier jaar later leidde dat tot de oprichting van Domus Magnus. Op 1 augustus 2005 opende de organisatie haar eerste vestiging, landgoed Klein Engelenburg in Brummen. Inmiddels telt Domus Magnus zes locaties, driehonderd medewerkers en een omzet van circa vijftien miljoen euro op jaarbasis. Doorgeschoten Miedema: “In Nederland hebben we van oudsher het idee dat alle ouderen recht hebben op dezelfde zorg en dezelfde dienstverlening en huisvesting. Ik denk dat we daarin een beetje zijn doorgeschoten. Natuurlijk heeft iedereen recht op zorg, maar dan wel basiszorg. Je kunt niet om het feit heen dat er in onze samenleving grote verschillen bestaan. We hebben meer dan een miljoen 75-plussers. En niet al die mensen hebben dezelfde levensstijl, zorgbehoeften en woonwensen.” Zoveel mensen, zoveel wensen. Kijkend naar die diversiteit concludeert Miedema dat het voorzieningenaanbod daar nog onvoldoende op inspeelt. “Wij richten ons op de vijftien tot twintig procent van de ouderen die behoefte heeft aan ons concept, en dat ook kan en wil betalen. Maar je kunt met andere businessmodellen ook op andere specifieke segmenten targetten”, zo meent hij.
Verschillen “Het aardige is dat je in de reguliere ouderenzorg ook een beweging ziet. Instellingen zijn aan het herstructureren en bezinnen zich op hun eigen businessmodel. Uiteindelijk zul je zien dat het verschil tussen reguliere en particuliere ouderenzorg verdampt.” Ook het feit dat de overheid een scheiding tussen wonen en zorg wil, draagt hieraan bij. “Wij hebben dat met ons concept eigenlijk al expliciet gemaakt. Door de andere opzet hebben mensen zelf de regie: zij bepalen waar ze behoefte aan hebben en waar ze voor willen betalen. Dat is gewoon marktwerking.” En die marktwerking slaat aan. Miedema heeft dan ook geen moeite om financiers te vinden voor zijn plannen, Hij ziet de toekomst zonnig in. “Er is voorlopig ruimte genoeg om ons concept verder uit te rollen. In Nederland, maar eventueel ook in het buitenland. Maar we kunnen ook alternatieve groeipaden bewandelen door ons op andere doelgroepen te richten.” ■
Erwin Miedema Algemeen directeur Domus Magnus 023-5530600
[email protected] www.domusmagnus.com Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 9
9
10-08-11 11:07
Perspectief
Philip Scheltens' noodkreet:
Het drama van
‘het vertrek uit je hoofd’ Alzheimer wordt de epidemie van de toekomst. Dat is de noodkreet van professor Philip Scheltens, neuroloog en alzheimerspecialist. Een groot menselijk drama, maar ook een economische ramp. Om die te voorkomen, is Scheltens samen met zijn team in het Alzheimercentrum van het VUmc driftig op zoek naar de oorzaken van de vele vormen van dementie en naar mogelijke therapieën. Het is vijf voor twaalf. En de politiek slaapt nog.
A
larmerend: door de vergrijzing zal het aantal alzheimerpatiënten in 2040 meer dan verdubbeld zijn tot zo’n 500.000 à 750.000 patiënten. Nu al zijn de kosten van alzheimer zeven miljard euro per jaar. Als er niets gebeurt, is de schade niet te overzien. Eerst nog even kort: wat is alzheimer? “Alzheimer is een van de vele vormen van dementie. Omdat hersencellen verloren gaan, ontstaat verlies van geestelijke vermogens waardoor je onder meer geheugen-, taal- en oriëntatieproblemen krijgt. De meest voorkomende oorzaak is dat hersencellen versterven doordat eiwitten vanwege een structuurfout verkeerd 'vouwen'.” U combineert sinds 2000 in het Alzheimercentrum onderzoek met zorg. Hoe gaat dat in de praktijk? “We hebben het hele proces rondom de patiënt georganiseerd. Dat is een succesformule. Wij onderzoeken twaalf nieuwe patiënten per week, vijftig weken per jaar. Van al die gegevens hebben we een enorme database gevormd. Al die data zijn beschikbaar voor ons wetenschappelijk onderzoek. In het centrum werkt een grote groep onderzoekers die elkaar inspireren. Dat is cruciaal, dat moet vooruitgang brengen.
