BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27 31/05/2011 - SVN Inhoudsopgave
Sectie A: Samenvatting van de waarderingsregels en didactische samenvatting ............................. 1 Sectie B: Boekhoudregels ................................................................................................................. 12 1
2
3
Toepasselijke IFRS normen ....................................................................................................... 13 1.1
Referenties ....................................................................................................................................... 13
1.2
Toepassingsgebied ........................................................................................................................... 13
Belangrijke elementen die de boekhoudkundige verwerking beïnvloeden .............................. 16 2.1
Aard van financiële instrumenten ................................................................................................. 16
2.2
Gebruik van financiële instrumenten ............................................................................................ 16
2.3
Aankoop of verkoop van een actief volgens standaardmarktconventies ................................... 17
Financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten............................................................... 18 3.1 Boekhoudkundige verwerking volgens IFRS van financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten.................................................................................................................................................... 18 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5
Classificatie ............................................................................................................................................... 18 Waardering................................................................................................................................................ 23 Bijzondere waardeverminderingsverlies ................................................................................................... 27 Herclassificatie.......................................................................................................................................... 30 Niet langer in de balans opnemen ............................................................................................................. 32
3.2 Voorbeelden van de boekhoudkundige verwerking van financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten................................................................................................................................ 36 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4
4
Financiële activa met een vaste rentevoet in EUR .................................................................................... 36 Financiële activa met een vaste rentevoet in vreemde valuta ................................................................... 48 Financiële activa met een variabele rentevoet in EUR ............................................................................. 63 Financiële activa met een variabele rentevoet in vreemde valuta ............................................................. 68
Aandelen ..................................................................................................................................... 74 4.1
Boekhoudkundige verwerking volgens IFRS van aandelen ........................................................ 74
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
4.2
Classificatie ............................................................................................................................................... 74 Waardering................................................................................................................................................ 74 Bijzondere waardeverminderingsverliezen ............................................................................................... 75 Herclassificatie en het niet langer in de balans opnemen .......................................................................... 75
Voorbeeld van de boekhoudkundige verwerking van aandelen ................................................. 76
Sectie C: Boekhoudplan en consolidatie pakket .............................................................................. 78 5
6
Boekhoudplan ............................................................................................................................. 79 5.1
Balansrekeningen ............................................................................................................................ 79
5.2
Winst- en verliesrekening ............................................................................................................... 81
Presentatie en informatieverschaffing....................................................................................... 83
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 1 31/05/2011 - SVN
Sectie A: Samenvatting van de waarderingsregels en didactische samenvatting
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 2 31/05/2011 - SVN
Samenvatting van de waarderingsregels Reële waarde van financiële instrumenten Om de reële waarde van de financiële instrumenten in te schatten, worden volgende hypothesen en methoden weerhouden voor: Het belang aangehouden in beursgenoteerde entiteiten en beursgenoteerde financiële instrumenten: de genoteerde prijs; Het belang aangehouden in niet-beursgenoteerde entiteiten: schatting op basis van recente markttransacties van deze niet-beursgenoteerde entiteiten en, indien er geen recente markttransacties zijn, op basis van de verschillende waarderingstechnieken zoals de verdiscontering van toekomstige kasstromen en multiple waarderingen; De handelsvorderingen en andere vlottende activa: reële waarde rekening houdend met hun looptijd; Kas en kasequivalenten: reële waarde rekening houdend met hun looptijd. De reële waarde van de financiële instrumenten die niet verhandeld worden op een actieve markt (zoals de “Over The Counter” derivaten) wordt bepaald met behulp van waarderingstechnieken. De NMBS groep selecteert de methodes en weerhoudt de veronderstellingen die het meest geschikt lijken op basis van de marktcondities op elke balansdatum. De NMBS groep gebruikt de methode van de contante waarde van de kasstromen voor verschillende voor verkoop beschikbare financiële activa die niet verhandeld werden op een actieve markt. Indien de verdisconteringsvoet die gebruikt wordt bij de analyse van de kasstromen met XX % zou variëren in vergelijking met de voet die weerhouden wordt door de directie, dan zou de boekwaarde van de voor verkoop beschikbare financiële activa ongeveer KEUR XXX lager of ongeveer KEUR XXX hoger zijn. Criteria voor initiële opname en het niet langer opnemen in de balans van financiële activa De financiële instrumenten worden opgenomen vanaf het moment dat de NMBS groep zich ertoe verbindt de contractuele bepalingen te respecteren. Bepaalde alternatieve financieringsoperaties die enkele jaren geleden afgesloten werden, worden boekhoudkundig verwerkt op basis van hun economische substantie volgens de bepalingen van SIC 27. De financiële activa (of een deel ervan) worden niet langer in de balans opgenomen indien de NMBS groep de rechten op de voordelen gespecificeerd in het contract verkoopt, indien deze rechten vervallen of indien de NMBS groep de zeggenschap over de contractuele rechten verbonden aan het financieel actief overdraagt of verliest. Criteria voor het compenseren van financiële activa en passiva Indien er een uitvoerbaar recht tot compensatie van de geboekte financiële activa en passiva is en indien er een intentie is tot afwikkeling van het passief en tegelijkertijd tot verkoop van het actief of indien er een intentie is tot afwikkeling op een netto basis, wordt het totaal van de financiële activa en gerelateerde passiva gecompenseerd. Criteria voor het classificeren van financiële instrumenten als aangehouden tot het einde van hun looptijd Bepaalde financiële instrumenten worden geclassificeerd als aangehouden tot het einde van hun looptijd indien de NMBS groep voornemens is en in staat is deze belegging aan te houden tot het einde van haar looptijd.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 3 31/05/2011 - SVN
Criteria voor het classificeren van financiële instrumenten als voor verkoop beschikbare financiële activa Niet-afgeleide financiële activa worden opgenomen als voor verkoop beschikbare financiële activa indien de NMBS groep niet de intentie of de mogelijkheid heeft ze aan te houden tot het einde van hun looptijd, indien ze niet opgenomen worden als “Leningen en vorderingen” en indien de NMBS groep ze bij uitgifte niet opneemt als actief gewaardeerd tegen reële waarde via het netto-resultaat. Overige belangen De overige belangen zijn belangen in het eigen vermogen van entiteiten die geen dochterondernemingen, geen joint ventures en geen geassocieerde deelnemingen zijn. Ze worden opgenomen in de balans aan hun kostprijs verhoogd met de aan de aankoop gerelateerde kosten. Deze belangen worden opgenomen in de balans onder de rubriek voor verkoop beschikbare financiële activa. Na de initiële opname in de balans, worden de andere belangen boekhoudkundig verwerkt tegen hun reële waarde, met onmiddellijke opname van hun wijzigingen in waarde in het eigen vermogen tot aan hun verkoop. De voorheen geaccumuleerde winsten en verliezen in het eigen vermogen worden overgeboekt naar het netto-resultaat, op het moment van de verkoop. Andere vaste financiële activa De andere vaste financiële activa omvatten de rentedragende vorderingen op lange termijn zoals de toegestane leningen aan joint ventures, de borgtochten voor personeel en betaald in contanten, evenals de investeringen op lange termijn zoals de effecten en gekochte obligaties. De vorderingen op lange termijn worden opgenomen als “Leningen en vorderingen” uitgegeven door de NMBS groep en worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. De investeringen op lange termijn worden geclassificeerd als titels aangehouden tot het einde van de looptijd en worden eveneens opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. Bij bepaalde alternatieve financieringsoperaties, wordt echter de reële waarde optie weerhouden voor de opname van financiële activa en passiva aangezien deze classificatie toelaat een asymmetrie te vermijden (accounting mismatch) in de boekhoudkundige verwerking van de instrumenten opgenomen in de operatie. Andere financiële activa in vreemde valuta De transacties in vreemde valuta worden aanvankelijk opgenomen in de functionele valuta van de betrokken entiteiten, gebruik makend van de wisselkoers op het moment van de transacties. Zowel de gerealiseerde als niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit wisselkoersverschillen op monetaire activa worden opgenomen in het netto-resultaat op de balansdatum. Bijzondere waardeverminderingsverliezen Een financieel actief dat niet opgenomen wordt tegen reële waarde via het netto-resultaat wordt op elke balansdatum getest om te bepalen of er een objectieve indicatie bestaat die wijst op een bijzonder waardeverminderingsverlies. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen indien er een objectieve indicatie bestaat die erop wijst dat een ongunstige gebeurtenis heeft plaatsgevonden na de initiële opname van het actief, en dat deze gebeurtenis een negatieve impact heeft op de toekomstige geschatte kasstromen van het actief, die op een betrouwbare wijze geschat kan worden.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 4 31/05/2011 - SVN
Didactische samenvatting Toepasselijke IFRS normen IAS 32 Financiële instrumenten – presentatie. IAS 32 heeft ten doel de grondslagen voor het presenteren, vanuit het perspectief van de emittent, van financiële instrumenten als financiële passiva of eigen vermogen instrumenten alsook voor het salderen van financiële passiva vast te stellen. De standaard ook is van toepassing op de classificatie van rente, dividenden, verliezen en winsten; en de omstandigheden waaronder een financieel actief of passief gesaldeerd moet worden. IAS 39 Financiële instrumenten – boekhoudkundige verwerking en waardering. IAS 39 heeft ten doel de grondslagen vast te leggen voor de opname en waardering van, financiële obligaties en een aantal contracten voor de aankoop of verkoop van niet-financiële activa. IAS 39 behandelt ook het niet langer in de balans opnemen van financiële activa evenals derivaten en afdekkingstransacties. IFRS 7 Financiële instrumenten – informatieverschaffing. IFRS 7 verplicht de NMBS groep in hun jaarrekeningen informatie te verstrekken die gebruikers ervan in staat stellen het volgende te beoordelen:
het belang van financiële instrumenten voor de financiële positie en prestaties van de NMBS groep; en de aard en omvang van uit financiële instrumenten voortvloeiende risico‟s waaraan de NMBS groep wordt blootgesteld, en de wijze waarop de NMBS groep deze risico‟s beheert.
IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen. IAS 21 heeft ten doel voor te schrijven op welke wijze transacties in vreemde valuta in de jaarrekening van een entiteit dienen te worden opgenomen. Definities Een financieel instrument wordt door IAS 32 gedefinieerd als volgt: "Een financieel instrument is een overeenkomst die leidt tot zowel een financieel actief bij één entiteit als een financieel passief of eigenvermogensinstrument bij een andere entiteit ". Volgens deze definitie kan een financieel instrument meerdere vormen aannemen, waarvan hier enkele voorbeelden:
Een obligatie met een vaste of variabele rentevoet; Een aandeel of een representatief deel van het eigen vermogen van een andere entiteit; Een lening toegekend door een financiële instelling; Een commerciële vordering; en Een swap van rentevoeten.
Dit hoofdstuk behandelt niet de derivaten, deze zijn evenwel ook financiële instrumenten. De derivaten worden afzonderlijk behandeld in Hoofdstuk 29 Derivaten.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 5 31/05/2011 - SVN
Classificatie van financiële activa Volgens IAS 39 is de classificatie van financiële instrumenten gebaseerd op de aard van het financieel instrument als het gebruik ervan door de NMBS groep Er bestaan 4 categorieën voor de financiële activa: Tegen de reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening; Tot einde looptijd aangehouden beleggingen; Leningen en vorderingen; en Beschikbaar voor verkoop. In het algemeen kan een financieel actief in de categorie "tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening” worden toegewezen indien de classificatie van het financieel instrument het toelaat om het effect van een inconsistentie in de boekhoudkundige verwerking te elimineren of te verminderen (bijvoorbeeld: een derivaat aan de reële waarde via de winst-en verliesrekening en gedekte leningschuld aan geamortiseerde kostprijs de gedekte leningschuld kan eveneens verwerkt worden aan de reële waarde via de winst-en verliesrekening) –
Financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten
Classificatie van financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten
Bijvoorbeeld de obligaties, leningen, commerciële vorderingen, etc. De tabel hieronder vat de regels die van toepassing zijn voor de classificatie samen. Het is evenwel uiterst noodzakelijk om de regels voor de classificatie voor complexe zaken en voor de nieuwe types van instrumenten na te kijken. Financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten Financiële activa tegen reële waarde met Een financieel actief dient onder deze verwerking van waardeveranderingen in de categorie geclassificeerd te worden indien: winst-en verliesrekening (Fair Value through het is aangehouden voor profit or loss – FVTPL) transactiedoeleinden (met speculatief doel); of het bij eerste opname wordt aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Een financieel actief kan geclassificeerd (Held to maturity – HTM) worden als tot einde looptijd aangehouden belegging als de betalingen die eruit voortvloeien bepaald of bepaalbaar zijn en als de vervaldag vast staat. Bovendien moet de NMBS groep aantonen dat ze voornemens is en in staat is deze belegging aan te houden tot het einde van haar looptijd en het niet zal afstaan op geanticipeerde wijze. Leningen en vorderingen (Loans & Een financieel actief kan geclassificeerd Receivables – L&R) worden onder “Leningen en vorderingen” als de betalingen die met het actief geassocieerd zijn vast of bepaalbaar zijn en als het niet genoteerd staat op een actieve markt en er geen significant kredietrisico is. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Financiële activa beschikbaar voor verkoop (Available for Sale – AFS) zijn activa die niet geclassificeerd zijn onder één van de 3 andere categorieën.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 6 31/05/2011 - SVN
Het schema hieronder, geeft een indicatie weer van de redenering die gevolgd dient te worden voor het bepalen van de gepaste categorie op het moment van de eerste opname van een financieel actief met vaste of bepaalbare inkomsten.
Keuze van de gepaste categorie
Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om op korte termijn verkocht te worden ?
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Ja
Nee Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn?
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Ja
Nee Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening?
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Ja
Nee Is het actief het resultaat van de levering van liquide middelen, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? En Het actief heeft de volgende kenmerken: - vaste en bepaalbare betalingen - vastelooptijd
Ja
Leningen en vorderingen
Nee
Is het actief genoteerd Non op een actieve markt?
Nee Leningen en vorderingen
Ja
Beschikbaar voor verkoop
Tot einde looptijd aangehouden (1)
(1) De NMBS groep heeft de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 7 31/05/2011 - SVN
Classificatie van aandelen
–
Aandelen
Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening (Fair Value through profit or loss – FVTPL)
Financiële activa beschikbaar voor verkoop (Available for Sale – AFS)
Aandelen Een financieel actief dient onder deze categorie geclassificeerd te worden indien: het is aangehouden voor transactiedoeleinden (met speculatief doel) het bij eerste opname wordt aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening Financiële activa beschikbaar voor verkoop zijn activa die niet geclassificeerd zijn onder één van de 3 andere categorieën.
Het schema hieronder, geeft een indicatie weer van de redenering die gevolgd dient te worden voor het bepalen van de gepaste categorie op het moment van de eerste opname van de aandelen in het actief van de balans.
Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn?
Ja
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Nee Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winsten op korte termijn?
Ja
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Nee Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening? Nee
Beschikbaar voor verkoop
Ja
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 8 31/05/2011 - SVN
Waardering bij de eerste opname
De waardering van financiële instrumenten is rechtstreeks verbonden met de categorie in de welke het financieel actief geclassificeerd is. Classificatie Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Leningen en vorderingen Beschikbaar voor verkoop
Waardering eerste opname Reële waarde Reële waarde + transactiekosten Reële waarde + transactiekosten Reële waarde + transactiekosten
Bij eerste opname in de balans, worden financiële activa altijd gewaardeerd tegen reële waarde. In het geval dat het actief niet gewaardeerd wordt tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, dienen de transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan het actief, bij de reële waarde toegevoegd te worden.
Waardering na de eerste opname Classificatie
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Leningen en vorderingen Beschikbaar voor verkoop
Waardering latere boekhoudkundige afsluitingen Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening Geamortiseerde kostprijs Geamortiseerde kostprijs Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het eigen vermogen
Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, worden twee waarderingsmethodes gebruikt: de reële waarde en de geamortiseerde kostprijs. -
Geamortiseerde kostprijs
De geamortiseerde kostprijs van een financieel actief is het bedrag waarvoor het financieel actief bij eerste opname in de balans wordt opgenomen, verminderd met de aflossingen op de hoofdsom, vermeerderd of verminderd met de via de effectieve-rentemethode bepaalde geaccumuleerde afschrijving van het verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag, en verminderd met eventuele afboekingen (direct, dan wel door het vormen van een voorziening) wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid. De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de amortisatie van een financieel actief (of een groep van financiële activa) en voor het toerekenen van rentebaten en rentelasten aan de desbetreffende periode. De voornaamste eigenschappen van deze methode zijn de volgende: De effectieve rentevoet is de rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige geldbetalingen of ontvangsten tijdens de verwachte looptijd van het financiële instrument of, indien relevant, een kortere periode, exact disconteert tot de nettoboekwaarde van het financieel actief. De effectieve rentevoet wordt soms het rendement op vervaldag of de volgende datum van herwaardering genoemd en is het interne rendement van het financieel actief voor die periode. Bij de berekening van de effectieve rentevoet moet de NMBS groep een schatting maken van de kasstromen, waarbij rekening wordt gehouden met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (bijvoorbeeld vooruitbetaling, call- en vergelijkbare opties), maar er dient geen rekening gehouden te worden met toekomstige kredietverliezen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 9 31/05/2011 - SVN
In de berekening worden alle door de contractpartijen betaalde of ontvangen commissies en vergoedingen opgenomen die integraal deel uitmaken van de effectieve rentevoet, de transactiekosten en alle overige premies en kortingen. -
Reële waarde:
De reële waarde wordt door IAS 39 gedefinieerd als volgt: "De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passiva kan worden afgewikkeld in een zakelijke, objectieve transactie tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn.". Om een betrouwbare evaluatie van de reële waarde te kunnen maken, heeft de norm IAS 39 een hiërarchie opgesteld om de reële waarde van een financieel instrument te bepalen:
1. Actieve markt - marktprijs
2. Geen actieve markt - waarderingstechnieken
3. Geen actieve markt: Investeringen in eigen vermogen – aanschaffingskost min waardeverminderingsverlies
1. De hiërarchie geeft de prioriteit aan genoteerde prijzen op een actieve markt. Dit betreft aandelen of obligaties die onmiddellijk genoteerd zijn op een actieve markt. Indien er geen actieve markt is, wordt de reële waarde bepaald met behulp van een waarderingstechniek. 2. De waarderingstechnieken omvatten het gebruik van recente markttransacties voor vergelijkbare instrumenten tussen ter zake goed geïnformeerde en tot een transactie bereid zijnde partijen onder normale concurrentiële omstandigheden. De recente markttransacties en de waarderingstechnieken hebben dus hetzelfde belang in de hiërarchie. Zoals bij elke waardering zal echter ook vaak een deel gezond verstand vereist zijn. 3. Enkel indien de 2 bovenstaande methodes niet toegepast kunnen worden, is het toegestaan voor de NMBS groep om de aanschaffingskostprijs als waardering te gebruiken. Dit is enkel toegelaten indien het gaat over instrumenten van het eigen vermogen die niet genoteerd staan en waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier bepaald kan worden. Voor de activa aan de reële waarde via de winst-en verliesrekeningen, de veranderingen van de reële waarde worden opgenomen in de winst-en verliesrekeningen. Daarentegen, de activa aan de reële waarde via het eigen vermogen zien hun veranderingen enkel en alleen opgenomen worden in het eigen vermogen, behalve bij hun overdracht of indien er een bijzondere waardevermindering is. In dit geval wordt de verandering opgenomen in de winst-en verliesrekening.
Waardering – bijzondere waardeverminderingsverliezen
Een financieel actief dat tegen geamortiseerde kostprijs wordt gewaardeerd, ondergaat een bijzonder waardeverminderingsverlies wanneer één of meerdere evenementen een bijzonder waardeverminderingsverlies opwekken zoals een laattijdige betaling, een krediet evenement op de emittent (bv. : een verlaging van de rating van een obligatie opgenomen in de portefeuille)
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 10 31/05/2011 - SVN
IAS 39 behandelt bijzondere waardeverminderingsverlies op financiële activa volgens een methode in twee stappen. Ten eerste dient de NMBS groep aan het eind van elke verslagperiode een inspectie uit te voeren van al haar financiële activa. Deze inspectie heeft tot doel te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingsverlies van een financieel actief. Ten tweede, als er een objectieve indicatie voor een bijzonder waardeverminderingsverlies bestaat, dient de NMBS groep dit verlies te waarderen en te registreren als kost gedurende de boekhoudkundige periode.
Het niet langer in balans opnemen
Het proces van het niet langer in de balans opnemen van financiële activa is opgebouwd uit 9 stappen en is voorgesteld in onderstaande tabel:
STAP 1
Consolidatie van alle filialen
STAP 2
Toepassing van de analyse op een deel van het actief of op de totaliteit van het actief (of een groep van gelijkaardige activa)
STAP 3
Is het recht op de kasstroom vervallen?
Ja
Het niet langer in de balans opnemen van het actief
Nee
Heeft de NMBS groep haar rechten op de ontvangst van de kasstromen van het actief overgedragen?
STAP 4 Ja
STAP 5
Nee
Aanvaardt de NMBS groep de verplichting om de kasstromen van het actief aan een andere partij te betalen?
Nee
Het actief behouden op de balans
Ja
Het niet langer in de balans opnemen van het actief
Ja
Het actief behouden op de balans
Nee
Het niet langer in de balans opnemen van het actief
Ja
STAP 6
Heeft de NMBS groep nagenoeg alle risico‟s en voordelen van het actief overgedragen? Nee
STAP 7
Heeft de NMBS groep nagenoeg alle risico‟s en voordelen van het actief behouden? Nee
STAP 8
Heeft de NMBS groep de controle over het actief behouden?
STAP 9
Blijf het actief opnemen overeenkomstig de omvang van de aanhoudende betrokkenheid van de NMBS groep
Ja
Vanaf het ogenblik dat de NMBS groep heeft vastgesteld dat een actief wordt overgedragen, is het, volgens stappen 4 of 5, noodzakelijk om een analyse te maken van de risico‟s en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het actief en die behouden blijven door de NMBS groep. De analyse van de risico‟s en voordelen die behouden worden door de NMBS groep wordt gedaan in stappen 6 en 7 van bovenstaand schema. Indien de NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen behoudt, dan zal dit steeds blijven erkend worden in de staat van hun financiële situatie.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 11 31/05/2011 - SVN
Wanneer het niet duidelijk is of de entiteit al dan niet een substantieel deel van de risico‟s en voordelen heeft behouden, dient de variabiliteit van de kasstromen voor en achter de transfer gewaardeerd te worden. Als het lijkt dat, ten gevolge van de transfer, deze variabiliteit niet significant gewijzigd is, dan is men van mening dat de NMBS groep een substantieel deel van alles risico‟s en voordelen van het actief behoudt. Zoals voorzien in stappen 8 en 9, als de NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen van het overgedragen financieel actief niet behoudt, noch overdraagt, met andere woorden als de NMBS groep bepaalde risico‟s en voordelen van het actief behoudt, maar niet de totaliteit hiervan; dan gaat het om een tussensituatie waarvoor de analyse van de risico‟s en voordelen van het actief geen definitief antwoord geeft. De NMBS groep dient dan te bepalen of het de controle over het financieel actief behoudt. De controle is gebaseerd op het nagaan of de entiteit de beschikkingsmacht van het overgedragen actief heeft verkregen. Dit concept is ook verschillend van de controle die probeert te identificeren of de entiteit die het actief getransfereerd heeft, blootgesteld blijft aan de variabiliteit van de kasstromen van het actief. De entiteit heeft de beschikkingmacht van het overgedragen actief gekregen indien: het overgedragen actief in zijn geheel aan een derde niet verbonden partij kan verkocht worden; en de entiteit in staat is om eenzijdig van deze mogelijkheid gebruik te maken, zonder daarvoor aanvullende beperkingen op de overdracht te hoeven opleggen De entiteit dat het overgedragen actief krijgt zal ook de beschikkingsmacht krijgen indien er een actieve markt is voor het desbetreffende actief, want de entiteit kan het actief terugkopen op de markt indien ze het dient terug te geven aan de afstandnemende entiteit.
Informatieverschaffing (in de bijlagen van de financiële staten)
Nog niet beschikbaar – Consolidatiepakket – IFRS 7
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 12 31/05/2011 - SVN
Sectie B: Boekhoudregels
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 13 31/05/2011 - SVN
1
Toepasselijke IFRS normen
1.1 Referenties IAS 32 – Financiële instrumenten - presentatie
1
IAS 32 heeft ten doel de grondslagen voor het presenteren van financiële instrumenten alsook het salderen van financiële activa en financiële passiva vast te stellen. De standaard is van toepassing op de classificatie van financiële activa, rente, dividenden, verliezen en winsten betreffende deze instrumenten alsook de omstandigheden waaronder een financieel actief of passief gesaldeerd moet worden. IAS 39 – Financiële instrumenten – boekhoudkundige verwerking en waardering
2
IAS 39 heeft ten doel de grondslagen vast te leggen voor de opname en waardering van financiële activa, en een aantal contracten voor de aankoop of verkoop van niet-financiële activa. IAS 39 behandelt ook het niet langer in de balans opnemen van financiële activa evenals afdekkingstransacties. IFRS 7 – Financiële instrumenten – informatieverschaffing
3
IFRS 7 verplicht de NMBS groep in hun jaarrekeningen informatie te verstrekken die gebruikers ervan in staat stellen het volgende te beoordelen:
het belang van financiële instrumenten voor de financiële positie en prestaties van de NMBS groep; en de aard en omvang van uit financiële instrumenten voortvloeiende risico‟s waaraan de NMBS groep wordt blootgesteld, en de wijze waarop de NMBS groep deze risico‟s beheert.
IAS 21 – De gevolgen van wisselkoerswijzigingen
4
IAS 21 heeft ten doel voor te schrijven op welke wijze transacties in vreemde valuta in de jaarrekening van een entiteit dienen te worden opgenomen.
1.2 Toepassingsgebied Een financieel instrument wordt door IAS 32 gedefinieerd als volgt : "Een financieel instrument is een overeenkomst die leidt tot zowel een financieel actief bij één entiteit als een financieel passief of eigenvermogensinstrument bij een andere entiteit ". Volgens deze definitie kan een financieel instrument meerdere vormen aannemen, waarvan hier enkele voorbeelden:
Een obligatie met een vaste of variabele rentevoet; Een aandeel of een representatief deel van het eigen vermogen van een andere entiteit; Een lening toegekend door een financiële instelling; Een commerciële vordering; of Een swap van rentevoeten.
Dit hoofdstuk behandelt niet de derivaten, deze zijn evenwel ook financiële instrumenten. De derivaten worden afzonderlijk behandeld in Hoofdstuk 29 Derivaten.
