BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29 08/06/2011 - SVN Inhoudstafel
Sectie A: Samenvatting van de waarderingsregels ............................................................................ 1 Sectie B: Boekhoudregels ................................................................................................................... 6 1
2
Toepasselijke IFRS normen ......................................................................................................... 7 1.1
Referenties ......................................................................................................................................... 7
1.2
Toepassingsgebied ............................................................................................................................. 7
Belangrijke elementen die de boekhoudkundige verwerking beïnvloeden ................................ 8 2.1
Aard van de derivaten ...................................................................................................................... 8
2.1.1 2.1.2
2.2
Gebruik van derivaten ...................................................................................................................... 9
2.2.1 2.2.2
3
Swapcontracten ........................................................................................................................................... 8 Collars inbegrepen in swapcontracten ........................................................................................................ 9 Beheer van marktrisico’s ............................................................................................................................ 9 In contracten besloten derivaten ............................................................................................................... 10
IFRS opname van derivaten ...................................................................................................... 11 3.1
Classificatie ...................................................................................................................................... 11
3.2
Waardering ...................................................................................................................................... 11
3.3
Bijzonder waardeverminderingverlies .......................................................................................... 12
3.4
Herclassificatie ................................................................................................................................ 13
3.5
Niet langer in de balans opnemen .................................................................................................. 13
4
Opnamevoorbeelden van financiële derivaten .......................................................................... 17
5
In contracten besloten derivaten ................................................................................................ 30 5.1
IFRS opname van in contracten besloten derivaten .................................................................... 30
5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5
Scheiding van het basiscontract ................................................................................................................ 30 Classificatie ............................................................................................................................................... 31 Waardering................................................................................................................................................ 31 Bijzonder waardeverminderingverlies ...................................................................................................... 31 Herclassificatie en het niet langer in de balans opnemen .......................................................................... 31
Sectie C: Boekhoudplan en consolidatiepakket ............................................................................... 32 6
7
Boekhoudplan ............................................................................................................................. 33 6.1
Balansrekeningen ............................................................................................................................ 33
6.2
Winst- en verlies rekening .............................................................................................................. 34
Presentatie en informatieverschaffing....................................................................................... 34
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 1 08/06/2011 - SVN
Sectie A: Samenvatting van de waarderingsregels
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 2 08/06/2011 - SVN
Samenvatting van de waarderingsregels Financiële derivaten De financiële derivaten worden opgenomen in de balans tegen reële waarde op iedere balansdatum, die geschat wordt met behulp van verschillende waarderingstechnieken. De wijzigingen in de reële waarde worden opgenomen in het netto-resultaat. De NMBS groep maakt gebruik van derivaten (IRS, IRCS, FRA, valutatermijncontracten, caps, floors, collars, …) om zich in te dekken tegen een mogelijke ongewenste evolutie van de rentevoeten, wisselkoersen, inflatie of energieprijzen. De NMBS groep maakt geen gebruik van derivaten voor speculatieve doeleinden. Er zijn echter bepaalde verrichtingen met derivaten, die volgens hun economische substantie afdekkingen zijn, maar die niet voldoen aan de strikte criteria van IAS 39 om de principes van administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting) toe te passen. De NMBS groep heeft beslist geen gebruik te maken van de administratieve verwerking van afdekkingstransacties (hedge accounting).
Reële waarde van derivaten en andere financiële instrumenten De reële waarde van de financiële instrumenten die niet verhandeld worden op een actieve markt (zoals de “Over The Counter” derivaten) wordt bepaald met behulp van waarderingstechnieken. De NMBS groep selecteert de methodes en weerhoudt de veronderstellingen die het meest geschikt lijken op basis van de marktcondities op elke balansdatum. De NMBS groep gebruikt de methode van de contante waarde van de kasstromen voor verschillende voor verkoop beschikbare financiële activa die niet verhandeld worden op een actieve markt. Indien de verdisconteringvoet die gebruikt wordt bij de analyse van de kasstromen met XX % zou variëren in vergelijking met de voet die weerhouden wordt door de directie, dan zou de boekwaarde van de voor verkoop beschikbare financiële activa ongeveer KEUR XXX lager of ongeveer KEUR XXX hoger zijn.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 3 08/06/2011 - SVN
Didactische samenvatting
Toepasselijke IFRS normen
IAS 32 - Financiële instrumenten: Presentatie. IAS 32 stelt de grondslagen vast voor het presenteren van financiële instrumenten als verplichting of eigen vermogen en voor het salderen van financiële activa en financiële verplichtingen. De standaard is van toepassing op de classificatie van financiële instrumenten, vanuit het perspectief van de emittent, naar financiële activa, financiële verplichtingen en eigen-vermogensinstrumenten; en de classificatie van daaraan gerelateerde rente, dividenden, verliezen en winsten; en de omstandigheden waaronder financiële activa en financiële verplichtingen moeten worden gesaldeerd. IAS 39 - Financiële instrumenten: Opname en waardering. IAS 39 stelt de grondslagen vast voor de opname en waardering van de financiële activa, financiële verplichtingen en een aantal contracten voor de aankoop of verkoop van niet-financiële activa. IAS 39 behandelt ook het niet langer in de balans opnemen van financiële activa evenals de administratieve verwerking van afdekkingtransacties. IFRS 7 - Financiële instrumenten: Informatieverschaffing. IFRS 7 vereist dat de NMBS groep toelichtingen aan de jaarrekening voegt welke de gebruiker de mogelijkheid geeft het volgende te beoordelen: Het belang van de financiële instrumenten voor de financiële positie en prestaties van de NMBS groep; en De aard en de omvang van de risico‟s afkomstig van de financiële instrumenten waaraan de NMBS groep wordt blootgesteld alsook de manier waarop de NMBS groep deze risico‟s beheert. IAS 21 - De gevolgen van wisselkoerswijzigingen. IAS 21 stelt de wijze vast waarop transacties in vreemde valuta in de balans moeten worden opgenomen.
Definities
De IAS 39 standaard definieert een derivaat als volgt: Een derivaat is een financieel instrument of een ander contract dat de drie volgende kenmerken bezit: de waarde verandert als gevolg van veranderingen in een bepaalde rentevoet, prijs van een financieel instrument, grondstofprijs, valutakoers, index van prijzen of rentevoeten, kredietwaardigheid, of andere variabele, mits, in geval van een niet-financiële variabele, de variabele niet specifiek voor één van de contractpartijen is (soms „de onderliggende waarde‟ genoemd); er is geen nettoaanvangsinvestering benodigd of een geringe nettoaanvangsinvestering in verhouding tot andere soorten contracten die op vergelijkbare wijze reageren op veranderingen in marktfactoren; en het wordt op een tijdstip in de toekomst afgewikkeld. De NMBS groep gebruikt verschillende soorten derivaten voor het beheer van de kasstromen van de groep: termijncontracten (zoals renteswaps, deviezenswaps,…) opties (zoals Caps en Floors)
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 4 08/06/2011 - SVN
Classificatie van derivaten
Alle derivaten, waarvoor de administratieve verwerking van afdekkingtransacties niet van toepassing zijn, moeten geclassificeerd worden onder de categorie "financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening" indien ze op de activa zijde van de balans zijn opgenomen of in de categorie "financiële passiva gewaardeerd tegen de reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening" indien ze op de passiva zijde van de balans zijn opgenomen. Aan deze regel zijn er geen uitzonderingen en er is geen herclassificatie mogelijk.
Waardering – Bij de eerste opname
Gezien de derivaten altijd geclassificeerd worden onder de categorie "financiële activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening", worden ze bij de eerste opname in de balans opgenomen tegen de reële waarde zonder kapitalisatie van de transactiekosten.
Waardering - Na eerste opname
Gedurende de latere boekhoudkundige afsluitingen worden de verandering in de reële waarde van derivaten, die niet als afdekkinginstrument worden opgenomen, in de winst-en verliesrekening geboekt als financiële kost of opbrengst. De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld in een zakelijke, objectieve transactie tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. De prijs waartegen een actief verhandeld kan worden is de prijs die de NMBS groep gekregen zou hebben indien ze het actief verkocht zou hebben. Analoog, is de prijs waartegen een passief afgewikkeld kan worden, de prijs die de NMBS groep betaald zou hebben om zich van deze verplichting te ontdoen. Dit impliceert dat de reële waarde een schatting is van de prijs van de overdracht die bepaald wordt door referentie te maken naar een vaak voorkomende hypothetische transactie tussen instemmende partijen.
Waardering - Bijzonder waardeverminderingsverlies
Derivaten worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten verliesrekening. Er is geen specifieke boeking of procedure voor het in de balans opnemen van bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Niet langer in de balans opnemen
Een derivaat wordt niet langer in de balans opgenomen bij zijn finale afwikkeling ("settlement").
Informatieverschaffing
Nog te bepalen - Consolidatiepakket - IFRS 7
In contracten besloten derivaten In contract besloten derivaat
Een in een contract besloten derivaat is een component van een hybried (samengesteld) instrument dat tevens een niet-afgeleid basiscontract omvat. Het gevolg is dat sommige kasstromen uit het samengestelde instrument op dezelfde wijze veranderen als die van een losstaand derivaat. Een in een contract besloten derivaat beïnvloedt sommige of alle kasstromen die anders het contract zou vereisen en dit op basis van een bepaalde rentevoet, een prijs van een financieel instrument, een grondstofprijs, een valutakoers, een index van prijzen of rentevoeten, een kredietwaardigheid of andere
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 5 08/06/2011 - SVN
variabele, mits, in geval van een niet-financiële variabele, de variabele niet specifiek voor een contractpartij is. In contracten besloten derivaten moeten afzonderlijk van het basiscontract worden opgenomen in de financiële staten wanneer de onderliggende referentieprijs niet onmiddellijk gelinkt is aan diegene van het onderliggend basiscontract. Dit is bijvoorbeeld het geval van een converteerbare obligatie in aandelen (de converteerbare obligatie is niet rechtstreeks verbonden aan een schuldbewijs - het is een hybried instrument. Scheiding van het basiscontract Een in een contract besloten derivaat moet van het basiscontract worden gescheiden en als een derivaat worden verwerkt als en alleen als: – – –
er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico's van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico's van het basiscontract; een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en het hybried instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (dat wil zeggen dat een derivaat dat is besloten in een financieel actief of een financiële passief gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening wordt niet gescheiden).