10
Daarnaast hebben we de zorg voor onze patiënten heel goed georganiseerd. Wij combineren excellente wetenschap met excellente zorg. Dat is niet Zorg 3.0, maar Zorg 4.0. Wanneer een patiënt bij ons binnenkomt voor de eerste screening, voeren we alle onderzoeken in één dag uit. Binnen een week krijgt de patiënt de uitslag. Wanneer dementie is geconstateerd, stellen wij een zorgplan op en wordt de patiënt intensief begeleid en gevolgd. U onderzoekt veel relatief jonge mensen, Waarom? “Bij jonge mensen is de ziekte vaak nog in de beginfase van de ontwikkeling. Als we vroegtijdig de risicofactoren en de markers van de ziekte kunnen opsporen, kan dat ons helpen in onze zoektocht naar middelen die de ziekte kunnen voorkomen. Wij kunnen die patiënt nog daadwerkelijk helpen met adviezen. Daarnaast is zo’n screeningsdag geestelijk en lichamelijk zwaar. Je moet je afvragen of dat goed is voor mensen die alzheimer in een vergevorderd stadium hebben.” Komt er een verlossend medicijn? “We doen onderzoek in verschillende richtingen. We onderzoeken de biologische mechanismen, proberen indicatoren te vinden die kunnen voorspellen wie alzheimer krijgt, we doen
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 10
10-08-11 11:07
onderzoek naar indicatoren die het ziekteverloop kunnen voorspellen. Daarnaast bestuderen we het effect van schade aan bloedvaten in de hersenen op het ontstaan van dementie. En we kijken naar het effect van voeding en bewegen. Met farmaceutische bedrijven doen we onderzoek naar therapie met medicamenten. De mogelijkheden om te behandelen zijn nog marginaal, maar de richting is hoopgevend. We werken aan een vaccin met daarin een hoge dosis van het kwalijke eiwit. We hopen dat wanneer we een verzwakt stukje van dat eiwit toedienen, het lichaam antilichamen ontwikkelt. Voor een deel van de patiënten kan dat de oplossing zijn. Zitten we ernaast, dan moeten we terug naar de tekentafel.” Bent u optimistisch of pessimistisch? “Pessimisme is geen optie voor mij. Wij werken aan de oplossing! Het is vijf voor twaalf, maar ik hang toch het optimistische scenario aan. Ik hoop en verwacht binnen vier jaar met het vaccin een antwoord te hebben voor een deel van de mensen die aan alzheimer lijden.”
“De politiek is nog steeds niet voldoende doordrongen van de ernst van deze mogelijke epidemie” Hoe kan voeding een rol spelen? “Samen met Nutricia doen wij onderzoek naar positieve effecten van bepaalde voedingssupplementen. Vooral naar een mogelijk gunstige invloed op het voorkomen van verbroken verbindingen tussen hersencellen. Dat zou mensen met alzheimer in de beginfase kunnen helpen. Juist in de periode waarin we met Seneca in Berlijn zitten, verwacht ik uitslagen van de studies. Heel spannend.” Terug naar uw noodkreet: Alzheimer is de epidemie van de toekomst. Hoe ernstig is het? “Alzheimer wordt met de vergrijzing een enorme kostenpost voor de Nederlandse staat. Nu al liggen de totale kosten rond de zeven miljard euro per jaar. Denk aan de verzorgings- en verpleeghuizen, terwijl slechts 30 procent van de alzheimerpatiënten daar verblijft. Vele anderen werken niet of maken gebruik van thuishulp. Allemaal kosten. Als we dit niet oplossen, zal in 2040 het aantal alzheimerpatiënten meer dan verdubbelen. We zullen niet genoeg verzorg- en verpleeghuizen kunnen bouwen en gezien de arbeidsproblematiek niet genoeg mensen hebben die al die patiënten verzorgen. Nog een factor waar weinigen aan denken: steeds meer mensen in Nederland zijn alleenstaand. Hoe gaan we dat oplossen als een deel van
hen de ziekte van Alzheimer ontwikkelt? Alleen al om mensen langer thuis te kunnen laten wonen, is het zo belangrijk dat wij medicijnen vinden die de ziekte stabiliseren. De politiek is nog steeds niet voldoende doordrongen van de ernst van deze mogelijke epidemie van de toekomst. In Berlijn zal ik daarom heel duidelijk het probleem alzheimer voor nu en de toekomst schetsen. Daarmee geef ik een serieus waarschuwingssignaal: dit mogen we niet laten gebeuren.” ■