1
Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. 3 Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. 4 Deze versie omvat wijzigingen tot 31 december 2009. 2
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 14 31/05/2011 - SVN
IAS 39 norm dient toegepast te worden door alle ondernemingen binnen de NMBS groep op alle soorten van financiële instrumenten, met uitzondering van: (a) belangen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint venture‟s die administratief worden verwerkt overeenkomstig IAS 27 Geconsolideerde jaarrekening en enkelvoudige jaarrekening, IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen of IAS 31 Belangen in joint venture’s. Alle entiteiten van de NMBS groep moeten IAS 39 echter toepassen op een belang in een dochteronderneming, geassocieerde deelneming of joint venture dat volgens IAS 27, IAS 28 of IAS 31 administratief wordt verwerkt overeenkomstig de norm IAS 39. Alle entiteiten van de NMBS groep moeten deze standaard tevens toepassen op derivaten betreffende belangen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen of joint venture‟s, tenzij de derivaten voldoen aan de in IAS 32 opgenomen definitie van een eigen-vermogensinstrument van de NMBS groep; (b) rechten en obligaties uit hoofde van leaseovereenkomsten waarvoor IAS 17 Leaseovereenkomsten geldt. Echter: i ii iii
door een lessor opgenomen leasevorderingen vallen onder de bepalingen inzake het niet langer opnemen in de balans en bijzonder waardevermindering van IAS 39; door een lessee opgenomen schulden uit hoofde van financiële leases vallen onder de bepalingen van IAS 39 inzake het niet langer opnemen in de balans; en derivaten die in leaseovereenkomsten zijn besloten, zijn onderworpen aan de bepalingen van IAS 39 inzake in contracten besloten derivaten;
(c) rechten en obligaties van werkgevers uit hoofde van beloningsregelingen voor het personeel, waarop IAS 19 Personeelsbeloningen van toepassing is; (d) rechten en obligaties die voortvloeien uit: i
ii
een verzekeringscontract zoals gedefinieerd in IFRS 4 Verzekeringscontracten, met uitzondering van rechten en obligaties van een emittent uit hoofde van een verzekeringscontract dat voldoet aan de definitie van een financiële-garantiecontract, of een contract dat binnen het toepassingsgebied van IFRS 4 valt omdat het een discretionairewinstdelingselement bevat.
IAS 39 is echter wel van toepassing op een derivaat dat is besloten in een contract dat binnen het toepassingsgebied van IFRS 4 valt indien het derivaat zelf geen contract is dat binnen het toepassingsgebied van IFRS 4 valt. Indien een emittent van een financiële-garantiecontract bovendien eerder uitdrukkelijk heeft bevestigd dat hij dergelijke contracten als verzekeringscontract beschouwt en deze administratief heeft verwerkt op een voor verzekeringscontracten geldende wijze, mag hij ervoor kiezen ofwel IAS 39, ofwel IFRS 4 op dergelijke financiële-garantiecontracten toe te passen. De emittent mag deze keuze per contract maken, maar de voor elk contract gemaakte keuze is onherroepelijk; (e) contracten tussen een overnemende partij en een verkopende partij bij een bedrijfscombinatie tot aankoop of verkoop van een overgenomen partij in de toekomst; (f) financiële instrumenten, contracten en obligaties uit hoofde van op aandelen gebaseerde betalingstransacties waarop IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen van toepassing is, behoudens contracten die binnen het toepassingsgebied van alinea's 5 tot en met 7 van IAS 39 vallen, waarop deze standaard van toepassing is; en (g) rechten van de NMBS groep op vergoedingen voor uitgaven die zij diende te maken om een obligatie af te wikkelen die zij opneemt als een voorziening in overeenstemming met IAS 37 of waarvoor zij in een vroegere periode een voorziening heeft opgenomen in overeenstemming met IAS 37. IAS 39 moet worden toegepast op contracten tot aankoop of verkoop van een niet-financieel actief die op nettobasis kunnen worden afgewikkeld in geldmiddelen of in een ander financieel instrument, of door een ruil van financiële instrumenten, alsof de contracten financiële instrumenten waren, met uitzondering van contracten die zijn gesloten en worden gehouden in verband met de ontvangst of levering van een niet-
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 15 31/05/2011 - SVN
financieel actief overeenkomstig de verwachte behoeften van de NMBS groep ten aanzien van inkoop, verkoop of gebruik. Er zijn verschillende manieren waarop een contract tot aankoop of verkoop van een niet-financieel actief op nettobasis kan worden afgewikkeld in geldmiddelen of in een ander financieel instrument, of door financiële instrumenten te ruilen. Deze omvatten:
(a) gevallen waarin de contractvoorwaarden elk van de partijen toestaan het contract op netto basis af te wikkelen in geldmiddelen of in een ander financieel instrument, of door financiële instrumenten te ruilen; (b) gevallen waarin de mogelijkheid om netto af te wikkelen in geldmiddelen of in een ander financieel instrument, of door financiële instrumenten te ruilen, niet expliciet in de contractuele bepalingen is opgenomen, maar het voor de NMBS groep gangbare praktijk is om vergelijkbare contracten netto af te wikkelen in geldmiddelen of in een ander financieel instrument, of door financiële instrumenten te ruilen (hetzij met de tegenpartij, door het afsluiten van tegengestelde contracten, of door het contract vóór de uitoefening of het verlopen ervan te verkopen); (c) gevallen waarin het bij de NMBS groep, voor vergelijkbare contracten, gangbare praktijk is dat de onderliggende waarde wordt ontvangen om deze kort na ontvangst met winst te verkopen door te profiteren van prijsschommelingen op de korte termijn, of van de handelsmarge; en (d) gevallen waarin het niet-financiële actief waarover het contract handelt onmiddellijk in geldmiddelen kan worden omgezet. Een contract waarop b) en c) van toepassing zijn, wordt niet gesloten met het oog op de ontvangst of levering van het niet-financiële element overeenkomstig de verwachte behoeften van de NMBS groep ten aanzien van inkoop, verkoop of gebruik, en valt derhalve binnen het toepassingsgebied van IAS 39. Andere contracten waarvoor voorgaande alinea geldt, worden beoordeeld om te bepalen of zij zijn gesloten en worden gehouden om het niet-financiële element te ontvangen of te leveren overeenkomstig de behoeften van de NMBS groep ten aanzien van inkoop, verkoop of gebruik, en derhalve of zij binnen het toepassingsgebied van de norm IAS 39 vallen. Een geschreven optie tot aankoop of verkoop van een niet-financieel element die op nettobasis kan worden afgewikkeld in geldmiddelen of in een ander financieel instrument, of door financiële instrumenten te ruilen, valt overeenkomstig a) of d) binnen het toepassingsgebied van IAS 39. Een dergelijk contract kan niet worden gesloten met het oog op de ontvangst of levering van het niet-financiële element overeenkomstig de verwachte behoeften van de NMBS groep ten aanzien van inkoop, verkoop of gebruik.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 16 31/05/2011 - SVN
2
Belangrijke elementen die de boekhoudkundige verwerking beïnvloeden
Alvorens de toepasselijke boekhoudkundige verwerking volgens IFRS te analyseren, beschrijft dit hoofdstuk de verschillende types van financiële instrumenten die aanwezig zijn op het actief van de balans van de NMBS groep om het directe verband aan te tonen tussen de aard en het gebruik van de financiële instrumenten enerzijds en de manier waarop deze boekhoudkundig worden verwerkt volgens IFRS en volgens de Belgische boekhoudnormen anderzijds.
2.1 Aard van financiële instrumenten Derivaten buiten beschouwing gelaten, zijn er twee verschillende soorten financiële activa opgenomen op het actief van de balans van de NMBS groep:
De financiële activa met vaste of te bepalen opbrengst, meer bepaald financiële activa waarvan de te ontvangen bedragen contractueel zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld: -
Obligatie met vaste rentevoet; Obligatie met variabele rentevoet; Deposito tegen vaste of variabele rentevoet; en Commerciële vorderingen.
De instrumenten van het eigen vermogen, deze omvatten voornamelijk aandelen die door de NMBS groep gehouden worden en die niet beschouwd worden als participaties.
2.2 Gebruik van financiële instrumenten De financiële instrumenten op het actief van de balans worden voornamelijk aangewend voor volgende zaken:
Kasbeleggingen op korte termijn Het gaat om waardepapieren die aangekocht worden door de NMBS groep en om deposito‟s bij financiële instellingen op hoogstens 3 maanden. Het zijn schuldinstrumenten op korte termijn die door instellingen meestal worden uitgegeven onder par en op termijn worden terugbetaald op par. Het verschil tussen de waarde bij de uitgifte en de waarde bij de terugbetaling vormt het rendement van dit type instrumenten.
Investeringsrekeningen, verbonden aan alternatieve financieringsoperaties Het gaat om beleggingen die gedaan worden om schulden tegenover trusts terug te betalen die aangegaan zijn in het kader van alternatieve financieringsoperaties. Deze beleggingen nemen meestal de vorm aan van obligaties, uitgegeven door financiële instellingen of deposito‟s bij banken Deze deposito‟s worden hoofdzakelijk gedaan tegen een vaste rentevoet, maar kunnen in bepaalde gevallen evenzeer tegen variabele rentevoeten gedaan worden. Het kan ook zowel gaan om stortingen in EUR als om stortingen in vreemde valuta.
Financieringen binnen de SPV’s Het gaat om leningen die zijn toegestaan door de NMBS groep aan SPV‟s ("Special Purpose Vehicule") die niet geconsolideerd worden.
Aandelen gehouden op korte termijn
Commerciële vorderingen Het gaat om vorderingen aangegaan in het kader van de operationele activiteit van de NMBS groep.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 17 31/05/2011 - SVN
Waarborgen op financiële instrumenten gegeven aan de tegenpartij Het gaat om beleggingen onder de vorm van waarborgen, uitgeoefend door de NMBS groep tegenover bepaalde financiële instellingen. Deze beleggingen houden verband met de transacties op derivaten.
2.3 Aankoop of verkoop standaardmarktconventies
van
een
actief
volgens
Een aankoop of verkoop volgens standaardmarktconventies is de aankoop of verkoop van een financieel actief op grond van een contract waarvan de modaliteiten de levering van het actief opleggen in de periode bepaald door de algemene reglementering of door een conventie die bestaat in de betreffende markt. Een aankoop of verkoop van financiële activa volgens standaardmarktconventies wordt administratief verwerkt op basis van hetzij de transactiedatum of de afwikkelingsdatum, zoals hieronder beschreven. De gehanteerde methode wordt consistent toegepast voor alle aankopen en verkopen van financiële activa die tot dezelfde categorie van financiële activa behoren. De transactiedatum is de datum waarop de NMBS groep zich ertoe verbindt het actief te kopen of te verkopen. Administratieve verwerking op basis van de transactiedatum verwijst naar het opnemen van een te ontvangen actief en het passief ervoor te betalen op de transactiedatum en het niet langer opnemen van een actief dat verkocht is alsook het registreren van opbrengst of verlies gerelateerd aan de verkoop en het opnemen van een vordering op de koper in verband met betaling op de transactiedatum. De afwikkelingsdatum is de datum waarop een actief aan of door de NMBS groep wordt geleverd. De administratieve verwerking op basis van de afwikkelingsdatum houdt in dat een actief wordt opgenomen op de dag dat het door de NMBS groep wordt ontvangen, en een actief niet langer wordt opgenomen vanaf de datum dat het door de NMBS groep wordt geleverd; op deze datum wordt tevens een eventuele winst of een eventueel verlies bij vervreemding opgenomen (IAS 39 TL 55 en 56). De NMBS groep maakt gebruik van de transactiedatum als referentiedatum voor de boekhoudkundige verwerking.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 18 31/05/2011 - SVN
3
Financiële inkomsten
activa
met
vaste
of
bepaalbare
3.1 Boekhoudkundige verwerking volgens IFRS van financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten 3.1.1 Classificatie Volgens IAS 39 moeten financiële activa met een vaste of bepaalbare inkomst geclassificeerd worden in één van vier categorieën. De classificatie hangt af van de aard van het financieel instrument en van de doelstellingen van het financieel beleid van de NMBS groep. De classificatie is belangrijk voor de boekhoudkundige verwerking omdat de waarderingsmethode en de boekhoudkundige behandeling hiervan zullen afhangen.
Financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening (Fair Value through profit or loss – FVTPL)
Een financieel actief dient onder deze categorie geclassificeerd te worden indien: 5
het door de NMBS groep aangehouden wordt voor transactiedoeleinde ; of het bij eerste opname wordt aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening. Om een financieel actief te kunnen aanmerken als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, moeten bepaalde voorwaarden voldaan zijn: Deze aanmerking beperkt aanzienlijk de inconsistentie in waardering of opname (soms „Accounting Mismatch‟ genoemd) die anders zou ontstaan uit de waardering van activa of passiva of uit de opname van de winsten en verliezen hierop op basis van verschillende grondslagen; of Een groep van financiële activa, financiële passiva of beide wordt beheerd en de prestaties ervan worden geëvalueerd op basis van de reële waarde, in overeenstemming met een gedocumenteerde 6 risicobeheer- of beleggingsstrategie . Voorbeeld 1: financieel actief die door de NMBS groep aangehouden wordt voor transactiedoeleinde De NMBS groep koopt een obligatie met een vaste rentevoet aan 98% van de nominale waarde, want ze verwacht dat de variaties in rentepercentage een positieve invloed gaan hebben op de prijs op korte termijn. In dit geval is het doel van de groep om een voordeel te behalen met de fluctuaties in de marktcondities. Na drie maanden is de obligatie genoteerd aan 101% van de nominale waarde. De NMBS groep herverkoopt de obligatie en realiseert een winst van 3% van de nominale waarde van de obligatie. In de praktijk zou deze boekhoudkundige classificatie niet gebruikt mogen worden door de NMBS groep, omdat ze verband houdt met transacties aangaande speculatieve beleggingen. Deze categorie is desalniettemin toepasbaar op transacties met derivaten waarvoor afdekkingstransacties niet van toepassing zijn.
5
De financiële politiek van de NMBS groep verbiedt expliciet de aankoop en de verkoop van financiële instrumenten voor speculatieve doeleinden. 6 Deze categorie is niet van toepassing voor de NMBS groep.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 19 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 2: “Accounting mismatch” De NMBS groep heeft geïnvesteerd in een obligatie waarvan het rentepercentage vast is. De NMBS groep stapt in een IRS waarvoor de NMBS groep een variabel rente ontvangt, de EURIBOR op 6 maanden, en een vast rente betaalt, 5%. De situatie kan schematisch voorgesteld worden als volgt:
Schuldtitel met vaste opbrengsten EUR Interesten: Vast 5%
5% 5%
NMBS Groep
IRS B : Vast 5% O : EURIBOR 6M
EURIBOR 6M
Vanuit een kasstroom perspectief bekeken, is het resultaat van deze transactie dat de NMBS groep uiteindelijk een variabel percentage, EURIBOR op 6 maanden, ontvangt in plaats van een vast percentage. De NMBS groep heeft de mogelijkheid en de intentie om de schuldtitel met vaste opbrengst te houden tot aan het einde van de looptijd. Dit financieel actief zal dus geclassificeerd worden als financieel actief, gehouden tot op de vervaldag, en gewaardeerd worden tegen de geamortiseerde kostprijs. Op boekhoudkundig vlak geeft dit voorbeeld een “accounting mismatch” weer, in de zin dat derivaten zoals een swap van rentevoeten (IRS) altijd geboekt worden tegen reële waarde met verwerking van 7 waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening , terwijl in dit geval de schuldtitel met vaste opbrengst geboekt zal worden tegen de geamortiseerde kostprijs. De mogelijkheid om de schuldtitel met vaste opbrengst bij de eerste opname als een financieel actief tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening aan te merken, laat de NMBS groep toe om de boekhoudkundige incoherentie te elimineren zodat de schuldtitel met vaste 8 opbrengst en de IRS gewaardeerd zouden zijn volgens dezelfde methodes . Tot einde looptijd aangehouden beleggingen (Held to maturity – HTM) Een financieel actief kan geclassificeerd worden als tot einde looptijd aangehouden belegging als de betalingen die eruit voortvloeien bepaald of bepaalbaar zijn en als de vervaldag vast staat. Bovendien moet de NMBS groep aantonen dat ze voornemens is en in staat is deze belegging aan te houden tot het einde van haar looptijd. De NMBS groep kan een financieel actief niet classificeren als tot einde looptijd aangehouden belegging als ze gedurende het lopende boekjaar of gedurende de twee voorafgaande boekjaren meer dan een gering bedrag aan tot einde looptijd aangehouden beleggingen vóór het einde van de looptijd heeft verkocht of geherclassificeerd (meer dan gering in verhouding tot het totaal van de tot einde looptijd aangehouden beleggingen), met uitzondering van verkopen en herclassificaties: waarvan het einde van de looptijd of de datum van terugbetaling van het financieel actief dermate dichtbij is (bijvoorbeeld minder dan drie maanden in de toekomst) dat veranderingen in de marktrente een beperkte invloed zouden hebben op de reële waarde van het financieel actief; die plaatsvinden nadat de entiteit door middel van periodieke betalingen of vooruitbetalingen nagenoeg de gehele oorspronkelijke hoofdsom van het financieel actief heeft ontvangen; of die kunnen worden toegewezen aan een op zichzelf staande gebeurtenis waarop de NMBS groep geen invloed heeft en die eenmalig is en redelijkerwijs niet kon zijn voorzien.
7
Voor meer details omtrent de aard en de boekhoudkundige verwerking van derivaten, zie hoofdstuk 29 Derivaten. 8 Deze classificatie stelt desalniettemin het resultaat van de NMBS groep bloot aan fluctuaties gerelateerd aan wijzigingen in de waarde van de obligatie voor het kredietrisico.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 20 31/05/2011 - SVN
Een verkoop vóór de vervaldatum zou aan bovenstaande voorwaarden kunnen voldoen – en zouden derhalve geen vragen oproepen ten aanzien van het voornemen van de entiteit om andere beleggingen tot einde looptijd aan te houden – indien deze verkoop samenhangt met een van de volgende omstandigheden: een aanzienlijke verslechtering van de kredietwaardigheid van de emittent. Bijvoorbeeld een verkoop na een verlaging van de creditrating door een extern ratingbureau zou niet noodzakelijkerwijs een vraag oproepen over het voornemen van de entiteit om andere beleggingen tot einde looptijd aan te houden, indien de verlaging een indicatie verschaft van een aanzienlijke verslechtering van de kredietwaardigheid van de emittent ten opzichte van de creditrating bij eerste opname in de balans. een wijziging in de belastingwetgeving waarbij de belastingvrijstelling van rente op tot einde looptijd aangehouden beleggingen opgeheven of aanzienlijk verminderd wordt (maar niet een wijziging in de belastingwetgeving waarbij de marginale belastingtarieven van toepassing op rentebaten worden gewijzigd); een belangrijke bedrijfscombinatie of belangrijke vervreemding (zoals verkoop van een segment) die verkoop of overdracht van tot einde looptijd aangehouden beleggingen noodzakelijk maakt met het oog op de handhaving van de bestaande renterisicopositie of het bestaande kredietrisicobeleid van de entiteit (hoewel de samenvoeging van bedrijven op zich een gebeurtenis is waarop de entiteit invloed heeft, zullen wijzigingen in de beleggingsportefeuille om de renterisicopositie of het kredietrisicobeleid te handhaven eerder het indirecte dan het verwachte gevolg zijn); of een wijziging in wettelijke vereisten of reglemeneringen die leidt tot een aanzienlijke wijziging van wat een toelaatbare belegging vormt of van de maximale omvang van bepaalde soorten beleggingen, waardoor de NMBS groep gedwongen is om tot einde looptijd aangehouden effecten te 9 vervreemden ; Gegeven de belangrijke beperkingen wat betreft de classificatie van een financieel actief in deze categorie en gegeven het feit dat het onmogelijk is om voor het einde van de looptijd deze instrumenten niet langer op te nemen in de balans, dient de boekhoudkundige verwerking van een financieel actief als tot einde looptijd aangehouden belegging een uitzondering te blijven. Over het algemeen zullen enkel de financiële activa, genoteerd tegen een vaste opbrengst, die niet geclassificeerd kunnen worden in de categorie “Leningen en 10 vorderingen” in deze categorie ondergebracht worden. Leningen en vorderingen (Loans & Receivables – L&R) Een financieel actief kan geclassificeerd worden onder “Leningen en vorderingen” als de betalingen die met het actief geassocieerd zijn vast of bepaalbaar zijn en als het niet genoteerd staat op een actieve markt. Financiële activa beschikbaar voor verkoop (Available for Sale – AFS) Financiële activa beschikbaar voor verkoop zijn niet-afgeleide financiële activa die aangeduid worden als beschikbaar voor verkoop of die niet geclassificeerd zijn onder (a) Leningen en vorderingen; (b) tot einde looptijd aangehouden beleggingen; of (c) financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. De categorie “ activa beschikbaar voor verkoop” vormt een restcategorie die alle financiële activa groepeert die niet geclassificeerd kunnen worden in één van de drie andere categorieën. Hoe de gepaste categorie te kiezen Gegeven de diversiteit van de financiële activa en om het proces van de classificatie van financiële activa te vergemakkelijken, is hieronder een schema afgebeeld dat de redenering weergeeft die gevolgd dient te worden om de financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten te classificeren in de gepaste categorie. Een vergelijkbaar schema zal weergegeven worden in het deel over aandelen voor de classificatie van dit type van financiële instrumenten. 9
Dit betreft enkel wijzigingen extern aan de NMBS groep. Zie hieronder.
10
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 21 31/05/2011 - SVN
Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om op korte termijn verkocht te worden ?
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Ja
Nee Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn?
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Ja
Nee Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening?
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Ja
Nee Is het actief het resultaat van de levering van liquide middelen, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser?
Ja
Leningen en vorderingen
Nee
Is het actief genoteerd Non op een actieve markt?
Nee
Leningen en vorderingen
Ja
Beschikbaar voor verkoop
Tot einde looptijd aangehouden (1)
(1) De NMBS groep heeft de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 22 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 3: Classificatie van financiële activa – Geval 1 De NMBS groep investeert in een obligatie, uitgegeven door een grote Belgische bank. Deze obligatie heeft een nominale waarde van € 100 miljoen en keert een variabele rente uit, EURIBOR op 6 maanden. De looptijd van de obligatie bedraagt 2 jaar. De groep investeert in deze obligatie in het kader van het lange termijn kasbeleid en engageert zich tot het aanhouden van haar investering tot aan het einde van de looptijd van de obligatie. Om deze obligatie in de gepaste categorie te classificeren, dient men te antwoorden op de vragen die gesteld werden door bovenstaand schema: Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Dit is hier niet het geval, het actief werd aangekocht in het kader van het lange termijn kasbeleid. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten en is aangekocht in 11 het kader van het lange termijn beleid . Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Neen, het betreft een investering in een obligatie. Is het actief genoteerd op een actieve markt? Het betreft een obligatie, uitgegeven door een bankorgaan, genoteerd op een actieve markt. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? Ja, de NMBS groep verbindt zich ertoe om de obligatie te houden tot aan het einde van haar looptijd. De antwoorden op deze verschillende vragen laten toe om te bepalen dat de obligatie geclassificeerd zou moeten worden als tot einde van de looptijd aangehouden belegging. Inderdaad, de antwoorden op deze 6 vragen leiden rechtstreeks naar de classificatie als tot einde looptijd aangehouden financieel actief. Gegeven de belangrijke beperkingen die verbonden zijn aan deze categorie, bestaat de kans dat de NMBS groep zich er niet toe zal kunnen verbinden de obligatie te houden tot op de vervaldag en, in dat geval, zou de obligatie geclassificeerd moeten worden als actief beschikbaar voor verkoop.
11
Deze twee eerste vragen dienen altijd beschouwd te worden volgend het classificatiemodel voorzien door IAS 39, maar volgens de financiële politiek van de NMBS groep zijn ze niet van toepassing.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 23 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 4: Classificatie van financiële activa – Geval 2 In het kader van een dienstencontract registreert de NMBS groep een vordering ten op zichte van haar klant. Deze vordering vormt een financieel actief dat het best geclassificeerd wordt volgens de categorieën die gedefinieerd werden door IAS 39. Gebruik makend van dezelfde vragen als voor bovenstaand voorbeeld, gebeurt de classificatie van de commerciële vordering op volgende manier: Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Neen, het betreft een commerciële vordering waarvoor de NMBS groep een terugbetaling van de klant verwacht. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten, opgesteld met het 12 oog op het maken van speculatieve winsten op korte termijn . Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Ja, de vordering is het resultaat van de levering van een dienst door de NMBS groep aan haar klant. Is het actief genoteerd op een actieve markt? de Het antwoord op de 4 vraag laat toe om te bepalen dat de commerciële vordering geclassificeerd zal worden onder “Leningen en vorderingen”. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? de Het antwoord op de 4 vraag laat toe om te bepalen dat de commerciële vordering geclassificeerd zal worden onder “Leningen en vorderingen”. de
Het antwoord op de 4 vraag laat toe om te bepalen dat de commerciële vordering geclassificeerd dient te worden onder Leningen en vorderingen. Dit zal het geval zijn voor het merendeel van de commerciële vorderingen.
3.1.2 Waardering Volgens IFRS is de waarderingsmethode van financiële activa rechtstreeks verbonden met de classificatie. Onderstaande tabel toont de waarderingsmethode bij eerste opname in de boekhouding alsook ten tijde van de latere boekhoudkundige afsluitingen. Classificatie
Waardering eerste opname
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten verliesrekening Tot einde looptijd aangehouden beleggingen Leningen en vorderingen
Reële waarde
Beschikbaar voor verkoop
12
Reële waarde + transactiekosten Reële waarde + transactiekosten Reële waarde + transactiekosten
Waardering latere boekhoudkundige afsluitingen Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten verliesrekening Geamortiseerde kostprijs Geamortiseerde kostprijs Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het eigen vermogen
Deze twee eerste vragen dienen altijd beschouwd te worden volgend het classificatiemodel voorzien door IAS 39, maar volgens de financiële politiek van de NMBS groep zijn ze niet van toepassing.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 24 31/05/2011 - SVN
Waardering bij de eerste opname Bij eerste opname in de balans, worden financiële activa altijd gewaardeerd tegen reële waarde. In het geval dat het actief niet gewaardeerd wordt tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-enverliesrekening, dienen de transactiekosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan het actief, bij de reële waarde toegevoegd te worden.
