Budgetbeheer/schuldhulpverlening Gemeente Almere Dienst Sociale Zaken Budget Bureau Almere Stadsbank Midden Nederland
7 november 2008 RA0831232
Samenvatting Een inwoner van Almere wordt wegens een betalingsachterstand op 2 november 2006 door Nuon van de elektriciteit afgesloten. Twee weken later meldt hij zich bij Budget Bureau Almere (BBA) voor hulp, dat besluit het traject Budgetbeheer Vaste Lasten op te starten. Het duurt twintig weken voordat dit goed loopt. BBA dient op 26 september 2007 een aanvraag schuldregeling in bij de Stadsbank Midden Nederland (SMN). Op 7 december 2007 ondertekent de man bij SMN een schuldregelingsovereenkomst. De minnelijke schuldregeling komt niet van de grond, omdat niet alle schuldeisers daarmee wilden instemmen. SMN dient bij de rechtbank een verzoek in om de man tot de WSNP toe te laten. Dat wordt door de rechtbank afgewezen, omdat de man al eerder van zo’n traject gebruik heeft gemaakt. De ombudsman stelt vast dat BBA er te lang over heeft gedaan om een traject Budgetbeheer Vaste Lasten op te starten en een aanvraag schuldregeling in te dienen bij Stadsbank Midden Nederland (SMN). De stadsbank heeft de aanvraag wel binnen een redelijke termijn afgehandeld.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn wat betreft het Budget Bureau Almere: onbehoorlijk en de Stadsbank Midden Nederland: behoorlijk.
Rapportnummer: RA0831232 Datum : 7 november 2008 Pagina : 2/5
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 30 november 2007 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Almere, het Budget Bureau Almere en de Stadsbank Midden Nederland. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: • de afhandelingtermijn van een aanvraag schuldregeling tot aan de ondertekening van de schuldhulpovereenkomst (Budget Bureau Almere); • de afhandelingtermijn van een aanvraag schuldregeling na ondertekening van de schuldhulpovereenkomst (Stadsbank Midden Nederland).
Bevoegdheid de schuldhulpverlening in Almere De Dienst Sociale Zaken is verantwoordelijk voor de schuldhulp aan de inwoners van Almere. Het Budget Bureau Almere (BBA) is een instelling van de dienst waar mensen met financiële problemen terecht kunnen. BBA biedt informatie en advies en helpt bij het opstarten van diverse schuldhulpverleningstrajecten. Voor de uitvoering heeft de gemeente een contract gesloten met de Stadsbank Midden Nederland. Omdat het hier gaat om de uitvoering van een gemeentelijke taak acht de ombudsman zich bevoegd ook het handelen van de Stadsbank te toetsen aan vereisten van behoorlijkheid. In onderstaand artikel 1 schetst de Stadsbank in het kort zijn werkwijze in het kader van de schuldhulpverlening. Aanvraagformulieren schuldhulpverlening zijn zelden volledig ingevuld of voorzien van de noodzakelijke stukken. Als het formulier ondertekend is en voorzien van een kopie van een legitimatiebewijs, dan verwerkt de Stadsbank de aanvraag administratief. Daarna volgt een eerste beoordeling van de aanvraag. Meestal leidt dit tot het vragen van aanvullende informatie bij de klant. Die krijgt de gelegenheid om binnen zeven dagen de ontbrekende bewijsstukken alsnog in te leveren. Lukt dat niet binnen die termijn dan kan er een tweede en derde termijn (van zeven dagen) worden gegeven. Een termijn van vier tot vijf weken voordat de aanvraag compleet is, blijkt geen uitzondering. Vervolgens heeft de klant een gesprek met een casemanager van de Stadsbank. Die bespreekt de mogelijkheden van schuldhulpverlening, waarna de Stadsbank de klant een schuldhulpovereenkomst stuurt met het verzoek tot ondertekening. Door ondertekening verklaart de klant zich akkoord met de voorwaarden van schuldhulpverlening. Vanaf dat moment gaat het zogenaamde 120 dagen model van start. Dat houdt in dat er na ondertekening van de overeenkomst binnen 120 dagen een schuldregeling zou moeten zijn. De diverse schuldeisers moeten dan akkoord zijn met de betalingsvoorstellen. Het 120 dagen model is namelijk bedoeld om termijnen te stellen aan schuldeisers om te reageren op verzoeken van de Stadsbank. De Stadsbank vraagt bij de schuldeisers namelijk saldi op van openstaande vorderingen, stuurt aan de hand daarvan een overzicht ter goedkeuring aan de klant, berekent de voorstellen ter aflossing voor de diverse schuldeisers en doet ten slotte voorstellen voor afbetaling van de schuld. Vanaf het moment van ondertekening van de schuldhulpovereenkomst tot aan de definitieve goedkeuring van die voorstellen door de schuldeisers mag het proces dus in beginsel maximaal 120 dagen duren (ongeveer vier maanden).