Kijktip 1 > Philip Scheltens over het menselijk drama alzheimer Niet de economische ramp van alzheimer heeft Philip Scheltens gemotiveerd tot onderzoek naar de oorzaken van alzheimer, maar het menselijk lijden, het drama van ‘het vertrekken uit je hoofd’, zoals hij het noemt. Het raakt hem bij elke patiënt. In een interview met Frénk van der Linden vertelt hij bewogen over zijn mededogen met alzheimerpatiënten. Kijk op: http://altijdwat.ncrv.nl/pagina/gesprek-philip-scheltensover-alzheimer
Kijktip 2 > www.alzheimercentrum.nl Eveneens excellent: zeer uitgebreid en doelmatig.
Philip Scheltens Directeur Alzheimercentrum 020-4444444
[email protected] Actief op LinkedIn www.alzheimercentrum.nl
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 11
11
10-08-11 11:07
Organisatie van de zorg
“Wij consultants zijn eigenlijk psychologen. Wij werken aan gedragsverandering.” Aldus hoogleraar en Scenter director Sicco Santema. Wat het oplevert als we zijn remedies opvolgen? Een efficiënte gezondheidszorg die tot dertig procent goedkoper is. De zorg gered, want dan hoeft er niet meer bezuinigd te worden. Is het zo makkelijk? Ja.
D
e voorbeelden buitelen over elkaar heen als Santema vertelt hoe intern gericht gezondheidsorganisaties werken. Bestuurders worden daarbij niet gespaard. De essentie is dat we niet verticaal moeten werken. We moeten af van het idee dat ‘mijn’ werk belangrijk is, maar juist vanuit het eindresultaat gaan denken en werken: een patiënt die weer gezond is, een student die een voldoende heeft behaald of een passagier die op zijn bestemming is aangekomen. Horizontaal denken en werken. Daar gaat het om. Dat betekent: dingen anders doen, soms tegelijk, of op andere momenten. De patiënt zal daaraan meewerken, want hij heeft één wens: gezond zijn. Dat is Zorg 3.0. Klinkt logisch. Waarom werken we dan niet zo? Daar zijn enkele factoren voor aan te wijzen. Santema steekt de hand in eigen boezem. “Als ik naar mezelf kijk, verbaas ik me erover wat de universiteit tolereert. Ik word niet op het matje geroepen als ik een college naar de avond verzet of als ik mijn reisbudget overschrijd. Dat heeft met mijn positie te maken, ik denk dat ik belangrijk ben in de organisatie en stafleden durven mij niet aan te spreken. Dat geldt ook voor artsen en piloten. In onze eigen silo, ons eigen ketentje, kunnen wij doen en laten wat we willen. Maar dat kan ook anders.” Zes remedies tegen stroperigheid:
12
6
remedies van Sicco Santema tegen stroperigheid
De arts moet uit zijn silo komen
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 12
10-08-11 11:07
“Stel je professionaliteit in dienst van het eindresultaat. Wees niet bang autoriteit te verliezen”
1
2
3
Kom uit je silo “Tegenwoordig geef ik mijn studenten pas een cijfer als ze een voldoende verdienen. Zolang dat niet het geval is, geef ik feedback en werk ik met hen. Studenten die in het klassieke denken hun examens niet halen, vormen een inefficiëntie. Ik heb ze les gegeven, de cijfers doorgegeven. Vervolgens zitten ze er het volgende jaar weer. Ik wil de organisatie lean maken, first time right! Daarom ga ik uit van het eindpunt: slagen. En de meeste studenten doen dat nu in één keer. Ik maak ze verantwoordelijk voor hun eigen leren. Zo haal ik de stroperige tussenlagen eruit.” En zo moet het volgens Santema ook in het ziekenhuis. “Een arts moet leren denken in de totale keten, uit zijn eigen silo komen. Stel dat een kankeronderzoek in totaal zes maanden duurt. De werkelijke handelingen duren misschien twee maanden. Dat wordt vooral veroorzaakt door het silo-denken: elke medicus heeft zijn eigen agenda, denkt: als mijn silo maar gevuld is. Dan pas kan de ‘volgende silo’ aan de slag. Dat is verticaal denken. Terwijl het allemaal beter op elkaar aansluit als je vanuit het eindpunt denkt. Horizontaal denken is Zorg 3.0.