-
Transactiekosten:
Transactiekosten zijn marginale kosten die rechtstreeks toe te wijzen zijn aan de aankoop, de uitgifte of de vervreemding van een actief. Een marginale kost is een kost die niet zou opgelopen zijn als de NMBS groep geen financieel instrument gekocht, uitgegeven of vervreemd had. Transactiekosten omvatten honoraria en commissies betaald aan agenten (waaronder werknemers die als tussenpersoon voor verkoop optreden), juridische of andere adviseurs, makelaars, arbitrageurs, bankiers; heffingen door regelgevende instanties en effectenbeurzen; en overdracht- en andere belastingen. Transactiekosten omvatten geen agio en disagio op schulden, financieringskosten of interne administratiekosten of kosten van het aanhouden van financiële instrumenten. Waardering ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, worden twee waarderingsmethodes gebruikt: de reële waarde en de geamortiseerde kostprijs. -
Geamortiseerde kostprijs:
De geamortiseerde kostprijs van een financieel actief is het bedrag waarvoor het financieel actief bij eerste opname in de balans wordt opgenomen, verminderd met de aflossingen op de hoofdsom, vermeerderd of verminderd met de via de effectieve-rentemethode bepaalde geaccumuleerde afschrijving van het verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag, en verminderd met eventuele afboekingen (direct, dan wel door het vormen van een voorziening) wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid. De effectieve-rentemethode is een methode voor het berekenen van de amortisatie van een financieel actief (of een groep van financiële activa) en voor het toerekenen van rentebaten en rentelasten aan de desbetreffende periode. De voornaamste eigenschappen van deze methode zijn de volgende: De effectieve rentevoet is de rentevoet die de verwachte stroom van toekomstige geldbetalingen of ontvangsten tijdens de verwachte looptijd van het financiële instrument of, indien relevant, een kortere periode, exact disconteert tot de nettoboekwaarde van het financieel actief. De effectieve rentevoet wordt soms het rendement op vervaldag of de volgende datum van herwaardering genoemd en is het interne rendement van het financieel actief voor die periode. Bij de berekening van de effectieve rentevoet moet de NMBS groep een schatting maken van de kasstromen, waarbij rekening wordt gehouden met alle contractuele bepalingen van het financiële instrument (bijvoorbeeld vooruitbetaling, call- en vergelijkbare opties), maar er dient geen rekening gehouden te worden t met toekomstige kredietverliezen. In de berekening worden alle door de contractpartijen betaalde of ontvangen commissies en vergoedingen opgenomen die integraal deel uitmaken van de effectieve rentevoet, de transactiekosten en alle overige premies en kortingen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 25 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 5: berekening van de geamortiseerde kostprijs: De NMBS groep kent een lening toe: - Reële waarde (inclusief transactiekosten): € 1.000 - Nominale waarde van de aflossing: € 1.250 - Vaste rentevoet: 4,70% jaarlijks => € 59 (= € 1.250 x 4,7%) - IR: 10%
TIJD Kassstroom (EUR)
0 -1000
1 59
2 59
3 59
4 59
5 1309 (=1.250+59)
De effectieve rentevoet is de interne rentevoet (IR) die gedefinieerd wordt door:
De geamortiseerde kostprijs wordt berekend op de volgende manier: Jaar 1 2 3 4 5 -
Geamortiseerde kostprijs 1 januari € 1.000 € 1.041 € 1.086 € 1.136 € 1.190
Rente 10%
Kasstromen
€1 0 € 104 € 109 € 114 € 119
€ -59 € -59 € -59 € -59 € -1.309
Geamortiseerde kostprijs 31 december € 1.041 € 1.086 € 1.136 € 1.190 €0
Reële waarde:
Wat betreft de waardering tegen reële waarde, deze wordt toegepast voor activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en voor activa beschikbaar voor verkoop. De reële waarde wordt door IAS 39 gedefinieerd als volgt: "De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passiva kan worden afgewikkeld in een zakelijke, objectieve transactie tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn.". De prijs waartegen een actief verhandeld kan worden is de prijs die de NMBS groep gekregen zou hebben indien ze het actief verkocht zou hebben. Analoog, is de prijs waartegen een passief afgewikkeld kan worden, de prijs die de NMBS groep betaald zou hebben om zich van dit passief te ontdoen. Dit impliceert dat de reële waarde een schatting is van de prijs van de overdracht die bepaald wordt door referentie te maken naar een vaak voorkomende hypothetische transactie tussen instemmende partijen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 26 31/05/2011 - SVN
Over het algemeen bestaat de veronderstelling dat de reële waarde op een betrouwbare manier bepaald kan worden voor alle financiële instrumenten. Het proces van de waardering kan echter relatief complex zijn en vele vragen doen rijzen. Om een betrouwbare evaluatie van de reële waarde te kunnen maken, voorziet de norm IAS 39 in een hiërarchie om de reële waarde van een financieel instrument te bepalen:
1. Actieve markt - marktprijs
2. Geen actieve markt - waarderingstechnieken
3. Geen actieve markt: Investeringen in eigen vermogen – aanschaffingskost min waardeverminderingsverlies
1. De hiërarchie geeft de prioriteit aan genoteerde prijzen op een actieve markt. Voor het merendeel van de financiële activa waarvoor de reële waarde vereist is, is het mogelijk dat er geen actieve markt is. Indien er geen actieve markt is, wordt de reële waarde bepaald met behulp van een waarderingstechniek. Gegeven de complexe aard van bepaalde financiële instrumenten daalt namelijk de kans om een genoteerde marktprijs te verkrijgen en stijgt het aantal vereiste voorwaarden om de reële waarde te bepalen met behulp van een waarderingstechniek. 2. De waarderingstechnieken omvatten het gebruik van recente markttransacties voor vergelijkbare instrumenten tussen ter zake goed geïnformeerde en tot een transactie bereid zijnde partijen onder normale concurentiële omstandigheden . De recente markttransacties en de waarderingstechnieken hebben dus hetzelfde belang in de hiërarchie. Zoals bij elke waardering zal echter ook vaak een deel gezond verstand vereist zijn. 3. Enkel indien de 2 bovenstaande methodes niet toegepast kunnen worden, is het toegestaan voor de NMBS groep om de aanschaffingskostprijs als waardering te gebruiken. Dit is enkel toegelaten indien het gaat over instrumenten van het eigen vermogen die niet genoteerd staan en waarvan de reële waarde niet op een betrouwbare manier bepaald kan worden. Winsten en verliezen die het gevolg zijn van veranderingen van de reële waarde van financiële activa die gewaardeerd zijn tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en verliesrekening, worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Winsten en verliezen die het gevolg zijn van veranderingen van de reële waarde van financiële activa die beschikbaar zijn voor verkoop, worden opgenomen in een speciale categorie van het eigen vermogen, uitgezonderd volgende veranderingen: Rente, berekend volgens de effectieve-rentemethode, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening; Winsten en verliezen door veranderingen in monetaire financiële activa worden opgenomen in de winst- en verliesrekening; Bijzonder waardeverminderingverliezen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. De terugname van een waardeverlies op een actief met vaste opbrengst, wordt volledig opgenomen in de winst- en verliesrekening. De geëigende genoteerde marktprijs voor een aangehouden actief of een uit te geven passiva is gewoonlijk de actuele biedkoers, en voor een te verwerven actief of een opgenomen passiva, de actuele vraagprijs.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 27 31/05/2011 - SVN
Vermits de NMBS groep activa en passiva heeft waarvan de marktrisico's elkaar compenseren, kan zij middenkoersen gebruiken als basis voor de bepaling van de reële waarde van de elkaar compenserende risicoposities en, afhankelijk van het feit of de nettopositie een passief of een actief is, de biedkoers of de vraagprijs toepassen. Indien de actuele biedkoers en laatkoers niet beschikbaar zijn, kan de prijs van de recentste transactie een indicatie geven van de actuele reële waarde, vooropgesteld dat er zich sinds de transactiedatum geen belangrijke verandering in de economische omstandigheden heeft voorgedaan. Indien de omstandigheden sinds de transactiedatum zijn veranderd (bijvoorbeeld een verandering in de risicovrije rentevoet na de publicatie van de recentste prijsnotering van een bedrijfsobligatie) wordt de verandering in de omstandigheden tot uitdrukking gebracht in de reële waarde aan de hand van actuele prijzen of rentevoeten voor vergelijkbare instrumenten. Evenzo wordt de prijs aangepast indien de NMBS groep kan aantonen dat de laatste transactieprijs niet de reële waarde is (bijvoorbeeld omdat deze overeenkwam met het bedrag dat een entiteit zou ontvangen of betalen bij een gedwongen transactie, onvrijwillige liquidatie of gedwongen verkoop).
3.1.3 Bijzondere waardeverminderingsverlies Een financieel actief dat tegen geamortiseerde kostprijs wordt gewaardeerd, ondergaat een bijzonder waardeverminderingverlies wanneer de boekwaarde van het actief de contante waarde van de kasstromen, contant gemaakt tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het financieel actief, overschrijdt. Een actief dat tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening wordt gewaardeerd, ondergaat geen bijzonder waardeverminderingverlies, gegeven dat elke daling van de waarde reeds gereflecteerd wordt in de reële waarde en dus opgenomen wordt in de winst- en verliesrekening. Dit heeft tot gevolg dat enkel financiële activa, gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (HTM en L&R), en financiële activa, beschikbaar voor verkoop en waarvan de reële waarde opgenomen wordt in het eigen vermogen, het onderwerp kunnen uitmaken van een bijzonder waardeverminderingverlies. IAS 39 behandelt bijzondere waardeverminderingsverlies op financiële activa volgens een methode in twee stappen. Ten eerste dient de NMBS groep aan het eind van elke verslagperiode een inspectie uit te voeren van al haar financiële activa. Deze inspectie heeft tot doel te bepalen of er indicaties zijn voor bijzondere waardeverminderingsverlies van een financieel actief. Ten tweede, als er een objectieve indicatie voor een bijzonder waardeverminderingverlies bestaat, dient de NMBS groep dit verlies te waarderen en te registreren gedurende de boekhoudkundige periode. De waardering van het bijzonder waardeverminderingverlies verschilt naargelang het gaat om financiële activa tegen geamortiseerde kost, financiële activa tegen kostprijs of financiële activa beschikbaar voor verkoop. Er bestaat ook een verschil voor de terugname van een bijzonder waardeverminderingverlies. De regels zijn verschillend voor activa beschikbaar voor verkoop, die schuldinstrumenten zijn, en voor activa die instrumenten zijn van het eigen vermogen. Opgelopen verliezen en verwachte verliezen Volgens IAS 39 ondergaat een financieel actief of een groep van financiële activa een bijzonder waardeverminderingverlies en een bijzonder waardeverminderingverlies wordt opgelopen als en alleen als er een objectieve indicatie bestaat van een bijzonder waardeverminderingverlies dat voortkomt uit een of meerdere gebeurtenissen na de eerste opname van het actief in de balans (een “tot verlies leidende gebeurtenis”). Het is wellicht niet mogelijk om één afzonderlijke gebeurtenis te identificeren die verantwoordelijk is voor de bijzondere waardevermindering. In plaats daarvan is de bijzondere waardevermindering wellicht opgetreden als gevolg van een combinatie van gebeurtenissen. Bovendien dient de tot verlies leidende gebeurtenis een meetbaar effect te hebben op de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen en dient ze gestaafd te worden met actuele observeerbare gegevens. Er worden geen verliezen opgenomen als gevolg van toekomstige gebeurtenissen, hoe waarschijnlijk deze ook zijn. De mogelijke of verwachte tendensen die uitmonden in een toekomstig verlies (bijvoorbeeld, de verwachting dat de werkloosheid zal stijgen of dat een recessie mogelijk is) worden niet in rekening gebracht.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 28 31/05/2011 - SVN
Objectieve indicatie voor een bijzonder waardeverminderingverlies Een reeks van voorbeelden van factoren die, individueel of collectief, een voldoende objectieve indicatie kunnen zijn voor het feit dat een bijzonder waardeverminderingverlies is opgelopen voor een financieel actief of een groep van financiële activa, is de volgende: aanzienlijke financiële problemen van de emittent van een schuld of financieel instrument; contractbreuk, zoals wanbetaling met betrekking tot rentebetalingen of aflossingen; een concessie van de leninggever aan de leningnemer vanwege economische of juridische redenen die verband houden met de financiële problemen van de leningnemer, die de leninggever anders niet zou overwegen; toenemende waarschijnlijkheid van faillissement of in een andere financiële reorganisatie van de leningnemer; het wegvallen van een actieve markt voor dat financieel actief vanwege financiële moeilijkheden; of waarneembare gegevens die erop wijzen dat er sprake is van een meetbare afname van de verwachte toekomstige kasstromen uit een groep financiële activa sinds de eerste opname in de balans van deze activa, hoewel de afname nog niet is waar te nemen bij de individuele financiële activa in de groep, waaronder: nadelige veranderingen in de solvabiliteit van leningnemers in de groep (bijvoorbeeld een toegenomen aantal uitgestelde betalingen of een toegenomen aantal kredietkaartdebiteuren die hun kredietlimiet hebben bereikt en die het maandelijkse minimumbedrag betalen); of nationale of lokale economische omstandigheden die nauw samenhangen met de wanbetaling op activa in de groep (bijvoorbeeld een stijging van de werkloosheid in het geografische gebied van de leningnemers, een daling van de onroerend-goedprijzen bij hypotheken in het desbetreffende gebied, een daling van de olieprijzen bij de activa die gefinancieerd zijn door de olieproducenten, of nadelige veranderingen in de sectorale omstandigheden waar de leningnemers in de groep door worden geraakt). Het wegvallen van een actieve markt omdat de financiële instrumenten van een entiteit niet langer openbaar worden verhandeld, is geen indicatie voor een bijzondere waardevermindering. Een verlaging van de kredietwaardigheid van een entiteit is op zich geen indicatie voor een bijzondere waardevermindering, al kan dit feit in samenhang met andere beschikbare informatie wel een indicatie zijn voor een bijzondere waardevermindering. Een daling van de reële waarde van een financieel actief beneden de aanschaffingswaarde of geamortiseerde kostprijs is niet noodzakelijkerwijs een indicatie voor een bijzondere waardevermindering (bijvoorbeeld een daling van de reële waarde van een belegging in een schuldbewijs, dat het gevolg is van een stijging van de risicovrije rentevoet). Financiële activa opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs Indien er objectieve indicaties zijn dat er een bijzonder waardeverminderingverlies is opgetreden op Leningen en vorderingen of op tot einde looptijd aangehouden beleggingen die tegen geamortiseerde kostprijs worden gewaardeerd, wordt het verliesbedrag bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen (uitgezonderd toekomstige kredietverliezen die nog niet zijn geleden), contant gemaakt tegen de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het financieel actief (dat wil zeggen de bij eerste opname berekende effectieve rentevoet). De boekwaarde van het actief moet verminderd worden, hetzij direct, hetzij door het gebruiken maken van een “waarde-correctie” rekening. Het verliesbedrag moet in de winst-en-verliesrekening worden opgenomen. De NMBS groep heeft er voorgekozen om de bijzondere waardeverminderingsverliezen op te nemen in de een aparte rekening. Het bijzonder waardeverminderingverlies van een financieel actief, opgenomen tegen geamortiseerde kost, wordt gewaardeerd, gebruik makend van de oorspronkelijke effectieve rentevoet van het financieel instrument, omdat een actualisatie, gebruik makend van de huidige marktrentevoet, in feite zou leiden tot het opleggen van een waardering tegen reële waarde, dit op financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs. Als de voorwaarden van een lening, een vordering of een tot einde looptijd aangehouden belegging heronderhandeld of gewijzigd worden omwille van financiële moeilijkheden van de leningnemer of de leninggever, wordt het bijzonder waardeverminderingverlies gewaardeerd, gebruik makend van de
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 29 31/05/2011 - SVN
oorspronkelijke effectieve rentevoet van vóór de wijzigingen van de condities. De kasstromen gepaard gaande met korte termijn vorderingen worden niet geactualiseerd als het effect van de actualisatie niet significant is. Als een lening, een vordering of een tot einde looptijd aangehouden belegging samenhangt met een variabele rentevoet, is de actualisatievoet die gebruikt moet worden voor het evalueren van een eventueel bijzonder waardeverminderingverlies de effectieve rentevoet(en) zoals deze bepaald zijn in het contract. Bij gebrek aan beter kan een schuldeiser in de praktijk een bijzonder waardeverminderingverlies van een financieel actief, opgenomen tegen geamortiseerde kost, waarderen op basis van de reële waarde van een instrument, gebruik makend van de observeerbare marktprijs. De berekening van de contante waarde van geschatte toekomstige kasstromen van een gewaarborgd financieel actief reflecteert de kasstromen die zouden kunnen voortkomen van een inbeslagneming, na aftrek van de kosten van het verkrijgen en de verkoop van gewaarborgde instrumenten, onafhankelijk van het feit of de inbeslagneming waarschijnlijk is of niet. Het is mogelijk dat, nadat een bijzonder waardeverminderingverlies is erkend voor een actief dat gewaardeerd is tegen geamortiseerde kostprijs, de omstandigheden veranderen gedurende de volgende boekhoudkundige periodes zodat het bijzonder waardeverminderingverlies niet langer gerechtvaardigd is. In deze omstandigheden legt de volgens de norm vereiste behandeling op dat het bijzonder waardeverminderingverlies wordt teruggenomen, maximaal tot aan de waarde van de oorspronkelijke geamortiseerde kostprijs op de datum van de terugname. Financiële activa opgenomen tegen kostprijs Indien er objectieve indicaties zijn dat zich een bijzonder waardeverminderingverlies heeft voorgedaan op een niet-beursgenoteerd eigen-vermogensinstrument dat niet tegen reële waarde wordt gewaardeerd omdat de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald, dan wordt het bijzonder waardeverminderingverlies bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het financieel actief en de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen, bepaald tegen het actuele marktrendement voor een soortgelijk financieel actief. Dergelijke bijzonder waardeverminderingsverliezen mogen niet worden teruggenomen. Financiële activa beschikbaar voor verkoop Indien een daling van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief in het eigen vermogen is opgenomen en er objectieve indicaties zijn dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies dat in het eigen vermogen was opgenomen, overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening als een herclassificatieaanpassing, zelfs indien het financieel actief niet van de balans is verwijderd. Het bedrag van het cumulatieve verlies dat van het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening wordt overgeboekt is gelijk aan het verschil tussen de aanschaffingskostprijs (na aftrek van alle aflossingen op de hoofdsom en amortisatie) en de actuele reële waarde, verminderd met eventuele eerder in de winst-enverliesrekening opgenomen waardeverminderingsverlies op dat actief. Het is mogelijk dat, nadat een bijzonder waardeverminderingverlies is erkend voor een actief, beschikbaar voor verkoop, de omstandigheden veranderen gedurende de volgende boekhoudkundige periodes zodat de reële waarde van het actief, beschikbaar voor verkoop, stijgt. In deze omstandigheden is de door de norm vereiste behandeling voor de terugname van bijzonder waardeverminderingverlies voor schuldinstrumenten, beschikbaar voor verkoop, verschillend van de vereiste behandeling voor eigen-vermogensinstrumenten, beschikbaar voor verkoop: Voor schuldinstrumenten, beschikbaar voor verkoop (monetaire activa), kunnen reeds geboekte bijzondere waardeverminderingsverliezen teruggenomen worden via de winst- en verliesrekening, wanneer de reële waarde stijgt en als deze stijging objectief in verband gebracht kan worden met een gebeurtenis die plaatsvindt nadat het bijzonder waardeverminderingverlies opgenomen werd in de winst- en verliesrekening. Voor eigen-vermogensinstrumenten, beschikbaar voor verkoop (non-monetaire activa), kunnen geleden bijzondere waardeverminderingsverliezen niet teruggenomen worden wanneer de reële waarde stijgt. Dit betekent dat de volgende stijgingen van de reële waarde, inclusief deze die het vorig bijzonder waardeverminderingverlies ongedaan maken, in het eigen vermogen opgenomen zullen worden.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 30 31/05/2011 - SVN
3.1.4 Herclassificatie Wanneer een actief sinds de eerste opname geclassificeerd is in een bepaalde categorie, beperkt IAS 39 de omstandigheden waarin het toegelaten of noodzakelijk is om dit actief te herclassificeren in een andere categorie.
Overdracht naar en vanuit “activa aangemerkt als gewaardeerd tegen de reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening”
Zoals uitgelegd in punt 3.1.1 Classificatie, is het toegelaten aan de NMBS groep om een actief aan te merken als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening bij de eerste opname, onder de voorwaarde dat dit actief aan de door de norm voorziene voorwaarden voldoet. Om echter een zekere discipline op te leggen bij het toepassen van deze aanpak, kan een actief dat vrijwillig in deze categorie is ondergebracht niet overgedragen worden naar of uit deze categorie.
Overdracht naar en vanuit “activa gewaardeerd tegen de reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, gehouden voor transactiedoeleinden”
Het is toegelaten om een financieel actief (geen derivaat) te herclassificeren uit de categorie “gehouden voor transactiedoeleinden” naar een andere categorie in volgende omstandigheden: Als het financieel actief beantwoordt aan de definitie van “Leningen en vorderingen” op de datum van herclassificatie en als de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid heeft om het actief te houden in de voorzienbare toekomst of tot aan het einde van de looptijd. Een financieel actief kan niet aan de definitie van “Leningen en vorderingen” voldoen als het op een actieve markt genoteerd staat of als het deel uitmaakt van een een groep van activa die zelf geen “Leningen en vorderingen” zijn. De andere financiële activa, die niet beantwoorden aan de definitie van “Leningen en vorderingen”, kunnen in zeldzame omstandigheden geherclassificeerd worden, op voorwaarde dat ze niet langer aangehouden worden om te kopen en te verkopen op korte termijn en dat ze beantwoorden aan de definitie van de doelcategorie. De norm IAS 39 definieert een “zeldzame omstandigheid” als een omstandigheid, ontstaan uit een abnormale, op zichzelf staande gebeurtenis en waarvan een herhaling op korte termijn weinig waarschijnlijk is. Bijvoorbeeld, de economische crisis die plaats heeft gevonden eind 2008 is erkend als een mogelijke “zeldzame omstandigheid” volgens het IASB. Het is belangrijk te noteren dat in het geval van een herclassificatie van een financieel actief vanuit de categorie “aangehouden voor transactiedoeleinden”, de NMBS groep een analyse dient uit te voeren van het actief in kwestie om te bepalen of er geen derivaat opgenomen is in het actief die hiervan gescheiden zou moeten worden.
Overdracht naar en vanuit “Leningen en vorderingen”
Zoals hierboven werd uitgelegd, kan een financieel actief, uitgezonderd derivaten, geherclassificeerd worden vanuit de categorieën “actief gehouden voor transactiedoeleinden” en “actief beschikbaar voor verkoop” naar de categorie “Leningen en vorderingen” als het aan de definitie van “Leningen en vorderingen” beantwoordt en als de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid heeft om het actief in de te voorziene toekomst of tot aan het einde van de looptijd aan te houden. Bovendien heeft de NMBS groep enkel bij de eerste opname of op de datum van de overgang naar IFRS de mogelijkheid om een financieel actief dat beantwoordt aan de definitie van “Leningen en vorderingen” aan te merken als “beschikbaar voor verkoop”. Als een actief oorspronkelijk is aangemerkt als “Leningen en vorderingen” of als het is geherclassificeerd naar de categorie “Leningen en vorderingen”, kan dit niet meer opnieuw geherclassificeerd worden als “beschikbaar voor verkoop” of “gehouden voor transactiedoeleinden”.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 31 31/05/2011 - SVN
Het geval waarbij een financieel actief dat oorspronkelijk is opgenomen in de categorie “Leningen en vorderingen”, genoteerd wordt op een actieve markt, zodat het niet langer beantwoordt aan de definitie van “Leningen en vorderingen”, wordt niet specifiek behandeld door IAS 39 en moet beschreven worden in de waarderingsregels van de NMBS groep om te kunnen bepalen of het actief in deze situatie geherclassificeerd moet worden of niet. De NMBS groep heeft beslist om het financieel actief niet te herclassificeren in dit geval.
Overdracht naar en vanuit “tot einde looptijd aangehouden activa” naar “activa beschikbaar voor verkoop”
Wanneer het, door een verandering van intentie of mogelijkheid, niet langer toepasselijk is om een financieel actief te classificeren als “gehouden tot aan het einde van de looptijd”, wordt het geherclassificeerd naar “beschikbaar voor verkoop” en geherwaardeerd tegen reële waarde. Zoals uitgelegd in punt 3.1.1 Classificatie, roept een verkoop of een herclassificatie uit de categorie “gehouden tot aan het einde van de looptijd” vragen op met betrekking tot de intentie en de mogelijkheid van de NMBS groep om de financiële activa te houden tot aan het einde van de looptijd. Telkens wanneer verkopen of herclassificaties van meer dan een gering bedrag van de tot einde looptijd aangehouden instrumenten niet voldoen aan één van de voorwaarden, zoals beschreven in punt 3.1.1 Classificatie, moeten de overblijvende tot einde looptijd aangehouden instrumenten worden geherclassificeerd als beschikbaar voor verkoop.
Overdracht naar en vanuit “activa beschikbaar voor verkoop” naar “tot einde looptijd aangehouden activa”
Het is de NMBS groep toegestaan om financiële activa uit de categorie “beschikbaar voor verkoop” te herclassificeren naar de categorie “tot einde looptijd aangehouden activa”, behalve tijdens periodes waarin de NMBS groep geen activa kan classificeren als “tot einde looptijd aangehouden”. In dat geval wordt de reële waarde van het financieel actief op de datum van de herclassificatie, de nieuwe geamortiseerde kostprijs van het actief.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 32 31/05/2011 - SVN
3.1.5 Niet langer in de balans opnemen Het proces van het niet langer in de balans opnemen van financiële activa is opgebouwd uit 9 stappen en is voorgesteld in onderstaande tabel:
STAP 1
Consolidatie van alle filialen
STAP 2
Toepassing van de analyse op een deel van het actief of op de totaliteit van het actief (of een groep van gelijkaardige activa)
STAP 3
Is het recht op de kasstroom vervallen?
Ja
Het niet langer in de balans opnemen van het actief
Nee
Heeft de NMBS groep haar rechten op de ontvangst van de kasstromen van het actief overgedragen?
STAP 4 Ja
STAP 5
Nee
Aanvaardt de NMBS groep de verplichting om de kasstromen van het actief aan een andere partij te betalen?
Nee
Het actief behouden op de balans
Ja
Het niet langer in de balans opnemen van het actief
Ja
Het actief behouden op de balans
Nee
Het niet langer in de balans opnemen van het actief
Ja
STAP 6
Heeft de NMBS groep nagenoeg alle risico‟s en voordelen van het actief overgedragen? Nee
STAP 7
Heeft de NMBS groep nagenoeg alle risico‟s en voordelen van het actief behouden? Nee
STAP 8
Heeft de NMBS groep de controle over het actief behouden?
STAP 9
Blijf het actief opnemen overeenkomstig de omvang van de aanhoudende betrokkenheid van de NMBS groep
Ja
De eerste stap bestaat uit de consolidatie van alle filialen van de NMBS groep, inclusief de SPV‟s die geconsolideerd moeten worden. Het doel van deze stap is om te verzekeren dat de analyse die leidt tot het niet langer in de balans opnemen van een financieel actief, hetzelfde resultaat zou geven als wanneer het actief, of de groep van activa, direct overgedragen zou worden aan een derde investeerder of via een SPV. De tweede stap heeft als doel te bepalen of de analyse, die leidt tot het niet langer opnemen in de balans, toegepast dient te worden op een deel van het financieel actief (of op een deel van een groep gelijkaardige financiële activa) of op een financieel actief (of op een groep gelijkaardige financiële activa) in zijn geheel. IAS 39 bepaalt dat de regels voor het niet langer opnemen in de balans toegepast moeten worden op een deel van een financieel actief (of op een deel van een groep gelijkaardige financiële activa) als en alleen als het deel dat wordt beschouwd voor het niet langer opnemen in de balans één van de volgende drie voorwaarden vervult: Het deel omvat enkel en alleen specifiek geïdentificeerde kasstromen uit een financieel actief (of een groep van vergelijkbare financiële activa). Het deel omvat alleen een geheel proportioneel (pro rata) belang in specifiek geïdentificeerde kasstromen uit een financieel actief (of een groep van vergelijkbare financiële activa).