Opname in de balans Wanneer een in een contract besloten derivaat afgezonderd is van het basiscontract, moet het geclassificeerd en opgenomen worden zoals de andere derivaten, die niet volgens de administratieve verwerking van administratieve transacties in de balans worden opgenomen, onder de categorie "financiële activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening".
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 6 08/06/2011 - SVN
Sectie B: Boekhoudregels
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 7 08/06/2011 - SVN
1 Toepasselijke IFRS normen 1.1 Referenties 1
IAS 32 - Financiële instrumenten: Presentatie . IAS 32 stelt de grondslagen vast voor het presenteren van financiële instrumenten als verplichting of eigen vermogen en voor het salderen van financiële activa en financiële verplichtingen. De standaard is van toepassing op de classificatie van financiële instrumenten, vanuit het perspectief van de emittent, naar financiële activa, financiële verplichtingen en eigen-vermogensinstrumenten; de classificatie van daaraan gerelateerde rente, dividenden, verliezen en winsten; en de omstandigheden waaronder financiële activa en financiële verplichtingen moeten worden gesaldeerd. 2
IAS 39 - Financiële instrumenten: Opname en waardering . IAS 39 stelt de grondslagen vast voor de opname en waardering van de financiële activa, financiële verplichtingen en een aantal contracten voor de aankoop of verkoop van niet-financiële activa. IAS 39 behandelt ook het niet langer in de balans opnemen van financiële activa evenals de administratieve verwerking van afdekkingtransacties. 3
IFRS 7 - Financiële instrumenten: Informatieverschaffing . IFRS 7 vereist dat de NMBS groep toelichtingen aan de jaarrekening voegt welke de gebruiker de mogelijkheid geeft het volgende te beoordelen: Het belang van de financiële instrumenten voor de financiële positie en prestaties van de NMBS groep. De aard en de omvang van de risico‟s afkomstig van de financiële instrumenten waaraan de NMBS groep wordt blootgesteld alsook de manier waarop de NMBS groep deze risico‟s beheert. 4
IAS 21 - De gevolgen van wisselkoerswijzigingen . IAS 21 stelt de wijze vast waarop transacties in vreemde valuta in de balans moeten worden opgenomen.
1.2 Toepassingsgebied Dit hoofdstuk behandelt de opname van de derivaten gebruikt door de NMBS groep volgens de IAS 39 standaard. Het is belangrijk te vermelden dat de NMBS groep momenteel geen administratieve verwerking van afdekkingtransacties toepast. De regels omtrent de administratieve verwerking van afdekkingtransacties zoals gedefinieerd door IAS 39 worden bijgevolg niet behandeld in het kader van dit hoofdstuk.
1
Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. 3 Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. 4 Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. 2
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 8 08/06/2011 - SVN
2 Belangrijke elementen die verwerking beïnvloeden
de
boekhoudkundige
Vooraleer de boekhoudkundige verwerking die van toepassing is onder IFRS te bekijken, beschrijft het volgende hoofdstuk de verschillende soorten financiële derivaten aanwezig in de activa en passiva zijde van de balans van de NMBS groep teneinde de directe link aan te tonen tussen de aard en het gebruik van de financiële instrumenten en de manier waarop deze zullen worden opgenomen onder IFRS en onder de Belgische boekhoudregels.
2.1 Aard van de derivaten De IAS 39 standaard definieert een derivaat als volgt: Een derivaat is een financieel instrument of een ander contract dat de drie volgende kenmerken bezit:
de waarde verandert als gevolg van veranderingen in een bepaalde rentevoet, prijs van een financieel instrument, commodityprijs, valutakoers, index van prijzen of rentevoeten, kredietwaardigheid, of andere variabele, mits, in geval van een niet-financiële variabele, de variabele niet specifiek voor een contractpartij is (soms „de onderliggende waarde‟ genoemd); er is geen nettoaanvangsinvestering benodigd of een geringe nettoaanvangsinvestering in verhouding tot andere soorten contracten die op vergelijkbare wijze reageren op veranderingen in marktfactoren; en het wordt op een tijdstip in de toekomst afgewikkeld.
De NMBS groep gebruikt verschillende soorten derivaten voor het beheer van de kasstromen van de groep:
termijncontracten (zoals renteswaps, deviezenswaps,…) opties (zoals Caps en Floors)
2.1.1 Swapcontracten
Renteswaps (IRS)
Een renteswap is een financiële transactie waarbij twee partijen zich verbinden om, op vaste datum, betalingsstromen te ruilen volgens een vooraf bepaalde berekeningsmethode. Het algemeen principe van renteswaps is het ruilen van een rentestructuur tegen een andere teneinde een afstemming van de rentepositie van de NMBS groep mogelijk te maken met de toekomstige rentevoeten.
Deviezen- en renteswaps (IRCS)
Een deviezen- en renteswap is een verrichting waarbij twee entiteiten, op de afsluitingsdatum, equivalente bedragen in verschillende deviezen ruilen en zich hierbij wederzijds verbinden om regelmatige rentebetalingen uit te voeren en op het einde van de looptijd de oorspronkelijke bedragen te ruilen.
Inflatieswaps
Een inflatieswap is een swap contract waarbij de NMBS groep een vaste rentevoet betaalt, momenteel rond de 2%, en de inflatievoet ontvangt.
Grondstoffenswaps
Een grondstoffenswap in een swapcontract waarbij de onderliggende waarde geen rentevoet is maar de prijs van een grondstof. In het algemeen heeft de swap de bedoeling om de marktprijs van de grondstof in kwestie te ruilen tegen een prijs die vastgelegd werd bij het afsluiten van het contract.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 9 08/06/2011 - SVN
2.1.2 Collars inbegrepen in swapcontracten De Collar is het resultaat van een combinatie van opties op rente van het type kredietgever en kredietnemer. 5 6 De aankoop van een Collar is equivalent aan de aankoop van een Cap en de verkoop van een Floor . De aankoop van een Reverse Collar is equivalent aan de aankoop van een Floor en de verkoop van een Cap. Een Collar wordt gekenmerkt door twee rentevoeten (een minimale en maximale rentevoet), herzieningsperiodes waarop de rentevoet betrekking heeft, een notioneel bedrag en afhankelijk van de hoogte van de rentevoeten, een eventuele premie welke op voorhand betaald of verkregen moet worden. Deze premie is eveneens vaak nul. Bij elke herzieningsperiode zullen, indien de tussen de twee partijen vastgelegde referentievoet hoger of lager is dan de respectievelijke minimale of maximale uitoefenprijs van de Collar, de twee partijen het verschil tussen de referentievoet en de minimale of maximale rentevoet ruilen volgens een vooraf bepaalde berekeningsmethode.
2.2 Gebruik van derivaten 2.2.1 Beheer van marktrisico’s
Afdekking van de rentevoetrisico’s
Teneinde de risico‟s gebonden aan rentevoetschommelingen te dekken, gebruikt de NMBS groep zowel renteswaps als rente-opties zoals Caps, Floors en combinaties van Caps en Floors zoals Collars. De NMBS groep gebruikt renteswaps teneinde de structuur van rentestromen te veranderen door het overgaan van een vaste rentevoet naar een vlottende rentevoet of omgekeerd. Deze verrichting heeft als doel de inkomende rentestromen met de uitkomende rentestromen overeen te doen stemmen en zo risico‟s gelinkt aan rentevoetschommelingen te beperken. De NMBS groep gebruikt eveneens rente-opties zoals Caps en Floors om de impact van rentevoetschommelingen van in- en uitkomende rentestromen te beperken. Door de aankoop van Caps beperkt de NMBS groep de rentevoet die het zal moeten betalen tot de rentevoet bepaald in de Cap. Op dezelfde manier, door de verkoop van Floors, verbindt de NMBS groep zich ertoe om minimaal de rentevoet van de Floor te betalen.
5
Een Cap is een soort optie op variabele rente meestal aangekocht door een kredietnemer. Door de aankoop van een Cap wordt de koper van de Cap een rentevoet gegarandeerd die maximaal een bepaald percentage bedraagt. De koper van een Cap verkrijgt het recht te genieten van een verhoging van de rentevoet gedurende verschillende periodes en dit voor een bepaalde duur. Een Cap wordt gekenmerkt door een rentevoet, een termijn, herzieningsperiodes waarop de rentevoet betrekking heeft, een notioneel bedrag en uiteindelijk een premie die op voorhand door de koper aan de verkoper wordt betaald. Indien de koper van een Cap zijn recht uitoefent, moet de verkoper of emittent voldoen aan de pay-out volgens een vooraf bepaalde berekeningsmethode. 6 Een Floor is een type optie op variabele rente meestal aangekocht door een uitlener. Door de aankoop van een Floor wordt de koper van de Floor een rentevoet gegarandeerd die minimaal een bepaald percentage bedraagt. De koper van een Floor verkrijgt het recht te genieten van een verlaging van de rentevoet gedurende verschillende periodes en dit voor een bepaalde duur. Een Floor wordt gekenmerkt door een rentevoet, een termijn, herzieningsperiodes waarop de rentevoet betrekking heeft, een notioneel bedrag en uiteindelijk een premie die op voorhand door de koper aan de verkoper wordt betaald. Indien de koper van een Floor zijn recht uitoefent, moet de verkoper of de emittent voldoen aan de pay-out volgens een vooraf bepaalde berekeningsmethode.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 10 08/06/2011 - SVN
Afdekking tegen wisselkoersrisico’s gelinkt aan beleggingen en financieringen in vreemde valuta.
Voor het beheer van wisselkoersrisico's gebruikt de NMBS groep hoofdzakelijk deviezen- en renteswaps. De NMBS groep wordt hoofdzakelijk blootgesteld aan wisselkoersrisico‟s via beleggingen of leningen in vreemde valuta. Ten einde deze blootstelling te dekken, sluit de NMBS groep swapcontracten af welke de betaalde of ontvangen stromen in vreemde valuta ruilen tegen stromen in EUR. In bepaalde gevallen kunnen deze swapcontracten ook de structuur van de rentestromen ruilen door over te gaan van een vaste rentevoet naar een vlottende rentevoet of omgekeerd.