Bereik de patiënt op het juiste moment “Het is belachelijk dat ik een student alleen kan bereiken op college. We hebben social media. Gebruik die! Wees efficiënt. Ik sms vaak ’s avonds nog, prikkel studenten op verschillende momenten. Bereikbaarheid staat in functie van het cijfer: het eindpunt. Hetzelfde geldt voor de zorg: waarom niet een sms’je naar een patiënt: heeft u uw pillen al genomen? Of als een spreekuur uitloopt: ‘U kunt een halfuur later komen.’ Bij Carglass kan een klant in de administratie inloggen en zelf een afspraak vastzetten. Waarom kan dat niet in een gezondheidsinstelling? Gelukkig zijn er reeds voorbeelden waar dat kan, maar hebben we daar ook de betrokken organisatie op aangepast? Het is toch prima als iemand anders in de planning van een arts kijkt. Misschien heeft hij angst dat hij minder bezet zal zijn. Maar mijn tandarts heeft door het onlinesysteem juist meer patiënten. Want hij is efficiënter. Zijn manier van dienstverlening is anders geworden, niet zijn inhoudelijke werk.”
Verander de bureaucratische rompslomp “Leveranciers kunnen in een moderne supply chain inloggen en bekijken waaraan bij de klant behoefte is. Laat een leverancier inloggen in de OK-planning zodat hij ervoor kan zorgen dat morgen de benodigde scalpels, scharen en verband er liggen, precies op maat voor de geplande operatie. Nu is het nog zo dat inkoop een voorraad bestelt. Dat wordt achterom aangeleverd, in het magazijn gebracht, opgeslagen, geadministreerd, uitgepakt… Al die bewerkingen geven enorm veel bureaucratische rompslomp. Duur en ineffectief.” Santema pakt het vorige Seneca Journaal, kijkt naar de cover en roept uit: “Hier staat het: No guts, no glory. Ik ga in Berlijn absoluut aan een van de aanwezige bestuurders vragen: durf jij je leverancier te laten inloggen? Durf je dat met mij te organiseren? Echt, geslotenheid en onwetendheid zijn de boosdoeners. Die combinatie houdt ontwikkelingen in de zorg tegen. Er is guts voor nodig om dat te doorbreken.”
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 13
13
10-08-11 11:07
Organisatie van de zorg
No rules environment Ook met zijn kinderen praktiseert Santema horizontaal denken. “Ik droeg ze vaak op bepaalde dingen te doen. Dat werd natuurlijk niet gedaan. Nu vraag ik: wat ga je doen? Dan vertellen ze me dat. En dat is eigenlijk wat ik wil horen, besefte ik. Dat is het eindresultaat. Daar kan ik ze bij helpen als ze dat willen. Zo ontdekte ik wat ze allemaal al kunnen. Daarom heb ik thuis een
no rules environment ingesteld. Daar is het leuker en makkelijker door geworden.”