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 33 31/05/2011 - SVN
Indien de NMBS groep bijvoorbeeld een overeenkomst sluit op grond waarvan de tegenpartij het recht verwerft op een 90%-belang in de rentekasstromen uit een financieel actief, dan worden de regels voor het niet langer in de balans opnemen, toegepast op 90% van die rentekasstromen. Indien er meer dan één tegenpartij is, is het niet noodzakelijk dat iedere tegenpartij een evenredig belang in de specifiek geïdentificeerde kasstromen heeft, mits de NMBS groep een evenredig belang heeft. Stappen 3 tot 9 laten toe om te identificeren of een financieel actief al dan niet nog langer in de balans opgenomen dient te worden. Stap 3 stelt het blijven voortbestaan in vraag van het recht dat de NMBS groep heeft op een kasstroom uit een bepaald financieel actief. Als dit recht vervallen is, dient het financieel actief niet langer in de balans opgenomen te worden. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een lening opgeheven wordt door de betaling van het totale verschuldigde bedrag. Dit stelt de schuldeiser vrij van elke verplichting. Stappen 4 en 5 formuleren de voorwaarden voor het niet langer in de balans opnemen van een actief, als gevolg van de overdracht van de kasstromen van een bepaald actief. IAS 39 schetst twee situaties die kunnen voldoen aan de definitie van een overdracht van een kasstroom: De NMBS groep draagt de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen van een financieel actief over (stap 4). De NMBS groep behoudt de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen uit een financieel actief, maar gaat een contractuele verplichting aan om de kasstromen aan één of meer ontvangende partijen te betalen (stap 5). Vanaf het ogenblik dat de NMBS groep heeft vastgesteld dat een actief wordt overgedragen, is het, volgens stappen 4 of 5, noodzakelijk om een analyse te maken van de risico‟s en voordelen die verbonden zijn aan de eigendom van het actief en die behouden blijven door de NMBS groep. De analyse van de risico‟s en voordelen die behouden worden door de NMBS groep wordt gedaan in stappen 6 en 7 van bovenstaand schema. Enkele voorbeelden van transacties waarin alle risico‟s en rechten in wezen zijn overgedragen door de NMBS goep zijn de volgende: Onvoorwaardelijke verkoop van een financieel actief; Een verkoop van een financieel actief met de optie van terugkoop van het financieel actief aan de reële waarde op de datum van de terugkoop. In dit geval, is de entiteit niet langer blootgesteld aan een waarderisico (potentieel verlies of winst) op het overgedragen actief. De mogelijkheid voor de terugkoop van het actief aan zijn reële waarde is economisch niet verschillend van de aankoop van een nieuw actief. In geval van een verkoop van een financieel actief met een aankoop- of verkoopoptie diep “out of the money” (dit wil zeggen dat de kans dat de optie uitgeoefend wordt heel onwaarschijnlijk is), behoudt de verkoper in wezen geen risico‟s en voordelen, daar de kans dat de optie uitgeoefend wordt beperkt is. Omdat deze verkoop weinig of geen waarde heeft, verschilt deze verkoop economisch gezien niet van een onvoorwaardelijke verkoop. De risico‟s en voordelen met welke rekening moet worden gehouden tijdens het niet langer in balans opnemen van het actief varieert in functie van het actief dat wordt bekeken: rentevoet risico, kredietrisico, wisselkoersrisico, risico van late betaling, etc. Dus in het geval van vorderingen op korte termijn zullen de voornaamste risico‟s waarschijnlijk kredietrisico en het risico van late betaling zijn (en misschien het wisselkoersrisico indien het gaat om een transactie in vreemde valuta). Het bepalen of de NMBS groep, in wezen al de risico‟s en voordelen heeft overgedragen zal in de meeste gevallen mogelijk zijn op basis van de voorwaarden van de overdracht. Indien dit niet mogelijk is, zal de NMBS groep moeten overgaan tot een waardering van de transactie, die zal bestaan uit het herbereken en het vergelijken van de blootstelling aan de variabiliteit van de actuele waarde (NPV) van de toekomstige kasstromen uit het actief voor en na de transfer. Deze berekening dient te gebeuren met een marktconforme rentevoet als verdisconteringsvoet.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 34 31/05/2011 - SVN
Indien, ten gevolge van de contractvoorwaarden, de blootstelling aan deze variabiliteit niet langer belangrijk is in verhouding tot de totale variabiliteit van de toekomstige kasstromen van het financieel actief, worden de risico‟s en voordelen beschouwd als in hoofdzaak te zijn overgedragen. Het is belangrijk om op te merken dat de vergelijking een relatieve test is en geen absolute. Met andere woorden, het niet langer in balans nemen is niet zo maar mogelijk aangezien in werkelijkheid de resterende blootstelling voor de NMBS groep ten opzichte van de risico‟s en voordelen van het financieel actief in absolute termen klein is. IAS 39 geeft geen advies over de definitie van “belangrijk” buiten hetgeen wat hierboven vermeld is. Derhalve, zal het steeds nodig zijn om geval per geval te evalueren of het al dan niet belangrijk is. Het zal niet altijd nodig zijn om zich te baseren op een berekening, maar in sommige gevallen waar het nodig zal zijn, is de informatie in dit gebied weeral beperkt. Indien de NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen behoudt, dan zal dit steeds blijven erkend worden in de staat van hun financiële situatie. Enkele voorbeelden van transacties voor welke de NMBS groep een subtantieel deel van alle risico‟s en voordelen behoudt zijn de volgende: Een aankoop en terugkoop transactie waarin de terugkoopprijs bepaald is als een vaste prijs of als een verkoopprijs vermeerderd met het rendement van de lener (bijvoorbeeld, een aandelenlening); Een verkoop van een financieel actief met een aankoop of verkoop optie die diep “in the money” is (dit wil zeggen dat een optie die voor het einde van zijn looptijd “in the money” hoogstwaarschijnlijk uitgoefend zal worden); Een verkoop van een vordering op korte termijn waarin de entiteit afstand doet van zijn garantie om de entititeit de die vordering gekocht heeft te vergoeden voor alle verwachte kreditverliezen. In de voorbeelden hierboven aangegeven is het vanzelfsprekend dat de NMBS groep een subtantieel deel van alle risico‟s en voordelen behoudt omwille van het bezit van het financieel actief. Wanneer het niet duidelijk is, dient de variabiliteit van de kastromen voor en achter de transfer gewaardeerd te worden, zoals hierboven uitgelegd. Als het lijkt dat, ten gevolge van de overdracht, deze variabiliteit niet belangrijk gewijzigd is, dan is men van mening dat de NMBS groep een subtantieel deel van alles risico‟s en voordelen van het actief behoudt. Zoals voorzien in stappen 8 en 9, als de NMBS groep een substantieel deel van alle risico‟s en voordelen van het overgedragen financieel actief niet behoudt, noch overdraagt (met andere woorden als de NMBS groep bepaalde risico‟s en voordelen van het actief behoudt, maar niet de totaliteit hiervan) dan gaat het om een tussensituatie waarvoor de analyse van de risico‟s en voordelen van het actief geen definitief antwoord geeft. De NMBS groep dient dan te bepalen of het de controle over het financieel actief behoudt. In de context van het niet langer in balans nemen, heeft de term “controle” een andere betekenis dan deze in het hoofdstuk 40 “consolidatie”. De controle is gebaseerd op het nagaan of de entiteit de beschikkingsmacht van het overgedragen actief heeft verkregen. Dit concept is ook verschillend van de controle die probeert te identificeren of de entiteit die het actief getransfereerd heeft, blootgesteld blijft aan de variabiliteit van de kasstromen van het actief. Bijgevolg, als de entititeit de beschikkingmacht over het overgedragen actief heeft gekregen, dan behoudt deze entiteit de controle over dit actief en de afstandnemende entiteit verliest het. Daarentegen, als ze niet de beschikkingmacht heeft verkregen, dan behoudt de afstandnemende entiteit de controle. De entiteit heeft de beschikkingmacht van het overgedragen actief gekregen indien: het overgedragen actief in zijn geheel aan een derde niet verbonden partij kan verkocht worden; en in staat is om eenzijdig van deze mogelijkheid gebruik te maken, zonder daarvoor aanvullende beperkingen op de overdracht te hoeven opleggen. Deze voorwaarden dienen geëvalueerd te worden rekening houdend of de entiteit die het getransfereerd actief heeft verkregen in staat is om het in de praktijk te doen, en niet de contractuele rechten verbonden aan het overgedragen actief ( of beperkingen die verbonden zijn aan de rechten). De boekhoudkundige verwerking van het overgedragen actief zal in functie van het resultaat van de controle test verschillend zijn:
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 35 31/05/2011 - SVN
Als de NMBS groep de controle van het actief niet behoudt, dient dit niet langer in de balans opgenomen te worden en elk recht of elke verplichting die gecreëerd of gedragen wordt door de overdracht, dient erkend te worden als actief of passief. Als de NMBS groep de controle van het actief behoudt, dient dit opgenomen te blijven op de balans overeenkomstig de omvang van de aanhoudende betrokkenheid bij het financieel actief. De benadering van de aanhoudende betrokkenheid geeft de mate van blootstelling van de NMBS groep aan de risico‟s en voordelen van het actief weer. De aanhoudende betrokkenheid bevat enerzijds de verplichting van het ondergaan van de risico‟s die verbonden zijn aan de kasstromen van het actief (bijvoorbeeld, als een garantie is gegeven) en anderzijds het recht om de winsten uit deze kasstromen te ontvangen. In deze omstandigheden is de schuld erkend, alsook een gedeelte van het initiële actief. Voorbeeld 6 Op 15 december 2005, beschikt de NMBS groep over een handelsvordering van € 100.000 bij een andere entiteit. Om er voor te zorgen dat er eens snellere kasinstroom is, wordt deze handelsvordering geherfinancieerd bij een bank (« factoring ») met een factoring reserve van 15% (maximaal gebruik). De NMBS groep krijgt hiervoor € 85.000 van de bank Factoring van de handelsvordering
15/12/20X5
Dt Ct
40000000 40000000
Handelsvordering (entiteit) Handelsvordering (bank)
55xxxxxx 40000000
Bank Handelsvordering (bank)
100.000 100.000
Betaling van de bank
15/12/20X5
Dt Ct
85.000 85.000
De groep blijft blootgesteld aan 15% bij het in gebreke vallen van de debiteur, de schuld dient ook erkend te worden ten op zichte van de bank (resterende rente) Erkening van de bloostelling aan de ingebrekestelling van de debiteur
15/12/20X5
Dt Ct
40000000 44000000
Handelsvordering (bank) Leveranciers (bank)
15.000 15.000
Samengevat, de groep behoudt een vordering van € 30.000 (resterende rente € 15.000 + resterende vordering € 15.000) en een schuld van € 15.000. De IAS 39 norm laat het niet toe dat deze bedragen worden voorgesteld aan de netto waarde in de balans. Wanneer de debiteur al zijn betalingen heeft uitgevoerd, zal de resterende vordering betaald worden door de bank.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 36 31/05/2011 - SVN
3.2 Voorbeelden van de boekhoudkundige verwerking van financiële activa met vaste of bepaalbare inkomsten Twee belangrijke eigenschappen onderscheiden de verschillende schuldtitels met vaste opbrengst van 13 14 elkaar: het type rentevoet en de valuta. De rentevoet kan vast of variabel zijn en de vordering kan in EUR of in vreemde valuta zijn. Dit betekent dat zich 4 gevallen kunnen voordoen: Financiële activa met vaste rentevoet in EUR Financiële activa met vaste rentevoet in vreemde valuta Financiële activa met variabele rentevoet in EUR Financiële activa met variabele rentevoet in vreemde valuta In het kader van deze boekhoudhandleiding, wordt de renteberekening voor de voorbeelden gedaan op basis van "30/360". In de realiteit, worden de variabele rentevoeten meestal berekend op basis van "Actual/360" en de vaste rentevoeten op basis van "30/360" of "Actual/360".
3.2.1 Financiële activa met een vaste rentevoet in EUR De behandeling van het in de boekhouding opnemen van een financieel actief met vaste betaling in EUR, dat een vast rentepercentage geeft, wordt voorgesteld aan de hand van twee praktische gevallen. Het eerste (voorbeeld 7) gaat over een lening waarvan het totale bedrag wordt terugbetaald aan het einde van de looptijd, het tweede geval (voorbeeld 8) gaat over een lening die terugbetaald wordt in constante annuïteiten gedurende de gehele looptijd van de lening. Alle aspecten van de boekhoudkundige verwerking zullen opgenomen worden, van de eerste opname van het actief tot het niet langer opnemen in de balans van dit actief.
13
Het feit dat het gaat om een titel met vaste betaling impliceert niet dat de rentevoet vast is, maar dat hij te bepalen is, bijvoorbeeld op basis van LIBOR. 14 De EUR is de balansmunt van de NMBS groep. Er bestaat dus geen wisselkoersriciso op financiële activa in EUR.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 37 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 7: Lening tegen een vaste rentevoet terugbetaalbaar aan het einde van de looptijd Op 15 december 20X5 geeft de NMBS groep een lening uit ter waarde van € 1 miljoen voor een looptijd van 10 jaar, aan een jaarlijkse rentevoet van 7%. De rente wordt door de leningnemer elk jaar betaald op 15 de december en de lening is terugbetaalbaar at par op het einde van het 10 jaar. De NMBS groep factureert 1,25% (€ 12.500) aan de leningnemer, niet terugbetaalbaar, voor de dossierkosten en draagt zelf € 25.000 van de directe kosten die verbonden zijn aan dit dossier.
Classificatie
Om deze lening te kunnen erkennen in de balans van de NMBS groep, dient men vast te stellen in welke categorie de lening geclassificeerd dient te worden. Dit kan men doen door te antwoorden op de vragen die 15 voorgesteld worden in het schema onder punt 3.1.1 Classificatie: Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Dit is hier niet het geval, het actief werd aangekocht in het kader van het lange termijn kasbeleid. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten en is aangekocht in het kader van het lange termijn beleid. Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Ja, de NMBS groep leent liquiditeiten rechtstreeks aan de crediteur. Is het actief genoteerd op een actieve markt? Neen, het gaat om een lening na algemeen overleg, die niet genoteerd is op een actieve markt. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? Ja, de NMBS groep verbindt zich ertoe om de lening te houden tot aan het einde van haar looptijd. De antwoorden op deze verschillende vragen laten toe om te bepalen dat de lening geclassificeerd kan worden als „Leningen en vorderingen‟.
Waardering
Gegeven dat de lening geclassificeerd zal worden in de categorie „Leningen en vorderingen‟, zal deze opgenomen dienen te worden, van bij de eerste opname, tegen reële waarde vermeerderd met transactiekosten. Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, zal de lening opgenomen worden volgens de methode van geamortiseerde kostprijs.
Waardering bij eerste opname
De boekwaarde bij eerste opname wordt berekend op volgende manier:
Nominaal bedrag Dossierkosten gefactureerd aan de leningnemer Directe kosten gedragen door de NMBS groep Boekwaarde van de lening
15
EUR 1.000.000,00 (12.500,00) 25.000,00 1.012.500,00
De eerste twee vragen dienen altijd beschouwd te worden volgens het classificatiemodel, voorzien in IAS 39, maar volgens de financiële politiek van de NMBS groep zijn deze niet van toepassing.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 38 31/05/2011 - SVN
De boekhoudkundige verwerking bij eerste opname is de volgende: Het in resultaat nemen van de transactiekosten, direct gedragen door de NMBS groep, en de dossierkosten, gefactureerd aan de leningnemer
15/12/20X5
Dt Ct Ct
65990000 75990000 55xxxxxx
Diverse financiële kosten Diverse Bank
25.000,00 12.500,00 12.500,00
Het erkennen van de lening en activering van de transactiekosten Zoals beschreven in punt 3.1.2 Waardering, moeten de transactiekosten geactiveerd worden om in resultaat genomen te worden volgens de levensduur van het financieel actief en tegen het effectief rentepercentage. Het is dus gepast om de kosten en opbrengsten die bij de vorige boeking opgenomen werden in het resultaat, terug te nemen en deze te activeren op hetzelfde moment als waarop de opname van het financieel actief plaatsvindt.
15/12/20X5
Dt Dt Ct Ct
53001000 75990000 65990000 55xxxxxx
Termijndeposito's > 1 jaar Diverse Diverse financiële kosten Bank
1.012.500,00 12.500,00 25.000,00 1.000.000,00
Vermits de lening integraal terugbetaalbaar is aan het einde van de looptijd, is er geen kapitaal dat vervalt gedurende de periode. De totaliteit van de boekwaarde van de lening wordt op lange termijn in de balans opgenomen.
Waardering na eerste opname
Om de geamortiseerde kost te berekenen, dient men de effectieve rentevoet van de lening te bepalen. Onderstaande tabel stelt een geheel van kasstromen voor, inclusief de transactiekosten: Datum 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5 IR
Kasstroom -1.012.500,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 1.070.000,00 6,8234775479639%
De effectieve rentevoet van de lening is niets anders dan haar intern rendementspercentage (IR); het is te zeggen, de actualisatievoet die nodig is om 10 jaarlijkse betalingen van € 70.000 en een finale betaling aan het einde van de looptijd van € 1.000.000 gelijk te stellen aan de oorspronkelijke boekwaarde van € 1.012.500. Indien we deze berekening doen, verkrijgen we ongeveer 6,823%. Nu de effectieve rentevoet bepaald is, wordt de boekwaarde van de lening voor de periode tot aan het einde van de looptijd berekend in volgende tabel:
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 39 31/05/2011 - SVN
Data 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5
Kasstroom (Ontvangen rente) EUR
Rente opbrengsten @ 6,823% EUR
Afbetalingen van netto kosten EUR
70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 700.000,00
69.087,71 69.025,46 68.958,96 68.887,93 68.812,05 68.730,99 68.644,40 68.551,90 68.453,09 68.347,51 687.500,00
912,29 974,54 1.041,04 1.112,07 1.187,95 1.269,01 1.355,60 1.448,10 1.546,91 1.652,49 12.500,00
15/12/20Y5 15/12/20Y4
Terugbetaling van de hoofdsom Boekwaarde van de lening
Boekwaarde EUR 1.012.500,00 1.011.587,71 1.010.613,17 1.009.572,13 1.008.460,06 1.007.272,11 1.006.003,10 1.004.647,50 1.003.199,40 1.001.652,49 1.000.000,00
-1.000.000,00 0,00
Zoals hierboven voorgesteld, wordt de effectieve rente opbrengst voor de periode berekend door de effectieve rentevoet van 6,823% toe te passen op de geamortiseerde kostprijs van de vorige periode. De rente opbrengst op 15/12/20X6 bijvoorbeeld wordt berekend op volgende manier: € 1.012.500,00 x 6,823% 16 = € 69.087,71 ; het deel van de kosten dat in resultaat genomen dient te worden is het verschil tussen de ontvangen rente (€ 70.000) en de rente opbrengsten (€ 69.087,71), wat gelijk is aan € 912,29; de geamortiseerde kostprijs is gelijk aan € 1.012.500,00 - € 912,29 = € 1.011.587,71. Op dezelfde wijze is de rente opbrengst op 15/12/20X7 gelijk aan € 1.011.587,71 x 6,823% = € 69.025,46; het deel van de kosten dat in resultaat genomen dient te worden is gelijk aan € 70.000 - € 69.025,46 = € 974,54 en de geamortiseerde kostprijs is derhalve gelijk aan € 1.011.587,71 - € 974,54 = € 1.010.613,17. Bij de boekhoudkundige afsluiting van 31/12/20X5, dient men de niet vervallen interesten (NVI) te erkennen voor de periode van 15/12/20X5 tot 31/12/20X5. De geamortiseerde kostprijs met betrekking tot deze periode is niet veranderd.
31/12/20X5
De NVI
17
Dt
49121000
Ct
75150300
Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
3.070,35 3.070,35
wordt als volgt berekend € 1.012.500*6,823%*(16/360)= € 3.070,35
Bij elke maandelijkse afsluiting, wordt de rente van de periode erkend als niet vervallen interesten. Bijvoorbeeld op 31/01/20X6, is de boeking die gedaan moet worden de volgende:
16
Het is belangrijk om op te merken dat de berekeningen hiernaast zijn gemaakt zonder de effectieve rentevoet af te ronden op 3 decimalen. Het is belangrijk om de effectieve rentevoet niet af te ronden voor de berekening van de geamortiseerde kostprijs. De andere brekeningen zijn afgerond op 2 decimalen. 17 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 40 31/05/2011 - SVN
31/01/20X6
Dt
49121000
Ct
75150300
Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
5.756,91 5.756,91
18
NVI : € 1.012.500 x 6,823% x (30 / 360) = € 5.756,91. Op 15/12/20X6 is de boeking die gedaan moet worden de volgende:
15/12/2 X6
Dt Ct Ct
55xxxxxx 53001000 75150300
Ct
49121000
Bank Termijndeposito's > 1 jaar Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten Niet vervallen Intresten op deposito's < 3 maand
70.000,00 912,29 2.691,39 66.396,32
Amortisatie van transactiekosten: € 70.000 - € 69.087,71 = € 912,29. 19 NIV : € 1.012.500 x 6,823% x (346 / 360) = € 66.396,32. Elke maand wordt de rente van de maand erkend als niet vervallen interesten. Op 15 december wordt de rente betaald door de leningnemer. Men moet dus de NVI, erkenen tot 30 november, terugnemen en de rente voor deze eerste 14 dagen van december erkennen. Op het einde van de looptijd, 15/12/20Y5, zijn er twee boekingen nodig. De eerste, met betrekking tot de rente, is gelijk aan de voorbije boekingen bij de vorige boekhoudkundige afsluitingen. De tweede gaat over het niet langer in de balans opnemen van de lening. Boeking van de rente:
15/12/20Y5
Dt Ct Ct
55xxxxxx 53001000 75150300
Ct
49121000
Bank Termijndeposito's > 1 jaar Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand
70.000,00 1.652,49 2.657,77 65.689,74
20
Opbrengsten uit interesten-vastrentende efecten : € 1.001.652 x 6,823% x (14 / 360) = € 2.657,77. Boeking van het niet langer in de balans opnemen van de lening:
15/12/20Y5
18
Dt Ct
55xxxxxx 53001000
Bank Termijndeposito's > 1 jaar
1.000.000,00 1.000.000,00
In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 19 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 20 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 41 31/05/2011 - SVN
Toepassing van de optie reële waarde
Zoals uitgelegd in punt 3.1.1. Classificatie, heeft de NMBS groep onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om een financieel actief aan te duiden als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Als we beschouwen dat de NMBS groep gebruik maakt van de optie om de reële waarde toe te passen en dat aan de voorwaarden voldaan is (het is te zeggen dat de toepassing van de optie reële waarde de incoherentie in de boekhoudkundige verwerking van dit actief significant vermindert, ook Accounting Mismatch genoemd), zal de toepassing van de reële waarde ertoe leiden dat er supplementaire boekingen nodig zijn bij de eerste opname van het actief en bij de volgende afsluitingen. Supplementaire boekingen bij de eerste opname: Bij de eerste opname, op 15/12/20X5, is de reële waarde van de lening gelijk aan haar nominale waarde, € 1.000.000. Op het moment dat de lening in de boekhouding is opgenomen tegen reële waarde, zijn de transactiekosten niet geactiveerd. Het is dus noodzakelijk om de transactiekosten, die geactiveerd waren onder de geamortiseerde kostprijs, terug op te nemen.
15/12/20X5
Dt Ct Ct
65990000 75990000 53001000
Diverse financiële kosten Diverse Termijndeposito's > 1 jaar
25.000,00 12.500,00 12.500,00
Boekingen bij de volgende afsluitingen: Op 31/12/20X5 moet men de reële waarde van het actief vergelijken met de huidige waarde in de boekhouding, het is te zeggen, de reële waarde, opgenomen in de boekhouding bij de eerste opname, hier € 1.000.000. In deze fase is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen de "Clean" reële waarde en de "Dirty" reële waarde. De reële waarde wordt gezegd "Dirty" te zijn als deze de niet vervallen interesten omvat bij de datum van waardering. Wanneer ze de niet vervallen interesten niet omvat, wordt de reële waarde "Clean" genoemd. Vermits de NMBS groep beslist heeft om de niet vervallen interesten afzonderlijk op te nemen, is het de "Clean" reële waarde die in de balans is opgenomen. Hier is de "Dirty" reële waarde van het 21 financieel actief € 937.531,12 . De „Clean‟ reële waarde verkrijgt men op volgende manier: "Dirty" reële waarde € 937.531,12 VNI € 3.111,11 € 1.000.000*7%*(16/360)= € 3.111,11 "Clean" reële waarde € 934.420,01 22
De reële waarde van de lening is dus gedaald met € 65.579,99 , wat een kost betekent die in het resultaat dient opgenomen te worden.
31/12/20X5
21
Dt
65700001
Ct
53801000
FVTPL vastrentende effecten aanpassing reële waard Termijndeposito's >1jaar Fair Value
65.579,99 65.579,99
De reële waarde wordt niet in detail berekend in deze boekhoudhandleiding. In het algemeen hangt de reële waarde af van de rentevoet die van toepassing is op de lening en van de structuur van de rentevoeten die van toepassing zijn op de markt op het moment van de waardering. Het bedrag dat hier wordt gebruikt is louter illustratief. 22 Bij de eerste opname is de "Dirty" reële waarde gelijk aan de "Clean" reële waarde. Er zijn nog geen Niet vervallen interesten
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 42 31/05/2011 - SVN
Bij de toepassing van de optie reële waarde, is het niet meer nodig om de geamortiseerde kostprijs van de lening te erkennen. Enkel het verschil tussen de reële waarde op de afsluitingsdatum en de reële waarde op de datum van de vorige afsluiting, dient in de boekhouding opgenomen te worden. Bij het niet langer opnemen in de balans van de lening is er geen verschil, gegeven dat de reële waarde van de lening gelijk zal zijn aan haar nominale waarde. In het kader van dit voorbeeld, werd de opbrengst van de rente niet herberekend. Gegeven dat de transactiekosten niet geactiveerd worden bij de optie reële waarde, kan de effectieve rentevoet deze kosten niet in rekening brengen.
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Als de optie reële waarde niet wordt toegepast, is er geen verschil in boekhoudkundige verwerking tussen de IFRS normen en de Belgische boekhoudregels voor financiële activa met vaste betaling in EUR, opgenomen in de boekhouding tegen geamortiseerde kostprijs. De optie reële waarde is niet toepasbaar volgens de Belgische boekhoudregels. Als de NMBS groep beslist deze toe te passen volgens IFRS, is het noodzakelijk de boekhoudkundige verwerking volgens geamortiseerde kostprijs aan te houden in de Belgische jaarrekeningen. Men moet desalniettemin opmerken dat voor de boekhoudkundige verwerking volgens de Belgische boekhoudregels een onderscheid wordt gemaakt tussen schuldtitels met vaste betaling en deposito‟s op lange termijn. Volgens het minimum algemeen rekeningstelsel, toepasselijk in België, worden schuldtitels met vaste opbrengst boekhoudkundig verwerkt op een rekening van de klasse #52 en deposito‟s op lange termijn op een rekening van de klasse #53. In bovenstaand voorbeeld gaat het om een lening en dus niet om een schuldtitel. Het is daarom dat deze geboekt wordt op de rekening 5300.0000.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 43 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 8: Lening tegen een vaste rentevoet terugbetaalbaar in constante annuïteiten Op 15 december 20X5 geeft de NMBS groep een lening uit ter waarde van € 1 miljoen voor een looptijd van 10 jaar, aan een jaarlijkse rentevoet van 7%. Het kapitaal en de rente worden aan de NMBS groep betaald op basis van constante annuïteiten, gelijk aan € 142.378, tot aan het einde van de looptijd. De NMBS groep factureert 1,25% (€ 12.500) aan de leningnemer, niet terugbetaalbaar, voor de dossierkosten en draagt zelf € 25.000 van de directe kosten die verbonden zijn aan dit dossier.