Afdekking tegen inflatie
De NMBS groep gebruikt inflatieswaps om zich te dekken tegen de risico‟s van inflatieverhoging boven de vooraf bepaalde voet. In de praktijk sluit de NMBS groep swapcontracten af met een tegenpartij, meestal een bank of een financiële instelling, waarop de NMBS groep een vaste inflatievoet betaalt en de jaarlijkse inflatievoet (HICP-index) ontvangt die door de Europese instanties wordt gepubliceerd. Dit beschermt de NMBS groep tegen inflatieverhogingen.
Afdekking tegen petroleumprijzen
Ten einde zich te beschermen tegen fluctuaties in de petroleumprijzen, sluit de NMBS groep grondstoffenswaps af waarvan de onderliggende waarde de petroleumprijs is. Het principe van de swapcontracten is het vastleggen van de prijs die de NMBS groep zal moeten betalen terwijl zij de marktprijzen zullen ontvangen die toepasselijk zijn voor de verschillende termijnen.
2.2.2 In contracten besloten derivaten Een derivaat erkend volgens de IAS 39 standaard dient individueel in de balans te worden opgenomen. Clausules kunnen eveneens in een financieel instrument worden inbegrepen, of in een niet-financieel contract ("basiscontract" genoemd) dat zich als een apart derivaat gedraagt. Deze termijnen en voorwaarden worden „in contracten besloten derivaten‟ genoemd. De combinatie van het basiscontract en het in contract besloten derivaat wordt het „hybride instrument‟ genoemd. Een in een contract besloten derivaat is een component van een hybried (samengesteld) instrument dat tevens een niet-afgeleid basiscontract omvat. Het gevolg is dat sommige kasstromen uit het samengestelde instrument op dezelfde wijze veranderen als die van een losstaand derivaat. Een in een contract besloten derivaat veroorzaakt veranderingen in sommige of alle kasstromen die anders door het contract zouden zijn vereist, op basis van een bepaalde rentevoet, prijs van een financieel instrument, grondstofprijs, valutakoers, index van prijzen of rentevoeten, kredietwaardigheid of andere variabele, mits, in geval van een niet-financiële variabele, de variabele niet specifiek voor een contractpartij is. Een derivaat dat aan een financieel instrument is gekoppeld, maar contractueel onafhankelijk van dat instrument overdraagbaar is, of waarbij een andere tegenpartij is betrokken dan bij dat instrument, is geen in een contract besloten derivaat, maar een afzonderlijk financieel instrument.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 11 08/06/2011 - SVN
3 IFRS opname van derivaten 3.1 Classificatie Volgens de IAS 39 standaard moeten alle derivaten, waarvoor de administratieve verwerking van afdekkingtransacties niet van toepassing zijn, geclassificeerd worden onder de categorie "financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening" indien ze op de activa zijde van de balans staan (in dit geval hebben de derivaten een positieve waarde) of in de categorie "financiële verplichting gewaardeerd tegen de reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening" indien ze op de passiva zijde van de balans staan (in dit geval hebben de derivaten een negatieve waarde). Aan deze regel zijn geen uitzonderingen en zoals hieronder vermeld, is er geen herclassificatie mogelijk.
3.2 Waardering Waardering bij eerste opname Gezien de derivaten altijd geclassificeerd worden onder de categorie "financiële activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening", worden ze in de balans opgenomen tegen de reële waarde zonder kapitalisatie van de transactiekosten bij de eerste opname. Waardering na eerste opname Gedurende de latere boekhoudkundige afsluitingen worden de verandering in de reële waarde van derivaten, die niet als afdekkinginstrument worden opgenomen, in de winst-en verliesrekening geboekt als financiële kost of opbrengst. De reële waarde wordt door IAS 39 gedefinieerd als volgt: "het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een verplichting kan worden afgewikkeld in een zakelijke, objectieve transactie tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn". De prijs waartegen een actief verhandeld kan worden is de prijs die de NMBS groep gekregen zou hebben indien ze het actief zou hebben verkocht. Analoog, is de prijs waartegen een passief afgewikkeld kan worden, de prijs die de NMBS groep zou hebben betaald om zich van deze verplichting te ontdoen. Dit impliceert dat de reële waarde een schatting is van de prijs van de overdracht die bepaald wordt door referentie te maken naar een vaak voorkomende hypothetische transactie tussen instemmende partijen. Over het algemeen bestaat de veronderstelling dat de reële waarde op een betrouwbare manier bepaald kan worden voor alle financiële instrumenten. Het proces van de waardering kan echter relatief complex zijn en vele vragen doen rijzen. Om een betrouwbare waardering van de reële waarde te kunnen maken, voorziet de IAS 39 standaard in een hiërarchie om de reële waarde van een financieel instrument te bepalen:
1. Actieve markt – marktprijs
2. Geen actieve markt – waarderingstechnieken
3. Geen actieve markt: Investeringen in het eigen vermogen – kost verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 12 08/06/2011 - SVN
1. De hiërarchie geeft voorgang aan genoteerde prijzen op een actieve markt. Voor het merendeel van de financiële activa waarvoor de reële waarde vereist is, is het mogelijk dat er geen actieve markt is. Bij gebrek aan een actieve markt, wordt de reële waarde bepaald met behulp van een waarderingstechniek. Inderdaad, gegeven de complexe aard van bepaalde financiële instrumenten daalt de kans om een genoteerde marktprijs te verkrijgen en stijgt de kans om de reële waarde te bepalen met behulp van een waarderingstechniek. 2. De waarderingstechnieken omvatten het gebruik van recente markttransacties voor vergelijkbare instrumenten tussen ter zake goed geïnformeerde en tot een transactie bereid zijnde partijen onder normale concurrentiële omstandigheden. Men dient bovendien op te merken dat de financiële instrumenten gebruikt door de NMBS groep in het merendeel van de gevallen onderling overeengekomen zijn ("over the counter"). Het is bijgevolg weinig waarschijnlijk om markttransacties te gebruiken om deze te waarderen. Bijgevolg, is het noodzakelijk om waarderingstechnieken te gebruiken die gebruik maken van gepubliceerde rente- en referentie-indexen om zo een redelijke waardering van dergelijke instrumenten te bekomen. 3. Enkel indien de twee bovenstaande methodes niet kunnen worden toegepast, is het toegestaan voor de NMBS groep om de kostprijs als waardering te gebruiken. Dit is enkel toegelaten indien het gaat over instrumenten van het eigen vermogen die niet genoteerd staan en waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier bepaald kan worden. Winsten en verliezen die het gevolg zijn van veranderingen van de reële waarde van derivaten, die gewaardeerd zijn tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. De toepasbare genoteerde marktprijs voor een aangehouden actief of een uit te geven verplichting is gewoonlijk de actuele biedprijs, en voor een te verwerven actief of een opgenomen verplichting, de actuele biedprijs. De NMBS groep heeft activa en passiva waarvan de marktrisico's elkaar compenseren, kan zij als basis voor de bepaling van de reële waarde middenprijzen gebruiken van de elkaar compenserende risicoposities en, afhankelijk van het feit of de nettopositie een passief of een actief is, de biedprijs of de vraagprijs toepassen. Indien de actuele biedprijs en vraagprijs niet beschikbaar zijn, kan de prijs van de meest recente transactie een indicatie geven van de actuele reële waarde, vooropgesteld dat er zich sinds de transactiedatum geen belangrijke verandering in de economische omstandigheden heeft voorgedaan. Indien de omstandigheden sinds de transactiedatum zijn veranderd, (bijvoorbeeld een verandering in de risicovrije rentevoet na de publicatie van de meest recente prijsnotering van een bedrijfsobligatie) wordt de verandering in de omstandigheden tot uitdrukking gebracht in de reële waarde aan de hand van actuele prijzen of rentevoeten voor vergelijkbare instrumenten. Evenzo wordt de prijs aangepast indien de NMBS groep kan aantonen dat de laatste transactieprijs niet de reële waarde is (bijvoorbeeld omdat deze overeenkwam met het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen bij een gedwongen transactie, onvrijwillige liquidatie of gedwongen verkoop).
3.3 Bijzonder waardeverminderingsverlies Gezien de derivaten gewaardeerd worden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, moeten alle bijzondere waardeverminderingsverliezen, of ze nu het gevolg zijn van een objectieve aanwijzing van een bijzonder waardeverminderingsverlies of niet, in de winst- en verliesrekening worden opgenomen. Er is dus geen specifieke boeking of procedure voor het in de balans opnemen van bijzondere waardeverminderingsverliezen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 13 08/06/2011 - SVN
3.4 Herclassificatie
Overdracht naar en vanuit de "activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening”
De IAS 39 standaard laat niet toe derivaten te herclassificeren buiten de categorie "financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening".
3.5 Niet langer in de balans opnemen Het proces van het niet langer in de balans opnemen van derivaten is opgebouwd uit 9 stappen en wordt in onderstaande tabel voorgesteld:
STAP 1
Consolidatie van alle dochterondernemingen
STAP 2
Toepassing van de analyse op een deel van het derivaat of op de totaliteit van het derivaat Ja
Is het recht op de kasstroom vervallen?
STAP 3
Niet langer in de balans opnemen van het derivaat
Nee
STAP 4 Ja
Heeft de NMBS groep haar rechten op de ontvangst van de kasstromen overgedragen? Nee
STAP 5
Aanvaardt de NMBS groep de verplichting om de kasstromen van het derivaat aan een andere partij te betalen?