4
5 6
Sicco Santema Director van Scenter en hoogleraar B-to-B marketing en ketenmanagement (TU Delft) 0343-529 320
[email protected] Actief op LinkedIn www.scenter.nl
14
Vertrouw elkaar “Ofwel: ga ervan uit dat die ander hetzelfde wil als jij. We vertrouwen elkaar niet, dus gaan we elkaar controleren. Weer die arts als voorbeeld: niemand mag in zijn agenda kijken. Terwijl als een collega of patiënt dat wel zou kunnen, alles veel sneller en efficiënter zou gaan. Het gaat om vertrouwen. Ikzelf heb de boekhouding geoutsourcet. Van de accountant krijg ik op zijn tijd een rekening. Die moet ik controleren. Maar wat moet ik controleren? Zij schrijven de uren over uit hun administratie die wordt gecontroleerd door hun accountant. Ik geloof dat ze dat goed doen, dus hoef ik het overgeschreven papiertje niet goed te keuren. Dat is vertrouwen. Het is toch raar, dat spel dat we opvoeren? Dat heen-en-weergesleep met papieren. De challenge is: vertrouwen. Tegen zorgverzekeraars zeg ik: houd op met artsen papieren te laten invullen. Ineffectief en duur! Log zelf in op de OK-planning. Daar vind je alles wat er heeft plaatsgevonden. Ik zoek altijd in ketens naar punten waar de informatie waar is, volledig te vertrouwen. OK-registratie is zo’n punt. Daar zou iedereen bij moeten kunnen.”
Wees pragmatisch “Neem de thuiszorg. Bij de vragende partij moeten verschillende handelingen verricht worden: een prik, naar het toilet en stofzuigen. Dat moet je niet verticaal organiseren door drie mensen elk één van die handelingen te laten uitvoeren. Ga uit van dat eindresultaat, wat er gebeurd moet zijn als het werk klaar is. Als je dit horizontaal organiseert, bespaar je drie keer rijden en bureaucratische rompslomp bij zorgverleners. Thuishulpen snappen dat wel. En zij kunnen dan weer gewoon hun werk doen. Managers van een silo kijken niet over de schutting. Daarmee houden ze veel tegen.”
Maak anderen medeverantwoordelijk “De meeste patiënten zijn mondig, googelen hun aandoening, weten waar ze dingen moeten opzoeken. Maak hen dus medeverantwoordelijk. Praat als zorgverlener over de rol van je patiënt. Stel je professionaliteit in functie van het eindresultaat. Wees niet bang dat je autoriteit zult verliezen. Die angst houdt veel tegen. Piloten zijn al lang gewend dat een collega meekijkt. En in de zwarte doos kan iedereen terugvinden wat er is gebeurd en gezegd. Dat is complete informatie en openheid. Zo maak je een organisatie fast, lean, cheap en better. De kern van wat ik de bestuurders in Berlijn ga vertellen, is dat hun werk ten dienste staat van iets anders dan zij denken. Zij moeten er niet voor zorgen dat patiënten verzorgd worden, zij moeten patiënten beter maken! Niet produceren, maar efficiënt zijn. Dan kan de zorg tot dertig procent goedkoper worden dan nu het geval is.”
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 14
10-08-11 11:07
Zo r g b e s t u u r
Freek Muller over bestuur en toezicht:
Zorg moet vernieuwende bestuurder aankunnen Wanneer je als bestuurder in het bedrijfsleven niet slaagt, kun je altijd nog de luwte van een ziekenhuis opzoeken. Begin jaren tachtig kwam je daar misschien nog mee weg. Maar in de complex bestuurbare zorgorganisaties van nu, komen bestuurders uit het bedrijfsleven met al hun ervaring vaak niet uit de verf. Een gesprek met executive searcher Freek Muller over de gewenste kwaliteiten van de nieuwe zorgbestuurder.