1
Uit: Stadsbankwijzer van september 2006, een uitgave van de Stadsbank Midden Nederland: Actuele informatie over schuldhulpverlening en kredieten.
Rapportnummer: RA0831232 Datum : 7 november 2008 Pagina : 3/5
Bevindingen achtergrond van het verzoek Verzoeker is getrouwd en heeft een thuiswonende dochter van 15. Wegens een betalingsachterstand sluit Nuon op 2 november 2006 de energieleverantie voor elektriciteit af. Verzoeker meldt zich op 14 november 2006 bij Budget Bureau Almere (BBA) voor hulp bij zijn schulden en om zo snel mogelijk weer aangesloten te worden. BBA besluit het traject Budgetbeheer Vaste Lasten op te starten. In de regel duurt het tussen de vier tot acht weken voordat de vaste lasten worden doorbetaald. Bij verzoeker duurt het echter 20 weken voordat dit goed loopt. Eén van de oorzaken is gelegen in het feit dat toen verzoeker zich op 28 december 2006 aan de balie meldde om stukken te overleggen, de receptionist weigerde hierover contact op te nemen met de klantmanager. Hierdoor moest hij op een later tijdstip nog eens langskomen voor overleg. Gezien de tijd die ervoor staat, moest het traject in maart 2007 al lopen. Er ontstaat echter een nieuwe vertraging toen verzoekers echtgenote in maart 2007 van baan veranderde. Een ondertekende machtiging vervalt en een nieuwe machtiging moet naar de nieuwe werkgever worden gezonden. BBA geeft toe dat eerder geconstateerd had moeten worden dat het traject niet goed liep en dat adequater met deze constatering had moeten worden omgaan. Op 26 september 2007 dient BBA een aanvraag schuldregeling in bij Stadsbank Midden Nederland (SMN) voor zowel een Minnelijke Schuldregeling als uitgebreide Budgethulp. Verzoeker wendt zich op 20 november 2007 tot de ombudsman, omdat hij al een jaar zonder elektriciteit zit. nadere ontwikkelingen Op 6 december 2007 legt de deurwaarder beslag op verzoekers inboedel. Een dag later komt verzoeker in fase 2 van het schuldhulptraject terecht. Dat betekent dat de deurwaarder – in de regel - vanaf dat moment niet zal overgaan tot een openbare verkoping van de inboedel. Op 7 december 2007 ondertekent verzoeker bij SMN een schuldregelingsovereenkomst. Hij dient op 10 december 2007 ook een klacht in bij het college van burgemeester en wethouders. Deze klacht wordt op 27 december 2007 afgehandeld en in verband met de feestdagen op 8 januari 2008 naar verzoeker verzonden. reactie van Dienst Sociale Zaken Op 27 februari 2007 heeft verzoeker Nuon een brief geschreven waarin hij een beroep deed op de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers (wet Wijn). In reactie hierop heeft Nuon aan verzoeker gevraagd de verbruikcijfers door te geven. Verzoeker heeft aan dit verzoek geen gehoor gegeven. Verzoeker is op zoek gegaan naar een andere leverancier voor stroom. Dit lukt niet omdat Nuon het netwerk beheert en pas toestemming geeft gebruik te maken van een andere leverancier vanaf het moment dat de volledige schuld bij Nuon is voldaan. In november 2007 heeft verzoeker zich opnieuw tot Nuon gewend en heeft hij nogmaals een beroep op de wet Wijn gedaan. Nuon beëindigt het contract met verzoeker, omdat hij niet heeft voldaan aan het verzoek om de verbruikscijfers door te geven, een andere energieleverancier heeft gezocht en de betalingen geen doorgang vonden. De dienst erkent dat BBA bij de afhandeling van de aanvraag schuldregeling tot aan de ondertekening van de schuldhulpverleningsovereenkomst de nodige steken heeft laten vallen. Hiervoor zijn excuses aangeboden. Op 7 december 2007 wordt de schuldhulpverleningsovereenkomst tussen verzoeker en SMN getekend. In verband met de behandeling van de klacht kon BBA in de periode 10 december 2007 tot en met 27 december 2007 geen actie ondernemen. Daarna zijn de schuldeisers aangeschreven om een minnelijke regeling te bewerkstelligen. SMN neemt met Nuon contact op om uitstel van betaling te verkrijgen van de schuld met betrekking tot warmte (stadsverwarming) en warm water maar niet voor het aansluiten van de stroom. Nuon verleent