Nee
Het derivaat behouden in de balans
Ja
Niet langer in de balans opnemen van het derivaat
Ja
Het derivaat behouden in de balans
Nee
Niet langer in de balans opnemen van het derivaat
Ja
STAP 6
Heeft de NMBS groep een substantieel deel van de risico‟s en voordelen van het derivaat overgedragen? Nee
STAP 7
Heeft de NMBS groep alle risico‟s en voordelen van het derivaat behouden? Nee
STAP 8
Heeft de NMBS groep de controle over het derivaat behouden? Ja
STAP 9
Het derivaat behouden in de balans in de mate dat de NMBS group betrokken blijft
De eerste stap bestaat uit de consolidatie van alle dochterondernemingen van de NMBS groep, inclusief de SPV‟s die geconsolideerd moeten zijn. Het doel van deze stap is om te verzekeren dat de analyse die leidt tot het niet langer in de balans opnemen van een derivaat hetzelfde resultaat zou geven als wanneer het derivaat, of groep gelijkaardige derivaten, hetzij direct overgedragen zou worden aan een derde investeerder of via een SPV.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 14 08/06/2011 - SVN
De tweede stap heeft als doel te bepalen of de analyse, die leidt tot het niet langer opnemen in de balans, toegepast dient te worden op een deel van het derivaat (of op een deel van een groep gelijkaardige derivaten) of op een derivaat (of groep gelijkaardige derivaten) in zijn geheel. IAS 39 bepaalt dat de regels voor het niet langer opnemen in de balans toegepast moeten worden op een deel van een derivaat (of op een deel van een groep gelijkaardige derivaten) als en alleen als het deel dat wordt beschouwd voor het niet langer opnemen in de balans minstens één van de volgende drie voorwaarden vervult:
Het deel omvat alleen specifiek geïdentificeerde kasstromen uit een derivaat (of een groep van vergelijkbare derivaten). Het deel omvat alleen een perfect proportioneel (pro rata) deel van de kasstromen gelinkt aan een derivaat (of een groep van vergelijkbare derivaten). Het deel omvat alleen een perfect proportioneel (pro rata) deel van de specifiek geïdentificeerde kasstromen uit een derivaat (of een groep van vergelijkbare derivaten). Indien de NMBS groep bijvoorbeeld een overeenkomst sluit op grond waarvan de tegenpartij het recht verwerft op een 90%belang in de rentekasstromen uit een derivaat, dan worden de regels voor het niet langer in de balans opnemen, toegepast op 90% van die rentekasstromen. Indien er meer dan één tegenpartij is, is het niet noodzakelijk dat iedere tegenpartij een evenredig belang in de specifiek geïdentificeerde kasstromen heeft, mits de NMBS groep een geheel evenredig belang heeft.
Stappen 3 tot 9 laten toe om te identificeren of een derivaat al dan niet nog langer in de balans opgenomen dient te worden. Stap 3 stelt het voortbestaan in vraag van het recht dat de NMBS groep heeft op een kasstroom uit een bepaald derivaat. Als dit recht vervallen is, dient het derivaat niet langer in de balans opgenomen te worden. Stappen 4 en 5 formuleren de voorwaarden voor het niet langer in de balans opnemen van een derivaat, als gevolg van de overdracht van de kasstromen van een bepaald actief. IAS 39 schetst twee situaties die kunnen voldoen aan de definitie van een overdracht van een kasstroom:
De NMBS groep draagt de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen van een derivaat over (stap 4). De NMBS groep behoudt de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen uit een derivaat, maar gaat een contractuele verplichting aan om de kasstromen aan één of meer ontvangende partijen te betalen (stap 5).
Vanaf het ogenblik dat de NMBS groep heeft vastgesteld dat een derivaat wordt overgedragen, is het volgens stappen 4 of 5 noodzakelijk om een analyse te maken van de risico‟s en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het derivaat die behouden blijven door de NMBS groep. De analyse van de risico‟s en voordelen die behouden worden door de NMBS groep wordt gedaan in stappen 6 en 7 van bovenstaand schema. Enkele voorbeelden van transacties waarin alle risico‟s en rechten in wezen zijn overgedragen door de NMBS groep zijn de volgende:
Onvoorwaardelijke verkoop van een derivaat. Een verkoop van actief met de optie van terugkoop van het derivaat aan de reële waarde op de datum van de terugkoop. In dit geval, is de NMBS groep niet langer blootgesteld aan een waarderisico (potentieel verlies of winst) op het overgedragen actief. De mogelijkheid voor de terugkoop van het actief aan zijn reële waarde is economisch niet verschillend van de aankoop van een nieuw actief. Een verkoop van een derivaat met een aankoop of verkoop optie die diep “out of the money” is (dit wil zeggen dat de kans dat de optie uitgeoefend wordt heel onwaarschijnlijk is). In dit geval, behoudt de verkoper in wezen geen risico‟s en voordelen, daar de kans dat de optie uitgeoefend wordt beperkt is. Omdat deze verkoop geen of weinig waarde heeft, verschilt deze verkoop economisch gezien niet van een onvoorwaardelijke verkoop.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 15 08/06/2011 - SVN
De risico‟s en voordelen die nagegaan dienen te worden bij de stap voor het niet langer in balans opnemen van het actief varieert in functie van het actief dat wordt bekeken: rentevoet risico, kredietrisico, wisselkoersrisico, risico van late betaling, enz. Het bepalen of de NMBS groep, in wezen, al de risico‟s en voordelen heeft overgedragen zal in de meeste gevallen mogelijk zijn op basis van de voorwaarden van de overdracht. Indien dit niet eenvoudig is, zal de NMBS groep moeten overgaan tot een waardering van de transactie, die zal bestaan uit het herbereken en het vergelijken van de bloostelling aan de variabiliteit van de actuele waarde (NPV) van de toekomstige kasstromen uit het actief voor en na de transfer. Deze berekening zal een toegepaste marktvoet moeten gebruiken als verdisconteringsvoet. Indien, ten gevolge van de contractvoorwaarden, de blootstelling aan deze variabiliteit niet langer aanzienlijk is in verhouding tot de totale variabiliteit van de toekomstige kasstromen van het derivaat, worden de risico‟s en voordelen beschouwd als in hoofdzaak te zijn overgedragen. Het is belangrijk om op te merken dat de vergelijking een relatieve test is en geen absolute. Met andere woorden, het niet langer in balans nemen is niet zo maar mogelijk aangezien in werkelijkheid de resterende blootstelling voor NMBS groep ten opzichte van de risico‟s en voordelen van het derivaat in absolute termen klein is. IAS 39 geeft geen advies over de definitie van “aanzienlijk” buiten hetgeen wat hierboven vermeld is. Derhalve, zal het steeds nodig zijn om geval per geval te evalueren of het al dan niet aanzienlijk is. Het zal niet altijd nodig zijn om zich te steunen op een berekening, maar in sommige gevallen waar het nodig zal zijn, is de informatie in dit gebied weeral beperkt. Indien de NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen behoudt, dan zal dit steeds blijven erkend worden in de staat van hun financiële situatie. IAS 39 geeft enkele voorbeelden van transacties voor welke een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen behoudt zijn de volgende:
Een aankoop en terugkoop transactie waarin de terugkoopprijs vastgesteld is als een vaste prijs of als een verkoopprijs vermeerderd met het rendement van de lener (bijvoorbeeld: een aandelenlening); Een verkoop van een financieel actief met een aankoop of verkoop optie “in the money” (dit wil zeggen dat een optie die voor het einde van zijn looptijd diep “in the money” is, hoogstwaarschijnlijk uitgeoefend zal worden);
In de voorbeelden hierboven aangegeven is het vanzelfsprekend dat the NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen behoudt omwille van het bezit van het derivaat. Wanneer het niet duidelijk is, of de groep het merendeel van de risico's en voordelen, dient de variabiliteit van de kasstromen voor en achter de transfer gewaardeerd te worden, zoals hierboven uitgelegd. Als het lijkt dat, ten gevolge van de overdracht, deze variabiliteit niet belangrijk gewijzigd is, dan is men van mening dat de NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen van het actief behoudt. Zoals voorzien in stappen 8 en 9, indien de NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen van het overgedragen derivaat niet behoudt, noch overdraagt (met andere woorden als de NMBS groep bepaalde risico‟s en voordelen van het derivaat behoudt, maar niet de totaliteit hiervan), dan gaat het om een tussensituatie waarvoor de analyse van de risico‟s en voordelen van het derivaat geen definitief antwoord geeft. De NMBS groep dient dan te bepalen of het de controle over het derivaat behoudt. In de context van het niet langer in balans nemen, heeft de term “controle” een andere betekenis dan deze in het hoofdstuk 40 Consolidatie. De controle is gebaseerd op het nagaan of de entiteit de beschikkingsmacht van het overgedragen actief heeft verkregen. Dit concept is ook verschillend van de controle die probeert te identificeren of de entiteit die het actief getransfereerd heeft, blootgesteld blijft aan de variabiliteit van de kasstromen van het actief. Bijgevolg, als de entiteit de beschikkingmacht over het overgedragen actief heeft gekregen, dan heeft deze entiteit de controle over het derivaat en de afstandnemende entiteit verliest het. Daarentegen, als ze niet het beschikkingmacht heeft, dan behoudt de afstandnemende entiteit de controle over het derivaat. De entiteit heeft de beschikkingmacht van het overgedragen actief gekregen indien:
Het overgedragen derivaat kan in zijn geheel aan een derde niet verbonden partij verkocht worden; en
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 16 08/06/2011 - SVN
De entiteit in staat is om eenzijdig van deze mogelijkheid gebruik te maken, zonder daarvoor aanvullende beperkingen op de overdracht te hoeven opleggen.
Deze voorwaarden dienen geëvalueerd te worden rekening houdend met wat de entiteit die het getransfereerd actief heeft verkregen in staat is om te doen, en niet de contractuele rechten verbonden aan het overgedragen actief (of beperkingen die verbonden zijn aan deze rechten).
De boekhoudkundige verwerking van het overgedragen derivaat zal in functie van het resultaat van de controletest verschillend zijn:
Als de NMBS groep de controle over het derivaat niet behoudt, dient dit niet langer in de balans opgenomen te worden en elk recht of elke verplichting die gecreëerd of gedragen wordt door de overdracht, dient erkend te worden als actief of passief. Als de NMBS groep de controle over het derivaat behoudt, dient dit opgenomen te blijven in de balans in de mate dat de NMBS groep op continue wijze betrokken blijft.