F
reek Muller, managing partner bij Holtrop Ravesloot & Partners, zit al 25 jaar in het headhuntersvak. In die periode plaatste hij talloze raad van bestuursleden in de zorgsector. Hij weet dan ook als geen ander hoe de zorg in al die jaren is veranderd. En daarmee ook de eisen die aan zorgbestuurders worden gesteld. “De zorg was eeuwenlang het domein van kerken, kloosters, nonnen en begijnen. Er waren geen sociale voorzieningen: zij regelden de zorg voor zieken, armen en ouderen in ons land. De burgers betaalden mee via de collectezak en kochten - zoals dat wel werd gezegd - op die manier ook hun stoeltje in de hemel.” Deze situatie duurde tot ver in de vorige eeuw. Het was pas in de tijd van Den Uyl dat de overheid de regie overnam om de toegankelijkheid van de zorg te waarborgen. Een fusiegolf kwam op gang: instellingen van verschillende signatuur fuseerden. De directie van een zorginstelling bestond tot die tijd vaak uit een geneesheer-directeur en de moeder-overste. Na het samenvoegen van de verschillende denominaties werden instellingen nog groter, waardoor professionele aansturing noodzakelijk werd. En toen die conglomeraten nóg groter werden, ging men over op het model van raad van bestuur en raad van toezicht. Muller: “Er werden andere eisen gesteld aan bestuurders en je zag dan ook veel uitstroom. Begrijpelijk, want mensen waren niet voor zo’n bestuursfunctie geselecteerd of opgeleid en dus ook vaak niet competent. Hetzelfde gold voor de raad van toezicht. Raden van toezicht werden in die tijd ook niet of nauwelijks aangesproken. Dat is nu wel anders.” Verantwoordelijkheden In de hedendaagse complexiteit is het daarom volgens Muller belangrijk dat de verantwoordelijkheden door de totale organisatie worden gedragen. En dat gaat gelukkig steeds beter: “De dokters hielden zich aanvankelijk afzijdig en verscholen zich achter hun professionele autonomie. Ze zagen de directie als een soort marktmeester die voor ‘de kramen en de parkeerplaatsen’ moest zorgen. Maar ze realiseren zich >
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 15
15
10-08-11 11:08
Freek Muller Managing Partner Holtrop Ravesloot & Partners 020-6470201
[email protected] Actief op LinkedIn www.hrpiic.nl
16
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 16
10-08-11 11:08
Zo r g b e s t u u r
> nu dat ze naast professionele verantwoordelijkheid ook organisatorische verantwoordelijkheden hebben. Daar ligt een kans. Er worden modellen ontwikkeld waarin de verantwoordelijkheid gezamenlijk wordt gedragen. Steeds vaker is sprake van duaal management binnen een structuur met resultaatverantwoordelijke eenheden.” Vakmanschap In het bedrijfsleven is het allemaal een stuk eenduidiger, zo meent hij. “Daar heb je te maken met shareholders en die kijken vooral naar het getalletje rechts onderaan.” De zorg daarentegen heeft veel stakeholders. Overheid, verzekeraars, medische staf, VAR, ondernemingsraad, patiëntenorganisaties. En toezichthouders. Veel toezichthouders. “Dat varieert van de IGZ en de brandweer tot aan de Voedsel en Waren Autoriteit. Het zijn er in totaal geloof ik wel 68, en vaak stellen ze tegengestelde eisen. Ik heb een raad van bestuurslid weleens horen verzuchten: ‘ik geloof dat ik permanent in overtreding ben.’ De kaders waarbinnen de raad van bestuur moet opereren, versmallen. De eisen gesteld aan vakmanschap nemen toe: aan raad van bestuursleden wordt gevraagd op de achterkant van een luciferdoosje de Nachtwacht te schilderen. Het is bijna een indecent proposal om iemand voor de raad van bestuur te vragen.” Eisen De eisen die Muller aan kandidaten stelt zijn dan ook veel uitgebreider en vooral anders. Er zijn meer kwaliteiten vereist, zoals uitstekende sociale antennes. Gekscherend: “Een schaap met vijf poten voldoet niet, ik zoek ze met rupsbanden.” Wat die kwaliteiten zijn? “Zorginstellingen zijn bij uitstek mensenorganisaties. Je moet dus een wezenlijke belangstelling hebben voor wat de mens beweegt. Wie in de zorg werkt is intrinsiek gemotiveerd en wordt minder geprikkeld door een leaseauto of bonus. Wie dat niet respecteert heeft niets in de zorg te zoeken. Ook het omgevingsbewustzijn moet groot zijn, je moet kunnen omgaan met irrationele processen en stakeholders. Bovendien geef je leiding aan professionals en zul je dus gezag moeten verdienen op basis van respect.” Volgens Muller kan een goede zorgbestuurder processen abstraheren en daar met gepaste zakelijkheid mee omgaan. Talentontwikkeling is een ander belangrijk issue. “De organisatie voorzien van de kwaliteit die nodig is om de volgende fase in te gaan. Doorgaans gaat het budget voor opleidingen op aan professionele ontwikkeling en niet aan managementvaardigheden, een ander groot verschil met het bedrijfsleven.”