Classificatie
Om deze lening te kunnen erkennen in de balans van de NMBS groep, dient men vast te stellen in welke categorie de lening geclassificeerd dient te worden. Dit kan men doen door te antwoorden op de vragen die voorgesteld worden in het schema onder punt 3.1.1 Classificatie: Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Dit is hier niet het geval, het actief werd aangekocht in het kader van het lange termijn kasbeleid. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten en is aangekocht in het kader van het lange termijn beleid. Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Ja, de NMBS groep leent liquiditeiten rechtstreeks aan de crediteur. Is het actief genoteerd op een actieve markt? Neen, het gaat om een lening na algemeen overleg, die niet genoteerd is op een actieve markt. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? Ja, de NMBS groep verbindt zich ertoe om de lening te houden tot aan het einde van haar looptijd. De antwoorden op deze verschillende vragen laten toe om te bepalen dat de lening geclassificeerd kan worden als „Leningen en vorderingen‟.
Waardering
Gegeven dat de lening geclassificeerd zal worden in de categorie „Leningen en vorderingen‟, zal deze opgenomen dienen te worden, van bij de eerste opname, tegen reële waarde vermeerderd met transactiekosten. Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, zal de lening opgenomen worden volgens de methode van geamortiseerde kostprijs.
Waardering bij eerste opname
De boekwaarde bij eerste opname wordt berekend op volgende manier:
Nominaal bedrag Dossierkosten gefactureerd aan de leningnemer Aanvuellende directe kosten gedragen door de NMBS groep Boekwaarde van de lening
EUR 1.000.000,00 (12.500,00) 25.000,00 1.012.500,00
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 44 31/05/2011 - SVN
Vermits de lening terugbetaalbaar is in constante annuïteiten, moet bij elke boekhoudkundige afsluiting een deel van de lening geherclassificeerd worden op korte termijn. Omdat de annuïteit constant is en gelijk is aan € 142.377,50, zal het terugbetaalde kapitaal elk jaar evolueren volgens de evolutie van de geamortiseerde kostprijs. Zoals berekend in onderstaande tabel, is bij eerste opname, het lange termijn deel van de lening € 938.285,45 en het korte termijn deel € 74.214,55. De boekhoudkundige verwerking bij eerste opname is de volgende: Het in resultaat nemen van de transactiekosten, direct gedragen door de NMBS groep, en de dossierkosten, gefactureerd aan de leningnemer
15/12/20X5
Dt Ct Ct
65990000 75990000 55xxxxxx
Diverse financiële kosten Diverse Bank
25.000,00 12.500,00 12.500,00
Het erkennen van de lening en activering van de transactiekosten Zoals beschreven in punt 3.1.2 Waardering, moeten de transactiekosten geactiveerd worden om in resultaat genomen te worden volgens de levensduur van het financieel actief en tegen het effectief rentepercentage. Het is dus gepast om de kosten en opbrengsten die in de vorige boeking in het resultaat zijn opgenomen, terug te nemen en deze te activeren op hetzelfde moment als waarop het financieel actief wordt opgenomen.
15/12/20X5
Dt Dt
53001000 53101000
Dt Ct Ct
75990000 65990000 55xxxxxx
Termijndeposito's > 1 jaar Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Diverse Diverse financiële kosten Bank
938.285,45 74.214,55 12.500,00 25.000,00 1.000.000,00
Waardering na eerste opname
Om de geamortiseerde kost te berekenen, dient men de effectieve rentevoet van de lening te bepalen. Datum 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5 IR
Kasstroom -1.012.500,00 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 6,7321431110618%
De effectieve rentevoet van de lening is niets anders dan haar intern rendementspercentage (IR) ; het is te zeggen, de actualisatievoet die nodig is om 10 jaarlijkse betalingen van € 142.377,50 gelijk te stellen aan de boekwaarde bij eerste opname van € 1.012.500. Indien we deze berekening doen, verkrijgen we ongeveer 6,7321%. Nu de effectieve rentevoet bepaald is, wordt de boekwaarde van de lening voor de periode tot aan het einde van de looptijd berekend in volgende tabel:
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 45 31/05/2011 - SVN
Data 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5
Kasstroom EUR
Rente opbrengsten @ 6,7321% EUR
142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 1.423.775,00
68.162,95 63.166,72 57.834,14 52.142,56 46.067,81 39.584,10 32.663,91 25.277,83 17.394,51 8.980,48 411.275,00
Geamortiseerde kostprijs (boekwaarde) EUR 1.012.500,00 938.285,45 859.074,67 774.531,30 684.296,36 587.986,67 485.193,27 375.479,68 258.380,01 133.397,02 0,00
Deel op LT
Deel op KT
EUR 938.285,45 859.074,67 774.531,30 684.296,36 587.986,67 485.193,27 375.479,68 258.380,01 133.397,02 0,00
EUR 74.214,55 79.210,78 84.543,36 90.234,94 96.309,69 102.793,40 109.713,59 117.099,67 124.982,99 133.397,02
Zoals hierboven voorgesteld, wordt de effectieve rente opbrengst voor de periode berekend door de effectieve rentevoet van 6,7321% toe te passen op de geamortiseerde kostprijs van de vorige periode. De rente opbrengst op 15/12/20X6 bijvoorbeeld wordt berekend op volgende manier: € 1.012.500,00 x 6,7321% 23 = € 68.162,95 ; de geamortiseerde kostprijs is gelijk aan € 1.012.500,00 - (€ 142.377,50 - € 68.162,95) = € 938.285,45. Op dezelfde wijze is de rente opbrengst op 15/12/20X7 gelijk aan € 938.285,45 x 6,7321% = € 63.166,72 en de geamortiseerde kostprijs is gelijk aan € 938.285,45 - (€ 142.377,50 - € 63.166,72) = € 859.074,67. Het korte termijn deel van de geamortiseerde kostprijs wordt berekend als het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs berekend in het begin van de periode en de geamortiseerde kostprijs aan het eind van de periode. Het korte termijn deel van de lening op 15/12/20X6 is bijvoorbeeld gelijk aan de geamortiseerde kostprijs op 15/12/20X6, € 938.285,45, min de geamortiseerde kostprijs op 15/12/20X7, € 859.074,67, wat € 79.210,78 geeft. Op 31/12/20X5 is het noodzakelijk om de niet vervallen interesten te erkennen voor de periode van 15/12/20X5 tot 31/12/20X5.
31/12/20X5
De NVI
24
Dt
49121000
Ct
75150300
Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
3.029,45 3.029,45
worden berekend op volgende manier: NVI = € 1.012.500 x 6,7321% x (16 / 360) = € 3.029,45
Bij elke maandelijkse afsluiting, wordt de rente van de periode erkend als over te dragen rente. Bijvoorbeeld op 31/01/20X6, is de boeking die gedaan moet worden de volgende:
31/01/20X6
23
Dt
49121000
Ct
75150300
Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
5.680,21 5.680,21
Het is belangrijk om op te merken dat de berekeningen hieronder zijn gemaakt zonder de effectieve rentevoet af te ronden op 3 decimalen. Het is belangrijk om de effectieve rentevoet niet af te ronden voor de berekening van de geamortiseerde kostprijs. De andere brekeningen zijn afgerond op 2 decimalen. 24 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 46 31/05/2011 - SVN
25
NVI : €1.012.500*6,7321%*(30/360)= € 5.680,21 Op 15/12/20X6 is de boeking die gedaan moet worden de volgende: Erkenning van de ontvangen rente en van het terugbetaald kapitaal
15/12/20X6
Dt Ct
55xxxxxx 53101000
Ct
49121000
Ct
75150300
Bank Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
142.377,50 74.214,55 65.511,75 2.651,20
26
NVI : € 1.012.500 x 6,7321% x (346 / 360) = € 65.511,75. Herclassificatie van het deel van de lening dat binnen het jaar vervalt naar korte termijn
15/12/20X6
Dt
53101000
Ct
53001000
Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Termijndeposito's > 1 jaar
79.210,78 79.210,78
Op het einde van de looptijd, op 15/12/20Y5, is slechts één enkele boeking nodig. De laatste annuïteit, ontvangen door de NMBS groep, betaalt in feite de laatste rente en betaalt het saldo van de lening terug. Er is dus geen afzonderlijke boeking voor het niet langer in de balans opnemen van het actief.
15/12/20Y5
Dt Ct
55xxxxxx 53101000
Ct
49121000
Ct
75150300
De rente opbrengsten
27
Bank Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
142.377,50 133.397,03 8.631,23 349,24
worden berekend op volgende manier: € 133.397,03*6,7321%*(14/360)=349,24
Toepassing van de optie reële waarde
Zoals uitgelegd in punt 3.1.1. Classificatie, heeft de NMBS groep onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om een financieel actief aan te duiden als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Als we beschouwen dat de NMBS groep gebruik maakt van de optie om de reële waarde toe te passen en dat aan de voorwaarden voldaan is (het is te zeggen dat de toepassing van de optie reële waarde de incoherentie in de boekhoudkundige verwerking van dit actief significant vermindert, ook Accounting Mismatch genoemd) zal de toepassing van de reële waarde ertoe leiden dat er supplementaire boekingen nodig zijn bij de eerste opname van het actief en bij de verschillende volgende afsluitingen. 25
In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 26 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 27 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 47 31/05/2011 - SVN
Supplementaire boekingen bij de eerste opname: Bij de eerste opname, op 15/12/20X5, is de reële waarde van de lening gelijk aan haar nominale waarde, € 1.000.000. Op het moment dat de lening in de boekhouding is opgenomen tegen reële waarde, zijn de transactiekosten niet geactiveerd. Het is dus noodzakelijk om de transactiekosten die geactiveerd zijn geweest onder de geamortiseerde kostprijs, terug op te nemen.
15/12/20X5
Dt Ct Ct
65990000 75990000 53001000
Diverse financiële kosten Diverse Termijndeposito's > 1 jaar
25.000,00 12.500,00 12.500,00
Boekingen bij de volgende afsluitingen: Op 31/12/20X5 moet men de reële waarde van het actief vergelijken met de huidige waarde in de boekhouding, het is te zeggen, de reële waarde, opgenomen in de boekhouding bij de vorige afsluiting, hier € 1.000.000. In deze fase is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen de "Clean" reële waarde en de "Dirty" reële waarde. De reële waarde wordt gezegd "Dirty" te zijn als deze de niet vervallen interesten omvat bij de datum van waardering. Wanneer ze de niet vervallen interesten niet omvat, wordt de reële waarde "Clean" genoemd. Vermits de NMBS groep beslist heeft om de niet vervallen interesten afzonderlijk op te nemen, is het de "Clean" reële waarde die in de balans is opgenomen. Hier is de "Dirty" reële waarde van het financieel actief € 889.419,41. De „Clean‟ reële waarde verkrijgt men op de volgende manier: "Dirty" reële waarde NVI "Clean" reële waarde
€ 889.419,41 € 3.111,11 € 1.000.000*7%*(16/360) = € 3.111,11 € 886.308,30
De reële waarde van de lening is dus gedaald met € 113.691,70, wat een kost betekent die in het resultaat dient opgenomen te worden.
31/12/20X5
Dt
65700001
Ct
53801000
FVTPL vastrentende effecten aanpassing reële waard Termijndeposito's >1jaar Fair Value
113.691,70 113.691,70
Bij de toepassing van de optie reële waarde, is het niet meer nodig om de geamortiseerde kostprijs van de lening te erkennen. Enkel het verschil tussen de reële waarde op de afsluitingsdatum en de reële waarde op de datum van de vorige afsluiting, dient in de boekhouding opgenomen te worden. In het kader van dit voorbeeld, werd de opbrengst van de rente niet herberekend. Gegeven dat de transactiekosten niet geactiveerd worden bij de optie reële waarde, kan de effectieve rentevoet deze kosten niet in rekening brengen.
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Als de optie reële waarde niet wordt toegepast, is er geen verschil in boekhoudkundige verwerking tussen de IFRS normen en de Belgische boekhoudregels voor financiële activa met vaste betaling in EUR, opgenomen in de boekhouding tegen geamortiseerde kostprijs. De optie reële waarde is niet toepasbaar volgens de Belgische boekhoudregels. Als de NMBS groep beslist deze toe te passen volgens IFRS, is het noodzakelijk de boekhoudkundige verwerking volgens geamortiseerde kostprijs aan te houden in de Belgische jaarrekeningen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 48 31/05/2011 - SVN
Men moet toch opmerken dat voor de boekhoudkundige verwerking volgens de Belgische boekhoudregels een onderscheid wordt gemaakt tussen schuldtitels met vaste betaling en deposito‟s op lange termijn. Volgens het minimum algemeen rekeningstelsel, toepasselijk in België, worden schuldtitels met vaste opbrengst boekhoudkundig verwerkt op een rekening van de klasse #52 en deposito‟s op lange termijn op een rekening van de klasse #53. In bovenstaand voorbeeld gaat het om een lening en dus niet om een schuldtitel. Het is daarom dat deze geboekt wordt op de rekening 5300.0000.
3.2.2 Financiële activa met een vaste rentevoet in vreemde valuta Financiële instrumenten worden vaak uitgeschreven in vreemde valuta. De manier waarop veranderingen in de wisselkoers, voor financiële instrumenten in vreemde valuta, verwerkt worden in de boekhouding, wordt uiteengezet in IAS 21 De gevolgen van wisselkoerswijzigingen. Volgens IAS 21 worden alle transacties in vreemde valuta initieel erkend aan de contante wisselkoers die van toepassing is op de datum van de transactie. Het betreft de contante wisselkoers voor een directe levering. Dit heeft als resultaat dat bij de eerste opname, alle financiële instrumenten in vreemde valuta omgezet worden naar EUR, gebruik makend van de contante wisselkoers, of ze nu opgenomen zijn tegen kostprijs, geamortiseerde kostprijs of reële waarde. De kosten en opbrengsten die voortkomen van deze financiële instrumenten, zoals rentekosten en opbrengsten en bijzondere waardeverminderingsverliezen, worden erkend aan de contante wisselkoers die van toepassing is op de datum van hun erkenning in de winst- en verliesrekening. De waardering van financiële activa in vreemde valuta bij de latere afsluitingen zal afhangen van het feit of het gaat om een monetair of een niet-monetair actief. Monetaire activa zijn aangehouden monetaire eenheden en actiefbestandelen voor ze ontvangen of betaald zijn onder de vorm van een bepaald of te bepalen aantal monetaire eenheden. Dit heeft tot gevolg dat schuldinstrumenten met vaste of variabele betaling, zoals obligaties en deposito‟s, monetaire instrumenten zijn. Niet-monetaire activa zijn alle activa die niet beantwoorden aan de definitie van een monetair actief. Met andere woorden, het recht op de ontvangst van een bepaald of te bepalen aantal monetaire eenheden is afwezig bij een niet-monetair actief. Dit is het geval bij financiële activa die instrumenten van het eigen vermogen zijn, namelijk aandelen.
Monetaire financiële activa
Volgens IAS 21, moet de NMBS groep, bij elke afsluitingsdatum van de balans, haar monetaire financiële activa, uitgedrukt in vreemde valuta, omzetten tegen de contante wisselkoers op die datum. De wisselkoersverschillen die resulteren uit de conversie van de monetaire activa tegen een andere wisselkoers dan diegene waartegen ze omgezet werden bij de eerste opname, worden erkend in de winst- en verliesrekening van de periode waarin ze gedragen worden.
Niet-monetaire financiële activa
De omzetting van niet-monetaire financiële activa hangt af van hun waarderingsmethode: geamortiseerde kostprijs of reële waarde. Niet-monetaire financiële activa, opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs, worden niet omgezet bij de latere afsluitingen. Dit zou het geval zijn bij niet genoteerde instrumenten van het eigen vermogen, uitgedrukt in vreemde valuta, die gewaardeerd zijn tegen kostprijs. Dit omdat hun reële waarde niet op een betrouwbare manier bepaald kan worden. Toch wordt het merendeel van de nietmonetaire financiële activa, zoals instrumenten van het eigen vermogen, gewaardeerd tegen reële waarde. Niet-monetaire financiële activa in vreemde valuta, gewaardeerd tegen reële waarde, worden omgezet gebruik makend van de wisselkoers die van toepassing was de dag waarop de reële waarde bepaald werd. Om het begrip van de verschillen in de boekhoudkundige verwerking van financiële activa in vreemde valuta en financiële activa in EUR te vergemakkelijken, worden dezelfde voorbeelden gebruikt als deze die gebruikt werden bij activa in EUR. Beleggingen in EUR worden vervangen door beleggingen in USD.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 49 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 9: Lening tegen een vaste rentevoet in USD terugbetaalbaar aan het einde van de looptijd Op 15 december 20X5 geeft de NMBS groep een lening uit ter waarde van $ 1 miljoen voor een looptijd van 10 jaar, aan een jaarlijkse rentevoet van 7%. De rente wordt door de leningnemer elk jaar betaald op 15 de december en de lening is terugbetaalbaar at par op het einde van het 10 jaar. De NMBS groep factureert 1,25% ($ 12.500) aan de leningnemer, niet terugbetaalbaar, voor de dossierkosten en draagt zelf $ 25.000 van de directe kosten die verbonden zijn aan dit dossier. Op 15 december 20X5 bedraagt de wisselkoers EUR/USD € 1 voor $ 1,40.
Classificatie
Om deze lening te kunnen erkennen in de balans van de NMBS groep, dient men vast te stellen in welke categorie de lening geclassificeerd dient te worden. Dit kan men doen door te antwoorden op de vragen die voorgesteld worden in het schema onder punt 3.1.1 Classificatie: Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Dit is hier niet het geval, het actief werd aangekocht in het kader van het lange termijn kasbeleid. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten en is aangekocht in het kader van het lange termijn beleid. Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Ja, de NMBS groep leent liquiditeiten rechtstreeks aan de crediteur. Is het actief genoteerd op een actieve markt? Neen, het gaat om een lening na algemeen overleg, die niet genoteerd is op een actieve markt. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? Ja, de NMBS groep verbindt zich ertoe om de lening te houden tot aan het einde van haar looptijd. De antwoorden op deze verschillende vragen laten toe om te bepalen dat de lening geclassificeerd kan worden als „Leningen en vorderingen‟.
Waardering
Gegeven dat de lening geclassificeerd zal worden in de categorie „Leningen en vorderingen‟, zal deze opgenomen dienen te worden, van bij de eerste opname, tegen reële waarde vermeerderd met transactiekosten. Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, zal de lening opgenomen worden volgens de methode van geamortiseerde kostprijs.
Waardering bij eerste opname
Op 15 december 20X5 bedraagt de wisselkoers EUR/USD € 1 voor $ 1,40. De boekwaarde bij de eerste opname wordt berekend op volgende manier:
Nominaal bedrag Dossierkosten gefactureerd aan de leningnemer Aanvullende directe kosten gedragen door de NMBS groep Boekwaarde van de lening
USD 1.000.000,00 (12.500,00) 25.000,00 1.012.500,00
EUR 714.285,71 (8.928,57) 17.857,14 723.214,29
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 50 31/05/2011 - SVN
De boekhoudkundige verwerking bij eerste opname is de volgende: Het in resultaat nemen van de transactiekosten, direct gedragen door de NMBS groep, en de dossierkosten, gefactureerd aan de leningnemer
31/12/20X5
Dt Ct
65990000 75990000 55xxxxxx
Diverse financiële kosten Diverse Bank
17.857,14 8.928,57 8.928,57
Het erkennen van de lening en activering van de transactiekosten Zoals beschreven in punt 3.1.2 Waardering, moeten de transactiekosten geactiveerd worden om in resultaat genomen te worden volgens de levensduur van het financieel actief en tegen het effectief rentepercentage. Het is dus gepast om de kosten en opbrengsten die in de vorige boeking in het resultaat zijn opgenomen, terug te nemen en deze te activeren op hetzelfde moment als waarop het financieel actief wordt opgenomen.
31/12/20X5
Dt Dt Ct Ct
53001000 75990000 65990000 55xxxxxx
Termijndeposito's > 1 jaar Diverse Diverse financiële kosten Bank
723.214,29 8.928,57 17.857,14 714.285,71
Vermits de lening integraal terugbetaalbaar is aan het einde van de looptijd, is er geen kapitaal dat vervalt gedurende het jaar. De totaliteit van de boekwaarde van de lening wordt op lange termijn in de balans opgenomen.
Waardering na eerste opname
Om de geamortiseerde kost te berekenen, dient men de effectieve rentevoet van de lening te bepalen. Onderstaande tabel stelt een geheel van kasstromen voor, inclusief de transactiekosten: Datum 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5 IR
Kasstroom -1.012.500,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 1.070.000,00 6,8234775479639%
De effectieve rentevoet van de lening is niets anders dan haar intern rendementspercentage (IR); het is te zeggen, de actualisatievoet die nodig is om 10 jaarlijkse betalingen van $ 70.000,00 en een finale betaling aan het einde van de looptijd van $ 1.000.000,00, gelijk te stellen aan de oorspronkelijke boekwaarde van $ 1.012.500,00. Indien we deze berekening doen, verkrijgen we ongeveer 6,823%. Nu de effectieve rentevoet bepaald is, wordt de boekwaarde van de lening voor de periode tot aan het einde van de looptijd berekend in volgende tabel:
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 51 31/05/2011 - SVN
Datum 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5
15/12/20Y5 15/12/20Y5
Kasstroom (Ontvangen rente) USD
Rente opbrengsten @ 6,823% USD
Afbetalingen van netto kosten USD
70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 70.000,00 700.000,00
69.087,71 69.025,46 68.958,96 68.887,93 68.812,05 68.730,99 68.644,40 68.551,90 68.453,09 68.347,51 687.500,00
912,29 974,54 1.041,04 1.112,07 1.187,95 1.269,01 1.355,60 1.448,10 1.546,91 1.652,49 12.500,00
Terugbetaling van de hoofdsom Boekwaarde van de lening
Boekwaarde USD 1.012.500,00 1.011.587,71 1.010.613,17 1.009.572,13 1.008.460,06 1.007.272,11 1.006.003,10 1.004.647,50 1.003.199,40 1.001.652,49 1.000.000,00
-1.000.000,00 0,00
Zoals hierboven voorgesteld, wordt de effectieve rente opbrengst voor de periode berekend door de effectieve rentevoet van 6,823% toe te passen op de geamortiseerde kostprijs van de vorige periode. De rente opbrengst op 15/12/20X6 bijvoorbeeld wordt berekend op volgende manier: $ 1.012.500,00 x 6,823% 28 = $ 69.087,71 ; het deel van de kosten dat in resultaat genomen dient te worden is het verschil tussen de ontvangen rente ($ 70.000) en de rente opbrengsten ($ 69.087,11), wat gelijk is aan $ 912,29; de geamortiseerde kostprijs is gelijk aan $ 1.012.500,00 – $ 912,29 = $ 1.011.587,71. Op dezelfde wijze is de rente opbrengst op 15/12/20X7 gelijk aan $ 1.011.587,71 x 6,823% = $ 69.025,46; het deel van de kosten dat geamortiseerd dient te worden is gelijk aan $ 70.000 – $ 69.025,46 = $ 975,54 en de geamortiseerde kostprijs is derhalve gelijk aan $ 1.011.587,71 – $ 974,54 = $ 1.010.613,17. Om de geamortiseerde kostprijs boekhoudkundig te verwerken, is het toepasselijk om deze om te zetten in EUR, gebruik makend van de slotkoers die van toepassing is op de datum van de afsluiting van de balans. Onderstaande tabel geeft de slotwisselkoers weer die van toepassing is voor elke afsluitingsdatum van de balans: Datum 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5
28
Slotkoers op betaaldatum 1,40 1,45 1,35 1,47 1,37 1,27 1,35 1,25 1,31 1,36 1,30
Het is belangrijk om op te merken dat de berekeningen hierna zijn gemaakt zonder de effectieve rentevoet af te ronden op 3 decimalen. Het is belangrijk om de effectieve rentevoet niet af te ronden voor de berekening van de geamortiseerde kostprijs. De andere berekeningen zijn afgerond op 2 decimalen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 52 31/05/2011 - SVN
Op basis van bovenstaande tabel is de omzetting van de geamortiseerde kostprijs in EUR de volgende:
Datum
Kasstroom (Ontvangen rente)
Rente opbrengsten @ 6,823%
Geamortiseerde kostprijs aan historische koers
EUR (slotkoers)
EUR (slotkoers)
48.275,86 51.851,85 47.619,05 51.094,89 55.118,11 51.851,85 56.000,00 53.435,11 51.470,59 53.846,15 520.563,47
47.646,70 51.129,97 46.910,86 50.283,16 54.182,72 50.911,84 54.915,52 52.329,69 50.333,15 52.575,01 511.218,62
EUR 723.214,29 722.562,65 721.866,55 721.122,95 720.328,61 719.480,08 718.573,64 717.605,36 716.571,00 715.466,06 714.285,71
15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5
Elke kasstroom en de rente opbrengsten worden omgezet in EUR, gebruik makend van de slotkoers die van toepassing is voor de periode. De geamortiseerde kostprijs wordt omgezet bij de eerste erkenning, gebruik makend van de contante slotkoers die van toepassing is op die datum. Bij volgende waarderingen wordt de geamortiseerde kostprijs bepaald door de geamortiseerde kostprijs in USD op deze datum te converteren naar EUR, gebruik makend van de historische wisselkoers die van toepassing was op 15/12/20X5. Onderstaande tabel geeft de berekening weer van de wisselkoersverschillen die dienen opgenomen te worden in de boekhouding bij elke jaarlijkse afsluiting op 31 december:
Datum
Geamortiseerde kostprijs USD
31/12/20X5 31/12/20X6 31/12/20X7 31/12/20X8 31/12/20X9 31/12/20Y0 31/12/20Y1 31/12/20Y2 31/12/20Y3 31/12/20Y4 31/12/20Y5
1.012.500,00 1.011.587,71 1.010.613,17 1.009.572,13 1.008.460,06 1.007.272,11 1.006.003,10 1.004.647,50 1.003.199,40 1.001.652,49 0,00
Slotwisselkoers EUR/USD
1,38 1,43 1,41 1,46 1,39 1,32 1,30 1,28 1,34 1,42 1,30
Geamortiseerde kostprijs omgezet in EUR aan slotkoers EUR
Geamortiseerde kostprijs aan historische koers EUR
Geaccumuleerd wisselkoersverschil EUR
Impact in winst- en verlies rekening EUR
733.695,65 707.403,99 716.746,93 691.487,76 725.510,83 763.084,93 773.848,54 784.880,86 748.656,27 705.389,08 0,00
723.214,29 722.562,65 721.866,55 721.122,95 720.328,61 719.480,08 718.573,64 717.605,36 716.571,00 715.466,06 0,00
10.481,36 -15.158,66 -5.119,62 -29.635,19 5.182,22 43.604,85 55.274,90 67.275,50 32.085,27 -10.076,98 0,00
10.481,36 -25.640,02 10.039,04 -24.515,57 34.817,41 38.422,63 11.670,05 12.000,60 -35.190,23 -42.162,25 10.076,98
Op 31/12/20X5 zijn de boekingen die gedaan moeten worden de volgende: Boeking van de niet vervallen interesten:
31/12/20X5
Dt
49121000
Ct
75150300
Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
2.224,89 2.224,89
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 53 31/05/2011 - SVN
De NVI worden als volgt berekend: 29 NVI in EUR = $ 1.012.500*6,823%*(16/360)/1,38 = € 2.224,89 Herwaardering van de geamortiseerde kostprijs aan de slotkoers:
31/12/20X5
Dt Ct
53001000 65400000
Termijndeposito's > 1 jaar Wisselkoersverschillen
10.481,36 10.481,36
Elke maand wordt de rente van de maand erkend als niet vervallen interesten en wordt ze omgezet tegen de slotkoers van de maand. Op 31/01/20X6 bijvoorbeeld, is de boeking die gedaan moet worden de volgende:
31/01/20X6
Dt
49121000
Ct
75150300
Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
4.054,16 4.054,16
Als we beschouwen dat de wisselkoers EUR/USD op 31/01/20X6 gelijk is aan 1,42. 30
NVI : $ 1.012.500*6,823%*(30/360)/1,42= € 4.054,16 Op 15/12/20X6, bij de betaling van de rente door de tegenpartij, is de boeking die gedaan moet worden de volgende:
15/12/20X6
Dt Dt Ct Ct
55xxxxxx 65400000 53001000 75150300
Ct
49121000
Bank Wisselkoersverschillen - USD Termijndeposito's > 1 jaar Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand
48.275,86 964,07 629,16 1.852,80 46.757,97
Elke maand wordt de rente van de maand erkend als rente, niet vervallen interesten. Op 15 december wordt de rente betaald door de leningnemer. Men moet dus de NVI erkenen tot 30 november (omgezet met de slotkoers op 30/11/20X6, 1,42), terugnemen en de rente voor deze eerste 14 dagen van december erkennen. 31
Rente opbrengsten : $ 1.012.500 x 6,823% x (14 / 360) / 1,45 = € 1.852,80. 32 NVI op 30/11/20X6: $ 1.012.500 x 6,823% x (346 / 360) / 1,42 = € 46.757,97. Amortisatie van transactiekosten: € 48.275,86 - € 47.646,70 = € 629,16. Op het einde van de looptijd, 15/12/20Y5, zijn er twee boekingen nodig. De eerste, met betrekking tot de rente, is gelijk aan de voorbije boekingen bij de vorige betalingen. De tweede gaat over het niet langer in de balans opnemen van de lening.