De benadering van de aanhouden betrokkenheid geeft de continue blootstelling van de NMBS groep aan de risico‟s en voordelen van het actief weer. De aanhoudende betrokkenheid bevat enerzijds de obligatie van het ondergaan van de risico‟s die verbonden zijn aan de kasstromen van het actief en anderzijds het recht om de winsten uit deze kasstromen te aanvaarden. In deze omstandigheden is de schuld erkend, alsook een gedeelte van het initiële actief. Opties of aankoopverplichtingen van activa die overgedragen worden bij een verandering van omstandigheden (Vb.: een verandering in het fiscaal recht) moeten opgenomen worden om zo de permanente betrokkenheid van de NMBS groep te bepalen. In het kader van derivaten zijn er drie evenementen die kunnen leiden tot het niet langer in de balans opnemen van het derivaat:
Indien het derivaat aan het einde van haar looptijd is; Indien de NMBS groep de verrichting met de tegenpartij annuleert; Indien een verandering wordt aangebracht aan het contract welk de rechten en verplichtingen van de NMBS groep naar een andere tegenpartij overbrengt.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 17 08/06/2011 - SVN
4 Voorbeelden van opname in de balans van financiële derivaten Voorbeeld 1: Renteswaps (IRS) Op 15/03/20X5, sluit de NMBS groep een renteswap af met een looptijd van 5 jaar waarop ze een vaste 7 rentevoet van 5% ontvangt en de EURIBOR 3 maanden betaalt. Het notioneel bedrag is identiek voor de twee benen en gelijk aan € 10 miljoen. De rente wordt driemaandelijks betaald en ontvangen: 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december van elk jaar. De rentevoet van het variabel been wordt in het begin van elke periode vastgelegd op basis van de marktvoet van de EURIBOR 3 maanden en wordt op het einde van de periode betaald. EURIBOR 3M
IRS B : EURIBOR 3M O : Vast 5%
NMBS Groep 5%
8
Voor het eerste jaar zijn de EURIBOR 3M rentevoeten de volgende : Data 15/03/20X5 15/06/20X5 15/09/20X5 15/12/20X5
EURIBOR 3M 4,562% 5,080% 5,280% 5,790%
Classificatie
De renteswap is een derivaat en wordt dus geclassificeerd onder de categorie "activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening".
Waardering
De renteswap wordt bij eerste opname alsook bij de latere boekhoudkundige afsluitingen opgenomen tegen de reële waarde. Veranderingen in de reële waarde worden direct opgenomen in de winst- en verliesrekening. o
Eerste opname in de balans:
Bij de eerste opname is de reële waarde van de swap gelijk aan nul. Hierdoor moet er geen boeking gebeuren. Bij het afsluiten van een swap zijn de toepasselijke rentevoeten immers gelijk aan de marktvoeten waardoor de reële waarde van de swap nul is. Bij de eerste opname moet slechts de rentevoet van toepassing op het variabel been worden vastgelegd voor de periode van 15/03/20X5 tot 15/06/20X5 welk in dit geval 4,562% bedraagt.
7
In het kader van de boekhoudhandleiding worden alle rentevoeten opgenomen volgens een 30/360 basis. Dit is een conventie in het kader van deze handleiding. Over het algemeen worden variabele voeten uitgedrukt volgens een Reëel/360 basis terwijl vaste rentevoeten kunnen worden uitgedrukt volgens een 30/360 basis of een Reëel/360 basis. 8 Het is belangrijk te melden dat de bovenvermelde voeten niet de waarneembare marktvoeten zijn op de dag van de contractafsluiting waarop de te ontvangen rentevoet van 5% bepaald werd.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 18 08/06/2011 - SVN
o
Na eerste opname:
Hieronder wordt de boeking, welke moet worden uitgevoerd op de verschillende data waarop rente betaald wordt, weergegeven voor 15/06/20X5. De boekingen voor de andere betalingsdata zijn gelijkaardig. De boekingen, die bij elke boekhoudkundige afsluiting moeten worden doorgevoerd, worden hieronder weergegeven door de boekingen op 30/06/20X5 en 31/12/20X5. Op 15/06/20X5 moeten de betaalde en ontvangen rente herkend worden.
15/06/20X5
Dt Ct
55000000 Bank 75150300 Opbrengsten uit interesten-vastrentende effecten
10.950 10.950
De NMBS groep heeft een opbrengst van € 125.000 aangezien ze een rente van 5% ontvangt op het vaste been (€ 10.000.000 x 5% / 4 = € 125.000). Daarnaast draagt ze een kost van € 114.050 gezien ze de EURIBOR betaalt op het variabele been waarbij de rentevoet werd vastgelegd in het begin van de periode aan 4,562% (€ 10.000.000 x 4,562% / 4 = € 114.050). De NMBS groep zal dus een inkomen opnemen van € 10.950. Het inkomen wordt in dit geval als een opbrengst opgenomen. Deze opname zal gebruikt worden in het geval dat een derivaat een actief dekt. In het geval dat een derivaat een schuld dekt, wordt het inkomen opgenomen als een negatieve kost op dezelfde rekening als diegene waar de betaalde kosten, met betrekking tot de schuld, worden opgenomen. Het is belangrijk te melden dat over het algemeen de rentevoeten altijd op jaarlijkse basis zijn. Het is dus noodzakelijk om het bedrag door vier te delen teneinde het trimestriële bedrag van de betaalde en ontvangen rente te verkrijgen. Gezien de rentevoeten op een 30/360 basis worden opgenomen, volstaat het om de jaarlijkse rentevoet door vier te delen teneinde de trimestriële rentevoet te verkrijgen. Deze benadering is niet geldig indien een andere basis wordt gebruikt. Zoals dikwijls het geval is bij renteswaps, wordt enkel het nettobedrag geruild waardoor er enkel een beweging is op de bankrekening. Bij de boekhoudkundige afsluiting van 30/06/20X5, moeten volgende boekingen worden opgenomen: Opname in de balans van gelopen niet vervallen interesten voor de periode van 15/06/20X5 tot 30/06/20X5:
30/06/20X5
Dt Ct
65000110 49221000
Intresten op financieringen Gelopen niet verval interesten op leningen
333,34 333,34
De gelopen niet vervallen interesten van de periode wordt als volgt verkregen: Te betalen gelopen niet vervallen interesten: € 10.000.000 x 5,08% x (15 / 360) = € 21.166,67 Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten: € 10.000.000 x 5,00% x (15 / 360) = € 20.833,33 Netto te betalen gelopen niet vervallen interesten: € 333,34 Opname in de balans van de reële waarde van de swap:
30/06/20X5
Dt
65700006
Ct
17930000
Swap interestkoers - Variatie reële waarde negatief Swaps IRS > 1jaar
161.184 161.184
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 19 08/06/2011 - SVN
9
De "Dirty" reële waarde van de swap bedraagt € -161.517,34. De "Clean" reële waarde wordt als volgt verkregen: "Dirty" reële waarde: Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten: Te betalen gelopen niet vervallen interesten: "Clean" reële waarde:
€ -161.517,34 € -20.833,33 € 21.166,67 € - 161.184,00
Gezien de "Clean" reële waarde van de swap negatief is, wordt de swap als een financiële verplichting in de balans opgenomen. Bij de boekhoudkundige afsluiting van 31/12/20X5, moeten volgende boekingen gebeuren: Opname in de balans van gelopen niet vervallen rente voor de periode van 15/12/20X5 tot 31/12/20X5:
31/12/20X5
Dt Ct
65000110 49221000
Intresten op financieringen Gelopen niet verval interesten op leningen
3.291,67 3.291,67
De gelopen niet vervallen rente van de periode wordt als volgt verkregen: Te betalen gelopen niet vervallen rente: € 10.000.000 x 5,79% x (15 / 360) = € 24.125,00 Te ontvangen gelopen niet vervallen rente: € 10.000.000 x 5,00% x (15 / 360) = € 20.833,33 Netto te betalen gelopen niet vervallen rente € 3.291,67 Opname in de balans van de reële waarde van de swap:
31/12/20X5
Dt Dt Ct
17930000 29120000 75700006
Swaps IRS > 1jaar Swap intrestkoers > 1jaar Swap interestvoet - Variatie reële waarde positief
161184,00 55356,11 216.540,11
De "Dirty" reële waarde van de swap bedraagt € 58.647,78. De "Clean" reële waarde wordt als volgt verkregen: "Dirty" reële waarde: Te ontvangen gelopen niet vervallen rente: Te betalen gelopen niet vervallen rente: "Clean" reële waarde:
€ 58.647,78 € 20.833,33 € -24.125,00 € 55.356,11
Gezien de "Clean" reële waarde van swap positief is, wordt de swap als een financieel actief in de balans opgenomen. De verandering in reële waarde vergeleken met de vorige boekhoudkundige afsluiting (€ 55.356,11 - (€ -161.184 ) = € 216.540,11), wordt als een winst in de winst- en verliesrekening opgenomen.
9
De reële waarde wordt "Dirty" genoemd wanneer deze de gelopen niet vervallen rente op de datum van waardering omvat. Wanneer ze de gelopen niet vervallen rente niet omvat, wordt de reële waarde "Clean" genoemd. Gezien de NMBS groep beslist heeft om de gelopen niet vervallen rente apart op te nemen, wordt de "Clean" reële waarde in de balans opgenomen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 20 08/06/2011 - SVN
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Volgens de Belgische boekhoudregels is het niet mogelijk om de reële waarde van een swap, indien deze positief is, in de balans op te nemen. Daarentegen, door de toepassing van de "lower of cost or market" methode moeten de twee benen van de swap opnieuw gewaardeerd worden tegen de reële waarde en moet het verschil tussen de twee benen als een actief in de balans worden opgenomen indien het te ontvangen been hoger is dan het te betalen been of als een verplichting in het omgekeerde geval. Enkel de swap met een negatieve waarde wordt in de balans opgenomen met een kost als tegenhanger in de winst- en verlies rekening. Latere veranderingen van deze passiva worden ook in de winst- en verlies rekening erkend. In het geval van een renteswap moeten alleen de ontvangen en betaalde rente van de swap herkend worden. Het in de balans opnemen van rente onder de Belgische boekhoudregels is identiek aan IFRS met uitzondering van bewegingen in de reële waarde welke onder IFRS ook worden opgenomen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 21 08/06/2011 - SVN
Voorbeeld 2: Deviezen- en renteswaps (CCIRS) Op 15/03/20X5, sluit de NMBS groep een deviezen- en renteswap af met een looptijd van 5 jaar. De NMBS groep ontvangt rente op het USD been en betaald rente op het EUR been. Het notioneel bedrag voor het USD been bedraagt $ 1.400.000 en het notioneel bedrag voor het EUR been bedraagt € 1.000.000 hetgeen overeenkomt met een initiële wisselkoers van 1,40 USD/EUR. De NMBS groep krijgt een vaste rentevoet van 5% in USD en betaalt de EURIBOR 6 maanden in EUR. De interesten worden semestrieel betaald en ontvangen op: 15 maart en 15 september van elk jaar. De rentevoet van het variabele been wordt in het begin van elke periode vastgelegd op basis van de marktvoet van de EURIBOR 6 maanden en wordt op het einde van de periode betaald.