“Een schaap met vijf poten is niet genoeg. Ik zoek ze met rupsbanden”
Zoektocht Maar welk bestuursmodel de zorg precies nodig heeft en met welke mensen? Muller: “Niemand die het al precies weet. Het is een zoektocht.” Zeker is volgens hem dat verjonging en vernieuwing essentieel zijn voor de toekomst. En daar doemt bij de werving van raad van bestuursleden een nieuw probleem op: “De raad van toezicht zit in een spagaat. Aan de ene kant wil ze een bijdrage leveren aan zorgvernieuwing, anderzijds zoekt ze zekerheden en is ze uitermate conservatief omdat ze wordt afgerekend op het genomen risico. In het bedrijfsleven is er altijd wel een potje R&D dat op mag zonder direct renderend resultaat. In de zorg heb je dat niet en word je vaak gedwongen tot conservatisme.” Muller zoekt het bij de samenstelling van de raad van bestuur daarom vaak in een mix van competenties, ervaring en achtergrond om tot een optimale complementariteit in het team te komen. Een team dat aansluit op de ontwikkelingsfase van de zorginstelling. “Iemand uit de sector en iemand van buiten, maar dan wel een persoon die op het scheidsvlak van publiek en privaat heeft gewerkt. Of een combinatie van een jong getalenteerde met een door de wol geverfde zorgbestuurder.” Het binnenhalen van vernieuwende bestuurders vanuit andere bedrijfstakken vraagt echter veel. “De zorginstelling moet het aankunnen. De raad van bestuur moet erin willen investeren en de dokters moeten het in ieder geval willen proberen. Bovendien heb je vanuit het primaire proces een gekwalificeerd tweede echelon nodig waar je op terug kunt vallen, zodat je niet telkens aan je enkels de operatie ingetrokken wordt.” ■
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 17
17
10-08-11 11:08
Jo Deleersnijder over Jeugdzorg 3.0:
Liever een ‘big bang’ dan een gefaseerde overgang Integrale jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Dat is wat het huidige minderheidskabinet wil. Jo Deleersnijder, bestuurder van jeugden opvoedhulporganisatie Lindenhout, ziet er wel wat in. Hoe dichter de zorg bij de burger staat, hoe beter. De transitie en transformatie slagen volgens haar echter het beste onder bepaalde voorwaarden.