29
In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 30 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 31 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 32 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 54 31/05/2011 - SVN
Boeking van de rente:
15/12/20Y5
Dt Ct Ct
55xxxxxx 53001000 75150300
Ct
49121000
Ct
75400000
Bank Termijndeposito's > 1 jaar Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Wisselresultaten
53.846,15 1.271,14 2.044,44 49.761,35 769,22
33
Rente opbrengsten : $ 1.001.652,49*6,823%*(14/360)/1,30 = € 2.044,44 34 NVI op 30/11/20Y5 : $ 1.001.652,49 x 6,823% x (346 / 360) / 1,32 = € 49.761,35. Amortisatie van transactiekosten: € 53.846,15 - € 52.575,01 = € 1.271,14. Boeking van het niet langer in de balans opnemen van de lening:
15/12/20Y5
Dt Ct Ct
55xxxxxx 53001000 75400000
Bank Termijndeposito's > 1 jaar Wisselresultaten
769.230,77 705.389,08 63.841,69
Toepassing van de optie reële waarde
Zoals uitgelegd in punt 3.1.1. Classificatie, heeft de NMBS groep onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om een financieel actief aan te duiden als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Als we beschouwen dat de NMBS groep gebruik maakt van de optie om de reële waarde toe te passen en dat aan de voorwaarden voldaan is (het is te zeggen dat de toepassing van de optie reële waarde de incoherentie in de boekhoudkundige verwerking van dit actief significant vermindert, ook genoemd Accounting Mismatch genoemd) zal de toepassing van de reële waarde ertoe leiden dat er supplementaire boekingen nodig zijn bij de eerste opname van het actief en bij de verschillende volgende afsluitingen. Supplementaire boekingen bij de eerste opname: Bij de eerste opname, op 15/12/20X5, is de reële waarde van de lening gelijk aan haar nominale waarde, $ 1.000.000. Omgezet tegen de wisselkoers die van toepassing was bij de eerste opname, namelijk 1,4 USD/EUR, is de reële waarde € 714.285,71. Op het moment dat de lening in de boekhouding is opgenomen tegen reële waarde, zijn de transactiekosten niet geactiveerd. Het is dus noodzakelijk om de transactiekosten die geactiveerd zijn geweest samen met de geamortiseerde kostprijs, terug te nemen.
15/12/20X5
Dt Ct Ct
65990000 75990000 53001000
Diverse financiële kosten Diverse Termijndeposito's > 1 jaar
17.857,14 8.928,57 8.928,57
Boekingen bij de volgende afsluitingen: Op 31/12/20X5 moet men de reële waarde van het actief vergelijken met de huidige waarde in de boekhouding, het is te zeggen, de reële waarde, opgenomen in de boekhouding bij de vorige afsluiting, hier € 714.285,71.
33
In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 3 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 34 Wisselkoers op 30/11/20Y5
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 55 31/05/2011 - SVN
In deze fase is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen de "Clean" reële waarde en de "Dirty" reële waarde. De reële waarde wordt gezegd "Dirty" te zijn als deze de niet vervallen interesten omvat bij de datum van waardering. Wanneer ze de niet vervallen interesten niet omvat, wordt de reële waarde "Clean" genoemd. Vermits de NMBS groep beslist heeft om de niet vervallen interesten afzonderlijk op te nemen, is het de "Clean" reële waarde die in de balans is opgenomen. Hier is de "Dirty" reële waarde van het financieel actief $ 937.531,12. De wisselkoers EUR/USD op 31/12/20X5 bedraagt 1,38. De „Clean‟ reële waarde verkrijgt men op volgende manier: "Dirty" reële waarde USD "Dirty" reële waarde EUR NVI "Clean" reële waarde
$ 937.531,12 € 679.370,38 € 2.254,43 $ 1.000.000*7%*(16/360)/1,38= € 2.254,43 € 677.115,95
De reële waarde van de lening is dus gedaald met € 37.169,76, wat een kost betekent die in het resultaat dient opgenomen te worden.
31/12/20X5
Dt
65700001
Ct
53801000
FVTPL vastrentende effecten aanpassing reële waard Termijndeposito's >1 jaar Fair Value
37.169,76 37.169,76
Het is belangrijk om op te merken dat de aanpassing van de reële waarde in feite de impact die te wijten is aan de schommeling van de wisselkoers USD/EUR omvat. Het wisselkoerseffect maakt een integraal deel uit van de reële waarde. Bij de toepassing van de optie reële waarde, is het niet meer nodig om de geamortiseerde kostprijs van de lening te erkennen. Enkel het verschil tussen de reële waarde op de afsluitingsdatum en de reële waarde op de datum van de vorige afsluiting, dient in de boekhouding opgenomen te worden. In het kader van dit voorbeeld, werd de opbrengst van de rente niet herberekend. Gegeven dat de transactiekosten niet geactiveerd worden bij de optie reële waarde, kan de effectieve rentevoet deze kosten niet in rekening brengen.
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Als de optie reële waarde niet wordt toegepast, is er geen verschil in boekhoudkundige verwerking tussen de IFRS normen en de Belgische boekhoudregels voor financiële activa met vaste betaling in vreemde valuta, opgenomen in de boekhouding tegen geamortiseerde kostprijs. De optie reële waarde is niet toepasbaar volgens de Belgische boekhoudregels. Als de NMBS groep beslist deze toe te passen volgens IFRS, is het noodzakelijk de boekhoudkundige verwerking volgens geamortiseerde kostprijs aan te houden in de Belgische jaarrekeningen. Men moet toch opmerken dat voor de boekhoudkundige verwerking volgens de Belgische boekhoudregels een onderscheid wordt gemaakt tussen schuldtitels met vaste opbrengst en deposito‟s op lange termijn. Volgens het minimum algemeen rekeningstelsel, toepasselijk in België, worden schuldtitels met vaste betaling boekhoudkundig verwerkt op een rekening van de klasse #52 en deposito‟s op lange termijn op een rekening van de klasse #53. In bovenstaand voorbeeld gaat het om een lening en dus niet om een schuldtitel. Het is daarom dat deze geboekt wordt op de rekening 5300.0000.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 56 31/05/2011 - SVN
Voorbeeld 10: Lening tegen een vaste rentevoet in USD terugbetaalbaar in constante annuïteiten Op 15 december 20X5 geeft de NMBS groep een lening uit ter waarde van $ 1 miljoen voor een looptijd van 10 jaar, aan een jaarlijkse rentevoet van 7%. Het kapitaal en de rente worden aan de NMBS groep betaald op basis van constante annuïteiten, gelijk aan $ 142.377,50, tot aan het einde van de looptijd. De NMBS groep factureert 1,25% ($ 12.500) aan de leningnemer, niet terugbetaalbaar, voor de dossierkosten en draagt zelf $ 25.000 van de directe kosten die verbonden zijn aan dit dossier. De contante wisselkoers EUR/USD op 1 januari 20X5 bedraagt 1,40.
Classificatie
Om deze lening te kunnen erkennen in de balans van de NMBS groep, dient men vast te stellen in welke categorie de lening geclassificeerd dient te worden. Dit kan men doen door te antwoorden op de vragen die voorgesteld worden in het schema onder punt 3.1.1 Classificatie: Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Dit is hier niet het geval, het actief werd aangekocht in het kader van het lange termijn kasbeleid. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten en is aangekocht in het kader van het lange termijn beleid. Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Ja, de NMBS groep leent liquiditeiten rechtstreeks aan de crediteur. Is het actief genoteerd op een actieve markt? Neen, het gaat om een lening na algemeen overleg, die niet genoteerd is op een actieve markt. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? Ja, de NMBS groep verbindt zich ertoe om de lening te houden tot aan het einde van haar looptijd. De antwoorden op deze verschillende vragen laten toe om te bepalen dat de lening geclassificeerd kan worden als „Leningen en vorderingen‟.
Waardering
Gegeven dat de lening geclassificeerd zal worden in de categorie „Leningen en vorderingen‟, zal deze opgenomen dienen te worden, van bij de eerste opname, tegen reële waarde vermeerderd met transactiekosten. Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, zal de lening opgenomen worden volgens de methode van geamortiseerde kostprijs.
Waardering bij eerste opname
De boekwaarde bij eerste opname wordt berekend op volgende manier:
Nominaal bedrag Dossierkosten gefactureerd aan de leningnemer Aanvullende directe kosten gedragen door de NMBS groep Boekwaarde van de lening
USD 1.000.000,00 (12.500,00) 25.000,00 1.012.500,00
EUR 714.285,71 (8.928,57) 17.857,14 723.214,29
Als we de bedragen in USD omzetten, gebruik makend van de wisselkoers van 1 januari 20X5, namelijk 1,40, bedraagt het nominaal bedrag van de lening € 714.285,71. De transactiekosten worden eveneens omgezet tegen de wisselkoers van 1 januari 20X5.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 57 31/05/2011 - SVN
Op dezelfde wijze zal de constante annuïteit omgezet worden in EUR, gebruik makend van de wisselkoers die van toepassing is op de datum van de betaling van de annuïteit. De boekhoudkundige verwerking bij eerste opname is de volgende: Het in resultaat nemen van de transactiekosten, direct gedragen door de NMBS groep, en de dossierkosten, gefactureerd aan de leninggever
15/12/20X5
Dt Ct Ct
65990000 75990000 55xxxxxx
Diverse financiële kosten Diverse Bank
17.857,14 8.928,57 8.928,57
Het erkennen van de lening en activering van de transactiekosten Zoals beschreven in punt 3.1.2 Waardering, moeten de transactiekosten geactiveerd worden om in resultaat genomen te worden volgens de levensduur van het financieel actief en tegen het effectief rentepercentage. Het is dus gepast om de kosten en opbrengsten die in de vorige boeking in het resultaat zijn opgenomen, terug te nemen en deze te activeren op hetzelfde moment als waarop het financieel actief wordt opgenomen.
15/12/20X5
Dt Dt
53001000 53101000
Dt Ct Ct
75990000 65990000 55xxxxxx
Termijndeposito's > 1 jaar Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Diverse Diverse financiële kosten Bank
670.203,89 53.010,39 8.928,57 17.857,14 714.285,71
Vermits de lening terugbetaalbaar is in constante annuïteiten, moet bij elke boekhoudkundige afsluiting een deel van de lening geherclassificeerd worden op korte termijn. Omdat de annuïteit constant is en gelijk is aan € 142.377,50, zal het terugbetaalde kapitaal elk jaar evolueren volgens de evolutie van de geamortiseerde kostprijs. Zoals berekend in onderstaande tabel over de geamortiseerde kostprijs, is, bij eerste opname, het lange termijn deel van de lening $ 938.285,45 en het korte termijn deel $ 74.214,55. Men moet deze bedragen in EUR ook omzetten om ze te kunnen opnemen in de boekhouding. Zoals voorgesteld in de tabel met de berekening van de geamortiseerde kostprijs in EUR hieronder, spreekt het voor zich dat de annuïteit in EUR niet constant zal zijn door de variaties in de wisselkoers. Het bedrag dat erkend dient te worden op lange termijn, omgezet naar EUR, is € 670.203,90 en op korte termijn € 53.010,39.
Waardering na eerste opname
Om de geamortiseerde kost te berekenen, dient men de effectieve rentevoet van de lening te bepalen. Datum 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5 IR
Kasstroom -1.012.500,00 142.377,50 1 2.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 6,7321431110618%
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 58 31/05/2011 - SVN
De effectieve rentevoet van de lening is niets anders dan haar intern rendementspercentage (IR); het is te zeggen, de actualisatievoet die nodig is om 10 jaarlijkse betalingen van $ 142.377,50 gelijk te stellen aan de boekwaarde bij eerste opname van $ 1.012.500. Indien we deze berekening doen, verkrijgen we ongeveer 6,7321%. Nu de effectieve rentevoet bepaald is, kan de geamortiseerde kostprijs in USD berekend worden. Men dient meer bepaald de berekening in EUR om te zetten, gebruik makend van de wisselkoersen die van toepassing zijn op de verschillende afsluitingsdata van de balans. De kasstromen worden omgezet op basis van de contante wisselkoers die van toepassing is op de datum van de inning door de NMBS groep. De rente opbrengsten, berekend op basis van de effectieve rentevoet, worden via deze rentevoet elke maand omgezet, gebruik makend van de slotkoers van de periode. Berekening van de geamortiseerde kostprijs in USD:
Data 15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5
Kasstroom USD
Rente opbrengsten @ 6,7322% USD
142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 142.377,50 1.423.775,00
68.162,95 63.166,72 57.834,14 52.142,56 46.067,81 39.584,10 32.663,91 25.277,83 17.394,51 8.980,47 411.275,00
Geamortiseerde kostprijs (boekwaarde) USD 1.012.500,00 938.285,45 859.074,67 774.531,31 684.296,37 587.986,68 485.193,28 375.479,69 258.380,02 133.397,03 0,00
Deel op LT USD 938.285,45 859.074,67 774.531,31 684.296,37 587.986,68 485.193,28 375.479,69 258.380,02 133.397,03 0,00
Deel op KT USD 74.214,55 79.210,78 84.543,36 90.234,94 96.309,69 102.793,40 109.713,59 117.099,67 124.982,99 133.397,03
Zoals hierboven voorgesteld, wordt de effectieve rente opbrengst voor de periode berekend door de effectieve rentevoet van 6,7321% toe te passen op de geamortiseerde kostprijs van de vorige periode. De rente opbrengst op 15/12/20X6 bijvoorbeeld wordt berekend op volgende manier: $ 1.012.500,00 x 6,7321% 35 = $ 68.162,95 ; de geamortiseerde kostprijs is gelijk aan $ 1.012.500,00 – ($ 142.377,50 - $ 68.162,95) = $ 938.285,45. Op dezelfde wijze is de rente opbrengst op 15/12/20X7 gelijk aan $ 938.285,45 x 6,7321% = $ 63.166,72 en de geamortiseerde kostprijs is gelijk aan $ 938.285,45 – ($ 142.377,50 – $ 63.166,72) = $ 859.074,67. Het korte termijn deel van de geamortiseerde kostprijs wordt berekend als het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs berekend in het begin van de periode en de geamortiseerde kostprijs aan het eind van de periode. Het korte termijn deel van de lening op 15/12/20X6 is bijvoorbeeld gelijk aan de geamortiseerde kostprijs op 15/12/20X6, $ 938.285,45, min de geamortiseerde kostprijs op 15/12/20X7, $ 859.074,67 wat $ 79.210,78 geeft.
35
Het is belangrijk om op te merken dat de berekeningen hierna zijn gemaakt zonder de effectieve rentevoet af te ronden op 3 decimalen. Het is belangrijk om de effectieve rentevoet niet af te ronden voor de berekening van de geamortiseerde kostprijs. De andere brekeningen zijn afgerond op 2 decimalen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 59 31/05/2011 - SVN
Berekening van de geamortiseerde kostprijs in EUR:
wisselkoers EUR/USD
Kasstroom
Dates
EUR
15/12/20X5 15/12/20X6 15/12/20X7 15/12/20X8 15/12/20X9 15/12/20Y0 15/12/20Y1 15/12/20Y2 15/12/20Y3 15/12/20Y4 15/12/20Y5
1,40 1,45 1,35 1,47 1,37 1,27 1,35 1,25 1,31 1,36 1,30
98.191,38 105.464,81 96.855,44 103.925,18 112.108,27 105.464,81 113.902,00 108.685,11 104.689,34 109.521,15 1.058.807,51
Rente opbrengsten @ 6,7322% EUR
47.008,93 46.790,16 39.342,95 38.060,26 36.273,87 29.321,56 26.131,13 19.296,05 12.790,08 6.908,05 301.923,04
Geamortiseerde kostprijs zonder wisselkoersverschillen EUR
Geamortiseerde kostprijs deel op LT EUR
Geamortiseerde kostprijs deel op KT EUR
723.214,29 670.203,89 613.624,76 553.236,65 488.783,12 419.990,49 346.566,63 268.199,78 184.557,16 95.283,59 0,00
670.203,89 613.624,76 553.236,65 488.783,12 419.990,49 346.566,63 268.199,78 184.557,16 95.283,59 0,00 0,00
53.010,39 56.579,13 60.388,11 64.453,53 68.792,64 73.423,86 78.366,85 83.642,62 89.273,56 95.283,59 0,00
Berekening van wisselkoersverschillen op 31 december:
Data
31/12/20X5 31/12/20X6 31/12/20X7 31/12/20X8 31/12/20X9 31/12/20Y0 31/12/20Y1 31/12/20Y2 31/12/20Y3 31/12/20Y4 31/12/20Y5
Geamortiseerde kostprijs USD
Wisselkoers EUR/USD
1.012.500,00 938.285,45 859.074,67 774.531,31 684.296,37 587.986,68 485.193,28 375.479,69 258.380,02 133.397,03 0,00
1,38 1,43 1,41 1,46 1,39 1,32 1,30 1,28 1,34 1,42 1,30
Geamortiseerde kostprijs omgezet naar EUR aan de slotkoers EUR
Geamortiseerde kostprijs omgezet naar EUR aan de historische koers EUR
Geaccumuleerd wisselkoersverschil EUR
Impact in winst- en verliesrekening EUR
733.695,65 656.143,67 609.272,82 530.500,90 492.299,55 445.444,45 373.225,60 293.343,51 192.820,91 93.941,57 0,00
723.214,29 670.203,89 613.624,76 553.236,65 488.783,12 419.990,49 346.566,63 268.199,78 184.557,16 95.283,59 0,00
10.481,36 -14.060,22 -4.351,94 -22.735,75 3.516,43 25.453,96 26.658,97 25.143,73 8.263,75 -1.342,02 0,00
10.481,36 -24.541,58 9.708,28 -18.383,81 26.252,18 21.937,53 1.205,01 -1.515,24 -16.879,98 -9.605,77 1.342,02
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 60 31/05/2011 - SVN
Herclassificatie op korte termijn op 31 december:
Data 31/12/20X5 31/12/20X6 31/12/20X7 31/12/20X8 31/12/20X9 31/12/20Y0 31/12/20Y1 31/12/20Y2 31/12/20Y3 31/12/20Y4 31/12/20Y5
Geamortiseerde kostprijs USD 1.012.500,00 938.285,45 859.074,67 774.531,31 684.296,37 587.986,68 485.193,28 375.479,69 258.380,02 133.397,03 0,00
Wisselkoers 1,38 1,43 1,41 1,46 1,39 1,32 1,30 1,28 1,34 1,42 1,30
Geamortiseerde kostprijs omgezet naar EUR aan de slotkoers EUR 733.695,65 656.143,67 609.272,82 530.500,90 492.299,55 445.444,45 373.225,60 293.343,51 192.820,91 93.941,57 0,00
Geamortiseerde kostprijs deel op LT EUR 679.916,99 600.751,52 549.312,99 468.696,14 423.012,00 367.570,67 288.830,53 201.859,39 99.550,02 0,00 0,00
Geamortiseerde kostprijs deel op KT EUR 53.778,66 55.392,15 59.959,83 61.804,75 69.287,55 77.873,79 84.395,07 91.484,12 93.270,89 93.941,57 0,00
Op 31/12/20X5 dient de volgende boeking gedaan te worden: Boeking van de NVI:
31/12/20X5
NVI
36
Dt
49121000
Ct
75150300
Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
2.195,25 2.195,25
31/12/20X5: $ 1.012.500,00*6,7321%*(16/360)/1,38 = € 2.195,25
Herwaardering van de lening aan de slotkoers en de wisselkoersverschillen:
31/12/20X5
Dt
53101000
Dt Ct
53001000 75400000
boekhoudkundige verwerking van de
Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Termijndeposito's > 1 jaar Wisselresultaten
768,26 9.713,10 10.481,36
Op 15/12/20X6 dient de volgende boeking gedaan te worden: Erkenning van de geïnde rente en het terugbetaald kapitaal:
15/12/20X6
36
Dt Dt Ct
55xxxxxx 65400000 53101000
Ct
75150300
Ct
49121000
Bank Wisselkoersverschillen Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand
98.191,38 1.981,20 53.778,66 1.828,11 44.565,81
In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 61 31/05/2011 - SVN
37
38
NVI 30/11/20X6 : $ 1.012.500,00*6,7321%*(346 / 360)/1,47 = € 44.565,81 Rente opbrengsten 15/12/20X6: $ 1.012.500,00*6,7321%*(14 / 360)/1,45 = € 1.828,11 Herclassificatie van het deel van de lening dat binnen het jaar vervalt op korte termijn
15/12/20X6
Dt
53101000
Ct
53001000
Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Termijndeposito's > 1 jaar
56.579,13 56.579,13
Op 31/12/20X6 dient de volgende boeking gedaan te worden: Herwaardering van de lening aan de slotkoers en de boekhoudkundige verwerking van de wisselkoersverschillen:
31/12/20X6
Dt Ct
65400000 53101000
Ct
53001000
Wisselkoersverschillen Termijndeposito's < 1 jaar >3 maanden Termijndeposito's > 1 jaar
14.060,22 1.186,98 12.873,24
Op het einde van de looptijd, op 15/12/20Y5, is slechts een enkele boeking nodig. De laatste annuïteit, ontvangen door de NMBS groep, betaalt in feite de laatste rente en betaalt het saldo van de lening terug. Er is dus geen afzonderlijke boeking voor het niet langer in de balans opnemen van het actief.
15/12/20Y5
Dt Ct
55xxxxxx 53101000
Ct
49121000
Ct
75150300
Ct
75400000
Bank Termijndeposito's < 1jaar >3 maanden Niet vervallen Intresten op deposito's > 3 maand Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten Wisselresultaten
109.521,15 93.941,57 6.538,77 269,73 8.771,08
39
Rente opbrengsten op 15/12/20Y5: $ 133.397,03 x 6,7321% x (14 / 360) / 1,30 = € 269,73. 40 41 NIV op 30/11/20Y5 : $ 133.397,03 x 6,7321% x (346 / 360) / 1,32 = € 6.538,77
Toepassing van de optie reële waarde
Zoals uitgelegd in punt 3.1.1. Classificatie, heeft de NMBS groep onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid om een financieel actief aan te duiden als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Als we beschouwen dat de NMBS groep gebruik maakt van de optie om de reële waarde toe te passen en dat aan de voorwaarden voldaan is (het is te zeggen dat de toepassing van de optie reële waarde de incoherentie in de boekhoudkundige verwerking van dit actief significant vermindert, ook Accounting Mismatch genoemd) zal de toepassing van de reële waarde ertoe leiden dat er supplementaire boekingen nodig zijn bij de eerste opname van het actief en bij de verschillende volgende afsluitingen.
37
In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 38 Wisselkoers op 30/11/20X6. 39 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 40 In dit voorbeeld hebben we de IR afgerond tot op 4 decimalen. In de realiteit echter, is het belangrijk dat de IR niet wordt afgerond om de renteopbrengsten te berekenen. 41 Wisselkoers op 30/11/20Y5.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 62 31/05/2011 - SVN
Supplementaire boekingen bij de eerste opname: Bij de eerste opname, op 15/12/20X5, is de reële waarde van de lening gelijk aan haar nominale waarde, $ 1.000.000. Omgezet aan de wisselkoers van toepassing bij de eerste opname, 1,4 $/€, bedraagt de reële waarde € 714.285,71. Op het moment dat de lening in de boekhouding is opgenomen tegen reële waarde, zijn de transactiekosten niet geactiveerd. Het is dus noodzakelijk om de transactiekosten die geactiveerd zijn geweest samen met de geamortiseerde kostprijs, terug te nemen.
15/12/20X5
Dt 65990000 Diverse financiële kosten Ct 75990000 Diverse Ct 53001000 Termijndeposito's > 1 jaar Boekingen bij de volgende afsluitingen:
17.857,14 8.928,57 8.928,57
Op 31/12/20X5 moet men de reële waarde van het actief vergelijken met de huidige waarde in de boekhouding, het is te zeggen, de reële waarde, opgenomen in de boekhouding bij de vorige afsluiting, hier € 714.285,71. In deze fase is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen de "Clean" reële waarde en de "Dirty" reële waarde. De reële waarde wordt gezegd "Dirty" te zijn als deze de niet vervallen interesten omvat bij de datum van waardering. Wanneer ze de niet vervallen interesten niet omvat, wordt de reële waarde "Clean" genoemd. Vermits de NMBS groep beslist heeft om de niet vervallen interesten afzonderlijk op te nemen, is het de "Clean" reële waarde die in de balans is opgenomen. Hier is de "Dirty" reële waarde van het financieel actief $ 889.419,41. De wisselkoers EUR/USD op 31/12/20X5 bedraagt 1,38. De „Clean‟ reële waarde verkrijgt men op volgende manier: "Dirty" reële waarde USD "Dirty" reële waarde EUR NVI "Clean" reële waarde
$ 889.419,41 € 644.506,82 € 2.254,43 $ 1.000.000*7%*(16/360)/1,38= € 2.254,43 € 642.252,39
De reële waarde van de lening is dus gedaald met € 72.033,32, wat een kost betekent die in het resultaat dient opgenomen te worden.