Classificatie
De deviezen- en renteswap is een derivaat en wordt dus geclassificeerd onder de categorie "activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening".
Waardering
De deviezen- en renteswap wordt bij eerste opname en bij latere boekhoudkundige afsluitingen tegen de reële waarde opgenomen. Veranderingen in de reële waarde worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Teneinde de swap in de balans te kunnen opnemen, is het noodzakelijk de rentevoeten van de EURIBOR 6 maanden te kennen die van toepassing zijn op het te betalen been van de swap, alsook de USD/EUR wisselkoersen die van toepassing zijn. De onderstaande tabellen geven een simulatie van de verschillende rentevoeten voor de looptijd van de swap. Wisselkoersen: Wisselkoers 15/03/20X5 30/06/20X5 31/07/20X5 15/09/20X5 31/12/20X5 15/03/20X6 30/06/20X6 15/09/20X6 31/12/20X6 15/03/20X7 30/06/20X7 15/09/20X7 31/12/20X7 15/03/20X8 30/06/20X8 15/09/20X8 31/12/20X8 15/03/20X9 30/06/20X9 15/09/20X9 31/12/20X9 15/03/20Y0
1,40 1,44 1,39 1,45 1,48 1,46 1,41 1,39 1,35 1,38 1,44 1,42 1,41 1,36 1,32 1,29 1,25 1,28 1,35 1,37 1,43 1,45
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 22 08/06/2011 - SVN
Rentevoet - EURIBOR 6M:
15/03/20X5 15/09/20X5 15/03/20X6 15/09/20X6 15/03/20X7 15/09/20X7 15/03/20X8 15/09/20X8 15/03/20X9 15/09/20X9 o
EURIBOR 6M (jaarlijkse basis) 2,177% 2,172% 2,846% 3,543% 4,003% 4,734% 4,610% 5,187% 1,780% 1,040%
Eerste opname in de balans:
Bij de eerste opname is de reële waarde van de swap gelijk aan nul. Inderdaad, bij het afsluiten van een swapcontract zijn de toepasselijke rentevoeten gelijk aan de marktvoeten waardoor de reële waarde van de swap nul bedraagt. Bij de eerste opname moet de rentevoet van toepassing op het variabel been worden vastgelegd voor de periode van 15/03/20X5 tot 15/09/20X5. Deze bedraagt in dit geval 2,177%. De omruiling van kasstromen in EUR en in USD moet bij eerste opname ook erkend worden.
15/03/20X5 o
Dt Ct
55000000 55000001
Bank – EUR Bank – USD
1.000.000 1.000.000
Volgende waarderingen:
Bij de boekhoudkundige afsluiting van 30/06/20X5, moeten volgende boekingen worden opgenomen: Opname in de balans van gelopen niet vervallen rente voor de periode van 31/05/20X5 tot 30/06/20X5:
30/06/20X5
Dt Ct
49120000 Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand 75150300 Opbrengsten uit interesten-vastrentende effecten
2.236,76 2.236,76
De gelopen niet vervallen rente van de periode wordt als volgt verkregen: Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten in EUR: $ 1.400.000 x 5,000% x (30 / 360) / 1,44 = € 4.050,93 Te betalen gelopen niet vervallen interesten: €1.000.000 x 2,177% x (30 / 360) = € 1.814,17 Netto te ontvangen gelopen niet vervallen interesten: € 4.050,93 - € 1.814,17 = € 2.236,76 Opname in de balans van de reële waarde van de swap:
30/06/20X5
D Ct
65700007 Swap CCIRS variatie reële waarde negatief 17930001 Swap CCIRS > 1 jaar
21.873,12 21.873,12
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 23 08/06/2011 - SVN
10
De "Dirty" reële waarde van de swap bedraagt € -14.044,46. De "Clean" reële waarde wordt als volgt verkregen: "Dirty" reële waarde: € - 14.044,46 Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten: € - 14.178,24 Te betalen gelopen niet vervallen interesten: € 6.349,58 "Clean" reële waarde: € - 21.873,12 De gelopen niet vervallen interesten van de periode wordt als volgt verkregen: Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten in EUR: $ 1.400.000 x 5,000% x (105 / 360) / 1,44 = € 14.178,24 Te betalen gelopen niet vervallen interesten: € 1.000.000 x 2,177% x (105 / 360) = € 6.349,58 Gezien de "Clean" reële waarde van de swap negatief is, wordt de swap als een financiële verplichting in de balans opgenomen. Teneinde de boekingen weer te geven die bij elke maandelijkse afsluiting moeten worden geregistreerd, wordt de boeking van de afsluiting op 31/07/20X5 hieronder voorgesteld: Opname in de balans van gelopen niet vervallen rente voor de periode van 30/06/20X5 tot 31/07/20X5:
31/07/20X5
Dt Ct
49120000 Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand 75150300 Opbrengsten uit interesten-vastrentende effecten
2.382,47 2.382,47
De gelopen niet vervallen interesten van de periode wordt als volgt verkregen: Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten in EUR: $ 11.400.000 x 5,000% x (30 / 360) / 1,39 = € 4.196,64 Te betalen gelopen niet vervallen interesten: € 1.000.000 x 2,177% x (30 / 360) = € 1.814,17 Netto te ontvangen gelopen niet vervallen rente: € 4.196,64 - € 1.814,17 = € 2.382,47 De gelopen niet vervallen rente die bij de vorige boekhoudkundige afsluiting in de balans werd opgenomen, moet worden omgezet, gebruikmakend van de nieuwe wisselkoers op 31/07/20X5, en indien nodig moet er een verschil worden erkend. Ten einde de boekingen weer te geven die bij elke betalingsdata moeten worden geregistreerd, wordt de boeking van 15/09/20X5 hieronder weergegeven.
31/07/20X5
Dt Ct
55000000 49120000 75150300
Bank Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
Rente ontvangen op het USD been in EUR: Rente betaald op het EUR been:
10
13.252,93 12.148,52 1.104,41
$ 1.400.000 x 5,000% x (15 / 360) / 1,45 = € 2.011,49 € 1.000.000 x 2,177% x (15 / 360) = € 907,08
De reële waarde wordt "Dirty" genoemd wanneer deze de gelopen niet vervallen rente op de datum van waardering omvat. Wanneer ze de gelopen niet vervallen rente niet omvat, wordt de reële waarde "Clean" genoemd. Gezien de NMBS groep beslist heeft om de gelopen niet vervallen rente apart op te nemen, wordt de "Clean" reële waarde in de balans opgenomen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 24 08/06/2011 - SVN
Te ontvangen kasstroom: Rente ontvangen op het USD been in EUR: Rente betaald op het EUR been: Netto rente:
$ 11.400.000 x 5,000% x (180 / 360) / 1,45 = € 24.137,93 € 1.000.000 x 2,177% x (180 / 360) = € 10.885,00 € 24.137,93 - € 10.885,00 = € 13.252,93
De gelopen niet vervallen interesten die bij de verschillende maandelijkse boekhoudkundige afsluitingen werden opgenomen zoals weergegeven voor de afsluiting van 31/07/20X5 moeten ook worden opgenomen. Ter vereenvoudiging is er in dit voorbeeld geen wisselkoersverschil over de periode van 31/08/20X5 tot 15/09/20X5. Het is eveneens belangrijk te melden dat de rentevoeten, over het algemeen, altijd op jaarlijkse basis zijn. Het is dus noodzakelijk om het bedrag te vermenigvuldigen met het aantal dagen in de periode en het totaal te delen door 360 teneinde het bedrag van de betaalde en ontvangen rente per periode te verkrijgen. Zoals meestal het geval is bij renteswaps, wordt enkel het nettobedrag geruild waardoor er enkel een beweging is op de bankrekening. Bij de boekhoudkundige afsluiting van 31/12/20X5, moeten volgende boekingen worden opgenomen: Opname in de balans van gelopen niet vervallen rente voor de periode van 30/11/20X5 tot 31/12/20X5:
31/12/20X5
Dt Ct
49120000 Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand 75150300 Opbrengsten uit interesten-vastrentende effecten
2.131.44 2.131.44
De gelopen niet vervallen rente van de periode wordt als volgt verkregen: Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten in EUR: $ 1.400.000 x 5,000% x (30 / 360) / 1,48 = € 3.941.44 Te betalen gelopen niet vervallen interesten: € 1.000.000 x 2,172% x (30 / 360) = € 1.810,00 Netto te ontvangen gelopen niet vervallen interesten: € 3.941.44 - € 1.810,00 = € 2.131.44 Opname in de balans van de reële waarde van de swap:
31/12/20X5
Dt Ct
65700007 Swap CCIRS variatie reële waarde negatief 75150300 Swap CCIRS > 1 jaar
25.686,83 25.686,83
De "Dirty" reële waarde van de swap bedraagt € -55.000,00. De "Clean" reële waarde wordt als volgt verkregen: "Dirty" reële waarde: Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten: Te betalen gelopen niet vervallen interesten: "Clean" reële waarde:
€ - 55.000,00 € 13.795,05 € - 6.355,00 € - 47.559,95
De gelopen niet vervallen interesten van de periode wordt als volgt verkregen: Te ontvangen gelopen niet vervallen interesten in EUR: $ 1.400.000 x 5,000% x (105 / 360) / 1,48 = € 13.795,05 Te betalen gelopen niet vervallen interesten: € 1.000.000 x 2,172% x (105 / 360) = € 6.355,00 De "Clean" reële waarde van de swap is nog gedaald ten opzichte van de reële waarde opgenomen bij de boekhoudkundige afsluiting van 30/06/20X5. Het verschil (€ -47.559,95 - (€ -21.873,12) = € -25.686,83) is als een kost opgenomen in de winst- en verliesrekening.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 25 08/06/2011 - SVN