E
en essay, of zoals ze het zelf noemt: een denkgeschenk voor iedereen die het voorrecht heeft om zich met jeugdzorg te mogen bemoeien. Deleersnijder werkt momenteel aan dit document, dat vooral gemeenten met meer dan gewone interesse zullen lezen. Zij worden immers verantwoordelijk voor alle jeugdzorg die nu nog valt onder het rijk, provincies, AWBZ en zorgverzekering. “Het is niet alleen een transitie, maar tegelijkertijd een transformatie. De jeugdzorg zal anders georganiseerd moeten worden. Het essay kan gemeenten hierbij op weg helpen.” Rugwind De overheveling van verantwoordelijkheden richting gemeenten past helemaal in de huidige tijd. “De staat was lange tijd een geluksmachine, maar ontwikkelt zich nu steeds meer tot pechdemper. Verant-
18
woordelijkheden worden bij de burgers zelf neergelegd. Maar een aantal mensen in de samenleving heeft daarbij een steuntje in de rug nodig. En het is goed om dat dichter bij de burgers te organiseren.” Ze ziet de kabinestplannen als rugwind. “Het sluit aan op de visie van Lindenhout: dichter bij de zorgconsument staan, eerder kunnen ingrijpen en deskundigheid aan de ‘voorkant’ bieden. Je legt dan de verantwoordelijkheid waar de expertise zit.” Dit kan in haar optiek veel van de huidige problemen in de jeugdzorg voorkomen. Maar ook andere aspecten zullen bijdragen. “Er zijn nu nog verschillende geldstromen en registratiesystemen, verschillen in denken, handelen en verantwoordelijkheden. Dat kan allemaal beter. Het is nu soms beschamend als je hoort hoe lang mensen in cirkeltjes ronddraaien voordat ze een indicatie krijgen, en hoe moeilijk het voor ze is om de juiste deur te vinden. In
de toekomst moet elke deur die opengaat gewoon de juiste zijn. Wat dat betreft is het goed dat er urgentie van buiten is, dat de sector nu in de juiste richting wordt gedwongen. Integrale jeugdzorg onder verantwoording van de gemeente. Het lijkt misschien een beetje vreemd dat de dokter zich bij de wethouder moet verantwoorden, maar ik denk echt dat het vruchten kan afwerpen. Omdat je dichter bij de mensen staat, kun je veel proactiever optreden en dat zal op termijn ook leiden tot kostenbesparingen.” Randvoorwaarden Er zijn echter wel randvoorwaarden om de transitie én de transformatie succesvol te laten verlopen. Zo komt er nogal wat op het bordje van de gemeenten te liggen. Deleersnijder: “Gemeenten moeten hun burgers beter leren kennen. De intentie hebben zich te verdiepen in de mensen en hun hulpbehoeften. Ze zullen
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 18
10-08-11 11:08
Jeugdzorg in transitie
bovendien knowhow in huis moeten halen, alhoewel er al veel kennis bij de ambtenaren zit.” De wethouders vormen een ander hoofdstuk, zo meent ze. “Die hebben een zittingstermijn van vier jaar, dat zijn toch meer passanten. De portefeuille sociale zaken wordt door de veranderingen echter zo zwaar en interessant, dat het een ander niveau wethouders aantrekt. Je moet over meer en andere competenties beschikken om dit in goede banen te kunnen leiden.” Dat politici vaak maar vier jaar zitten, blijft echter wel een punt van aandacht. De plannen voorzien in een gefaseerde overgang, te beginnen met ambulante jeugdzorg in 2012 en eindigend met justitie in 2016. “Maar je moet er niet zo lang over moet doen. Het gevaar is groot dat de uitvoering van de plannen door kabinetswisselingen in gevaar komt. Beter is het om nu na te denken over de beslissing en vervolgens alles in een ‘big
bang’ uit te voeren. Zo ontstaat er geen twijfel of onduidelijkheid over de uitvoering en kan het niet halverwege knappen.” Maar er zijn meer voorwaarden. “Je zult de jeugdzorg op een zekere schaalgrootte moeten organiseren in gebieden van zeg 150.000 inwoners. Dat zorgt voor efficiency en duidelijkheid voor de zorgconsument.” In het verlengde daarvan moet ook de zorginkoop goed geregeld worden. “Kijk wat het vraagstuk is, bepaal de oplossing en vraag aanbieders een offerte te doen. De kwaliteit kun je vervolgens afmeten aan het resultaat."
Jo Deleersnijder Bestuurder Lindenhout 026-3543355
[email protected] www.lindenhout.nl
De jeugdzorg staat voor een pittige, maar niet onmogelijke uitdaging. “Het gaat er de komende tijd vooral om, de beweging te stroomlijnen. Dat vraagt om denkkracht en competenties. Het Seneca Congres is een goede gelegenheid om daar met andere zorgbestuurders over te reflecteren.” ■
Seneca Journaal / augustus
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 19
19
10-08-11 11:08
Seneca 2011
BERLIJN
INVITATIONAL ONLY
7 tot en met 10
september
10-08-11 11:08
SENECA JOURNAAL 11 04.indd 20