31/12/20X5
Dt
65700001
Ct
53801000
FVTPL vastrentende effecten aanpassing reële waard Termijndeposito's >1 jaar Fair Value
72.033,32 72.033,32
Het is belangrijk om op te merken dat de aanpassing van de reële waarde in feite de impact die te wijten is aan de schommeling van de wisselkoers USD / EUR omvat. Het wisselkoerseffect maakt een integraal deel uit van de reële waarde. Bij de toepassing van de optie reële waarde, is het niet meer nodig om de geamortiseerde kostprijs van de lening te erkennen. Enkel het verschil tussen de reële waarde op de afsluitingsdatum en de reële waarde op de datum van de vorige afsluiting, dient in de boekhouding opgenomen te worden. In het kader van dit voorbeeld, werd de opbrengst van de rente niet herberekend. Gegeven dat de transactiekosten niet geactiveerd worden bij de optie reële waarde, kan de effectieve rentevoet deze kosten niet in rekening brengen.
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Als de optie reële waarde niet wordt toegepast, is er geen verschil in boekhoudkundige verwerking tussen de IFRS normen en de Belgische boekhoudregels voor financiële activa met vaste betaling in vreemde valuta, opgenomen in de boekhouding tegen geamortiseerde kostprijs. De optie reële waarde is niet toepasbaar volgens de Belgische boekhoudregels. Als de NMBS groep beslist deze toe te passen volgens IFRS, is het
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 63 31/05/2011 - SVN
noodzakelijk de boekhoudkundige verwerking volgens geamortiseerde kostprijs aan te houden in de Belgische jaarrekeningen. Men moet toch opmerken dat voor de boekhoudkundige verwerking volgens de Belgische boekhoudregels een onderscheid wordt gemaakt tussen schuldtitels met vaste betaling en deposito‟s op lange termijn. Volgens het minimum algemeen rekeningstelsel, toepasselijk in België, worden schuldtitels met vaste opbrengst boekhoudkundig verwerkt op een rekening van de klasse #52 en deposito‟s op lange termijn op een rekening van de klasse #53. In bovenstaand voorbeeld gaat het om een lening en dus niet om een schuldtitel. Het is daarom dat deze geboekt wordt op de rekening 5300.0000.
3.2.3 Financiële activa met een variabele rentevoet in EUR Een variabele rentevoet op een financieel instrument die verbonden is aan een referentievoet zoals de EURIBOR of een nominaal bedrag verbonden aan een prijsindex zijn voorbeelden van bepaalbare kasstromen. In tegenstelling tot instrumenten met een vaste rentevoet voor dewelke de effectieve rentevoet in het algemeen constant blijft tot aan het einde van de termijn van het instrument, zorgt, voor instrumenten met een variabele rentevoet, de periodieke schatting van de bepaalbare kasstromen, uitgevoerd om de bewegingen van de marktvoeten te weerspiegelen, ervoor dat de effectieve rentevoet van het instrument wijzigt. Ondanks het feit dat de fluctuaties van de rentevoeten een verandering in de effectieve rentevoeten met zich meebrengen, vindt er in het algemeen toch geen wijziging van de reële waarde van het instrument plaats. Wanneer een instrument met variabele rentevoet wordt verworven, is het bedrag waartegen het opgenomen wordt, in feite gelijk aan de hoofdsom die ontvangen dient te worden aan het einde van de looptijd. Het herwaarderen van de toekomstige rente betalingen heeft normaal gezien geen significante impact op de boekwaarde van het actief. Dit betekent dat de effectieve rentevoet altijd gelijk zal zijn aan de rentevoet die voorzien is in de formule van het financieel instrument, bijvoorbeeld EURIBOR +1%. Dit heeft tot gevolg dat de boekwaarde niet beïnvloed wordt door het proces van de herwaardering van toekomstige kasstromen en van de effectieve rentevoet. Het resultaat van veranderingen in EURIBOR wordt gereflecteerd in de boekhoudkundige periode gedurende dewelke de veranderingen plaatshebben. Toch, als een instrument met variabele rentevoet wordt verworven met een premie of met korting , of als de NMBS groep de transactiekosten draagt of factureert, stelt de vraag zich of deze premie of deze korting, net als andere transactiekosten, moeten afgeschreven worden over de periode tot aan de volgende datum van herwaardering of over de verwachte levensduur van het actief. Het antwoord op deze vraag hangt af van de aard van de premie of de korting en van haar relatie met de marktrente: Een afschrijvingsperiode tot aan de volgende datum van herwaardering kan gebruikt worden als de premie of de korting op een instrument met variabele rentevoet de opgelopen rente op het instrument weergeeft sinds de laatste rentebetaling; of de veranderingen in de marktrentevoeten sinds de variabele rentevoet aangepast werd aan de marktrentevoet. Dit is te wijten aan het feit dat de premie of korting gelinkt is aan de periode tot aan de volgende datum van aanpassing, gegeven dat op die datum de variabele rentevoet, waaraan de premie of korting gelinkt is, wordt afgestemd met de marktrentevoet. In dit geval zal de reële waarde van de lening op de volgende datum van herwaardering gelijk zijn aan haar at par waarde. Hier een voorbeeld van deze situatie: Op 15 mei 20X6 verwerft de NMBS groep een obligatie met een nominale waarde van € 100 miljoen die 42 een driemaandelijkse rente betaalt gelijk aan EURIBOR op 3 maanden plus 50 basispunten voor € 99,25 miljoen. De EURIBOR op de laatste datum van aanpassing was gelijk aan 4,00%, wat betekent dat de rente die betaald zal worden op de obligatie op 30 juni 20X6 4,00% + 0,5% = 4,50% zal bedragen. Op 15 mei 20X6 bedraagt de EURIBOR rente 4,75%, wat voor de obligatie een rentevoet geeft van 4,75% + 0,5% = 5,25%. De korting van 75 basispunten (5,25% - 4,5%) wordt afgeschreven tot aan de volgende datum van herwaardering, namelijk 30 juni 20X6. De verwachte levensduur van het actief kan gebruikt worden als afschrijvingsperiode als de premie of de korting het resultaat is van een verandering in de kredietpremie die wordt toegepast op de variabele 42
Een basispunt is gelijk aan 0,01%.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 64 31/05/2011 - SVN
rentevoet die gespecificeerd wordt door het instrument; of een verandering van andere variabelen die niet afgestemd zijn met de marktrentevoet. In deze situatie is de volgende datum waarop de rentevoet afgestemd wordt met de marktrentevoet geen datum van afstemming met de markt voor de totaliteit van het instrument, gegeven dat de rentevoet niet wordt aangepast voor veranderingen in de kredietpremie. Hier een voorbeeld van deze situatie: Een obligatie op 20 jaar wordt at par uitgegeven met een nominale waarde van € 100 miljoen. De rentevoet die wordt toegepast is EURIBOR op 3 maanden plus 100 basispunten. De rentevoet reflecteert het rendementspercentage dat van toepassing is op de markt op het moment van de uitgifte van de obligatie. Na de uitgifte verslechtert de kredietkwaliteit van de obligatie,wat leidt tot een verlaging van haar notering. Vanaf dat moment, daalt de obligatie in waarde met bijvoorbeeld € 5 miljoen. De NMBS groep koopt de obligatie voor € 95 miljoen en classificeert deze als tot einde looptijd gehouden financieel actief. In dit geval wordt de korting van 5 miljoen afschreven in de winst- en verliesrekening over de periode tot aan het einde van de looptijd van de lening en niet tot aan de volgende datum van afstemming van de rentevoet met de marktrentevoet, gegeven dat er geen aanpassing zou gebeuren voor de verlaging van de kredietkwaliteit. Gegeven dat de transactiekosten beschouwd worden als vaste, niet te recupereren kosten die niet onderworpen zijn aan herwaarderingen, worden deze afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief. De boekhoudkundige behandeling van een financieel actief met vaste betaling in EUR met een variabele rentevoet wordt voorgesteld met behulp van een praktisch voorbeeld. Het betreft een lening met rentevoet EURIBOR op 6 maanden met een marge van 100 basispunten, waarvan het kapitaal terugbetaald wordt aan het einde van de looptijd. Alle aspecten van de boekhoudkundige verwerking zullen opgenomen worden, van de eerste opname van het actief tot het niet langer opnemen in de balans van dit actief. Voorbeeld 11: Lening tegen een variabele rentevoet terugbetaalbaar aan het einde van de looptijd Op 1 januari 20X5 geeft de NMBS groep een lening uit ter waarde van € 1 miljoen voor een looptijd van 10 43 jaar aan een halfjaarlijkse, variabele rentevoet: EURIBOR 6M + 100 basispunten . De rente wordt betaald door de leningnemer elke laatste dag van het semester en de lening is terugbetaalbaar at par aan het einde de van het 10 jaar. De transactiekosten, gedragen door de NMBS groep, bedragen 1% van het nominale bedrag van de lening, namelijk € 10.000.
Classificatie
Om deze lening te kunnen erkennen in de balans van de NMBS groep, dient men vast te stellen in welke categorie de lening geclassificeerd dient te worden. Dit kan men doen door te antwoorden op de vragen die voorgesteld worden in het schema onder punt 3.1.1 Classificatie:
Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Dit is hier niet het geval, het actief werd aangekocht in het kader van het lange termijn kasbeleid. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten en is aangekocht in het kader van het lange termijn beleid. Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening.
43
In het kader van deze boekhoudhandleiding, worden alle variabele rentevoeten in de boekhouding opgenomen op een basis 30/360.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 65 31/05/2011 - SVN
Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Ja, de NMBS groep leent liquiditeiten rechtstreeks aan de crediteur. Is het actief genoteerd op een actieve markt? Neen, het gaat om een lening na algemeen overleg, die niet genoteerd is op een actieve markt. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? Ja, de NMBS groep verbindt zich ertoe om de lening te houden tot aan het einde van haar looptijd. De antwoorden op deze verschillende vragen laten toe om te bepalen dat de lening geclassificeerd kan worden als „Leningen en vorderingen‟.
Waardering
Gegeven dat de lening geclassificeerd zal worden in de categorie „Leningen en vorderingen‟, zal deze opgenomen dienen te worden, van bij de eerste opname, tegen reële waarde vermeerderd met transactiekosten. Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, zal de lening opgenomen worden volgens de methode van geamortiseerde kostprijs. Waardering bij eerste opname De boekwaarde bij eerste opname wordt berekend op volgende manier: EUR 1.000.000,00 10.000,00 1.010.000,00
Nominaal bedrag Aanvullende directe kosten gedragen door de NMBS groep Boekwaarde van de lening De boekhoudkundige verwerking bij eerste opname is de volgende: Het in resultaat nemen van de transactiekosten, direct gedragen door de NMBS groep
31/12/20X5
Dt Ct
65990000 55xxxxxx
Diverse financiële kosten Bank
10.000,00 10.000,00
Het erkennen van de lening en activering van de transactiekosten Zoals beschreven in punt 3.1.2 Waardering, moeten de transactiekosten geactiveerd worden om in resultaat genomen te worden volgens de levensduur van het financieel actief. Doordat het actief een variabele rentevoet heeft, zullen de transactiekosten in resultaat genomen worden op een lineaire manier. Het is belangrijk om op te merken dat elke andere redelijke afschrijvingsmethode voor de kosten overwogen kan worden, bijvoorbeeld gebruik makend van de rentevoet van bij de initiële erkenning en er vanuit gaande dat deze constant zal blijven in de toekomst. Het is dus toepasselijk om de kosten en opbrengsten die in resultaat zijn genomen in de vorige boeking terug te nemen en deze te activeren op hetzelfde moment als waarop het financieel actief erkend wordt.
31/12/20X5
Dt Ct Ct
53001000 65990000 55xxxxxx
Termijndeposito's > 1 jaar Diverse financiële kosten Bank
1.010.000,00 10.000,00 1.000.000,00
Vermits de lening integraal terugbetaalbaar is aan het einde van de looptijd, is er geen kapitaal dat vervalt gedurende het jaar. De totaliteit van de boekwaarde van de lening wordt op lange termijn in de balans opgenomen.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 66 31/05/2011 - SVN
Waardering na eerste opname Gegeven dat het een lening betreft met een variabele rentevoet, zal de effectieve rentevoet wijzigen bij elke afstemming van de rentevoet die van toepassing is op de lening met de marktrentevoet. Zoals hierboven uitgelegd, zal de effectieve rentevoet gelijk zijn aan de marktrentevoet voor de beschouwde periode. De tabel hieronder geeft een simulatie weer van de evolutie van de EURIBOR op 6 maanden tijdens de looptijd van de lening en een berekening van de effectieve rentevoet die van toepassing is voor de lening voor elke datum van afstemming met de marktrentevoet: EURIBOR 6 maanden % 3,00% 2,50% 2,25% 2,10% 2,75% 3,10% 3,00% 3,20% 2,80% 2,60% 2,00% 1,50% 1,80% 2,20% 2,70% 2,40% 2,80% 2,50% 2,80% 3,00%
Datum 01/01/20X5 01/07/20X5 01/01/20X6 01/07/20X6 01/01/20X7 01/07/20X7 01/01/20X8 01/07/20X8 01/01/20X9 01/07/20X9 01/01/20Y0 01/07/20Y0 01/01/20Y1 01/07/20Y1 01/01/20Y2 01/07/20Y2 01/01/20Y3 01/07/20Y3 01/01/20Y4 01/07/20Y4
Rentevoet op jaarlijkse basis (EURIBOR + 1%) % 4,00% 3,50% 3,25% 3,10% 3,75% 4,10% 4,00% 4,20% 3,80% 3,60% 3,00% 2,50% 2,80% 3,20% 3,70% 3,40% 3,80% 3,50% 3,80% 4,00%
Rentevoet op halfjaarlijkse basis (Jaarlijkse basis /2) % 2,000% 1,750% 1,625% 1,550% 1,875% 2,050% 2,000% 2,100% 1,900% 1,800% 1,500% 1,250% 1,400% 1,600% 1,850% 1,700% 1,900% 1,750% 1,900% 2,000%
De EURIBOR op 6 maanden is een rentevoet op 6 maanden maar wordt altijd voorgesteld op jaarlijkse basis. Daarom is het nodig om deze om te rekenen naar halfjaarlijkse basis om het bedrag van de rente die elke 6 maanden ontvangen wordt, te berekenen. Omdat de variabele rentevoeten hier berekend worden op een basis 30/360, wordt de halfjaarlijkse rentevoet verkregen door het jaarlijkse percentage te delen door twee. Deze benadering is niet geldig als de variabele rentevoeten berekend worden volgens een andere basis, bijvoorbeeld "Actual/360". Op 30/06/20X5, bestaat de boeking uit de erkenning van de ontvangen rente. Het bedrag van de ontvangen rente op 30/06/20X5 bedraagt € 1.000.000 x 2% = € 20.000.
30/06/20X5
Dt Ct
55xxxxxx 75150300
Bank Opbrengsten uit vastrentende effecten
20.000,00 interesten-
20.000,00
Op 31/12/20X5, dient men, bovenop de rente van de periode, de transactiekosten in resultaat te nemen:
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 67 31/05/2011 - SVN
44
Erkenning van de rente van de periode : De rente, geïnd voor de periode van 01/07/20X5 tot 31/12/20X5, is gelijk aan € 1.000.000 x 1,75% = € 17.500. De EURIBOR op 6 maanden die van toepassing is op 01/07/20X5 is 2,50%, vermeerderd met een marge van 1%. Dit geeft 3,5% op een jaarlijkse basis, wat gelijk is aan 1,75% op een halfjaarlijkse basis.
30/12/20X5
Dt Ct
55xxxxxx 75150300
Bank Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
17.500,00 17.500,00
Het in resultaat nemen van de afschrijvingen van de transactiekosten: De transactiekosten die gekapitaliseerd werden zijn in resultaat genomen op een lineaire manier over de verwachte levensduur van het financieel actief. Vermits de lening een looptijd heeft van 10 jaar, worden de transactiekosten afgeschreven aan het ritme van € 1.000 per jaar.
30/12/20X5
Dt Ct
65990000 53001000
Diverse financiële kosten Termijndeposito's > 1 jaar
1.000,00 1.000,00
Op het einde van de looptijd, 31/12/20Y4, zijn de boekingen gelijk aan deze die gedaan worden bij elke afsluiting van de balans. Men moet enkel nog rekening houden met de terugbetaling van de lening door de tegenpartij: Erkenning van de rente van de periode: Wanneer we dezelfde logica toepassen als hierboven werd beschreven, is het rentebedrag voor de periode die eindigt op 31/12/20X5 gelijk aan € 1.000.000 x 2,00% = € 20.000.
30/12/20Y4
Dt Ct
55xxxxxx 75150300
Bank Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
20.000,00 20.000,00
Terugbetaling van de lening en het in resultaat nemen van de transactiekosten:
30/12/20Y4
Dt Dt Ct
55xxxxxx 65990000 53001000
Bank Diverse financiële kosten Termijndeposito's > 1 jaar
1.000.000,00 1.000,00 1.001.000,00
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Er is geen verschil in boekhoudkundige verwerking tussen de IFRS normen en de Belgische boekhoudregels voor financiële activa met vaste betaling in EUR, opgenomen in de boekhouding tegen geamortiseerde kostprijs.
44
In dit voorbeeld wordt de rente elk semester betaald op de afsluitingsdatum. In de praktijk zou men een dag van NVI erkennen, maar in het kader van deze illustratie, werd hiermee geen rekening gehouden. De boekhoudkundige verwerking van niet vervallen interesten werd gedetailleerd opgenomen in de vorige voorbeelden.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 68 31/05/2011 - SVN
Men moet toch opmerken dat voor de boekhoudkundige verwerking volgens de Belgische boekhoudregels een onderscheid wordt gemaakt tussen schuldtitels met vaste betaling en deposito‟s op lange termijn. Volgens het minimum algemeen rekeningstelsel, toepasselijk in België, worden schuldtitels met vaste betaling boekhoudkundig verwerkt op een rekening van de klasse #52 en deposito‟s op lange termijn op een rekening van de klasse #53. In bovenstaand voorbeeld gaat het om een lening en dus niet om een schuldtitel. Het is daarom dat deze geboekt wordt op de rekening 5300.0000.
3.2.4 Financiële activa met een variabele rentevoet in vreemde valuta Zoals de financiële activa met vaste rentevoeten in vreemde valuta, zijn de financiële activa met variabele rentevoeten onderworpen aan IAS 21 die de erkenning van wisselkoersverschillen behandelt. Om het begrip van de verschillen in de boekhoudkundige verwerking van financiële activa met een variabele rentevoet in vreemde valuta en financiële activa met een variabele rentevoet in EUR te vergemakkelijken, wordt hetzelfde voorbeeld gebruikt als bij financiële activa in EUR. De belegging in EUR wordt vervangen door een belegging in USD. Voorbeeld 12: Lening tegen een variabele rentevoet in USD terugbetaalbaar aan het einde van de looptijd Op 1 januari 20X5 geeft de NMBS groep een lening uit ter waarde van $ 1 miljoen voor een looptijd van 10 45 jaar aan een halfjaarlijkse, variabele rentevoet: LIBOR 6M + 100 basispunten . De rente wordt betaald door de leningnemer elke laatste dag van het semester en de lening is terugbetaalbaar at par aan het einde van de het 10 jaar. De transactiekosten, gedragen door de NMBS groep, bedragen 1% van het nominale bedrag van de lening, namelijk $ 10.000.
Classificatie
Om deze lening te kunnen erkennen in de balans van de NMBS groep, dient men vast te stellen in welke categorie de lening geclassificeerd dient te worden. Dit kan men doen door te antwoorden op de vragen die voorgesteld worden in het schema onder punt 3.1.1 Classificatie: Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn? Dit is hier niet het geval, het actief werd aangekocht in het kader van het lange termijn kasbeleid. Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winst op korte termijn? Dit actief maakt geen deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten en is aangekocht in het kader van het lange termijn beleid. Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening? Neen, het actief is niet aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Is het actief het resultaat van de levering van liquiditeiten, goederen of diensten rechtstreeks aan de schuldeiser? Ja, de NMBS groep leent liquiditeiten rechtstreeks aan de crediteur. Is het actief genoteerd op een actieve markt? Neen, het gaat om een lening na algemeen overleg, die niet genoteerd is op een actieve markt. Heeft de NMBS groep de intentie en de mogelijkheid om het actief te houden tot aan het einde van de looptijd? Ja, de NMBS groep verbindt zich ertoe om de lening te houden tot aan het einde van haar looptijd. De antwoorden op deze verschillende vragen laten toe om te bepalen dat de lening geclassificeerd kan worden als „Leningen en vorderingen‟.
45
In het kader van deze boekhoudhandleiding, worden alle variabele rentevoeten in de boekhouding opgenomen op een basis 30/360.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 69 31/05/2011 - SVN
Waardering
Gegeven dat de lening geclassificeerd zal worden in de categorie „Leningen en vorderingen‟, zal deze opgenomen dienen te worden, van bij de eerste opname, tegen reële waarde vermeerderd met transactiekosten. Ten tijde van latere boekhoudkundige afsluitingen, zal de lening opgenomen worden volgens de methode van geamortiseerde kostprijs. Waardering bij eerste opname Op 1 januari 20X5 bedraagt de wisselkoers EUR/USD: € 1 voor $ 1,40. De boekwaarde bij eerste opname in de balans wordt dus berekend op volgende manier:
Nominaal bedrag Aanvullende directe kosten gedragen door de NMBS groep Boekwaarde van de lening
USD 1.000.000,00 10.000,00
EUR 714.285,71 7.142,86
1.010.000,00
721.428,57
De boekhoudkundige verwerking bij eerste opname is de volgende: Het in resultaat nemen van de directe transactiekosten gedragen door de NMBS groep
01/01/20X5
Dt Ct
65990000 55xxxxxx
Diverse financiële kosten Bank
7.142,86 7.142,86
Het erkennen van de lening en activering van de transactiekosten Zoals beschreven in punt 3.1.2 Waardering, moeten de transactiekosten geactiveerd worden om in resultaat genomen te worden volgens de levensduur van het financieel actief. Aangezien het actief een variabele rentevoet heeft, zullen de transactiekosten in resultaat genomen worden op een lineaire manier. Het is bijgevolg toepasselijk om de kosten en opbrengsten die in resultaat zijn genomen in de vorige boeking terug te nemen en deze te activeren op hetzelfde moment als waarop het financieel actief erkend wordt.
01/01/20X5
Dt Ct Ct
53001000 65990000 55xxxxxx
Termijndeposito's > 1 jaar Diverse financiële kosten Bank
721.428,57 7.142,86 714.285,71
Vermits de lening integraal terugbetaalbaar is aan het einde van de looptijd, is er geen kapitaal dat vervalt gedurende het jaar. De totaliteit van de boekwaarde van de lening wordt op lange termijn in de balans opgenomen. Waardering na eerste opname Gegeven dat het een lening betreft met een variabele rentevoet, zal de effectieve rentevoet wijzigen bij elke aanpassing van de rentevoet die van toepassing is op de lening met de contante marktrentevoet. Zoals hierboven uitgelegd, zal de effectieve rentevoet gelijk zijn aan de marktrentevoet voor de beschouwde periode. De tabel hieronder geeft een simulatie weer van de evolutie van de LIBOR op 6 maanden tijdens de looptijd van de lening en een berekening van de effectieve rentevoet die van toepassing is voor de lening voor elke datum van afstemming met de marktrentevoet:
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 70 31/05/2011 - SVN
Datum 01/01/20X5 01/07/20X5 01/01/20X6 01/07/20X6 01/01/20X7 01/07/20X7 01/01/20X8 01/07/20X8 01/01/20X9 01/07/20X9 01/01/20Y0 01/07/20Y0 01/01/20Y1 01/07/20Y1 01/01/20Y2 01/07/20Y2 01/01/20Y3 01/07/20Y3 01/01/20Y4 01/07/20Y4
LIBOR 6M % 3,00% 2,50% 2,25% 2,10% 2,75% 3,10% 3,00% 3,20% 2,80% 2,60% 2,00% 1,50% 1,80% 2,20% 2,70% 2,40% 2,80% 2,50% 2,80% 3,00%
Rentevoet op jaarlijkse basis % 4,00% 3,50% 3,25% 3,10% 3,75% 4,10% 4,00% 4,20% 3,80% 3,60% 3,00% 2,50% 2,80% 3,20% 3,70% 3,40% 3,80% 3,50% 3,80% 4,00%
Rentevoet op halfjaarlijkse basis % 2,000% 1,750% 1,625% 1,550% 1,875% 2,050% 2,000% 2,100% 1,900% 1,800% 1,500% 1,250% 1,400% 1,600% 1,850% 1,700% 1,900% 1,750% 1,900% 2,000%
De LIBOR op 6 maanden is een rentevoet op 6 maanden maar wordt altijd voorgesteld op jaarlijkse basis. Daarom is het nodig om deze om te rekenen naar halfjaarlijkse basis om het bedrag van de rente die elke 6 maanden ontvangen wordt, te berekenen. Om de geamortiseerde kostprijs in de boekhouding op te nemen, dient deze naar EUR omgezet te worden op basis van de contante slotkoers die van toepassing is op de afsluitingsdatum van de balans. De rente die geïnd wordt op de lening wordt hierdoor ook omgezet in EUR op basis van de slotkoers van de periode. Hieronder geeft de tabel de slotwisselkoers weer die van toepassing is voor elke afsluitingsdatum van de balans:
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 71 31/05/2011 - SVN
Datum 01/01/20X5 30/06/20X5 31/12/20X5 30/06/20X6 31/12/20X6 30/06/20X7 31/12/20X7 30/06/20X8 31/12/20X8 30/06/20X9 31/12/20X9 30/06/20Y0 31/12/20Y0 30/06/20Y1 31/12/20Y1 30/06/20Y2 31/12/20Y2 30/06/20Y3 31/12/20Y3 30/06/20Y4 31/12/20Y4
Slotkoers op betaling datum 1,40 1,43 1,45 1,48 1,35 1,40 1,47 1,42 1,37 1,32 1,27 1,33 1,35 1,30 1,25 1,29 1,31 1,33 1,36 1,44 1,30
Op 30/06/20X5 omvat de boeking de erkenning van de ontvangen rente. Het bedrag van de ontvangen rente op 30/06/20X5 bedraagt $ 1.000.000 x 2% = $ 20.000. De rente opbrengsten en de kasstromen worden omgezet aan de slotwisselkoers. De slotwisselkoers EUR/USD die van toepassing is op 30/06/20X5 46 bedraagt 1,43 $/€. De rente opbrengsten voor de periode bedragen dus $ 20.000/1,43 = € 13.986,01 . De kasstroom in EUR is ook gelijk aan $ 20.000/1.43 = € 13.986,01.