Rapportnummer: RA0831232 Datum : 7 november 2008 Pagina : 4/5 uitstel tot 30 april 2008. Hierbij dient opgemerkt te worden dat verzoeker nimmer heeft aangegeven dat het contract met Nuon in november 2007 was beëindigd. Dit kwam pas in een brief van de ombudsman van 5 februari 2008 naar voren. Aangezien ook SMN hiervan niet op de hoogte was, had SMN in het kader van de minnelijke schuldregeling Nuon om uitstel van betaling verzocht. SMN heeft verzoeker in half februari 2008 uitgenodigd voor een gesprek. Naar aanleiding van dit gesprek is hij opnieuw bij Nuon als klant aangemeld. SMN heeft Nuon op grond van de wet Wijn verzocht om hem weer van elektriciteit te voorzien. Op 25 maart 2008 heeft Nuon de energieleverantie (elektriciteit) hervat. Indien verzoeker BBA en/of SMN direct had geïnformeerd over de beëindiging van zijn contract, had eerder actie ondernomen kunnen worden en was verzoeker ook eerder opnieuw aangesloten. De minnelijke schuldregeling door SMN is helaas niet van de grond gekomen omdat niet alle schuldeisers daarmee wilden instemmen. Op 15 april 2008 is een WSNP-verklaring naar verzoeker en zijn partner verzonden. Op 11 juni 2008 heeft de rechtbank het verzoek om tot de WSNP te worden toegelaten behandeld. De rechtbank heeft het verzoek echter op 24 juni 2008 afgewezen. De reden is dat verzoeker eerder binnen de 10-jaarstermijn van de WSNP gebruik heeft gemaakt (gestart op 29 juni 1999 – 29 juli 2001). Dat is niet toegestaan. Op advies van BBA gaat verzoeker bij het gerechtshof in beroep. Het budgetbeheer van SMN, de ondersteuning van het algemeen maatschappelijk werk en de volgcontracten van BBA kunnen de kans van slagen vergroten. Wellicht dient een beschermingsbewind geïndiceerd worden, wanneer blijkt dat verzoeker nog niet goed met het beschikbare inkomen kan omgaan. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker, naar de Dienst Sociale Zaken en Budget Bureau Almere gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. Alleen de dienst heeft gereageerd. Deze reactie is in het rapport verwerkt.
Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan het vereiste van voortvarendheid.
Overwegingen de afhandelingtermijn van een aanvraag schuldregeling tot aan de ondertekening van de schuldhulpovereenkomst Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende snelheid optreedt. Dat betekent dat indien het Budget Bureau Almere besluit een traject Budgetbeheer Vaste Lasten op te starten en een aanvraag schuldregeling in bij Stadsbank Midden Nederland (SMN) in te dienen, het BBA dit binnen een redelijke termijn dient te doen. Het Budget Bureau Almere heeft hiervoor twintig weken nodig gehad; dat is geen redelijke termijn. Verder heeft het bijna een jaar geduurd voordat BBA een aanvraag schuldregeling bij Stadsbank Midden Nederland (SMN) heeft ingediend voor zowel een Minnelijke Schuldregeling als uitgebreide Budgethulp. Ook dit is geen redelijke termijn. Geconcludeerd moet worden dat het vereiste van voortvarendheid door het Budget Bureau Almere ernstig is geschonden. de afhandelingtermijn van een aanvraag schuldregeling na ondertekening van de schuldhulpovereenkomst; Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende snelheid optreedt. Dat betekent in deze zaak dat binnen vier maanden na ondertekening van de schuldregelingsovereenkomst de Stadsbank Midden Nederland – dus voor 7 april 2008 - een minnelijke schuldregeling of een WSNP-traject had moeten bewerkstelligen. In deze zaak is een minnelijke schuldregeling niet van de
Rapportnummer: RA0831232 Datum : 7 november 2008 Pagina : 5/5 grond gekomen, omdat niet alle schuldeisers daarmee wilden instemmen. SMN heeft vervolgens op 15 april 2008 bij de rechtbank een verzoek ingediend om verzoeker tot de WSNP toe te laten. De ombudsman stelt vast dat SMN conform het 120-dagen model en derhalve behoorlijk gehandeld heeft.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn wat betreft het Budget Bureau Almere: onbehoorlijk en de Stadsbank Midden Nederland: behoorlijk.