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Volgens de Belgische boekhoudregels is het onmogelijk om de reële waarde van een swap, indien deze positief is, in de balans op te nemen. Daarentegen, door de toepassing van de "lower of cost or market" methode moeten de twee benen van de swap opnieuw gewaardeerd worden tegen de reële waarde en moet het verschil tussen de twee benen als een actief in de balans worden opgenomen indien het te ontvangen been hoger is dan het te betalen been of als een verplichting in het omgekeerde geval. Enkel de swap met een negatieve waarde wordt in de balans opgenomen met een kost als tegenhanger in de winst- en verlies rekening. Latere veranderingen van deze passiva worden ook in de winst- en verlies rekening erkend. In het geval van een deviezen- en renteswap is het notioneel bedrag van de twee benen in EUR enkel identiek bij de eerste opname. De herwaardering van het USD been tegen de afsluitingsvoet zal tot een verschil leiden indien de wisselkoers op afsluitingsdata verschillend is van de koers van de swap. Het is dus noodzakelijk dat zowel het verschil tussen de twee benen als de ontvangen en betaalde rente op de twee benen van de swap herkend worden. De opname in de balans van rente onder de Belgische boukhoudregels is identiek aan de opname onder IFRS. De opname in de balans van de nettoschuld of nettovordering wordt hieronder toegelicht. Onderstaande tabel geeft een simulatie weer van de nettoschuld of nettovordering bij elke boekhoudkundige afsluiting op basis van de wisselkoersen die van toepassing zijn op die datum. Te ontvangen been USD 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00 1.400.000,00
15/03/20X5 30/06/20X5 31/12/20X5 30/06/20X6 31/12/20X6 30/06/20X7 31/12/20X7 30/06/20X8 31/12/20X8 30/06/20X9 31/12/20X9
Wisselkoers 1,40 1,44 1,48 1,41 1,35 1,44 1,41 1,32 1,25 1,35 1,43
Te ontvangen been EUR 1.000.000,00 972.222,22 945.945,95 992.907,80 1.037.037,04 972.222,22 992.907,80 1.060.606,06 1.120.000,00 1.037.037,04 979.020,98
Te betalen been EUR 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00 1.000.000,00
Netto schuld/vordering 0,00 -27.777,78 -54.054,05 -7.092,20 37.037,04 -27.777,78 -7.092,20 60.606,06 120.000,00 37.037,04 -20.979,02
Gezien de benen van deze swap niet kunnen worden afgeschreven, evolueert het notioneel bedrag niet in de tijd. Bij de boekhoudkundige afsluiting van 30/06/20X5 is de wisselkoers gelijk aan 1,44 terwijl de koers van de swap 1,40 bedraagt. Dit betekent dat de waarde van het USD been niet meer gelijk is aan € 1.000.000 maar aan € 972.222,22. De NMBS groep heeft dus een nettoschuld van € 27.777,78 tegenover de tegenpartij. De nettoschuld wordt als volgt in de balans opgenomen:
30/06/20X5
Dt Ct
65400000 Wisselkoersverschil 17930001 Swap CCIRS > 1 jaar
27.777,78 27.777,78
De tegenrekening van de nettoschuld op het passief van de balans is een wisselkoersverschil aangezien deze nettoschuld het gevolg is van een verandering van de wisselkoers tussen de afsluitingsdatum en de afsluitingsdatum van de swap. Bij de boekhoudkundige afsluiting van 31/12/20X5, bedraagt de wisselkoers 1,48. De waarde in EUR van het USD been is dus gelijk aan € 945.945,95. De nettoschuld van de NMBS groep bedraagt dus € 54.054,05. Gezien een nettoschuld van € 27.777,78 reeds geboekt werd bij de afsluiting van 30/06/20X5, moet slechts het verschil herkend worden op 31/12/20X5: 54.054,05 - 27.777,78 = € 26.276,27.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 26 08/06/2011 - SVN
31/12/20X5
Dt Ct
65400000 Wisselkoersverschil 17930001 Swap CCIRS > 1 jaar
26.276,27 26.276,27
Voorbeeld 3: Inflatieswaps Op 05/03/20X5, sluit de NMBS groep een inflatieswap af waarop de NMBS groep jaarlijks 2% betaalt en de de inflatie-index HICP ontvangt. De looptijd van de swap eindigt op 05/03/20Y5. De kasstromen worden de 5 maart van elk jaar betaald en ontvangen. De HICP-index die als referentie wordt gebruikt, is van toepassing voor het jaar 2004, namelijk 114,41 (HICP0). Het notioneel bedrag van de swap bedraagt € 55.000.000.
Classificatie
De inflatieswap is een derivaat en wordt dus geclassificeerd onder de categorie "activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening".
Waardering
De inflatieswap wordt bij eerste opname en bij latere boekhoudkundige afsluitingen tegen reële waarde opgenomen. Veranderingen in de reële waarde worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen. Eerste opname in de balans: Bij de eerste opname is de reële waarde van de swap gelijk aan nul. Er moet dus geen boeking gebeuren. Na eerste opname: Teneinde de te betalen en te ontvangen bedragen te bepalen, worden volgende formules gebruikt die de rente berekenen: Te ontvangen rente = K * (HICPT / HICP0) T Te betalen rente = K * (1 + 2%) De te betalen en te ontvangen bedragen worden berekend op basis van het kapitalisatieprincipe. Het te betalen of te ontvangen bedrag voor het jaar T wordt berekend op basis van het notioneel bedrag vermeerderd met alle betaalde of ontvangen bedragen tot het jaar T-1.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 27 08/06/2011 - SVN
De evolutie van de HICP-index
11
van het jaar 20X4 tot 20Y5 is de volgende:
20X4 20X5 20X6 20X7 20X8 20X9 20Y0 20Y1 20Y2 20Y3 20Y4 20Y5
HICP 114,41 117,31 120,04 122,22 127,71 127,71 130,18 132,70 135,28 137,90 140,57 143,29
Bij de boekhoudkundige afsluiting van 31/12/20X5, moeten de reële waarde van de swap alsook de te betalen en te ontvangen gelopen niet vervallen bedragen worden opgenomen in de balans. Opname in de balans van gelopen niet vervallen bedragen:
31/12/20X5
Dt 49120000 Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand Ct 75163001 Andere Swaps – Opbrengsten
241.005.91 241.005.91
Het is noodzakelijk om de HICP-index voor het jaar 20X5 te schatten, in dit geval 117,31, teneinde de gelopen niet vervallen rente te kunnen berekenen. Te ontvangen bedragen = Te betalen bedragen = Netto te ontvangen bedrag =
€ 55.000.000 * (117,31 / 114,41) * (295 / 360) = € 46.211.839,24 € 55.000.000* (1 + 2%) * (295 / 360) = € 45.970.833,33 € 46.211.839,24 - € 45.970.833,33 = € 241.005.91
Opname in de balans van de reële waarde:
31/12/20X5
12
De "Dirty" verkregen:
Dt 41610005 Swap aanpassing reële waarde Ct 75700008 Andere swaps - Variatie reële waarde positief
208.994,09
reële waarde van de swap bedraagt € 450.000. De "Clean" reële waarde wordt als volgt
"Dirty" reële waarde Netto te ontvangen bedrag "Clean" reële waarde 11
208.994,09
€ 450.000,00 € - 241.005.91 € 208.994,09
De HICP-index (Harmonised Index of Consumer Price) of de Geharmoniseerde Consumptieprijsindex is een consumptieprijsindex (CPI) die voor elk land van de Europese Unie wordt berekend alsook voor een aantal andere Europese landen. Deze index laat toe om het niveau van inflatie te berekenen op de meest vergelijkbare wijze voor alle landen en wordt door de Europsese Centrale Bank (ECB) als indicator gebruikt voor de stabiliteit van de prijzen en als middel om het naleven van het convergentiecriterium met betrekking tot de inflatie na te gaan. 12 De reële waarde wordt "Dirty" genoemd wanneer deze de gelopen niet vervallen rente op de datum van waardering omvat. Wanneer ze de gelopen niet vervallen rente niet omvat, wordt de reële waarde "Clean" genoemd. Gezien de NMBS groep beslist heeft om de gelopen niet vervallen rente apart op te nemen, wordt de "Clean" reële waarde in de balans opgenomen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 28 08/06/2011 - SVN
Gezien de "Clean" reële waarde van de swap positief is, wordt de swap als een financieel actief in de balans opgenomen. Op 15/03/20X6 worden de stromen betaald en ontvangen. Dit wordt als volgt geboekt:
05/03/20X6
Dt 55000000 Bank Ct 75163001 Andere swaps – Opbrengsten 49120000 Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand
294.108,91 48.201,19 245.907,72
De ontvangen en betaalde stromen worden op basis van de door de ECB (Europese Centrale Bank) gepubliceerde HICP-index van het jaar 20X5 berekend. In dit geval gaat men ervan uit dat de gepubliceerde index overeenkomt met de schattingen voor de boekhoudkundige afsluiting van 31/12/20X5. Te ontvangen gelopen niet vervallen rente = Te betalen gelopen niet vervallen rente = Netto te ontvangen gelopen niet vervallen rente =
€ 55.000.000 * (117,31 / 114,41) = € 56.394.108,91 € 55.000.000 * (1 + 2%) = € 56.100.000,00 € 56.394.108,91 - € 56.100.000,00 = € 294.108,91
Interestopbrengsten na de boekhoudkundige afsluiting van december: € 294.108,91 - € 245.907,72 = € 48.201,19 De boekingen voor de volgende boekhoudkundige afsluitingen zijn gelijkaardig aan deze die hierboven werden uitgevoerd met uitzondering van het feit dat de verandering van de reële waarde van de swap moet worden herkend en niet de totale reële waarde op de afsluitingsdatum.
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels.
Gezien het principe van de reële waarde niet van toepassing is onder de Belgische boekhoudregels, is het niet toegelaten om de reële waarde van de swap, indien deze positief is, te herkennen. Volgens de Belgische boekhoudregels mag enkel de gelopen niet vervallen rente herkend worden. Hun opname in de balans is identiek onder IFRS en onder de Belgische boekhoudregels.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 29 08/06/2011 - SVN
Voorbeeld 4: Grondstoffenswaps Op 15/03/20X5, sluit de NMBS groep een grondstoffenswap af teneinde zich te verdedigen tegen de stijging van dieselprijzen. Volgens deze swap zal de NMBS groep een vaste prijs betalen en de marktprijs ontvangen. Gezien de multipliciteit van de marktprijzen voor diesel, vermeldt het swapcontract expliciet tegen welke prijs het te ontvangen been werd vastgelegd. De prijs werd in dit geval vastgelegd tegen de gemiddelde dagelijkse prijs van de Ultra Low Sulfur Diesel FOB NWE 10 ppm.