30/06/20X5
Dt Ct
55xxxxxx 75150300
Bank Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
13.986,01 13.986,01
Op 31/12/20X5, dient men, bovenop de rente van de periode, ook de transactiekosten op te nemen in het resultaat, alsook de herwaardering van de geamortiseerde kostprijs van de lening aan de slotwisselkoers: Het erkennen van de rente van de periode: De rente, geïnd voor de periode van 01/07/20X5 tot 31/12/20X5, is gelijk aan $ 1.000.000 x 1,75% = $ 17.500. De LIBOR op 6 maanden die van toepassing is op 01/07/20X5 is 2,50%, vermeerderd met een marge van 1%. Dit geeft 3,5% op een jaarlijkse basis, wat gelijk is aan 1,75% op een halfjaarlijkse basis. De rente opbrengst en de kasstroom worden omgerekend aan de slotwisselkoers. De slotwisselkoers die van toepassing is bedraagt 1,45 $/€. De omzetting van de rente in dollar gebeurt als volgt: $ 17.500/1,45 = € 12.068,97. De kasstroom in EUR is gelijk aan $ 17.500/1.45 = € 12.068,97.
31/12/20X5
46
Dt Ct
55xxxxxx 75150300
Bank Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
12.068,97 12.068,97
In dit voorbeeld wordt de rente elk semester betaald op de afsluitingsdatum. In de praktijk zou men een dag van NVI moeten erkennen, maar in het kader van deze illustratie, werd hiermee geen rekening gehouden. De boekhoudkundige verwerking van niet vervallen interesten werd gedetailleerd opgenomen in de vorige voorbeelden.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 72 31/05/2011 - SVN
Het in resultaat nemen van de afschrijvingen van de transactiekosten: De transactiekosten die gekapitaliseerd werden, zijn in resultaat genomen op een lineaire manier over de verwachte levensduur van het financieel actief. Vermits de lening een looptijd heeft van 10 jaar, worden de transactiekosten afgeschreven aan het ritme van $ 1.000 per jaar. De in resultaat genomen afschrijving van de kosten, dient omgezet te worden aan de slotwisselkoers. De afschrijving van de kosten in EUR bedraagt dus: $ 1.000/1,45 = € 689,66. Het is belangrijk om op te merken dat elke redelijke afschrijvingsmethode voor de kosten overwogen kan worden, bijvoorbeeld gebruik makend van de rentevoet van bij de initiële erkenning en er vanuit gaande dat deze constant zal blijven in de toekomst.
31/12/20X5
Dt Ct
65990000 53001000
Diverse financiële kosten Termijndeposito's > 1 jaar
689,66 689,66
Herwaardering van de geamortiseerde kostprijs aan de slotwisselkoers: Om de waarde van de geamortiseerde kostprijs in EUR op de afsluitingsdatum te verwerken in de boekhouding en het wisselkoersverschil dat opgenomen dient te worden, te bepalen, moet men rekening houden met de afschrijving van de transactiekosten, zoals deze hierboven werd geboekt. De volgende tabel geeft de waarde van de geamortiseerde kostprijs in EUR weer, alsook het wisselkoersverschil dat in resultaat genomen moet worden:
Datum
Het in resultaat nemen van de transactiekosten USD
Het in resultaat nemen van de transactiekosten (Slotkoers) EUR
Geamortiseerde kostprijs USD
Geamortiseerde kostprijs (Slotkoers) EUR
Geamortiseerde kostprijs (boekwaarde) EUR
Geaccumuleerd wisselkoersverschil EUR
Impact in winst- en verliesrekening EUR
1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00 1.000,00
689,66 740,74 680,27 729,93 787,40 740,74 800,00 763,36 735,29 769,23
1.010.000,00 1.009.000,00 1.008.000,00 1.007.000,00 1.006.000,00 1.005.000,00 1.004.000,00 1.003.000,00 1.002.000,00 1.001.000,00 1.000.000,00
721.428,57 695.862,07 746.666,67 685.034,01 734.306,57 791.338,58 743.703,70 802.400,00 764.885,50 736.029,41 769.230,77
721.428,57 720.714,29 720.000,00 719.285,71 718.571,43 717.857,14 717.142,86 716.428,57 715.714,29 715.000,00 0,00
0,00 -24.852,22 26.666,67 -34.251,70 15.735,14 73.481,44 26.560,85 85.971,43 49.171,21 21.029,41 0,00
-24.852,22 51.518,88 -60.918,37 49.986,84 57.746,30 -46.920,59 59.410,58 -36.800,22 -28.141,80 -21.029,41
01/01/20X5 31/12/20X5 31/12/20X6 31/12/20X7 31/12/20X8 31/12/20X9 31/12/20Y0 31/12/20Y1 31/12/20Y2 31/12/20Y3 31/12/20Y4
De boeking van de herwaardering van de geamortiseerde kostprijs is de volgende:
31/12/20X5
Dt Ct
65400000 53001000
Wisselkoersverschillen Termijndeposito's > 1 jaar
24.852,22 24.852,22
Op het einde van de looptijd, 31/12/20Y4, zijn de boekingen gelijk aan deze die gedaan worden bij elke afsluiting van de balans. Men moet enkel nog rekening houden met de terugbetaling door de tegenpartij: Het erkennen van de rente van de periode: Wanneer we dezelfde logica toepassen als hierboven werd beschreven, is het rente bedrag voor de periode die eindigt op 31/12/20Y4 gelijk aan $ 1.000.000 x 2,00% = $ 20.000. De rente opbrengst en de kasstroom worden omgezet tegen de slotwisselkoers. De slotkoers die van toepassing is voor die periode bedraagt 1,30 $/€. De omzetting van de rente naar EUR is de volgende: $ 20.000/1,30 = € 15.384,62. De kasstroom in EUR is ook gelijk aan $ 20.000/1,30 = € 15.384,62.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 73 31/05/2011 - SVN
31/12/20Y4
Dt Ct
55xxxxxx 75150300
Bank Opbrengsten uit interestenvastrentende effecten
15.384,62 15.384,62
Terugbetaling van de lening en het in resultaat nemen van de transactiekosten en het wisselkoersverschil:
31/12/20Y4
Dt Dt Ct Ct
55xxxxxx 65990000 53001000 75400000
Bank Diverse financiële kosten Termijndeposito's > 1 jaar Wisselresultaten
769.230.77 769,23 736.029,41 33.970,59
Op 31/12/20Y4 ontvangt de NMBS groep $ 1.000.000, omgezet aan de wisselkoers van 31/12/20Y4 dus € 769.230,77. De boekwaarde van het deposito bedraagt € 736.029,41. Rekening houdend met de financiële kosten die erkend moeten worden als gevolg van de afschrijving van de transactiekosten (=$ 1.000/1,30= € 769,23), bedraagt het wisselkoersverschil € 33.970,59.
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Er is geen verschil in boekhoudkundige verwerking tussen de IFRS normen en de Belgische boekhoudregels voor financiële activa met vaste betaling in vreemde valuta. Men moet toch opmerken dat voor de boekhoudkundige verwerking volgens de Belgische boekhoudregels een onderscheid wordt gemaakt tussen schuldtitels met vaste betaling en deposito‟s op lange termijn. Volgens het minimum algemeen rekeningstelsel, toepasselijk in België, worden schuldtitels met vaste betaling boekhoudkundig verwerkt op een rekening van de klasse #52 en deposito‟s op lange termijn op een rekening van de klasse #53. In bovenstaand voorbeeld gaat het om een lening en dus niet om een schuldtitel. Het is daarom dat deze geboekt wordt op de rekening 5300.0000.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 74 31/05/2011 - SVN
4
Aandelen
4.1 Boekhoudkundige verwerking volgens IFRS van aandelen De boekhoudkundige verwerking van aandelen volgt dezelfde logica als deze van instrumenten met vaste of bepaalbare inkomsten. Men moet in de eerste plaats de classificatie bepalen om vervolgens de waardering vast te kunnen stellen. Elke stap van de boekhoudkundige verwerking van aandelen (Classificatie, Waardering, Herclassificatie en het niet langer in de balans opnemen) is zeer gelijkaardig aan deze die beschreven werden voor de schuldtitels met vaste betaling. Hieronder wordt de aandacht gevestigd op enkele verschillen in de boekhoudkundige verwerking.
4.1.1 Classificatie Volgens IFRS kunnen aandelen in twee categorieën geclassificeerd worden, de "activa aangehouden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening" en de "activa beschikbaar voor verkoop". Vermits aandelen geen vaste of te bepalen betaling hebben, kunnen ze meer bepaald niet aan de definitie van "Leningen en vorderingen" beantwoorden. Bovendien hebben ze geen vaste looptijd wat hen uitsluit van de categorie "tot aan einde looptijd aangehouden activa". De keuze voor de categorie hangt af van de intentie van de NMBS groep om haar investeringen in aandelen aan te houden op middellange of lange termijn of om ze te herverkopen om op korte termijn speculatieve winst te maken. In het eerste geval zullen de aandelen geclassificeerd worden als "activa beschikbaar voor verkoop" en in het tweede geval zullen ze geclassificeerd worden als " activa aangehouden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening", aangehouden voor transactiedoeleinden.
Werd het actief aangekocht of wordt het aangehouden om winst te maken of om verkocht te worden op korte termijn?
Ja
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Nee Maakt het actief deel uit van een portefeuille van financiële instrumenten die indicaties geeft voor het maken van winsten op korte termijn?
Ja
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Nee Is het actief van bij de eerste opname aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening?
Ja
Reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
Nee
Beschikbaar voor verkoop
4.1.2 Waardering Of ze nu geclassificeerd worden als "activa aangehouden tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening" of als "activa beschikbaar voor verkoop", aandelen worden altijd gewaardeerd tegen reële waarde. De waardering tegen reële waarde van aandelen volgt dezelfde hiërarchische regels als deze die hierboven gedefinieerd werden voor activa met vaste of
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 75 31/05/2011 - SVN
bepaalbare betaling, zowel voor de eerste opname in de balans als voor de latere boekhoudkundige afsluitingen. Boekhoudkundige verwerking van wijzigingen in de reële waarde Het belangrijkste verschil tussen de twee categorieën bestaat in de boekhoudkundige verwerking van wijzigingen in de reële waarde tussen twee data van waardering. Als de aandelen in de boekhouding zijn opgenomen als "activa tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst- en verliesrekening", worden de veranderingen in reële waarde direct opgenomen in de winst-en verliesrekening terwijl bij activa die opgenomen zijn als "beschikbaar voor verkoop" de wijzigingen in de reële waarde opgenomen worden in het eigen vermogen.
4.1.3 Bijzondere waardeverminderingsverliezen De boekhoudkundige verwerking van bijzondere waardeverminderingsverliezen is ook afhankelijk van de classificatie. Actief tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening Als de aandelen in de boekhouding opgenomen zijn als "activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening", is er geen speciale boekhoudkundige verwerking voor bijzondere waardeverminderingsverliezen. De wijziging in reële waarde is reeds in het resultaat opgenomen, of er een indicatie van een bijzonder waardeverminderingsverlies is of niet. Activa beschikbaar voor verkoop Wanneer een daling van de reële waarde van een financieel actief, beschikbaar voor verkoop, in de boekhouding is opgenomen in het eigen vermogen, en er een objectieve indicatie bestaat voor een bijzonder waardeverminderingsverlies van dit actief, dient het geaccumuleerd verlies dat in het eigen vermogen (andere elementen van het globaal resultaat) opgenomen is, geherclassificeerd te worden van het eigen vermogen naar het resultaat als een aanpassing van de herclassificatie zelfs als het financieel actief nog in de balans wordt opgenomen. Het bedrag van het geaccumuleerd verlies dat geherclassificeerd wordt van het eigen vermogen naar het resultaat dient gelijk te zijn aan het verschil tussen de aankoopprijs (netto na elke terugbetaling van de hoofdsom en van elke afschrijving) en de huidige reële waarde, verminderd met elk bijzonder waardeverminderingsverlies op dat financieel actief dat eerder in het resultaat genomen is. Het is mogelijk dat, nadat een bijzonder waardeverminderingsverlies op een actief, beschikbaar voor verkoop, werd erkend, de omstandigheden op een dergelijke manier veranderen gedurende de volgende boekhoudkundige periodes dat de reële waarde van het actief, beschikbaar voor verkoop, stijgt. In deze omstandigheden kunnen, voor de instrumenten van het eigen vermogen die beschikbaar zijn voor verkoop (niet-monetaire activa), de eerdere waardeverminderingsverliezen niet teruggenomen worden uit het resultaat wanneer de reële waarde stijgt. Dit betekent dat latere stijgingen van de reële waarde, ook deze die het vorige bijzonder waardeverminderingsverlies compenseren, zullen opgenomen worden in het eigen vermogen. De grondslagen die hierboven beschreven staan, zijn eveneens toepasbaar voor niet-geconsilideerde participaties en bijgevolg geclassificeerd als “Activa beschikbaar voor verkoop”.
4.1.4 Herclassificatie en het niet langer in de balans opnemen De regels omtrent herclassificatie en het niet langer in de balans opnemen die van toepassing zijn op aandelen, zijn identiek aan de regels die hierboven uiteengezet werden onder punten 3.1.4 Herclassificatie en 3.1.5 Niet langer in de balans opnemen voor de activa met vaste of bepaalbare inkomsten.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 76 31/05/2011 - SVN
4.2 Voorbeeld van de boekhoudkundige verwerking van aandelen Voorbeeld 13: boekhoudkundige verwerking van aandelen Op 1 januari 20X5 koopt de NMBS groep aandelen aan van een niet geconsolideerde, op Euronext Brussel genoteerde onderneming voor een totaal bedrag van € 1.000.000. De aankoop van deze aandelen wordt gedaan vanuit een lange termijn perspectief. De NMBS groep voorziet niet om de aandelen terug te verkopen in de nabije toekomst. Om deze aandelen te kopen, draagt de NMBS groep transactiekosten voor een bedrag van € 25.000.
Classificatie
Gegeven dat de NMBS groep niet de intentie heeft om de aandelen terug te verkopen om op korte termijn speculatieve winst te maken, kunnen de aandelen geclassificeerd worden in de categorie "activa beschikbaar voor verkoop".
Waardering
In de rubriek "activa beschikbaar voor verkoop", zullen de aandelen van bij de eerste opname in de boekhouding opgenomen worden aan reële waarde, vermeerderd met transactiekosten. Bij de volgende afsluitingen, zullen ze geherwaardeerd worden aan hun marktwaarde op de datum van de afsluitingen. De wijzigingen in de reële waarde zullen opgenomen worden in een speciale rubriek van het eigen vermogen. Waardering bij eerste opname De boekwaarde bij eerste opname wordt berekend op volgende manier: EUR 1.000.000,00 25.000,00 1.025.000,00
Nominaal bedrag Aanvullende directe kosten gedragen door de NMBS groep Boekwaarde van de aandelen De boeking bij eerste opname is de volgende: Het in resultaat nemen van de directe transactiekosten gedragen door de NMBS groep
01/01/20X5
Dt Ct
65990000 55xxxxxx
Diverse financiële kosten Bank
25.000,00 25.000,00
Het erkennen van de aandelen en activering van de transactiekosten Zoals beschreven in punt 4.1.2 Waardering, dienen transactiekosten geactiveerd te worden. Het is dus toepasselijk om de kosten en opbrengsten die in resultaat genomen zijn in de voorgaande boeking terug te nemen en deze te activeren op hetzelfde moment als de erkenning van het financieel actief.
01/01/20X5
Dt
51002000
Ct Ct
65990000 55xxxxxx
Aandelen andere dan SPV/INFRABEL - AW Diverse financiële kosten Bank
1.025.000,00 25.000,00 1.000.000,00
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 77 31/05/2011 - SVN
Waardering na eerste opname Op 31/12/20X5 is de marktprijs van de aandelen gedaald tot € 800.000. De NMBS groep moet deze vermindering dus doorrekenen in de waarde van haar actief. Deze wijziging zal opgenomen worden in het eigen vermogen.
31/12/20X5
Dt
1xxxxxxx
Ct
51802000
AFS – Aandelen – Negatieve aanpassingen Aandelen - SPV/INFRABEL Fair Value
200.000,00 200.000,00
Op 15/05/20X6 beslist de NMBS groep om de aandelen terug te verkopen. Ze verkrijgt op de markt een prijs van 1.100.000 EUR. Ze maakt dus een winst ten gevolge van de stijging van de reële waarde van de aandelen.
16/05/20X6
Dt Dt
55xxxxxx 51802000
Ct
7xxxxxxx
Ct
51002000
Ct
1xxxxxxx
Bank Aandelen -SPV/INFRABEL Fair Value AFS – Andere aandelen – Gerealiseerde meerwaarde Aandelen andere dan SPV/INFRABEL - AW AFS - Aandelen – Negatieve aanpassingen
1.100.000,00 200.000,0 75.000,00 1.025.000,00 200.000,00
Samenvatting van de verschillen tussen IFRS en de Belgische boekhoudregels
Vermits de reële waarde niet toegepast kan worden volgens de Belgische boekhoudregels, moeten de aandelen in de balans opgenomen blijven aan historische kost en moeten de transactiekosten niet geactiveerd worden.
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 78 31/05/2011 - SVN
Sectie C: Boekhoudplan en consolidatie pakket
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 79 31/05/2011 - SVN
5
Boekhoudplan
De maatschappijen van de NMBS groep beschiken elke over hun eigen boekhoudplan. De rekeningen, hieronder, zijn louter en alleen uiteengezet om dedactische redenen. Gelieve steeds het boekhoudplan specifiek aan de maatschappij te consulteren.
5.1 Balansrekeningen IV. DEELNEMINGEN IN GECONSOLIDEERDE VENNOOTSCHAPPEN 28000000 Deelnemingen in geconsolid ondernemingen - AW 28010000 Niet opgevraagde deelnemingen in geconsolid ondern 28090000 Deelneming in geconsolideerde ondern - BWV 28100000 Leningen aan geconsolideerde ondernemingen 28170000 Dubieuze leningen a geconsolideerde ondernemingen 28190000 Leningen aan geconsolideerde ondernemingen BWV 51003000 Deeln in geconsol entiteiten in vereffening - AW 51903000 Deeln in geconsol entiteiten in vereffening - BWV V. DEELNEMINGEN IN VENNOTSCHAPPEN VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE 28001000 Deelnemingen in joint ventures - AW 28011000 Niet opgevraagde deelnemingen in verbonden ondern 28091000 Deelneming in joint ventures - BWV 28100100 Leningen aan joint ventures - AW 28170100 Dubieuze leningen aan joint ventures 28190100 Leningen aan joint ventures - BWV 28201000 Deelnemingen in joint ventures - AW 28201090 Correctie vermogensmutatie methode op joint vent 28202000 Deelnemingen in ondern met deelnemingsverh - AW 28202090 Correctie vermogensmutatie methode op joint vent 28211000 Deelnemingen in joint ventures - niet opgevraagd 28212000 Deeln in ondern met deelnemingsverh - n opgvraagd 28291000 Deelneming in joint ventures - BWV 28292000 Deelnemingen in ondern met deelnemingsverh - AW 28300100 Leningen aan joint ventures - AW 28300200 Leningen aan andere met deelnverh - AW 28370100 Dubieuze leningen op joint ventures 28370200 Dubieuze leningen op ondern met deelnemingsverh 28390100 Dubieuze leningen op joint ventures - BWV 28390200 Dubieuze leningen op ondern met deelnverh - BWV 28401000 Andere deelnemingen 28401090 Andere deelnemingen equivalentie 28402000 Verbonden ondernemingen andere 28402090 Verbonden ondernemingen equivalentie 28411000 Andere deelnemingen Nt opgevraagd Kapitaal 28412000 Verbonden ondern Nt opgevraagd Kapitaal 28491000 Andere deelnemingen WV 28492000 Verbonden ondern WV 28500100 Deelnemingen leningen kapitaal 28500200 Verbonden ondernemingen leningen kapitaal 28570100 Deelnemingen leningen kapitaal dubieus
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 80 31/05/2011 - SVN
28570200 28590100 28590200
Verbonden ondernemingen leningen kapitaal dubieus Deelnemingen leningen kapitaal WV Verbonden ondernemingen leningen kapitaal WV
VIII. OVERIGE FINANCIELE ACTIVA 28101000 Vorderingen op verbonden ondernemingen - AW 28171000 Dubieuze leningen aan verbonden ondernemingen 28191000 Vorderingen op verbonden ondernemingen - BWV 28203000 Deeln in Nt geconsol deelnem voor verkoop Interco 28213000 Deeln in ondern met deelnemingsverh - n opgvraagd 28283000 Deeln voor verkoop Interco Nt geconsol reële waard 28293000 Deelnemingen in ondern met deelnemingsverh - BWV 28301000 Vorder op verbonden ondern met deelnemingsverh AW 28371000 Deelneming vervald Interco dub leningen op ondern 28391000 Deelneming vervald Interco dub len op ondern - BWV 28403000 Deeln voor verkoop Nt geconsolideerd 28413000 Deeln voor verkoop Interco Nt opgevraagd kapitaal 28483000 Deeln voor verkoop IC Nt opgevr kapit Fair value 28493000 Deeln voor verkoop Interco WV 28501000 Deelneming vervaldag Interco 28571000 Deelneming vervaldag dubieus 28591000 Deelneming vervaldag Interco WV 29100199 Back To Back 29100200 Back To Back - Aanpassing waarde 29100299 Loan 467 29170199 Dubieuze vorderingen Back to Back 29190199 Back To Back WV 51002001 Aandelen -SPV/INFRABEL - AW 51102001 Aandelen -SPV/INFRAB N opgevraagd 51802001 Aandelen -SPV/INFRABEL Fair Value 51902001 Aandelen SPV/INFRAB - BWV 52001000 Vastrent Effect >1jr geamortiseerde kostprijs 52002000 Div Derd vastrent Effecten > +1jr - verkoopbesch 52011000 Vastrent Effecten +1jr - Interco tot einde loopt 52012000 Vastrent Effect +1r - Interco - verkoopbeschikbare 52801000 Vastrent effecten >1jr Aanpassing Waarde 52802520 Vastrent effect >1jr Fair Val - verkoopbeschikbare 52812520 Vastrent effecten >1jr Fair Val verkoopbesch ICO 52902520 Div Vastrent Effecten >1jrPertVal - BWV 52911520 Vastrentende effecten >1jr BWV Interco 52912520 Vastrent effecten >1jr BWV - ICO 53001000 Termijndeposito's > 1 jaar 53011000 Termijndeposito's > 1 jaar - ICO 53801000 Termijndeposito's >1jaar Fair Value XIII. OVERIGE FINANCIELE ACTIVA 41612199 Back to Back 49121000 Gelopen niet verv interesten deposito's > 3 maand 49121199 Gelopen niet vervallen interesten vorderingen BTB 51002000 Aandelen andere dan SPV/INFRABEL - AW 51102000 Aandelen andere dan SPV/INFRAB N opgevraagd
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 81 31/05/2011 - SVN
51802000 51902000 52101000 52102000 52111000 52112000 52201000 52202000 52211000 52212000 52311000 52411000 52511000 52804000 52812521 52901521 52901522 52902522 52904000 52911521 52911522 52911523 52911524 52911525 52912521 52912522 53901531 53911531
Aandelen andere dan SPV/INFRABEL Fair Value Aandelen andere dan SPV/INFRAB - BWV Div Derd vastren tEffect<1j>3 m vast tijdens loopt Div Derd vastrent Effect -1jr beschikb bij verkoop Vastrent Effect <1jr en >3m vast t einde loopt ICO Vastrent Effect <1jr en >3m verkoopbesch - ICO Vastrent effect <3m tot einde loopt aangehouden Vastrent effect voor verkoopbeschikbare Vastr effect t vervald tot einde loopt aangeh ICO Vastrent effect voor verkoop -verkoopbeschikb ICO Vorderingen op verbonden ondernemingen ICO (KT) Vord ondernemingen in met deelnverh ICO (KT) Vorderingen andere ondernemingen ICO (KT) Vastrent effect <1jr en>3m Fair Val-Verkoopbesch Vastrentende effecten <1jr en>3m Fair Val ICO Vastrentende effecten <1jr>3m waardeverm BWV Vastrent effecten <3m tot vervaldag BWV Vastrentende effecten < 3m BWV Vastrent effect <1jr en> 3m BWV Vastrentende effecten <1jren>3m BWV - Interco Vastrent effecten tot vervaldag BWV - Interco Vorderingen verbonden ondernemingen - BWV Vord ondern deeln BWV - ICO Vord andere ondern BWV - ICO Vastrent effect <1jr> 3m BWV - ICO Vastrent effecten < 3m BWV - ICO Termijndeposito's <1j en >3m BWV termijndeposito's <1jaar>3maand BWV - ICO
5.2 Winst- en verliesrekening V. FINANCIELE OPBRENGSTEN 75010000 Opbrengsten uit Dividenden dochterondernemingen 75011000 Opbrengsten Dividenden gemeenschap ondernemingen 75012000 Opbrengsten Dividenden joint-ventures 75013000 Financiële vaste activa niet geconsolideerd 75020000 Interesten op vorderingen 75120000 Defeasance op transacties 75130000 Market to Market 75140000 Interesten op Deposito's 75141000 Interesten Waardepapieren 75150100 Intresten op financ voorschotten aan dochterondern 75150200 Opbrengsten uit interesten-nalatigheidsinteresten 75150300 Opbrengsten uit interesten-vastrentende effecten 75150310 Opbrengsten uit Interesten op ICD 75150900 Opbrengsten uit interesten- andere 75154000 Opbrengsten uit interesten - HST project 75160000 Interesten op financiële voorschotten 75161000 Nalatigheidsinteresten 75162000 Interesten op handelsvorderingen
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 82 31/05/2011 - SVN
75163000 75163010 75163020 75170000 75210000 75220000 75311299 75600000 75700001 75700010 75990000 75990100 75991000
Andere ontvangen interesten Creditinteresten niet onderhevig aan roer. voorhef Creditinteresten onderhevig aan roer. voorheffing Aandelen aangehouden als beleggingsmiddel Kasmiddelen Waardepapieren (effecten) Overeenkomsten HST - deel kapitaal Actualisering van vorderingen Vastrentende effecten aanpassing reële waarde Back To Back - Variatie reële waarde positief Diverse Correctie financiële kosten van vorige boekjaren Betalingsverschillen klanten (+)
VI. FINANCIELE KOSTEN 65200000 Minderwaarden op realisatie van vlottende activa 65700001 FVTPL vastrentende effecten aanpassing reële waard 65700010 Back To Back - Variatie reële waarde negatief 65990003 Actualisatie vorderingen 75100000 GEN fonds 75110000 Back to Back 75311099 Overeenkomsten HST - deel interesten 75311199 GEN materieel
BOEKHOUDHANDLEIDING NMBS GROEP
FINANCIELE ACTIVA (BEHALVE DERIVATEN) Hoofdstuk 27
Pagina 83 31/05/2011 - SVN
6
Presentatie en informatieverschaffing
De informatie met betrekking tot de financiële staten is voorlopig nog niet beschikbaar.