Classificatie
De grondstoffenswap is een derivaat en wordt dus geclassificeerd onder de categorie "activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening".
Waardering
De grondstoffenswap wordt zowel bij eerste opname als bij latere boekhoudkundige afsluitingen tegen de reële waarde in de balans opgenomen. Veranderingen in de reële waarde worden onmiddellijk in de winsten verliesrekening opgenomen. o
Eerste opname in de balans:
Bij de eerste opname is de reële waarde van de swap gelijk aan nul. Er moet dus geen boeking gebeuren. o
Volgende waarderingen:
Gezien er bij deze swaps geen rente verkregen of betaald wordt, moet er bij de boekhoudkundige afsluitingen geen rente in de balans worden opgenomen. Enkel de reële waarde van de swap moet bij de boekhoudkundige afsluiting erkend worden. Op 31/12/20X5, bedraagt de reële waarde van de swap € 600.000. Gezien de reële waarde positief is, moet de swap als een actief worden opgenomen in de balans.
31/12/20X5
Dt 41610005 Ct 75700008
Swap aanpassing reële waarde Andere swaps - Variatie reële waarde positief
600.000 600.000
Er is geen verschil tussen de "Dirty" reële waarde en de "Clean" reële waarde gezien er geen gelopen niet vervallen rente zijn. Bij de volgende boekhoudkundige afsluitingen, moet de verandering in reële waarde op dezelfde manier in de balans worden genomen als voor IRS en CCIRS swaps.
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Gezien het principe van de reële waarde niet van toepassing is onder de Belgische boekhoudregels, is het niet toegelaten om de reële waarde van de swap, indien deze positief is, te erkennen. Volgens de Belgische boekhoudregels moet er voor grondstoffenswaps niets erkend worden.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 30 08/06/2011 - SVN
5 In contracten besloten derivaten 5.1 IFRS opname van in contracten besloten derivaten 5.1.1 Scheiding van het basiscontract Een in een contract besloten derivaat moet van het basiscontract worden gescheiden en als een derivaat worden verwerkt als en alleen als:
er geen nauw verband bestaat tussen de economische kenmerken en risico's van het in het contract besloten derivaat en de economische kenmerken en risico's van het basiscontract;
een afzonderlijk instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat zou voldoen aan de definitie van een derivaat; en
het hybride instrument wordt niet tegen reële waarde gewaardeerd met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (dit wil zeggen dat een derivaat besloten in een financieel actief of in een financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening niet gescheiden wordt).
Voorbeelden - In contracten besloten derivaten 1) Een obligatie uitgegeven door de NMBS groep die het recht biedt aan de obligatiehouder om, aan het vervaldatum, de obligatie te converteren in een aantal aandelen. Deze instrumenten worden converteerbare obligaties genoemd in dewelke het "host-contract" een schuldbewijs (de obligatie) is en het derivaat een aankoop-optie op aandelen is (het conversierecht). 2) Een lening waarop interesten berekend worden die op basis van een aandeelindex (Vb.: de Bel 20). Het deel van het contract dat de terugbetaling van het hoofdbedrag voorziet, wordt het "host-contract" genoemd. Het deel van het contract betreffende de interestenberekening wordt als derivaat derivaat. 3) Een verkoopscontract van vaste hoeveelheid energie gedurende een periode van twee jaar en die een boven- (Cap) en een ondergrens (Floor) vastlegt voor de prijs van de geleverde energie. Het verkoopscontract van een vaste hoeveelheid energie gedurende twee jaar is het basiscontract. De vastgelegde prijs is het derivaat. 4) Een vernieuwingsoptie van een lening met vaste rentevoet, aan dezelfde voorwaarden dan het origineel contract is eveneens een in contract besloten derivaat. De lening wordt het "host-contract" genoemd. De optie wordt afzonderlijk opgenomen en wordt als derivaat beschouwd.
Indien een in een contract besloten derivaat wordt afgescheiden, moet het basiscontract overeenkomstig IAS 39 worden verwerkt (zie hoofdstuk 27: Financiële activa (exclusief derivaten) en hoofdstuk 28 Financiële passiva (exclusief derivaten)) indien het een financieel instrument is, en overeenkomstig andere toepasselijke standaarden indien het geen financieel instrument is. IAS 39 voorziet niet of een in een contract besloten derivaat afzonderlijk in de balans moet worden gepresenteerd. Als een contract één of meer daarin besloten derivaten bevat, mag de NMBS groep het gehele hybride contract aanwijzen als een financieel actief of een financiële verplichting gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, tenzij:
het (de) in een contract besloten derivaat (derivaten) niet leidt (leiden) tot een belangrijke wijziging van de kasstromen die anders door het contract vereist zouden zijn; of
het voor de hand liggend is dat zonder diepgaande analyse wanneer een soortgelijk hybried instrument voor het eerst wordt beschouwd, duidelijk is dat de scheiding van het (de) in een contract besloten deriva(a)t(en) niet toegelaten is, zoals een optie tot vervroegde aflossing die besloten is in
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 31 08/06/2011 - SVN
een lening die de houder ervan toestaat om de lening vervroegd af te lossen voor ongeveer de geamortiseerde kostprijs ervan. Indien de NMBS groep verplicht is een in een contract besloten derivaat te scheiden van het basiscontract, maar, bij verwerving dan wel aan het eind van een latere verslagperiode, de waarde van dat derivaat niet individueel kan bepalen, moet zij het gehele hybride contract aanwijzen als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Analoog, indien de NMBS groep niet in staat is de reële waarde van een in een contract besloten derivaat betrouwbaar te bepalen op basis van de contractuele bepalingen (bijvoorbeeld omdat het in het contract besloten derivaat gebaseerd is op een niet-beursgenoteerd eigen-vermogensinstrument), dan is de reële waarde van het in het contract besloten derivaat gelijk aan het verschil tussen de reële waarde van het hybride instrument en de reële waarde van het basiscontract, indien deze kunnen worden bepaald. Indien de NMBS groep niet in staat is om via deze methode de reële waarde van het in het contract besloten derivaat te bepalen, wordt het hybride instrument aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening.
5.1.2 Classificatie Wanneer een in een contract besloten derivaat van het basiscontract gescheiden moet worden, moet het geclassificeerd worden zoals alle andere derivaten, die niet volgens de administratieve verwerking van afdekkingstransacties in de balans worden opgenomen, onder de categorie "financiële activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening".
5.1.3 Waardering Waardering bij eerste opname Gezien de in contracten besloten derivaten altijd geclassificeerd worden onder de categorie "financiële activa/passiva gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening", worden ze bij eerste opname in de balans opgenomen tegen de reële waarde. Waardering na eerste opname Bij latere boekhoudkundige afsluitingen worden de veranderingen van de reële waarde, van in contracten besloten derivaten die gescheiden worden van het basiscontract, in de winst- en verliesrekening opgenomen als financiële kost of opbrengst.
5.1.4
Bijzonder waardeverminderingverliezen
Gezien in contracten besloten derivaten gewaardeerd worden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, moeten alle bijzondere waardeverminderingverliezen, of ze nu het gevolg zijn van een objectieve aanwijzing van bijzonder waardeverminderingverlies of niet, in de winst- en verliesrekening worden opgenomen. Er is dus geen specifieke boeking of procedure voor het in de balans opnemen van bijzondere waardeverminderingsverliezen. 5.1.5
Herclassificatie en het niet langer in de balans opnemen
IAS 39 laat niet toe in contracten besloten derivaten te herclassificeren buiten de categorie "financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening”. De regels voor het niet langer in de balans opnemen zijn identiek aan de regels beschreven in punt 3.5: Niet langer in de balans opnemen die van toepassing zijn voor de andere derivaten.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 32 08/06/2011 - SVN
Sectie C: Boekhoudplan en consolidatiepakket
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 33 08/06/2011 - SVN
6 Boekhoudplan 6.1 Balansrekeningen VII. AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN 29120000 Swap intrestkoers > 1jaar 29120001 Swap CCIRS > 1jaar 29120002 Andere swaps > 1jaar 29120003 Impliciete aanpassing > 1jaar 29120005 Swap intrestkoers > 1jaar 29120011 Swap CCIRS > 1 jaar 29120012 Andere swaps > 1jaar XII. AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN 41610001 Swap CCIRS< 1jaar 41610002 Andere swaps < 1jaar 41610003 Impliciete afgeleiden < 1jaar 41610004 Aanpassing waardering vreemde valuta 41610005 Swap aanpassing reële waarde 41610012 Andere swaps < 1jaar VIII. AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN 17930000 Swaps IRS > 1jaar 17930001 Swaps CCIRS > 1jaar 17930002 Andere swaps > 1jaar 17930003 Impliciete afgeleiden > 1jaar 17930005 Swaps aanpassing aan marktwaarde 17930011 Swap CCIRS > 1jaar Bis 17930012 Andere swaps > 1jaar XVI. AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN 48900300 Swap intrestvoet < 1jaar 48900301 Swap CCIRS < 1an 48900302 Andere swaps < 1jaar 48900303 Impliciete afgeleiden < 1jaar 48900305 Swap aanpassen reële waarde
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
DERIVATEN Hoofdstuk 29
Pagina 34 08/06/2011 - SVN
6.2 Winst- en verlies rekening V. FINANCIELE OPBRENGSTEN 75700006 Swap interestvoet - Variatie reële waarde positi 75700007 Swap CCIRS variatie reële waarde positief 75700008 Andere swaps - Variatie reële waarde positief 75700009 Impliciete afgeleiden - Variatie reële waarde po VI. FINANCIELE KOSTEN 65700006 Swap interestkoers - Variatie reële waarde negati 65700007 Swap CCIRS variatie reële waarde negatief 65700008 Andere swaps - Variatie reële waarde negatief 65700009 Impliciete derivaten - Variatie reële waarde neg
7 Presentatie en informatieverschaffing De informatie met betrekking tot de financiële staten is voorlopig nog niet beschikbaar.